ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2014.080.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 80

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

57e jaargang
19 maart 2014


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 275/2014 van de Commissie van 7 januari 2014 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de Connecting Europe Facility ( 1 )

1

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 276/2014 van de Commissie van 18 maart 2014 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

5

 

 

HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

 

 

2014/148/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 17 maart 2014 tot wijziging van Besluit 2011/130/EU tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de grensoverschrijdende verwerking van documenten die door de bevoegde autoriteiten elektronisch zijn ondertekend krachtens Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende diensten op de interne markt (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 1640)  ( 1 )

7

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

19.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 80/1


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 275/2014 VAN DE COMMISSIE

van 7 januari 2014

tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de Connecting Europe Facility

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de Connecting Europe Facility, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 680/2007 en Verordening (EG) nr. 67/2010 (1), en met name artikel 21,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 21, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1316/2013 is de Commissie bevoegd om binnen het eerste jaar na de inwerkingtreding van die verordening gedelegeerde handelingen vast te stellen met de financieringsprioriteiten voor vervoer die terug te vinden moeten zijn in de werkprogramma’s, voor de duur van de CEF en voor de uit hoofde van artikel 7, lid 2, voor financiering in aanmerking komende acties. Daarom moet de gedelegeerde handeling waarin de financieringsprioriteiten voor transport worden gespecificeerd, worden vastgesteld vóór de vaststelling van de werkprogramma’s.

(2)

Volgens artikel 21, lid 3, moet bij de financieringsprioriteiten voor vervoer rekening worden gehouden met de voor financiering in aanmerking komende acties die volgens Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2) in artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1316/2013.

(3)

De voor financiering in aanmerking komende acties in artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1316/2013 worden nader uitgewerkt in de artikelen 10 en 11 van die verordening, met vermelding van de maximale voor die acties toe te passen financieringspercentages. Daarom moet voor de specificering van de financieringsprioriteiten voor vervoer worden verwezen naar de acties in de genoemde artikelen.

(4)

Projecten van gemeenschappelijk belang als vermeld in deel I van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1316/2013 komen in aanmerking voor de meerjarige werkprogramma’s als vermeld in artikel 17, lid 3, van die verordening. Projecten die niet zijn opgenomen in deel I van bijlage I, maar die in aanmerking komen voor financiering volgens artikel 7, lid 2, van die verordening, komen in aanmerking voor de jaarlijkse werkprogramma’s.

(5)

Aangezien in artikel 21, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1316/2013 wordt verwezen naar de specifieke vervoersdoelstellingen van artikel 4, lid 2, van die verordening, moet voor de toepassing van onderhavige verordening naar die doelstellingen worden verwezen.

(6)

Aangezien financiële instrumenten een bijdrage van de EU ontvangen in het kader van de jaarlijkse werkprogramma’s, moet hierbij een overeenkomstige prioriteit worden gevoegd.

(7)

De programmaondersteunende acties in artikel 5, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1316/2013, bestaande uit uitgaven van de Commissie voor technische en administratieve bijstand voor het beheer van de Connecting Europe Facility en beperkt tot 1 % van de financiële toewijzing, vallen niet onder de werkprogramma’s. De programmaondersteunende acties die bijdragen tot projecten van gemeenschappelijk belang als bedoeld in artikel 7, lid 2, en artikel 5, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1316/2013 vallen onder de werkprogramma’s en worden met een overeenkomstige prioriteit opgenomen.

(8)

Alle middelen als bedoeld in artikel 5, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 1316/2013, met inbegrip van de middelen die zijn overgedragen uit het Cohesiefonds, vallen onder dezelfde werkprogramma’s. Volgens artikel 11 van die verordening zijn de uit het Cohesiefonds overgedragen middelen onderworpen aan specifieke oproepen tot het indienen van voorstellen.

(9)

Deze verordening moet in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, teneinde een tijdige goedkeuring van de uitvoeringshandelingen uit hoofde van artikel 17, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1316/2013 mogelijk te maken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening wordt toegevoegd als deel VI van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1316/2013.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 januari 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129.

(2)  Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende EU-richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet, en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1).


BIJLAGE

In bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1316/2013 wordt het volgende deel VI toegevoegd:

„DEEL VI

FINANCIERINGSPRIORITEITEN VOOR VERVOER IN HET KADER VAN MEERJARIGE EN JAARLIJKSE WERKPROGRAMMA’S

1.   Financieringsprioriteiten voor de meerjarige werkprogramma’s

1.1.

Financieringsprioriteiten voor het overbruggen van ontbrekende schakels, het wegwerken van knelpunten, het vergroten van de spoorweginteroperabiliteit en het verbeteren van grensoverschrijdende trajecten:

i)

vooraf vastgestelde projecten op de corridors van het kernnetwerk (spoorwegen, binnenwateren, wegen, zee- en binnenhavens),

ii)

vooraf vastgestelde projecten op andere delen van het kernnetwerk (spoorwegen, binnenwateren, wegen, zee- en binnenhavens),

iii)

spoorweginteroperabiliteit,

iv)

invoering van ERTMS.

1.2.

Financieringsprioriteiten voor duurzame en efficiënte vervoerssystemen op lange termijn met het oog op de verwachte vervoersstromen en voor het koolstofvrij maken van alle vervoerswijzen door de overschakeling op innovatieve koolstofarme en energie-efficiënte vervoerstechnologieën, waarbij de veiligheid wordt geoptimaliseerd:

i)

introductie van nieuwe technologieën en innovatie in alle vervoerswijzen, met de klemtoon op het koolstofvrij maken, de veiligheid en innovatieve technologieën voor de bevordering van de duurzaamheid, de exploitatie, het beheer, de toegankelijkheid, de multimodaliteit en de efficiëntie van het netwerk,

ii)

veilige en betrouwbare infrastructuur, met inbegrip van veilige en betrouwbare parkeerplaatsen op het kernwegennet.

1.3.

Financieringsprioriteiten voor een optimale integratie en interconnectie van de verschillende vervoerswijzen en voor de verbetering van de interoperabiliteit van vervoersdiensten, waarbij tegelijk de toegankelijkheid van de vervoersinfrastructuur wordt gegarandeerd:

i)

gemeenschappelijk Europees luchtruim — Sesar,

ii)

informatiediensten voor de binnenvaart,

iii)

intelligente vervoersdiensten voor de weg,

iv)

monitoring- en informatiesystemen voor de zeescheepvaart,

v)

snelwegen op zee,

vi)

acties voor het verwezenlijken van de vervoersinfrastructuur op knooppunten van het kernnetwerk, met inbegrip van stedelijke knooppunten,

vii)

verbindingen met en de ontwikkeling van multimodale logistieke platformen.

1.4.

Programmaondersteunende acties

2.   Financieringsprioriteiten voor de jaarlijkse werkprogramma’s

2.1.

Financieringsprioriteiten voor het verwijderen van knelpunten, het vergroten van de spoorweginteroperabiliteit, het overbruggen van ontbrekende schakels en het verbeteren van grensoverschrijdende trajecten:

i)

projecten voor de spoorwegen, de binnenwateren en de wegen van het kernnetwerk, met inbegrip van de verbindingen met binnen- en zeehavens en luchthavens, alsook de ontwikkeling van havens,

ii)

projecten op het uitgebreide netwerk (spoorwegen, binnenwateren, wegen, zee- en binnenhavens),

iii)

projecten voor de verbinding van het trans-Europees vervoersnetwerk met het infrastructuurnet van de buurlanden, vooral wat betreft de grensoverschrijdende trajecten (spoorwegen, binnenwateren, wegen, zee- en binnenhavens).

2.2.

Financieringsprioriteiten voor duurzame en efficiënte vervoerssystemen op lange termijn met het oog op de verwachte vervoersstromen en voor het koolstofvrij maken van alle vervoerswijzen door overschakeling op innovatieve koolstofarme en energie-efficiënte vervoerstechnologieën, waarbij de veiligheid wordt geoptimaliseerd:

i)

introductie van nieuwe technologieën en innovatie, andere dan die onder het meerjarig werkprogramma,

ii)

goederenvervoerdiensten,

iii)

acties om het lawaai van goederentreinen te verminderen, met inbegrip van aanpassingen aan het bestaand rollend materieel.

2.3.

Financieringsprioriteiten voor de optimale integratie en interconnectie van de verschillende vervoerswijzen en voor de verbetering van de interoperabiliteit van vervoersdiensten, waarbij tegelijk de toegankelijkheid van de vervoersinfrastructuur wordt gegarandeerd:

i)

telematicatoepassingen, andere dan die onder het meerjarig werkprogramma,

ii)

acties voor een betere toegankelijkheid van de vervoersinfrastructuur voor gehandicapten,

iii)

acties voor de verwezenlijking van de vervoersinfrastructuur op knooppunten van het kernnetwerk, met inbegrip van stedelijke knooppunten,

iv)

verbindingen met en de ontwikkeling van multimodale logistieke platformen.

2.4.

CEF-financieringsinstrumenten:

i)

bijdrage voor de financiële instrumenten, zoals gespecificeerd in artikel 14 en deel III van de bijlage bij de CEF,

ii)

programmaondersteunende acties voor innovatieve financiële instrumenten.”.


19.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 80/5


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 276/2014 VAN DE COMMISSIE

van 18 maart 2014

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 maart 2014.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

IL

145,0

MA

67,0

TN

88,3

TR

96,5

ZZ

99,2

0707 00 05

EG

182,1

MA

182,1

TR

143,8

ZZ

169,3

0709 91 00

EG

45,1

ZZ

45,1

0709 93 10

MA

37,4

TR

93,1

ZZ

65,3

0805 10 20

EG

42,7

IL

69,4

MA

53,7

TN

52,4

TR

63,7

ZA

62,5

ZZ

57,4

0805 50 10

TR

69,8

ZZ

69,8

0808 10 80

AR

94,0

CL

127,9

CN

94,7

MK

30,8

US

184,1

ZZ

106,3

0808 30 90

AR

95,5

CL

95,0

CN

74,5

TR

158,2

US

211,0

ZA

97,8

ZZ

122,0


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

19.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 80/7


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 17 maart 2014

tot wijziging van Besluit 2011/130/EU tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de grensoverschrijdende verwerking van documenten die door de bevoegde autoriteiten elektronisch zijn ondertekend krachtens Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende diensten op de interne markt

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 1640)

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/148/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (1), en met name artikel 8, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verrichters van diensten die onder Richtlijn 2006/123/EG vallen, moeten de voor de toegang tot en de uitoefening van hun activiteiten vereiste procedures en formaliteiten via de één-loketten en met elektronische middelen kunnen afwikkelen. Binnen de in artikel 5, lid 3, van Richtlijn 2006/123/EG vastgestelde grenzen kan het nog steeds het geval zijn dat de dienstverrichters originele documenten, voor eensluidend gewaarmerkte kopieën of authentieke vertalingen moeten indienen ter afwikkeling van dergelijke procedures en formaliteiten. In dergelijke gevallen kan het nodig zijn dat de dienstverrichters documenten moeten indienen die digitaal door de bevoegde autoriteiten zijn ondertekend.

(2)

Het grensoverschrijdende gebruik van geavanceerde elektronische handtekeningen die op een gekwalificeerd certificaat berusten, is vergemakkelijkt door Beschikking 2009/767/EG van de Commissie van 16 oktober 2009 inzake maatregelen voor een gemakkelijker gebruik van elektronische procedures via het één-loket in het kader van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende diensten op de interne markt (2), waarbij de lidstaten er onder andere toe worden verplicht risicobeoordelingen uit te voeren alvorens deze elektronische handtekeningen verplicht te stellen voor dienstverrichters en waarbij regels worden vastgesteld voor de aanvaarding door de lidstaten van geavanceerde elektronische handtekeningen die op gekwalificeerde certificaten zijn gebaseerd en al dan niet met een veilig middel voor het aanmaken van handtekeningen zijn aangemaakt. Beschikking 2009/767/EG gaat echter niet in op de formaten voor elektronische handtekeningen in door de bevoegde autoriteiten afgegeven documenten die door de dienstverrichters ter afwikkeling van de desbetreffende procedures en formaliteiten moeten worden ingediend.

(3)

Aangezien de bevoegde autoriteiten in de lidstaten momenteel verschillende formaten voor geavanceerde elektronische handtekeningen gebruiken om hun documenten elektronisch te ondertekenen, kunnen de ontvangende lidstaten die deze documenten moeten verwerken, technische problemen ondervinden ten gevolge van de verscheidenheid aan gebruikte handtekeningformaten. Om dienstverrichters in staat te stellen met elektronische middelen hun procedures en formaliteiten grensoverschrijdend af te wikkelen, moet ervoor worden gezorgd dat ten minste enkele formaten voor geavanceerde elektronische handtekeningen door de lidstaten technisch kunnen worden ondersteund wanneer zij documenten ontvangen die door de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten elektronisch zijn ondertekend. Het definiëren van een aantal door de ontvangende lidstaat technisch te ondersteunen formaten voor geavanceerde elektronische handtekeningen maakt een grotere mate van automatisering mogelijk en bevordert de grensoverschrijdende interoperabiliteit van de elektronische procedures.

(4)

Aanvankelijk viel enkel het basisniveau van ETSI-gestandaardiseerde formaten voor geavanceerde elektronische handtekeningen onder het besluit. Het is aangewezen ook langetermijnniveaus van ETSI-gestandaardiseerde formaten toe te voegen, die de bewaring in de loop der tijd van informatie met betrekking tot de validiteit van elektronische handtekeningen vergemakkelijkt.

(5)

Het ETSI heeft nieuwe technische specificaties gepubliceerd voor basisprofielen voor geavanceerde elektronische handtekeningen, die de keuze tussen de relevante normen moet beperken en zo de grensoverschrijdende interoperabiliteit moet verbeteren. Deze profielen bestrijken alle conformiteitsniveaus, van het basisniveau tot het langetermijnniveau.

(6)

De lidstaten waarvan de bevoegde autoriteiten andere dan de algemeen ondersteunde formaten voor elektronische handtekeningen gebruiken, hebben mogelijk valideringswijzen ingevoerd met behulp waarvan hun handtekeningen ook grensoverschrijdend kunnen worden geverifieerd. Om ervoor te zorgen dat de ontvangende lidstaten op deze valideringsinstrumenten kunnen vertrouwen, moet in dergelijke gevallen informatie over deze instrumenten op een gemakkelijk toegankelijke wijze beschikbaar worden gesteld, tenzij de benodigde informatie al in de elektronische documenten, in de elektronische handtekeningen of in de elektronische documentdragers zelf is opgenomen.

(7)

Dit besluit laat onverlet dat de lidstaten bepalen wat als een origineel, een voor eensluidend gewaarmerkte kopie of een authentieke vertaling wordt beschouwd. Het heeft slechts tot doel de verificatie van elektronische handtekeningen te vergemakkelijken waar deze worden gebruikt in de originelen, voor eensluidend gewaarmerkte kopieën of authentieke vertalingen die dienstverrichters mogelijk via de één-loketten moeten indienen.

(8)

Teneinde de lidstaten in de gelegenheid te stellen de nodige technische instrumenten in te voeren, is het aangewezen dat dit besluit met ingang van 1 december 2014 van toepassing is.

(9)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité dienstenrichtlijn,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Besluit 2011/130/EU van de Commissie (3)

Besluit 2011/130/EU wordt als volgt gewijzigd:

1)

Lid 1 van artikel 1 komt als volgt te luiden:

„1.   De lidstaten brengen de nodige technische middelen tot stand om de elektronisch ondertekende documenten te kunnen verwerken die dienstverrichters ter afwikkeling van procedures en formaliteiten via de één-loketten indienen, zoals bepaald in artikel 8 van Richtlijn 2006/123/EG, en die door de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten zijn ondertekend met een geavanceerde elektronische XML-, CMS- of PDF-handtekening van gelijk welk conformiteitsniveau of met gebruikmaking van een drager van een bijbehorende handtekening op basisniveau, overeenkomstig de in de bijlage opgenomen technische specificaties.”.

2)

De bijlage wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Toepassing

Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 december 2014.

Artikel 3

Adressaten

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 17 maart 2014.

Voor de Commissie

Michel BARNIER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 376 van 27.12.2006, blz. 36.

(2)  PB L 274 van 20.10.2009, blz. 36.

(3)  PB L 53 van 26.2.2011, blz. 66.


BIJLAGE

„BIJLAGE

LIJST VAN TECHNISCHE SPECIFICATIES VOOR GEAVANCEERDE ELEKTRONISCHE XML-, CMS- OF PDF-HANDTEKENINGEN EN DE DRAGER VAN DE BIJBEHORENDE HANDTEKENING

De in artikel 1, lid 1, van het besluit vermelde geavanceerde elektronische handtekeningen moeten voldoen aan een van de volgende technische specificaties van het ETSI:

XAdES Baseline Profile

ETSI TS 103171 v.2.1.1 (1)

CAdES Baseline Profile

ETSI TS 103173 v.2.2.1 (2)

PAdES Baseline Profile

ETSI TS 103172 v.2.2.2 (3)

De in artikel 1, lid 1, van het besluit vermelde drager van de bijbehorende handtekening moet voldoen aan de volgende technische specificaties van het ETSI:

Associated Signature Container Baseline Profile

ETSI TS 103174 v.2.2.1 (4)


(1)  http://www.etsi.org/deliver/etsi_ts/103100_103199/103171/02.01.01_60/ts_103171v020101p.pdf

(2)  http://www.etsi.org/deliver/etsi_ts/103100_103199/103173/02.02.01_60/ts_103173v020201p.pdf

(3)  http://www.etsi.org/deliver/etsi_ts/103100_103199/103172/02.02.02_60/ts_103172v020202p.pdf

(4)  http://www.etsi.org/deliver/etsi_ts/103100_103199/103174/02.02.01_60/ts_103174v020201p.pdf”