ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 117

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

58e jaargang
8 mei 2015


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

 

*

Besluit (EU) 2015/733 van de Raad van 9 oktober 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, en de voorlopige toepassing van het aanvullende protocol bij de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie

1

 

 

Aanvullend protocol bij de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie

3

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) 2015/734 van de Raad van 7 mei 2015 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 224/2014 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek

11

 

*

Verordening (EU) 2015/735 van de Raad van 7 mei 2015 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 748/2014

13

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/736 van de Commissie van 7 mei 2015 tot instelling van een verbod op het binnenbrengen in de Unie van specimens van bepaalde in het wild levende dier- en plantensoorten

25

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/737 van de Commissie van 7 mei 2015 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

45

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU) 2015/738 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag EGF/2014/017 FR/Mory-Ducros, ingediend door Frankrijk)

47

 

*

Besluit (GBVB) 2015/739 van de Raad van 7 mei 2015 houdende wijziging van Besluit 2013/798/GBVB betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek

49

 

*

Besluit (GBVB) 2015/740 van de Raad van 7 mei 2015 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan en tot intrekking van Besluit 2014/449/GBVB

52

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

8.5.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 117/1


BESLUIT (EU) 2015/733 VAN DE RAAD

van 9 oktober 2014

betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, en de voorlopige toepassing van het aanvullende protocol bij de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 217, juncto artikel 218, lid 5,

Gezien de Akte betreffende de toetreding van Kroatië, en met name artikel 6, lid 2, tweede alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 24 september 2012 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen met de Republiek Zuid-Afrika namens de Unie, haar lidstaten en de Republiek Kroatië, met het oog op de sluiting van een aanvullend protocol bij de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds (1), om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie („het protocol”).

(2)

Deze onderhandelingen zijn met succes afgerond op 19 mei 2014.

(3)

Het protocol moet namens de Unie en haar lidstaten worden ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum.

(4)

Het protocol moet voorlopig worden toegepast,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De ondertekening namens de Unie en haar lidstaten van het aanvullende protocol bij de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie, wordt goedgekeurd, onder voorbehoud van de sluiting van het protocol.

De tekst van het protocol is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) om het protocol, namens de Unie en haar lidstaten, te ondertekenen.

Artikel 3

Het protocol wordt voorlopig toegepast overeenkomstig artikel 6, lid 3, ervan.

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is om de in artikel 6, lid 3, van het protocol bedoelde kennisgeving te verrichten.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 9 oktober 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

A. ALFANO


(1)  De tekst van de Overeenkomst is bekendgemaakt in PB L 311 van 4.12.1999, blz. 3.


8.5.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 117/3


AANVULLEND PROTOCOL

bij de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie

HET KONINKRIJK BELGIË,

DE REPUBLIEK BULGARIJE,

DE TSJECHISCHE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK DENEMARKEN,

DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,

DE REPUBLIEK ESTLAND,

IERLAND,

DE HELLEENSE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK SPANJE,

DE FRANSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK KROATIË,

DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK CYPRUS,

DE REPUBLIEK LETLAND,

DE REPUBLIEK LITOUWEN,

HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,

HONGARIJE,

DE REPUBLIEK MALTA,

HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,

DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,

DE REPUBLIEK POLEN,

DE PORTUGESE REPUBLIEK,

ROEMENIË,

DE REPUBLIEK SLOVENIË,

DE SLOWAAKSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK FINLAND,

HET KONINKRIJK ZWEDEN,

HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,

Verdragsluitende partijen bij het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, hierna de „lidstaten van de Europese Unie” genoemd, vertegenwoordigd door de Raad van de Europese Unie,

en

DE EUROPESE UNIE,

enerzijds, en

DE REPUBLIEK ZUID-AFRIKA, hierna „Zuid-Afrika” genoemd,

anderzijds,

hierna gezamenlijk „de overeenkomstsluitende partijen” genoemd,

OVERWEGENDE dat de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds (hierna de „Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking” genoemd), op 11 oktober 1999 te Pretoria is ondertekend en op 1 mei 2004 in werking is getreden,

OVERWEGENDE dat het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie op 9 december 2011 is ondertekend en op 1 juli 2013 in werking is getreden,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

De Republiek Kroatië wordt partij bij de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking en op dezelfde wijze als de andere lidstaten van de Europese Unie keurt zij de teksten van de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking, met inbegrip van de daaraan gehechte bijlagen en protocollen, alsmede de aan de slotakte gehechte verklaringen goed en neemt zij er nota van.

HOOFDSTUK I

WIJZIGINGEN VAN DE TEKST VAN DE OVEREENKOMST INZAKE HANDEL, ONTWIKKELING EN SAMENWERKING EN DE DAARAAN GEHECHTE BIJLAGEN EN PROTOCOLLEN

Artikel 2

Talen en aantal originelen

1.   De tekst van artikel 108 van de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking wordt vervangen door de volgende tekst:

„Artikel 108

Deze overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal en in de officiële talen van Zuid-Afrika andere dan het Engels, namelijk het Sepedi, het Sesotho, het Setswana, het siSwati, het Tshivenda, het Xitsonga, het Afrikaans, het isiNdebele, het isiXhosa en het isiZulu, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.”

2.   De Europese Unie communiceert aan Zuid-Afrika de Kroatische taalversie van de overeenkomst.

Artikel 3

Oorsprongsregels

Protocol nr. 1 bij de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 16, lid 4, wordt vervangen door:

„4.   Op achteraf afgegeven certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 moet een van de volgende vermeldingen worden aangebracht:

BG

„ИЗДАДЕН ВПОСЛЕДСТВИЕ”

ES

„EXPEDIDO A POSTERIORI”

CS

„VYSTAVENO DODATEČNĚ”

DA

„UDSTEDT EFTERFØLGENDE”

DE

„NACHTRÄGLICH AUSGESTELLT”

ET

„TAGANTJÄRELE VÄLJA ANTUD”

EL

„ΕΚΔΟΘΕΝ ΕΚ ΤΩΝ ΥΣΤΕΡΩΝ”

EN

„ISSUED RETROSPECTIVELY”

FR

„DÉLIVRÉ A POSTERIORI”

HR

„IZDANO NAKNADNO”

IT

„RILASCIATO A POSTERIORI”

LV

„IZSNIEGTS RETROSPEKTĪVI”

LT

„RETROSPEKTYVUSIS IŠDAVIMAS”

HU

„KIADVA VISSZAMENŐLEGES HATÁLLYAL”

MT

„MAĦRUĠ RETROSPETTIVAMENT”

NL

„AFGEGEVEN A POSTERIORI”

PL

„WYSTAWIONE RETROSPEKTYWNIE”

PT

„EMITIDO A POSTERIORI”

RO

„EMIS A POSTERIORI”

SL

„IZDANO NAKNADNO”

SK

„VYDANÉ DODATOČNE”

FI

„ANNETTU JÄLKIKÄTEEN”

SV

„UTFÄRDAT I EFTERHAND”.”

.

2)

Artikel 17, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   Op het aldus afgegeven duplicaat wordt een van de volgende aantekeningen aangebracht:

BG

„ДУБЛИКАТ”

ES

„DUPLICADO”

CS

„DUPLIKÁT”

DA

„DUPLIKAT”

DE

„DUPLIKAT”

ET

„DUPLIKAAT”

EL

„ΑΝΤΙΓΡΑΦΟ”

EN

„DUPLICATE”

FR

„DUPLICATA”

HR

„DUPLIKAT”

IT

„DUPLICATO”

LV

„DUBLIKĀTS”

LT

„DUBLIKATAS”

HU

„MÁSODLAT”

MT

„DUPLIKAT”

NL

„DUPLICAAT”

PL

„DUPLIKAT”

PT

„SEGUNDA VIA”

RO

„DUPLICAT”

SL

„DVOJNIK”

SK

„DUPLIKÁT”

FI

„KAKSOISKAPPALE”

SV

„DUPLIKAT”.”

.

3)

Bijlage IV wordt vervangen door:

„BIJLAGE IV

FACTUURVERKLARING

Bij het opstellen van de factuurverklaring, waarvan de tekst hieronder is weergegeven, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. De tekst van de voetnoten behoeft echter niet te worden overgenomen.

Bulgaarse versie

Износителят на продуктите, обхванати от този документ (митническо разрешение  (1)) декларира, че освен кьдето е отбелязано друго, тези продукти са с … преференциален произход (2).

Spaanse versie

El exportador de los productos incluidos en el presente documento [autorización aduanera no (1)] declara que, salvo indicación en sentido contrario, estos productos gozan de un origen preferencial … (2).

Tsjechische versie

Vývozce výrobků uvedených v tomto dokumentu (číslo povolení … (1)) prohlašuje, že kromě zřetelně označených mají tyto výrobky preferenční původ v … (2).

Deense versie

Eksportøren af varer, der er omfattet af nærværende dokument, (toldmyndighedernes tilladelse nr. … (1)), erklærer, at varerne, medmindre andet tydeligt er angivet, har præferenceoprindelse i … (2).

Duitse versie

Der Ausführer (Ermächtigter Ausführer; Bewilligungs-Nr. … (1)) der Waren, auf die sich dieses Handelspapier bezieht, erklärt, dass diese Waren, soweit nicht anders angegeben, präferenzbegünstigte … (2) Ursprungswaren sind.

Estlandse versie

Käesoleva dokumendiga hõlmatud toodete eksportija (tolli kinnitus nr … (1)) deklareerib, et need tooted on … (2) sooduspäritoluga, välja arvatud juhul, kui on selgelt näidatud teisiti.

Griekse versie

Ο εξαγωγέας των προϊόντων που καλύπτονται από το παρόν έγγραφο [άδεια τελωνείου υπ' αριθ. … (1)] δηλώνει ότι, εκτός εάν δηλώνεται σαφώς άλλως, τα προϊόντα αυτά είναι προτιμησιακής καταγωγής … (2).

Engelse versie

The exporter of the products covered by this document (customs authorisation No … (1)) declares that, except where otherwise clearly indicated, these products are of … (2) preferential origin.

Franse versie

L'exportateur des produits couverts par le présent document [autorisation douanière no … (1)] déclare que, sauf indication claire du contraire, ces produits ont l'origine préférentielle … (2).

Kroatische versie

Izvoznik proizvoda obuhvaćenih ovom ispravom (carinsko ovlaštenje br … (1)) izjavljuje da su, osim ako je drukčije izričito navedeno, ovi proizvodi … (2) preferencijalnog podrijetla.

Italiaanse versie

L'esportatore delle merci contemplate nel presente documento [autorizzazione doganale n. … (1)] dichiara che, salvo indicazione contraria, le merci sono di origine preferenziale … (2).

Letse versie

To productu eksportētājs, kuri ietverti šajā dokumentā (muitas atļauja Nr. … (1)), deklarē, ka, izņemot tur, kur ir citādi skaidri noteikts, šiem productiem ir preferenciāla izcelsme … (2).

Litouwse versie

Šiame dokumente išvardytų productų eksportuotojas (muitinės liudijimo Nr. … (1)) deklaruoja, kad, jeigu kitaip nenurodyta, tai yra … (2) preferencinės kilmės productai.

Hongaarse versie

A jelen okmányban szereplő áruk exportőre (vámfelhatalmazási szám: … (1)) kijelentem, hogy eltérő egyértelmű jelzés hianyában az áruk preferenciális … (2) származásúak.

Maltese versie

L-esportatur tal-prodotti koperti b'dan id dokument (awtorizzazzjoni tad-dwana nru. … (1)) jiddikjara li, ħlief fejn indikat b'mod ċar li mhux hekk, dawn il-prodotti huma ta' oriġini preferenzjali … (2).

Nederlandse versie

De exporteur van de goederen waarop dit document van toepassing is (douanevergunning nr. … (1)), verklaart dat, behoudens uitdrukkelijke andersluidende vermelding, deze goederen van preferentiële … oorsprong zijn (2).

Poolse versie

Eksporter productów objętych tym dokumentem (upoważnienie władz celnych nr … (1)) deklaruje, że z wyjątkiem gdzie jest to wyraźnie określone, producty te mają … (2) preferencyjne pochodzenie.

Portugese versie

O abaixo assinado, exportador dos produtos abrangidos pelo presente documento [autorização aduaneira n.o … (1)], declara que, salvo indicação expressa em contrário, estes produtos são de origem preferencial … (2).

Roemeense versie

Exportatorul produselor ce fac obiectul acestui document (autorizația vamală nr. … (1)) declară că, exceptând cazul în care în mod expres este indicat altfel, aceste produse sunt de origine preferențialā … (2).

Sloveense versie

Izvoznik blaga, zajetega s tem dokumentom (pooblastilo carinskih organov št. … (1)) izjavlja, da, razen če ni drugače jasno navedeno, ima to blago preferencialno … (2) poreklo.

Slowaakse versie

Vývozca výrobkov uvedených v tomto dokumente (číslo povolenia … (1)) vyhlasuje, že okrem zreteľne označených, majú tieto výrobky preferenčný pôvod v … (2).

Finse versie

Tässä asiakirjassa mainittujen tuotteiden viejä (tullin lupa n:o … (1)) ilmoittaa, että nämä tuotteet ovat, ellei toisin ole selvästi merkitty, etuuskohteluun oikeutettuja … alkuperätuotteita (2).

Zweedse versie

Exportören av de varor som omfattas av detta dokument (tullmyndighetens tillstånd nr. … (1)) försäkrar att dessa varor, om inte annat tydligt markerats, har förmånsberättigande … ursprung (2).

Zuid-Afrikaanse versies

Bagwebi ba go romela ntle ditöweletöwa töeo di akaretöwago ke tokumente ye (Nomoro ya ditöwantle ya tumelelo … (1)) ba ipolela gore ntle le moo go laeditöwego, ditöweletöwa töe ke töa go töwa (2) ka tlhago.

Moromelli wa sehlahiswa ya sireleditsweng ke tokomane ena (tumello ya thepa naheng No … (1)) e hlalosa hore, ka ntle ha eba ho hlalositswe ka tsela e nngwe ka nepo, dihlahiswa tsena ke tsa …tshimoloho e kgethilweng (2).

Moromelantle wa dikuno tse di tlhagelelang mo lokwalong le (lokwalo lwa tumelelo ya kgethiso No … (1)) o tlhomamisa gore, ntle le fa go tlhagisitsweng ka mokgwa mongwe, dikuno tse ke tsa … dinaga tse di thokegang (2).

Umtfumeli ngaphandle walemikhicito lebalwe kulomculu (ngeligunya lalokutfunyelwa ngaphandle Nombolo … (1)) lophakamisa kutsi, ngaphandle kwalapho lekuboniswe khona ngalokucacile, lemikhicito … ngeyendzabuko lebonelelwako (2).

Muvhambadzi wa zwibveledzwa mashangoni a nnda, (zwibveledzwa) zwine zwa vha zwo ambiwaho kha ili linwalo (linwalo la u neamaanda la mithelo ya zwitundwannda kana zwirumelwannda la vhu … (1)), li khou buletshedza uri, nga nnda ha musi zwo ambiwa nga inwe ndila-vho, zwibveledzwa hezwi ndi zwa … vhubwo hune ha khou funeseswa kana u takaleleswa (2).

Muxavisela-vambe wa swikumiwa leswi nga eka tsalwa leri (Xibalo xa switundziwa xa Nomboro … (1)) u boxa leswaku, handle ka laha swi kombisiweke, swikumiwa leswi i swa ntiyiso swa xilaveko xa le henhla swinene (2).

Die uitvoerder van die producte gedek deur hierdie dokument (doeanemagtiging No … (1)) verklaar dat, uitgesonderd waar andersins duidelik aangedui, hierdie producte van … voorkeuroorsprong (2) is.

Umthumelli-phandle wemikhiqizo ebalwe kilencwadi (inomboro … (1)) egunyaza imikhiqizo ephumako) ubeka uthi, ngaphandle kobana kutjengiswe ngendlela ethileko butjhatjhalazi, lemikhiqizo ine … mwelaphi enconyiswako (2).

Umthumeli weempahla ngaphandle kwelizwe wemveliso equkwa lolu xwebhu (iirhafu zempahla zesigunyaziso Nombolo … (1)) ubhengeza ukuthi, ngaphandle kwalapho kuboniswe ngokucacileyo, ezi mveliso … zezemvelaphi eyamkelekileyo kunezinye (2).

Umthumeli wempahla ebhaliwe kulo mqulu iNombolo … yokugunyaza yentela yempahla … (1) uyamemezela ukuthi, ngaphandle kokuthi kukhonjisiwe ngokusobala, le mikhiqizo iqhamuka … endaweni ekhethekileyo (2).

 (3)

(Plaats en datum)

 (4)

(Handtekening van de exporteur en naam van de ondertekenaar in blokletters)

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(1)  Indien de factuurverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden vermeld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld."

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 36 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld."

(3)  Facultatief indien deze gegevens al in het document zelf voorkomen."

(4)  Zie artikel 19, lid 5, van het protocol. Indien de exporteur niet behoeft te ondertekenen, dan behoeft ook diens naam niet te worden vermeld.”"

.

HOOFDSTUK II

OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 4

Goederen die onderweg zijn of zich in voorlopige opslag bevinden

1.   De bepalingen van de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking worden toegepast op goederen die uit Zuid-Afrika naar de Republiek Kroatië of uit de Republiek Kroatië naar Zuid-Afrika worden geëxporteerd, die voldoen aan de bepalingen van Protocol nr. 1 bij de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking en die op 1 juli 2013 ofwel onderweg waren ofwel in tijdelijke opslag waren in een douane-entrepot of een vrije zone in Zuid-Afrika of in Kroatië.

2.   In dergelijke gevallen wordt preferentiële behandeling verleend, mits binnen vier maanden na de datum van inwerkingtreding van het protocol bij de douaneautoriteiten van het land van invoer een bewijs van oorsprong wordt ingediend dat achteraf is afgegeven door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer.

HOOFDSTUK III

ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 5

Dit protocol vormt een integrerend onderdeel van de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking.

Artikel 6

1.   Dit protocol wordt door de Europese Unie en haar lidstaten en door de Republiek Zuid-Afrika volgens hun eigen procedures goedgekeurd.

2.   De overeenkomstsluitende partijen geven elkaar kennis van de voltooiing van de in lid 1 bedoelde procedures. De akten van goedkeuring worden neergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie.

3.   In afwachting van de inwerkingtreding van het protocol komen de overeenkomstsluitende partijen overeen dit protocol voorlopig toe te passen met ingang van tien dagen na de datum van ontvangst van de kennisgeving van voorlopige toepassing van de Europese Unie of bekrachtiging door de Republiek Zuid-Afrika. Van de voorlopige toepassing wordt kennis gegeven aan de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie en de minister van Handel en Industrie van de Republiek Zuid-Afrika, of de opvolger daarvan.

4.   Per de voorlopige toepassing ervan worden alle verwijzingen naar de inwerkingtreding van dit protocol geacht te verwijzen naar de datum waarop het protocol voorlopig van toepassing wordt.

Artikel 7

1.   Dit protocol treedt in werking op de eerste dag van de eerste maand na de datum van neerlegging van de laatste akte van goedkeuring.

2.   Onverminderd lid 1 komen de overeenkomstsluitende partijen overeen de artikelen 3 en 4 van dit protocol voorlopig toe te passen met ingang van 1 juli 2013.

Artikel 8

Dit protocol is opgesteld in twee exemplaren in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal en in de officiële talen van Zuid-Afrika andere dan het Engels, namelijk het Sepedi, het Sesotho, het Setswana, het siSwati, het Tshivenda, het Xitsonga, het Afrikaans, het isiNdebele, het isiXhosa en het isiZulu, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Съставено в Кейп Таун на дванадесети март и в Рига на двадесет и седми март две хиляди и петнадесета година.

Hecho en Ciudad del Cabo el doce de marzo y en Riga el veintisiete de marzo de dos mil quince.

V Kapském Městě dne dvanáctého března a v Rize dne dvacátého sedmého března dva tisíce patnáct.

Udfærdiget i Cape Town den tolvte marts og i Riga den syvogtyvende marts to tusind og femten.

Geschehen zu Kapstadt am zwölften März und zu Riga am siebenundzwanzigsten März zweitausendfünfzehn.

Sõlmitud kahe tuhande viieteistkümnenda aasta märtsikuu kaheteistkümnendal päeval Kaplinnas ja kahekümne seitsmendal päeval Riias.

Έγινε στο Κέιπ Τάουν τη δωδέκατη ημέρα του Μαρτίου και στη Ρίγα την εικοστή έβδομη ημέρα του Μαρτίου του έτους δύο χιλιάδες δεκαπέντε.

Done at Cape Town on the twelfth day of March and at Riga on the twenty-seventh day of March in the year two thousand and fifteen.

Fait au Cap, le douze mars, et à Riga, le vingt-sept mars deux mille quinze.

Sastavljeno u Cape Townu dana dvanaestog ožujka te u Rigi dana dvadeset sedmog ožujka godine dvije tisuće petnaeste.

Fatto a Città del Capo il dodici marzo e a Riga il ventisette marzo dell'anno duemilaquindici.

Keiptaunā, divi tūkstoši piecpadsmitā gada divpadsmitajā martā, un Rīgā, divi tūkstoši piecpadsmitā gada divdesmit septītajā martā.

Priimta Keiptaune du tūkstančiai penkioliktųjų metų kovo dvyliktą dieną ir Rygoje kovo dvidešimt septintą dieną.

Kelt Fokvárosban, a kétezer-tizenötödik év március havának tizenkettedik napján, illetve Rigában, március havának huszonhetedik napján.

Magħmul f'Cape Town fit-tnax-il jum ta' Marzu u f'Riga fis-sebgħa u għoxrin jum ta' Marzu tas-sena elfejn u ħmistax.

Gedaan te Kaapstad, de twaalfde maart, en te Riga, de zevenentwintigste maart tweeduizend vijftien.

Sporządzono w Cape Town dnia dwunastego marca oraz w Rydze dnia dwudziestego siódmego marca dwa tysiące piętnastego roku.

Feito na Cidade do Cabo aos doze dias do mês de março e em Riga aos vinte e sete dias do mês de março de dois mil e quinze.

Întocmit la Cape Town, la doisprezece martie și la Riga, la douăzeci și șapte martie, în anul două mii cincisprezece.

V Kapskom Meste dvanásteho marca a v Rige dvadsiateho siedmeho marca roku dvetisíc pätnásť.

V Cape Townu, dvanajstega marca, in v Rigi, sedemindvajsetega marca dva tisoč petnajst.

Tehty Kapkaupungissa kahdentenatoista päivänä maaliskuuta ja Riiassa kahdentenakymmenentenäseitsemäntenä päivänä maaliskuuta vuonna kaksituhattaviisitoista.

Som skedde i Kapstaden den tolfte mars och i Riga den tjugosjunde mars år tjugohundrafemton.

 



VERORDENINGEN

8.5.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 117/11


VERORDENING (EU) 2015/734 VAN DE RAAD

van 7 mei 2015

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 224/2014 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit 2013/798/GBVB van de Raad van 23 december 2013 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek (1),

Gezien het gezamenlijk voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 224/2014 van de Raad (2) geeft uitvoering aan bepaalde bij Besluit 2013/798/GBVB vastgestelde maatregelen.

(2)

Bij Resolutie 2127 (2013) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VNVR-Resolutie) van 5 december 2013, VNVR-Resolutie 2134 (2014) van 28 januari 2014, en Besluit 2013/798/GBVB wordt voorzien in een wapenembargo tegen de Centraal-Afrikaanse Republiek, alsook in de bevriezing van de tegoeden en economische middelen van bepaalde personen die handelingen verrichten of steunen die de vrede, de stabiliteit of de veiligheid van de Centraal-Afrikaanse Republiek ondermijnen.

(3)

Op 22 januari 2015 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zijn goedkeuring gehecht aan Resolutie 2196 (2015), waarin de reikwijdte van de criteria voor de aanwijzing van personen en entiteiten wordt uitgebreid. Bij Besluit (GBVB) 2015/739 (3) besloot de Raad de reikwijdte van de criteria dienovereenkomstig uit te breiden.

(4)

Deze maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag en derhalve is, in het bijzonder om te garanderen dat zij in alle lidstaten door de marktdeelnemers uniform worden toegepast, regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen.

(5)

Verordening (EU) nr. 224/2014 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 224/2014 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 3 wordt vervangen door:

„Artikel 3

In afwijking van artikel 2 gelden de in dat artikel vervatte verbodsbepalingen niet voor het verstrekken van technische bijstand, financiering of financiële bijstand of tussenhandeldiensten:

a)

die uitsluitend bedoeld zijn voor steun aan of gebruik door de Multidimensionale Geïntegreerde Stabilisatiemissie van de Verenigde Naties in de Centraal-Afrikaanse Republiek (MINUSCA), de regionale taskforce van de Afrikaanse Unie (AU-RTF), en de missies van de Unie en de in de Centraal-Afrikaanse Republiek ingezette Franse troepen;

b)

die verband houden met beschermende kledingstukken, met inbegrip van scherfwerende vesten en militaire helmen, die door VN-personeel, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire organisaties en ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel louter voor hun eigen bescherming tijdelijk naar de Centraal-Afrikaanse Republiek worden verzonden.”

.

2)

In artikel 5 wordt lid 3 vervangen door:

„3.   Bijlage I omvat natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen die volgens het Sanctiecomité handelingen verrichten of steunen die de vrede, de stabiliteit of de veiligheid van de Centraal-Afrikaanse Republiek ondermijnen, waaronder handelingen die een bedreiging van of inbreuk op overgangsovereenkomsten vormen, of die het politieke overgangsproces, onder meer een overgang naar vrije en eerlijke democratische verkiezingen, bedreigen of verhinderen, of die het geweld aanwakkeren en die:

a)

het krachtens punt 54 van Resolutie 2127 (2013) ingestelde wapenembargo overtreden, of die direct of indirect leveringen, verkopen of overdrachten aan gewapende groepen of criminele netwerken in de Centraal-Afrikaanse Republiek verrichten, of die in verband met gewelddadige activiteiten van gewapende groepen of criminele netwerken in de Centraal-Afrikaanse Republiek wapens of aanverwant materiaal, technisch advies, opleiding of bijstand, inclusief financiering en financiële bijstand, ontvangen;

b)

betrokken zijn bij het beramen, organiseren of plegen van handelingen in de Centraal-Afrikaanse Republiek die een schending zijn van respectievelijk de internationale wetgeving inzake mensenrechten of het internationale humanitaire recht, of die een schending van of inbreuk op de mensenrechten vormen, waaronder handelingen waarbij seksueel geweld wordt gebruikt, burgers het doelwit vormen; etnische of religieuze aanslagen, aanslagen op scholen en ziekenhuizen, ontvoering en gedwongen verplaatsing;

c)

kinderen rekruteren of misbruik maken van kinderen voor het gewapend conflict in de Centraal-Afrikaanse Republiek, hetgeen een schending is van de toepasselijke internationale wetgeving;

d)

gewapende groepen of criminele netwerken steunen door de illegale ontginning van of de handel in natuurlijke hulpbronnen, waaronder diamanten, goud, wilde dieren en producten van wilde dieren in of vanuit de Centraal-Afrikaanse Republiek;

e)

de verstrekking van humanitaire bijstand aan de Centraal-Afrikaanse Republiek dwarsbomen, of de toegang ertoe en de verdeling ervan in de Centraal-Afrikaanse Republiek verhinderen;

f)

betrokken zijn bij het beramen, organiseren, steunen of plegen van aanslagen tegen missies van de Verenigde Naties of internationale veiligheidstroepen, waaronder MINUSCA, de missies van de Unie en de Franse operaties die hen ondersteunen;

g)

de leiding hebben van een door het Sanctiecomité aangewezen entiteit, of steun hebben verleend aan dan wel gehandeld hebben ten behoeve van, namens of op aanwijzing van een door het Sanctiecomité aangewezen persoon, entiteit of lichaam, dan wel van een entiteit die eigendom is of onder zeggenschap staat van een door het Comité aangewezen persoon, entiteit of lichaam.”

.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 mei 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

E. RINKĒVIČS


(1)  PB L 352 van 24.12.2013, blz. 51.

(2)  Verordening (EU) nr. 224/2014 van de Raad van 10 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek (PB L 70 van 11.3.2014, blz. 1).

(3)  Besluit (GBVB) 2015/739 van de Raad van 7 mei 2015 houdende wijziging van Besluit 2013/798/GBVB betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek (zie bladzijde 49 van dit Publicatieblad).


8.5.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 117/13


VERORDENING (EU) 2015/735 VAN DE RAAD

van 7 mei 2015

betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 748/2014

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 748/2014 van de Raad (1) wordt uitvoering gegeven aan Besluit 2014/449/GBVB (2), waarin wordt voorzien in inreisbeperkingen en de bevriezing van tegoeden en economische middelen van personen die het politieke proces in Zuid-Sudan belemmeren, bijvoorbeeld door daden van geweld of schendingen van staakt-het-vuren-overeenkomsten, alsook van personen die verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Zuid-Sudan.

(2)

Op 3 maart 2015 hechtte de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zijn goedkeuring aan Resolutie 2206 (2015) van de VN-Veiligheidsraad tot vaststelling van inreisbeperkingen en de bevriezing van tegoeden en economische middelen van bepaalde personen die, direct of indirect, verantwoordelijk zijn voor, medeplichtig zijn aan, of betrokken zijn bij acties of beleidsmaatregelen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Zuid-Sudan bedreigen.

(3)

Bij Besluit (GBVB) 2015/740 (3) heeft de Raad besloten de beperkende maatregelen van Resolutie 2206 (2015) van de VN-Veiligheidsraad en de beperkende maatregelen die overeenkomstig Besluit 2014/449/GBVB werden getroffen, in één rechtshandeling samen te brengen.

(4)

Sommige van deze maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag en derhalve is regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging ervan, met name om te garanderen dat de maatregelen in alle lidstaten uniform door de marktdeelnemers worden toegepast.

(5)

Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en beginselen die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend, in het bijzonder de rechten op een effectief rechtsmiddel, op een eerlijk proces en op de bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening dient te worden toegepast overeenkomstig deze rechten.

(6)

Gezien de specifieke dreiging voor de internationale vrede en veiligheid die van de situatie in Zuid-Sudan uitgaat, en om te zorgen voor samenhang met het wijzigings- en herzieningsproces van de bijlagen bij Besluit (GBVB) 2015/740, moet de bevoegdheid om de lijsten in de bijlagen I en II bij deze verordening te wijzigen door de Raad worden uitgeoefend.

(7)

Met het oog op de tenuitvoerlegging van deze verordening en op een zo groot mogelijke rechtszekerheid binnen de Unie dienen de namen en andere relevante gegevens openbaar te worden gemaakt van de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen krachtens deze verordening moeten worden bevroren. De verwerking van de persoonsgegevens dient te gebeuren overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG (4) en Verordening (EG) nr. 45/2001 (5).

(8)

Verordening (EU) nr. 748/2014 dient te worden ingetrokken en door deze verordening te worden vervangen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)   „tussenhandeldiensten”:

i)

het onderhandelen over of regelen van transacties met het oog op de verwerving, verkoop of levering van goederen en technologie, of van financiële en technische diensten, van een derde land aan een ander derde land, of

ii)

het verkopen of aankopen van goederen en technologie, of van financiële en technische diensten, die zich in derde landen bevinden, met het oog op de overbrenging ervan naar een ander derde land;

b)   „vordering”: elke vóór of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingediende vordering, ook wanneer deze de vorm van een rechtsvordering heeft, die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van een contract of transactie, en met name:

i)

elke vordering tot nakoming van een verplichting die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie;

ii)

elke vordering tot verlenging of uitbetaling van financiële garanties of contragaranties, ongeacht de vorm;

iii)

elke vordering tot schadeloosstelling in verband met een contract of een transactie;

iv)

elke tegenvordering;

v)

elke vordering, ook via een exequatur, waarmee wordt beoogd erkenning of uitvoering van een rechterlijke of arbitrale uitspraak of van een gelijkwaardige beslissing te verkrijgen, ongeacht de plaats van uitspraak;

c)   „contract of transactie”: elke verrichting, ongeacht de vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dit verband worden onder „contract” tevens begrepen alle -ook de uit juridisch oogpunt op zichzelf staande- met name financiële garanties of contragaranties en kredieten, alsmede alle uit een dergelijke transactie voortkomende of daarmee verband houdende bepalingen;

d)   „bevoegde autoriteiten”: de bevoegde autoriteiten van de lidstaten als aangegeven op de websites die zijn opgesomd in bijlage III;

e)   „economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

f)   „bevriezing van economische middelen”: voorkomen dat economische middelen worden gebruikt om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet daartoe beperkt, door deze te verkopen, te verhuren of te verhypothekeren;

g)   „bevriezing van tegoeden”: voorkoming van mutatie, overmaking, wijziging, gebruik of inzet van of omgang met tegoeden, op welke wijze ook, met als gevolg wijziging van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of andere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk wordt gemaakt;

h)   „tegoeden”: financiële activa en economische voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

i)

contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

ii)

deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

iii)

in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

iv)

rente, dividend of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

v)

krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

vi)

kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven, alsmede

vii)

bewijsstukken van belangen in fondsen of financiële middelen;

i)   „technische bijstand”: elke technische steun in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienst; technische bijstand kan de vorm aannemen van bijvoorbeeld instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten, met inbegrip van mondelinge vormen van bijstand;

j)   „grondgebied van de Unie”: het grondgebied van de lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim.

Artikel 2

Er geldt een verbod op:

1.

het verstrekken van technisch advies of tussenhandeldiensten in verband met militaire activiteiten en het verstrekken, fabriceren, onderhouden en gebruiken van wapentuig en alle soorten aanverwant materieel, met inbegrip van wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting en reserveonderdelen daarvoor, direct of indirect, aan natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Zuid-Sudan;

2.

de financiering of financiële steun in verband met militaire activiteiten, met inbegrip van met name subsidies, leningen en exportkredietverzekering, alsmede verzekering en herverzekering, voor de verkoop, de levering, de overdracht of de uitvoer van wapentuig en aanverwant materieel, of voor de levering van verwante technische bijstand, direct of indirect, aan natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Zuid-Sudan.

Artikel 3

1.   Bij wijze van afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten toestemming verlenen voor het verstrekken van financiering en financiële bijstand, technische bijstand en tussenhandeldiensten in verband met:

a)

niet-dodelijke militaire uitrusting die uitsluitend is bedoeld voor humanitair of beschermend gebruik, voor toezicht op de mensenrechten of voor programma's voor institutionele opbouw van de VN, de Afrikaanse Unie (AU), de Europese Unie (EU) of de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit (IGAD);

b)

materieel bedoeld voor crisisbeheeroperaties van de EU, de VN en de AU;

c)

mijnopruimingsuitrusting en materieel voor gebruik bij mijnopruimingsoperaties;

d)

steun voor de hervorming van de veiligheidssector in Zuid-Sudan.

2.   Er worden geen vergunningen afgegeven voor activiteiten die reeds hebben plaatsgevonden.

Artikel 4

Artikel 2 is niet van toepassing op beschermende kleding, waaronder scherfwerende vesten en militaire helmen, die door personeel van de EU of haar lidstaten, VN-personeel, of personeel van de IGAD, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire organisaties en ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel louter voor hun eigen bescherming tijdelijk naar Zuid-Sudan wordt uitgevoerd.

Artikel 5

1.   Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van een in bijlage I vermelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam, worden bevroren. Bijlage I omvat natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die overeenkomstig de punten 6, 7, 8 en 12 van Resolutie 2206 (2015) van de VN-Veiligheidsraad door het Sanctiecomité van de VN-Veiligheidsraad dat is opgericht uit hoofde van punt 16 van Resolutie 2206 (2015) („Sanctiecomité”), zijn geïdentificeerd als verantwoordelijk voor, medeplichtig aan, of direct of indirect betrokken bij acties of beleidsmaatregelen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Zuid-Sudan bedreigen.

2.   Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van een in bijlage II vermelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam, worden bevroren. Bijlage II omvat natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder b), van Besluit (GBVB) 2015/740, zijn geïdentificeerd als verantwoordelijk voor de belemmering van het politieke proces in Zuid-Sudan, onder meer door daden van geweld of schendingen van staakt-het-vuren-overeenkomsten, alsook als personen die verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Zuid-Sudan en met hen geassocieerde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen.

3.   Aan of ten behoeve van de in bijlagen I en II genoemde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen mogen geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking worden gesteld.

Artikel 6

In afwijking van artikel 5, lid 1, kunnen de bevoegde autoriteiten, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, onder de volgende voorwaarden:

a)

de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat de tegoeden of economische middelen:

i)

noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in de bijlage I genoemde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

ii)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria of de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten,of

iii)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen,

alsmede

b)

de betrokken lidstaat heeft het Sanctiecomité in kennis gesteld van de in punt a) genoemde vaststelling en van zijn voornemen toestemming te verlenen, en het Sanctiecomité heeft niet binnen vijf werkdagen na die kennisgeving bezwaar geuit.

Artikel 7

In afwijking van artikel 5, lid 1, kunnen de bevoegde autoriteiten, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, mits aan alle hieronder genoemde voorwaarden is voldaan:

a)

de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat de tegoeden of economische middelen nodig zijn voor de betaling van buitengewone kosten;

b)

de betrokken lidstaat heeft het Sanctiecomité in kennis gesteld van die vaststelling en het Sanctiecomité heeft die vaststelling goedgekeurd.

Artikel 8

1.   In afwijking van artikel 5, lid 2, kunnen de bevoegde, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave of de beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a)

noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in de bijlage II genoemde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, en de gezinsleden die van deze natuurlijke personen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

b)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria of de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen, of

d)

noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de relevante bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken vóór zij de toestemming verleent, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming moet worden verleend.

2.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

Artikel 9

In afwijking van artikel 5, lid 1, kunnen de bevoegde autoriteiten toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, mits aan alle hieronder genoemde voorwaarden is voldaan:

a)

de betrokken tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een justitieel, administratief of arbitrair retentierecht dat is vastgesteld vóór de vaststellingsdatum van Resolutie 2206 (2015) van de VN-Veiligheidsraad, of van een justitieel, administratief of arbitrair vonnis dat van vóór die datum dateert;

b)

de betrokken tegoeden of economische middelen zullen uitsluitend worden aangewend om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijk retentierecht zijn gedekt of door een dergelijk vonnis geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wet- en regelgeving tot vaststelling van de rechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen;

c)

het retentierecht of het justitiële vonnis is niet ten behoeve van een in bijlage I of II genoemde persoon, entiteit of lichaam;

d)

de erkenning van het retentierecht of van de uitspraak is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat;

e)

het retentierecht of het vonnis is door de lidstaat gemeld aan het Sanctiecomité.

Artikel 10

1.   In afwijking van artikel 5, lid 2, kunnen de bevoegde autoriteiten toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, mits aan alle hieronder genoemde voorwaarden is voldaan:

a)

de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een arbitragebesluit dat is vastgesteld vóór de datum waarop de in artikel 5, lid 2, bedoelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam werd opgenomen in bijlage II, of van een rechterlijk of administratief besluit dat in een lidstaat is uitgesproken, of van een rechterlijk besluit dat in de betrokken lidstaat uitvoerbaar is, en dat van voor of na die datum dateert;

b)

de tegoeden of economische middelen zullen uitsluitend worden aangewend om te voldoen aan vorderingen die bij een dergelijke beslissing zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften betreffende de rechten van de houders van dergelijke vorderingen;

c)

het besluit komt niet ten goede aan een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam vermeld in bijlage I of II;

d)

de erkenning van de beslissing is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

2.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

Artikel 11

In afwijking van artikel 5, lid 1, en mits een betaling verschuldigd is door in bijlage I vermelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen op grond van een contract of overeenkomst die door hen is gesloten of een verplichting die voor hen is ontstaan vóór de datum waarop de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen door de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité zijn opgenomen in de lijst, kunnen de bevoegde autoriteiten, onder door hen passend geachte voorwaarden, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien de betrokken bevoegde autoriteit alle volgende punten heeft vastgesteld:

a)

de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een betaling door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam van bijlage I;

b)

de betaling is niet in strijd met artikel 5, lid 3;

c)

de betrokken lidstaat heeft het Sanctiecomité ten minste tien werkdagen van tevoren in kennis gesteld van zijn voornemen toestemming te geven.

Artikel 12

1.   In afwijking van artikel 5, lid 2, en mits een betaling verschuldigd is door een in bijlage II vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen op grond van een contract of overeenkomst die door hen is gesloten of een verplichting die voor hen is ontstaan vóór de datum waarop de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in bijlage II werden opgenomen, kunnen de bevoegde autoriteiten, onder door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien de betrokken bevoegde autoriteit alle volgende punten heeft vastgesteld:

a)

de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een betaling door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam van bijlage II;

b)

de betaling is niet in strijd met artikel 5, lid 3.

2.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

Artikel 13

1.   Artikel 5, lid 3, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen die tegoeden ontvangen die door derden naar de rekening van een op de lijst vermelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn overgemaakt, mits de bijgeboekte bedragen eveneens worden bevroren. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteiten onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.

2.   Mits deze rente, andere inkomsten en betalingen worden bevroren overeenkomstig artikel 5, leden 1 en 2, is artikel 5, lid 3, niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:

a)

rente of andere inkomsten op die rekeningen, of

b)

betalingen op grond van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 5 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen werden opgenomen in bijlage I of II.

3.   Wat betreft natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die zijn genoemd in bijlage II, is artikel 5, lid 3, niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van rechterlijke, administratieve of arbitragebesluiten die in een lidstaat zijn uitgesproken of in de betrokken lidstaat uitvoerbaar zijn, mits deze betalingen worden bevroren overeenkomstig artikel 5, lid 2.

Artikel 14

1.   Onverminderd de geldende voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:

a)

alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie in verband met rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 5 zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, en deze informatie, direct of via de autoriteiten van de lidstaat, aan de Commissie te doen toekomen; alsmede

b)

samen te werken met de bevoegde autoriteit bij de verificatie van deze informatie.

2.   Alle rechtstreeks door de Commissie ontvangen aanvullende informatie wordt ter beschikking gesteld van de lidstaten.

3.   Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

Artikel 15

Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de in de artikelen 2 en 5 opgenomen maatregelen worden omzeild.

Artikel 16

1.   De bevriezing van tegoeden en economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in vertrouwen en ervan uitgaand dat die maatregel in overeenstemming is met deze verordening, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die die maatregel uitvoeren, of van directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden of economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.

2.   Handelingen van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen geven geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de betrokkenen, indien zij niet wisten en geen gegronde reden hadden om te vermoeden dat hun handelingen een inbreuk zouden vormen op de bij deze verordening ingestelde maatregelen.

Artikel 17

1.   Vorderingen in verband met contracten of transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van onderhavige verordening zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, zoals een vordering tot schuldvergelijking of een garantievordering, met name een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, garantie of contragarantie, in het bijzonder een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm hiervan, worden niet toegewezen indien deze vorderingen worden ingesteld door:

a)

de in bijlage I of II opgenomen aangewezen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

b)

een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam, handelend voor rekening of ten behoeve van een van de onder a) bedoelde personen, entiteiten of lichamen.

2.   In de procedure waartoe een vordering aanleiding geeft, wordt het bewijs dat de vordering niet op grond van lid 1 hoort te worden afgewezen, door de eisende natuurlijke persoon of rechtspersoon, de eisende entiteit of het eisende lichaam geleverd.

3.   Dit artikel geldt onverminderd het recht van de in lid 1 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen op toetsing door de rechter van de rechtmatigheid van de niet-nakoming van contractuele verplichtingen in overeenstemming met onderhavige verordening.

Artikel 18

1.   De Commissie en de lidstaten stellen elkaar in kennis van de maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen en verstrekken elkaar alle relevante informatie waarover zij beschikken in verband met deze verordening, in het bijzonder informatie met betrekking tot:

a)

middelen die zijn bevroren krachtens artikel 5 en toestemmingen die zijn verleend krachtens artikel 3, en de artikelen 6 tot en met 12;

b)

inbreuken, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken.

2.   De lidstaten stellen elkaar en de Commissie onverwijld in kennis van alle andere relevante informatie waarover zij beschikken, en die van invloed kan zijn op de doeltreffende tenuitvoerlegging van deze verordening.

Artikel 19

De Commissie wordt gemachtigd bijlage III te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.

Artikel 20

1.   Wanneer de VN-veiligheidsraad of het Sanctiecomité een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam op de lijst plaatst en een motivering voor de aanwijzing heeft verstrekt, neemt de Raad die natuurlijke persoon of rechtspersoon, die entiteit of dat lichaam op in bijlage I. De Raad stelt de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon of entiteit of het betrokken lichaam in kennis van zijn besluit en van de motivering, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de bekendmaking van een kennisgeving, zodat die natuurlijke persoon of rechtspersoon of entiteit of dat lichaam daarover opmerkingen kunnen indienen.

2.   Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit en brengt hij de persoon, entiteit of het lichaam daarvan op de hoogte.

3.   Indien de VN besluit een persoon, entiteit of lichaam van de lijst te schrappen, of de identificatiegegevens van een persoon, entiteit of lichaam op de lijst te wijzigen, past de Raad bijlage I dienovereenkomstig aan.

Artikel 21

Bijlage I bevat, wanneer beschikbaar, informatie die door de VN-veiligheidsraad of het Sanctiecomité is verstrekt, en die nodig is om de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen te kunnen identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend)en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten of lichamen, kan dergelijke informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registerinschrijving, registratienummer en plaats van vestiging. Bijlage I vermeldt tevens de datum van aanwijzing door de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité.

Artikel 22

1.   Wanneer de Raad besluit een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam te onderwerpen aan de in artikel 5, lid 2, bedoelde maatregelen, wijzigt hij bijlage II dienovereenkomstig.

2.   De Raad stelt de in lid 1 bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam in kennis van zijn besluit, met inbegrip van de redenen voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij door een kennisgeving te publiceren, zodat de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam daarover opmerkingen kunnen indienen.

3.   Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit en brengt hij de persoon, entiteit of het lichaam daarvan op de hoogte.

4.   De lijst in bijlage II wordt regelmatig, en ten minste om de 12 maanden, opnieuw bezien.

Artikel 23

1.   In bijlage II worden de redenen vermeld voor het op de lijst plaatsen van betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

2.   Bijlage II bevat, indien beschikbaar, informatie die nodig is om de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen te identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten of lichamen, kan dergelijke informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registerinschrijving, registratienummer en plaats van vestiging.

Artikel 24

1.   De lidstaten stellen de regels vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze verordening en zij nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat die regels worden toegepast. De aldus vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

2.   De lidstaten stellen de Commissie onverwijld na de inwerkingtreding van deze verordening in kennis van deze regels, en stellen haar in kennis van alle latere wijzigingen.

Artikel 25

1.   De lidstaten wijzen de in deze verordening bedoelde bevoegde autoriteiten aan en identificeren deze op de in bijlage III vermelde websites. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke wijziging van het adres van de in bijlage III genoemde websites.

2.   De lidstaten delen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld mede wie hun bevoegde autoriteiten zijn en hoe deze kunnen worden bereikt, en delen haar alle latere wijzigingen mede.

3.   Waar deze verordening een meldingsplicht vaststelt, of een verplichting de Commissie te informeren of op een andere wijze met haar te communiceren, wordt daartoe gebruik gemaakt van het adres en de andere contactgegevens die zijn vermeld in bijlage III.

Artikel 26

Deze verordening is van toepassing:

a)

op het grondgebied van de Unie, met inbegrip van haar luchtruim;

b)

aan boord van vlieg- of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;

c)

op alle zich binnen of buiten het grondgebied van de Unie bevindende natuurlijke personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

d)

op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen, binnen of buiten het grondgebied van de Unie;

e)

op alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties.

Artikel 27

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 mei 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

E. RINKĒVIČS


(1)  Verordening (EU) nr. 748/2014 van de Raad van 10 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Zuid-Sudan (PB L 203 van 11.7.2014, blz. 13).

(2)  Besluit 2014/449/GBVB van de Raad van 10 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan (PB L 203 van 11.7.2014, blz. 100).

(3)  Besluit (GBVB) 2015/740 van de Raad van 7 mei 2015 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan en tot intrekking van Besluit 2014/449/GBVB (zie bladzijde 52 van dit Publicatieblad).

(4)  Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).

(5)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).


BIJLAGE I

Lijst van natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen, bedoeld in artikel 5, lid 1

A.

NATUURLIJKE PERSONEN

B.

RECHTSPERSONEN, ENTITEITEN EN LICHAMEN


BIJLAGE II

Lijst van natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen, bedoeld in artikel 5, lid 2

 

Naam

Identificatiegegevens

Motivering

Datum van plaatsing op de lijst

1.

Santino DENG

(ook bekend als: Santino Deng Wol)

Commandant van de derde infanteriedivisie van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (Sudan People's Liberation Army — SPLA)

Santino Deng is commandant van de derde infanteriedivisie van het SPLA, die heeft deelgenomen aan de herovering van Bentiu in mei 2014. Santino Deng heeft aldus het Akkoord van 23 januari over het staken van de vijandelijkheden geschonden.

11.7.2014

2.

Peter GADET

(ook bekend als: Peter Gatdet Yaka; Peter Cadet; Peter Gadet Yak; Peter Gadet Yaak: Peter Gatdet Yaak; Peter Gatdet; Peter Gatdeet Yaka)

Leider van de Nuer-militie, die tegen de regering ageert. Geboorteplaats: district Mayoum, deelstaat Unity

Peter Gadet is de leider van de Nuer-militie die tussen 15 en 17 april 2014 een aanval heeft uitgevoerd op Bentiu, in weerwil van het Akkoord van 23 januari over het staken van de vijandelijkheden. Bij deze aanval zijn meer dan 200 burgers om het leven gekomen. Aldus heeft Peter Gadet de geweldscyclus aangewakkerd en het politieke proces in Zuid-Sudan belemmerd. Hij is tevens verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten.

11.7.2014


BIJLAGE III

Websites voor informatie over de bevoegde autoriteiten en adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie

BELGIË

http://www.diplomatie.be/eusanctions

BULGARIJE

http://www.mfa.bg/en/pages/135/index.html

TSJECHIË

http://www.mfcr.cz/mezinarodnisankce

DENEMARKEN

http://um.dk/da/politik-og-diplomati/retsorden/sanktioner/

DUITSLAND

http://www.bmwi.de/DE/Themen/Aussenwirtschaft/aussenwirtschaftsrecht,did=404888.html

ESTLAND

http://www.vm.ee/est/kat_622/

IERLAND

http://www.dfa.ie/home/index.aspx?id=28519

GRIEKENLAND

http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html

SPANJE

http://www.exteriores.gob.es/Portal/es/PoliticaExteriorCooperacion/GlobalizacionOportunidadesRiesgos/Documents/ORGANISMOS%20COMPETENTES%20SANCIONES%20INTERNACIONALES.pdf

FRANKRIJK

http://www.diplomatie.gouv.fr/autorites-sanctions/

KROATIË

http://www.mvep.hr/sankcije

ITALIË

http://www.esteri.it/MAE/IT/Politica_Europea/Deroghe.htm

CΥΡRUS

http://www.mfa.gov.cy/sanctions

LETLAND

http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539

LITOUWEN

http://www.urm.lt/sanctions

LUXEMBURG

http://www.mae.lu/sanctions

HONGARIJE

http://2010-2014.kormany.hu/download/b/3b/70000/ENSZBT-ET-szankcios-tajekoztato.pdf

MALTA

https://www.gov.mt/en/Government/Government%20of%20Malta/Ministries%20and%20Entities/Officially%20Appointed%20Bodies/Pages/Boards/Sanctions-Monitoring-Board-.aspx

NEDERLAND

http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-sancties

OOSTENRIJK

http://www.bmeia.gv.at/view.php3?f_id=12750&LNG=en&version=

POLEN

http://www.msz.gov.pl

PORTUGAL

http://www.portugal.gov.pt/pt/os-ministerios/ministerio-dos-negocios-estrangeiros/quero-saber-mais/sobre-o-ministerio/medidas-restritivas/medidas-restritivas.aspx

ROEMENIË

http://www.mae.ro/node/1548

SLOVENIË

http://www.mzz.gov.si/si/omejevalni_ukrepi

SLOWAKIJE

http://www.mzv.sk/sk/europske_zalezitosti/europske_politiky-sankcie_eu

FINLAND

http://formin.finland.fi/kvyhteistyo/pakotteet

ZWEDEN

http://www.ud.se/sanktioner

VERENIGD KONINKRIJK

https://www.gov.uk/sanctions-embargoes-and-restrictions

ADRES VOOR KENNISGEVINGEN AAN DE EUROPESE COMMISSIE:

Europese Commissie

Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid (FPI)

EEAS 02/309

1049 Brussel

België

E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu


8.5.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 117/25


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/736 VAN DE COMMISSIE

van 7 mei 2015

tot instelling van een verbod op het binnenbrengen in de Unie van specimens van bepaalde in het wild levende dier- en plantensoorten

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (1), en met name artikel 4, lid 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 4, lid 6, van Verordening (EG) nr. 338/97 bepaalt dat de Commissie beperkingen kan opleggen ten aanzien van het binnenbrengen van specimens van bepaalde soorten in de Unie, overeenkomstig de in de punten a) tot en met d) van dat lid vastgestelde voorwaarden.

(2)

De recentste lijst van de soorten die niet mogen worden binnengebracht in de Unie, is in augustus 2014 vastgesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 888/2014 van de Commissie (2).

(3)

Op basis van recente informatie is de wetenschappelijke studiegroep tot het besluit gekomen dat de staat van instandhouding van bepaalde bijkomende soorten die zijn opgenomen in bijlage B bij Verordening (EG) nr. 338/97, ernstig in gevaar zal worden gebracht als het binnenbrengen van die soorten in de Unie vanuit bepaalde landen van herkomst niet wordt verboden. Daarom moet een verbod worden ingesteld op het binnenbrengen in de Unie van specimens van het volgende geslacht:

Scolymia spp. uit Tonga.

(4)

Voorts is de wetenschappelijke studiegroep op basis van de recentste beschikbare informatie tot het besluit gekomen dat een verbod op het binnenbrengen in de Unie niet langer noodzakelijk is voor specimens van de volgende soorten:

Hippopotamus amphibius uit Gambia, Kameroen, Niger, Nigeria, Sierra Leone en Togo;

Crocodylus niloticus uit Madagaskar;

Catalaphyllia jardinei, Euphyllia cristata, Plerogyra sinuosa, Plerogyra turbida, Eguchipsammia fistula, Heliofungia actiniformis, Hydnophora microconos, Blastomussa wellsi, Scolymia vitiensis en Trachyphyllia geoffroyi uit Indonesië.

(5)

Bovendien is de wetenschappelijke studiegroep op basis van de recentste beschikbare informatie tot het besluit gekomen dat het toepassingsgebied van het verbod op het binnenbrengen in de Unie moet worden gewijzigd voor specimens van de volgende soorten, zodat dit verbod alleen geldt voor levend koraal, met uitzondering van door maricultuur verkregen, aan kunstmatige substraten vastgehechte specimens:

Euphyllia divisa, Euphyllia fimbriata, Euphyllia paraancora, Euphyllia paradivisa en Euphyllia yaeyamaensis uit Indonesië.

(6)

Alle landen van herkomst van de soorten waarop de nieuwe beperkingen van het binnenbrengen in de Unie betrekking hebben, werden geraadpleegd.

(7)

De lijst van de soorten waarop het verbod op het binnenbrengen in de Unie van toepassing is, moet daarom worden gewijzigd en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 888/2014 moet ter wille van de duidelijkheid worden vervangen.

(8)

De krachtens artikel 17 van Verordening (EG) nr. 338/97 ingestelde wetenschappelijke studiegroep werd geraadpleegd.

(9)

Aanvragen voor invoervergunningen voor specimens van soorten waarvoor de invoer is beperkt op grond van artikel 4, lid 6, van Verordening (EG) nr. 338/97, worden door de lidstaten behandeld in overeenstemming met artikel 71 van Verordening (EG) nr. 865/2006 van de Commissie (3).

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het krachtens artikel 18 van Verordening (EG) nr. 338/97 ingestelde Comité voor de handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het binnenbrengen in de Unie van specimens van de in de bijlage bij deze verordening genoemde in het wild levende dier- en plantensoorten is verboden.

Artikel 2

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 888/2014 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 mei 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 61 van 3.3.1997, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 888/2014 van de Commissie van 14 augustus 2014 tot instelling van een verbod op het binnenbrengen in de Unie van specimens van bepaalde in het wild levende dier- en plantensoorten (PB L 243 van 15.8.2014, blz. 21).

(3)  Verordening (EG) nr. 865/2006 van de Commissie van 4 mei 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PB L 166 van 19.6.2006, blz. 1).


BIJLAGE

Specimens van in bijlage A bij Verordening (EG) nr. 338/97 genoemde soorten waarvan het binnenbrengen in de Unie wordt verboden

Soort

Oorsprong

Specimens

Landen van herkomst

Rechtsgrond artikel 4, lid 6, punt:

FAUNA

CHORDATA

 

 

 

 

MAMMALIA

ARTIODACTYLA

Bovidae

Capra falconeri

Wild

Jachttrofeeën

Oezbekistan

a)

CARNIVORA

Canidae

Canis lupus

Wild

Jachttrofeeën

Belarus, Mongolië, Tadzjikistan, Turkije

a)

Ursidae

Ursus arctos

Wild

Jachttrofeeën

Canada (Brits-Columbia), Kazachstan

a)

Ursus thibetanus

Wild

Jachttrofeeën

Rusland

a)

PROBOSCIDEA

Elephantidae

Loxodonta africana

Wild

Jachttrofeeën

Kameroen

a)

AVES

FALCONIFORMES

Falconidae

Falco cherrug

Wild

Alle

Bahrein

a)


Specimens van in bijlage B bij Verordening (EG) nr. 338/97 genoemde soorten waarvan het binnenbrengen in de Unie wordt verboden

Soort

Oorsprong

Specimens

Landen van herkomst

Rechtsgrond artikel 4, lid 6, punt:

FAUNA

CHORDATA

 

 

 

 

MAMMALIA

ARTIODACTYLA

Bovidae

Ovis vignei bocharensis

Wild

Alle

Oezbekistan

b)

Saiga borealis

Wild

Alle

Rusland

b)

Cervidae

Cervus elaphus bactrianus

Wild

Alle

Oezbekistan

b)

Hippopotamidae

Hexaprotodon liberiensis (synoniem Choeropsis liberiensis)

Wild

Alle

Nigeria

b)

Hippopotamus amphibius

Wild

Alle

Mozambique

b)

Moschidae

Moschus moschiferus

Wild

Alle

Rusland

b)

CARNIVORA

Eupleridae

Cryptoprocta ferox

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Felidae

Panthera leo

Wild

Alle

Ethiopië

b)

Profelis aurata

Wild

Alle

Tanzania, Togo

b)

Mustelidae

Hydrictis maculicollis

Wild

Alle

Tanzania

b)

Odobenidae

Odobenus rosmarus

Wild

Alle

Groenland

b)

MONOTREMATA

Tachyglossidae

Zaglossus bartoni

Wild

Alle

Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea

b)

Zaglossus bruijni

Wild

Alle

Indonesië

b)

PHOLIDOTA

Manidae

Manis temminckii

Wild

Alle

Democratische Republiek Congo

b)

Manis tricuspis

Wild

Alle

Guinee

b)

PRIMATES

Atelidae

Alouatta guariba

Wild

Alle

Alle

b)

Ateles belzebuth

Wild

Alle

Alle

b)

Ateles fusciceps

Wild

Alle

Alle

b)

Ateles geoffroyi

Wild

Alle

Belize, Colombia, Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras, Mexico, Panama

b)

Ateles hybridus

Wild

Alle

Alle

b)

Lagothrix lagotricha

Wild

Alle

Alle

b)

Lagothrix lugens

Wild

Alle

Alle

b)

Lagothrix poeppigii

Wild

Alle

Alle

b)

Cercopithecidae

Cercopithecus dryas

Wild

Alle

Democratische Republiek Congo

b)

Cercopithecus erythrogaster

Wild

Alle

Alle

b)

Cercopithecus erythrotis

Wild

Alle

Alle

b)

Cercopithecus hamlyni

Wild

Alle

Alle

b)

Cercopithecus mona

Wild

Alle

Togo

b)

Cercopithecus petaurista

Wild

Alle

Togo

b)

Cercopithecus pogonias

Wild

Alle

Nigeria

b)

Cercopithecus preussi (synoniem C. lhoesti preussi)

Wild

Alle

Nigeria

b)

Colobus vellerosus

Wild

Alle

Nigeria, Togo

b)

Lophocebus albigena (synoniem Cercocebus albigena)

Wild

Alle

Nigeria

b)

Macaca cyclopis

Wild

Alle

Alle

b)

Macaca sylvanus

Wild

Alle

Algerije, Marokko

b)

Piliocolobus badius (synoniem Colobus badius)

Wild

Alle

Alle

b)

Galagidae

Euoticus pallidus (synoniem Galago elegantulus pallidus)

Wild

Alle

Nigeria

b)

Galago matschiei (synoniem G. inustus)

Wild

Alle

Rwanda

b)

Lorisidae

Arctocebus calabarensis

Wild

Alle

Nigeria

b)

Perodicticus potto

Wild

Alle

Togo

b)

Pitheciidae

Chiropotes chiropotes

Wild

Alle

Guyana

b)

Pithecia pithecia

Wild

Alle

Guyana

b)

RODENTIA

Sciuridae

Callosciurus erythraeus

Alle

Levend

Alle

d)

Sciurus carolinensis

Alle

Levend

Alle

d)

Sciurus niger

Alle

Levend

Alle

d)

AVES

ANSERIFORMES

Anatidae

Oxyura jamaicensis

Alle

Levend

Alle

d)

CICONIIFORMES

Balaenicipitidae

Balaeniceps rex

Wild

Alle

Tanzania

b)

FALCONIFORMES

Accipitridae

Accipiter erythropus

Wild

Alle

Guinee

b)

Accipiter melanoleucus

Wild

Alle

Guinee

b)

Accipiter ovampensis

Wild

Alle

Guinee

b)

Aquila rapax

Wild

Alle

Guinee

b)

Aviceda cuculoides

Wild

Alle

Guinee

b)

Gyps africanus

Wild

Alle

Guinee

b)

Gyps bengalensis

Wild

Alle

Alle

b)

Gyps indicus

Wild

Alle

Alle

b)

Gyps rueppellii

Wild

Alle

Guinee

b)

Gyps tenuirostris

Wild

Alle

Alle

b)

Hieraaetus ayresii

Wild

Alle

Kameroen, Guinee, Togo

b)

Hieraaetus spilogaster

Wild

Alle

Guinee, Togo

b)

Leucopternis lacernulatus

Wild

Alle

Brazilië

b)

Lophaetus occipitalis

Wild

Alle

Guinee

b)

Macheiramphus alcinus

Wild

Alle

Guinee

b)

Polemaetus bellicosus

Wild

Alle

Kameroen, Guinee, Tanzania, Togo

b)

Spizaetus africanus

Wild

Alle

Guinee

b)

Stephanoaetus coronatus

Wild

Alle

Ivoorkust, Guinee, Tanzania, Togo

b)

Terathopius ecaudatus

Wild

Alle

Tanzania

b)

Torgos tracheliotus

Wild

Alle

Kameroen, Sudan, Tanzania

b)

Trigonoceps occipitalis

Wild

Alle

Ivoorkust, Guinee

b)

Urotriorchis macrourus

Wild

Alle

Guinee

b)

Falconidae

Falco chicquera

Wild

Alle

Guinee, Togo

b)

Sagittariidae

Sagittarius serpentarius

Wild

Alle

Kameroen, Guinee, Tanzania, Togo

b)

GRUIFORMES

Gruidae

Balearica pavonina

Wild

Alle

Guinee, Mali, Zuid-Sudan, Sudan

b)

Balearica regulorum

Wild

Alle

Botswana, Burundi, Democratische Republiek Congo, Kenia, Rwanda, Zuid-Afrika, Tanzania, Zambia, Zimbabwe

b)

Bugeranus carunculatus

Wild

Alle

Zuid-Afrika, Tanzania

b)

PSITTACIFORMES

Loriidae

Charmosyna diadema

Wild

Alle

Alle

b)

Psittacidae

Agapornis fischeri

Wild

Alle

Tanzania

b)

Agapornis nigrigenis

Wild

Alle

Alle

b)

Agapornis pullarius

Wild

Alle

Democratische Republiek Congo, Ivoorkust, Guinee, Mali, Togo

b)

Aratinga auricapillus

Wild

Alle

Alle

b)

Coracopsis vasa

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Deroptyus accipitrinus

Wild

Alle

Suriname

b)

Hapalopsittaca amazonina

Wild

Alle

Alle

b)

Hapalopsittaca pyrrhops

Wild

Alle

Alle

b)

Leptosittaca branickii

Wild

Alle

Alle

b)

Poicephalus gulielmi

Wild

Alle

Kameroen, Ivoorkust, Congo, Guinee

b)

Poicephalus robustus

Wild

Alle

Democratische Republiek Congo, Ivoorkust, Guinee, Mali, Nigeria,Togo, Uganda

b)

Psittacus erithacus

Wild

Alle

Benin, Equatoriaal-Guinea, Liberia, Nigeria

b)

Psittacus erithacus timneh

Wild

Alle

Guinee, Guinee-Bissau

b)

Psittrichas fulgidus

Wild

Alle

Alle

b)

Pyrrhura caeruleiceps

Wild

Alle

Colombia

b)

Pyrrhura pfrimeri

Wild

Alle

Brazilië

b)

Pyrrhura subandina

Wild

Alle

Colombia

b)

STRIGIFORMES

Strigidae

Asio capensis

Wild

Alle

Guinee

b)

Bubo lacteus

Wild

Alle

Guinee

b)

Bubo poensis

Wild

Alle

Guinee

b)

Glaucidium capense

Wild

Alle

Rwanda

b)

Glaucidium perlatum

Wild

Alle

Kameroen, Guinee

b)

Ptilopsis leucotis

Wild

Alle

Guinee

b)

Scotopelia bouvieri

Wild

Alle

Kameroen

b)

Scotopelia peli

Wild

Alle

Guinee

b)

REPTILIA

CROCODYLIA

Alligatoridae

Palaeosuchus trigonatus

Wild

Alle

Guyana

b)

SAURIA

Agamidae

Uromastyx dispar

Wild

Alle

Algerije, Mali, Sudan

b)

Uromastyx geyri

Wild

Alle

Mali, Niger

b)

Chamaeleonidae

Brookesia decaryi

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Calumma ambreense

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Calumma capuroni

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Calumma cucullatum

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Calumma furcifer

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Calumma guibei

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Calumma hilleniusi

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Calumma linota

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Calumma peyrierasi

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Calumma tarzan

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Calumma tsaratananense

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Calumma vatosoa

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Chamaeleo africanus

Wild

Alle

Niger

b)

Chamaeleo gracilis

Wild

Alle

Benin, Ghana, Togo

b)

 

Ranches

Alle

Benin

b)

 

Ranches

Kop-romplengte meer dan 8 cm

Togo

b)

Chamaeleo senegalensis

Wild

Alle

Benin, Ghana, Togo

b)

 

Ranches

Kop-romplengte meer dan 6 cm

Benin, Togo

b)

Furcifer angeli

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Furcifer balteatus

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Furcifer belalandaensis

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Furcifer labordi

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Furcifer monoceras

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Furcifer nicosiai

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Furcifer tuzetae

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Trioceros camerunensis

Wild

Alle

Kameroen

b)

Trioceros deremensis

Wild

Alle

Tanzania

b)

Trioceros eisentrauti

Wild

Alle

Kameroen

b)

Trioceros feae

Wild

Alle

Equatoriaal-Guinea

b)

Trioceros fuelleborni

Wild

Alle

Tanzania

b)

Trioceros montium

Wild

Alle

Kameroen

b)

Trioceros perreti

Wild

Alle

Kameroen

b)

Trioceros serratus

Wild

Alle

Kameroen

b)

Trioceros werneri

Wild

Alle

Tanzania

b)

Trioceros wiedersheimi

Wild

Alle

Kameroen

b)

Cordylidae

Cordylus mossambicus

Wild

Alle

Mozambique

b)

Cordylus rhodesianus

Wild

Alle

Mozambique

b)

Cordylus tropidosternum

Wild

Alle

Mozambique

b)

Cordylus vittifer

Wild

Alle

Mozambique

b)

Gekkonidae

Phelsuma abbotti

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Phelsuma antanosy

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Phelsuma barbouri

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Phelsuma berghofi

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Phelsuma breviceps

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Phelsuma comorensis

Wild

Alle

Comoren

b)

Phelsuma dubia

Wild

Alle

Comoren, Madagaskar

b)

Phelsuma flavigularis

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Phelsuma guttata

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Phelsuma hielscheri

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Phelsuma klemmeri

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Phelsuma laticauda

Wild

Alle

Comoren

b)

Phelsuma malamakibo

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Phelsuma masohoala

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Phelsuma modesta

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Phelsuma mutabilis

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Phelsuma pronki

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Phelsuma pusilla

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Phelsuma seippi

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Phelsuma serraticauda

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Phelsuma standingi

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Phelsuma v-nigra

Wild

Alle

Comoren

b)

Uroplatus ebenaui

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Uroplatus fimbriatus

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Uroplatus guentheri

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Uroplatus henkeli

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Uroplatus lineatus

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Uroplatus malama

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Uroplatus phantasticus

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Uroplatus pietschmanni

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Uroplatus sameiti

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Uroplatus sikorae

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Scincidae

Corucia zebrata

Wild

Alle

Salomonseilanden

b)

Varanidae

Varanus albigularis

Wild

Alle

Tanzania

b)

Varanus beccarii

Wild

Alle

Indonesië

b)

Varanus dumerilii

Wild

Alle

Indonesië

b)

Varanus exanthematicus

Wild

Alle

Benin, Togo

b)

 

Ranches

Totale lengte meer dan 35 cm

Benin, Togo

b)

Varanus jobiensis (synoniem V. karlschmidti)

Wild

Alle

Indonesië

b)

Varanus niloticus

Wild

Alle

Benin, Togo

b)

 

Ranches

Totale lengte meer dan 35 cm

Benin

b)

 

Ranches

Alle

Togo

b)

Varanus ornatus

Wild

Alle

Togo

b)

 

Ranches

Alle

Togo

b)

Varanus salvadorii

Wild

Alle

Indonesië

b)

Varanus spinulosus

Wild

Alle

Salomonseilanden

b)

SERPENTES

Boidae

Boa constrictor

Wild

Alle

Honduras

b)

Calabaria reinhardtii

Wild

Alle

Togo

b)

 

Ranches

Alle

Benin, Togo

b)

Candoia carinata

Wild

Alle

Indonesië

b)

Elapidae

Naja atra

Wild

Alle

Laos

b)

Naja kaouthia

Wild

Alle

Laos

b)

Naja siamensis

Wild

Alle

Laos

b)

Pythonidae

Liasis fuscus

Wild

Alle

Indonesië

b)

Morelia boeleni

Wild

Alle

Indonesië

b)

Python bivittatus

Wild

Alle

China

b)

Python molurus

Wild

Alle

China

b)

Python natalensis

Ranches

Alle

Mozambique

b)

Python regius

Wild

Alle

Benin, Guinee

b)

Python reticulatus

Wild

Alle

Maleisië (schiereiland)

b)

Python sebae

Wild

Alle

Mauritanië

b)

TESTUDINES

Emydidae

Chrysemys picta

Alle

Levend

Alle

d)

Trachemys scripta elegans

Alle

Levend

Alle

d)

Geoemydidae

Batagur borneoensis

Wild

Alle

Alle

b)

Cuora amboinensis

Wild

Alle

Indonesië, Maleisië

b)

Cuora galbinifrons

Wild

Alle

China, Laos

b)

Heosemys annandalii

Wild

Alle

Laos

b)

Heosemys grandis

Wild

Alle

Laos

b)

Heosemys spinosa

Wild

Alle

Indonesië

b)

Leucocephalon yuwonoi

Wild

Alle

Indonesië

b)

Malayemys subtrijuga

Wild

Alle

Indonesië

b)

Notochelys platynota

Wild

Alle

Indonesië

b)

Siebenrockiella crassicollis

Wild

Alle

Indonesië

b)

Podocnemididae

Erymnochelys madagascariensis

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Peltocephalus dumerilianus

Wild

Alle

Guyana

b)

Podocnemis lewyana

Wild

Alle

Alle

b)

Podocnemis unifilis

Wild

Alle

Suriname

b)

Testudinidae

Geochelone sulcata

Ranches

Alle

Benin, Togo

b)

Gopherus agassizii

Wild

Alle

Verenigde Staten

b)

Gopherus berlandieri

Wild

Alle

Alle

b)

Indotestudo forstenii

Wild

Alle

Alle

b)

Indotestudo travancorica

Wild

Alle

Alle

b)

Kinixys belliana

Wild

Alle

Benin, Ghana, Mozambique

b)

 

Ranches

In rechte lijn gemeten pantserlengte (SCL) meer dan 5 cm

Benin

b)

Kinixys erosa

Wild

Alle

Democratische Republiek Congo, Togo

b)

Kinixys homeana

Wild

Alle

Benin, Ghana, Togo

b)

 

Ranches

Alle

Benin

b)

 

Ranches

In rechte lijn gemeten pantserlengte (SCL) meer dan 8 cm

Togo

b)

Kinixys spekii

Wild

Alle

Mozambique

b)

Manouria emys

Wild

Alle

Indonesië

b)

Manouria impressa

Wild

Alle

Vietnam

b)

Stigmochelys pardalis

Wild

Alle

Democratische Republiek Congo, Mozambique, Uganda

b)

Testudo horsfieldii

Wild

Alle

Kazachstan

b)

Trionychidae

Amyda cartilaginea

Wild

Alle

Indonesië

b)

Chitra chitra

Wild

Alle

Maleisië

b)

Pelochelys cantorii

Wild

Alle

Indonesië

b)

AMPHIBIA

ANURA

Conrauidae

Conraua goliath

Wild

Alle

Kameroen

b)

Dendrobatidae

Hyloxalus azureiventris

Wild

Alle

Peru

b)

Ranitomeya variabilis

Wild

Alle

Peru

b)

Ranitomeya ventrimaculata

Wild

Alle

Peru

b)

Mantellidae

Mantella aurantiaca

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Mantella bernhardi

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Mantella cowani

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Mantella crocea

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Mantella expectata

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Mantella milotympanum (synoniem M. aurantiaca milotympanum)

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Mantella pulchra

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Mantella viridis

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Microhylidae

Scaphiophryne gottlebei

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Ranidae

Lithobates catesbeianus

Alle

Levend

Alle

d)

ACTINOPTERYGII

PERCIFORMES

Labridae

Cheilinus undulatus

Wild

Alle

Indonesië

b)

SYNGNATHIFORMES

Syngnathidae

Hippocampus barbouri

Wild

Alle

Indonesië

b)

Hippocampus comes

Wild

Alle

Indonesië

b)

Hippocampus erectus

Wild

Alle

Brazilië

b)

Hippocampus histrix

Wild

Alle

Indonesië

b)

Hippocampus kelloggi

Wild

Alle

Indonesië

b)

Hippocampus kuda

Wild

Alle

China, Indonesië, Vietnam

b)

Hippocampus spinosissimus

Wild

Alle

Indonesië

b)

ARTHROPODA

 

 

 

 

ARACHNIDA

SCORPIONES

Scorpionidae

Pandinus imperator

Wild

Alle

Benin, Ghana, Togo

b)

 

Ranches

Alle

Benin, Togo

b)

INSECTA

LEPIDOPTERA

Papilionidae

Ornithoptera croesus

Wild

Alle

Indonesië

b)

Ornithoptera victoriae

Wild

Alle

Salomonseilanden

b)

 

Ranches

Alle

Salomonseilanden

b)

MOLLUSCA

 

 

 

 

BIVALVIA

VENEROIDA

Tridacnidae

Hippopus hippopus

Wild

Alle

Nieuw-Caledonië, Tonga, Vanuatu, Vietnam

b)

Tridacna crocea

Wild

Alle

Cambodja, Fiji, Salomonseilanden, Tonga, Vanuatu, Vietnam

b)

Tridacna derasa

Wild

Alle

Fiji, Nieuw-Caledonië, Filipijnen, Palau, Salomonseilanden, Tonga, Vanuatu, Vietnam

b)

Tridacna gigas

Wild

Alle

Marshalleilanden, Salomonseilanden, Tonga, Vietnam

b)

Tridacna maxima

Wild

Alle

Cambodja, Fiji, Marshalleilanden, Micronesia, Mozambique, Nieuw-Caledonië, Salomonseilanden, Tonga, Vanuatu, Vietnam

b)

Tridacna rosewateri

Wild

Alle

Mozambique

b)

Tridacna squamosa

Wild

Alle

Cambodja, Fiji, Mozambique, Nieuw-Caledonië, Salomonseilanden, Tonga, Vanuatu, Vietnam

b)

Tridacna tevoroa

Wild

Alle

Tonga

b)

GASTROPODA

MESOGASTROPODA

Strombidae

Strombus gigas

Wild

Alle

Grenada, Haïti

b)

CNIDARIA

 

 

 

 

ANTHOZOA

HELIOPORACEA

Helioporidae

Heliopora coerulea

Wild

Alle

Salomonseilanden

b)

SCLERACTINIA

Scleractinia spp.

Wild

Alle

Ghana

b)

Agariciidae

Agaricia agaricites

Wild

Alle

Haïti

b)

Caryophylliidae

Catalaphyllia jardinei

Wild

Alle

Salomonseilanden

b)

Euphyllia divisa

Wild

Levend koraal, m.u.v. door maricultuur verkregen, aan kunstmatige substraten vastgehechte specimens

Indonesië

b)

Euphyllia fimbriata

Wild

Levend koraal, m.u.v. door maricultuur verkregen, aan kunstmatige substraten vastgehechte specimens

Indonesië

b)

Euphyllia paraancora

Wild

Levend koraal, m.u.v. door maricultuur verkregen, aan kunstmatige substraten vastgehechte specimens

Indonesië

b)

Euphyllia paradivisa

Wild

Levend koraal, m.u.v. door maricultuur verkregen, aan kunstmatige substraten vastgehechte specimens

Indonesië

b)

Euphyllia yaeyamaensis

Wild

Levend koraal, m.u.v. door maricultuur verkregen, aan kunstmatige substraten vastgehechte specimens

Indonesië

b)

Plerogyra discus

Wild

Alle, m.u.v. door maricultuur verkregen, aan kunstmatige substraten vastgehechte specimens

Indonesië

b)

Plerogyra simplex (Plerogyra taisnei)

Wild

Alle, m.u.v. door maricultuur verkregen, aan kunstmatige substraten vastgehechte specimens

Indonesië

b)

Faviidae

Favites halicora

Wild

Alle

Tonga

b)

Platygyra sinensis

Wild

Alle

Tonga

b)

Mussidae

Acanthastrea hemprichii

Wild

Alle

Tonga

b)

Blastomussa merleti

Wild

Alle, m.u.v. door maricultuur verkregen, aan kunstmatige substraten vastgehechte specimens

Indonesië

b)

Cynarina lacrymalis

Wild

Alle, m.u.v. door maricultuur verkregen, aan kunstmatige substraten vastgehechte specimens

Indonesië

b)

Scolymia spp.

Wild

Alle

Tonga

b)

Pocilloporidae

Seriatopora stellata

Wild

Alle

Indonesië

b)

Trachyphylliidae

Trachyphyllia geoffroyi

Wild

Alle

Fiji

b)

FLORA

Amaryllidaceae

Galanthus nivalis

Wild

Alle

Bosnië en Herzegovina, Zwitserland, Oekraïne

b)

Apocynaceae

Pachypodium inopinatum

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Pachypodium rosulatum

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Pachypodium sofiense

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Cycadaceae

Cycadaceae spp.

Wild

Alle

Mozambique

b)

Euphorbiaceae

Euphorbia ankarensis

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Euphorbia banae

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Euphorbia berorohae

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Euphorbia bongolavensis

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Euphorbia bulbispina

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Euphorbia duranii

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Euphorbia fianarantsoae

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Euphorbia guillauminiana

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Euphorbia iharanae

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Euphorbia kondoi

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Euphorbia labatii

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Euphorbia lophogona

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Euphorbia millotii

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Euphorbia neohumbertii

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Euphorbia pachypodioides

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Euphorbia razafindratsirae

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Euphorbia suzannae-marnierae

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Euphorbia waringiae

Wild

Alle

Madagaskar

b)

Orchidaceae

Anacamptis pyramidalis

Wild

Alle

Turkije

b)

Barlia robertiana

Wild

Alle

Turkije

b)

Cypripedium japonicum

Wild

Alle

China, Noord-Korea, Japan, Zuid-Korea

b)

Cypripedium macranthos

Wild

Alle

Zuid-Korea, Rusland

b)

Cypripedium margaritaceum

Wild

Alle

China

b)

Cypripedium micranthum

Wild

Alle

China

b)

Dactylorhiza romana

Wild

Alle

Turkije

b)

Dendrobium bellatulum

Wild

Alle

Vietnam

b)

Dendrobium nobile

Wild

Alle

Laos

b)

Dendrobium wardianum

Wild

Alle

Vietnam

b)

Myrmecophila tibicinis

Wild

Alle

Belize

b)

Ophrys holoserica

Wild

Alle

Turkije

b)

Ophrys pallida

Wild

Alle

Algerije

b)

Ophrys tenthredinifera

Wild

Alle

Turkije

b)

Ophrys umbilicata

Wild

Alle

Turkije

b)

Orchis coriophora

Wild

Alle

Rusland

b)

Orchis italica

Wild

Alle

Turkije

b)

Orchis mascula

Wild/Ranches

Alle

Albanië

b)

Orchis morio

Wild

Alle

Turkije

b)

Orchis pallens

Wild

Alle

Rusland

b)

Orchis punctulata

Wild

Alle

Turkije

b)

Orchis purpurea

Wild

Alle

Turkije

b)

Orchis simia

Wild

Alle

Bosnië en Herzegovina, voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Turkije

b)

Orchis tridentata

Wild

Alle

Turkije

b)

Orchis ustulata

Wild

Alle

Rusland

b)

Phalaenopsis parishii

Wild

Alle

Vietnam

b)

Serapias cordigera

Wild

Alle

Turkije

b)

Serapias parviflora

Wild

Alle

Turkije

b)

Serapias vomeracea

Wild

Alle

Turkije

b)

Primulaceae

Cyclamen intaminatum

Wild

Alle

Turkije

b)

Cyclamen mirabile

Wild

Alle

Turkije

b)

Cyclamen pseudibericum

Wild

Alle

Turkije

b)

Cyclamen trochopteranthum

Wild

Alle

Turkije

b)

Stangeriaceae

Stangeriaceae spp.

Wild

Alle

Mozambique

b)

Zamiaceae

Zamiaceae spp.

Wild

Alle

Mozambique

b)


8.5.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 117/45


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/737 VAN DE COMMISSIE

van 7 mei 2015

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 mei 2015.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MA

83,5

TN

392,6

TR

94,0

ZZ

190,0

0707 00 05

AL

49,4

TR

109,0

ZZ

79,2

0709 93 10

MA

112,6

TR

138,9

ZZ

125,8

0805 10 20

EG

48,2

IL

75,0

MA

48,6

MO

59,6

ZA

60,1

ZZ

58,3

0805 50 10

BR

107,1

MA

73,0

TR

56,0

ZZ

78,7

0808 10 80

AR

99,8

BR

100,9

CL

124,4

MK

32,8

NZ

157,4

US

234,9

ZA

118,4

ZZ

124,1


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

8.5.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 117/47


BESLUIT (EU) 2015/738 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 29 april 2015

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag EGF/2014/017 FR/Mory-Ducros, ingediend door Frankrijk)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (1), en met name artikel 15, lid 4,

Gezien de procedure van punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (2), en met name artikel 13,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om steun te verlenen aan werknemers die werkloos zijn geworden en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd als gevolg van uit de globalisering voortvloeiende grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, doordat de in Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad (3) behandelde wereldwijde financiële en economische crisis aanhoudt, of door een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, en hen te helpen om op de arbeidsmarkt terug te keren.

(2)

Artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad (4) staat de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG toe binnen een jaarlijks maximum van 150 miljoen EUR (in prijzen 2011).

(3)

Op 6 oktober 2014 heeft Frankrijk een aanvraag ingediend om middelen uit het EFG ter beschikking te stellen voor ontslagen bij Mory-Ducros SAS in Frankrijk; Frankrijk heeft overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 aanvullende informatie verstrekt. Deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EFG overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1309/2013.

(4)

Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage van 6 052 200 EUR te leveren voor de door Frankrijk ingediende aanvraag,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015 wordt een bedrag van 6 052 200 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering.

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Straatsburg, 29 april 2015.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

Z. KALNIŅA-LUKAŠEVICA


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.

(2)  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

(3)  Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26).

(4)  Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).


8.5.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 117/49


BESLUIT (GBVB) 2015/739 VAN DE RAAD

van 7 mei 2015

houdende wijziging van Besluit 2013/798/GBVB betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 23 december 2013 Besluit 2013/798/GBVB (1) vastgesteld na de vaststelling van Resolutie 2127 (2013) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VNVR-Resolutie).

(2)

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft op 22 januari 2015 Resolutie 2196 (2015) aangenomen.

(3)

VNVR-Resolutie 2196 (2015) voorziet in bepaalde wijzigingen in de criteria voor inreisbeperkingen en de bevriezing van tegoeden en economische middelen van personen of entiteiten die worden aangewezen door het Comité dat is opgericht uit hoofde van punt 57 van VNVR-Resolutie 2127 (2013).

(4)

Voor het doorvoeren van bepaalde wijzigingen is verder optreden van de Unie nodig.

(5)

Besluit 2013/798/GBVB dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2013/798/GBVB wordt als volgt gewijzigd:

1)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 1 bis

De lidstaten confisqueren, registreren en verwijderen (onder meer door vernietiging, onbruikbaarmaking, opslag of overdracht naar een andere staat dan de staat van herkomst of bestemming om daar te worden vernietigd) door hen ontdekte artikelen waarvan de levering, verkoop, overbrenging of uitvoer krachtens artikel 1 verboden is.”

.

2)

In artikel 2, lid 1, wordt punt a) vervangen door:

„a)

de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van wapens en aanverwant materieel en de levering van aanverwante technische bijstand of financiering en financiële bijstand uitsluitend bestemd voor de ondersteuning van of voor gebruik door de Multidimensionele Geïntegreerde Stabilisatiemissie van de Verenigde Naties in de Centraal-Afrikaanse Republiek (MINUSCA), de regionale taskforce van de Afrikaanse Unie (AU-RTF), en de missies van de Unie en de in de CAR ingezette Franse troepen;”

.

3)

In artikel 2 bis wordt lid 1 vervangen door:

„1.   De lidstaten nemen de nodige maatregelen om te voorkomen dat personen die worden aangewezen door het Comité dat is opgericht krachtens punt 57 van VNVR-Resolutie 2127 (2013) („het Comité”) als personen die handelingen verrichten of steunen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de CAR ondermijnen, waaronder handelingen die een bedreiging van of inbreuk op overgangsovereenkomsten vormen, of die het politieke overgangsproces bedreigen of verhinderen, onder meer een overgang naar vrije en eerlijke democratische verkiezingen, of die het geweld aanwakkeren, hun grondgebied binnenkomen of doorreizen; het betreft onder andere personen die:

a)

het krachtens punt 54 van VNVR-Resolutie 2127 (2013) en artikel 1 van dit besluit ingestelde wapenembargo overtreden, of die rechtstreeks of onrechtstreeks leveringen, verkopen of overdrachten aan gewapende groepen of criminele netwerken in de CAR verrichten, of die in verband met gewelddadige activiteiten van gewapende groepen of criminele netwerken in de CAR wapens of aanverwant materiaal, technisch advies, opleiding of bijstand, inclusief financiering en financiële bijstand, ontvangen;

b)

betrokken zijn bij de planning, aansturing of uitvoering van handelingen die een schending vormen van het internationale recht inzake de mensenrechten of het internationale humanitaire recht, naargelang het geval, of die in de CAR een schending van of inbreuk op de mensenrechten vormen, waaronder het gebruik van seksueel geweld, het viseren van burgers, etnisch of religieus gemotiveerde aanslagen, aanslagen op scholen en ziekenhuizen, ontvoering en gedwongen verplaatsing;

c)

kinderen rekruteren of gebruiken in gewapende conflicten in de CAR, en daarbij het toepasselijke internationale recht overtreden;

d)

gewapende groepen of criminele netwerken steunen door de illegale ontginning van of de handel in natuurlijke hulpbronnen, waaronder diamanten, goud, wilde dieren en producten van wilde dieren in of vanuit de CAR;

e)

de levering van humanitaire bijstand aan de CAR of de toegang tot, of verdeling van, humanitaire bijstand in de CAR belemmeren;

f)

betrokken zijn bij de planning, aansturing, sponsoring of uitvoering van aanslagen tegen VN-missies of internationale veiligheidstroepen waaronder MINUSCA, de missies van de Unie en de Franse operaties die hen ondersteunen;

g)

leider zijn van een door het Comité aangewezen entiteit, of ondersteuning hebben verleend aan of opgetreden hebben voor, namens of als hoofd van een door het Comité aangewezen persoon of entiteit, dan wel van een entiteit die eigendom is of onder zeggenschap staat van een door het Comité aangewezen persoon of entiteit;

als vermeld in de bijlage bij dit besluit.”

.

4)

In artikel 2 ter wordt lid 1 vervangen door:

„1.   Alle tegoeden en economische middelen die rechtstreeks of onrechtstreeks in het bezit zijn van of beheerd worden door personen of entiteiten die worden aangewezen door het Comité als personen of entiteiten die handelingen verrichten of steunen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de CAR ondermijnen, waaronder handelingen die een bedreiging van of inbreuk op overgangsovereenkomsten vormen, of die het politieke overgangsproces bedreigen of verhinderen, onder meer een overgang naar vrije en eerlijke democratische verkiezingen, of die het geweld aanwakkeren, met inbegrip van personen en entiteiten die:

a)

het krachtens punt 54 van VNVR-Resolutie 2127 (2013) en artikel 1 van dit besluit ingestelde wapenembargo overtreden, of die rechtstreeks of onrechtstreeks leveringen, verkopen of overdrachten aan gewapende groepen of criminele netwerken in de CAR verrichten, of die in verband met gewelddadige activiteiten van gewapende groepen of criminele netwerken in de CAR wapens of aanverwant materiaal, technisch advies, opleiding of bijstand, inclusief financiering en financiële bijstand, ontvangen;

b)

betrokken zijn bij de planning, aansturing of uitvoering van handelingen die een schending vormen van het internationale recht inzake de mensenrechten of het internationale humanitaire recht, naargelang het geval, of die in de CAR een schending van of inbreuk op de mensenrechten vormen, waaronder het gebruik van seksueel geweld, het viseren van burgers, etnisch of religieus gemotiveerde aanslagen, aanslagen op scholen en ziekenhuizen, ontvoering en gedwongen verplaatsing;

c)

kinderen rekruteren of gebruiken in gewapende conflicten in de CAR, en daarbij het toepasselijke internationale recht overtreden;

d)

gewapende groepen of criminele netwerken steunen door de illegale ontginning van of de handel in natuurlijke hulpbronnen, waaronder diamanten, goud, wilde dieren en producten van wilde dieren in of vanuit de CAR;

e)

de levering van humanitaire bijstand aan de CAR of de toegang tot, of verdeling van, humanitaire bijstand in de CAR belemmeren;

f)

betrokken zijn bij de planning, aansturing, sponsoring of uitvoering van aanslagen tegen VN-missies of internationale veiligheidstroepen waaronder MINUSCA, de missies van de Europese Unie en de Franse operaties die hen ondersteunen;

g)

leider zijn van een door het Comité aangewezen entiteit, of ondersteuning hebben verleend aan of opgetreden hebben voor, namens of als hoofd van een door het Comité aangewezen persoon of entiteit, dan wel van een entiteit die eigendom is of onder zeggenschap staat van een door het Comité aangewezen persoon of entiteit;

worden bevroren.

De lijst van de in dit lid bedoelde personen en entiteiten staat in de bijlage.”

.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 7 mei 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

E. RINKĒVIČS


(1)  Besluit 2013/798/GBVB van de Raad van 23 december 2013 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 51).


8.5.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 117/52


BESLUIT (GBVB) 2015/740 VAN DE RAAD

van 7 mei 2015

betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan en tot intrekking van Besluit 2014/449/GBVB

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 10 juli 2014 Besluit 2014/449/GBVB (1) vastgesteld, gelet op zijn aanhoudende ernstige bezorgdheid over de situatie in Zuid Sudan.

(2)

Op 3 maart 2015 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 2206 (2015) (VNVR-Resolutie) aangenomen, in het licht van zijn ernstige ongerustheid en bezorgdheid over het conflict tussen de regering van de Republiek Zuid-Sudan en de oppositie sinds december 2013, zijn bezorgdheid over het daaruit voortvloeiende grote menselijk leed en zijn krachtige veroordeling van de vroegere en huidige schendingen van de mensenrechten en het internationale humanitaire recht, alsmede vanwege de grootschalige ontheemding van mensen en de erger wordende humanitaire crisis. De Veiligheidsraad heeft gewezen op de verantwoordelijkheid van alle partijen bij het conflict voor het lijden van de bevolking van Zuid-Sudan. Ook heeft hij bepaald dat de situatie in Zuid-Sudan een bedreiging vormt voor de internationale vrede en de veiligheid in de regio.

(3)

In de punten 9 en 12 van VNVR-Resolutie 2206 (2015) is voorzien in beperkende maatregelen in de vorm van reisverboden en de bevriezing van tegoeden die kunnen worden toegepast ten aanzien van personen en entiteiten die zijn aangewezen door het Comité van de Veiligheidsraad dat is opgericht uit hoofde van punt 16 van VNVR-Resolutie 2206 (2015) („het Comité”). In de punten 6, 7 en 8 van VNVR-Resolutie 2206 (2015) is eveneens voorzien in criteria voor de aanwijzing van personen en entiteiten waarvoor de beperkende maatregelen van de punten 9 en 12 van de resolutie gelden.

(4)

Omwille van de duidelijkheid moeten de beperkende maatregelen van Besluit 2014/449/GBVB en de beperkende maatregelen van VNVR-Resolutie 2206 (2015) worden opgenomen in een enkel rechtsinstrument.

(5)

Besluit 2014/449/GBVB moet derhalve dienovereenkomstig worden ingetrokken,

(6)

Voor de uitvoering van bepaalde maatregelen is verder optreden van de Unie nodig,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De verkoop, levering, overdracht of uitvoer van wapens en alle soorten aanverwant materieel, waaronder wapens en munitie, militaire voertuigen en militaire uitrusting, paramilitaire uitrusting en onderdelen daarvoor, aan Zuid-Sudan door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten — ongeacht of de goederen daar oorspronkelijk vandaan komen — of met gebruik van onder hun vlag varende schepen of tot hun nationale luchtvaartmaatschappij behorende vliegtuigen, is verboden.

2.   Het is tevens verboden:

a)

direct of indirect technische bijstand, tussenhandeldiensten of andere diensten te verlenen in verband met de in lid 1 bedoelde goederen of in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van dergelijke goederen, aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Zuid-Sudan of bestemd voor gebruik in Zuid-Sudan;

b)

direct of indirect financiering of financiële bijstand te verstrekken in verband met de in lid 1 bedoelde goederen, met inbegrip van met name subsidies, leningen en exportkredietverzekering alsmede verzekering en herverzekering voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van die goederen, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand, tussenhandeldiensten of andere diensten aan natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Zuid-Sudan of voor gebruik in Zuid-Sudan;

c)

bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of gevolg hebben dat de onder a) of b) bedoelde maatregelen worden omzeild.

Artikel 2

1.   Artikel 1 is niet van toepassing op:

a)

de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van niet-dodelijke militaire uitrusting die uitsluitend is bedoeld voor toezicht op de mensenrechten, humanitair of beschermend gebruik, of voor institutioneleopbouwprogramma's van de VN, de Afrikaanse Unie (AU), de EU of de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit (IGAD), of voor materieel dat bedoeld is voor crisisbeheersingsoperaties van de VN, de AU en de EU;

b)

de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van andere voertuigen dan gevechtsvoertuigen, die zijn gemaakt van of uitgerust met materiaal dat bescherming biedt tegen kogels en die uitsluitend bestemd zijn voor de bescherming, in Zuid-Sudan, van personeel van de EU of haar lidstaten of van personeel van de VN, de AU of IGAD;

c)

het verlenen van technische bijstand, tussenhandeldiensten en andere diensten in verband met de onder a) bedoelde uitrusting of programma's en operaties;

d)

het verstrekken van financiering en financiële bijstand in verband met de onder a) bedoelde uitrusting of programma's en operaties;

e)

de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van mijnopruimingsuitrusting en materieel voor gebruik bij mijnopruimingsoperaties;

f)

de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van niet-dodelijke militaire uitrusting die uitsluitend is bedoeld ter ondersteuning van de hervorming van de veiligheidssector in Zuid-Sudan, alsook de verstrekking van financiering, financiële bijstand of technische bijstand in verband met dergelijke uitrusting,

mits deze vooraf door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat zijn goedgekeurd.

2.   Artikel 1 is evenmin van toepassing op beschermende kleding, waaronder scherfwerende vesten en militaire helmen, die door personeel van de EU of van haar lidstaten, door personeel van de VN of IGAD, of door vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire organisaties en ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel louter voor persoonlijk gebruik tijdelijk naar Zuid-Sudan worden uitgevoerd.

3.   De lidstaten nemen de in dit artikel bedoelde leveringen per geval in overweging, met volledige inachtneming van de criteria in Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad (2). De lidstaten eisen afdoende waarborgen tegen misbruik van de krachtens dit artikel verleende vergunningen en treffen zo nodig maatregelen voor het terughalen van de uitrusting.

Artikel 3

1.   De lidstaten nemen de nodige maatregelen om binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied te beletten van personen die:

a)

die door de Veiligheidsraad of het Comité zijn aangewezen overeenkomstig de punten 6, 7, 8 en 9 van VNVR-Resolutie 2206 (2015), zoals genoemd in bijlage I bij dit besluit;

b)

niet onder a) vallen, en die het politieke proces in Zuid-Sudan belemmeren, onder meer door daden van geweld of schendingen van staakt-het vuren-overeenkomsten, alsmede personen die verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Zuid-Sudan, en personen die met hen geassocieerd zijn, als vermeld in bijlage II.

2.   Lid 1 houdt niet in dat de lidstaten verplicht zijn de binnenkomst op hun grondgebied van hun eigen onderdanen te weigeren.

Artikel 4

1.   Dit artikel is van toepassing op de in bijlage I vermelde personen.

2.   Artikel 3, lid 1, is niet van toepassing wanneer:

a)

de reis gerechtvaardigd is om humanitaire redenen, religieuze voorschriften daaronder begrepen, zoals per geval bepaald door het Comité;

b)

binnenkomst of doorreis noodzakelijk is in verband met een gerechtelijk proces;

c)

reizen de doelstellingen vrede en nationale verzoening in Zuid-Sudan en de stabiliteit in de regio zou bevorderen, zoals per geval bepaald door het Comité.

Artikel 5

1.   Dit artikel is van toepassing op de in bijlage II vermelde personen.

2.   Artikel 3, lid 1, laat de gevallen onverlet waarin lidstaten uit hoofde van het internationale recht gebonden zijn, en wel:

a)

als gastland van een internationale intergouvernementele organisatie;

b)

als gastland van een internationale conferentie die is bijeengeroepen door of plaatsvindt onder auspiciën van de VN;

c)

krachtens een multilaterale overeenkomst die voorrechten en immuniteiten verleent; of

d)

krachtens het Concordaat (Verdrag van Lateranen) van 1929 dat werd gesloten tussen de Heilige Stoel (Staat Vaticaanstad) en Italië.

3.   Lid 2 wordt geacht ook van toepassing te zijn op gevallen waarin een lidstaat optreedt als gastland van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE).

4.   De Raad wordt naar behoren geïnformeerd in elk van de gevallen waarin een lidstaat krachtens lid 2 of lid 3 een vrijstelling verleent.

5.   De lidstaten kunnen vrijstellingen van de krachtens artikel 3, lid 1, opgelegde maatregelen verlenen voor reizen die plaatsvinden op grond van dringende humanitaire noden die deze reizen rechtvaardigen, of met het oog op het bijwonen van intergouvernementele vergaderingen en vergaderingen die gestimuleerd worden door de EU of waarvoor de EU als gastheer optreedt of waarvoor een lidstaat als fungerende voorzitter van de OVSE als gastheer optreedt, wanneer daar een politieke dialoog wordt gevoerd waarbij de beleidsdoelstellingen van beperkende maatregelen, zoals de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat in Zuid-Sudan rechtstreeks worden bevorderd.

6.   Een lidstaat die de in lid 5 bedoelde vrijstellingen wil verlenen, brengt zulks schriftelijk ter kennis van de Raad. De vrijstelling wordt geacht te zijn verleend, tenzij één of meer leden van de Raad binnen twee werkdagen na ontvangst van de kennisgeving van de voorgestelde vrijstelling schriftelijk bezwaar maken. Indien één of meer leden van de Raad bezwaar maken, kan de Raad met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten de voorgestelde vrijstelling te verlenen.

7.   Wanneer een lidstaat krachtens de leden 2,3,5 en 6 toestemming verleent tot binnenkomst op of doorreis via zijn grondgebied van de in bijlage II vermelde personen, geldt deze toestemming alleen voor het doel waarvoor ze is verleend en alleen voor de rechtstreeks daarbij betrokken personen.

Artikel 6

1.   Alle tegoeden en economische middelen die, rechtstreeks of onrechtstreeks, eigendom zijn, in het bezit zijn, of onder zeggenschap staan van:

a)

personen en entiteiten die door de Veiligheidsraad of het Comité zijn aangewezen overeenkomstig de leden 6, 7, 8 en 12 van UNSCR 2206 (2015), zoals genoemd in bijlage I bij dit besluit;

b)

personen die het politieke proces in Zuid-Sudan belemmeren, onder meer door daden van geweld of schendingen van staakt-het vuren-overeenkomsten, alsook personen die verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Zuid-Sudan, en natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die met hen geassocieerd zijn, zoals vermeld in bijlage II,

worden bevroren.

2.   Er worden geen tegoeden of economische middelen rechtstreeks of onrechtstreeks ter beschikking gesteld aan of ten behoeve van de in bijlage I of II genoemde natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

Artikel 7

1.   Dit artikel is van toepassing op de in bijlage I vermelde personen en entiteiten.

2.   De bevoegde autoriteit van een lidstaat kan, onder voorwaarden die zij passend acht, het vrijgeven van bepaalde bevroren tegoeden of andere economische middelen of het ter beschikking stellen van bepaalde tegoeden of andere economische middelen toestaan, nadat zij heeft vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a)

noodzakelijk zijn voor basisuitgaven, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of nutsvoorzieningen;

b)

uitsluitend dienen voor de betaling van redelijke honoraria en de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c)

dienen als honoraria of kosten voor het routinematig aanhouden of beheren van bevroren tegoeden en economische middelen.

De betrokken lidstaat stelt het Comité vooraf in kennis van het voornemen om, waar van toepassing, toestemming te verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen. Bij ontstentenis van een negatief besluit van het Comité binnen vijf dagen na die kennisgeving kunnen toestemmingen worden verleend.

3.   De bevoegde autoriteit van een lidstaat kan, onder voorwaarden die zij passend acht, het vrijgeven van bepaalde bevroren tegoeden of andere economische middelen of het ter beschikking stellen van bepaalde tegoeden of andere economische middelen toestaan, nadat zij heeft vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen nodig zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits deze vaststelling door de betrokken lidstaat is gemeld bij het Comité en door het Comité is goedgekeurd.

4.   In afwijking van artikel 6, lid 1, kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat tevens toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, mits de betrokken lidstaat heeft vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen het voorwerp zijn van een justitieel, administratief of arbitrair retentierecht of vonnis, en dat de tegoeden of economische middelen uitsluitend zullen worden aangewend om te voldoen aan dit retentierecht of vonnis, mits het retentierecht is verkregen of de beslissing is gegeven vóór de datum van de aanneming van Resolutie 2206 (2015) van de VN-Veiligheidsraad, namelijk 3 maart 2015, niet ten goede komt aan een natuurlijke of rechtspersoon, entiteit of lichaam genoemd in bijlage I of II, en door de betrokken lidstaat is gemeld aan het Comité.

5.   Artikel 6, lid 1, is niet van toepassing op het overmaken op bevroren rekeningen van:

a)

rente of andere inkomsten op die rekeningen; of

b)

betalingen die verschuldigd zijn overeenkomstig contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 6 voorziene maatregelen op deze rekeningen van toepassing werden,

mits deze rente, andere inkomsten en betalingen onderworpen blijven aan de in artikel 6, lid 1, voorziene maatregelen.

6.   Artikel 6 belet niet dat een op een lijst geplaatste natuurlijke of rechtspersoon, entiteit of lichaam een betaling verricht die verschuldigd is uit hoofde van een contract dat is gesloten vóór de datum waarop die natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam in bijlage I is opgenomen, mits de betrokken lidstaat heeft vastgesteld dat de betaling niet rechtstreeks of onrechtstreeks wordt ontvangen door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam genoemd in bijlage I of II en na kennisgeving door de betrokken lidstaat aan het Comité van zijn voornemen de betaling te verrichten of te ontvangen of, in voorkomend geval, toestemming te verlenen tot het uit dezen hoofde vrijgeven van tegoeden, andere financiële activa of economische middelen, 10 werkdagen voordat de toestemming wordt verleend.

Artikel 8

1.   Dit artikel is van toepassing op de in bijlage II vermelde personen en entiteiten.

2.   De bevoegde autoriteit van een lidstaat kan, onder voorwaarden die zij passend acht, het vrijgeven van bepaalde bevroren tegoeden of andere economische middelen of het ter beschikking stellen van bepaalde tegoeden of andere economische middelen toestaan, nadat zij heeft vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a)

noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in bijlage II genoemde personen en gezinsleden te hunnen laste, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare voorzieningen;

b)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het routinematig houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen; of

d)

noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de bevoegde autoriteit, ten minste twee weken voor zij de toestemming geeft, de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie in kennis heeft gesteld van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming moet worden gegeven.

De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit lid is verleend.

3.   In afwijking van artikel 6, lid 1, kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een scheidsrechterlijke beslissing die is gegeven vóór de datum waarop de natuurlijke persoon of rechtspersoon, de entiteit of het lichaam bedoeld in artikel 6, lid 1, op de lijst in bijlage II is geplaatst, dan wel van een vóór of na die datum in de Unie gegeven rechterlijke of administratieve beslissing of in de betrokken lidstaat uitvoerbare rechterlijke beslissing;

b)

de tegoeden of economische middelen zullen uitsluitend worden aangewend om te voldoen aan de vorderingen die bij de beslissing zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften betreffende de rechten van de houders van die vorderingen;

c)

de beslissing komt niet ten goede aan een op de lijst in bijlage I of II geplaatste natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam; en

d)

de erkenning van de beslissing is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit lid is verleend.

4.   Artikel 6, lid 1, belet niet dat een op de lijst geplaatste natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam, betalingen doet die verschuldigd zijn uit hoofde van een contract dat is gesloten vóór de datum waarop die natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam op de lijst in bijlage II werd geplaatst, mits de betrokken lidstaat heeft vastgesteld dat de betaling niet rechtstreeks of onrechtstreeks wordt ontvangen door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam als vermeld in bijlage I of II.

5.   Artikel 6, lid 2, is niet van toepassing op het overmaken op bevroren rekeningen van:

a)

rente of andere inkomsten op die rekeningen;

b)

betalingen die verschuldigd zijn overeenkomstig contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 6 voorziene maatregelen op deze rekeningen van toepassing werden; of

c)

betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van een gerechtelijke, administratieve of scheidsrechterlijke beslissing die in de Unie is gegeven of in de betrokken lidstaat uitvoerbaar is,

mits deze rente, andere inkomsten en betalingen onderworpen blijven aan de in artikel 6, lid 1, voorziene maatregelen.

Artikel 9

1.   Wanneer de Veiligheidsraad of het Comité een persoon of entiteit op de lijst plaatst, neemt de Raad die persoon of die entiteit op in bijlage I.

2.   De Raad besluit op voorstel van een lidstaat of van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid om de lijst in bijlage II vast te stellen en aan te passen.

3.   De Raad stelt de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam in kennis van zijn in de leden 1 en 2 bedoelde besluiten, met inbegrip van de redenen voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de bekendmaking van een kennisgeving, zodat die natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of dat lichaam daarover opmerkingen kan indienen.

4.   Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, heroverweegt de Raad zijn besluiten en brengt hij de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of het lichaam daarvan op de hoogte.

Artikel 10

1.   In de bijlagen I en II worden de gronden vermeld voor opneming van personen en entiteiten als bedoeld in de artikelen 3, lid 1, en 6, lid 1, zoals bepaald door de Veiligheidsraad of het Comité met betrekking tot bijlage I, en de Raad met betrekking tot bijlage II.

2.   De bijlagen I en II bevatten tevens, voor zover beschikbaar, de informatie ter identificatie van de betrokken personen en entiteiten, zoals bepaald door de Veiligheidsraad of het Comité met betrekking tot bijlage I, en de Raad met betrekking tot bijlage II. Met betrekking tot personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres, indien bekend, en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten of lichamen, kan dergelijke informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registerinschrijving, registratienummer en plaats van vestiging. De bijlagen I en II bevatten ook de datum van aanwijzing.

Artikel 11

Teneinde de in dit besluit opgenomen maatregelen zo veel mogelijk effect te doen sorteren, moedigt de Unie derde landen aan soortgelijke beperkende maatregelen als de in dit besluit genoemde te treffen.

Artikel 12

1.   Dit besluit wordt voortdurend geëvalueerd. Het wordt zo nodig verlengd of gewijzigd, indien de Raad van oordeel is dat de doelstellingen ervan niet zijn bereikt en in het licht van desbetreffende besluiten van de Veiligheidsraad.

2.   De maatregelen als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder b), en artikel 6, lid 1, onder b), worden met regelmatige tussenpozen en ten minste om de twaalf maanden opnieuw bezien. Zij zijn niet meer van toepassing ten aanzien van de betrokken personen of entiteiten indien de Raad overeenkomstig de in artikel 9 bedoelde procedure vaststelt dat niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden voor de toepassing ervan.

Artikel 13

Besluit 2014/449/GBVB wordt ingetrokken.

Artikel 14

Dit besluit treedt in werking op de datum na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 7 mei 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

E. RINKĒVIČS


(1)  Besluit 2014/449/GBVB van de Raad van 10 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan (PB L 203 van 11.7.2014, blz. 100).

(2)  Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad van 8 december 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie (PB L 335 van 13.12.2008, blz. 99).


BIJLAGE I

Lijst van de in de artikel 3, lid 1, onder a), en artikel 6, lid 1, onder a), bedoelde personen en entiteiten

 


BIJLAGE II

Lijst van de in de artikel 3, lid 1, onder b), en artikel 6, lid 1, onder b), bedoelde personen en entiteiten

 

Naam

Identificatiegegevens

Motivering

Datum van plaatsing op de lijst

1.

Santino DENG

(ook bekend als: Santino Deng Wol)

Commandant van de derde infanteriedivisie van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (Sudan People's Liberation Army — SPLA)

Santino Deng is commandant van de derde infanteriedivisie van het SPLA, die heeft deelgenomen aan de herovering van Bentiu in mei 2014. Santino Deng heeft aldus het Akkoord van 23 januari over het staken van de vijandelijkheden geschonden.

11.7.2014

2.

Peter GADET

(ook bekend als: Peter Gatdet Yaka; Peter Cadet; Peter Gadet Yak; Peter Gadet Yaak: Peter Gatdet Yaak; Peter Gatdet; Peter Gatdeet Yaka)

Leider van de Nuer-militie, die tegen de regering ageert. Geboorteplaats: district Mayoum, deelstaat Unity

Peter Gadet is de leider van de Nuer-militie die tussen 15 en 17 april 2014 een aanval heeft uitgevoerd op Bentiu, in weerwil van het Akkoord van 23 januari over het staken van de vijandelijkheden. Bij deze aanval zijn meer dan 200 burgers om het leven gekomen. Aldus heeft Peter Gadet de geweldscyclus aangewakkerd en het politieke proces in Zuid-Sudan belemmerd. Hij is tevens verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten.

11.7.2014