|
ISSN 1977-0758 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 92 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
58e jaargang |
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
|
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
|
8.4.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 92/1 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/548 VAN DE RAAD
van 7 april 2015
tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 359/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in verband met de situatie in Iran
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 359/2011 van de Raad van 12 april 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in verband met de situatie in Iran (1), en met name artikel 12, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op 12 april 2011 heeft de Raad Verordening (EU) nr. 359/2011 vastgesteld. |
|
(2) |
Op basis van een toetsing van Besluit 2011/235/GBVB van de Raad (2) heeft de Raad besloten dat de beperkende maatregelen daarin tot en met 13 april 2016 moeten worden verlengd. |
|
(3) |
De Raad heeft tevens geconcludeerd dat de vermeldingen betreffende bepaalde personen en één entiteit die zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 359/2011 moeten worden geactualiseerd. |
|
(4) |
Bovendien zijn er voor twee personen niet langer gronden om deze te handhaven op de lijst van aan beperkende maatregelen onderworpen personen en entiteiten in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 359/2011. |
|
(5) |
Bovendien dient één vermelding betreffende een persoon die reeds is opgenomen in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 359/2011, te worden geschrapt. |
|
(6) |
Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 359/2011 dient dienovereenkomstig te worden aangepast, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 359/2011 van de Raad wordt gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de datum na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 7 april 2015.
Voor de Raad
De voorzitter
E. RINKĒVIČS
(1) PB L 100 van 14.4.2011, blz. 1.
(2) Besluit 2011/235/GBVB van de Raad van 12 april 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Iran (PB L 100 van 14.4.2011, blz. 51).
BIJLAGE
1.
De vermeldingen betreffende de onderstaande personen worden geschrapt van de lijst in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 359/2011 van de Raad:|
42. |
HEYDARI Nabiollah |
|
70. |
REZVANI Gholomani |
|
72. |
ELAHI Mousa Khalil |
2.
De vermeldingen voor de volgende personen en entiteit in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 359/2011 worden vervangen door de onderstaande vermeldingen:Personen
|
|
Naam |
Informatie ter identificatie |
Motivering |
Datum van plaatsing op de lijst |
|
10. |
RADAN Ahmad-Reza |
Geboorteplaats: Isfahan (Iran) — Geboortedatum: 1963 |
Hoofd van het Centrum Strategische Studies van de politie, voormalig plaatsvervangend hoofd van de Nationale Politie van Iran (tot juni 2014). In die hoedanigheid was Radan sinds 2008 verantwoordelijk voor mishandeling, moord en willekeurige aanhoudingen en detenties van demonstranten door de politie. |
12.4.2011 |
|
13. |
TAEB Hossein |
Geboorteplaats: Teheran — Geboortedatum: 1963 |
Plaatsvervangend IRGC-bevelhebber voor de inlichtingendienst. Voormalig bevelhebber van de Basij (tot oktober 2009). Troepen onder zijn bevel namen deel aan afranselingen, moorden, detenties en folteringen op grote schaal van vreedzame demonstranten. |
12.4.2011 |
|
14. |
SHARIATI Seyeed Hassan |
|
Voormalig hoofd van het gerechtelijk apparaat van Mashhad (tot september 2014). Wordt momenteel wellicht naar een andere functie overgeplaatst. Processen onder zijn supervisie werden summier en in besloten zittingen gevoerd, zonder inachtneming van de basisrechten van de aangeklaagden, en op grond van bekentenissen die onder druk en door folteringen verkregen zijn. Massale vonnissen met als gevolg doodvonnissen zonder eerlijke hoorzittingen. |
12.4.2011 |
|
15. |
DORRI- NADJAFABADI Ghorban-Ali |
Geboorteplaats: Najafabad (Iran) — Geboortedatum: 1945 |
Lid van de Vergadering van Deskundigen en vertegenwoordiger van de hoogste leider in de („centrale”) provincie Markazi. Voormalig procureur-generaal van Iran (tot september 2009), en voormalig minister van Inlichtingen tijdens het presidentschap van Khatami. Als procureur-generaal van Iran gelastte en superviseerde hij de schijnprocessen naar aanleiding van de eerste protesten na de verkiezingen, waarbij de aangeklaagden hun rechten, waaronder het recht op een advocaat, werden ontzegd. Tevens verantwoordelijk voor de misbruiken van Kahrizak. |
12.4.2011 |
|
16. |
HADDAD Hassan (alias Hassan ZAREH DEHNAVI) |
|
Voormalig rechter, revolutionaire rechtbank van Teheran, afdeling 26. Was belast met de zaak van gedetineerden na de crises die volgden op de verkiezingen en bedreigde geregeld gezinnen van gedetineerden om hun het zwijgen op te leggen. Hielp bij het uitvaardigen van arrestatiebevelen voor het detentiecentrum van Kahrizak. In november 2014 is zijn betrokkenheid bij de dood van gedetineerden officieel erkend door de Iraanse autoriteiten. |
12.4.2011 |
|
18. |
HEYDARIFAR Ali-Akbar |
|
Voormalig rechter, revolutionaire rechtbank van Teheran. Nam deel aan de berechting van manifestanten. Door de rechterlijke macht ondervraagd over Kahrizak-afpersingen. Heeft meegewerkt aan het uitvaardigen van bevelen om gedetineerden op te sluiten in het detentiecentrum van Kahrizak. In november 2014 is zijn betrokkenheid bij de dood van gedetineerden officieel erkend door de Iraanse autoriteiten. |
12.4.2011 |
|
19. |
JAFARI- DOLATABADI Abbas |
Geboorteplaats: Yazd (Iran) — Geboortedatum: 1953 |
Hoofdaanklager van Teheran sedert augustus 2009. Zijn bureau klaagde veel manifestanten aan, onder wie deelnemers aan de protestdagen op Ashura-dag in december 2009. Beval de sluiting van Karroubi's bureau in september 2009 en de aanhouding van verscheidene hervormingsgezinde politici en verbood twee hervormingsgezinde politieke partijen in juni 2010. Zijn bureau klaagde manifestanten aan voor vijandigheid jegens God (Muharebeh), waarop de doodstraf staat, en weigerde degenen die de doodstraf te wachten stond een eerlijk proces. Heeft hervormingsgezinden vervolgd en gearresteerd, mensenrechtenactivisten en leden van de media, als onderdeel van een onderdrukking van de politieke oppositie. |
|
|
20. |
MOGHISSEH Mohammad (ook bekend als NASSERIAN) |
|
Rechter, hoofd van de revolutionaire rechtbank van Teheran, afdeling 28. Was belast met zaken na de verkiezingen. Heeft langdurige gevangenisstraffen uitgesproken tijdens oneerlijke processen voor maatschappelijke en politieke activisten en journalisten en verscheidene doodstraffen tegen manifestanten en maatschappelijke en politieke activisten. |
12.4.2011 |
|
21. |
MOHSENI-EJEI Gholam-Hossein |
Geboorteplaats: Ejiyeh — Geboortedatum: circa 1956 |
Procureur-generaal van Iran sedert september 2009, woordvoerder van de rechterlijke macht, en voormalig minister van Inlichtingen tijdens de verkiezingen van 2009. Agenten die tijdens die verkiezingen onder zijn bevel stonden waren verantwoordelijk voor detentie, foltering en het afdwingen van valse bekentenissen van honderden activisten, journalisten, dissidenten en hervormingsgezinde politici. Politici werden bovendien gedwongen tot valse bekentenissen tijdens ondraaglijke verhoren, met foltering, chantage en bedreiging van gezinsleden. |
12.4.2011 |
|
22. |
MORTAZAVI Said |
Geboorteplaats: Meybod, Yazd (Iran) — Geboortedatum: 1967 |
Voormalig procureur-generaal van Teheran (tot augustus 2009). Als procureur-generaal van Teheran vaardigde hij bevelen uit voor de detentie van honderden activisten, journalisten en studenten. In januari 2010 werd hij in het kader van een parlementair onderzoek rechtstreeks verantwoordelijk gehouden voor de detentie van drie gevangenen die in gevangenschap zijn overleden. Geschorst in augustus 2010 na onderzoek door de Iraanse rechterlijke macht naar zijn betrokkenheid bij de dood van drie op zijn bevel gedetineerde mannen, na de verkiezingen. In november 2014 is zijn betrokkenheid bij de dood van gedetineerden officieel erkend door de Iraanse autoriteiten. |
12.4.2011 |
|
23. |
PIR-ABASSI Abbas |
|
Rechter, revolutionaire rechtbank van Teheran, afdeling 26. Belast met zaken van na de verkiezingen, sprak langdurige gevangenisstraffen uit tijdens oneerlijke processen tegen mensenrechtenactivisten en meerdere doodstraffen tegen manifestanten. |
12.4.2011 |
|
28. |
YASAGHI Ali-Akbar |
|
Rechter bij het Hooggerechtshof. Voormalig opperrechter, revolutionaire rechtbank van Mashhad. Processen onder zijn rechtsmacht waren summier en vonden plaats achter gesloten deuren, zonder eerbiediging van de basisrechten van de beschuldigden. Massale vonnissen met als gevolg doodvonnissen zonder eerlijke hoorzittingen. |
12.4.2011 |
|
30. |
ESMAILI Gholam-Hossein |
|
President van het gerecht te Teheran. Voormalig hoofd van Irans gevangenissenorganisatie. In die hoedanigheid medeplichtig aan de massale detentie van politieke manifestanten en aan het in de doofpot stoppen van mishandelingen in het gevangenissysteem. |
12.4.2011 |
|
34. |
AKBARSHAHI Ali-Reza |
|
Directeur-generaal van het hoofdkwartier voor drugsbestrijding van Iran. Voormalig bevelhebber van de politie van Teheran. Onder zijn leiding was de politie verantwoordelijk voor het gebruik van niet-gewettigd geweld tegen verdachten bij hun aanhouding en tijdens hun voorlopige hechtenis. De politie van Teheran was tevens betrokken bij de invallen in de slaapzalen van de universiteit van Teheran in juni 2009, waarbij volgens een commissie van de Majlis van Iran meer dan 100 studenten werden verwond door de politiediensten en leden van de Basij. |
10.10.2011 |
|
36. |
AVAEE Seyyed Ali-Reza (alias: AVAEE Seyyed Alireza) |
|
Adviseur bij de Tuchtraad voor rechters sinds april 2014. Voormalig president van het gerecht te Teheran. Als president van het gerecht Teheran was hij verantwoordelijk voor schendingen van de mensenrechten, willekeurige aanhoudingen, het ontzeggen van rechten aan gevangenen en de toename van executies. |
10.10.2011 |
|
37. |
BANESHI Jaber |
|
Adviseur voor de rechterlijke macht in Iran. Voormalig openbaar aanklager (tot 2012). Hij was verantwoordelijk voor het buitensporige en toenemende gebruik van de doodstraf doordat hij tientallen doodstraffen heeft gevorderd. Openbaar aanklager tijdens de rechtszaak in verband met de bomaanslag in Shiraz in 2008, die door het regime werd aangegrepen om verscheidene tegenstanders van het regime ter dood te veroordelen. |
10.10.2011 |
|
40. |
HABIBI Mohammad Reza |
|
Substituut-aanklager van Isfahan. Medeplichtig aan het voeren van processen waarbij de verdediging een eerlijk proces werd ontzegd. Een voorbeeld hiervan is de zaak van Abdollah Fathi, die in mei 2011 werd geëxecuteerd nadat Habibi tijdens het proces in maart 2010 Fathi's recht om te worden gehoord en zijn problemen met zijn geestelijke gezondheid had genegeerd. Hij is derhalve medeplichtig aan de ernstige schending van het recht op een eerlijke rechtsbedeling, hetgeen heeft bijgedragen tot een buitensporig en toenemend gebruik van de doodstraf en een sterke stijging van het aantal executies sinds begin 2011. |
10.10.2011 |
|
41. |
HEJAZI Mohammad |
Geboorteplaats: Ispahan — Geboortedatum: 1956 |
Als plaatsvervangend hoofd van de strijdkrachten heeft hij een prominente rol gespeeld bij het intimideren en bedreigen van de „vijanden” van Iran en bij de bombardementen op Koerdische dorpen in Irak. Als voormalig leider van het Sarollahkorps van de IRGC van Teheran en voormalig leider van de Basij-militie heeft hij een centrale rol gespeeld bij de repressie van betogers na de verkiezingen. |
10.10.2011 |
|
47. |
KHALILOLLAHI Moussa (alias: KHALILOLLAHI Mousa, ELAHI Mousa Khalil) |
|
Openbaar aanklager van Tabriz. Hij was betrokken bij de zaak van Sakineh Mohammadi-Ashtiani en is medeplichtig aan ernstige schendingen van het recht op een eerlijke rechtsbedeling. |
10.10.2011 |
|
48. |
MAHSOULI Sadeq (alias: MAHSULI, Sadeq) |
Geboorteplaats: Oroumieh (Iran) — Geboortedatum: 1959/60 |
Adviseur van de voormalige president Mahmoud Ahmadinejad die thans lid is van de Raad van geschiktheid en oordeel (Expediency Council); lid van het Front van volharding (Perseverance Front). minister van Welzijn en Sociale Zekerheid tussen 2009 en 2011. minister van Binnenlandse Zaken tot augustus 2009. Mahsouli had als minister van Binnenlandse Zaken gezag over alle politiediensten, veiligheidsagenten van het ministerie van Binnenlandse Zaken en agenten in burger. De diensten onder zijn leiding waren verantwoordelijk voor de invallen in de slaapzalen van de universiteit van Teheran op 14 juni 2009 en voor de foltering van studenten in de kelder van het ministerie (het beruchte kelderniveau 4). Andere manifestanten werden zwaar mishandeld in het detentiecentrum van Kahrizak, dat werd geleid door politiediensten onder het gezag van Mahsouli. |
10.10.2011 |
|
49. |
MALEKI Mojtaba |
|
Openbaar aanklager van Kermanshah. Heeft een rol gespeeld in de spectaculaire stijging van doodstraffen in Iran, onder meer als aanklager in de zaken tegen zeven gevangenen die werden veroordeeld wegens drugshandel en op 3 januari 2010 werden opgehangen in de centrale gevangenis van Kermanshah. |
10.10.2011 |
|
52. |
KHODAEI SOURI Hojatollah |
Geboorteplaats: Selseleh (Iran) — Geboortedatum: 1964 |
Lid van de Commissie voor nationale veiligheid en buitenlands beleid. Parlementslid voor de provincie Lorestan. Lid van de Parlementaire Commissie voor buitenlands- en veiligheidsbeleid. Voormalig hoofd van de gevangenis van Evin (tot 2012). Onder zijn leiding waren martelingen in de gevangenis van Evin een gangbare praktijk. In afdeling 209 werden vele activisten vastgehouden voor hun vreedzame oppositie tegen de aan de macht zijnde regering. |
10.10.2011 |
|
53. |
TALA Hossein (alias: TALA Hosseyn) |
|
Iraans parlementslid. Voormalig gouverneur-generaal („Farmandar”) van de provincie Teheran (tot september 2010); verantwoordelijk voor het optreden van de politiediensten en derhalve voor de repressie bij betogingen. In december 2010 ontving hij een prijs voor zijn rol bij de repressie na de verkiezingen. |
10.10.2011 |
|
54. |
TAMADDON Morteza (alias: TAMADON Morteza) |
Geboorteplaats: Shahr Kord-Isfahan — Geboortedatum: 1959 |
Hoofd van de openbare veiligheidsraad van de provincie Teheran. Voormalig gouverneur-generaal van de provincie Teheran voor de IRGC. In zijn hoedanigheid van gouverneur en hoofd van de openbare veiligheidsraad van de provincie Teheran heeft hij de algemene verantwoordelijkheid voor alle repressieactiviteiten die door de IRGC in de provincie Teheran worden ondernomen, inclusief het hardhandige optreden tegen het politieke protest sinds juni 2009. |
10.10.2011 |
|
57. |
HAJMOHAM- MADI Aziz |
|
Rechter bij het strafhof van de provincie Teheran. Voormalig rechter van de eerste afdeling van de rechtbank van Evin. Hij heeft verscheidene rechtszaken tegen betogers geleid, met name die tegen Abdol-Reza Ghanbari, een leraar die in januari 2010 is aangehouden en voor zijn politieke activiteiten ter dood is veroordeeld. De rechtbank van eerste aanleg van Evin is opgericht binnen de gevangenis van Evin, en Jafari Dolatabadi heeft in maart 2010 de oprichting ervan verdedigd. In deze gevangenis werden sommige beklaagden opgesloten, mishandeld en gedwongen om valse bekentenissen af te leggen. |
10.10.2011 |
|
59. |
BAKHTIARI Seyyed Morteza |
Geboorteplaats: Mashad (Iran) — Geboortedatum: 1952 |
Vice-procureur-generaal, verantwoordelijk voor politieke en veiligheidskwesties. Voormalig minister van Justitie (van 2009 tot 2013). Toen hij minister van Justitie was, verslechterden de omstandigheden in de gevangenissen tot ver onder algemeen aanvaarde internationale normen, en werden gevangenen op ruime schaal mishandeld. Voorts speelde hij een cruciale rol bij het bedreigen en terroriseren van de Iraanse diaspora, door aan te kondigen dat een bijzondere rechtbank zou worden ingesteld speciaal voor het berechten van de in het buitenland levende Iraniërs. Mede door zijn toedoen kende Iran een sterke toename van het aantal terechtstellingen, onder meer van geheime terechtstellingen die niet door de regering worden aangekondigd, en terechtstellingen voor drugsdelicten. |
10.10.2011 |
|
60. |
HOSSEINI Dr Mohammad (alias: HOSSEYNI, Dr Seyyed Mohammad; Seyed, Sayyed and Sayyid) |
Geboorteplaats: Rafsanjan, Kerman — Geboortedatum: 1961 |
Adviseur van de voormalige president Mahmoud Ahmadinejad die thans lid is van de Raad van geschiktheid en oordeel (Expediency Council). Voormalig minister van Cultuur en Islamitische Leiding (2009-2013). Als voormalig lid van de IRGC was hij medeplichtig aan de repressie van journalisten. |
10.10.2011 |
|
61. |
MOSLEHI Heydar (alias: MOSLEHI Heidar; MOSLEHI Haidar) |
Geboorteplaats: Isfahan (Iran) — Geboortedatum: 1956 |
Hoofd van de organisatie voor publicaties over de rol van de geestelijkheid in oorlogstijd. Voormalig minister van Inlichtingen (2009-2013). Onder zijn leiding heeft het ministerie van Inlichtingen de wijdverbreide praktijken van willekeurige detentie en vervolging van betogers en dissidenten voortgezet. Het ministerie van Inlichtingen beheert afdeling 209 van de gevangenis van Evin, waar vele activisten worden opgesloten wegens hun vreedzame activiteiten tegen de huidige regering. Ondervragers van het ministerie van Inlichtingen hebben gevangenen in afdeling 209 onderworpen aan afranselingen en aan geestelijk en seksueel misbruik. |
10.10.2011 |
|
62. |
ZARGHAMI Ezzatollah |
Geboorteplaats: Dezful (Iran) — Geboortedatum: 22 juli 1959 |
Hoofd van de nationale omroep (Islamic Republic of Iran Broadcasting — IRIB) tot november 2014. Wordt momenteel wellicht naar een andere functie overgeplaatst. Als hoofd van de IRIB was hij verantwoordelijk voor het volledige programmeringsbeleid. De IRIB heeft in augustus 2009 en in december 2011 een aantal gedwongen bekentenissen van gedetineerden en een reeks „schijnprocessen” uitgezonden, die duidelijk in strijd waren met de internationale rechtsregels inzake een eerlijk proces en het recht op een eerlijke rechtsbedeling. |
23.3.2012 |
|
63. |
TAGHIPOUR Reza |
Geboorteplaats: Maragheh (Iran) — Geboortedatum: 1957 |
Lid van de Stadsraad van Teheran. Voormalig minister van Informatie en Communicatie (2009-2012). Als minister van Informatie behoorde hij tot de topfunctionarissen die verantwoordelijk zijn voor de censuur en de controle van het internetverkeer en diverse andere vormen van communicatie (met name mobiele telefonie). Bij verhoren van politieke gevangenen maken de ondervragers gebruik van de privégegevens, persoonlijke e-mailberichten en communicatie van de gevangenen. Sedert de presidentsverkiezingen van 2009 is het al herhaaldelijk voorgevallen dat tijdens straatprotesten het mobiele-telefoon- en sms-verkeer werd afgesneden, satelliettelevisiekanalen werden gestoord en de toegang tot het internet lokaal werd afgesloten of op zijn minst vertraagd. |
23.3.2012 |
|
64. |
KAZEMI Toraj |
|
Als kolonel van de technologie- en communicatiepolitie heeft hij een campagne aangekondigd waarbij hackers zouden worden geworven om in opdracht van de regering de informatie op het internet beter te controleren en „schadelijke” websites te bestoken. |
23.3.2012 |
|
65. |
LARIJANI Sadeq |
Geboorteplaats: Najaf (Irak) — Geboortedatum: 1960 of augustus 1961 |
Hoofd van het gerechtelijk apparaat. Moet, als hoofd van het gerechtelijk apparaat, zijn fiat geven voor en handtekening plaatsen onder elke straf in verband met qisas (schuldvergeldingsvonnissen), hodoud (misdaden tegen God) en ta'zirat (misdaden tegen de staat). Hieronder vallen de doodstraf, geselingen en amputaties. In dit verband heeft hij persoonlijk zijn handtekening geplaatst onder talrijke doodstraffen, in weerwil van internationale normen, waaronder stenigingen, executies door ophanging, executies van jongeren, en publieke executies, bijvoorbeeld van gevangenen die ten overstaan van een duizendkoppige menigte aan bruggen zijn opgehangen. Hij heeft tevens toestemming gegeven voor lijfstraffen, zoals amputaties en het met zuur besprenkelen van de ogen van gedetineerden. Sedert Sadeq Larijani in functie is, is het aantal willekeurige arrestaties van politieke gevangenen, mensenrechtenverdedigers en minderheden aanzienlijk toegenomen. Ook het aantal executies is sterk gestegen sinds 2009. Sadeq Larijani draagt tevens de verantwoordelijkheid voor systemische tekortkomingen op het gebied van het recht op een eerlijk proces in de Iraanse rechtsgang. |
23.3.2012 |
|
66. |
MIRHEJAZI Ali |
|
Een van de vertrouwelingen van de Grote Leider; behoort tot degenen die verantwoordelijk zijn voor het plannen van de onderdrukking van het protest sinds 2009 en heeft banden met degenen die verantwoordelijk zijn voor het onderdrukken ervan. |
23.3.2012 |
|
68. |
RAMIN Mohammad-Ali |
Geboorteplaats: Dezful (Iran) — Geboortedatum: 1954 |
Secretaris-generaal van de World Holocaust Foundation, opgericht tijdens de internationale conferentie ter herziening van de mondiale visie op de Holocaust in 2006, die Ramin namens de Iraanse regering heeft georganiseerd. Hoofdverantwoordelijke voor de persbreidel, als viceminister van Perszaken tot december 2013; rechtstreeks verantwoordelijk voor de sluiting van talrijke hervormingsgezinde persorganen (Etemad, Etemad-e Melli, Shargh, enz.), de sluiting van de onafhankelijke persvereniging en de intimidatie of arrestatie van journalisten. |
23.3.2012 |
|
69. |
MORTAZAVI Seyyed Solat |
Geboorteplaats: Meibod (Iran) — Geboortedatum: 1967 |
Burgemeester van de op een na grootste stad van Iran, Mashad, waar regelmatig openbare terechtstellingen plaatsvinden. Voormalig viceminister van Binnenlandse Zaken, belast met Politieke Zaken. Hij was verantwoordelijk voor het organiseren van repressie tegen degenen die opkomen voor hun legitieme rechten, zoals de vrijheid van meningsuiting. Later benoemd tot hoofd van de Iraanse Verkiezingscommissie voor de parlementsverkiezingen in 2012 en de presidentsverkiezingen in 2013. |
23.3.2012 |
|
73. |
FAHRADI Ali |
|
Openbaar aanklager van Karaj. Verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten, zoals processen waarin de doodstraf wordt uitgesproken. Tijdens zijn termijn als aanklager is het aantal terechtstellingen in de regio van Karaj sterk toegenomen. |
23.3.2012 |
|
74. |
REZVANMA- NESH Ali |
|
Openbaar aanklager. Verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten; was onder meer betrokken bij de terechtstelling van een jongere. |
23.3.2012 |
|
75. |
RAMEZANI Gholamhosein |
|
Hoofd Veiligheid bij het ministerie van Defensie. Voormalig hoofd Bescherming en Veiligheid bij de IRGC (tot maart 2012). Voormalig bevelhebber van de inlichtingendienst van de IRGC (tot oktober 2009). Betrokken bij het onderdrukken van de vrijheid van meningsuiting, onder meer door zijn banden met degenen die verantwoordelijk zijn voor de arrestatie van bloggers/journalisten in 2004; naar verluidt speelde hij een rol in de onderdrukking van de betogingen na de verkiezingen van 2009. |
23.3.2012 |
|
77. |
JAFARI Reza |
Geboortedatum: 1967 |
Adviseur bij de Tuchtraad voor rechters sinds april 2012. Lid van de „Commissie tot vaststelling van criminele webinhoud”, een orgaan dat verantwoordelijk is voor de censuur van websites en sociale media. Voormalig speciaal openbaar aanklager voor cybercriminaliteit (tussen 2007 en 2012). Was verantwoordelijk voor het onderdrukken van de vrijheid van meningsuiting, onder meer door de arrestatie, detentie en vervolging van bloggers en journalisten. Op verdenking van cybercriminaliteit gearresteerde personen werden mishandeld en kregen geen eerlijk proces. |
23.3.2012 |
|
78. |
RESHTE- AHMADI Bahram |
|
Rechter bij een gewone rechtbank in het noorden van Teheran. Voormalig toezichthouder van het openbaar ministerie in Teheran. Adjunct-hoofd van het Gevangeniswezen van de provincie Teheran. Voormalig substituut-aanklager in Teheran (tot 2013). Stond aan het hoofd van het strafvervolgingcentrum van Evin. Was verantwoordelijk voor het weigeren van rechten, zoals het recht op bezoek en andere rechten van gedetineerden, aan mensenrechtenverdedigers en politieke gevangenen. |
23.3.2012 |
|
79. |
RASHIDI AGHDAM, Ali Ashraf |
|
Hoofd van de gevangenis in Evin, aangesteld medio 2012. Sinds zijn aanstelling zijn de omstandigheden in de gevangenis erop achteruitgegaan en zijn er meldingen over een toename van het aantal gevallen van mishandeling van gevangenen. In oktober 2012 zijn negen vrouwelijke gevangenen in hongerstaking gegaan uit protest tegen de schending van hun rechten en het gewelddadige optreden van de gevangenisbewakers. |
12.3.2013 |
|
80. |
KIASATI Morteza |
|
Rechter bij afdeling 4 van de revolutionaire rechtbank van Ahwaz; heeft vier Arabische politieke gevangenen — Taha Heidarian, Abbas Heidarian, Abd al-Rahman Heidarian (drie broers) en Ali Sharifi — ter dood veroordeeld. De betrokkenen zijn gearresteerd, gemarteld en opgehangen zonder eerlijk proces. Deze gevallen, en het ontbreken van een eerlijk proces, staan vermeld in een verslag van de speciale VN-rapporteur voor de mensenrechten in Iran van 13 september 2012, alsmede in het verslag over Iran van de secretaris-generaal van de VN van 22 augustus 2012. |
12.3.2013 |
|
81. |
MOUSSAVI, Seyed Mohammad Bagher |
|
Rechter bij afdeling 2 van de revolutionaire rechtbank van Ahwaz; heeft 5 Ahwazi-Arabieren — Mohammad Ali Amouri, Hashem Sha'bani Amouri, Hadi Rashedi, Sayed Jaber Alboshoka en Sayed Mokhtar Alboshoka — op 17 maart 2012 ter dood veroordeeld wegens „activiteiten die indruisen tegen de nationale veiligheid” en „vijandigheid jegens God”. De vonnissen zijn op 9 januari 2013 bekrachtigd door het Hooggerechtshof van Iran. De vijf werden meer dan een jaar in hechtenis gehouden, gemarteld en zonder eerlijk proces veroordeeld. |
12.3.2013 |
|
82. |
SARAFRAZ, Mohammad (Dr.) (alias: Haj-agha Sarafraz) |
Geboortedatum: circa 1963 — Geboorteplaats: Teheran — Verblijfplaats: Teheran — Arbeidsplaats: IRIB en hoofdzetel Press TV, Teheran |
voorzitter van de Islamic Republic of Iran Broadcasting (IRIB). Voormalig hoofd van IRIB World Service en van Press TV, verantwoordelijk voor het volledige programmeringsbeleid. Onderhoudt nauwe banden met het staatsveiligheidsapparaat. Het is op zijn last dat Press TV, samen met IRIB, samenwerkt met de Iraanse veiligheidsdiensten en het OM en dat het gedwongen bekentenissen van gevangenen, onder meer van de Iraans-Canadese journalist en filmmaker Maziar Bahari, uitzendt in het wekelijkse programma „Iran Today”. De onafhankelijke omroepregulator OFCOM heeft Press TV in het VK veroordeeld tot een geldboete van 100 000 GBP wegens het uitzenden van de bekentenis onder dwang van Bahari in 2011, die in de gevangenis is gefilmd. Sarafraz wordt derhalve in verband gebracht met schendingen van het recht op een eerlijk proces. |
12.3.2013 |
|
83. |
JAFARI, Asadollah |
|
Aanklager van de provincie Mazandaran; verantwoordelijk voor wederrechtelijke arrestaties en schendingen van de rechten van Bahá'í-gevangenen, gaande van voorarrest tot eenzame opsluiting in het detentiecentrum van de inlichtingendiensten. Er zijn bewijzen van zes concrete voorbeelden van gevallen waarin het recht op een eerlijk proces is geschonden. Jafari was aanklager in zaken die hebben geleid tot verschillende terechtstellingen, ook in het openbaar. |
12.3.2013 |
|
85. |
HAMLBAR, Rahim |
|
Rechter bij afdeling 1 van de revolutionaire rechtbank van Tabriz. Heeft zware straffen uitgesproken tegen journalisten, leden van de etnische minderheid der Azeri en activisten die opkomen voor de rechten van werknemers, op beschuldiging van spionage, activiteiten die indruisen tegen de nationale veiligheid, propaganda tegen het Iraanse regime en belediging van het staatshoofd. Zijn vonnissen beantwoordden vaak niet aan de normen voor een eerlijk proces en gevangenen werden vaak tot valse bekentenissen gedwongen. In een geruchtmakende zaak zijn 20 personen die vrijwillig aan de reddingswerken na de aardbeving in Iran van augustus 2012 hadden deelgenomen, tot gevangenisstraffen veroordeeld omdat zij getracht hadden de slachtoffers van de aardbeving bij te staan. De rechtbank heeft de reddingswerkers schuldig bevonden aan „samenzwering en samenspanning met het oogmerk misdrijven tegen de nationale veiligheid te begaan”. |
12.3.2013 |
|
86. |
MUSAVI- TABAR, Seyyed Reza |
|
Hoofd van het revolutionair OM van Shiraz. Verantwoordelijk voor wederrechtelijke arrestaties en mishandeling van politieke activisten, journalisten, mensenrechtenverdedigers, Bahá'ís en gewetensgevangenen, die werden lastiggevallen, gemarteld, ondervraagd, geen toegang kregen tot een advocaat en geen eerlijk proces kregen. Musavi-Tabar heeft rechterlijke bevelen ondertekend in het beruchte detentiecentrum „nr. 100” (een gevangenis voor mannen), waaronder een bevel tot eenzame opsluiting van de vrouwelijke Bahá'í-gevangene Raha Sabet voor de duur van drie jaar. |
12.3.2013 |
Entiteiten
|
|
Naam |
Informatie ter identificatie |
Motivering |
Datum van plaatsing op de lijst |
|
1. |
Center to Investigate Organized Crime (ook bekend als: Cyber Crime Office or Cyber Police) |
Locatie: Teheran, Iran Website: http://www.cyberpolice.ir |
De in januari 2011 opgerichte Iraanse cyberpolitie is een eenheid van de nationale politie van Iran en staat onder leiding van Esmail Ahmadi-Moqaddam (op de lijst geplaatst). Ahmadi-Moqaddam heeft beklemtoond dat de cyberpolitie de antirevolutionaire en dissidente groeperingen die in 2009 via sociale netwerken op het internet hadden opgeroepen tot protest tegen de herverkiezing van president Mahmoud Ahmadinejad zou aanpakken. In januari 2012 heeft de cyberpolitie nieuwe instructies voor internetcafés uitgevaardigd, die inhouden dat gebruikers persoonlijke informatie moeten verstrekken die gedurende zes maanden wordt bewaard door de caféuitbater, samen met een overzicht van de bezochte websites. De instructies houden ook in dat caféuitbaters camerabewaking moeten installeren en de opnames gedurende zes maanden moeten bewaren. Deze nieuwe instructies houden in dat een register kan worden gecreëerd waarmee de autoriteiten activisten of iedereen die zij als een bedreiging voor de nationale veiligheid beschouwen, kunnen opsporen. In juni 2012 zijn in de Iraanse media berichten verschenen dat de cyberpolitie hard zou gaan optreden tegen VPN's (eigen virtuele netwerken). Op 30 oktober 2012 heeft de cyberpolitie de blogger Sattar Beheshti zonder aanhoudingsbevel gearresteerd in verband met „acties tegen de nationale veiligheid op sociale netwerken en Facebook”. Beheshti had in zijn blog kritiek geuit op de Iraanse overheid. Beheshti is op 3 november 2012 dood aangetroffen in zijn cel en is vermoedelijk doodgemarteld door leden van de cyberpolitie. |
|
|
8.4.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 92/12 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/549 VAN DE RAAD
van 7 april 2015
tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van Verordening (EU) 961/2010 (1), en met name artikel 46, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op 23 maart 2012 heeft de Raad Verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran vastgesteld. |
|
(2) |
In zijn arrest van 22 januari 2015 in de gevoegde zaken T-420/11 en T-56/12 is het Gerecht van de Europese Unie overgegaan tot de nietigverklaring van Besluit 2011/299/GBVB van de Raad (2) en Besluit 2011/783/GBVB van de Raad (3) voor zover op de daarin opgenomen lijst van aan beperkende maatregelen onderworpen personen en entiteiten in bijlage IX bij Verordening (EU) nr. 267/2012 de volgende entiteiten zijn opgenomen: Ocean Capital Administration GmbH, First Ocean Administration GmbH, First Ocean GmbH & Co. KG, Second Ocean Administration GmbH, Second Ocean GmbH & Co. KG, Third Ocean Administration GmbH, Third Ocean GmbH & Co. KG, Fourth Ocean Administration GmbH, Fourth Ocean GmbH & Co. KG, Fifth Ocean Administration GmbH, Fifth Ocean GmbH & Co. KG, Sixth Ocean Administration GmbH, Sixth Ocean GmbH & Co. KG, Seventh Ocean Administration GmbH, Seventh Ocean GmbH & Co. KG, Eighth Ocean Administration GmbH, Eighth Ocean GmbH & Co. KG, Ninth Ocean Administration GmbH, Ninth Ocean GmbH & Co. KG, Tenth Ocean Administration GmbH, Tenth Ocean GmbH & Co. KG, Eleventh Ocean Administration GmbH, Eleventh Ocean GmbH & Co. KG, Twelfth Ocean Administration GmbH, Twelfth Ocean GmbH & Co. KG, Thirteenth Ocean Administration GmbH, Fourteenth Ocean Administration GmbH, Fifteenth Ocean Administration GmbH, Sixteenth Ocean Administration GmbH, Kerman Shipping Co. Ltd, Woking Shipping Investments Ltd, Shere Shipping Co. Ltd, Tongham Shipping Co. Ltd, Uppercourt Shipping Co. Ltd, Vobster Shipping Co. Ltd, Lancelin Shipping Co. Ltd, IRISL Maritime Training Institute, Kheibar Co. en Kish Shipping Line Manning Co. |
|
(3) |
Op grond van een nieuwe motivering moeten 32 van deze entiteiten wederom worden opgenomen op de lijst van personen en entiteiten die aan beperkende maatregelen onderworpen zijn. |
|
(4) |
Het Gerecht van de Europese Unie heeft in zijn arrest van 22 januari 2015 in zaak T-176/12 Besluit 2012/35/GBVB van de Raad (4) om de Bank Tejarat op te nemen op de lijst van aan beperkende maatregelen onderworpen personen en entiteiten in bijlage IX bij Verordening (EU) nr. 267/2012, nietig verklaard. |
|
(5) |
De Bank Tejarat moet op grond van een nieuwe motivering wederom worden opgenomen op de lijst van aan beperkende maatregelen onderworpen personen en entiteiten. |
|
(6) |
Verordening (EU) nr. 267/2012 dient derhalve te worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage IX bij Verordening (EU) nr. 267/2012 wordt overeenkomstig de bijlage bij deze verordening gewijzigd.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 7 april 2015.
Voor de Raad
De voorzitter
E. RINKĒVIČS
(1) PB L 88 van 24.3.2012, blz. 1.
(2) Besluit 2011/299/GBVB van de Raad van 23 mei 2011 houdende wijziging van Besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 136 van 24.5.2011, blz. 65).
(3) Besluit 2011/783/GBVB van de Raad van 1 december 2011 houdende wijziging van Besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 319 van 2.12.2011, blz. 71).
(4) Besluit 2012/35/GBVB van de Raad van 23 januari 2012 houdende wijziging van Besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 19 van 24.1.2012, blz. 22).
BIJLAGE
1.
De volgende entiteit wordt opgenomen op de lijst in deel I van bijlage IX bij Verordening (EU) nr. 267/2012:I. Personen en entiteiten die betrokken zijn bij nucleaire activiteiten of activiteiten met betrekking tot ballistische raketten en personen enentiteiten die de regering van Iran steunen
B. Entiteiten
|
|
Naam |
Informatie ter identificatie |
Motivering |
Datum van plaatsing op de lijst |
|
105. |
Bank Tejarat |
Postadres: Taleghani Br. 130, Taleghani Ave. P.O. Box: 11365-5416, Tehran, Iran Tel. 88826690 Tlx. 226641 TJTA IR Fax 88893641 Website: http://www.tejaratbank.ir |
De Bank Tejarat verstrekt aanzienlijke steun aan de regering van Iran via het aanbieden van financiële middelen en de financiering van diensten voor olie- en gasontwikkelingsprojecten. De olie- en gassector vormt een belangrijke bron van inkomsten voor de Iraanse regering en verscheidene projecten die worden gefinancierd door de Bank Tejarat worden uitgevoerd door dochtermaatschappijen van entiteiten die eigendom zijn of onder zeggenschap staan van de regering van Iran. Daarnaast blijft de Bank Tejarat gedeeltelijk eigendom van en nauw verbonden met de Iraanse regering, die zich derhalve in een positie bevindt om invloed uit te oefenen op de beslissingen van de Bank Tejarat, met inbegrip van haar betrokkenheid bij de financiering van projecten die door de Iraanse regering als een hoge prioriteit worden beschouwd. Aangezien de Bank Tejarat voorts financiering verstrekt aan verschillende ruweolieproducties en raffinageprojecten, die noodzakelijkerwijs vragen om de aanschaf van essentiële uitrusting en technologie voor de sectoren waaraan levering met het oog op gebruik in Iran verboden is, kan de Bank Tejarat worden beschouwd als zijnde betrokken bij het aanschaffen van verboden goederen en technologie. |
8.4.2015 |
2.
De volgende entiteit wordt opgenomen op de lijst in deel III van bijlage IX bij Verordening (EU) nr. 267/2012:III. Islamic Republic of Iran Shipping Lines (IRISL)
B. Entiteiten
|
|
Naam |
Informatie ter identificatie |
Motivering |
Datum van plaatsing op de lijst |
|
4. |
Ocean Capital Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRB92501 (Duitsland), afgegeven op 4 januari 2005 |
In Duitsland gevestigde IRISL-holding die eigendom is van en onder zeggenschap staat van IRISL. |
8.4.2015 |
|
5. |
First Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRB94311 (Duitsland), afgegeven op 21 juli 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
5 bis. |
First Ocean GmbH & Co. Kg |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRA102601 (Duitsland), afgegeven op 19 september 2005 IMO-nummer: 9349576 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
6. |
Second Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRB 94312 (Duitsland), afgegeven op 21 juli 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
6 bis. |
Second Ocean GmbH & Co. Kg |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRA102502 (Duitsland), afgegeven op 24 augustus 2005 IMO-nummer: 9349588 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
7. |
Third Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRB94312 (Duitsland), afgegeven op 21 juli 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
7 bis. |
Third Ocean GmbH & Co. Kg |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRA102520 (Duitsland), afgegeven op 29 augustus 2005 IMO-nummer: 9349590 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
8. |
Fourth Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRB94314 (Duitsland), afgegeven op 21 juli 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
8 bis. |
Fourth Ocean GmbH & Co. KG |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRA102600 (Duitsland), afgegeven op 19 september 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
9. |
Fifth Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRB94315 (Duitsland), afgegeven op 21 juli 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
9 bis. |
Fifth Ocean GmbH & Co. KG |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRA102599 (Duitsland), afgegeven op 19 september 2005 IMO-nummer: 9349667 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
10. |
Sixth Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRB94316 (Duitsland), afgegeven op 21 juli 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
10 bis. |
Sixth Ocean GmbH & Co. KG |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRA102501 (Duitsland), afgegeven op 24 augustus 2005 IMO-nummer: 9349679 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
11. |
Seventh Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRB94829 (Duitsland), afgegeven op 19 september 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
11 bis. |
Seventh Ocean GmbH & Co. KG |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRA102655 (Duitsland), afgegeven op 26 september 2005 IMO-nummer: 9165786 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
12. |
Eighth Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRB94633 (Duitsland), afgegeven op 24 augustus 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
12 bis. |
Eighth Ocean GmbH & Co. KG |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRA102533 (Duitsland), afgegeven op 1 september 2005 IMO-nummer: 9165803 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
13. |
Ninth Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRB94698 (Duitsland), afgegeven op 9 september 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
13 bis. |
Ninth Ocean GmbH & Co. KG |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRA102565 (Duitsland), afgegeven op 15 september 2005 IMO-nummer: 9165798 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
14. |
Tenth Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
14 bis. |
Tenth Ocean GmbH & Co. KG |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRA102679 (Duitsland), afgegeven op 27 september 2005 IMO-nummer: 9165815 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
15. |
Eleventh Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRB94632 (Duitsland), afgegeven op 24 augustus 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
15 bis. |
Eleventh Ocean GmbH & Co. KG |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRA102544 (Duitsland), afgegeven op 9 september 2005 IMO-nummer: 9209324 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
16. |
Twelfth Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRB94573 (Duitsland), afgegeven op 18 augustus 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
16 bis. |
Twelfth Ocean GmbH & Co. KG |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRA102506 (Duitsland), afgegeven op 25 augustus 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
17. |
Thirteenth Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
18. |
Fourteenth Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
19. |
Fifteenth Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
20. |
Sixteenth Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
37. |
IRISL Maritime Training Institute |
No 115, Ghaem Magham Farahani St. P.O. Box 15896-53313, Tehran, Iran |
IRISL Maritime Training Institute is eigendom en staat onder zeggenschap van IRISL, die 90 % van de aandelen van de onderneming bezit en waarvan de vertegenwoordiger vicevoorzitter van de Raad van bestuur is. Het is betrokken bij de opleiding van werknemers van IRISL. |
8.4.2015 |
|
39. |
Kheibar Co. |
Iranshahr Shomali (North) avenue nr. 237, 158478311 Tehran, Iran |
IRISL Maritime Training Institute is eigendom en staat onder zeggenschap van IRISL, die 81 % van de aandelen van de onderneming bezit en waarvan de vertegenwoordiger lid van de Raad van bestuur is. Het voorziet in reserveonderdelen voor schepen. |
8.4.2015 |
|
40. |
Kish Shipping Line Manning Co. |
Sanaei Street Kish Island, Iran |
Kish Shipping Line Manning Co. is eigendom en staat onder zeggenschap van IRISL. Het is betrokken bij de werving en het beheer van het personeel van IRISL. |
8.4.2015 |
|
8.4.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 92/18 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/550 VAN DE COMMISSIE
van 24 maart 2015
tot inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Fränkischer Grünkern (BOB))
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 is de door Duitsland ingediende aanvraag tot registratie van de benaming „Fränkischer Grünkern” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2). |
|
(2) |
Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012, moet de benaming „Fränkischer Grünkern” worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De benaming „Fränkischer Grünkern” (BOB) wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.
Met de in de eerste alinea vermelde benaming wordt een product aangeduid van categorie 1.6. (Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt) als opgenomen in bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie (3).
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 24 maart 2015.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Phil HOGAN
Lid van de Commissie
(1) PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.
(2) PB C 410 van 18.11.2014, blz. 12.
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 36).
|
8.4.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 92/19 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/551 VAN DE COMMISSIE
van 24 maart 2015
tot inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Miel des Cévennes (BGA))
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 is de door Frankrijk ingediende aanvraag tot registratie van de benaming „Miel des Cévennes” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2). |
|
(2) |
Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012, moet de benaming „Miel des Cévennes” worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De benaming „Miel des Cévennes” (BGA) wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.
Met de in de eerste alinea vermelde benaming wordt een product aangeduid van categorie 1.4 (Andere producten van dierlijke oorsprong (eieren, honing, diverse zuivelproducten met uitzondering van boter, enz.)) als opgenomen in bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie (3).
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 24 maart 2015.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Phil HOGAN
Lid van de Commissie
(1) PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.
(2) PB C 412 van 19.11.2014, blz. 4.
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 36).
|
8.4.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 92/20 |
VERORDENING (EU) 2015/552 VAN DE COMMISSIE
van 7 april 2015
tot wijziging van de bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumresidugehalten voor 1,3-dichloorpropeen, bifenox, dimethenamid-P, prohexadion, tolylfluanide en trifluralin in of op bepaalde producten
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 14, lid 1, onder a), artikel 18, lid 1, onder b), en artikel 49, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Voor dimethenamid-P en prohexadion zijn maximumresidugehalten (MRL's) vastgesteld in bijlage II en deel B van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 396/2005. Voor 1,3-dichloorpropeen en bifenox zijn MRL's vastgesteld in deel A van bijlage III bij die verordening. Voor tolylfluanide en trifluralin zijn MRL's vastgesteld in bijlage V bij die verordening. |
|
(2) |
Krachtens Besluit 2011/36/EU van de Commissie (2) is 1,3-dichloorpropeen niet opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG (3). Alle bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die de werkzame stof 1,3-dichloorpropeen bevatten, zijn ingetrokken. Overeenkomstig artikel 17 juncto artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 moeten de voor die werkzame stof in bijlage III bij die verordening vastgestelde MRL's dan ook worden geschrapt. Dit geldt niet voor MRL's die overeenkomen met CXL's die zijn gebaseerd op toepassingen in derde landen, mits zij aanvaardbaar zijn wat de veiligheid van de consumenten betreft. Dit geldt evenmin in gevallen waarin MRL's specifiek zijn vastgesteld als invoertoleranties. |
|
(3) |
Voor bifenox heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL's uitgebracht (4). Zij heeft aanbevolen de MRL's voor gerst, haver, rogge en tarwe te verlagen. Zij concludeerde dat met betrekking tot de MRL's voor zonnebloemzaad en koolzaad sommige gegevens niet beschikbaar waren en dat er behoefte was aan verder onderzoek door risicomanagers. Aangezien er geen risico voor consumenten is, moeten de MRL's voor deze producten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het bestaande niveau of op het door de EFSA vastgestelde niveau. Die MRL's worden later opnieuw beoordeeld; daarbij zal rekening worden gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt. De EFSA concludeerde dat met betrekking tot de MRL's voor varkens (vlees, vet, lever, nier), runderen (vlees, vet, lever, nier), schapen (vlees, vet, lever, nier), geiten (vlees, vet, lever, nier) en melk (runderen, schapen, geiten) geen gegevens beschikbaar waren en dat er behoefte was aan verder onderzoek door risicomanagers. De MRL's voor deze producten moeten worden vastgesteld op de specifieke bepaalbaarheidsgrens of op het standaard-MRL overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 396/2005. |
|
(4) |
Voor dimethenamid-P heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 2, juncto artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL's uitgebracht (5). Zij heeft voorgesteld de residudefinitie te wijzigen. Zij heeft aanbevolen de MRL's voor pinda's, zonnebloemzaad, koolzaad, sojabonen, pompoenzaad en suikerbiet te verlagen. Voor andere producten heeft zij aanbevolen om de bestaande MRL's te handhaven. Zij concludeerde dat met betrekking tot de MRL's voor bosuien, sla en kruiden sommige gegevens niet beschikbaar waren en dat er behoefte was aan verder onderzoek door risicomanagers. Aangezien er geen risico voor consumenten is, moeten de MRL's voor die producten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het bestaande niveau of op het door de EFSA vastgestelde niveau. Die MRL's worden later opnieuw beoordeeld; daarbij zal rekening worden gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt. |
|
(5) |
Voor prohexadion heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 2, juncto artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL's uitgebracht (6). Zij heeft aanbevolen de MRL's voor tafel- en wijndruiven, aardbeien, rubussoorten, ander kleinfruit en besvruchten, gerst, tarwe, hop, varkens (vlees, vet, lever, nier), runderen (vlees, vet, lever, nier), schapen (vlees, vet, lever, nier) en geiten (vlees, vet, lever, nier) te verlagen. Voor andere producten heeft zij aanbevolen om de bestaande MRL's te verhogen of te handhaven. |
|
(6) |
Krachtens Richtlijn 2010/20/EU van de Commissie (7) is tolylfluanide geschrapt uit bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Alle bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die de werkzame stof tolylfluanide bevatten, zijn ingetrokken. |
|
(7) |
Voor tolylfluanide heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL's uitgebracht (8). Zij heeft voorgesteld de residudefinitie te wijzigen. Zij concludeerde dat er behoefte was aan verder onderzoek door risicomanagers. Rekening houdend met de huidige wetenschappelijke en technische kennis moeten de MRL's worden vastgesteld op de specifieke aantoonbaarheidsgrens of op het standaard-MRL overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 396/2005. |
|
(8) |
Krachtens Besluit 2010/355/EU van de Commissie (9) is trifluralin niet opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Alle bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die de werkzame stof trifluralin bevatten, zijn ingetrokken. |
|
(9) |
Voor trifluralin heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL's uitgebracht (10). Rekening houdend met de huidige wetenschappelijke en technische kennis moeten de MRL's voor die producten worden vastgesteld op de specifieke aantoonbaarheidsgrens of op het standaard-MRL overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 396/2005. |
|
(10) |
Met betrekking tot de producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor geen relevante vergunningen of invoertoleranties op het niveau van de Unie werden gemeld en geen CXL's beschikbaar waren, concludeerde de EFSA dat er behoefte was aan verder onderzoek door risicomanagers. Rekening houdend met de huidige wetenschappelijke en technische kennis moeten de MRL's voor die producten worden vastgesteld op de specifieke aantoonbaarheidsgrens of op het standaard-MRL overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 396/2005. |
|
(11) |
De Commissie heeft de referentielaboratoria van de Europese Unie voor bestrijdingsmiddelenresiduen geraadpleegd over de noodzaak enkele bepaalbaarheidsgrenzen aan te passen. Die laboratoria kwamen tot de conclusie dat in verband met de technische ontwikkeling voor bepaalde producten specifieke bepaalbaarheidsgrenzen voor een aantal stoffen moeten worden vastgesteld. |
|
(12) |
Op grond van de met redenen omklede adviezen van de EFSA en rekening houdend met de ter zake relevante factoren voldoen de wijzigingen van de MRL's aan de vereisten van artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 396/2005. |
|
(13) |
Verordening (EG) nr. 396/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(14) |
Deze verordening moet voorzien in een overgangsregeling voor producten die vóór de wijziging van de MRL's rechtmatig werden vervaardigd en waarvoor uit de informatie is gebleken dat een hoog niveau van consumentenbescherming wordt gehandhaafd, zodat deze op een normale wijze in de handel gebracht, verwerkt en geconsumeerd kunnen worden. |
|
(15) |
Er moet worden voorzien in een redelijke termijn voordat de gewijzigde MRL's van toepassing worden, zodat de lidstaten, derde landen en de exploitanten van levensmiddelenbedrijven zich kunnen voorbereiden op de nieuwe eisen die uit de wijziging van de MRL's zullen voortvloeien. |
|
(16) |
De handelspartners van de Unie zijn via de Wereldhandelsorganisatie over de nieuwe MRL's geraadpleegd en er is rekening gehouden met hun opmerkingen. |
|
(17) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Verordening (EG) nr. 396/2005 blijft in de versie die vóór de wijziging uit hoofde van deze verordening van kracht was, van toepassing op producten die vóór 28 april 2015 rechtmatig zijn geproduceerd.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 28 oktober 2015.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 7 april 2015.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1.
(2) Besluit 2011/36/EU van de Commissie van 20 januari 2011 betreffende de niet-opneming van 1,3-dichloorpropeen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 18 van 21.1.2011, blz. 42).
(3) Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1).
(4) Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: Reasoned opinion on the review of the existing maximum residue levels (MRLs) for bifenox according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2013; 11(4):3215 [36 blz.].
(5) Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: Reasoned opinion on the review of the existing maximum residue levels (MRLs) for dimethenamid-P according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2013; 11(4):3216 [53 blz.].
(6) Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: Review of the existing maximum residue levels (MRLs) for prohexadione according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2013; 11(4):3192 [36 blz.].
(7) Richtlijn 2010/20/EU van de Commissie van 9 maart 2010 tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad om tolylfluanide als werkzame stof te schrappen en tot intrekking van toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stof bevatten (PB L 60 van 10.3.2010, blz. 20).
(8) Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: Reasoned opinion on the review of the existing maximum residue levels (MRLs) for tolylfluanid according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2013; 11(7):3300 [37 blz.].
(9) Besluit 2010/355/EU van de Commissie van 25 juni 2010 betreffende de niet-opneming van trifluralin in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 160 van 26.6.2010, blz. 30).
(10) Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: Reasoned opinion on the review of the existing maximum residue levels (MRLs) for trifluralin according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2013; 11(4):3193 [16 blz.].
BIJLAGE
De bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden als volgt gewijzigd:
|
1) |
Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
2) |
In bijlage III worden de kolommen voor dimethenamid-P, prohexadion, 1,3-dichloorpropeen en bifenox geschrapt. |
|
3) |
Bijlage V wordt als volgt gewijzigd:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(*1) Bepaalbaarheidsgrens
(1) Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL's gelden, zie bijlage I.
(*2) Bepaalbaarheidsgrens
(2) Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL's gelden, zie bijlage I.
(*3) Bepaalbaarheidsgrens
(3) Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL's gelden, zie bijlage I.
(*4) Bepaalbaarheidsgrens
(4) Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL's gelden, zie bijlage I.
|
8.4.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 92/86 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/553 VAN DE COMMISSIE
van 7 april 2015
tot goedkeuring van de werkzame stof cerevisaan overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 22, lid 1, in samenhang met artikel 13, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op 5 maart 2012 heeft Frankrijk overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van Agro-Levures et Dérivés SAS een aanvraag voor de goedkeuring van de werkzame stof cerevisaan ontvangen. Overeenkomstig artikel 9, lid 3, van die verordening, heeft Frankrijk, als rapporterende lidstaat, de Commissie op 14 mei 2012 op de hoogte gebracht van de ontvankelijkheid van de aanvraag. |
|
(2) |
Op 22 februari 2013 heeft de rapporterende lidstaat een ontwerpbeoordelingsverslag ingediend bij de Commissie, met kopie aan de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (hierna „de Autoriteit” genoemd), waarin wordt beoordeeld of de werkzame stof naar verwachting beantwoordt aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009. |
|
(3) |
De Autoriteit hield zich aan artikel 12, lid 1 van Verordening (EG) nr. 1107/2009. Overeenkomstig artikel 12, lid 3 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 verzocht zij de aanvrager aanvullende informatie te bezorgen aan de lidstaten, de Commissie en de Autoriteit. De beoordeling van de aanvullende informatie door de rapporterende lidstaat werd in januari 2014 bij de Autoriteit ingediend in de vorm van een bijgewerkt ontwerpbeoordelingsverslag. |
|
(4) |
Op 5 mei 2014 heeft de Autoriteit aan de aanvrager, de lidstaten en de Commissie haar conclusie meegedeeld waarin zij vermeldt of de werkzame stof cerevisaan naar verwachting beantwoordt aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 (2). De Autoriteit heeft haar conclusie ter beschikking gesteld van het publiek. |
|
(5) |
De aanvrager heeft de mogelijkheid gekregen om opmerkingen op het evaluatieverslag in te dienen. |
|
(6) |
De Commissie heeft op 11 december 2014 bij het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders het evaluatieverslag voor cerevisaan ingediend en een ontwerpverordening betreffende de goedkeuring van cerevisaan. |
|
(7) |
Voor één of meer representatieve gebruiksdoeleinden van minstens één gewasbeschermingsmiddel dat de werkzame stof bevat en met name voor de gebruiksdoeleinden waarvoor zij zijn onderzocht en die zijn opgenomen in het evaluatieverslag, werd vastgesteld dat aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is voldaan. Aan deze goedkeuringscriteria wordt dus geacht te zijn voldaan. Daarom moet cerevisaan worden goedgekeurd. |
|
(8) |
De Commissie is voorts van oordeel dat cerevisaan een werkzame stof met een laag risico is overeenkomstig artikel 22 van Verordening (EG) nr. 1107/2009. Cerevisaan is geen tot bezorgdheid aanleiding gevende stof en voldoet aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in punt 5 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1107/2009. Het belangrijkste bestanddeel van cerevisaan wordt gevormd door de celwanden van Saccharomyces cerevisiae, een gist die wijdverbreid is in de natuur, die gewoonlijk wordt gebruikt bij de productie van levensmiddelen (bakken, alcoholhoudende dranken, voedingssupplementen) en die regelmatig wordt verbruikt zonder enig bewijs van mogelijke negatieve gevolgen. De extra blootstelling van mensen, dieren en het milieu door de krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 goedgekeurde gebruiksdoeleinden is waarschijnlijk verwaarloosbaar in vergelijking met de verwachte blootstelling in realistische natuurlijke omstandigheden. |
|
(9) |
Daarom moet cerevisaan als werkzame stof met een laag risico worden goedgekeurd. Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (3) dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(10) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Goedkeuring van de werkzame stof
De in bijlage I gespecificeerde werkzame stof cerevisaan wordt goedgekeurd onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden.
Artikel 2
Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.
Artikel 3
Inwerkingtreding en toepassingsdatum
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 7 april 2015.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.
(2) EFSA Journal 2014;12(6):3583.
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).
BIJLAGE I
|
Benaming, identificatienummers |
IUPAC-benaming |
Zuiverheid (1) |
Datum van goedkeuring |
Geldigheidsduur |
Specifieke bepalingen |
|
Cerevisaan (geen ISO-naam) CAS-nr.: niet toegewezen CIPAC-nr. 980 |
Niet van toepassing |
≥ 924 g/kg |
23 april 2015 |
23 april 2030 |
Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over cerevisaan, en met name met de aanhangsels I en II daarvan. |
(1) Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.
BIJLAGE II
Aan deel D van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt de volgende vermelding toegevoegd:
|
Nummer |
Benaming, identificatienummers |
IUPAC-benaming |
Zuiverheid (*1) |
Datum van goedkeuring |
Geldigheidsduur |
Specifieke bepalingen |
|
„3 |
Cerevisaan (geen ISO-naam) CAS-nr.: niet toegewezen CIPAC-nr. 980 |
Niet van toepassing |
≥ 924 g/kg |
23 april 2015 |
23 april 2030 |
Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over cerevisaan, en met name met de aanhangsels I en II daarvan.” |
(*1) Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.
|
8.4.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 92/89 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/554 VAN DE COMMISSIE
van 7 april 2015
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),
Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
|
(2) |
De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 7 april 2015.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Jerzy PLEWA
Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
|
(EUR/100 kg) |
||
|
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
|
0702 00 00 |
AL |
102,3 |
|
MA |
103,1 |
|
|
TR |
122,2 |
|
|
ZZ |
109,2 |
|
|
0707 00 05 |
MA |
176,1 |
|
MK |
97,3 |
|
|
TR |
143,8 |
|
|
ZZ |
139,1 |
|
|
0709 93 10 |
MA |
81,6 |
|
TR |
164,5 |
|
|
ZZ |
123,1 |
|
|
0805 10 20 |
EG |
46,6 |
|
IL |
76,6 |
|
|
MA |
58,3 |
|
|
TN |
57,8 |
|
|
TR |
66,9 |
|
|
ZZ |
61,2 |
|
|
0805 50 10 |
TR |
49,5 |
|
ZZ |
49,5 |
|
|
0808 10 80 |
BR |
94,4 |
|
CL |
115,2 |
|
|
CN |
89,6 |
|
|
MK |
25,3 |
|
|
US |
238,2 |
|
|
ZA |
123,3 |
|
|
ZZ |
114,3 |
|
|
0808 30 90 |
AR |
111,9 |
|
CL |
124,4 |
|
|
ZA |
107,7 |
|
|
ZZ |
114,7 |
|
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.
BESLUITEN
|
8.4.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 92/91 |
BESLUIT (GBVB) 2015/555 VAN DE RAAD
van 7 april 2015
houdende wijziging van Besluit 2011/235/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Iran
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op 12 april 2011 heeft de Raad Besluit 2011/235/GBVB (1) vastgesteld. |
|
(2) |
Op basis van een evaluatie van Besluit 2011/235/GBVB dienen de beperkende maatregelen daarin tot en met 13 april 2016 te worden verlengd. |
|
(3) |
De Raad heeft eveneens besloten de vermeldingen betreffende bepaalde personen en één entiteit in de bijlage bij Besluit 2011/235/GBVB te actualiseren. |
|
(4) |
Daarnaast zijn er in het geval van twee personen niet langer redenen aanwezig voor handhaving op de lijst van personen en entiteiten jegens welke de beperkende maatregelen van de bijlage bij Besluit 2011/235/GBVB zijn ingesteld. |
|
(5) |
In het geval van één persoon die al in de bijlage bij Besluit 2011/235/GBVB is vermeld, dient de vermelding te worden geschrapt. |
|
(6) |
Besluit 2011/235/GBVB dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 6, lid 2, van Besluit 2011/235/GBVB wordt vervangen door:
„2. Dit besluit is van toepassing tot en met 13 april 2016. Het wordt voortdurend geëvalueerd. Het wordt zo nodig verlengd, of gewijzigd, indien de Raad van oordeel is dat de doelstellingen ervan niet zijn verwezenlijkt.”
Artikel 2
De bijlage bij Besluit 2011/235/GBVB wordt gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij onderhavig besluit.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 april 2015.
Voor de Raad
De voorzitter
E. RINKĒVIČS
(1) Besluit 2011/235/GBVB van de Raad van 12 april 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Iran (PB L 100 van 14.4.2011, blz. 51).
BIJLAGE
1.
De vermeldingen betreffende de onderstaande personen worden geschrapt van de lijst in de bijlage bij Besluit 2011/235/GBVB:|
42. |
HEYDARI Nabiollah |
|
70. |
REZVANI Gholomani |
|
72. |
ELAHI Mousa Khalil |
2.
De vermeldingen voor de volgende personen en entiteit in de bijlage bij Besluit 2011/235/GBVB worden vervangen door de onderstaande vermeldingen:Personen
|
|
Naam |
Informatie ter identificatie |
Motivering |
Datum van plaatsing op de lijst |
|
10. |
RADAN Ahmad-Reza |
Geboorteplaats: Isfahan (Iran) — Geboortedatum: 1963 |
Hoofd van het Centrum Strategische Studies van de politie, voormalig plaatsvervangend hoofd van de Nationale Politie van Iran (tot juni 2014). In die hoedanigheid was Radan sinds 2008 verantwoordelijk voor mishandeling, moord en willekeurige aanhoudingen en detenties van demonstranten door de politie. |
12.4.2011 |
|
13. |
TAEB Hossein |
Geboorteplaats: Teheran — Geboortedatum: 1963 |
Plaatsvervangend IRGC-bevelhebber voor de inlichtingendienst. Voormalig bevelhebber van de Basij (tot oktober 2009). Troepen onder zijn bevel namen deel aan afranselingen, moorden, detenties en folteringen op grote schaal van vreedzame demonstranten. |
12.4.2011 |
|
14. |
SHARIATI Seyeed Hassan |
|
Voormalig hoofd van het gerechtelijk apparaat van Mashhad (tot september 2014). Wordt momenteel wellicht naar een andere functie overgeplaatst. Processen onder zijn supervisie werden summier en in besloten zittingen gevoerd, zonder inachtneming van de basisrechten van de aangeklaagden, en op grond van bekentenissen die onder druk en door folteringen verkregen zijn. Massale vonnissen met als gevolg doodvonnissen zonder eerlijke hoorzittingen. |
12.4.2011 |
|
15. |
DORRI- NADJAFABADI Ghorban-Ali |
Geboorteplaats: Najafabad (Iran) — Geboortedatum: 1945 |
Lid van de Vergadering van Deskundigen en vertegenwoordiger van de hoogste leider in de („centrale”) provincie Markazi. Voormalig procureur-generaal van Iran (tot september 2009), en voormalig minister van Inlichtingen tijdens het presidentschap van Khatami. Als procureur-generaal van Iran gelastte en superviseerde hij de schijnprocessen naar aanleiding van de eerste protesten na de verkiezingen, waarbij de aangeklaagden hun rechten, waaronder het recht op een advocaat, werden ontzegd. Tevens verantwoordelijk voor de misbruiken van Kahrizak. |
12.4.2011 |
|
16. |
HADDAD Hassan (alias Hassan ZAREH DEHNAVI) |
|
Voormalig rechter, revolutionaire rechtbank van Teheran, afdeling 26. Was belast met de zaak van gedetineerden na de crises die volgden op de verkiezingen en bedreigde geregeld gezinnen van gedetineerden om hun het zwijgen op te leggen. Hielp bij het uitvaardigen van arrestatiebevelen voor het detentiecentrum van Kahrizak. In november 2014 is zijn betrokkenheid bij de dood van gedetineerden officieel erkend door de Iraanse autoriteiten. |
12.4.2011 |
|
18. |
HEYDARIFAR Ali-Akbar |
|
Voormalig rechter, revolutionaire rechtbank van Teheran. Nam deel aan de berechting van manifestanten. Door de rechterlijke macht ondervraagd over Kahrizak-afpersingen. Heeft meegewerkt aan het uitvaardigen van bevelen om gedetineerden op te sluiten in het detentiecentrum van Kahrizak. In november 2014 is zijn betrokkenheid bij de dood van gedetineerden officieel erkend door de Iraanse autoriteiten. |
12.4.2011 |
|
19. |
JAFARI- DOLATABADI Abbas |
Geboorteplaats: Yazd (Iran) — Geboortedatum: 1953 |
Hoofdaanklager van Teheran sedert augustus 2009. Zijn bureau klaagde veel manifestanten aan, onder wie deelnemers aan de protestdagen op Ashura-dag in december 2009. Beval de sluiting van Karroubi's bureau in september 2009 en de aanhouding van verscheidene hervormingsgezinde politici en verbood twee hervormingsgezinde politieke partijen in juni 2010. Zijn bureau klaagde manifestanten aan voor vijandigheid jegens God (Muharebeh), waarop de doodstraf staat, en weigerde degenen die de doodstraf te wachten stond een eerlijk proces. Heeft hervormingsgezinden vervolgd en gearresteerd, mensenrechtenactivisten en leden van de media, als onderdeel van een onderdrukking van de politieke oppositie. |
|
|
20. |
MOGHISSEH Mohammad (ook bekend als NASSERIAN) |
|
Rechter, hoofd van de revolutionaire rechtbank van Teheran, afdeling 28. Was belast met zaken na de verkiezingen. Heeft langdurige gevangenisstraffen uitgesproken tijdens oneerlijke processen voor maatschappelijke en politieke activisten en journalisten en verscheidene doodstraffen tegen manifestanten en maatschappelijke en politieke activisten. |
12.4.2011 |
|
21. |
MOHSENI-EJEI Gholam-Hossein |
Geboorteplaats: Ejiyeh — Geboortedatum: circa 1956 |
Procureur-generaal van Iran sedert september 2009, woordvoerder van de rechterlijke macht, en voormalig minister van Inlichtingen tijdens de verkiezingen van 2009. Agenten die tijdens die verkiezingen onder zijn bevel stonden waren verantwoordelijk voor detentie, foltering en het afdwingen van valse bekentenissen van honderden activisten, journalisten, dissidenten en hervormingsgezinde politici. Politici werden bovendien gedwongen tot valse bekentenissen tijdens ondraaglijke verhoren, met foltering, chantage en bedreiging van gezinsleden. |
12.4.2011 |
|
22. |
MORTAZAVI Said |
Geboorteplaats: Meybod, Yazd (Iran) — Geboortedatum: 1967 |
Voormalig procureur-generaal van Teheran (tot augustus 2009). Als procureur-generaal van Teheran vaardigde hij bevelen uit voor de detentie van honderden activisten, journalisten en studenten. In januari 2010 werd hij in het kader van een parlementair onderzoek rechtstreeks verantwoordelijk gehouden voor de detentie van drie gevangenen die in gevangenschap zijn overleden. Geschorst in augustus 2010 na onderzoek door de Iraanse rechterlijke macht naar zijn betrokkenheid bij de dood van drie op zijn bevel gedetineerde mannen, na de verkiezingen. In november 2014 is zijn betrokkenheid bij de dood van gedetineerden officieel erkend door de Iraanse autoriteiten. |
12.4.2011 |
|
23. |
PIR-ABASSI Abbas |
|
Rechter, revolutionaire rechtbank van Teheran, afdeling 26. Belast met zaken van na de verkiezingen, sprak langdurige gevangenisstraffen uit tijdens oneerlijke processen tegen mensenrechtenactivisten en meerdere doodstraffen tegen manifestanten. |
12.4.2011 |
|
28. |
YASAGHI Ali-Akbar |
|
Rechter bij het Hooggerechtshof. Voormalig opperrechter, revolutionaire rechtbank van Mashhad. Processen onder zijn rechtsmacht waren summier en vonden plaats achter gesloten deuren, zonder eerbiediging van de basisrechten van de beschuldigden. Massale vonnissen met als gevolg doodvonnissen zonder eerlijke hoorzittingen. |
12.4.2011 |
|
30. |
ESMAILI Gholam-Hossein |
|
President van het gerecht te Teheran. Voormalig hoofd van Irans gevangenissenorganisatie. In die hoedanigheid medeplichtig aan de massale detentie van politieke manifestanten en aan het in de doofpot stoppen van mishandelingen in het gevangenissysteem. |
12.4.2011 |
|
34. |
AKBARSHAHI Ali-Reza |
|
Directeur-generaal van het hoofdkwartier voor drugsbestrijding van Iran. Voormalig bevelhebber van de politie van Teheran. Onder zijn leiding was de politie verantwoordelijk voor het gebruik van niet-gewettigd geweld tegen verdachten bij hun aanhouding en tijdens hun voorlopige hechtenis. De politie van Teheran was tevens betrokken bij de invallen in de slaapzalen van de universiteit van Teheran in juni 2009, waarbij volgens een commissie van de Majlis van Iran meer dan 100 studenten werden verwond door de politiediensten en leden van de Basij. |
10.10.2011 |
|
36. |
AVAEE Seyyed Ali-Reza (alias: AVAEE Seyyed Alireza) |
|
Adviseur bij de Tuchtraad voor rechters sinds april 2014. Voormalig president van het gerecht te Teheran. Als president van het gerecht Teheran was hij verantwoordelijk voor schendingen van de mensenrechten, willekeurige aanhoudingen, het ontzeggen van rechten aan gevangenen en de toename van executies. |
10.10.2011 |
|
37. |
BANESHI Jaber |
|
Adviseur voor de rechterlijke macht in Iran. Voormalig openbaar aanklager (tot 2012). Hij was verantwoordelijk voor het buitensporige en toenemende gebruik van de doodstraf doordat hij tientallen doodstraffen heeft gevorderd. Openbaar aanklager tijdens de rechtszaak in verband met de bomaanslag in Shiraz in 2008, die door het regime werd aangegrepen om verscheidene tegenstanders van het regime ter dood te veroordelen. |
10.10.2011 |
|
40. |
HABIBI Mohammad Reza |
|
Substituut-aanklager van Isfahan. Medeplichtig aan het voeren van processen waarbij de verdediging een eerlijk proces werd ontzegd. Een voorbeeld hiervan is de zaak van Abdollah Fathi, die in mei 2011 werd geëxecuteerd nadat Habibi tijdens het proces in maart 2010 Fathi's recht om te worden gehoord en zijn problemen met zijn geestelijke gezondheid had genegeerd. Hij is derhalve medeplichtig aan de ernstige schending van het recht op een eerlijke rechtsbedeling, hetgeen heeft bijgedragen tot een buitensporig en toenemend gebruik van de doodstraf en een sterke stijging van het aantal executies sinds begin 2011. |
10.10.2011 |
|
41. |
HEJAZI Mohammad |
Geboorteplaats: Ispahan — Geboortedatum: 1956 |
Als plaatsvervangend hoofd van de strijdkrachten heeft hij een prominente rol gespeeld bij het intimideren en bedreigen van de „vijanden” van Iran en bij de bombardementen op Koerdische dorpen in Irak. Als voormalig leider van het Sarollahkorps van de IRGC van Teheran en voormalig leider van de Basij-militie heeft hij een centrale rol gespeeld bij de repressie van betogers na de verkiezingen. |
10.10.2011 |
|
47. |
KHALILOLLAHI Moussa (alias: KHALILOLLAHI Mousa, ELAHI Mousa Khalil) |
|
Openbaar aanklager van Tabriz. Hij was betrokken bij de zaak van Sakineh Mohammadi-Ashtiani en is medeplichtig aan ernstige schendingen van het recht op een eerlijke rechtsbedeling. |
10.10.2011 |
|
48. |
MAHSOULI Sadeq (alias: MAHSULI, Sadeq) |
Geboorteplaats: Oroumieh (Iran) — Geboortedatum: 1959/60 |
Adviseur van de voormalige president Mahmoud Ahmadinejad die thans lid is van de Raad van geschiktheid en oordeel (Expediency Council); lid van het Front van volharding (Perseverance Front). minister van Welzijn en Sociale Zekerheid tussen 2009 en 2011. minister van Binnenlandse Zaken tot augustus 2009. Mahsouli had als minister van Binnenlandse Zaken gezag over alle politiediensten, veiligheidsagenten van het ministerie van Binnenlandse Zaken en agenten in burger. De diensten onder zijn leiding waren verantwoordelijk voor de invallen in de slaapzalen van de universiteit van Teheran op 14 juni 2009 en voor de foltering van studenten in de kelder van het ministerie (het beruchte kelderniveau 4). Andere manifestanten werden zwaar mishandeld in het detentiecentrum van Kahrizak, dat werd geleid door politiediensten onder het gezag van Mahsouli. |
10.10.2011 |
|
49. |
MALEKI Mojtaba |
|
Openbaar aanklager van Kermanshah. Heeft een rol gespeeld in de spectaculaire stijging van doodstraffen in Iran, onder meer als aanklager in de zaken tegen zeven gevangenen die werden veroordeeld wegens drugshandel en op 3 januari 2010 werden opgehangen in de centrale gevangenis van Kermanshah. |
10.10.2011 |
|
52. |
KHODAEI SOURI Hojatollah |
Geboorteplaats: Selseleh (Iran) — Geboortedatum: 1964 |
Lid van de Commissie voor nationale veiligheid en buitenlands beleid. Parlementslid voor de provincie Lorestan. Lid van de Parlementaire Commissie voor buitenlands- en veiligheidsbeleid. Voormalig hoofd van de gevangenis van Evin (tot 2012). Onder zijn leiding waren martelingen in de gevangenis van Evin een gangbare praktijk. In afdeling 209 werden vele activisten vastgehouden voor hun vreedzame oppositie tegen de aan de macht zijnde regering. |
10.10.2011 |
|
53. |
TALA Hossein (alias: TALA Hosseyn) |
|
Iraans parlementslid. Voormalig gouverneur-generaal („Farmandar”) van de provincie Teheran (tot september 2010); verantwoordelijk voor het optreden van de politiediensten en derhalve voor de repressie bij betogingen. In december 2010 ontving hij een prijs voor zijn rol bij de repressie na de verkiezingen. |
10.10.2011 |
|
54. |
TAMADDON Morteza (alias: TAMADON Morteza) |
Geboorteplaats: Shahr Kord-Isfahan — Geboortedatum: 1959 |
Hoofd van de openbare veiligheidsraad van de provincie Teheran. Voormalig gouverneur-generaal van de provincie Teheran voor de IRGC. In zijn hoedanigheid van gouverneur en hoofd van de openbare veiligheidsraad van de provincie Teheran heeft hij de algemene verantwoordelijkheid voor alle repressieactiviteiten die door de IRGC in de provincie Teheran worden ondernomen, inclusief het hardhandige optreden tegen het politieke protest sinds juni 2009. |
10.10.2011 |
|
57. |
HAJMOHAM- MADI Aziz |
|
Rechter bij het strafhof van de provincie Teheran. Voormalig rechter van de eerste afdeling van de rechtbank van Evin. Hij heeft verscheidene rechtszaken tegen betogers geleid, met name die tegen Abdol-Reza Ghanbari, een leraar die in januari 2010 is aangehouden en voor zijn politieke activiteiten ter dood is veroordeeld. De rechtbank van eerste aanleg van Evin is opgericht binnen de gevangenis van Evin, en Jafari Dolatabadi heeft in maart 2010 de oprichting ervan verdedigd. In deze gevangenis werden sommige beklaagden opgesloten, mishandeld en gedwongen om valse bekentenissen af te leggen. |
10.10.2011 |
|
59. |
BAKHTIARI Seyyed Morteza |
Geboorteplaats: Mashad (Iran) — Geboortedatum: 1952 |
Vice-procureur-generaal, verantwoordelijk voor politieke en veiligheidskwesties. Voormalig minister van Justitie (van 2009 tot 2013). Toen hij minister van Justitie was, verslechterden de omstandigheden in de gevangenissen tot ver onder algemeen aanvaarde internationale normen, en werden gevangenen op ruime schaal mishandeld. Voorts speelde hij een cruciale rol bij het bedreigen en terroriseren van de Iraanse diaspora, door aan te kondigen dat een bijzondere rechtbank zou worden ingesteld speciaal voor het berechten van de in het buitenland levende Iraniërs. Mede door zijn toedoen kende Iran een sterke toename van het aantal terechtstellingen, onder meer van geheime terechtstellingen die niet door de regering worden aangekondigd, en terechtstellingen voor drugsdelicten. |
10.10.2011 |
|
60. |
HOSSEINI Dr Mohammad (alias: HOSSEYNI, Dr Seyyed Mohammad; Seyed, Sayyed and Sayyid) |
Geboorteplaats: Rafsanjan, Kerman — Geboortedatum: 1961 |
Adviseur van de voormalige president Mahmoud Ahmadinejad die thans lid is van de Raad van geschiktheid en oordeel (Expediency Council). Voormalig minister van Cultuur en Islamitische Leiding (2009-2013). Als voormalig lid van de IRGC was hij medeplichtig aan de repressie van journalisten. |
10.10.2011 |
|
61. |
MOSLEHI Heydar (alias: MOSLEHI Heidar; MOSLEHI Haidar) |
Geboorteplaats: Isfahan (Iran) — Geboortedatum: 1956 |
Hoofd van de organisatie voor publicaties over de rol van de geestelijkheid in oorlogstijd. Voormalig minister van Inlichtingen (2009-2013). Onder zijn leiding heeft het ministerie van Inlichtingen de wijdverbreide praktijken van willekeurige detentie en vervolging van betogers en dissidenten voortgezet. Het ministerie van Inlichtingen beheert afdeling 209 van de gevangenis van Evin, waar vele activisten worden opgesloten wegens hun vreedzame activiteiten tegen de huidige regering. Ondervragers van het ministerie van Inlichtingen hebben gevangenen in afdeling 209 onderworpen aan afranselingen en aan geestelijk en seksueel misbruik. |
10.10.2011 |
|
62. |
ZARGHAMI Ezzatollah |
Geboorteplaats: Dezful (Iran) — Geboortedatum: 22 juli 1959 |
Hoofd van de nationale omroep (Islamic Republic of Iran Broadcasting — IRIB) tot november 2014. Wordt momenteel wellicht naar een andere functie overgeplaatst. Als hoofd van de IRIB was hij verantwoordelijk voor het volledige programmeringsbeleid. De IRIB heeft in augustus 2009 en in december 2011 een aantal gedwongen bekentenissen van gedetineerden en een reeks „schijnprocessen” uitgezonden, die duidelijk in strijd waren met de internationale rechtsregels inzake een eerlijk proces en het recht op een eerlijke rechtsbedeling. |
23.3.2012 |
|
63. |
TAGHIPOUR Reza |
Geboorteplaats: Maragheh (Iran) — Geboortedatum: 1957 |
Lid van de Stadsraad van Teheran. Voormalig minister van Informatie en Communicatie (2009-2012). Als minister van Informatie behoorde hij tot de topfunctionarissen die verantwoordelijk zijn voor de censuur en de controle van het internetverkeer en diverse andere vormen van communicatie (met name mobiele telefonie). Bij verhoren van politieke gevangenen maken de ondervragers gebruik van de privégegevens, persoonlijke e-mailberichten en communicatie van de gevangenen. Sedert de presidentsverkiezingen van 2009 is het al herhaaldelijk voorgevallen dat tijdens straatprotesten het mobiele-telefoon- en sms-verkeer werd afgesneden, satelliettelevisiekanalen werden gestoord en de toegang tot het internet lokaal werd afgesloten of op zijn minst vertraagd. |
23.3.2012 |
|
64. |
KAZEMI Toraj |
|
Als kolonel van de technologie- en communicatiepolitie heeft hij een campagne aangekondigd waarbij hackers zouden worden geworven om in opdracht van de regering de informatie op het internet beter te controleren en „schadelijke” websites te bestoken. |
23.3.2012 |
|
65. |
LARIJANI Sadeq |
Geboorteplaats: Najaf (Irak) — Geboortedatum: 1960 of augustus 1961 |
Hoofd van het gerechtelijk apparaat. Moet, als hoofd van het gerechtelijk apparaat, zijn fiat geven voor en handtekening plaatsen onder elke straf in verband met qisas (schuldvergeldingsvonnissen), hodoud (misdaden tegen God) en ta'zirat (misdaden tegen de staat). Hieronder vallen de doodstraf, geselingen en amputaties. In dit verband heeft hij persoonlijk zijn handtekening geplaatst onder talrijke doodstraffen, in weerwil van internationale normen, waaronder stenigingen, executies door ophanging, executies van jongeren, en publieke executies, bijvoorbeeld van gevangenen die ten overstaan van een duizendkoppige menigte aan bruggen zijn opgehangen. Hij heeft tevens toestemming gegeven voor lijfstraffen, zoals amputaties en het met zuur besprenkelen van de ogen van gedetineerden. Sedert Sadeq Larijani in functie is, is het aantal willekeurige arrestaties van politieke gevangenen, mensenrechtenverdedigers en minderheden aanzienlijk toegenomen. Ook het aantal executies is sterk gestegen sinds 2009. Sadeq Larijani draagt tevens de verantwoordelijkheid voor systemische tekortkomingen op het gebied van het recht op een eerlijk proces in de Iraanse rechtsgang. |
23.3.2012 |
|
66. |
MIRHEJAZI Ali |
|
Een van de vertrouwelingen van de Grote Leider; behoort tot degenen die verantwoordelijk zijn voor het plannen van de onderdrukking van het protest sinds 2009 en heeft banden met degenen die verantwoordelijk zijn voor het onderdrukken ervan. |
23.3.2012 |
|
68. |
RAMIN Mohammad-Ali |
Geboorteplaats: Dezful (Iran) — Geboortedatum: 1954 |
Secretaris-generaal van de World Holocaust Foundation, opgericht tijdens de internationale conferentie ter herziening van de mondiale visie op de Holocaust in 2006, die Ramin namens de Iraanse regering heeft georganiseerd. Hoofdverantwoordelijke voor de persbreidel, als viceminister van Perszaken tot december 2013; rechtstreeks verantwoordelijk voor de sluiting van talrijke hervormingsgezinde persorganen (Etemad, Etemad-e Melli, Shargh, enz.), de sluiting van de onafhankelijke persvereniging en de intimidatie of arrestatie van journalisten. |
23.3.2012 |
|
69. |
MORTAZAVI Seyyed Solat |
Geboorteplaats: Meibod (Iran) — Geboortedatum: 1967 |
Burgemeester van de op een na grootste stad van Iran, Mashad, waar regelmatig openbare terechtstellingen plaatsvinden. Voormalig viceminister van Binnenlandse Zaken, belast met Politieke Zaken. Hij was verantwoordelijk voor het organiseren van repressie tegen degenen die opkomen voor hun legitieme rechten, zoals de vrijheid van meningsuiting. Later benoemd tot hoofd van de Iraanse Verkiezingscommissie voor de parlementsverkiezingen in 2012 en de presidentsverkiezingen in 2013. |
23.3.2012 |
|
73. |
FAHRADI Ali |
|
Openbaar aanklager van Karaj. Verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten, zoals processen waarin de doodstraf wordt uitgesproken. Tijdens zijn termijn als aanklager is het aantal terechtstellingen in de regio van Karaj sterk toegenomen. |
23.3.2012 |
|
74. |
REZVANMA- NESH Ali |
|
Openbaar aanklager. Verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten; was onder meer betrokken bij de terechtstelling van een jongere. |
23.3.2012 |
|
75. |
RAMEZANI Gholamhosein |
|
Hoofd Veiligheid bij het ministerie van Defensie. Voormalig hoofd Bescherming en Veiligheid bij de IRGC (tot maart 2012). Voormalig bevelhebber van de inlichtingendienst van de IRGC (tot oktober 2009). Betrokken bij het onderdrukken van de vrijheid van meningsuiting, onder meer door zijn banden met degenen die verantwoordelijk zijn voor de arrestatie van bloggers/journalisten in 2004; naar verluidt speelde hij een rol in de onderdrukking van de betogingen na de verkiezingen van 2009. |
23.3.2012 |
|
77. |
JAFARI Reza |
Geboortedatum: 1967 |
Adviseur bij de Tuchtraad voor rechters sinds april 2012. Lid van de „Commissie tot vaststelling van criminele webinhoud”, een orgaan dat verantwoordelijk is voor de censuur van websites en sociale media. Voormalig speciaal openbaar aanklager voor cybercriminaliteit (tussen 2007 en 2012). Was verantwoordelijk voor het onderdrukken van de vrijheid van meningsuiting, onder meer door de arrestatie, detentie en vervolging van bloggers en journalisten. Op verdenking van cybercriminaliteit gearresteerde personen werden mishandeld en kregen geen eerlijk proces. |
23.3.2012 |
|
78. |
RESHTE- AHMADI Bahram |
|
Rechter bij een gewone rechtbank in het noorden van Teheran. Voormalig toezichthouder van het openbaar ministerie in Teheran. Adjunct-hoofd van het Gevangeniswezen van de provincie Teheran. Voormalig substituut-aanklager in Teheran (tot 2013). Stond aan het hoofd van het strafvervolgingcentrum van Evin. Was verantwoordelijk voor het weigeren van rechten, zoals het recht op bezoek en andere rechten van gedetineerden, aan mensenrechtenverdedigers en politieke gevangenen. |
23.3.2012 |
|
79. |
RASHIDI AGHDAM, Ali Ashraf |
|
Hoofd van de gevangenis in Evin, aangesteld medio 2012. Sinds zijn aanstelling zijn de omstandigheden in de gevangenis erop achteruitgegaan en zijn er meldingen over een toename van het aantal gevallen van mishandeling van gevangenen. In oktober 2012 zijn negen vrouwelijke gevangenen in hongerstaking gegaan uit protest tegen de schending van hun rechten en het gewelddadige optreden van de gevangenisbewakers. |
12.3.2013 |
|
80. |
KIASATI Morteza |
|
Rechter bij afdeling 4 van de revolutionaire rechtbank van Ahwaz; heeft vier Arabische politieke gevangenen — Taha Heidarian, Abbas Heidarian, Abd al-Rahman Heidarian (drie broers) en Ali Sharifi — ter dood veroordeeld. De betrokkenen zijn gearresteerd, gemarteld en opgehangen zonder eerlijk proces. Deze gevallen, en het ontbreken van een eerlijk proces, staan vermeld in een verslag van de speciale VN-rapporteur voor de mensenrechten in Iran van 13 september 2012, alsmede in het verslag over Iran van de secretaris-generaal van de VN van 22 augustus 2012. |
12.3.2013 |
|
81. |
MOUSSAVI, Seyed Mohammad Bagher |
|
Rechter bij afdeling 2 van de revolutionaire rechtbank van Ahwaz; heeft 5 Ahwazi-Arabieren — Mohammad Ali Amouri, Hashem Sha'bani Amouri, Hadi Rashedi, Sayed Jaber Alboshoka en Sayed Mokhtar Alboshoka — op 17 maart 2012 ter dood veroordeeld wegens „activiteiten die indruisen tegen de nationale veiligheid” en „vijandigheid jegens God”. De vonnissen zijn op 9 januari 2013 bekrachtigd door het Hooggerechtshof van Iran. De vijf werden meer dan een jaar in hechtenis gehouden, gemarteld en zonder eerlijk proces veroordeeld. |
12.3.2013 |
|
82. |
SARAFRAZ, Mohammad (Dr.) (alias: Haj-agha Sarafraz) |
Geboortedatum: circa 1963 — Geboorteplaats: Teheran — Verblijfplaats: Teheran — Arbeidsplaats: IRIB en hoofdzetel Press TV, Teheran |
voorzitter van de Islamic Republic of Iran Broadcasting (IRIB). Voormalig hoofd van IRIB World Service en van Press TV, verantwoordelijk voor het volledige programmeringsbeleid. Onderhoudt nauwe banden met het staatsveiligheidsapparaat. Het is op zijn last dat Press TV, samen met IRIB, samenwerkt met de Iraanse veiligheidsdiensten en het OM en dat het gedwongen bekentenissen van gevangenen, onder meer van de Iraans-Canadese journalist en filmmaker Maziar Bahari, uitzendt in het wekelijkse programma „Iran Today”. De onafhankelijke omroepregulator OFCOM heeft Press TV in het VK veroordeeld tot een geldboete van 100 000 GBP wegens het uitzenden van de bekentenis onder dwang van Bahari in 2011, die in de gevangenis is gefilmd. Sarafraz wordt derhalve in verband gebracht met schendingen van het recht op een eerlijk proces. |
12.3.2013 |
|
83. |
JAFARI, Asadollah |
|
Aanklager van de provincie Mazandaran; verantwoordelijk voor wederrechtelijke arrestaties en schendingen van de rechten van Bahá'í-gevangenen, gaande van voorarrest tot eenzame opsluiting in het detentiecentrum van de inlichtingendiensten. Er zijn bewijzen van zes concrete voorbeelden van gevallen waarin het recht op een eerlijk proces is geschonden. Jafari was aanklager in zaken die hebben geleid tot verschillende terechtstellingen, ook in het openbaar. |
12.3.2013 |
|
85. |
HAMLBAR, Rahim |
|
Rechter bij afdeling 1 van de revolutionaire rechtbank van Tabriz. Heeft zware straffen uitgesproken tegen journalisten, leden van de etnische minderheid der Azeri en activisten die opkomen voor de rechten van werknemers, op beschuldiging van spionage, activiteiten die indruisen tegen de nationale veiligheid, propaganda tegen het Iraanse regime en belediging van het staatshoofd. Zijn vonnissen beantwoordden vaak niet aan de normen voor een eerlijk proces en gevangenen werden vaak tot valse bekentenissen gedwongen. In een geruchtmakende zaak zijn 20 personen die vrijwillig aan de reddingswerken na de aardbeving in Iran van augustus 2012 hadden deelgenomen, tot gevangenisstraffen veroordeeld omdat zij getracht hadden de slachtoffers van de aardbeving bij te staan. De rechtbank heeft de reddingswerkers schuldig bevonden aan „samenzwering en samenspanning met het oogmerk misdrijven tegen de nationale veiligheid te begaan”. |
12.3.2013 |
|
86. |
MUSAVI- TABAR, Seyyed Reza |
|
Hoofd van het revolutionair OM van Shiraz. Verantwoordelijk voor wederrechtelijke arrestaties en mishandeling van politieke activisten, journalisten, mensenrechtenverdedigers, Bahá'ís en gewetensgevangenen, die werden lastiggevallen, gemarteld, ondervraagd, geen toegang kregen tot een advocaat en geen eerlijk proces kregen. Musavi-Tabar heeft rechterlijke bevelen ondertekend in het beruchte detentiecentrum „nr. 100” (een gevangenis voor mannen), waaronder een bevel tot eenzame opsluiting van de vrouwelijke Bahá'í-gevangene Raha Sabet voor de duur van drie jaar. |
12.3.2013 |
Entiteiten
|
|
Naam |
Informatie ter identificatie |
Motivering |
Datum van plaatsing op de lijst |
|
1. |
Center to Investigate Organized Crime (ook bekend als: Cyber Crime Office or Cyber Police) |
Locatie: Teheran, Iran Website: http://www.cyberpolice.ir |
De in januari 2011 opgerichte Iraanse cyberpolitie is een eenheid van de nationale politie van Iran en staat onder leiding van Esmail Ahmadi-Moqaddam (op de lijst geplaatst). Ahmadi-Moqaddam heeft beklemtoond dat de cyberpolitie de antirevolutionaire en dissidente groeperingen die in 2009 via sociale netwerken op het internet hadden opgeroepen tot protest tegen de herverkiezing van president Mahmoud Ahmadinejad zou aanpakken. In januari 2012 heeft de cyberpolitie nieuwe instructies voor internetcafés uitgevaardigd, die inhouden dat gebruikers persoonlijke informatie moeten verstrekken die gedurende zes maanden wordt bewaard door de caféuitbater, samen met een overzicht van de bezochte websites. De instructies houden ook in dat caféuitbaters camerabewaking moeten installeren en de opnames gedurende zes maanden moeten bewaren. Deze nieuwe instructies houden in dat een register kan worden gecreëerd waarmee de autoriteiten activisten of iedereen die zij als een bedreiging voor de nationale veiligheid beschouwen, kunnen opsporen. In juni 2012 zijn in de Iraanse media berichten verschenen dat de cyberpolitie hard zou gaan optreden tegen VPN's (eigen virtuele netwerken). Op 30 oktober 2012 heeft de cyberpolitie de blogger Sattar Beheshti zonder aanhoudingsbevel gearresteerd in verband met „acties tegen de nationale veiligheid op sociale netwerken en Facebook”. Beheshti had in zijn blog kritiek geuit op de Iraanse overheid. Beheshti is op 3 november 2012 dood aangetroffen in zijn cel en is vermoedelijk doodgemarteld door leden van de cyberpolitie. |
|
|
8.4.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 92/101 |
BESLUIT (GBVB) 2015/556 VAN DE RAAD
van 7 april 2015
tot wijziging van Besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,
Gezien Besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB (1), en met name artikel 23,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De Raad heeft op 26 juli 2010 Besluit 2010/413/GBVB vastgesteld. |
|
(2) |
In zijn arrest van 22 januari 2015 in de gevoegde zaken T-420/11 en T-56/12 is het Gerecht van de Europese Unie overgegaan tot de nietigverklaring van Besluit 2011/299/GBVB van de Raad (2) en Besluit 2011/783/GBVB van de Raad (3) voor zover op de daarin opgenomen lijst van aan beperkende maatregelen onderworpen personen en entiteiten in bijlage II bij Besluit 2010/413/GBVB de volgende entiteiten zijn opgenomen Ocean Capital Administration GmbH, First Ocean Administration GmbH, First Ocean GmbH & Co. KG, Second Ocean Administration GmbH, Second Ocean GmbH & Co. KG, Third Ocean Administration GmbH, Third Ocean GmbH & Co. KG, Fourth Ocean Administration GmbH, Fourth Ocean GmbH & Co. KG, Fifth Ocean Administration GmbH, Fifth Ocean GmbH & Co. KG, Sixth Ocean Administration GmbH, Sixth Ocean GmbH & Co. KG, Seventh Ocean Administration GmbH, Seventh Ocean GmbH & Co. KG, Eighth Ocean Administration GmbH, Eighth Ocean GmbH & Co. KG, Ninth Ocean Administration GmbH, Ninth Ocean GmbH & Co. KG, Tenth Ocean Administration GmbH, Tenth Ocean GmbH & Co. KG, Eleventh Ocean Administration GmbH, Eleventh Ocean GmbH & Co. KG, Twelfth Ocean Administration GmbH, Twelfth Ocean GmbH & Co. KG, Thirteenth Ocean Administration GmbH, Fourteenth Ocean Administration GmbH, Fifteenth Ocean Administration GmbH, Sixteenth Ocean Administration GmbH, Kerman Shipping Co. Ltd, Woking Shipping Investments Ltd, Shere Shipping Co. Ltd, Tongham Shipping Co. Ltd, Uppercourt Shipping Co. Ltd, Vobster Shipping Co. Ltd, Lancelin Shipping Co. Ltd, IRISL Maritime Training Institute, Kheibar Co.en Kish Shipping Line Manning Co. |
|
(3) |
Op grond van een nieuwe motivering moeten 32 van deze entiteiten wederom worden opgenomen op de lijst van personen en entiteiten die aan beperkende maatregelen onderworpen zijn. |
|
(4) |
Het Gerecht van de Europese Unie heeft in zijn arrest van 22 januari 2015 in zaak T 176/12 Besluit 2012/35/GBVB van de Raad (4) om de Bank Tejarat op te nemen op de lijst van aan beperkende maatregelen onderworpen personen en entiteiten in bijlage II bij Besluit 2010/413/GBVB, nietig verklaard. |
|
(5) |
De Bank Tejarat moet op grond van een nieuwe motivering wederom worden opgenomen op de lijst van aan beperkende maatregelen onderworpen personen en entiteiten. |
|
(6) |
Besluit 2010/413/GBVB dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage II bij Besluit 2010/413/GBVB wordt gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 april 2015.
Voor de Raad
De voorzitter
E. RINKĒVIČS
(1) PB L 195 van 27.7.2010, blz. 39.
(2) Besluit 2011/299/GBVB van de Raad van 23 mei 2011 houdende wijziging van Besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 136 van 24.5.2011, blz. 65).
(3) Besluit 2011/783/GBVB van de Raad van 1 december 2011 houdende wijziging van Besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 319 van 2.12.2011, blz. 71).
(4) Besluit 2012/35/GBVB van de Raad van 23 januari 2012 houdende wijziging van Besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 19 van 24.1.2012, blz. 22).
BIJLAGE
1.
De volgende entiteit wordt opgenomen op de lijst in deel I van bijlage II bij Besluit 2010/413/GBVB:I. Personen en entiteiten die betrokken zijn bij nucleaire activiteiten of activiteiten met betrekking tot ballistische raketten en personen en entiteiten die de regering van Iran steunen
B. Entiteiten
|
|
Naam |
Informatie ter identificatie |
Motivering |
Datum van plaatsing op de lijst |
|
105. |
Bank Tejarat |
Postadres: Taleghani Br. 130, Taleghani Ave. P.O. Box: 11365-5416, Tehran, Iran Tel. 88826690 Tlx. 226641 TJTA IR Fax 88893641 Website: http://www.tejaratbank.ir |
De Bank Tejarat verstrekt aanzienlijke steun aan de regering van Iran via het aanbieden van financiële middelen en de financiering van diensten voor olie- en gasontwikkelingsprojecten. De olie- en gassector vormt een belangrijke bron van inkomsten voor de Iraanse regering en verscheidene projecten die worden gefinancierd door de Bank Tejarat worden uitgevoerd door dochtermaatschappijen van entiteiten die eigendom zijn of onder zeggenschap staan van de regering van Iran. Daarnaast blijft de Bank Tejarat gedeeltelijk eigendom van en nauw verbonden met de Iraanse regering, die zich derhalve in een positie bevindt om invloed uit te oefenen op de beslissingen van de Bank Tejarat, met inbegrip van haar betrokkenheid bij de financiering van projecten die door de Iraanse regering als een hoge prioriteit worden beschouwd. Aangezien de Bank Tejarat voorts financiering verstrekt aan verschillende ruweolieproducties en raffinageprojecten, die noodzakelijkerwijs vragen om de aanschaf van essentiële uitrusting en technologie voor de sectoren waaraan levering met het oog op gebruik in Iran verboden is, kan de Bank Tejarat worden beschouwd als zijnde betrokken bij het aanschaffen van verboden goederen en technologie. |
8.4.2015 |
2.
De volgende entiteit wordt opgenomen op de lijst in deel III van bijlage II bij Besluit 2010/413/GBVB:III. Islamic Republic of Iran Shipping Lines (IRISL)
B. Entiteiten
|
|
Naam |
Informatie ter identificatie |
Motivering |
Datum van plaatsing op de lijst |
|
4. |
Ocean Capital Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRB92501 (Duitsland), afgegeven op 4 januari 2005 |
In Duitsland gevestigde IRISL-holding die eigendom is van en onder zeggenschap staat van IRISL. |
8.4.2015 |
|
5. |
First Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRB94311 (Duitsland), afgegeven op 21 juli 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
5 bis. |
First Ocean GmbH & Co. Kg |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRA102601 (Duitsland), afgegeven op 19 september 2005 IMO-nummer: 9349576 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
6. |
Second Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRB 94312 (Duitsland), afgegeven op 21 juli 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
6 bis. |
Second Ocean GmbH & Co. Kg |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRA102502 (Duitsland), afgegeven op 24 augustus 2005 IMO-nummer: 9349588 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
7. |
Third Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRB94312 (Duitsland), afgegeven op 21 juli 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
7 bis. |
Third Ocean GmbH & Co. Kg |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRA102520 (Duitsland), afgegeven op 29 augustus 2005 IMO-nummer: 9349590 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
8. |
Fourth Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRB94314 (Duitsland), afgegeven op 21 juli 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
8 bis. |
Fourth Ocean GmbH & Co. KG |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRA102600 (Duitsland), afgegeven op 19 september 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
9. |
Fifth Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRB94315 (Duitsland), afgegeven op 21 juli 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
9 bis. |
Fifth Ocean GmbH & Co. KG |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRA102599 (Duitsland), afgegeven op 19 september 2005 IMO-nummer: 9349667 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
10. |
Sixth Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRB94316 (Duitsland), afgegeven op 21 juli 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
10 bis. |
Sixth Ocean GmbH & Co. KG |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRA102501 (Duitsland), afgegeven op 24 augustus 2005 IMO-nummer: 9349679 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
11. |
Seventh Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRB94829 (Duitsland), afgegeven 19 september 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
11 bis. |
Seventh Ocean GmbH & Co. KG |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRA102655 (Duitsland), afgegeven op 26 september 2005 IMO-nummer: 9165786 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
12. |
Eighth Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRB94633 (Duitsland), afgegeven op 24 augustus 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
12 bis. |
Eighth Ocean GmbH & Co. KG |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRA102533 (Duitsland), afgegeven op 1 september 2005 IMO-nummer: 9165803 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
13. |
Ninth Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRB94698 (Duitsland), afgegeven op 9 september 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
13 bis. |
Ninth Ocean GmbH & Co. KG |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRA102565 (Duitsland), afgegeven op 15 september 2005 IMO-nummer: 9165798 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
14. |
Tenth Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
14 bis. |
Tenth Ocean GmbH & Co. KG |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRA102679 (Duitsland), afgegeven op 27 september 2005 IMO-nummer: 9165815 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
15. |
Eleventh Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRB94632 (Duitsland), afgegeven op 24 augustus 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
15 bis. |
Eleventh Ocean GmbH & Co. KG |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland Bedrijfsregistratienummer: HRA102544 (Duitsland), afgegeven op 9 september 2005 IMO-nummer: 9209324 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
16. |
Twelfth Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland; Bedrijfsregistratienummer: HRB94573 (Duitsland), afgegeven op 18 augustus 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
16 bis. |
Twelfth Ocean GmbH & Co. KG |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland; Bedrijfsregistratienummer: HRA102506 (Duitsland), afgegeven op 25 augustus 2005 |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
17. |
Thirteenth Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
18. |
Fourteenth Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
19. |
Fifteenth Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
20. |
Sixteenth Ocean Administration GmbH |
Schottweg 5, Hamburg 22087, Duitsland |
Eigendom van IRISL via Ocean Capital Administration GmbH — een IRISL Holding. |
8.4.2015 |
|
37. |
IRISL Maritime Training Institute |
No 115, Ghaem Magham Farahani St. P.O. Box 15896-53313, Tehran, Iran |
IRISL Maritime Training Institute is eigendom en staat onder zeggenschap van IRISL, die 90 % van de aandelen van de onderneming bezit en waarvan de vertegenwoordiger vicevoorzitter van de Raad van bestuur is. Het is betrokken bij de opleiding van werknemers van IRISL. |
8.4.2015 |
|
39. |
Kheibar Co. |
Iranshahr Shomali (North) avenue nr. 237, 158478311 Tehran, Iran |
Kheibar Co. is eigendom en staat onder zeggenschap van IRISL, die 81 % van de aandelen van de onderneming bezit en waarvan de vertegenwoordiger lid van de Raad van bestuur is. Het voorziet in reserveonderdelen voor schepen. |
8.4.2015 |
|
40. |
Kish Shipping Line Manning Co. |
Sanaei Street Kish Island, Iran |
Kish Shipping Line Manning Co. is eigendom en staat onder zeggenschap van IRISL. Het is betrokken bij de werving en het beheer van het personeel van IRISL. |
8.4.2015 |
|
8.4.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 92/107 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/557 VAN DE COMMISSIE
van 31 maart 2015
tot wijziging van bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG wat betreft de gegevens voor China in de lijst van derde landen en delen daarvan waaruit de invoer in de Unie van levende paardachtigen en sperma, eicellen en embryo's van paarden is toegestaan
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 2070)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt (1), en met name artikel 17, lid 3, onder a),
Gezien Richtlijn 2009/156/EG van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen (2), en met name artikel 12, leden 1 en 4, en artikel 19, inleidende zin en onder a) en b),
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Richtlijn 92/65/EEG bevat voorschriften voor de invoer in de Unie van onder meer sperma, eicellen en embryo's van paardachtigen. Die voorschriften moeten ten minste gelijkwaardig zijn aan de voorschriften die gelden voor het handelsverkeer tussen de lidstaten. |
|
(2) |
Richtlijn 2009/156/EG bevat veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer in de Unie van levende paardachtigen. Volgens die richtlijn is de invoer in de Unie van paardachtigen slechts toegestaan uit derde landen die aan bepaalde veterinairrechtelijke voorschriften voldoen. |
|
(3) |
Beschikking 2004/211/EG van de Commissie (3) bevat een lijst van derde landen of delen daarvan waar regionaliseringsmaatregelen van toepassing zijn, waaruit de lidstaten de invoer van paardachtigen en sperma, eicellen en embryo's daarvan toestaan en bepaalt andere invoervoorwaarden. Die lijst is opgenomen in bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG. |
|
(4) |
Om als gastheer te kunnen optreden tijdens een paardensportevenement van de Global Champions Tour van 8 tot en met 10 mei 2015, dat plaatsvindt onder toezicht van de Internationale Ruitersportfederatie (FEI), hebben de bevoegde Chinese autoriteiten verzocht om erkenning van een paardenziektevrije zone in de agglomeratie van Shanghai, die rechtstreeks toegankelijk is vanaf het nabijgelegen internationale vliegveld. Gezien de tijdelijke aard van de speciaal voor dat doel gebouwde faciliteiten op de parkeerplaats van EXPO 2010 hoeft er slechts voorzien te worden in een tijdelijke erkenning van die zone. |
|
(5) |
In het licht van de door de Chinese autoriteiten verstrekte garanties en informatie en om het opnieuw binnenbrengen, na tijdelijke uitvoer, van geregistreerde paarden uit een deel van het grondgebied van China overeenkomstig Beschikking 93/195/EEG van de Commissie (4) gedurende een beperkte termijn toe te staan, heeft de Commissie Uitvoeringsbesluit 2014/127/EU van de Commissie (5) vastgesteld, waarbij de regio CN-2 van China tijdelijk is erkend. |
|
(6) |
Aangezien het paardensportevenement in 2015 wordt herhaald met inachtneming van dezelfde veterinairrechtelijke en quarantainevoorschriften als die welke in 2014 van toepassing waren, moet voor de regio CN-2 de datum in kolom 15 van de tabel in bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG dienovereenkomstig worden aangepast. |
|
(7) |
Beschikking 2004/211/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(8) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In de tabel in bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG worden in kolom 15 van de regel betreffende de regio CN-2 van China de woorden „Geldig van 30 mei tot en met 30 juni 2014” vervangen door: „Geldig van 25 april tot en met 25 mei 2015”.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 31 maart 2015.
Voor de Commissie
Vytenis ANDRIUKAITIS
Lid van de Commissie
(1) PB L 268 van 14.9.1992, blz. 54.
(2) PB L 192 van 23.7.2010, blz. 1.
(3) Beschikking 2004/211/EG van de Commissie van 6 januari 2004 tot vaststelling van de lijst van derde landen en delen van hun grondgebied waaruit de lidstaten de invoer toestaan van levende paardachtigen en sperma, eicellen en embryo's van paarden en tot wijziging van de Beschikkingen 93/195/EEG en 94/63/EG (PB L 73 van 11.3.2004, blz. 1).
(4) Beschikking 93/195/EEG van de Commissie van 2 februari 1993 inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor het opnieuw binnenbrengen, na tijdelijke uitvoer, van geregistreerde paarden voor wedrennen, wedstrijden en culturele manifestaties (PB L 86 van 6.4.1993, blz. 1).
(5) Uitvoeringsbesluit 2014/127/EU van de Commissie van 7 maart 2014 tot wijziging van bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG wat betreft de gegevens voor China in de lijst van derde landen en delen daarvan waaruit de invoer in de Unie van levende paardachtigen en sperma, eicellen en embryo's van paarden is toegestaan (PB L 70 van 11.3.2014, blz. 28).
|
8.4.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 92/109 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/558 VAN DE COMMISSIE
van 1 april 2015
tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 2160)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name artikel 9, lid 4,
Gezien Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (2), en met name artikel 10, lid 4,
Gezien Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (3), en met name artikel 4, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU van de Commissie (4) zijn veterinairrechtelijke bestrijdingsmaatregelen vastgesteld in verband met Afrikaanse varkenspest in bepaalde lidstaten. In de bijlage bij dat besluit zijn bepaalde gebieden van die lidstaten afgebakend en in een lijst opgenomen naargelang het risiconiveau op basis van de epidemiologische situatie. Op die lijst staan bepaalde gebieden in Estland, Italië, Letland, Litouwen en Polen. |
|
(2) |
Artikel 7 van Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU, dat voorziet in een afwijking van het verbod op de verzending van zendingen dierlijke bijproducten van varkens uit de in de delen III en IV van de bijlage bij dat uitvoeringsbesluit opgenomen gebieden, moet worden herzien met het oog op een veilige verwijdering van dierlijke bijproducten afkomstig van varkens, met uitzondering van wilde varkens, met inbegrip van onverwerkte kadavers van dode dieren, uit bedrijven die zijn gelegen in de gebieden die zijn vermeld in deel III van de bijlage, op een wijze die in overeenstemming is met de risico's die deze dierlijke bijproducten meebrengen. |
|
(3) |
In de periode van januari tot februari 2015 werd een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij als huisdier gehouden varkens gerapporteerd in Polen en er werden verscheidene gevallen bij wilde varkens gerapporteerd in Litouwen en Polen in het gebied waarvoor beperkingen gelden zoals vermeld in deel II van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU. In februari en maart 2015 werden er een paar gevallen gemeld in Letland in de beperkingsgebieden vermeld in deel I en deel III van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU. |
|
(4) |
De ontwikkeling van de huidige epidemiologische situatie moet worden meegenomen bij de beoordeling van het risico dat de diergezondheidssituatie in Letland, Litouwen en Polen met zich meebrengt. Om doelgerichte maatregelen op het gebied van de diergezondheid te kunnen nemen om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest te voorkomen en daarnaast te vermijden dat de handel in de Unie onnodig wordt verstoord en derde landen ongerechtvaardigde handelsbelemmeringen opwerpen, moet de EU-lijst van gebieden waarvoor de in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU bedoelde maatregelen op het gebied van de diergezondheid gelden, worden gewijzigd met inachtneming van de huidige diergezondheidssituatie wat betreft die ziekte in Letland, Litouwen en Polen. |
|
(5) |
Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(6) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
In artikel 7, lid 2, wordt de inleidende zin vervangen door: „2. In afwijking van het verbod van artikel 2, onder d), mogen de betrokken lidstaten de verzending toestaan van dierlijke bijproducten afkomstig van varkens, met uitzondering van wilde varkens, met inbegrip van onverwerkte kadavers van dode dieren van bedrijven of slachthuizen die zijn erkend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004 en zijn gelegen in de in deel III van de bijlage vermelde gebieden, naar een verwerkingsinrichting of verbrandings- of meeverbrandingsinstallatie, zoals bedoeld in artikel 24, lid 1, onder a), b) en c), van Verordening (EG) nr. 1069/2009, die buiten de in deel III van de bijlage vermelde gebieden is gevestigd, mits:” |
|
2) |
De bijlage wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit. |
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 1 april 2015.
Voor de Commissie
Vytenis ANDRIUKAITIS
Lid van de Commissie
(1) PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13.
(2) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.
(3) PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.
(4) Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU van de Commissie van 9 oktober 2014 betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit 2014/178/EU (PB L 295 van 11.10.2014, blz. 63).
BIJLAGE
„BIJLAGE
DEEL I
1. Estland
De volgende gebieden in Estland:
|
— |
de maakond Põlvamaa, |
|
— |
de vald Häädemeeste, |
|
— |
de vald Kambja, |
|
— |
de vald Kasepää, |
|
— |
de vald Kolga-Jaani, |
|
— |
de vald Konguta, |
|
— |
de vald Kõo, |
|
— |
de vald Kõpu, |
|
— |
de vald Laekvere, |
|
— |
de vald Lasva, |
|
— |
de vald Meremäe, |
|
— |
de vald Nõo, |
|
— |
de vald Paikuse, |
|
— |
de vald Pärsti, |
|
— |
de vald Puhja, |
|
— |
de vald Rägavere, |
|
— |
de vald Rannu, |
|
— |
de vald Rõngu, |
|
— |
de vald Saarde, |
|
— |
de vald Saare, |
|
— |
de vald Saarepeedi, |
|
— |
de vald Sõmeru, |
|
— |
de vald Surju, |
|
— |
de vald Suure-Jaani, |
|
— |
de vald Tahkuranna, |
|
— |
de vald Torma, |
|
— |
de vald Vastseliina, |
|
— |
de vald Viiratsi, |
|
— |
de vald Vinni, |
|
— |
de vald Viru-Nigula, |
|
— |
de vald Võru, |
|
— |
de linn Võru, |
|
— |
de linn Kunda, |
|
— |
de linn van Viljandi. |
2. Letland
De volgende gebieden in Letland:
|
— |
de novads Aizkraukles, |
|
— |
in de novads Alūksnes, de pagasti Ilzenes, Zeltiņu, Kalncempju, Annas, Malienas, Jaunannas, Mālupes en Liepnas, |
|
— |
in de novads Krimuldas, de pagasts Krimuldas, |
|
— |
de novads Amatas, |
|
— |
in de novads Apes, de pagasts Virešu, |
|
— |
de novads Baltinavas, |
|
— |
de novads Balvu, |
|
— |
de novads Cēsu, |
|
— |
de novads Gulbenes, |
|
— |
de novads Ikšķiles, |
|
— |
de novads Inčukalna, |
|
— |
de novads Jaunjelgavas, |
|
— |
de novads Jaunpiepalgas, |
|
— |
de novads Ķeguma, |
|
— |
de novads Lielvārdes, |
|
— |
de novads Līgatnes, |
|
— |
de novads Mālpils, |
|
— |
de novads Neretas, |
|
— |
de novads Ogres, |
|
— |
de novads Priekuļu, |
|
— |
de novads Raunas, |
|
— |
de novads Ropažu, |
|
— |
de novads Rugāju, |
|
— |
de novads Salas, |
|
— |
de novads Sējas, |
|
— |
de novads Siguldas, |
|
— |
de novads Skrīveru, |
|
— |
de novads Smiltenes, |
|
— |
de novads Vecpiebalgas, |
|
— |
de novads Vecumnieku, |
|
— |
de novads Viesītes, |
|
— |
de novads Viļakas. |
3. Litouwen
De volgende gebieden in Litouwen:
|
— |
in de rajono savivaldybė Kėdainiai, de seniūnija Josvainių, Pernaravos, Krakių, Kėdainių miesto, Dotnuvos, Gudžiūnų en Surviliškio, |
|
— |
in de rajono savivaldybė Panevežys, de seniūnija Krekenavos, Upytės, Velžio, Miežiškių, Karsakiškio, Naujamiesčio, Paįstrio, Panevėžio en Smilgių, |
|
— |
in de rajono svaivaldybė Radviliškis, de seniūnija Skėmių en Sidabravo, |
|
— |
in de rajono savivaldybė Kaunas, de seniūnija Akademijos, Alšėnų, Babtų, Batniavos, Čekiškės, Ežerėlio, Garliavos, Garliavos apylinkių, Kačerginės, Kulautuvos, Linksmakalnio, Raudondvario, Ringaudų, Rokų, Taurakiemio, Vilkijos, Vilkijos apylinkių en Zapyškio, |
|
— |
in de rajono savivaldybė Kaišiadorys, de seniūnija Kruonio, Nemaitonių, Žiežmarių, Žiežmarių apylinkės en het deel van de seniūnija Rumšiškių gelegen ten zuiden van de weg N. A1, |
|
— |
de miesto savivaldybė Panevežys, |
|
— |
de rajono savivaldybė Pasvalys, |
|
— |
de rajono savivaldybė Prienai, |
|
— |
de savivaldybė Birštonas, |
|
— |
de savivaldybė Kalvarija, |
|
— |
de savivaldybė Kazlu Ruda, |
|
— |
de savivaldybė Marijampole. |
4. Polen
De volgende gebieden in Polen:
in het woiwodschap Podlaskie:
|
— |
de powiat M. Suwałki, |
|
— |
de powiat M. Białystok, |
|
— |
de gminy Rutka-Tartak, Szypliszki, Suwałki en Raczki in de powiat Suwalski, |
|
— |
de gminy Krasnopol en Puńsk in de powiat Sejneński, |
|
— |
de gminy Augustów met de stad Augustów, Nowinka, Sztabin en Bargłów Kościelny in de powiat Augustowski, |
|
— |
de powiat Moniecki, |
|
— |
de gminy Suchowola en Korycin in de powiat Sokólski, |
|
— |
de gminy Choroszcz, Juchnowiec Kościelny, Suraż, Turośń Kościelna, Tykocin, Zabłudów, Łapy, Poświętne, Zawady en Dobrzyniewo Duże in de powiat Białostocki, |
|
— |
de powiat Bielski, |
|
— |
de powiat Hajnowski, |
|
— |
de gminy Grodzisk, Dziadkowice en Milejczyce in de powiat Siemiatycki, |
|
— |
de gminy Rutki in de powiat Zambrowski, |
|
— |
de gminy Kobylin-Borzymy, Kulesze Kościelne, Sokoły, Wysokie Mazowieckie met de stad Wysokie Mazowieckie, Nowe Piekuty, Szepietowo, Klukowo en Ciechanowiec in de powiat Wysokomazowiecki. |
DEEL II
1. Estland
De volgende gebieden in Estland:
|
— |
de maakond IDA-Virumaa, |
|
— |
de maakond Valgamaa, |
|
— |
de vald Abja, |
|
— |
de vald Halliste, |
|
— |
de vald Karski, |
|
— |
de vald Paistu, |
|
— |
de vald Tarvastu, |
|
— |
de vald Antsla, |
|
— |
de vald Mõniste, |
|
— |
de vald Varstu, |
|
— |
de vald Rõuge, |
|
— |
de vald Sõmerpalu, |
|
— |
de vald Haanja, |
|
— |
de vald Misso, |
|
— |
de vald Urvaste. |
2. Letland
De volgende gebieden in Letland:
|
— |
de novads Aknīstes, |
|
— |
in de novads Alūksnes, de pagasti Veclaicenes, Jaunlaicenes, Ziemeru, Alsviķu, Mārkalnes, Jaunalūksnes en Pededzes, |
|
— |
in de novads Apes, de pagasti Gaujienas, Trapenes en Apes, |
|
— |
in de novads Krimuldas, de pagasts Lēdurgas, |
|
— |
de novads Alojas, |
|
— |
de novads Cesvaines, |
|
— |
de novads Ērgļu, |
|
— |
de novads Ilūkstes, |
|
— |
de republikas pilsēta Jēkabpils, |
|
— |
de novads Jēkabpils, |
|
— |
de novads Kocēnu, |
|
— |
de novads Kokneses, |
|
— |
de novads Krustpils, |
|
— |
de novads Līvānu, |
|
— |
de novads Lubānas, |
|
— |
de novads Limbažu, |
|
— |
de novads Madonas, |
|
— |
de novads Mazsalacas, |
|
— |
de novads Pārgaujas, |
|
— |
de novads Pļaviņu, |
|
— |
de novads Salacgrīvas, |
|
— |
de novads Varakļānu. |
|
— |
de republikas pilsēta Valmiera. |
3. Litouwen
De volgende gebieden in Litouwen:
|
— |
in de rajono savivaldybė Anykščiai, de seniūnija Andrioniškis, Anykščiai, Debeikiai, Kavarskas, Kurkliai, Skiemonys, Traupis, Troškūnai en Viešintos en het deel van Svėdasai ten zuiden van weg nr. 118, |
|
— |
in de rajono savivaldybė Kėdainiai, de seniūnija Pelėdnagių, Vilainių, Truskavos en Šėtos, |
|
— |
in de rajono savivaldybė Kupiškis, de seniūnija Alizava, Kupiškis, Noriūnai en Subačius, |
|
— |
in de rajono savivaldybė Panevėžys, de seniūnija Ramygalos, Vadoklių en Raguvos, |
|
— |
in de rajono savivaldybė Kaunas, de seniūnija Domeikavos, Karmėlavos, Kauno miesto, Lapių, Neveronių, Samylų, Užliedžių en Vandžiogalos, |
|
— |
in de rajono savivaldybė Kaišiadorys, de seniūnija Kaišiadorių miesto, Kaišiadorių apylinkės, Palomenės, Paparčių, Pravieniškių, Žąslių en het deel van de seniūnija Rumšiškių gelegen ten noorden van de weg N. A1, |
|
— |
de apskritis Alytus, |
|
— |
de miesto savivaldybė Vilnius, |
|
— |
de rajono savivaldybė Biržai, |
|
— |
de rajono savivaldybė Jonava, |
|
— |
de rajono savivaldybė Šalcininkai, |
|
— |
de rajono savivaldybė Širvintos, |
|
— |
de rajono savivaldybė Trakai, |
|
— |
de rajono savivaldybė Ukmerge, |
|
— |
de rajono savivaldybė Vilnius, |
|
— |
de savivaldybė Elektrenai. |
4. Polen
De volgende gebieden in Polen:
in het woiwodschap Podlaskie:
|
— |
de gminy Giby en Sejny met de stad Sejny in de powiat Sejneński, |
|
— |
de gminy Lipsk en Płaska in de powiat Augustowski, |
|
— |
de gminy Dąbrowa Białostocka, Janów, Nowy Dwór en Sidra in de powiat Sokólski. |
|
— |
de gminy Czarna Białostocka, Supraśl en Wasilków in de powiat Białostocki. |
DEEL III
1. Letland
De volgende gebieden in Letland:
|
— |
de novads Aglonas, |
|
— |
de novads Beverīnas, |
|
— |
de novads Burtnieku, |
|
— |
de novads Ciblas, |
|
— |
de novads Dagdas, |
|
— |
de novads Daugavpils, |
|
— |
de novads Kārsavas, |
|
— |
de novads Krāslavas, |
|
— |
de novads Ludzas, |
|
— |
de novads Naukšēnu, |
|
— |
de novads Preiļu, |
|
— |
de novads Rēzeknes, |
|
— |
de novads Riebiņu, |
|
— |
de novads Rūjienas, |
|
— |
de novads Strenču, |
|
— |
de novads Valkas, |
|
— |
de novads Vārkavas, |
|
— |
de novads Viļānu, |
|
— |
de novads Zilupes, |
|
— |
de republikas pilsēta Daugavpils, |
|
— |
de republikas pilsēta Rēzekne. |
2. Litouwen
De volgende gebieden in Litouwen:
|
— |
de rajono savivaldybe Ignalina, |
|
— |
de rajono savivaldybe Moletai, |
|
— |
de rajono savivaldybe Rokiškis, |
|
— |
de rajono savivaldybe Švencionys, |
|
— |
de rajono savivaldybe Utena, |
|
— |
de rajono savivaldybe Zarasai, |
|
— |
de savivaldybe Visaginas, |
|
— |
in de rajono savivaldybė Kupiškis, de seniūnija Šimonys en Skapiškis, |
|
— |
in de rajono savivaldybė Anykščiai, het deel van de seniūnija Svėdasai ten noorden van weg nr. 118. |
3. Polen
De volgende gebieden in Polen:
in het woiwodschap Podlaskie:
|
— |
de gminy Krynki, Kuźnica, Sokółka en Szudziałowo in de powiat Sokólski, |
|
— |
de gminy Gródek en Michałowo in de powiat Białostocki. |
DEEL IV
Italië
De volgende gebieden in Italië:
alle gebieden van Sardinië.”