ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 197 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
58e jaargang |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
25.7.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 197/1 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1220 VAN DE COMMISSIE
van 24 juli 2015
tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 wat betreft de gegevens voor de Verenigde Staten in de lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit bepaalde pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Unie in verband met hoogpathogene aviaire influenza naar aanleiding van recente uitbraken in de staten Indiana en Nebraska
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (1), en met name artikel 8, inleidende zin, artikel 8, punt 1, eerste alinea, artikel 8, punt 4, en artikel 9, lid 4, onder c),
Gezien Richtlijn 2009/158/EG van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren (2), en met name artikel 23, lid 1, artikel 24, lid 2, en artikel 25, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie (3) stelt de voorschriften vast inzake veterinaire certificering voor de invoer in en de doorvoer, met inbegrip van opslag tijdens de doorvoer, door de Unie van pluimvee en pluimveeproducten („de producten”). De verordening bepaalt dat de producten alleen mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Unie uit de in de kolommen 1 en 3 van de tabel in deel 1 van bijlage I bij de verordening vermelde derde landen, gebieden, zones of compartimenten. |
(2) |
Verordening (EG) nr. 798/2008 stelt ook de voorwaarden vast waaronder een derde land, gebied, zone of compartiment als vrij van hoogpathogene aviaire influenza (HPAI) mag worden beschouwd. |
(3) |
De Verenigde Staten zijn opgenomen in deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 als een derde land waarvoor de invoer in en de doorvoer door de Unie van onder die verordening vallende producten vanuit bepaalde delen van het grondgebied worden toegestaan, afhankelijk van de aanwezigheid van uitbraken van HPAI. Deze regionalisatie is opgenomen in Verordening (EG) nr. 798/2008, zoals gewijzigd bij de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2015/243 (4), (EU) 2015/342 (5), (EU) 2015/526 (6), (EU) 2015/796 (7) en laatstelijk (EU) 2015/1153 (8) naar aanleiding van uitbraken van HPAI in de staten Missouri, South Dakota en Wisconsin. |
(4) |
Een overeenkomst tussen de Unie en de Verenigde Staten (9) voorziet in een snelle wederzijdse erkenning van regionalisatiemaatregelen in het geval van een ziekte-uitbraak in de Unie of in de Verenigde Staten („de overeenkomst”). |
(5) |
De Verenigde Staten hebben uitbraken bevestigd van HPAI van het subtype H5 bij pluimveekoppels in nog eens twee staten, namelijk Indiana en Nebraska. Naar aanleiding van deze uitbraken hebben de veterinaire autoriteiten van de Verenigde Staten onmiddellijk de afgifte opgeschort van veterinaire certificaten voor zendingen van pluimveeproducten die bestemd zijn voor uitvoer vanuit het gehele grondgebied van die twee staten naar de Unie. De Verenigde Staten hebben eveneens een ruimingsbeleid gehanteerd om HPAI te bestrijden en de verspreiding ervan te beperken. |
(6) |
De Verenigde Staten hebben voorts bijgewerkte informatie verstrekt over de epidemiologische situatie op hun grondgebied en de maatregelen die zij hebben genomen ter voorkoming van de verdere verspreiding van HPAI, en de Commissie heeft deze informatie nu geëvalueerd. Op basis van die evaluatie, alsook van de verbintenissen die in de overeenkomst zijn vastgesteld en van de door de Verenigde Staten verstrekte garanties, is het passend het verbod op het binnenbrengen van bepaalde producten in de Unie uit te breiden tot het gehele grondgebied van de staten Indiana en Nebraska en die delen van de staten Wisconsin en Missouri waarvoor door de veterinaire autoriteiten van de Verenigde Staten beperkende maatregelen zijn ingesteld vanwege de huidige uitbraken. |
(7) |
De Verenigde Staten hebben voorts de voltooiing gemeld van de reiniging en ontsmetting na ruiming op bedrijven in de staat Wisconsin waar in april en mei 2015 uitbraken van HPAI waren geconstateerd. Het is derhalve passend de data te vermelden waarop de getroffen gebieden in die staat die onder veterinaire beperkingen zijn geplaatst vanwege deze uitbraken, opnieuw als vrij van HPAI mogen worden beschouwd en de invoer in de Unie van bepaalde pluimveeproducten van oorsprong uit die gebieden opnieuw moet worden toegestaan. |
(8) |
De gegevens voor de Verenigde Staten in de lijst in deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 moeten daarom worden gewijzigd om rekening te houden met de huidige epidemiologische situatie in dat derde land. |
(9) |
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(10) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 24 juli 2015.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.
(2) PB L 343 van 22.12.2009, blz. 74.
(3) Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie van 8 augustus 2008 tot vaststelling van een lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit pluimvee en pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 226 van 23.8.2008, blz. 1).
(4) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/243 van de Commissie van 13 februari 2015 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 wat betreft de gegevens voor de Verenigde Staten op de lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit bepaalde pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Unie in verband met hoogpathogene aviaire influenza (PB L 41 van 17.2.2015, blz. 5).
(5) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/342 van de Commissie van 2 maart 2015 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 wat betreft de gegevens voor de Verenigde Staten in de lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit bepaalde pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in of doorgevoerd door de Unie in verband met hoogpathogene aviaire influenza naar aanleiding van uitbraken in de staten Idaho en Californië (PB L 60 van 4.3.2015, blz. 31).
(6) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/526 van de Commissie van 27 maart 2015 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 wat betreft de gegevens voor de Verenigde Staten op de lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit bepaalde pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Unie in verband met nieuwe uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in dat land (PB L 84 van 28.3.2015, blz. 30).
(7) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/796 van de Commissie van 21 mei 2015 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 wat betreft de gegevens voor de Verenigde Staten op de lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit bepaalde pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Unie in verband met hoogpathogene aviaire influenza na nieuwe uitbraken in dat land (PB L 127 van 22.5.2015, blz. 9).
(8) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1153 van de Commissie van 14 juli 2015 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 wat betreft de gegevens voor de Verenigde Staten op de lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit bepaalde pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Unie in verband met hoogpathogene aviaire influenza na nieuwe uitbraken in dat land. (PB L 187 van 15.7.2015, blz. 10).
(9) Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika inzake sanitaire maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid en de diergezondheid bij de handel in levende dieren en dierlijke producten, zoals goedgekeurd namens de Europese Gemeenschap bij Besluit 98/258/EG van de Raad (PB L 118 van 21.4.1998, blz. 1).
BIJLAGE
In deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 worden de gegevens voor de Verenigde Staten van Amerika vervangen door:
ISO-code en naam van het derde land of gebied |
Code van het derde land, het gebied, de zone of het compartiment |
Omschrijving van het derde land, het gebied, de zone of het compartiment |
Veterinair certificaat |
Bijzondere voorwaarden |
Bijzondere voorwaarden |
Status t.a.v. bewa-king aviaire influenza |
Status t.a.v. vaccinatie aviaire influenza |
Status salmonellabestrijding |
|||||||||||||||||
Modellen |
Aanvullende garanties |
Uiterste datum (1) |
Aanvangs-datum (2) |
||||||||||||||||||||||
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
6A |
6B |
7 |
8 |
9 |
|||||||||||||||
„US — Verenigde Staten van Amerika |
US-0 |
Het hele land |
SPF |
|
|
|
|
|
|
|
|||||||||||||||
EP, E |
|
|
|
|
|
|
S4 |
||||||||||||||||||
US-1 |
Het grondgebied van de Verenigde Staten van Amerika, met uitzondering van het gebied US-2 |
BPP, BPR, DOC, DOR, HEP, HER, SRP, SRA |
|
N |
|
|
A |
|
S3, ST1”. |
||||||||||||||||
WGM |
VIII |
|
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
POU, RAT |
|
N |
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||
US-2 |
Het grondgebied van de Verenigde Staten van Amerika dat overeenkomt met: |
|
|
|
|
|
|
|
|
||||||||||||||||
US-2.1 |
de staat Washington:
|
WGM |
VIII |
P2 |
19.12.2014 |
7.4.2015 |
|
|
|
||||||||||||||||
POU, RAT |
|
N P2 |
|
|
|
||||||||||||||||||||
US-2.2 |
de staat Washington: Clallam County |
WGM |
VIII |
P2 |
19.12.2014 |
11.5.2015 |
|
|
|
||||||||||||||||
POU, RAT |
|
N P2 |
|
|
|
||||||||||||||||||||
US-2.3 |
de staat Washington: Okanogan County (1):
|
WGM |
VIII |
P2 |
29.1.2015 |
16.6.2015 |
|
|
|
||||||||||||||||
|
POU, RAT |
|
N P2 |
||||||||||||||||||||||
US-2.4 |
de staat Washington: Okanogan County (2):
|
WGM |
VIII |
P2 |
3.2.2015 |
6.5.2015 |
|
|
|
||||||||||||||||
|
POU, RAT |
|
N P2 |
||||||||||||||||||||||
US-2.5 |
de staat Oregon: Douglas County |
WGM |
VIII |
P2 |
19.12.2014 |
23.3.2015 |
|
|
|
||||||||||||||||
POU, RAT |
|
N P2 |
|
|
|
||||||||||||||||||||
US-2.6 |
de staat Oregon: Deschutes County |
WG |
VIII |
P2 |
14.2.2015 |
19.5.2015 |
|
|
|
||||||||||||||||
POU, RAT |
|
N P2 |
|
|
|
||||||||||||||||||||
US-2.7 |
de staat Oregon: Malheur County |
WGM |
VIII |
P2 |
20.1.2015 |
11.5.2015 |
|
|
|
||||||||||||||||
POU, RAT |
|
N P2 |
|
|
|
||||||||||||||||||||
de staat Idaho:
|
WGM |
VIII |
P2 |
|
|
|
|||||||||||||||||||
POU, RAT |
|
N P2 |
|
|
|
||||||||||||||||||||
US-2.8 |
de staat Californië: Stanislaus County/Tuolumne County: een zone met een straal van 10 km, met de klok mee vanaf de noordelijke grens van de cirkelvormige controlezone:
|
WGM |
VIII |
P2 |
23.1.2015 |
|
|
|
|
||||||||||||||||
|
POU, RAT |
|
N P2 |
|
|
|
|
||||||||||||||||||
US-2.9 |
de staat Californië: Kings County: een zone met een straal van 10 km, met de klok mee vanaf de noordelijke grens van de cirkelvormige controlezone:
|
WGM |
VIII |
P2 |
12.2.2015 |
|
|
|
|
||||||||||||||||
|
POU, RAT |
|
N P2 |
|
|
|
|
||||||||||||||||||
US-2.10 |
de staat Minnesota |
WGM |
VIII |
P2 |
5.3.2015 |
|
|
|
|
||||||||||||||||
POU, RAT |
|
N P2 |
|
|
|
|
|||||||||||||||||||
US-2.11.1 |
de staat Missouri:
|
WGM |
VIII |
P2 |
8.3.2015 |
18.6.2015 |
|
|
|
||||||||||||||||
POU, RAT |
|
N P2 |
|||||||||||||||||||||||
US-2.11.2 |
de staat Missouri:
|
WGM |
VIII |
P2 |
10.3.2015 |
11.6.2015 |
|
|
|
||||||||||||||||
POU, RAT |
|
N P2 |
|||||||||||||||||||||||
US-2.11.3 |
de staat Missouri: Lewis County |
WGM |
VIII |
P2 |
5.5.2015 |
|
|
|
|
||||||||||||||||
POU, RAT |
|
N P2 |
|||||||||||||||||||||||
US-2.13 |
de staat Arkansas:
|
WGM |
VIII |
P2 |
11.3.2015 |
|
|
|
|
||||||||||||||||
POU, RAT |
|
N P2 |
|
|
|
|
|||||||||||||||||||
US-2.14 |
de staat Kansas:
|
WGM |
VIII |
P2 |
13.3.2015 |
12.6.2015 |
|
|
|
||||||||||||||||
POU, RAT |
|
N P2 |
|
|
|
||||||||||||||||||||
US-2.15 |
de staat Kansas:
|
WGM |
|
P2 |
9.3.2015 |
18.6.2015 |
|
|
|
||||||||||||||||
POU, RAT |
|
N P2 |
|||||||||||||||||||||||
US-2.16 |
de staat Montana:
|
WGM |
VIII |
P2 |
2.4.2015 |
|
|
|
|
||||||||||||||||
POU, RAT |
|
N P2 |
|
|
|
|
|||||||||||||||||||
US-2.17 |
de staat North Dakota |
WGM |
VIII |
P2 |
11.4.2015 |
|
|
|
|
||||||||||||||||
POU, RAT |
|
N P2 |
|
|
|
|
|||||||||||||||||||
US-2.18 |
de staat South Dakota |
WGM |
VIII |
P2 |
1.4.2015 |
|
|
|
|
||||||||||||||||
POU, RAT |
|
N P2 |
|||||||||||||||||||||||
US-2.19.1 |
de staat Wisconsin: Barron County |
WGM |
VIII |
P2 |
16.4.2015 |
18.8.2015 |
|
|
|
||||||||||||||||
POU, RAT |
|
N P2 |
|||||||||||||||||||||||
US-2.19.2 |
de staat Wisconsin: Jefferson County |
WGM |
VIII |
P2 |
11.4.2015 |
17.8.2015 |
|
|
|
||||||||||||||||
POU, RAT |
|
N P2 |
|||||||||||||||||||||||
US-2.19.3 |
de staat Wisconsin: Chippewa County |
WGM |
VIII |
P2 |
23.4.2015 |
29.7.2015 |
|
|
|
||||||||||||||||
POU, RAT |
|
N P2 |
|||||||||||||||||||||||
US-2.19.4 |
de staat Wisconsin: Juneau County |
WGM |
VIII |
P2 |
17.4.2015 |
6.8.2015 |
|
|
|
||||||||||||||||
POU, RAT |
|
N P2 |
|||||||||||||||||||||||
US-2.20 |
de staat Iowa |
WGM |
VIII |
P2 |
14.4.2015 |
|
|
|
|
||||||||||||||||
POU, RAT |
|
N P2 |
|||||||||||||||||||||||
US-2.21 |
de staat Indiana |
WGM |
VIII |
P2 |
10.5.2015 |
|
|
|
|
||||||||||||||||
POU, RAT |
|
N P2 |
|||||||||||||||||||||||
US-2.22 |
de staat Nebraska |
WGM |
VIII |
P2 |
11.5.2015 |
|
|
|
|
||||||||||||||||
POU, RAT |
|
N P2 |
25.7.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 197/10 |
VERORDENING (EU) 2015/1221 VAN DE COMMISSIE
van 24 juli 2015
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, met het oog op de aanpassing aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (1), en met name artikel 37, lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Deel 3 van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 bevat twee lijsten van gevaarlijke stoffen met hun geharmoniseerde indeling en etikettering. Tabel 3.1 bevat een lijst van gevaarlijke stoffen met hun geharmoniseerde indeling en etikettering op basis van de criteria in de delen 2 tot en met 5 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008. Tabel 3.2 bevat een lijst van gevaarlijke stoffen met hun geharmoniseerde indeling en etikettering op basis van de criteria in bijlage VI bij Richtlijn 67/548/EEG van de Raad (2). |
(2) |
Op grond van artikel 37 van Verordening (EG) nr. 1272/2008 zijn bij het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) voorstellen ingediend voor een nieuwe of bijgewerkte geharmoniseerde indeling en etikettering van bepaalde stoffen. Op basis van de adviezen van het Comité voor risicobeoordeling (RAC) van het ECHA over die voorstellen alsook van de opmerkingen van de betrokken partijen, is het nodig bijlage VI bij die verordening te wijzigen om de geharmoniseerde indeling en etikettering van bepaalde stoffen op te nemen of bij te werken. |
(3) |
Voor de stof salpeterzuur … % (EG-nr. 231-714-2), zijn nieuwe wetenschappelijke gegevens beschikbaar gesteld voor de gevarenklasse „acute toxiciteit”, die erop wijzen dat de op oudere gegevens gebaseerde indeling voor deze gevarenklasse, zoals aanbevolen in het advies van het RAC, mogelijk niet juist is. Daarom mag deze gevarenklasse niet in bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 worden opgenomen voordat het RAC advies over de nieuwe informatie heeft uitgebracht; alle overige klassen waarop het eerdere advies betrekking had, moeten wel worden opgenomen. |
(4) |
Voor de stof fenol, dodecyl-, vertakt (EG-nr. 310-154-3) werkt het RAC aan de vaststelling van een nieuw advies betreffende de specifieke concentratiegrenzen die moeten worden toegepast voor de gevarenklasse „giftigheid voor de voortplanting”. Daarom moet deze gevarenklasse niet in bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 worden opgenomen totdat dat advies is voltooid. |
(5) |
Naleving van de nieuwe geharmoniseerde indelingen dient niet onmiddellijk verplicht te worden gesteld, aangezien er een bepaalde tijd nodig zal zijn om leveranciers in staat te stellen de etikettering en verpakking van stoffen en mengsels aan de nieuwe indelingen aan te passen en bestaande voorraden te verkopen. Ook zal er een bepaalde tijd nodig zijn om de leveranciers in staat te stellen te voldoen aan de registratieverplichtingen die voortvloeien uit de nieuwe geharmoniseerde indelingen voor stoffen die zijn ingedeeld als kankerverwekkend, mutageen of vergiftig voor de voortplanting (categorieën 1A en 1B (tabel 3.1) en categorieën 1 en 2 (tabel 3.2)), of stoffen die zeer vergiftig zijn voor in het water levende organismen en die in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten kunnen veroorzaken, in het bijzonder de verplichtingen vastgesteld in artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad (3). |
(6) |
Overeenkomstig de overgangsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1272/2008 op basis waarvan de nieuwe bepalingen al in een eerder stadium op vrijwillige basis kunnen worden toegepast, moeten leveranciers in staat worden gesteld om al vóór het verstrijken van de termijn op vrijwillige basis de nieuwe geharmoniseerde indelingen toe te passen en de etikettering en verpakking dienovereenkomstig aan te passen. |
(7) |
De in deze verordening vervatte bepalingen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 133 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 ingestelde comité, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
In afwijking van artikel 3, lid 2, kunnen de geharmoniseerde indelingen van de bijlage bij deze verordening vóór de in artikel 3, lid 2, bedoelde datum worden toegepast.
Artikel 3
1. Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
2. Artikel 1 is van toepassing voor stoffen en mengsels met ingang van 1 januari 2017.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 24 juli 2015.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1.
(2) Richtlijn 67/548/EEG van de Raad van 27 juni 1967 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen (PB 196 van 16.8.1967, blz. 1).
(3) Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).
BIJLAGE
Deel 3 van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Tabel 3.1 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Tabel 3.2 wordt als volgt gewijzigd:
|
25.7.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 197/24 |
VERORDENING (EU) 2015/1222 VAN DE COMMISSIE
van 24 juli 2015
tot vaststelling van richtsnoeren betreffende capaciteitstoewijzing en congestiebeheer
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 714/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1228/2003 (1), en met name artikel 18, lid 3, onder b), en lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De spoedige voltooiing van een volledig operationele en geïnterconnecteerde interne markt voor energie is van essentieel belang voor het verwezenlijken van de doelstellingen van energievoorzieningszekerheid, de versterking van het concurrentievermogen en het waarborgen van redelijke energieprijzen voor alle consumenten. Een goed functionerende interne markt voor elektriciteit moet producenten ertoe aanzetten te investeren in nieuwe vormen van elektriciteitsproductie, met inbegrip van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen, waarbij speciale aandacht moet gaan naar de meest geïsoleerde lidstaten en regio's van de energiemarkt van de Unie. Een goed functionerende markt moet tevens consumenten toereikende maatregelen bieden om efficiënter gebruik te maken van energie, wat alleen kan als de energievoorzieningszekerheid gewaarborgd is. |
(2) |
Energievoorzieningszekerheid is een essentieel element van de openbare veiligheid en is daarom inherent verbonden met de efficiënte werking van de interne elektriciteitsmarkt en met de integratie van geïsoleerde elektriciteitsmarkten in de lidstaten. Elektriciteit kan de burgers van de Unie slechts bereiken via het net. Functionerende elektriciteitsmarkten, en met name goed functionerende netten en andere activa die met de levering van elektriciteit verbonden zijn, zijn essentieel voor de openbare veiligheid, het economisch concurrentievermogen en het welzijn van de burgers van de Unie. |
(3) |
Bij Verordening (EG) nr. 714/2009 zijn niet-discriminerende regels vastgesteld voor voorwaarden voor toegang tot het net voor de grensoverschrijdende handel in elektriciteit, met name regels betreffende capaciteitstoewijzing en congestiebeheer voor interconnecties en transmissiesystemen die een effect hebben op grensoverschrijdende elektriciteitsstromen. Om vooruitgang in de richting van een daadwerkelijk geïntegreerde elektriciteitsmarkt te boeken, moeten de huidige regels inzake capaciteitstoewijzing, congestiebeheer en handel in elektriciteit verder worden geharmoniseerd. Bij deze verordening worden derhalve minimale geharmoniseerde regels voor de uiteindelijke eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling vastgesteld teneinde te zorgen voor een duidelijk rechtskader voor een efficiënt en modern systeem voor capaciteitstoewijzing en congestiebeheer, waarbij elektriciteitshandel in de hele Unie wordt vergemakkelijkt, het netwerk efficiënter wordt gebruikt en concurrentie wordt gestimuleerd ten bate van de consument. |
(4) |
Om eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling tot stand te brengen, moet de beschikbare grensoverschrijdende capaciteit op een gecoördineerde wijze door de transmissiesysteembeheerders (hierna „TSB's”) worden berekend. Met dat doel moeten zij een gemeenschappelijk netwerkmodel opstellen, met inbegrip van ramingen inzake elektriciteitsproductie, basislast en netwerkstatus voor elk uur. De beschikbare capaciteit moet normaliter worden berekend aan de hand van de zogenaamde stroomgebaseerde berekeningsmethode, een methode die er rekening mee houdt dat elektriciteit via verschillende routes kan stromen en die de beschikbare capaciteit in onderling sterk afhankelijke netwerken optimaliseert. De beschikbare grensoverschrijdende capaciteit is één van de belangrijke inputs voor het verdere berekeningsproces, waarin alle op de elektriciteitsbeurzen verzamelde biedingen en aanbiedingen in de Unie met elkaar in evenwicht worden gebracht („matching”) en er op economisch optimale wijze rekening wordt gehouden met de beschikbare grensoverschrijdende capaciteit. Door eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling wordt gewaarborgd dat elektriciteit doorgaans stroomt van gebieden met lage naar gebieden met hoge prijzen. |
(5) |
De marktkoppelingsbeheerder („market coupling operator” — hierna „MCO”) gebruikt een specifiek algoritme om biedingen en aanbiedingen optimaal te matchen. De resultaten van de berekening moeten op niet-discriminerende basis aan alle elektriciteitsbeurzen ter beschikking worden gesteld. Op basis van de resultaten van de MCO-berekening lichten de elektriciteitsbeurzen hun cliënten in over succesvolle biedingen en aanbiedingen. De energie wordt vervolgens over het netwerk getransporteerd overeenkomstig de resultaten van de MCO-berekening. De processen voor eenvormige day-ahead- en voor eenvormige intradaykoppeling zijn vergelijkbaar, met dat verschil dat voor de intradaykoppeling een continu proces gedurende de gehele dag moet worden gebruikt, terwijl bij day-aheadkoppeling gebruik wordt gemaakt van één enkele berekening. |
(6) |
De capaciteitsberekening voor de tijdsbestekken voor de day-ahead- en intradaymarkten moet minimaal op regionaal niveau worden gecoördineerd om te waarborgen dat de capaciteitsberekening betrouwbaar is en er een optimale capaciteit op de markt beschikbaar komt. Er moeten gemeenschappelijke regionale capaciteitsberekeningsmethodologieën worden vastgesteld om de inputs, de berekeningsmethode en de valideringseisen te bepalen. Informatie over de beschikbare capaciteit moet tijdig en op basis van de meest recente informatie worden geactualiseerd door middel van een efficiënt capaciteitsberekeningsproces. |
(7) |
Voor het berekenen van de zoneoverschrijdende capaciteit zijn er twee aanvaardbare methoden: de stroomgebaseerde aanpak en de aanpak op basis van gecoördineerde nettotransmissiecapaciteit. De stroomgebaseerde aanpak moet worden gebruikt als basismethode voor de berekening van de day-ahead- en intradaycapaciteit in regio's waar de zoneoverschrijdende capaciteit tussen biedzones een sterke onderlinge afhankelijkheid kent. Die stroomgebaseerde aanpak mag pas worden ingevoerd als de marktdeelnemers zijn geraadpleegd en zij voldoende voorbereidingstijd hebben gekregen om een soepele overgang mogelijk te maken. De aanpak op basis van gecoördineerde nettotransmissiecapaciteit dient uitsluitend te worden toegepast in regio's waar de zoneoverschrijdende capaciteit minder onderling afhankelijk is en waar de stroomgebaseerde aanpak aantoonbaar geen meerwaarde biedt. |
(8) |
Er moet een gemeenschappelijk netwerkmodel voor eenvormige-day-ahead- en intradaykoppelingsdoeleinden worden vastgesteld dat het Europese geïnterconnecteerde systeem weergeeft en dat wordt gebruikt om de zoneoverschrijdende capaciteit op gecoördineerde wijze te berekenen. Het gemeenschappelijk netwerkmodel omvat een model van het transmissiesysteem met de locatie van de elektriciteitsopwekkingsinstallaties en de basislasten die relevant zijn voor de berekening van de zoneoverschrijdende capaciteit. Voor het opstellen van het gemeenschappelijke netwerkmodel is het van wezenlijk belang dat elke TSB nauwkeurige en tijdige informatie verstrekt. |
(9) |
Elke TSB moet een individueel netwerkmodel van zijn systeem opstellen en dat toezenden aan de TSB's die verantwoordelijk zijn voor het samensmelten van deze modellen tot een gemeenschappelijk netwerkmodel. De individuele netwerkmodellen moeten informatie van de opwekkings- en basislasteenheden omvatten. |
(10) |
De TSB's moeten een gemeenschappelijk geheel van remediërende maatregelen hanteren, waaronder compensatiehandel en redispatching, om zowel interne als zoneoverschrijdende congestie aan te pakken. Om een efficiëntere capaciteitstoewijzing te vergemakkelijken en onnodige beperkingen van grensoverschrijdende capaciteiten te voorkomen, moeten de TSB's het gebruik van remediërende maatregelen bij de capaciteitsberekening coördineren. |
(11) |
Biedzones die de spreiding van vraag en aanbod weerspiegelen, zijn een hoeksteen van de marktgebaseerde elektriciteitshandel en zijn een voorwaarde voor de verwezenlijking van het volledige potentieel van capaciteitstoewijzingsmethoden, inclusief de stroomgebaseerde methode. De biedzones moeten daarom zodanig worden vastgesteld dat een efficiënt congestiebeheer en een doeltreffende algemene marktwerking zijn gewaarborgd. De biedzones kunnen vervolgens worden aangepast door deze te splitsen of samen te voegen, dan wel de grenzen van de zones te wijzigen. De biedzones moeten voor alle markttijdsbestekken identiek zijn. Het in deze verordening omschreven proces van herziening van de biedzoneconfiguraties zal een belangrijke rol spelen bij de identificatie van de structurele knelpunten en zal een efficiëntere afbakening van de biedzones mogelijk maken. |
(12) |
De TSB's moeten gecoördineerde redispatching met grensoverschrijdende relevantie of compensatiehandel op regionaal of bovenregionaal niveau ten uitvoer leggen. Redispatching met grensoverschrijdende relevantie en/of compensatiehandel moeten worden gecoördineerd met redispatching of compensatiehandel binnen de desbetreffende regelzone. |
(13) |
Capaciteit moet binnen de tijdsbestekken voor day-ahead- en intradaymarkten worden toegewezen door middel van impliciete toewijzingsmethoden, met name methoden waarbij elektriciteit en capaciteit gezamenlijk worden toegewezen. In het geval van eenvormige day-aheadkoppeling moet deze methode bestaan uit impliciete veilingen en in het geval van eenvormige intradaykoppeling uit continue impliciete toewijzingen. De methode van impliciete veilingen moet gebaseerd zijn op een effectieve en tijdige wisselwerking tussen TSB's, elektriciteitsbeurzen en een reeks andere partijen, zodat is gewaarborgd dat de capaciteitstoewijzing en het congestiebeheer op efficiënte wijze verlopen. |
(14) |
Omwille van de efficiëntie en met het oog op een zo snel mogelijke uitvoering van eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling moet bij eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling waar passend gebruik worden gemaakt van bestaande marktdeelnemers en reeds ten uitvoer gelegde oplossingen, maar zonder dat concurrentie van nieuwe marktpartijen wordt uitgesloten. |
(15) |
De Commissie kan in samenwerking met het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (hierna „het Agentschap”) een unieke gereglementeerde entiteit oprichten of aanwijzen om gemeenschappelijke MCO-functies uit te voeren die met de marktwerking van de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling verband houden. |
(16) |
De ontwikkeling van meer liquide intradaymarkten die het voor partijen mogelijk maken hun posities dichter bij realtime in evenwicht te brengen, moet de integratie van hernieuwbare energiebronnen in de elektriciteitsmarkt van de Unie bevorderen en daardoor bijdragen tot de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen inzake hernieuwbare energie. |
(17) |
Zoneoverschrijdende day-ahead- en intradaycapaciteit moet vast zijn om doeltreffende grensoverschrijdende toewijzing mogelijk te maken. |
(18) |
Om ervoor te zorgen dat impliciete veilingen in de gehele Unie kunnen plaatsvinden, moet er een prijskoppelingsproces voor het geheel van de Unie worden gewaarborgd. Het proces moet rekening houden met de transmissiecapaciteit en de toewijzingsbeperkingen en moet zodanig zijn ontworpen dat een toepassing of uitbreiding in de hele Unie en de ontwikkeling van nieuwe producttypes mogelijk zijn. |
(19) |
De elektriciteitsbeurzen verzamelen biedingen en aanbiedingen binnen verschillende tijdsbestekken; deze vormen de noodzakelijke inputs voor de capaciteitsberekening in het eenvormige day-ahead- en intradaykoppelingsproces. De bij deze verordening vastgelegde regels voor de elektriciteitshandel vergen derhalve een institutioneel kader voor elektriciteitsbeurzen. Gemeenschappelijke eisen voor het aanwijzen van benoemde elektriciteitsmarktbeheerders („nominated electricity market operators” — hierna „NEMO's”) en voor hun taken moeten het verwezenlijken van de doelstellingen van Verordening (EG) nr. 714/2009 bevorderen en ervoor zorgen dat bij eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling naar behoren rekening wordt gehouden met de interne markt. |
(20) |
Om een eenvormig day-ahead- en intradaykoppelingsproces te kunnen vaststellen, is samenwerking tussen potentieel concurrerende elektriciteitsbeurzen vereist teneinde gemeenschappelijke marktkoppelingsfuncties vast te stellen. Om die reden is het voor deze gemeenschappelijke functies van wezenlijk belang dat de mededingingsregels worden nageleefd en dat er toezicht wordt uitgeoefend. |
(21) |
Ondanks de totstandbrenging van een betrouwbaar algoritme om biedingen en aanbiedingen te matchen, en de invoering van passende back-upprocessen, kunnen er situaties ontstaan waarin het prijskoppelingsproces niet tot resultaten komt. Om te waarborgen dat in dergelijke gevallen nog steeds capaciteit kan worden toegewezen, moet er daarom op nationaal en regionaal niveau worden voorzien in reserveoplossingen. |
(22) |
Er moet een betrouwbare tarifering van transmissiecapaciteit voor het tijdsbestek van intradaymarkten worden ingevoerd, dat rekening houdt met congestie in het geval van schaarse capaciteit. |
(23) |
Alle kosten die op efficiënte wijze zijn gemaakt voor het waarborgen van de vastheid van de capaciteit, alsmede de kosten voor de vaststelling van processen met het oog op de naleving van deze verordening, moeten tijdig worden doorberekend via netwerktarieven of geschikte regelingen. NEMO's moeten, inclusief bij de uitoefening van MCO-functies, het recht hebben de door hen gemaakte kosten door te berekenen indien deze op efficiënte wijze zijn gemaakt en redelijk en evenredig zijn. |
(24) |
Voordat het uitvoeringsproces van start gaat, moet overeenstemming worden bereikt over de regels voor het delen van de gemeenschappelijke kosten van eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling tussen de NEMO's en TSB's van verschillende lidstaten, dit om vertragingen en geschillen over de kostendeling te voorkomen. |
(25) |
Om de voltooiing en efficiënte werking van de interne elektriciteitsmarkt te bevorderen en het optimale beheer, de gecoördineerde exploitatie en de deugdelijke technische ontwikkeling van het elektriciteitstransmissiesysteem in de Unie te waarborgen, is samenwerking tussen de TSB's, NEMO's en regulerende instanties vereist. De TSB's, NEMO's en regulerende instanties moeten de synergie-effecten benutten die voortvloeien uit projecten op het gebied van capaciteitstoewijzing en congestiebeheer welke bijdragen tot de ontwikkeling van de interne elektriciteitsmarkt. Zij moeten putten uit de opgedane ervaring, de genomen besluiten respecteren en gebruikmaken van de in het kader van deze projecten ontwikkelde oplossingen. |
(26) |
Om ervoor te zorgen dat de TSB's, NEMO's en regulerende instanties nauw samenwerken, moet er een robuust, betrouwbaar en niet-discriminerend EU-beheerskader voor eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling worden vastgesteld. |
(27) |
Het doel van deze verordening, namelijk het tot stand brengen van eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling, kan niet met succes worden verwezenlijkt zonder vaststelling van een geheel aan geharmoniseerde regels voor de capaciteitsberekening, het congestiebeheer en de handel in elektriciteit. |
(28) |
De eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling moeten echter stapsgewijs worden ingevoerd, aangezien het regelgevingskader voor elektriciteitshandel en de fysieke structuur van de transmissienetten op lidstaat- en regionaal niveau grote verschillen vertonen. Om eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling te kunnen invoeren, moeten de bestaande methodologieën op het gebied van capaciteitsberekening, toewijzing en congestiebeheer stap voor stap worden geharmoniseerd. Als tussenstap kan daarom zo nodig eenvormige intraday- en day-aheadmarktkoppeling op regionaal niveau worden ingevoerd. |
(29) |
Eenvormige day-ahead- en eenvormige intradaykoppeling vergen de invoering van geharmoniseerde maximum- en minimumclearingprijzen die bijdragen tot de versterking van de investeringsvoorwaarden voor een veilige capaciteit en voorzieningszekerheid op lange termijn, zowel binnen de lidstaten als tussen de lidstaten. |
(30) |
Gezien de buitengewoon complexe en gedetailleerde aard van de voorwaarden of methodologieën die vereist zijn om eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling volledig tot stand te brengen, moeten bepaalde gedetailleerde voorwaarden of methodologieën door de TSB's en NEMO's worden ontwikkeld en door de regulerende instanties worden goedgekeurd. Een dergelijke ontwikkeling van bepaalde voorwaarden of methodologieën door TSB's en elektriciteitsbeurzen en het daaropvolgende proces van goedkeuring door de regulerende instanties mag de voltooiing van de interne elektriciteitsmarkt echter niet afremmen. Het is daarom nodig specifieke bepalingen met betrekking tot de samenwerking tussen TSB's, NEMO's en regulerende instanties vast te stellen. |
(31) |
Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad (2) moet het Agentschap, wanneer de bevoegde nationale regulerende instanties niet in staat zijn overeenstemming over gemeenschappelijke voorwaarden of methodologieën te bereiken, een besluit kunnen nemen. |
(32) |
Deze verordening is opgesteld in nauwe samenwerking met ACER, ENTSO voor elektriciteit (ENTSO-E) en de belanghebbenden teneinde op transparante en participatieve wijze doeltreffende, evenwichtige en evenredige regels vast te stellen. Zoals voorgeschreven bij artikel 18, lid 3, van Verordening (EG) nr. 714/2009 zal de Commissie ACER, ENTSO voor elektriciteit en andere relevante belanghebbenden, met name NEMO's, raadplegen voordat zij wijzigingen aan deze verordening voorstelt. |
(33) |
Deze verordening vult bijlage I bij Verordening (EG) nr. 714/2009 aan overeenkomstig de in artikel 16 van die verordening vastgelegde beginselen. |
(34) |
Gezien de grote uitdagingen bij de invoering van eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling op de huidige markt van Ierland en Noord-Ierland, is daar momenteel een ingrijpend herontwerpproces aan de gang. Wat Ierland en Noord-Ierland betreft, is er derhalve extra tijd voor de tenuitvoerlegging van delen van deze verordening vereist teneinde voorafgaandelijk een aantal transnationale regelingen tot stand te brengen. |
(35) |
De maatregelen van deze verordening zijn in overeenstemming met het advies van het in artikel 23, lid 1, van Verordening (EG) nr. 714/2009 bedoelde comité. |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
TITEL I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Onderwerp en toepassingsgebied
1. Bij deze verordening worden gedetailleerde richtsnoeren inzake zoneoverschrijdende capaciteitstoewijzing en congestiebeheer op de day-ahead- en intradaymarkten vastgesteld, met inbegrip van eisen voor de vaststelling van gemeenschappelijke methodologieën voor het bepalen van de capaciteitsvolumes die simultaan in verschillende biedzones beschikbaar zijn, criteria voor de evaluatie van de efficiëntie en een herzieningsproces voor de vaststelling van biedzoneconfiguraties.
2. Deze verordening is van toepassing op alle transmissiesystemen en interconnecties in de Unie, met uitzondering van transmissiesystemen op eilanden die niet door middel van interconnecties met andere transmissiesystemen zijn verbonden.
3. In lidstaten met meer dan één transmissiesysteembeheerder (TSB) is deze verordening van toepassing op alle TSB's binnen die lidstaat. Wanneer een TSB geen functie uitoefent die betrekking heeft op één of meer verplichtingen uit hoofde van deze verordening, kunnen de lidstaten bepalen dat de verantwoordelijkheid om aan die verplichtingen te voldoen wordt toegewezen aan één of meer andere, specifieke TSB's.
4. De voor de Unie geldende eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling kan worden opengesteld voor marktbeheerders en TSB's die actief zijn in Zwitserland op voorwaarde dat de nationale wetgeving van Zwitserland de voornaamste bepalingen van de Uniewetgeving inzake elektriciteitsmarkten ten uitvoer legt en dat de Unie en Zwitserland een intergouvernementele overeenkomst inzake samenwerking op elektriciteitsgebied hebben gesloten.
5. Als aan de voorwaarden van lid 4 is voldaan, neemt de Commissie over de deelname van Zwitserland aan de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling een besluit op basis van een advies van het Agentschap. De rechten en verantwoordelijkheden van NEMO's en TSB's uit Zwitserland die deelnemen aan de eenvormige day-aheadkoppeling zijn consistent met de rechten en verantwoordelijkheden van de NEMO's en TSB's die in de Unie actief zijn, om zo een soepele werking van de eenvormige day-ahead- en intradaykoppelingssystemen op EU-niveau mogelijk te maken en een gelijk speelveld voor alle belanghebbenden te waarborgen.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 714/2009, artikel 2 van Verordening (EU) nr. 543/2013 van de Commissie (3) en artikel 2 van Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad (4).
Bovendien wordt verstaan onder:
1. „individueel netwerkmodel”: een reeks gegevens die de karakteristieke kenmerken van een elektriciteitssysteem (opwekking, basislast en netwerktopologie) omschrijven en daarmee verbonden regels om die kenmerken tijdens de capaciteitsberekening te wijzigen, die zijn opgesteld door de verantwoordelijke transmissiesysteembeheerders (TSB's) en moeten worden samengevoegd met andere individuele netwerkmodellen om het gemeenschappelijke netwerkmodel tot stand te brengen;
2. „gemeenschappelijk netwerkmodel”: een voor de gehele Unie geldende reeks gegevens waarover meerdere TSB's overeenstemming hebben bereikt en die de voornaamste kenmerken van het elektriciteitssysteem (opwekking, basislasten en netwerktopologie) omschrijven, alsook regels om die kenmerken tijdens het capaciteitsberekeningsproces te wijzigen;
3. „capaciteitsberekeningsregio”: een geografisch gebied waarbinnen een gecoördineerde capaciteitsberekening wordt toegepast;
4. „scenario”: de voorziene status van het elektriciteitssysteem binnen een bepaald tijdsbestek;
5. „nettopositie”: het saldo van de elektriciteitsinvoer en -uitvoer voor elke markttijdseenheid voor een biedzone;
6. „toewijzingsbeperkingen”: de beperkingen waarmee bij de capaciteitstoewijzing rekening moet worden gehouden om het transmissiesysteem binnen de operationele veiligheidsgrenzen te houden en die niet zijn vertaald in zoneoverschrijdende capaciteit of die vereist zijn om de efficiëntie van de capaciteitstoewijzing te verhogen;
7. „operationele veiligheidsgrenzen”: de aanvaardbare bedrijfsgrenzen voor veilig netwerkbeheer, waaronder thermische grenzen, spanningsgrenzen, kortsluitstroomgrenzen, frequentiegrenzen en grenzen met betrekking tot de dynamische stabiliteit;
8. „gecoördineerde nettotransmissiecapaciteitsaanpak”: de capaciteitsberekeningsmethode die is gebaseerd op het beginsel van voorafgaande beoordeling en omschrijving van een maximale uitwisseling van energie tussen aanpalende biedzones;
9. „stroomgebaseerde aanpak”: een capaciteitsberekeningsmethode waarbij uitwisseling van energie tussen biedzones beperkt is door vermogensoverdrachtverdelingsfactoren en beschikbare marges in kritische netwerkelementen;
10. „onvoorziene gebeurtenis”: een bekende en mogelijke of al voorgekomen storing in een element, met inbegrip van niet alleen de transmissiesysteemelementen maar ook de belangrijke netwerkgebruikers en distributienetwerkelementen, indien deze van belang zijn voor de operationele veiligheid van het transmissiesysteem;
11. „gecoördineerde capaciteitscalculator”: de met de berekening van de transmissiecapaciteit op regionaal of bovenregionaal niveau belaste entiteit of entiteiten;
12. „veranderingssleutel betreffende opwekking”: een methode waarmee een verandering van de nettopositie van een bepaalde biedzone wordt omgezet in geraamde specifieke injectieverhogingen of -verlagingen in het gemeenschappelijke netwerkmodel;
13. „remediërende maatregel”: elke maatregel die door een TSB of door verschillende TSB's manueel of automatisch wordt toegepast om de operationele veiligheid in stand te houden;
14. „betrouwbaarheidsmarge”: de vermindering van de zoneoverschrijdende capaciteit om de onzekerheid binnen de capaciteitsberekening te dekken;
15. „markttijd”: Midden-Europese zomertijd of Midden-Europese tijd, naargelang van wat op dat moment van toepassing is;
16. „congestie-ontvangsten”: de als gevolg van een capaciteitstoewijzing verkregen inkomsten;
17. „marktcongestie”: een situatie waarin de economische meerwaarde voor de eenvormige day-ahead- of intradaykoppeling wordt beperkt door de zoneoverschrijdende capaciteit of door toewijzingsbeperkingen;
18. „fysieke congestie”: elke situatie waarin een netwerk zich bevindt waarin de voorspelde of gerealiseerde vermogensstromen de thermische grenzen van de elementen van het net en de grenzen van de spannings- of fasehoekstabiliteit van het elektriciteitssysteem overschrijden;
19. „structurele congestie”: congestie in het transmissiesysteem die ondubbelzinnig kan worden gedefinieerd, voorspelbaar is, in geografisch opzicht langdurig stabiel is en herhaaldelijk onder normale elektriciteitssysteemomstandigheden voorkomt;
20. „matching”: de handelsmodus waarbij verkooporders worden toegewezen aan bijpassende kooporders teneinde maximalisering van de economische meerwaarde voor de eenvormige day-ahead- of intradaykoppeling te waarborgen;
21. „order”: de door een marktdeelnemer tot uitdrukking gebrachte intentie om energie of capaciteit onder specifieke uitvoeringsvoorwaarden te kopen of te verkopen;
22. „gematchte orders”: alle koop- en verkooporders, gematcht via het prijskoppelingsalgoritme of het continumatchingalgoritme;
23. „benoemde elektriciteitsmarktbeheerder (NEMO)”: een entiteit die door de bevoegde autoriteit is aangewezen om taken uit te voeren met betrekking tot eenvormige day-ahead- of eenvormige intradaykoppeling;
24. „gedeelde orderportefeuille”: een module van het continue intradaykoppelingssysteem waarmee alle matchbare orders worden ingezameld bij de benoemde elektriciteitsmarktbeheerders die deelnemen aan de eenvormige intradaykoppeling en waarmee dergelijke orders continu worden gematcht;
25. „transactie”: één of meer gematchte orders;
26. „eenvormige day-aheadkoppeling”: het veilingsproces waarbij ingezamelde orders worden gematcht en zoneoverschrijdende capaciteit wordt toegewezen, simultaan voor verschillende biedzones in de day-aheadmarkt;
27. „eenvormige intradaykoppeling”: het continue proces waarbij ingezamelde orders worden gematcht en zoneoverschrijdende capaciteit wordt toegewezen, simultaan voor verschillende biedzones in de intradaymarkt;
28. „prijskoppelingsalgoritme”: het algoritme dat bij eenvormige day-aheadkoppeling wordt gebruikt om simultaan orders te matchen en zoneoverschrijdende capaciteit toe te wijzen;
29. „continumatchingalgoritme”: het algoritme dat bij de eenvormige intradaykoppeling wordt gebruikt om op continue wijze orders te matchen en zoneoverschrijdende capaciteit toe te wijzen;
30. „marktkoppelingsbeheersfunctie (MCO-functie)”: de taak om de uit de day-ahead- en intradaymarkten voortkomende orders voor verschillende biedzones te matchen en simultaan zoneoverschrijdende capaciteiten toe te wijzen;
31. „clearingprijs”: de prijs die is bepaald door op de elektriciteitsmarkt de hoogste aanvaarde verkooporder en de laagste aanvaarde kooporder te matchen;
32. „geplande uitwisseling”: een elektriciteitsoverdracht die gepland is tussen geografische gebieden, voor elke markttijdseenheid en voor een bepaalde richting;
33. „calculator betreffende geplande uitwisselingen”: de met de berekening van geplande uitwisselingen belaste entiteit of entiteiten;
34. „tijdsbestek voor day-aheadmarkten”: het tijdsbestek van de elektriciteitsmarkt dat reikt tot de gate-sluitingstijd van de day-aheadmarkt en waarin voor elke markttijdseenheid producten worden verhandeld op de dag voorafgaand aan de leveringsdag;
35. „termijn voor day-aheadvastheid”: het tijdstip waarop zoneoverschrijdende capaciteit vast wordt;
36. „gate-sluitingstijd van de day-aheadmarkt”: het tijdstip tot waarop orders op de day-aheadmarkt worden aanvaard;
37. „tijdsbestek voor intradaymarkten”: het tijdsbestek van de elektriciteitsmarkt na de gate-openingstijd van de zoneoverschrijdende intradaymarkt en vóór de gate-sluitingstijd van de zoneoverschrijdende intradaymarkt waarin voor elke markttijdseenheid producten worden verhandeld voorafgaand aan de levering van de verhandelde producten;
38. „gate-openingstijd van de zoneoverschrijdende intradaymarkt”: het tijdstip waarop zoneoverschrijdende capaciteit tussen biedzones wordt vrijgegeven voor een bepaalde markttijdseenheid en een bepaalde biedzonegrens;
39. „gate-sluitingstijd van de zoneoverschrijdende intradaymarkt”: het tijdstip waarop zoneoverschrijdende capaciteitstoewijzing voor een bepaalde markttijdseenheid niet meer is toegestaan;
40. „capaciteitsbeheersmodule”: een systeem waarin up-to-date-informatie over de beschikbare zoneoverschrijdende capaciteit beschikbaar is met het oog op de toewijzing van zoneoverschrijdende intradaycapaciteit;
41. „niet-standaard-intradayproduct”: een product voor continue intradaykoppeling dat ofwel niet bestemd is voor constante energielevering ofwel bestemd is voor een periode van meer dan één markttijdseenheid en dat over specifieke kenmerken beschikt die bedoeld zijn om systeembeheerspraktijken of marktbehoeften weer te geven, bijvoorbeeld orders die betrekking hebben op meerdere markttijdseenheden of producten waarin aanloopkosten van productie-eenheden worden doorberekend;
42. „centrale tegenpartij”: de entiteit of entiteiten die belast is/zijn met de taken om contracten af te sluiten met marktdeelnemers, door vernieuwing van de uit het matchingproces resulterende contracten, en om de overdracht van nettoposities te organiseren die resulteren uit de capaciteitstoewijzing met andere centrale tegenpartijen of shipping agents;
43. „shipping agent”: de met het overdragen van nettoposities tussen verschillende centrale tegenpartijen belaste entiteit of entiteiten;
44. „vastheid”: een garantie dat rechten betreffende zoneoverschrijdende capaciteit ongewijzigd blijven en dat er compensatie wordt betaald als deze desondanks worden gewijzigd;
45. „overmacht”: elke onvoorzienbare of ongebruikelijke gebeurtenis waarover een TSB redelijkerwijs geen controle heeft en die niet door een fout van de TSB is veroorzaakt, die met redelijke vooruitziendheid of voorzorgsmaatregelen niet had kunnen worden voorkomen of kon worden verholpen en die niet kon worden opgelost door middel van uit technisch, financieel of economisch oogpunt redelijke maatregelen van de TSB, die daadwerkelijk heeft plaatsgevonden en objectief verifieerbaar is en waardoor de TSB tijdelijk of definitief niet in staat is zijn verplichtingen uit hoofde van deze verordening na te komen;
46. „economische meerwaarde voor de eenvormige day-ahead- of intradaykoppeling”: de som van (i) de leveranciersmeerwaarde voor de eenvormige day-ahead- of intradaykoppeling voor de desbetreffende periode, (ii) de consumentenmeerwaarde voor de eenvormige day-ahead- of intradaykoppeling, (iii) de congestie-ontvangsten en (iv) andere aanverwante kosten en baten voor zover die de economische efficiëntie voor de desbetreffende periode verhogen, waarbij de leveranciers- en de consumentenmeerwaarde worden berekend op basis van het verschil tussen de aanvaarde orders en de clearingprijs per energie-eenheid vermenigvuldigd met het energievolume van de orders;
Artikel 3
Doelstellingen van samenwerking op het gebied van capaciteitstoewijzing en congestiebeheer
Met deze verordening worden de volgende doelstellingen nagestreefd:
a) |
bevorderen van doeltreffende concurrentie bij de opwekking en levering van elektriciteit alsmede de handel in elektriciteit; |
b) |
waarborgen van een optimaal gebruik van de transmissie-infrastructuur; |
c) |
waarborgen van de operationele veiligheid; |
d) |
optimaliseren van de berekening en toewijzing van zoneoverschrijdende capaciteit; |
e) |
waarborgen van de niet-discriminerende behandeling van TSB's, NEMO's, het Agentschap, regulerende instanties en marktdeelnemers; |
f) |
waarborgen en verbeteren van de transparantie en betrouwbaarheid van gegevens; |
g) |
bijdragen tot de efficiënte langetermijnexploitatie en -ontwikkeling van het elektriciteitstransmissiesysteem en de elektriciteitssector in de Unie; |
h) |
rekening houden met de behoefte aan een billijke en ordelijke markt en prijsvorming; |
i) |
creëren van een gelijk speelveld voor NEMO's; |
j) |
zorgen voor niet-discriminerende toegang tot zoneoverschrijdende capaciteit. |
Artikel 4
Aanwijzing en intrekking van de aanwijzing van NEMO's
1. Elke lidstaat waarvan het elektriciteitsnet is aangesloten op een biedzone in een andere lidstaat zorgt ervoor dat uiterlijk vier maanden na de inwerkingtreding van deze verordening één of meer NEMO's worden aangewezen om de eenvormige day-ahead- en/of intradaykoppeling uit te voeren. Binnen- en buitenlandse marktbeheerders kunnen in dat verband worden uitgenodigd een aanvraag in te dienen om als NEMO te worden aangewezen.
2. Elke betrokken lidstaat waarborgt dat voor elke biedzone op zijn grondgebied ten minste één NEMO wordt aangewezen. De NEMO's worden aangewezen voor een initiële termijn van vier jaar. Behalve in gevallen waarin artikel 5, lid 1, van toepassing is, staan de lidstaten minimaal elk jaar aanvragen voor aanwijzing toe.
3. Tenzij anderszins bepaald door de lidstaten zijn de regulerende instanties de aanwijzende autoriteit die verantwoordelijk is voor de aanwijzing van de NEMO, de monitoring van de inachtneming van de aanwijzingscriteria en, in het geval van nationale wettelijke monopolies, de goedkeuring van de NEMO-vergoedingen of van de methodologie om die vergoedingen te berekenen. De lidstaten kunnen bepalen dat andere instanties dan de regulerende instanties de aanwijzende autoriteit worden. In dergelijke omstandigheden zorgen de lidstaten ervoor dat de aanwijzende autoriteit, opdat zij haar taken daadwerkelijk kan uitvoeren, dezelfde rechten en plichten krijgt als de regulerende instanties.
4. De aanwijzende autoriteit beoordeelt of de NEMO-kandidaten voldoen aan de in artikel 6 vastgelegde criteria. Deze criteria zijn van toepassing zowel bij de aanwijzing van één NEMO als bij de aanwijzing van meerdere NEMO's. Bij besluiten over de aanwijzing van NEMO's wordt elke discriminatie tussen kandidaten vermeden, met name tussen buitenlandse en binnenlandse kandidaten. Wanneer de aanwijzende autoriteit niet de regulerende instantie is, brengt de regulerende instantie advies uit over de mate waarin de kandidaat voor aanwijzing voldoet aan de in artikel 6 neergelegde aanwijzingscriteria. NEMO-aanwijzingen worden uitsluitend geweigerd wanneer niet wordt voldaan aan de aanwijzingscriteria van artikel 6, dan wel overeenkomstig artikel 5, lid 1.
5. Een NEMO die in één lidstaat is aangewezen, heeft het recht day-ahead- en intradayhandelsdiensten met levering in een andere lidstaat aan te bieden. De handelsregels die in die laatste lidstaat gelden, zijn ook van toepassing als een marktbeheerder in die lidstaat niet als NEMO is aangewezen. De aanwijzende autoriteiten monitoren alle NEMO's' die binnen hun lidstaat eenvormige day-ahead- en/of intradaykoppeling uitvoeren. Overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 714/2009 waken de aanwijzende autoriteiten over de inachtneming van deze verordening door alle NEMO's die binnen hun lidstaat eenvormige day-ahead- en/of intradaykoppeling uitvoeren, ongeacht de plaats waar die NEMO's zijn aangewezen. De autoriteiten die zijn belast met de NEMO-aanwijzing, de monitoring en de handhaving, wisselen alle informatie uit die vereist is voor een efficiënt toezicht op de NEMO-activiteiten.
Een aangewezen NEMO moet de aanwijzende autoriteit van een andere lidstaat ervan in kennis stellen plannen voor de uitvoering van eenvormige day-ahead- of intradaykoppeling in die lidstaat te hebben, en wel twee maanden na het begin van die operatie.
6. Bij wijze van uitzondering op lid 5 van dit artikel kan een lidstaat een in een andere lidstaat aangewezen NEMO de toestemming weigeren om deze handelsdiensten te verrichten indien:
a) |
er overeenkomstig artikel 5, lid 1, een nationaal wettelijk monopolie voor day-ahead- en intradayhandelsdiensten bestaat in de lidstaat of de biedzone van de lidstaat waarin de levering plaatsvindt, of |
b) |
de lidstaat waarin de levering plaatsvindt, kan aantonen dat er technische belemmeringen zijn voor levering in die lidstaat van elektriciteit die is aangekocht op day-ahead- en intradaymarkten welke in een andere lidstaat aangewezen NEMO's gebruiken, belemmeringen die verband houden met de noodzaak om met inachtneming van de operationele veiligheid aan de doelstellingen van deze verordening te voldoen, of |
c) |
the handelsregels in de lidstaat van levering niet verenigbaar zijn met de levering in die lidstaat van elektriciteit die is aangekocht op basis van day-ahead- en intradayhandelsdiensten welke zijn geleverd door een in een andere lidstaat aangewezen NEMO, of |
d) |
de NEMO, in de lidstaat waar hij is aangewezen, een nationaal wettelijk monopolie overeenkomstig artikel 5 is. |
7. In het geval van een besluit om day-ahead- en/of intradayhandelsdiensten met levering in een andere lidstaat te weigeren, doet de lidstaat van levering kennisgeving van zijn besluit aan de NEMO en de aangewezen autoriteit van de lidstaat waar de NEMO is aangewezen, alsook aan het Agentschap en de Commissie. De weigering wordt naar behoren gemotiveerd. In de in lid 6, onder b) en c), bedoelde gevallen wordt in het besluit om handelsdiensten met levering in een andere lidstaat te weigeren ook uiteengezet hoe en op welke termijn de technische belemmeringen voor de handel kunnen worden opgeheven, of de binnenlandse handelsregels verenigbaar kunnen worden gemaakt met handelsdiensten met levering in een andere lidstaat. De aanwijzende autoriteit van de lidstaat die de handelsdiensten weigert, onderzoekt het besluit en publiceert een advies uit over de manier waarop de belemmeringen voor de handelsdiensten kunnen worden opgeheven of over de manier waarop de handelsdiensten en handelsregels met elkaar in overeenstemming kunnen worden gebracht.
8. De lidstaat waar de NEMO is aangewezen zorgt ervoor dat die aanwijzing wordt ingetrokken indien de NEMO niet voldoet aan de in artikel 6 neergelegde criteria en niet in staat is om daaraan te voldoen binnen een termijn van zes maanden na door de aanwijzende autoriteit in kennis te zijn gesteld van zijn tekortkomingen. Wanneer de regulerende instantie niet verantwoordelijk is voor de aanwijzing en monitoring, wordt zij over die intrekking geraadpleegd. De aanwijzende autoriteit stelt tegelijkertijd met de kennisgeving aan de NEMO eveneens de aanwijzende autoriteiten van de overige lidstaten waarin die NEMO actief is, in kennis van zijn tekortkomingen bij de inachtneming van de criteria.
9. Indien een aanwijzende autoriteit van een lidstaat merkt dat een NEMO, die in haar lidstaat actief maar niet aangewezen is, geen inachtneming handhaaft van de in artikel 6 neergelegde criteria wat haar activiteiten in dit land betreft, stelt zij de NEMO van die niet-inachtneming in kennis. Indien bedoelde NEMO de inachtneming niet herstelt binnen een termijn van drie maanden na die kennisgeving, kan de aanwijzende autoriteit het recht om day-ahead- en intradayhandelsdiensten in die lidstaat aan te bieden, opschorten tot op het tijdstip dat de NEMO de inachtneming heeft hersteld. De aanwijzende autoriteit stelt de aanwijzende autoriteit van de lidstaat waar de NEMO is aangewezen, het Agentschap en de Commissie hiervan in kennis.
10. De aanwijzende autoriteit stelt het Agentschap in kennis van de aanwijzing en intrekking van de aanwijzing van NEMO's. Op zijn website maakt het Agentschap een geactualiseerde lijst bekend van aangewezen NEMO's, met vermelding van hun status en waar zij actief zijn.
Artikel 5
Aanwijzing van NEMO's in het geval van een nationaal wettelijk monopolie voor handelsdiensten
1. Wanneer er in een lidstaat of in de biedzone van een lidstaat op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening al een nationaal wettelijk monopolie voor day-ahead- en intradayhandelsdiensten bestaat, waarbij de aanwijzing van meer dan één NEMO wordt uitgesloten, stelt de desbetreffende lidstaat de Commissie daarvan binnen twee maanden na de inwerkingtreding van deze verordening in kennis en kan die lidstaat de aanwijzing van meer dan één NEMO per biedzone weigeren.
Wanneer er verschillende kandidaten zijn om te worden aangewezen als de exclusieve NEMO, wijst de betrokken lidstaat de kandidaat aan die het best voldoet aan de in artikel 6 neergelegde criteria. Wanneer een lidstaat de aanwijzing van meer dan één NEMO per biedzone weigert, stelt de bevoegde nationale autoriteit de NEMO-vergoedingen voor de handel op de day-ahead- en intradaymarkten vast of keurt zij die goed, ruim voordat zij in werking treden, of specificeert zij de methodologieën die worden gebruikt om die vergoedingen te berekenen.
Overeenkomstig artikel 4, lid 6, kan de betrokken lidstaat grensoverschrijdende handelsdiensten, aangeboden door een in een andere lidstaat aangewezen NEMO, ook weigeren; de bescherming van in die lidstaat bestaande elektriciteitsbeurzen tegen economische nadelen ten gevolge van mededinging is evenwel geen geldige reden voor een dergelijke weigering.
2. In de zin van deze verordening wordt een nationaal wettelijk monopolie geacht te bestaan wanneer bij nationaal recht uitdrukkelijk is vastgesteld dat niet meer dan één entiteit binnen een lidstaat of biedzone van een lidstaat day-ahead- en intradayhandelsdiensten mag uitvoeren.
3. Twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening zendt de Commissie het Europees Parlement en de Raad een verslag overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EG) nr. 714/2009 toe over de ontwikkeling van de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling in de lidstaten, met bijzondere aandacht voor de ontwikkeling van de mededinging tussen de NEMO's. Op basis van dit verslag, en als de Commissie van mening is dat er geen rechtvaardiging bestaat voor de voortzetting van de nationale wettelijke monopolies of voor de aanhoudende weigering door een lidstaat om grensoverschrijdende handel door een in een andere lidstaat aangewezen NEMO toe te staan, kan de Commissie passende wetgeving of andere passende maatregelen in overweging nemen om de mededinging en de handel tussen en binnen de lidstaten verder te doen toenemen. In bedoeld verslag kan de Commissie ook een evaluatie opnemen van het beheer van de bij deze verordening ingestelde eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling, met bijzondere aandacht voor de transparantie van de MCO-functies die gezamenlijk door de NEMO's worden uitgevoerd. Op basis van dit verslag, en als de Commissie van mening is dat er dubbelzinnigheid bestaat bij de uitvoering van de monopolistische MCO-functies en de andere NEMO-taken, kan de Commissie passende wetgeving of andere passende maatregelen in overweging nemen om de transparantie en de efficiënte werking van de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling verder te doen toenemen.
Artikel 6
Criteria voor de aanwijzing van NEMO's
1. Een kandidaat wordt als een NEMO aangewezen als hij voldoet aan de volgende voorwaarden:
a) |
hij beschikt over afdoende hulpmiddelen, of gaat daarvoor contracten aan, voor een gemeenschappelijke, gecoördineerde en aan de regelgeving voldoende uitvoering van eenvormige day-ahead- en/of intradaykoppeling, inclusief de hulpmiddelen die vereist zijn om de NEMO-functies uit te oefenen, de vereiste financiële middelen, de noodzakelijke informatietechnologie, de technische infrastructuur en de operationele procedures, of hij toont aan in staat te zijn om deze hulpmiddelen binnen een redelijke voorbereidende termijn beschikbaar te stellen alvorens zijn in artikel 7 bedoelde taken op te nemen; |
b) |
hij is in staat ervoor te zorgen dat de marktdeelnemers een open toegang hebben tot informatie met betrekking tot de in artikel 7 bedoelde NEMO-taken; |
c) |
hij is kostenefficiënt op het gebied van de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling en houdt in zijn interne boekhouding afzonderlijke rekeningen bij voor de MCO-functies en andere activiteiten teneinde kruissubsidiëring te voorkomen; |
d) |
hij heeft een adequaat niveau van scheiding van bedrijfsactiviteiten met andere marktdeelnemers; |
e) |
indien hij in een lidstaat is aangewezen als nationaal wettelijk monopolie voor day-ahead- en intradayhandelsdiensten, gebruikt hij de in artikel 5, lid 1, bedoelde vergoedingen niet ter financiering van zijn day-ahead- of intraday-activiteiten in een andere lidstaat dan die waarin de vergoedingen zijn geïnd; |
f) |
hij is in staat alle marktdeelnemers op niet-discriminerende wijze te behandelen; |
g) |
hij beschikt over passende marktbewakingsregelingen; |
h) |
hij beschikt over de nodige transparantie- en vertrouwelijkheidsovereenkomsten met marktdeelnemers en de TSB's; |
i) |
hij is in staat de nodige clearing- en afwikkelingsdiensten te leveren; |
j) |
hij is in staat de vereiste communicatiesystemen en -routines voor de coördinatie met de TSB's van de lidstaat op te zetten. |
2. De in lid 1 omschreven criteria worden zodanig toegepast dat de mededinging tussen NEMO's op een billijke en niet-discriminerende wijze verloopt.
Artikel 7
Taken van NEMO's
1. De NEMO's treden op als marktbeheerders op nationale of regionale markten om in samenwerking met de TSB's eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling uit te voeren. Hun taken omvatten het in ontvangst nemen van orders van marktdeelnemers, het opnemen van de algemene verantwoordelijkheid voor het matchen en toewijzen van orders in overeenstemming met de resultaten van de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling, het bekendmaken van prijzen en het clearen en afwikkelen van contracten die resulteren uit de transacties overeenkomstig de relevante overeenkomsten en voorschriften van de marktdeelnemers.
Wat de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling betreft, zijn de NEMO's met name verantwoordelijk voor de volgende taken:
a) |
het ten uitvoer leggen van de in lid 2 bedoelde MCO-functies in coördinatie met andere NEMO's; |
b) |
het gezamenlijk vaststellen van de eisen voor de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling, de eisen voor de MCO-functies en het prijskoppelingsalgoritme, met betrekking tot alle kwesties die verband houden met de werking van de elektriciteitsmarkten, overeenkomstig lid 2 van dit artikel en de artikelen 36 en 37; |
c) |
het vaststellen van de maximum- en minimumprijzen, overeenkomstig de artikelen 41 en 54; |
d) |
het anoniem maken en delen van de ontvangen orderinformatie die vereist is voor de uitoefening van de MCO-functies als bedoeld in lid 2 van dit artikel en in de artikelen 40 en 53; |
e) |
het evalueren van de resultaten als berekend op basis van de in lid 2 van dit artikel bedoelde MCO-functies, het toewijzen van de orders op basis van deze resultaten, het definitief valideren van deze resultaten wanneer zij correct worden geacht, en het nemen van verantwoordelijkheid voor die resultaten, overeenkomstig de artikelen 48 en 60; |
f) |
het informeren van de marktdeelnemers over de resultaten van hun orders, overeenkomstig de artikelen 48 en 60; |
g) |
het optreden als centrale tegenpartijen voor de clearing en afwikkeling van de uitwisseling van energie, resulterend uit de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling, overeenkomstig artikel 68, lid 3; |
h) |
het gezamenlijk met de relevante NEMO's en TSB's vaststellen van back-upprocedures voor de nationale of regionale marktwerking, overeenkomstig artikel 36, lid 3, wanneer geen resultaten beschikbaar zijn van de MCO-functies overeenkomstig artikel 39, lid 2, rekening houdend met de reserveprocedures als bedoeld in artikel 44; |
i) |
het gezamenlijk verstrekken van kostenprognoses en kosteninformatie met betrekking tot de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling aan de bevoegde regulerende instanties en de TSB's wanneer de NEMO-kosten voor de vaststelling, wijziging en uitvoering van eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling moeten worden gedekt door de bijdrage van de betrokken TSB's, overeenkomstig de artikelen 75 tot en met 77 en artikel 80; |
j) |
in voorkomend geval en overeenkomstig de artikelen 45 en 57, het coördineren met TSB's van de vaststelling van regelingen betreffende meer dan één NEMO binnen een biedzone en het uitvoeren van eenvormige day-ahead- en/of intradaykoppeling overeenkomstig de goedgekeurde regelingen. |
2. De NEMO's oefenen de MCO-functies gezamenlijk met andere NEMO's uit. Deze functies zijn onder meer de volgende:
a) |
het ontwikkelen en bijwerken van de algoritmes, systemen en procedures voor de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling, overeenkomstig de artikelen 36 en 51; |
b) |
de verwerking van inputgegevens inzake de zoneoverschrijdende capaciteit en de toewijzingsbeperkingen als verstrekt op grond van de gecoördineerde capaciteitscalculatoren, overeenkomstig de artikelen 46 en 58; |
c) |
het beheer van de prijskoppelings- en continumatchingalgoritmes, overeenkomstig de artikelen 48 en 60; |
d) |
de validatie van de resultaten van de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling en de toezending daarvan aan de NEMO's, overeenkomstig de artikelen 48 en 60. |
3. Uiterlijk acht maanden na de inwerkingtreding van deze verordening dienen alle NEMO's bij alle regulerende instanties en bij het Agentschap een plan in waarin wordt uiteengezet hoe de in lid 2 bedoelde MCO-functies gezamenlijk zullen worden opgezet en uitgeoefend, inclusief de vereiste ontwerpovereenkomsten tussen de NEMO's en met derde partijen. Dit plan omvat een gedetailleerde beschrijving en het voorgestelde tijdschema voor de tenuitvoerlegging, die niet meer dan twaalf maanden in beslag mag nemen, alsook een beschrijving van het verwachte effect van de voorwaarden of methodologieën op de vaststelling en uitoefening van de in lid 2 bedoelde MCO-functies.
4. De samenwerking tussen de NEMO's wordt strikt beperkt tot wat vereist is voor het ontwerp, de tenuitvoerlegging en het beheer van een efficiënte en verzekerde eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling. De gezamenlijke uitoefening van de MCO-functies is gebaseerd op het beginsel van niet-discriminatie, waarbij erover wordt gewaakt dat geen NEMO ongerechtvaardigde voordelen kan krijgen dankzij deelname aan de uitoefening van MCO-functies.
5. Het Agentschap monitort de vooruitgang van de NEMO's bij de vaststelling en uitoefening van de MCO-functies, met name wat betreft het contractuele en regelgevingskader en de technische voorbereiding van de uitoefening van de MCO-functies. Uiterlijk twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze verordening rapporteert het Agentschap aan de Commissie over de mate waarin de vooruitgang bij de opzet en uitvoering van de eenvormige day-ahead- of intradaykoppeling bevredigend is.
Het Agentschap kan de doeltreffendheid en efficiëntie van de vaststelling en uitoefening van de MCO-functies te allen tijde evalueren. Wanneer uit die evaluatie blijkt dat niet aan de eisen is voldaan, kan het Agentschap de Commissie alle nodige extra maatregelen aanbevelen die vereist zijn voor een tijdige, effectieve en doeltreffende totstandbrenging van eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling.
6. Indien NEMO's nalaten om overeenkomstig artikel 7, lid 3, een plan voor de vaststelling van de in lid 2 van dit artikel bedoelde MCO-functies voor hetzij de intraday- hetzij de day-aheadmarkttijdsbestekken in te dienen, kan de Commissie overeenkomstig artikel 9, lid 4, een wijziging van deze verordening voorstellen, waarbij het met name mogelijk wordt het ENTSO voor elektriciteit of een andere entiteit in de plaats van de NEMO's aan te wijzen als verantwoordelijk voor de uitoefening van de MCO-functies voor eenvormige day-ahead- of eenvormige intradaykoppeling.
Artikel 8
Taken van de TSB's met betrekking tot de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling
1. In lidstaten waarvan het elektriciteitsnet verbonden is met het net van een andere lidstaat, nemen alle TSB's deel aan de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling.
2. De TSB's hebben de volgende taken:
a) |
gezamenlijke vaststelling van de TSB-eisen voor de prijskoppelings- en continumatchingalgoritmes voor alle aspecten die verband houden met de capaciteitstoewijzing, overeenkomstig artikel 37, lid 1, onder a); |
b) |
gezamenlijke validatie van de matchingalgoritmes in verband met de onder a) van dit lid bedoelde eisen, overeenkomstig artikel 37, lid 4; |
c) |
opzetten en uitvoeren van de capaciteitsberekeningen, overeenkomstig de artikelen 14 tot en met 30; |
d) |
wanneer vereist, vaststelling van zoneoverschrijdende capaciteitstoewijzing en andere regelingen, overeenkomstig de artikelen 45 en 57; |
e) |
berekening en toezending van zoneoverschrijdende capaciteiten en toewijzingsbeperkingen, overeenkomstig de artikelen 46 en 58; |
f) |
verificatie van de resultaten van de eenvormige day-aheadkoppeling in termen van gevalideerde zoneoverschrijdende capaciteiten en toewijzingsbeperkingen, overeenkomstig de artikel 48, lid 2, en artikel 52; |
g) |
wanneer vereist, instelling van calculatoren betreffende geplande uitwisselingen, voor de berekening en bekendmaking van geplande uitwisselingen aan grenzen tussen biedzones, overeenkomstig de artikelen 49 en 56; |
h) |
inachtneming van de resultaten van de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling, berekend overeenkomstig de artikelen 39 en 52; |
i) |
vaststelling en uitvoering van reserveprocedures zoals passend voor capaciteitstoewijzingen, overeenkomstig artikel 44; |
j) |
voorstellen doen voor de gate-openingstijd en de gate-sluitingstijd van de zoneoverschrijdende intradaymarkt, overeenkomstig artikel 59; |
k) |
delen van congestie-inkomsten op basis van de gezamenlijk uitgewerkte methodologie, overeenkomstig artikel 73; |
l) |
wanneer aldus overeengekomen, handelen als shipping agents die nettoposities overdragen, overeenkomstig artikel 68, lid 6. |
Artikel 9
Vaststelling van voorwaarden of methodologieën
1. De TSB's en NEMO's ontwikkelen de overeenkomstig deze verordening vereiste voorwaarden of methodologieën en dienen die binnen de bij deze verordening vastgestelde respectieve termijnen ter goedkeuring in bij de bevoegde regulerende instanties. Wanneer een voorstel voor de voorwaarden of methodologieën overeenkomstig deze verordening door meer dan één TSB of NEMO moet worden ontwikkeld en goedgekeurd, werken de desbetreffende TSB's en NEMO's nauw samen. Met de bijstand van het ENTSO voor elektriciteit stellen de TSB's en alle NEMO's de bevoegde regulerende instanties en het Agentschap op gezette tijden in kennis van de voortgang bij de ontwikkeling van deze voorwaarden of methodologieën.
2. Indien de TSB's of NEMO's die beslissen over voorstellen voor voorwaarden of methodologieën overeenkomstig artikel 9, lid 6, onderling geen overeenstemming kunnen bereiken, nemen zij een besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen. Die gekwalificeerde meerderheid wordt bereikt binnen elk van de respectieve kiesgroepen van de TSB's en NEMO's. Een gekwalificeerde meerderheid voor voorstellen overeenkomstig artikel 9, lid 6, vergt een meerderheid van:
a) |
TSB's of NEMO's die minimaal 55 % van de lidstaten vertegenwoordigen, en |
b) |
TSB's of NEMO's die lidstaten vertegenwoordigen die ten minste 65 % van de bevolking van de Unie vertegenwoordigen. |
Een blokkeringsminderheid voor voorstellen overeenkomstig artikel 9, lid 6, moet TSB's of NEMO's omvatten die minimaal vier lidstaten vertegenwoordigen; als er geen blokkeringsminderheid is, wordt de gekwalificeerde meerderheid geacht te zijn bereikt.
Voor TSB-besluiten overeenkomstig artikel 9, lid 6, beschikt elke lidstaat over één stem. Als er op het grondgebied van een lidstaat meer dan één TSB is, verdeelt die lidstaat de stembevoegdheden over de TSB's.
Voor NEMO-besluiten overeenkomstig artikel 9, lid 6, beschikt elke lidstaat over één stem. Elke NEMO beschikt over een aantal stemmen dat gelijk is aan het aantal lidstaten waarin die NEMO is aangewezen. Als er op het grondgebied van een lidstaat meer dan één NEMO is aangewezen, verdeelt de lidstaat de stembevoegdheden over de NEMO's, rekening houdend met de respectieve volumes van de verhandelde elektriciteit in die specifieke lidstaten in het afgelopen begrotingsjaar.
3. Behalve voor de artikel 43, lid 1, artikel 44, artikel 56, lid 1, artikel 63 en artikel 74, lid 1, nemen TSB's die beslissen over voorstellen voor voorwaarden of methodologieën een besluit overeenkomstig artikel 9, lid 7, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen indien zij onderling geen consensus kunnen bereiken en wanneer de betrokken regio's zijn samengesteld uit meer dan vijf lidstaten. Die gekwalificeerde meerderheid wordt bereikt binnen elk van de respectieve kiesgroepen van de TSB's en NEMO's. Een gekwalificeerde meerderheid voor voorstellen overeenkomstig artikel 9, lid 7, vergt een meerderheid van:
a) |
TSB's die minimaal 72 % van de betrokken lidstaten vertegenwoordigen, en |
b) |
TSB's die lidstaten vertegenwoordigen die ten minste 65 % van de bevolking van de betrokken regio vertegenwoordigen. |
Een blokkeringsminderheid voor besluiten overeenkomstig artikel 9, lid 7, moet ten minste het minimumaantal TSB's omvatten dat meer dan 35 % van de bevolking van de deelnemende lidstaten vertegenwoordigt, plus TSB's die ten minste één extra betrokken lidstaat vertegenwoordigen; als er geen blokkeringsminderheid is, wordt de gekwalificeerde meerderheid geacht te zijn bereikt.
TSB's die beslissen over voorstellen voor voorwaarden of methodologieën overeenkomstig artikel 9, lid 7, met betrekking tot regio's die zijn samengesteld uit maximaal vijf lidstaten, stellen hun besluiten vast op basis van consensus.
Voor TSB-besluiten overeenkomstig artikel 9, lid 7, beschikt elke lidstaat over één stem. Als er op het grondgebied van een lidstaat meer dan één TSB is, verdeelt die lidstaat de stembevoegdheden over de TSB's.
NEMO's die beslissen over voorstellen voor voorwaarden of methodologieën overeenkomstig artikel 9, lid 7, stellen hun besluiten vast op basis van consensus.
4. Indien de TSB's of NEMO's hebben nagelaten om binnen de bij deze verordening vastgestelde termijnen een voorstel voor voorwaarden of methodologieën in te dienen bij de nationale regulerende instanties, zenden zij de bevoegde regulerende instanties en het Agentschap de relevante ontwerpen van de voorwaarden of methodologieën toe en verduidelijken zij waarom geen overeenstemming is bereikt. Het Agentschap stelt de Commissie in kennis van deze informatie en voert, in samenwerking met de bevoegde regulerende instanties en op verzoek van de Commissie, een onderzoek uit naar de redenen voor dit gebrek aan overeenstemming en stelt de Commissie op de hoogte van de resultaten daarvan. De Commissie neemt passende maatregelen om de vaststelling van de vereiste voorwaarden of methodologieën mogelijk te maken binnen een termijn van vier maanden na ontvangst van de informatie van het Agentschap.
5. Elke regulerende instantie keurt de voorwaarden of methodologieën goed die worden gebruikt voor de berekening of de opzet van de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling als ontwikkeld door de TSB's en NEMO's. Zij zijn verantwoordelijk voor goedkeuring van de in de leden 6, 7 en 8 bedoelde voorwaarden of methodologieën.
6. De voorstellen voor de volgende voorwaarden of methodologieën worden ter goedkeuring voorgelegd aan alle regulerende instanties:
a) |
het plan betreffende de gezamenlijke uitoefening van de MCO-functies, overeenkomstig artikel 7, lid 3; |
b) |
de capaciteitsberekeningsregio's, overeenkomstig artikel 15, lid 1; |
c) |
de methodologie voor het verstrekken van de gegevens betreffende opwekking en basislast, overeenkomstig artikel 16, lid 1; |
d) |
de methodologie voor het gemeenschappelijk netwerkmodel, overeenkomstig artikel 17, lid 1; |
e) |
het voorstel voor een geharmoniseerde capaciteitsberekeningsmethodologie, overeenkomstig artikel 21, lid 4; |
f) |
de back-upmethodologie, overeenkomstig artikel 36, lid 3; |
g) |
het door de NEMO's ingediende algoritme, overeenkomstig artikel 37, lid 5, met inbegrip van de door de TSB's en NEMO's opgestelde reeks eisen voor de ontwikkeling van het algoritme, overeenkomstig artikel 37, lid 1; |
h) |
de producten waarmee de NEMO's rekening kunnen houden bij het eenvormige day-ahead- en intradaykoppelingsproces, overeenkomstig de artikelen 40 en 53; |
i) |
de maximum- en minimumprijzen, overeenkomstig de artikelen 41, lid 1, en 54, lid 2; |
j) |
de prijsstellingsmethodologie voor de intradaycapaciteit, te ontwikkelen overeenkomstig artikel 55, lid 1; |
k) |
de gate-openingstijd van de zoneoverschrijdende intradaymarkt en de gate-sluitingstijd van de zoneoverschrijdende intradaymarkt, overeenkomstig artikel 59, lid 1; |
l) |
de termijn voor de day-aheadvastheid, overeenkomstig artikel 69; |
m) |
de methodologie voor het verdelen van de congestie-inkomsten, overeenkomstig artikel 73, lid 1. |
7. De voorstellen voor de volgende voorwaarden of methodologieën worden ter goedkeuring voorgelegd aan alle regulerende instanties van de betrokken regio:
a) |
de gemeenschappelijke capaciteitsberekeningsmethodologie, overeenkomstig artikel 20, lid 2; |
b) |
besluiten betreffende de invoering en het uitstellen van een stroomgebaseerde capaciteitsberekening, overeenkomstig artikel 20, lid 2 tot en met 6, en betreffende vrijstellingen van die berekeningsmethode, overeenkomstig artikel 20, lid 7; |
c) |
de methodologie voor de gecoördineerde redispatching en compensatiehandel, overeenkomstig artikel 35, lid 1; |
d) |
de gemeenschappelijke methodologieën voor de berekening van geplande uitwisselingen, overeenkomstig de artikelen 43, lid 1, en 56, lid 1; |
e) |
de reserveprocedures, overeenkomstig artikel 44; |
f) |
aanvullende regionale veilingen, overeenkomstig artikel 63, lid 1; |
g) |
de voorwaarden voor expliciete toewijzingen, overeenkomstig artikel 64, lid 2; |
h) |
de kostendelingsmethodologie voor de redispatching of de compensatiehandel, overeenkomstig artikel 74, lid 1. |
8. De volgende voorwaarden of methodologieën worden ter afzonderlijke goedkeuring voorgelegd aan elke regulerende instantie of andere bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaten:
a) |
waar van toepassing, de aanwijzing en intrekking of opschorting van de aanwijzing van de NEMO, overeenkomstig artikel 4, leden 2, 8 en 9; |
b) |
indien van toepassing, de NEMO-vergoedingen voor de handel op de day-ahead- en intradaymarkten, overeenkomstig artikel 5, lid 1, of de voor de berekening van die vergoedingen gebruikte methodologieën; |
c) |
voorstellen van afzonderlijke TSB's voor een herziening van de biedzoneconfiguratie, overeenkomstig artikel 32, lid 1, onder d); |
d) |
waar van toepassing, het voorstel voor zoneoverschrijdende capaciteitstoewijzing en andere regelingen, overeenkomstig de artikelen 45 en 57; |
e) |
de kosten voor capaciteitstoewijzing en congestiebeheer, overeenkomstig de artikelen 75 tot en met 79; |
f) |
indien van toepassing, het delen van de regionale kosten van de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling, overeenkomstig artikel 80, lid 4. |
9. Het voorstel voor de voorwaarden of methodologieën omvat een voorgesteld tijdschema voor hun tenuitvoerlegging en een beschrijving van hun verwacht effect op de doelstellingen van deze verordening. Voorstellen betreffende voorwaarden of methodologieën die ter goedkeuring aan verschillende of aan alle regulerende instanties moeten worden voorgelegd, worden bij het Agentschap ingediend op hetzelfde tijdstip als dat van indiening bij de regulerende instanties. Op verzoek van de bevoegde regulerende instanties brengt het Agentschap binnen een termijn van drie maanden advies uit over de voorstellen voor voorwaarden of methodologieën.
10. Wanneer de vaststelling van de voorwaarden of methodologieën een besluit van meer dan één regulerende instantie vergt, raadplegen de bevoegde regulerende instanties elkaar en werken zij in nauwe coördinatie samen met het oog op het bereiken van overeenstemming. In voorkomend geval houden de bevoegde regulerende instanties rekening met het advies van het Agentschap. De regulerende instanties nemen besluiten betreffende de ingediende voorwaarden of methodologieën overeenkomstig de leden 6, 7 en 8 binnen een termijn van zes maanden na de ontvangst van de voorwaarden of methodologieën door de regulerende instantie of, waar van toepassing, door de laatste betrokken regulerende instantie.
11. Wanneer de regulerende instanties niet binnen de in lid 10 bedoelde termijn een overeenstemming hebben kunnen bereiken, of op hun gezamenlijk verzoek, stelt het Agentschap binnen een termijn van zes maanden een besluit vast betreffende de ingediende voorstellen voor voorwaarden of methodologieën, overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 713/2009.
12. Wanneer één of meer regulerende instanties een wijzigingsverzoek indienen teneinde de overeenkomstig de leden 6, 7 en 8 ingediende voorwaarden of methodologieën te kunnen goedkeuren, dienen de desbetreffende TSB's of NEMO's ter goedkeuring een voorstel voor gewijzigde voorwaarden of methodologieën in binnen twee maanden na ontvangst van het wijzigingsverzoek van de regulerende instantie(s). Binnen een termijn van twee maanden na de indiening van de gewijzigde voorwaarden of methodologieën, nemen de bevoegde regulerende instanties daarover een besluit. Wanneer de bevoegde regulerende instanties binnen die termijn van twee maanden geen overeenstemming hebben kunnen bereiken over de gewijzigde voorwaarden of methodologieën overeenkomstig de leden 6 en 7, of op hun gezamenlijk verzoek, stelt het Agentschap binnen een termijn van zes maanden een besluit vast betreffende de gewijzigde voorwaarden of methodologieën, overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 713/2009. Indien de desbetreffende TSB's of NEMO's er niet in slagen om een voorstel voor gewijzigde voorwaarden of methodologieën in te dienen, geldt de procedure van lid 4 van het onderhavige artikel.
13. De TSB's of NEMO's die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van een voorstel voor voorwaarden of methodologieën, of de regulerende instanties die verantwoordelijk zijn voor de vaststelling daarvan overeenkomstig de leden 6, 7 en 8, kunnen verzoeken deze voorwaarden of methodologieën te wijzigen.
De voorstellen voor wijziging van de voorwaarden of methodologieën worden overeenkomstig de procedure van artikel 12 ter raadpleging voorgelegd en worden goedgekeurd overeenkomstig de in dit artikel uiteengezette procedure.
14. De TSB's of NEMO's die verantwoordelijk zijn voor de vaststelling van de voorwaarden of methodologieën overeenkomstig deze verordening, maken die bekend op het internet na de goedkeuring door de bevoegde regulerende instanties of, wanneer een dergelijke goedkeuring niet vereist is, na de vaststelling ervan, behalve wanneer dergelijke informatie als vertrouwelijk wordt beschouwd overeenkomstig artikel 13.
Artikel 10
Dagelijks beheer van de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling
De TSB's en NEMO's organiseren gezamenlijk het dagelijks beheer van de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling. Zij komen op gezette tijden bijeen om dagelijkse operationele kwesties te bespreken en daarover beslissingen te nemen. De TSB's en NEMO's nodigen het Agentschap en de Commissie als waarnemer uit op die vergaderingen en publiceren beknopte notulen van die vergaderingen.
Artikel 11
Betrokkenheid van de belanghebbenden
In nauwe samenwerking met het ENTSO voor elektriciteit organiseert het Agentschap de betrokkenheid van de belanghebbenden bij de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling en bij andere aspecten van de uitvoering van deze verordening. Dit houdt in dat geregeld met de belanghebbenden wordt vergaderd om problemen te identificeren en verbeteringen voor te stellen, met name in verband met de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling. Dit vervangt geenszins de in artikel 12 bedoelde raadpleging van de belanghebbenden.
Artikel 12
Raadpleging
1. De TSB's en NEMO's die overeenkomstig de onderhavige verordening verantwoordelijk zijn voor het indienen van voorstellen voor voorwaarden of methodologieën of voor de wijziging daarvan, raadplegen, wanneer als zodanig expliciet is bepaald in deze verordening, de belanghebbenden, inclusief de relevante autoriteiten van elke lidstaat, over hun ontwerpvoorstellen voor voorwaarden of methodologieën. De raadpleging verloopt binnen een tijdsbestek van minimaal één maand.
2. De door de TSB's en NEMO's op Unieniveau ingediende voorstellen voor voorwaarden of methodologieën worden op Unieniveau gepubliceerd en ter raadpleging voorgelegd. Door de TSB's en NEMO's op regionaal niveau ingediende voorstellen worden minimaal op regionaal niveau ter raadpleging voorgelegd. Partijen die voorstellen op bilateraal of multilateraal niveau indienen, raadplegen minimaal de betrokken lidstaten.
3. De entiteiten die verantwoordelijk zijn voor het voorstel voor voorwaarden of methodologieën houden terdege rekening met de standpunten van de belanghebbenden, resulterend uit de overeenkomstig lid 1 opgezette raadplegingen, alvorens zij hun voorstel ter goedkeuring bij de regulerende instanties indienen, als dat is vereist overeenkomstig artikel 9, of alvorens zij het publiceren in de andere gevallen. In alle gevallen wordt voorafgaand aan of gelijktijdig met de publicatie van het voorstel voor voorwaarden of methodologieën een duidelijke en robuuste rechtvaardiging voor het al dan niet in het voorstel opnemen van de uit de raadpleging voortgekomen standpunten gegeven en op een tijdige manier gepubliceerd.
Artikel 13
Vertrouwelijkheidsverplichtingen
1. Alle uit hoofde van deze verordening ontvangen, uitgewisselde of doorgegeven vertrouwelijke informatie valt onder de in de leden 2, 3 en 4 neergelegde voorwaarden inzake het beroepsgeheim.
2. Het beroepsgeheim geldt voor elke persoon op wie het bepaalde in deze verordening van toepassing is.
3. Vertrouwelijke informatie waarvan de in lid 2 bedoelde personen beroepshalve kennis krijgen, mag aan geen enkele andere persoon of instantie worden bekendgemaakt, onverlet de gevallen die onder de nationale wetgeving, onder de overige bepalingen van deze verordening of onder andere toepasselijke wetgeving van de Unie vallen.
4. Onverlet de gevallen die onder de nationale wetgeving vallen, mogen het Agentschap, de regulerende instanties, de lichamen of de personen die vertrouwelijke informatie in het kader van deze verordening ontvangen, deze informatie uitsluitend gebruiken voor het doel van uitoefening van hun functies uit hoofde van deze verordening.
TITEL II
EISEN VOOR VOORWAARDEN EN METHODOLOGIEËN MET BETREKKING TOT CAPACITEITSTOEWIJZING EN CONGESTIEBEHEER
HOOFDSTUK 1
Capaciteitsberekening
Artikel 14
Tijdsbestekken voor capaciteitsberekening
1. Alle TSB's berekenen de zoneoverschrijdende capaciteit voor ten minste de volgende tijdsbestekken:
a) |
day-ahead, voor de day-aheadmarkt; |
b) |
intraday, voor de intradaymarkt. |
2. Voor het tijdsbestek van de day-aheadmarkt worden de specifieke waarden voor de zoneoverschrijdende capaciteit voor elke day-aheadmarkttijdseenheid berekend. Voor het tijdsbestek van de intradaymarkt worden de specifieke waarden voor de zoneoverschrijdende capaciteit voor elke resterende intradaymarkttijdseenheid berekend.
3. Voor het tijdsbestek van de day-aheadmarkt wordt de capaciteitsberekening gebaseerd op de laatste beschikbare informatie. De informatie-update voor het tijdsbestek van de day-aheadmarkt gaat niet van start vóór 15.00 uur markttijd, twee dagen voor de dag van levering.
4. Alle TSB's in elke capaciteitsberekeningsregio zorgen ervoor dat de zoneoverschrijdende capaciteit binnen het tijdsbestek van de intradaymarkt wordt herberekend op basis van de laatste beschikbare informatie. De frequentie van deze herberekening wordt bepaald rekening houdend met de efficiëntie en de operationele veiligheid.
Artikel 15
Regio's voor de capaciteitsberekening
1. Binnen een tijdsbestek van drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening ontwikkelen alle TSB's gezamenlijk een gemeenschappelijk voorstel voor de afbakening van de capaciteitsberekeningsregio's. Met betrekking tot dit voorstel wordt een raadpleging overeenkomstig artikel 12 gehouden.
2. In het in lid 1 bedoelde voorstel worden de biedzonegrenzen omschreven die worden toegewezen aan de TSB's die lid zijn van elke capaciteitsberekeningsregio. Aan de volgende eisen wordt voldaan:
a) |
er wordt rekening gehouden met de in punt 3.2 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 714/2009 gespecificeerde regio's; |
b) |
elke biedzonegrens, of indien van toepassing twee afzonderlijke biedzonegrenzen, waardoor interconnectie tussen twee biedzones bestaat, wordt toegewezen aan één capaciteitsberekeningsregio; |
c) |
minimaal die TSB's worden toegewezen aan alle capaciteitsberekeningsregio's waarin zij biedzonegrenzen hebben. |
3. Capaciteitsberekeningsregio's die een stroomgebaseerde aanpak gebruiken, worden samengesmolten tot één capaciteitsberekeningsregio indien aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
a) |
hun transmissiesystemen zijn direct met elkaar verbonden; |
b) |
zij nemen deel aan hetzelfde eenvormige day-ahead- of intradaykoppelingsgebied; |
c) |
samensmelting van de desbetreffende regio's is efficiënter dan hen gescheiden te houden. De bevoegde regulerende instanties kunnen een gezamenlijke kosten-batenanalyse eisen van de betrokken TSB's om de efficiëntie van de samensmelting te evalueren. |
Artikel 16
Methodologie voor het verstrekken van gegevens betreffende opwekking en basislast
1. Binnen een tijdsbestek van tien maanden na de inwerkingtreding van deze verordening ontwikkelen alle TSB's gezamenlijk een voorstel voor een eenvormige methodologie voor het verstrekken van de opwekkings- en basislastgegevens die vereist zijn om het gemeenschappelijk netwerkmodel op te stellen; met betrekking tot dit voorstel wordt een raadpleging overeenkomstig artikel 12 gehouden. Het voorstel omvat een op de doelstellingen van deze verordening gebaseerde rechtvaardiging voor het verkrijgen van deze informatie.
2. In het voorstel voor een methodologie voor het verstrekken van de opwekkings- en basislastgegevens wordt gespecificeerd welke opwekkingseenheden en basislasten de voor de capaciteitsberekening vereiste informatie aan hun respectieve TSB's moeten toezenden.
3. In het voorstel voor een methodologie voor het verstrekken van de opwekkings- en basislastgegevens wordt de informatie gespecificeerd die door de opwekkingseenheden en basislasten aan de TSB's moet worden verstrekt. Die informatie bevat de volgende elementen:
a) |
informatie over hun technische kenmerken; |
b) |
informatie over de beschikbaarheid van opwekkingseenheden en basislasten; |
c) |
informatie met betrekking tot de tijdschema's van de opwekkingseenheden; |
d) |
relevante beschikbare informatie over de wijze van dispatching van de opwekkingseenheden. |
4. In de methodologie worden de voor de opwekkingseenheden en basislasten geldende uiterste termijnen voor het verstrekken van de in lid 3 bedoelde informatie gespecificeerd.
5. Elke TSB gebruikt de in lid 3 bedoelde informatie en deelt die met andere TSB's. De in lid 3, onder d), bedoelde informatie wordt uitsluitend gebruikt voor capaciteitsberekeningsdoeleinden.
6. Uiterlijk twee maanden na goedkeuring door alle regulerende instanties van de methodologie voor het verstrekken van de opwekkings- en basislastgegevens publiceert het ENTSO voor elektriciteit:
a) |
een lijst van de entiteiten die informatie aan de TSB's moeten verstrekken; |
b) |
een overzicht van de in lid 3 bedoelde te verstrekken informatie; |
c) |
de uiterste termijnen voor het verstrekken van die informatie. |
Artikel 17
Methodologie voor het gemeenschappelijk netwerkmodel
1. Binnen een tijdsbestek van tien maanden na de inwerkingtreding van deze verordening ontwikkelen alle TSB's gezamenlijk een voorstel voor een methodologie voor het gemeenschappelijk netwerkmodel. Met betrekking tot dit voorstel wordt een raadpleging overeenkomstig artikel 12 gehouden.
2. De methodologie voor het gemeenschappelijk netwerkmodel maakt de opstelling van een gemeenschappelijk netwerkmodel mogelijk. De methodologie omvat minimaal de volgende elementen:
a) |
een definitie van de scenario's, overeenkomstig artikel 18; |
b) |
een definitie van de individuele netwerkmodellen, overeenkomstig artikel 19; |
c) |
een beschrijving van het proces van samensmelting van de individuele netwerkmodellen met het oog op de opstelling van het gemeenschappelijk netwerkmodel. |
Artikel 18
Scenario's
1. Alle TSB's ontwikkelen gezamenlijk gemeenschappelijke scenario's voor elk capaciteitsberekeningstijdsbestek als bedoeld in artikel 14, lid 1, onder a) en b). De gemeenschappelijke scenario's worden gebruikt om specifieke prognoses op te stellen inzake opwekking, basislast en netwerktopologie voor het transmissiesysteem in het gemeenschappelijk netwerkmodel.
2. Er wordt één scenario uitgewerkt per markttijdseenheid, zowel voor het tijdsbestek van de day-ahead- als voor dat van de intradaycapaciteitsberekening.
3. Voor elk scenario stellen alle TSB's gezamenlijk gemeenschappelijke regels op voor de bepaling van de nettoposities in elke biedzone en de stroom voor elke gelijkstroomlijn. Deze gemeenschappelijke regels worden gebaseerd op de beste prognose van de nettopositie voor elke biedzone en op de beste prognose van de stromen in elke gelijkstroomlijn voor elk scenario en omvatten het algemene evenwicht tussen basislast en elektriciteitsopwekking voor het transmissiesysteem in de Unie. Bij de vaststelling van de scenario's mag er, overeenkomstig punt 1.7 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 714/2009, geen ongeoorloofde discriminatie tussen interne en zoneoverschrijdende uitwisselingen ontstaan.
Artikel 19
Individueel netwerkmodel
1. Voor elke biedzone en voor elk scenario:
a) |
verstrekken alle TSB's in de biedzone gezamenlijk een uniek individueel netwerkmodel dat voldoet aan het bepaalde in artikel 18, lid 3, of |
b) |
verstrekt elke TSB in de biedzone een individueel netwerkmodel voor zijn regelzone, inclusief interconnecties, mits de som van de nettoposities in de regelzones, inclusief interconnecties, van de biedzone voldoet aan het bepaalde in artikel 18, lid 3. |
2. Elk individueel netwerkmodel vertegenwoordigt de best mogelijke voorspelling van de transmissiesysteemcondities voor elk scenario dat door de TSB('s) is gespecificeerd op het tijdstip waarop het individueel netwerkmodel gecreëerd is.
3. De individuele netwerkmodellen hebben betrekking op alle netwerkelementen van het transmissiesysteem die worden gebruikt in de regionale operationele veiligheidanalyse voor het desbetreffende tijdsbestek.
4. Alle TSB's harmoniseren maximaal de manier waarop de individuele netwerkmodellen worden opgebouwd.
5. Elke TSB neemt in het individuele netwerkmodel alle gegevens op die nodig zijn om een actieve en reactieve elektriciteitsstroom- en -spanningsanalyse in stationaire toestand mogelijk te maken.
6. Waar passend en op basis van overeenstemming tussen alle TSB's binnen een capaciteitsberekeningsregio wisselen alle TSB's in die capaciteitsberekeningsregio met elkaar gegevens uit om spannings- en dynamische-stabiliteitsanalyses mogelijk te maken.
Artikel 20
Invoering van een stroomgebaseerde capaciteitsberekeningsmethodologie
1. Voor het tijdsbestek voor day-aheadmarkten en het tijdsbestek voor intradaymarkten wordt in de gemeenschappelijke capaciteitsberekeningsmethodologieën de stroomgebaseerde aanpak gebruikt, behalve wanneer aan de eis van lid 7 is voldaan.
2. Uiterlijk tien maanden na de goedkeuring van het voorstel voor een capaciteitsberekeningsregio overeenkomstig artikel 15, lid 1, dienen alle TSB's in elke capaciteitsberekeningsregio een voorstel in voor een gemeenschappelijke gecoördineerde capaciteitsberekeningsmethodologie voor de desbetreffende regio. Met betrekking tot dit voorstel wordt een raadpleging overeenkomstig artikel 12 gehouden. Het voorstel voor de capaciteitsberekeningsmethodologie binnen regio's overeenkomstig dit lid, in capaciteitsberekeningsregio's die gebaseerd zijn op de gebieden „Noordwest-Europa” („NWE”) en „Centraal Oost-Europa” („COE”) als gedefinieerd in punt 3.2, onder b) en d), van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 714/2009, alsook in de in de leden 3 en 4 bedoelde regio's, zal worden aangevuld met een overeenkomstig lid 5 te ontwikkelen gemeenschappelijk kader voor de coördinatie en verenigbaarheid van stroomgebaseerde methodologieën over regio's heen.
3. De TSB's van de capaciteitsberekeningsregio waarin Italië, als gedefinieerd in punt 3.2, onder c) van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 714/2009, is opgenomen, kunnen, onverlet de in lid 1 vervatte verplichting tot indiening van een voorstel voor een gemeenschappelijke gecoördineerde capaciteitsberekeningsmethodologie met gebruikmaking van de stroomgebaseerde aanpak voor de respectieve regio overeenkomstig lid 2, de uiterste termijn met maximaal zes maanden verlengen nadat Zwitserland is toegetreden tot de eenvormige day-aheadkoppeling. Het voorstel hoeft geen biedzonegrenzen binnen Italië en tussen Griekenland te omvatten.
4. Uiterlijk zes maanden nadat alle SEE-partijen (South East Europe) bij het Energiegemeenschapsverdrag deelnemen aan de eenvormige day-aheadkoppeling, dienen de TSB's van ten minste Kroatië, Roemenië, Bulgarije en Griekenland gezamenlijk een voorstel in om een gemeenschappelijke capaciteitsberekeningsmethodologie met gebruikmaking van de stroomgebaseerde aanpak in te voeren voor het tijdsbestek van de day-ahead- en intradaymarkt. Dit voorstel omvat een tenuitvoerleggingsdatum van de gemeenschappelijke capaciteitsberekeningsmethodologie met gebruikmaking van de stroomgebaseerde aanpak die niet later mag vallen dan twee jaar na de deelname van alle SEE-partijen bij het Energiegemeenschapsverdrag aan de eenvormige day-aheadkoppeling. De TSB's van lidstaten die grenzen aan andere regio's worden ertoe aangespoord deel te nemen aan de initiatieven om een gemeenschappelijke stroomgebaseerde capaciteitsberekeningsmethodologie met deze regio's ten uitvoer te leggen.
5. Op het tijdstip dat twee of meer aangrenzende capaciteitsberekeningsregio's in dezelfde synchrone zone een capaciteitsberekeningsmethodologie met gebruikmaking van de stroomgebaseerde aanpak ten uitvoer leggen voor de tijdsbestekken voor day-ahead- of intradaymarkten, worden die regio's voor dit doel als één regio beschouwd en dienen de TSB's van deze regio binnen een termijn van zes maanden een voorstel in voor de toepassing van een gemeenschappelijke capaciteitsberekeningsmethodologie met gebruikmaking van de stroomgebaseerde aanpak voor de tijdsbestekken voor day-ahead- of intradaymarkten. Dit voorstel omvat een tenuitvoerleggingsdatum van de gemeenschappelijke regio-overschrijdende capaciteitsberekeningsmethodologie die niet later mag vallen dan twaalf maanden na de tenuitvoerlegging van de stroomgebaseerde aanpak in deze regio's voor de methodologie voor het day-aheadmarkttijdsbestek en 18 maanden voor de methodologie voor het intradaymarkttijdsbestek. De in het onderhavige lid aangegeven tijdschema's mogen worden aangepast overeenkomstig lid 6.
De methodologie in de twee capaciteitsberekeningsregio's die het initiatief hebben genomen voor de ontwikkeling van een gemeenschappelijke capaciteitsberekeningsmethodologie mag eerst ten uitvoer worden gelegd alvorens een gemeenschappelijke capaciteitsberekeningsmethodologie met een extra capaciteitsberekeningsregio wordt ontwikkeld.
6. Indien de betrokken TSB's kunnen aantonen dat de toepassing van gemeenschappelijke stroomgebaseerde methodologieën overeenkomstig de leden 4 en 5 nog niet efficiënter is uitgaande van eenzelfde niveau van operationele veiligheid van het systeem, mogen zij gezamenlijk bij de bevoegde regulerende instanties een verzoek indienen om de desbetreffende termijnen te verlengen.
7. TSB's kunnen de bevoegde regulerende instanties gezamenlijk verzoeken om de gecoördineerde nettotransmissiecapaciteitsaanpak toe te passen in regio's en biedzonegrenzen, andere dan die welke in de leden 2 tot en met 4 zijn bedoeld, indien de betrokken TSB's kunnen aantonen dat de toepassing van de capaciteitsberekeningsmethodologie met gebruikmaking van de stroomgebaseerde aanpak nog niet efficiënter is dan de gecoördineerde nettotransmissiecapaciteitsaanpak uitgaande van eenzelfde niveau van operationele veiligheid van het systeem in de betrokken regio.
8. Om de marktdeelnemers in staat te stellen zich aan te passen aan elke wijziging van de capaciteitsberekeningsaanpak, testen de betrokken TSB's de nieuwe aanpak samen met de bestaande aanpak en betrekken zij hierbij de marktdeelnemers gedurende minimaal zes maanden voordat zij een voorstel tot wijziging van hun capaciteitsberekeningsaanpak ten uitvoer leggen.
9. De TSB's van elke capaciteitsberekeningsregio die de stroomgebaseerde aanpak toepassen, ontwikkelen een instrument, en maken dit beschikbaar, dat het voor de marktdeelnemers mogelijk maakt de interactie tussen zoneoverschrijdende capaciteiten en zoneoverschrijdende uitwisselingen tussen biedzones te evalueren.
Artikel 21
Methodologie voor capaciteitsberekeningen
1. Het overeenkomstig artikel 20, lid 2, bepaalde voorstel voor een gemeenschappelijke capaciteitsberekeningsmethodologie voor een bepaalde capaciteitsberekeningsregio omvat minimaal de volgende elementen voor elk capaciteitsberekeningstijdsbestek:
a) |
methodologieën voor de berekening van de inputs voor de capaciteitsberekening, die de volgende aspecten omvatten:
|
b) |
een gedetailleerde beschrijving van de capaciteitsberekeningsaanpak die de volgende aspecten omvat:
|
c) |
een methodologie voor de validatie van zoneoverschrijdende capaciteit, overeenkomstig artikel 26. |
2. Voor het tijdsbestek van de intraday-capaciteitsberekening, omvat de capaciteitsberekeningsmethodologie ook de frequentie waarmee de capaciteit wordt herberekend overeenkomstig artikel 14, lid 4, met opgave van de redenen voor de gekozen frequentie.
3. De capaciteitsberekeningsmethodologie omvat een reserveprocedure voor de gevallen waarin de initiële capaciteitsberekening niet tot resultaten leidt.
4. Alle TSB's in elke capaciteitsberekeningsregio gebruiken voor zover mogelijk geharmoniseerde capaciteitsberekeningsinputs. Tegen 31 december 2020 gebruiken alle regio's een geharmoniseerde capaciteitsberekeningsmethodologie die met name een geharmoniseerde capaciteitsberekeningsmethodologie voor de stroomgebaseerde aanpak en voor de gecoördineerde nettotransmissiecapaciteitsaanpak omvat. De harmonisatie van de capaciteitsberekeningsmethodologie wordt onderworpen aan een efficiëntiebeoordeling betreffende de harmonisatie van de stroomgebaseerde methodologieën en van de gecoördineerde nettotransmissiecapaciteitsmethodologieën die eenzelfde niveau van operationele veiligheid van het systeem waarborgen. Binnen een termijn van twaalf maanden nadat ten minste twee capaciteitsberekeningsregio's een gemeenschappelijke capaciteitsberekeningsmethodologie overeenkomstig artikel 20, lid 5, ten uitvoer hebben gelegd, dienen alle TSB's de hierboven bedoelde beoordeling samen met een voorstel voor de overgang naar een geharmoniseerde capaciteitsberekeningsmethodologie in bij alle regulerende instanties.
Artikel 22
Methodologie voor de betrouwbaarheidsmarge
1. Het voorstel voor een gemeenschappelijke capaciteitsberekeningsmethodologie omvat een methodologie om de betrouwbaarheidsmarge te bepalen. De methodologie om de betrouwbaarheidsmarge te bepalen, bestaat uit twee stappen. In een eerste stap ramen de desbetreffende TSB's de waarschijnlijkheidsverdeling van de afwijkingen tussen de verwachte elektriciteitsstromen op het tijdstip van de capaciteitsberekening en de daadwerkelijk gerealiseerde elektriciteitsstromen in realtime. In een tweede stap wordt de betrouwbaarheidsmarge berekend door een waarde af te leiden uit de waarschijnlijkheidsverdeling.
2. In de methodologie voor de bepaling van de betrouwbaarheidsmarge worden de beginselen omschreven voor het berekenen van de waarschijnlijkheidsverdeling van de afwijkingen tussen de verwachte elektriciteitsstromen op het tijdstip van de capaciteitsberekening en de daadwerkelijk gerealiseerde elektriciteitsstromen in realtime, en worden de onzekerheden gespecificeerd waarmee bij de berekening rekening moet worden gehouden. Om deze onzekerheden te bepalen, wordt in de methodologie met name rekening gehouden met:
a) |
onbedoelde afwijkingen van de fysieke elektriciteitsstromen binnen een markttijdseenheid, veroorzaakt door de aanpassing van elektriciteitsstromen binnen en tussen regelzones met het doel de frequentie constant te houden; |
b) |
onzekerheden die de capaciteitsberekening kunnen beïnvloeden en die zich voor de desbetreffende markttijdseenheid kunnen voordoen tussen het tijdsbestek van de capaciteitsberekening en realtime. |
3. In de methodologie voor de bepaling van de betrouwbaarheidsmarge nemen de TSB's ook gemeenschappelijke geharmoniseerde beginselen op voor de afleiding van de betrouwbaarheidsmarge uit de waarschijnlijkheidsverdeling.
4. Op basis van de overeenkomstig lid 1 vastgestelde methodologie bepalen de TSB's de betrouwbaarheidsmarge, met inachtneming van de operationele veiligheidsgrenzen en rekening houdend met de onzekerheden tussen het capaciteitsberekeningstijdsbestek en realtime, en de remediërende maatregelen die na de capaciteitsberekening beschikbaar zijn.
5. Voor elk capaciteitsberekeningstijdsbestek bepalen de betrokken TSB's de betrouwbaarheidsmarge voor de kritische netwerkelementen, wanneer de stroomgebaseerde aanpak wordt gebruikt, en voor de zoneoverschrijdende capaciteit, wanneer de gecoördineerde nettotransmissiecapaciteitsaanpak wordt gebruikt.
Artikel 23
Methodologieën voor operationele veiligheidsgrenzen, onvoorziene gebeurtenissen en toewijzingsbeperkingen
1. Elke TSB neemt de bij de analyse van de operationele veiligheid gebruikte operationele veiligheidsgrenzen en onvoorziene gebeurtenissen in acht.
2. Wanneer de bij de capaciteitsberekening gebruikte operationele veiligheidsgrenzen en onvoorziene gebeurtenissen niet dezelfde zijn als die welke worden gebruikt bij de analyse van de operationele veiligheid, beschrijven de TSB's in hun voorstel voor de gemeenschappelijke capaciteitsberekeningsmethodologie de specifieke methode en de criteria die zij hebben gebruikt om de voor de capaciteitsberekening gebruikte operationele veiligheidsgrenzen en onvoorziene gebeurtenissen te bepalen.
3. Indien de TSB's toewijzingsbeperkingen hanteren, kunnen die uitsluitend worden vastgesteld op basis van:
a) |
de beperkingen die vereist zijn om het transmissiesysteem binnen zijn operationele veiligheidsgrenzen te houden en die niet op efficiënte wijze kunnen worden omgevormd tot maximumstromen in kritische netwerkelementen, of |
b) |
de beperkingen die bedoeld zijn om de economische meerwaarde bij eenvormige day-ahead- of intradaykoppeling te vergroten. |
Artikel 24
Methodologie voor de veranderingssleutels betreffende opwekking
1. Het voorstel voor een gemeenschappelijke capaciteitsberekeningsmethodologie omvat een voorstel voor een methodologie om een gemeenschappelijke veranderingssleutel betreffende opwekking te bepalen voor elke biedzone en elk scenario ontwikkeld overeenkomstig artikel 18.
2. De veranderingssleutels betreffende opwekking vertegenwoordigen de beste prognose van de relatie van een verandering in de nettopositie van een biedzone tot een specifieke verandering van de opwekking of basislast in het gemeenschappelijk netwerkmodel. In die prognose wordt met name rekening gehouden met de informatie uit de methodologie voor het verstrekken van de opwekkings- en basislastgegevens.
Artikel 25
Methodologie voor de bij de capaciteitsberekening te gebruiken remediërende maatregelen
1. Elke TSB binnen elke capaciteitsberekeningsregio omschrijft individueel de beschikbare remediërende maatregelen waarmee bij de capaciteitsberekening rekening moet worden gehouden om de doelstellingen van deze verordening te bereiken.
2. Elke TSB binnen elke capaciteitsberekeningsregio coördineert met de andere TSB's in die regio het gebruik van de remediërende maatregelen waarmee bij de capaciteitsberekening rekening moet worden gehouden en de daadwerkelijke toepassing daarvan in realtime-bedrijfsomstandigheden.
3. Om het mogelijk te maken dat bij de capaciteitsberekening rekening wordt gehouden met de remediërende maatregelen, nemen alle TSB's in elke capaciteitsberekeningsregio een besluit over welke remediërende maatregelen de actie van meer dan één TSB vergen.
4. Elke TSB waakt erover dat bij de capaciteitsberekening rekening wordt gehouden met de remediërende maatregelen, op voorwaarde dat de na de berekening beschikbare remediërende maatregelen, genomen samen met de in artikel 22 bedoelde betrouwbaarheidsmarge, volstaan om de operationele veiligheid te waarborgen.
5. Elke TSB houdt bij de capaciteitsberekening rekening met de remediërende maatregelen zonder kosten.
6. Elke TSB waakt erover dat de remediërende maatregelen waarmee bij de capaciteitsberekening rekening moet worden gehouden, dezelfde zijn voor alle capaciteitsberekeningstijdsbestekken, rekening houdend met hun technische beschikbaarheid voor elk capaciteitsberekeningstijdsbestek.
Artikel 26
Validatiemethodologie voor zoneoverschrijdende capaciteit
1. Elke TSB valideert, en heeft het recht op correctie van, de zoneoverschrijdende capaciteit die relevant is voor de biedzonegrenzen of kritische netwerkelementen van de TSB's, als verstrekt door de gecoördineerde capaciteitscalculatoren overeenkomstig de artikelen 27 tot en met 31.
2. Wanneer een gecoördineerde nettotransmissiecapaciteitsaanpak wordt gebruikt, nemen alle TSB's in de capaciteitsberekeningsregio in hun in artikel 21 bedoelde capaciteitsberekeningsmethodologie een regel op voor het uitsplitsen van de correctie op zoneoverschrijdende capaciteit tussen de onderscheiden biedzonegrenzen.
3. Elke TSB kan de zoneoverschrijdende capaciteit gedurende de in lid 1 bedoelde validatie van de zoneoverschrijdende capaciteit verminderen om redenen van operationele veiligheid.
4. Elke gecoördineerde capaciteitscalculator zorgt tijdens de capaciteitsberekening en -validatie voor coördinatie met de naburige gecoördineerde capaciteitscalculatoren.
5. Elke gecoördineerde capaciteitscalculator stelt alle regulerende instanties van de capaciteitsberekeningsregio om de drie maanden in kennis van alle verminderingen die gedurende de validatie van de zoneoverschrijdende capaciteit zijn uitgevoerd overeenkomstig lid 3. In het desbetreffende verslag worden de plaats en omvang van elke vermindering van de zoneoverschrijdende capaciteit, alsook de redenen daarvoor, gespecificeerd.
6. Alle regulerende instanties van de capaciteitsberekeningsregio beslissen samen of het in lid 5 bedoelde verslag geheel of gedeeltelijk wordt gepubliceerd.
Artikel 27
Algemene bepalingen
1. Uiterlijk zes maanden na het besluit betreffende de in artikel 16 bedoelde methodologie voor het verstrekken van opwekkings- en basislastgegevens en de in artikel 17 bedoelde methodologie voor het gemeenschappelijk netwerkmodel, organiseren alle TSB's het proces van samensmelting van de individuele netwerkmodellen.
2. Uiterlijk vier maanden na de besluiten betreffende de in de artikelen 20 en 21 bedoelde capaciteitsberekeningsmethodologieën, zetten alle TSB's in elke capaciteitsberekeningsregio gezamenlijk de gecoördineerde capaciteitscalculatoren op en stellen zij regels voor hun werking vast.
3. Alle TSB's van elke capaciteitsberekeningsregio evalueren om de twee jaar, als onderdeel van het overeenkomstig artikel 31 opgestelde tweejaarlijkse verslag betreffende capaciteitsberekening en -toewijzing, de kwaliteit van de voor de capaciteitsberekening toegezonden gegevens.
4. Gebruikmakend van de recentste beschikbare informatie evalueren en actualiseren alle TSB's op gezette tijden, en minimaal jaarlijks:
a) |
de voor de capaciteitsberekening gebruikte operationele veiligheidsgrenzen, onvoorziene gebeurtenissen en toewijzingsbeperkingen; |
b) |
de waarschijnlijkheidsverdeling van de afwijkingen tussen de verwachte elektriciteitsstromen op het tijdstip van de capaciteitsberekening en de daadwerkelijk gerealiseerde elektriciteitsstromen in realtime, die worden gebruikt voor de berekening van de betrouwbaarheidsmarges; |
c) |
de remediërende maatregelen waarmee bij de capaciteitsberekening rekening wordt gehouden; |
d) |
de toepassing van de methodologieën voor de bepaling van de in de artikelen 22 tot en met 24 bedoelde veranderingssleutels betreffende opwekking, kritische netwerkelementen en onvoorziene gebeurtenissen. |
Artikel 28
Totstandbrenging van een gemeenschappelijk netwerkmodel
1. Voor elk in artikel 14, lid 1, bedoeld capaciteitsberekeningstijdsbestek verstrekt elke opwekkings- of basislasteenheid waarvoor artikel 16 geldt, binnen de vastgestelde termijnen de in de methodologie voor het verstrekken van de opwekkings- en basislastgegevens gespecificeerde gegevens aan de TSB die verantwoordelijk is voor de respectieve regelzone.
2. Elke opwekkings- of basislasteenheid die informatie verstrekt overeenkomstig artikel 16, lid 3, verstrekt de in praktisch opzicht meest betrouwbare reeks ramingen.
3. Voor elk capaciteitsberekeningstijdsbestek stelt elke TSB overeenkomstig artikel 19 het individueel netwerkmodel voor elk scenario vast met het oog op de samensmelting van de individuele netwerkmodellen tot een gemeenschappelijk netwerkmodel.
4. Elke TSB verstrekt de TSB's die verantwoordelijk zijn voor het samensmelten van de individuele netwerkmodellen tot een gemeenschappelijk netwerkmodel, de in praktisch opzicht meest betrouwbare reeks ramingen voor elk individueel netwerkmodel.
5. Voor elk capaciteitsberekeningstijdsbestek wordt voor elk in artikel 18 bedoeld scenario een uniek Uniebreed gemeenschappelijk netwerkmodel gecreëerd door het samenvoegen van de inputs van alle TSB's, met gebruikmaking van het capaciteitsberekeningsproces als bedoeld in bovenstaand lid 3.
Artikel 29
Regionale berekening van de zoneoverschrijdende capaciteit
1. Voor elk capaciteitsberekeningstijdsbestek verstrekt elke TSB de gecoördineerde capaciteitscalculatoren en alle overige TSB's in de capaciteitsberekeningsregio informatie over de volgende items: operationele veiligheidsgrenzen, veranderingssleutels betreffende opwekking, remediërende maatregelen, betrouwbaarheidsmarges, toewijzingsbeperkingen en in het verleden toegewezen zoneoverschrijdende capaciteit.
2. Elke gecoördineerde capaciteitscalculator voert een analyse van de operationele veiligheid uit met toepassing van de operationele veiligheidsgrenzen, waarbij gebruik wordt gemaakt van het gemeenschappelijk netwerkmodel dat voor elk scenario is gecreëerd overeenkomstig artikel 28, lid 5.
3. Bij de berekening van de zoneoverschrijdende capaciteit doet elke gecoördineerde capaciteitscalculator het volgende:
a) |
hij gebruikt veranderingssleutels betreffende opwekking om het effect van veranderingen in de nettoposities van de biedzone en van stromen in gelijkstroomlijnen te berekenen; |
b) |
hij negeert de kritische netwerkelementen die niet op significante wijze zijn beïnvloed door veranderingen in de nettoposities van de biedzone overeenkomstig de in artikel 21 uiteengezette methodologie, en |
c) |
hij zorgt ervoor dat alle reeksen biedzonenettoposities en stromen in gelijkstroomlijnen die de zoneoverschrijdende capaciteit niet overschrijden, voldoen aan de betrouwbaarheidsmarges en operationele veiligheidsgrenzen overeenkomstig artikel 21, lid 1, onder a), i) en ii), en houdt rekening met de in het verleden toegewezen zoneoverschrijdende capaciteit overeenkomstig artikel 21, lid 1, onder b), iii). |
4. Elke gecoördineerde capaciteitscalculator optimaliseert de zoneoverschrijdende capaciteit met behulp van de beschikbare remediërende maatregelen, waarmee bij de capaciteitsberekening rekening is gehouden overeenkomstig artikel 21, lid 1, onder a), iv).
5. Elke gecoördineerde capaciteitscalculator past de verdelingsregels toe die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 21, lid 1, onder b), vi).
6. Elke gecoördineerde capaciteitscalculator neemt de wiskundige beschrijving van de gehanteerde capaciteitsberekeningsaanpak in acht die is vastgesteld overeenkomstig artikel 21, lid 1, onder b), i).
7. Elke gecoördineerde capaciteitscalculator die de stroomgebaseerde aanpak hanteert:
a) |
gebruikt gegevens inzake operationele veiligheidsgrenzen om de maximumstromen in kritische netwerkelementen te berekenen; |
b) |
gebruikt het gemeenschappelijk netwerkmodel, veranderingssleutels betreffende opwekking en onvoorziene gebeurtenissen om de vermogensoverdrachtverdelingsfactoren te berekenen; |
c) |
gebruikt de vermogensoverdrachtverdelingsfactoren om de stromen resulterend uit in het verleden toegewezen zoneoverschrijdende capaciteit in de capaciteitsberekeningsregio te berekenen; |
d) |
berekent de stromen in kritische netwerkelementen voor elk scenario (rekening houdend met onvoorziene gebeurtenissen) en past die aan, uitgaande van de veronderstelling dat er geen zoneoverschrijdende uitwisseling van elektriciteit binnen de capaciteitsberekeningsregio is, met gebruikmaking van de overeenkomstig artikel 21, lid 1, onder b), ii), vastgestelde regels om ongeoorloofde discriminatie tussen interne en zoneoverschrijdende uitwisseling van elektriciteit te voorkomen; |
e) |
berekent, rekening houdend met onvoorziene gebeurtenissen, de beschikbare marges in kritische netwerkelementen die gelijk zijn aan de maximumstromen verminderd met de onder d) bedoelde aangepaste stromen, de betrouwbaarheidsmarges en de stromen resulterend uit de in het verleden toegewezen zoneoverschrijdende capaciteit; |
f) |
past de beschikbare marges in kritische netwerkelementen of de vermogensoverdrachtverdelingsfactoren aan met gebruikmaking van de beschikbare remediërende maatregelen waarmee bij de capaciteitsberekening overeenkomstig artikel 25 rekening moet worden gehouden. |
8. Elke gecoördineerde capaciteitscalculator die de gecoördineerde nettotransmissiecapaciteitsaanpak hanteert:
a) |
gebruikt het gemeenschappelijk netwerkmodel, de veranderingssleutels betreffende opwekking en de onvoorziene gebeurtenissen voor de berekening van de maximale uitwisseling van elektriciteit aan biedzonegrenzen, die gelijk is aan de maximale berekende uitwisseling tussen twee biedzones aan beide zijden van de biedzonegrens, met inachtneming van de operationele veiligheidsgrenzen; |
b) |
past de maximale uitwisseling van elektriciteit aan met gebruikmaking van de remediërende maatregelen waarmee bij de capaciteitsberekening overeenkomstig artikel 25 rekening is gehouden; |
c) |
past de maximale uitwisseling van elektriciteit aan met gebruikmaking van de regels voor het voorkomen van ongeoorloofde discriminatie tussen interne en zoneoverschrijdende uitwisseling van elektriciteit overeenkomstig artikel 21, lid 1, onder b), ii); |
d) |
past de in artikel 21, lid 1, onder b), vi), bedoelde regels toe voor het op efficiënte wijze delen van de elektriciteitsstroomcapaciteiten van kritische netwerkelementen tussen verschillende biedzonegrenzen; |
e) |
berekent de zoneoverschrijdende capaciteit, die gelijk is aan de maximale uitwisseling van elektriciteit, aangepast voor de betrouwbaarheidsmarge en de in het verleden toegewezen zoneoverschrijdende capaciteit. |
9. Elke gecoördineerde capaciteitscalculator werkt samen met de naburige gecoördineerde capaciteitscalculatoren. Naburige TSB's waarborgen een dergelijke samenwerking door de uitwisseling en bevestiging van informatie inzake onderlinge afhankelijkheid met de relevante regionale gecoördineerde capaciteitscalculatoren, voor de doeleinden van capaciteitsberekening en -validatie. Naburige TSB's verstrekken vóór de capaciteitsberekening aan de gecoördineerde capaciteitscalculatoren informatie over de onderlinge afhankelijkheid. Een evaluatie van de accuraatheid van deze informatie en de corrigerende maatregelen wordt waar passend opgenomen in het overeenkomstig artikel 31 opgestelde tweejaarlijks verslag.
10. Elke gecoördineerde capaciteitscalculator:
a) |
stelt stroomgebaseerde parameters vast voor elke biedzone binnen de capaciteitsberekeningsregio, indien zij de stroomgebaseerde aanpak gebruikt, of |
b) |
stelt zoneoverschrijdende-capaciteitswaarden vast voor elke biedzonegrens binnen de capaciteitsberekeningsregio, indien zij de gecoördineerde nettotransmissiecapaciteitsaanpak gebruikt. |
11. Elke gecoördineerde capaciteitscalculator zendt, ter validatie overeenkomstig artikel 21, lid 1, onder c), informatie over de zoneoverschrijdende capaciteit toe aan elke TSB binnen de desbetreffende capaciteitsberekeningsregio.
Artikel 30
Validatie van en verstrekken van informatie over zoneoverschrijdende capaciteit
1. Elke TSB valideert overeenkomstig artikel 26 de resultaten van de regionale capaciteitsberekening voor zijn biedzonegrenzen of kritische netwerkelementen.
2. Elke TSB zendt zijn capaciteitsvalidatie en toewijzingsbeperkingen toe aan de relevante gecoördineerde capaciteitscalculatoren en aan de andere TSB's van de desbetreffende capaciteitsberekeningsregio.
3. Elke gecoördineerde capaciteitscalculator verstrekt informatie over de zoneoverschrijdende capaciteiten en de toewijzingsbeperkingen voor de doeleinden van toewijzing van capaciteit overeenkomstig de artikelen 46 en 58.
Artikel 31
Tweejaarlijks verslag inzake capaciteitsberekening en -toewijzing
1. Uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening stelt het ENTSO voor elektriciteit een verslag inzake capaciteitsberekening en -toewijzing op dat het bij het Agentschap indient.
2. Wanneer het Agentschap daarom verzoekt, stelt het ENTSO voor elektriciteit elk tweede daaropvolgende jaar een verslag inzake capaciteitsberekening en -toewijzing op dat het bij het Agentschap indient.
3. Voor elke biedzone, biedzonegrens en capaciteitsberekeningsregio worden in het verslag inzake capaciteitsberekening en -toewijzing minimaal de volgende aspecten behandeld:
a) |
de gebruikte capaciteitsberekeningsaanpak; |
b) |
statistische indicatoren inzake betrouwbaarheidsmarges; |
c) |
statistische indicatoren inzake de zoneoverschrijdende capaciteit, inclusief in voorkomend geval de toewijzingsbeperkingen voor elk capaciteitsberekeningstijdsbestek; |
d) |
kwaliteitsindicatoren voor de bij de capaciteitsberekening gebruikte informatie; |
e) |
in voorkomend geval, de voorgestelde maatregelen ter verbetering van de capaciteitsberekening; |
f) |
voor regio's waarin de gecoördineerde nettotransmissiecapaciteitsaanpak wordt gebruikt, een analyse waarin wordt nagegaan of aan de in artikel 20, lid 7, gespecificeerde condities nog steeds is voldaan; |
g) |
indicatoren voor het evalueren en op langere termijn volgen van de efficiëntie van de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling, inclusief in voorkomend geval het samensmelten van de capaciteitsberekeningsregio's overeenkomstig artikel 15, lid 3; |
h) |
aanbevelingen voor de verdere ontwikkeling van de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling, inclusief verdere harmonisatie van methodologieën, processen en governanceregelingen. |
4. Na raadpleging van het Agentschap bereiken alle TSB's gezamenlijk overeenstemming over de statistische en kwaliteitsindicatoren voor het verslag. Het Agentschap mag verzoeken om aanpassing van deze indicatoren, voorafgaand aan de overeenstemming van de TSB's of gedurende hun toepassing.
5. Het Agentschap beslist of het tweejaarlijks verslag geheel of gedeeltelijk wordt gepubliceerd.
HOOFDSTUK 2
Configuratie van biedzones
Artikel 32
Herziening van bestaande biedzoneconfiguraties
1. Een herziening van een bestaande biedzoneconfiguratie kan worden gestart door:
a) |
het Agentschap, overeenkomstig artikel 34, lid 7; |
b) |
verscheidene regulerende instanties, ingevolge een aanbeveling van het Agentschap overeenkomstig artikel 34; |
c) |
de TSB's van een capaciteitsberekeningsregio, samen met alle betrokken TSB's waarvan de regelzones, inclusief de interconnectoren, binnen het geografische gebied liggen waarin de biedzoneconfiguratie zal worden geëvalueerd overeenkomstig lid 2, onder a); |
d) |
één enkele regulerende instantie of TSB met de goedkeuring van de bevoegde regulerende instantie, voor de biedzones binnen de regelzone van de TSB, indien de biedzoneconfiguratie een verwaarloosbaar effect heeft op de regelzones van naburige TSB's, inclusief interconnectoren, en een herziening van de biedzoneconfiguratie noodzakelijk is om de efficiëntie te verbeteren of de operationele veiligheid te handhaven; |
e) |
lidstaten in een capaciteitsberekeningsregio. |
2. Wanneer een herziening wordt gestart overeenkomstig lid 1, onder a), b), c) of e), specificeert de entiteit die de herziening start:
a) |
het geografische gebied waarbinnen de biedzoneconfiguratie zal worden geëvalueerd en de naburige geografische gebieden waarvoor met de effecten rekening wordt gehouden; |
b) |
de deelnemende TSB's; |
c) |
de deelnemende regulerende instanties. |
3. Wanneer een herziening wordt gestart overeenkomstig lid 1, onder d), gelden de volgende condities:
a) |
het geografische gebied waarbinnen de biedzoneconfiguratie wordt geëvalueerd, wordt beperkt tot de regelzone van de relevante TSB, inclusief interconnectoren; |
b) |
de TSB van het relevante regelzone is de enige TSB die deelneemt aan de herziening; |
c) |
de bevoegde regulerende instantie is de enige regulerende instantie die deelneemt aan de herziening; |
d) |
de desbetreffende TSB en regulerende instantie stellen respectievelijk de naburige TSB's en regulerende instanties van tevoren in kennis van de start van de herziening met vermelding van de redenen daarvoor, en |
e) |
de voorwaarden voor de herziening worden gespecificeerd en de resultaten van de herziening en het bij de relevante regulerende instanties ingediende voorstel worden gepubliceerd. |
4. Het herzieningsproces bestaat uit twee stappen. Als eerste stap doen de aan de herziening van de biedzoneconfiguratie deelnemende TSB's het volgende:
a) |
in een eerste stap ontwikkelen de aan de herziening van de biedzoneconfiguratie deelnemende TSB's de methodologie en stellen de aannames vast die zullen worden gebruikt in het herzieningsproces, en stellen zij alternatieve biedzoneconfiguraties voor de evaluatie voor; Het voorstel voor de methodologie en de aannames en alternatieve biedzoneconfiguratie worden ingediend bij de deelnemende regulerende instanties, die bevoegd zijn om te verzoeken binnen een termijn van drie maanden gecoördineerde wijzigingen in te dienen. |
b) |
in de tweede stap doen de aan de herziening van de biedzoneconfiguratie deelnemende TSB's het volgende:
|
c) |
na ontvangst van het gezamenlijk voorstel in om de biedzoneconfiguratie te handhaven, dan wel te wijzigen overeenkomstig het bovenstaande punt (iii), bereiken de deelnemende lidstaten of, wanneer aldus bepaald door de lidstaten, de regulerende instanties binnen een termijn van zes maanden overeenstemming over het voorstel om de biedzoneconfiguratie te handhaven, dan wel te wijzigen. |
5. Op verzoek van de TSB's voorzien de NEMO's of marktdeelnemers de aan een herziening van een biedzoneconfiguratie deelnemende TSB's van de nodige informatie om hen in staat te stellen de biedzoneconfiguraties te evalueren. Deze informatie wordt uitsluitend gedeeld onder de deelnemende TSB's met als enige doel de biedzoneconfiguraties te evalueren.
6. Het initiatief voor een herziening van de biedzoneconfiguratie en de resultaten daarvan worden gepubliceerd door het ENTSO voor elektriciteit of, wanneer de herziening is gestart overeenkomstig lid 1, onder d), door de deelnemende TSB.
Artikel 33
Criteria voor herziening van biedzoneconfiguraties
1. Wanneer overeenkomstig artikel 32 een herziening van een biedzoneconfiguratie wordt uitgevoerd, worden minimaal de volgende criteria in acht genomen:
a) |
wat de netwerkveiligheid betreft:
|
b) |
wat de algemene marktefficiëntie betreft:
|
c) |
wat de stabiliteit en robuustheid van de biedzones betreft:
|
2. Een herziening van een biedzone overeenkomstig artikel 32 omvat scenario's die rekening houden met een reeks waarschijnlijke infrastructurele ontwikkelingen gedurende een periode van 10 jaar, startend bij het jaar dat volgt op het jaar waarin het besluit is genomen om een herziening op te starten.
Artikel 34
Geregelde rapportage betreffende de huidige biedzoneconfiguratie door het ENTSO voor elektriciteit en het Agentschap
1. Het Agentschap beoordeelt om de drie jaar de efficiëntie van de huidige biedzoneconfiguratie.
Het Agentschap:
a) |
verzoekt het ENTSO voor elektriciteit om een technisch rapport over de huidige biedzoneconfiguratie op te stellen, en |
b) |
stelt een marktrapport op met een evaluatie van het effect van de huidige biedzoneconfiguratie op de marktefficiëntie. |
2. Het in lid 1, tweede alinea, onder a), bedoelde technisch rapport omvat minimaal:
a) |
een lijst van structurele en andere belangrijke fysieke congesties, inclusief de desbetreffende locaties en frequenties; |
b) |
een analyse van de verwachte ontwikkeling of opheffing van fysieke congesties dankzij investeringen in netwerken of significante wijzigingen van opwekkings- of verbruikspatronen; |
c) |
een analyse van het aandeel van elektriciteitsstromen die niet resulteren uit het capaciteitstoewijzingsmechanisme, in voorkomend geval voor elke capaciteitsberekeningsregio; |
d) |
de congestie-inkomsten en de kosten in verband met de vastheid; |
e) |
een scenario dat betrekking heeft op een tijdsbestek van tien jaar. |
3. Elke TSB verstrekt de gegevens en de analyse die het mogelijk maken op tijdige wijze het technisch rapport op te stellen.
4. Uiterlijk negen maanden nadat het Agentschap daarom heeft verzocht, zendt het ENTSO voor elektriciteit het technisch rapport over de huidige biedzoneconfiguratie toe aan het Agentschap.
5. Het technisch rapport over de huidige biedzoneconfiguratie heeft betrekking op de laatste drie volledige kalenderjaren voorafgaand aan het verzoek van het Agentschap.
6. Onverlet de vertrouwelijkheidsverplichtingen overeenkomstig artikel 13 stelt het ENTSO voor elektriciteit het technisch verslag ter beschikking van aan het publiek.
7. Wanneer in het technisch of marktrapport inefficiënties met betrekking tot de huidige biedzoneconfiguratie worden gemeld, kan het Agentschap de TSB's verzoeken om een herziening van een bestaande biedzoneconfiguratie op te starten overeenkomstig artikel 32, lid 1.
HOOFDSTUK 3
Redispatching en compensatiehandel
Artikel 35
Gecoördineerde redispatching en compensatiehandel
1. Binnen een termijn van 16 maanden na de in artikel 15 bedoelde formele afbakening van de capaciteitsberekeningsregio's werken alle TSB's in elke capaciteitsberekeningsregio een voorstel uit voor een gemeenschappelijke methodologie voor gecoördineerde redispatching en compensatiehandel. Met betrekking tot dit voorstel wordt een raadpleging overeenkomstig artikel 12 gehouden.
2. De methodologie voor gecoördineerde redispatching en compensatiehandel omvat maatregelen van grensoverschrijdend belang en maakt het voor alle TSB's in elke capaciteitsberekeningsregio mogelijk om fysieke congestie daadwerkelijk te verlichten, ongeacht of de redenen voor die fysieke congestie al dan niet voornamelijk buiten hun regelzone vallen. De methodologie voor gecoördineerde redispatching en compensatiehandel houdt rekening met het feit dat de toepassing ervan een aanzienlijke invloed kan hebben op elektriciteitsstromen buiten de regelzone van de TSB.
3. Elke TSB kan alle beschikbare opwekkingseenheden en basislasten redispatchen in overeenstemming met de passende mechanismen en overeenkomsten die voor zijn regelzone, inclusief interconnectoren, gelden.
Binnen een termijn van 26 maanden na de formele afbakening van de capaciteitsberekeningsregio's stellen alle TSB's in elke capaciteitsberekeningsregio na raadpleging overeenkomstig artikel 12 een verslag op met een evaluatie van de geleidelijke coördinatie en harmonisatie van de mechanismen en overeenkomsten, inclusief relevante voorstellen. Dit verslag wordt ter beoordeling voorgelegd aan hun respectieve regulerende instanties. De voorstellen in het verslag moeten voorkomen dat deze mechanismen en overeenkomsten de markt verstoren.
4. Elke TSB onthoudt zich van unilaterale of ongecoördineerde maatregelen voor redispatching en compensatiehandel van grensoverschrijdend belang. Elke TSB coördineert het gebruik van middelen voor redispatching en compensatiehandel, rekening houdend met hun impact op de operationele veiligheid en de economische efficiëntie.
5. Voordat middelen voor redispatching en compensatiehandel worden vastgelegd, verstrekken de relevante opwekkingseenheden en basislasten de TSB's de nodige informatie over de tarieven voor redispatching en compensatiehandel.
De tarieven voor redispatching en compensatiehandel zijn gebaseerd op:
a) |
de tarieven op de relevante elektriciteitsmarkten voor het relevante tijdsbestek, of |
b) |
de kosten van de middelen voor redispatching en compensatiehandel, op transparante wijze berekend op basis van de opgelopen kosten. |
6. De opwekkingseenheden en basislasten verstrekken de relevante TSB's van tevoren alle vereiste informatie voor het berekenen van de kosten voor redispatching en compensatiehandel. Deze informatie wordt uitsluitend voor de doeleinden van redispatching en compensatiehandel gedeeld tussen de desbetreffende TSB's.
HOOFDSTUK 4
Algoritmeontwikkeling
Artikel 36
Algemene bepalingen
1. Alle NEMO's ontwikkelen, actualiseren en gebruiken de volgende algoritmes:
a) |
een prijskoppelingsalgoritme; |
b) |
een continumatchingalgoritme. |
2. De NEMO's zorgen ervoor dat het prijskoppelingsalgoritme en het continumatchingalgoritme voldoen aan de eisen van respectievelijk artikel 39 en artikel 52.
3. Binnen een termijn van 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening ontwikkelen alle NEMO's in samenwerking met TSB's een voorstel voor een back-upmethodologie om te voldoen aan de in artikel 39, respectievelijk artikel 52 uiteengezette verplichtingen. Met betrekking tot dit voorstel wordt een raadpleging overeenkomstig artikel 12 gehouden.
4. Wanneer mogelijk gebruiken de NEMO's reeds goedgekeurde oplossingen voor de efficiënte tenuitvoerlegging van de doelstellingen van deze verordening.
Artikel 37
Algoritmeontwikkeling
1. Uiterlijk acht maanden na de inwerkingtreding van deze verordening:
a) |
dienen alle TSB's gezamenlijk bij alle NEMO's een voorstel in voor een gemeenschappelijke reeks eisen voor een efficiënte capaciteitstoewijzing teneinde de ontwikkeling van het prijskoppelings- en het continumatchingalgoritme mogelijk te maken. In deze eisen worden de functionaliteiten en prestaties gespecificeerd, met inbegrip van uiterste termijnen voor de levering van de resultaten van de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling en bijzonderheden over de in acht te nemen zoneoverschrijdende capaciteit en toewijzingsbeperkingen; |
b) |
dienen alle NEMO's gezamenlijk een voorstel in voor een gemeenschappelijke reeks eisen voor efficiënte matching teneinde de ontwikkeling van het prijskoppelings- en het continumatchingalgoritme mogelijk te maken. |
2. Binnen een termijn van drie maanden na de indiening van de voorstellen van de TSB's en NEMO's voor een gemeenschappelijke reeks eisen overeenkomstig lid 1 werken alle NEMO's een voorstel voor het algoritme uit dat in overeenstemming is met die eisen. In dit voorstel wordt de uiterste termijn aangegeven voor de indiening van de ontvangen orders bij de NEMO's als vereist voor de uitoefening van de MCO-functies overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b).
3. Het in lid 2 bedoelde voorstel wordt voorgelegd aan alle TSB's. Wanneer extra tijd nodig is om dit voorstel op te stellen, werken alle NEMO's, ondersteund door alle TSB's, gedurende een periode van maximaal twee maanden samen om ervoor te zorgen dat het voorstel in overeenstemming is met het bepaalde in de leden 1 en 2.
4. Met betrekking tot de in de leden 1 en 2 bedoelde voorstellen wordt een raadpleging overeenkomstig artikel 12 gehouden.
5. Uiterlijk 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening leggen alle NEMO's het overeenkomstig de leden 2 en 3 ontwikkelde voorstel ter goedkeuring voor aan de regulerende instanties. 6.
6. Uiterlijk twee jaar na de goedkeuring van het voorstel overeenkomstig lid 5 evalueren alle TSB's en alle NEMO's de werking van het prijskoppelingsalgoritme en het continumatchingalgoritme en leggen zij het desbetreffende rapport voor aan het Agentschap. Op verzoek van het Agentschap wordt deze evaluatie vervolgens om de twee jaar herhaald.
HOOFDSTUK 5
Eenvormige day-aheadkoppeling
Artikel 38
Doelstellingen van het prijskoppelingsalgoritme
1. Het prijskoppelingsalgoritme levert de in artikel 39, lid 2, bedoelde resultaten op, op een manier die:
a) |
gericht is op maximalisering van de economische meerwaarde voor eenvormige day-aheadkoppeling voor de prijsgekoppelde regio voor de komende handelsdag; |
b) |
het beginsel van marginale prijsstelling gebruikt op basis waarvan alle aanvaarde biedingen dezelfde prijs krijgen per biedzone en per markttijdseenheid; |
c) |
een efficiënte prijsvorming vergemakkelijkt; |
d) |
de zoneoverschrijdende capaciteit en de toewijzingsbeperkingen in acht neemt; |
e) |
herhaalbaar en schaalbaar is. |
2. Het prijskoppelingsalgoritme wordt op zulke wijze ontwikkeld dat het mogelijk is het toe te passen op een groter of kleiner aantal biedzones.
Artikel 39
Inputs voor en resultaten van het prijskoppelingsalgoritme
1. Om resultaten op te leveren, gebruikt het prijskoppelingsalgoritme:
a) |
de toewijzingsbeperkingen als vastgesteld overeenkomstig artikel 23, lid 3; |
b) |
de resultaten met betrekking tot de zoneoverschrijdende capaciteit als gevalideerd overeenkomstig artikel 30; |
c) |
de overeenkomstig artikel 40 ingediende orders. |
2. Het prijskoppelingsalgoritme levert simultaan voor elke markttijdseenheid minimaal de volgende resultaten op:
a) |
een unieke clearingprijs voor elke zone en markttijdseenheid, in EUR/MWh; |
b) |
een unieke nettopositie voor elke biedzone en elke markttijdseenheid; |
c) |
de informatie waarmee de uitvoeringsstatus van orders kan worden bepaald. |
3. Alle NEMO's waarborgen de accuraatheid en efficiëntie van de door het eenvormige prijskoppelingsalgoritme geproduceerde resultaten.
4. Alle TSB's verifiëren of de resultaten van het prijskoppelingsalgoritme consistent zijn met de zoneoverschrijdende capaciteit en de toewijzingsbeperkingen.
Artikel 40
Producten waarmee rekening wordt gehouden
1. Uiterlijk 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening dienen de NEMO's een gezamenlijk voorstel in betreffende de producten waarmee bij de eenvormige day-aheadkoppeling rekening kan worden gehouden. De NEMO's waken erover dat uit deze producten resulterende orders waarvoor het prijskoppelingsalgoritme wordt gebruikt, zijn uitgedrukt in euro en een verwijzing naar de markttijd bevatten.
2. Alle NEMO's waken erover dat het prijskoppelingsalgoritme in staat is uit deze producten resulterende orders te verwerken die op één markttijdseenheid, dan wel verschillende markttijdseenheden betrekking hebben.
3. Uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening en in elk tweede daarop volgende jaar raadplegen alle NEMO's overeenkomstig artikel 12:
a) |
de marktdeelnemers, om erover te waken dat de beschikbare producten voldoen aan hun behoeften; |
b) |
alle TSB's, om erover te waken dat bij de producten op passende wijze rekening is gehouden met de operationele veiligheid; |
c) |
alle regulerende instanties, om erover te waken dat de beschikbare producten in overeenstemming zijn met de doelstellingen van deze verordening. |
4. Alle NEMO's passen de producten zo nodig aan naargelang van de resultaten van de overeenkomstig lid 3 uitgevoerde raadpleging.
Artikel 41
Maximum- en minimumprijzen
1. Binnen een termijn van 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening werken alle NEMO's, in samenwerking met de relevante TSB's, een voorstel uit betreffende geharmoniseerde maximum- en minimumclearingprijzen die moeten worden gehanteerd in alle aan de eenvormige day-aheadkoppeling deelnemende biedzones. In dit voorstel wordt rekening gehouden met een raming van de waarde van de verloren last.
Met betrekking tot dit voorstel wordt een raadpleging overeenkomstig artikel 12 gehouden.
2. Alle NEMO's leggen het voorstel ter goedkeuring voor aan de regulerende instanties.
Wanneer een lidstaat heeft bepaald dat een andere autoriteit dan de nationale regulerende instantie bevoegd is om maximum- en minimumclearingprijzen op nationaal niveau vast te stellen, bespreekt de regulerende instantie het voorstel met de desbetreffende autoriteit wat de impact ervan op de nationale markten betreft.
Na ontvangst van het goedkeuringsbesluit van alle betrokken regulerende instanties, stellen alle NEMO's de betrokken TSB's onverwijld in kennis van dit besluit.
Artikel 42
Prijsstelling voor zoneoverschrijdende day-aheadcapaciteit
1. De heffing voor de zoneoverschrijdende day-aheadcapaciteit weerspiegelt de marktcongestie en bedraagt het verschil tussen de desbetreffende day-ahead-clearingprijzen van de relevante biedzones.
2. Afgezien van de in lid 1 bedoelde heffing, worden er geen heffingen, zoals onbalansvergoedingen of extra vergoedingen, aangerekend voor zoneoverschrijdende day-aheadcapaciteit.
Artikel 43
Methodologie voor de berekening v geplande uitwisselingen resulterend uit de eenvormige day-aheadkoppeling
1. Binnen een termijn van 16 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening ontwikkelen de TSB's die voornemens zijn geplande uitwisselingen resulterend uit de eenvormige day-aheadkoppeling te berekenen, een voorstel voor een gemeenschappelijke methodologie voor deze berekening. Met betrekking tot dit voorstel wordt een raadpleging overeenkomstig artikel 12 gehouden.
2. De methodologie omvat een beschrijving van de berekening en een lijst van de gegevens die door de relevante NEMO's moeten worden verstrekt aan de calculator betreffende geplande uitwisselingen, opgericht overeenkomstig artikel 8, lid 2, onder g), alsook de termijnen voor het verstrekken van deze gegevens. De uiterste termijn voor het verstrekken van de gegevens is 15.30 uur markttijd day-ahead.
3. De berekening wordt gebaseerd op de nettoposities voor elke markttijdseenheid.
4. Uiterlijk twee jaar na de goedkeuring van het in lid 1 bedoelde voorstel door de regulerende instanties van de betrokken regio evalueren de TSB's die geplande uitwisselingen uitvoeren, de vastgestelde methodologie. Daarna, en op verzoek van de bevoegde regulerende instanties, wordt de methodologie om de twee jaar geëvalueerd.
Artikel 44
Vaststelling van reserveprocedures
Binnen een termijn van 16 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening ontwikkelt elke TSB, in coördinatie met alle andere TSB's in de capaciteitsberekeningsregio, een voorstel voor robuuste en tijdige reserveprocedures om een efficiënte, transparante en niet-discriminerende capaciteitstoewijzing te waarborgen voor gevallen waarin het eenvormige day-aheadkoppelingsproces geen resultaten oplevert.
Met betrekking tot het voorstel tot vaststelling van reserveprocedures wordt een raadpleging overeenkomstig artikel 12 gehouden.
Artikel 45
Regelingen betreffende meer dan één NEMO in een biedzone en voor interconnectoren die niet als TSB zijn gecertificeerd
1. TSB's in biedzones waarin meer dan één NEMO is aangewezen en/of handelsdiensten aanbiedt, of waarin interconnectoren aanwezig zijn die niet als TSB zijn gecertificeerd overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 714/2009, ontwikkelen een voorstel voor zoneoverschrijdende capaciteitstoewijzing en andere noodzakelijke regelingen voor dergelijke biedzones in samenwerking met de betrokken TSB's, NEMO's en exploitanten van interconnectoren die niet als TSB zijn gecertificeerd, teneinde te waarborgen dat de desbetreffende NEMO's en interconnectoren de vereiste gegevens en financiële dekking voor dergelijke regelingen verstrekken. Daarbij moet ervoor worden gezorgd dat additionele TSB's en NEMO's zich bij deze regelingen kunnen aansluiten.
2. Het voorstel wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de relevante nationale regulerende instanties binnen een termijn van vier maanden na de datum waarop meer dan één NEMO is aangewezen en/of handelsdiensten in een biedzone mag aanbieden of wanneer een nieuwe interconnector niet als een TSB is gecertificeerd. Voor bestaande interconnectoren die niet als TSB zijn gecertificeerd, wordt het voorstel ingediend binnen een termijn van vier maanden na de inwerkingtreding van deze verordening.
Artikel 46
Verstrekken van inputgegevens
1. Elke gecoördineerde capaciteitscalculator zorgt ervoor dat informatie over de zoneoverschrijdende capaciteit en toewijzingsbeperkingen op tijdige wijze aan de relevante NEMO's wordt verstrekt opdat die zoneoverschrijdende capaciteit en toewijzingsbeperkingen op de markt kunnen worden bekendgemaakt, uiterlijk om 11.00 uur markttijd day-ahead.
2. Wanneer een gecoördineerde capaciteitscalculator niet in staat is informatie over de zoneoverschrijdende capaciteit en toewijzingsbeperkingen te verstrekken één uur vóór de gate-sluitingstijd van de day-aheadmarkt, stelt die gecoördineerde capaciteitscalculator de relevante NEMO's daarvan in kennis. Deze NEMO's publiceren onmiddellijk een notitie voor de marktdeelnemers.
In dergelijke gevallen verstrekt de gecoördineerde capaciteitscalculator informatie over zoneoverschrijdende capaciteit en toewijzingsbeperkingen uiterlijk 30 minuten vóór de gate-sluitingstijd van de day-aheadmarkt.
Artikel 47
Functionering van de eenvormige day-aheadkoppeling
1. De gate-openingstijd van de day-aheadmarkt is uiterlijk 11.00 uur markttijd day-ahead.
2. De gate-sluitingstijd van de day-aheadmarkt in elke biedzone is 12.00 uur 's middags markttijd day-ahead. TSB's of NEMO's in de regio gebaseerd op de CEE-regio of de buurlanden daarvan kunnen een verschillende gate-sluitingstijd vaststellen totdat deze regio zich heeft aangesloten bij de eenvormige day-aheadkoppeling.
3. Marktdeelnemers dienen alle orders in bij de relevante NEMO's vóór gate-sluitingstijd van de day-aheadmarkt, overeenkomstig de artikelen 39 en 40.
4. Elke NEMO dient de overeenkomstig lid 3 ontvangen orders in met het oog op uitoefening van de MCO-functies overeenkomstig artikel 7, lid 2, en wel uiterlijk op het tijdstip als gespecificeerd door alle NEMO's in het voorstel voor een eenvormig prijskoppelingsalgoritme als bedoeld in artikel 37, lid 5.
5. Orders die in het kader van eenvormige day-aheadkoppeling zijn gematcht, worden als vast beschouwd.
6. De MCO-functies waarborgen de anonimiteit van de ingediende orders.
Artikel 48
Mededeling van resultaten
1. Uiterlijk op het door alle TSB's bepaalde tijdstip als gespecificeerd in de in artikel 37, lid 1, onder a), bedoelde eisen, delen alle NEMO's die MCO-functies uitoefenen, de resultaten van de eenvormige day-aheadkoppeling mede:
a) |
aan alle TSB's, alle gecoördineerde capaciteitscalculatoren en alle NEMO's, wat de in artikel 39, lid 2, onder a) en b), bedoelde resultaten betreft; |
b) |
aan alle NEMO's, wat de in artikel 39, lid 2, onder c), bedoelde resultaten betreft. |
2. Elke TSB verifieert of de resultaten van het prijskoppelingsalgoritme voor de eenvormige day-aheadkoppeling, als bedoeld in artikel 39, lid 2, onder b), zijn berekend overeenkomstig de toewijzingsbeperkingen en de gevalideerde zoneoverschrijdende capaciteit.
3. Elke NEMO verifieert of de resultaten van het prijskoppelingsalgoritme voor de eenvormige day-aheadkoppeling, als bedoeld in artikel 39, lid 2, onder c), zijn berekend overeenkomstig de orders.
4. Elke NEMO informeert de marktdeelnemers zonder ongerechtvaardigde vertraging over de uitvoeringssstatus van hun orders.
Artikel 49
Berekening van geplande uitwisselingen resulterend uit de eenvormige day-aheadkoppeling
1. Elke calculator betreffende geplande uitwisselingen berekent de geplande uitwisselingen tussen biedzones voor elke markttijdseenheid aan de hand van de bij artikel 43 vastgestelde methodologie.
2. Elke calculator betreffende geplande uitwisselingen stelt de relevante NEMO's, centrale tegenpartijen, shipping agents en TSB's in kennis van de overeengekomen geplande uitwisselingen.
Artikel 50
Starten van reserveprocedures
1. In het geval alle NEMO's die MCO-functies uitoefenen, niet in staat zijn alle of een deel van de resultaten van het prijskoppelingsalgoritme binnen de in artikel 37, lid 1, onder a), gespecificeerde termijn te verstrekken, gelden de overeenkomstig artikel 44 vastgestelde reserveprocedures.
2. In gevallen waarin het risico bestaat dat alle NEMO's die MCO-functies uitoefenen, niet in staat zijn alle of een deel van de resultaten binnen de vastgestelde termijn te verstrekken, stellen alle NEMO's alle TSB's daarvan in kennis zodra het risico is vastgesteld. Alle NEMO's die MCO-functies uitoefenen, publiceren onmiddellijk een notitie voor de marktdeelnemers waarin wordt gemeld dat de reserveprocedures kunnen worden gebruikt.
HOOFDSTUK 6
Eenvormige intradaykoppeling
Artikel 51
Doelstellingen van het continumatchingalgoritme
1. Vanaf de gate-openingstijd van de zoneoverschrijdende intradaymarkt tot de gate-sluitingstijd van de zoneoverschrijdende intradaymarkt, bepaalt het continumatchingalgoritme welke orders met het oog op matching moeten worden geselecteerd, op een dergelijke manier dat de matching:
a) |
gericht is op maximalisering van de economische meerwaarde voor eenvormige intradaykoppeling per transactie binnen het tijdsbestek van de intradaymarkt, meer bepaald door de toewijzing van capaciteit aan orders waarvoor een matching op basis van de prijs en indieningstijd haalbaar is; |
b) |
de toewijzingsbeperkingen, als gemeld overeenkomstig artikel 58, lid 1, in acht neemt; |
c) |
de zoneoverschrijdende capaciteit, als gemeld overeenkomstig artikel 58, lid 1, in acht neemt; |
d) |
de eisen voor de mededeling van resultaten, als bedoeld in artikel 60, in acht neemt; |
e) |
herhaalbaar en schaalbaar is. |
2. Het continumatchingalgoritme levert de in artikel 52 bedoelde resultaten op en stemt overeen met de productcapaciteiten en -functionaliteiten overeenkomstig artikel 53.
Artikel 52
Resultaten van het continumatchingalgoritme
1. Alle NEMO's zorgen er in het kader van hun MCO-functie voor dat het continumatchingalgoritme minimaal de volgende resultaten oplevert:
a) |
de uitvoeringsstatus van orders en de prijzen per transactie; |
b) |
een unieke nettopositie voor elke biedzone en markttijdseenheid binnen de intradaymarkt. |
2. Alle NEMO's waarborgen de accuraatheid en efficiëntie van de door het continumatchingalgoritme geproduceerde resultaten.
3. Alle TSB's verifiëren of de resultaten van het continumatchingalgoritme consistent zijn met de zoneoverschrijdende capaciteit en de toewijzingsbeperkingen overeenkomstig artikel 58, lid 2.
Artikel 53
Producten waarmee rekening wordt gehouden
1. Uiterlijk 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening dienen de NEMO's een gezamenlijk voorstel in betreffende de producten waarmee bij de eenvormige intradaykoppeling rekening kan worden gehouden. De NEMO's waken erover dat alle uit deze producten resulterende orders die zijn ingediend om het mogelijk te maken dat de MCO-functies overeenkomstig artikel 7 worden uitgeoefend, zijn uitgedrukt in euro en een verwijzing bevatten naar de markttijd en de markttijdseenheid.
2. Alle NEMO's waken erover dat uit deze producten resulterende orders verenigbaar zijn met de kenmerken van zoneoverschrijdende capaciteit, zodat deze gelijktijdig kunnen worden gematcht.
3. Alle NEMO's waken erover dat het continumatchingalgoritme in staat is orders te verwerken die op één markttijdseenheid, dan wel verschillende markttijdseenheden betrekking hebben.
4. Uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening en in elk tweede daarop volgende jaar raadplegen alle NEMO's overeenkomstig artikel 12:
a) |
de marktdeelnemers, om erover te waken dat de beschikbare producten voldoen aan hun behoeften; |
b) |
alle TSB's, om erover te waken dat bij de producten op passende wijze rekening is gehouden met de operationele veiligheid; |
c) |
alle regulerende instanties, om erover te waken dat de beschikbare producten in overeenstemming zijn met de doelstellingen van deze verordening. |
5. Alle NEMO's passen de producten zo nodig aan naargelang van de resultaten van de overeenkomstig lid 4 uitgevoerde raadpleging.
Artikel 54
Maximum- en minimumprijzen
1. Binnen een termijn van 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening werken alle NEMO's, in samenwerking met de desbetreffende TSB's, een voorstel uit betreffende geharmoniseerde maximum- en minimumclearingprijzen die moeten worden gehanteerd in alle aan de eenvormige intradaykoppeling deelnemende biedzones. In dit voorstel wordt rekening gehouden met een raming van de waarde van de verloren last.
Met betrekking tot dit voorstel wordt een raadpleging overeenkomstig artikel 12 gehouden.
2. Alle NEMO's leggen het voorstel ter goedkeuring voor aan alle regulerende instanties. Wanneer een lidstaat heeft bepaald dat een andere autoriteit dan de nationale regulerende instantie bevoegd is om maximum- en minimumclearingprijzen op nationaal niveau vast te stellen, bespreekt de regulerende instantie het voorstel met de desbetreffende autoriteit wat de impact ervan op de nationale markten betreft.
3. Na ontvangst van het besluit van de betrokken regulerende instanties, stellen alle NEMO's de betrokken TSB's onverwijld in kennis van dit besluit.
Artikel 55
Prijsstelling voor intradaycapaciteit
1. Zodra zij wordt toegepast, weerspiegelt de overeenkomstig artikel 55, lid 3, ontwikkelde eenvormige methodologie voor de prijsstelling voor zoneoverschrijdende intradaycapaciteit de marktcongestie en wordt zij gebaseerd op de feitelijke orders.
2. Voorafgaand aan de goedkeuring van de in lid 3 bedoelde eenvormige methodologie voor de prijsstelling voor zoneoverschrijdende intradaycapaciteit kunnen de TSB's een toewijzingsmechanisme voor zoneoverschrijdende intradaycapaciteit voorstellen met een betrouwbare prijsstelling die consistent is met de eisen van lid 1, dat zij ter goedkeuring voorleggen aan de regulerende instanties van de relevante lidstaten. Dit mechanisme waarborgt dat de prijs van zoneoverschrijdende intradaycapaciteit op het tijdstip van matching van de orders beschikbaar is voor de marktdeelnemers.
3. Binnen een termijn van 24 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening werken alle TSB's een voorstel uit voor een eenvormige methodologie voor de prijsstelling voor zoneoverschrijdende intradaycapaciteit. Met betrekking tot dit voorstel wordt een raadpleging overeenkomstig artikel 12 gehouden.
4. Afgezien van de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde heffingen, worden er geen heffingen, zoals onbalansvergoedingen of extra vergoedingen, aangerekend voor zoneoverschrijdende intradaycapaciteit.
Artikel 56
Methodologie voor de berekening van geplande uitwisselingen resulterend uit de eenvormige intradaykoppeling
1. Binnen een termijn van 16 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening werken de TSB's die voornemens zijn geplande uitwisselingen resulterend uit de eenvormige intradaykoppeling te berekenen, een voorstel uit voor een gemeenschappelijke methodologie voor deze berekening.
Met betrekking tot dit voorstel wordt een raadpleging overeenkomstig artikel 12 gehouden.
2. De methodologie omvat een beschrijving van de berekening en, waar vereist, een lijst van gegevens die door de relevante NEMO's moeten worden verstrekt aan de calculator betreffende geplande uitwisselingen, alsook de termijnen voor het verstrekken van deze gegevens.
3. De berekening van de geplande uitwisselingen wordt gebaseerd op de nettoposities als gespecificeerd in artikel 52, lid 1, onder b).
4. Uiterlijk twee jaar na de in lid 1 bedoelde goedkeuring van het voorstel door de regulerende instanties van de betrokken regio evalueren de relevante TSB's de vastgestelde methodologie. Daarna, en op verzoek van de bevoegde regulerende instanties, evalueren de TSB's de methodologie om de twee jaar.
Artikel 57
Regelingen betreffende meer dan één NEMO in een biedzone en voor interconnectoren die niet door gecertificeerde TSB's worden beheerd
1. TSB's in biedzones waarin meer dan één NEMO is aangewezen en/of handelsdiensten aanbiedt, of waarin interconnectoren aanwezig zijn die niet als TSB zijn gecertificeerd overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 714/2009, ontwikkelen een voorstel voor zoneoverschrijdende capaciteitstoewijzing en andere noodzakelijke regelingen voor dergelijke biedzones in samenwerking met de betrokken TSB's, NEMO's en exploitanten van interconnectoren die niet als TSB zijn gecertificeerd, teneinde te waarborgen dat de desbetreffende NEMO's en interconnectoren de vereiste gegevens en financiële dekking voor dergelijke regelingen verstrekken. Daarbij moet ervoor worden gezorgd dat additionele TSB's en NEMO's zich bij deze regelingen kunnen aansluiten.
2. Het voorstel wordt ter goedkeuring ingediend bij de relevante nationale regulerende instanties binnen een termijn van vier maanden na de datum waarop meer dan één NEMO is aangewezen en/of handelsdiensten in een biedzone mag aanbieden of wanneer een nieuwe interconnector niet als een TSB is gecertificeerd. Voor bestaande interconnectoren die niet als TSB zijn gecertificeerd, wordt het voorstel ingediend binnen een termijn van vier maanden na de inwerkingtreding van deze verordening.
Artikel 58
Verstrekken van inputgegevens
1. Elke gecoördineerde capaciteitscalculator zorgt ervoor dat informatie betreffende de zoneoverschrijdende capaciteit en toewijzingsbeperkingen aan de relevante NEMO's wordt verstrekt uiterlijk 15 minuten vóór de gate-openingstijd van de zoneoverschrijdende intradaymarkt.
2. Wanneer updates van de zoneoverschrijdende capaciteit en toewijzingsbeperkingen vereist zijn ten gevolge van operationele wijzigingen van het transmissiesysteem, stelt elke TSB de gecoördineerde capaciteitscalculatoren in zijn capaciteitsberekeningsregio daarvan in kennis. De gecoördineerde capaciteitscalculatoren stellen daarvan vervolgens de relevante NEMO's in kennis.
3. Indien een gecoördineerde capaciteitscalculator niet in staat is aan lid 1 te voldoen, stelt die gecoördineerde capaciteitscalculator de relevante NEMO's daarvan in kennis. Deze NEMO's publiceren daarover onverwijld een aan alle marktdeelnemers gerichte notitie.
Artikel 59
Werking van de eenvormige intradaykoppeling
1. Uiterlijk 16 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening zijn alle TSB's belast met het voorstellen van de gate-openingstijd van de zoneoverschrijdende intradaymarkt en de gate-sluitingstijd van de zoneoverschrijdende intradaymarkt. Met betrekking tot dit voorstel wordt een raadpleging overeenkomstig artikel 12 gehouden.
2. De gate-sluitingstijd van de zoneoverschrijdende intradaymarkt wordt op een dergelijke manier vastgesteld dat die sluitingstijd:
a) |
de kansen van de marktdeelnemers maximaliseert om hun balansen aan te passen via handel, zo dicht mogelijk bij realtime, binnen het tijdsbestek van de intradaymarkt, en |
b) |
de TSB's en de marktdeelnemers voldoende tijd geeft voor hun plannings- en balanceringsprocessen met het oog op de netwerk- en operationele veiligheid. |
3. Er wordt één gate-sluitingstijd van de zoneoverschrijdende intradaymarkt vastgesteld voor elke markttijdseenheid voor een bepaalde biedzonegrens. Die tijd is maximaal één uur vóór de start van de relevante markttijdseenheid, waarbij rekening wordt gehouden met de relevante balanceringsprocessen met het oog op de operationele veiligheid.
4. De intraday-energiehandel voor een gegeven markttijdseenheid voor een biedzonegrens start niet later dan de gate-openingstijd van de zoneoverschrijdende intradaymarkt van de relevante biedzonegrenzen, en wordt toegestaan tot de gate-sluitingstijd van de zoneoverschrijdende intradaymarkt.
5. Vóór de gate-sluitingstijd van de zoneoverschrijdende intradaymarkt dienen de marktdeelnemers bij de desbetreffende NEMO's alle orders voor een gegeven markttijdseenheid in. Alle NEMO's dienen die orders voor een gegeven markttijdseenheid in met het oog op een unieke matching, en wel onmiddellijk nadat die orders zijn ontvangen van de marktdeelnemers.
6. Orders die in het kader van een eenvormige intradaykoppeling zijn gematcht, worden als vast beschouwd.
7. De MCO-functies waarborgen de anonimiteit van de via een gedeelde orderportefeuille ingediende orders.
Artikel 60
Mededeling van resultaten
1. Alle NEMO's die MCO-functies uitoefenen, delen de resultaten van het continumatchingalgoritme mede:
a) |
aan alle overige NEMO's, wat de resultaten met betrekking tot de uitvoeringsstatus per transactie als gespecificeerd in artikel 52, lid 1, onder a), betreft; |
b) |
aan alle TSB's, wat de resultaten met betrekking tot unieke nettoposities als gespecificeerd in artikel 52, lid 1, onder b), betreft. |
2. Wanneer een NEMO om buiten zijn verantwoordelijkheid vallende redenen niet in staat is om overeenkomstig lid 1, onder a), de resultaten van dit continumatchingalgoritme mede te delen, stelt hij daarvan alle overige NEMO's in kennis.
3. Wanneer een NEMO om buiten zijn verantwoordelijkheid vallende redenen niet in staat is om overeenkomstig lid 1, onder b), de resultaten van dit continumatchingalgoritme mede te delen, stelt hij daarvan alle TSB's en elke calculator betreffende geplande uitwisselingen zo snel als redelijkerwijs mogelijk in kennis. Alle NEMO's stellen de betrokken marktdeelnemers hiervan in kennis.
4. Alle NEMO's zenden de vereiste informatie onverwijld toe aan de marktdeelnemers om ervoor te zorgen dat de in artikel 68 en artikel 73, lid 3, bedoelde maatregelen kunnen worden genomen.
Artikel 61
Berekening van de geplande uitwisselingen resulterend uit de eenvormige intradaykoppeling
1. Elke calculator betreffende geplande uitwisselingen berekent de geplande uitwisselingen tussen biedzones voor elke markttijdseenheid met gebruikmaking van de overeenkomstig artikel 56 vastgestelde methodologie.
2. Elke calculator betreffende geplande uitwisselingen stelt de relevante NEMO's, centrale tegenpartijen, shipping agents en TSB's in kennis van de overeengekomen geplande uitwisselingen.
Artikel 62
Publicatie van marktinformatie
1. Zodra de orders zijn gematcht, publiceert elke NEMO ten behoeve van de relevante marktdeelnemers minimaal de uitvoeringsstatus van de orders en de prijzen per transactie als resulterend uit het continumatchingalgoritme, overeenkomstig artikel 52, lid 1, onder a).
2. Elke NEMO zorgt ervoor dat informatie betreffende de samengevoegde uitgevoerde volumes en prijzen gedurende minimaal 5 jaar publiek beschikbaar worden gesteld in een gemakkelijk toegankelijk formaat. Welke informatie moet worden gepubliceerd, wordt door alle NEMO'S voorgesteld binnen het voorstel voor een continumatchingalgoritme overeenkomstig artikel 37, lid 5.
Artikel 63
Aanvullende regionale veilingen
1. Binnen een termijn van 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening kunnen de relevante NEMO's en TSB's aan biedzonegrenzen gezamenlijk een gemeenschappelijk voorstel indienen voor het ontwerp en de uitvoering van aanvullende regionale intradayveilingen. Met betrekking tot dit voorstel wordt een raadpleging overeenkomstig artikel 12 gehouden.
2. Bovenop de in artikel 51 bedoelde eenvormige intradaykoppelingsoplossing kunnen aanvullende regionale intradayveilingen binnen of tussen biedzones worden uitgevoerd. Om regionale intradayveilingen te kunnen houden, kan de continuhandel binnen en tussen de relevante biedzones vóór de gate-sluitingstijd van de zoneoverschrijdende intradaymarkt gedurende een beperkte periode worden stilgelegd, een periode die de voor het houden van de veiling vereiste minimumtijd en in ieder geval 10 minuten niet mag overschrijden.
3. Bij aanvullende regionale intradayveilingen kan de methodologie voor de prijsstelling van de zoneoverschrijdende intradaycapaciteit verschillen van de overeenkomstig artikel 55, lid 3, vastgestelde methodologie, maar moet die methodologie in ieder geval voldoen aan de in artikel 55, lid 1, bedoelde beginselen.
4. De bevoegde regulerende instanties kunnen het voorstel met betrekking tot aanvullende regionale intradayveilingen goedkeuren wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) |
regionale veilingen mogen geen negatief effect hebben op de liquiditeit van de eenvormige intradaykoppeling; |
b) |
alle zoneoverschrijdende capaciteit wordt toegewezen via de capaciteitsbeheersmodule; |
c) |
de regionale veiling mag geen ongeoorloofde discriminatie tussen marktdeelnemers van aanpalende regio's veroorzaken; |
d) |
de tijdschema's voor regionale veilingen moeten consistent zijn met de eenvormige intradaykoppeling teneinde het voor de marktdeelnemers mogelijk te maken handel te drijven zo dichtbij realtime als mogelijk is; |
e) |
de regulerende instanties hebben de marktdeelnemers in de betrokken lidstaten geraadpleegd. |
5. Minimaal om de twee jaar na vaststelling van het besluit over aanvullende regionale veilingen evalueren de regulerende instanties van de betrokken lidstaten de verenigbaarheid van regionale oplossingen met de eenvormige intradaykoppeling om te waarborgen dat nog steeds aan de hierboven vermelde voorwaarden is voldaan.
Artikel 64
Bepalingen met betrekking tot expliciete toewijzingen
1. Wanneer daarom door de regulerende instanties van de lidstaten van elk van de betrokken biedzonegrenzen gezamenlijk wordt verzocht, voorzien de betrokken TSB's, bovenop impliciete toewijzingen, ook in expliciete toewijzingen, dat wil zeggen capaciteitstoewijzingen los van de elektriciteitshandel, via de capaciteitsbeheersmodule aan biedzonegrenzen.
2. De TSB's aan de betrokken biedzonegrenzen werken gezamenlijk een voorstel uit betreffende de voorwaarden waaraan marktdeelnemers moeten voldoen om deel te nemen aan expliciete toewijzingen. Dit voorstel wordt onderworpen aan de gezamenlijke goedkeuring van de regulerende instanties van de lidstaten van elk van de betrokken biedzonegrenzen.
3. Bij de vaststelling van de capaciteitsbeheersmodule wordt discriminatie vermeden in de gevallen waarin capaciteit simultaan impliciet en expliciet wordt toegewezen. De capaciteitsbeheersmodule bepaalt welke orders met het oog op matching worden geselecteerd en welke expliciete verzoeken om capaciteit worden aanvaard, overeenkomstig een rangschikking op basis van prijs en indieningstijdstip.
Artikel 65
Opheffing van expliciete toewijzingen
1. De betrokken NEMO's werken nauw samen met de betrokken TSB's en raadplegen de marktdeelnemers overeenkomstig artikel 12 teneinde de behoeften van de marktdeelnemers in verband met expliciete capaciteitstoewijzingsrechten te vertalen naar niet-standaard-intradayproducten.
2. Voorafgaand aan een besluit tot opheffing van expliciete toewijzingen, houden de regulerende instanties van de lidstaten van elk van de betrokken biedzonegrenzen gezamenlijk een raadpleging om na te gaan of de voorgestelde niet-standaard-intradayproducten voldoen aan de behoeften van de marktdeelnemers aan intradayhandel.
3. De bevoegde regulerende instanties van de lidstaten van elk van de betrokken biedzonegrenzen hechten gezamenlijk hun goedkeuring aan de geïntroduceerde niet-standaard-producten en de opheffing van expliciete toewijzingen.
Artikel 66
Bepalingen met betrekking tot intradayregelingen
1. De marktdeelnemers waarborgen de voltooiing van de nominatie, clearing en afwikkeling met betrekking tot de expliciete toewijzing van zoneoverschrijdende capaciteit.
2. De marktdeelnemers voldoen aan alle uit expliciete toewijzingen voortkomende financiële verplichtingen met betrekking tot clearing en afwikkeling.
3. De deelnemende TSB's publiceren de relevante informatie met betrekking tot de interconnecties waarop expliciete toewijzing van toepassing is, met inbegrip van de zoneoverschrijdende capaciteit voor expliciete toewijzingen.
Artikel 67
Expliciete verzoeken om capaciteit
Een verzoek om expliciete zoneoverschrijdende capaciteit mag door een marktdeelnemer uitsluitend worden ingediend voor een interconnectie waarvoor de expliciete toewijzing toepasbaar is. Voor elk verzoek om expliciete capaciteit verstrekt de marktdeelnemer volume- en prijsinformatie aan de capaciteitsbeheersmodule. Het volume en de prijs van de expliciet toegewezen capaciteit worden door de relevante TSB's openbaar gemaakt.
HOOFDSTUK 7
Clearing en afwikkeling voor eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling
Artikel 68
Clearing en afwikkeling
1. De centrale tegenpartijen zorgen op tijdige wijze voor de clearing en afwikkeling van alle gematchte orders. De centrale tegenpartijen treden op als de tegenpartij voor marktdeelnemers voor al hun transacties met betrekking tot de financiële rechten en verplichtingen ten gevolge van die transacties.
2. Elke centrale tegenpartij bewaart de anonimiteit tussen de marktdeelnemers.
3. De centrale tegenpartijen treden op als tegenpartij voor elkaar voor de uitwisseling van energie tussen biedzones met betrekking tot de financiële rechten en verplichtingen ten gevolge van die uitwisselingen van energie.
4. Bij dergelijke uitwisselingen wordt rekening gehouden met:
a) |
de nettoposities als resultaat van de toepassing van artikel 39, lid 2, onder b), en artikel 52, lid 1, onder b); |
b) |
de geplande uitwisselingen, berekend overeenkomstig de artikelen 49 en 61. |
5. Elke centrale tegenpartij waarborgt dat voor elke markttijdseenheid:
a) |
er voor het geheel van de biedzones, in voorkomend geval rekening houdend met toewijzingsbeperkingen, geen afwijkingen bestaan tussen de som van de energie die wordt getransporteerd uit alle biedzones met een surplus en de som van de energie die wordt getransporteerd in alle biedzones met een tekort; |
b) |
de elektriciteitsuitvoer en de elektriciteitsinvoer tussen biedzones aan elkaar gelijk zijn, waarbij afwijkingen in voorkomend geval uitsluitend het gevolg kunnen zijn van overwegingen inzake toewijzingsbeperkingen. |
6. Niettegenstaande lid 3 kan een shipping agent als tegenpartij tussen verschillende centrale tegenpartijen voor de uitwisseling van energie optreden indien de betrokken partijen daartoe een specifieke overeenkomst hebben gesloten. Indien geen overeenkomst is bereikt, wordt de uitwisselingsregeling vastgesteld door de regulerende instanties die verantwoordelijk zijn voor de biedzones waartussen de clearing en afwikkeling van de uitwisseling van energie vereist is.
7. Alle centrale tegenpartijen of shipping agents innen de congestie-inkomsten die voortkomen uit de eenvormige day-aheadkoppeling, als gespecificeerd in de artikelen 46 tot en met 48, en uit de eenvormige intradaykoppeling als gespecificeerd in de artikelen 58 tot en met 60.
8. Alle centrale tegenpartijen of shipping agents zorgen ervoor dat de geïnde congestie-inkomsten uiterlijk binnen twee weken na de afwikkelingsdatum worden overgedragen aan de TSB's.
9. Wanneer het tijdschema voor de betalingen tussen twee biedzones niet is geharmoniseerd, zorgen de betrokken lidstaten ervoor dat een entiteit wordt aangewezen om de discrepantie tussen de tijdschema's te beheren en de relevante kosten te dragen.
HOOFDSTUK 8
Vastheid van de toegewezen zoneoverschrijdende capaciteit
Artikel 69
Voorstel voor een uiterste termijn voor de day-aheadvastheid
Binnen een termijn van 16 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening werken alle TSB's een gemeenschappelijk voorstel uit voor een eenvormige uiterste termijn voor de day-aheadvastheid, die niet korter mag zijn dan een half uur vóór de gate-sluitingstijd van de day-aheadmarkt. Met betrekking tot dit voorstel wordt een raadpleging overeenkomstig artikel 12 gehouden.
Artikel 70
Vastheid van day-aheadcapaciteit en toewijzingsbeperkingen
1. Voorafgaand aan de uiterste termijn voor de day-aheadvastheid, kan elke gecoördineerde capaciteitscalculator de zoneoverschrijdende capaciteit en de toewijzingsbeperkingen aanpassen, als medegedeeld aan de relevante NEMO's.
2. Na het aflopen van de uiterste termijn voor de day-aheadvastheid worden alle zoneoverschrijdende capaciteiten en toewijzingsbeperkingen vast voor day-ahead-capaciteitstoewijzing tenzij aan de eisen van artikel 46, lid 2, wordt voldaan, in welk geval de zoneoverschrijdende capaciteit en de toewijzingsbeperkingen vast worden zodra zij zijn voorgelegd aan de desbetreffende NEMO's.
3. Na het aflopen van de uiterste termijn voor de day-aheadvastheid kan niet-toegewezen zoneoverschrijdende capaciteit worden aangepast met het oog op toekomstige toewijzingen.
Artikel 71
Vastheid van intradaycapaciteit
De zoneoverschrijdende intradaycapaciteit wordt vast zodra zij is toegewezen.
Artikel 72
Vastheid in het geval van overmacht of noodsituaties
1. In het geval van overmacht of een noodsituatie als bedoeld in artikel 16, lid 2, van Verordening (EG) nr. 714/2009, waarbij de TSB snel moet optreden en redispatching of compensatiehandel niet mogelijk is, heeft elke TSB het recht om de toegewezen zoneoverschrijdende capaciteit te verminderen. In alle gevallen wordt een dergelijke vermindering op gecoördineerde wijze ten uitvoer gelegd na contactopname met alle direct betrokken TSB's.
2. Een TSB die overmacht of een noodsituatie inroept, publiceert een notitie met een toelichting betreffende de aard van de overmacht of noodsituatie en de verwachte duur ervan. Deze notitie wordt via de NEMO's ter beschikking gesteld van de betrokken marktdeelnemers. Wanneer capaciteit op expliciete wijze aan marktdeelnemers is toegewezen, zendt de TSB die overmacht of een noodsituatie inroept, de notitie rechtstreeks toe aan de contractpartijen aan wie de zoneoverschrijdende capaciteit gedurende het relevante markttijdsbestek is toegewezen.
3. Wanneer toegewezen capaciteit om redenen van een door een TSB ingeroepen overmachts- of noodsituatie wordt verminderd, betaalt die TSB de kosten terug of verstrekt hij een compensatie voor de periode van overmacht of noodsituatie, en wel met inachtneming van de volgende eisen:
a) |
wanneer er impliciete toewijzing is, mogen de centrale tegenpartijen of de shipping agents geen financiële schade oplopen of financiële baten krijgen ten gevolge van een door een dergelijke vermindering veroorzaakte onbalans; |
b) |
in het geval van overmacht, wanneer de capaciteit is toegewezen via expliciete toewijzing, hebben de marktdeelnemers recht op terugbetaling van de prijs die tijdens het expliciete toewijzingsproces voor de capaciteit is betaald; |
c) |
in het geval van een noodsituatie, wanneer de capaciteit is toegewezen via expliciete toewijzing, hebben de marktdeelnemers recht op een compensatie die gelijk is aan het prijsverschil op de relevante markten tussen de betrokken biedzones in het relevante tijdsbestek, of |
d) |
in het geval van een noodsituatie, wanneer de capaciteit is toegewezen via expliciete toewijzing, maar de biedzoneprijs niet is berekend in ten minste één van de twee desbetreffende biedzones in het relevante tijdsbestek, hebben de marktdeelnemers recht op terugbetaling van de prijs die tijdens het expliciete toewijzingsproces voor die capaciteit is betaald. |
4. De TSB die overmacht of een noodsituatie inroept, beperkt de gevolgen en de duur van de overmachts- of noodsituatie.
5. Wanneer een lidstaat dit zo heeft bepaald, evalueert de nationale regulerende instantie op verzoek van de betrokken TSB of een gebeurtenis als een overmachtssituatie kan worden gekwalificeerd.
TITEL III
KOSTEN
HOOFDSTUK 1
Methodologie voor het verdelen van de congestie-inkomsten voor eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling
Artikel 73
Methodologie voor het verdelen van de congestie-inkomsten
1. Binnen een termijn van twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze verordening werken alle TSB's een voorstel uit voor een methodologie voor het delen van de congestie-inkomsten.
2. De overeenkomstig lid 1 uitgewerkte methodologie:
a) |
vergemakkelijkt de efficiënte langetermijnexploitatie en -ontwikkeling van het elektriciteitstransmissiesysteem en de efficiënte werking van de elektriciteitsmarkt van de Unie; |
b) |
voldoet aan de algemene beginselen inzake congestiebeheer als uiteengezet in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 714/2009; |
c) |
maakt een redelijke financiële planning mogelijk; |
d) |
is verenigbaar met de verschillende tijdsbestekken; |
e) |
behelst regelingen om de congestie-inkomsten te verdelen die voortkomen uit de transmissieactiva in het bezit van andere partijen dan de TSB's. |
3. De TSB's verdelen de congestie-inkomsten overeenkomstig de in lid 1 bedoelde methodologie zodra dit redelijkerwijs praktisch is en niet later dan één week nadat de congestie-inkomsten zijn overgedragen overeenkomstig artikel 68, lid 8.
HOOFDSTUK 2
Kostendelingsmethodologie voor redispatching en compensatiehandel voor de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling
Artikel 74
Kostendelingsmethodologie voor redispatching en compensatiehandel
1. Binnen een termijn van 16 maanden nadat het besluit betreffende de capaciteitsberekeningsregio's is genomen, ontwikkelen alle TSB's in elke capaciteitsberekeningsregio een voorstel voor een gemeenschappelijke kostendelingsmethodologie voor redispatching en compensatiehandel.
2. De kostendelingsmethodologie voor redispatching en compensatiehandel omvat kostendelingsoplossingen voor acties van grensoverschrijdende relevantie.
3. De kosten voor redispatching en compensatiehandel die in aanmerking komen voor kostendeling tussen de desbetreffende TSB's worden op een transparante en controleerbare wijze vastgelegd.
4. De kostendelingsmethodologie voor redispatching en compensatiehandel omvat minimaal de volgende aspecten:
a) |
bepaling welke kosten, opgelopen door het gebruik van remediërende maatregelen waarvan de kosten in het kader van de capaciteitsberekening in rekening zijn gebracht en waarvoor een gemeenschappelijk kader voor het gebruik van dergelijke maatregelen is vastgesteld, in aanmerking komen voor kostendeling tussen alle TSB's van een capaciteitsberekeningsregio overeenkomstig de in de artikelen 20 en 21 uiteengezette capaciteitsberekeningsmethodologie; |
b) |
bepaling welke kosten, opgelopen door het gebruik van redispatching of compensatiehandel om de vastheid van de zoneoverschrijdende capaciteit te waarborgen, in aanmerking komen voor kostendeling tussen alle TSB's van een capaciteitsberekeningsregio overeenkomstig de in de artikelen 20 en 21 uiteengezette capaciteitsberekeningsmethodologie; |
c) |
vaststelling van regels voor regionale kostendeling als bepaald overeenkomstig a) en b). |
5. De overeenkomstig lid 1 ontwikkelde methodologie omvat:
a) |
een mechanisme om de feitelijke behoefte aan redispatching of compensatiehandel tussen de betrokken TSB's te verifiëren; |
b) |
een mechanisme om achteraf het gebruik te monitoren van remediërende maatregelen met kosten; |
c) |
een mechanisme om het effect van de remediërende maatregelen te evalueren, gebaseerd op de operationele veiligheid en op economische criteria; |
d) |
een procedure die een verbetering van de remediërende maatregelen mogelijk maakt; |
e) |
een procedure die de monitoring van elke capaciteitsberekeningsregio door de bevoegde regulerende instanties mogelijk maakt. |
6. De overeenkomstig lid 1 ontwikkelde methodologie:
a) |
zorgt tevens voor stimulansen om congestie te beheren, inclusief remediërende maatregelen, en stimuli om op effectieve wijze te investeren; |
b) |
is consistent met de verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden van de betrokken TSB's; |
c) |
zorgt voor een billijke verdeling van kosten en baten tussen de betrokken TSB's; |
d) |
is consistent met andere betrokken mechanismen, onder meer minimaal:
|
e) |
vergemakkelijkt de efficiënte langetermijnontwikkeling en -werking van het pan-Europese geïnterconnecteerde systeem en de efficiënte werking van de pan-Europese elektriciteitsmarkt; |
f) |
vergemakkelijkt de inachtneming van de algemene beginselen voor het congestiebeheer als uiteengezet in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 714/2009; |
g) |
maakt een redelijke financiële planning mogelijk; |
h) |
is verenigbaar met de verschillende tijdsbestekken voor day-ahead- en intradaymarkten, en |
i) |
voldoet aan de beginselen van transparantie en niet-discriminatie. |
7. Uiterlijk op 31 december 2018 hebben alle TSB's van elke capaciteitsberekeningsregio zoveel mogelijk de methodologieën voor het verdelen van de kosten van redispatching en compensatiehandel, toegepast binnen hun respectieve capaciteitsberekeningsregio's, verder geharmoniseerd tussen de regio's.
HOOFDSTUK 3
Terugwinning van de kosten voor capaciteitstoewijzing en congestiebeheer
Artikel 75
Algemene bepalingen inzake kostenterugwinning
1. De kosten met betrekking tot de overeenkomstig artikel 8 aan de TSB's opgelegde verplichtingen, inclusief de in artikel 74 en de artikelen 76 tot en met 79 gespecificeerde kosten, worden beoordeeld door de bevoegde regulerende instanties. De kosten die als redelijk, efficiënt en evenredig zijn beoordeeld, worden op tijdige wijze teruggewonnen door de inning van netwerktarieven of via andere passende mechanismen als bepaald door de bevoegde regulerende instanties.
2. Het aandeel van de lidstaten in de gemeenschappelijke kosten als bedoeld in artikel 80, lid 2, onder a), de regionale kosten als bedoeld in artikel 80, lid 2, onder b), en de nationale kosten als bedoeld in artikel 80, lid 2, onder c), die als redelijk, efficiënt en evenredig zijn beoordeeld, wordt teruggewonnen via NEMO-vergoedingen, netwerktarieven of andere door de bevoegde regulerende instanties vastgestelde passende mechanismen.
3. Wanneer de regulerende instanties daarom verzoeken, verstrekken de relevante TSB's, de NEMO's en de in artikel 78 bedoelde gedelegeerden binnen een termijn van drie maanden na dit verzoek de nodige informatie om een evaluatie van de opgelopen kosten te vergemakkelijken.
Artikel 76
Kosten voor de vaststelling, wijziging en uitvoering van de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling
1. Alle NEMO's nemen de volgende kosten op zich:
a) |
de gemeenschappelijke, regionale en nationale kosten van de vaststelling, actualisering en verdere ontwikkeling van het prijskoppelingsalgoritme en de eenvormige day-aheadkoppeling; |
b) |
de gemeenschappelijke, regionale en nationale kosten van de vaststelling, actualisering en verdere ontwikkeling van het continumatchingalgoritme en de eenvormige intradaykoppeling; |
c) |
de gemeenschappelijke, regionale en nationale kosten van de werking van de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling. |
2. Afhankelijk van de goedkeuring van de betrokken NEMO's, kunnen de TSB's een bijdrage leveren om de in lid 1 bedoelde kosten te dekken op voorwaarde van goedkeuring van de desbetreffende regulerende instanties. In dergelijke gevallen is elke TSB binnen een termijn van twee maanden na ontvangst van een kostenprognose van de betrokken NEMO's gerechtigd om bij de desbetreffende regulerende instantie ter goedkeuring een voorstel betreffende de kostenbijdrage in te dienen.
3. De betrokken NEMO's zijn gerechtigd de in lid 1 bedoelde kosten die niet overeenkomstig lid 2 door TSB's ten laste zijn genomen, uitsluitend wanneer die kosten redelijk en evenredig zijn bevonden, terug te winnen via vergoedingen of andere passende mechanismen op basis van nationale overeenkomsten met de bevoegde regulerende instantie.
Artikel 77
Kosten van clearing en afwikkeling
1. Alle door de centrale tegenpartijen en shipping agents opgelopen kosten kunnen worden teruggewonnen via vergoedingen of andere passende mechanismen op voorwaarde dat zij redelijk en evenredig zijn.
2. De centrale tegenpartijen en de shipping agents streven naar efficiënte clearing- en afwikkelingsregelingen die de genomen risico's weerspiegelen en waarbij onnodige kosten worden vermeden. De grensoverschrijdende clearing- en afwikkelingsregelingen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de desbetreffende nationale regulerende instanties.
Artikel 78
Kosten van vaststelling en uitvoering van het gecoördineerde capaciteitsberekeningsproces
1. Elke TSB draagt individueel de kosten voor het verstrekken van zijn inputs aan het capaciteitsberekeningsproces.
2. Alle TSB's dragen gezamenlijk de kosten voor de versmelting van de individuele netwerkmodellen.
Alle TSB's in elke capaciteitsberekeningsregio dragen de kosten voor de vaststelling en werking van de gecoördineerde capaciteitscalculatoren.
3. Alle door marktdeelnemers opgelopen kosten om te voldoen aan de eisen van deze verordening worden gedragen door die marktdeelnemers.
Artikel 79
Kosten voor het waarborgen van de vastheid
De kosten voor het waarborgen van de vastheid overeenkomstig de artikel 70, lid 2, en artikel 71 worden gedragen door de desbetreffende TSB's, voor zover mogelijk in overeenstemming met artikel 16, lid 6, onder a), van Verordening (EG) nr. 714/2009. Deze kosten omvatten de kosten ten gevolge van de compensatiemechanismen met het oog op het waarborgen van de vastheid van de zoneoverschrijdende capaciteiten alsook de kosten van redispatching, compensatiehandel en onbalans in verband met de compensatie van marktdeelnemers.
Artikel 80
Kostendeling tussen NEMO's en TSB's in verschillende lidstaten
1. Alle betrokken NEMO's en TSB's dienen jaarlijks bij de regulerende instanties een verslag in waarin de kosten voor de totstandbrenging, wijziging en uitvoering van de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling nader zijn toegelicht. Dit verslag wordt gepubliceerd door het Agentschap dat daarbij rekening houdt met gevoelige commerciële informatie. Kosten die direct verband houden met de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling worden duidelijk, afzonderlijk en op verifieerbare wijze gespecificeerd. Het verslag bevat ook alle nadere gegevens betreffende de bijdrage die de TSB's leveren ter dekking van de NEMO-kosten overeenkomstig artikel 76, lid 2.
2. De in lid 1 bedoelde kosten worden uitgesplitst in:
a) |
gemeenschappelijke kosten, resulterend uit gecoördineerde activiteiten van alle NEMO's of TSB's die deelnemen aan de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling; |
b) |
regionale kosten, resulterend uit de activiteiten van in een bepaalde regio samenwerkende NEMO's of TSB's; |
c) |
nationale kosten, resulterend uit activiteiten van de NEMO's of TSB's in de lidstaat in kwestie. |
3. De in lid 2, onder a), bedoelde gemeenschappelijke kosten worden gedeeld tussen de TSB's en NEMO's in de lidstaten en derde landen die aan de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling deelnemen. Om het bedrag te berekenen dat door de TSB's en NEMO's in elke lidstaat en in voorkomend geval in derde landen moet worden betaald, wordt een achtste van de gemeenschappelijke kosten gelijkelijk verdeeld tussen de verschillende lidstaten en derde landen, worden vijf achtsten verdeeld tussen elke lidstaat en elk derde land in verhouding tot hun verbruik, en worden twee achtsten gelijkelijk verdeeld tussen de deelnemende NEMO's. Om rekening te houden met wijzigingen op het gebied van gemeenschappelijke kosten of wijzigingen qua deelnemende TSB's en NEMO's, wordt de berekening van de gemeenschappelijke kosten op gezette tijden aangepast.
4. De NEMO's en TSB's die in een bepaalde regio samenwerken, bereiken gezamenlijk overeenstemming over een voorstel voor het delen van de in lid 2, onder b), bedoelde regionale kosten. Dit voorstel wordt vervolgens individueel goedgekeurd door de bevoegde nationale instanties van elk van de lidstaten in de regio. Als alternatief mogen de in een bepaalde regio samenwerkende NEMO's en TSB's ook de in lid 3 uiteengezette kostendelingsregelingen gebruiken.
5. De kostendelingsbeginselen gelden voor de kosten die zijn opgelopen vanaf de inwerkingtreding van deze verordening. Dit laat de bestaande oplossingen onverlet die worden gebruikt voor de ontwikkeling van de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling, en de kosten die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn opgelopen, moeten worden gedeeld tussen de NEMO's en TSB's op basis van de bestaande regelingen voor dergelijke oplossingen.
TITEL IV
DELEGEREN VAN TAKEN EN MONITORING
Artikel 81
Delegeren van taken
1. Een TSB of NEMO kan zijn in het kader van deze verordening toegewezen taken geheel of gedeeltelijk delegeren aan één of meer derde partijen op voorwaarde dat die derde partijen de desbetreffende taken ten minste even doeltreffend kunnen uitoefenen als de delegerende entiteit. De delegerende entiteit blijft verantwoordelijk voor het waarborgen van de inachtneming van de verplichtingen uit hoofde van deze verordening, met inbegrip van het waarborgen van de toegang tot de vereiste informatie ten behoeve van monitoring door de regulerende instantie.
2. Voorafgaand aan de delegatie heeft de betrokken derde partij duidelijk aan de delegerende partij aangetoond dat zij in staat is te voldoen aan elk van de verplichtingen uit hoofde van deze verordening.
3. Wanneer de in deze verordening gespecificeerde taken geheel of gedeeltelijk aan een derde partij zijn gedelegeerd, zorgt de delegerende partij ervoor dat voordat de taak wordt gedelegeerd passende vertrouwelijkheidsregelingen overeenkomstig de vertrouwelijkheidsverplichtingen van de delegerende partij zijn vastgesteld.
Artikel 82
Monitoring van de tenuitvoerlegging van de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling
1. De entiteit of de entiteiten die de MCO-functies uitoefenen, worden gemonitord door de regulerende instanties of relevante autoriteiten van het grondgebied waarop zij zijn gevestigd. Andere regulerende instanties of relevante autoriteiten en het Agentschap dragen, waar dit adequaat is, bij tot de monitoring. De regulerende instanties of relevante autoriteiten die als eersten verantwoordelijk zijn voor de monitoring van een NEMO en de MCO-functies, werken nauw samen met en geven toegang tot informatie aan andere regulerende instanties en het Agentschap teneinde een passende monitoring van de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling overeenkomstig artikel 38 van Richtlijn 2009/72/EG te waarborgen.
2. De monitoring van de tenuitvoerlegging van de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling door het ENTSO voor elektriciteit overeenkomstig artikel 8, lid 8, van Verordening (EG) nr. 714/2009 heeft met name betrekking op de volgende aspecten:
a) |
de voortgang van en eventuele problemen bij de uitvoering van de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling, inclusief de keuze van de verschillende beschikbare opties in elk land; |
b) |
de voorbereiding van het verslag inzake capaciteitsberekening en -toewijzing, overeenkomstig artikel 31, lid 1; |
c) |
de efficiëntie van de huidige biedzoneconfiguratie in coördinatie met het Agentschap, overeenkomstig artikel 34; |
d) |
de doeltreffendheid van de werking van het prijskoppelingsalgoritme en het continumatchingalgoritme in samenwerking met de NEMO's, overeenkomstig artikel 37, lid 6; |
e) |
de doeltreffendheid van het criterium betreffende de raming van de waarde van de verloren last, overeenkomstig de artikel 41, lid 1, en artikel 54, lid 1, en |
f) |
de evaluatie van de methodologie voor de berekening van geplande uitwisselingen resulterend uit de eenvormige day-aheadkoppeling, overeenkomstig artikel 43, lid 4. |
3. Binnen een termijn van zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening dient het ENTSO voor elektriciteit bij het Agentschap ter advies een monitoringsplan in dat ook betrekking heeft op de in te dienen verslagen en actualiseringen overeenkomstig lid 2.
4. Binnen een termijn van zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening stelt het Agentschap, in samenwerking met het ENTSO voor elektriciteit, een lijst op van de relevante gegevens die door het ENTSO voor elektriciteit aan het Agentschap moeten worden medegedeeld overeenkomstig artikel 8, lid 9, en artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 714/2009. De lijst van relevante gegevens kan worden geactualiseerd. Het ENTSO voor elektriciteit houdt een alomvattend digitaal gegevensarchief in gestandaardiseerd formaat bij met de voor het Agentschap vereiste gegevens.
5. Alle TSB's zenden het ENTSO voor elektriciteit de informatie toe die vereist is om de taken overeenkomstig de leden 2 en 4 uit te voeren.
6. De NEMO's, marktdeelnemers en andere relevante organisaties met betrekking tot eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling dienen, op gezamenlijk verzoek van ENTSO voor elektriciteit en het Agentschap, bij het ENTSO voor elektriciteit de informatie in die vereist is voor de monitoringstaak overeenkomstig de leden 2 en 4, behalve wat de informatie betreft die door de regulerende instanties, het Agentschap of ENTSO voor elektriciteit reeds is ontvangen in de context van hun respectieve taken ter monitoring van de tenuitvoerlegging.
TITEL V
OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 83
Overgangsbepalingen voor Ierland en Noord-Ierland
1. Behalve wat de artikelen 4, 5 en 6 en de deelname aan de ontwikkeling van de voorwaarden of methodologieën betreft, waarvoor de in deze verordening gestelde respectieve termijnen gelden, zijn de eisen van deze verordening tot en met 31 december 2017 niet van toepassing op Ierland en Noord-Ierland.
2. Vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening tot en met 31 december 2017 leggen Ierland en Noord-Ierland voorbereidende overgangsregelingen ten uitvoer. Deze overgangsregelingen:
a) |
vergemakkelijken de overgang naar een volledige tenuitvoerlegging en volledige naleving van deze verordening, en omvatten alle nodige voorbereidende maatregelen voor een volledige tenuitvoerlegging en volledige naleving van deze verordening vanaf 31 december 2017; |
b) |
waarborgen een redelijke mate van integratie met de markten in aanpalende jurisdicties; |
c) |
zorgen minimaal voor:
|
d) |
waarborgen een billijke en niet-discriminerende prijsstelling van interconnectiecapaciteit op de impliciete intradayveilingen; |
e) |
zorgen voor de invoering van billijke, transparante en niet-discriminerende compensatiemechanismen voor het waarborgen van de vastheid; |
f) |
omvatten een door de regulerende instanties goedgekeurd gedetailleerd stappenplan voor Ierland en Noord-Ierland, met mijlpalen voor het bereiken van de volledige tenuitvoerlegging en naleving van deze verordening; |
g) |
zijn onderworpen aan een raadplegingsproces waarbij alle relevante partijen zijn betrokken en waarvan de resultaten naar behoren in acht worden genomen; |
h) |
zijn gerechtvaardigd op basis van een kosten-batenanalyse; |
i) |
hebben geen onrechtmatige effecten op andere jurisdicties. |
3. De regulerende instanties voor Ierland en Noord-Ierland verstrekken het Agentschap ten minste driemaandelijks, of op verzoek van het Agentschap, alle informatie die vereist is om de overgangsregelingen voor de elektriciteitsmarkt op het Ierse eiland en de voortgang naar de volledige tenuitvoerlegging en naleving van deze verordening te kunnen beoordelen.
Artikel 84
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 24 juli 2015.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 211 van 14.8.2009, blz. 15.
(2) Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 1).
(3) Verordening (EU) nr. 543/2013 van de Commissie van 14 juni 2013 betreffende de toezending en publicatie van gegevens inzake de elektriciteitsmarkten en houdende wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 714/2009 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 163 van 15.6.2013, blz. 1).
(4) Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 55).
(5) Verordening (EU) nr. 838/2010 van de Commissie van 23 september 2010 betreffende de vaststelling van richtsnoeren met betrekking tot het vergoedingsmechanisme voor elektriciteitsstromen tussen transmissienetbeheerders en een gemeenschappelijke regelgevingsaanpak voor de transmissietarifering (PB L 250 van 24.9.2010, blz. 5).
25.7.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 197/73 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1223 VAN DE COMMISSIE
van 24 juli 2015
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),
Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 24 juli 2015.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Jerzy PLEWA
Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
AL |
29,8 |
MA |
166,2 |
|
MK |
27,8 |
|
ZZ |
74,6 |
|
0709 93 10 |
AR |
73,3 |
TR |
118,4 |
|
ZZ |
95,9 |
|
0805 50 10 |
AR |
135,4 |
UY |
145,5 |
|
ZA |
151,8 |
|
ZZ |
144,2 |
|
0806 10 10 |
EG |
274,4 |
MA |
243,5 |
|
TN |
195,3 |
|
TR |
158,2 |
|
US |
286,0 |
|
ZZ |
231,5 |
|
0808 10 80 |
AR |
130,2 |
BR |
117,9 |
|
CL |
133,3 |
|
NZ |
152,8 |
|
US |
123,2 |
|
UY |
170,5 |
|
ZA |
121,4 |
|
ZZ |
135,6 |
|
0808 30 90 |
AR |
175,2 |
CL |
134,7 |
|
NZ |
154,4 |
|
ZA |
127,8 |
|
ZZ |
148,0 |
|
0809 10 00 |
TR |
235,6 |
ZZ |
235,6 |
|
0809 29 00 |
TR |
246,7 |
US |
487,6 |
|
ZZ |
367,2 |
|
0809 30 10, 0809 30 90 |
MK |
55,9 |
TR |
202,8 |
|
ZZ |
129,4 |
|
0809 40 05 |
BA |
63,7 |
IL |
124,7 |
|
ZZ |
94,2 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.
25.7.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 197/76 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1224 VAN DE COMMISSIE
van 24 juli 2015
inzake de afgifte van invoercertificaten voor rijst in het kader van de tariefcontingenten die voor de deelperiode juli 2015 zijn geopend bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 188,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 van de Commissie (2) betreft de opening en de wijze van beheer van bepaalde tariefcontingenten voor de invoer van rijst en breukrijst, die overeenkomstig bijlage I bij die uitvoeringsverordening zijn verdeeld over landen van oorsprong en over verscheidene deelperioden. |
(2) |
Juli is de derde deelperiode voor het bij artikel 1, lid 1, onder a), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 vastgestelde contingent en de tweede deelperiode voor de bij artikel 1, lid 1, onder b), c) en d), van die uitvoeringsverordening vastgestelde contingenten. |
(3) |
Blijkens de gegevens die overeenkomstig artikel 8, onder a), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 zijn verstrekt, hebben de aanvragen die overeenkomstig artikel 4, lid 1, van die uitvoeringsverordening gedurende de eerste tien werkdagen van juli 2015 zijn ingediend voor het contingent met volgnummer 09.4166, betrekking op een hoeveelheid die groter is dan de beschikbare hoeveelheid. Bijgevolg dient door vaststelling van de toewijzingscoëfficiënt die op de voor het betrokken contingent (de betrokken contingenten) aangevraagde hoeveelheid moet worden toegepast en die overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (3) wordt berekend, te worden bepaald in hoeverre de invoercertificaten kunnen worden afgegeven. |
(4) |
Uit de bovenbedoelde gegevens blijkt ook dat de aanvragen die overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 gedurende de eerste tien werkdagen van juli 2015 zijn ingediend voor de contingenten met de volgnummers 09.4127 — 09.4128 — 09.4129 — 09.4148 — 09.4149 — 09.4150 — 09.4152 — 09.4153 en 09.4154, betrekking hebben op een hoeveelheid die kleiner is dan de beschikbare hoeveelheid. |
(5) |
Voorts dient voor de contingenten met de volgnummers 09.4127 — 09.4128 — 09.4129 — 09.4130 — 09.4148 — 09.4112 — 09.4116 — 09.4117 — 09.4118 — 09.4119 en 09.4166 overeenkomstig artikel 5, eerste alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 de totale hoeveelheid te worden vastgesteld die beschikbaar is voor de volgende deelperiode. |
(6) |
Met het oog op een efficiënt beheer van de procedure voor de afgifte van invoercertificaten dient deze verordening onmiddellijk na de bekendmaking ervan in werking te treden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Op grond van de aanvragen voor certificaten voor de invoer van rijst in het kader van het bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 vastgestelde contingent met het volgnummer 09.4166, die gedurende de eerste tien werkdagen van juli 2015 zijn ingediend, worden certificaten afgegeven voor de aangevraagde hoeveelheden, vermenigvuldigd met de in de bijlage bij de onderhavige verordening vastgestelde toewijzingscoëfficiënt.
2. De totale hoeveelheid die in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 vastgestelde contingenten met de volgnummers 09.4127 — 09.4128 — 09.4129 — 09.4130 — 09.4148 — 09.4112 — 09.4116 — 09.4117 — 09.4118 — 09.4119 en 09.4166 beschikbaar is voor de volgende deelperiode, wordt vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 24 juli 2015.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Jerzy PLEWA
Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 van de Commissie van 7 december 2011 inzake de opening en de wijze van beheer van bepaalde tariefcontingenten voor de invoer van rijst en breukrijst (PB L 325 van 8.12.2011, blz. 6).
(3) Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13).
BIJLAGE
Hoeveelheden die overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 voor de deelperiode juli 2015 moeten worden toegewezen, dan wel beschikbaar zijn voor de daaropvolgende deelperiode
a) |
Bij artikel 1, lid 1, onder a), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 vastgesteld contingent voor volwitte of halfwitte rijst van GN-code 1006 30:
|
b) |
Bij artikel 1, lid 1, onder b), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 vastgesteld contingent voor gedopte rijst van GN-code 1006 20:
|
c) |
Bij artikel 1, lid 1, onder c), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 vastgesteld contingent voor breukrijst van GN-code 1006 40 00:
|
d) |
Bij artikel 1, lid 1, onder d), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 vastgesteld contingent voor volwitte of halfwitte rijst van GN-code 1006 30:
|
(1) De aanvragen hebben betrekking op hoeveelheden die kleiner zijn dan of gelijk zijn aan de beschikbare hoeveelheden; alle aanvragen zijn derhalve ontvankelijk.
(2) Voor deze deelperiode zijn geen hoeveelheden beschikbaar.
(3) Voor deze deelperiode wordt geen toewijzingscoëfficiënt toegepast; de Commissie is geen enkele certificaataanvraag meegedeeld.
(4) De aanvragen hebben betrekking op hoeveelheden die kleiner zijn dan of gelijk zijn aan de beschikbare hoeveelheden; alle aanvragen zijn derhalve ontvankelijk.
(5) Voor deze deelperiode wordt geen toewijzingscoëfficiënt toegepast; de Commissie is geen enkele certificaataanvraag meegedeeld.
(6) Voor deze deelperiode zijn geen hoeveelheden beschikbaar.