ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 230 |
|
![]() |
||
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
57e jaargang |
Inhoud |
|
II Niet-wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
|
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
1.8.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 230/1 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 834/2014 VAN DE COMMISSIE
van 22 juli 2014
tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van het gemeenschappelijk monitoring- en evaluatiekader voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (1), en met name artikel 110, leden 2 en 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) nr. 1306/2013 voorziet in een gemeenschappelijk monitoring- en evaluatiekader om de prestatie van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) te meten. Met het oog op de toepassing van dat kader moeten voorschriften worden vastgesteld om de vooruitgang, de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het GLB omvattend en regelmatig te toetsen aan bepaalde doelstellingen. Om de lidstaten en de Commissie in staat te stellen een coherent monitoring- en evaluatiekader op te zetten, moet een reeks gemeenschappelijke indicatoren als bedoeld in artikel 110, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 worden vastgesteld. |
(2) |
Deze indicatoren moeten verband houden met de structuur en de doelstellingen van het GLB en moeten zijn gebaseerd op meetbare elementen. Om een beoordeling van het GLB op alle niveaus mogelijk te maken, moeten daarom verschillende soorten indicatoren worden vastgesteld. De effectindicatoren moeten een beeld geven van de gemeenschappelijke hoofddoelstellingen van het GLB als vastgesteld in artikel 110, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Voor elk van deze gemeenschappelijke hoofddoelstellingen kunnen specifiekere doelstellingen worden geïdentificeerd, waarvoor resultaatindicatoren moeten worden vastgesteld. Deze specifieke doelstellingen zijn onder meer landbouwinkomen en de variabiliteit daarvan, verbetering van het concurrentievermogen van de landbouwsector, marktstabiliteit, verwachtingen van de consument, levering van publieke goederen en milieubescherming, mildering van en aanpassing aan de klimaatverandering en behoud van een diverse landbouw, alsmede de specifieke doelstellingen die zijn vastgesteld voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), met name de Unieprioriteiten voor plattelandsontwikkeling. Bovendien moet de praktische tenuitvoerlegging van de GLB-instrumenten worden gemonitord op basis van outputindicatoren die dit operationele niveau van het GLB kunnen weergeven. |
(3) |
Het is belangrijk te garanderen dat zowel de lidstaten als de Commissie het monitoring- en evaluatiekader efficiënt en te gepasten tijde kunnen gebruiken. Daarom moet worden bepaald dat de lidstaten de voor het monitoren en evalueren van het GLB vereiste informatie toezenden binnen de bij de betrokken verordeningen bepaalde termijnen. Om onnodige administratieve lasten te vermijden, dient de Commissie waar mogelijk gebruik te maken van informatie waarover zij reeds beschikt. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de landbouwfondsen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Indicatoren
De indicatoren aan de hand waarvan de vooruitgang, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) worden getoetst aan de in artikel 110, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 opgenomen doelstellingen voor dat beleid, moeten meetbaar zijn. Deze indicatoren omvatten:
a) |
effectindicatoren, die worden gespecificeerd in afdeling 1 van de bijlage bij deze verordening en die een beeld geven van de gebieden waarop een invloed van het GLB wordt verwacht; |
b) |
resultaatindicatoren, die worden gespecificeerd in afdeling 2 van de bijlage bij deze verordening en die een beeld geven van de voornaamste prestaties in het kader van:
|
c) |
outputindicatoren, die worden gespecificeerd in afdeling 3 van de bijlage bij deze verordening en die een beeld geven van de tenuitvoerlegging van de ter zake relevante GLB-instrumenten; |
d) |
contextindicatoren, die worden gespecificeerd in afdeling 4 van de bijlage bij deze verordening en die een beeld geven van algemene contextuele tendensen waarvan een invloed op de tenuitvoerlegging, de verwezenlijkingen en de prestaties van het GLB wordt verwacht. |
De resultaatindicatoren, outputindicatoren en contextindicatoren die relevant zijn voor de monitoring en evaluatie van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling worden vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 van de Commissie (5).
Artikel 2
Informatieverstrekking
1. De lidstaten verstrekken de Commissie de informatie die nodig is om de prestaties van het GLB te monitoren en te evalueren binnen de termijnen voor rapportage en mededeling van informatie over de werking van GLB-instrumenten als bepaald in de Verordeningen (EU) nr. 1305/2013, (EU) nr. 1306/2013, (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013. Deze informatie dient accuraat en betrouwbaar te zijn.
2. Voor de toepassing van het gemeenschappelijk monitoring- en evaluatiekader maakt de Commissie waar mogelijk gebruik van de volgende informatie, die de lidstaten reeds via de bestaande informatie-uitwisselingsinstrumenten beschikbaar hebben gesteld:
a) |
ter beschikking van de Commissie gestelde informatie, mededelingen en verslagen over de tenuitvoerlegging van de in het kader van het GLB gebruikte instrumenten en over de tenuitvoerlegging van de ter zake relevante milieuwetgeving van de Unie; |
b) |
in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ter beschikking van de Commissie gestelde informatie; |
c) |
ter beschikking van Eurostat gestelde informatie. |
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 22 juli 2014.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.
(2) Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487).
(3) Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608).
(4) Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).
(5) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 van de Commissie van 17 juli 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 227 van 31.7.2014, blz. 18).
BIJLAGE
Indicatoren voor het gemeenschappelijk monitoring- en evaluatiekader voor het GLB
1. Effectindicatoren als bedoeld in artikel 1, eerste alinea, onder a)
1. |
Inkomen uit de landbouwbedrijfsuitoefening |
2. |
Agrarisch factorinkomen |
3. |
Totale factorproductiviteit in de landbouw |
4. |
Variabiliteit van de grondstofprijzen in de EU |
5. |
Ontwikkeling van de consumentenprijzen voor voedingsproducten |
6. |
Landbouwhandelsbalans |
7. |
Van de landbouw afkomstige emissies |
8. |
Akkervogelindex |
9. |
Landbouw met een hoge natuurwaarde (HNW) |
10. |
Wateronttrekking in de landbouw |
11. |
Waterkwaliteit |
12. |
Organisch materiaal in bouwland |
13. |
Bodemerosie door de inwerking van water |
14. |
Werkgelegenheid op het platteland |
15. |
Armoede op het platteland |
16. |
Bbp per capita op het platteland |
2. Resultaatindicatoren als bedoeld in artikel 1, eerste alinea, onder b)
1. |
Aandeel van de rechtstreekse steun in het landbouwinkomen |
2. |
Variabiliteit van het landbouwinkomen
|
3. |
Toegevoegde waarde voor primaire producenten in de voedingsketen |
4. |
Uitvoer van EU-landbouwproducten
|
5. |
Openbare interventie: aandeel van het volume (%) in interventieopslag gekochte producten in de totale EU-productie |
6. |
Particuliere opslag: aandeel van het volume (%) in particuliere opslag gekochte producten in de totale EU-productie |
7. |
Uitvoerrestituties: aandeel van het volume (%) met uitvoerrestituties uitgevoerde producten in de totale EU-productie |
8. |
EU-grondstofprijzen in vergelijking met wereldprijzen (opgesplitst naar product) |
9. |
Waarde van de onder EU-kwaliteitsregelingen vallende productie in vergelijking met de totale waarde van de landbouw- en voedselproductie |
10. |
Belang van de biologische landbouw
|
11. |
Gewasdiversiteit
|
12. |
Aandeel grasland in de totale oppervlakte cultuurgrond (TOC) |
13. |
Aandeel ecologisch aandachtsgebied (EAG) in het bouwland |
14. |
Aandeel van het areaal waarop vergroeningspraktijken worden toegepast |
15. |
Netto broeikasgasemissies afkomstig van landbouwgrond |
16. |
Structurele diversiteit
|
17. |
Aanvullende resultaatindicatoren gespecificeerd in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 |
3. Outputindicatoren als bedoeld in artikel 1, eerste alinea, onder c)
Rechtstreekse betalingen
Basisbetalingsregeling
— |
Aantal landbouwers |
— |
Aantal hectaren |
Regeling inzake een enkele areaalbetaling
— |
Aantal landbouwers |
— |
Aantal hectaren |
Nationale overgangssteun (NOS)
— |
Aantal landbouwers |
— |
Aantal eenheden waarvoor NOS wordt verleend (hectaren/dieren/andere) |
Herverdelingsbetaling
— |
Aantal landbouwers |
— |
Aantal hectaren |
Vergroening
— |
Totaal aantal landbouwers die ten minste één vergroeningsverplichting moeten nakomen |
— |
Door die landbouwers gedeclareerd totaal aantal hectaren |
Vrijstelling van vergroening
— |
Aantal vrijgestelde landbouwers, per categorie: biologische landbouwers/vrijgesteld van gewasdiversificatie/vrijgesteld van EAG-verplichting |
— |
Door die landbouwers gedeclareerd aantal hectaren (biologische landbouwers/vrijgesteld van gewasdiversificatie/vrijgesteld van EAG-verplichting) |
Gewasdiversificatie
— |
Aantal landbouwers met gewasdiversificatie (2 gewassen; 3 gewassen) |
— |
Door landbouwers met gewasdiversificatie gedeclareerd aantal hectaren bouwland (2 gewassen; 3 gewassen) |
Blijvend grasland
— |
Aantal landbouwers met blijvend grasland, meetellend voor het aandeel |
— |
Aantal met blijvend grasland bedekte hectaren, gedeclareerd door de landbouwers, meetellend voor het aandeel |
— |
Aantal landbouwers met blijvend grasland in aangewezen ecologisch kwetsbare gebieden |
— |
Door die landbouwers gedeclareerd aantal met ecologisch kwetsbaar, blijvend grasland bedekte hectaren |
— |
Aantal hectaren aangewezen ecologisch kwetsbaar, blijvend grasland (totaal) |
EAG
— |
Aantal landbouwers voor wie EAG-vereisten gelden |
— |
Aantal hectaren bouwland, gedeclareerd door landbouwers voor wie EAG-vereisten gelden |
— |
Aantal door landbouwers als EAG gedeclareerde hectaren, opgesplitst naar type EAG |
Gelijkwaardigheid
— |
Aantal landbouwers die gelijkwaardige maatregelen toepassen (certificeringsregelingen of agro-milieu-klimaatmaatregelen) |
— |
Aantal hectaren gedeclareerd door landbouwers die gelijkwaardige maatregelen toepassen (certificeringsregelingen of agro-milieu-klimaatmaatregelen) |
Betaling voor jonge landbouwers
— |
Aantal landbouwers |
— |
Aantal hectaren |
Regeling voor kleine landbouwers
— |
Aantal landbouwers |
— |
Aantal hectaren |
Vrijwillige gekoppelde steun
— |
Aantal begunstigden van vrijwillige gekoppelde steun (opgesplitst naar sector) |
— |
Subsidiabele hoeveelheden (aantal hectaren/aantal dieren, opgesplitst naar sector) |
— |
Aantal hectaren |
— |
Aantal dieren |
Betaling voor gebieden met natuurlijke beperkingen
— |
Aantal landbouwers |
— |
Aantal hectaren |
Nationale programma's voor de katoensector
— |
Aantal landbouwers |
— |
Aantal hectaren |
Marktmaatregelen
Openbare interventie
— |
Volume |
— |
Looptijd |
Particuliere opslag
— |
Volume |
— |
Looptijd |
Uitvoerrestituties
— |
Volume van met uitvoerrestituties uitgevoerde producten |
Buitengewone maatregel
— |
[indien van toepassing] |
Producentenorganisaties
— |
Aandeel ( %) van de productie die wordt afgezet door producentenorganisaties en unies van producentenorganisaties |
Schoolregelingen
— |
Aantal eindbegunstigden van de schoolmelkregeling |
— |
Aantal eindbegunstigden van de schoolfruitregeling |
Wijnsector
— |
Aantal hectaren nieuw aangeplante wijnstokken |
— |
Aantal hectaren geherstructureerde wijngaarden |
— |
Aantal afzetbevorderingsprojecten in de wijnsector |
— |
Aantal projecten op het gebied van investerings- en innovatiemaatregelen |
Horizontale aspecten
Randvoorwaarden
— |
Aantal onder de randvoorwaarden vallende hectaren |
— |
Aandeel GLB-betalingen in het kader van de randvoorwaarden |
Kwaliteitsbeleid
— |
Geografische aanduidingen in de wijnsector |
— |
Aantal nieuwe beschermde oorsprongsbenamingen, beschermde geografische aanduidingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten per sector |
Biologische landbouw
— |
Aantal hectaren (totaal en in omschakeling) |
— |
Aantal gecertificeerde geregistreerde biologische marktdeelnemers |
Afzetbevorderingsbeleid
— |
Aantal programma's (in de EU en in derde landen) |
— |
Aantal nieuwe indienende organisaties |
Bedrijfsadviseringssysteem
— |
Aantal landbouwers die advies hebben gekregen |
Plattelandsontwikkeling
De outputindicatoren gespecificeerd in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014.
4. Contextindicatoren als bedoeld in artikel 1, eerste alinea, onder d)
De indicatoren gespecificeerd in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014.
1.8.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 230/8 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 835/2014 VAN DE COMMISSIE
van 31 juli 2014
houdende inschrijving van een benaming in het register van gegarandeerde traditionele specialiteiten (Филе Елена (File Elena) (GTS)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 is de door Bulgarije ingediende aanvraag tot registratie van de benaming „Филе Елена” (File Elena) bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2). |
(2) |
Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012, moet de benaming „Филе Елена” (File Elena) worden ingeschreven in het register van gegarandeerde traditionele specialiteiten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in de bijlage bij deze verordening vermelde benaming wordt ingeschreven in het register van gegarandeerde traditionele specialiteiten.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 31 juli 2014.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.
(2) PB C 70 van 8.3.2014, blz. 6.
BIJLAGE
In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie:
Categorie 1.2. Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt, enz.)
BULGARIJE
Филе Елена (File Elena) (GTS)
1.8.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 230/10 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 836/2014 VAN DE COMMISSIE
van 31 juli 2014
houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 889/2008 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten, wat de biologische productie, de etikettering en de controle betreft
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91 (1), en met name artikel 22, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens artikel 42 van Verordening (EG) nr. 889/2008 van de Commissie (2) mogen niet-biologisch gehouden, voor de eierproductie bestemde jonge kippen die niet ouder zijn dan 18 weken, bij wijze van uitzondering tot en met 31 december 2014 op een biologische dierhouderijeenheid worden binnengebracht wanneer geen biologisch gehouden jonge kippen beschikbaar zijn en mits bepaalde voorwaarden in acht worden genomen. |
(2) |
De uiteenlopende standpunten over technische vereisten maken de ontwikkeling van geharmoniseerde productievoorschriften voor jong pluimvee op Unieniveau tot een complexe aangelegenheid. Aangezien meer tijd nodig is om uitvoeringsbepalingen voor de productie van biologisch gehouden jonge kippen vast te stellen, dient de periode van toepassing van de uitzonderingsbepaling voor het gebruik van niet-biologisch gehouden jonge kippen met drie jaar te worden verlengd. |
(3) |
Krachtens artikel 43 van Verordening (EG) nr. 889/2008 mag voor de kalenderjaren 2012, 2013 en 2014 bij uitzondering maximaal 5 % niet-biologisch eiwitvoer worden gevoederd aan varkens en pluimvee. |
(4) |
Op de Uniemarkt is onvoldoende biologisch eiwit van toereikende kwaliteit beschikbaar om te voldoen aan de nutritionele behoeften van op biologische landbouwbedrijven gehouden varkens en pluimvee. De productie van biologische eiwithoudende gewassen blijft nog steeds achter bij de vraag. Daarom dient het gedurende een begrensde periode mogelijk te blijven om bij wijze van uitzonderingsmaatregel een beperkte hoeveelheid niet-biologisch eiwitvoer te gebruiken. |
(5) |
Verordening (EG) nr. 889/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
(6) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Regelgevend Comité voor biologische productie, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijziging van Verordening (EG) nr. 889/2008
Verordening (EG) nr. 889/2008 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 42, onder b), wordt de datum „31 december 2014” vervangen door „31 december 2017”. |
2) |
Artikel 43, tweede alinea, wordt vervangen door: „Het maximumpercentage niet-biologisch eiwitvoer dat per periode van twaalf maanden voor het voederen van deze diersoorten wordt toegestaan, bedraagt 5 % voor de kalenderjaren 2015, 2016 en 2017.” . |
Artikel 2
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2015.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 31 juli 2014.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 189 van 20.7.2007, blz. 1.
(2) Verordening (EG) nr. 889/2008 van de Commissie van 5 september 2008 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten, wat de biologische productie, de etikettering en de controle betreft (PB L 250 van 18.9.2008, blz. 1).
1.8.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 230/12 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 837/2014 VAN DE COMMISSIE
van 31 juli 2014
houdende inschrijving van een benaming in het register van gegarandeerde traditionele specialiteiten (ЛУКАНКА ПАНАГЮРСКА (LUKANKA PANAGYURSKA) (GTS))
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 is de door Bulgarije ingediende aanvraag tot registratie van de benaming „ЛУКАНКА ПАНАГЮРСКА” („LUKANKA PANAGYURSKA”) bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2). |
(2) |
Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012, moet de benaming „ЛУКАНКА ПАНАГЮРСКА” („LUKANKA PANAGYURSKA”) worden ingeschreven in het register van gegarandeerde traditionele specialiteiten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De benaming „ЛУКАНКА ПАНАГЮРСКА” („LUKANKA PANAGYURSKA”) (GTS) wordt ingeschreven in het register van gegarandeerde traditionele specialiteiten.
Met de in de eerste alinea vermelde benaming wordt een product aangeduid van categorie 1.2. Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt, enz.) als opgenomen in bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EG) nr. 668/2014 van de Commissie (3).
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 31 juli 2014.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.
(2) PB C 89 van 28.3.2014, blz. 57.
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 36).
1.8.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 230/13 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 838/2014 VAN DE COMMISSIE
van 31 juli 2014
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),
Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 31 juli 2014.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Jerzy PLEWA
Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
TR |
41,5 |
ZZ |
41,5 |
|
0707 00 05 |
MK |
65,0 |
TR |
96,7 |
|
ZZ |
80,9 |
|
0709 93 10 |
TR |
97,2 |
ZZ |
97,2 |
|
0805 50 10 |
AR |
133,0 |
CL |
172,6 |
|
MGB |
99,6 |
|
UY |
146,9 |
|
ZA |
153,1 |
|
ZZ |
141,0 |
|
0806 10 10 |
BR |
155,1 |
CL |
90,0 |
|
EG |
176,8 |
|
MA |
146,7 |
|
TR |
164,3 |
|
ZZ |
146,6 |
|
0808 10 80 |
AR |
155,6 |
BR |
104,4 |
|
CL |
105,9 |
|
NZ |
134,3 |
|
US |
155,8 |
|
ZA |
125,7 |
|
ZZ |
130,3 |
|
0808 30 90 |
AR |
59,5 |
CL |
90,3 |
|
NZ |
177,1 |
|
TR |
191,6 |
|
ZA |
92,9 |
|
ZZ |
122,3 |
|
0809 29 00 |
CA |
324,1 |
TR |
394,7 |
|
US |
408,0 |
|
ZZ |
375,6 |
|
0809 30 |
MK |
60,3 |
TR |
140,2 |
|
ZZ |
100,3 |
|
0809 40 05 |
BA |
42,8 |
MK |
126,8 |
|
TR |
141,2 |
|
ZZ |
103,6 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.