ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 290

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

58e jaargang
6 november 2015


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

 

*

Besluit (EU) 2015/1987 van de Raad van 5 oktober 2015 betreffende de sluiting van het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Guinee-Bissau

1

 

*

Besluit (EU) 2015/1988 van de Raad van 22 oktober 2015 betreffende de ondertekening, namens de Unie, van de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en Kosovo, anderzijds

4

 

*

Besluit (EU) 2015/1989 van de Raad van 26 oktober 2015 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de overeenkomst tot voortzetting van het Internationaal Centrum voor wetenschap en technologie

7

 

*

Besluit (Euratom) 2015/1990 van de Raad van 26 oktober 2015 tot goedkeuring van de sluiting door de Europese Commissie, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van de overeenkomst tot voortzetting van het Internationaal Centrum voor wetenschap en technologie

8

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1991 van de Commissie van 5 november 2015 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 555/2008 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, wat betreft de steunprogramma's, de handel met derde landen, het productiepotentieel en de controles in de wijnsector

9

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1992 van de Commissie van 5 november 2015 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

12

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU) 2015/1993 van de Raad van 22 oktober 2015 houdende goedkeuring van de sluiting door de Europese Commissie, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en Kosovo, anderzijds

14

 

*

Besluit (EU) 2015/1994 van de Raad van 26 oktober 2015 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van het wijzigingsprotocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Vorstendom Liechtenstein waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling

16

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Besluit 2013/728/EU van de Raad van 2 december 2013 tot vaststelling van het door de Europese Unie in de ministeriële conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in te nemen standpunt over een verlenging van het moratorium op invoerrechten op elektronische transmissies en het moratorium op klachten die geen verband houden met schendingen en andere situaties ( PB L 332 van 11.12.2013 )

18

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

6.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/1


BESLUIT (EU) 2015/1987 VAN DE RAAD

van 5 oktober 2015

betreffende de sluiting van het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Guinee-Bissau

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, juncto artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a), en artikel 218, lid 7,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 17 maart 2008 heeft de Raad middels Verordening (EG) nr. 241/2008 (1) de sluiting van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau („de overeenkomst”) goedgekeurd.

(2)

De Unie en de Republiek Guinee-Bissau hebben onderhandeld over een nieuw protocol („het protocol”) waarbij aan de vaartuigen van de Unie vangstmogelijkheden worden geboden in de wateren waarover de Republiek Guinee-Bissau de soevereiniteit of de jurisdictie met betrekking tot visserijaangelegenheden heeft.

(3)

Het protocol is op 24 november 2014 overeenkomstig Besluit 2014/782/EU (2) ondertekend en wordt vanaf de datum van ondertekening ervan voorlopig toegepast.

(4)

Bij de overeenkomst is een gemengde commissie opgericht die is belast met het toezicht op de toepassing van de overeenkomst. Voorts kan de gemengde commissie in overeenstemming met het protocol bepaalde wijzigingen van het protocol goedkeuren. Om de goedkeuring van dergelijke wijzigingen te vergemakkelijken dient de Commissie er, onder bepaalde voorwaarden, toe te worden gemachtigd deze wijzigingen goed te keuren volgens een vereenvoudigde procedure.

(5)

Het protocol dient te worden goedgekeurd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en Guinee-Bissau, wordt namens de Unie goedgekeurd (3).

Artikel 2

De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de in artikel 19 van het protocol bedoelde kennisgeving (4).

Artikel 3

Onder voorbehoud van de bepalingen en de voorwaarden die zijn opgenomen in de bijlage, is de Commissie gemachtigd om, namens de Unie, wijzigingen van het protocol goed te keuren in de gemengde commissie.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 5 oktober 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

N. SCHMIT


(1)  Verordening (EG) nr. 241/2008 van de Raad van 17 maart 2008 betreffende de sluiting van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau (PB L 75 van 18.3.2008, blz. 49).

(2)  PB L 328 van 13.11.2014, blz. 1.

(3)  De tekst van het protocol is samen met het ondertekeningsbesluit bekendgemaakt in PB L 328 van 13.11.2014, blz. 3.

(4)  De datum van inwerkingtreding van het protocol zal door het secretariaat-generaal van de Raad in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.


BIJLAGE

Reikwijdte van de machtiging en procedure voor de vaststelling van het Uniestandpunt in de gemengde commissie

1.

De Commissie is gemachtigd om met de Republiek Guinee-Bissau te onderhandelen en, waar passend en indien is voldaan aan de voorwaarden van punt 3 van deze bijlage, over te gaan tot de goedkeuring van wijzigingen van het protocol die betrekking hebben op de volgende aspecten:

a)

herziening van de vangstmogelijkheden en van de financiële tegenprastatie overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van het protocol;

b)

besluitvorming over de nadere bijzonderheden van steun voor het sectorale visserijbeleid overeenkomstig artikel 3 van het protocol

c)

technische specificaties en procedures binnen de bevoegdheden van de gemengde commissie in overeenstemming met de bijlage bij het protocol.

2.

In de gemengde commissie die bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij is opgericht:

a)

handelt de Unie in overeenstemming met de doelstellingen die zij in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid nastreeft;

b)

voegt de Unie zich naar de conclusies van de Raad van 19 maart 2012 over de mededeling inzake de externe dimensie van het gemeenschappelijk visserijbeleid;

c)

ijvert de Unie voor standpunten die in overeenstemming zijn met de desbetreffende voorschriften die door de regionale organisaties voor visserijbeheer zijn vastgesteld.

3.

Als in een vergadering van de gemengde commissie een besluit moet worden genomen over wijzigingen van het protocol als bedoeld in punt 1, wordt ervoor gezorgd dat in het namens de Unie in te nemen standpunt rekening wordt gehouden met de meest recente statistische, biologische en andere relevante informatie die aan de Commissie is toegezonden.

Daartoe zenden de diensten van de Commissie op basis van die informatie, en lang genoeg vóór de betrokken vergadering van de gemengde commissie, een document met de nadere bijzonderheden van het voorgestelde standpunt van de Unie ter bespreking en goedkeuring toe aan de Raad of zijn voorbereidende instanties.

Met betrekking tot de in punt 1, onder a), bedoelde aspecten is voor de goedkeuring van het beoogde Uniestandpunt door de Raad een gekwalificeerde meerderheid van stemmen vereist. In de andere gevallen wordt het beoogde Uniestandpunt in het voorbereidende document geacht te zijn goedgekeurd, tenzij een blokkerende minderheid van lidstaten daartegen bezwaar maken tijdens een vergadering van de voorbereidende instantie van de Raad of binnen twintig dagen na ontvangst van het voorbereidende document, naargelang welk tijdstip het vroegste is. Indien bezwaren worden gemaakt, wordt de zaak naar de Raad terugverwezen.

Indien tijdens latere vergaderingen, ook ter plaatse, geen overeenstemming kan worden bereikt over het verwerken van nieuwe elementen in het namens de Unie in te nemen standpunt, wordt de zaak voorgelegd aan de Raad of zijn voorbereidende instanties.

4.

De Commissie wordt verzocht te gelegener tijd alle maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn voor de follow-up van het besluit van de gemengde commissie, met inbegrip van, waar passend, de bekendmaking van het betrokken besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie, en de indiening van voorstellen die nodig zijn voor de uitvoering van dat besluit.


6.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/4


BESLUIT (EU) 2015/1988 VAN DE RAAD

van 22 oktober 2015

betreffende de ondertekening, namens de Unie, van de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en Kosovo (1), anderzijds

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 37, in samenhang met artikel 31, lid 1,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 217, in samenhang met artikel 218, lid 5, en artikel 218, lid 8, tweede alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 21 juni 2013 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om onderhandelingen met Kosovo te openen over een stabilisatie- en associatieovereenkomst (de „overeenkomst”). De onderhandelingen zijn met succes afgerond met de parafering van de overeenkomst op 25 juli 2014.

(2)

De Unie en Kosovo hebben een sterke band en gedeelde waarden en delen de wens deze band nog te versterken en op wederkerigheid en wederzijds belang gebaseerde nauwe en duurzame betrekkingen tot stand te brengen die Kosovo in staat moeten stellen de betrekkingen met de Unie te versterken en uit te breiden.

(3)

Op 19 april 2013 werd in het kader van een door de EU gefaciliteerde dialoog een „eerste overeenkomst over de beginselen voor de normalisering van de betrekkingen” bereikt.

(4)

De overeenkomst voorziet in de totstandbrenging van een associatie tussen de Unie en Kosovo, met wederzijdse rechten en verplichtingen, gemeenschappelijk optreden en bijzondere procedures. Zij bevat ook bepalingen die onder de werkingssfeer van titel V, hoofdstuk 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) over het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de Unie vallen. Het besluit tot ondertekening van de overeenkomst moet daarom worden gebaseerd op de rechtsgrond op basis waarvan de Unie verbintenissen kan aangaan op alle terreinen waarop de Verdragen van toepassing zijn en op de rechtsgrond voor overeenkomsten op gebieden die vallen onder titel V, hoofdstuk 2, VEU.

(5)

Deze overeenkomst is een uitsluitend de EU betreffende overeenkomst. De verplichtingen en de samenwerking die de Unie in het kader van deze overeenkomst moet aangaan, hebben alleen betrekking op de gebieden die onder het acquis van de EU of onder bestaande beleidsmaatregelen van de Unie vallen. De ondertekening en sluiting van de overeenkomst als een uitsluitend de EU betreffende overeenkomst laat de aard en de werkingssfeer van soortgelijke overeenkomsten waarover in de toekomst zal worden onderhandeld, onverlet. Ook de bevoegdheden die bij de Verdragen aan de instellingen van de EU zijn toebedeeld, en de standpunten van die instellingen en van de lidstaten inzake de bevoegdheden, blijven onverlet. De overeenkomst voorziet in een brede samenwerking op diverse beleidsterreinen, onder meer op het gebied van justitie en binnenlandse zaken.

(6)

De ondertekening van de overeenkomst laat de overeenkomstig de nationale gebruiken en het internationale recht bepaalde standpunten van de lidstaten inzake de status van Kosovo onverlet.

(7)

Geen van de termen, omschrijvingen of definities die in dit besluit of in de overeenkomst in de bijlage worden gebruikt, noch de verwijzing naar de rechtsgrond die noodzakelijk is voor de ondertekening van de overeenkomst, houdt in dat de Unie Kosovo erkent als onafhankelijke staat, noch dat individuele lidstaten die dat nog niet eerder deden, Kosovo erkennen als onafhankelijke staat. Het verdient aanbeveling dat de Unie in dat verband bij de ondertekening van de overeenkomst een verklaring afgeeft.

(8)

De ondertekening van de overeenkomst is onderworpen aan een afzonderlijke procedure wat betreft aangelegenheden die onder de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie vallen.

(9)

De overeenkomst dient te worden ondertekend,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De ondertekening, namens de Unie, van de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en Kosovo wordt goedgekeurd wat betreft de delen die vallen onder het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, onder voorbehoud van de sluiting van de genoemde overeenkomst (2).

Artikel 2

De verklaring namens de Unie is als bijlage bij dit besluit opgenomen en wordt goedgekeurd namens de Unie.

Artikel 3

Dit besluit laat het standpunt van de lidstaten en de Unie inzake de status van Kosovo onverlet.

Artikel 4

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst namens de Unie te ondertekenen.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 22 oktober 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

F. ETGEN


(1)  Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

(2)  De tekst van de overeenkomst wordt samen met het besluit betreffende de sluiting ervan bekendgemaakt.


Verklaring namens de Unie

„Het besluit tot ondertekening van de stabilisatie- en associatieovereenkomst, onder voorbehoud van de sluiting op een latere datum, met inbegrip van de rechtsgrondslag die in dat verband wordt gebruikt, laat de standpunten van de lidstaten inzake de status onverlet, en houdt niet in dat de Unie Kosovo (1) erkent als onafhankelijke staat, noch dat individuele lidstaten die dat nog niet eerder deden, Kosovo erkennen als onafhankelijke staat.”


(1)  Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.


6.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/7


BESLUIT (EU) 2015/1989 VAN DE RAAD

van 26 oktober 2015

betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de overeenkomst tot voortzetting van het Internationaal Centrum voor wetenschap en technologie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 31, lid 1, en artikel 37,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 180 en artikel 218, lid 5,

Gezien het gezamenlijk voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 21 oktober 2013 heeft de Raad de Commissie en de hoge vertegenwoordiger gemachtigd onderhandelingen te openen over een overeenkomst tot voortzetting van het Internationaal Centrum voor wetenschap en technologie tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie („Euratom”), optredend als één partij, Georgië, Japan, de Kirgizische Republiek, het Koninkrijk Noorwegen, de Republiek Armenië, de Republiek Kazachstan, de Republiek Korea, de Republiek Tadzjikistan en de Verenigde Staten van Amerika („de overeenkomst”).

(2)

Deze onderhandelingen zijn met succes afgerond en de overeenkomst is geparafeerd op 22 juni 2015.

(3)

De sluiting van de overeenkomst is onderworpen aan een afzonderlijke procedure met betrekking tot aangelegenheden die tot de bevoegdheid van Euratom behoren.

(4)

Deze overeenkomst moet namens de Unie worden ondertekend,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt machtiging verleend tot de ondertekening, namens de Unie, van de overeenkomst tot voortzetting van het Internationaal Centrum voor wetenschap en technologie, onder voorbehoud van de sluiting van die overeenkomst (1).

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst namens de Unie te ondertekenen.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 26 oktober 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

F. MOGHERINI


(1)  De tekst van de overeenkomst zal samen met het besluit worden bekendgemaakt.


6.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/8


BESLUIT (EURATOM) 2015/1990 VAN DE RAAD

van 26 oktober 2015

tot goedkeuring van de sluiting door de Europese Commissie, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van de overeenkomst tot voortzetting van het Internationaal Centrum voor wetenschap en technologie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 4 en artikel 101, tweede alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 21 oktober 2013 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen over een overeenkomst tot voortzetting van het Internationaal Centrum voor wetenschap en technologie tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie („Euratom”), optredend als één partij, Georgië, Japan, de Kirgizische Republiek, het Koninkrijk Noorwegen, de Republiek Armenië, de Republiek Kazachstan, de Republiek Korea, de Republiek Tadzjikistan en de Verenigde Staten van Amerika („de overeenkomst”).

(2)

Deze onderhandelingen zijn met succes afgerond en de overeenkomst is geparafeerd op 22 juni 2015.

(3)

Onder de overeenkomst vallen tevens aangelegenheden die tot de bevoegdheid van Euratom behoren.

(4)

De ondertekening van de overeenkomst is onderworpen aan een afzonderlijke procedure voor aangelegenheden die onder het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vallen.

(5)

De sluiting van de overeenkomst door de Commissie namens Euratom dient te worden goedgekeurd wat betreft aangelegenheden die tot de bevoegdheid van Euratom behoren,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De sluiting door de Europese Commissie, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van de overeenkomst tot voortzetting van het Internationaal Centrum voor wetenschap en technologie (1) wordt goedgekeurd.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 26 oktober 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

F. MOGHERINI


(1)  De tekst van de overeenkomst zal worden gehecht aan het Besluit van de Raad tot sluiting, namens de Unie, van de overeenkomst tot voortzetting van het Internationaal Centrum voor wetenschap en technologie.


VERORDENINGEN

6.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/9


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1991 VAN DE COMMISSIE

van 5 november 2015

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 555/2008 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, wat betreft de steunprogramma's, de handel met derde landen, het productiepotentieel en de controles in de wijnsector

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 70 en artikel 145, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In deel II, titel I, hoofdstuk III, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zijn voorschriften vastgesteld betreffende de looptijd, het beheer en de controle van het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken dat in de plaats is gekomen van de in Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (2) vastgestelde overgangsregeling inzake aanplantrechten. Tevens zijn er bepalingen opgenomen op grond waarvan de Commissie bevoegd is om uitvoeringshandelingen vast te stellen betreffende het beheer en de controle van die regeling. Overeenkomstig artikel 230, lid 1, onder b), ii), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 blijft de in Verordening (EG) nr. 1234/2007 vastgestelde overgangsregeling inzake aanplantrechten echter van toepassing tot en met 31 december 2015.

(2)

In titel IV, hoofdstuk II, van Verordening (EG) nr. 555/2008 van de Commissie (3), die voorschriften inzake de overgangsregeling inzake aanplantrechten bevat, zijn de mededelingsverplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de tenuitvoerlegging van die regeling nader omschreven. In het licht van de toepassing van het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken met ingang van 1 januari 2016 en de in artikel 11 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/561 van de Commissie (4) vastgestelde kennisgevingsverplichtingen in het kader van dat nieuwe stelsel, moet nader worden bepaald welke van de in Verordening (EG) nr. 555/2008 vastgestelde mededelingsverplichtingen van toepassing blijven in 2016. Daarnaast moeten ook de referentiedata worden aangepast en moet de einddatum worden bepaald voor bepaalde mededelingsverplichtingen om te waarborgen dat de Commissie alle informatie betreffende de tenuitvoerlegging van de overgangsregeling inzake aanplantrechten tussen 1 augustus 2014 en 31 december 2015 ontvangt en dat zij in kennis wordt gesteld van de inventaris van de aanplantrechten op 31 december 2015 met het oog op de controleerbaarheid van artikel 68 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

(3)

In artikel 61 en artikel 65, lid 5, van Verordening (EG) nr. 555/2008 zijn nadere bepalingen vastgesteld inzake de jaarlijkse verplichtingen inzake mededeling van gegevens over nieuweaanplantrechten en over aan reserves toegewezen aanplantrechten. Deze bepalingen moeten worden gewijzigd om te bepalen binnen welke termijn de mededeling voor het laatst dient te gebeuren en welke referentieperiode in aanmerking dient te worden genomen voor deze laatste mededelingen.

(4)

Overeenkomstig artikel 230, lid 1, onder b), i), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 blijven de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1234/2007 betreffende onrechtmatige aanplant van toepassing tot de betrokken oppervlakten zijn gerooid. Daarom moet ook titel IV, hoofdstuk I, van Verordening (EG) nr. 555/2008 inzake onrechtmatige aanplant na 1 januari 2016 van toepassing blijven op onrechtmatige aanplant die vóór 31 december 2015 is geconstateerd en op die datum nog niet is gerooid, tot deze oppervlakten zijn gerooid. Artikel 58 van Verordening (EG) nr. 555/2008 moet echter worden gewijzigd om de mededelingsverplichtingen die niet meer relevant zijn, te schrappen en om te verduidelijken onder welke omstandigheden de lidstaten niet langer verplicht zijn de jaarlijkse mededelingen inzake onrechtmatige aanplant in te dienen.

(5)

Titel IV, hoofdstuk IV, van Verordening (EG) nr. 555/2008 bevat voorschriften inzake de inventaris en de opmeting van de met wijnstokken beplante oppervlakte. In artikel 74 zijn nadere bepalingen vastgesteld inzake de verplichting om jaarlijks een inventaris mee te delen van de wijnbouwoppervlakten en de aanplantrechten. Deze bepalingen moeten worden gewijzigd om vast te stellen binnen welke termijn de inventaris van de aanplantrechten en de inventaris van de belangrijkste wijndruivenrassen voor het laatst moeten worden meegedeeld en welke referentiedatum in aanmerking dient te worden genomen voor deze laatste mededelingen. Om informatie te hebben over het totaal aan aanplantrechten die overeenkomstig artikel 68 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 na 1 januari 2016 kunnen worden omgezet in vergunningen, moet die referentiedatum de laatste datum zijn waarop de regeling inzake aanplantrechten geldig is, d.w.z. 31 december 2015. Deze laatste mededelingen dienen voorts geen informatie te bevatten over de inventaris van de wijnbouwoppervlakten, aangezien de mededeling daaromtrent met ingang van 1 januari 2016 is vervangen door de mededeling als bedoeld in artikel 11, lid 1, onder a), van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/561.

(6)

Verordening (EG) nr. 555/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Verordening (EG) nr. 555/2008

Verordening (EG) nr. 555/2008 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 58 wordt vervangen door:

„Artikel 58

Mededelingen

1.   Uiterlijk op 1 maart van elk jaar delen de lidstaten de Commissie aan de hand van tabel 1 van bijlage XIII de oppervlakten mee waarvoor een sanctie is betaald en het sanctiebedrag dat daadwerkelijk is opgelegd. Zij delen de Commissie ook hun regelgeving inzake deze sancties mee.

Deze verplichting is niet langer van toepassing op de lidstaten waar geen onrechtmatige aanplant meer moet worden gerooid.

2.   Tenzij anders is aangegeven in de desbetreffende tabellen van bijlage XIII bij deze verordening, hebben de mededelingen als bedoeld in artikel 85 quater, lid 3, en artikel 188 bis, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 betrekking op het voorafgaande wijnoogstjaar.

Voor de jaarlijkse mededelingen wordt gebruikgemaakt van de tabellen 3 en 7 van bijlage XIII bij deze verordening.

3.   De lidstaten kunnen besluiten al dan niet regiospecifieke gegevens op te nemen in de mededelingen als bedoeld in de leden 1 en 2.”.

2)

Artikel 61 wordt vervangen door:

„Artikel 61

Verplichtingen van de lidstaten inzake mededeling van gegevens over nieuweaanplantrechten

De lidstaten delen de Commissie uiterlijk op 1 maart 2016 de volgende informatie mee met betrekking tot de periode van 1 augustus 2014 tot en met 31 december 2015:

a)

de totale oppervlakten waarvoor nieuweaanplantrechten zijn toegekend op grond van de leden 1, 2 en 3 van artikel 60, en

b)

de totale oppervlakte waarvoor cumulatief nieuweaanplantrechten zijn toegekend op grond van artikel 85 nonies van Verordening (EG) nr. 1234/2007; wanneer een lidstaat gebruikmaakt van de afwijking als bedoeld in artikel 60, lid 6, van de onderhavige verordening, deelt hij in plaats van deze gegevens een raming van de totale betrokken oppervlakte mee, gebaseerd op de resultaten van het toezicht dat is uitgevoerd.

Voor deze mededeling wordt gebruikgemaakt van tabel 8 van bijlage XIII bij deze verordening.

De lidstaten kunnen besluiten of zij al dan niet regiospecifieke gegevens in deze mededeling opnemen.”.

3)

Artikel 65, lid 5, wordt vervangen door:

„5.   Aan de hand van tabel 9 van bijlage XIII delen de lidstaten de Commissie uiterlijk op 1 maart 2016 de volgende informatie mee met betrekking tot de periode van 1 augustus 2014 tot en met 31 december 2015:

a)

de aan de reserves toegewezen aanplantrechten;

b)

de aanplantrechten die al dan niet tegen betaling uit de reserves zijn toegekend.”.

4)

Artikel 74 wordt vervangen door:

„Artikel 74

Inventaris

De gegevens die uiterlijk op 1 maart 2016 worden meegedeeld in de inventaris overeenkomstig artikel 145, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, hebben betrekking op 31 december 2015.

Deze inventaris bevat de gegevens die zijn vermeld in de tabellen 15 en 16 van bijlage XIII bij de onderhavige verordening. De lidstaten kunnen besluiten of zij al dan niet regiospecifieke gegevens in deze mededeling opnemen.”.

5)

In bijlage XIII wordt tabel 14 geschrapt.

Artikel 2

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2016.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 november 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 555/2008 van de Commissie van 27 juni 2008 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, wat betreft de steunprogramma's, de handel met derde landen, het productiepotentieel en de controles in de wijnsector (PB L 170 van 30.6.2008, blz. 1).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/561 van de Commissie van 7 april 2015 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken (PB L 93 van 9.4.2015, blz. 12).


6.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/12


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1992 VAN DE COMMISSIE

van 5 november 2015

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 november 2015.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

AL

47,7

MA

67,0

MK

44,1

TR

74,5

ZZ

58,3

0707 00 05

AL

91,1

TR

158,2

ZZ

124,7

0709 93 10

MA

135,7

TR

154,3

ZZ

145,0

0805 20 10

CL

168,7

MA

95,6

PE

167,8

TR

83,5

ZA

150,6

ZZ

133,2

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

PE

122,2

TR

107,9

ZA

117,1

ZZ

115,7

0805 50 10

TR

113,2

UY

53,9

ZZ

83,6

0806 10 10

BR

311,9

EG

231,7

PE

237,5

TR

176,0

ZZ

239,3

0808 10 80

CL

83,6

MK

23,1

NZ

123,7

ZA

197,2

ZZ

106,9

0808 30 90

BA

73,9

TR

137,7

XS

78,6

ZZ

96,7


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

6.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/14


BESLUIT (EU) 2015/1993 VAN DE RAAD

van 22 oktober 2015

houdende goedkeuring van de sluiting door de Europese Commissie, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en Kosovo (1), anderzijds

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 101, tweede alinea,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 21 juni 2013 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om onderhandelingen met Kosovo te openen over een stabilisatie- en associatieovereenkomst („de overeenkomst”). De onderhandelingen zijn met succes afgerond met de parafering van de overeenkomst op 25 juli 2014.

(2)

De overeenkomst betreft ook aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie („de Gemeenschap”) behoren.

(3)

De overeenkomst dient derhalve ook namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie te worden gesloten wat betreft aangelegenheden die onder het Euratom-Verdrag vallen.

(4)

De ondertekening en de sluiting van de overeenkomst zijn onderworpen aan een afzonderlijke procedure wat betreft aangelegenheden die onder het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vallen.

(5)

De overeenkomst laat de conform de nationale gebruiken en het internationale recht bepaalde standpunten van de lidstaten inzake de status van Kosovo onverlet.

(6)

Geen van de termen, omschrijvingen of definities die in dit besluit of in de overeenkomst worden gebruikt, noch de verwijzing naar de rechtsgrondslag die noodzakelijk is voor de sluiting van de overeenkomst, houdt in dat de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie Kosovo erkent als onafhankelijke staat, noch dat individuele lidstaten die dat nog niet eerder deden, Kosovo erkennen als onafhankelijke staat.

(7)

De sluiting van de overeenkomst door de Europese Commissie namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie dient derhalve te worden goedgekeurd, wat betreft aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie behoren,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De sluiting door de Europese Commissie, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en Kosovo wordt goedgekeurd (2).

Artikel 2

Dit besluit laat het standpunt van de lidstaten en de Unie inzake de status van Kosovo onverlet.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 22 oktober 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

F. ETGEN


(1)  Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

(2)  De tekst van de overeenkomst is gehecht aan het Besluit van de Raad betreffende de sluiting, namens de Unie, van de overeenkomst.


6.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/16


BESLUIT (EU) 2015/1994 VAN DE RAAD

van 26 oktober 2015

betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van het wijzigingsprotocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Vorstendom Liechtenstein waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 115, in samenhang met artikel 218, lid 5, en artikel 218, lid 8, tweede alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 14 mei 2013 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen met het Vorstendom Liechtenstein met het oog op de wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Vorstendom Liechtenstein waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling (1) (de „overeenkomst”), teneinde deze aan te passen aan de recente ontwikkelingen op mondiaal niveau, waar is overeengekomen automatische uitwisseling van inlichtingen als een internationale standaard te bevorderen.

(2)

De uit deze onderhandelingen voortgevloeide tekst van het wijzigingsprotocol bij de overeenkomst (het „wijzigingsprotocol”) is in overeenstemming met de door de Raad opgestelde onderhandelingsrichtsnoeren, aangezien hij de overeenkomst aanpast aan de recentste internationale ontwikkelingen inzake de automatische uitwisseling van inlichtingen, namelijk aan de mondiale standaard voor automatische uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen in fiscale aangelegenheden, die is ontwikkeld door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). De Unie, de lidstaten en het Vorstendom Liechtenstein hebben actief bijgedragen aan de werkzaamheden van het Mondiaal Forum van de OESO om de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van die standaard te ondersteunen. De tekst van de overeenkomst zoals gewijzigd bij het wijzigingsprotocol is de rechtsgrondslag voor de toepassing van de mondiale standaard in de betrekkingen tussen de Unie en het Vorstendom Liechtenstein.

(3)

Het wijzigingsprotocol dient te worden ondertekend,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De ondertekening namens de Unie van het wijzigingsprotocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, wordt toegestaan, onder voorbehoud van sluiting van voornoemd wijzigingsprotocol (2).

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) het wijzigingsprotocol namens de Unie te ondertekenen.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 26 oktober 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

C. DIESCHBOURG


(1)  PB L 379 van 24.12.2004, blz. 84.

(2)  De tekst van het wijzigingsprotocol zal samen met het besluit tot sluiting worden bekendgemaakt.


Rectificaties

6.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/18


Rectificatie van Besluit 2013/728/EU van de Raad van 2 december 2013 tot vaststelling van het door de Europese Unie in de ministeriële conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in te nemen standpunt over een verlenging van het moratorium op invoerrechten op elektronische transmissies en het moratorium op klachten die geen verband houden met schendingen en andere situaties

( Publicatieblad van de Europese Unie L 332 van 11 december 2013 )

Bladzijde 17, artikel 1, gedachtestreepjes:

in plaats van:

„—

klachten die geen verband houden met schendingen en andere situaties van TRIPS […]

e-handel […].”,

te lezen:

„—

klachten die geen verband houden met schendingen en andere situaties van TRIPS WT/MIN(13)/W/2,

e-handel WT/MIN(13)/W/3.”.