ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 77

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

58e jaargang
21 maart 2015


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/480 van de Commissie van 20 maart 2015 tot 227e wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met het Al Qaida-netwerk

1

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/481 van de Commissie van 20 maart 2015 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

5

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/482 van de Commissie van 20 maart 2015 tot bepaling van de hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 juli tot en met 30 september 2015 vastgestelde hoeveelheid in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2014 geopende tariefcontingenten voor eieren, eierproducten en ovoalbumine van oorsprong uit Oekraïne

7

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/483 van de Commissie van 20 maart 2015 tot vaststelling van de hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 juli tot en met 30 september 2015 vastgestelde hoeveelheid in het kader van de bij Verordening (EG) nr. 1384/2007 geopende tariefcontingenten voor vlees van pluimvee van oorsprong uit Israël

9

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU) 2015/484 van de Raad van 17 maart 2015 tot benoeming van een Belgisch lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité

11

 

*

Besluit (GBVB) 2015/485 van de Raad van 20 maart 2015 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Kosovo

12

 

*

Besluit (GBVB) 2015/486 van de Raad van 20 maart 2015 tot wijziging van Besluit 2011/172/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen vanwege de situatie in Egypte

16

 

*

Besluit (GBVB) 2015/487 van de Raad van 20 maart 2015 houdende wijziging van Besluit 2011/173/GBVB betreffende beperkende maatregelen vanwege de situatie in Bosnië en Herzegovina

17

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

21.3.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 77/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/480 VAN DE COMMISSIE

van 20 maart 2015

tot 227e wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met het Al Qaida-netwerk

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met het Al Qaida-netwerk (1) en met name artikel 7, lid 1, onder a), artikel 7 bis, lid 1, en artikel 7 bis, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 worden de personen, groepen en entiteiten opgesomd waarvan de tegoeden en economische middelen krachtens die verordening worden bevroren.

(2)

Het Sanctiecomité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft op 13 maart 2015 besloten drie natuurlijke personen en één entiteit toe te voegen aan de lijst van personen, groepen en entiteiten waarvan de tegoeden en economische middelen moeten worden bevroren. Daarnaast heeft het Sanctiecomité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op 16 maart 2015 besloten vier personen te schrappen van de lijst. Bovendien heeft het Sanctiecomité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op 19 februari 2015 besloten één vermelding op de lijst te wijzigen.

(3)

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 dient daarom dienovereenkomstig te worden bijgewerkt.

(4)

Om de doeltreffendheid van de in deze verordening vastgestelde maatregelen te garanderen dient de verordening onmiddellijk in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 maart 2015.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Hoofd van de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid


(1)  PB L 139 van 29.5.2002, blz. 9.


BIJLAGE

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De volgende vermeldingen worden toegevoegd aan de lijst „Natuurlijke personen”:

a)

„Angga Dimas Pershada (ook bekend als: a) Angga Dimas Persada, b) Angga Dimas Persadha, c) Angga Dimas Prasondha). Titel: secretaris-generaal (medio 2014). Geboortedatum: 4.3.1985. Geboorteplaats: Jakarta, Indonesië. Nationaliteit: Indonesisch. Paspoortnummer: Indonesisch paspoort, nummer W344982 (afgegeven op naam van Angga Dimas Peshada). Overige informatie: a) lid van Jemaah Islamiyah; b) leider van Hilal Ahmar Society Indonesia (HASI). Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 13.3.2015.”

;

b)

„Bambang Sukirno (ook bekend als: a) Pak Zahra, b) Abu Zahra). Geboortedatum: 5.4.1975. Geboorteplaats: Indonesië. Nationaliteit: Indonesisch. Paspoortnummer: Indonesisch paspoort, nummer A2062513. Overige informatie: hoge positie binnen Jemaah Islamiyah, heeft leidinggevende positie bekleed binnen Hilal Ahmar Society Indonesia (HASI). Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 13.3.2015.”

;

c)

„Wiji Joko Santoso (ook bekend als: a) Wijijoko Santoso, b) Abu Seif al-Jawi, c) Abu Seif). Geboortedatum: 14.7.1975. Geboorteplaats: Rembang, Jawa Tengah, Indonesië. Nationaliteit: Indonesisch. Paspoortnummer: Indonesisch paspoort, nummer A2823222 (afgegeven op 28.5.2012, geldig tot 28.5.2017, op naam van Wiji Joko Santoso). Overige informatie: hoofd afdeling buitenlandse zaken van Jemaah Islamiyah. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 13.3.2015.”

.

2)

De volgende vermelding wordt toegevoegd aan de lijst „Rechtspersonen, groepen en entiteiten”:

„Hilal Ahmar Society Indonesia (HASI) (ook bekend als: a) Yayasan Hilal Ahmar, b) Indonesia Hilal Ahmar Society for Syria). Overige informatie: a) zou humanitaire tak van Jemaah Islamiyah zijn; b) actief in Lampung, Jakarta, Semarang, Yogyakarta, Solo, Surabaya en Makassar, Indonesië; c) niet aangesloten bij de humanitaire groep Internationale Federatie van Rode Kruis- en Rode Halve Maan-verenigingen (IFRC). Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 13.3.2015.”

.

3)

De volgende vermeldingen worden geschrapt van de lijst „Natuurlijke personen”:

a)

„Mustafa Mohamed Fadhil (ook bekend als a) Al Masri, Abd Al Wakil; b) Ali, Hassan; c) Anis, Abu; d) Elbishy, Moustafa Ali; e) Fadil, Mustafa Muhamad; f) Fazul, Mustafa; g) Mohammed, Mustafa; h) Mustafa Ali Elbishy; i) Al-Nubi, Abu; j) Hussein; k) Jihad, Abu; l) Khalid; m) Man, Nu; n) Yussrr, Abu). Geboortedatum: a) 23.6.1976, b) 1.1.1976. Geboorteplaats: Caïro, Egypte. Nationaliteit: Keniaans. Nationaal identificatienummer: 12773667 (Keniaanse identiteitskaart); reeksnummer 201735161. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 17.10.2001.”

.

b)

„Ahmed Mohammed Hamed Ali (ook bekend als a) Abdurehman, Ahmed Mohammed; b) Ahmed Hamed; c) Ali, Ahmed Mohammed; d) Ali, Hamed; e) Hemed, Ahmed; f) Shieb, Ahmed; g) Abu Fatima; h) Abu Islam; i) Abu Khadiijah; j) Ahmed The Egyptian; k) Ahmed, Ahmed; l) Al-Masri, Ahmad; m) Al-Surir, Abu Islam; n) Shuaib). Geboortedatum: 13.1.1967. Geboorteplaats: Badari, Asyout, Egypte. Nationaliteit: Egyptisch. Overige informatie: Afghanistan. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 17.10.2001.”

;

c)

„Said Ali Al-Shihri (ook bekend als a) Sa'id Ali Jabir al-Kathim al-Shihri, b) Said Ali Al Shahri, c) Said Ali Jaber Al Khasaam Al Shahri, d) Said Ali Jaber Al Khassam, e) Abu-Sayyaf, f) Abu-Sufyan al-Azidi, g) Abu-Sayyaf al-Shihri, h) Abu Sufian Kadhdhaab Matrook, i) Salah, j) Salah Abu Sufyan, k) Salah al-Din, l) Abu Osama, m) Abu Sulaiman, n) Nur al-Din Afghani Azibk, o) Alahhaddm, p) Akhdam, q) Abu Sufian Al Azadi, r) Abu Asmaa). Geboortedatum: 12.9.1973. Geboorteplaats: Riyad, Saudi-Arabië. Nationaliteit: Saudi-Arabisch. Paspoortnummer: C102432 (Saudi-Arabisch paspoort afgegeven op 22.4.2000; vervallen op 26.2.2005. Datum van afgifte volgens de Islamitische kalender: 17.1.1421; vervaldatum volgens de Islamitische kalender: 17.1.1426). Nationaal identificatienummer: 1008168450 (Saudi-Arabië). Overige informatie: was in hechtenis in de Verenigde Staten van Amerika van 2001 tot 2007; verblijfplaats Jemen in januari 2010. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 19.1.2010.”

;

d)

„Hakimullah Mehsud (ook bekend als a) Hakeemullah Mehsud, b) Zulfiqar). Geboortedatum: rond 1979. Geboorteplaats: Pakistan. Nationaliteit: Pakistaans. Overige informatie: a) naar verluidt geboren in Zuid-Waziristan, Pakistan; b) houdt zich vermoedelijk op in Pakistan; c) leider van Tehrik-i-Taliban Pakistan (TTP), een organisatie die is gebaseerd in de stamgebieden langs de grens tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 21.10.2010.”

.

4.

De vermelding „Khalifa: Muhammad Turki Al-Subaiy (ook bekend als a) Khalifa Mohd Turki Alsubaie; b) Khalifa Mohd Turki al-Subaie; c) Khalifa Al-Subayi; d) Khalifa Turki bin Muhammad bin al-Suaiy). Geboortedatum: 1.1.1965. Nationaliteit: Qatarees. Paspoortnummer: 00685868 (afgegeven in Doha op 5.2.2006 en vervalt op 4.2.2011). Identiteitskaartnummer: 26563400140 (Qatar). Adres: Doha, Qatar. Overige informatie: gearresteerd in Qatar in maart 2008. Zat zijn straf uit in Qatar en is vrijgelaten. Moeders naam is Hamdah Ahmad Haidoos. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 10.10.2008” op de lijst „Natuurlijke personen” wordt vervangen door:

„Khalifa Muhammad Turki Al-Subaiy (ook bekend als: a) Khalifa Mohd Turki Alsubaie, b) Khalifa Mohd Turki al-Subaie, c) Khalifa Al-Subayi, d) Khalifa Turki bin Muhammad bin al-Suaiy, e) Abu Mohammed al-Qatari, f) Katrina). Geboortedatum: 1.1.1965. Geboorteplaats: Doha, Qatar. Nationaliteit: Qatarees. Paspoortnummer: 00685868 (afgegeven in Doha op 5.2.2006 en vervallen op 4.2.2010). Identiteitskaartnummer: 26563400140 (Qatar). Adres: Doha, Qatar. Overige informatie: naam moeder is Hamdah Ahmad Haidoos. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 10.10.2008.”

.

21.3.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 77/5


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/481 VAN DE COMMISSIE

van 20 maart 2015

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 maart 2015.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

IL

94,1

MA

85,6

TR

81,6

ZZ

87,1

0707 00 05

JO

206,0

MA

174,9

TR

161,6

ZZ

180,8

0709 93 10

MA

101,5

TR

172,3

ZZ

136,9

0805 10 20

EG

48,9

IL

68,8

MA

53,5

TN

61,8

TR

71,3

ZZ

60,9

0805 50 10

TR

61,9

ZZ

61,9

0808 10 80

AR

94,0

BR

71,9

CL

104,5

CN

81,0

MK

28,2

US

251,8

ZZ

105,2

0808 30 90

AR

106,6

CL

126,1

CN

102,1

ZA

133,6

ZZ

117,1


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


21.3.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 77/7


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/482 VAN DE COMMISSIE

van 20 maart 2015

tot bepaling van de hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 juli tot en met 30 september 2015 vastgestelde hoeveelheid in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2014 geopende tariefcontingenten voor eieren, eierproducten en ovoalbumine van oorsprong uit Oekraïne

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 188, leden 2 en 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2014 van de Commissie (2) zijn jaarlijkse tariefcontingenten geopend voor de invoer van producten uit de sector eieren en ovalbumine van oorsprong uit Oekraïne.

(2)

De hoeveelheden waarop de invoercertificaataanvragen betrekking hebben die van 1 tot en met 7 maart 2015 voor de deelperiode van 1 april tot en met 30 juni 2015 zijn ingediend, zijn kleiner dan de beschikbare hoeveelheden. Bijgevolg dienen de hoeveelheden waarvoor geen aanvragen zijn ingediend, te worden vastgesteld en te worden toegevoegd aan de voor de volgende deelperiode vastgestelde hoeveelheid.

(3)

Met het oog op de efficiëntie van de maatregel dient deze verordening in werking te treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De hoeveelheden waarvoor geen invoercertificaataanvragen zijn ingediend op grond van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2014 en die aan de deelperiode van 1 juli tot en met 30 september 2015 moeten worden toegevoegd, zijn vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 maart 2015.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2014 van de Commissie van 23 april 2014 betreffende de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten van de Unie voor de invoer van eieren, eierproducten en albumine van oorsprong uit Oekraïne (PB L 121 van 24.4.2014, blz. 32).


BIJLAGE

Volgnummer

Niet aangevraagde hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 juli tot en met 30 september 2015 beschikbare hoeveelheden

(in kg eieren in de schaal-equivalent)

09.4275

750 000

09.4276

1 500 000


21.3.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 77/9


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/483 VAN DE COMMISSIE

van 20 maart 2015

tot vaststelling van de hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 juli tot en met 30 september 2015 vastgestelde hoeveelheid in het kader van de bij Verordening (EG) nr. 1384/2007 geopende tariefcontingenten voor vlees van pluimvee van oorsprong uit Israël

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, en met name artikel 188 (1), leden 2 en 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1384/2007 van de Commissie (2) zijn jaarlijkse tariefcontingenten geopend voor de invoer van producten van de sector vlees van pluimvee van oorsprong uit Israël.

(2)

De hoeveelheden waarop de invoercertificaataanvragen betrekking hebben die van 1 tot en met 7 maart 2015 voor de deelperiode van 1 april tot en met 30 juni 2015 zijn ingediend, zijn kleiner dan de beschikbare hoeveelheden. Bijgevolg moeten de hoeveelheden waarvoor geen aanvragen zijn ingediend, worden vastgesteld en toegevoegd aan de voor de volgende deelperiode vastgestelde hoeveelheid.

(3)

Met het oog op de efficiëntie van de maatregel dient deze verordening in werking te treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De hoeveelheden waarvoor geen invoercertificaataanvragen zijn ingediend op grond van Verordening (EG) nr. 1384/2007 en die aan de deelperiode van 1 juli tot en met 30 september 2015 moeten worden toegevoegd, zijn vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 maart 2015.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  Verordening (EG) nr. 1384/2007 van de Commissie van 26 november 2007 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2398/96 van de Raad, wat betreft de opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor de invoer in de Gemeenschap van producten van de sector vlees van pluimvee van oorsprong uit Israël (PB L 309 van 27.11.2007, blz. 40).


BIJLAGE

Volg-nummer

Niet aangevraagde hoeveelheden die moeten worden toegevoegd aan de voor de deelperiode van 1 juli tot en met 30 september 2015 beschikbare hoeveelheden.

(in kg)

09.4091

280 000

09.4092

1 830 000


BESLUITEN

21.3.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 77/11


BESLUIT (EU) 2015/484 VAN DE RAAD

van 17 maart 2015

tot benoeming van een Belgisch lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 302,

Gezien de voordracht van de Belgische regering,

Gezien het advies van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 13 september 2010 heeft de Raad Besluit 2010/570/EU, Euratom tot benoeming van de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité voor de periode van 21 september 2010 tot en met 20 september 2015 vastgesteld (1).

(2)

Een zetel van lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité is vrijgekomen door het verstrijken van de ambtstermijn van de heer Tony VANDEPUTTE,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De heer Rudi THOMAES, honorair gedelegeerd bestuurder van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO), wordt benoemd tot lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité voor de resterende duur van de ambtstermijn, te weten tot en met 20 september 2015.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 17 maart 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

E. RINKĒVIČS


(1)  PB L 251 van 25.9.2010, blz. 8.


21.3.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 77/12


BESLUIT (GBVB) 2015/485 VAN DE RAAD

van 20 maart 2015

houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Kosovo (1)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 33 en artikel 31, lid 2,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 25 januari 2012 heeft de Raad Besluit 2012/39/GBVB (2) vastgesteld, waarbij de heer Samuel ŽBOGAR werd benoemd tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) in Kosovo. Het mandaat van de SVEU werd voor het laatst gewijzigd bij Besluit 2014/400/GBVB van de Raad (3). Het mandaat van de SVEU eindigt op 28 februari 2015.

(2)

Het mandaat van de SVEU dient te worden verlengd met een periode van acht maanden.

(3)

De SVEU zal het mandaat uitvoeren in een mogelijk verslechterende situatie die de verwezenlijking van de doelstellingen van het externe optreden van de Unie, als geformuleerd in artikel 21 van het Verdrag, kan hinderen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie

Het mandaat van de heer Samuel ŽBOGAR als speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) wordt verlengd tot en met 31 oktober 2015. De Raad kan besluiten om het mandaat van de SVEU eerder te beëindigen op basis van een beoordeling door het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) en een voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV).

Artikel 2

Beleidsdoelstellingen

Het mandaat van de SVEU is gebaseerd op de beleidsdoelstellingen van de Unie in Kosovo. Deze omvatten het spelen van een leidende rol bij het bevorderen van een stabiel, levensvatbaar, vreedzaam, democratisch en multi-etnisch Kosovo; het versterken van de stabiliteit in de regio en het bijdragen tot regionale samenwerking en goede nabuurschapsbetrekkingen in de westelijke Balkan; het bevorderen van een Kosovo dat hecht aan de rechtsstaat en aan de bescherming van minderheden en van het cultureel en religieus erfgoed; het ondersteunen van de toenadering van Kosovo tot de Unie conform het Europees perspectief van de regio, in overeenstemming met de Raadsconclusies ter zake.

Artikel 3

Mandaat

Ter verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen omvat het mandaat van de SVEU het volgende:

a)

advisering en ondersteuning door de Unie in het politieke proces aanbieden;

b)

de algehele politieke coördinatie van de Unie in Kosovo behartigen;

c)

de aanwezigheid van de Unie in Kosovo versterken en zorgen voor de samenhang en de doeltreffendheid ervan;

d)

zorgen voor plaatselijke politieke aansturing voor het hoofd van de rechtsstaatmissie van de Europese Unie in Kosovo (EULEX KOSOVO), ook betreffende de politieke aspecten van aangelegenheden in verband met uitvoeringsbevoegdheden;

e)

zorgen voor consistentie en samenhang in het optreden van de Unie in Kosovo, onder meer bij het ter plaatse sturing geven aan de EULEX-overgang;

f)

de toenadering van Kosovo tot de Unie conform het Europees perspectief van de regio ondersteunen via gerichte communicatie met het publiek en het actief bevorderen door de Unie van meer begrip en een groter draagvlak bij de bevolking van Kosovo in kwesties die de Unie betreffen, ook met betrekking tot hetgeen EULEX doet;

g)

de vooruitgang met betrekking tot de politieke, de economische en de Europese prioriteiten in het oog houden, ondersteunen en faciliteren, in overeenstemming met de respectieve institutionele bevoegdheden en verantwoordelijkheden;

h)

overeenkomstig het mensenrechtenbeleid van de Unie en de richtsnoeren van de Unie inzake mensenrechten bijdragen tot de ontwikkeling en bestendiging van het respect voor de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in Kosovo, mede ten aanzien van vrouwen en kinderen en de bescherming van minderheden;

i)

de tenuitvoerlegging ondersteunen van de door de Unie gefaciliteerde dialoog tussen Belgrado en Pristina.

Artikel 4

Uitvoering van het mandaat

1.   De SVEU is onder het gezag van de HV verantwoordelijk voor de uitvoering van het mandaat.

2.   Het PVC onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt van de SVEU met de Raad. Onverminderd de bevoegdheden van de HV zorgt het PVC binnen het kader van het mandaat voor strategische adviezen en politieke aansturing ten behoeve van de SVEU.

3.   De SVEU werkt nauw samen met de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) en de bevoegde afdelingen daarvan.

Artikel 5

Financiering

1.   Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van 1 maart 2015 tot en met 31 oktober 2015 bedraagt 1 520 000 EUR.

2.   De uitgaven worden beheerd volgens de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie. Onderdanen van de landen van de westelijke Balkan mogen inschrijven bij aanbestedingen.

3.   Voor het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie. De SVEU legt van alle uitgaven verantwoording af aan de Commissie.

Artikel 6

Vorming en samenstelling van het team

1.   Er wordt een speciale staf benoemd die de SVEU moet bijstaan bij de uitvoering van zijn mandaat en zal bijdragen tot de samenhang, de zichtbaarheid en de doeltreffendheid van het algehele optreden van de Unie in Kosovo. Binnen de grenzen van zijn mandaat en de daartoe vrijgemaakte financiële middelen is de SVEU verantwoordelijk voor het vormen van zijn team. In het team dient de door het mandaat vereiste deskundigheid inzake specifieke beleidsvraagstukken aanwezig te zijn. De SVEU houdt de Raad en de Commissie voortdurend op de hoogte van de samenstelling van zijn team.

2.   De lidstaten, de instellingen van de Unie en de EDEO kunnen voorstellen personeel te detacheren bij de SVEU. De bezoldiging van het gedetacheerde personeel komt ten laste van respectievelijk de betrokken lidstaat, de betrokken instelling van de Unie of de EDEO. Deskundigen die door de lidstaten bij de instellingen van de Unie of de EDEO zijn gedetacheerd, kunnen eveneens aan de SVEU worden toegewezen. Internationaal aangeworven personeel moet de nationaliteit van een lidstaat hebben.

3.   Al het gedetacheerde personeel blijft onder het administratieve gezag van de detacherende lidstaat, instelling van de Unie of de EDEO, en voert zijn taken uit en handelt in het belang van het mandaat van de SVEU.

Artikel 7

Voorrechten en immuniteiten van de SVEU en zijn personeel

De voorrechten, immuniteiten en andere garanties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het goede verloop van de missie van de SVEU en van zijn personeel, worden naargelang het geval met de ontvangende partij overeengekomen. De lidstaten en de EDEO verlenen daartoe alle nodige steun.

Artikel 8

Beveiliging van gerubriceerde EU-informatie

1.   De SVEU en de leden van het team van de SVEU leven de beveiligingsbeginselen en -minimumnormen na die zijn vastgelegd in Besluit 2013/488/EU van de Raad (4).

2.   De HV is gemachtigd om gerubriceerde informatie en documenten van de Europese Unie tot op het niveau „CONFIDENTIEL UE/EU CONFIDENTIAL” die ten behoeve van het optreden zijn opgesteld, overeenkomstig de beveiligingsvoorschriften van de Raad voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie, vrij te geven aan de NAVO/KFOR.

3.   De HV is gemachtigd om, naar gelang van de operationele behoeften van de SVEU, gerubriceerde informatie en documenten van de Europese Unie tot op het niveau „RESTREINT UE/EU RESTRICTED”, die ten behoeve van het optreden zijn opgesteld, overeenkomstig de beveiligingsvoorschriften van de Raad voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie, vrij te geven aan de Verenigde Naties (VN) en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Te dien einde worden plaatselijke regelingen opgesteld.

4.   De HV is gemachtigd om niet-gerubriceerde documenten van de Europese Unie betreffende de beraadslagingen van de Raad over het optreden die onder de geheimhoudingsplicht van artikel 6, lid 1, van het reglement van orde van de Raad (5) vallen, vrij te geven aan derden die bij dit besluit betrokken zijn.

Artikel 9

Toegang tot informatie en logistieke steun

1.   De lidstaten, de Commissie en het secretariaat-generaal van de Raad zorgen ervoor dat de SVEU toegang krijgt tot alle relevante informatie.

2.   De delegatie van de Unie en/of de lidstaten, naargelang het geval, verlenen logistieke steun in de regio.

Artikel 10

Veiligheid

Overeenkomstig het beleid van de Unie inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V van het Verdrag wordt ingezet in operaties buiten de Unie, neemt de SVEU alle redelijkerwijs haalbare maatregelen voor de beveiliging van het personeel dat rechtstreeks onder het gezag van de SVEU staat, in overeenstemming met het mandaat van de SVEU en de veiligheidssituatie in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is, met name door:

a)

een specifiek veiligheidsplan op basis van richtsnoeren van de EDEO op te stellen, dat onder meer specifieke fysieke, organisatorische en procedurele beveiligingsmaatregelen voor het beheer van veilige personeelsbewegingen naar en binnen het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is, en het beheer van veiligheidsincidenten omvat en te voorzien in een nood- en evacuatieplan voor de kantoren;

b)

ervoor te zorgen dat alle buiten de Unie ingezette personeelsleden gedekt zijn door een op de omstandigheden in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is, afgestemde verzekering tegen grote risico's;

c)

ervoor te zorgen dat alle buiten de Unie ingezette leden van zijn team, ook het ter plaatse aangeworven personeel, voor of bij aankomst in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is, een passende beveiligingsopleiding hebben genoten, gebaseerd op de risicoklasse waarin dat gebied is ingedeeld;

d)

ervoor te zorgen dat alle naar aanleiding van de geregelde beveiligingsbeoordelingen overeengekomen aanbevelingen worden uitgevoerd, en aan de Raad, de HV en de Commissie schriftelijk verslag uit te brengen over de uitvoering daarvan en over andere veiligheidskwesties in het kader van het voortgangsverslag en het verslag over de uitvoering van het mandaat.

Artikel 11

Verslag

De SVEU brengt regelmatig verslag uit aan de HV en aan het PVC. De SVEU brengt zo nodig tevens verslag uit aan de werkgroepen van de Raad. De geregelde verslagen worden verspreid via het COREU-netwerk. De SVEU kan ook de Raad Buitenlandse Zaken verslagen voorleggen. Overeenkomstig artikel 36 van het Verdrag kan de SVEU worden ingeschakeld bij de informatieverstrekking aan het Europees Parlement.

Artikel 12

Coördinatie

1.   De SVEU draagt bij aan de eenheid, de samenhang en de doeltreffendheid van het optreden van de Unie en hij helpt ervoor te zorgen dat alle instrumenten van de Unie en alle acties van de lidstaten op coherente wijze worden ingezet teneinde de beleidsdoelstellingen van de Unie te verwezenlijken. De activiteiten van de SVEU worden, naargelang het geval, gecoördineerd met die van de Commissie en met die van de andere SVEU's die actief zijn in de regio. De SVEU verstrekt regelmatig informatie aan de missies van de lidstaten en aan de delegaties van de Unie.

2.   Ter plaatse worden nauwe contacten onderhouden met de hoofden van de missies van de lidstaten en met de hoofden van de delegaties van de Unie in de regio. Zij doen alles wat in hun vermogen ligt om de SVEU bij te staan bij de uitvoering van zijn mandaat. De SVEU geeft plaatselijke politieke aansturing aan het hoofd van EULEX KOSOVO, ook betreffende de politieke aspecten van aangelegenheden in verband met uitvoeringsbevoegdheden. De SVEU en de civiele operationele commandant plegen, indien nodig, overleg.

3.   De SVEU onderhoudt eveneens contacten met relevante plaatselijke instanties en andere internationale en regionale actoren ter plaatse.

4.   De SVEU draagt samen met de andere op het terrein aanwezige actoren van de Unie zorg voor de verspreiding en uitwisseling van informatie onder de actoren van de Unie ter plaatse, zodat een in hoge mate gemeenschappelijk situatiebewustzijn en een in hoge mate gemeenschappelijke situatiebeoordeling worden bewerkstelligd.

Artikel 13

Ondersteuning bij vorderingen

De SVEU en het personeel van de SVEU bieden ondersteuning bij het verschaffen van gegevens in reactie op alle vorderingen en verplichtingen die voortvloeien uit de mandaten van de vorige SVEU's in Kosovo, en zij bieden administratieve ondersteuning alsmede toegang tot de dossiers die voor dit doel relevant zijn.

Artikel 14

Evaluatie

De uitvoering van dit besluit en de samenhang ervan met andere bijdragen van de Unie in de regio worden op gezette tijden geëvalueerd. De SVEU legt de Raad, de HV en de Commissie vóór eind augustus 2015 een uitvoerig verslag over de uitvoering van het mandaat voor.

Artikel 15

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Het is van toepassing met ingang van 1 maart 2015.

Gedaan te Brussel, 20 maart 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

E. RINKĒVIČS


(1)  Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244/1999 van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

(2)  Besluit 2012/39/GBVB van de Raad van 25 januari 2012 houdende benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Kosovo (PB L 23 van 26.1.2012, blz. 5).

(3)  Besluit 2014/400/GBVB van de Raad van 26 juni 2014 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Kosovo (PB L 188 van 27.6.2014, blz. 68).

(4)  Besluit 2013/488/EU van de Raad van 23 september 2013 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 274 van 15.10.2013, blz. 1).

(5)  Besluit 2009/937/EU van de Raad van 1 december 2009 houdende vaststelling van zijn reglement van orde (PB L 325 van 11.12.2009, blz. 35).


21.3.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 77/16


BESLUIT (GBVB) 2015/486 VAN DE RAAD

van 20 maart 2015

tot wijziging van Besluit 2011/172/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen vanwege de situatie in Egypte

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 21 maart 2011 Besluit 2011/172/GBVB (1) vastgesteld.

(2)

Op basis van een toetsing van Besluit 2011/172/GBVB moeten de beperkende maatregelen tot en met 22 maart 2016 worden verlengd.

(3)

Besluit 2011/172/GBVB dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 5 van Besluit 2011/172/GBVB wordt de tweede alinea vervangen door:

„Dit besluit is van toepassing tot en met 22 maart 2016.”

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 20 maart 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

E. RINKĒVIČS


(1)  Besluit 2011/172/GBVB van de Raad van 21 maart 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen vanwege de situatie in Egypte (PB L 76 van 22.3.2011, blz. 63).


21.3.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 77/17


BESLUIT (GBVB) 2015/487 VAN DE RAAD

van 20 maart 2015

houdende wijziging van Besluit 2011/173/GBVB betreffende beperkende maatregelen vanwege de situatie in Bosnië en Herzegovina

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 21 maart 2011 heeft de Raad Besluit 2011/173/GBVB (1) vastgesteld.

(2)

Op basis van een evaluatie van Besluit 2011/173/GBVB moeten de beperkende maatregelen tot en met 31 maart 2016 worden verlengd.

(3)

Besluit 2011/173/GBVB dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De tweede alinea van artikel 6 van Besluit 2011/173/GBVB wordt vervangen door:

„Dit besluit is van toepassing tot en met 31 maart 2016.”

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 20 maart 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

E. RINKĒVIČS


(1)  Besluit 2011/173/GBVB van de Raad van 21 maart 2011 betreffende beperkende maatregelen vanwege de situatie in Bosnië en Herzegovina (PB L 76 van 22.3.2011, blz. 68).