ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2014.026.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 26

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

57e jaargang
29 januari 2014


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 74/2014 van de Raad van 28 januari 2014 tot uitvoering van artikel 16, lid 2, van Verordening (EU) nr. 204/2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 75/2014 van de Commissie van 27 januari 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1184/2005 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen die het vredesproces belemmeren en het internationaal recht overtreden in het conflict in de Sudanese regio Darfur

2

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 76/2014 van de Commissie van 28 januari 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 684/2009 wat betreft de gegevens die moeten worden ingediend in het kader van de geautomatiseerde procedure voor de overbrenging van accijnsgoederen onder schorsing van accijns

4

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 77/2014 van de Commissie van 28 januari 2014 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

36

 

 

BESLUITEN

 

*

Uitvoeringsbesluit 2014/40/GBVB van de Raad van 28 januari 2014 tot uitvoering van Uitvoeringsbesluit 2011/423/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Sudan en Zuid-Sudan

38

 

*

Uitvoeringsbesluit 2014/41/GBVB van de Raad van 28 januari 2014 tot uitvoering van Besluit 2011/137/GBVB betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië

41

 

*

Besluit 2014/42/GBVB van de Raad van 28 januari 2014 tot wijziging van Besluit 2012/281/GBVB in het kader van de Europese veiligheidsstrategie ter ondersteuning van het voorstel van de Unie voor een internationale gedragscode voor ruimteactiviteiten

42

 

 

2014/43/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 27 januari 2014 tot vaststelling van bepaalde tijdelijke beschermende maatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest in Litouwen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 501)  ( 1 )

44

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

29.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 26/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 74/2014 VAN DE RAAD

van 28 januari 2014

tot uitvoering van artikel 16, lid 2, van Verordening (EU) nr. 204/2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 204/2011 van de Raad van 2 maart 2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië (1), en met name artikel 16, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 2 maart 2011 heeft de Raad Verordening (EU) nr. 204/2011 vastgesteld.

(2)

De Raad is van mening dat een entiteit dient te worden geschrapt van de lijst van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen opgenomen in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 204/2011.

(3)

Bijlage III bij Verordening (EU) nr. 204/2011 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De volgende vermelding wordt geschrapt van de lijst van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen opgenomen in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 204/2011:

Libyan Housing and Infrastructure Board (HIB).

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 januari 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

G. STOURNARAS


(1)  PB L 58 van 3.3.2011, blz. 1.


29.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 26/2


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 75/2014 VAN DE COMMISSIE

van 27 januari 2014

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1184/2005 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen die het vredesproces belemmeren en het internationaal recht overtreden in het conflict in de Sudanese regio Darfur

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1184/2005 van 18 juli 2005 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen die het vredesproces belemmeren en het internationaal recht overtreden in het conflict in de Sudanese regio Darfur (1), en met name artikel 9, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1184/2005 worden de personen, groepen en entiteiten opgesomd waarvan de tegoeden en economische middelen krachtens die verordening worden bevroren.

(2)

Op 13 maart 2013 heeft het Sanctiecomité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties besloten tot wijziging van vier vermeldingen op de lijst. Bovendien heeft het Sanctiecomité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op 4 september 2013 besloten tot een verdere wijziging van een vermelding op de lijst.

(3)

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1184/2005 dient daarom dienovereenkomstig te worden bijgewerkt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1184/2005 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 januari 2014.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Hoofd van de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid


(1)  PB L 193 van 23.7.2005, blz. 9.


BIJLAGE

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1184/2005 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De vermelding "Gaffar Mohammed Elhassan" (ook bekend als Gaffar Mohmed Elhassan). Titel: Majoor-generaal. Functie: bevelhebber van de Western Military Region for the Sudanese Armed Forces. Geboortedatum: 24.6.1953." wordt vervangen door:

"Gaffar Mohammed Elhassan (ook bekend als Gaffar Mohmed Elhassan). Geboortedatum: 24.6.1952. Overige informatie: a) gepensioneerd militair van het Sudanese leger, b) verblijft in El Waha, Omdurman, Sudan, c) identiteitskaart voormalig militair: 4302."

2)

De vermelding "Gabril Abdul Kareem Badri (ook bekend als Gibril Abdul Kareem Barey). Titel: generaal. Functie: veldcommandant van de National Movement for Reform and Development." wordt vervangen door:

"Gabril Abdul Kareem Barey (ook bekend als a) Gibril Abdul Kareem Barey, b) Tek). Titel: generaal. Functie: veldcommandant van de National Movement for Reform and Development (NMRD). Overige informatie: verblijft in Tine, aan de Sudanese kant van de grens met Tsjaad."

3)

De vermelding "Sheikh Musa HILAL. Andere inlichtingen: hoogste leider van de Jalul-stam in Noord-Darfur" wordt vervangen door:

"Sheikh Musa Hilal. Functie: a) lid van de nationale vergadering van Sudan, b) in 2008 door de president van Sudan benoemd tot speciaal adviseur bij het ministerie van Federale Zaken."

4)

De vermelding "Adam Yacub SHANT. Andere inlichtingen: commandant van het Sudanese Liberation Army" wordt vervangen door:

"Adam Yacub Sharif (ook bekend als a) Adam Yacub Shant, b) Adam Yacoub). Geboortedatum: omstreeks 1976. Overige informatie: zou zijn overleden op 7 juni 2012."


29.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 26/4


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 76/2014 VAN DE COMMISSIE

van 28 januari 2014

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 684/2009 wat betreft de gegevens die moeten worden ingediend in het kader van de geautomatiseerde procedure voor de overbrenging van accijnsgoederen onder schorsing van accijns

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van Richtlijn 92/12/EEG (1), en met name artikel 29, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om een beter verband tot stand te brengen tussen de informatie over de overbrenging van accijnsgoederen die in handen is van de accijnsautoriteiten, en de informatie over ingevoerde accijnsgoederen die in handen is van de met de invoerformaliteiten belaste autoriteiten, waarbij die accijnsgoederen van de plaats van invoer naar een andere plaats worden overgebracht onder een accijnsschorsingsregeling, dient de afzender de code te vermelden van het douanekantoor dat belast is met de afhandeling van de invoerformaliteiten met betrekking tot de onder de accijnsschorsingsregeling over te brengen accijnsgoederen.

(2)

Om misbruik te voorkomen van de mogelijkheid om accijnsgoederen af te leveren op plaatsen die niet zijn opgenomen in het in artikel 19 van Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad (2) bedoelde register, mag het de afzender bij het vermelden van de plaats van levering in het voorlopige elektronische administratieve document, het voorlopige bericht van bestemmingswijziging en het voorlopige bericht van splitsing uitsluitend worden toegestaan andere dan in dat register opgenomen adressen te vermelden wanneer de geregistreerde geadresseerde een vergunning voor rechtstreekse aflevering heeft of wanneer aan de lidstaat die verantwoordelijk is voor de vergunning van de geregistreerde geadresseerde, meer dan één plaats van levering bekend is.

(3)

Om de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending in staat te stellen hun taken uit hoofde van artikel 21, lid 5, van Richtlijn 2008/118/EG te vervullen in het geval van accijnsgoederen die worden overgebracht onder een accijnsschorsingsregeling om uiteindelijk het grondgebied van de Unie te verlaten, dient de afzender de code van het kantoor van uitvoer te vermelden in het voorlopige elektronische administratieve document.

(4)

De lijst van codes voor de vervoerswijze in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 684/2009 (3) van de Commissie bevat een code „Overige” om te verwijzen naar andere dan de in die lijst genoemde vervoerswijzen. Om bij gebruik van die code de gebruikte vervoerswijze eenduidig te kunnen identificeren, dient een nadere omschrijving van de vervoerswijze in kwestie te worden toegevoegd.

(5)

In overeenstemming met artikel 22 van Richtlijn 2008/118/EG kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending toestaan dat de afzender de gegevens van de geadresseerde niet invult wanneer de bestemming nog niet bekend is op het tijdstip waarop het voorlopige elektronische administratieve document wordt ingediend. Daarom mag de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 684/2009 vastgestelde verplichting om de nieuwe geadresseerde van de overbrenging te vermelden, niet gelden wanneer de bestemming niet bekend is op het tijdstip van splitsing.

(6)

Krachtens artikel 18, lid 4, onder b), van Richtlijn 2008/118/EG kan de lidstaat van verzending afzien van de verplichting tot zekerheidstelling voor de overbrenging van energieproducten over zee of via vaste pijpleidingen onder een accijnsschorsingsregeling indien de andere betrokken lidstaten daarmee instemmen. Daarom moet bij de codes voor het soort zekerheidsteller een code worden toegevoegd die aangeeft dat geen zekerheid is gesteld.

(7)

De structuur van de accijnsgoederencode in de gegevensgroep „Hoofdgedeelte e-AD” in tabel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 684/2009 en de structuur van hetzelfde gegevenselement in tabel 6 van die bijlage verschillen van elkaar. De structuur in tabel 6 is correct en daarom moet de structuur van het eerstgenoemde gegevenselement worden aangepast aan de structuur van het gegevenselement in tabel 6.

(8)

De structuur van het volgnummer in de gegevensgroep „Overbrenging accijnsgoederen e-AD” in tabel 6 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 684/2009 stemt niet langer overeen met de overeengekomen structuur in de gemeenschappelijke systeemspecificaties. Dit gegevenselement moet daarom worden aangepast aan de structuur in de gemeenschappelijke systeemspecificaties.

(9)

Verordening (EG) nr. 684/2009 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

Om de toepassingsdatum van deze verordening af te stemmen op de overeengekomen toepassingsdatum voor een nieuwe fase van het bij Beschikking nr. 1152/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) vastgestelde geautomatiseerde systeem en de Commissie en de lidstaten voldoende tijd te gunnen om regelingen te treffen om te kunnen voldoen aan de nieuwe documentatieverplichtingen uit hoofde van deze verordening, dient deze van toepassing te zijn vanaf 13 februari 2014.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Accijnscomité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 684/2009 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

2)

Bijlage II wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 13 februari 2014.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 januari 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 9 van 14.1.2009, blz. 12.

(2)  Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad van 2 mei 2012 betreffende administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 2073/2004 (PB L 121 van 8.5.2012, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 684/2009 van de Commissie van 24 juli 2009 tot uitvoering van Verordening 2008/118/EG van de Raad wat betreft de geautomatiseerde procedures voor de overbrenging van accijnsgoederen onder schorsing van accijns (PB L 197 van 29.7.2009, blz. 24).

(4)  Beschikking nr. 1152/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2003 betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake het verkeer van en de controle op accijnsgoederen (PB L 162 van 1.7.2003, blz. 5).


BIJLAGE I

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 684/2009 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Tabel 1 wordt vervangen door:

Tabel 1

(als bedoeld in artikel 3, lid 1, en artikel 8, lid 1)

Voorlopig elektronisch administratief document en elektronisch administratief document

A

B

C

D

E

F

G

 

Kenmerk

R

 

 

 

 

a

Soort bericht

R

 

De volgende waarden zijn mogelijk:

1

=

Standaardindiening (wordt gebruikt in alle gevallen behalve bij uitvoer volgens de domiciliëringsprocedure)

2

=

Indiening voor uitvoer volgens de domiciliëringsprocedure (toepassing van artikel 283 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (1))

Het soort bericht mag niet verschijnen in het e-AD waaraan een ARC is toegekend noch op het in artikel 8, lid 1, van deze verordening bedoelde papieren document.

n1

 

b

Indicatie uitgestelde indiening

D

„R” voor de indiening van een e-AD voor een overbrenging die is aangevangen onder dekking van het in artikel 8, lid 1, bedoelde papieren document.

Mogelijke waarden:

0

=

onwaar

1

=

waar

De waarde staat standaard op „onwaar”.

Dit gegevenselement mag niet verschijnen in het e-AD waaraan een ARC is toegekend noch op het in artikel 8, lid 1, bedoelde papieren document.

n1

1

Overbrenging accijnsgoederen e-AD

R

 

 

 

 

a

Code soort bestemming

R

 

Vermeld de bestemming van de overbrenging met behulp van een van de volgende waarden:

1

=

Belastingentrepot (artikel 17, lid 1, onder a), i), van Richtlijn 2008/118/EG)

2

=

Geregistreerd geadresseerde (artikel 17, lid 1, onder a), ii), van Richtlijn 2008/118/EG)

3

=

Tijdelijk geregistreerd geadresseerde (artikel 17, lid 1, onder a), ii), en artikel 19, lid 3, van Richtlijn 2008/118/EG)

4

=

Rechtstreekse aflevering (artikel 17, lid 2, van Richtlijn 2008/118/EG)

5

=

Vrijgesteld geadresseerde (artikel 17, lid 1, onder a), iv), van Richtlijn 2008/118/EG)

6

=

Uitvoer (artikel 17, lid 1, onder a), iii), van Richtlijn 2008/118/EG)

8

=

Bestemming onbekend (geadresseerde onbekend; artikel 22 van Richtlijn 2008/118/EG)

n1

 

b

Reistijd

R

 

Vermeld, rekening houdende met het vervoermiddel en de afstand, de normale duur van de reis in uren (H) of dagen (D) gevolgd door twee cijfers (bv. H12 of D04). Het getal na „H” mag niet hoger zijn dan 24. Het getal na „D” mag niet hoger zijn dan 92.

an3

 

c

Regeling vervoer

R

 

Identificeer de persoon die verantwoordelijk is voor de organisatie van het eerste vervoer, met behulp van een van de volgende waarden:

1

=

Afzender

2

=

Geadresseerde

3

=

Eigenaar van de goederen

4

=

Overige

n1

 

d

ARC

R

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige e-AD.

Zie bijlage II, codelijst 2.

an21

 

e

Datum en tijdstip geldigmaking e-AD

R

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige e-AD.

Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

datumtijd

 

f

Volgnummer

R

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige e-AD en bij iedere wijziging van bestemming.

Staat op 1 bij de eerste geldigmaking en wordt vervolgens telkens met 1 verhoogd op elk e-AD dat door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending wordt aangemaakt bij iedere wijziging van bestemming.

n..2

 

g

Datum en tijdstip geldigmaking bijwerking

C

Datum en tijdstip van geldigmaking van het bericht van bestemmingswijziging in tabel 3; wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending in geval van wijziging van bestemming.

Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

datumtijd

2

Handelaar afzender

R

 

 

 

 

a

Accijnsnummer handelaar

R

 

Vermeld een geldig SEED-registratienummer van de erkende entrepothouder of de geregistreerde afzender.

an13

 

b

Naam handelaar

R

 

 

an..182

 

c

Straat

R

 

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

 

an..11

 

e

Postcode

R

 

 

an..10

 

f

Stad

R

 

 

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

3

Handelaar plaats van verzending

C

„R” indien de code soort herkomst in vak 9d„1” is.

 

 

 

a

Referentie belastingentrepot

R

 

Vermeld een geldig SEED-registratienummer van het belastingentrepot van verzending.

an13

 

b

Naam handelaar

O

 

 

an..182

 

c

Straat

O

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

an..11

 

e

Postcode

O

 

an..10

 

f

Stad

O

 

an..50

 

g

NAD_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

4

Kantoor van verzending — Invoer

C

„R” indien de code soort herkomst in vak 9d„2” is.

 

 

 

a

Identificatienummer kantoor

R

 

Vermeld de code van het douanekantoor dat verantwoordelijk is voor het in het vrije verkeer brengen. Zie bijlage II, codelijst 5.

Vermeld een code van een douanekantoor dat is opgenomen in de lijst van douanekantoren.

an8

5

Handelaar geadresseerde

C

„R”, behalve voor soort bericht „2 — Indiening voor uitvoer volgens de domiciliëringsprocedure” of bij code soort bestemming 8

(zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

 

 

 

a

Identificatie handelaar

C

„R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3 en 4

„O” voor code soort bestemming 6

Dit gegevenselement is niet van toepassing op code soort bestemming 5

(zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

1, 2, 3 en 4: vermeld een geldig SEED-registratienummer van de erkende entrepothouder of de geregistreerde geadresseerde,

6: vermeld het btw-identificatienummer van de persoon die de afzender bij het kantoor van uitvoer vertegenwoordigt.

an..16

 

b

Naam handelaar

R

 

 

an..182

 

c

Straat

R

 

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

 

an..11

 

e

Postcode

R

 

 

an..10

 

f

Stad

R

 

 

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

6

Aanvulling handelaar geadresseerde

C

„R” voor code soort bestemming 5

(zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

 

 

 

a

Code lidstaat

R

 

Vermeld de lidstaat van bestemming met behulp van de code lidstaat uit bijlage II, codelijst 3.

a2

 

b

Volgnummer certificaat van vrijstelling

D

„R” indien een volgnummer is vermeld op het certificaat van vrijstelling van accijnzen zoals vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 31/96 van de Commissie (2)

 

an..255

7

Handelaar plaats van levering

C

„R” voor codes soort bestemming 1 en 4

„O” voor codes soort bestemming 2, 3 en 5

(zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

Vermeld de werkelijke plaats van levering van de accijnsgoederen.

Voor code soort bestemming 2 is de gegevensgroep:

„O” voor het e-AD aangezien de lidstaat van verzending in dit vak het in SEED opgenomen adres van de geregistreerde geadresseerde kan vermelden;

niet van toepassing op het voorlopige e-AD.

 

 

a

Identificatie handelaar

C

„R” voor code soort bestemming 1

„O” voor codes soort bestemming 2, 3 en 5

(zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

1: vermeld een geldig SEED-registratienummer van het belastingentrepot van bestemming;

2, 3 en 5: vermeld het btw-identificatienummer of een ander kenmerk.

an..16

 

b

Naam handelaar

C

„R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3 en 5

„O” voor code soort bestemming 4

(zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

 

an..182

 

c

Straat

C

Voor de vakken 7c, 7e en 7f:

„R” voor codes soort bestemming 2, 3, 4 en 5

„O” voor code soort bestemming 1

(zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

an..11

 

e

Postcode

C

 

an..10

 

f

Stad

C

 

an..50

 

g

NAD_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

8

Kantoor plaats van levering — douane

C

„R” bij uitvoer (code soort bestemming 6)

(zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

 

 

 

a

Identificatienummer kantoor

R

 

Vermeld de code van het kantoor van uitvoer waar de aangifte ten uitvoer zal worden ingediend overeenkomstig artikel 161, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad (3). Zie bijlage II, codelijst 5.

Vermeld een code van een douanekantoor dat is opgenomen in de lijst van douanekantoren die belast zijn met taken op het gebied van uitvoer.

an8

9

e-AD

R

 

 

 

 

a

Lokaal referentienummer

R

 

Een uniek volgnummer dat de afzender aan het e-AD toekent en waarmee hij de zending in zijn administratie identificeert.

an..22

 

b

Factuurnummer

R

 

Vermeld het nummer van de factuur die betrekking heeft op de goederen. Als er nog geen factuur is opgesteld, moet het nummer van de leveringsbon of van een ander vervoersdocument worden vermeld.

an..35

 

c

Factuurdatum

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven „R” is.

De datum van het in vak 9b vermelde document.

datum

 

d

Code soort herkomst

R

 

De mogelijke waarden voor de herkomst van de overbrenging zijn:

1

=

Herkomst — belastingentrepot (in de in artikel 17, lid 1, onder a), van Richtlijn 2008/118/EG bedoelde situaties)

2

=

Herkomst — invoer (in de in artikel 17, lid 1, onder b), van Richtlijn 2008/118/EG bedoelde situatie)

n1

 

e

Datum van verzending

R

 

De datum waarop de overbrenging aanvangt in overeenstemming met artikel 20, lid 1, van Richtlijn 2008/118/EG. Deze datum kan niet later zijn dan zeven dagen na de datum van indiening van het voorlopige e-AD. De datum van verzending kan een datum in het verleden zijn in het in artikel 26 van Richtlijn 2008/118/EG bedoelde geval.

datum

 

f

Tijdstip van verzending

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven „R” is.

Het tijdstip waarop de overbrenging aanvangt in overeenstemming met artikel 20, lid 1, van Richtlijn 2008/118/EG. Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

tijd

 

g

Voorafgaande ARC

D

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van nieuwe e-AD’s volgend op de geldigmaking van het bericht van splitsing (tabel 5).

De te vermelden ARC is de ARC van het vervangen e-AD.

an21

9.1

Ed invoer

C

„R” indien de code soort herkomst in vak 9d„2” (invoer) is.

 

9x

 

a

ED-nummer invoer

R

Het ED-nummer wordt verstrekt door de afzender bij indiening van het voorlopige e-AD dan wel door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige e-AD.

Vermeld het (de) nummer(s) van het (de) Enig(e) Document(en) voor het in het vrije verkeer brengen van de goederen in kwestie.

an..21

10

Kantoor Bevoegde autoriteit van verzending

R

 

 

 

 

a

Identificatienummer kantoor

R

 

Vermeld de code van het kantoor van de bevoegde autoriteiten in de lidstaat van verzending die op de plaats van verzending met de accijnscontrole belast zijn. Zie bijlage II, codelijst 5.

an8

11

Zekerheidstelling overbrenging

R

 

 

 

 

a

Code soort zekerheidsteller

R

 

Identificeer de persoon (personen) die verantwoordelijk is (zijn) voor de zekerheidstelling, met behulp van de code soort zekerheidsteller uit bijlage II, codelijst 6.

n..4

12

Handelaar Zekerheidsteller

C

„R” indien een van de volgende codes soort zekerheidsteller van toepassing is: 2, 3, 12, 13, 23, 24, 34, 123, 124, 134, 234 of 1234

(zie codes soort zekerheidsteller in bijlage II, codelijst 6)

Identificeer de vervoerder en/of de eigenaar van de goederen indien deze de zekerheid stelt.

2x

 

a

Accijnsnummer handelaar

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven „R” is.

Vermeld een geldig SEED-registratienummer of btw-identificatienummer van de vervoerder of de eigenaar van de accijnsgoederen.

an13

 

b

Btw-nummer

O

an..14

 

c

Naam handelaar

C

Voor 12c, d, f en g:

„O” indien het accijnsnummer van de handelaar is verstrekt, zo niet „R”.

 

an..182

 

d

Straat

C

 

an..65

 

e

Nummer

O

 

an..11

 

f

Postcode

C

 

an..10

 

g

Stad

C

 

an..50

 

h

NAD_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

13

Vervoer

R

 

 

 

 

a

Code vervoerswijze

R

 

Vermeld de wijze van vervoer bij de aanvang van de overbrenging met behulp van de codes uit bijlage II, codelijst 7.

n..2

 

b

Aanvullende informatie

C

„R” indien de code vervoerswijze „Overige” is.

Anders „O”.

Geef een nadere omschrijving van de vervoerswijze.

an..350

 

c

Aanvullende informatie_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

14

Handelaar organisator van het vervoer

C

„R” om de persoon te identificeren die verantwoordelijk is voor de organisatie van het eerste vervoer, indien de waarde in vak 1c„3” of „4” is.

 

 

 

a

Btw-nummer

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven „R” is.

 

an..14

 

b

Naam handelaar

R

 

 

an..182

 

c

Straat

R

 

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

 

an..11

 

e

Postcode

R

 

 

an..10

 

f

Stad

R

 

 

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

15

Handelaar eerste vervoerder

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven „R” is.

Identificeer de persoon die het eerste vervoer verricht.

 

 

a

Btw-nummer

O

 

 

an..14

 

b

Naam handelaar

R

 

 

an..182

 

c

Straat

R

 

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

 

an..11

 

e

Postcode

R

 

 

an..10

 

f

Stad

R

 

 

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

16

Vervoersgegevens

R

 

 

99x

 

a

Code vervoerseenheid

R

 

Vermeld de code(s) vervoerseenheid met betrekking tot de in vak 13a opgegeven vervoerswijze.

Zie bijlage II, codelijst 8.

n..2

 

b

Identiteit vervoerseenheden

C

„R” indien de code vervoerseenheid verschilt van 5

(zie vak 16a)

Vermeld het registratienummer van de vervoerseenheid (vervoerseenheden) wanneer de code vervoerseenheid verschilt van 5.

an..35

 

c

Identiteit handelszegel

D

„R” indien handelszegels worden gebruikt.

Vermeld de identificatie van de handelszegels, indien deze worden gebruikt om de vervoerseenheid te verzegelen.

an..35

 

d

Informatie zegels

O

 

Vermeld aanvullende informatie over deze handelszegels (bv. het soort zegels dat wordt gebruikt).

an..350

 

e

Informatie zegels_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

f

Aanvullende informatie

O

 

Vermeld aanvullende informatie over het vervoer, bv. de identiteit van eventuele volgende vervoerders, informatie over volgende vervoerseenheden.

an..350

 

g

Aanvullende informatie_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

17

Hoofdgedeelte e-AD

R

 

Voor elk product in de zending moet een aparte gegevensgroep worden gebruikt.

999x

 

a

Unieke referentie record

R

 

Vermeld een uniek volgnummer, te beginnen met 1.

n..3

 

b

Code accijnsgoed

R

 

Vermeld de toepasselijke code accijnsgoed uit bijlage II, codelijst 11.

an4

 

c

GN-code

R

 

Vermeld de toepasselijke GN-code op de datum van verzending.

n8

 

d

Hoeveelheid

R

 

Vermeld de hoeveelheid (in de maateenheid voor de desbetreffende goederencode — zie bijlage II, codelijsten 11 en 12).

Bij een overbrenging naar een in artikel 19, lid 3, van Richtlijn 2008/118/EG bedoelde geregistreerde geadresseerde mag de hoeveelheid de aan deze persoon toegestane hoeveelheid niet overschrijden.

Bij een overbrenging naar een in artikel 12 van Richtlijn 2008/118/EG bedoelde vrijgestelde organisatie mag de hoeveelheid de in het certificaat van vrijstelling van accijnzen geregistreerde hoeveelheid niet overschrijden.

n..15,3

 

e

Brutogewicht

R

 

Vermeld het brutogewicht van de zending (de accijnsgoederen met verpakking).

n..15,2

 

f

Nettogewicht

R

 

Vermeld het gewicht van de accijnsgoederen zonder verpakking (alcohol en alcoholhoudende dranken, energieproducten en alle tabaksproducten behalve sigaretten).

n..15,2

 

g

Alcoholgehalte

C

„R” indien van toepassing op het accijnsgoed in kwestie.

Vermeld het alcoholgehalte (volumepercentage bij 20 °C) indien van toepassing in overeenstemming met bijlage II, codelijst 11.

n..5,2

 

h

Graden Plato

D

„R” indien bier in de lidstaat van verzending en/of de lidstaat van bestemming wordt belast naar graden Plato.

Vermeld bij bier de graden Plato indien het op die basis wordt belast in de lidstaat van verzending en/of de lidstaat van bestemming. Zie bijlage II, codelijst 11.

n..5,2

 

i

Fiscaal merkteken

O

 

Vermeld aanvullende informatie over de door de lidstaat van bestemming vereiste fiscale merktekens.

an..350

 

j

Fiscaal merkteken_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

k

Indicatie fiscaal merkteken gebruikt

D

„R” indien fiscale merktekens worden gebruikt

Vermeld „1” wanneer de goederen een fiscaal merkteken dragen of bevatten dan wel „0” wanneer zij geen fiscaal merkteken dragen of bevatten.

n1

 

l

Oorsprongsbenaming

O

 

Dit vak kan worden gebruikt om een verklaring af te geven:

1.

ten aanzien van bepaalde wijnen, over de beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding in overeenstemming met de desbetreffende Uniewetgeving;

2.

ten aanzien van bepaalde gedistilleerde dranken, over de plaats van productie in overeenstemming met de desbetreffende Uniewetgeving;

3.

ten aanzien van bier gebrouwen door een kleine zelfstandige brouwerij zoals omschreven in Richtlijn 92/83/EEG van de Raad (4), waarvoor beoogd wordt in de lidstaat van bestemming aanspraak te maken op een verlaagd accijnstarief. De verklaring moet als volgt luiden: „Verklaring: het hierboven vermelde product is door een kleine zelfstandige brouwerij gebrouwen.”;

4.

ten aanzien van ethylalcohol gedistilleerd door een kleine distilleerderij zoals omschreven in Richtlijn 92/83/EEG, waarvoor beoogd wordt in de lidstaat van bestemming aanspraak te maken op een verlaagd accijnstarief. De verklaring moet als volgt luiden: „Verklaring: het hierboven vermelde product is door een kleine distilleerderij geproduceerd.”.

an..350

 

m

Oorsprongsbenaming_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

n

Grootte van de producent

O

 

Vermeld voor bier of gedistilleerde dranken waarvoor in vak 17 l (oorsprongsbenaming) een verklaring is afgegeven, de jaarproductie van het vorige jaar in hectoliters bier respectievelijk zuivere alcohol.

n..15

 

o

Densiteit

C

„R” indien van toepassing op het accijnsgoed in kwestie.

Vermeld de densiteit bij 15 °C, indien van toepassing in overeenstemming met bijlage II, codelijst 11.

n..5,2

 

p

Handelsbenaming

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven verstrekt moet worden.

„R” wanneer de wijnen bedoeld in de punten 1 tot en met 9, 15 en 16 van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad (5) onverpakt worden vervoerd, in welk geval de omschrijving van het product de in artikel 60 van die verordening bedoelde facultatieve aanduidingen omvat voor zover die aanduidingen voorkomen in de etikettering of het de bedoeling is ze daarin op te nemen.

Vermeld de handelsbenaming van de goederen ten behoeve van de identificatie van de vervoerde goederen.

an..350

 

q

Handelsbenaming_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

r

Merknaam van het product

D

„R” indien de accijnsgoederen een merknaam hebben. De lidstaat van verzending kan bepalen dat de merknaam van de vervoerde goederen niet moet worden vermeld wanneer hij op de factuur of een ander handelsdocument als bedoeld in vak 9b is vermeld.

Vermeld in voorkomend geval de merknaam van de goederen.

an..350

 

s

Merknaam van het product_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

17.1

Verpakking

R

 

 

99x

 

a

Code soort colli

R

 

Vermeld het soort colli met behulp van de codes in bijlage II, codelijst 9.

an2

 

b

Aantal colli

C

„R” indien als „telbaar” gemarkeerd.

Vermeld het aantal colli indien de colli telbaar zijn in overeenstemming met bijlage II, codelijst 9.

n..15

 

c

Identiteit handelszegel

D

„R” indien handelszegels worden gebruikt.

Vermeld de identificatie van de handelszegels, indien deze worden gebruikt om de colli te verzegelen.

an..35

 

d

Informatie zegels

O

 

Vermeld aanvullende informatie over deze handelszegels (bv. het soort zegels dat wordt gebruikt).

an..350

 

e

Informatie zegels_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

17.2

Wijnproduct

D

„R” voor wijnproducten opgenomen in deel XII van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 (6).

 

 

 

a

Categorie wijnproduct

R

 

Vermeld voor wijnproducten opgenomen in deel XII van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 een van de volgende waarden:

1

=

Wijn zonder BOB/BGA

2

=

Cépagewijn zonder BOB/BGA

3

=

Wijn met BOB/BGA

4

=

Ingevoerde wijn

5

=

Overige

n1

 

b

Code wijnbouwzone

D

„R” voor wijnproducten die onverpakt worden vervoerd (nominaal volume > 60 liter).

Vermeld de wijnbouwzone van oorsprong van het vervoerde product in overeenstemming met bijlage IX bij Verordening (EG) nr. 479/2008.

n..2

 

c

Derde land van oorsprong

C

„R” indien categorie wijnproduct in vak 17.2a„4” is (ingevoerde wijn).

Vermeld een landencode uit bijlage II, codelijst 4, die niet is opgenomen in bijlage II, codelijst 3, of gelijk is aan de landencode „GR”.

a2

 

d

Andere informatie

O

 

 

an..350

 

e

Andere informatie_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

17.2.1

Code wijnbehandeling

D

„R” voor wijnproducten die onverpakt worden vervoerd (nominaal volume > 60 liter).

 

99x

 

a

Code wijnbehandeling

R

 

Vermeld een of meer code(s) wijnbehandeling in overeenstemming met de lijst in bijlage VI, deel B, punt 1.4, onder b), bij Verordening (EG) nr. 436/2009 van de Commissie (7).

n..2

18

Document certificaat

O

 

 

9x

 

a

Korte beschrijving document

C

„R” tenzij gegevensveld 18c wordt gebruikt.

Geef een beschrijving van eventuele certificaten die betrekking hebben op de vervoerde goederen, bv. certificaten met betrekking tot de in vak 17l bedoelde oorsprongsbenaming.

an..350

 

b

Korte beschrijving document_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

c

Referentie document

C

„R” tenzij gegevensveld 18a wordt gebruikt.

Vermeld een referentie naar eventuele certificaten die betrekking hebben op de vervoerde goederen.

an..350

 

d

Referentie document_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

2)

Tabel 3 wordt vervangen door:

Tabel 3

(als bedoeld in artikel 5, lid 1, en artikel 8, lid 2)

Wijziging van bestemming

A

B

C

D

E

F

G

1

Kenmerk

R

 

 

 

 

a

Datum en tijdstip geldigmaking bestemmingswijziging

C

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige bericht van bestemmingswijziging.

Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

datumtijd

2

Bijwerking e-AD

R

 

 

 

 

a

Volgnummer

C

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige bericht van bestemmingswijziging.

Staat op 1 bij de eerste geldigmaking van het e-AD en wordt vervolgens telkens met 1 verhoogd bij iedere wijziging van bestemming.

n..2

 

b

ARC

R

 

Vermeld de ARC van het e-AD waarvan de bestemming wordt gewijzigd.

an21

 

c

Reistijd

D

„R” wanneer de reistijd wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

Vermeld, rekening houdende met het vervoermiddel en de afstand, de normale duur van de reis in uren (H) of dagen (D) gevolgd door twee cijfers (bv. H12 of D04). Het getal na „H” mag niet hoger zijn dan 24. Het getal na „D” mag niet hoger zijn dan 92.

an3

 

d

Gewijzigde regeling vervoer

D

„R” wanneer de voor de organisatie van het vervoer verantwoordelijke persoon wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

Identificeer de persoon die verantwoordelijk is voor de organisatie van het vervoer, met behulp van een van de volgende waarden:

1

=

Afzender

2

=

Geadresseerde

3

=

Eigenaar van de goederen

4

=

Overige

n1

 

e

Factuurnummer

D

„R” wanneer de factuur wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

Vermeld het nummer van de factuur die betrekking heeft op de goederen. Als er nog geen factuur is opgesteld, moet het nummer van de leveringsbon of van een ander vervoersdocument worden vermeld.

an..35

 

f

Factuurdatum

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven „R” is wanneer het factuurnummer wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

De datum van het in vak 2e vermelde document.

datum

 

g

Code vervoerswijze

D

„R” wanneer de vervoerswijze wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

Vermeld de vervoerswijze met behulp van de codes in bijlage II, codelijst 7.

n..2

 

h

Aanvullende informatie

C

„R” indien de code vervoerswijze is vermeld en „Overige” is.

Geef een nadere omschrijving van de vervoerswijze.

an..350

 

i

Aanvullende informatie_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

3

Gewijzigde bestemming

R

 

 

 

 

a

Code soort bestemming

R

 

Vermeld de nieuwe bestemming van de overbrenging met behulp van een van de volgende waarden:

1

=

Belastingentrepot (artikel 17, lid 1, onder a), i), van Richtlijn 2008/118/EG)

2

=

Geregistreerd geadresseerde (artikel 17, lid 1, onder a), ii), van Richtlijn 2008/118/EG)

3

=

Tijdelijk geregistreerd geadresseerde (artikel 17, lid 1, onder a), ii), en artikel 19, lid 3, van Richtlijn 2008/118/EG)

4

=

Rechtstreekse aflevering (artikel 17, lid 2, van Richtlijn 2008/118/EG)

6

=

Uitvoer (artikel 17, lid 1, onder a), iii), van Richtlijn 2008/118/EG)

n1

4

Handelaar nieuwe geadresseerde

D

„R” wanneer de geadresseerde wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

 

 

 

a

Identificatie handelaar

C

„R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3 en 4

„O” voor code soort bestemming 6

(zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

1, 2, 3 en 4: vermeld een geldig SEED-registratienummer van de erkende entrepothouder of de geregistreerde geadresseerde;

6: vermeld het btw-identificatienummer van de persoon die de afzender bij het kantoor van uitvoer vertegenwoordigt.

an..16

 

b

Naam handelaar

R

 

 

an..182

 

c

Straat

R

 

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

 

an..11

 

e

Postcode

R

 

 

an..10

 

f

Stad

R

 

 

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

5

Handelaar plaats van levering

C

„R” voor codes soort bestemming 1 en 4

„O” voor codes soort bestemming 2 en 3

(zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

Vermeld de werkelijke plaats van levering van de accijnsgoederen.

Voor code soort bestemming 2 is de gegevensgroep:

„O” na geslaagde geldigmaking van de voorlopige bestemmingswijziging, aangezien de lidstaat van verzending in dit vak het in SEED opgenomen adres van de geregistreerde geadresseerde kan vermelden;

niet van toepassing voor de voorlopige bestemmingswijziging.

 

 

a

Identificatie handelaar

C

„R” voor code soort bestemming 1

„O” voor codes soort bestemming 2 en 3

(zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

1: vermeld een geldig SEED-registratienummer van het belastingentrepot van bestemming;

2 en 3: vermeld het btw-identificatienummer of een ander kenmerk.

an..16

 

b

Naam handelaar

C

„R” voor codes soort bestemming 1, 2 en 3

„O” voor code soort bestemming 4

(zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

 

an..182

 

c

Straat

C

Voor de vakken 5c, 5e en 5f:

„R” voor codes soort bestemming 2, 3 en 4

„O” voor code soort bestemming 1

(zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

an..11

 

e

Postcode

C

 

an..10

 

f

Stad

C

 

an..50

 

g

NAD_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

6

Kantoor plaats van levering — douane

C

„R” bij uitvoer (code soort bestemming 6)

(zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

 

 

 

a

Identificatienummer kantoor

R

 

Vermeld de code van het kantoor van uitvoer waar de aangifte ten uitvoer zal worden ingediend overeenkomstig artikel 161, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 2913/92. Zie bijlage II, codelijst 5.

Vermeld een code van een douanekantoor dat is opgenomen in de lijst van douanekantoren die belast zijn met taken op het gebied van uitvoer.

an8

7

Handelaar nieuwe organisator van het vervoer

C

„R” om de persoon te identificeren die verantwoordelijk is voor de organisatie van het vervoer, indien de waarde in vak 2d„3” of „4” is.

 

 

 

a

Btw-nummer

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven „R” is.

 

an..14

 

b

Naam handelaar

R

 

 

an..182

 

c

Straat

R

 

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

 

an..11

 

e

Postcode

R

 

 

an..10

 

f

Stad

R

 

 

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

8

Handelaar nieuwe vervoerder

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven „R” is wanneer de vervoerder wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

Identificeer de nieuwe persoon die het vervoer verricht.

 

 

a

Btw-nummer

O

 

 

an..14

 

b

Naam handelaar

R

 

 

an..182

 

c

Straat

R

 

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

 

an..11

 

e

Postcode

R

 

 

an..10

 

f

Stad

R

 

 

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

9

Vervoersgegevens

D

„R” wanneer de vervoersgegevens wijzigen ingevolge de bestemmingswijziging.

 

99x

 

a

Code vervoerseenheid

R

 

Vermeld de code(s) vervoerseenheid met betrekking tot de in vak 2g opgegeven vervoerswijze; zie bijlage II, codelijst 8.

n..2

 

b

Identiteit vervoerseenheden

C

„R” indien de code vervoerseenheid verschilt van 5

(zie vak 9a)

Vermeld het registratienummer van de vervoerseenheid (vervoerseenheden) wanneer de code vervoerseenheid verschilt van 5.

an..35

 

c

Identiteit handelszegel

D

„R” indien handelszegels worden gebruikt.

Vermeld de identificatie van de handelszegels, indien deze worden gebruikt om de vervoerseenheid te verzegelen.

an..35

 

d

Informatie zegels

O

 

Vermeld aanvullende informatie over deze handelszegels (bv. het soort zegels dat wordt gebruikt).

an..350

 

e

Informatie zegels_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode; zie bijlage II, codelijst 1.

a2

 

f

Aanvullende informatie

O

 

Vermeld aanvullende informatie over het vervoer, bv. de identiteit van eventuele volgende vervoerders, informatie over volgende vervoerseenheden.

an..350

 

g

Aanvullende informatie_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2”

3)

Tabel 5 wordt vervangen door:

Tabel 5

(als bedoeld in artikel 6, lid 1, en artikel 8, lid 2)

Splitsing

A

B

C

D

E

F

G

1

Splitsing e-AD

R

 

 

 

 

a

Voorafgaande ARC

R

 

Vermeld de ARC van het e-AD dat wordt gesplitst.

Zie bijlage II, codelijst 2.

an21

2

Lidstaat van splitsing

R

 

 

 

 

a

Code lidstaat

R

 

Vermeld de lidstaat op wiens grondgebied het transport wordt gesplitst, met behulp van de code lidstaat uit bijlage II, codelijst 3.

a2

3

Gegevens splitsing e-AD

R

 

De splitsing gebeurt door het e-AD in kwestie integraal te vervangen door twee of meer nieuwe e-AD’s.

9x

 

a

Lokaal referentienummer

R

 

Een uniek volgnummer dat de afzender aan het e-AD toekent en waarmee hij de zending in zijn administratie identificeert.

an..22

 

b

Reistijd

D

„R” wanneer de reistijd wijzigt ingevolge de splitsing.

Vermeld, rekening houdende met het vervoermiddel en de afstand, de normale duur van de reis in uren (H) of dagen (D) gevolgd door twee cijfers (bv. H12 of D04). Het getal na „H” mag niet hoger zijn dan 24. Het getal na „D” mag niet hoger zijn dan 92.

an3

 

c

Gewijzigde regeling vervoer

D

„R” wanneer de voor de organisatie van het vervoer verantwoordelijke persoon wijzigt ingevolge de splitsing.

Identificeer de persoon die verantwoordelijk is voor de organisatie van het eerste vervoer, met behulp van een van de volgende waarden:

1

=

Afzender

2

=

Geadresseerde

3

=

Eigenaar van de goederen

4

=

Overige

n1

3.1

Gewijzigde bestemming

R

 

 

 

 

a

Code soort bestemming

R

 

Vermeld de bestemming van de overbrenging met behulp van een van de volgende waarden:

1

=

Belastingentrepot (artikel 17, lid 1, onder a), i), van Richtlijn 2008/118/EG)

2

=

Geregistreerd geadresseerde (artikel 17, lid 1, onder a), ii), van Richtlijn 2008/118/EG)

3

=

Tijdelijk geregistreerd geadresseerde (artikel 17, lid 1, onder a), ii), en artikel 19, lid 3, van Richtlijn 2008/118/EG)

4

=

Rechtstreekse aflevering (artikel 17, lid 2, van Richtlijn 2008/118/EG)

6

=

Uitvoer (artikel 17, lid 1, onder a), iii), van Richtlijn 2008/118/EG)

8

=

Bestemming onbekend (geadresseerde onbekend; artikel 22 van Richtlijn 2008/118/EG)

n1

3.2

Handelaar nieuwe geadresseerde

C

„O” indien de code soort bestemming verschilt van 8

(zie vak 3.1a voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

1, 2, 3, 4 en 6: door de wijziging van de geadresseerde ingevolge de splitsing wordt deze gegevensgroep „R”

 

 

a

Identificatie handelaar

C

„R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3 en 4

„O” voor code soort bestemming 6

(zie vak 3.1a voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

1, 2, 3 en 4: vermeld een geldig SEED-registratienummer van de erkende entrepothouder of de geregistreerde geadresseerde;

6: vermeld het btw-identificatienummer van de persoon die de afzender bij het kantoor van uitvoer vertegenwoordigt.

an..16

 

b

Naam handelaar

R

 

 

an..182

 

c

Straat

R

 

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

 

an..11

 

e

Postcode

R

 

 

an..10

 

f

Stad

R

 

 

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

3.3

HANDELAAR plaats van levering

C

„R” voor codes soort bestemming 1 en 4

„O” voor code soort bestemming 3

(zie vak 3.1a voor de codes soort bestemming)

 

 

 

a

Identificatie handelaar

C

„R” voor code soort bestemming 1

„O” voor codes soort bestemming 2 en 3

(zie vak 3.1a voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

1: vermeld een geldig SEED-registratienummer van het belastingentrepot van bestemming;

2 en 3: vermeld het btw-identificatienummer of een ander kenmerk.

an..16

 

b

Naam handelaar

C

„R” voor codes soort bestemming 1, 2 en 3

„O” voor code soort bestemming 4

(zie vak 3.1a voor de codes soort bestemming)

 

an..182

 

c

Straat

C

Voor de vakken 3.3c, 3.3e en 3.3f:

„R” voor codes soort bestemming 2, 3 en 4

„O” voor code soort bestemming 1

(zie vak 3.1a voor de codes soort bestemming)

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

an..11

 

e

Postcode

C

 

an..10

 

f

Stad

C

 

an..50

 

g

NAD_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

3.4

Kantoor plaats van levering — douane

C

„R” bij uitvoer (code soort gewijzigde bestemming 6).

(zie vak 3.1a voor de codes soort bestemming)

 

 

 

a

Identificatienummer kantoor

R

 

Vermeld de code van het kantoor van uitvoer waar de aangifte ten uitvoer zal worden ingediend overeenkomstig artikel 161, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 2913/92.

Zie bijlage II, codelijst 5.

Vermeld een code van een douanekantoor dat is opgenomen in de lijst van douanekantoren die belast zijn met taken op het gebied van uitvoer.

an8

3.5

Handelaar nieuwe organisator van het vervoer

C

„R” om de persoon te identificeren die verantwoordelijk is voor de organisatie van het vervoer, indien de waarde in vak 3c„3” of „4” is.

 

 

 

a

Btw-nummer

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven „R” is.

 

an..14

 

b

Naam handelaar

R

 

 

an..182

 

c

Straat

R

 

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

 

an..11

 

e

Postcode

R

 

 

an..10

 

f

Stad

R

 

 

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

3.6

Handelaar nieuwe vervoerder

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven „R” is wanneer de vervoerder wijzigt ingevolge de splitsing.

Identificeer de persoon die het nieuwe vervoer verricht.

 

 

a

Btw-nummer

O

 

 

an..14

 

b

Naam handelaar

R

 

 

an..182

 

c

Straat

R

 

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

 

an..11

 

e

Postcode

R

 

 

an..10

 

f

Stad

R

 

 

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

3.7

Vervoersgegevens

D

„R” wanneer de vervoersgegevens wijzigen ingevolge de splitsing.

 

99x

 

a

Code vervoerseenheid

R

 

Vermeld de code(s) vervoerseenheid. Zie bijlage II, codelijst 8.

n..2

 

b

Identiteit vervoerseenheden

C

„R” indien de code vervoerseenheid verschilt van 5

(zie vak 3.7a)

Vermeld het registratienummer van de vervoerseenheid (vervoerseenheden) wanneer de code vervoerseenheid verschilt van 5.

an..35

 

c

Identiteit handelszegel

D

„R” indien handelszegels worden gebruikt.

Vermeld de identificatie van de handelszegels, indien deze worden gebruikt om de vervoerseenheid te verzegelen.

an..35

 

d

Informatie zegels

O

 

Vermeld aanvullende informatie over deze handelszegels (bv. het soort zegels dat wordt gebruikt).

an..350

 

e

Informatie zegels_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

f

Aanvullende informatie

O

 

Vermeld aanvullende informatie over het vervoer, bv. de identiteit van eventuele volgende vervoerders, informatie over volgende vervoerseenheden.

an..350

 

g

Aanvullende informatie_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

3.8

Hoofdgedeelte e-AD

R

 

Voor elk product in de zending moet een aparte gegevensgroep worden gebruikt.

999x

 

a

Unieke referentie record

R

 

Vermeld de unieke referentie van de record van het product in het oorspronkelijke gesplitste e-AD. De unieke referentie van de record moet uniek zijn per „Gegevens splitsing e-AD”.

n..3

 

b

Code accijnsgoed

R

 

Vermeld de toepasselijke code accijnsgoed uit bijlage II, codelijst 11.

an..4

 

c

GN-code

R

 

Vermeld de GN-code die van toepassing is op de datum van indiening van de splitsing.

n8

 

d

Hoeveelheid

R

 

Vermeld de hoeveelheid (in de maateenheid voor de desbetreffende goederencode — zie bijlage II, codelijsten 11 en 12).

Bij een overbrenging naar een in artikel 19, lid 3, van Richtlijn 2008/118/EG bedoelde geregistreerde geadresseerde mag de hoeveelheid de aan deze persoon toegestane hoeveelheid niet overschrijden.

Bij een overbrenging naar een in artikel 12 van Richtlijn 2008/118/EG bedoelde vrijgestelde organisatie mag de hoeveelheid de in het certificaat van vrijstelling van accijnzen geregistreerde hoeveelheid niet overschrijden.

n..15,3

 

e

Brutogewicht

R

 

Vermeld het brutogewicht van de zending (de accijnsgoederen met verpakking).

n..15,2

 

f

Nettogewicht

R

 

Vermeld het gewicht van de accijnsgoederen zonder verpakking.

n..15,2

 

i

Fiscaal merkteken

O

 

Vermeld aanvullende informatie over de door de lidstaat van bestemming vereiste fiscale merktekens.

an..350

 

j

Fiscaal merkteken_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

k

Indicatie fiscaal merkteken gebruikt

D

„R” indien fiscale merktekens worden gebruikt

Vermeld „1” wanneer de goederen een fiscaal merkteken dragen of bevatten dan wel „0” wanneer zij geen fiscaal merkteken dragen of bevatten.

n1

 

o

Densiteit

C

„R” indien van toepassing op het accijnsgoed in kwestie.

Vermeld de densiteit bij 15 °C, indien van toepassing in overeenstemming met de tabel in bijlage II, codelijst 11.

n..5,2

 

p

Handelsbenaming

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven verstrekt moet worden.

Vermeld de handelsbenaming van de goederen ten behoeve van de identificatie van de vervoerde goederen.

an..350

 

q

Handelsbenaming_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

r

Merknaam van het product

D

„R” indien de accijnsgoederen een merknaam hebben.

Vermeld in voorkomend geval de merknaam van de goederen.

an..350

 

s

Merknaam van het product_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

3.8.1

Verpakking

R

 

 

99x

 

a

Code soort colli

R

 

Vermeld het soort colli met behulp van de codes in bijlage II, codelijst 9.

an2

 

b

Aantal colli

C

„R” indien als „telbaar” gemarkeerd.

Vermeld het aantal colli indien de colli telbaar zijn in overeenstemming met bijlage II, codelijst 9.

n..15

 

c

Identiteit handelszegel

D

„R” indien handelszegels worden gebruikt.

Vermeld de identificatie van de handelszegels, indien deze worden gebruikt om de colli te verzegelen.

an..35

 

d

Informatie zegels

O

 

Vermeld aanvullende informatie over deze handelszegels (bv. het soort zegels dat wordt gebruikt).

an..350

 

e

Informatie zegels_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2”

4)

Tabel 6 wordt vervangen door:

Tabel 6

(als bedoeld in artikel 7 en artikel 8, lid 3)

Bericht van ontvangst/bericht van uitvoer

A

B

C

D

E

F

G

1

Kenmerk

R

 

 

 

 

a

Datum en tijdstip geldigmaking bericht van ontvangst/uitvoer

C

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming/uitvoer bij geldigmaking van het bericht van ontvangst/bericht van uitvoer.

Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

datumtijd

2

Overbrenging accijnsgoederen e-AD

R

 

 

 

 

a

ARC

R

 

Vermeld de ARC van het e-AD. Zie bijlage II, codelijst 2.

an21

 

b

Volgnummer

R

 

Vermeld het volgnummer van het e-AD.

n..2

3

Handelaar geadresseerde

C

„R”, behalve wanneer het gegevenselement voor het soort bericht in het overeenkomstige e-AD op „2 — Indiening voor uitvoer volgens de domiciliëringsprocedure” staat.

 

 

 

a

Identificatie handelaar

C

„R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3 en 4

„O” voor code soort bestemming 6

geldt niet voor code soort bestemming 5

(zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

1, 2, 3 en 4: vermeld een geldig SEED-registratienummer van de erkende entrepothouder of de geregistreerde geadresseerde;

6: vermeld het btw-identificatienummer van de persoon die de afzender bij het kantoor van uitvoer vertegenwoordigt.

an..16

 

b

Naam handelaar

R

 

 

an..182

 

c

Straat

R

 

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

 

an..11

 

e

Postcode

R

 

 

an..10

 

f

Stad

R

 

 

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

4

Handelaar plaats van levering

C

„R” voor codes soort bestemming 1 en 4

„O” voor codes soort bestemming 2, 3 en 5

(zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

Vermeld de werkelijke plaats van levering van de accijnsgoederen.

 

 

a

Identificatie handelaar

C

„R” voor code soort bestemming 1

„O” voor codes soort bestemming 2, 3 en 5

(zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

1: vermeld een geldig SEED-registratienummer van het belastingentrepot van bestemming;

2, 3 en 5: vermeld het btw-identificatienummer of een ander kenmerk.

an..16

 

b

Naam handelaar

C

„R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3 en 5

„O” voor code soort bestemming 4

(zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

 

an..182

 

c

Straat

C

Voor de vakken 4c, 4e en 4f:

„R” voor codes soort bestemming 2, 3, 4 en 5

„O” voor code soort bestemming 1

(zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

an..11

 

e

Postcode

C

 

an..10

 

f

Stad

C

 

an..50

 

g

NAD_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

5

Kantoor van bestemming

C

„R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3, 4 en 5

(zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

 

 

 

a

Identificatienummer kantoor

R

 

Vermeld de code van het kantoor van de bevoegde autoriteiten in de lidstaat van bestemming die op de plaats van bestemming met de accijnscontrole belast zijn. Zie bijlage II, codelijst 5.

an8

6

Bericht van ontvangst/uitvoer

R

 

 

 

 

a

Datum van aankomst van de accijnsgoederen

R

 

De datum waarop de overbrenging eindigt in overeenstemming met artikel 20, lid 2, van Richtlijn 2008/118/EG.

datum

 

b

Algemene conclusie bij ontvangst

R

 

De volgende waarden zijn mogelijk:

1

=

Ontvangst aanvaard en conform

2

=

Ontvangst aanvaard maar niet-conform

3

=

Ontvangst geweigerd

4

=

Ontvangst gedeeltelijk geweigerd

21

=

Uitgang aanvaard en conform

22

=

Uitgang aanvaard maar niet-conform

23

=

Uitgang geweigerd

n..2

 

c

Aanvullende informatie

O

 

Vermeld aanvullende informatie over de ontvangst van de accijnsgoederen.

an..350

 

d

Aanvullende informatie_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

7

Hoofdgedeelte bericht van ontvangst/uitvoer

C

„R” wanneer de waarde van de algemene conclusie bij ontvangst niet „1” of „21” is

(zie vak 6b)

 

999x

 

a

Unieke referentie record

R

 

Vermeld de unieke referentie van de record van het overeenkomstige e-AD (vak 17a van tabel 1) dat betrekking heeft op hetzelfde accijnsgoed als in het overeenkomstige e-AD waarop een andere code dan „1” of „21” van toepassing is.

n..3

 

b

Indicator meer- of minderbevinding

D

„R” wanneer er voor de desbetreffende record sprake is van een tekort of een teveel.

De volgende waarden zijn mogelijk:

S

=

Tekort

E

=

Teveel

a1

 

c

Meer- of minderbevinding

C

„R” indien de indicator in vak 7b is vermeld.

Vermeld de hoeveelheid (in de maateenheid voor de desbetreffende goederencode — zie bijlage II, codelijsten 11 en 12).

n..15,3

 

d

Code accijnsgoed

R

 

Vermeld de toepasselijke code accijnsgoed uit bijlage II, codelijst 11.

an4

 

e

Geweigerde hoeveelheid

C

„R” wanneer de algemene conclusie bij ontvangst code 4 heeft (zie vak 6b).

Vermeld de hoeveelheid voor iedere record waarvoor accijnsgoederen worden geweigerd (in de maateenheid voor de desbetreffende goederencode — zie bijlage II, codelijsten 11 en 12).

n..15,3

7.1

Reden van niet-overeenstemming

D

„R” voor iedere record waarvoor de algemene conclusie bij ontvangst code 2, 3, 4, 22 of 23 heeft (zie vak 6b).

 

9x

 

a

Reden van niet-overeenstemming

R

 

De volgende waarden zijn mogelijk:

0

=

Overige

1

=

Teveel

2

=

Tekort

3

=

Goederen beschadigd

4

=

Verzegeling verbroken

5

=

Gemeld door het ECS (exportcontrolesysteem)

7

=

Grotere hoeveelheid dan waarvoor tijdelijke machtiging is verleend

n1

 

b

Aanvullende informatie

C

„R” wanneer de reden van niet-overeenstemming code 0 heeft

„O” wanneer de reden van niet-overeenstemming code 1, 2, 3, 4, 5 of 7 heeft

(zie vak 7.1a)

Vermeld aanvullende informatie over de ontvangst van de accijnsgoederen.

an..350

 

c

Aanvullende informatie_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2”


(1)  Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).

(2)  Verordening (EG) nr. 31/96 van de Commissie van 10 januari 1996 betreffende het certificaat van vrijstelling van accijnzen (PB L 8 van 11.1.1996, blz. 11).

(3)  Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1).

(4)  Richtlijn 92/83/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken (PB L 316 van 31.10.1992, blz. 21).

(5)  Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad van 29 april 2008 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1493/1999, (EG) nr. 1782/2003, (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 3/2008 en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 2392/86 en (EG) nr. 1493/1999 (PB L 148 van 6.6.2008, blz. 1).

(6)  Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

(7)  Verordening (EG) nr. 436/2009 van de Commissie van 26 mei 2009 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad met betrekking tot het wijnbouwkadaster, de verplichte opgaven en de samenstelling van gegevens voor het volgen van de markt, de begeleidende documenten voor het vervoer van producten en de bij te houden registers in de wijnsector (PB L 128 van 27.5.2009, blz. 15).”.


BIJLAGE II

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 684/2009 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In de tabel in punt 2 wordt in rij „3” van de kolom „Veld” de vermelding onder „Veldtype” vervangen door:

„Alfanumeriek 16 (cijfers en hoofdletters)”.

2)

In punt 6 wordt de volgende vijfde rij ingevoegd:

„5

Geen zekerheid gesteld overeenkomstig artikel 18, lid 4, onder b), van Richtlijn 2008/118/EG”


29.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 26/36


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 77/2014 VAN DE COMMISSIE

van 28 januari 2014

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 januari 2014.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

AL

50,7

IL

96,0

MA

52,2

TN

77,2

TR

106,6

ZZ

76,5

0707 00 05

JO

275,4

MA

158,2

TR

150,7

ZZ

194,8

0709 91 00

EG

91,5

ZZ

91,5

0709 93 10

MA

67,2

TR

137,0

ZZ

102,1

0805 10 20

EG

49,3

MA

54,9

TN

54,8

TR

70,3

ZA

38,4

ZZ

53,5

0805 20 10

CN

72,7

IL

147,6

MA

73,2

ZZ

97,8

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

CN

66,8

EG

57,3

IL

110,8

JM

100,2

KR

142,8

PK

34,5

TR

77,2

ZZ

84,2

0805 50 10

EG

69,0

TR

52,8

ZZ

60,9

0808 10 80

CA

85,2

CN

91,7

MK

32,8

US

135,2

ZZ

86,2

0808 30 90

CN

64,4

TR

136,7

US

131,1

ZZ

110,7


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

29.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 26/38


UITVOERINGSBESLUIT 2014/40/GBVB VAN DE RAAD

van 28 januari 2014

tot uitvoering van Uitvoeringsbesluit 2011/423/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Sudan en Zuid-Sudan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 31, lid 2,

Gezien Besluit 2011/423/GBVB van de Raad van 18 juli 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Sudan en Zuid-Sudan (1), en met name artikel 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 18 juli 2011 Besluit 2011/423/GBVB vastgesteld; dat besluit gaf uitvoering aan Resolutie 1591 (2005) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (de „UNSCR 1591 (2005)”) waarin een lijst werd opgenomen van personen waarvoor een reisverbod geldt en waarvan de activa werden bevroren.

(2)

Het Sanctiecomité, dat is ingesteld krachtens punt 3 van UNSCR 1591 (2005), heeft op 11 maart en op 4 september 2013 die lijst gewijzigd en heeft bijkomende informatie over de redenen voor plaatsing op de lijst toegevoegd.

(3)

De bijlage bij Besluit 2011/423/GBVB dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Besluit 2011/423/GBVB wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 28 januari 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

G. STOURNARAS


(1)  PB L 188 van 19.7.2011, blz. 20.


BIJLAGE

„BIJLAGE

LIJST VAN PERSONEN EN ENTITEITEN BEDOELD IN DE ARTIKELEN 1 EN 3

1.

Naam en voornamen: ELHASSAN, Gaffar Mohammed

(alias Gaffar Mohmed ELHASSAN)

Geboortedatum: 24 juni 1952. Adres: Verblijft in El Waha, Omdurman, Sudan. Identificatienr.: Identiteitskaart voormalig militair: 4302. Verdere gegevens: a) Generaal-majoor en bevelhebber van de Sudanese strijdkrachten voor de westelijke militaire regio (SAF); b) Gepensioneerd militair van het Sudanese leger. Datum van aanwijzing door de VN: 25 april 2006

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Het panel van deskundigen meldt dat generaal-majoor Gaffar Mohammed ELHASSAN tegenover hen heeft verklaard dat hij het rechtstreekse operationele bevel (primair tactisch bevel) voerde over alle onderdelen van de SAF in Darfur toen hij de militaire leiding had in de westelijke militaire regio. ELHASSAN bekleedde die functie van bevelhebber van de westelijke militaire regio van circa november 2004 - vroeg 2006. Volgens de informatie van het panel was ELHASSAN verantwoordelijk voor schendingen van punt 7 van UNSCR 1591 toen hij uit hoofde van zijn functie Khartoem verzocht om militaire uitrusting en toestemming gaf voor de overbrenging daarvan naar Darfur zonder dat Comité 1591 dat had goedgekeurd. ELHASSAN gaf zelf tegenover het panel toe dat tussen 29 maart 2005 en december 2005 vliegtuigen, vliegtuigmotoren en andere militaire uitrusting vanuit Sudan Darfur zijn binnengebracht. Hij verklaarde bijvoorbeeld dat tussen 18 en 21 september 2005 2 Mi-24 aanvalshelikopters zonder toestemming Darfur zijn binnengebracht.

Ook zijn er gerede gronden om aan te nemen dat ELHASSAN als bevelhebber van de westelijke militaire regio rechtstreeks verantwoordelijk was voor het toestaan van offensieve militaire vluchten op 23-24 juli 2005 in het gebied rond Abu Hamra en op 19 november 2005 in de streek van Jebel Moon van westelijk Darfur. Bij beide operaties waren Mi-24 aanvalshelikopters betrokken, die naar verluidt bij beide gelegenheden het vuur openden. Volgens het deskundigenpanel heeft ELHASSAN tegenover het panel te kennen gegeven dat hij zelf in zijn hoedanigheid van bevelhebber van de westelijke militaire regio goedkeuring had verleend voor luchtsteun en andere luchtoperaties. (Zie verslag van het deskundigenpanel, S/2006/65, punten 266-269). Daarmee heeft generaal-majoor Gaffar Mohammed ELHASSAN relevante bepalingen van UNSCR 1591 geschonden en voldoet hij aan de criteria voor de oplegging van sancties door het Comité.

2.

Naam en voornamen: HILAL, (Sheikh) Musa

Verdere gegevens: a) Opperhoofd van de Jalul-stam in Noord-Darfur; b) Lid van de nationale vergadering van Sudan; c) In 2008 door de president van Sudan benoemd tot speciaal adviseur bij het ministerie van Federale Zaken. Datum van aanwijzing door de VN: 25 april 2006

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Human Rights Watch beschikt volgens een van zijn rapporten over een memo d.d. 13 februari 2004 van een plaatselijk overheidskantoor in Noord-Darfur waarin veiligheidseenheden ter plaatse worden gelast de moedjahedien en de vrijwilligers onder bevel van Sheikh Musa HILAL toe te staan in de regio’s van [Noord-Darfur] hun activiteiten te ontplooien en te voorzien in hun vitale behoeften. Op 28 september 2005 vielen 400 Arabische militieleden de dorpen Aro Sharrow (waaronder het IDP-kamp), Acho en Gozmena in West-Darfur aan. Wij denken tevens dat Musa HILAL aanwezig was bij de aanval op het IDP-kamp van Aro Sharrow: omdat zijn zoon was gedood bij de aanval van het Sudanese Bevrijdingsleger (Sudanese Liberation Army — SLA) op Shareia, had hij nog een persoonlijke rekening te vereffenen. Er zijn gerede gronden om aan te nemen dat hij als opperhoofd rechtstreeks verantwoordelijk was voor deze acties en dat hij tevens verantwoordelijk is voor schendingen van het internationaal humanitair recht en de mensenrechten en voor andere gruweldaden.

3.

Naam en voornamen: SHARIF, Adam Yacub

(alias a) Adam Yacub Shant, b) Adam Yacoub)

Geboortedatum: Circa 1976. Verdere gegevens: a) Bevelhebber bij het Sudanese Bevrijdingsleger (Sudanese Liberation Army — SLA); b) Zou overleden zijn op 7 juni 2012. Datum van aanwijzing door de VN: 25 april 2006

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

SLA-soldaten onder het bevel van Adam Yacub Shant schonden het staakt-het-vuren door op 23 juli 2005 een militair contingent van de Sudanese regering aan te vallen dat een konvooi vrachtwagens in de buurt van Abu Hamra in noordelijk Darfur begeleidde, en daarbij drie soldaten te doden. Na de aanval werden wapens en munitie van het regeringsleger buitgemaakt. Het deskundigenpanel heeft informatie die bevestigt dat de aanval door SLA-soldaten heeft plaatsgevonden en duidelijk georganiseerd en dus goed gepland was. Redelijkerwijs kan daarom worden aangenomen, zoals het panel deed, dat Shant als de vaste SLA-bevelhebber in de regio, kennis moet hebben gehad van de aanval en die goedgekeurd of gelast heeft. Hij draagt derhalve rechtstreekse verantwoordelijkheid voor de aanval en voldoet aan de criteria voor plaatsing op de lijst.

4.

Naam en voornamen: BAREY Gabril Abdul Kareem

(alias a) General Gibril Abdul Kareem BAREY, b)„Tek”)

Adres: Verblijft in Tine, aan de Sudanese kant van de grens met Tsjaad. Verdere gegevens: Commandant bij de Nationale Beweging voor Hervorming en Ontwikkeling (National Movement for Reform and Development — NMRD). Datum van aanwijzing door de VN: 25 april 2006

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

BAREY is verantwoordelijk voor de ontvoering, in oktober 2005, van personeelsleden van de missie van de Afrikaanse Unie in Sudan (African Union Mission in Sudan — AMIS). BAREY tracht openlijk de AMIS-missie door intimidatie te dwarsbomen; hij dreigde bijvoorbeeld in november 2005 helikopters van de Afrikaanse Unie (AU) in de streek van Jebel Moon uit de lucht te schieten. Met dergelijke acties heeft BAREY onmiskenbaar UNSCR 1591 geschonden door een bedreiging voor de stabiliteit in Darfur te vormen en voldoet hij aan de criteria voor oplegging van sancties door het Comité.”


29.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 26/41


UITVOERINGSBESLUIT 2014/41/GBVB VAN DE RAAD

van 28 januari 2014

tot uitvoering van Besluit 2011/137/GBVB betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 31, lid 2,

Gezien Besluit 2011/137/GBVB van de Raad van 28 februari 2011 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië (1), en met name artikel 8, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 28 februari 2011 heeft de Raad Besluit 2011/137/GBVB vastgesteld.

(2)

Een entiteit dient te worden geschrapt van de lijst van aan beperkende maatregelen onderworpen personen en entiteiten opgenomen in bijlage IV bij Besluit 2011/137/GBVB.

(3)

Besluit 2011/137/GBVB dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De volgende entiteit wordt geschrapt van de lijst van personen en entiteiten opgenomen in bijlage IV bij Besluit 2011/137/GBVB:

Libyan Housing and Infrastructure Board (HIB).

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 28 januari 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

G. STOURNARAS


(1)  PB L 58 van 3.3.2011, blz. 53.


29.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 26/42


BESLUIT 2014/42/GBVB VAN DE RAAD

van 28 januari 2014

tot wijziging van Besluit 2012/281/GBVB in het kader van de Europese veiligheidsstrategie ter ondersteuning van het voorstel van de Unie voor een internationale gedragscode voor ruimteactiviteiten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 26, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 29 mei 2012 Besluit 2012/281/GBVB in het kader van de Europese veiligheidsstrategie ter ondersteuning van het voorstel van de Unie voor een internationale gedragscode voor ruimteactiviteiten (1) vastgesteld.

(2)

In Besluit 2012/281/GBVB is bepaald dat er ten hoogste drie multilaterale expertbijeenkomsten worden georganiseerd voor de bespreking van het voorstel voor een internationale gedragscode.

(3)

Multilaterale expertbijeenkomsten zijn gehouden in Wenen in juni 2012, in Kiev in mei 2013 en in Bangkok in november 2013.

(4)

Na de geslaagde multilaterale expertbijeenkomst in Bangkok is het duidelijk geworden dat de internationale gemeenschap een vierde en laatste multilaterale overlegronde zou verwelkomen. Die bijeenkomst zou in Afrika kunnen plaatsvinden.

(5)

Een vierde en laatste multilaterale expertbijeenkomst zou kunnen worden georganiseerd binnen het in Besluit 2012/281/GBVB vermelde initiële financieel referentiebedrag en zou dus geen bijkomende financiële consequenties hebben.

(6)

Besluit 2012/281/GBVB moet derhalve worden gewijzigd om een vierde en laatste multilaterale expertbijeenkomst mogelijk te maken, en de toepassingsduur ervan moet dienovereenkomstig worden verlengd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2012/281/GBVB wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 2, lid 1, wordt punt b) vervangen door:

„b)

de organisatie van ten hoogste vier multilaterale expertbijeenkomsten, ter bespreking van het voorstel voor een internationale gedragscode;”.

2)

In artikel 6 wordt de tweede alinea vervangen door:

„Het verstrijkt achtentwintig maanden na de datum van sluiting van de in artikel 4, lid 3, bedoelde financieringsovereenkomst; het verstrijkt echter zes maanden na de dag waarop dit besluit is vastgesteld indien de overeenkomst binnen die termijn niet is gesloten.”.

3)

De bijlage wordt als volgt gewijzigd:

a)

in de vierde alinea van afdeling 1 (Algemeen kader en doelstellingen) wordt het eerste streepje vervangen door:

„—

overleg plegen met zoveel mogelijk, al dan niet reeds op ruimtevaartgebied actieve landen, teneinde dit voorstel te bespreken en hun opvattingen te vernemen, vooral door de organisatie van ten hoogste vier multilaterale expertbijeenkomsten ter bespreking van dit voorstel;”;

b)

de titel van afdeling 2.3 wordt vervangen door:

„2.3.   Project 3: Organisatie van ten hoogste vier multilaterale expertbijeenkomsten, ter bespreking van het voorstel voor een internationale gedragscode.”;

c)

afdeling 2.3.3 wordt vervangen door:

„2.3.3.   Projectbeschrijving

Organisatie van ten hoogste vier multilaterale bijeenkomsten.

Voorgesteld wordt dat de eerste twee in Europa, en de volgende twee elders plaatsvinden. De hoge vertegenwoordiger besluit hierover, telkens op voorstel van het UNIDIR.

Over structuur, agenda en deelname wordt besloten door de hoge vertegenwoordiger, telkens op voorstel van het UNIDIR.”;

d)

in afdeling 5 (Duur) wordt de eerste alinea vervangen door:

„De verwachte uitvoeringstermijn voor dit project is achtentwintig maanden.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 28 januari 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

G. STOURNARAS


(1)  PB L 140 van 30.5.2012, blz. 68.


29.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 26/44


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 27 januari 2014

tot vaststelling van bepaalde tijdelijke beschermende maatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest in Litouwen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 501)

(Slechts de tekst in de Litouwse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/43/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name artikel 9, lid 3,

Gezien Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (2), en met name artikel 10, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Afrikaanse varkenspest is een virale infectieziekte bij als huisdier gehouden varkens en bij wilde varkens en kan ernstige gevolgen hebben voor de rentabiliteit van de varkenshouderij waardoor de handel in de Unie en de uitvoer naar derde landen worden verstoord.

(2)

Bij een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bestaat het risico dat de ziekteverwekker naar andere varkenshouderijen en naar wilde varkens wordt verspreid. Dan kan de ziekte zich van de ene lidstaat naar de andere en naar derde landen verspreiden door de handel in levende varkens of producten daarvan.

(3)

Richtlijn 2002/60/EG van de Raad (3) stelt in de Unie toe te passen minimummaatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest vast. Artikel 15 van Richtlijn 2002/60/EG voorziet in de afbakening van een besmet gebied na de bevestiging van één of meer gevallen van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens.

(4)

Litouwen heeft de Commissie in kennis gesteld van de huidige situatie op het gebied van Afrikaanse varkenspest op zijn grondgebied en heeft overeenkomstig artikel 15 van Richtlijn 2002/60/EG een besmet gebied afgebakend waar de in de artikelen 15 en 16 van die richtlijn bedoelde maatregelen worden toegepast.

(5)

Om te voorkomen dat de handel in de Unie onnodig wordt verstoord en om te vermijden dat derde landen ongerechtvaardigde handelsbelemmeringen opwerpen, moet in samenwerking met de betrokken lidstaat een EU-lijst worden opgesteld van de gebieden in Litouwen waarvoor beperkingen in verband met Afrikaanse varkenspest gelden.

(6)

Dienovereenkomstig moet, in afwachting van de vergadering van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, een lijst van de beperkingsgebieden in Litouwen in de bijlage bij dit besluit worden opgenomen en moet de duur van die regionalisering worden vastgesteld.

(7)

Dit besluit moet opnieuw worden bekeken tijdens de volgende vergadering van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Litouwen ziet erop toe dat het overeenkomstig artikel 15 van Richtlijn 2002/60/EG afgebakende besmette gebied ten minste de in de bijlage bij dit besluit vermelde gebieden omvat.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing tot en met 15 februari 2014.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Republiek Litouwen.

Gedaan te Brussel, 27 januari 2014.

Voor de Commissie

Tonio BORG

Lid van de Commissie


(1)  PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13.

(2)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.

(3)  Richtlijn 2002/60/EG van de Raad van 27 juni 2002 houdende vaststelling van specifieke bepalingen voor de bestrijding van Afrikaanse varkenspest en houdende wijziging van Richtlijn 92/119/EEG met betrekking tot besmettelijke varkensverlamming (Teschenerziekte) en Afrikaanse varkenspest (PB L 192 van 20.7.2002, blz. 27).


BIJLAGE

Besmet gebied in Litouwen

Datum einde geldigheid

De gemeenten Trakai en Šalčininkai in het district (apskritis) Vilnius en de gemeenten Lazdijai, Varėna, Alytus en Druskininkai in het district Alytus.

15 februari 2014