ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 350

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

57e jaargang
6 december 2014


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) nr. 1297/2014 van de Commissie van 5 december 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, met het oog op de aanpassing aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang ( 1 )

1

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1298/2014 van de Commissie van 5 december 2014 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

4

 

 

BESLUITEN

 

 

2014/876/EU

 

*

Besluit van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/005 FR/GAD, ingediend door Frankrijk)

7

 

 

2014/877/EU

 

*

Besluit van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/007 IE/Andersen Ireland, ingediend door Ierland)

9

 

 

2014/878/EU

 

*

Besluit van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/008 FI/STX Rauma, ingediend door Finland)

11

 

 

2014/879/EU

 

*

Besluit van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/009 EL/Sprider Stores, ingediend door Griekenland)

13

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

6.12.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 350/1


VERORDENING (EU) Nr. 1297/2014 VAN DE COMMISSIE

van 5 december 2014

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, met het oog op de aanpassing aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (1), en met name artikel 53, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 zijn de criteria vastgesteld voor de indeling van gevaarlijke stoffen en mengsels en de voorschriften voor de etikettering en verpakking daarvan. De verordening verplicht de leveranciers om als gevaarlijk ingedeelde stoffen en mengsels vóór het in de handel brengen ervan overeenkomstig die verordening te etiketteren en te verpakken. Zij voorziet in regels om te voorkomen dat consumenten, en met name kleine kinderen, accidenteel worden blootgesteld aan of vergiftigd door aan het grote publiek geleverde gevaarlijke chemische stoffen.

(2)

In de lidstaten worden vloeibare consumentenwasmiddelen in oplosbare verpakkingen voor eenmalig gebruik in de handel gebracht, en het marktaandeel van dit product in de Unie groeit. De bestaande bepalingen inzake oplosbare verpakkingen voor eenmalig gebruik die gevaarlijke chemische stoffen bevatten, bieden geen afdoende bescherming. Derhalve is er met het oog op een betere bescherming van het grote publiek, met name kleine kinderen en andere kwetsbare groepen, behoefte aan een eenvormige en doeltreffendere aanpak die tegelijkertijd het vrije verkeer van chemische producten in oplosbare verpakkingen bestendigt.

(3)

De gifcentra in verschillende lidstaten hebben melding gemaakt van een groot aantal ernstige gevallen van door vloeibare consumentenwasmiddelen in oplosbare verpakkingen voor eenmalig gebruik veroorzaakte vergiftiging en oogletsel waarbij jonge kinderen betrokken zijn; dit aantal is groter dan het aantal ongevallen met consumentenwasmiddelen in andere verpakkingen.

(4)

Hoewel voorlichtingscampagnes in sommige lidstaten een zeker positief effect te zien hebben gegeven, moet de aantrekkelijkheid van dit soort producten voor kleine kinderen worden verminderd en moeten zij tegen dit soort producten worden beschermd door ze minder zichtbaar te maken door het gebruik van een ondoorzichtige buitenverpakking, door in de oplosbare verpakking een aversie opwekkende stof (zoals een bitterstof) te verwerken die onmiddellijk afkeer opwekt als het in contact komt met de mond, en door de toegang ertoe moeilijker te maken. Op het etiket van de buitenverpakking van vloeibare consumentenwasmiddelen in oplosbare verpakkingen voor eenmalig gebruik moet aanvullende informatie worden opgenomen en naar voren gebracht.

(5)

Om snel een antwoord te kunnen bieden op de ernstige gevolgen van de incidenten met deze producten en tegelijkertijd rekening te houden met de tijd die de marktdeelnemers ten minste nodig hebben om zich aan de nieuwe regels aan te passen, moet in een passende overgangstermijn worden voorzien.

(6)

Het gebruik van de urgentieprocedure op grond van artikel 54, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1272/2008 is gerechtvaardigd.

(7)

Er zullen onverwijld verdere studies naar relevante incidenten worden uitgevoerd en verdere maatregelen, waaronder de uitbreiding van het toepassingsgebied van de voorschriften tot andere consumentenproducten in oplosbare verpakkingen en de herziening van de voorgestelde regels, zullen worden overwogen.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 133 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad (2) opgerichte comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1272/2008 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 35, lid 2, tweede alinea, wordt de volgende zin toegevoegd:

„Een vloeibaar consumentenwasmiddel als omschreven in artikel 2, punt 1 bis, van Verordening (EG) nr. 648/2004 van het Europees Parlement en de Raad (3) dat is vervat in een oplosbare verpakking voor eenmalig gebruik, moet voldoen aan de voorschriften van bijlage II, punt 3.3.

.

2)

Bijlage II wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

1.   In afwijking van artikel 3, tweede alinea, hoeven onder artikel 1 vallende stoffen die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 zijn ingedeeld, geëtiketteerd en verpakt en vóór 1 juni 2015 in de handel zijn gebracht, tot 31 december 2015 niet geheretiketteerd en omverpakt te worden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008, zoals gewijzigd bij deze verordening.

2.   In afwijking van artikel 3, tweede alinea, hoeven onder artikel 1 vallende mengsels die overeenkomstig Richtlijn 1999/45/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) of Verordening (EG) nr. 1272/2008 zijn ingedeeld, geëtiketteerd en verpakt en vóór 1 juni 2015 in de handel zijn gebracht, tot 31 december 2015 niet geheretiketteerd en omverpakt te worden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008, zoals gewijzigd bij deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juni 2015.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 december 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 648/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende detergentia (PB L 104 van 8.4.2004, blz. 1).”

(4)  Richtlijn 1999/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 1999 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten (PB L 200 van 30.7.1999, blz. 1).


BIJLAGE

In deel 3 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 wordt het volgende punt 3.3 toegevoegd:

„3.3.   Vloeibare consumentenwasmiddelen in oplosbare verpakkingen voor eenmalig gebruik

Een vloeibaar consumentenwasmiddel in doses voor eenmalig gebruik in een oplosbare verpakking moet voldoen aan de volgende aanvullende bepalingen:

3.3.1.

Vloeibare consumentenwasmiddelen in oplosbare verpakkingen voor eenmalig gebruik moeten zijn verpakt in een buitenverpakking. De buitenverpakkingen moeten voldoen aan de voorschriften van punt 3.3.2 en de oplosbare verpakking moet voldoen aan de voorschriften van punt 3.3.3.

3.3.2.

De buitenverpakking moet:

i)

ondoorzichtig of donker zijn, zodat het product of de individuele doses niet zichtbaar zijn;

ii)

onverminderd artikel 32, lid 3, op een zichtbare plaats en in een formaat dat de aandacht trekt de veiligheidsaanbeveling P102 „Buiten bereik van kinderen houden” vermelden;

iii)

een op zichzelf staande, gemakkelijk hersluitbare verpakking zijn;

iv)

onverminderd de voorschriften van punt 3.1, voorzien zijn van een sluiting die:

a)

bemoeilijkt dat jonge kinderen de verpakking openen, doordat zij een gecoördineerde actie van beide handen vereist met een kracht die het voor jonge kinderen moeilijk maakt om haar te openen;

b)

bij herhaaldelijk openen en sluiten gedurende de gehele levensduur van de buitenverpakking blijft functioneren.

3.3.3.

De oplosbare verpakking moet:

i)

een aversie opwekkende stof bevatten in een concentratie die veilig is en in geval van accidentele orale blootstelling binnen maximaal 6 seconden oraal afwerend gedrag opwekt;

ii)

de vloeibare inhoud ervan ten minste 30 seconden vasthouden wanneer de oplosbare verpakking terechtkomt in water van 20 °C;

iii)

bestand zijn tegen mechanische compressiekrachten van ten minste 300 N onder standaardtestomstandigheden.”


6.12.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 350/4


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1298/2014 VAN DE COMMISSIE

van 5 december 2014

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 december 2014.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

AL

54,4

IL

114,8

MA

87,8

TR

94,2

ZZ

87,8

0707 00 05

AL

53,8

JO

258,6

MA

164,1

TR

137,9

ZZ

153,6

0709 93 10

MA

73,2

TR

132,9

ZZ

103,1

0805 10 20

AR

35,3

SZ

34,3

TR

47,9

UY

32,9

ZA

54,8

ZW

33,1

ZZ

39,7

0805 20 10

MA

73,2

ZZ

73,2

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

IL

113,8

JM

168,3

TR

75,9

ZZ

119,3

0805 50 10

AL

64,4

TR

74,5

ZZ

69,5

0808 10 80

BA

32,4

BR

54,6

CA

135,6

CL

76,1

MK

38,0

NZ

96,9

US

93,0

ZA

99,9

ZZ

78,3

0808 30 90

TR

174,9

ZZ

174,9


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

6.12.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 350/7


BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 26 november 2014

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/005 FR/GAD, ingediend door Frankrijk)

(2014/876/EU)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (1), en met name artikel 15, lid 4,

Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (2), en met name artikel 12,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (3), en met name punt 13,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om steun te verlenen aan werknemers die zijn ontslagen en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd als gevolg van door de globalisering veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, doordat de in Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad (4) behandelde wereldwijde financiële en economische crisis aanhoudt, of door een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, en om hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt.

(2)

Zoals vastgelegd in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen 2011) niet overschrijden.

(3)

Frankrijk heeft op 6 juni 2014 een aanvraag ingediend om middelen uit het EFG ter beschikking te stellen voor ontslagen bij GAD société anonyme simplifiée in Frankrijk, en heeft overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 aanvullende gegevens ingediend. Deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EFG overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1309/2013.

(4)

Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage van 918 000 EUR te leveren voor de door Frankrijk ingediende aanvraag,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2014 wordt een bedrag van 918 000 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering.

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Straatsburg, 26 november 2014.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

S. GOZI


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.

(2)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.

(3)  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

(4)  PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26.


6.12.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 350/9


BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 26 november 2014

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/007 IE/Andersen Ireland, ingediend door Ierland)

(2014/877/EU)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (1), en met name artikel 15, lid 4,

Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (2), en met name artikel 12 hiervan,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (3), en met name punt 13 hiervan,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om steun te verlenen aan werknemers die werkloos zijn geworden en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd als gevolg van uit de globalisering voortvloeiende grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, doordat de in Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad (4) behandelde wereldwijde financiële en economische crisis aanhoudt, of door een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, en hen te helpen om op de arbeidsmarkt terug te keren.

(2)

Het EGF mag het jaarlijkse maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen van 2011) niet overschrijden, zoals vastgelegd in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013.

(3)

Op 16 mei 2014 heeft Ierland een aanvraag ingediend voor de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG in verband met gedwongen ontslagen bij Andersen Ireland Limited in Ierland, en heeft overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 aanvullende gegevens verstrekt. Deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EFG overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1309/2013.

(4)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 heeft Ierland besloten om door het EFG medegefinancierde individuele dienstverlening ook te verlenen aan jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen.

(5)

Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage van 1 501 200 EUR te leveren voor de door Ierland ingediende aanvraag,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2014 wordt een bedrag van 1 501 200 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering.

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Straatsburg, 26 november 2014.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

S. GOZI


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.

(2)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.

(3)  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

(4)  PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26.


6.12.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 350/11


BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 26 november 2014

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/008 FI/STX Rauma, ingediend door Finland)

(2014/878/EU)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (1), en met name artikel 15, lid 4,

Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (2), en met name artikel 12,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (3), en met name punt 13,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om steun te verlenen aan werknemers die werkloos zijn geworden en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd als gevolg van uit de globalisering voortvloeiende grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, doordat de in Verordening (EG) nr. 546/2009 (4) behandelde wereldwijde financiële en economische crisis aanhoudt, of door een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, en hen te helpen om op de arbeidsmarkt terug te keren.

(2)

Het EFG mag het jaarlijkse maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen van 2011) niet overschrijden, zoals vastgelegd in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013.

(3)

Finland heeft op 27 mei 2014 een aanvraag ingediend om middelen uit het EFG ter beschikking te stellen voor gedwongen ontslagen bij STX Finland Oy in Rauma; aan de aanvraag werd aanvullende informatie toegevoegd overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1309/2013. Deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EFG overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1309/2013.

(4)

Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage van 1 426 800 EUR te leveren voor de door Finland ingediende aanvraag,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2014 wordt uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering 1 426 800 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld.

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Straatsburg, 26 november 2014.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

S. GOZI


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.

(2)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.

(3)  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

(4)  PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26.


6.12.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 350/13


BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 26 november 2014

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/009 EL/Sprider Stores, ingediend door Griekenland)

(2014/879/EU)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (1), en met name artikel 15, lid 4,

Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (2), en met name artikel 12,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (3), en met name punt 13,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om steun te verlenen aan werknemers die werkloos zijn geworden en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd als gevolg van uit de globalisering voortvloeiende grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, doordat de in Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad (4) behandelde wereldwijde financiële en economische crisis aanhoudt, of door een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, en hen te helpen om op de arbeidsmarkt terug te keren.

(2)

Het EFG mag het jaarlijkse maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen van 2011) niet overschrijden, zoals vastgelegd in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013.

(3)

Op 6 juni 2014 heeft Griekenland een aanvraag ingediend om middelen uit het EFG ter beschikking te stellen in verband met gedwongen ontslagen bij Sprider Stores SA in Griekenland en heeft overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 aanvullende gegevens verstrekt. Deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EFG overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1309/2013.

(4)

Griekenland heeft besloten om door het EFG medegefinancierde individuele dienstverlening overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 ook te verstrekken aan jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen.

(5)

Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage van 7 290 900 EUR te leveren aan de door Griekenland ingediende aanvraag,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2014 wordt een bedrag van 7 290 900 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering.

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Straatsburg, 26 november 2014.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

S. GOZI


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.

(2)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.

(3)  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

(4)  PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26.