ISSN 1977-0758 doi:10.3000/19770758.L_2014.022.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 22 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
57e jaargang |
Inhoud |
|
II Niet-wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
* |
Verordening (EU) nr. 61/2014 van de Commissie van 24 januari 2014 tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van cyromazin, fenpropidin, formetanaat, oxamyl en tebuconazool in of op bepaalde producten ( 1 ) |
|
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
BESLUITEN |
|
|
|
2014/37/EU |
|
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
25.1.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 22/1 |
VERORDENING (EU) Nr. 61/2014 VAN DE COMMISSIE
van 24 januari 2014
tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van cyromazin, fenpropidin, formetanaat, oxamyl en tebuconazool in of op bepaalde producten
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 14, lid 1, onder a), en artikel 49, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Voor cyromazin en oxamyl zijn maximumresidugehalten (MRL’s) vastgesteld in bijlage II en bijlage III, deel B, bij Verordening (EG) nr. 396/2005. Voor fenpropidin, formetanaat en tebuconazool zijn MRL’s vastgesteld in bijlage III, deel A, bij die verordening. |
(2) |
Voor cyromazin heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s ingediend overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 (2). De EFSA heeft aanbevolen de MRL’s voor tomaten en aubergines te verlagen. Voor andere producten heeft zij aanbevolen de MRL’s te verhogen. |
(3) |
Wat de MRL’s voor cyromazin in veldsla, sla, raketsla, rucola, bonen (vers, met peul), erwten (vers, met peul) en bleekselderij betreft, heeft de EFSA geconcludeerd dat bepaalde gegevens ontbraken en dat er behoefte was aan verder onderzoek door risicomanagers. Aangezien er geen risico is voor consumenten, moeten de MRL’s voor die producten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het huidige gehalte of op het door de EFSA vastgestelde gehalte. Deze MRL’s worden herzien; bij de herziening wordt rekening gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt. |
(4) |
Wat de MRL’s voor cyromazin in verse kruiden betreft, heeft de EFSA geconcludeerd dat er geen gegevens beschikbaar waren en dat er behoefte is aan verder onderzoek door risicomanagers. Rekening houdend met de aanvullende informatie die door Nederland is verstrekt over de goede landbouwpraktijken en aangezien er geen risico is voor consumenten, moeten de MRL’s voor deze producten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het huidige gehalte. Deze MRL’s worden herzien; bij de herziening wordt rekening gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt. |
(5) |
De EFSA heeft aangegeven dat de beoordeling van de toepassing van cyromazin op andijvie aanleiding kan geven tot bedenkingen ten aanzien van de bescherming van de consument. Het MRL voor dat product moet worden vastgesteld op de specifieke aantoonbaarheidsgrens of op de standaard-MRL overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 396/2005. |
(6) |
Cyromazin is een farmacologisch werkzame stof die in de diergeneeskunde wordt gebruikt. Wat producten van schapen betreft, moeten de MRL’s op hetzelfde niveau worden vastgesteld als in Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie (3), aangezien de blootstelling door gebruik in diergeneesmiddelen naar verwachting hoger is dan door gebruik in gewasbeschermingsmiddelen. |
(7) |
Voor fenpropidin heeft de EFSA een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s ingediend overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 (4). De EFSA heeft voorgesteld de residudefinitie te wijzigen. Zij heeft aanbevolen de MRL’s voor bananen, haver, rogge, tarwe en suikerbiet te verlagen. Voor andere producten heeft de EFSA aanbevolen de bestaande MRL’s te verhogen of te handhaven. |
(8) |
Voor formetanaat heeft de EFSA een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s ingediend overeenkomstig artikel 12, lid 2, juncto artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 (5). De EFSA heeft aanbevolen de bestaande MRL’s voor tomaten te handhaven. |
(9) |
Wat de MRL’s voor formetanaat in meloenen en watermeloenen betreft, heeft de EFSA geconcludeerd dat bepaalde gegevens ontbraken en dat er behoefte is aan verder onderzoek door risicomanagers. Aangezien er geen risico is voor consumenten, moeten de MRL’s voor die producten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het huidige gehalte of op het door de EFSA vastgestelde gehalte. |
(10) |
Wat de MRL’s voor formetanaat in tafeldruiven en wijndruiven, aardbeien, pepers (paprika’s), komkommers, bonen met peul, prei en courgettes betreft, heeft de EFSA geconcludeerd dat er geen gegevens beschikbaar waren en dat er behoefte is aan verder onderzoek door risicomanagers. De MRL’s voor die producten moeten worden vastgesteld op de specifieke aantoonbaarheidsgrens of op de standaard-MRL overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 396/2005. |
(11) |
De EFSA heeft aangegeven dat het bestaande MRL voor formetanaat in courgettes aanleiding kan geven tot bedenkingen ten aanzien van de bescherming van de consument. |
(12) |
In het kader van een procedure voor de verlening van een toelating tot het gebruik van een gewasbeschermingsmiddel dat de werkzame stof formetanaat bevat op abrikozen, perziken/nectarines, tafeldruiven en wijndruiven, aardbeien, pepers (paprika’s), komkommers, meloenen, pompoenen, watermeloenen, sla en andijvie, is overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een aanvraag tot wijziging van de bestaande MRL’s ingediend. |
(13) |
Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 396/2005 heeft de betrokken lidstaat deze aanvraag geëvalueerd en is het evaluatieverslag bij de Commissie ingediend. |
(14) |
De EFSA heeft de aanvraag en het evaluatieverslag beoordeeld, waarbij zij bijzondere aandacht heeft geschonken aan de risico’s voor de consument en, in voorkomend geval, voor dieren en zij heeft een met redenen omkleed advies over de voorgestelde MRL’s uitgebracht (6). Zij heeft dit advies naar de Commissie en de lidstaten gestuurd en bekendgemaakt. |
(15) |
De EFSA heeft in haar met redenen omklede advies geconcludeerd dat, wat het gebruik van formetanaat op abrikozen betreft, de ingediende gegevens niet toereikend zijn om een nieuwe MRL vast te stellen. Zij heeft aangegeven dat de voorgestelde MRL’s voor aardbeien, pepers (paprika’s), komkommers en courgettes aanleiding kunnen geven tot bedenkingen ten aanzien van de bescherming van de consument. De MRL’s voor die producten moeten worden vastgesteld op de specifieke aantoonbaarheidsgrens of op de standaard-MRL overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 396/2005. |
(16) |
Wat alle andere toepassingen betreft, heeft de EFSA geconcludeerd dat aan alle eisen met betrekking tot de gegevens was voldaan en dat de door de aanvragers gevraagde wijzigingen van de MRL’s op grond van een consumentenblootstellingsbeoordeling voor 27 specifieke Europese consumentengroepen uit het oogpunt van de consumentenveiligheid aanvaardbaar waren. Zij heeft rekening gehouden met de meest recente gegevens over de toxicologische eigenschappen van formetanaat. Noch uit de gegevens over de levenslange blootstelling aan deze stoffen via de consumptie van alle levensmiddelen die deze stoffen kunnen bevatten, noch uit de gegevens over de blootstelling op korte termijn door hoge consumptie van de desbetreffende gewassen en producten is gebleken dat er een risico bestaat dat de aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) of de acute referentiedosis (ARfD) wordt overschreden. |
(17) |
Voor oxamyl heeft de EFSA een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s ingediend overeenkomstig artikel 12, lid 2, juncto artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 (7). De EFSA heeft aanbevolen de bestaande MRL’s voor bepaalde producten te handhaven. |
(18) |
Wat de MRL’s voor oxamyl in sinaasappelen, mandarijnen, bananen, tomaten, aubergines, komkommers, augurken en courgettes betreft, heeft de EFSA geconcludeerd dat bepaalde gegevens ontbraken en dat er behoefte is aan verder onderzoek door risicomanagers. Aangezien er geen risico is voor consumenten, moeten de MRL’s voor die producten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het huidige gehalte of op het door de EFSA vastgestelde gehalte. Deze MRL’s worden herzien; bij de herziening wordt rekening gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt. Wat de MRL’s voor sinaasappelen, mandarijnen en aardappelen betreft, heeft de EFSA geconcludeerd dat er behoefte is aan verder onderzoek door risicomanagers en dat rekening moet worden gehouden met de specifieke aantoonbaarheidsgrens in de residuproeven. |
(19) |
De EFSA heeft aangegeven dat de beoordeling van de nieuwe toepassingen voor oxamyl op pepers (paprika’s), meloenen en watermeloenen alsook het bestaande MRL voor pepers (paprika’s) aanleiding kunnen geven tot bedenkingen ten aanzien van de bescherming van de consument. De MRL’s voor die producten moeten worden vastgesteld op de specifieke aantoonbaarheidsgrens of op de standaard-MRL overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 396/2005. |
(20) |
Voor tebuconazool heeft de EFSA een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s ingediend overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 (8). De EFSA heeft voorgesteld de residudefinitie te wijzigen. Zij heeft aanbevolen de MRL’s voor appelen, peren, abrikozen, perziken, tafeldruiven, aardbeien, bramen, frambozen, blauwe bessen, veenbessen, aalbessen, kruisbessen, vlierbessen, wortels, pastinaken, wortelpeterselie, knoflook, tomaten, komkommer, pompoenen, watermeloenen, broccoli, bloemkool, sluitkool, asperge, prei, sojabonen, roggekorrels, tarwekorrels en melk van herkauwers te verlagen. Voor andere producten heeft de EFSA aanbevolen de bestaande MRL’s te verhogen of te handhaven. |
(21) |
Wat de MRL’s voor tebuconazool in kersen, wijndruiven, dauwbramen, schorseneren, aubergines, meloenen, bleekselderij, pinda’s, rijstkorrels, hop, specerijen (zaden) en karwij betreft, heeft de EFSA geconcludeerd dat bepaalde gegevens ontbraken en dat er behoefte is aan verder onderzoek door risicomanagers. Aangezien er geen risico is voor consumenten, moeten de MRL’s voor die producten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het huidige gehalte of op het door de EFSA vastgestelde gehalte. Deze MRL’s worden herzien; bij de herziening wordt rekening gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt. Wat karwij betreft, moet rekening worden gehouden met de door Oostenrijk verstrekte aanvullende informatie over de goede landbouwpraktijk en het MRL voor dat product moet worden vastgesteld op hetzelfde gehalte als voor de groep specerijen — zaden. |
(22) |
Wat de MRL’s voor tebuconazool in koolrabi, bonen (vers, met en zonder peul), erwten (vers, met peul) zonnebloempitten en suikerbiet betreft, heeft de EFSA geconcludeerd dat er geen gegevens beschikbaar waren en dat er behoefte is aan verder onderzoek door risicomanagers. De MRL’s voor koolrabi, zonnebloempitten en suikerbiet moeten worden vastgesteld op de specifieke aantoonbaarheidsgrens of op de standaard-MRL overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 396/2005. Rekening houdend met de opmerkingen van handelspartners van de Unie en aangezien er geen risico is voor consumenten, moeten de MRL’s voor bonen (vers, met en zonder peul) en erwten (vers, met peul) in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het huidige gehalte. De MRL’s voor bonen (vers, met en zonder peul) en erwten (vers, met peul) worden herzien; bij de herziening wordt rekening gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt. |
(23) |
De EFSA heeft aangegeven dat de beoordeling van de toepassing van tebuconazool op Chinese kool en de bestaande MRL’s voor appelen, peren, kersen, perziken, tafeldruiven en wijndruiven en Chinese kool aanleiding kan geven tot bedenkingen ten aanzien van de bescherming van de consument. Het MRL voor Chinese kool moet worden vastgesteld op de specifieke aantoonbaarheidsgrens of op de standaard-MRL overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 396/2005. |
(24) |
Met betrekking tot tebuconazool in citrusvruchten (behalve sinaasappelen), sla en overige slasoorten, bieslook, peterselie en peulvruchten, gedroogd, heeft de EFSA adviezen voor die producten ingediend (9) (10). Daar deze adviezen aanvullende gegevens bevatten die voorheen niet beschikbaar waren voor de EFSA, moet met die gegevens rekening worden gehouden. |
(25) |
Wat tebuconazool in pruimen, knoflook, uien, suikermaïs, artisjokken, bonen (gedroogd), pinda’s, sojabonen, katoenzaad, hop en eetbaar slachtafval van zoogdieren betreft, heeft de commissie van de Codex Alimentarius (CAC) (11) Codex-MRL’s (CXL’s) voor tebuconazool goedgekeurd. Aangezien deze CXL’s op een geactualiseerde beoordeling van de EFSA zijn gebaseerd, moet met deze CXL’s rekening worden gehouden, met uitzondering van de CXL’s die onveilig zijn voor de consumenten in de Unie en ten aanzien waarvan de Unie een voorbehoud bij de CAC heeft ingediend (12). |
(26) |
Wat betreft de producten waarvoor geen relevante toelatingen of invoertoleranties op EU-niveau werden gemeld en geen Codex-MRL beschikbaar was, heeft de EFSA geconcludeerd dat er behoefte is aan verder onderzoek door risicomanagers. Rekening houdend met de huidige wetenschappelijke en technische kennis moeten de MRL’s voor deze producten worden vastgesteld op de specifieke aantoonbaarheidsgrens of op de standaard-MRL overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 396/2005. |
(27) |
Op grond van de met redenen omklede adviezen van de EFSA en rekening houdend met de ter zake relevante factoren voldoen de wijzigingen van de MRL’s aan de vereisten van artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 396/2005. |
(28) |
Verordening (EG) nr. 396/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(29) |
Er moet worden voorzien in een redelijke termijn voordat de gewijzigde MRL’s van toepassing worden, zodat de lidstaten, derde landen en de exploitanten van levensmiddelenbedrijven zich kunnen voorbereiden op de nieuwe eisen die uit de wijziging van de MRL’s zullen voortvloeien. |
(30) |
Deze verordening moet voorzien in een overgangsregeling voor producten die voor de wijziging van de MRL’s rechtmatig werden vervaardigd en waarvoor uit de informatie is gebleken dat een hoog niveau van consumentenbescherming wordt gehandhaafd, zodat deze op een normale wijze in de handel gebracht, verwerkt en geconsumeerd kunnen worden. |
(31) |
De handelspartners van de Unie zijn via de Wereldhandelsorganisatie over de nieuwe MRL’s geraadpleegd en er is rekening gehouden met hun opmerkingen. |
(32) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Wat betreft de in de onderstaande lijst vermelde werkzame stoffen op en in producten, blijft Verordening (EG) nr. 396/2005, in de versie die gold vóór de wijziging door deze verordening, van toepassing op producten die rechtmatig werden geproduceerd vóór 14 augustus 2014:
1. |
cyromazin en fenpropidin: alle producten, |
2. |
formetanaat: alle producten, behalve tafeldruiven en wijndruiven, tomaten, aubergines, courgettes, meloenen, pompoenen en watermeloenen, |
3. |
oxamyl: alle producten, behalve pepers (paprika’s), |
4. |
tebuconazool: wijn en alle andere producten, behalve appelen, peren, kersen, perziken, tafeldruiven, wijndruiven en Chinese kool. |
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing vanaf 14 augustus 2014 behalve met betrekking tot formetanaat in tafeldruiven en wijndruiven, tomaten, aubergines, meloenen, pompoenen en watermeloenen, ten aanzien waarvan zij geldig is vanaf de datum van inwerkingtreding.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 24 januari 2014.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1.
(2) Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: Review of the existing maximum residue levels (MRLs) for cyromazine according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2011;9(7):2326. [52 blz.].
(3) Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie van 22 december 2009 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 15 van 20.1.2010, blz. 1).
(4) Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: Review of the existing maximum residue levels (MRLs) for fenpropidin according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2011;9(8):2333. [42 blz.].
(5) Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: Review of the existing maximum residue levels (MRLs) for formetanate according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2010;8(10):1832. [30 blz.].
(6) Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: Reasoned opinion on the modification of the existing MRL for formetanate in various crops. EFSA Journal 2012;10(8):2866. [35 blz.].
(7) Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: Review of the existing maximum residue levels (MRLs) for oxamyl according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2010;8(10):1830. [34 blz.].
(8) Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: Review of the existing maximum residue levels (MRLs) for tebuconazole according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2011;9(8):2339. [96 blz.].
(9) Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: Modification of the existing MRLs for tebuconazole in pulses. EFSA Journal 2011;9(6):2282. [30 blz.].
(10) Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: Reasoned opinion on the modification of the existing MRLs for tebuconazole in citrus (except oranges), lettuce and other salad plants, parsley and chives. EFSA Journal 2012;10(9):2898. [37 blz.].
(11) De verslagen van het Codex-comité voor bestrijdingsmiddelenresiduen zijn te vinden op:
http://www.codexalimentarius.org/download/report/777/REP12_PRe.pdf
Gezamenlijke FAO/WHO-voedselnormenprogramma, commissie van de Codex Alimentarius. Aanhangsels II en III. Vijfendertigste zitting. Rome, Italië, 2-7 juli 2012.
(12) Scientific support for preparing an EU position in the 44th Session of the Codex Committee on Pesticide Residues (CCPR). EFSA Journal 2012;10(7):2859. [155 blz.].
BIJLAGE
De bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden als volgt gewijzigd:
1) |
Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
In bijlage III worden de kolommen voor cyromazin, fenpropidin, formetanaat, oxamyl en tebuconazool geschrapt. |
(1) Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL's gelden, zie bijlage I.
(2) Analytische aantoonbaarheidsgrens.
Cyromazine
(+) |
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat sommige informatie met betrekking tot residuproeven en melaminevorming ontbreekt. Bij herziening van het MRL zal de Commissie rekening houden met die informatie als deze uiterlijk op 25 januari 2016 is ingediend of, als die informatie niet tegen die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.
|
(+) |
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat sommige informatie met betrekking tot het metabolisme in gewassen ontbreekt. Bij herziening van het MRL zal de Commissie rekening houden met die informatie als deze uiterlijk op 25 januari 2016 is ingediend of, als die informatie niet tegen die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.
|
(+) |
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat sommige informatie met betrekking tot residuproeven en melaminevorming ontbreekt. Bij herziening van het MRL zal de Commissie rekening houden met die informatie als deze uiterlijk op 25 januari 2016 is ingediend of, als die informatie niet tegen die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.
|
(+) |
Het maximumresidugehalte voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "specerijen" (code 0840040) is hetzelfde als voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "wortel- en knolgewassen" (code 0213040) van de categorie "groenten", rekening houdend met de wijzigingen in de gehalten als gevolg van verwerking (drogen) overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005.
|
(+) |
Diergeneeskundig MRL
|
Oxamyl
(+) |
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat sommige informatie met betrekking tot opslagstabiliteit, het metabolisme in gewassen en residuproeven ontbreekt. Bij herziening van het MRL zal de Commissie rekening houden met die informatie als deze uiterlijk op 25 januari 2016 is ingediend of, als die informatie niet tegen die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.
|
(+) |
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat sommige informatie met betrekking tot het metabolisme in gewassen ontbreekt. Bij herziening van het MRL zal de Commissie rekening houden met die informatie als deze uiterlijk op 25 januari 2016 is ingediend of, als die informatie niet tegen die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.
|
(+) |
Het maximumresidugehalte voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "specerijen" (code 0840040) is hetzelfde als voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "wortel- en knolgewassen" (code 0213040) van de categorie "groenten", rekening houdend met de wijzigingen in de gehalten als gevolg van verwerking (drogen) overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005.
|
(3) Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL's gelden, zie bijlage I.
(4) Bepaalbaarheidsgrens.
Fenpropidin (de som van fenpropidin en zouten daarvan, uitgedrukt als fenpropidin (R) (S)
(R)= Voor de volgende combinaties van bestrijdingsmiddel en codenummer geldt een andere residudefinitie:
fenpropidin-code 1000000 behalve 1040000: som van fenpropidin, 2-methyl-2-[4-(2-methyl-3-piperidine-1-ylpropyl)fenyl]propionzuur en zouten daarvan, uitgedrukt als fenpropidin.
(S)= De EU-referentielaboratoria voor residuen van bestrijdingsmiddelen hebben vastgesteld dat de referentiestandaard voor 2-methyl-2-[4-(2-methyl-3- piperidine-1-ylpropyl)fenyl]propionzuur niet in de handel verkrijgbaar is. Bij herziening van het MRL zal de Commissie rekening houden met die informatie als deze uiterlijk op 25 januari 2015 is ingediend of, als die informatie niet tegen die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.
(+) |
Het maximumresidugehalte voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "specerijen" (code 0840040) is hetzelfde als voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "wortel- en knolgewassen" (code 0213040) van de categorie "groenten", rekening houdend met de wijzigingen in de gehalten als gevolg van verwerking (drogen) overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005.
|
Formetanaat: de som van formetanaat en zouten daarvan, uitgedrukt als formetanaat(hydrochloride)
(+) |
Het maximumresidugehalte voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "specerijen" (code 0840040) is hetzelfde als voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "wortel- en knolgewassen" (code 0213040) van de categorie "groenten", rekening houdend met de wijzigingen in de gehalten als gevolg van verwerking (drogen) overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005.
|
Tebuconazool (R)
(R)= Voor de volgende combinaties van bestrijdingsmiddel en codenummer geldt een andere residudefinitie:
tebuconazool-code 1000000 behalve 1040000: som van tebuconazool, hydroxytebuconazool, en conjugaten van beide, uitgedrukt als tebuconazool.
(+) |
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat sommige informatie met betrekking tot residuproeven ontbreekt. Bij herziening van het MRL zal de Commissie rekening houden met die informatie als deze uiterlijk op 25 januari 2016 is ingediend of, als die informatie niet tegen die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.
|
(+) |
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat sommige informatie met betrekking tot analysemethoden ontbreekt. Bij herziening van het MRL zal de Commissie rekening houden met die informatie als deze is ingediend uiterlijk op 25 januari 2016 of, als die informatie niet tegen die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.
|
(+) |
Het maximumresidugehalte voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "specerijen" (code 0840040) is hetzelfde als voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep "wortel- en knolgewassen" (code 0213040) van de categorie "groenten", rekening houdend met de wijzigingen in de gehalten als gevolg van verwerking (drogen) overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005.
|
25.1.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 22/33 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 62/2014 VAN DE COMMISSIE
van 24 januari 2014
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),
Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 24 januari 2014.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Jerzy PLEWA
Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
AL |
50,7 |
IL |
107,2 |
|
MA |
54,8 |
|
TN |
77,3 |
|
TR |
102,2 |
|
ZZ |
78,4 |
|
0707 00 05 |
JO |
275,4 |
MA |
158,2 |
|
TR |
152,0 |
|
ZZ |
195,2 |
|
0709 91 00 |
EG |
91,5 |
ZZ |
91,5 |
|
0709 93 10 |
MA |
78,6 |
TR |
124,3 |
|
ZZ |
101,5 |
|
0805 10 20 |
EG |
51,5 |
MA |
58,6 |
|
TN |
56,6 |
|
TR |
69,2 |
|
ZA |
38,4 |
|
ZZ |
54,9 |
|
0805 20 10 |
IL |
159,4 |
MA |
76,6 |
|
ZZ |
118,0 |
|
0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90 |
EG |
54,5 |
IL |
124,7 |
|
JM |
124,7 |
|
KR |
143,8 |
|
TR |
96,8 |
|
ZZ |
108,9 |
|
0805 50 10 |
EG |
69,0 |
TR |
72,3 |
|
ZZ |
70,7 |
|
0808 10 80 |
CA |
85,2 |
CN |
91,7 |
|
MK |
28,2 |
|
US |
168,5 |
|
ZZ |
93,4 |
|
0808 30 90 |
TR |
134,9 |
US |
184,8 |
|
ZZ |
159,9 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.
25.1.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 22/35 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 63/2014 VAN DE COMMISSIE
van 24 januari 2014
inzake de afgifte van invoercertificaten voor rijst in het kader van de tariefcontingenten die voor de deelperiode januari 2014 zijn geopend bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1) en met name artikel 188,
Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 van de Commissie van 7 december 2011 inzake de opening en de wijze van beheer van bepaalde tariefcontingenten voor de invoer van rijst en breukrijst (2), en met name artikel 5, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 betreft de opening en de wijze van beheer van bepaalde tariefcontingenten voor de invoer van rijst en breukrijst, die overeenkomstig bijlage I bij die uitvoeringsverordening zijn verdeeld over landen van oorsprong en over verscheidene deelperioden. |
(2) |
De maand januari is de eerste deelperiode voor de bij artikel 1, lid 1, onder a), b), c) en d), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 vastgestelde contingenten. |
(3) |
Blijkens de gegevens die overeenkomstig artikel 8, onder a), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 zijn verstrekt, hebben de aanvragen die overeenkomstig artikel 4, lid 1, van die uitvoeringsverordening gedurende de eerste tien werkdagen van januari 2014 zijn ingediend voor de contingenten met de volgnummers 09.4154 – 09.4112 – 09.4116 – 09.4117 – 09.4118 – 09.4119 – 09.4166, betrekking op een hoeveelheid die groter is dan de beschikbare hoeveelheid. Bijgevolg dient door vaststelling van de toewijzingscoëfficiënt die moet worden toegepast op de voor de betrokken contingenten aangevraagde hoeveelheid, te worden bepaald in hoeverre de invoercertificaten kunnen worden afgegeven. |
(4) |
Uit de bovenbedoelde gegevens blijkt ook dat de aanvragen die overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 gedurende de eerste tien werkdagen van januari 2013 zijn ingediend voor de contingenten met de volgnummers 09.4127 – 09.4128 – 09.4148 – 09.4149 – 09.4150 – 09.4152 – 09.4153, betrekking hebben op een hoeveelheid die kleiner is dan de beschikbare hoeveelheid. |
(5) |
Ook dient voor de contingenten met de volgnummers 09.4127 – 09.4128 – 09.4148 – 09.4149 – 09.4150 – 09.4152 – 09.4153 – 09.4154 - 09.4112 – 09.4116 – 09.4117 – 09.4118 – 09.4119 en 09.4166 overeenkomstig artikel 5, eerste alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 de totale hoeveelheid te worden vastgesteld die beschikbaar is voor de volgende deelperiode. |
(6) |
Met het oog op een efficiënt beheer van de procedure voor afgifte van de invoercertificaten dient deze verordening onmiddellijk na de bekendmaking ervan in werking te treden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Op grond van de aanvragen van certificaten voor de invoer van rijst in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 vastgestelde contingenten met de volgnummers 09.4154 – 09.4112 – 09.4116 – 09.4117 – 09.4118 – 09.4119 – 09.4166 die gedurende de eerste tien werkdagen van januari 2014 zijn ingediend, worden certificaten afgegeven voor de aangevraagde hoeveelheid, vermenigvuldigd met de in de bijlage bij de onderhavige verordening vastgestelde toewijzingscoëfficiënt.
2. De totale hoeveelheid die in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 vastgestelde contingenten met de volgnummers 09.4127 – 09.4128 – 09.4148 – 09.4149 – 09.4150 – 09.4152 – 09.4153 – 09.4154 - 09.4112 – 09.4116 – 09.4117 – 09.4118 – 09.4119 en 09.4166 beschikbaar is voor de volgende deelperiode, wordt vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 24 januari 2014.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Jerzy PLEWA
Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) PB L 325 van 8.12.2011, blz. 6.
BIJLAGE
Hoeveelheden die overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 voor de deelperiode januari 2014 moeten worden toegewezen, dan wel beschikbaar zijn voor de daaropvolgende deelperiode
a) |
Bij artikel 1, lid 1, onder a), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 vastgesteld contingent voor volwitte of halfwitte rijst van GN-code 1006 30:
|
b) |
Bij artikel 1, lid 1, onder b), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 vastgesteld contingent voor gedopte rijst van GN-code 1006 20:
|
c) |
Bij artikel 1, lid 1, onder c), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 vastgesteld contingent voor breukrijst van GN-code 1006 40 00:
|
d) |
Bij artikel 1, lid 1, onder d), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 vastgesteld contingent voor volwitte of halfwitte rijst van GN-code 1006 30:
|
(1) De aanvragen hebben betrekking op hoeveelheden die kleiner zijn dan of gelijk zijn aan de beschikbare hoeveelheden: alle aanvragen zijn derhalve ontvankelijk.
(2) Voor deze deelperiode zijn geen hoeveelheden beschikbaar.
(3) Voor deze deelperiode wordt geen toewijzingscoëfficiënt toegepast: de Commissie is geen enkele certificaataanvraag meegedeeld.
(4) Voor deze deelperiode wordt geen toewijzingscoëfficiënt toegepast: de Commissie is geen enkele certificaataanvraag meegedeeld.
(5) De aanvragen hebben betrekking op hoeveelheden die kleiner zijn dan of gelijk zijn aan de beschikbare hoeveelheden: alle aanvragen zijn derhalve ontvankelijk.
25.1.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 22/39 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 64/2014 VAN DE COMMISSIE
van 24 januari 2014
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1484/95 wat betreft de representatieve prijzen in de sectoren slachtpluimvee en eieren
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1) en met name artikel 183, onder b),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1484/95 van de Commissie (2) zijn bepalingen vastgesteld voor de toepassing van de regeling inzake aanvullende invoerrechten en zijn de representatieve prijzen in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede van ovoalbumine, vastgesteld. |
(2) |
Uit de regelmatige controle van de gegevens die als basis worden gebruikt voor het bepalen van de representatieve prijzen in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede van ovoalbumine, blijkt dat de representatieve prijzen voor de invoer van bepaalde producten moeten worden gewijzigd met inachtneming van de naargelang van de oorsprong optredende prijsverschillen. |
(3) |
Verordening (EG) nr. 1484/95 moet bijgevolg worden gewijzigd. |
(4) |
Om ervoor te zorgen dat deze maatregel zo snel mogelijk na de terbeschikkingstelling van de bijgewerkte gegevens van toepassing wordt, dient de onderhavige verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1484/95 wordt vervangen door de tekst die is opgenomen in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 24 januari 2014.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Jerzy PLEWA
Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) PB L 145 van 29.6.1995, blz. 47.
BIJLAGE
„BIJLAGE I
GN-code |
Omschrijving |
Representatieve prijs (EUR/100 kg) |
In artikel 3, lid 3, bedoelde zekerheid (EUR/100 kg) |
Oorsprong (1) |
0207 12 10 |
Geslachte kippen (zogenaamde kippen 70 %), bevroren |
129,8 |
0 |
AR |
0207 12 90 |
Geslachte kippen (zogenaamde kippen 65 %), bevroren |
137,9 |
0 |
AR |
140,6 |
0 |
BR |
||
0207 14 10 |
Delen zonder been, van hanen of van kippen, bevroren |
294,8 |
2 |
AR |
237,5 |
19 |
BR |
||
324,2 |
0 |
CL |
||
262,3 |
11 |
TH |
||
0207 27 10 |
Delen zonder been, van kalkoenen, bevroren |
301,9 |
0 |
BR |
313,1 |
0 |
CL |
||
0408 91 80 |
Eieren uit de schaal, gedroogd |
458,0 |
0 |
AR |
1602 32 11 |
Bereidingen van hanen of van kippen, niet gekookt en niet gebakken |
264,6 |
7 |
BR |
315,1 |
0 |
CL |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.”
BESLUITEN
25.1.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 22/41 |
BESLUIT VAN DE EUROPESE RAAD
van 21 januari 2014
betreffende de benoeming van een lid van de directie van de Europese Centrale Bank
(2014/37/EU)
DE EUROPESE RAAD,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 283, lid 2,
Gezien het Protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 11.2,
Gezien de aanbeveling van de Raad van de Europese Unie (1),
Gezien het advies van het Europees Parlement (2),
Gezien het advies van de Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij brief van 17 december 2013 heeft de president van de Europese Centrale Bank, de heer Mario DRAGHI, kennis gegeven van het besluit van de heer Jörg ASMUSSEN om zijn functie in de directie neer te leggen vóór het verstrijken van zijn ambtstermijn op 31 december 2019. Zijn ontslag is ingegaan per 7 januari 2014. Er dient derhalve een nieuw lid van de directie van de Europese Centrale Bank te worden benoemd. |
(2) |
De Europese Raad wenst mevrouw Sabine LAUTENSCHLÄGER te benoemen, die naar zijn oordeel voldoet aan alle eisen van artikel 283, lid 2, van het Verdrag, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Mevrouw Sabine LAUTENSCHLÄGER wordt benoemd tot lid van de directie van de Europese Centrale Bank voor een ambtstermijn van acht jaar die ingaat op 27 januari 2014.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 21 januari 2014.
Voor de Europese Raad
De voorzitter
H. VAN ROMPUY
(1) PB C 8 van 11.1.2014, blz. 1.
(2) Advies uitgebracht op 16 januari 2014 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(3) Advies uitgebracht op 8 januari 2014 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).