ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2014.050.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 50

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

57e jaargang
20 februari 2014


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) nr. 153/2014 van de Raad van 17 februari 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 314/2004 inzake bepaalde beperkende maatregelen tegen Zimbabwe en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 298/2013

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 154/2014 van de Commissie van 19 februari 2014 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de voorwaarden voor de goedkeuring van de werkzame stof extract van theeboom ( 1 )

7

 

*

Verordening (EU) nr. 155/2014 van de Commissie van 19 februari 2014 tot weigering van een vergunning voor bepaalde gezondheidsclaims voor levensmiddelen die niet over ziekterisicobeperking en de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen gaan ( 1 )

11

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 156/2014 van de Commissie van 19 februari 2014 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

17

 

 

BESLUITEN

 

 

2014/97/EU

 

*

Besluit van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument

19

 

*

Besluit 2014/98/GBVB van de Raad van 17 februari 2014 houdende wijziging van Besluit 2011/101/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Zimbabwe

20

 

 

2014/99/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 18 februari 2014 tot vaststelling van de lijst van de regio’s die in aanmerking komen voor financiering uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds en van de lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds voor de periode 2014-2020 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 974)

22

 

 

2014/100/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 18 februari 2014 tot vaststelling van bepaalde tijdelijke beschermende maatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest in Polen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 1179)  ( 1 )

35

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1241/2012 van de Raad van 11 december 2012 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1138/2011 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en definitieve inning van het voorlopige recht op bepaalde vetalcoholen en mengsels daarvan, van oorsprong uit India, Indonesië en Maleisië (PB L 352 van 21.12.2012)

37

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

20.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 50/1


VERORDENING (EU) Nr. 153/2014 VAN DE RAAD

van 17 februari 2014

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 314/2004 inzake bepaalde beperkende maatregelen tegen Zimbabwe en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 298/2013

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien het gezamenlijk voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 314/2004 van de Raad (1) voorziet in de tenuitvoerlegging van de maatregelen tegen Zimbabwe bedoeld bij Besluit 2011/101/GBVB van de Raad (2), waaronder de bevriezing van tegoeden en economische middelen van bepaalde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen.

(2)

De schorsing van de reisbeperkingen en de bevriezing van tegoeden die van toepassing zijn op het merendeel van de in bijlage I bij Besluit 2011/101/GBVB vermelde personen en entiteiten dient verlengd te worden, en ook uitgebreid te worden om nog eens acht personen te omvatten.

(3)

Sommige van deze maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en derhalve is regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging ervan, met name om te garanderen dat zij in alle lidstaten op uniforme wijze door de marktdeelnemers worden toegepast.

(4)

Een geactualiseerde bijlage dient bij Verordening (EG) nr. 314/2004 gevoegd te worden, om nog eens acht personen toe te voegen die in aanmerking komen om te genieten van de schorsing van de verbodsbepalingen uit artikel 6, leden 1 en 2 daarvan, naast de 81 personen en acht entiteiten die reeds van de bij Verordening (EU) nr. 298/2013 van de Raad (3) voorziene schorsing van de toepassing van artikel 6 genieten.

(5)

Verordening (EG) nr. 314/2004 dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

(6)

De in Verordening (EU) nr. 298/2013 voorziene verlenging van de schorsing verstrijkt op 20 februari 2014 en in die verlenging dient voorzien te worden in onderhavige verordening. Met het oog op de juridische duidelijkheid dient Verordening (EU) nr. 298/2013 derhalve te worden ingetrokken.

(7)

Om de effectiviteit van de maatregelen waarin deze verordening voorziet te waarborgen, dient deze verordening in werking te treden op de dag waarop zij wordt vastgesteld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 314/2004 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 6 wordt het volgende lid 4 toegevoegd:

„4.   De maatregelen in de leden 1 en 2 worden geschorst, voor zover deze van toepassing zijn op de personen en entiteiten die in bijlage IV worden vermeld.”.

2)

De bijlage bij onderhavige verordening wordt toegevoegd als bijlage IV.

Artikel 2

Verordening (EU) nr. 298/2013 wordt ingetrokken.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 februari 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

A. TSAFTARIS


(1)  Verordening (EG) nr. 314/2004 van de Raad van 19 februari 2004 inzake bepaalde beperkende maatregelen tegen Zimbabwe (PB L 55 van 24.2.2004, blz. 1).

(2)  Besluit 2011/101/GBVB van 15 februari 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Zimbabwe (PB L 42 van 16.2.2011, blz. 6).

(3)  Verordening (EU) nr. 298/2013 van de Raad van 27 maart 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 314/2004 inzake bepaalde beperkende maatregelen tegen Zimbabwe (PB L 90 van 28.3.2013, blz. 48).


BIJLAGE

„BIJLAGE IV

Lijst van personen en entiteiten bedoeld in artikel 6, lid 4

I.   Personen

 

Naam (en eventuele aliassen)

1.

Abu Basutu, Titus Mehliswa Johna

2.

Bonyongwe, Happyton Mabhuya

3.

Buka (ook bekend als Bhuka), Flora

4.

Bvudzijena, Wayne

5.

Charamba, George

6.

Chidarikire, Faber Edmund

7.

Chigwedere, Aeneas Soko

8.

Chihota, Phineas

9.

Chihuri, Augustine

10.

Chinamasa, Patrick Anthony

11.

Chindori-Chininga, Edward Takaruza

12.

Chinotimba, Joseph

13.

Chipwere, Augustine

14.

Chiwenga, Constantine

15.

Chombo, Ignatius Morgan Chiminya

16.

Dinha, Martin

17.

Goche, Nicholas Tasunungurwa

18.

Gono, Gideon

19.

Gurira, Cephas T.

20.

Gwekwerere, Stephen (ook bekend als Steven)

21.

Kachepa, Newton

22.

Karakadzai, Mike Tichafa

23.

Kasukuwere, Saviour

24.

Kazangarare, Jawet

25.

Khumalo, Sibangumuzi

26.

Kunonga, Nolbert (ook bekend als Nobert)

27.

Kwainona, Martin

28.

Langa, Andrew

29.

Mabunda, Musarashana

30.

Machaya, Jason (ook bekend als Jaison) Max Kokerai

31.

Made, Joseph Mtakwese

32.

Madzongwe, Edna (ook bekend als Edina)

33.

Maluleke, Titus

34.

Mangwana, Paul Munyaradzi

35.

Marumahoko, Reuben

36.

Masuku, Angeline

37.

Mathema, Cain Ginyilitshe Ndabazekhaya

38.

Mathuthu, Thokozile (ook bekend als Sithokozile)

39.

Matibiri, Innocent Tonderai

40.

Matiza, Joel Biggie

41.

Matonga, Brighton (ook bekend als Bright)

42.

Mhandu, Cairo (ook bekend als Kairo)

43.

Mhonda, Fidellis

44.

Midzi, Amos Bernard (Mugenva)

45.

Mnangagwa, Emmerson Dambudzo

46.

Mohadi, Kembo Campbell Dugishi

47.

Moyo, Jonathan Nathaniel

48.

Moyo, Sibusio Bussie

49.

Moyo, Simon Khaya

50.

Mpofu, Obert Moses

51.

Muchena, Henry

52.

Muchena, Olivia Nyembesi (ook bekend als Nyembezi)

53.

Muchinguri, Oppah Chamu Zvipange

54.

Mudede, Tobaiwa (ook bekend als Tonneth)

55.

Mujuru, Joyce Teurai Ropa

56.

Mumbengegwi, Simbarashe Simbanenduku

57.

Murerwa, Herbert Muchemwa

58.

Musariri, Munyaradzi

59.

Mushohwe, Christopher Chindoti

60.

Mutasa, Didymus Noel Edwin

61.

Mutezo, Munacho Thomas Alvar

62.

Mutinhiri, Ambros (ook bekend als Ambrose)

63.

Mzembi, Walter

64.

Mzilikazi, Morgan S.

65.

Nguni, Sylvester Robert

66.

Nhema, Francis Chenayimoyo Dunstan

67.

Nyanhongo, Magadzire Hubert

68.

Nyikayaramba, Douglas

69.

Nyoni, Sithembiso Gile Glad

70.

Rugeje, Engelbert Abel

71.

Rungani, Victor Tapiwa Chashe

72.

Sakupwanya, StanleyUrayayi

73.

Savanhu, Tendai

74.

Sekeramayi, Sydney (ook bekend als Sidney) Tigere

75.

Sekeremayi, Lovemore

76.

Shamu, Webster Kotiwani

77.

Shamuyarira, Nathan Marwirakuwa

78.

Shiri, Perence (ook bekend als Bigboy) Samson Chikerema

79.

Shungu, Etherton

80.

Sibanda, Chris

81.

Sibanda, Jabulani

82.

Sibanda, Misheck Julius Mpande

83.

Sibanda, Phillip Valerio (ook bekend als Valentine)

84.

Sigauke, David

85.

Sikosana, (ook bekend als Sikhosana), Absolom

86.

Tarumbwa, Nathaniel Charles

87.

Tomana, Johannes

88.

Veterai, Edmore

89.

Zimondi, Paradzai Willings

II.   Entiteiten

 

Naam

1.

Cold Comfort Farm Trust Co-operative

2.

Comoil (PVT) Ltd

3.

Famba Safaris

4.

Jongwe Printing and Publishing Company (PVT) Ltd (ook bekend als Jongwe Printing and Publishing Co., ook bekend als Jongwe Printing and Publishing Company)

5.

M & S Syndicate (PVT) Ltd

6.

OSLEG Ltd (ook bekend als Operation Sovereign Legitimacy)

7.

Swift Investments (PVT) Ltd

8.

Zidco Holdings (ook bekend als Zidco Holdings (PVT) Ltd)”


20.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 50/7


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 154/2014 VAN DE COMMISSIE

van 19 februari 2014

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de voorwaarden voor de goedkeuring van de werkzame stof extract van theeboom

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 13, lid 2, onder c), en artikel 78, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De werkzame stof extract van theeboom is in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (2) opgenomen bij Richtlijn 2008/127/EG van de Commissie (3) volgens de procedure van artikel 24 ter van Verordening (EG) nr. 2229/2004 van de Commissie (4). Sinds de vervanging van Richtlijn 91/414/EEG door Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt deze stof geacht krachtens die verordening te zijn goedgekeurd en is zij opgenomen in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (5).

(2)

Overeenkomstig artikel 25 bis van Verordening (EG) nr. 2229/2004 heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) op 16 december 2011 haar standpunt over het ontwerpevaluatieverslag voor extract van theeboom (6) aan de Commissie voorgelegd. De EFSA heeft haar standpunt over extract van theeboom aan de kennisgever meegedeeld, die door de Commissie is verzocht het ontwerpevaluatieverslag voor extract van theeboom te becommentariëren. Het ontwerpevaluatieverslag en het standpunt van de EFSA zijn door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 13 december 2013 goedgekeurd in de vorm van het evaluatieverslag van de Commissie voor extract van theeboom.

(3)

Er wordt bevestigd dat de werkzame stof extract van theeboom geacht moet worden krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 te zijn goedgekeurd.

(4)

Overeenkomstig artikel 13, lid 2, juncto artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en in het licht van de huidige wetenschappelijke en technische kennis moeten de goedkeuringsvoorwaarden worden gewijzigd. Er moet met name om verdere bevestigende informatie worden gevraagd.

(5)

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De lidstaten moet voldoende tijd worden gegund om de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die extract van theeboom bevatten, te wijzigen of in te trekken.

(7)

Als de lidstaten overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 een respijtperiode toekennen voor gewasbeschermingsmiddelen die extract van theeboom bevatten, moet deze periode uiterlijk 18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening aflopen.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011

Deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Overgangsmaatregelen

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 moeten de lidstaten indien nodig de bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die extract van theeboom als werkzame stof bevatten, uiterlijk op 12 september 2014 wijzigen of intrekken.

Artikel 3

Respijtperiode

Een door de lidstaten overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 toegekende respijtperiode moet zo kort mogelijk zijn en uiterlijk op 12 september 2015 aflopen.

Artikel 4

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 februari 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1).

(3)  Richtlijn 2008/127/EG van de Commissie van 18 december 2008 tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde verscheidene werkzame stoffen op te nemen (PB L 344 van 20.12.2008, blz. 89).

(4)  Verordening (EG) nr. 2229/2004 van de Commissie van 3 december 2004 houdende nadere bepalingen voor de uitvoering van de vierde fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 379 van 24.12.2004, blz. 13).

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).

(6)  Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance extract from tea tree, EFSA Journal 2012; 10(2):2542. Online beschikbaar op: www.efsa.europa.eu/efsajournal.htm


BIJLAGE

In deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt rij 228 over de werkzame stof extract van theeboom vervangen door:

Nummer

Benaming, identificatie-nummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

„228

Extract van theeboom

CAS-nr.: theeboomolie 68647-73-4

Belangrijkste bestanddelen:

 

terpineen-4-ol 562-74-3

 

γ-terpineen 99-85-4

 

α-terpineen 99-86-5

 

1,8-cineol 470-82-6

CIPAC-nr.: 914

Theeboomolie is een complex mengsel van chemische stoffen

 

Belangrijkste bestanddelen:

 

terpineen-4-ol ≥ 300 g/kg

 

γ-terpineen ≥ 100 g/kg

 

α-terpineen ≥ 50 g/kg

 

1,8-cineol ≥ 1 g/kg

 

Relevante onzuiverheid:

methyleugenol: ten hoogste 1 g/kg van het technische materiaal

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide in broeikassen.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over extract van theeboom (SANCO/2609/2008 definitief), en met name met de aanhangsels I en II, dat op 13 december 2013 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht schenken aan:

de bescherming van de toedieners en werknemers, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden indien nodig de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

de bescherming van het grondwater, wanneer de stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

de bescherming van oppervlaktewater en in het water levende organismen;

de bescherming van honingbijen, niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen, regenwormen en niet tot de doelsoorten behorende micro- en macro-organismen.

De gebruiksvoorwaarden moeten waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten.

De kennisgever moet bevestigende informatie verstrekken over:

a)

het plantmetabolisme en de blootstelling van de consumenten;

b)

de toxiciteit van de verbindingen die het extract vormen en de relevantie van andere mogelijke onzuiverheden dan methyleugenol;

c)

de blootstelling van het grondwater wat minder sterk geabsorbeerde bestanddelen van het extract en potentiële bodemtransformatieproducten betreft;

d)

de effecten op biologische methoden van zuivering van afvalwater.

De kennisgever moet die informatie uiterlijk op 30 april 2016 bij de Commissie, de lidstaten en de EFSA indienen.”


(1)  De evaluatieverslagen bevatten nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stoffen.


20.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 50/11


VERORDENING (EU) Nr. 155/2014 VAN DE COMMISSIE

van 19 februari 2014

tot weigering van een vergunning voor bepaalde gezondheidsclaims voor levensmiddelen die niet over ziekterisicobeperking en de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen gaan

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (1), en met name artikel 18, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens Verordening (EG) nr. 1924/2006 zijn gezondheidsclaims voor levensmiddelen verboden, tenzij de Commissie daarvoor overeenkomstig die Verordening een vergunning heeft verleend en zij zijn opgenomen in een lijst van toegestane claims.

(2)

Verordening (EG) nr. 1924/2006 bepaalt tevens dat aanvragen voor een vergunning voor een gezondheidsclaim door exploitanten van levensmiddelenbedrijven bij de bevoegde nationale autoriteit van een lidstaat kunnen worden ingediend. De bevoegde nationale autoriteit moet geldige aanvragen doorsturen naar de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, hierna „de EFSA” genoemd, voor een wetenschappelijke beoordeling en naar de Commissie en de lidstaten ter informatie.

(3)

De EFSA brengt een advies uit over de desbetreffende gezondheidsclaim.

(4)

De Commissie moet bij haar besluit over de verlening van een vergunning voor gezondheidsclaims rekening houden met het advies van de EFSA.

(5)

Ingevolge een aanvraag van Vitabiotics Ltd, die werd ingediend overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, moest de EFSA advies uitbrengen over een gezondheidsclaim die betrekking had op de effecten van L-tyrosine en de bijdrage aan de normale synthese van dopamine (Vraag nr. EFSA-Q-2011-00319) (2). De door de aanvrager voorgestelde claim luidde als volgt: „L-tyrosine is noodzakelijk voor de natuurlijke vorming van dopamine”.

(6)

Op 20 juli 2011 hebben de Commissie en de lidstaten het wetenschappelijk advies van de EFSA ontvangen, die concludeerde dat de rol van L-tyrosine bij de normale synthese van catecholaminen bij de bevolking reeds met positief resultaat in een eerder advies (3) met betrekking tot de beoordeling van claims als bedoeld in artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1924/2006 aan de orde is geweest en dat L-tyrosine het beginpunt vormt voor de synthese van alle catecholaminen, met inbegrip van dopamine. De EFSA concludeerde derhalve dat een oorzakelijk verband tussen het gebruik van L-tyrosine in een proteïne-dieet en de bijdrage aan een normale synthese van dopamine was vastgesteld en stelde als passende gebruiksvoorwaarden voor dat „een levensmiddel ten minste een bron van eiwitten als bedoeld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1924/2006 moet zijn”.

(7)

De Commissie en de lidstaten hebben afgewogen of de gezondheidsclaim waarin deze conclusies tot uiting komen, onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden toegelaten zou moeten worden, daar de verlening van een vergunning ook rechtmatig mag worden geweigerd als de gezondheidsclaims niet voldoen aan andere algemene en specifieke voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006, zelfs in geval van een gunstige wetenschappelijke beoordeling door de EFSA. In haar antwoord van 9 november 2012 op het verzoek van de Commissie om (onder meer) verduidelijking met betrekking tot het bewijs dat ter ondersteuning van de gezondheidsclaim inzake L-tyrosine en de voorgestelde gebruiksvoorwaarden voorgelegd was, wees de EFSA erop dat haar conclusies omtrent de gezondheidsclaim waren gebaseerd op de welbekende biochemische rol van L-tyrosine, wanneer die in proteïne voorkomt. Voorts verklaarde zij op basis van het voorgelegde bewijs geen kwantitatieve aanduiding te kunnen geven over de dagelijkse inname van L-tyrosine die op zich nodig is om het gunstige fysiologische effect te bewerkstelligen. Derhalve kunnen voor deze claim geen specifieke gebruiksvoorwaarden worden vastgesteld die waarborgen dat het eindproduct de benodigde hoeveelheid L-tyrosine bevat om de gunstige fysiologische effecten in de zin van artikel 5, lid 1, onder b), i), van Verordening (EG) nr. 1924/2006 te bewerkstelligen. Bij gebrek aan dergelijke specifieke gebruiksvoorwaarden kan het gunstige effect van de stof waarop de claim betrekking heeft, niet worden gewaarborgd en zou de claim derhalve misleidend kunnen zijn voor consumenten. De claim mag bijgevolg niet worden toegestaan, aangezien hij niet voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006.

(8)

Ingevolge een aanvraag van Pierre Fabre Dermo-Cosmétique, die werd ingediend overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, moest de EFSA advies uitbrengen over een gezondheidsclaim die betrekking had op het gebruik van ijzer en het behoud van normale haargroei (Vraag nr. EFSA-Q-2012-00059) (4). De door de aanvrager voorgestelde claim luidde als volgt: „Buitensporig haarverlies bij vrouwen die niet in de menopauze zijn”.

(9)

Op 15 maart 2012 hebben de Commissie en de lidstaten het wetenschappelijk advies van de EFSA ontvangen, waarin op grond van de overgelegde gegevens is geconcludeerd dat geen oorzakelijk verband was vastgesteld tussen het gebruik van ijzer en normale haargroei. De claim mag bijgevolg niet worden toegestaan, aangezien hij niet voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006.

(10)

Ingevolge een aanvraag van Biocodex, die werd ingediend overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, moest de EFSA advies uitbrengen over een gezondheidsclaim die betrekking had op het gebruik van citrulline-malaat en een sneller herstel van spiervermoeidheid na lichaamsbeweging (Vraag nr. EFSA-Q-2011-00931) (5). De door de aanvrager voorgestelde claim luidde als volgt: „Het behoud van adenosinetrifosfaatgehaltes door een verlaging van overtollige lactaten ter herstel van spiervermoeidheid”.

(11)

Op 11 mei 2012 hebben de Commissie en de lidstaten het wetenschappelijk advies van de EFSA ontvangen, waarin op grond van de overgelegde gegevens is geconcludeerd dat geen oorzakelijk verband was vastgesteld tussen het gebruik van citrulline-malaat en het beweerde effect. De claim mag bijgevolg niet worden toegestaan, aangezien hij niet voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006.

(12)

Ingevolge een aanvraag van Nutrilinks Sarl, die werd ingediend overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, moest de EFSA advies uitbrengen over een gezondheidsclaim die betrekking had op de effecten van Eff EXT™ en het behoud van de normale soepelheid van de gewrichten (Vraag nr. EFSA-Q-2012-00384) (6). De door de aanvrager voorgestelde claim luidde onder meer als volgt: „Draagt bij aan soepelheid van gewrichten”.

(13)

Op 14 december 2012 hebben de Commissie en de lidstaten het wetenschappelijk advies van de EFSA ontvangen, waarin op grond van de overgelegde gegevens is geconcludeerd dat geen oorzakelijk verband was vastgesteld tussen het gebruik van Eff EXT™ en het beweerde effect. De claim mag bijgevolg niet worden toegestaan, aangezien hij niet voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006.

(14)

Ingevolge een aanvraag van Nutrilinks Sarl, die werd ingediend overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, moest de EFSA advies uitbrengen over een gezondheidsclaim die betrekking had op de effecten van krillolie en het behouden van een welzijnsgevoel in de gewrichten (Vraag nr. EFSA-Q-2012-00385) (7). De door de aanvrager voorgestelde claim luidde onder meer als volgt: „Draagt bij aan het versterken van een welzijnsgevoel bij gevoelige gewrichten”.

(15)

Op 14 december 2012 hebben de Commissie en de lidstaten het wetenschappelijk advies van de EFSA ontvangen, waarin op grond van de overgelegde gegevens is geconcludeerd dat geen oorzakelijk verband was vastgesteld tussen het gebruik van krillolie en het beweerde effect. De claim mag bijgevolg niet worden toegestaan, aangezien hij niet voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006.

(16)

Ingevolge een aanvraag van Nutrilinks Sarl, die werd ingediend overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, moest de EFSA advies uitbrengen over een gezondheidsclaim die betrekking had op de effecten van zaadextract van Vitis vinifera L. en de normale veneuze bloedcirculatie (Vraag nr. EFSA-Q-2012-00387) (8). De door de aanvrager voorgestelde claim luidde onder meer als volgt: „Draagt bij aan het verhogen van de veneuze circulatie in de benen”.

(17)

Op 14 december 2012 hebben de Commissie en de lidstaten het wetenschappelijk advies van de EFSA ontvangen, waarin op grond van de overgelegde gegevens is geconcludeerd dat geen oorzakelijk verband was vastgesteld tussen het gebruik van zaadextract van Vitis vinifera L. en het beweerde effect. De claim mag bijgevolg niet worden toegestaan, aangezien hij niet voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006.

(18)

Ingevolge een aanvraag van Nutrilinks Sarl, die werd ingediend overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, moest de EFSA advies uitbrengen over een gezondheidsclaim die betrekking had op de effecten van zaadextract van Vitis vinifera L. en „helpt bij het tegengaan van gezwollen benen” (Vraag nr. EFSA-Q-2012-00388) (9). De door de aanvrager voorgestelde claim luidde onder meer als volgt: „Helpt bij het tegengaan van gezwollen benen”.

(19)

Op 14 december 2012 hebben de Commissie en de lidstaten het wetenschappelijk advies van de EFSA ontvangen, waarin werd opgemerkt dat de claim betrekking heeft op de vermindering van perifere oedemen in het kader van chronische klinische aandoeningen (bv. chronische veneuze insufficiëntie) en concludeerde op basis van de overgelegde gegevens dat de vermindering van perifere oedemen in het kader van chronische klinische aandoeningen een therapeutisch doel voor hun behandeling is.

(20)

Verordening (EG) nr. 1924/2006 vormt een aanvulling op de algemene beginselen van Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (10). Artikel 2, lid 1, onder b), van Richtlijn 2000/13/EG bepaalt dat de etikettering aan levensmiddelen geen eigenschappen mag toeschrijven inzake het voorkomen, behandelen of genezen van een ziekte van de mens, of toespelingen mag maken op dergelijke eigenschappen. De claim met betrekking tot de effecten van zaadextract van Vitis vinifera L. en „helpt bij het tegengaan van gezwollen benen” mag bijgevolg niet worden toegestaan, aangezien het verboden is om een geneeskrachtige werking toe te schrijven aan levensmiddelen.

(21)

Ingevolge een aanvraag van Roxlor Nutra LLC, die werd ingediend overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, moest de EFSA advies uitbrengen over een gezondheidsclaim die betrekking had op de effecten van Cynatine® en het behoud van de normale soepelheid van de gewrichten (Vraag nr. EFSA-Q-2012-00570) (11). De door de aanvrager voorgestelde claim luidde onder meer als volgt: „De dagelijkse consumptie van 500 mg Cynatine® helpt de soepelheid van gewrichten te behouden”.

(22)

Op 14 december 2012 hebben de Commissie en de lidstaten het wetenschappelijk advies van de EFSA ontvangen, waarin op grond van de overgelegde gegevens is geconcludeerd dat geen oorzakelijk verband was vastgesteld tussen het gebruik van Cynatine® en het beweeerde effect. De claim mag bijgevolg niet worden toegestaan, aangezien hij niet voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006.

(23)

Ingevolge een aanvraag van Actina, die werd ingediend overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, moest de EFSA een advies uitbrengen over een gezondheidsclaim met betrekking tot de effecten van OXY 280 en de vermindering van het lichaamsgewicht (Vraag nr. EFSA-Q-2012-00572) (12). De door de aanvrager voorgestelde claim luidde onder meer als volgt: „OXY 280 helpt om gewicht kwijt te raken”.

(24)

Op 14 december 2012 hebben de Commissie en de lidstaten het wetenschappelijk advies van de EFSA ontvangen, waarin op grond van de overgelegde gegevens is geconcludeerd dat geen oorzakelijk verband was vastgesteld tussen het gebruik van OXY 280 en het beweerde effect. De claim mag bijgevolg niet worden toegestaan, aangezien hij niet voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006.

(25)

Ingevolge een aanvraag van Nutrilinks Sarl, die werd ingediend overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, moest de EFSA advies uitbrengen over een gezondheidsclaim die betrekking had op de effecten van zaadextract van Vitis vinifera L. en „helpt water uit het lichaam weg te laten vloeien in geval van waterophoping” (Vraag nr. EFSA-Q-2012-00574) (13). De door de aanvrager voorgestelde claim luidde onder meer als volgt: „Helpt water uit het lichaam weg te laten vloeien in geval van waterophoping”.

(26)

Op 14 december 2012 hebben de Commissie en de lidstaten het wetenschappelijk advies van de EFSA ontvangen, waarin werd opgemerkt dat de claim betrekking heeft op het behoud van de normale veneuze bloedcirculatie. De EFSA wees erop dat dezelfde gezondheidsverband al in een eerder advies (14) met een negatief resultaat beoordeeld was en dat de verwijzing naar de wetenschappelijke onderbouwing van deze claim al in het eerdere advies aan bod gekomen was. De claim mag bijgevolg niet worden toegestaan, aangezien hij niet voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006.

(27)

Ingevolge een aanvraag van Nutrilinks Sarl, die werd ingediend overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, moest de EFSA een advies uitbrengen over een gezondheidsclaim met betrekking tot de effecten van een combinatie van extracten van Paullinia cupana Kunth (guarana) en Camellia sinensis (L.) Kuntze (groene thee) en vermindering van lichaamsgewicht (Vraag nr. EFSA-Q-2012-00590) (15). De door de aanvrager voorgestelde claim luidde onder meer als volgt: „Helpt om vet te verbranden”.

(28)

Op 14 december 2012 hebben de Commissie en de lidstaten het wetenschappelijk advies van de EFSA ontvangen, waarin op grond van de overgelegde gegevens is geconcludeerd dat geen oorzakelijk verband was vastgesteld tussen het gebruik van een combinatie van extracten van Paullinia cupana Kunth (guarana) en Camellia sinensis (L.) Kuntze (groene thee) en het beweerde effect. De claim mag bijgevolg niet worden toegestaan, aangezien hij niet voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006.

(29)

Ingevolge een aanvraag van Nutrilinks Sarl, die werd ingediend overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, moest de EFSA advies uitbrengen over een gezondheidsclaim die betrekking had op de effecten van een combinatie van lycopeen, vitamine E, luteïne en seleen en „helpt het actieve bruiningsproces voor te bereiden en te activeren” (Vraag nr. EFSA-Q-2012-00593) (16). De door de aanvrager voorgestelde claim luidde onder meer als volgt: „Helpt het actieve bruiningsproces voor te bereiden en te activeren”.

(30)

Op 14 december 2012 hebben de Commissie en de lidstaten het wetenschappelijk advies van de EFSA ontvangen, waarin werd opgemerkt dat het beweerde effect betrekking heeft op het verhogen van pigmentatie van de huid (d.w.z. bruinen), wat kan bijdragen aan de bescherming van de huid tegen uv-schade. De EFSA wees erop dat dezelfde gezondheidsverband al in een eerder advies (17) met een negatief resultaat beoordeeld was en dat de verwijzing naar de wetenschappelijke onderbouwing van deze claim al in het eerdere advies aan bod gekomen was. De claim mag bijgevolg niet worden toegestaan, aangezien hij niet voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006.

(31)

De gezondheidsclaim in verband met de effecten van zaadextract van Vitis vinifera L. en „helpt bij het tegengaan van gezwollen benen” is een gezondheidsclaim die een geneeskrachtige werking aan een levensmiddel waarop de claim betrekking heeft toeschrijft, wat voor levensmiddelen verboden is.

(32)

De gezondheidsclaims in verband met OXY 280 en de combinatie van extracten van Paullinia cupana Kunth (guarana) en Camellia sinensis (L.) Kuntze (groene thee) zijn gezondheidsclaims die onder artikel 13, lid 1, onder c) van Verordening (EG) nr. 1924/2006 vallen en derhalve aan de in artikel 28, lid 6, van de in die Verordening vastgestelde overgangsperiode onderworpen zijn. Aangezien de aanvragen echter niet voor 19 januari 2008 zijn ingediend, is niet voldaan aan het vereiste van artikel 28, lid 6, onder b), van die Verordening en komen die claims daarom niet in aanmerking voor de in dat artikel vastgestelde overgangsperiode.

(33)

De overige gezondheidsclaims waarop deze Verordening betrekking heeft zijn gezondheidsclaims als bedoeld in artikel 13, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1924/2006 die tot de aanneming van de lijst van toegestane gezondheidsclaims in aanmerking komen voor de overgangsperiode overeenkomstig artikel 28, lid 5, van die Verordening, mits zij aan die Verordening voldoen.

(34)

De lijst van toegestane gezondheidsclaims is vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 432/2012 van de Commissie (18) en is van toepassing sinds 14 december 2012. Met betrekking tot in artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006 genoemde claims waarvan de beoordeling door de EFSA of de bestudering door de Commissie per 14 december 2012 niet is voltooid en die niet krachtens die Verordening zijn opgenomen in de lijst van toegestane gezondheidsclaims, moet er een overgangsperiode worden ingesteld waarbinnen zij verder mogen worden gebruikt, zodat zowel exploitanten van levensmiddelenbedrijven als de bevoegde nationale autoriteiten zich aan het verbod op dergelijke claims kunnen aanpassen.

(35)

De in deze Verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, en het Europees Parlement noch de Raad heeft zich ertegen verzet,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De in de bijlage bij deze Verordening vermelde gezondheidsclaims worden niet opgenomen in de EU-lijst van toegestane claims als bedoeld in artikel 13, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1924/2006.

2.   De in lid 1 bedoelde gezondheidsclaims die zijn gebruikt vóór de inwerkingtreding van deze Verordening mogen verder worden gebruikt gedurende een maximale periode van zes maanden na de inwerkingtreding van deze Verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze Verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 februari 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 404 van 30.12.2006, blz. 9.

(2)  EFSA Journal 2011; 9(7):2290.

(3)  EFSA Journal 2011; 9(6):2270.

(4)  EFSA Journal 2012, 10(3):2602.

(5)  EFSA Journal 2012, 10(5):2699.

(6)  EFSA Journal 2012, 10(12):3002.

(7)  EFSA Journal 2012, 10(12):3003.

(8)  EFSA Journal 2012, 10(12):2996.

(9)  EFSA Journal 2012, 10(12):2997.

(10)  PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29.

(11)  EFSA Journal 2012, 10(12):3004.

(12)  EFSA Journal 2012, 10(12):2999.

(13)  EFSA Journal 2012, 10(12):2998.

(14)  EFSA Journal 2012, 10(12):2996.

(15)  EFSA Journal 2012, 10(12):3000.

(16)  EFSA Journal 2012, 10(12):3001.

(17)  EFSA Journal 2012, 10(9):2890.

(18)  PB L 136 van 25.5.2012, blz. 1.


BIJLAGE

Afgewezen gezondheidsclaims

Aanvraag — Toepasselijke bepalingen van Verordening (EG) nr. 1924/2006

Nutriënt, stof, levensmiddel of levensmiddelencategorie

Vordering

Referentie EFSA-advies

Gezondheidsclaim overeenkomstig artikel 13, lid 5, die is gebaseerd op nieuw wetenschappelijk bewijs en/of die een verzoek om bescherming van door eigendomsrechten beschermde gegevens inhoudt

L-tyrosine

L-tyrosine is noodzakelijk voor de natuurlijke vorming van dopamine

Q-2011-00319

Gezondheidsclaim overeenkomstig artikel 13, lid 5, die is gebaseerd op nieuw wetenschappelijk bewijs en/of die een verzoek om bescherming van door eigendomsrechten beschermde gegevens inhoudt

IJzer

Buitensporig haarverlies bij vrouwen die niet in de menopauze zijn

Q-2012-00059

Gezondheidsclaim overeenkomstig artikel 13, lid 5, die is gebaseerd op nieuw wetenschappelijk bewijs en/of die een verzoek om bescherming van door eigendomsrechten beschermde gegevens inhoudt

Citrulline-malaat

Het behoud van adenosinetrifosfaatgehaltes door een verlaging van overtollige lactaten ter herstel van spiervermoeidheid

Q-2011-00931

Gezondheidsclaim overeenkomstig artikel 13, lid 5, die is gebaseerd op nieuw wetenschappelijk bewijs en/of die een verzoek om bescherming van door eigendomsrechten beschermde gegevens inhoudt

Eff EXT

Draagt bij aan soepelheid van gewrichten

Q-2012-00384

Gezondheidsclaim overeenkomstig artikel 13, lid 5, die is gebaseerd op nieuw wetenschappelijk bewijs en/of die een verzoek om bescherming van door eigendomsrechten beschermde gegevens inhoudt

Krillolie

Draagt bij aan het versterken van een welzijnsgevoel bij gevoelige gewrichten

Q-2012-00385

Gezondheidsclaim overeenkomstig artikel 13, lid 5, die is gebaseerd op nieuw wetenschappelijk bewijs en/of die een verzoek om bescherming van door eigendomsrechten beschermde gegevens inhoudt

Zaadextract van Vitis vinifera L.

Draagt bij aan het verhogen van de veneuze circulatie in de benen

Q-2012-00387

Gezondheidsclaim overeenkomstig artikel 13, lid 5, die is gebaseerd op nieuw wetenschappelijk bewijs en/of die een verzoek om bescherming van door eigendomsrechten beschermde gegevens inhoudt

Zaadextract van Vitis vinifera L.

Helpt bij het tegengaan van gezwollen benen

Q-2012-00388

Gezondheidsclaim overeenkomstig artikel 13, lid 5, die is gebaseerd op nieuw wetenschappelijk bewijs en/of die een verzoek om bescherming van door eigendomsrechten beschermde gegevens inhoudt

Cynatine®

De dagelijkse consumptie van 500 mg Cynatine® helpt om de soepelheid van gewrichten te behouden

Q-2012-00570

Gezondheidsclaim overeenkomstig artikel 13, lid 5, die is gebaseerd op nieuw wetenschappelijk bewijs en/of die een verzoek om bescherming van door eigendomsrechten beschermde gegevens inhoudt

OXY 280

OXY 280 helpt om gewicht kwijt te raken

Q-2012-00572

Gezondheidsclaim overeenkomstig artikel 13, lid 5, die is gebaseerd op nieuw wetenschappelijk bewijs en/of die een verzoek om bescherming van door eigendomsrechten beschermde gegevens inhoudt

Zaadextract van Vitis vinifera L.

Helpt water uit het lichaam weg te laten vloeien in geval van waterophoping

Q-2012-00574

Gezondheidsclaim overeenkomstig artikel 13, lid 5, die is gebaseerd op nieuw wetenschappelijk bewijs en/of die een verzoek om bescherming van door eigendomsrechten beschermde gegevens inhoudt

Een combinatie van extracten van Paullinia cupana Kunth (guarana) en Camellia sinensis (L.) Kuntze (groene thee)

Helpt om vet te verbranden

Q-2012-00590

Gezondheidsclaim overeenkomstig artikel 13, lid 5, die is gebaseerd op nieuw wetenschappelijk bewijs en/of die een verzoek om bescherming van door eigendomsrechten beschermde gegevens inhoudt

Een combinatie van lycopeen, vitamine E, luteïne en seleen

Helpt het bruiningsproces voor te bereiden en te activeren

Q-2012-00593


20.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 50/17


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 156/2014 VAN DE COMMISSIE

van 19 februari 2014

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 februari 2014.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MA

57,6

TN

78,5

TR

95,2

ZZ

77,1

0707 00 05

EG

174,9

JO

206,0

MA

158,2

TR

160,5

ZZ

174,9

0709 91 00

EG

107,0

ZZ

107,0

0709 93 10

MA

32,4

TR

92,3

ZZ

62,4

0805 10 20

EG

43,5

IL

67,0

MA

49,6

TN

52,0

TR

74,8

ZA

64,0

ZZ

58,5

0805 20 10

IL

116,1

MA

96,0

ZZ

106,1

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

EG

29,2

IL

127,5

JM

106,9

MA

133,1

TR

110,2

US

134,0

ZZ

106,8

0805 50 10

AL

39,1

MA

71,7

TR

69,1

ZZ

60,0

0808 10 80

CN

129,5

MK

32,3

US

150,5

ZZ

104,1

0808 30 90

AR

146,2

CL

158,6

CN

68,5

TR

146,4

US

124,6

ZA

109,8

ZZ

125,7


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

20.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 50/19


BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 20 november 2013

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument

(2014/97/EU)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot vaststelling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (1), en met name artikel 11,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt: Na alle mogelijkheden tot herschikking van kredieten binnen rubriek 1b te hebben onderzocht, is het nodig middelen uit het flexibiliteitsinstrument beschikbaar te stellen ter aanvulling van de financiering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2014, bovenop het maximum van rubriek 1b, met 89 330 000 EUR ten behoeve van de financiering van de Cypriotische structuurfondsenprogramma’s om voor 2014 een extra bedrag uit de structuurfondsen aan Cyprus toe te wijzen van in totaal 100 000 000 EUR,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2014 wordt uit het flexibiliteitsinstrument 89 330 000 EUR aan vastleggingskredieten in rubriek 1b beschikbaar gesteld.

Dit bedrag wordt gebruikt ter aanvulling van de financiële middelen van de Cypriotische structuurfondsenprogramma’s binnen rubriek 1b.

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Straatsburg, 20 november 2013.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

V. LEŠKEVIČIUS


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.


20.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 50/20


BESLUIT 2014/98/GBVB VAN DE RAAD

van 17 februari 2014

houdende wijziging van Besluit 2011/101/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Zimbabwe

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 15 februari 2011 heeft de Raad Besluit 2011/101/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Zimbabwe vastgesteld (1).

(2)

De Raad heeft Besluit 2011/101/GBVB getoetst in het licht van de politieke ontwikkelingen in Zimbabwe.

(3)

De beperkende maatregelen dienen te worden verlengd tot en met 20 februari 2015.

(4)

De schorsing van het reisverbod en van de bevriezing van tegoeden die tegen het merendeel van de in bijlage I bij Besluit 2011/101/GBVB vermelde personen en entiteiten gelden, dient ook verlengd te worden. Deze maatregelen dienen ook te worden geschorst voor een aantal andere in die bijlage genoemde personen. Het reisverbod en de bevriezing van de tegoeden dienen te worden gehandhaafd ten aanzien van twee personen en één entiteit vermeld in die bijlage.

(5)

Besluit 2011/101/GBVB dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2011/101/GBVB wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 4 wordt lid 5 vervangen door:

„5.   De lidstaten kunnen vrijstellingen van de krachtens lid 1 opgelegde maatregelen verlenen voor reizen die plaatsvinden op grond van dringende humanitaire noden, of om, bij wijze van uitzondering, intergouvernementele vergaderingen en door de Europese Unie geïnitieerde vergaderingen of vergaderingen waarvoor de Europese Unie als gastheer optreedt, bij te wonen, waar een politieke dialoog wordt gevoerd waarbij de beleidsdoelstellingen van beperkende maatregelen, zoals de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat in Zimbabwe, rechtstreeks worden bevorderd.”.

2)

Artikel 10 wordt vervangen door:

„Artikel 10

1.   Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

2.   Dit besluit is van toepassing tot en met 20 februari 2015.

3.   De maatregelen in artikel 4, lid 1, en in artikel 5, leden 1 en 2, voor zover van toepassing op de personen en entiteiten in bijlage II, worden tot en met 20 februari 2015 geschorst.

De schorsing wordt elke drie maanden geëvalueerd.

4.   Het besluit wordt voortdurend getoetst en het wordt zo nodig verlengd of gewijzigd indien de Raad oordeelt dat de doelstellingen ervan niet zijn bereikt.”.

Artikel 2

De in bijlage I bij Besluit 2011/101/GBVB genoemde personen die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit worden toegevoegd in bijlage II bij Besluit 2011/101/GBVB.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 17 februari 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

A. TSAFTARIS


(1)  PB L 42 van 16.2.2011, blz. 6.


BIJLAGE

 

Naam (en eventuele aliassen)

1.

Bonyongwe, Happyton

2.

Chihuri, Augustine

3.

Chiwenga, Constantine

4.

Mutasa, Didymus Noel Edwin

5.

Nyikayaramba, Douglas

6.

Shiri, Perence (ook bekend als Bigboy) Samson Chikerema

7.

Sibanda, Jabulani

8.

Sibanda, Phillip Valerio (ook bekend als Valentine)


20.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 50/22


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 18 februari 2014

tot vaststelling van de lijst van de regio’s die in aanmerking komen voor financiering uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds en van de lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds voor de periode 2014-2020

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 974)

(2014/99/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 (1), en met name artikel 90, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds ondersteunen de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” in alle regio’s die behoren tot niveau 2 van de gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (hierna „NUTS-niveau 2” genoemd) die is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad (2), als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 105/2007 van de Commissie (3).

(2)

Op grond van artikel 90, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 is het noodzakelijk dat de Commissie de lijst opstelt van regio’s die voldoen aan de desbetreffende criteria van elk van de drie categorieën regio’s (minder ontwikkelde regio’s, overgangsregio’s en meer ontwikkelde regio’s) op NUTS-niveau 2.

(3)

Op grond van artikel 90, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 is het voorts noodzakelijk dat de Commissie de lijst opstelt van de lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds, alsmede een lijst van de lidstaten die bij wijze van bijzondere overgangsmaatregel steun ontvangen uit het Cohesiefonds.

(4)

Volgens punt 32 van de conclusies van het meerjarig financieel kader 2014-2020, goedgekeurd door de Europese Raad van 7/8 februari 2013, behoren, als een lidstaat daarom verzoekt, regio’s van NUTS-niveau 2 die zijn samengevoegd bij Verordening (EU) nr. 31/2011 van de Commissie (4), en waar de toepassing van de gewijzigde NUTS-nomenclatuur leidt tot wijzigingen van de subsidiabiliteitscategorie van één of meer van de betrokken gebieden, tot de categorie bepaald op het niveau van de gewijzigde NUTS-regio. Bijgevolg dient dit besluit in overeenstemming te zijn met deze conclusies.

(5)

Omwille van de transparantie dienen de codes en de namen van de regio’s van NUTS-niveau 2 die vanaf 1 januari 2012 van toepassing zijn overeenkomstig Verordening (EU) nr. 31/2011 eveneens opgenomen te worden in de bijlagen bij dit besluit.

(6)

De lijst van de in aanmerking komende regio’s en lidstaten dient derhalve dienovereenkomstig te worden vastgesteld,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De regio’s die onder de minder ontwikkelde categorie vallen en die in aanmerking komen voor financiering uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) en het Europees Sociaal Fonds (ESF) zijn vermeld in bijlage I.

Artikel 2

De regio’s die onder de overgangscategorie vallen en in aanmerking komen voor financiering uit het EFRO en het ESF zijn vermeld in bijlage II.

Artikel 3

De regio’s die onder de meer ontwikkelde categorie vallen en in aanmerking komen voor financiering uit het EFRO en het ESF zijn vermeld in bijlage III.

Artikel 4

De lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds zijn vermeld in bijlage IV.

Artikel 5

De lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds bij wijze van bijzondere overgangsmaatregel zijn vermeld in bijlage V.

Artikel 6

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 18 februari 2014.

Voor de Commissie

Johannes HAHN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320.

(2)  Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 105/2007 van de Commissie van 1 februari 2007 tot wijziging van de bijlagen bij Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (PB L 39 van 10.2.2007, blz. 1).

(4)  Verordening (EU) nr. 31/2011 van de Commissie van 17 januari 2011 tot wijziging van de bijlagen bij Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (PB L 13 van 18.1.2011, blz. 3).


BIJLAGE I

Lijst van minder ontwikkelde regio’s op grond van artikel 1

 

 

NUTS 2010 (1)

BG31

Северозападен (Severozapaden)

 

BG32

Северен централен (Severen tsentralen)

 

BG33

Североизточен (Severoiztochen)

 

BG34

Югоизточен (Yugoiztochen)

 

BG41

Югозападен (Yugozapaden)

 

BG42

Южен централен (Yuzhen tsentralen)

 

CZ02

Střední Čechy

 

CZ03

Jihozápad

 

CZ04

Severozápad

 

CZ05

Severovýchod

 

CZ06

Jihovýchod

 

CZ07

Střední Morava

 

CZ08

Moravskoslezsko

 

EE00

Eesti

 

GR11

Ανατολική Μακεδονία, Θράκη (Anatoliki Makedonia, Thraki)

(nieuwe code EL11)

GR12

Κεντρική Μακεδονία (Kentriki Makedonia)

(nieuwe code EL12)

GR14

Θεσσαλία (Thessalia)

(nieuwe code EL14)

GR21

Ήπειρος (Ipeiros)

(nieuwe code EL21)

GR23

Δυτική Ελλάδα (Dytiki Ellada)

(nieuwe code EL23)

ES43

Extremadura

 

FR91

Guadeloupe

 

FR92

Martinique

 

FR93

Guyana

 

FR94

Réunion

 

FR–

Mayotte

 

HR03

Jadranska Hrvatska

 

HR04

Kontinentalna Hrvatska

 

ITF3

Campania

 

ITF4

Puglia

 

ITF5

Basilicata

 

ITF6

Calabria

 

ITG1

Sicilia

 

LV00

Latvija

 

LT00

Lietuva

 

HU21

Közép-Dunántúl

 

HU22

Nyugat-Dunántúl

 

HU23

Dél-Dunántúl

 

HU31

Észak-Magyarország

 

HU32

Észak-Alföld

 

HU33

Dél-Alföld

 

PL11

Łódzkie

 

PL21

Małopolskie

 

PL22

Śląskie

 

PL31

Lubelskie

 

PL32

Podkarpackie

 

PL33

Świętokrzyskie

 

PL34

Podlaskie

 

PL41

Wielkopolskie

 

PL42

Zachodniopomorskie

 

PL43

Lubuskie

 

PL51

Dolnośląskie

 

PL52

Opolskie

 

PL61

Kujawsko-Pomorskie

 

PL62

Warmińsko-Mazurskie

 

PL63

Pomorskie

 

PT11

Norte

 

PT16

Centro (P)

(nieuwe naam Centro (PT)

PT18

Alentejo

 

PT20

Região Autónoma dos Açores

 

RO11

Nord-Vest

 

RO12

Centru

 

RO21

Nord-Est

 

RO22

Sud-Est

 

RO31

Sud - Muntenia

 

RO41

Sud-Vest Oltenia

 

RO42

Vest

 

SI01

Vzhodna Slovenija

 

SK02

Západné Slovensko

 

SK03

Stredné Slovensko

 

SK04

Východné Slovensko

 

UKK3

Cornwall and Isles of Scilly

 

UKL1

West Wales and The Valleys

 


(1)  Wijzigingen van de codes en namen ingevoerd bij Verordening (EU) nr. 31/2011 die vanaf 1 januari 2012 van toepassing zijn.


BIJLAGE II

Lijst van overgangsregio’s op grond van artikel 2

 

 

NUTS 2010

BE32

Prov. Hainaut

 

BE33

Prov. Liège

 

BE34

Prov. Luxembourg (B)

(nieuwe naam Prov. Luxembourg (BE))

BE35

Prov. Namur

 

DK02

Sjælland

 

DE41

Brandenburg - Nordost

(samengevoegd in DE40 Brandenburg)

DE42

Brandenburg - Südwest

(samengevoegd in DE40 Brandenburg)

DE80

Mecklenburg-Vorpommern

 

DE93

Lüneburg

 

DED1

Chemnitz

(DED 1 maakt deel uit van DED4 Chemnitz)

DED2

Dresden

 

DEE0

Sachsen-Anhalt

 

DEG0

Thüringen

 

GR13

Δυτική Μακεδονία (Dytiki Makedonia)

(nieuwe code EL13)

GR22

Ιόνια Νησιά (Ionia Nisia)

(nieuwe code EL22)

GR24

Στερεά Ελλάδα (Sterea Ellada)

(nieuwe code EL24)

GR25

Πελοπόννησος (Peloponnisos)

(nieuwe code EL25)

GR41

Βόρειο Αιγαίο (Voreio Aigaio)

(nieuwe code EL41)

GR43

Κρήτη (Kriti)

(nieuwe code EL43)

ES42

Castilla-La Mancha

 

ES61

Andalucía

 

ES62

Región de Murcia

 

ES64

Ciudad Autónoma de Melilla

 

ES70

Canarias

 

FR22

Picardie

 

FR25

Basse-Normandie

 

FR30

Nord — Pas-de-Calais

 

FR41

Lorraine

 

FR43

Franche-Comté

 

FR53

Poitou-Charentes

 

FR63

Limousin

 

FR72

Auvergne

 

FR81

Languedoc-Roussillon

 

FR83

Corse

 

ITF1

Abruzzo

 

ITF2

Molise

 

ITG2

Sardegna

 

MT00

Malta

 

AT11

Burgenland (A)

(nieuwe naam Burgenland (AT))

PT15

Algarve

 

UKC1

Tees Valley and Durham

 

UKD1

Cumbria

 

UKD4

Lancashire

 

UKD5

Merseyside

 

UKE1

East Yorkshire and Northern Lincolnshire

 

UKE3

South Yorkshire

 

UKF3

Lincolnshire

 

UKG2

Shropshire and Staffordshire

 

UKK4

Devon

 

UKM6

Highlands and Islands

 

UKN0

Northern Ireland

 


BIJLAGE III

Lijst van meer ontwikkelde regio’s op grond van artikel 3

 

 

NUTS 2010

BE10

Région de Bruxelles-Capitale/Brussels Hoofdstedelijk Gewest

 

BE21

Prov. Antwerpen

 

BE22

Prov. Limburg (B)

(nieuwe naam Prov. Limburg (BE))

BE23

Prov. Oost-Vlaanderen

 

BE24

Prov. Vlaams-Brabant

 

BE25

Prov. West-Vlaanderen

 

BE31

Prov. Brabant Wallon

 

CZ01

Praha

 

DK01

Hovedstaden

 

DK03

Syddanmark

 

DK04

Midtjylland

 

DK05

Nordjylland

 

DE11

Stuttgart

 

DE12

Karlsruhe

 

DE13

Freiburg

 

DE14

Tübingen

 

DE21

Oberbayern

 

DE22

Niederbayern

 

DE23

Oberpfalz

 

DE24

Oberfranken

 

DE25

Mittelfranken

 

DE26

Unterfranken

 

DE27

Schwaben

 

DE30

Berlin

 

DE50

Bremen

 

DE60

Hamburg

 

DE71

Darmstadt

 

DE72

Gießen

 

DE73

Kassel

 

DE91

Braunschweig

 

DE92

Hannover

 

DE94

Weser-Ems

 

DEA1

Düsseldorf

 

DEA2

Köln

 

DEA3

Münster

 

DEA4

Detmold

 

DEA5

Arnsberg

 

DEB1

Koblenz

 

DEB2

Trier

 

DEB3

Rheinhessen-Pfalz

 

DEC0

Saarland

 

DED3

Leipzig

(DED3 omvat DED5 Leipzig en een deel van DED4 Chemnitz)

DEF0

Schleswig-Holstein

 

IE01

Border, Midland and Western

 

IE02

Southern and Eastern

 

GR30

Αττική (Attiki)

(nieuwe code EL30)

GR42

Νότιο Αιγαίο (Notio Aigaio)

(nieuwe code EL42)

ES11

Galicia

 

ES12

Principado de Asturias

 

ES13

Cantabria

 

ES21

País Vasco

 

ES22

Comunidad Foral de Navarra

 

ES23

La Rioja

 

ES24

Aragón

 

ES30

Comunidad de Madrid

 

ES41

Castilla y León

 

ES51

Cataluña

 

ES52

Comunidad Valenciana

 

ES53

Illes Balears

 

ES63

Ciudad Autónoma de Ceuta

 

FR10

Île de France

 

FR21

Champagne-Ardenne

 

FR23

Haute-Normandie

 

FR24

Centre

 

FR26

Bourgogne

 

FR42

Alsace

 

FR51

Pays de la Loire

 

FR52

Bretagne

 

FR61

Aquitaine

 

FR62

Midi-Pyrénées

 

FR71

Rhône-Alpes

 

FR82

Provence-Alpes-Côte d’Azur

 

ITC1

Piemonte

 

ITC2

Valle d’Aosta/Vallée d’Aoste

 

ITC3

Liguria

 

ITC4

Lombardia

 

ITD1

Provincia Autonoma Bolzano/Bozen

(nieuwe code en naam ITH1 Provincia autonoma di Bolzano/Bozen)

ITD2

Provincia Autonoma Trento

(nieuwe code en naam ITH2 Provincia autonoma di Trento)

ITD3

Veneto

(nieuwe code ITH3)

ITD4

Friuli-Venezia Giulia

(nieuwe code ITH4)

ITD5

Emilia-Romagna

 

ITE1

Toscana

(nieuwe code ITI1)

ITE2

Umbria

(nieuwe code ITI2)

ITE3

Marche

 

ITE4

Lazio

(nieuwe code ITI4)

CY00

Κύπρος/Kıbrıs (Kýpros/Kıbrıs)

(nieuwe naam Κύπρος (Kýpros))

LU00

Luxembourg (Grand-Duché)

(nieuwe naam Luxembourg)

HU10

Közép-Magyarország

 

NL11

Groningen

 

NL12

Friesland (NL)

 

NL13

Drenthe

 

NL21

Overijssel

 

NL22

Gelderland

 

NL23

Flevoland

 

NL31

Utrecht

 

NL32

Noord-Holland

 

NL33

Zuid-Holland

 

NL34

Zeeland

 

NL41

Noord-Brabant

 

NL42

Limburg (NL)

 

AT12

Niederösterreich

 

AT13

Wien

 

AT21

Kärnten

 

AT22

Steiermark

 

AT31

Oberösterreich

 

AT32

Salzburg

 

AT33

Tirol

 

AT34

Vorarlberg

 

PL12

Mazowieckie

 

PT17

Lisboa

 

PT30

Região Autónoma da Madeira

 

RO32

București - Ilfov

 

SI02

Zahodna Slovenija

 

SK01

Bratislavský kraj

 

FI13

Itä-Suomi

(samengevoegd in FI1D Pohjois- ja Itä-Suomi)

FI1A

Pohjois-Suomi

(samengevoegd in FI1D Pohjois- ja Itä-Suomi)

FI18

Etelä-Suomi

(opgesplitst in FI1B Helsinki-Uusimaa en FI1C Etelä-Suomi)

FI19

Länsi-Suomi

 

FI20

Åland

 

SE11

Stockholm

 

SE12

Östra Mellansverige

 

SE21

Småland med öarna

 

SE22

Sydsverige

 

SE23

Västsverige

 

SE31

Norra Mellansverige

 

SE32

Mellersta Norrland

 

SE33

Övre Norrland

 

UKC2

Northumberland and Tyne and Wear

 

UKD2

Cheshire

 

UKD3

Greater Manchester

 

UKE2

North Yorkshire

 

UKE4

West Yorkshire

 

UKF1

Derbyshire and Nottinghamshire

 

UKF2

Leicestershire, Rutland and Northamptonshire

 

UKG1

Herefordshire, Worcestershire and Warwickshire

 

UKG3

West Midlands

 

UKH1

East Anglia

 

UKH2

Bedfordshire and Hertfordshire

 

UKH3

Essex

 

UKI1

Inner London

 

UKI2

Outer London

 

UKJ1

Berkshire, Buckinghamshire and Oxfordshire

 

UKJ2

Surrey, East and West Sussex

 

UKJ3

Hampshire and Isle of Wight

 

UKJ4

Kent

 

UKK1

Gloucestershire, Wiltshire and Bristol/Bath area

 

UKK2

Dorset and Somerset

 

UKL2

East Wales

 

UKM2

Eastern Scotland

 

UKM3

South Western Scotland

 

UKM5

North Eastern Scotland

 


BIJLAGE IV

Lijst van de lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds op grond van artikel 4

 

Bulgarije

 

Tsjechië

 

Estland

 

Griekenland

 

Kroatië

 

Letland

 

Litouwen

 

Hongarije

 

Malta

 

Polen

 

Portugal

 

Roemenië

 

Slovenië

 

Slowakije


BIJLAGE V

Lijst van de lidstaten die bij wijze van bijzondere overgangsmaatregel in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds op grond van artikel 5

Cyprus


20.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 50/35


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 18 februari 2014

tot vaststelling van bepaalde tijdelijke beschermende maatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest in Polen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 1179)

(Slechts de tekst in de Poolse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/100/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name artikel 9, lid 3,

Gezien Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (2), en met name artikel 10, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Afrikaanse varkenspest is een virale infectieziekte bij als huisdier gehouden varkens en bij wilde varkens en kan ernstige gevolgen hebben voor de rentabiliteit van de varkenshouderij waardoor de handel in de Unie en de uitvoer naar derde landen worden verstoord.

(2)

Bij een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bestaat het risico dat de ziekteverwekker naar andere varkenshouderijen en naar wilde varkens wordt verspreid. Dan kan de ziekte zich van de ene lidstaat naar de andere en naar derde landen verspreiden door de handel in levende varkens of producten daarvan.

(3)

Richtlijn 2002/60/EG van de Raad (3) stelt in de Unie toe te passen minimummaatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest vast. Artikel 15 van Richtlijn 2002/60/EG voorziet in de afbakening van een besmet gebied na de bevestiging van één of meer gevallen van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens.

(4)

Polen heeft de Commissie in kennis gesteld van de huidige situatie op het gebied van Afrikaanse varkenspest op zijn grondgebied en heeft overeenkomstig artikel 15 van Richtlijn 2002/60/EG een besmet gebied afgebakend waar de in de artikelen 15 en 16 van die richtlijn bedoelde maatregelen worden toegepast.

(5)

Om te voorkomen dat de handel in de Unie onnodig wordt verstoord en om te vermijden dat derde landen ongerechtvaardigde handelsbelemmeringen opwerpen, moet in samenwerking met de betrokken lidstaat een EU-lijst worden opgesteld van de besmette gebieden in Polen waarvoor beperkingen in verband met Afrikaanse varkenspest gelden.

(6)

Dienovereenkomstig moet, in afwachting van de volgende vergadering van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, overeenkomstig artikel 15 van Richtlijn 2002/60/EG een lijst van de besmette gebieden in Polen in de bijlage bij dit besluit worden opgenomen en moet de duur van die regionalisering worden vastgesteld.

(7)

Dit besluit moet opnieuw worden bekeken tijdens de volgende vergadering van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Polen ziet erop toe dat het overeenkomstig artikel 15 van Richtlijn 2002/60/EG afgebakende besmette gebied ten minste de in de bijlage bij dit besluit vermelde gebieden omvat.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing tot en met 14 maart 2014.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Republiek Polen.

Gedaan te Brussel, 18 februari 2014.

Voor de Commissie

Tonio BORG

Lid van de Commissie


(1)  PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13.

(2)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.

(3)  Richtlijn 2002/60/EG van de Raad van 27 juni 2002 houdende vaststelling van specifieke bepalingen voor de bestrijding van Afrikaanse varkenspest (PB L 192 van 20.7.2002, blz. 27).


BIJLAGE

BESMET GEBIED

De volgende gebieden in de Republiek Polen:

in het woiwodschap Podlaskie: het powiat Sejneński; in het powiat Augustowski: de gemeenten Płaska, Lipsk en Sztabin; het powiat Sokólski; in het powiat Białostocki: de gemeenten Czarna Białostocka, Supraśl, Zabudów, Michałowo en Gródek; en de powiats Hajnowski, Bielski en Siemiatycki;

in het woiwodschap Mazowieckie: het powiat Łosicki;

in het woiwodschap Lubelskie: de powiats Bialski en Włodawski.


Rectificaties

20.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 50/37


Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1241/2012 van de Raad van 11 december 2012 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1138/2011 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en definitieve inning van het voorlopige recht op bepaalde vetalcoholen en mengsels daarvan, van oorsprong uit India, Indonesië en Maleisië

( Publicatieblad van de Europese Unie L 352 van 21 december 2012 )

Bladzijde 4, artikel 1, tabel, kolom „Onderneming”:

in plaats van:

„P.T. Ecogreen Oleochemicals Batam, Kabil, Batam”,

te lezen:

„P.T. Ecogreen Oleochemicals, Kabil, Batam”.