ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2014.067.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 67

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

57e jaargang
7 maart 2014


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 211/2014 van de Commissie van 27 februari 2014 houdende rectificatie van de Slowaakse versie van Verordening (EG) nr. 340/2008 van de Commissie betreffende de aan het Europees Agentschap voor chemische stoffen te betalen vergoedingen krachtens Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) ( 1 )

1

 

*

Verordening (EU) nr. 212/2014 van de Commissie van 6 maart 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 wat betreft de maximumgehalten aan de verontreiniging citrinine in voedingssupplementen op basis van met rode gist Monascus purpureus gefermenteerde rijst ( 1 )

3

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 213/2014 van de Commissie van 6 maart 2014 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

5

 

 

HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

 

 

2014/121/EU

 

*

Besluit nr. 1/2014 van het ACS-EU-Comité van ambassadeurs van 7 februari 2014 houdende benoeming van de leden van de raad van bestuur van het Centrum voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven (COB)

7

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

7.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 67/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 211/2014 VAN DE COMMISSIE

van 27 februari 2014

houdende rectificatie van de Slowaakse versie van Verordening (EG) nr. 340/2008 van de Commissie betreffende de aan het Europees Agentschap voor chemische stoffen te betalen vergoedingen krachtens Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (1), en met name artikel 74, lid 1, en artikel 132,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In de Slowaakse versie moet een fout die in tabel 4 van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 340/2008 van de Commissie (2), zoals gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 254/2013 (3), driemaal voorkomt, worden gecorrigeerd. Deze fout betreft niet de overige taalversies.

(2)

Verordening (EG) nr. 340/2008 moet derhalve dienovereenkomstig worden gerectificeerd.

(3)

De in deze verordening vervatte bepalingen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 133 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Deze correctie heeft alleen betrekking op de Slowaakse versie.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 februari 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 340/2008 van de Commissie van 16 april 2008 betreffende de aan het Europees Agentschap voor chemische stoffen te betalen vergoedingen krachtens Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) (PB L 107 van 17.4.2008, blz. 6).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 254/2013 van de Commissie van 20 maart 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 340/2008 betreffende de aan het Europees Agentschap voor chemische stoffen te betalen vergoedingen krachtens Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) (PB L 79 van 21.3.2013, blz. 7).


7.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 67/3


VERORDENING (EU) Nr. 212/2014 VAN DE COMMISSIE

van 6 maart 2014

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 wat betreft de maximumgehalten aan de verontreiniging citrinine in voedingssupplementen op basis van met rode gist Monascus purpureus gefermenteerde rijst

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad van 8 februari 1993 tot vaststelling van communautaire procedures inzake verontreinigingen in levensmiddelen (1), en met name artikel 2, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (2) stelt maximumgehalten voor mycotoxinen in levensmiddelen vast.

(2)

Het Wetenschappelijk Panel voor contaminanten in de voedselketen („het panel voor contaminanten”) van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft op verzoek van de Commissie op 2 maart 2012 een advies uitgebracht over de risico’s voor de volksgezondheid en de gezondheid van dieren in verband met de aanwezigheid van citrinine in levensmiddelen en diervoeders (3). Het panel voor contaminanten besloot het risico van citrinine te karakteriseren op basis van de beschikbare gegevens over nefrotoxiciteit en stelde een concentratie vast waarbij er geen reden is tot bezorgdheid in verband met nefrotoxiciteit. Als een onzekerheidsfactor van 100 wordt toegepast op de concentratie waarbij geen schadelijk effect werd vastgesteld (NOAEL), namelijk 20 μg/kg lichaamsgewicht per dag, komt men uit op 0,2 μg/kg lichaamsgewicht per dag als concentratie waarbij er geen reden is tot bezorgdheid in verband met nefrotoxiciteit. Het panel voor contaminanten concludeerde dat op basis van de beschikbare gegevens een zekere bezorgdheid in verband met genotoxiciteit en carcinogeniteit niet kon worden uitgesloten wat betreft citrinine in de concentratie waarbij er geen reden is tot bezorgdheid in verband met nefrotoxiciteit.

(3)

Het Wetenschappelijk Panel voor dieetproducten, voeding en allergieën („het NDA-panel”) van de EFSA heeft, overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, op verzoek van de bevoegde autoriteit van Nederland na een aanvraag van Sylvan Bio Europe BV op 24 januari 2013 een advies vastgesteld over de onderbouwing van een gezondheidsclaim betreffende monacoline K in rodegistrijst van SYLVAN BIO en de instandhouding van een normale concentratie LDL-cholesterol in het bloed (4). Het NDA-panel concludeerde dat een causaal verband is vastgesteld tussen de consumptie van monacoline K in preparaten van rodegistrijst en de instandhouding van normale concentraties LDL-cholesterol in het bloed. Het NDA-panel is van oordeel dat de volgende formulering het wetenschappelijke bewijs weergeeft: „Monacoline K uit rodegistrijst draagt bij tot de instandhouding van normale cholesterolconcentraties in het bloed”, en om het geclaimde effect te verkrijgen, moet per dag 10 mg monacoline K uit preparaten van gefermenteerde rodegistrijst worden geconsumeerd. De doelgroep wordt gevormd door volwassenen uit de algemene bevolking. De gezondheidsclaim kan worden toegepast op alle preparaten van rodegistrijst op de markt.

(4)

Monacoline K wordt geproduceerd door Monascus purpureus, waarvan sommige stammen ook citrinine produceren. De beschikbare gegevens over de aanwezigheid van citrinine in bepaalde preparaten van rodegistrijst wijzen op hoge gehalten aan citrinine in die preparaten. De consumptie van dergelijke preparaten van rodegistrijst in de hoeveelheid die nodig is om het geclaimde effect te verkrijgen, zou resulteren in een blootstelling die aanzienlijk hoger is dan de concentratie waarbij er geen reden is tot bezorgdheid in verband met de nefrotoxiciteit van citrinine. Daarom moet een maximumgehalte aan citrinine in preparaten van rodegistrijst worden vastgesteld. Om de noodzakelijke inname van monacoline K te verkrijgen, moeten 4 à 6 capsules van 600 mg rodegistrijst worden geconsumeerd. Er is een maximumgehalte van 2 mg/kg voor citrinine in preparaten van rodegistrijst vastgesteld om ervoor te zorgen dat de mogelijke blootstelling aan citrinine uit preparaten van rodegistrijst aanzienlijk lager blijft dan het nefrotoxiciteitsgehalte van 0,2 μg/kg lichaamsgewicht voor een volwassene. Gezien de leemten in de kennis omtrent de aanwezigheid van citrinine in andere levensmiddelen en de resterende onzekerheden over de carcinogeniteit en de genotoxiciteit van citrinine is het aangewezen het maximumgehalte binnen twee jaar opnieuw te bekijken zodra meer informatie is verzameld over de toxiciteit van citrinine en de blootstelling aan citrinine uit andere levensmiddelen.

(5)

De toevoeging van stoffen aan of het gebruik van stoffen in levensmiddelen wordt geregeld bij specifieke EU- en nationale wetgeving, alsook de indeling van producten als levensmiddelen of geneesmiddelen. De vaststelling van een maximumgehalte in een dergelijke stof of een dergelijk product betekent niet dat een vergunning wordt verleend voor het in de handel brengen van de stof waarvoor een maximumgehalte wordt vastgesteld, een besluit wordt genomen over de vraag of de stof mag worden gebruikt in levensmiddelen, of een bepaald product als levensmiddel wordt ingedeeld.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In afdeling 2 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1881/2006 worden de punten 2.8 en 2.8.1 toegevoegd:

Levensmiddelen (1)

Maximumgehalte (μg/kg)

„2.8

Citrinine

 

2.8.1

Voedingssupplementen op basis van met rode gist Monascus purpureus gefermenteerde rijst

2 000 (5)

Artikel 2

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 april 2014.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 maart 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 37 van 13.2.1993, blz. 1.

(2)  PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5.

(3)  EFSA Panel on Contaminants in the Food Chain (Contam); Scientific Opinion on the risks for public and animal health related to the presence of citrinin in food and feed. EFSA Journal 2012; 10(3):2605. [82 blz.] doi:10.2903/j.efsa.2012.2605. Online beschikbaar op: www.efsa.europa.eu/efsajournal

(4)  EFSA Panel on Dietetic Products, Nutrition and Allergies (NDA); Scientific Opinion on the substantiation of a health claim related to monacolin K in SYLVAN BIO red yeast rice and maintenance of normal blood LDL-cholesterol concentrations pursuant to Article 13(5) of Regulation (EC) No 1924/2006. EFSA Journal 2013; 11(2):3084. [13 blz.]. doi:10.2903/j.efsa.2013.3084. Online beschikbaar op: www.efsa.europa.eu/efsajournal

(5)  Het maximumgehalte moet vóór 1 januari 2016 opnieuw worden bekeken in het licht van informatie over de blootstelling aan citrinine uit andere levensmiddelen en bijgewerkte informatie over de toxiciteit van citrinine, met name wat carcinogeniteit en genotoxiciteit betreft.”.


7.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 67/5


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 213/2014 VAN DE COMMISSIE

van 6 maart 2014

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 maart 2014.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MA

63,8

TN

73,8

TR

101,4

ZZ

79,7

0707 00 05

EG

182,1

JO

182,1

MA

176,8

TR

158,1

ZZ

174,8

0709 91 00

EG

51,3

ZZ

51,3

0709 93 10

MA

42,1

TR

111,3

ZZ

76,7

0805 10 20

EG

48,0

IL

66,9

MA

49,2

TN

50,6

TR

60,8

ZZ

55,1

0805 50 10

TR

64,2

ZZ

64,2

0808 10 80

MK

30,8

US

189,9

ZZ

110,4

0808 30 90

AR

112,8

CL

162,8

CN

68,3

TR

156,2

US

226,5

ZA

130,3

ZZ

142,8


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

7.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 67/7


BESLUIT Nr. 1/2014 VAN HET ACS-EU-COMITÉ VAN AMBASSADEURS

van 7 februari 2014

houdende benoeming van de leden van de raad van bestuur van het Centrum voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven (COB)

(2014/121/EU)

HET ACS-EU-COMITÉ VAN AMBASSADEURS,

Gezien de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend in Cotonou op 23 juni 2000 (1), voor het eerst gewijzigd in Luxemburg op 25 juni 2005 (2) en voor de tweede maal gewijzigd in Ouagadougou op 22 juni 2010 (3), en met name artikel 2, lid 6, van bijlage III,

Gezien Besluit nr. 8/2005 van het ACS-EG-Comité van ambassadeurs van 20 juli 2005 betreffende de statuten en het reglement van orde van het Centrum voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven (COB) (4) en met name artikel 9, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 9 van de statuten en het reglement van orde van het Centrum voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven (COB), aangenomen bij Besluit nr. 8/2005 is bepaald dat het Comité van ambassadeurs de leden van de raad van bestuur benoemt voor een periode van ten hoogste vijf jaar.

(2)

De ambtstermijn van de drie EU-leden in de raad van bestuur van het Centrum voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven, die benoemd zijn bij Besluit nr. 3/2013 van het ACS-EU-Comité van ambassadeurs (5), loopt op 6 maart 2014 af,

BESLUIT:

Artikel 1

Onverminderd de besluiten die het comité eventueel in het kader van zijn prerogatieven zou nemen, wordt de ambtstermijn van de drie EU-leden in de raad van bestuur van het Centrum voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven met zes maanden verlengd.

De raad van bestuur van het COB is dus als volgt samengesteld:

de heer Adebayo AKINDEINDE

de heer Giovannangelo MONTECCHI PALAZZI

mevrouw Vera VENCLIKOVA,

wier ambtstermijn verstrijkt op 6 september 2014, en

de heer John Atkins ARUHURI

mevrouw Maria MACHAILO-ELLIS

de heer Félix MOUKO,

wier mandaat verstrijkt op 6 september 2018.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen. Het kan te allen tijde worden herzien in het licht van de situatie met betrekking tot het Centrum.

Gedaan te Brussel, 7 februari 2014.

Voor het ACS-EU-Comité van ambassadeurs

De voorzitter

Th. N. SOTIROPOULOS


(1)  PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.

(2)  Overeenkomst tot wijziging van de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000 (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 27).

(3)  Overeenkomst tot tweede wijziging van de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000 en voor de eerste maal gewijzigd te Luxemburg op 25 juni 2005 (PB L 287 van 4.11.2010, blz. 3).

(4)  PB L 66 van 8.3.2006, blz. 16.

(5)  PB L 263 van 5.10.2013, blz. 18.