|
ISSN 1977-0758 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 191 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
58e jaargang |
|
Inhoud |
|
I Wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
|
* |
||
|
|
* |
|
|
|
Rectificaties |
|
|
|
* |
||
|
|
* |
|
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
|
17.7.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 191/1 |
VERORDENING (EU) 2015/1145 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 8 juli 2015
betreffende de vrijwaringsmaatregelen bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat
(codificatie)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Verordening (EEG) nr. 2841/72 van de Raad (2) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (3). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van die verordening te worden overgegaan. |
|
(2) |
Op 22 juli 1972 is te Brussel een Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat (4) („de Overeenkomst”) ondertekend. |
|
(3) |
Het is noodzakelijk te bepalen op welke wijze de vrijwaringsclausules en de beschermende maatregelen van de artikelen 22 tot en met 27 van de Overeenkomst ten uitvoer worden gelegd. |
|
(4) |
De uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausules van de Overeenkomst vereist eenvormige voorwaarden voor de vaststelling van vrijwaringsmaatregelen. Die maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (5). |
|
(5) |
De Commissie moet onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vaststellen indien dit, in de naar behoren gemotiveerde gevallen bedoeld in de artikelen 24, 24 bis en 26 van de Overeenkomst of in het geval van steunmaatregelen bij de uitvoer die een rechtstreekse en onmiddellijke invloed op het handelsverkeer hebben, om dwingende redenen van urgentie vereist is, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De Commissie kan besluiten zich tot het Gemengd Comité dat is ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat („de Overeenkomst”) te wenden inzake de maatregelen bedoeld in de artikelen 22, 24, 24 bis en 26 van de Overeenkomst. In voorkomend geval stelt de Commissie die maatregelen vast volgens de in artikel 6, lid 2, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure.
De Commissie stelt de lidstaten ervan in kennis indien zij besluit een zaak aan het Gemengd Comité voor te leggen.
Artikel 2
1. In geval van gedragingen die toepassing door de Unie van de in artikel 23 van de Overeenkomst bedoelde maatregelen zouden kunnen rechtvaardigen, besluit de Commissie, na onderzoek van het dossier, uit eigen beweging of op verzoek van een lidstaat, of deze gedragingen met de Overeenkomst verenigbaar zijn. In voorkomend geval stelt de Commissie vrijwaringsmaatregelen vast volgens de onderzoeksprocedure van artikel 6, lid 2, van deze verordening.
2. In geval van gedragingen die de Unie zouden kunnen doen blootstellen aan vrijwaringsmaatregelen op grond van artikel 23 van de Overeenkomst, besluit de Commissie, na onderzoek van het dossier, of deze gedragingen verenigbaar zijn met de beginselen neergelegd in de Overeenkomst. Zij doet in voorkomend geval passende aanbevelingen.
Artikel 3
In geval van gedragingen die toepassing, door de Unie, van de in artikel 25 van de Overeenkomst bedoelde maatregelen zouden kunnen rechtvaardigen, zijn de procedures van Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad (6) en Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (7) van toepassing.
Artikel 4
1. Indien uitzonderlijke omstandigheden een onmiddellijk ingrijpen vereisen in de gevallen bedoeld in de artikelen 24, 24 bis en 26 van de Overeenkomst, alsmede in het geval van steunmaatregelen bij de uitvoer die een rechtstreekse en onmiddellijke invloed op het handelsverkeer hebben, kunnen de in artikel 27, lid 3, onder e), van de Overeenkomst bedoelde beschermende maatregelen door de Commissie worden vastgesteld volgens de in artikel 6, lid 2, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure of, in spoedeisende gevallen, in overeenstemming met artikel 6, lid 3, van deze verordening.
2. Wanneer een lidstaat de Commissie om maatregelen heeft verzocht, neemt de Commissie binnen vijf werkdagen na de ontvangst van het verzoek een besluit ter zake.
Artikel 5
De in artikel 27, lid 2, van de Overeenkomst bedoelde kennisgeving van de Unie aan het Gemengd Comité van de Overeenkomst, wordt door de Commissie verricht.
Artikel 6
1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) 2015/478 van het Europees Parlement en de Raad (8) opgerichte Comité vrijwaringsmaatregelen. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 8 in samenhang met artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
Artikel 7
De Commissie neemt in haar jaarlijks verslag aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing en uitvoering van handelsbeschermende maatregelen, bedoeld in artikel 22 bis van Verordening (EG) nr. 1225/2009, informatie op over de uitvoering van deze verordening.
Artikel 8
Verordening (EEG) nr. 2841/72 wordt ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar deze verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.
Artikel 9
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Straatsburg, 8 juli 2015.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
M. SCHULZ
Voor de Raad
De voorzitter
N. SCHMIT
(1) Standpunt van het Europees Parlement van 19 mei 2015 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 15 juni 2015.
(2) Verordening (EEG) nr. 2841/72 van de Raad van 19 december 1972 betreffende de vrijwaringsmaatregelen bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat (PB L 300 van 31.12.1972, blz. 284).
(3) Zie bijlage I.
(4) PB L 300 van 31.12.1972, blz. 189.
(5) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(6) Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (PB L 188 van 18.7.2009, blz. 93).
(7) Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).
(8) Verordening (EU) 2015/478 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer (PB L 83 van 27.3.2015, blz. 16).
BIJLAGE I
INGETROKKEN VERORDENING MET OVERZICHT VAN DE ACHTEREENVOLGENDE WIJZIGINGEN ERVAN
|
Verordening (EEG) nr. 2841/72 van de Raad |
|
|
Verordening (EEG) nr. 643/90 van de Raad |
|
|
Verordening (EU) nr. 37/2014 van het Europees Parlement en de Raad |
Uitsluitend punt 1 van de bijlage |
BIJLAGE II
CONCORDANTIETABEL
|
Verordening (EEG) nr. 2841/72 |
De onderhavige verordening |
|
Artikelen 1 t/m 4 |
Artikelen 1 t/m 4 |
|
Artikel 6 |
Artikel 5 |
|
Artikel 7 |
Artikel 6 |
|
Artikel 8 |
Artikel 7 |
|
— |
Artikel 8 |
|
— |
Artikel 9 |
|
— |
Bijlage I |
|
— |
Bijlage II |
|
17.7.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 191/6 |
VERORDENING (EU) 2015/1146 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 8 juli 2015
tot vaststelling van de overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1306/2013 op de rechtstreekse betalingen toe te passen aanpassingscoëfficiënt voor het kalenderjaar 2015
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Krachtens artikel 25 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) dient een reserve met als doel het beschikbaar stellen van aanvullende steun voor de landbouwsector in geval van ernstige crisissituaties die de landbouwproductie of -distributie treffen, te worden aangelegd door aan het begin van elk jaar een vermindering op de rechtstreekse betalingen toe te passen door middel van het in artikel 26 van die verordening bedoelde mechanisme voor financiële discipline. |
|
(2) |
Om zeker te stellen dat de in Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad (4) vermelde jaarlijkse maxima ter financiering van de marktgerelateerde uitgaven en de rechtstreekse betalingen worden gerespecteerd, moet krachtens artikel 26, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 een aanpassingscoëfficiënt voor de rechtstreekse betalingen worden vastgesteld wanneer de ramingen voor de financiering van de maatregelen die in het kader van dit submaximum voor een bepaald begrotingsjaar worden gefinancierd, erop wijzen dat de toepasselijke jaarlijkse maxima zullen worden overschreden. |
|
(3) |
Het bedrag van de reserve voor crisissituaties in de landbouwsector, dat zal worden opgenomen in de ontwerpbegroting van de Commissie voor 2016, bedraagt in totaal 441,6 miljoen EUR (lopende prijzen). Om dit bedrag te financieren, moet het mechanisme voor financiële discipline van toepassing zijn op de rechtstreekse betalingen die voor het kalenderjaar 2015 worden gedaan in het kader van de steunregelingen in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad (5). |
|
(4) |
Uit de voorlopige ramingen voor de rechtstreekse betalingen en marktgerelateerde uitgaven die in de ontwerpbegroting van de Commissie voor 2016 moeten worden bepaald, blijkt dat geen extra financiële discipline vereist is. |
|
(5) |
Krachtens artikel 26, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 moet de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel betreffende de aanpassingscoëfficiënt indienen uiterlijk op 31 maart van het kalenderjaar waarop die aanpassing van toepassing is. |
|
(6) |
Landbouwers die een steunaanvraag voor rechtstreekse betalingen voor een bepaald kalenderjaar (N) indienen, ontvangen de betaling doorgaans binnen een vastgestelde betalingstermijn die in het begrotingsjaar N + 1 valt. De lidstaten mogen echter, binnen bepaalde termijnen, betalingen aan landbouwers doen nadat deze betalingstermijn is verstreken. Dergelijke betalingen kunnen in een later begrotingsjaar worden gedaan. Bij de toepassing van de financiële discipline voor een bepaald kalenderjaar mag de aanpassingscoëfficiënt niet worden toegepast op betalingen waarvoor steunaanvragen zijn ingediend in andere kalenderjaren dan die waarvoor de financiële discipline geldt. Daarom moet met het oog op een gelijke behandeling van de landbouwers worden bepaald dat de aanpassingscoëfficiënt alleen wordt toegepast op betalingen waarvoor steunaanvragen zijn ingediend in het kalenderjaar waarvoor de financiële discipline geldt, ongeacht het moment waarop de betaling aan de landbouwers wordt gedaan. |
|
(7) |
In artikel 8, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 is bepaald dat de overeenkomstig artikel 26 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 bepaalde aanpassingscoëfficiënt voor rechtstreekse betalingen alleen van toepassing is op rechtstreekse betalingen van meer dan 2 000 EUR die in het desbetreffende kalenderjaar aan een landbouwer worden toegekend. Voorts is in artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 bepaald dat ingevolge de geleidelijke invoering van rechtstreekse betalingen de aanpassingscoëfficiënt pas vanaf 1 januari 2016 van toepassing is op Bulgarije en Roemenië en pas vanaf 1 januari 2022 op Kroatië. Het bij deze verordening bepaalde aanpassingscoëfficiënt mag dus niet van toepassing zijn op betalingen aan landbouwers in deze lidstaten. |
|
(8) |
Op grond van artikel 26, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 kan de Commissie tot 1 december 2015 de bij deze verordening bepaalde aanpassingscoëfficiënt aanpassen op basis van nieuwe informatie waarover zij beschikt, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Met het oog op de toepassing van de aanpassingscoëfficiënt in overeenstemming met de artikelen 25 en 26 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, en overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013, worden de rechtstreekse betalingen van meer dan 2 000 EUR die aan landbouwers worden toegekend voor een voor het kalenderjaar 2015 ingediende steunaanvraag in het kader van in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1307/2013 bedoelde steunregelingen, verminderd met een aanpassingscoëfficiënt van 1,393041 %.
2. De in lid 1 bedoelde vermindering geldt niet voor Bulgarije, Kroatië en Roemenië.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Straatsburg, 8 juli 2015.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
M. SCHULZ
Voor de Raad
De voorzitter
N. SCHMIT
(1) Advies van 22 april 2015 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) Standpunt van het Europees Parlement van 9 juni 2015 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 15 juni 2015.
(3) Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).
(4) Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).
(5) Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608).
Rectificaties
|
17.7.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 191/8 |
Rectificatie van Verordening (EU) nr. 1051/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 562/2006 teneinde te voorzien in gemeenschappelijke regels inzake de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen in uitzonderlijke omstandigheden
( Publicatieblad van de Europese Unie L 295 van 6 november 2013 )
Bladzijde 4, artikel 1, punt 1):
in plaats van:
|
„1) |
aan titel II wordt het volgende hoofdstuk toegevoegd: „HOOFDSTUK IV bis Specifieke maatregelen in geval van ernstige gebreken met betrekking tot het buitengrenstoezicht Artikel 19 bis Maatregelen aan de buitengrenzen en ondersteuning door het agentschap 1. […]”, |
te lezen:
|
„1) |
aan titel II wordt het volgende hoofdstuk toegevoegd: „HOOFDSTUK IV bis Specifieke maatregelen in geval van ernstige gebreken met betrekking tot het buitengrenstoezicht Artikel 19 ter Maatregelen aan de buitengrenzen en ondersteuning door het agentschap 1. […]”. |
|
17.7.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 191/9 |
Rectificatie van Verordening (EU) nr. 70/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 18 januari 2012 betreffende de statistische registratie van het goederenvervoer over de weg
( Publicatieblad van de Europese Unie L 32 van 3 februari 2012 )
Bladzijde 15, bijlage VII, tabel van landencodes, onder a), tweede kolom, „Code”, met betrekking tot Griekenland
in plaats van:
„GR”,
te lezen:
„EL”.