ISSN 1977-0758 doi:10.3000/19770758.L_2014.050.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 50 |
|
![]() |
||
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
57e jaargang |
|
|
Rectificaties |
|
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
20.2.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 50/1 |
VERORDENING (EU) Nr. 153/2014 VAN DE RAAD
van 17 februari 2014
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 314/2004 inzake bepaalde beperkende maatregelen tegen Zimbabwe en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 298/2013
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,
Gezien het gezamenlijk voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 314/2004 van de Raad (1) voorziet in de tenuitvoerlegging van de maatregelen tegen Zimbabwe bedoeld bij Besluit 2011/101/GBVB van de Raad (2), waaronder de bevriezing van tegoeden en economische middelen van bepaalde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen. |
(2) |
De schorsing van de reisbeperkingen en de bevriezing van tegoeden die van toepassing zijn op het merendeel van de in bijlage I bij Besluit 2011/101/GBVB vermelde personen en entiteiten dient verlengd te worden, en ook uitgebreid te worden om nog eens acht personen te omvatten. |
(3) |
Sommige van deze maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en derhalve is regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging ervan, met name om te garanderen dat zij in alle lidstaten op uniforme wijze door de marktdeelnemers worden toegepast. |
(4) |
Een geactualiseerde bijlage dient bij Verordening (EG) nr. 314/2004 gevoegd te worden, om nog eens acht personen toe te voegen die in aanmerking komen om te genieten van de schorsing van de verbodsbepalingen uit artikel 6, leden 1 en 2 daarvan, naast de 81 personen en acht entiteiten die reeds van de bij Verordening (EU) nr. 298/2013 van de Raad (3) voorziene schorsing van de toepassing van artikel 6 genieten. |
(5) |
Verordening (EG) nr. 314/2004 dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd. |
(6) |
De in Verordening (EU) nr. 298/2013 voorziene verlenging van de schorsing verstrijkt op 20 februari 2014 en in die verlenging dient voorzien te worden in onderhavige verordening. Met het oog op de juridische duidelijkheid dient Verordening (EU) nr. 298/2013 derhalve te worden ingetrokken. |
(7) |
Om de effectiviteit van de maatregelen waarin deze verordening voorziet te waarborgen, dient deze verordening in werking te treden op de dag waarop zij wordt vastgesteld, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 314/2004 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Aan artikel 6 wordt het volgende lid 4 toegevoegd: „4. De maatregelen in de leden 1 en 2 worden geschorst, voor zover deze van toepassing zijn op de personen en entiteiten die in bijlage IV worden vermeld.”. |
2) |
De bijlage bij onderhavige verordening wordt toegevoegd als bijlage IV. |
Artikel 2
Verordening (EU) nr. 298/2013 wordt ingetrokken.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 februari 2014.
Voor de Raad
De voorzitter
A. TSAFTARIS
(1) Verordening (EG) nr. 314/2004 van de Raad van 19 februari 2004 inzake bepaalde beperkende maatregelen tegen Zimbabwe (PB L 55 van 24.2.2004, blz. 1).
(2) Besluit 2011/101/GBVB van 15 februari 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Zimbabwe (PB L 42 van 16.2.2011, blz. 6).
(3) Verordening (EU) nr. 298/2013 van de Raad van 27 maart 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 314/2004 inzake bepaalde beperkende maatregelen tegen Zimbabwe (PB L 90 van 28.3.2013, blz. 48).
BIJLAGE
„BIJLAGE IV
Lijst van personen en entiteiten bedoeld in artikel 6, lid 4
I. Personen
|
Naam (en eventuele aliassen) |
1. |
Abu Basutu, Titus Mehliswa Johna |
2. |
Bonyongwe, Happyton Mabhuya |
3. |
Buka (ook bekend als Bhuka), Flora |
4. |
Bvudzijena, Wayne |
5. |
Charamba, George |
6. |
Chidarikire, Faber Edmund |
7. |
Chigwedere, Aeneas Soko |
8. |
Chihota, Phineas |
9. |
Chihuri, Augustine |
10. |
Chinamasa, Patrick Anthony |
11. |
Chindori-Chininga, Edward Takaruza |
12. |
Chinotimba, Joseph |
13. |
Chipwere, Augustine |
14. |
Chiwenga, Constantine |
15. |
Chombo, Ignatius Morgan Chiminya |
16. |
Dinha, Martin |
17. |
Goche, Nicholas Tasunungurwa |
18. |
Gono, Gideon |
19. |
Gurira, Cephas T. |
20. |
Gwekwerere, Stephen (ook bekend als Steven) |
21. |
Kachepa, Newton |
22. |
Karakadzai, Mike Tichafa |
23. |
Kasukuwere, Saviour |
24. |
Kazangarare, Jawet |
25. |
Khumalo, Sibangumuzi |
26. |
Kunonga, Nolbert (ook bekend als Nobert) |
27. |
Kwainona, Martin |
28. |
Langa, Andrew |
29. |
Mabunda, Musarashana |
30. |
Machaya, Jason (ook bekend als Jaison) Max Kokerai |
31. |
Made, Joseph Mtakwese |
32. |
Madzongwe, Edna (ook bekend als Edina) |
33. |
Maluleke, Titus |
34. |
Mangwana, Paul Munyaradzi |
35. |
Marumahoko, Reuben |
36. |
Masuku, Angeline |
37. |
Mathema, Cain Ginyilitshe Ndabazekhaya |
38. |
Mathuthu, Thokozile (ook bekend als Sithokozile) |
39. |
Matibiri, Innocent Tonderai |
40. |
Matiza, Joel Biggie |
41. |
Matonga, Brighton (ook bekend als Bright) |
42. |
Mhandu, Cairo (ook bekend als Kairo) |
43. |
Mhonda, Fidellis |
44. |
Midzi, Amos Bernard (Mugenva) |
45. |
Mnangagwa, Emmerson Dambudzo |
46. |
Mohadi, Kembo Campbell Dugishi |
47. |
Moyo, Jonathan Nathaniel |
48. |
Moyo, Sibusio Bussie |
49. |
Moyo, Simon Khaya |
50. |
Mpofu, Obert Moses |
51. |
Muchena, Henry |
52. |
Muchena, Olivia Nyembesi (ook bekend als Nyembezi) |
53. |
Muchinguri, Oppah Chamu Zvipange |
54. |
Mudede, Tobaiwa (ook bekend als Tonneth) |
55. |
Mujuru, Joyce Teurai Ropa |
56. |
Mumbengegwi, Simbarashe Simbanenduku |
57. |
Murerwa, Herbert Muchemwa |
58. |
Musariri, Munyaradzi |
59. |
Mushohwe, Christopher Chindoti |
60. |
Mutasa, Didymus Noel Edwin |
61. |
Mutezo, Munacho Thomas Alvar |
62. |
Mutinhiri, Ambros (ook bekend als Ambrose) |
63. |
Mzembi, Walter |
64. |
Mzilikazi, Morgan S. |
65. |
Nguni, Sylvester Robert |
66. |
Nhema, Francis Chenayimoyo Dunstan |
67. |
Nyanhongo, Magadzire Hubert |
68. |
Nyikayaramba, Douglas |
69. |
Nyoni, Sithembiso Gile Glad |
70. |
Rugeje, Engelbert Abel |
71. |
Rungani, Victor Tapiwa Chashe |
72. |
Sakupwanya, StanleyUrayayi |
73. |
Savanhu, Tendai |
74. |
Sekeramayi, Sydney (ook bekend als Sidney) Tigere |
75. |
Sekeremayi, Lovemore |
76. |
Shamu, Webster Kotiwani |
77. |
Shamuyarira, Nathan Marwirakuwa |
78. |
Shiri, Perence (ook bekend als Bigboy) Samson Chikerema |
79. |
Shungu, Etherton |
80. |
Sibanda, Chris |
81. |
Sibanda, Jabulani |
82. |
Sibanda, Misheck Julius Mpande |
83. |
Sibanda, Phillip Valerio (ook bekend als Valentine) |
84. |
Sigauke, David |
85. |
Sikosana, (ook bekend als Sikhosana), Absolom |
86. |
Tarumbwa, Nathaniel Charles |
87. |
Tomana, Johannes |
88. |
Veterai, Edmore |
89. |
Zimondi, Paradzai Willings |
II. Entiteiten
|
Naam |
1. |
Cold Comfort Farm Trust Co-operative |
2. |
Comoil (PVT) Ltd |
3. |
Famba Safaris |
4. |
Jongwe Printing and Publishing Company (PVT) Ltd (ook bekend als Jongwe Printing and Publishing Co., ook bekend als Jongwe Printing and Publishing Company) |
5. |
M & S Syndicate (PVT) Ltd |
6. |
OSLEG Ltd (ook bekend als Operation Sovereign Legitimacy) |
7. |
Swift Investments (PVT) Ltd |
8. |
Zidco Holdings (ook bekend als Zidco Holdings (PVT) Ltd)” |
20.2.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 50/7 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 154/2014 VAN DE COMMISSIE
van 19 februari 2014
tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de voorwaarden voor de goedkeuring van de werkzame stof extract van theeboom
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 13, lid 2, onder c), en artikel 78, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De werkzame stof extract van theeboom is in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (2) opgenomen bij Richtlijn 2008/127/EG van de Commissie (3) volgens de procedure van artikel 24 ter van Verordening (EG) nr. 2229/2004 van de Commissie (4). Sinds de vervanging van Richtlijn 91/414/EEG door Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt deze stof geacht krachtens die verordening te zijn goedgekeurd en is zij opgenomen in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (5). |
(2) |
Overeenkomstig artikel 25 bis van Verordening (EG) nr. 2229/2004 heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) op 16 december 2011 haar standpunt over het ontwerpevaluatieverslag voor extract van theeboom (6) aan de Commissie voorgelegd. De EFSA heeft haar standpunt over extract van theeboom aan de kennisgever meegedeeld, die door de Commissie is verzocht het ontwerpevaluatieverslag voor extract van theeboom te becommentariëren. Het ontwerpevaluatieverslag en het standpunt van de EFSA zijn door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 13 december 2013 goedgekeurd in de vorm van het evaluatieverslag van de Commissie voor extract van theeboom. |
(3) |
Er wordt bevestigd dat de werkzame stof extract van theeboom geacht moet worden krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 te zijn goedgekeurd. |
(4) |
Overeenkomstig artikel 13, lid 2, juncto artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en in het licht van de huidige wetenschappelijke en technische kennis moeten de goedkeuringsvoorwaarden worden gewijzigd. Er moet met name om verdere bevestigende informatie worden gevraagd. |
(5) |
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(6) |
De lidstaten moet voldoende tijd worden gegund om de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die extract van theeboom bevatten, te wijzigen of in te trekken. |
(7) |
Als de lidstaten overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 een respijtperiode toekennen voor gewasbeschermingsmiddelen die extract van theeboom bevatten, moet deze periode uiterlijk 18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening aflopen. |
(8) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011
Deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Overgangsmaatregelen
Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 moeten de lidstaten indien nodig de bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die extract van theeboom als werkzame stof bevatten, uiterlijk op 12 september 2014 wijzigen of intrekken.
Artikel 3
Respijtperiode
Een door de lidstaten overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 toegekende respijtperiode moet zo kort mogelijk zijn en uiterlijk op 12 september 2015 aflopen.
Artikel 4
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 februari 2014.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.
(2) Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1).
(3) Richtlijn 2008/127/EG van de Commissie van 18 december 2008 tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde verscheidene werkzame stoffen op te nemen (PB L 344 van 20.12.2008, blz. 89).
(4) Verordening (EG) nr. 2229/2004 van de Commissie van 3 december 2004 houdende nadere bepalingen voor de uitvoering van de vierde fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 379 van 24.12.2004, blz. 13).
(5) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).
(6) Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance extract from tea tree, EFSA Journal 2012; 10(2):2542. Online beschikbaar op: www.efsa.europa.eu/efsajournal.htm
BIJLAGE
In deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt rij 228 over de werkzame stof extract van theeboom vervangen door:
Nummer |
Benaming, identificatie-nummers |
IUPAC-benaming |
Zuiverheid (1) |
Datum van goedkeuring |
Geldigheidsduur |
Specifieke bepalingen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„228 |
Extract van theeboom CAS-nr.: theeboomolie 68647-73-4 Belangrijkste bestanddelen:
CIPAC-nr.: 914 |
Theeboomolie is een complex mengsel van chemische stoffen |
|
1 september 2009 |
31 augustus 2019 |
DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide in broeikassen. DEEL B Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over extract van theeboom (SANCO/2609/2008 definitief), en met name met de aanhangsels I en II, dat op 13 december 2013 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht schenken aan:
De gebruiksvoorwaarden moeten waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten. De kennisgever moet bevestigende informatie verstrekken over:
De kennisgever moet die informatie uiterlijk op 30 april 2016 bij de Commissie, de lidstaten en de EFSA indienen.” |
(1) De evaluatieverslagen bevatten nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stoffen.
20.2.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 50/11 |
VERORDENING (EU) Nr. 155/2014 VAN DE COMMISSIE
van 19 februari 2014
tot weigering van een vergunning voor bepaalde gezondheidsclaims voor levensmiddelen die niet over ziekterisicobeperking en de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen gaan
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (1), en met name artikel 18, lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens Verordening (EG) nr. 1924/2006 zijn gezondheidsclaims voor levensmiddelen verboden, tenzij de Commissie daarvoor overeenkomstig die Verordening een vergunning heeft verleend en zij zijn opgenomen in een lijst van toegestane claims. |
(2) |
Verordening (EG) nr. 1924/2006 bepaalt tevens dat aanvragen voor een vergunning voor een gezondheidsclaim door exploitanten van levensmiddelenbedrijven bij de bevoegde nationale autoriteit van een lidstaat kunnen worden ingediend. De bevoegde nationale autoriteit moet geldige aanvragen doorsturen naar de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, hierna „de EFSA” genoemd, voor een wetenschappelijke beoordeling en naar de Commissie en de lidstaten ter informatie. |
(3) |
De EFSA brengt een advies uit over de desbetreffende gezondheidsclaim. |
(4) |
De Commissie moet bij haar besluit over de verlening van een vergunning voor gezondheidsclaims rekening houden met het advies van de EFSA. |
(5) |
Ingevolge een aanvraag van Vitabiotics Ltd, die werd ingediend overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, moest de EFSA advies uitbrengen over een gezondheidsclaim die betrekking had op de effecten van L-tyrosine en de bijdrage aan de normale synthese van dopamine (Vraag nr. EFSA-Q-2011-00319) (2). De door de aanvrager voorgestelde claim luidde als volgt: „L-tyrosine is noodzakelijk voor de natuurlijke vorming van dopamine”. |
(6) |
Op 20 juli 2011 hebben de Commissie en de lidstaten het wetenschappelijk advies van de EFSA ontvangen, die concludeerde dat de rol van L-tyrosine bij de normale synthese van catecholaminen bij de bevolking reeds met positief resultaat in een eerder advies (3) met betrekking tot de beoordeling van claims als bedoeld in artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1924/2006 aan de orde is geweest en dat L-tyrosine het beginpunt vormt voor de synthese van alle catecholaminen, met inbegrip van dopamine. De EFSA concludeerde derhalve dat een oorzakelijk verband tussen het gebruik van L-tyrosine in een proteïne-dieet en de bijdrage aan een normale synthese van dopamine was vastgesteld en stelde als passende gebruiksvoorwaarden voor dat „een levensmiddel ten minste een bron van eiwitten als bedoeld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1924/2006 moet zijn”. |
(7) |
De Commissie en de lidstaten hebben afgewogen of de gezondheidsclaim waarin deze conclusies tot uiting komen, onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden toegelaten zou moeten worden, daar de verlening van een vergunning ook rechtmatig mag worden geweigerd als de gezondheidsclaims niet voldoen aan andere algemene en specifieke voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006, zelfs in geval van een gunstige wetenschappelijke beoordeling door de EFSA. In haar antwoord van 9 november 2012 op het verzoek van de Commissie om (onder meer) verduidelijking met betrekking tot het bewijs dat ter ondersteuning van de gezondheidsclaim inzake L-tyrosine en de voorgestelde gebruiksvoorwaarden voorgelegd was, wees de EFSA erop dat haar conclusies omtrent de gezondheidsclaim waren gebaseerd op de welbekende biochemische rol van L-tyrosine, wanneer die in proteïne voorkomt. Voorts verklaarde zij op basis van het voorgelegde bewijs geen kwantitatieve aanduiding te kunnen geven over de dagelijkse inname van L-tyrosine die op zich nodig is om het gunstige fysiologische effect te bewerkstelligen. Derhalve kunnen voor deze claim geen specifieke gebruiksvoorwaarden worden vastgesteld die waarborgen dat het eindproduct de benodigde hoeveelheid L-tyrosine bevat om de gunstige fysiologische effecten in de zin van artikel 5, lid 1, onder b), i), van Verordening (EG) nr. 1924/2006 te bewerkstelligen. Bij gebrek aan dergelijke specifieke gebruiksvoorwaarden kan het gunstige effect van de stof waarop de claim betrekking heeft, niet worden gewaarborgd en zou de claim derhalve misleidend kunnen zijn voor consumenten. De claim mag bijgevolg niet worden toegestaan, aangezien hij niet voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006. |
(8) |
Ingevolge een aanvraag van Pierre Fabre Dermo-Cosmétique, die werd ingediend overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, moest de EFSA advies uitbrengen over een gezondheidsclaim die betrekking had op het gebruik van ijzer en het behoud van normale haargroei (Vraag nr. EFSA-Q-2012-00059) (4). De door de aanvrager voorgestelde claim luidde als volgt: „Buitensporig haarverlies bij vrouwen die niet in de menopauze zijn”. |
(9) |
Op 15 maart 2012 hebben de Commissie en de lidstaten het wetenschappelijk advies van de EFSA ontvangen, waarin op grond van de overgelegde gegevens is geconcludeerd dat geen oorzakelijk verband was vastgesteld tussen het gebruik van ijzer en normale haargroei. De claim mag bijgevolg niet worden toegestaan, aangezien hij niet voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006. |
(10) |
Ingevolge een aanvraag van Biocodex, die werd ingediend overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, moest de EFSA advies uitbrengen over een gezondheidsclaim die betrekking had op het gebruik van citrulline-malaat en een sneller herstel van spiervermoeidheid na lichaamsbeweging (Vraag nr. EFSA-Q-2011-00931) (5). De door de aanvrager voorgestelde claim luidde als volgt: „Het behoud van adenosinetrifosfaatgehaltes door een verlaging van overtollige lactaten ter herstel van spiervermoeidheid”. |
(11) |
Op 11 mei 2012 hebben de Commissie en de lidstaten het wetenschappelijk advies van de EFSA ontvangen, waarin op grond van de overgelegde gegevens is geconcludeerd dat geen oorzakelijk verband was vastgesteld tussen het gebruik van citrulline-malaat en het beweerde effect. De claim mag bijgevolg niet worden toegestaan, aangezien hij niet voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006. |
(12) |
Ingevolge een aanvraag van Nutrilinks Sarl, die werd ingediend overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, moest de EFSA advies uitbrengen over een gezondheidsclaim die betrekking had op de effecten van Eff EXT™ en het behoud van de normale soepelheid van de gewrichten (Vraag nr. EFSA-Q-2012-00384) (6). De door de aanvrager voorgestelde claim luidde onder meer als volgt: „Draagt bij aan soepelheid van gewrichten”. |
(13) |
Op 14 december 2012 hebben de Commissie en de lidstaten het wetenschappelijk advies van de EFSA ontvangen, waarin op grond van de overgelegde gegevens is geconcludeerd dat geen oorzakelijk verband was vastgesteld tussen het gebruik van Eff EXT™ en het beweerde effect. De claim mag bijgevolg niet worden toegestaan, aangezien hij niet voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006. |
(14) |
Ingevolge een aanvraag van Nutrilinks Sarl, die werd ingediend overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, moest de EFSA advies uitbrengen over een gezondheidsclaim die betrekking had op de effecten van krillolie en het behouden van een welzijnsgevoel in de gewrichten (Vraag nr. EFSA-Q-2012-00385) (7). De door de aanvrager voorgestelde claim luidde onder meer als volgt: „Draagt bij aan het versterken van een welzijnsgevoel bij gevoelige gewrichten”. |
(15) |
Op 14 december 2012 hebben de Commissie en de lidstaten het wetenschappelijk advies van de EFSA ontvangen, waarin op grond van de overgelegde gegevens is geconcludeerd dat geen oorzakelijk verband was vastgesteld tussen het gebruik van krillolie en het beweerde effect. De claim mag bijgevolg niet worden toegestaan, aangezien hij niet voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006. |
(16) |
Ingevolge een aanvraag van Nutrilinks Sarl, die werd ingediend overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, moest de EFSA advies uitbrengen over een gezondheidsclaim die betrekking had op de effecten van zaadextract van Vitis vinifera L. en de normale veneuze bloedcirculatie (Vraag nr. EFSA-Q-2012-00387) (8). De door de aanvrager voorgestelde claim luidde onder meer als volgt: „Draagt bij aan het verhogen van de veneuze circulatie in de benen”. |
(17) |
Op 14 december 2012 hebben de Commissie en de lidstaten het wetenschappelijk advies van de EFSA ontvangen, waarin op grond van de overgelegde gegevens is geconcludeerd dat geen oorzakelijk verband was vastgesteld tussen het gebruik van zaadextract van Vitis vinifera L. en het beweerde effect. De claim mag bijgevolg niet worden toegestaan, aangezien hij niet voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006. |
(18) |
Ingevolge een aanvraag van Nutrilinks Sarl, die werd ingediend overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, moest de EFSA advies uitbrengen over een gezondheidsclaim die betrekking had op de effecten van zaadextract van Vitis vinifera L. en „helpt bij het tegengaan van gezwollen benen” (Vraag nr. EFSA-Q-2012-00388) (9). De door de aanvrager voorgestelde claim luidde onder meer als volgt: „Helpt bij het tegengaan van gezwollen benen”. |
(19) |
Op 14 december 2012 hebben de Commissie en de lidstaten het wetenschappelijk advies van de EFSA ontvangen, waarin werd opgemerkt dat de claim betrekking heeft op de vermindering van perifere oedemen in het kader van chronische klinische aandoeningen (bv. chronische veneuze insufficiëntie) en concludeerde op basis van de overgelegde gegevens dat de vermindering van perifere oedemen in het kader van chronische klinische aandoeningen een therapeutisch doel voor hun behandeling is. |
(20) |
Verordening (EG) nr. 1924/2006 vormt een aanvulling op de algemene beginselen van Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (10). Artikel 2, lid 1, onder b), van Richtlijn 2000/13/EG bepaalt dat de etikettering aan levensmiddelen geen eigenschappen mag toeschrijven inzake het voorkomen, behandelen of genezen van een ziekte van de mens, of toespelingen mag maken op dergelijke eigenschappen. De claim met betrekking tot de effecten van zaadextract van Vitis vinifera L. en „helpt bij het tegengaan van gezwollen benen” mag bijgevolg niet worden toegestaan, aangezien het verboden is om een geneeskrachtige werking toe te schrijven aan levensmiddelen. |
(21) |
Ingevolge een aanvraag van Roxlor Nutra LLC, die werd ingediend overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, moest de EFSA advies uitbrengen over een gezondheidsclaim die betrekking had op de effecten van Cynatine® en het behoud van de normale soepelheid van de gewrichten (Vraag nr. EFSA-Q-2012-00570) (11). De door de aanvrager voorgestelde claim luidde onder meer als volgt: „De dagelijkse consumptie van 500 mg Cynatine® helpt de soepelheid van gewrichten te behouden”. |
(22) |
Op 14 december 2012 hebben de Commissie en de lidstaten het wetenschappelijk advies van de EFSA ontvangen, waarin op grond van de overgelegde gegevens is geconcludeerd dat geen oorzakelijk verband was vastgesteld tussen het gebruik van Cynatine® en het beweeerde effect. De claim mag bijgevolg niet worden toegestaan, aangezien hij niet voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006. |
(23) |
Ingevolge een aanvraag van Actina, die werd ingediend overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, moest de EFSA een advies uitbrengen over een gezondheidsclaim met betrekking tot de effecten van OXY 280 en de vermindering van het lichaamsgewicht (Vraag nr. EFSA-Q-2012-00572) (12). De door de aanvrager voorgestelde claim luidde onder meer als volgt: „OXY 280 helpt om gewicht kwijt te raken”. |
(24) |
Op 14 december 2012 hebben de Commissie en de lidstaten het wetenschappelijk advies van de EFSA ontvangen, waarin op grond van de overgelegde gegevens is geconcludeerd dat geen oorzakelijk verband was vastgesteld tussen het gebruik van OXY 280 en het beweerde effect. De claim mag bijgevolg niet worden toegestaan, aangezien hij niet voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006. |
(25) |
Ingevolge een aanvraag van Nutrilinks Sarl, die werd ingediend overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, moest de EFSA advies uitbrengen over een gezondheidsclaim die betrekking had op de effecten van zaadextract van Vitis vinifera L. en „helpt water uit het lichaam weg te laten vloeien in geval van waterophoping” (Vraag nr. EFSA-Q-2012-00574) (13). De door de aanvrager voorgestelde claim luidde onder meer als volgt: „Helpt water uit het lichaam weg te laten vloeien in geval van waterophoping”. |
(26) |
Op 14 december 2012 hebben de Commissie en de lidstaten het wetenschappelijk advies van de EFSA ontvangen, waarin werd opgemerkt dat de claim betrekking heeft op het behoud van de normale veneuze bloedcirculatie. De EFSA wees erop dat dezelfde gezondheidsverband al in een eerder advies (14) met een negatief resultaat beoordeeld was en dat de verwijzing naar de wetenschappelijke onderbouwing van deze claim al in het eerdere advies aan bod gekomen was. De claim mag bijgevolg niet worden toegestaan, aangezien hij niet voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006. |
(27) |
Ingevolge een aanvraag van Nutrilinks Sarl, die werd ingediend overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, moest de EFSA een advies uitbrengen over een gezondheidsclaim met betrekking tot de effecten van een combinatie van extracten van Paullinia cupana Kunth (guarana) en Camellia sinensis (L.) Kuntze (groene thee) en vermindering van lichaamsgewicht (Vraag nr. EFSA-Q-2012-00590) (15). De door de aanvrager voorgestelde claim luidde onder meer als volgt: „Helpt om vet te verbranden”. |
(28) |
Op 14 december 2012 hebben de Commissie en de lidstaten het wetenschappelijk advies van de EFSA ontvangen, waarin op grond van de overgelegde gegevens is geconcludeerd dat geen oorzakelijk verband was vastgesteld tussen het gebruik van een combinatie van extracten van Paullinia cupana Kunth (guarana) en Camellia sinensis (L.) Kuntze (groene thee) en het beweerde effect. De claim mag bijgevolg niet worden toegestaan, aangezien hij niet voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006. |
(29) |
Ingevolge een aanvraag van Nutrilinks Sarl, die werd ingediend overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, moest de EFSA advies uitbrengen over een gezondheidsclaim die betrekking had op de effecten van een combinatie van lycopeen, vitamine E, luteïne en seleen en „helpt het actieve bruiningsproces voor te bereiden en te activeren” (Vraag nr. EFSA-Q-2012-00593) (16). De door de aanvrager voorgestelde claim luidde onder meer als volgt: „Helpt het actieve bruiningsproces voor te bereiden en te activeren”. |
(30) |
Op 14 december 2012 hebben de Commissie en de lidstaten het wetenschappelijk advies van de EFSA ontvangen, waarin werd opgemerkt dat het beweerde effect betrekking heeft op het verhogen van pigmentatie van de huid (d.w.z. bruinen), wat kan bijdragen aan de bescherming van de huid tegen uv-schade. De EFSA wees erop dat dezelfde gezondheidsverband al in een eerder advies (17) met een negatief resultaat beoordeeld was en dat de verwijzing naar de wetenschappelijke onderbouwing van deze claim al in het eerdere advies aan bod gekomen was. De claim mag bijgevolg niet worden toegestaan, aangezien hij niet voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006. |
(31) |
De gezondheidsclaim in verband met de effecten van zaadextract van Vitis vinifera L. en „helpt bij het tegengaan van gezwollen benen” is een gezondheidsclaim die een geneeskrachtige werking aan een levensmiddel waarop de claim betrekking heeft toeschrijft, wat voor levensmiddelen verboden is. |
(32) |
De gezondheidsclaims in verband met OXY 280 en de combinatie van extracten van Paullinia cupana Kunth (guarana) en Camellia sinensis (L.) Kuntze (groene thee) zijn gezondheidsclaims die onder artikel 13, lid 1, onder c) van Verordening (EG) nr. 1924/2006 vallen en derhalve aan de in artikel 28, lid 6, van de in die Verordening vastgestelde overgangsperiode onderworpen zijn. Aangezien de aanvragen echter niet voor 19 januari 2008 zijn ingediend, is niet voldaan aan het vereiste van artikel 28, lid 6, onder b), van die Verordening en komen die claims daarom niet in aanmerking voor de in dat artikel vastgestelde overgangsperiode. |
(33) |
De overige gezondheidsclaims waarop deze Verordening betrekking heeft zijn gezondheidsclaims als bedoeld in artikel 13, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1924/2006 die tot de aanneming van de lijst van toegestane gezondheidsclaims in aanmerking komen voor de overgangsperiode overeenkomstig artikel 28, lid 5, van die Verordening, mits zij aan die Verordening voldoen. |
(34) |
De lijst van toegestane gezondheidsclaims is vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 432/2012 van de Commissie (18) en is van toepassing sinds 14 december 2012. Met betrekking tot in artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006 genoemde claims waarvan de beoordeling door de EFSA of de bestudering door de Commissie per 14 december 2012 niet is voltooid en die niet krachtens die Verordening zijn opgenomen in de lijst van toegestane gezondheidsclaims, moet er een overgangsperiode worden ingesteld waarbinnen zij verder mogen worden gebruikt, zodat zowel exploitanten van levensmiddelenbedrijven als de bevoegde nationale autoriteiten zich aan het verbod op dergelijke claims kunnen aanpassen. |
(35) |
De in deze Verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, en het Europees Parlement noch de Raad heeft zich ertegen verzet, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De in de bijlage bij deze Verordening vermelde gezondheidsclaims worden niet opgenomen in de EU-lijst van toegestane claims als bedoeld in artikel 13, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1924/2006.
2. De in lid 1 bedoelde gezondheidsclaims die zijn gebruikt vóór de inwerkingtreding van deze Verordening mogen verder worden gebruikt gedurende een maximale periode van zes maanden na de inwerkingtreding van deze Verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze Verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 februari 2014.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 404 van 30.12.2006, blz. 9.
(2) EFSA Journal 2011; 9(7):2290.
(3) EFSA Journal 2011; 9(6):2270.
(4) EFSA Journal 2012, 10(3):2602.
(5) EFSA Journal 2012, 10(5):2699.
(6) EFSA Journal 2012, 10(12):3002.
(7) EFSA Journal 2012, 10(12):3003.
(8) EFSA Journal 2012, 10(12):2996.
(9) EFSA Journal 2012, 10(12):2997.
(10) PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29.
(11) EFSA Journal 2012, 10(12):3004.
(12) EFSA Journal 2012, 10(12):2999.
(13) EFSA Journal 2012, 10(12):2998.
(14) EFSA Journal 2012, 10(12):2996.
(15) EFSA Journal 2012, 10(12):3000.
(16) EFSA Journal 2012, 10(12):3001.
(17) EFSA Journal 2012, 10(9):2890.
(18) PB L 136 van 25.5.2012, blz. 1.
BIJLAGE
Afgewezen gezondheidsclaims
Aanvraag — Toepasselijke bepalingen van Verordening (EG) nr. 1924/2006 |
Nutriënt, stof, levensmiddel of levensmiddelencategorie |
Vordering |
Referentie EFSA-advies |
Gezondheidsclaim overeenkomstig artikel 13, lid 5, die is gebaseerd op nieuw wetenschappelijk bewijs en/of die een verzoek om bescherming van door eigendomsrechten beschermde gegevens inhoudt |
L-tyrosine |
L-tyrosine is noodzakelijk voor de natuurlijke vorming van dopamine |
Q-2011-00319 |
Gezondheidsclaim overeenkomstig artikel 13, lid 5, die is gebaseerd op nieuw wetenschappelijk bewijs en/of die een verzoek om bescherming van door eigendomsrechten beschermde gegevens inhoudt |
IJzer |
Buitensporig haarverlies bij vrouwen die niet in de menopauze zijn |
Q-2012-00059 |
Gezondheidsclaim overeenkomstig artikel 13, lid 5, die is gebaseerd op nieuw wetenschappelijk bewijs en/of die een verzoek om bescherming van door eigendomsrechten beschermde gegevens inhoudt |
Citrulline-malaat |
Het behoud van adenosinetrifosfaatgehaltes door een verlaging van overtollige lactaten ter herstel van spiervermoeidheid |
Q-2011-00931 |
Gezondheidsclaim overeenkomstig artikel 13, lid 5, die is gebaseerd op nieuw wetenschappelijk bewijs en/of die een verzoek om bescherming van door eigendomsrechten beschermde gegevens inhoudt |
Eff EXT™ |
Draagt bij aan soepelheid van gewrichten |
Q-2012-00384 |
Gezondheidsclaim overeenkomstig artikel 13, lid 5, die is gebaseerd op nieuw wetenschappelijk bewijs en/of die een verzoek om bescherming van door eigendomsrechten beschermde gegevens inhoudt |
Krillolie |
Draagt bij aan het versterken van een welzijnsgevoel bij gevoelige gewrichten |
Q-2012-00385 |
Gezondheidsclaim overeenkomstig artikel 13, lid 5, die is gebaseerd op nieuw wetenschappelijk bewijs en/of die een verzoek om bescherming van door eigendomsrechten beschermde gegevens inhoudt |
Zaadextract van Vitis vinifera L. |
Draagt bij aan het verhogen van de veneuze circulatie in de benen |
Q-2012-00387 |
Gezondheidsclaim overeenkomstig artikel 13, lid 5, die is gebaseerd op nieuw wetenschappelijk bewijs en/of die een verzoek om bescherming van door eigendomsrechten beschermde gegevens inhoudt |
Zaadextract van Vitis vinifera L. |
Helpt bij het tegengaan van gezwollen benen |
Q-2012-00388 |
Gezondheidsclaim overeenkomstig artikel 13, lid 5, die is gebaseerd op nieuw wetenschappelijk bewijs en/of die een verzoek om bescherming van door eigendomsrechten beschermde gegevens inhoudt |
Cynatine® |
De dagelijkse consumptie van 500 mg Cynatine® helpt om de soepelheid van gewrichten te behouden |
Q-2012-00570 |
Gezondheidsclaim overeenkomstig artikel 13, lid 5, die is gebaseerd op nieuw wetenschappelijk bewijs en/of die een verzoek om bescherming van door eigendomsrechten beschermde gegevens inhoudt |
OXY 280 |
OXY 280 helpt om gewicht kwijt te raken |
Q-2012-00572 |
Gezondheidsclaim overeenkomstig artikel 13, lid 5, die is gebaseerd op nieuw wetenschappelijk bewijs en/of die een verzoek om bescherming van door eigendomsrechten beschermde gegevens inhoudt |
Zaadextract van Vitis vinifera L. |
Helpt water uit het lichaam weg te laten vloeien in geval van waterophoping |
Q-2012-00574 |
Gezondheidsclaim overeenkomstig artikel 13, lid 5, die is gebaseerd op nieuw wetenschappelijk bewijs en/of die een verzoek om bescherming van door eigendomsrechten beschermde gegevens inhoudt |
Een combinatie van extracten van Paullinia cupana Kunth (guarana) en Camellia sinensis (L.) Kuntze (groene thee) |
Helpt om vet te verbranden |
Q-2012-00590 |
Gezondheidsclaim overeenkomstig artikel 13, lid 5, die is gebaseerd op nieuw wetenschappelijk bewijs en/of die een verzoek om bescherming van door eigendomsrechten beschermde gegevens inhoudt |
Een combinatie van lycopeen, vitamine E, luteïne en seleen |
Helpt het bruiningsproces voor te bereiden en te activeren |
Q-2012-00593 |
20.2.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 50/17 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 156/2014 VAN DE COMMISSIE
van 19 februari 2014
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),
Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 februari 2014.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Jerzy PLEWA
Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
MA |
57,6 |
TN |
78,5 |
|
TR |
95,2 |
|
ZZ |
77,1 |
|
0707 00 05 |
EG |
174,9 |
JO |
206,0 |
|
MA |
158,2 |
|
TR |
160,5 |
|
ZZ |
174,9 |
|
0709 91 00 |
EG |
107,0 |
ZZ |
107,0 |
|
0709 93 10 |
MA |
32,4 |
TR |
92,3 |
|
ZZ |
62,4 |
|
0805 10 20 |
EG |
43,5 |
IL |
67,0 |
|
MA |
49,6 |
|
TN |
52,0 |
|
TR |
74,8 |
|
ZA |
64,0 |
|
ZZ |
58,5 |
|
0805 20 10 |
IL |
116,1 |
MA |
96,0 |
|
ZZ |
106,1 |
|
0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90 |
EG |
29,2 |
IL |
127,5 |
|
JM |
106,9 |
|
MA |
133,1 |
|
TR |
110,2 |
|
US |
134,0 |
|
ZZ |
106,8 |
|
0805 50 10 |
AL |
39,1 |
MA |
71,7 |
|
TR |
69,1 |
|
ZZ |
60,0 |
|
0808 10 80 |
CN |
129,5 |
MK |
32,3 |
|
US |
150,5 |
|
ZZ |
104,1 |
|
0808 30 90 |
AR |
146,2 |
CL |
158,6 |
|
CN |
68,5 |
|
TR |
146,4 |
|
US |
124,6 |
|
ZA |
109,8 |
|
ZZ |
125,7 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.
BESLUITEN
20.2.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 50/19 |
BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 20 november 2013
betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument
(2014/97/EU)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot vaststelling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (1), en met name artikel 11,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt: Na alle mogelijkheden tot herschikking van kredieten binnen rubriek 1b te hebben onderzocht, is het nodig middelen uit het flexibiliteitsinstrument beschikbaar te stellen ter aanvulling van de financiering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2014, bovenop het maximum van rubriek 1b, met 89 330 000 EUR ten behoeve van de financiering van de Cypriotische structuurfondsenprogramma’s om voor 2014 een extra bedrag uit de structuurfondsen aan Cyprus toe te wijzen van in totaal 100 000 000 EUR,
HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2014 wordt uit het flexibiliteitsinstrument 89 330 000 EUR aan vastleggingskredieten in rubriek 1b beschikbaar gesteld.
Dit bedrag wordt gebruikt ter aanvulling van de financiële middelen van de Cypriotische structuurfondsenprogramma’s binnen rubriek 1b.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Straatsburg, 20 november 2013.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
M. SCHULZ
Voor de Raad
De voorzitter
V. LEŠKEVIČIUS
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.
20.2.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 50/20 |
BESLUIT 2014/98/GBVB VAN DE RAAD
van 17 februari 2014
houdende wijziging van Besluit 2011/101/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Zimbabwe
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 15 februari 2011 heeft de Raad Besluit 2011/101/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Zimbabwe vastgesteld (1). |
(2) |
De Raad heeft Besluit 2011/101/GBVB getoetst in het licht van de politieke ontwikkelingen in Zimbabwe. |
(3) |
De beperkende maatregelen dienen te worden verlengd tot en met 20 februari 2015. |
(4) |
De schorsing van het reisverbod en van de bevriezing van tegoeden die tegen het merendeel van de in bijlage I bij Besluit 2011/101/GBVB vermelde personen en entiteiten gelden, dient ook verlengd te worden. Deze maatregelen dienen ook te worden geschorst voor een aantal andere in die bijlage genoemde personen. Het reisverbod en de bevriezing van de tegoeden dienen te worden gehandhaafd ten aanzien van twee personen en één entiteit vermeld in die bijlage. |
(5) |
Besluit 2011/101/GBVB dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Besluit 2011/101/GBVB wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 4 wordt lid 5 vervangen door: „5. De lidstaten kunnen vrijstellingen van de krachtens lid 1 opgelegde maatregelen verlenen voor reizen die plaatsvinden op grond van dringende humanitaire noden, of om, bij wijze van uitzondering, intergouvernementele vergaderingen en door de Europese Unie geïnitieerde vergaderingen of vergaderingen waarvoor de Europese Unie als gastheer optreedt, bij te wonen, waar een politieke dialoog wordt gevoerd waarbij de beleidsdoelstellingen van beperkende maatregelen, zoals de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat in Zimbabwe, rechtstreeks worden bevorderd.”. |
2) |
Artikel 10 wordt vervangen door: „Artikel 10 1. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld. 2. Dit besluit is van toepassing tot en met 20 februari 2015. 3. De maatregelen in artikel 4, lid 1, en in artikel 5, leden 1 en 2, voor zover van toepassing op de personen en entiteiten in bijlage II, worden tot en met 20 februari 2015 geschorst. De schorsing wordt elke drie maanden geëvalueerd. 4. Het besluit wordt voortdurend getoetst en het wordt zo nodig verlengd of gewijzigd indien de Raad oordeelt dat de doelstellingen ervan niet zijn bereikt.”. |
Artikel 2
De in bijlage I bij Besluit 2011/101/GBVB genoemde personen die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit worden toegevoegd in bijlage II bij Besluit 2011/101/GBVB.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 17 februari 2014.
Voor de Raad
De voorzitter
A. TSAFTARIS
(1) PB L 42 van 16.2.2011, blz. 6.
BIJLAGE
|
Naam (en eventuele aliassen) |
1. |
Bonyongwe, Happyton |
2. |
Chihuri, Augustine |
3. |
Chiwenga, Constantine |
4. |
Mutasa, Didymus Noel Edwin |
5. |
Nyikayaramba, Douglas |
6. |
Shiri, Perence (ook bekend als Bigboy) Samson Chikerema |
7. |
Sibanda, Jabulani |
8. |
Sibanda, Phillip Valerio (ook bekend als Valentine) |
20.2.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 50/22 |
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 18 februari 2014
tot vaststelling van de lijst van de regio’s die in aanmerking komen voor financiering uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds en van de lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds voor de periode 2014-2020
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 974)
(2014/99/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 (1), en met name artikel 90, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds ondersteunen de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” in alle regio’s die behoren tot niveau 2 van de gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (hierna „NUTS-niveau 2” genoemd) die is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad (2), als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 105/2007 van de Commissie (3). |
(2) |
Op grond van artikel 90, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 is het noodzakelijk dat de Commissie de lijst opstelt van regio’s die voldoen aan de desbetreffende criteria van elk van de drie categorieën regio’s (minder ontwikkelde regio’s, overgangsregio’s en meer ontwikkelde regio’s) op NUTS-niveau 2. |
(3) |
Op grond van artikel 90, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 is het voorts noodzakelijk dat de Commissie de lijst opstelt van de lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds, alsmede een lijst van de lidstaten die bij wijze van bijzondere overgangsmaatregel steun ontvangen uit het Cohesiefonds. |
(4) |
Volgens punt 32 van de conclusies van het meerjarig financieel kader 2014-2020, goedgekeurd door de Europese Raad van 7/8 februari 2013, behoren, als een lidstaat daarom verzoekt, regio’s van NUTS-niveau 2 die zijn samengevoegd bij Verordening (EU) nr. 31/2011 van de Commissie (4), en waar de toepassing van de gewijzigde NUTS-nomenclatuur leidt tot wijzigingen van de subsidiabiliteitscategorie van één of meer van de betrokken gebieden, tot de categorie bepaald op het niveau van de gewijzigde NUTS-regio. Bijgevolg dient dit besluit in overeenstemming te zijn met deze conclusies. |
(5) |
Omwille van de transparantie dienen de codes en de namen van de regio’s van NUTS-niveau 2 die vanaf 1 januari 2012 van toepassing zijn overeenkomstig Verordening (EU) nr. 31/2011 eveneens opgenomen te worden in de bijlagen bij dit besluit. |
(6) |
De lijst van de in aanmerking komende regio’s en lidstaten dient derhalve dienovereenkomstig te worden vastgesteld, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De regio’s die onder de minder ontwikkelde categorie vallen en die in aanmerking komen voor financiering uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) en het Europees Sociaal Fonds (ESF) zijn vermeld in bijlage I.
Artikel 2
De regio’s die onder de overgangscategorie vallen en in aanmerking komen voor financiering uit het EFRO en het ESF zijn vermeld in bijlage II.
Artikel 3
De regio’s die onder de meer ontwikkelde categorie vallen en in aanmerking komen voor financiering uit het EFRO en het ESF zijn vermeld in bijlage III.
Artikel 4
De lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds zijn vermeld in bijlage IV.
Artikel 5
De lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds bij wijze van bijzondere overgangsmaatregel zijn vermeld in bijlage V.
Artikel 6
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 18 februari 2014.
Voor de Commissie
Johannes HAHN
Lid van de Commissie
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320.
(2) Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1).
(3) Verordening (EG) nr. 105/2007 van de Commissie van 1 februari 2007 tot wijziging van de bijlagen bij Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (PB L 39 van 10.2.2007, blz. 1).
(4) Verordening (EU) nr. 31/2011 van de Commissie van 17 januari 2011 tot wijziging van de bijlagen bij Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (PB L 13 van 18.1.2011, blz. 3).
BIJLAGE I
Lijst van minder ontwikkelde regio’s op grond van artikel 1
|
|
NUTS 2010 (1) |
BG31 |
Северозападен (Severozapaden) |
|
BG32 |
Северен централен (Severen tsentralen) |
|
BG33 |
Североизточен (Severoiztochen) |
|
BG34 |
Югоизточен (Yugoiztochen) |
|
BG41 |
Югозападен (Yugozapaden) |
|
BG42 |
Южен централен (Yuzhen tsentralen) |
|
CZ02 |
Střední Čechy |
|
CZ03 |
Jihozápad |
|
CZ04 |
Severozápad |
|
CZ05 |
Severovýchod |
|
CZ06 |
Jihovýchod |
|
CZ07 |
Střední Morava |
|
CZ08 |
Moravskoslezsko |
|
EE00 |
Eesti |
|
GR11 |
Ανατολική Μακεδονία, Θράκη (Anatoliki Makedonia, Thraki) |
(nieuwe code EL11) |
GR12 |
Κεντρική Μακεδονία (Kentriki Makedonia) |
(nieuwe code EL12) |
GR14 |
Θεσσαλία (Thessalia) |
(nieuwe code EL14) |
GR21 |
Ήπειρος (Ipeiros) |
(nieuwe code EL21) |
GR23 |
Δυτική Ελλάδα (Dytiki Ellada) |
(nieuwe code EL23) |
ES43 |
Extremadura |
|
FR91 |
Guadeloupe |
|
FR92 |
Martinique |
|
FR93 |
Guyana |
|
FR94 |
Réunion |
|
FR– |
Mayotte |
|
HR03 |
Jadranska Hrvatska |
|
HR04 |
Kontinentalna Hrvatska |
|
ITF3 |
Campania |
|
ITF4 |
Puglia |
|
ITF5 |
Basilicata |
|
ITF6 |
Calabria |
|
ITG1 |
Sicilia |
|
LV00 |
Latvija |
|
LT00 |
Lietuva |
|
HU21 |
Közép-Dunántúl |
|
HU22 |
Nyugat-Dunántúl |
|
HU23 |
Dél-Dunántúl |
|
HU31 |
Észak-Magyarország |
|
HU32 |
Észak-Alföld |
|
HU33 |
Dél-Alföld |
|
PL11 |
Łódzkie |
|
PL21 |
Małopolskie |
|
PL22 |
Śląskie |
|
PL31 |
Lubelskie |
|
PL32 |
Podkarpackie |
|
PL33 |
Świętokrzyskie |
|
PL34 |
Podlaskie |
|
PL41 |
Wielkopolskie |
|
PL42 |
Zachodniopomorskie |
|
PL43 |
Lubuskie |
|
PL51 |
Dolnośląskie |
|
PL52 |
Opolskie |
|
PL61 |
Kujawsko-Pomorskie |
|
PL62 |
Warmińsko-Mazurskie |
|
PL63 |
Pomorskie |
|
PT11 |
Norte |
|
PT16 |
Centro (P) |
(nieuwe naam Centro (PT) |
PT18 |
Alentejo |
|
PT20 |
Região Autónoma dos Açores |
|
RO11 |
Nord-Vest |
|
RO12 |
Centru |
|
RO21 |
Nord-Est |
|
RO22 |
Sud-Est |
|
RO31 |
Sud - Muntenia |
|
RO41 |
Sud-Vest Oltenia |
|
RO42 |
Vest |
|
SI01 |
Vzhodna Slovenija |
|
SK02 |
Západné Slovensko |
|
SK03 |
Stredné Slovensko |
|
SK04 |
Východné Slovensko |
|
UKK3 |
Cornwall and Isles of Scilly |
|
UKL1 |
West Wales and The Valleys |
|
(1) Wijzigingen van de codes en namen ingevoerd bij Verordening (EU) nr. 31/2011 die vanaf 1 januari 2012 van toepassing zijn.
BIJLAGE II
Lijst van overgangsregio’s op grond van artikel 2
|
|
NUTS 2010 |
BE32 |
Prov. Hainaut |
|
BE33 |
Prov. Liège |
|
BE34 |
Prov. Luxembourg (B) |
(nieuwe naam Prov. Luxembourg (BE)) |
BE35 |
Prov. Namur |
|
DK02 |
Sjælland |
|
DE41 |
Brandenburg - Nordost |
(samengevoegd in DE40 Brandenburg) |
DE42 |
Brandenburg - Südwest |
(samengevoegd in DE40 Brandenburg) |
DE80 |
Mecklenburg-Vorpommern |
|
DE93 |
Lüneburg |
|
DED1 |
Chemnitz |
(DED 1 maakt deel uit van DED4 Chemnitz) |
DED2 |
Dresden |
|
DEE0 |
Sachsen-Anhalt |
|
DEG0 |
Thüringen |
|
GR13 |
Δυτική Μακεδονία (Dytiki Makedonia) |
(nieuwe code EL13) |
GR22 |
Ιόνια Νησιά (Ionia Nisia) |
(nieuwe code EL22) |
GR24 |
Στερεά Ελλάδα (Sterea Ellada) |
(nieuwe code EL24) |
GR25 |
Πελοπόννησος (Peloponnisos) |
(nieuwe code EL25) |
GR41 |
Βόρειο Αιγαίο (Voreio Aigaio) |
(nieuwe code EL41) |
GR43 |
Κρήτη (Kriti) |
(nieuwe code EL43) |
ES42 |
Castilla-La Mancha |
|
ES61 |
Andalucía |
|
ES62 |
Región de Murcia |
|
ES64 |
Ciudad Autónoma de Melilla |
|
ES70 |
Canarias |
|
FR22 |
Picardie |
|
FR25 |
Basse-Normandie |
|
FR30 |
Nord — Pas-de-Calais |
|
FR41 |
Lorraine |
|
FR43 |
Franche-Comté |
|
FR53 |
Poitou-Charentes |
|
FR63 |
Limousin |
|
FR72 |
Auvergne |
|
FR81 |
Languedoc-Roussillon |
|
FR83 |
Corse |
|
ITF1 |
Abruzzo |
|
ITF2 |
Molise |
|
ITG2 |
Sardegna |
|
MT00 |
Malta |
|
AT11 |
Burgenland (A) |
(nieuwe naam Burgenland (AT)) |
PT15 |
Algarve |
|
UKC1 |
Tees Valley and Durham |
|
UKD1 |
Cumbria |
|
UKD4 |
Lancashire |
|
UKD5 |
Merseyside |
|
UKE1 |
East Yorkshire and Northern Lincolnshire |
|
UKE3 |
South Yorkshire |
|
UKF3 |
Lincolnshire |
|
UKG2 |
Shropshire and Staffordshire |
|
UKK4 |
Devon |
|
UKM6 |
Highlands and Islands |
|
UKN0 |
Northern Ireland |
|
BIJLAGE III
Lijst van meer ontwikkelde regio’s op grond van artikel 3
|
|
NUTS 2010 |
BE10 |
Région de Bruxelles-Capitale/Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
|
BE21 |
Prov. Antwerpen |
|
BE22 |
Prov. Limburg (B) |
(nieuwe naam Prov. Limburg (BE)) |
BE23 |
Prov. Oost-Vlaanderen |
|
BE24 |
Prov. Vlaams-Brabant |
|
BE25 |
Prov. West-Vlaanderen |
|
BE31 |
Prov. Brabant Wallon |
|
CZ01 |
Praha |
|
DK01 |
Hovedstaden |
|
DK03 |
Syddanmark |
|
DK04 |
Midtjylland |
|
DK05 |
Nordjylland |
|
DE11 |
Stuttgart |
|
DE12 |
Karlsruhe |
|
DE13 |
Freiburg |
|
DE14 |
Tübingen |
|
DE21 |
Oberbayern |
|
DE22 |
Niederbayern |
|
DE23 |
Oberpfalz |
|
DE24 |
Oberfranken |
|
DE25 |
Mittelfranken |
|
DE26 |
Unterfranken |
|
DE27 |
Schwaben |
|
DE30 |
Berlin |
|
DE50 |
Bremen |
|
DE60 |
Hamburg |
|
DE71 |
Darmstadt |
|
DE72 |
Gießen |
|
DE73 |
Kassel |
|
DE91 |
Braunschweig |
|
DE92 |
Hannover |
|
DE94 |
Weser-Ems |
|
DEA1 |
Düsseldorf |
|
DEA2 |
Köln |
|
DEA3 |
Münster |
|
DEA4 |
Detmold |
|
DEA5 |
Arnsberg |
|
DEB1 |
Koblenz |
|
DEB2 |
Trier |
|
DEB3 |
Rheinhessen-Pfalz |
|
DEC0 |
Saarland |
|
DED3 |
Leipzig |
(DED3 omvat DED5 Leipzig en een deel van DED4 Chemnitz) |
DEF0 |
Schleswig-Holstein |
|
IE01 |
Border, Midland and Western |
|
IE02 |
Southern and Eastern |
|
GR30 |
Αττική (Attiki) |
(nieuwe code EL30) |
GR42 |
Νότιο Αιγαίο (Notio Aigaio) |
(nieuwe code EL42) |
ES11 |
Galicia |
|
ES12 |
Principado de Asturias |
|
ES13 |
Cantabria |
|
ES21 |
País Vasco |
|
ES22 |
Comunidad Foral de Navarra |
|
ES23 |
La Rioja |
|
ES24 |
Aragón |
|
ES30 |
Comunidad de Madrid |
|
ES41 |
Castilla y León |
|
ES51 |
Cataluña |
|
ES52 |
Comunidad Valenciana |
|
ES53 |
Illes Balears |
|
ES63 |
Ciudad Autónoma de Ceuta |
|
FR10 |
Île de France |
|
FR21 |
Champagne-Ardenne |
|
FR23 |
Haute-Normandie |
|
FR24 |
Centre |
|
FR26 |
Bourgogne |
|
FR42 |
Alsace |
|
FR51 |
Pays de la Loire |
|
FR52 |
Bretagne |
|
FR61 |
Aquitaine |
|
FR62 |
Midi-Pyrénées |
|
FR71 |
Rhône-Alpes |
|
FR82 |
Provence-Alpes-Côte d’Azur |
|
ITC1 |
Piemonte |
|
ITC2 |
Valle d’Aosta/Vallée d’Aoste |
|
ITC3 |
Liguria |
|
ITC4 |
Lombardia |
|
ITD1 |
Provincia Autonoma Bolzano/Bozen |
(nieuwe code en naam ITH1 Provincia autonoma di Bolzano/Bozen) |
ITD2 |
Provincia Autonoma Trento |
(nieuwe code en naam ITH2 Provincia autonoma di Trento) |
ITD3 |
Veneto |
(nieuwe code ITH3) |
ITD4 |
Friuli-Venezia Giulia |
(nieuwe code ITH4) |
ITD5 |
Emilia-Romagna |
|
ITE1 |
Toscana |
(nieuwe code ITI1) |
ITE2 |
Umbria |
(nieuwe code ITI2) |
ITE3 |
Marche |
|
ITE4 |
Lazio |
(nieuwe code ITI4) |
CY00 |
Κύπρος/Kıbrıs (Kýpros/Kıbrıs) |
(nieuwe naam Κύπρος (Kýpros)) |
LU00 |
Luxembourg (Grand-Duché) |
(nieuwe naam Luxembourg) |
HU10 |
Közép-Magyarország |
|
NL11 |
Groningen |
|
NL12 |
Friesland (NL) |
|
NL13 |
Drenthe |
|
NL21 |
Overijssel |
|
NL22 |
Gelderland |
|
NL23 |
Flevoland |
|
NL31 |
Utrecht |
|
NL32 |
Noord-Holland |
|
NL33 |
Zuid-Holland |
|
NL34 |
Zeeland |
|
NL41 |
Noord-Brabant |
|
NL42 |
Limburg (NL) |
|
AT12 |
Niederösterreich |
|
AT13 |
Wien |
|
AT21 |
Kärnten |
|
AT22 |
Steiermark |
|
AT31 |
Oberösterreich |
|
AT32 |
Salzburg |
|
AT33 |
Tirol |
|
AT34 |
Vorarlberg |
|
PL12 |
Mazowieckie |
|
PT17 |
Lisboa |
|
PT30 |
Região Autónoma da Madeira |
|
RO32 |
București - Ilfov |
|
SI02 |
Zahodna Slovenija |
|
SK01 |
Bratislavský kraj |
|
FI13 |
Itä-Suomi |
(samengevoegd in FI1D Pohjois- ja Itä-Suomi) |
FI1A |
Pohjois-Suomi |
(samengevoegd in FI1D Pohjois- ja Itä-Suomi) |
FI18 |
Etelä-Suomi |
(opgesplitst in FI1B Helsinki-Uusimaa en FI1C Etelä-Suomi) |
FI19 |
Länsi-Suomi |
|
FI20 |
Åland |
|
SE11 |
Stockholm |
|
SE12 |
Östra Mellansverige |
|
SE21 |
Småland med öarna |
|
SE22 |
Sydsverige |
|
SE23 |
Västsverige |
|
SE31 |
Norra Mellansverige |
|
SE32 |
Mellersta Norrland |
|
SE33 |
Övre Norrland |
|
UKC2 |
Northumberland and Tyne and Wear |
|
UKD2 |
Cheshire |
|
UKD3 |
Greater Manchester |
|
UKE2 |
North Yorkshire |
|
UKE4 |
West Yorkshire |
|
UKF1 |
Derbyshire and Nottinghamshire |
|
UKF2 |
Leicestershire, Rutland and Northamptonshire |
|
UKG1 |
Herefordshire, Worcestershire and Warwickshire |
|
UKG3 |
West Midlands |
|
UKH1 |
East Anglia |
|
UKH2 |
Bedfordshire and Hertfordshire |
|
UKH3 |
Essex |
|
UKI1 |
Inner London |
|
UKI2 |
Outer London |
|
UKJ1 |
Berkshire, Buckinghamshire and Oxfordshire |
|
UKJ2 |
Surrey, East and West Sussex |
|
UKJ3 |
Hampshire and Isle of Wight |
|
UKJ4 |
Kent |
|
UKK1 |
Gloucestershire, Wiltshire and Bristol/Bath area |
|
UKK2 |
Dorset and Somerset |
|
UKL2 |
East Wales |
|
UKM2 |
Eastern Scotland |
|
UKM3 |
South Western Scotland |
|
UKM5 |
North Eastern Scotland |
|
BIJLAGE IV
Lijst van de lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds op grond van artikel 4
|
Bulgarije |
|
Tsjechië |
|
Estland |
|
Griekenland |
|
Kroatië |
|
Letland |
|
Litouwen |
|
Hongarije |
|
Malta |
|
Polen |
|
Portugal |
|
Roemenië |
|
Slovenië |
|
Slowakije |
BIJLAGE V
Lijst van de lidstaten die bij wijze van bijzondere overgangsmaatregel in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds op grond van artikel 5
Cyprus
20.2.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 50/35 |
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 18 februari 2014
tot vaststelling van bepaalde tijdelijke beschermende maatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest in Polen
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 1179)
(Slechts de tekst in de Poolse taal is authentiek)
(Voor de EER relevante tekst)
(2014/100/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name artikel 9, lid 3,
Gezien Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (2), en met name artikel 10, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Afrikaanse varkenspest is een virale infectieziekte bij als huisdier gehouden varkens en bij wilde varkens en kan ernstige gevolgen hebben voor de rentabiliteit van de varkenshouderij waardoor de handel in de Unie en de uitvoer naar derde landen worden verstoord. |
(2) |
Bij een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bestaat het risico dat de ziekteverwekker naar andere varkenshouderijen en naar wilde varkens wordt verspreid. Dan kan de ziekte zich van de ene lidstaat naar de andere en naar derde landen verspreiden door de handel in levende varkens of producten daarvan. |
(3) |
Richtlijn 2002/60/EG van de Raad (3) stelt in de Unie toe te passen minimummaatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest vast. Artikel 15 van Richtlijn 2002/60/EG voorziet in de afbakening van een besmet gebied na de bevestiging van één of meer gevallen van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens. |
(4) |
Polen heeft de Commissie in kennis gesteld van de huidige situatie op het gebied van Afrikaanse varkenspest op zijn grondgebied en heeft overeenkomstig artikel 15 van Richtlijn 2002/60/EG een besmet gebied afgebakend waar de in de artikelen 15 en 16 van die richtlijn bedoelde maatregelen worden toegepast. |
(5) |
Om te voorkomen dat de handel in de Unie onnodig wordt verstoord en om te vermijden dat derde landen ongerechtvaardigde handelsbelemmeringen opwerpen, moet in samenwerking met de betrokken lidstaat een EU-lijst worden opgesteld van de besmette gebieden in Polen waarvoor beperkingen in verband met Afrikaanse varkenspest gelden. |
(6) |
Dienovereenkomstig moet, in afwachting van de volgende vergadering van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, overeenkomstig artikel 15 van Richtlijn 2002/60/EG een lijst van de besmette gebieden in Polen in de bijlage bij dit besluit worden opgenomen en moet de duur van die regionalisering worden vastgesteld. |
(7) |
Dit besluit moet opnieuw worden bekeken tijdens de volgende vergadering van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Polen ziet erop toe dat het overeenkomstig artikel 15 van Richtlijn 2002/60/EG afgebakende besmette gebied ten minste de in de bijlage bij dit besluit vermelde gebieden omvat.
Artikel 2
Dit besluit is van toepassing tot en met 14 maart 2014.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot de Republiek Polen.
Gedaan te Brussel, 18 februari 2014.
Voor de Commissie
Tonio BORG
Lid van de Commissie
(1) PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13.
(2) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.
(3) Richtlijn 2002/60/EG van de Raad van 27 juni 2002 houdende vaststelling van specifieke bepalingen voor de bestrijding van Afrikaanse varkenspest (PB L 192 van 20.7.2002, blz. 27).
BIJLAGE
BESMET GEBIED
De volgende gebieden in de Republiek Polen:
— |
in het woiwodschap Podlaskie: het powiat Sejneński; in het powiat Augustowski: de gemeenten Płaska, Lipsk en Sztabin; het powiat Sokólski; in het powiat Białostocki: de gemeenten Czarna Białostocka, Supraśl, Zabudów, Michałowo en Gródek; en de powiats Hajnowski, Bielski en Siemiatycki; |
— |
in het woiwodschap Mazowieckie: het powiat Łosicki; |
— |
in het woiwodschap Lubelskie: de powiats Bialski en Włodawski. |
Rectificaties
20.2.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 50/37 |
Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1241/2012 van de Raad van 11 december 2012 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1138/2011 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en definitieve inning van het voorlopige recht op bepaalde vetalcoholen en mengsels daarvan, van oorsprong uit India, Indonesië en Maleisië
( Publicatieblad van de Europese Unie L 352 van 21 december 2012 )
Bladzijde 4, artikel 1, tabel, kolom „Onderneming”:
in plaats van:
„P.T. Ecogreen Oleochemicals Batam, Kabil, Batam”,
te lezen:
„P.T. Ecogreen Oleochemicals, Kabil, Batam”.