ISSN 1977-0758 doi:10.3000/19770758.L_2013.327.dut |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 327 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
56e jaargang |
Inhoud |
|
I Wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
BEGROTINGEN |
|
|
|
2013/688/EU, Euratom |
|
|
* |
||
|
|
2013/689/EU, Euratom |
|
|
* |
||
|
|
2013/690/EU, Euratom |
|
|
* |
||
|
|
2013/691/EU, Euratom |
|
|
* |
In dit begrotingsdocument zijn, tenzij anders vermeld, de bedragen uitgedrukt in euro. Alle ontvangsten als bedoeld in artikel 18, lid 1, van het Financieel Reglement en opgenomen onder de titels 5 en 6 van de staat van ontvangsten, kunnen leiden tot de opvoering van bijkomende kredieten op de begrotingsplaatsen van de oorspronkelijke uitgaven die de betrokken ontvangsten doen ontstaan. De cijfers voor de uitvoering hebben betrekking op alle toegestane kredieten, dus begrotingskredieten, aanvullende kredieten en bestemmingsontvangsten. Een herzien Financieel Reglement is in werking getreden op 27 oktober 2012 (Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1). Overeenkomstig artikel 212 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 blijven sommige artikelen van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 gelden tot en met 31 december 2013. In de begroting voor 2013, zijn alle verwijzingen naar het Financieel Reglement gegrond op Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012, met uitzondering van de artikelen van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 die blijven gelden tot en met 31 december 2013. |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Wetgevingshandelingen
BEGROTINGEN
6.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 327/1 |
DEFINITIEVE VASTSTELLING
van de gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013
(2013/688/EU, Euratom)
DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, lid 4, onder a), en lid 9,
Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,
Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (1),
Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (2),
Gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, definitief vastgesteld op 12 december 2012 (3),
Gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, ingediend door de Commissie op 27 maart 2013,
Gezien het standpunt inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2013, vastgesteld door de Raad op 9 juli 2013,
Gezien de artikelen 75 ter en 75 sexies van het Reglement van het Europees Parlement,
Gezien de goedkeuring van het standpunt van de Raad door het Parlement op 11 september 2013,
CONSTATEERT:
Enig artikel
De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgerond en de gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013 is definitief vastgesteld.
Gedaan te Straatsburg, 11 september 2013.
De voorzitter
M. SCHULZ
(1) PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
(2) PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.
GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 2 VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2013
INHOUD
ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN
A. Inleiding en financiering van de algemene begroting
B. Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel
— Ontvangsten
— Titel 1: Eigen middelen
— Titel 7: Interest voor betalingsachterstand en boeten
STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING
Afdeling III: Commissie
— Ontvangsten
— Titel 7: Interest voor betalingsachterstand en boeten
— Uitgaven
— Titel 02: Ondernemingen
— Titel 04: Werkgelegenheid en sociale zaken
— Titel 05: Landbouw en plattelandsontwikkeling
— Titel 07: Milieu- en klimaatmaatregelen
— Titel 08: Onderzoek
— Titel 09: Communicatienetwerken, inhoud en technologie
— Titel 10: Eigen onderzoek
— Titel 11: Maritieme zaken en visserij
— Titel 12: Interne markt
— Titel 13: Regionaal beleid
— Titel 14: Belastingen en douane-unie
— Titel 15: Onderwijs en cultuur
— Titel 17: Gezondheidszorg en consumentenbescherming
— Titel 18: Binnenlandse zaken
— Titel 19: Externe betrekkingen
— Titel 20: Handel
— Titel 21: Ontwikkeling en betrekkingen met de landen in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS-staten)
— Titel 22: Uitbreiding
— Titel 23: Humanitaire hulp
— Titel 26: Administratie van de Commissie
— Titel 29: Statistiek
A. INLEIDING EN FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING
FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING
Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2013 moeten worden gedekt overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen
UITGAVEN
Omschrijving |
Begroting 2013 (1) |
Begroting 2012 (2) |
Verschil (in %) |
||
|
65 745 055 888 |
60 287 086 467 |
+9,05 |
||
|
57 882 716 075 |
58 044 868 674 |
–0,28 |
||
|
1 650 104 202 |
2 182 532 099 |
–24,39 |
||
|
6 727 745 950 |
6 966 011 071 |
–3,42 |
||
|
8 430 365 740 |
8 277 736 996 |
+1,84 |
||
|
75 000 000 |
p.m. |
— |
||
Totaal uitgaven (3) |
140 510 987 855 |
135 758 235 307 |
+3,50 |
ONTVANGSTEN
Omschrijving |
Begroting 2013 (4) |
Begroting 2012 (5) |
Verschil (in %) |
Diverse ontvangsten (titels 4 t/m 9) |
1 838 967 007 |
5 109 219 138 |
–64,01 |
Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 0) |
p.m. |
1 496 968 014 |
— |
Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 2) |
34 000 000 |
p.m. |
— |
Saldi aan btw- en aan bnp/bni-middelen uit vorige begrotingsjaren (hoofdstukken 3 1 en 3 2) |
p.m. |
497 328 000 |
— |
Totaal van de ontvangsten van de titels 3 t/m 9 |
1 872 967 007 |
7 103 515 152 |
–73,63 |
Nettobedrag van de douanerechten en de suikerheffingen (hoofdstukken 1 1 en 1 2) |
18 777 600 000 |
16 824 200 000 |
+11,61 |
Eigen middelen uit de btw tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3) |
15 063 857 425 |
14 546 298 300 |
+3,56 |
Nog te financieren uit de aanvullende middelenbron (bni-middelen, tabel 3, hoofdstuk 1 4) |
104 796 563 423 |
97 284 221 855 |
+7,72 |
Uit de eigen middelen zoals bedoeld in artikel 2 van Besluit 2007/436/EG, Euratom, te dekken kredieten (6) |
138 638 020 848 |
128 654 720 155 |
+7,76 |
Totaal ontvangsten (7) |
140 510 987 855 |
135 758 235 307 |
+3,50 |
TABEL 1
Berekening van de aftopping van de uniforme btw-grondslagen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom
Lidstaat |
1 % van de niet-afgetopte btw-grondslag |
1 % van het bruto nationaal inkomen |
Aftoppings-percentage (in %) |
1 % van het bruto nationaal inkomen (bni) × aftoppingspercentage |
1 % van de afgetopte btw-grondslag (8) |
Lidstaten met afgetopte btw-grondslag |
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) |
(5) |
(6) |
België |
1 690 557 000 |
3 973 060 000 |
50 |
1 986 530 000 |
1 690 557 000 |
|
Bulgarije |
190 547 000 |
403 363 000 |
50 |
201 681 500 |
190 547 000 |
|
Tsjechië |
679 066 000 |
1 488 457 000 |
50 |
744 228 500 |
679 066 000 |
|
Denemarken |
1 011 507 000 |
2 603 724 000 |
50 |
1 301 862 000 |
1 011 507 000 |
|
Duitsland |
12 022 668 000 |
27 629 794 000 |
50 |
13 814 897 000 |
12 022 668 000 |
|
Estland |
82 284 000 |
168 961 000 |
50 |
84 480 500 |
82 284 000 |
|
Ierland |
624 406 000 |
1 286 410 000 |
50 |
643 205 000 |
624 406 000 |
|
Griekenland |
873 300 000 |
1 994 678 000 |
50 |
997 339 000 |
873 300 000 |
|
Spanje |
4 775 808 000 |
10 438 737 000 |
50 |
5 219 368 500 |
4 775 808 000 |
|
Frankrijk |
9 831 724 000 |
21 490 884 000 |
50 |
10 745 442 000 |
9 831 724 000 |
|
Kroatië (9) |
139 265 000 |
226 056 000 |
50 |
113 028 000 |
113 028 000 |
Kroatië |
Italië |
6 621 706 000 |
16 175 934 000 |
50 |
8 087 967 000 |
6 621 706 000 |
|
Cyprus |
145 973 000 |
176 569 000 |
50 |
88 284 500 |
88 284 500 |
Cyprus |
Letland |
72 561 000 |
221 358 000 |
50 |
110 679 000 |
72 561 000 |
|
Litouwen |
121 821 000 |
334 146 000 |
50 |
167 073 000 |
121 821 000 |
|
Luxemburg |
246 521 000 |
325 255 000 |
50 |
162 627 500 |
162 627 500 |
Luxemburg |
Hongarije |
400 384 000 |
1 018 984 000 |
50 |
509 492 000 |
400 384 000 |
|
Malta |
48 396 000 |
62 058 000 |
50 |
31 029 000 |
31 029 000 |
Malta |
Nederland |
2 739 704 000 |
6 263 887 000 |
50 |
3 131 943 500 |
2 739 704 000 |
|
Oostenrijk |
1 425 851 000 |
3 181 638 000 |
50 |
1 590 819 000 |
1 425 851 000 |
|
Polen |
1 911 307 000 |
3 943 766 000 |
50 |
1 971 883 000 |
1 911 307 000 |
|
Portugal |
781 760 000 |
1 637 391 000 |
50 |
818 695 500 |
781 760 000 |
|
Roemenië |
505 766 000 |
1 435 776 000 |
50 |
717 888 000 |
505 766 000 |
|
Slovenië |
182 040 000 |
356 425 000 |
50 |
178 212 500 |
178 212 500 |
Slovenië |
Slowakije |
256 580 000 |
733 238 000 |
50 |
366 619 000 |
256 580 000 |
|
Finland |
943 700 000 |
2 078 819 000 |
50 |
1 039 409 500 |
943 700 000 |
|
Zweden |
1 848 128 000 |
4 235 344 000 |
50 |
2 117 672 000 |
1 848 128 000 |
|
Verenigd Koninkrijk |
9 654 893 000 |
20 118 338 000 |
50 |
10 059 169 000 |
9 654 893 000 |
|
Totaal |
59 828 223 000 |
134 003 050 000 |
|
67 001 525 000 |
59 639 209 500 |
|
TABEL 2
Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw) overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 3)
Lidstaat |
1 % van de afgetopte btw-grondslag |
Uniform percentage van de eigen middelen „btw” (10) (in %) |
Eigen middelen „btw” tegen uniform percentage |
|
(1) |
(2) |
(3) = (1) × (2) |
België |
1 690 557 000 |
0,300 |
507 167 100 |
Bulgarije |
190 547 000 |
0,300 |
57 164 100 |
Tsjechië |
679 066 000 |
0,300 |
203 719 800 |
Denemarken |
1 011 507 000 |
0,300 |
303 452 100 |
Duitsland |
12 022 668 000 |
0,150 |
1 803 400 200 |
Estland |
82 284 000 |
0,300 |
24 685 200 |
Ierland |
624 406 000 |
0,300 |
187 321 800 |
Griekenland |
873 300 000 |
0,300 |
261 990 000 |
Spanje |
4 775 808 000 |
0,300 |
1 432 742 400 |
Frankrijk |
9 831 724 000 |
0,300 |
2 949 517 200 |
Kroatië (11) |
113 028 000 |
0,300 |
33 908 400 |
Italië |
6 621 706 000 |
0,300 |
1 986 511 800 |
Cyprus |
88 284 500 |
0,300 |
26 485 350 |
Letland |
72 561 000 |
0,300 |
21 768 300 |
Litouwen |
121 821 000 |
0,300 |
36 546 300 |
Luxemburg |
162 627 500 |
0,300 |
48 788 250 |
Hongarije |
400 384 000 |
0,300 |
120 115 200 |
Malta |
31 029 000 |
0,300 |
9 308 700 |
Nederland |
2 739 704 000 |
0,100 |
273 970 400 |
Oostenrijk |
1 425 851 000 |
0,225 |
320 816 475 |
Polen |
1 911 307 000 |
0,300 |
573 392 100 |
Portugal |
781 760 000 |
0,300 |
234 528 000 |
Roemenië |
505 766 000 |
0,300 |
151 729 800 |
Slovenië |
178 212 500 |
0,300 |
53 463 750 |
Slowakije |
256 580 000 |
0,300 |
76 974 000 |
Finland |
943 700 000 |
0,300 |
283 110 000 |
Zweden |
1 848 128 000 |
0,100 |
184 812 800 |
Verenigd Koninkrijk |
9 654 893 000 |
0,300 |
2 896 467 900 |
Totaal |
59 639 209 500 |
|
15 063 857 425 |
TABEL 3
Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 4)
Lidstaat |
1 % van het bruto nationaal inkomen |
Uniform percentage van de eigen middelen „aanvullende grondslag” |
Eigen middelen „aanvullende grondslag” tegen uniform percentage |
|
(1) |
(2) |
(3) = (1) × (2) |
België |
3 973 060 000 |
|
3 107 116 101 |
Bulgarije |
403 363 000 |
|
315 448 463 |
Tsjechië |
1 488 457 000 |
|
1 164 042 001 |
Denemarken |
2 603 724 000 |
|
2 036 232 215 |
Duitsland |
27 629 794 000 |
|
21 607 772 802 |
Estland |
168 961 000 |
|
132 135 292 |
Ierland |
1 286 410 000 |
|
1 006 031 931 |
Griekenland |
1 994 678 000 |
|
1 559 930 162 |
Spanje |
10 438 737 000 |
|
8 163 573 621 |
Frankrijk |
21 490 884 000 |
|
16 806 862 143 |
Kroatië (12) |
226 056 000 |
|
176 786 215 |
Italië |
16 175 934 000 |
|
12 650 326 193 |
Cyprus |
176 569 000 |
|
138 085 099 |
Letland |
221 358 000 |
0,7820461 (13) |
173 112 162 |
Litouwen |
334 146 000 |
|
261 317 578 |
Luxemburg |
325 255 000 |
|
254 364 406 |
Hongarije |
1 018 984 000 |
|
796 892 469 |
Malta |
62 058 000 |
|
48 532 217 |
Nederland |
6 263 887 000 |
|
4 898 648 436 |
Oostenrijk |
3 181 638 000 |
|
2 488 187 608 |
Polen |
3 943 766 000 |
|
3 084 206 843 |
Portugal |
1 637 391 000 |
|
1 280 515 255 |
Roemenië |
1 435 776 000 |
|
1 122 843 030 |
Slovenië |
356 425 000 |
|
278 740 783 |
Slowakije |
733 238 000 |
|
573 425 923 |
Finland |
2 078 819 000 |
|
1 625 732 304 |
Zweden |
4 235 344 000 |
|
3 312 234 282 |
Verenigd Koninkrijk |
20 118 338 000 |
|
15 733 467 889 |
Totaal |
134 003 050 000 |
|
104 796 563 423 |
TABEL 4
Berekening van de brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdragen van Nederland en Zweden overeenkomstig artikel 2, lid 5 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 6)
Lidstaat |
Brutovermindering |
Aandelen in de bni-grondslagen |
Bni-sleutel toegepast op de brutovermindering |
Financiering van de vermindering ten gunste van Nederland en Zweden |
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) = (1) + (3) |
België |
|
2,96 |
25 663 158 |
25 663 158 |
Bulgarije |
|
0,30 |
2 605 440 |
2 605 440 |
Tsjechië |
|
1,11 |
9 614 380 |
9 614 380 |
Denemarken |
|
1,94 |
16 818 216 |
16 818 216 |
Duitsland |
|
20,62 |
178 468 928 |
178 468 928 |
Estland |
|
0,13 |
1 091 369 |
1 091 369 |
Ierland |
|
0,96 |
8 309 299 |
8 309 299 |
Griekenland |
|
1,49 |
12 884 209 |
12 884 209 |
Spanje |
|
7,79 |
67 426 858 |
67 426 858 |
Frankrijk |
|
16,04 |
138 815 911 |
138 815 911 |
Kroatië |
|
0,17 |
1 460 162 |
1 460 162 |
Italië |
|
12,07 |
104 485 093 |
104 485 093 |
Cyprus |
|
0,13 |
1 140 511 |
1 140 511 |
Letland |
|
0,17 |
1 429 816 |
1 429 816 |
Litouwen |
|
0,25 |
2 158 347 |
2 158 347 |
Luxemburg |
|
0,24 |
2 100 917 |
2 100 917 |
Hongarije |
|
0,76 |
6 581 916 |
6 581 916 |
Malta |
|
0,05 |
400 851 |
400 851 |
Nederland |
– 693 598 388 |
4,67 |
40 460 279 |
– 653 138 109 |
Oostenrijk |
|
2,37 |
20 551 131 |
20 551 131 |
Polen |
|
2,94 |
25 473 939 |
25 473 939 |
Portugal |
|
1,22 |
10 576 388 |
10 576 388 |
Roemenië |
|
1,07 |
9 274 098 |
9 274 098 |
Slovenië |
|
0,27 |
2 302 253 |
2 302 253 |
Slowakije |
|
0,55 |
4 736 199 |
4 736 199 |
Finland |
|
1,55 |
13 427 701 |
13 427 701 |
Zweden |
– 171 966 543 |
3,16 |
27 357 327 |
– 144 609 216 |
Verenigd Koninkrijk |
|
15,01 |
129 950 235 |
129 950 235 |
Totaal |
– 865 564 931 |
100,00 |
865 564 931 |
0 |
bbp-deflator van de EU, in EUR, (economische voorjaarsprognoses 2012): (a) 2004 EU25 = 97,9307 / (b) 2006 EU25 = 102,2271 / (c) 2006 EU27 = 102,3225 / (d) 2013 EU27 = 112,3768 Forfaitair bedrag voor Nederland in prijzen van 2013: 605 000 000 EUR × [(b/a) × (d/c)] = 693 598 388 EUR Forfaitair bedrag voor Zweden in prijzen van 2013: 150 000 000 EUR × [(b/a) × (d/c)] = 171 966 543 EUR |
TABEL 5
Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2012 overeenkomstig artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 5)
Omschrijving |
Coëfficiënt (14) (%) |
Bedrag |
||
|
15,2078 |
|
||
|
7,2969 |
|
||
|
7,9109 |
|
||
|
|
118 254 315 352 |
||
|
|
28 277 437 283 |
||
|
|
3 082 696 513 |
||
|
|
25 194 740 770 |
||
|
|
89 976 878 069 |
||
|
|
4 697 847 740 |
||
|
|
620 273 811 |
||
|
|
4 077 573 929 |
||
|
|
5 148 759 |
||
|
|
4 072 425 170 |
Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Besluit 2007/436/EG, Euratom mag de aanvullende bijdrage van het Verenigd Koninkrijk als gevolg van de in lid 1, onder g), van dat artikel bedoelde vermindering van de toegewezen uitgaven in de periode 2007-2013 in totaal niet meer bedragen dan 10 500 000 000 EUR in prijzen van 2004. De corresponderende bedragen worden weergegeven in de tabel hierna.
Correctie voor het Verenigd Koninkrijk 2007-2012 Verschil van het oorspronkelijke bedrag t.o.v. de grenswaarde van 10,5 miljard EUR (EMB 2007 t.o.v. EMB 2000), in EUR |
Verschil in lopende prijzen |
Verschil in constanteprijzen van 2004 |
||
|
0 |
0 |
||
|
– 301 679 647 |
– 280 649 108 |
||
|
–1 349 840 247 |
–1 275 338 491 |
||
|
–2 117 969 550 |
–1 956 957 875 |
||
|
–2 355 745 675 |
–2 144 599 880 |
||
|
–2 528 825 389 |
–2 247 081 154 |
||
|
–8 654 060 508 |
–7 904 626 509 |
TABEL 6
Berekening van de financiering van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op –4 072 425 170 EUR (hoofdstuk 1 5)
Lidstaat |
Aandelen in de bni-grondslagen |
Aandelen zonder het Verenigd Koninkrijk |
Aandelen zonder Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk |
3/4 van het aandeel van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden in kolom (2) |
Kolom (4) verdeeld volgens de sleutel van kolom (3) |
Financierings- sleutel |
Op de correctie toegepaste financierings- sleutel |
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) |
(5) |
(6) = (2) + (4) + (5) |
(7) |
België |
2,96 |
3,49 |
5,47 |
|
1,49 |
4,98 |
202 726 774 |
Bulgarije |
0,30 |
0,35 |
0,56 |
|
0,15 |
0,51 |
20 581 738 |
Tsjechië |
1,11 |
1,31 |
2,05 |
|
0,56 |
1,86 |
75 949 038 |
Denemarken |
1,94 |
2,29 |
3,59 |
|
0,98 |
3,26 |
132 855 926 |
Duitsland |
20,62 |
24,26 |
0,00 |
–18,20 |
0,00 |
6,07 |
247 004 771 |
Estland |
0,13 |
0,15 |
0,23 |
|
0,06 |
0,21 |
8 621 294 |
Ierland |
0,96 |
1,13 |
1,77 |
|
0,48 |
1,61 |
65 639 520 |
Griekenland |
1,49 |
1,75 |
2,75 |
|
0,75 |
2,50 |
101 779 142 |
Spanje |
7,79 |
9,17 |
14,38 |
|
3,91 |
13,08 |
532 640 201 |
Frankrijk |
16,04 |
18,87 |
29,61 |
|
8,06 |
26,93 |
1 096 579 862 |
Kroatië |
0,17 |
0,20 |
0,31 |
|
0,08 |
0,28 |
11 534 586 |
Italië |
12,07 |
14,20 |
22,29 |
|
6,06 |
20,27 |
825 382 682 |
Cyprus |
0,13 |
0,16 |
0,24 |
|
0,07 |
0,22 |
9 009 495 |
Letland |
0,17 |
0,19 |
0,31 |
|
0,08 |
0,28 |
11 294 869 |
Litouwen |
0,25 |
0,29 |
0,46 |
|
0,13 |
0,42 |
17 049 916 |
Luxemburg |
0,24 |
0,29 |
0,45 |
|
0,12 |
0,41 |
16 596 250 |
Hongarije |
0,76 |
0,89 |
1,40 |
|
0,38 |
1,28 |
51 994 014 |
Malta |
0,05 |
0,05 |
0,09 |
|
0,02 |
0,08 |
3 166 531 |
Nederland |
4,67 |
5,50 |
0,00 |
–4,13 |
0,00 |
1,38 |
55 997 883 |
Oostenrijk |
2,37 |
2,79 |
0,00 |
–2,10 |
0,00 |
0,70 |
28 443 200 |
Polen |
2,94 |
3,46 |
5,43 |
|
1,48 |
4,94 |
201 232 038 |
Portugal |
1,22 |
1,44 |
2,26 |
|
0,61 |
2,05 |
83 548 448 |
Roemenië |
1,07 |
1,26 |
1,98 |
|
0,54 |
1,80 |
73 260 972 |
Slovenië |
0,27 |
0,31 |
0,49 |
|
0,13 |
0,45 |
18 186 710 |
Slowakije |
0,55 |
0,64 |
1,01 |
|
0,27 |
0,92 |
37 413 725 |
Finland |
1,55 |
1,83 |
2,86 |
|
0,78 |
2,60 |
106 072 466 |
Zweden |
3,16 |
3,72 |
0,00 |
–2,79 |
0,00 |
0,93 |
37 863 119 |
Verenigd Koninkrijk |
15,01 |
0,00 |
0,00 |
|
0,00 |
0,00 |
0 |
Totaal |
100,00 |
100,00 |
100,00 |
–27,21 |
27,21 |
100,00 |
4 072 425 170 |
De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.
TABEL 7
Overzicht van de financiering (18) van de algemene begroting per soort eigen middelen en per lidstaat
Lidstaat |
Traditionele eigen middelen (TEM) |
Btw- en bni-middelen, inclusief aanpassingen |
Totaal eigen middelen (19) |
||||||||
Nettobijdragen van de suikersector (75 %) |
Nettodouanerechten (75 %) |
Totaal netto traditionele eigen middelen (75 %) |
Inningskosten (25 % van bruto TEM) (p.m.) |
Eigen middelen uit de btw |
Bni-middelen |
Vermindering ten voordele van Nederland en Zweden |
Correctie voor het Verenigd Koninkrijk |
Totaal nationale bijdragen |
Aandeel (%) in totaal „nationale bijdragen” |
||
|
(1) |
(2) |
(3) = (1) + (2) |
(4) |
(5) |
(6) |
(7) |
(8) |
(9) = (5) + (6) + (7) + (8) |
(10) |
(11) = (3) + (9) |
België |
6 600 000 |
1 871 900 000 |
1 878 500 000 |
626 166 667 |
507 167 100 |
3 107 116 101 |
25 663 158 |
202 726 774 |
3 842 673 133 |
3,21 |
5 721 173 133 |
Bulgarije |
400 000 |
62 200 000 |
62 600 000 |
20 866 667 |
57 164 100 |
315 448 463 |
2 605 440 |
20 581 738 |
395 799 741 |
0,33 |
458 399 741 |
Tsjechië |
3 400 000 |
246 200 000 |
249 600 000 |
83 200 000 |
203 719 800 |
1 164 042 001 |
9 614 380 |
75 949 038 |
1 453 325 219 |
1,21 |
1 702 925 219 |
Denemarken |
3 400 000 |
373 500 000 |
376 900 000 |
125 633 333 |
303 452 100 |
2 036 232 215 |
16 818 216 |
132 855 926 |
2 489 358 457 |
2,08 |
2 866 258 457 |
Duitsland |
26 300 000 |
3 780 400 000 |
3 806 700 000 |
1 268 899 996 |
1 803 400 200 |
21 607 772 802 |
178 468 928 |
247 004 771 |
23 836 646 701 |
19,89 |
27 643 346 701 |
Estland |
0 |
25 000 000 |
25 000 000 |
8 333 333 |
24 685 200 |
132 135 292 |
1 091 369 |
8 621 294 |
166 533 155 |
0,14 |
191 533 155 |
Ierland |
0 |
217 100 000 |
217 100 000 |
72 366 667 |
187 321 800 |
1 006 031 931 |
8 309 299 |
65 639 520 |
1 267 302 550 |
1,06 |
1 484 402 550 |
Griekenland |
1 400 000 |
141 200 000 |
142 600 000 |
47 533 334 |
261 990 000 |
1 559 930 162 |
12 884 209 |
101 779 142 |
1 936 583 513 |
1,62 |
2 079 183 513 |
Spanje |
4 700 000 |
1 221 600 000 |
1 226 300 000 |
408 766 667 |
1 432 742 400 |
8 163 573 621 |
67 426 858 |
532 640 201 |
10 196 383 080 |
8,51 |
11 422 683 080 |
Frankrijk |
30 900 000 |
2 034 500 000 |
2 065 400 000 |
688 466 667 |
2 949 517 200 |
16 806 862 143 |
138 815 911 |
1 096 579 862 |
20 991 775 116 |
17,51 |
23 057 175 116 |
Kroatië |
0 |
22 400 000 |
22 400 000 |
7 466 667 |
33 908 400 |
176 786 215 |
1 460 162 |
11 534 586 |
223 689 363 |
0,19 |
246 089 363 |
Italië |
4 700 000 |
1 799 100 000 |
1 803 800 000 |
601 266 667 |
1 986 511 800 |
12 650 326 193 |
104 485 093 |
825 382 682 |
15 566 705 768 |
12,99 |
17 370 505 768 |
Cyprus |
0 |
24 800 000 |
24 800 000 |
8 266 667 |
26 485 350 |
138 085 099 |
1 140 511 |
9 009 495 |
174 720 455 |
0,15 |
199 520 455 |
Letland |
0 |
26 800 000 |
26 800 000 |
8 933 333 |
21 768 300 |
173 112 162 |
1 429 816 |
11 294 869 |
207 605 147 |
0,17 |
234 405 147 |
Litouwen |
800 000 |
55 000 000 |
55 800 000 |
18 600 000 |
36 546 300 |
261 317 578 |
2 158 347 |
17 049 916 |
317 072 141 |
0,26 |
372 872 141 |
Luxemburg |
0 |
15 700 000 |
15 700 000 |
5 233 333 |
48 788 250 |
254 364 406 |
2 100 917 |
16 596 250 |
321 849 823 |
0,27 |
337 549 823 |
Hongarije |
2 000 000 |
119 800 000 |
121 800 000 |
40 600 000 |
120 115 200 |
796 892 469 |
6 581 916 |
51 994 014 |
975 583 599 |
0,81 |
1 097 383 599 |
Malta |
0 |
10 800 000 |
10 800 000 |
3 600 000 |
9 308 700 |
48 532 217 |
400 851 |
3 166 531 |
61 408 299 |
0,05 |
72 208 299 |
Nederland |
7 300 000 |
2 086 000 000 |
2 093 300 000 |
697 766 667 |
273 970 400 |
4 898 648 436 |
– 653 138 109 |
55 997 883 |
4 575 478 610 |
3,82 |
6 668 778 610 |
Oostenrijk |
3 200 000 |
239 900 000 |
243 100 000 |
81 033 334 |
320 816 475 |
2 488 187 608 |
20 551 131 |
28 443 200 |
2 857 998 414 |
2,38 |
3 101 098 414 |
Polen |
12 800 000 |
426 400 000 |
439 200 000 |
146 400 000 |
573 392 100 |
3 084 206 843 |
25 473 939 |
201 232 038 |
3 884 304 920 |
3,24 |
4 323 504 920 |
Portugal |
200 000 |
136 500 000 |
136 700 000 |
45 566 667 |
234 528 000 |
1 280 515 255 |
10 576 388 |
83 548 448 |
1 609 168 091 |
1,34 |
1 745 868 091 |
Roemenië |
1 000 000 |
124 700 000 |
125 700 000 |
41 900 000 |
151 729 800 |
1 122 843 030 |
9 274 098 |
73 260 972 |
1 357 107 900 |
1,13 |
1 482 807 900 |
Slovenië |
0 |
81 800 000 |
81 800 000 |
27 266 667 |
53 463 750 |
278 740 783 |
2 302 253 |
18 186 710 |
352 693 496 |
0,29 |
434 493 496 |
Slowakije |
1 400 000 |
141 700 000 |
143 100 000 |
47 700 000 |
76 974 000 |
573 425 923 |
4 736 199 |
37 413 725 |
692 549 847 |
0,58 |
835 649 847 |
Finland |
800 000 |
169 600 000 |
170 400 000 |
56 800 000 |
283 110 000 |
1 625 732 304 |
13 427 701 |
106 072 466 |
2 028 342 471 |
1,69 |
2 198 742 471 |
Zweden |
2 600 000 |
552 600 000 |
555 200 000 |
185 066 667 |
184 812 800 |
3 312 234 282 |
– 144 609 216 |
37 863 119 |
3 390 300 985 |
2,83 |
3 945 500 985 |
Verenigd Koninkrijk |
9 500 000 |
2 647 000 000 |
2 656 500 000 |
885 500 000 |
2 896 467 900 |
15 733 467 889 |
129 950 235 |
–4 072 425 170 |
14 687 460 854 |
12,25 |
17 343 960 854 |
Totaal |
123 400 000 |
18 654 200 000 |
18 777 600 000 |
6 259 200 000 |
15 063 857 425 |
104 796 563 423 |
0 |
0 |
119 860 420 848 |
100,00 |
138 638 020 848 |
B. ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL
ONTVANGSTEN
Titel |
Omschrijving |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
1 |
EIGEN MIDDELEN |
131 628 020 848 |
7 010 000 000 |
138 638 020 848 |
3 |
OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN |
34 000 000 |
|
34 000 000 |
4 |
ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE |
1 278 186 868 |
|
1 278 186 868 |
5 |
ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN |
53 884 139 |
|
53 884 139 |
6 |
BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE |
60 000 000 |
|
60 000 000 |
7 |
INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN |
123 000 000 |
290 000 000 |
413 000 000 |
8 |
OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN |
3 696 000 |
|
3 696 000 |
9 |
DIVERSE ONTVANGSTEN |
30 200 000 |
|
30 200 000 |
|
Totaal |
133 210 987 855 |
7 300 000 000 |
140 510 987 855 |
TITEL 1
EIGEN MIDDELEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
1 1 |
BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM) |
123 400 000 |
|
123 400 000 |
1 2 |
DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM |
18 654 200 000 |
|
18 654 200 000 |
1 3 |
EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER b), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM |
15 063 857 425 |
|
15 063 857 425 |
1 4 |
EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER c), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM |
97 786 563 423 |
7 010 000 000 |
104 796 563 423 |
1 5 |
CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN |
0 |
|
0 |
1 6 |
AAN NEDERLAND EN ZWEDEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE |
0 |
|
0 |
|
Titel 1 — Totaal |
131 628 020 848 |
7 010 000 000 |
138 638 020 848 |
HOOFDSTUK 1 4 — EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER c), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
1 4 |
||||
EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER c), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM |
||||
1 4 0 |
Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c) van Besluit 2007/436/EG, Euratom |
97 786 563 423 |
7 010 000 000 |
104 796 563 423 |
|
Hoofdstuk 1 4 — Totaal |
97 786 563 423 |
7 010 000 000 |
104 796 563 423 |
1 4 0
Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c) van Besluit 2007/436/EG, Euratom
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
97 786 563 423 |
7 010 000 000 |
104 796 563 423 |
Toelichting
De bni-middelenbron is een „aanvullende” bron van eigen middelen, die de ontvangsten verschaft welke in een begrotingsjaar nodig zijn ter dekking van uitgaven die uitstijgen boven het bedrag aan traditionele eigen middelen, btw-afdrachten en andere ontvangsten. Deze middelenbron zorgt er met andere woorden voor dat de algemene begroting van de Europese Unie altijd in evenwicht is ex ante.
Het bni-afroepingspercentage is afhankelijk van hoeveel aanvullende middelen er nodig zijn ter financiering van de gebudgetteerde uitgaven die niet gedekt worden door de andere middelen (btw-afdrachten, traditionele eigen middelen en overige ontvangsten). Het afroepingspercentage wordt toegepast op het bruto nationaal inkomen van elk van de lidstaten.
Het voor het begrotingsjaar op het bruto nationaal inkomen van de lidstaten toe te passen percentage bedraagt 0,7820 %.
Rechtsgronden
Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder c).
Lidstaat |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
België |
2 899 276 424 |
207 839 677 |
3 107 116 101 |
Bulgarije |
294 347 640 |
21 100 823 |
315 448 463 |
Tsjechië |
1 086 177 478 |
77 864 523 |
1 164 042 001 |
Denemarken |
1 900 025 575 |
136 206 640 |
2 036 232 215 |
Duitsland |
20 162 396 327 |
1 445 376 475 |
21 607 772 802 |
Estland |
123 296 563 |
8 838 729 |
132 135 292 |
Ierland |
938 736 940 |
67 294 991 |
1 006 031 931 |
Griekenland |
1 455 584 084 |
104 346 078 |
1 559 930 162 |
Spanje |
7 617 499 883 |
546 073 738 |
8 163 573 621 |
Frankrijk |
15 682 625 815 |
1 124 236 328 |
16 806 862 143 |
Kroatië |
164 960 718 |
11 825 497 |
176 786 215 |
Italië |
11 804 126 817 |
846 199 376 |
12 650 326 193 |
Cyprus |
128 848 379 |
9 236 720 |
138 085 099 |
Letland |
161 532 429 |
11 579 733 |
173 112 162 |
Litouwen |
243 837 652 |
17 479 926 |
261 317 578 |
Luxemburg |
237 349 588 |
17 014 818 |
254 364 406 |
Hongarije |
743 587 131 |
53 305 338 |
796 892 469 |
Malta |
45 285 824 |
3 246 393 |
48 532 217 |
Nederland |
4 570 970 462 |
327 677 974 |
4 898 648 436 |
Oostenrijk |
2 321 748 991 |
166 438 617 |
2 488 187 608 |
Polen |
2 877 899 601 |
206 307 242 |
3 084 206 843 |
Portugal |
1 194 859 661 |
85 655 594 |
1 280 515 255 |
Roemenië |
1 047 734 368 |
75 108 662 |
1 122 843 030 |
Slovenië |
260 095 392 |
18 645 391 |
278 740 783 |
Slowakije |
535 068 599 |
38 357 324 |
573 425 923 |
Finland |
1 516 984 621 |
108 747 683 |
1 625 732 304 |
Zweden |
3 090 673 941 |
221 560 341 |
3 312 234 282 |
Verenigd Koninkrijk |
14 681 032 520 |
1 052 435 369 |
15 733 467 889 |
Totaal van artikel 1 4 0 |
97 786 563 423 |
7 010 000 000 |
104 796 563 423 |
TITEL 7
INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
7 0 |
INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND |
23 000 000 |
|
23 000 000 |
7 1 |
GELDBOETEN |
100 000 000 |
290 000 000 |
390 000 000 |
7 2 |
RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN |
p.m. |
|
p.m. |
|
Titel 7 — Totaal |
123 000 000 |
290 000 000 |
413 000 000 |
HOOFDSTUK 7 1 — GELDBOETEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
7 1 |
||||
GELDBOETEN |
||||
7 1 0 |
Geldboeten, dwangsommen en andere sancties |
100 000 000 |
270 000 000 |
370 000 000 |
7 1 1 |
Bijdragen voor overtollige emissies van nieuwe personenauto’s |
p.m. |
|
p.m. |
7 1 2 |
Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen |
p.m. |
20 000 000 |
20 000 000 |
|
Hoofdstuk 7 1 — Totaal |
100 000 000 |
290 000 000 |
390 000 000 |
7 1 0
Geldboeten, dwangsommen en andere sancties
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
100 000 000 |
270 000 000 |
370 000 000 |
Toelichting
De Commissie kan boeten, dwangsommen en andere sancties opleggen aan ondernemingen en ondernemersverenigingen bij niet-nakoming van een verbod of niet-uitvoering van verplichtingen in het kader van de hierna vermelde verordeningen of van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
De boeten moeten in de regel worden betaald binnen drie maanden na de kennisgeving van het besluit van de Commissie. De Commissie int het verschuldigde bedrag echter niet wanneer een onderneming in beroep gaat bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen; de onderneming moet aanvaarden dat rente verschuldigd zal zijn na de uiterste datum voor betaling en de Commissie uiterlijk op de uiterste datum voor betaling een bankgarantie verstrekken die de hoofdsom van de schuld en rente of kosten dekt.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).
7 1 2
Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
p.m. |
20 000 000 |
20 000 000 |
Rechtsgronden
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 260, lid 2.
AFDELING III
COMMISSIE
ONTVANGSTEN
Titel |
Omschrijving |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
4 |
ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE |
956 847 713 |
|
956 847 713 |
5 |
ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING |
52 400 000 |
|
52 400 000 |
6 |
BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE |
60 000 000 |
|
60 000 000 |
7 |
INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN |
123 000 000 |
290 000 000 |
413 000 000 |
8 |
OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN |
3 696 000 |
|
3 696 000 |
9 |
DIVERSE ONTVANGSTEN |
30 000 000 |
|
30 000 000 |
|
Totaal |
1 225 943 713 |
290 000 000 |
1 515 943 713 |
TITEL 7
INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
7 0 |
INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND |
23 000 000 |
|
23 000 000 |
7 1 |
GELDBOETEN |
100 000 000 |
290 000 000 |
390 000 000 |
7 2 |
RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN |
p.m. |
|
p.m. |
|
Titel 7 — Totaal |
123 000 000 |
290 000 000 |
413 000 000 |
HOOFDSTUK 7 1 — GELDBOETEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
7 1 |
||||
GELDBOETEN |
||||
7 1 0 |
Geldboeten, dwangsommen en andere sancties |
100 000 000 |
270 000 000 |
370 000 000 |
7 1 1 |
Bijdragen voor overtollige emissies van nieuwe personenauto's |
p.m. |
|
p.m. |
7 1 2 |
Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen |
p.m. |
20 000 000 |
20 000 000 |
|
Hoofdstuk 7 1 — Totaal |
100 000 000 |
290 000 000 |
390 000 000 |
7 1 0
Geldboeten, dwangsommen en andere sancties
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
100 000 000 |
270 000 000 |
370 000 000 |
Toelichting
De Commissie kan geldboeten, dwangsommen en andere sancties opleggen aan ondernemingen en ondenemingsverenigingen bij niet-nakoming van een verbod of niet-uitvoering van verplichtingen in het kader van de hierna opgesomde verordeningen of in het kader van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Normaal gesproken moeten de geldboeten worden betaald binnen de drie maanden volgend op de kennisgeving van het besluit van de Commissie. De Commissie zal het bedrag evenwel niet innen wanneer de onderneming een beroep heeft ingesteld bij het Hof van Justitie van de Europese Unie; de onderneming moet aanvaarden dat na de uiterste betalingstermijn rente verschuldigd is op de schuld en dat uiterlijk op die datum aan de Commissie een bankgarantie wordt verstrekt ten belope van het hoofdbedrag en de renten of vermeerderingen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).
7 1 2
Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
p.m. |
20 000 000 |
20 000 000 |
Rechtsgronden
Artikel 260, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
UITGAVEN
Titel |
Omschrijving |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||
01 |
ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN |
555 684 796 |
428 350 972 |
|
|
555 684 796 |
428 350 972 |
02 |
ONDERNEMINGEN |
1 157 245 386 |
1 163 341 339 |
|
141 477 138 |
1 157 245 386 |
1 304 818 477 |
03 |
CONCURRENTIE |
92 219 149 |
92 219 149 |
|
|
92 219 149 |
92 219 149 |
04 |
WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN |
12 064 158 933 |
10 446 697 045 |
|
2 147 031 816 |
12 064 158 933 |
12 593 728 861 |
05 |
LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING |
58 851 894 643 |
56 371 410 495 |
|
362 947 134 |
58 851 894 643 |
56 734 357 629 |
06 |
MOBILITEIT EN VERVOER |
1 740 800 530 |
983 961 494 |
|
|
1 740 800 530 |
983 961 494 |
07 |
MILIEU- EN KLIMAATMAATREGELEN |
498 383 275 |
391 177 073 |
|
6 503 201 |
498 383 275 |
397 680 274 |
08 |
ONDERZOEK |
6 901 336 033 |
4 815 211 202 |
|
272 960 008 |
6 901 336 033 |
5 088 171 210 |
09 |
COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE |
1 810 829 637 |
1 390 555 211 |
|
76 185 000 |
1 810 829 637 |
1 466 740 211 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
391 985 |
391 985 |
|
|
391 985 |
391 985 |
|
|
1 811 221 622 |
1 390 947 196 |
|
|
1 811 221 622 |
1 467 132 196 |
10 |
EIGEN ONDERZOEK |
424 319 156 |
411 320 143 |
|
5 202 560 |
424 319 156 |
416 522 703 |
11 |
MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ |
919 262 394 |
682 493 086 |
|
26 263 249 |
919 262 394 |
708 756 335 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
115 220 000 |
113 885 651 |
|
|
115 220 000 |
113 885 651 |
|
|
1 034 482 394 |
796 378 737 |
|
|
1 034 482 394 |
822 641 986 |
12 |
INTERNE MARKT |
103 313 472 |
100 495 338 |
|
938 318 |
103 313 472 |
101 433 656 |
|
40 02 41 |
3 000 000 |
3 000 000 |
|
|
3 000 000 |
3 000 000 |
|
|
106 313 472 |
103 495 338 |
|
|
106 313 472 |
104 433 656 |
13 |
REGIONAAL BELEID |
43 778 241 730 |
37 565 327 516 |
|
3 825 280 385 |
43 778 241 730 |
41 390 607 901 |
14 |
BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE |
144 620 394 |
111 727 655 |
|
10 079 962 |
144 620 394 |
121 807 617 |
15 |
ONDERWIJS EN CULTUUR |
2 829 575 587 |
2 381 955 082 |
|
115 106 657 |
2 829 575 587 |
2 497 061 739 |
16 |
COMMUNICATIE |
265 992 159 |
252 703 941 |
|
|
265 992 159 |
252 703 941 |
17 |
GEZONDHEIDSZORG EN CONSUMENTENBESCHERMING |
634 370 124 |
593 133 792 |
|
5 852 882 |
634 370 124 |
598 986 674 |
18 |
BINNENLANDSE ZAKEN |
1 227 109 539 |
773 675 230 |
|
83 468 585 |
1 227 109 539 |
857 143 815 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
111 280 000 |
66 442 946 |
|
|
111 280 000 |
66 442 946 |
|
|
1 338 389 539 |
840 118 176 |
|
|
1 338 389 539 |
923 586 761 |
19 |
EXTERNE BETREKKINGEN |
5 001 226 243 |
3 089 423 857 |
|
141 769 782 |
5 001 226 243 |
3 231 193 639 |
20 |
HANDEL |
107 473 453 |
102 177 332 |
|
1 300 640 |
107 473 453 |
103 477 972 |
21 |
ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN) |
1 571 699 626 |
1 206 905 319 |
|
20 810 244 |
1 571 699 626 |
1 227 715 563 |
22 |
UITBREIDING |
1 091 261 928 |
891 197 071 |
|
14 307 042 |
1 091 261 928 |
905 504 113 |
23 |
HUMANITAIRE HULP |
917 322 828 |
828 664 270 |
|
29 914 724 |
917 322 828 |
858 578 994 |
24 |
FRAUDEBESTRIJDING |
75 427 800 |
69 443 664 |
|
|
75 427 800 |
69 443 664 |
|
40 01 40 |
3 929 200 |
3 929 200 |
|
|
3 929 200 |
3 929 200 |
|
|
79 357 000 |
73 372 864 |
|
|
79 357 000 |
73 372 864 |
25 |
BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE |
193 336 661 |
194 086 661 |
|
|
193 336 661 |
194 086 661 |
26 |
ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE |
1 030 021 548 |
1 013 305 407 |
|
6 503 201 |
1 030 021 548 |
1 019 808 608 |
27 |
BEGROTING |
142 450 570 |
142 450 570 |
|
|
142 450 570 |
142 450 570 |
28 |
AUDIT |
11 879 141 |
11 879 141 |
|
|
11 879 141 |
11 879 141 |
29 |
STATISTIEK |
82 071 571 |
107 663 142 |
|
6 097 472 |
82 071 571 |
113 760 614 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
51 900 000 |
7 743 254 |
|
|
51 900 000 |
7 743 254 |
|
|
133 971 571 |
115 406 396 |
|
|
133 971 571 |
121 503 868 |
30 |
PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN |
1 399 471 000 |
1 399 471 000 |
|
|
1 399 471 000 |
1 399 471 000 |
31 |
TALENDIENSTEN |
396 815 433 |
396 815 433 |
|
|
396 815 433 |
396 815 433 |
32 |
ENERGIE |
738 302 781 |
814 608 051 |
|
|
738 302 781 |
814 608 051 |
33 |
JUSTITIE |
218 238 524 |
184 498 972 |
|
|
218 238 524 |
184 498 972 |
40 |
RESERVES |
1 049 836 185 |
275 393 036 |
|
|
1 049 836 185 |
275 393 036 |
|
Totaal |
148 026 192 229 |
129 683 738 689 |
|
7 300 000 000 |
148 026 192 229 |
136 983 738 689 |
|
Of which Reserves: 40 01 40, 40 02 41 |
285 721 185 |
195 393 036 |
|
|
285 721 185 |
195 393 036 |
TITEL 02
ONDERNEMINGEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
02 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERNEMINGEN” |
|
120 830 851 |
120 830 851 |
|
|
120 830 851 |
120 830 851 |
02 02 |
CONCURRENTIEVERMOGEN, INDUSTRIEBELEID, INNOVATIE EN ONDERNEMERSCHAP |
|
223 790 000 |
161 605 503 |
|
45 847 567 |
223 790 000 |
207 453 070 |
02 03 |
INTERNE GOEDERENMARKT EN SECTORAAL BELEID |
|
46 500 000 |
29 731 048 |
|
1 658 316 |
46 500 000 |
31 389 364 |
02 04 |
SAMENWERKING — RUIMTEVAART EN VEILIGHEID |
1 |
754 424 535 |
483 643 055 |
|
80 964 853 |
754 424 535 |
564 607 908 |
02 05 |
EUROPESE PROGRAMMA’S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO) |
1 |
11 700 000 |
367 530 882 |
|
13 006 402 |
11 700 000 |
380 537 284 |
|
Titel 02 — Totaal |
|
1 157 245 386 |
1 163 341 339 |
|
141 477 138 |
1 157 245 386 |
1 304 818 477 |
HOOFDSTUK 02 02 — CONCURRENTIEVERMOGEN, INDUSTRIEBELEID, INNOVATIE EN ONDERNEMERSCHAP
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
02 02 |
||||||||
CONCURRENTIEVERMOGEN, INDUSTRIEBELEID, INNOVATIE EN ONDERNEMERSCHAP |
||||||||
02 02 01 |
Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie |
1.1 |
161 500 000 |
115 000 000 |
|
39 019 206 |
161 500 000 |
154 019 206 |
02 02 02 |
||||||||
Aanvulling van de werkzaamheden betreffende concurrentievermogen, innovatie en ondernemerschap |
||||||||
02 02 02 01 |
Bijdrage aan het Centrum voor industriële samenwerking EU-Japan en lidmaatschap van internationale studiegroepen |
1.1 |
2 290 000 |
1 877 996 |
|
|
2 290 000 |
1 877 996 |
02 02 02 02 |
Voltooiing en aanvulling van de werkzaamheden betreffende het programma voor ondernemingen en ondernemerschap, dat voornamelijk gericht is op het midden- en kleinbedrijf |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Artikel 02 02 02 — Subtotaal |
|
2 290 000 |
1 877 996 |
|
|
2 290 000 |
1 877 996 |
02 02 03 |
||||||||
Verbetering van het ondernemingsklimaat voor het midden- en kleinbedrijf |
||||||||
02 02 03 01 |
Proefproject — Consolidering van de interne markt — Proefproject „Samenwerking en clustervorming van ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf (mkb)” |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
02 02 03 02 |
Voorbereidende actie — Steun voor kleine en middelgrote ondernemingen in de nieuwe financiële omgeving |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
02 02 03 04 |
Proefproject — Erasmus voor jonge ondernemers |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
02 02 03 05 |
Voorbereidende actie — Erasmus voor jonge ondernemers |
1.1 |
p.m. |
1 500 000 |
|
|
p.m. |
1 500 000 |
02 02 03 06 |
Voorbereidende actie — Harmonisatie van processen en normen op het gebied van e-business tussen Europese kleine en middelgrote bedrijven in onderling verbonden industriële sectoren |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Artikel 02 02 03 — Subtotaal |
|
p.m. |
1 500 000 |
|
|
p.m. |
1 500 000 |
02 02 04 |
Small Business Act |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
02 02 07 |
Proefproject — Maatregelen op het gebied van de textiel- en schoenensector |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
02 02 08 |
||||||||
Maatregelen in verband met toerisme |
||||||||
02 02 08 01 |
Voorbereidende actie — Europese topbestemmingen |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
02 02 08 02 |
Voorbereidende actie — Duurzaam toerisme |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
02 02 08 03 |
Voorbereidende actie — Sociaal toerisme in Europa |
1.1 |
p.m. |
700 000 |
|
|
p.m. |
700 000 |
02 02 08 04 |
Voorbereidende actie — Bevordering van Europese en transnationale toeristische producten, met bijzondere nadruk op culturele en industriële producten |
1.1 |
2 000 000 |
1 520 000 |
|
|
2 000 000 |
1 520 000 |
02 02 08 05 |
Voorbereidende actie — Toerisme en toegankelijkheid voor iedereen |
1.1 |
1 000 000 |
1 000 000 |
|
|
1 000 000 |
1 000 000 |
|
Artikel 02 02 08 — Subtotaal |
|
3 000 000 |
3 220 000 |
|
|
3 000 000 |
3 220 000 |
02 02 09 |
Voorbereidende actie — De Europese Unie speelt zijn rol in een geglobaliseerde wereld |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
02 02 10 |
Voorbereidende actie — Euromed innoverende ondernemers voor verandering |
1.1 |
2 000 000 |
1 000 000 |
|
|
2 000 000 |
1 000 000 |
02 02 11 |
Voorbereidende actie — Operationele GMES-diensten |
1.1 |
p.m. |
1 350 000 |
|
|
p.m. |
1 350 000 |
02 02 12 |
Proefproject — Vergemakkelijken van de toegang tot verzekeringen voor zelfstandige bouwondernemers en kleine bouwbedrijven, om de innovatie en bevordering van ecotechnologie in de Europese Unie te stimuleren |
1.1 |
p.m. |
286 000 |
|
|
p.m. |
286 000 |
02 02 13 |
Voorbereidende actie — Kansen voor de internationalisering van het midden- en kleinbedrijf (mkb) |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
02 02 15 |
Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) |
1.1 |
55 000 000 |
36 571 507 |
|
6 828 361 |
55 000 000 |
43 399 868 |
02 02 16 |
Proefproject — Een Europees competentienetwerk voor zeldzame aardelementen |
1.1 |
p.m. |
300 000 |
|
|
p.m. |
300 000 |
02 02 17 |
Proefproject — Ontwikkeling van Europese „creatieve districten” |
3.2 |
p.m. |
500 000 |
|
|
p.m. |
500 000 |
|
Hoofdstuk 02 02 — Totaal |
|
223 790 000 |
161 605 503 |
|
45 847 567 |
223 790 000 |
207 453 070 |
02 02 01
Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
161 500 000 |
115 000 000 |
|
39 019 206 |
161 500 000 |
154 019 206 |
Toelichting
Dit krediet heeft tot doel het concurrentievermogen van bedrijven, in het bijzonder het midden- en kleinbedrijf (mkb), te stimuleren, innovatie en onder meer eco-innovatie te bevorderen en bedrijfs- en aan innovatie gerelateerde economische en administratieve hervormingen te steunen.
De uitvoeringsmaatregelen betreffen met name:
— |
netwerken met deelname van uiteenlopende belanghebbenden; |
— |
markttoepassingsprojecten en andere maatregelen ter ondersteuning van de verbreiding van innovatie; |
— |
analyse, ontwikkeling en coördinatie van beleid met deelnemende landen; |
— |
uitwisseling en verspreiding van informatie, bewustmakingscampagnes; |
— |
steun voor gezamenlijke acties van lidstaten of regio's, |
en andere maatregelen die in het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie zijn opgenomen.
De Unie zal steun verlenen aan activiteiten zoals het Enterprise Europe Network, innovatie en bevordering van ondernemerschap. De Unie zal ook eco-innovatieprojecten steunen in verband met de eerste toepassing of het op de markt brengen van innovatieve of eco-innovatieve technieken, producten of praktijken van belang voor de Unie die reeds succesvol technisch zijn gedemonstreerd, maar vanwege resterende risico's nog geen significante marktpenetratie hebben bereikt. Deze projecten zijn erop gericht een grootschaliger gebruik daarvan in de deelnemende landen te bevorderen en de penetratie op de markt te vergemakkelijken.
Omdat de voorbereidende actie „Erasmus voor jonge ondernemers” in 2011 afgelopen is en pas in 2014 in het nieuwe meerjarig financieel kader zal worden geïntegreerd, is voor de voortzetting ervan financiering nodig voor de jaren 2012 en 2013. Het programma heeft als doel de stimulering van Europees ondernemerschap, het uitwisselen van kennis en goede praktijken, alsook het oprichten van waardevolle netwerken en partnerschappen. Een deel van dit krediet moet worden gebruikt om de soepele werking en voortzetting van „Erasmus voor jonge ondernemers” te waarborgen door middel van het programma voor ondernemerschap en innovatie van het CIP, totdat het nieuwe financieel kader is ingevoerd.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Het voorgestelde project beoogt innovatieondersteunende diensten te ontwikkelen en te testen ten behoeve van beginnende Europese kennisbedrijven die gebruikmaken van de uitgebreide netwerken van Europese expatriates in de wetenschappelijke sector en het bedrijfsleven in Silicon Valley. Zo zullen jonge bedrijven sneller toegang tot de overzeese markt krijgen en groeien, en tegelijk hoogwaardige banen scheppen in Europa. Dit vereist een gecoördineerd optreden van de Europese verleners van innovatieondersteuning. Daarom zal in het kader van het project uiteindelijk de haalbaarheid worden onderzocht van een gezamenlijk „Europees innovatiecentrum” op een innovatiehotspot. Dit centrum zal officiële vertegenwoordigingen (kamers van koophandel, consulaten en vertegenwoordigers van bedrijven) en Europese verleners van innovatieondersteuning voor start-ups in contact brengen met Europese ondernemers en wetenschappers die in Silicon Valley wonen en werken, met het oog op een beter gecoördineerde ondersteuning van potentiële groeibedrijven.
Doelgroepen
Centraal in deze actie staat het ontwikkelen en uittesten van innovatieve diensten die jonge kennisbedrijven helpen om snel te groeien en toegang tot kapitaal te krijgen door de netwerken van geëxpatrieerde Europese ondernemers en wetenschappers in Silicon Valley te laten samenwerken met regionale en nationale bureaus voor innovatieondersteuning in Europa.
In elke lidstaat zal één jong kennisbedrijf worden verzocht de diensten uit te testen, eigen netwerken in Silicon Valley op te zetten en feedback te geven over zijn ervaringen en advies te geven over de toekomstige opzet van deze diensten.
De innovatieagentschappen in de lidstaten worden verzocht de jonge bedrijven te selecteren, het project te begeleiden en hun knowhow op het gebied van ondersteuning van jonge bedrijven in te brengen. De bureaus die kantoren hebben in Silicon Valley zal worden verzocht bij te dragen tot de opzet en de verlening van de diensten, met name de verschaffing van kantoorruimte voor jonge Europese bedrijven.
De netwerken van geëxpatrieerde Europese ondernemers en wetenschappers (20) zullen worden verzocht bij te dragen tot de opleiding en networking van jonge Europese bedrijven en de opzet van innovatie-ondersteunende diensten voor jonge kennisbedrijven.
Voorgestelde activiteiten
1. |
Twee workshops of conferenties (één in de Verenigde Staten, één in Europa) waar Europese verleners van innovatieondersteuning en geëxpatrieerde ondernemers en wetenschappers elkaar kunnen ontmoeten om verder te werken aan een aanpak van de gezamenlijke verlening van ondersteuning voor jonge bedrijven met groeipotentieel. |
2. |
Een begeleidende studie naar de verwachtingen en ervaringen van jonge kennisbedrijven en van de deelnemende netwerken van expats. |
3. |
De opzet en verlening van specifieke ondersteuningsdiensten voor een groep van 27 jonge kennisbedrijven met groeipotentieel uit alle lidstaten. Deze diensten omvatten de organisatie van sectorspecifieke networkingevenementen en opleidingen in Silicon Valley. |
4. |
Een slotconferentie met stakeholders van het Europees Parlement, de diensten van de Commissie, jonge bedrijven die van het proefproject gebruik maken en vertegenwoordigers van de netwerken van expatriates en de innovatieondersteuningsbureaus. |
5. |
Specifieke communicatieacties met betrekking tot de actie. |
Een geschikt platform voor de voorgestelde actie is het initiatief ProInno Europe/Europe Innova van het directoraat-generaal Ondernemingen en Industrie, dat de beleidsontwikkeling en de gezamenlijke dienstverlening van regionale en nationale innovatiebureaus bevordert.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig het Financieel Reglement.
Bovendien dient een deel van dit krediet ter financiering van een actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren”. Het wordt algemeen erkend dat beroepsmobiliteit van wezenlijk belang is voor de ontwikkeling van een veelzijdige beroepsbevolking, de totstandbrenging van een gevoel van Europees burgerschap en de versterking van de concurrentiekracht van Europa. Innovatieve ideeën dienen niet te worden tegengehouden aan de nationale grenzen, ze moeten groeien door middel van kruisbestuiving, toetsing en validatie binnen een zo breed mogelijke Europese pool van talent, faciliteiten, infrastructuur en financiering. Net zoals Europese studenten een beroep kunnen doen op de mobiliteitservaring van het Erasmus-programma, jonge onderzoekers van de Marie Curie-acties en jonge ondernemers van het programma Erasmus voor jonge ondernemers, verdienen ook jonge innovatoren de kans op grensoverschrijdende mobiliteitservaring, wat de innovatie in Europa vooruit zou helpen. De bestaande mobiliteitsprogramma’s dekken niet alle aspecten die vallen onder de actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren”, dat gericht is op het innovatieproces dat bestaat in het ontwikkelen van nieuwe prille ideeën tot demonstratiemodellen. Dit programma is bijvoorbeeld verschillend van het programma Erasmus voor jonge ondernemers, dat vooral een professioneel uitwisselingsprogramma is dat gericht is op de fase na de innovatie, en dat nieuwe ondernemers in staat stelt zakelijke vaardigheden aan te leren of te verbeteren. Door te zorgen voor een combinatie van de voordelen van mobiliteit, de noodzaak de innovatiekloof te verkleinen en de noodzaak een mentaliteitswijziging teweeg te brengen met het oog op de bevordering van innovatie, vormt het voorstel voor een actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren” een concrete stap met het oog op de uitvoering van de Europa 2020-strategie voor groei en werkgelegenheid, en met name de vlaggeschipinitiatieven „Innovatie-Unie” en „Jeugd in beweging”.
De actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren” heeft tot doel ten minste 100 jonge innovatoren te steunen. Mobiliteit voor jonge innovatoren wordt georganiseerd als een residentieprogramma voor mobiliteit en innovatie zonder grenzen, dat jonge (25-36 jaar oud) en potentiële (18-24 jaar oud) innovatoren in staat stelt te werken aan hun eigen prille ideeën als „Jonge bezoekende innovator” bij een gastorganisatie, zoals een groot of klein bedrijf, een startende onderneming, een laboratorium, een universiteit, een instelling, een overheidsagentschap of een ngo.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).
02 02 15
Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
55 000 000 |
36 571 507 |
|
6 828 361 |
55 000 000 |
43 399 868 |
Toelichting
Het doel van dit krediet is:
— |
initiële operationele GMES-diensten te leveren die op de behoeften van de gebruikers zijn afgestemd; |
— |
bij te dragen tot het garanderen van de beschikbaarheid van de observatie-infrastructuur die voor de levering van GMES-diensten noodzakelijk is; |
— |
mogelijkheden te scheppen voor een steeds groter gebruik van informatiebronnen door de privésector en zo innovatie gemakkelijker te maken voor dienstverleners die waarde toevoegen. |
De ontwikkeling van diensten die op monitoring van de aarde gebaseerd zijn, speelt vooral een essentiële rol bij de bevordering van het concurrentievermogen en de innovatie in bedrijven in deze sector en in de downstreammarkten. In Europa vergt de duurzame levering van diensten die verband houden met monitoring van de aarde nog steeds een consequent overheidsoptreden. Dit is niet alleen het gevolg van de markttekortkomingen waardoor niet aan diverse overheidsbehoeften wordt voldaan, maar ook van het feit dat de downstreammarkt een onvolgroeide markt is die sterk afhankelijk is van overheidsfinanciering en waarvan de ontwikkeling tot op heden sterk wordt ingetoomd door onzekerheden omtrent de betaalbaarheid en de beschikbaarheid op lange termijn van de basisdiensten en de gegevens waarop zij bouwen. Wanneer de bovengenoemde specifieke doelstellingen worden verwezenlijkt, zal dat bijdragen tot de groei en de schepping van werkgelegenheid in een innovatieve sector, waarvan het downstreamsegment vooral uit kleine en middelgrote bedrijven bestaat. Deze diensten zullen de toegang vergemakkelijken tot essentiële gegevens die nodig zijn voor de beleidsvorming op uniaal, nationaal, regionaal en plaatselijk niveau op gebieden zoals landbouw, bosmonitoring, waterbeheer, vervoer, stadsplanning, klimaatverandering en tal van andere gebieden. Dit krediet dient eveneens ter dekking van de implementatie van delegatieovereenkomsten, onder meer van de huishoudelijke kosten die zijn gemaakt door entiteiten waaraan de Commissie taken voor het GMES-programma delegeert, overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EU) nr. 911/2010 en artikel 54 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten (2011-2013) (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 1).
Referentiebesluiten
Besluit 2010/67/EU van de Commissie van 5 februari 2010 tot oprichting van de GMES-partnerraad (PB L 35 van 6.2.2010, blz. 23).
HOOFDSTUK 02 03 — INTERNE GOEDERENMARKT EN SECTORAAL BELEID
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
02 03 |
||||||||
INTERNE GOEDERENMARKT EN SECTORAAL BELEID |
||||||||
02 03 01 |
Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op de gebieden van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie |
1.1 |
19 300 000 |
13 837 868 |
|
422 708 |
19 300 000 |
14 260 576 |
02 03 03 |
||||||||
Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische stoffen |
||||||||
02 03 03 01 |
Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische stoffen — Bijdrage tot de titels 1 en 2 |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
02 03 03 02 |
Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische stoffen — Bijdrage tot titel 3 |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Artikel 02 03 03 — Subtotaal |
|
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
02 03 04 |
||||||||
Normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen |
||||||||
02 03 04 01 |
Steun aan normalisatiewerkzaamheden van CEN, Cenelec en ETSI |
1.1 |
23 500 000 |
14 826 287 |
|
1 235 608 |
23 500 000 |
16 061 895 |
02 03 04 02 |
Steun aan organisaties die het mkb en maatschappelijke belanghebbenden bij normalisatiewerkzaamheden vertegenwoordigen |
1.1 |
3 700 000 |
691 893 |
|
|
3 700 000 |
691 893 |
|
Artikel 02 03 04 — Subtotaal |
|
27 200 000 |
15 518 180 |
|
1 235 608 |
27 200 000 |
16 753 788 |
02 03 05 |
Voorbereidende actie — Recap: recycling op lokale schaal van intern plastic afval dat wordt geproduceerd door belangrijke polymeerverwerkende regio's van de Unie |
2 |
p.m. |
375 000 |
|
|
p.m. |
375 000 |
|
Hoofdstuk 02 03 — Totaal |
|
46 500 000 |
29 731 048 |
|
1 658 316 |
46 500 000 |
31 389 364 |
02 03 01
Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op de gebieden van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
19 300 000 |
13 837 868 |
|
422 708 |
19 300 000 |
14 260 576 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de maatregelen die moeten bijdragen tot de werking van de interne markt:
— |
harmonisatie van normen en totstandbrenging van een informatiesysteem op het gebied van normen en technische voorschriften; |
— |
financiering van de administratieve en technische coördinatie en van de samenwerking tussen de aangemelde instanties; |
— |
onderzoek van de regels waarvan door de lidstaten en de EVA-staten kennis is gegeven en vertaling van de ontwerpen van technische voorschriften; |
— |
toepassing van het Unierecht op het gebied van medische hulpmiddelen, cosmetica, voedingsmiddelen, textielproducten, geneesmiddelen, chemische stoffen, indeling en etikettering van stoffen en preparaten, auto’s en veiligheid, en kwaliteit van het milieu; |
— |
sectorale harmonisatie op het gebied van de richtlijnen „nieuwe aanpak”, met name de uitbreiding van het toepassingsgebied van de „nieuwe aanpak” tot andere sectoren; |
— |
maatregelen voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 765/2008, zowel voor de infrastructuren als voor het markttoezicht; |
— |
uitvoeringsmaatregelen voor Verordening (EG) nr. 764/2008 tot vaststelling van procedures voor de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht; |
— |
uitvoeringsmaatregelen voor Richtlijn 2009/43/EG betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Unie; |
— |
organisatie van partnerschappen met de lidstaten, steun voor administratieve samenwerking tussen de autoriteiten die bevoegd zijn voor markttoezicht en de tenuitvoerlegging van de internemarktwetgeving; |
— |
subsidies ter ondersteuning van door externe organen opgezette projecten van belang voor de Unie; |
— |
informatie- en communicatieacties, verbetering van de kennis van de wet- en regelgeving van de Unie; |
— |
uitvoering van het strategische programma voor de interne markt en toezicht op de markt; |
— |
subsidies ter ondersteuning van de Europese Organisatie voor technische goedkeuring (EOTA); |
— |
subsidie voor de Raad van Europa in het kader van het Verdrag inzake een Europese farmacopee; |
— |
deelname aan de onderhandelingen over overeenkomsten van onderlinge erkenning, en in het kader van de Europese overeenkomsten, steunverlening aan de geassocieerde landen voor de omzetting van het acquis van de Unie. |
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
Richtlijn 76/768/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten (PB L 262 van 27.9.1976, blz. 169).
Richtlijn 85/374/EEG van de Raad van 25 juli 1985 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de aansprakelijkheid voor producten met gebreken (PB L 210 van 7.8.1985, blz. 29).
Richtlijn 90/385/EEG van de Raad van 20 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen (PB L 189 van 20.7.1990, blz. 17).
Richtlijn 91/477/EEG van de Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (PB L 256 van 13.9.1991, blz. 51).
Besluit van de Raad van 21 september 1992 waarbij de Commissie wordt gemachtigd te onderhandelen over overeenkomsten tussen de Europese Economische Gemeenschap en bepaalde derde landen inzake de wederzijdse erkenning op het gebied van de conformiteitsbeoordeling (document 8300/92).
Richtlijn 93/5/EEG van de Raad van 25 februari 1993 betreffende de bijstand aan de Commissie en de samenwerking van de lidstaten bij het wetenschappelijk onderzoek van vraagstukken in verband met levensmiddelen (PB L 52 van 4.3.1993, blz. 18).
Richtlijn 93/7/EEG van de Raad van 15 maart 1993 betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht (PB L 74 van 27.3.1993, blz. 74).
Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad van 23 maart 1993 inzake de beoordeling en de beperking van de risico's van bestaande stoffen (PB L 84 van 5.4.1993, blz. 1).
Richtlijn 93/15/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende de harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik (PB L 121 van 15.5.1993, blz. 20).
Richtlijn 93/42/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende medische hulpmiddelen (PB L 169 van 12.7.1993, blz. 1).
Besluit 93/465/EEG van de Raad van 22 juli 1993 betreffende de modules voor de verschillende fasen van de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures en de voorschriften inzake het aanbrengen en het gebruik van de CE-markering van overeenstemming die in de richtlijnen voor technische harmonisatie moeten worden gebruikt (PB L 220 van 22.7.1993, blz. 23).
Besluit 94/358/EG van de Raad van 16 juni 1994 houdende aanvaarding namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de samenstelling van een Europese farmacopee (PB L 158 van 25.6.1994, blz. 17).
Richtlijn 96/100/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 februari 1997 tot wijziging van de bijlage bij Richtlijn 93/7/EEG betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht (PB L 60 van 1.3.1997, blz. 59).
Besluit van de Raad tot bevestiging van de interpretatie van het Comité 113 van het besluit van de Raad van 21 september 1992 waarbij de Commissie richtsnoeren worden gegeven voor onderhandelingen over Europese conformiteitsbeoordelingsovereenkomsten (ECAA's) (document 8453/97).
Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37).
Richtlijn 98/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juli 1998 tot wijziging van Richtlijn 98/34/EG betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PB L 217 van 5.8.1998, blz. 18).
Richtlijn 98/79/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 1998 betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek (PB L 331 van 7.12.1998, blz. 1).
Richtlijnen van het Europees Parlement en de Raad tot uitvoering van de nieuwe aanpak in bepaalde sectoren, zoals machines, elektromagnetische compatibiliteit, radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur, laagspanningscomponenten, persoonlijke beschermingsmiddelen op de arbeidsplaats, liften, gevaarlijke explosieve atmosfeer, medische voorzieningen, speelgoed, drukapparatuur, gastoestellen, bouwsector, spoorweginteroperabiliteit, pleziervaartuigen, autobanden, uitstoot van motorvoertuigen, explosieven, pyrotechnische artikelen enz.
Richtlijnen van de Raad inzake de opheffing van technische handelsbelemmeringen op andere terreinen dan die waarvoor de „nieuwe aanpak” geldt.
Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad van 7 december 1998 inzake de werking van de interne markt wat het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten betreft (PB L 337 van 12.12.1998, blz. 8).
Richtlijn 1999/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 februari 1999 inzake extracten van koffie en extracten van cichorei (PB L 66 van 13.3.1999, blz. 26).
Richtlijn 1999/36/EG van de Raad van 29 april 1999 betreffende vervoerbare drukapparatuur (PB L 138 van 1.6.1999, blz. 20).
Richtlijn 1999/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 1999 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten (PB L 200 van 30.7.1999, blz. 1).
Richtlijn 2000/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende kabelbaaninstallaties voor personenvervoer (PB L 106 van 3.5.2000, blz. 21).
Richtlijn 2000/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 mei 2000 inzake de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten betreffende de geluidsemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis (PB L 162 van 3.7.2000, blz. 1).
Richtlijn 2000/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties (PB L 200 van 8.8.2000, blz. 35).
Verordening (EG) nr. 2580/2000 van de Raad van 20 november 2000 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 3448/93 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen (PB L 298 van 25.11.2000, blz. 5).
Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1).
Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).
Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (PB L 37 van 13.2.2003, blz. 19).
Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (PB L 37 van 13.2.2003, blz. 24).
Verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut voor een Europese coöperatieve vennootschap (SCE) (PB L 207 van 18.8.2003, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 2003/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 inzake meststoffen (PB L 304 van 21.11.2003, blz. 1).
Richtlijn 2003/102/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 betreffende de bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers voor en bij een botsing met een motorvoertuig en houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (PB L 321 van 6.12.2003, blz. 15).
Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake drugsprecursoren (PB L 47 van 18.2.2004, blz. 1).
Richtlijn 2004/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake de inspectie en de verificatie van de goede laboratoriumpraktijken (GLP) (gecodificeerde versie) (PB L 50 van 20.2.2004, blz. 28).
Richtlijn 2004/10/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de toepassing van de beginselen van goede laboratoriumpraktijken en het toezicht op de toepassing ervan voor tests op chemische stoffen (gecodificeerde versie) (PB L 50 van 20.2.2004, blz. 44).
Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 648/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende detergentia tot intrekking van Richtlijn 73/404/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake detergentia (PB L 297 van 22.9.2004, blz. 19).
Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) en tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).
Richtlijn 2007/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het in de handel brengen van pyrotechnische artikelen (PB L 154 van 14.6.2007, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 764/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van procedures voor de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 21).
Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30).
Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van Besluit 93/465/EEG van de Raad (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 82).
Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).
Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap (PB L 146 van 10.6.2009, blz. 1).
Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten (PB L 285 van 31.10.2009, blz. 10).
Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (PB L 88 van 4.4.2011, blz. 5).
Verordening (EU) nr. 1007/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2011 betreffende textielvezelbenamingen en de desbetreffende etikettering en merking van de vezelsamenstelling van textielproducten, en houdende intrekking van Richtlijn 73/44/EEG van de Raad en Richtlijnen 96/73/EG en 2008/121/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 272 van 18.10.2011, blz. 1).
02 03 04
Normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen
02 03 04 01
Steun aan normalisatiewerkzaamheden van CEN, Cenelec en ETSI
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
23 500 000 |
14 826 287 |
|
1 235 608 |
23 500 000 |
16 061 895 |
Toelichting
Oud artikel 02 03 04
In overeenstemming met de algemene doelstelling die erin bestaat de interne markt goed te laten functioneren en het concurrentievermogen van de Europese industrie te ondersteunen, met name door een wederzijdse erkenning van de normen en de vaststelling van Europese normen in bepaalde gevallen, dient dit krediet ter dekking van:
— |
de financiële verplichtingen die voortvloeien uit contracten die gesloten worden met de Europese normalisatie-instellingen (Europees Normalisatie-instituut voor telecommunicatie (ETSI), Europees Comité voor normalisatie (CEN) en Europees Comité voor elektrotechnische normalisatie (Cenelec)), voor de opstelling van normen; |
— |
de werkzaamheden in verband met de controle op en de certificering van overeenstemming met de normen en demonstratieprojecten; |
— |
de uitgaven voor contracten met het oog op de uitvoering van bovengenoemd programma en bovengenoemde projecten. Het betreft hier met name contracten voor onderzoek, samenwerking, evaluatie, technische werkzaamheden, coördinatie, beurzen, subsidies, opleiding en mobiliteit van wetenschappers, deelneming aan internationale overeenkomsten en deelneming in de uitrustingskosten; |
— |
versterking van de prestaties van de normalisatie-instituten; |
— |
bevordering van de kwaliteit van de normalisatie en de controle hierop; |
— |
steun voor de omzetting van de Europese normen in nationale normen, onder meer door vertaling ervan; |
— |
acties op het gebied van voorlichting, promotie en zichtbaarheid van de normalisatie, alsmede behartiging van de Europese belangen bij de internationale normalisatie; |
— |
de secretariaten van de technische comités; |
— |
de technische projecten op het gebied van keuringen inzake overeenstemming met de normen; |
— |
samenwerkings- en bijstandsprogramma’s voor derde landen; |
— |
de uitvoering van werkzaamheden die de geharmoniseerde toepassing van internationale normen in de Unie mogelijk maken; |
— |
de nadere uitwerking van certificatiemethoden en de ontwikkeling van technische certificatiemethoden; |
— |
de bevordering van de toepassing van de normen in het kader van overheidsopdrachten; |
— |
de coördinatie van de verschillende activiteiten die de toepassing van de normen moeten voorbereiden en bevorderen (handleidingen, demonstraties enz.). |
De Uniefinanciering moet dienen om de normalisatieactiviteiten te omschrijven en ten uitvoer te brengen door overleg met de voornaamste betrokkenen: bedrijfsleven, vertegenwoordigers van de werknemers, van de consumenten, van het midden- en kleinbedrijf, nationale en Europese normalisatie-instellingen, uitschrijvers van openbare aanbestedingen in de lidstaten, alle gebruikers en degenen die op nationaal en EU-niveau het industriebeleid bepalen.
In het geval van IT-apparatuur zijn met het oog op de interoperabiliteit in Beschikking 87/95/EEG van de Raad van 22 december 1986 betreffende de normalisatie op het gebied van de informatietechnologieën en de telecommunicatie (PB L 36 van 7.2.1987, blz. 31) specifieke bepalingen opgenomen volgens welke de lidstaten ervoor moeten zorgen dat in overheidsopdrachten Europese of internationale normen worden vermeld.
Rechtsgronden
Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37).
Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 betreffende de financiering van de Europese normalisatie (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 9).
Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).
HOOFDSTUK 02 04 — SAMENWERKING — RUIMTEVAART EN VEILIGHEID
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
02 04 |
||||||||
SAMENWERKING — RUIMTEVAART EN VEILIGHEID |
||||||||
02 04 01 |
||||||||
Onderzoek op het gebied van ruimtevaart en veiligheid |
||||||||
02 04 01 01 |
Onderzoek op het gebied van ruimtevaart |
1.1 |
312 710 000 |
249 081 618 |
|
22 436 044 |
312 710 000 |
271 517 662 |
02 04 01 02 |
Onderzoek op het gebied van veiligheid |
1.1 |
300 730 000 |
154 193 382 |
|
32 516 005 |
300 730 000 |
186 709 387 |
02 04 01 03 |
Onderzoek in verband met vervoer (Galileo) |
1.1 |
140 984 535 |
80 071 529 |
|
26 012 804 |
140 984 535 |
106 084 333 |
|
Artikel 02 04 01 — Subtotaal |
|
754 424 535 |
483 346 529 |
|
80 964 853 |
754 424 535 |
564 311 382 |
02 04 02 |
Voorbereidende actie — Versterking van het Europese veiligheidsonderzoek |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
02 04 03 |
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
02 04 04 |
||||||||
Voltooiing van eerdere onderzoeksprogramma’s |
||||||||
02 04 04 01 |
Voltooiing van programma’s van vóór 2003 |
1.1 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
02 04 04 02 |
Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de Gemeenschap (2003-2006) |
1.1 |
— |
296 526 |
|
|
— |
296 526 |
|
Artikel 02 04 04 — Subtotaal |
|
— |
296 526 |
|
|
— |
296 526 |
|
Hoofdstuk 02 04 — Totaal |
|
754 424 535 |
483 643 055 |
|
80 964 853 |
754 424 535 |
564 607 908 |
Toelichting
Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen in dit hoofdstuk.
Deze kredieten zullen worden gebruikt voor het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, dat de periode 2007-2013 bestrijkt.
Dit programma is gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op de Europese Onderzoeksruimte, d.w.z. door het ondersteunen van transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europese onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en ook de kwaliteit daarvan te verbeteren, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in heel Europa te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal gebruikt worden.
Deze kredieten zullen worden gebruikt overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van landen aan de Europese samenwerking op het terrein van wetenschappelijk en technisch onderzoek die zijn geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, aan de uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.
Extra kredieten zullen worden opgevoerd onder artikel 02 04 03.
02 04 01
Onderzoek op het gebied van ruimtevaart en veiligheid
02 04 01 01
Onderzoek op het gebied van ruimtevaart
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
312 710 000 |
249 081 618 |
|
22 436 044 |
312 710 000 |
271 517 662 |
Toelichting
De acties die op dit gebied worden uitgevoerd, hebben tot doel een Europees ruimteprogramma te ondersteunen dat zich vooral toespitst op toepassingen zoals GMES (Global Monitoring for Environment and Security — wereldwijde monitoring van milieu en veiligheid) met voordelen voor de burgers en het concurrentievermogen van de Europese industrie, alsook de grondslagen van de ruimtevaart te versterken met in het bijzonder voordelen voor het concurrentievermogen van de Europese ruimtevaartindustrie. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van een Europees ruimtevaartbeleid waarmee de inspanningen van de lidstaten en andere hoofdrolspelers, zoals het Europees Ruimteagentschap, worden aangevuld. Verwacht wordt dat onderzoek op het gebied van ruimtevaart aanzienlijk zal bijdragen tot de prioriteiten van de Europa 2020-strategie, in het bijzonder wat het aanpakken van grote maatschappelijke uitdagingen, de bijdrage tot een slimme en duurzame groei en innovatie betreft.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.
Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).
02 04 01 02
Onderzoek op het gebied van veiligheid
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
300 730 000 |
154 193 382 |
|
32 516 005 |
300 730 000 |
186 709 387 |
Toelichting
De doelstelling van de activiteiten op dit gebied is de technologieën en kennis te ontwikkelen die nodig zijn voor het opbouwen van capaciteiten waarbij de nadruk op civiele toepassing ligt teneinde de burger te beschermen tegen dreigingen zoals terrorisme en criminaliteit, alsmede tegen de effecten van ongewilde incidenten zoals natuurrampen en industriële ongevallen; te zorgen voor een optimaal en gecoördineerd gebruik van beschikbare en zich ontwikkelende technologieën ten behoeve van de Europese veiligheid met inachtneming van de fundamentele mensenrechten; de samenwerking tussen aanbieders en gebruikers van veiligheidsoplossingen te stimuleren; door middel van deze activiteiten de technologische basis van de Europese beveiligingsindustrie te versterken en tegelijkertijd het concurrentievermogen ervan te verbeteren. In dit verband moeten speciale inspanningen worden verricht voor de ontwikkeling van een Europese strategie voor cyberveiligheid.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.
Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).
02 04 01 03
Onderzoek in verband met vervoer (Galileo)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
140 984 535 |
80 071 529 |
|
26 012 804 |
140 984 535 |
106 084 333 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van maatregelen voor de ontwikkeling van het Europees satellietnavigatiesysteem (Galileo) voor alle vervoerswijzen, met inbegrip van intermodaliteit, met het oog op de volgende technologische generatie.
Het is de bedoeling dat deze onderzoeksmaatregelen tot een verbetering van het vervoer bijdragen.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.
Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).
HOOFDSTUK 02 05 — EUROPESE PROGRAMMA’S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO)
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
02 05 |
||||||||
EUROPESE PROGRAMMA’S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO) |
||||||||
02 05 01 |
Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo) |
1.1 |
p.m. |
355 830 882 |
|
13 006 402 |
p.m. |
368 837 284 |
02 05 02 |
||||||||
Europees GNSS-Agentschap (GSA) |
||||||||
02 05 02 01 |
Europees GNSS-Agentschap (GSA) — Bijdrage aan titels 1 en 2 |
1.1 |
9 337 065 |
9 337 065 |
|
|
9 337 065 |
9 337 065 |
02 05 02 02 |
Europees GNSS-Agentschap (GSA) — Bijdrage aan titel 3 |
1.1 |
2 362 935 |
2 362 935 |
|
|
2 362 935 |
2 362 935 |
|
Artikel 02 05 02 — Subtotaal |
|
11 700 000 |
11 700 000 |
|
|
11 700 000 |
11 700 000 |
|
Hoofdstuk 02 05 — Totaal |
|
11 700 000 |
367 530 882 |
|
13 006 402 |
11 700 000 |
380 537 284 |
02 05 01
Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
355 830 882 |
|
13 006 402 |
p.m. |
368 837 284 |
Toelichting
De bijdrage van de Unie aan de Europese GNSS-programma’s wordt verleend met het oog op medefinanciering van:
— |
activiteiten die verband houden met de afronding van de ontwikkelingsfase; |
— |
activiteiten die verband houden met de stationeringsfase, die de bouw en de lancering van de satellieten en de volledige totstandbrenging van de grondinfrastructuur omvat; |
— |
de eerste reeks activiteiten in verband met de start van de exploitatiefase, die enerzijds het beheer van de satelliet- en grondinfrastructuur en anderzijds de permanente onderhouds- en bijwerkingswerkzaamheden omvat. |
Overeenkomstig het financieel memorandum bij het voorstel van Verordening (EG) nr. 683/2008 is er voor de begroting voor 2013 niet in vastleggingen voorzien.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende de voortzetting van de uitvoering van de Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo) (PB L 196 van 24.7.2008, blz. 1).
TITEL 04
WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
04 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN” |
|
94 756 546 |
94 756 546 |
|
|
94 756 546 |
94 756 546 |
04 02 |
EUROPEES SOCIAAL FONDS |
1 |
11 654 862 310 |
10 105 557 851 |
|
2 115 491 291 |
11 654 862 310 |
12 221 049 142 |
04 03 |
WERKEN IN EUROPA — SOCIALE DIALOOG EN MOBILITEIT |
1 |
79 097 000 |
58 354 054 |
|
|
79 097 000 |
58 354 054 |
04 04 |
WERKGELEGENHEID, MAATSCHAPPELIJKE SOLIDARITEIT EN GENDERGELIJKHEID |
1 |
122 286 000 |
108 376 020 |
|
|
122 286 000 |
108 376 020 |
04 05 |
EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING (EFG) |
1 |
p.m. |
50 000 000 |
|
8 454 161 |
p.m. |
58 454 161 |
04 06 |
INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJKE POTENTIEEL |
4 |
113 157 077 |
29 652 574 |
|
23 086 364 |
113 157 077 |
52 738 938 |
|
Titel 04 — Totaal |
|
12 064 158 933 |
10 446 697 045 |
|
2 147 031 816 |
12 064 158 933 |
12 593 728 861 |
HOOFDSTUK 04 02 — EUROPEES SOCIAAL FONDS
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
04 02 |
||||||||
EUROPEES SOCIAAL FONDS |
||||||||
04 02 01 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
240 185 846 |
|
559 275 287 |
p.m. |
799 461 133 |
04 02 02 |
Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
04 02 03 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (van vóór 2000) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
04 02 04 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 2 (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
04 02 05 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 2 (van vóór 2000) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
04 02 06 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 3 (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
55 024 594 |
|
|
p.m. |
55 024 594 |
04 02 07 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 3 (van vóór 2000) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
04 02 08 |
Voltooiing van Equal (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
7 000 000 |
|
|
p.m. |
7 000 000 |
04 02 09 |
Voltooiing van eerdere programma’s in het kader van een communautair initiatief (van vóór 2000) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
04 02 10 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Technische bijstand en innovatieve maatregelen (2000-2006) |
1.2 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
04 02 11 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Technische bijstand en innovatieve maatregelen (van vóór 2000) |
1.2 |
— |
— |
|
|
— |
— |
04 02 17 |
Europees Sociaal Fonds (ESF) — Convergentie |
1.2 |
8 337 649 354 |
7 418 000 000 |
|
1 053 518 565 |
8 337 649 354 |
8 471 518 565 |
04 02 18 |
Europees Sociaal Fonds (ESF) — Peace |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
04 02 19 |
Europees Sociaal Fonds (ESF) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid |
1.2 |
3 307 212 956 |
2 378 847 411 |
|
502 697 439 |
3 307 212 956 |
2 881 544 850 |
04 02 20 |
Europees Sociaal Fonds (ESF) — Operationele technische bijstand (2007-2013) |
1.2 |
10 000 000 |
6 500 000 |
|
|
10 000 000 |
6 500 000 |
|
Hoofdstuk 04 02 — Totaal |
|
11 654 862 310 |
10 105 557 851 |
|
2 115 491 291 |
11 654 862 310 |
12 221 049 142 |
Toelichting
In artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 is voorzien in financiële correcties waarvan de ontvangsten worden opgenomen in post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het openen van aanvullende kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement in die specifieke gevallen waarin het noodzakelijk is annuleringsrisico's of reductierisico's van eerder besloten correcties te dekken.
Verordening (EG) nr. 1083/2006 voorziet in financiële correcties voor de periode 2007-2013.
Verordening (EG) nr. 1260/1999 stelt de voorwaarden vast waaronder het voorschot wordt terugbetaald, hetgeen niet tot gevolg heeft dat het aandeel van de structuurfondsen aan de betrokken financiële tussenkomst wordt verminderd. Eventuele ontvangsten uit deze terugbetalingen van het voorschot, die in post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten worden opgenomen, geven aanleiding tot het openen van aanvullende kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 178 van het Financieel Reglement.
Verordening (EG) nr. 1083/2006 stelt de voorwaarden vast voor terugbetaling van voorfinanciering voor de periode 2007-2013.
Het speciale programma voor vrede en verzoening wordt voortgezet, in overeenstemming met de besluiten van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999, om 500 000 000 EUR voor de nieuwe looptijd van het programma beschikbaar te stellen. Het additionaliteitsbeginsel moet ten volle worden geëerbiedigd. De Commissie brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement over deze maatregel.
De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.
Rechtsgronden
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.
Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
Referentiebesluiten
Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.
Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 16 en 17 december 2005.
04 02 01
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (2000-2006)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
240 185 846 |
|
559 275 287 |
p.m. |
799 461 133 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF betaalbaar te stellen verplichtingen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).
04 02 17
Europees Sociaal Fonds (ESF) — Convergentie
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
8 337 649 354 |
7 418 000 000 |
|
1 053 518 565 |
8 337 649 354 |
8 471 518 565 |
Toelichting
Het optreden van de Unie op grond van artikel 174 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is erop gericht de economische en sociale samenhang van de uitgebreide Unie te versterken om de harmonieuze, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de Unie te bevorderen. Voor dit optreden wordt bijstand verleend uit de fondsen in het kader van het cohesiebeleid, de Europese Investeringsbank (EIB) en de andere bestaande financieringsinstrumenten. Het doel van dit optreden is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio’s met een ontwikkelingsachterstand voordoen, als gevolg van de versnelling van de economische en sociale herstructurering en van de veroudering van de bevolking.
Het optreden in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid geeft, op nationaal en regionaal niveau, vorm aan de prioriteiten van de Unie ten gunste van een duurzame ontwikkeling doordat de groei, het concurrentievermogen, de werkgelegenheid en de sociale insluiting, en de milieubescherming en -kwaliteit worden bevorderd.
De convergentiedoelstelling beoogt de convergentie van de minst ontwikkelde lidstaten en regio’s te versnellen door de verbetering van de voorwaarden voor groei en werkgelegenheid via de toename en kwalitatieve verbetering van de investeringen in fysiek en menselijk kapitaal, de ontwikkeling van de innovatie en van de kennismaatschappij, het vermogen zich aan economische en sociale veranderingen aan te passen, milieubescherming en -verbetering en bestuurlijke efficiëntie. Deze doelstelling vormt de prioriteit van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid. Bij de activiteiten in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid wordt rekening gehouden met gelijke kansen voor vrouwen en mannen.
Een deel van dit krediet dient ter ondersteuning van een verbetering van de kinderopvang, om kinderen de kans te geven te leven in een familiale omgeving. Deze steun omvat:
— |
samenwerking tussen en technische steun voor niet-gouvernementele organisaties en plaatselijke overheden, onder meer door hen te helpen bij het te weten komen welke projecten in aanmerking komen voor Uniefinanciering; |
— |
identificatie en uitwisseling van beste praktijken alsook een bredere toepassing van deze praktijken, met inbegrip van grondig toezicht op het niveau van het kind. |
Een deel van dit krediet dient ter financiering van duurzame en milieuvriendelijke maatregelen (Green New Deal) die de eisen van economische, sociale en milieuontwikkeling met elkaar in overeenstemming brengen en het herstel van de Europese regio’s na de economische en financiële crisis bevorderen.
Een deel van dit krediet dient te worden gebruikt om het probleem aan te pakken van intraregionale verschillen en om specifieke bijstand te verlenen aan personen die wonen in achtergestelde territoriale eenheden in de Europese regio's waar sprake is van zichzelf bestendigende armoede. Bij deze bijstand moet vooral worden gefocust op:
— |
de integratie van gemeenschappen met zichzelf bestendigende armoede in de mainstream van de regionale bevolking, via civiele educatie en de bevordering van verdraagzaamheid en cultureel begrip; |
— |
een versterking van de plaatselijke autoriteiten met betrekking tot de evaluatie van de behoeften, projectplanning en projectuitvoering; |
— |
het terugdringen van de intraregionale economische en sociale verschillen via een tijdelijke reeks positieve acties, met focus op werkgelegenheid en onderwijs. |
Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), zoals gewijzigd bij bijlage 3, punt 7, bij het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma’s en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma’s die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van Verordening (EG) nr. 1085/2006 genoemde afdelingen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
04 02 19
Europees Sociaal Fonds (ESF) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
3 307 212 956 |
2 378 847 411 |
|
502 697 439 |
3 307 212 956 |
2 881 544 850 |
Toelichting
Het optreden van de Unie op grond van artikel 174 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is erop gericht de economische en sociale samenhang van de uitgebreide Unie te versterken om de harmonieuze, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de Unie te bevorderen. Voor dit optreden wordt bijstand verleend uit de fondsen in het kader van het cohesiebeleid, de Europese Investeringsbank (EIB) en de andere bestaande financieringsinstrumenten. Het doel van dit optreden is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio’s met een ontwikkelingsachterstand voordoen, met de versnelling van de economische en sociale herstructurering en met de veroudering van de bevolking.
Het optreden in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid geeft, op nationaal en regionaal niveau, vorm aan de prioriteiten van de Unie ten gunste van een duurzame ontwikkeling doordat de groei, het concurrentievermogen en de werkgelegenheid, de sociale insluiting en de milieubescherming en -kwaliteit worden bevorderd.
De doelstelling „Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid”, die geldt voor andere dan de minst ontwikkelde regio’s, beoogt om het concurrentievermogen en de aantrekkingskracht van de regio’s alsmede de werkgelegenheid te vergroten door op economische en sociale veranderingen, inclusief die welke met de vrijmaking van de handel verband houden, te anticiperen via de toename en kwalitatieve verbetering van de investeringen in menselijk kapitaal, innovatie en de bevordering van de kennismaatschappij, ondernemerschap, milieubescherming en -verbetering, de verbetering van de toegankelijkheid, het aanpassingsvermogen van werknemers en bedrijven, en de ontwikkeling van inclusieve arbeidsmarkten. Bij de activiteiten in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid wordt rekening gehouden met gelijke kansen voor vrouwen en mannen.
Een deel van dit krediet dient ter financiering van duurzame en milieuvriendelijke maatregelen (Green New Deal) die de eisen van economische, sociale en milieuontwikkeling met elkaar in overeenstemming brengen en het herstel van de Europese regio’s na de economische en financiële crisis bevorderen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
HOOFDSTUK 04 05 — EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING (EFG)
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
04 05 |
||||||||
EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING (EFG) |
||||||||
04 05 01 |
Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) |
1.1 |
p.m. |
50 000 000 |
|
8 454 161 |
p.m. |
58 454 161 |
|
Hoofdstuk 04 05 — Totaal |
|
p.m. |
50 000 000 |
|
8 454 161 |
p.m. |
58 454 161 |
04 05 01
Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
50 000 000 |
|
8 454 161 |
p.m. |
58 454 161 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG), om de Unie in staat te stellen tijdelijke en gerichte steun te verlenen aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van door de globalisatie veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, in gevallen waarin dergelijke collectieve ontslagen een zeer negatieve impact hebben op de regionale of plaatselijke economie. Voor aanvragen die voor 31 december 2011 zijn ingediend kan het ook worden gebruikt voor de verlening van steun aan werknemers die gedwongen zijn ontslagen ten gevolge van de wereldwijde financiële en economische crisis.
De maximale uitgaven uit het fonds bedragen 500 000 000 EUR per jaar.
Deze reserve is, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, bedoeld om extra tijdelijke steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ondervinden, teneinde hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt.
De acties van het EFG moeten complementair zijn met die van het Europees Sociaal Fonds. Dubbele financiering uit deze instrumenten is niet toegestaan.
De regels voor de opvoering van de kredieten in deze reserve en de beschikbaarstelling van middelen uit het fonds zijn vastgesteld in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 en in artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1927/2006.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 406 van 30.12 2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26).
Referentiebesluiten
Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).
HOOFDSTUK 04 06 — INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJKE POTENTIEEL
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
04 06 |
||||||||
INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJKE POTENTIEEL |
||||||||
04 06 01 |
Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Ontwikkeling van het menselijke potentieel |
4 |
113 157 077 |
29 652 574 |
|
23 086 364 |
113 157 077 |
52 738 938 |
|
Hoofdstuk 04 06 — Totaal |
|
113 157 077 |
29 652 574 |
|
23 086 364 |
113 157 077 |
52 738 938 |
04 06 01
Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Ontwikkeling van het menselijke potentieel
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
113 157 077 |
29 652 574 |
|
23 086 364 |
113 157 077 |
52 738 938 |
Toelichting
Dit krediet is bestemd ter dekking van de steun van de Unie aan de kandidaat-landen die onder het IPA vallen, voor hun geleidelijke aanpassing aan de normen en het beleid van de Unie, waar van toepassing met inbegrip van het acquis van de Unie, met het oog op toetreding. De afdeling Ontwikkeling van het menselijke potentieel dient ter ondersteuning van landen bij de ontwikkeling van beleid en de voorbereiding van de tenuitvoerlegging en het beheer van het cohesiebeleid van de Unie, in het bijzonder de voorbereiding van deze landen op het Europees Sociaal Fonds.
Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), zoals gewijzigd bij bijlage 3, punt 7, bij het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma’s en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma’s die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van Verordening (EG) nr. 1085/2006 genoemde afdelingen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).
TITEL 05
LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
05 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING” |
|
133 234 504 |
133 234 504 |
|
|
133 234 504 |
133 234 504 |
05 02 |
INTERVENTIES OP DE LANDBOUWMARKTEN |
2 |
2 773 440 000 |
2 772 526 798 |
|
|
2 773 440 000 |
2 772 526 798 |
05 03 |
RECHTSTREEKSE STEUN |
2 |
40 931 900 000 |
40 931 900 000 |
|
|
40 931 900 000 |
40 931 900 000 |
05 04 |
PLATTELANDSONTWIKKELING |
2 |
14 804 955 797 |
12 498 639 386 |
|
362 947 134 |
14 804 955 797 |
12 861 586 520 |
05 05 |
PRETOETREDINGSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING |
4 |
259 328 000 |
81 470 000 |
|
|
259 328 000 |
81 470 000 |
05 06 |
INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING” |
4 |
6 629 000 |
5 069 602 |
|
|
6 629 000 |
5 069 602 |
05 07 |
AUDIT VAN DE LANDBOUWUITGAVEN |
2 |
–84 900 000 |
–84 900 000 |
|
|
–84 900 000 |
–84 900 000 |
05 08 |
BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING” |
2 |
27 307 342 |
33 470 205 |
|
|
27 307 342 |
33 470 205 |
|
Titel 05 — Totaal |
|
58 851 894 643 |
56 371 410 495 |
|
362 947 134 |
58 851 894 643 |
56 734 357 629 |
HOOFDSTUK 05 04 — PLATTELANDSONTWIKKELING
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
05 04 |
||||||||
PLATTELANDSONTWIKKELING |
||||||||
05 04 01 |
||||||||
Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006 |
||||||||
05 04 01 14 |
Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006 |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Artikel 05 04 01 — Subtotaal |
|
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
05 04 02 |
||||||||
Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Voltooiing van eerdere programma’s |
||||||||
05 04 02 01 |
Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Regio's van doelstelling 1 (2000-2006) |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
62 376 271 |
p.m. |
62 376 271 |
05 04 02 02 |
Voltooiing van het Speciaal programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006) |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
1 423 617 |
p.m. |
1 423 617 |
05 04 02 03 |
Voltooiing van voorgaande programma’s in regio's van de doelstellingen 1 en 6 (vóór 2000) |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
05 04 02 04 |
Voltooiing van voorgaande programma’s in regio's van doelstelling 5b (vóór 2000) |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
05 04 02 05 |
Voltooiing van voorgaande programma’s buiten de regio's van doelstelling 1 (vóór 2000) |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
05 04 02 06 |
Voltooiing van Leader (2000-2006) |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
05 04 02 07 |
Voltooiing van eerdere communautaire initiatieven (vóór 2000) |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
05 04 02 08 |
Voltooiing van voorgaande innovatieve acties (vóór 2000) |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
05 04 02 09 |
Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Operationele technische bijstand (2000-2006) |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Artikel 05 04 02 — Subtotaal |
|
p.m. |
p.m. |
|
63 799 888 |
p.m. |
63 799 888 |
05 04 03 |
||||||||
Overige maatregelen |
||||||||
05 04 03 01 |
Voorbereidende actie — Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen in de Unie |
2 |
1 500 000 |
750 000 |
|
|
1 500 000 |
750 000 |
05 04 03 02 |
Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Artikel 05 04 03 — Subtotaal |
|
1 500 000 |
750 000 |
|
|
1 500 000 |
750 000 |
05 04 04 |
Overgangsinstrument ter financiering van plattelandsontwikkeling in de nieuwe lidstaten in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie — Voltooiing van de programma’s (2004-2006) |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
05 04 05 |
||||||||
Plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (2007-2013) |
||||||||
05 04 05 01 |
Programma’s voor plattelandsontwikkeling |
2 |
14 788 920 797 |
12 488 675 553 |
|
299 147 246 |
14 788 920 797 |
12 787 822 799 |
05 04 05 02 |
Operationele technische bijstand |
2 |
14 535 000 |
8 463 833 |
|
|
14 535 000 |
8 463 833 |
05 04 05 03 |
Proefproject — Uitwisselingsprogramma voor jonge landbouwers |
2 |
p.m. |
750 000 |
|
|
p.m. |
750 000 |
|
Artikel 05 04 05 — Subtotaal |
|
14 803 455 797 |
12 497 889 386 |
|
299 147 246 |
14 803 455 797 |
12 797 036 632 |
|
Hoofdstuk 05 04 — Totaal |
|
14 804 955 797 |
12 498 639 386 |
|
362 947 134 |
14 804 955 797 |
12 861 586 520 |
05 04 02
Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Voltooiing van eerdere programma’s
Toelichting
In artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 is bepaald dat de nodige financiële correcties moeten worden verricht. De eventueel hieruit voortvloeiende ontvangsten worden geboekt op post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Met deze ontvangsten kunnen, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, aanvullende kredieten worden geopend in specifieke gevallen waarin die nodig zijn om het risico dat vooraf vastgestelde correcties worden geannuleerd of verlaagd, te dekken.
Rechtsgronden
De volgende rechtsgrondslag geldt voor alle posten van dit artikel, tenzij anders bepaald:
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 158, 159 en 161.
Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1), met name artikel 39.
Referentiebesluiten
Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.
05 04 02 01
Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Regio's van doelstelling 1 (2000-2006)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
|
62 376 271 |
p.m. |
62 376 271 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de bijstand die in het kader van doelstelling 1 uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie, wordt verleend en waarvoor de betalingsverplichtingen in de programmeringsperiode 2000-2006 worden aangegaan.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).
05 04 02 02
Voltooiing van het Speciaal programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
|
1 423 617 |
p.m. |
1 423 617 |
Toelichting
Het speciaal programma voor vrede en verzoening dient ter dekking van de nog resterende betaalbaar te stellen verplichtingen van de programmeringsperiode 2000-2006.
Rechtsgronden
Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000 tot en met 2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49), met name in het licht van overweging 5.
Referentiebesluiten
Conclusies van de Europese Raad van 24 en 25 maart 1999 in Berlijn, met name punt 44, onder b).
05 04 05
Plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (2007-2013)
Toelichting
Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 1 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit artikel overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement..
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 378/2007 van de Raad van 27 maart 2007 houdende voorschriften voor een vrijwillige modulatie van de rechtstreekse betalingen waarin Verordening (EG) nr.1782/2003 voorziet (PB L 95 van 5.4.2007, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).
05 04 05 01
Programma’s voor plattelandsontwikkeling
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
14 788 920 797 |
12 488 675 553 |
|
299 147 246 |
14 788 920 797 |
12 787 822 799 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) voor 2007-2013.
Van het totale bedrag aan vastleggingskredieten in deze post heeft 2 355 300 000 EUR betrekking op de verplichte modulatie in overeenstemming met artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 73/2009. Bovendien heeft een bedrag van 347 900 000 EUR betrekking op de vrijwillige modulatie in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 378/2007. Alle soorten maatregelen voor plattelandsontwikkeling zullen worden beoordeeld met verfijnde prestatie-indicatoren voor landbouwsystemen en productiemethoden, zodat rekening kan worden gehouden met de uitdagingen op het vlak van klimaatverandering, waterbescherming, biodiversiteit en hernieuwbare energiebronnen. De lidstaten moeten verslag uitbrengen over de actie die is ondernomen naar aanleiding van de nieuwe uitdagingen in het kader van de plattelandsontwikkelingsmaatregelen, ook in de zuivelsector.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 378/2007 van de Raad van 27 maart 2007 houdende voorschriften voor een vrijwillige modulatie van de rechtstreekse betalingen waarin Verordening (EG) nr. 1782/2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers voorziet (PB L 95 van 5.4.2007, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).
TITEL 07
MILIEU- EN KLIMAATMAATREGELEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
07 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MILIEU- EN KLIMAATMAATREGELEN” |
|
97 012 878 |
97 012 878 |
|
|
97 012 878 |
97 012 878 |
07 02 |
MONDIALE MILIEU- EN KLIMAATACTIEVRAAGSTUKKEN |
4 |
3 200 000 |
3 121 048 |
|
|
3 200 000 |
3 121 048 |
07 03 |
ONTWIKKELING EN UITVOERING VAN HET MILIEUBELEID EN DE MILIEUWETGEVING VAN DE UNIE |
2 |
374 470 397 |
268 966 658 |
|
6 503 201 |
374 470 397 |
275 469 859 |
07 12 |
UITVOERING VAN HET BELEID EN DE WETGEVING VAN DE UNIE INZAKE KLIMAATMAATREGELEN |
2 |
20 700 000 |
19 076 489 |
|
|
20 700 000 |
19 076 489 |
07 13 |
MAINSTREAMING EN INNOVATIE INZAKE KLIMAATACTIE |
2 |
3 000 000 |
3 000 000 |
|
|
3 000 000 |
3 000 000 |
|
Titel 07 — Totaal |
|
498 383 275 |
391 177 073 |
|
6 503 201 |
498 383 275 |
397 680 274 |
HOOFDSTUK 07 03 — ONTWIKKELING EN UITVOERING VAN HET MILIEUBELEID EN DE MILIEUWETGEVING VAN DE UNIE
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
07 03 |
||||||||
ONTWIKKELING EN UITVOERING VAN HET MILIEUBELEID EN DE MILIEUWETGEVING VAN DE UNIE |
||||||||
07 03 01 |
Voltooiing van maatregelen betreffende de bescherming van de bossen |
2 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
07 03 03 |
Voltooiing van Life III (Financieel instrument voor het milieu — 2000-2006) — Acties op het grondgebied van de Unie — Deel I (natuurbescherming) |
2 |
— |
7 709 669 |
|
|
— |
7 709 669 |
07 03 04 |
Voltooiing van Life III (Financieel instrument voor het milieu — 2000-2006) — Acties op het grondgebied van de Unie — Deel II (milieubescherming) |
2 |
— |
889 577 |
|
|
— |
889 577 |
07 03 06 |
Voltooiing van bewustmakings- en andere algemene activiteiten in verband met communautaire actieprogramma’s op milieugebied |
2 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
07 03 07 |
Life + (Financieel Instrument voor het milieu — 2007-2013) |
2 |
325 541 000 |
207 568 015 |
|
6 503 201 |
325 541 000 |
214 071 216 |
07 03 09 |
||||||||
Bijdrage aan het Europees Milieuagentschap |
||||||||
07 03 09 01 |
Europees Milieuagentschap — Bijdrage aan titels 1 en 2 |
2 |
22 835 305 |
22 835 305 |
|
|
22 835 305 |
22 835 305 |
07 03 09 02 |
Europees Milieuagentschap — Bijdrage aan titel 3 |
2 |
12 962 092 |
12 962 092 |
|
|
12 962 092 |
12 962 092 |
|
Artikel 07 03 09 — Subtotaal |
|
35 797 397 |
35 797 397 |
|
|
35 797 397 |
35 797 397 |
07 03 10 |
Voorbereidende actie — Natura 2000 |
2 |
— |
— |
|
|
— |
— |
07 03 11 |
Proefproject — Bescherming en instandhouding van de bossen |
2 |
— |
— |
|
|
— |
— |
07 03 12 |
Voorbereidende actie — Toekomstige rechtsgrond betreffende geharmoniseerde informatie van de Unie over bossen |
2 |
p.m. |
250 000 |
|
|
p.m. |
250 000 |
07 03 13 |
Voorbereidende actie — Een geïntegreerd systeem voor communicatie en risicobeheer in kustgebieden |
2 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
07 03 15 |
Proefproject — Handel in zwaveldioxide- en stikstofoxide-emissierechten in de Oostzeeregio |
2 |
— |
— |
|
|
— |
— |
07 03 16 |
Proefproject — Preventieve acties voor het tegengaan van verwoestijning in Europa |
2 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
07 03 17 |
Voorbereidende actie — Klimaat van het Karpatische bassin |
2 |
— |
1 200 000 |
|
|
— |
1 200 000 |
07 03 18 |
Proefproject — Recycling van oude schepen die niet voor visserij worden gebruikt |
2 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
07 03 19 |
Proefproject — Economische verliezen als gevolg van grote hoeveelheden „niet-betaald water” (NRW — non-revenue water) in steden |
2 |
— |
390 000 |
|
|
— |
390 000 |
07 03 21 |
Proefproject — Certificering van koolstofarme landbouwpraktijken |
2 |
— |
370 000 |
|
|
— |
370 000 |
07 03 22 |
Proefproject — Complex onderzoek naar methoden om de verspreiding van ambrosia en pollenallergie tegen te gaan |
2 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
07 03 24 |
Proefproject — Een Europees terugbetalingsstelsel voor aluminium drankblikjes |
2 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
07 03 25 |
Voltooiing van de ontwikkeling van nieuwe beleidsinitiatieven |
2 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
07 03 26 |
Proefproject — Literatuuronderzoek naar de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering voor beschermde drinkwatergebieden in de Unie en prioriteitsstelling met betrekking tot de verschillende typen van drinkwatervoorziening |
2 |
— |
185 000 |
|
|
— |
185 000 |
07 03 27 |
Voorbereidende actie — BEST-regeling (vrijwillige regeling voor diensten op het gebied van biodiversiteit en ecosystemen in landen en gebieden overzee en de ultraperifere regio’s van de Unie) |
2 |
2 000 000 |
2 000 000 |
|
|
2 000 000 |
2 000 000 |
07 03 28 |
Proefproject — Recyclagecyclus van plastic en impact op het mariene milieu |
2 |
— |
325 000 |
|
|
— |
325 000 |
07 03 29 |
Voorbereidende actie — Ontwikkeling van preventieve acties voor het tegengaan van verwoestijning in Europa |
2 |
p.m. |
800 000 |
|
|
p.m. |
800 000 |
07 03 30 |
Proefproject — Atmosferische neerslag — Bescherming en efficiënt gebruik van zoet water |
2 |
p.m. |
375 000 |
|
|
p.m. |
375 000 |
07 03 31 |
Proefproject — Vergelijkende studie van de drukfactoren en maatregelen binnen de belangrijkste stroomgebiedbeheersplannen in de Unie |
2 |
— |
600 000 |
|
|
— |
600 000 |
07 03 32 |
Proefproject — Langetermijngevolgen van koolstofneutrale huisvesting voor afvalwatersystemen |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
07 03 33 |
Proefproject — Terugwinning van zwerfafval op zee |
2 |
p.m. |
250 000 |
|
|
p.m. |
250 000 |
07 03 34 |
Proefproject — Beschikbaarheid, gebruik en duurzaamheid van water voor de productie van nucleaire en fossiele energie |
2 |
p.m. |
125 000 |
|
|
p.m. |
125 000 |
07 03 35 |
Proefproject — Nieuwe kennis voor een geïntegreerd beheer van menselijke activiteiten op zee |
2 |
p.m. |
500 000 |
|
|
p.m. |
500 000 |
07 03 36 |
Proefproject — Bescherming van de biodiversiteit door middel van een op resultaten gebaseerde vergoeding van ecologische verwezenlijkingen |
2 |
2 000 000 |
1 000 000 |
|
|
2 000 000 |
1 000 000 |
07 03 37 |
Proefproject — Transversale communicatie over Uniebeleid met betrekking tot het milieu: proefproject om het tekort aan milieubewustzijn onder burgers van de Unie aan te pakken door middel van audiovisuele instrumenten (films) |
2 |
1 500 000 |
750 000 |
|
|
1 500 000 |
750 000 |
07 03 60 |
||||||||
Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving — Bijdrage van rubriek 2 |
||||||||
07 03 60 01 |
Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving — Bijdrage voor titels 1 en 2 van rubriek 2 |
2 |
3 956 133 |
3 956 133 |
|
|
3 956 133 |
3 956 133 |
07 03 60 02 |
Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving — Bijdrage voor titel 3 van rubriek 2 |
2 |
2 114 367 |
2 114 367 |
|
|
2 114 367 |
2 114 367 |
|
Artikel 07 03 60 — Subtotaal |
|
6 070 500 |
6 070 500 |
|
|
6 070 500 |
6 070 500 |
07 03 70 |
||||||||
Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen |
||||||||
07 03 70 01 |
Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen — Bijdrage voor titels 1 en 2 |
2 |
590 000 |
590 000 |
|
|
590 000 |
590 000 |
07 03 70 02 |
Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen — Bijdrage voor titel 3 |
2 |
971 500 |
971 500 |
|
|
971 500 |
971 500 |
|
Artikel 07 03 70 — Subtotaal |
|
1 561 500 |
1 561 500 |
|
|
1 561 500 |
1 561 500 |
07 03 72 |
Proefproject — Efficiënt beheer van grondstoffen in de praktijk — Een gesloten mineralencyclus |
2 |
p.m. |
250 000 |
|
|
p.m. |
250 000 |
|
Hoofdstuk 07 03 — Totaal |
|
374 470 397 |
268 966 658 |
|
6 503 201 |
374 470 397 |
275 469 859 |
07 03 07
Life + (Financieel Instrument voor het milieu — 2007-2013)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
325 541 000 |
207 568 015 |
|
6 503 201 |
325 541 000 |
214 071 216 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiële ondersteuning van maatregelen en projecten die bijdragen tot de uitvoering, actualisering en ontwikkeling van het milieubeleid en de milieuwetgeving van de Unie, met inbegrip van de integratie van het milieuaspect in andere beleidstakken als bijdrage tot duurzame ontwikkeling. In het bijzonder dient het Life +-programma de uitvoering te ondersteunen van het Zesde Milieuactieprogramma, met inbegrip van de thematische strategieën, en maatregelen en projecten te financieren met een Europese toegevoegde waarde op drie prioritaire gebieden: natuur en biodiversiteit, milieubeleid en -governance, en informatie en communicatie.
Dit krediet dient met name ter dekking van:
— |
actiesubsidies voor innovatieve en/of demonstratieprojecten via een jaarlijkse oproep tot het indienen van voorstellen, waarbij steun wordt gegeven aan:
|
— |
zoals in Verordening (EG) nr. 614/2007 is voorgeschreven, dient ten minste 78 % van het programmabudget te worden besteed aan projecten die met actiesubsidies worden ondersteund, en daarvan moet ten minste 50 % worden besteed aan steun voor natuurbehoud en biodiversiteit; |
— |
ondersteuning van de operationele activiteiten van niet-gouvernementele organisaties (ngo's) die zich hoofdzakelijk bezighouden met de bescherming en verbetering van het milieu op uniaal niveau en die betrokken zijn bij de ontwikkeling en uitvoering van het beleid en de wetgeving van de Unie; |
— |
maatregelen ter ondersteuning van de initiatiefrol van de Commissie bij de ontwikkeling en uitvoering van milieubeleid, door middel van:
|
De in het kader van Life + gefinancierde projecten en maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies of gunningsprocedures.
Eventuele ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma’s, die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 614/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het Financieringsinstrument voor het milieu (Life +) (PB L 149 van 9.6.2007, blz. 1).
TITEL 08
ONDERZOEK
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
08 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERZOEK” |
|
346 871 798 |
346 871 798 |
|
|
346 871 798 |
346 871 798 |
08 02 |
SAMENWERKING — GEZONDHEID |
1 |
1 011 075 530 |
640 531 805 |
|
130 064 019 |
1 011 075 530 |
770 595 824 |
08 03 |
SAMENWERKING — VOEDING, LANDBOUW, VISSERIJ EN BIOTECHNOLOGIE |
1 |
363 076 419 |
258 404 000 |
|
42 270 807 |
363 076 419 |
300 674 807 |
08 04 |
SAMENWERKING — NANOWETENSCHAPPEN, NANOTECHNOLOGIEËN, MATERIALEN EN NIEUWE PRODUCTIETECHNOLOGIEËN |
1 |
621 408 062 |
504 625 722 |
|
|
621 408 062 |
504 625 722 |
08 05 |
SAMENWERKING — ENERGIE |
1 |
218 718 047 |
145 048 655 |
|
13 006 402 |
218 718 047 |
158 055 057 |
08 06 |
SAMENWERKING — MILIEU (INCLUSIEF KLIMAATVERANDERING) |
1 |
340 570 726 |
243 092 998 |
|
26 012 804 |
340 570 726 |
269 105 802 |
08 07 |
SAMENWERKING — VERVOER (INCLUSIEF LUCHTVAART) |
1 |
560 200 746 |
444 884 572 |
|
|
560 200 746 |
444 884 572 |
08 08 |
SAMENWERKING — SOCIAALECONOMISCHE WETENSCHAPPEN EN GEESTESWETENSCHAPPEN |
1 |
112 677 988 |
55 460 934 |
|
8 125 750 |
112 677 988 |
63 586 684 |
08 09 |
SAMENWERKING — RISICODELENDE FINANCIERINGSFACILITEIT (RDFF) |
1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
08 10 |
IDEEËN |
1 |
1 714 721 109 |
991 958 500 |
|
22 761 204 |
1 714 721 109 |
1 014 719 704 |
08 12 |
CAPACITEITEN — ONDERZOEKSINFRASTRUCTUREN |
1 |
74 993 775 |
128 562 844 |
|
|
74 993 775 |
128 562 844 |
08 13 |
CAPACITEITEN — ONDERZOEK TEN BEHOEVE VAN KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (KMO’S) |
1 |
274 436 455 |
216 286 122 |
|
13 006 402 |
274 436 455 |
229 292 524 |
08 14 |
CAPACITEITEN — KENNISREGIO'S |
1 |
27 351 639 |
16 542 599 |
|
1 773 423 |
27 351 639 |
18 316 022 |
08 15 |
CAPACITEITEN — ONDERZOEKSPOTENTIEEL |
1 |
74 266 567 |
55 449 471 |
|
523 508 |
74 266 567 |
55 972 979 |
08 16 |
CAPACITEITEN — WETENSCHAP IN DE MAATSCHAPPIJ |
1 |
63 656 771 |
32 164 131 |
|
5 202 561 |
63 656 771 |
37 366 692 |
08 17 |
CAPACITEITEN — INTERNATIONALE SAMENWERKINGSACTIVITEITEN |
1 |
39 858 805 |
27 329 402 |
|
|
39 858 805 |
27 329 402 |
08 18 |
CAPACITEITEN — RISICODELENDE FINANCIERINGSFACILITEIT (RDFF) |
1 |
50 221 512 |
49 486 956 |
|
488 241 |
50 221 512 |
49 975 197 |
08 19 |
CAPACITEITEN — ONDERSTEUNING VAN DE COHERENTE ONTWIKKELING VAN HET ONDERZOEKSBELEID |
1 |
13 470 414 |
8 912 772 |
|
|
13 470 414 |
8 912 772 |
08 20 |
EURATOM — FUSIE-ENERGIE |
1 |
937 673 290 |
573 362 274 |
|
|
937 673 290 |
573 362 274 |
08 21 |
EURATOM — KERNSPLIJTING EN STRALINGSBESCHERMING |
1 |
56 086 380 |
49 494 956 |
|
4 649 789 |
56 086 380 |
54 144 745 |
08 22 |
VOLTOOIING VAN VOORGAANDE KADERPROGRAMMA’S EN ANDERE ACTIVITEITEN |
1 |
p.m. |
26 740 691 |
|
5 075 098 |
p.m. |
31 815 789 |
08 23 |
ONDERZOEKSPROGRAMMA VAN HET FONDS VOOR ONDERZOEK INZAKE KOLEN EN STAAL |
1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Titel 08 — Totaal |
|
6 901 336 033 |
4 815 211 202 |
|
272 960 008 |
6 901 336 033 |
5 088 171 210 |
Toelichting
Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingslijnen van deze titel (uitgezonderd hoofdstuk 08 22).
Deze kredieten worden gebruikt overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1) en Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).
Op alle kredieten van deze titel is dezelfde definitie van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) van toepassing als die welke wordt gebruikt in de horizontale specifieke programma’s voor kmo’s binnen hetzelfde kaderprogramma. Deze definitie luidt als volgt:„Een midden- en kleinbedrijf dat in aanmerking komt, is een juridische entiteit die voldoet aan de definitie van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie, en geen onderzoekscentrum, onderzoeksinstituut, organisatie die contractonderzoek verricht of consultantsbedrijf is”. Alle onderzoeksactiviteiten die worden verricht krachtens het zevende kaderprogramma, worden uitgevoerd in overeenstemming met fundamentele ethische beginselen (overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1), en vereisten inzake dierenwelzijn. Deze omvatten met name de beginselen die zijn vastgelegd in artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Voorts wordt in het bijzonder rekening gehouden met de noodzaak van het opvoeren van de inspanningen ter versterking van de participatie en de rol van vrouwen in wetenschap en onderzoek.
Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van studies, subsidies, follow-up en evaluatie van de specifieke programma’s en de kaderprogramma’s en analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor uniale actie, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma’s, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma’s zijn uitgevoerd.
Deze kredieten dienen tevens ter dekking van de administratieve uitgaven, waaronder de uitgaven voor statutair en ander personeel, de uitgaven voor informatie en publicaties, de administratieve en technische huishoudelijke uitgaven en een aantal andere uitgaven voor interne infrastructuur die betrekking hebben op de verwezenlijking van de doelstelling van de actie waarvoor zij worden gedaan, waaronder uitgaven voor de acties en initiatieven die nodig zijn voor het opstellen en opvolgen van de strategie van de Unie inzake onderzoek, technologische ontwikkeling, en demonstratie (OTD).
Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.
Voor sommige van deze projecten bestaat de mogelijkheid dat derde landen of organisaties uit derde landen deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Financiële bijdragen worden geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.
Ontvangsten van landen die betrokken zijn bij de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek worden geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.
Eventuele ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma’s die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Ontvangsten uit de bijdrage van externe instellingen aan uniale activiteiten worden geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.
De extra kredieten zullen worden opgevoerd onder artikel 08 22 04.
Teneinde in staat te zijn het doel van 15 % kmo-participatie in met dit krediet gefinancierde projecten te halen, zoals vastgelegd in Besluit nr. 1982/2006/EG, zijn meer specifieke acties noodzakelijk. Projecten die zijn goedgekeurd in het kader van de specifieke kmo-programma’s dienen in aanmerking te kunnen komen voor financiering uit hoofde van het thematische programma wanneer zij voldoen aan de noodzakelijke (thematische) vereisten.
HOOFDSTUK 08 02 — SAMENWERKING — GEZONDHEID
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
08 02 |
||||||||
SAMENWERKING — GEZONDHEID |
||||||||
08 02 01 |
Samenwerking — Gezondheid |
1.1 |
799 767 530 |
535 621 000 |
|
130 064 019 |
799 767 530 |
665 685 019 |
08 02 02 |
Samenwerking — Gezondheid — Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen |
1.1 |
207 068 000 |
100 719 908 |
|
|
207 068 000 |
100 719 908 |
08 02 03 |
Samenwerking — Gezondheid — Ondersteuningsuitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen |
1.1 |
4 240 000 |
4 190 897 |
|
|
4 240 000 |
4 190 897 |
|
Hoofdstuk 08 02 — Totaal |
|
1 011 075 530 |
640 531 805 |
|
130 064 019 |
1 011 075 530 |
770 595 824 |
08 02 01
Samenwerking — Gezondheid
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
799 767 530 |
535 621 000 |
|
130 064 019 |
799 767 530 |
665 685 019 |
Toelichting
De acties op het gebied van gezondheid beogen de verbetering van de gezondheid van de burgers van Europa en de opvoering van het concurrentievermogen van Europese industrieën en bedrijven in de gezondheidssector, waarbij tevens aandacht wordt besteed aan mondiale gezondheidsaspecten zoals opkomende epidemieën De nadruk zal liggen op translationeel onderzoek (omzetting van fundamentele ontdekkingen in klinische toepassingen), de ontwikkeling en validering van nieuwe therapieën, methoden voor gezondheidsbevordering en ziektepreventie, en diagnose-instrumenten en -technologieën, alsmede duurzame en efficiënte gezondheidszorgstelsels. Er zal speciale aandacht worden besteed aan de communicatie van onderzoeksresultaten en het voeren van een dialoog met het maatschappelijke middenveld, met name met patiëntenverenigingen, in een zo vroeg mogelijk stadium van nieuwe ontwikkelingen die uit biomedisch en genetisch onderzoek voortvloeien.
Financiering van klinisch onderzoek naar tal van ziekten, bijv. hiv/aids, malaria, tuberculose, diabetes en andere chronische ziekten (bijv. artritis, reumatische ziekten en spier- en skeletziekten, alsook ademhalingsziekten), of zeldzame ziekten, is mogelijk.
Er moet meer onderzoek naar ouderdomsziekten worden gefinancierd.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).
Referentiebesluiten
Resolutie van het Europees Parlement van 12 juli 2007 over de TRIPS-overeenkomst en toegang tot geneesmiddelen (PB C 175 E van 10.7.2008, blz. 591).
HOOFDSTUK 08 03 — SAMENWERKING — VOEDING, LANDBOUW, VISSERIJ EN BIOTECHNOLOGIE
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
08 03 |
||||||||
SAMENWERKING — VOEDING, LANDBOUW, VISSERIJ EN BIOTECHNOLOGIE |
||||||||
08 03 01 |
Samenwerking — Voeding, landbouw, visserij en biotechnologie |
1.1 |
363 076 419 |
258 404 000 |
|
42 270 807 |
363 076 419 |
300 674 807 |
|
Hoofdstuk 08 03 — Totaal |
|
363 076 419 |
258 404 000 |
|
42 270 807 |
363 076 419 |
300 674 807 |
08 03 01
Samenwerking — Voeding, landbouw, visserij en biotechnologie
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
363 076 419 |
258 404 000 |
|
42 270 807 |
363 076 419 |
300 674 807 |
Toelichting
De acties op dit gebied beogen de geïntegreerde wetenschappelijke en technologische grondslagen te helpen leggen die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van een Europese, op kennis gebaseerde bio-economie door het samenbrengen van wetenschap, industrie en andere belanghebbende partijen. Drie pijlers ondersteunen deze aanpak: 1) duurzame productie en duurzaam beheer van biologische rijkdommen van grond, bossen en het aquatische milieu, 2) „farm to fork”: voeding, gezondheid en welzijn, en 3) biowetenschappen en biotechnologie voor duurzame non-food-producten en -processen. Op deze manier kunnen nieuwe, opkomende onderzoeksmogelijkheden worden benut voor de aanpak van sociale en economische uitdagingen, zoals de groeiende vraag naar milieu- en diervriendelijke systemen voor de productie en de verdeling van veiliger, gezonder en kwalitatief hoogstaander voedsel in overeenstemming met de eisen van de consument en met het in de hand houden van voedselgerelateerde risico's, voornamelijk aan de hand van biotechnologische hulpmiddelen, en van gezondheidsrisico's verbonden met milieuveranderingen.
Dit krediet dient tevens ter financiering van de ontwikkeling en verbetering van analysemethoden (bijv. residuanalysen in voedings- en voedermiddelen).
Aangezien er onder de huidige wetgeving geen specifieke middelen zijn gereserveerd voor onderzoek op visserijgebied wordt ten minste eenzelfde percentage gehandhaafd voor onderzoek op visserijgebied als in de vorige begroting. Dit krediet dient tevens ter financiering van de ontwikkeling en verbetering van het concept maximaal duurzame vangst (maximum sustainable yield — MSY) als beleidsinstrument voor de duurzame exploitatie van visserijhulpbronnen en de ontwikkeling van een beleidsconcept ter beperking van bijvangst.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).
HOOFDSTUK 08 05 — SAMENWERKING — ENERGIE
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
08 05 |
||||||||
SAMENWERKING — ENERGIE |
||||||||
08 05 01 |
Samenwerking — Energie |
1.1 |
202 473 047 |
130 633 551 |
|
13 006 402 |
202 473 047 |
143 639 953 |
08 05 02 |
Samenwerking — Energie — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof |
1.1 |
15 006 000 |
13 190 453 |
|
|
15 006 000 |
13 190 453 |
08 05 03 |
Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof |
1.1 |
1 239 000 |
1 224 651 |
|
|
1 239 000 |
1 224 651 |
|
Hoofdstuk 08 05 — Totaal |
|
218 718 047 |
145 048 655 |
|
13 006 402 |
218 718 047 |
158 055 057 |
08 05 01
Samenwerking — Energie
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
202 473 047 |
130 633 551 |
|
13 006 402 |
202 473 047 |
143 639 953 |
Toelichting
De inspanningen zullen vooral gericht zijn op de volgende acties:
Opwekking van hernieuwbare elektriciteit
Technologie om de algehele omzettingsefficiëntie op te voeren, waardoor de kosten van elektriciteitsopwekking uit eigen hernieuwbare energiebronnen worden gedrukt, en ontwikkeling en demonstratie van technologie die geschikt is voor uiteenlopende regionale omstandigheden.
Productie van hernieuwbare brandstoffen
Geïntegreerde omzettingstechnologie: ontwikkeling van vaste, vloeibare en gasvormige brandstoffen die uit hernieuwbare energiebronnen worden geproduceerd, en verlaging van de kosten per eenheid daarvan, gericht op een kosteneffectieve productie en toepassing van koolstofneutrale brandstoffen, met name vloeibare biobrandstoffen voor het vervoer.
Technologie voor de vastlegging en opslag van CO 2 ten behoeve van elektriciteitsopwekking met bijna-nulemissie
Een ingrijpende beperking van de milieueffecten van het gebruik van fossiele brandstoffen, gericht op zeer efficiënte elektriciteitscentrales met bijna-nulemissie, op basis van technologie voor de vastlegging en opslag van CO2.
Schone technologie voor kolen
Aanzienlijke verbeteringen in de efficiëntie, betrouwbaarheid en kosten van installaties via de ontwikkeling en demonstratie van schone technologie voor de omzetting van kolen. Dit omvat tevens verdere acties voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van efficiënte technologieën op het gebied van de verbranding van hout als methode voor de productie van biokolen en voor de opwekking van duurzame energie.
Slimme energienetten
Verbetering van de efficiëntie, veiligheid en betrouwbaarheid van de Europese elektriciteitsnetten, alsook van het vermogen om de door de markten voortgebrachte energiestromen te beheren. Langetermijnplanning van de ontwikkeling van het pan-Europese elektriciteitsnet in het kader van het initiatief voor een Europees elektriciteitsnet. Opheffing van belemmeringen voor een grootschalige toepassing en effectieve integratie van decentrale en hernieuwbare energiebronnen.
Energie-efficiëntie en energiebesparing
Nieuwe concepten en technologieën voor de verbetering van de energie-efficiëntie en energiebesparing voor gebouwen, diensten en de industrie. Dit omvat de integratie van strategieën en technologieën voor energie-efficiëntie, het gebruik van nieuwe en hernieuwbare energietechnologieën en beheersing van de vraag naar energie.
Gezien hun belangrijke bijdrage aan toekomstige duurzame energiesystemen, zullen hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie bij het eindgebruik de hoofdonderdelen van dit thema vormen in de periode 2007-2013, en zullen zij er vanaf 2012 ten minste twee derde van uitmaken.. Daarbij wordt de nadruk gelegd op activiteiten die de ontwikkeling van de initiatieven van het SET-plan het best ondersteunen in het kader van de Technology Roadmaps.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel vormt van de algemene begroting.
Een deel van deze kredieten is bedoeld ter bevordering van gemeenschappelijke benaderingen van mondiale uitdagingen zoals energiebevoorradingszekerheid en grondstoffenschaarste en dat door middel van het bijeenbrengen van middelen en het uitwisselen van goede praktijken voor meer onderzoek en ontwikkeling op het gebied van energie. Maatregelen zijn gericht op het verbeteren van de doeltreffendheid van acties van de internationale gemeenschap en zullen een aanvulling vormen op bestaande mechanismen. De kredieten zullen gebruikt worden voor de financiering van innoverende, door Europese en derde landen gezamenlijk ontwikkelde maatregelen; het toepassingsbereik van die maatregelen gaat verder dan wat door één land kan worden ondernomen en dan wat momenteel in het kader van de bestaande wetgevingsinstrumenten beschikbaar is. Bij de tenuitvoerlegging van deze actie ziet de Commissie toe op een evenwichtige verdeling van de subsidies. Zij zal helpen om spelers op mondiaal niveau bij onderzoekspartnerschappen te betrekken, om innovatie op het gebied van veilige, schone en efficiënte energie te bevorderen.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).
HOOFDSTUK 08 06 — SAMENWERKING — MILIEU (INCLUSIEF KLIMAATVERANDERING)
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
08 06 |
||||||||
SAMENWERKING — MILIEU (INCLUSIEF KLIMAATVERANDERING) |
||||||||
08 06 01 |
Samenwerking — Milieu (inclusief klimaatverandering) |
1.1 |
336 619 726 |
240 421 301 |
|
26 012 804 |
336 619 726 |
266 434 105 |
08 06 02 |
Samenwerking — Milieu — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof |
1.1 |
3 951 000 |
2 671 697 |
|
|
3 951 000 |
2 671 697 |
|
Hoofdstuk 08 06 — Totaal |
|
340 570 726 |
243 092 998 |
|
26 012 804 |
340 570 726 |
269 105 802 |
08 06 01
Samenwerking — Milieu (inclusief klimaatverandering)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
336 619 726 |
240 421 301 |
|
26 012 804 |
336 619 726 |
266 434 105 |
Toelichting
Milieuonderzoek zal binnen het zevende kaderprogramma worden geïmplementeerd via het thema „Milieu (inclusief klimaatverandering)”. Het doel is het bevorderen van een duurzaam beheer van het natuurlijke en menselijke milieu en zijn rijkdommen door onze kennis over de interacties tussen biosfeer, ecosystemen en menselijke activiteiten te verbeteren en nieuwe technologieën, instrumenten en diensten te ontwikkelen teneinde mondiale milieukwesties op geïntegreerde wijze te benaderen. De nadruk zal liggen op prognoses van veranderingen in klimaatsystemen, ecologische systemen en aard- en oceaansystemen; en op instrumenten en op technologieën voor monitoring, preventie en mitigatie van de druk op en risico’s voor het milieu, met inbegrip van de menselijke gezondheid, en voor de duurzaamheid van het natuurlijke en door de mens gecreëerde milieu.
Onderzoek in verband met dit thema zal bijdragen tot de uitvoering van internationale verbintenissen en initiatieven zoals wereldwijde aardobservatie (global earth observation — GEO). Bovendien zullen hiermee de onderzoeksbehoeften worden ondersteund die voortkomen uit de bestaande en toekomstige wetgeving en beleidslijnen van de Unie, gerelateerde thematische strategieën en de actieplannen inzake milieutechnologieën en inzake milieu en gezondheid. Het onderzoek zal ook technologische ontwikkelingen in de hand werken die de marktpositionering van de Europese ondernemingen, met name kleine en middelgrote ondernemingen, zullen verbeteren op gebieden zoals milieutechnologieën.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).
HOOFDSTUK 08 08 — SAMENWERKING — SOCIAALECONOMISCHE WETENSCHAPPEN EN GEESTESWETENSCHAPPEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
08 08 |
||||||||
SAMENWERKING — SOCIAALECONOMISCHE WETENSCHAPPEN EN GEESTESWETENSCHAPPEN |
||||||||
08 08 01 |
Samenwerking — Sociaaleconomische wetenschappen en geesteswetenschappen |
1.1 |
112 677 988 |
55 460 934 |
|
8 125 750 |
112 677 988 |
63 586 684 |
|
Hoofdstuk 08 08 — Totaal |
|
112 677 988 |
55 460 934 |
|
8 125 750 |
112 677 988 |
63 586 684 |
08 08 01
Samenwerking — Sociaaleconomische wetenschappen en geesteswetenschappen
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
112 677 988 |
55 460 934 |
|
8 125 750 |
112 677 988 |
63 586 684 |
Toelichting
De doelstelling van de activiteiten op dit gebied is het mobiliseren in een coherente inspanning, die recht doet aan de rijkdom en diversiteit ervan, van de onderzoekscapaciteit op het gebied van de economische, politieke, historische, sociale en menswetenschappen die noodzakelijk zijn voor het ontwikkelen van het begrip en de aanpak van problemen in verband met het opkomen van de kennismaatschappij en nieuwe vormen van relaties tussen de mensen onderling en tussen de bevolking en de instellingen.
Met een deel van de acties moet een analyse worden gemaakt vanuit een historisch perspectief van de wettelijke, sociale, economische en politieke kwesties die verband houden met de ontwikkeling van het proces van de Europese eenmaking (de constitutionele cultuur en wettelijke tradities van de lidstaten en de Unie, de ontwikkeling van een Europese civiele maatschappij, het economische beleid van de lidstaten en de Europese economische beleidsaansturing, de nationale politieke cultuur en Europa).
Een deel van dit krediet moet worden gebruikt voor het uitvoeren van onderzoek naar het bereik, de omvang en de soorten vrijwilligerswerk in de Unie.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).
HOOFDSTUK 08 10 — IDEEËN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
08 10 |
||||||||
IDEEËN |
||||||||
08 10 01 |
Ideeën |
1.1 |
1 714 721 109 |
991 958 500 |
|
22 761 204 |
1 714 721 109 |
1 014 719 704 |
|
Hoofdstuk 08 10 — Totaal |
|
1 714 721 109 |
991 958 500 |
|
22 761 204 |
1 714 721 109 |
1 014 719 704 |
08 10 01
Ideeën
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
1 714 721 109 |
991 958 500 |
|
22 761 204 |
1 714 721 109 |
1 014 719 704 |
Toelichting
Het algemene doel van de activiteiten in het kader van het specifieke programma „Ideeën” door de oprichting van de Europese Onderzoeksraad is het identificeren van de beste onderzoeksteams in Europa en het stimuleren van „grensverleggend onderzoek” door het financieren van multidisciplinaire projecten met een hoge risicofactor die enkel worden geëvalueerd volgens het criterium „excellentie” zoals beoordeeld door vakgenoten op Europese schaal, waarbij met name de totstandbrenging wordt gestimuleerd van netwerken van onderzoeksgroepen in verschillende landen om de totstandkoming van een Europese wetenschappelijke gemeenschap te bevorderen.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Dit krediet dient ook ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding kunnen geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/972/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Ideeën” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 243).
HOOFDSTUK 08 13 — CAPACITEITEN — ONDERZOEK TEN BEHOEVE VAN KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (KMO’S)
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
08 13 |
||||||||
CAPACITEITEN — ONDERZOEK TEN BEHOEVE VAN KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (KMO’S) |
||||||||
08 13 01 |
Capaciteiten — Onderzoek ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) |
1.1 |
274 436 455 |
216 286 122 |
|
13 006 402 |
274 436 455 |
229 292 524 |
|
Hoofdstuk 08 13 — Totaal |
|
274 436 455 |
216 286 122 |
|
13 006 402 |
274 436 455 |
229 292 524 |
08 13 01
Capaciteiten — Onderzoek ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
274 436 455 |
216 286 122 |
|
13 006 402 |
274 436 455 |
229 292 524 |
Toelichting
Deze specifieke activiteiten, die dienen ter ondersteuning van het Europese concurrentievermogen en het ondernemingen- en innovatiebeleid, hebben tot doel de Europese kleine en middelgrote ondernemingen op traditionele of nieuwe gebieden te helpen om hun technologische capaciteit te versterken en hun capaciteit te ontwikkelen om op Europees en internationaal niveau te opereren. Dit onderzoek vormt een aanvulling op het onderzoek met betrekking tot de prioritaire thema’s. De activiteiten moeten toegespitst zijn op ideeën die uiteindelijk van toepassing kunnen zijn op de ontwikkeling van innovatieve producten en diensten waarvan kmo's kunnen genieten.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Dit krediet dient ook ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding kunnen geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).
HOOFDSTUK 08 14 — CAPACITEITEN — KENNISREGIO'S
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
08 14 |
||||||||
CAPACITEITEN — KENNISREGIO'S |
||||||||
08 14 01 |
Capaciteiten — Kennisregio's |
1.1 |
27 351 639 |
16 542 599 |
|
1 773 423 |
27 351 639 |
18 316 022 |
|
Hoofdstuk 08 14 — Totaal |
|
27 351 639 |
16 542 599 |
|
1 773 423 |
27 351 639 |
18 316 022 |
08 14 01
Capaciteiten — Kennisregio's
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
27 351 639 |
16 542 599 |
|
1 773 423 |
27 351 639 |
18 316 022 |
Toelichting
Dit bedrag wordt voorbehouden voor de financiering van projecten om het onderzoekspotentieel van Europese regio's te versterken, met name door in heel Europa de ontwikkeling van regionale „door onderzoek aangestuurde clusters” waarbij regionale autoriteiten, universiteiten, onderzoekscentra, ondernemingen en andere belanghebbenden betrokken zijn, te stimuleren en te ondersteunen.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).
HOOFDSTUK 08 15 — CAPACITEITEN — ONDERZOEKSPOTENTIEEL
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
08 15 |
||||||||
CAPACITEITEN — ONDERZOEKSPOTENTIEEL |
||||||||
08 15 01 |
Capaciteiten — Onderzoekspotentieel |
1.1 |
74 266 567 |
55 449 471 |
|
523 508 |
74 266 567 |
55 972 979 |
|
Hoofdstuk 08 15 — Totaal |
|
74 266 567 |
55 449 471 |
|
523 508 |
74 266 567 |
55 972 979 |
08 15 01
Capaciteiten — Onderzoekspotentieel
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
74 266 567 |
55 449 471 |
|
523 508 |
74 266 567 |
55 972 979 |
Toelichting
Teneinde onderzoekers en instellingen uit de regio's die in het kader van de convergentiedoelstelling in aanmerking komen voor financiering door de structuurfondsen en ultraperifere regio's van de Unie te helpen bijdragen tot de algemene Europese onderzoeksinspanning en bovendien te helpen profiteren van de bestaande kennis en ervaring in andere regio's van Europa, beoogt deze actie het scheppen van de voorwaarden die hen in staat stellen om hun potentieel te benutten en hen helpen om de Europese onderzoeksruimte volledig tot stand te brengen in de uitgebreide Unie.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).
HOOFDSTUK 08 16 — CAPACITEITEN — WETENSCHAP IN DE MAATSCHAPPIJ
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
08 16 |
||||||||
CAPACITEITEN — WETENSCHAP IN DE MAATSCHAPPIJ |
||||||||
08 16 01 |
Capaciteiten — Wetenschap in de maatschappij |
1.1 |
63 656 771 |
32 164 131 |
|
5 202 561 |
63 656 771 |
37 366 692 |
|
Hoofdstuk 08 16 — Totaal |
|
63 656 771 |
32 164 131 |
|
5 202 561 |
63 656 771 |
37 366 692 |
08 16 01
Capaciteiten — Wetenschap in de maatschappij
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
63 656 771 |
32 164 131 |
|
5 202 561 |
63 656 771 |
37 366 692 |
Toelichting
Met het oog op het bouwen van een effectieve en democratische Europese kennismaatschappij is het doel van de onder deze rubriek uitgevoerde acties het stimuleren van de harmonieuze integratie van wetenschappelijke en technologische inspanningen en gerelateerd onderzoeksbeleid in het Europese sociale web.
Onder deze rubriek uitgevoerde acties zullen ook dienen ter ondersteuning van de coördinatie van nationaal onderzoeksbeleid en de monitoring en analyse van aan onderzoek gerelateerd beleid en industriële strategieën.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).
HOOFDSTUK 08 18 — CAPACITEITEN — RISICODELENDE FINANCIERINGSFACILITEIT (RDFF)
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
08 18 |
||||||||
CAPACITEITEN — RISICODELENDE FINANCIERINGSFACILITEIT (RDFF) |
||||||||
08 18 01 |
Capaciteiten — Risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF) |
1.1 |
50 221 512 |
49 486 956 |
|
488 241 |
50 221 512 |
49 975 197 |
|
Hoofdstuk 08 18 — Totaal |
|
50 221 512 |
49 486 956 |
|
488 241 |
50 221 512 |
49 975 197 |
08 18 01
Capaciteiten — Risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
50 221 512 |
49 486 956 |
|
488 241 |
50 221 512 |
49 975 197 |
Toelichting
Het doel van de risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF) is het bevorderen van private investeringen in onderzoek door het verbeteren van de toegang tot financiering met vreemd vermogen voor deelnemers aan Europese onderzoeksinfrastructuren. De RDFF zal de Europese Investeringsbank in staat stellen direct en indirect (via zijn netwerk van intermediaire banken) zijn portefeuille van leningen aan deelnemers aan dergelijke infrastructuren uit te breiden.
De RDFF zal bijdragen aan de uitvoering van de Europa2020-strategie, met name aan de realisering van de 3 %-doelstelling van investeringen in onderzoek, door te helpen de marktdeficiënties te ondervangen, het totale bedrag van voor onderzoek beschikbare middelen te verhogen en de bronnen ervan te diversifiëren.
In overeenstemming met de resultaten van de tussentijdse herziening van de RDFF wordt de Commissie verzocht nieuwe risicodelende modellen te testen met de EIB-groep, op basis van een portfolio first loss piece-benadering, om de financiering met vreemd vermogen voor strategische uniale onderzoeksinfrastructuur te vergemakkelijken.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).
HOOFDSTUK 08 21 — EURATOM — KERNSPLIJTING EN STRALINGSBESCHERMING
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
08 21 |
||||||||
EURATOM — KERNSPLIJTING EN STRALINGSBESCHERMING |
||||||||
08 21 01 |
Euratom — Kernsplijting en stralingsbescherming |
1.1 |
56 086 380 |
49 494 956 |
|
4 649 789 |
56 086 380 |
54 144 745 |
|
Hoofdstuk 08 21 — Totaal |
|
56 086 380 |
49 494 956 |
|
4 649 789 |
56 086 380 |
54 144 745 |
08 21 01
Euratom — Kernsplijting en stralingsbescherming
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
56 086 380 |
49 494 956 |
|
4 649 789 |
56 086 380 |
54 144 745 |
Toelichting
Doel van deze actie is de totstandbrenging van een gezonde wetenschappelijke en technische basis ter versnelling van de praktische ontwikkelingen voor het veiliger beheer van langlevend radioactief afval, de bevordering van veiligere, meer hulpmiddelenefficiënte en concurrerende exploitatie van kernenergie en de zorg voor een robuust en sociaal aanvaardbaar systeem van bescherming van mens en milieu tegen de effecten van ioniserende straling.
Rechtsgronden
Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).
Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/976/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 404).
Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).
Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).
Besluit 2012/94/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door middel van werkzaamheden onder contract uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 33).
HOOFDSTUK 08 22 — VOLTOOIING VAN VOORGAANDE KADERPROGRAMMA’S EN ANDERE ACTIVITEITEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
08 22 |
||||||||
VOLTOOIING VAN VOORGAANDE KADERPROGRAMMA’S EN ANDERE ACTIVITEITEN |
||||||||
08 22 01 |
Voltooiing van programma’s van vóór 1999 |
1.1 |
— |
— |
|
|
— |
— |
08 22 02 |
||||||||
Voltooiing van het vijfde kaderprogramma (1998-2002) |
||||||||
08 22 02 01 |
Voltooiing van het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (1998-2002) |
1.1 |
— |
— |
|
|
— |
— |
08 22 02 02 |
Voltooiing van het vijfde kaderprogramma van Euratom (1998-2002) |
1.1 |
— |
— |
|
|
— |
— |
|
Artikel 08 22 02 — Subtotaal |
|
— |
— |
|
|
— |
— |
08 22 03 |
||||||||
Voltooiing van het zesde kaderprogramma (2003-2006) |
||||||||
08 22 03 01 |
Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (2003-2006) |
1.1 |
— |
24 960 548 |
|
5 075 098 |
— |
30 035 646 |
08 22 03 02 |
Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (2003-2006) |
1.1 |
— |
1 780 143 |
|
|
— |
1 780 143 |
|
Artikel 08 22 03 — Subtotaal |
|
— |
26 740 691 |
|
5 075 098 |
— |
31 815 789 |
08 22 04 |
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Hoofdstuk 08 22 — Totaal |
|
p.m. |
26 740 691 |
|
5 075 098 |
p.m. |
31 815 789 |
08 22 03
Voltooiing van het zesde kaderprogramma (2003-2006)
08 22 03 01
Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (2003-2006)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
— |
24 960 548 |
|
5 075 098 |
— |
30 035 646 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).
Beschikking 2002/834/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1).
Beschikking 2002/835/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Structurering van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 44).
Beschikking nr. 1209/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2003 betreffende de deelname van de Gemeenschap aan een programma voor onderzoek en ontwikkeling met het oog op de ontwikkeling van nieuwe klinische interventies voor de bestrijding van hiv/aids, malaria en tuberculose door middel van een partnerschap op lange termijn tussen Europa en de ontwikkelingslanden, opgezet door verscheidene lidstaten (PB L 169 van 8.7.2003, blz. 1).
TITEL 09
COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
09 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE” |
|
127 323 333 |
127 323 333 |
|
|
127 323 333 |
127 323 333 |
09 02 |
REGELGEVINGSKADER VOOR DE DIGITALE AGENDA |
|
18 137 969 |
25 334 774 |
|
97 548 |
18 137 969 |
25 432 322 |
|
40 02 41 |
|
391 985 |
391 985 |
|
|
391 985 |
391 985 |
|
|
|
18 529 954 |
25 726 759 |
|
|
18 529 954 |
25 824 307 |
09 03 |
ABSORPTIE VAN INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIEËN |
1 |
144 265 000 |
100 209 900 |
|
20 810 243 |
144 265 000 |
121 020 143 |
09 04 |
SAMENWERKING — INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE (ICT) |
1 |
1 483 700 335 |
1 083 738 402 |
|
55 277 209 |
1 483 700 335 |
1 139 015 611 |
09 05 |
CAPACITEITEN — ONDERZOEKSINFRASTRUCTUREN |
1 |
37 403 000 |
53 948 802 |
|
|
37 403 000 |
53 948 802 |
|
Titel 09 — Totaal |
|
1 810 829 637 |
1 390 555 211 |
|
76 185 000 |
1 810 829 637 |
1 466 740 211 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
|
391 985 |
391 985 |
|
|
391 985 |
391 985 |
|
Totaal + reserve |
|
1 811 221 622 |
1 390 947 196 |
|
|
1 811 221 622 |
1 467 132 196 |
HOOFDSTUK 09 02 — REGELGEVINGSKADER VOOR DE DIGITALE AGENDA
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
09 02 |
||||||||
REGELGEVINGSKADER VOOR DE DIGITALE AGENDA |
||||||||
09 02 01 |
Vaststelling en tenuitvoerlegging van het uniale beleid op het gebied van elektronische communicatie |
1.1 |
2 405 000 |
1 976 838 |
|
|
2 405 000 |
1 976 838 |
09 02 02 |
||||||||
Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën |
||||||||
09 02 02 01 |
Safer Internet programma |
1.1 |
2 700 000 |
10 576 085 |
|
|
2 700 000 |
10 576 085 |
09 02 02 02 |
Voltooiing van Safer Internet plus — Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën |
1.1 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
|
Artikel 09 02 02 — Subtotaal |
|
2 700 000 |
10 576 085 |
|
|
2 700 000 |
10 576 085 |
09 02 03 |
||||||||
Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging |
||||||||
09 02 03 01 |
Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging — Bijdrage aan titels 1 en 2 |
1.1 |
5 434 458 |
5 434 458 |
|
|
5 434 458 |
5 434 458 |
|
40 02 41 |
|
391 985 |
391 985 |
|
|
391 985 |
391 985 |
|
|
|
5 826 443 |
5 826 443 |
|
|
5 826 443 |
5 826 443 |
09 02 03 02 |
Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging — Bijdrage aan titel 3 |
1.1 |
2 379 815 |
2 379 815 |
|
|
2 379 815 |
2 379 815 |
|
Artikel 09 02 03 — Subtotaal |
|
7 814 273 |
7 814 273 |
|
|
7 814 273 |
7 814 273 |
|
40 02 41 |
|
391 985 |
391 985 |
|
|
391 985 |
391 985 |
|
|
|
8 206 258 |
8 206 258 |
|
|
8 206 258 |
8 206 258 |
09 02 04 |
||||||||
Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau |
||||||||
09 02 04 01 |
Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau — Bijdrage aan titels 1 en 2 |
1.1 |
3 165 705 |
3 165 705 |
|
|
3 165 705 |
3 165 705 |
09 02 04 02 |
Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau — Bijdrage aan titel 3 |
1.1 |
602 991 |
602 991 |
|
|
602 991 |
602 991 |
|
Artikel 09 02 04 — Subtotaal |
|
3 768 696 |
3 768 696 |
|
|
3 768 696 |
3 768 696 |
09 02 05 |
Overige maatregelen in de audiovisuele en mediasector |
3.2 |
950 000 |
948 882 |
|
|
950 000 |
948 882 |
09 02 06 |
Voorbereidende actie — Erasmus voor journalisten |
3.2 |
— |
p.m. |
|
97 548 |
— |
97 548 |
09 02 07 |
Proefproject — Tenuitvoerlegging van het monitoringinstrument voor het pluralisme van de media |
3.2 |
500 000 |
250 000 |
|
|
500 000 |
250 000 |
|
Hoofdstuk 09 02 — Totaal |
|
18 137 969 |
25 334 774 |
|
97 548 |
18 137 969 |
25 432 322 |
|
40 02 41 |
|
391 985 |
391 985 |
|
|
391 985 |
391 985 |
|
Totaal + reserve |
|
18 529 954 |
25 726 759 |
|
|
18 529 954 |
25 824 307 |
09 02 06
Voorbereidende actie — Erasmus voor journalisten
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
— |
p.m. |
|
97 548 |
— |
97 548 |
Toelichting
Dit krediet dient voor de dekking van nog uitstaande verplichtingen met betrekking tot de voorbereidende actie — Erasmus voor journalisten.
Rechtsgronden
Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
HOOFDSTUK 09 03 — ABSORPTIE VAN INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIEËN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
09 03 |
||||||||
ABSORPTIE VAN INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIEËN |
||||||||
09 03 01 |
Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma) |
1.1 |
144 265 000 |
98 841 912 |
|
20 810 243 |
144 265 000 |
119 652 155 |
09 03 02 |
Voltooiing van e-Inhoud plus — Bevordering van Europese digitale inhoud |
1.1 |
— |
1 367 988 |
|
|
— |
1 367 988 |
09 03 03 |
Voorbereidende actie — Een op internet gebaseerd systeem voor een betere regelgeving en participatie van de burger |
1.1 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
09 03 04 |
||||||||
Voltooiing van voorgaande programma’s |
||||||||
09 03 04 01 |
Voltooiing van trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie (eTEN) |
1.1 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
09 03 04 02 |
Voltooiing van het Modinis-programma |
1.1 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
|
Artikel 09 03 04 — Subtotaal |
|
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
|
Hoofdstuk 09 03 — Totaal |
|
144 265 000 |
100 209 900 |
|
20 810 243 |
144 265 000 |
121 020 143 |
09 03 01
Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
144 265 000 |
98 841 912 |
|
20 810 243 |
144 265 000 |
119 652 155 |
Toelichting
Het ICT-beleidsondersteuningsprogramma is één van de drie specifieke programma’s van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (KCI).
Er zal op uniaal niveau intensiever worden gewerkt aan de stimulering van een ruimere benutting van ICT. Met synergistische activiteiten op uniaal niveau zal worden getracht de onzekerheden en de risico's van duplicering te verminderen door ervaringen en geleerde lessen te delen en opnieuw te benutten en de internemarktdimensie van uit ICT afgeleide diensten te stimuleren door interoperabiliteit te bevorderen en versnippering tegen te gaan. Tevens zal worden gewerkt aan de stimulering van het technologisch en regelgevingsklimaat dat nodig is om innovatie te bevorderen en mogelijke hindernissen (zoals culturele, taalkundige, technische en juridische en handicap- of „dys”-gerelateerde belemmeringen) weg te nemen.
Conform de rechtsgrond, omvat het ICT-beleidsondersteuningsprogramma de volgende acties:
a) |
ontwikkeling van de gemeenschappelijke Europese informatieruimte en versterking van de interne markt voor ICT-goederen en -diensten; |
b) |
stimulering van innovatie door de toepassing van en investeringen in ICT op te voeren; |
c) |
ontwikkeling van een inclusieve informatiemaatschappij en efficiëntere en effectievere diensten van openbaar belang, en verbetering van de kwaliteit van het bestaan, met name voor personen met een handicap of lijdend aan „dys”-aandoeningen (dyslexie, dyspraxie, dysfasie, dyscalculie, enz). |
Dit zal met name gebeuren door ondersteuning van de ontwikkeling van op ICT gebaseerde diensten en de ontwikkeling en het gebruik van digitale inhoud van algemeen belang, zoals ICT voor gezondheidszorg en inclusie, ICT voor de overheid en het beleid, ICT voor energie-efficiëntie, intelligente mobiliteit en milieu, digitale bibliotheken en openbaar toegankelijke onlinecatalogi van boeken in druk, een betere exploitatie van overheidsinformatie, opleiding en vorming.
Een deel van de kredieten voor het ICT-beleidsondersteuningsprogramma in het KCI kan worden gebruikt voor het testen en in de hele Unie ontwikkelen van de volgende generatie 112, innovatieve diensten voor interoperabele nooddiensten en 112 voor alle burgers, resulterend in snellere en efficiëntere reacties die levens redden, onder andere middels vernieuwing van de traditionele technische aspecten voor noodoproepen, kostenverlaging en technische vereenvoudiging, met als ultiem doel het garanderen van optimale reacties op alle 112-oproepen van alle burgers, inclusief burgers met een handicap. Voorts moeten de kennis en het correcte gebruik van 112 worden aangemoedigd door middel van verspreidingsactiviteiten, informatie- en onderwijscampagnes. Daarnaast moet er een sms-nooddienst worden ontwikkeld en getest zodat gehandicapten de nooddiensten om hulp kunnen vragen.
Als onderdeel van het KCI zal het ICT-beleidsondersteuningsprogramma de ruimere introductie van ICT met het oog op een betere dienstverlening bevorderen. Het zal er ook voor zorgen dat Europese bedrijven, en met name het midden- en kleinbedrijf, kunnen profiteren van de nieuwe mogelijkheden die de stijgende vraag naar deze op ICT gebaseerde diensten biedt. Conform de rechtsgrond van het KCI, zal de steun voor de ontwikkeling en het gebruik van digitale inhoud vanaf 2009 volledig worden geïntegreerd in het ICT-beleidsondersteuningsprogramma. In 2007 en 2008 gebeurde dit als overgangsfase binnen het programma e-Inhoud plus (eContent-plus) (op basis van de eigen rechtsgrond daarvan).
Jaarlijks zal het grootste deel van de steun naar een beperkt aantal proefprojecten met een grote impact en acties met betrekking tot beste praktijken gaan. Voorts worden begeleidende maatregelen opgezet, zoals thematische netwerken van verschillende actoren rond specifieke doelstellingen. Deze zullen worden aangevuld met de monitoring van de Europese informatiemaatschappij, met maatregelen die de achtergrondkennis opleveren die nodig is voor de beleidsmatige besluitvorming en met activiteiten voor bevordering en bewustmaking van de voordelen die ICT voor burgers, bedrijven (met name het midden- en kleinbedrijf), of overheidsinstellingen oplevert.
Het ICT-beleidsondersteunend programma in het KCI moet bijdragen aan het testen van de opzet van nieuwe financiële instrumenten, zoals het initiatief inzake projectobligaties op het gebied van ICT, met name betreffende breedband met hoge snelheid. Het moet bijdragen aan de voorbereiding van nieuwe financiële instrumenten voor het komende meerjarig financieel kader 2014-2020. Met name moet worden getest hoe particuliere en publieke langetermijnbeleggers kunnen beleggen in de ontwikkeling van ICT-breedbandinfrastructuur. De Commissie wordt verzocht samen te werken met de EIB-groep, alsmede met andere langetermijnbeleggers, aan de ontwikkeling van innovatieve manieren om financiering voor infrastructuur aan te trekken.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).
HOOFDSTUK 09 04 — SAMENWERKING — INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE (ICT)
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
09 04 |
||||||||
SAMENWERKING — INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE (ICT) |
||||||||
09 04 01 |
||||||||
Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking) |
||||||||
09 04 01 01 |
Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking) |
1.1 |
1 307 359 400 |
1 017 379 643 |
|
55 277 209 |
1 307 359 400 |
1 072 656 852 |
09 04 01 02 |
Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke Onderneming Artemis |
1.1 |
65 000 000 |
19 016 953 |
|
|
65 000 000 |
19 016 953 |
09 04 01 03 |
Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming Artemis |
1.1 |
911 793 |
901 234 |
|
|
911 793 |
901 234 |
09 04 01 04 |
Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke Onderneming Eniac |
1.1 |
110 000 000 |
35 143 790 |
|
|
110 000 000 |
35 143 790 |
09 04 01 05 |
Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming Eniac |
1.1 |
429 142 |
424 172 |
|
|
429 142 |
424 172 |
|
Artikel 09 04 01 — Subtotaal |
|
1 483 700 335 |
1 072 865 792 |
|
55 277 209 |
1 483 700 335 |
1 128 143 001 |
09 04 02 |
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
09 04 03 |
Voltooiing van voorgaande communautaire kaderprogramma’s (van vóór 2007) |
1.1 |
— |
10 872 610 |
|
|
— |
10 872 610 |
|
Hoofdstuk 09 04 — Totaal |
|
1 483 700 335 |
1 083 738 402 |
|
55 277 209 |
1 483 700 335 |
1 139 015 611 |
09 04 01
Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking)
09 04 01 01
Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
1 307 359 400 |
1 017 379 643 |
|
55 277 209 |
1 307 359 400 |
1 072 656 852 |
Toelichting
Het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en het thema „Informatie- en communicatietechnologie” (ICT) van het specifieke programma „Samenwerking” hebben tot doel het concurrentievermogen van de Europese industrie te verhogen en Europa in staat te stellen zich de toekomstige ontwikkelingen in de ICT eigen te maken en hieraan richting te geven in overeenstemming met een Europese ICT-strategie voor de lange termijn, teneinde aan de maatschappelijke en economische behoeften te voldoen en om ervoor te zorgen dat de Europese normen mee de mondiale ICT-ontwikkelingen sturen, in plaats van te worden ingehaald door andere groeiende mondiale markten.
De activiteiten zullen Europa's wetenschappelijke en technologische basis verstevigen en zijn wereldwijde leiderschap op ICT-gebied consolideren, de innovatie door toepassing van ICT bevorderen en ervoor zorgen dat de vooruitgang in de ICT snel wordt vertaald in voordelen voor de burger, het bedrijfsleven, de industrie en de overheden in Europa.
Bij het thema „ICT” wordt het strategische onderzoek geconcentreerd rond grote technologiepijlers, wordt voor eind-tot-eind-integratie van technologieën gezorgd en worden de kennis en de middelen geboden voor de ontwikkeling van een breed gamma van innovatieve ICT-toepassingen.
De activiteiten hebben een katalyserend effect op de industriële en technologische vooruitgang in de ICT-sector en verbeteren de concurrentieslagkracht in belangrijke ICT-intensieve sectoren, zowel door innovatieve, hoogwaardige, op ICT gebaseerde producten en diensten als door nieuwe of verbeterde organisatorische processen binnen het bedrijfsleven en bij de overheid. Het ICT-thema dient ook ter ondersteuning van het overige beleid van de Unie doordat het de ICT stimuleert om aan de behoeften van het publiek en de samenleving te voldoen.
De activiteiten hebben betrekking op samenwerking en uitwisseling van beste praktijken met het oog op de vaststelling van gemeenschappelijke normen voor de Unie die verenigbaar zijn met mondiale normen of die als mondiale norm gelden, netwerkacties en initiatieven voor de coördinatie van de nationale programma’s. Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analysen en evaluaties, de kosten van follow-up en evaluatie van de specifieke programma’s en de kaderprogramma’s, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma’s.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Een deel van deze kredieten is bedoeld om een gemeenschappelijke aanpak te bevorderen van belangrijke mondiale uitdagingen, bijvoorbeeld een ICT-strategie, niet alleen om te kunnen concurreren met de snel opkomende ICT-markten bijvoorbeeld in Azië, maar ook om normen vast te stellen voor een mondiale beleidsvoering op het gebied van ICT in dienst van de Europese waarden; doel is de middelen te bundelen en de uitwisseling van beste praktijken te bevorderen om het onderzoek, de ontwikkeling en de innovatie op het gebied van ICT vooruit te helpen. De maatregelen zullen erop gericht zijn de doeltreffendheid van de acties van de internationale gemeenschap te verbeteren en zullen de bestaande mechanismen en goed functionerende relaties aanvullen. Innoverende, door Europese en derde landen gezamenlijk ontwikkelde maatregelen zullen door deze kredieten worden gefinancierd. Het toepassingsbereik van deze innoverende maatregelen gaat verder dan wat door één land kan worden ondernomen en is gunstig zowel voor de Unie als voor haar partners als voorbereiding van hun leidende rol met betrekking tot de vaststelling van toekomstige ICT-normen. Bij de tenuitvoerlegging van deze actie ziet de Commissie toe op een evenwichtige verdeling van de subsidies. Zij zal spelers op mondiaal niveau helpen om aan onderzoekspartnerschappen deel te nemen, om innovatie op het gebied van ICT te bevorderen.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het Specifieke Programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).
TITEL 10
EIGEN ONDERZOEK
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
10 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EIGEN ONDERZOEK” |
1 |
350 080 000 |
350 080 000 |
|
|
350 080 000 |
350 080 000 |
10 02 |
BELEIDSKREDIETEN RECHTSTREEKS GEFINANCIERD ONDERZOEK — ZEVENDE KADERPROGRAMMA (2007-2013) — EU |
1 |
33 089 156 |
28 721 154 |
|
1 300 640 |
33 089 156 |
30 021 794 |
10 03 |
BELEIDSKREDIETEN RECHTSTREEKS GEFINANCIERD ONDERZOEK — ZEVENDE KADERPROGRAMMA (2007-2011 EN 2012-2013) — EURATOM |
1 |
10 250 000 |
7 314 301 |
|
1 300 640 |
10 250 000 |
8 614 941 |
10 04 |
VOLTOOIING VAN VOORGAANDE KADERPROGRAMMA’S EN ANDERE ACTIVITEITEN |
1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
10 05 |
HISTORISCHE VERPLICHTINGEN TEN GEVOLGE VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET EURATOM-VERDRAG |
1 |
30 900 000 |
25 204 688 |
|
2 601 280 |
30 900 000 |
27 805 968 |
|
Titel 10 — Totaal |
|
424 319 156 |
411 320 143 |
|
5 202 560 |
424 319 156 |
416 522 703 |
Toelichting
Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van het beleidsterrein „Eigen onderzoek” (met uitzondering van hoofdstuk 10 05).
De kredieten dienen niet alleen ter dekking van uitgaven voor interventie en voor onder het statuut vallend personeel, maar ook voor andere personeelskosten, uitgaven uit hoofde van aannemingscontracten, infrastructuurkosten, uitgaven voor voorlichting en publicaties, alsmede van alle andere huishoudelijke uitgaven in verband met de uitvoering van de maatregelen op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling, verkennend onderzoek inbegrepen.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 4 en 6 2 2 5 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.
Diverse ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, die, al naargelang van hun bestemming, zullen worden gebruikt voor de hoofdstukken 10 02, 10 03 of 10 04 of voor artikel 10 01 05.
Ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Deelname van derde landen of organisaties uit derde landen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek is voor een aantal van deze projecten mogelijk. Eventuele financiële bijdragen worden geboekt op post 6 0 1 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.
De extra kredieten zullen worden opgevoerd bij de artikelen 10 02 02 en 10 03 02.
De kredieten in deze titel dekken de kosten van het personeel dat werkzaam is bij de financiële en administratieve diensten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek en de ondersteuning die zij nodig hebben (bij benadering 15 % van de kosten).
HOOFDSTUK 10 02 — BELEIDSKREDIETEN RECHTSTREEKS GEFINANCIERD ONDERZOEK — ZEVENDE KADERPROGRAMMA (2007-2013) — EU
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
10 02 |
||||||||
BELEIDSKREDIETEN RECHTSTREEKS GEFINANCIERD ONDERZOEK — ZEVENDE KADERPROGRAMMA (2007-2013) — EU |
||||||||
10 02 01 |
Niet-nucleaire activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO) |
1.1 |
33 089 156 |
28 721 154 |
|
1 300 640 |
33 089 156 |
30 021 794 |
10 02 02 |
Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Hoofdstuk 10 02 — Totaal |
|
33 089 156 |
28 721 154 |
|
1 300 640 |
33 089 156 |
30 021 794 |
10 02 01
Niet-nucleaire activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO)
Begroting 2013 |
Gwijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
33 089 156 |
28 721 154 |
|
1 300 640 |
33 089 156 |
30 021 794 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de activiteiten voor wetenschappelijke en technische steun en onderzoek die door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek overeenkomstig het niet-nucleaire specifieke programma betreffende de volgende thema’s worden uitgevoerd:
— |
voorspoed in een kennisintensieve maatschappij; |
— |
solidariteit en verantwoord beheer van hulpbronnen; |
— |
veiligheid en vrijheid; |
— |
Europa als wereldpartner. |
Het dient ter dekking van de specifieke uitgaven voor de betrokken onderzoeks- en ondersteunende activiteiten (alle soorten aankopen en contracten). Daartoe behoren de direct voor de betrokken projecten gedane uitgaven voor wetenschappelijke infrastructuur.
Dit krediet dient tevens ter dekking van alle soorten uitgaven voor onderzoeksactiviteiten die verbonden zijn met de activiteiten van dit artikel en die worden toevertrouwd aan het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek in het kader van een op concurrentie gestoelde deelname van dit Centrum aan werkzaamheden onder contract.
Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/975/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma dat door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 368).
HOOFDSTUK 10 03 — BELEIDSKREDIETEN RECHTSTREEKS GEFINANCIERD ONDERZOEK — ZEVENDE KADERPROGRAMMA (2007-2011 EN 2012-2013) — EURATOM
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
10 03 |
||||||||
BELEIDSKREDIETEN RECHTSTREEKS GEFINANCIERD ONDERZOEK — ZEVENDE KADERPROGRAMMA (2007-2011 EN 2012-2013) — EURATOM |
||||||||
10 03 01 |
Nucleaire activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO) |
1.1 |
10 250 000 |
7 314 301 |
|
1 300 640 |
10 250 000 |
8 614 941 |
10 03 02 |
Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Hoofdstuk 10 03 — Totaal |
|
10 250 000 |
7 314 301 |
|
1 300 640 |
10 250 000 |
8 614 941 |
10 03 01
Nucleaire activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
10 250 000 |
7 314 301 |
|
1 300 640 |
10 250 000 |
8 614 941 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de activiteiten voor wetenschappelijke en technische steun en onderzoek die door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek overeenkomstig het nucleair specifiek programma betreffende de volgende thema’s worden uitgevoerd:
— |
beheer van nucleaire afvalstoffen, milieu-impact, basiskennis en onderzoek inzake ontmanteling; |
— |
nucleaire veiligheid; |
— |
nucleaire beveiliging. |
Het dekt de noodzakelijke werkzaamheden voor de uitvoering van de verplichtingen met betrekking tot de nucleaire veiligheidscontrole, die voortvloeien uit hoofdstuk 7 van titel II van het Euratom-Verdrag, en de verplichtingen die voortvloeien uit het non-proliferatieverdrag en uit de uitvoering van het ondersteuningsprogramma van de Commissie ten behoeve van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.
Het krediet dient bovendien ter dekking van de specifieke uitgaven voor onderzoek en de betrokken ondersteunende activiteiten (alle soorten aankopen en contracten). Daartoe behoren de direct voor de betrokken projecten gedane uitgaven voor wetenschappelijke infrastructuur.
Tevens dient het ter dekking van alle soorten uitgaven voor onderzoeksactiviteiten die verbonden zijn met de activiteiten van dit artikel en die worden toevertrouwd aan het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek in het kader van een op concurrerende basis gestoelde deelname van dit Centrum aan werkzaamheden onder contract.
Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.
Rechtsgronden
Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).
Beschikking 2006/977/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het Specifieke Programma dat door middel van eigen acties door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 434).
Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).
Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).
Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).
Besluit 2012/95/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 40).
HOOFDSTUK 10 05 — HISTORISCHE VERPLICHTINGEN TEN GEVOLGE VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET EURATOM-VERDRAG
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
10 05 |
||||||||
HISTORISCHE VERPLICHTINGEN TEN GEVOLGE VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET EURATOM-VERDRAG |
||||||||
10 05 01 |
Ontmanteling van kerninstallaties en beheer van afval |
1.1 |
30 900 000 |
25 204 688 |
|
2 601 280 |
30 900 000 |
27 805 968 |
|
Hoofdstuk 10 05 — Totaal |
|
30 900 000 |
25 204 688 |
|
2 601 280 |
30 900 000 |
27 805 968 |
10 05 01
Ontmanteling van kerninstallaties en beheer van afval
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
30 900 000 |
25 204 688 |
|
2 601 280 |
30 900 000 |
27 805 968 |
Toelichting
Dit krediet dient ter financiering van een actieprogramma voor het beperken en oplossen van problemen in verband met de nucleaire verplichtingen ten gevolge van de werkzaamheden die het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek sinds zijn oprichting heeft uitgevoerd.
Het dient ter financiering van de ontmanteling van stilgelegde centrales en het beheer van het afval daarvan.
Overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1) dient dit krediet tevens ter financiering van acties die de Commissie onderneemt uit hoofde van de bevoegdheden die haar krachtens artikel 8 van het Euratom-Verdrag zijn toegekend.
Referentiebesluiten
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 17 maart 1999 betreffende de nucleaire erfenis van GCO-werkzaamheden in het kader van het Euratom-Verdrag — Ontmanteling van verouderde kerninstallaties en beheer van afval (COM(1999) 114 final).
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2004: Ontmanteling van nucleaire installaties en beheer van afvalstoffen — Beheer van de nucleaire erfenis ten gevolge van de activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO) in uitvoering van het Euratom-Verdrag (SEC(2004) 621 final).
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 12 januari 2009: Ontmanteling van nucleaire installaties en beheer van kernafval: beheer van nucleaire verplichtingen ten gevolge van activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO) in het kader van het Euratom-Verdrag (COM(2008) 903 final).
TITEL 11
MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
11 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ” |
|
41 694 014 |
41 694 014 |
|
|
41 694 014 |
41 694 014 |
11 02 |
VISSERIJMARKTEN |
2 |
26 896 768 |
26 943 107 |
|
|
26 896 768 |
26 943 107 |
11 03 |
INTERNATIONALE VISSERIJ EN ZEERECHT |
2 |
38 510 000 |
37 273 285 |
|
|
38 510 000 |
37 273 285 |
|
40 02 41 |
|
115 220 000 |
113 885 651 |
|
|
115 220 000 |
113 885 651 |
|
|
|
153 730 000 |
151 158 936 |
|
|
153 730 000 |
151 158 936 |
11 04 |
BEHEER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID |
2 |
5 390 000 |
4 820 520 |
|
|
5 390 000 |
4 820 520 |
11 06 |
EUROPEES VISSERIJFONDS (EVF) |
2 |
695 007 712 |
484 128 163 |
|
26 263 249 |
695 007 712 |
510 391 412 |
11 07 |
INSTANDHOUDING, BEHEER EN EXPLOITATIE VAN DE LEVENDE AQUATISCHE HULPBRONNEN |
2 |
51 950 000 |
40 167 555 |
|
|
51 950 000 |
40 167 555 |
11 08 |
CONTROLE EN HANDHAVING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID |
2 |
58 613 900 |
34 423 192 |
|
|
58 613 900 |
34 423 192 |
11 09 |
MARITIEM BELEID |
2 |
1 200 000 |
13 043 250 |
|
|
1 200 000 |
13 043 250 |
|
Titel 11 — Totaal |
|
919 262 394 |
682 493 086 |
|
26 263 249 |
919 262 394 |
708 756 335 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
|
115 220 000 |
113 885 651 |
|
|
115 220 000 |
113 885 651 |
|
Totaal + reserve |
|
1 034 482 394 |
796 378 737 |
|
|
1 034 482 394 |
822 641 986 |
HOOFDSTUK 11 06 — EUROPEES VISSERIJFONDS (EVF)
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
11 06 |
||||||||
EUROPEES VISSERIJFONDS (EVF) |
||||||||
11 06 01 |
Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) — Doelstelling 1 (2000-2006) |
2 |
p.m. |
14 826 287 |
|
|
p.m. |
14 826 287 |
11 06 02 |
Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006) |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
11 06 03 |
Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere doelstellingen 1 en 6 (van vóór 2000) |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
11 06 04 |
Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) — Gebieden buiten doelstelling 1 (2000-2006) |
2 |
p.m. |
4 942 096 |
|
|
p.m. |
4 942 096 |
11 06 05 |
Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere doelstelling 5a (van vóór 2000) |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
11 06 06 |
Voltooiing van vroegere programma’s — Initiatieven (van vóór 2000) |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
11 06 08 |
Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere operationele technische bijstand en innovatieve maatregelen (van vóór 2000) |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
11 06 09 |
Specifieke maatregelen ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
11 06 11 |
Europees Visserijfonds (EVF) — Operationele technische bijstand |
2 |
3 500 000 |
2 569 890 |
|
|
3 500 000 |
2 569 890 |
11 06 12 |
Europees Visserijfonds (EVF) — Convergentiedoelstelling |
2 |
528 352 868 |
343 179 596 |
|
22 107 895 |
528 352 868 |
365 287 491 |
11 06 13 |
Europees Visserijfonds (EVF) — Gebieden die buiten de convergentiedoelstelling vallen |
2 |
163 154 844 |
118 610 294 |
|
4 155 354 |
163 154 844 |
122 765 648 |
|
Hoofdstuk 11 06 — Totaal |
|
695 007 712 |
484 128 163 |
|
26 263 249 |
695 007 712 |
510 391 412 |
Toelichting
Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voorziet in financiële correcties, waarvan de eventuele ontvangsten worden opgevoerd onder post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement en wel in specifieke gevallen wanneer deze kredieten nodig blijken om het risico af te dekken dat eerder besloten correcties komen te vervallen of worden verlaagd.
Verordening (EG) nr. 1260/1999 stelt de voorwaarden vast waaronder wordt overgegaan tot terugbetaling van het voorschot, die niet leidt tot vermindering van de bijdrage van de structuurfondsen aan de betrokken maatregel. Eventuele ontvangsten als gevolg van deze terugbetaling van voorschotten, die worden opgevoerd onder post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 178 van het Financieel Reglement.
De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.
Rechtsgronden
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.
Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).
Referentiebesluiten
Conclusies van de vergadering van de Europese Raad van Berlijn op 24 en 25 maart 1999.
11 06 12
Europees Visserijfonds (EVF) — Convergentiedoelstelling
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
528 352 868 |
343 179 596 |
|
22 107 895 |
528 352 868 |
365 287 491 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de operationele programma’s in het kader van de convergentiedoelstelling van het Europees Visserijfonds (EVF) voor de programmeringsperiode 2007-2013.
Bijzondere aandacht zal worden besteed aan economische diversificatie van gebieden die worden geconfronteerd met een vermindering van de visserijactiviteit, aan de aanpassing van de vlootcapaciteit en de modernisering van de vloot zonder dat dit echter mag leiden tot een toename van de visserijinspanningen, en aan de duurzame ontwikkeling van de visserijgebieden.
Bij acties die worden gefinancierd uit hoofde van dit artikel wordt rekening gehouden met de noodzaak om een stabiel en duurzaam evenwicht tot stand te brengen tussen de capaciteit van de visserijvloot en de beschikbare rijkdommen, en met de noodzaak om in de visserij een veiligheidscultuur te bevorderen.
Dit krediet is tevens bedoeld om acties ter bevordering van selectiever vistuig te financieren.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).
11 06 13
Europees Visserijfonds (EVF) — Gebieden die buiten de convergentiedoelstelling vallen
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
163 154 844 |
118 610 294 |
|
4 155 354 |
163 154 844 |
122 765 648 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de bijstand die buiten de convergentiedoelstelling om uit het EVF wordt verleend en waarvoor de betalingsverplichtingen in de programmeringsperiode 2007-2013 worden aangegaan.
Bijzondere aandacht zal worden besteed aan economische diversificatie van gebieden die worden geconfronteerd met een vermindering van de visserijactiviteit, aan de modernisering van de vloot zonder dat dit echter mag leiden tot een toename van de visserijinspanningen, en aan de duurzame ontwikkeling van de visserijgebieden.
Bij acties die worden gefinancierd uit hoofde van dit artikel wordt rekening gehouden met de noodzaak om in de visserij een veiligheidscultuur te bevorderen.
Dit krediet is tevens bedoeld om acties ter bevordering van selectiever vistuig te financieren.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).
TITEL 12
INTERNE MARKT
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
12 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNE MARKT” |
|
63 759 472 |
63 759 472 |
|
|
63 759 472 |
63 759 472 |
12 02 |
INTERNEMARKTBELEID |
1 |
11 150 000 |
10 051 351 |
|
|
11 150 000 |
10 051 351 |
|
40 02 41 |
|
1 500 000 |
1 500 000 |
|
|
1 500 000 |
1 500 000 |
|
|
|
12 650 000 |
11 551 351 |
|
|
12 650 000 |
11 551 351 |
12 04 |
VRIJ VERKEER VAN KAPITAAL, VENNOOTSCHAPSRECHT EN ONDERNEMINGSBESTUUR |
1 |
28 404 000 |
26 684 515 |
|
938 318 |
28 404 000 |
27 622 833 |
|
40 02 41 |
|
1 500 000 |
1 500 000 |
|
|
1 500 000 |
1 500 000 |
|
|
|
29 904 000 |
28 184 515 |
|
|
29 904 000 |
29 122 833 |
|
Titel 12 — Totaal |
|
103 313 472 |
100 495 338 |
|
938 318 |
103 313 472 |
101 433 656 |
|
40 02 41 |
|
3 000 000 |
3 000 000 |
|
|
3 000 000 |
3 000 000 |
|
Totaal + reserve |
|
106 313 472 |
103 495 338 |
|
|
106 313 472 |
104 433 656 |
HOOFDSTUK 12 04 — VRIJ VERKEER VAN KAPITAAL, VENNOOTSCHAPSRECHT EN ONDERNEMINGSBESTUUR
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
12 04 |
||||||||
VRIJ VERKEER VAN KAPITAAL, VENNOOTSCHAPSRECHT EN ONDERNEMINGSBESTUUR |
||||||||
12 04 01 |
Specifieke activiteiten op het gebied van de financiële diensten, financiële verslaglegging en controle |
1.1 |
7 650 000 |
5 930 515 |
|
938 318 |
7 650 000 |
6 868 833 |
12 04 02 |
||||||||
Europese Bankautoriteit |
||||||||
12 04 02 01 |
Europese Bankautoriteit — Bijdrage voor titels 1 en 2 |
1.1 |
6 333 000 |
6 333 000 |
|
|
6 333 000 |
6 333 000 |
|
40 02 41 |
|
1 500 000 |
1 500 000 |
|
|
1 500 000 |
1 500 000 |
|
|
|
7 833 000 |
7 833 000 |
|
|
7 833 000 |
7 833 000 |
12 04 02 02 |
Europese Bankautoriteit — Bijdrage voor titel 3 |
1.1 |
1 122 000 |
1 122 000 |
|
|
1 122 000 |
1 122 000 |
|
Artikel 12 04 02 — Subtotaal |
|
7 455 000 |
7 455 000 |
|
|
7 455 000 |
7 455 000 |
|
40 02 41 |
|
1 500 000 |
1 500 000 |
|
|
1 500 000 |
1 500 000 |
|
|
|
8 955 000 |
8 955 000 |
|
|
8 955 000 |
8 955 000 |
12 04 03 |
||||||||
Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen |
||||||||
12 04 03 01 |
Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen — Bijdrage voor titels 1 en 2 |
1.1 |
5 260 000 |
5 260 000 |
|
|
5 260 000 |
5 260 000 |
12 04 03 02 |
Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen — Bijdrage voor titel 3 |
1.1 |
1 125 000 |
1 125 000 |
|
|
1 125 000 |
1 125 000 |
|
Artikel 12 04 03 — Subtotaal |
|
6 385 000 |
6 385 000 |
|
|
6 385 000 |
6 385 000 |
12 04 04 |
||||||||
Europese Autoriteit voor effecten en markten |
||||||||
12 04 04 01 |
Europese Autoriteit voor effecten en markten — Bijdrage voor titels 1 en 2 |
1.1 |
5 663 000 |
5 663 000 |
|
|
5 663 000 |
5 663 000 |
12 04 04 02 |
Europese Autoriteit voor effecten en markten — Bijdrage voor titel 3 |
1.1 |
1 251 000 |
1 251 000 |
|
|
1 251 000 |
1 251 000 |
|
Artikel 12 04 04 — Subtotaal |
|
6 914 000 |
6 914 000 |
|
|
6 914 000 |
6 914 000 |
|
Hoofdstuk 12 04 — Totaal |
|
28 404 000 |
26 684 515 |
|
938 318 |
28 404 000 |
27 622 833 |
|
40 02 41 |
|
1 500 000 |
1 500 000 |
|
|
1 500 000 |
1 500 000 |
|
Totaal + reserve |
|
29 904 000 |
28 184 515 |
|
|
29 904 000 |
29 122 833 |
12 04 01
Specifieke activiteiten op het gebied van de financiële diensten, financiële verslaglegging en controle
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
7 650 000 |
5 930 515 |
|
938 318 |
7 650 000 |
6 868 833 |
Toelichting
De algemene doelstelling van dit programma is de voorwaarden te verbeteren voor het functioneren van de interne markt door de verrichtingen, de activiteiten of de acties van bepaalde organismen op het gebied te steunen van de financiële diensten, financiële verslaglegging en controle.
De financiering van de Unie is essentieel om efficiënte en daadwerkelijke supervisie van de interne markt in de financiële diensten, in het bijzonder gezien de recente financiële crisis te verzekeren.
De volgende activiteiten vallen onder het programma:
a) |
activiteiten ter ondersteuning van de uitvoering van het beleid van de Unie waarmee de convergentie van toezicht wordt beoogd, en met name de opleiding van het personeel van nationale toezichthoudende autoriteiten en het beheer van informatietechnologieprojecten op het gebied van financiële diensten; |
b) |
activiteiten waarbij standaarden worden opgesteld of een bijdrage wordt geleverd aan de opstelling ervan, standaarden worden toegepast, beoordeeld of bewaakt of wordt toegezien op procedures voor de vaststelling van standaarden ter ondersteuning van de uitvoering van het beleid van de Unie inzake financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen. |
Rechtsgronden
Besluit nr. 716/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van een Gemeenschapsprogramma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële diensten, financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen (PB L 253 van 25.9.2009, blz. 8).
TITEL 13
REGIONAAL BELEID
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
13 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „REGIONAAL BELEID” |
|
88 792 579 |
88 792 579 |
|
|
88 792 579 |
88 792 579 |
13 03 |
EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES |
1 |
30 639 878 699 |
27 909 519 461 |
|
2 219 640 054 |
30 639 878 699 |
30 129 159 515 |
13 04 |
COHESIEFONDS |
1 |
12 499 800 000 |
9 166 917 424 |
|
1 518 497 437 |
12 499 800 000 |
10 685 414 861 |
13 05 |
PRETOETREDINGSACTIES MET BETREKKING TOT HET STRUCTUURBELEID |
|
549 770 452 |
400 098 052 |
|
87 142 894 |
549 770 452 |
487 240 946 |
13 06 |
SOLIDARITEITSFONDS |
|
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Titel 13 — Totaal |
|
43 778 241 730 |
37 565 327 516 |
|
3 825 280 385 |
43 778 241 730 |
41 390 607 901 |
HOOFDSTUK 13 03 — EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
13 03 |
||||||||
EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES |
||||||||
13 03 01 |
Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
618 000 000 |
|
334 914 852 |
p.m. |
952 914 852 |
13 03 02 |
Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
13 03 03 |
Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (van vóór 2000) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
13 03 04 |
Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling(EFRO) — Doelstelling 2 (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
62 000 000 |
|
55 927 529 |
p.m. |
117 927 529 |
13 03 05 |
Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 2 (van vóór 2000) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
13 03 06 |
Voltooiing van Urban (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
3 000 000 |
|
97 548 |
p.m. |
3 097 548 |
13 03 07 |
Voltooiing van vroegere programma’s — Communautaire initiatieven (van vóór 2000) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
13 03 08 |
Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
13 03 09 |
Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (van vóór 2000) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
13 03 12 |
Bijdrage van de Unie aan het Internationaal Fonds voor Ierland |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
13 03 13 |
Voltooiing van het communautair initiatief Interreg III (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
42 000 000 |
|
|
p.m. |
42 000 000 |
13 03 14 |
Voltooiing van de bijstand voor aan de kandidaat-lidstaten grenzende regio's — Voltooiing van vroegere programma’s (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
13 03 16 |
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Convergentie |
1.2 |
25 310 105 801 |
23 001 520 000 |
|
1 168 625 222 |
25 310 105 801 |
24 170 145 222 |
13 03 17 |
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Peace |
1.2 |
34 060 138 |
45 000 000 |
|
|
34 060 138 |
45 000 000 |
13 03 18 |
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid |
1.2 |
4 022 082 950 |
3 367 822 988 |
|
541 716 645 |
4 022 082 950 |
3 909 539 633 |
13 03 19 |
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking |
1.2 |
1 213 929 810 |
727 165 012 |
|
118 358 258 |
1 213 929 810 |
845 523 270 |
13 03 20 |
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand |
1.2 |
50 000 000 |
35 583 088 |
|
|
50 000 000 |
35 583 088 |
13 03 21 |
Proefproject — Pan-Europese coördinatie van integratiemethoden voor de Roma |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
13 03 22 |
Proefproject — Erasmus voor lokale en regionale afgevaardigden |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
13 03 23 |
Proefproject — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal |
1.2 |
p.m. |
92 000 |
|
|
p.m. |
92 000 |
13 03 24 |
Voorbereidende actie — Bevordering van een gunstiger omgeving voor microkrediet in Europa |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
13 03 26 |
Proefproject — Duurzame regeneratie in voorsteden |
1.2 |
p.m. |
142 163 |
|
|
p.m. |
142 163 |
13 03 27 |
Voorbereidende actie — Rurban — Partnerschap voor duurzame stads-plattelandsontwikkeling |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
13 03 28 |
Voorbereidende actie — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal |
1.2 |
2 000 000 |
2 000 000 |
|
|
2 000 000 |
2 000 000 |
13 03 29 |
Voorbereidende actie — Vaststelling bestuursmodel voor de Donauregio in de Europese Unie (betere en doeltreffende coördinatie) |
1.2 |
1 000 000 |
900 000 |
|
|
1 000 000 |
900 000 |
13 03 30 |
Proefproject — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een Platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau |
1.2 |
p.m. |
600 000 |
|
|
p.m. |
600 000 |
13 03 31 |
Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s |
1.2 |
2 500 000 |
494 210 |
|
|
2 500 000 |
494 210 |
13 03 32 |
Voorbereidende actie inzake een Atlantisch forum voor de Atlantische strategie van de Europese Unie |
1.2 |
1 200 000 |
600 000 |
|
|
1 200 000 |
600 000 |
13 03 33 |
Voorbereidende actie — Begeleiding van Mayotte of eventuele andere gebieden bij het proces van verkrijging van de status van ultraperifere regio |
1.2 |
p.m. |
600 000 |
|
|
p.m. |
600 000 |
13 03 34 |
Voorbereidende actie — Erasmus voor lokale en regionale afgevaardigden |
1.2 |
1 000 000 |
1 000 000 |
|
|
1 000 000 |
1 000 000 |
13 03 35 |
Voorbereidende actie — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een Platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau |
1.2 |
2 000 000 |
1 000 000 |
|
|
2 000 000 |
1 000 000 |
13 03 40 |
Risicodelingsinstrument gefinancierd uit de voor convergentie bestemde middelen van het EFRO |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
13 03 41 |
Risicodelingsinstrument gefinancierd uit de voor regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid bestemde middelen van het EFRO |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Hoofdstuk 13 03 — Totaal |
|
30 639 878 699 |
27 909 519 461 |
|
2 219 640 054 |
30 639 878 699 |
30 129 159 515 |
Toelichting
Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voorziet in financiële correcties, waarvan de eventuele ontvangsten worden opgevoerd onder post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het openen van aanvullende kredieten, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, in die specifieke gevallen waarin het noodzakelijk is annulatie- of reductierisico's van eerder besloten correcties te dekken. Verordening (EG) nr. 1083/2006 voorziet in financiële correcties voor de periode 2007-2013.
Verordening (EG) nr. 1260/1999 stelt de voorwaarden vast voor de terugbetaling van voorschotten zonder dat de bijdrage van de structuurfondsen aan de desbetreffende maatregel daardoor wordt verminderd. Eventuele ontvangsten als gevolg van deze terugbetaling van voorschotten, die worden opgevoerd onder post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opening van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 178 van het Financieel Reglement. Verordening (EG) nr. 1083/2006 stelt de voorwaarden vast voor de terugbetaling van de voorfinanciering voor de periode 2007-2013.
De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.
Rechtsgronden
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.
Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
Referentiebesluiten
Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.
Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 15 en 16 december 2005.
13 03 01
Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (2000-2006)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
618 000 000 |
|
334 914 852 |
p.m. |
952 914 852 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de voor de programmeringsperiode 2000-2006 nog betaalbaar te stellen verplichtingen in het kader van doelstelling 1 van het EFRO.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).
13 03 04
Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling(EFRO) — Doelstelling 2 (2000-2006)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
62 000 000 |
|
55 927 529 |
p.m. |
117 927 529 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het EFRO in het kader van doelstelling 2 betaalbaar te stellen verplichtingen voor de programmeringsperiode 2000-2006.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).
13 03 06
Voltooiing van Urban (2000-2006)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
3 000 000 |
|
97 548 |
p.m. |
3 097 548 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog uit het communautaire initiatief Urban II betaalbaar te stellen verplichtingen voor de programmeringsperiode 2000-2006. Het communautaire initiatief Urban beoogde de economische en sociale rehabilitatie van in crisis verkerende steden en stadswijken met het oog op duurzame stadsontwikkeling.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).
Referentiebesluiten
Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 28 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een communautair initiatief voor economische en sociale rehabilitatie van in crisis verkerende steden en buurten met het oog op een duurzame stadsontwikkeling (Urban II) (PB C 141 van 19.5.2000, blz. 8).
13 03 16
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Convergentie
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
25 310 105 801 |
23 001 520 000 |
|
1 168 625 222 |
25 310 105 801 |
24 170 145 222 |
Toelichting
Dit krediet is bedoeld ter dekking van de kosten van de programma’s krachtens de EFRO-doelstelling van convergentie in de programmeringsperiode 2007-2013. Met deze doelstelling wordt beoogd de convergentie van de minst ontwikkelde lidstaten en regio’s te versnellen door de voorwaarden voor groei en werkgelegenheid te verbeteren.
Een deel van het krediet is bedoeld voor de aanpak van intraregionale verschillen, zodat achter de algemene ontwikkelingssituatie van een regio geen achtergestelde territoriale eenheden schuilgaan waar sprake is van zichzelf bestendigende armoede.
Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), zoals gewijzigd bij bijlage 3, punt 7, bij het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma’s en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma’s die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van Verordening (EG) nr. 1085/2006 genoemde afdelingen..
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
13 03 18
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
4 022 082 950 |
3 367 822 988 |
|
541 716 645 |
4 022 082 950 |
3 909 539 633 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de programma’s in het kader van de doelstelling „Regionaal concurrentievermogen” van het EFRO in de programmeringsperiode 2007-2013. Buiten de minst ontwikkelde regio's wordt met deze doelstelling beoogd het concurrentievermogen en de aantrekkelijkheid van de regio's alsook de werkgelegenheid te verbeteren door rekening te houden met de doelstellingen van de Europa 2020-strategie.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
13 03 19
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
1 213 929 810 |
727 165 012 |
|
118 358 258 |
1 213 929 810 |
845 523 270 |
Toelichting
Dit krediet dient ter financiering van de programma’s in het kader van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” van het EFRO in de programmeringsperiode 2007-2013. Met deze doelstelling wordt beoogd de territoriale en macroregionale samenwerking en de uitwisseling van ervaringen op het passende territoriale niveau te versterken.
Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), zoals gewijzigd bij bijlage 3, punt 7, bij het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma’s en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma’s die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van Verordening (EG) nr. 1085/2006 genoemde afdelingen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
HOOFDSTUK 13 04 — COHESIEFONDS
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
13 04 |
||||||||
COHESIEFONDS |
||||||||
13 04 01 |
Cohesiefonds — Voltooiing van vroegere projecten (van vóór 2007) |
1.2 |
p.m. |
790 873 883 |
|
162 580 025 |
p.m. |
953 453 908 |
13 04 02 |
Cohesiefonds |
1.2 |
12 499 800 000 |
8 376 043 541 |
|
1 355 917 412 |
12 499 800 000 |
9 731 960 953 |
13 04 03 |
Risicodelingsinstrument gefinancierd uit het Cohesiefonds |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Hoofdstuk 13 04 — Totaal |
|
12 499 800 000 |
9 166 917 424 |
|
1 518 497 437 |
12 499 800 000 |
10 685 414 861 |
Toelichting
Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1) stelt vast onder welke voorwaarden voorschotten die niet leiden tot vermindering van de bijdrage van de structuurfondsen aan de betrokken maatregel, moeten worden terugbetaald. Eventuele ontvangsten als gevolg van deze terugbetaling van voorschotten, die worden opgevoerd onder post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 178 van het Financieel Reglement. Verordening (EG) nr. 1083/2006 stelt de voorwaarden vast voor de terugbetaling van de voorfinanciering voor de periode 2007-2013.
13 04 01
Cohesiefonds — Voltooiing van vroegere projecten (van vóór 2007)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
790 873 883 |
|
162 580 025 |
p.m. |
953 453 908 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het Cohesiefonds betaalbaar te stellen verplichtingen voor 2000 en de voltooiing van de programmeringsperiode 2000-2006.
De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.
Het krediet dient ook voor de financiering van maatregelen van partners als voorbereiding op de volgende programmeringsperiode.
Rechtsgronden
Verordening (EEG) nr. 792/93 van de Raad van 30 maart 1993 tot instelling van een cohesiefinancieringsinstrument (PB L 79 van 1.4.1993, blz. 74).
Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).
Referentiebesluiten
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 158 en 161.
13 04 02
Cohesiefonds
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
12 499 800 000 |
8 376 043 541 |
|
1 355 917 412 |
12 499 800 000 |
9 731 960 953 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de verplichtingen van het Cohesiefonds in de programmeringsperiode 2007-2013.
De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.
Dit krediet dient eveneens ter financiering van acties op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en inspectie die voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1083/2006 nodig zijn, zoals bepaald in artikel 45 van die verordening. Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:
— |
ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen); |
— |
uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties; |
— |
uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie; |
— |
contracten voor dienstverlening en studies; |
— |
subsidies. |
Dit krediet dient ook voor de financiering van maatregelen die de Commissie heeft goedgekeurd in het kader van de voorbereiding van de volgende programmeringsperiode.
Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), zoals gewijzigd bij bijlage 3, punt 7, bij het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma’s en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma’s die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van Verordening (EG) nr. 1085/2006 genoemde afdelingen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad van 11 juli 2006 tot oprichting van het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 79).
Referentiebesluiten
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174 en 177.
HOOFDSTUK 13 05 — PRETOETREDINGSACTIES MET BETREKKING TOT HET STRUCTUURBELEID
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
13 05 |
||||||||
PRETOETREDINGSACTIES MET BETREKKING TOT HET STRUCTUURBELEID |
||||||||
13 05 01 |
||||||||
Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (Instrument for Structural Policies for Pre-accession — ISPA) — Voltooiing van vroegere projecten (2000-2006) |
||||||||
13 05 01 01 |
Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) — Voltooiing van andere vroegere projecten (2000-2006) |
4 |
p.m. |
232 278 493 |
|
|
p.m. |
232 278 493 |
13 05 01 02 |
Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid — Afronding van de pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Artikel 13 05 01 — Subtotaal |
|
p.m. |
232 278 493 |
|
|
p.m. |
232 278 493 |
13 05 02 |
Instrument voor pretoetredingssteun (Instrument for Pre-accession Assistance — IPA) — Regionale ontwikkeling |
4 |
462 000 000 |
90 143 824 |
|
82 590 653 |
462 000 000 |
172 734 477 |
13 05 03 |
||||||||
Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Grensoverschrijdende samenwerking |
||||||||
13 05 03 01 |
Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit subrubriek 1b |
1.2 |
51 491 401 |
50 000 000 |
|
|
51 491 401 |
50 000 000 |
13 05 03 02 |
Grensoverschrijdende samenwerking en deelname van kandidaat en potentiële kandidaat-lidstaten aan de transnationale en interregionale samenwerkingsprogramma’s van de structuurfondsen — Bijdrage uit rubriek 4 |
4 |
36 279 051 |
27 675 735 |
|
4 552 241 |
36 279 051 |
32 227 976 |
|
Artikel 13 05 03 — Subtotaal |
|
87 770 452 |
77 675 735 |
|
4 552 241 |
87 770 452 |
82 227 976 |
|
Hoofdstuk 13 05 — Totaal |
|
549 770 452 |
400 098 052 |
|
87 142 894 |
549 770 452 |
487 240 946 |
13 05 02
Instrument voor pretoetredingssteun (Instrument for Pre-accession Assistance — IPA) — Regionale ontwikkeling
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
462 000 000 |
90 143 824 |
|
82 590 653 |
462 000 000 |
172 734 477 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de steun van de Unie aan de kandidaat-landen die onder het IPA vallen, voor hun geleidelijke aanpassing aan de normen en het beleid van de Unie, waar van toepassing met inbegrip van het acquis van de Unie, met het oog op toetreding.
Met de component „regionale ontwikkeling” worden landen gesteund die een beleid ontwikkelen en voorbereiden voor de tenuitvoerlegging en het beheer van het cohesiebeleid van de Unie, in het bijzonder bij hun voorbereiding voor de structuurfondsen.
Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), zoals gewijzigd bij bijlage 3, punt 7, bij het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma’s en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma’s die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van Verordening (EG) nr. 1085/2006 genoemde afdelingen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).
13 05 03
Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Grensoverschrijdende samenwerking
13 05 03 02
Grensoverschrijdende samenwerking en deelname van kandidaat en potentiële kandidaat-lidstaten aan de transnationale en interregionale samenwerkingsprogramma’s van de structuurfondsen — Bijdrage uit rubriek 4
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
36 279 051 |
27 675 735 |
|
4 552 241 |
36 279 051 |
32 227 976 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) voor grensoverschrijdende samenwerkingsprojecten en de technische bijstand die buiten de Commissie wordt geleverd en nodig is voor de tenuitvoerlegging in de kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten.
Dit krediet dient ook ter dekking van de IPA-bijdrage voor de deelname van de kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten aan de relevante transnationale en interregionale samenwerkingsprogramma’s.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).
TITEL 14
BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
14 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE” |
|
56 870 394 |
56 870 394 |
|
|
56 870 394 |
56 870 394 |
14 02 |
BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE |
1 |
3 500 000 |
2 372 206 |
|
325 160 |
3 500 000 |
2 697 366 |
14 03 |
INTERNATIONALE ASPECTEN VAN BELASTINGEN EN DOUANE |
4 |
1 250 000 |
1 581 471 |
|
|
1 250 000 |
1 581 471 |
14 04 |
DOUANEBELEID |
1 |
53 000 000 |
33 112 040 |
|
5 852 881 |
53 000 000 |
38 964 921 |
14 05 |
BELASTINGBELEID |
1 |
30 000 000 |
17 791 544 |
|
3 901 921 |
30 000 000 |
21 693 465 |
|
Titel 14 — Totaal |
|
144 620 394 |
111 727 655 |
|
10 079 962 |
144 620 394 |
121 807 617 |
HOOFDSTUK 14 02 — BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
14 02 |
||||||||
BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE |
||||||||
14 02 01 |
Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt |
1.1 |
3 500 000 |
2 372 206 |
|
325 160 |
3 500 000 |
2 697 366 |
|
Hoofdstuk 14 02 — Totaal |
|
3 500 000 |
2 372 206 |
|
325 160 |
3 500 000 |
2 697 366 |
14 02 01
Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
3 500 000 |
2 372 206 |
|
325 160 |
3 500 000 |
2 697 366 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van uitgaven als gevolg van maatregelen die moeten bijdragen tot de voltooiing, de werking en de ontwikkeling van de interne markt.
Het ondersteunt het douane- en belastingbeleid van de Unie en omvat maatregelen die niet kunnen worden gefinancierd uit het programma Douane 2013 en het programma Fiscalis 2013.
Op het gebied van belastingen en douane dient dit krediet in de eerste plaats ter dekking van uitgaven voor:
— |
de kosten van advies, studies, analysen en effectbeoordelingen; |
— |
activiteiten op het gebied van de indeling van goederen in het douanetarief en de inzameling van gegevens; |
— |
investeringen in software; |
— |
de productie en ontwikkeling van publiciteits-, bewustmakings- en opleidingsmateriaal. |
Rechtsgronden
Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied zoals vastgelegd in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
HOOFDSTUK 14 04 — DOUANEBELEID
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
14 04 |
||||||||
DOUANEBELEID |
||||||||
14 04 01 |
Voltooiing van eerdere douaneprogramma’s |
1.1 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
14 04 02 |
Douane 2013 |
1.1 |
53 000 000 |
33 112 040 |
|
5 852 881 |
53 000 000 |
38 964 921 |
|
Hoofdstuk 14 04 — Totaal |
|
53 000 000 |
33 112 040 |
|
5 852 881 |
53 000 000 |
38 964 921 |
14 04 02
Douane 2013
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
53 000 000 |
33 112 040 |
|
5 852 881 |
53 000 000 |
38 964 921 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de tenuitvoerlegging van het programma Douane 2013 en met name de financiering van gezamenlijke acties, IT-acties en overige acties.
Met dit doel dient dit krediet met name ter dekking van:
— |
de aanschaf-, ontwikkelings-, installatie-, onderhouds- en dagelijkse exploitatiekosten van de uniale componenten van de communicatie- en informatie-uitwisselingssystemen, namelijk: het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI), met inbegrip van de communicatiekosten in verband met het antifraude-informatiesysteem (AFIS); het geautomatiseerde systeem voor douanevervoer (CTS); de tariefsystemen, met name het systeem voor gegevensverspreiding (DDS), de gecombineerde nomenclatuur (GN), het informatiesysteem betreffende het geïntegreerde tarief van de Gemeenschap (Taric), het Europees systeem betreffende bindende tariefinlichtingen (EBTI), het systeem voor de bewaking van tariefcontingenten (TQS), het informatiesysteem inzake ontheffingen (Suspensions), het systeem voor het beheer van zegelmodellen (SMS), het informatiesysteem inzake veredelingsprocedures (ISPP), de Europese douanelijst van chemische stoffen (ECICS) en het systeem van geregistreerde exporteurs (REX); het systeem ter verbetering van de veiligheid als omschreven in Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1), met inbegrip van het uniale systeem voor risicobeheer, het uitvoercontrolesysteem (ECS), het invoercontrolesysteem (ICS) en het systeem inzake geautoriseerde marktdeelnemers (AEO); alle nieuwe douanegerelateerde communicatie- en informatie-uitwisselingssystemen, met inbegrip van elektronische douanesystemen die in het kader van de uniale wetgeving worden opgezet en in het werkprogramma zijn opgenomen; |
— |
de kosten van voorbereidende werkzaamheden, follow-up, toezicht, audits en evaluaties die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma en voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma, met name studies, bijeenkomsten, voorlichtings- en publiciteitscampagnes, kosten van IT-netwerken voor de uitwisseling van informatie; |
— |
de reis- en verblijfkosten van de ambtenaren van de deelnemende landen in verband met benchmarkingactiviteiten, werkbezoeken, seminars, workshops, project- en stuurgroepen, opleidings- en monitoringactiviteiten; |
— |
de organisatiekosten van seminars, workshops en soortgelijke vergaderingen; |
— |
de reis- en verblijfkosten in verband met de deelname van ad hoc deskundigen en andere deelnemers; |
— |
de aanschaf-, ontwikkelings-, installatie- en onderhoudskosten van opleidingssystemen en -modules voor zover deze gemeenschappelijk zijn voor alle deelnemende landen; |
— |
de kosten van alle overige activiteiten die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma. |
Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaat-lidstaten op de westelijke Balkan, aan uniale programma’s tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Wanneer de deelneming van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en eventuele potentiële kandidaat-lidstaten op de westelijke Balkan, aan douanesamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23).
Besluit 2000/305/EG van de Raad van 30 maart 2000 inzake de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 102 van 27.4.2000, blz. 50).
Besluit 2000/506/EG van de Raad van 31 juli 2000 inzake de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 35).
Beschikking nr. 624/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot vaststelling van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane 2013) (PB L 154 van 14.6.2007, blz. 25).
Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven (PB L 23 van 26.1.2008, blz. 21).
Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) (PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1).
HOOFDSTUK 14 05 — BELASTINGBELEID
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
14 05 |
||||||||
BELASTINGBELEID |
||||||||
14 05 02 |
Automatisering van de accijnzen (EMCS) |
1.1 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
14 05 03 |
Fiscalis 2013 |
1.1 |
30 000 000 |
17 791 544 |
|
3 901 921 |
30 000 000 |
21 693 465 |
|
Hoofdstuk 14 05 — Totaal |
|
30 000 000 |
17 791 544 |
|
3 901 921 |
30 000 000 |
21 693 465 |
14 05 03
Fiscalis 2013
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
30 000 000 |
17 791 544 |
|
3 901 921 |
30 000 000 |
21 693 465 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de tenuitvoerlegging van het programma Fiscalis 2013, en met name de financiering van gezamenlijke acties, IT-acties en overige acties.
Het dekt met name:
— |
de aanschaf-, ontwikkelings-, installatie-, onderhouds- en dagelijkse exploitatiekosten van de uniale componenten van de communicatie- en informatie-uitwisselingssystemen, namelijk: het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI); het btw-informatie-uitwisselingssysteem (VIES); accijnssystemen; het systeem voor toezicht op het verkeer van accijnsgoederen (EMCS); alle nieuwe belastinggerelateerde communicatie- en informatie-uitwisselingssystemen die in het kader van de uniale/communautaire wetgeving worden opgezet en in het werkprogramma zijn opgenomen; |
— |
de kosten van voorbereidende werkzaamheden, follow-up, toezicht, audits en evaluaties die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma en voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma, met name studies, bijeenkomsten, voorlichtings- en publiciteitscampagnes, en kosten van IT-netwerken voor de uitwisseling van informatie; |
— |
de reis- en verblijfkosten van de ambtenaren van de deelnemende landen in verband met multilaterale controles, werkbezoeken, seminars, projectgroepen; |
— |
de organisatiekosten voor seminars en soortgelijke vergaderingen; |
— |
de reis- en verblijfkosten in verband met de deelname van ad hoc deskundigen en andere deelnemers; |
— |
de aanschaf-, ontwikkelings-, installatie- en onderhoudskosten van opleidingssystemen en –modules voor zover deze gemeenschappelijk zijn voor alle deelnemende landen; |
— |
de kosten van alle overige activiteiten die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma. |
Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaat-lidstaten op de westelijke Balkan, aan uniale programma’s tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Wanneer de deelneming van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten op de westelijke Balkan, aan douanesamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 218/92 (PB L 264 van 15.10.2003, blz. 1).
Beschikking nr. 1482/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007 tot vaststelling van een communautair programma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de interne markt (Fiscalis-2013) (PB L 330 van 15.12.2007, blz. 1).
TITEL 15
ONDERWIJS EN CULTUUR
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
15 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERWIJS EN CULTUUR” |
|
123 492 923 |
123 492 923 |
|
|
123 492 923 |
123 492 923 |
15 02 |
EEN LEVEN LANG LEREN, MET INBEGRIP VAN MEERTALIGHEID |
|
1 417 215 664 |
1 246 289 741 |
|
81 940 332 |
1 417 215 664 |
1 328 230 073 |
15 04 |
ONTWIKKELING VAN CULTURELE EN AUDIOVISUELE SAMENWERKING IN EUROPA |
|
175 715 000 |
155 120 291 |
|
3 901 920 |
175 715 000 |
159 022 211 |
15 05 |
AANMOEDIGING EN BEVORDERING VAN SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN JEUGD EN SPORT |
3 |
149 650 000 |
130 277 227 |
|
|
149 650 000 |
130 277 227 |
15 07 |
MENSEN — PROGRAMMA VOOR DE MOBILITEIT VAN ONDERZOEKERS |
1 |
963 502 000 |
726 774 900 |
|
29 264 405 |
963 502 000 |
756 039 305 |
|
Titel 15 — Totaal |
|
2 829 575 587 |
2 381 955 082 |
|
115 106 657 |
2 829 575 587 |
2 497 061 739 |
HOOFDSTUK 15 02 — EEN LEVEN LANG LEREN, MET INBEGRIP VAN MEERTALIGHEID
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
15 02 |
||||||||
EEN LEVEN LANG LEREN, MET INBEGRIP VAN MEERTALIGHEID |
||||||||
15 02 02 |
Erasmus Mundus |
1.1 |
110 791 000 |
86 140 726 |
|
3 901 921 |
110 791 000 |
90 042 647 |
15 02 03 |
Samenwerking met derde landen op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding |
4 |
1 024 000 |
3 162 941 |
|
|
1 024 000 |
3 162 941 |
15 02 09 |
Voltooiing van vorige programma’s op het gebied van onderwijs en opleiding |
1.1 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
15 02 11 |
||||||||
Europees Instituut voor innovatie en technologie |
||||||||
15 02 11 01 |
Europees Instituut voor innovatie en technologie — Bestuursstructuur |
1.1 |
4 765 110 |
4 215 716 |
|
|
4 765 110 |
4 215 716 |
15 02 11 02 |
Europees Instituut voor innovatie en technologie — Kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG's) |
1.1 |
118 300 000 |
90 015 023 |
|
|
118 300 000 |
90 015 023 |
|
Artikel 15 02 11 — Subtotaal |
|
123 065 110 |
94 230 739 |
|
|
123 065 110 |
94 230 739 |
15 02 22 |
Programma Een leven lang leren |
1.1 |
1 140 924 154 |
1 021 389 000 |
|
78 038 411 |
1 140 924 154 |
1 099 427 411 |
15 02 23 |
Voorbereidende actie — Programma van het type „Erasmus” voor leerlingen |
1.1 |
— |
275 000 |
|
|
— |
275 000 |
15 02 25 |
||||||||
Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding |
||||||||
15 02 25 01 |
Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding — Bijdrage voor titels 1 en 2 |
1.1 |
12 430 000 |
12 430 000 |
|
|
12 430 000 |
12 430 000 |
15 02 25 02 |
Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding — Bijdrage voor titel 3 |
1.1 |
4 954 900 |
4 954 900 |
|
|
4 954 900 |
4 954 900 |
|
Artikel 15 02 25 — Subtotaal |
|
17 384 900 |
17 384 900 |
|
|
17 384 900 |
17 384 900 |
15 02 27 |
||||||||
Europese Stichting voor opleiding |
||||||||
15 02 27 01 |
Europese Stichting voor opleiding — Bijdrage voor titels 1 en 2 |
4 |
15 081 500 |
15 081 500 |
|
|
15 081 500 |
15 081 500 |
15 02 27 02 |
Europese Stichting voor opleiding — Bijdrage voor titel 3 |
4 |
4 945 000 |
5 445 000 |
|
|
4 945 000 |
5 445 000 |
|
Artikel 15 02 27 — Subtotaal |
|
20 026 500 |
20 526 500 |
|
|
20 026 500 |
20 526 500 |
15 02 30 |
Proefproject — Europees nabuurschapsbeleid — Verbetering van onderwijs door beurzen en uitwisselingen |
1.1 |
— |
— |
|
|
— |
— |
15 02 31 |
Proefproject ter dekking van de kosten van studies voor specialisatie in het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en gerelateerde academische activiteiten, zoals de oprichting van een ENB-leerstoel in het Europacollege (in Natolin) |
1.1 |
p.m. |
579 935 |
|
|
p.m. |
579 935 |
15 02 32 |
Proefproject — Europees nabuurschapsbeleid — Verbetering van onderwijs door beurzen en uitwisselingen |
1.1 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
15 02 33 |
Voorbereidende actie ter dekking van de studiekosten van personen die gespecialiseerd zijn in het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en voor daarmee verband houdende academische activiteiten en andere onderwijsmodules, onder meer de ENB-leerstoel in het Europacollege in Natolin |
1.1 |
4 000 000 |
2 600 000 |
|
|
4 000 000 |
2 600 000 |
|
Hoofdstuk 15 02 — Totaal |
|
1 417 215 664 |
1 246 289 741 |
|
81 940 332 |
1 417 215 664 |
1 328 230 073 |
15 02 02
Erasmus Mundus
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
110 791 000 |
86 140 726 |
|
3 901 921 |
110 791 000 |
90 042 647 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het Erasmus Mundus II-programma (2009-2013), en van de voltooiing van acties in het kader van het vorige Erasmus Mundus-programma (2004-2008). De doelstellingen van het Erasmus Mundus II-programma zijn:
— |
de gestructureerde samenwerking tussen instellingen voor hoger onderwijs en academisch personeel in Europa en derde landen bevorderden met de bedoeling uitmuntendheidscentra te creëren en hoogopgeleide mensen af te leveren; |
— |
een pool van goed gekwalificeerde, ruimdenkende en internationaal ervaren vrouwen en mannen creëren en zodoende bijdragen tot de wederzijdse verrijking van samenlevingen door de mobiliteit te bevorderen van de meest getalenteerde studenten en academici uit derde landen om in de Unie kwalificaties en/of ervaring te verwerven enerzijds en van de meest getalenteerde Europese studenten en academici om in derde landen kwalificaties en/of ervaring te verwerven anderzijds; |
— |
door middel van grotere mobiliteitsstromen tussen de Unie en derde landen bijdragen aan de ontwikkeling van human resources en aan de capaciteit van instellingen voor hoger onderwijs in derde landen om op internationaal vlak samen te werken; |
— |
de toegankelijkheid en de zichtbaarheid van het Europees hoger onderwijs in de wereld verbeteren, en het aantrekkelijker maken voor onderdanen van derde landen; |
— |
samenwerking tussen instellingen voor hoger onderwijs aanzwengelen en de uitwisseling verbeteren van universitair personeel en studenten in Europa en de landen van het Europees nabuurschapsbeleid, zowel uit landen in het Zuiden als in het Oosten. |
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Besluit nr. 2317/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 december 2003 tot invoering van een programma voor de verhoging van de kwaliteit van het hoger onderwijs en de bevordering van het intercultureel begrip door middel van samenwerking met derde landen (Erasmus Mundus) (2004-2008) (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 1).
Besluit nr. 1298/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot invoering van het actieprogramma Erasmus Mundus 2009-2013 voor de verhoging van de kwaliteit van het hoger onderwijs en de bevordering van het intercultureel begrip door middel van samenwerking met derde landen (PB L 340 van 19.12.2008, blz. 83).
15 02 22
Programma Een leven lang leren
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
1 140 924 154 |
1 021 389 000 |
|
78 038 411 |
1 140 924 154 |
1 099 427 411 |
Toelichting
Overeenkomstig het besluit tot vaststelling van een actieprogramma op het gebied van een leven lang leren dient dit krediet ter dekking van de specifieke programma’s en de volgende horizontale acties:
— |
Comenius: voor activiteiten ten aanzien van het algemeen vormend onderwijs tot en met de tweede fase van het voortgezet onderwijs; |
— |
Erasmus: voor onderwijs- en vervolmakingsactiviteiten in het hoger onderwijs, een verhoging van het aantal beurzen en de financiering ervan in het kader van de Erasmusprogramma’s; |
— |
Leonardo da Vinci: voor alle aspecten van beroepsonderwijs en -opleiding; |
— |
Grundtvig: voor volwasseneneducatie; |
— |
Jean Monnet: projecten die het onderzoek naar en het onderwijs en debat over het Europees integratieproces in instellingen voor hoger onderwijs stimuleren, en subsidies voor exploitatiekosten van bepaalde belangrijke instellingen en verenigingen; |
— |
een transversaal programma: omvat vier kernactiviteiten die betrekking hebben op de beleidsvraagstukken, specifieke maatregelen voor het leren van talen en ICT-gerelateerde activiteiten behelzen (voor zover die niet onder de specifieke programma’s vallen) en in activiteiten voor de verspreiding van de resultaten op ruimere schaal voorzien. Met bijzondere onderwijsbehoeften voor personen met een handicap of een „dys”-aandoening kan in alle bovenstaande sectorale programma’s rekening worden gehouden. |
— |
Brain trust: Een deel van de verhoging dient ter ondersteuning van Braintrust, een instrument voor het online delen van kennis voor universiteitsstudenten, waarmee studenten een pagina kunnen aanmaken met hun profiel en „academisch CV”, met inbegrip van gevolgde vakken, publicaties, referenties en sleutelwoorden om de interesses van de student aan te geven. Het Braintrustplatform biedt studenten een overzicht van hun vakgebied en de mogelijkheid om te communiceren en samen te werken op basis van hun academische interesses met mensen in andere landen, aan andere universiteiten, in andere vakgebieden en met andere onderwijsniveaus, ongeacht hun huidige onderwijsinstelling en geografische locatie. Het platform draagt bij aan het versterken van een paneuropese identiteit en bewustzijn onder de jonge generatie Europese burgers. Het dient voor het verwezenlijken van een Europese dimensie voor de nationale hogeronderwijsstelsels, ter ondersteuning van de doelstelling van het ontwikkelen van de Gemeenschap als kennismaatschappij, als omschreven in het programma Een leven lang leren 2007-2013, en om een bijdrage te leveren aan de invoering van een Europese hogeronderwijsruimte, als onderdeel van het proces van Bologna. |
— |
Wetenschappelijk en technologisch onderwijs in een vroeg stadium in Europa: Een deel van de verhoging dient ter ondersteuning van een project of actie voor de verbetering van het wetenschappelijk en technologisch onderwijs in een vroeg stadium in Europa. Visie: In de eerste formatieve periode (3-6 jaar) doen alle kinderen ervaringen op met wetenschappelijke basisconcepten, om hun nieuwsgierigheid te bevredigen. De actie is gericht op het steunen van de lidstaten bij de ontwikkeling van nationale strategieën op het gebied van wetenschappelijk onderwijs in een vroeg stadium. |
— |
Europees Universitair Instituut (EUI): Een deel van de verhoging dient ter dekking van onder meer de bijkomende uitgaven in verband met de activiteiten van het EUI, overeenkomstig artikel 36, lid 2, onder b), van Besluit nr. 1720/2006 tot vaststelling van een actieprogramma op het gebied van een leven lang leren. Een aanvullende bijdrage moet worden toegewezen aan het programma Mondiale governance van het EUI. Het programma is in 2010 van start gegaan en de activiteiten worden momenteel geconsolideerd en uitgebreid. Deze verhoging dient om de PhD-opleidingen van het EUI op het gebied van mondiale governance en mondiale aangelegenheden te verbeteren en te verbreden; de Europese academie voor mondiale governance uit te breiden op het gebied van trainingen, discussies en debatten op topniveau; het aantal lagere en hogere postdoctorale bursalen die gespecialiseerd zijn op dit terrein te verhogen; bij de EUI een significant aantal wetenschappers aan te stellen afkomstig van universiteiten en onderzoekscentra uit de lidstaten en van internationale instellingen; de verschillende vormen van onderling gerelateerd basis- en toegepast onderzoek op het gebied van mondiale governance verder te vergroten; een groot aantal verschillende evenementen, conferenties en beleidsseminars op hoog niveau op het gebied van mondiale governance te organiseren en te ondersteunen; en het Europees Netwerk van mondiale governance verder te consolideren, alsmede de activiteiten van het programma te verspreiden. |
Een deel van dit krediet dient ter dekking van de bevordering van universitair onderwijs voor studenten met een Roma-achtergrond om hen omvattende steun te bieden ter oplossing van hun unieke uitdagingen en om uitval uit het universitaire onderwijs te voorkomen; de ondersteuning omvat studiebeurzen, studieondersteuning, begeleiding en bijkomende training in professionele ontwikkeling en taalkundige vaardigheden.
Een deel van dit krediet dient tevens ter financiering van een Qualified Master Degree bij Europese universiteiten die daarvoor in aanmerking komen, die een belangrijk instrument zal vormen voor de automatische erkenning door alle lidstaten en waarbij een gemeenschappelijk kerncurriculum op masterniveau moet worden doorlopen. Een Europese aanduiding van Qualified Master Degree zal worden verleend indien wordt voldaan aan een aantal criteria op het gebied van kwaliteit en uitmuntendheid. Het initiatief zal de academische erkenning van mastertitels in de hele EU stimuleren en zal een belangrijk instrument vormen voor het verwezenlijken van een effectieve Europese hogeronderwijsruimte, zoals benadrukt op de recente ministersconferentie van het proces van Bologna te Boekarest in april 2012, alsmede in het initiatiefverslag van het EP van maart 2012. Het zal worden uitgevoerd door universiteiten van verschillende lidstaten en zal als bijkomend resultaat leiden tot vergelijkbaarheid van curricula, programma’s en onderwijsresultaten van de dienovereenkomstige bachelorgraden.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1720/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van een actieprogramma op het gebied van een leven lang leren (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 45).
HOOFDSTUK 15 04 — ONTWIKKELING VAN CULTURELE EN AUDIOVISUELE SAMENWERKING IN EUROPA
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
15 04 |
||||||||
ONTWIKKELING VAN CULTURELE EN AUDIOVISUELE SAMENWERKING IN EUROPA |
||||||||
15 04 09 |
||||||||
Afronding van voorgaande programma’s/acties |
||||||||
15 04 09 01 |
Voltooiing van vorige programma’s/acties op het gebied van cultuur en taal |
3.2 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
15 04 09 02 |
Voltooiing van voorgaande Media-programma’s |
3.2 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
|
Artikel 15 04 09 — Subtotaal |
|
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
15 04 10 |
Proefproject — Economie van de culturele verscheidenheid |
3.2 |
250 000 |
350 000 |
|
|
250 000 |
350 000 |
15 04 44 |
Programma „Cultuur” (2007-2013) |
3.2 |
59 356 000 |
50 014 007 |
|
2 276 120 |
59 356 000 |
52 290 127 |
15 04 45 |
Proefproject — Mobiliteit van kunstenaars |
3.2 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
15 04 46 |
Voorbereidende actie — Cultuur in de externe relaties |
3.2 |
200 000 |
200 000 |
|
|
200 000 |
200 000 |
15 04 48 |
Proefproject — Een Europees platform voor festivals |
3.2 |
1 000 000 |
500 000 |
|
|
1 000 000 |
500 000 |
15 04 50 |
Europees erfgoedlabel |
3.2 |
300 000 |
260 696 |
|
|
300 000 |
260 696 |
15 04 66 |
||||||||
Media 2007 — Programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector |
||||||||
15 04 66 01 |
Media 2007 — Programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector |
3.2 |
108 109 000 |
98 248 860 |
|
1 625 800 |
108 109 000 |
99 874 660 |
15 04 66 02 |
Voorbereidende actie — Uitvoering van de programma’s in het kader van Media 2007 in derde landen |
4 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
15 04 66 03 |
Voorbereidende actie — Verspreiding van audiovisuele werken in een digitale omgeving |
3.2 |
2 000 000 |
1 000 000 |
|
|
2 000 000 |
1 000 000 |
|
Artikel 15 04 66 — Subtotaal |
|
110 109 000 |
99 248 860 |
|
1 625 800 |
110 109 000 |
100 874 660 |
15 04 68 |
Media Mundus |
3.2 |
4 500 000 |
4 546 728 |
|
|
4 500 000 |
4 546 728 |
15 04 70 |
Proefproject — Huis van de Europese geschiedenis |
3.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Hoofdstuk 15 04 — Totaal |
|
175 715 000 |
155 120 291 |
|
3 901 920 |
175 715 000 |
159 022 211 |
15 04 44
Programma „Cultuur” (2007-2013)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
59 356 000 |
50 014 007 |
|
2 276 120 |
59 356 000 |
52 290 127 |
Toelichting
Overeenkomstig het programma „Cultuur 2007-2013” dient dit krediet ter dekking van de volgende acties:
— |
steun voor projecten voor culturele samenwerking op alle gebieden van kunst en cultuur behalve op audiovisueel gebied; |
— |
steun voor de werkingskosten van organisaties die op Europees niveau actief zijn op cultureel gebied; |
— |
ondersteuning van analysewerkzaamheden en de verzameling en de verspreiding van informatie op het gebied van de culturele samenwerking; |
— |
steun voor projecten inzake literaire vertaling uit één Europese taal in een andere; |
— |
steun voor bedreigde talen in Europa in de vorm van bijvoorbeeld projecten en netwerken voor de verstrekking van lesmateriaal, opleiding van leerkrachten, gebruik van bedreigde talen als onderwijstaal, het opnieuw leven inblazen van talen en uitwisseling van optimale werkmethoden, enz. |
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig in artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen. Zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1855/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling van het programma „Cultuur” (2007-2013) (PB L 372 van 27.12.2006, blz. 1).
15 04 66
Media 2007 — Programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector
15 04 66 01
Media 2007 — Programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
108 109 000 |
98 248 860 |
|
1 625 800 |
108 109 000 |
99 874 660 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de volgende acties:
— |
steun voor de preproductiefase:
|
— |
steun voor de postproductiefase:
|
— |
steun voor innovatie en mogelijkheden om het programma aan te passen aan technologische veranderingen. Actie: proefprojecten inzake ondersteuning, met name met betrekking tot digitale technologieën, alsook ondersteuning van de digitalisering van bioscopen; |
— |
steun voor een netwerk van voorlichtingsbureaus (Media-desks) in heel Europa; |
— |
steun voor het Europees Waarnemingscentrum voor de audiovisuele sector. |
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma’s, en die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement.
Overeenkomstig Besluit nr. 1718/2006/EG zal een deel van de kredieten van deze post worden gebruikt ter bevordering en ondersteuning van initiatieven voor beeldeducatie door jongerenfestivals, waarbij nauw wordt samengewerkt met scholen en andere instellingen. Organisaties van de openbare en de privésector die deskundigheid en Europese ervaring hebben op het vlak van mediageletterdheid, kunnen begunstigden zijn.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1718/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 betreffende de uitvoering van een programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector (Media 2007) (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 12).
Zie ook post 15 01 04 31.
HOOFDSTUK 15 07 — MENSEN — PROGRAMMA VOOR DE MOBILITEIT VAN ONDERZOEKERS
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
15 07 |
||||||||
MENSEN — PROGRAMMA VOOR DE MOBILITEIT VAN ONDERZOEKERS |
||||||||
15 07 77 |
Burgers |
1.1 |
963 502 000 |
726 275 000 |
|
29 264 405 |
963 502 000 |
755 539 405 |
15 07 78 |
Kredieten afkomstig van de deelneming van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
15 07 79 |
Proefproject — Kennispartnerschappen |
1.1 |
p.m. |
499 900 |
|
|
p.m. |
499 900 |
|
Hoofdstuk 15 07 — Totaal |
|
963 502 000 |
726 774 900 |
|
29 264 405 |
963 502 000 |
756 039 305 |
15 07 77
Burgers
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
963 502 000 |
726 275 000 |
|
29 264 405 |
963 502 000 |
755 539 405 |
Toelichting
Europa moet aantrekkelijker worden voor onderzoekers teneinde zijn capaciteit en prestaties op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling te vergroten en de Europese Onderzoeksruimte te consolideren en verder te ontwikkelen. Tegen de achtergrond van groeiende concurrentie op wereldniveau moet een open en concurrerende Europese arbeidsmarkt voor onderzoekers met gediversifieerde, aantrekkelijke loopbaanvooruitzichten worden gecreëerd.
De steunverlening door het specifieke programma „Mensen” (geïmplementeerd door de Marie Curie-acties, de Nacht van de onderzoekers en de Euraxess-actie) heeft als toegevoegde waarde dat de internationale, interdisciplinaire en intersectorale mobiliteit van onderzoekers, een belangrijke aanjager van Europese innovatie, wordt bevorderd. Tevens bevorderen de Marie Curie-acties een intensievere samenwerking tussen onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven in verschillende landen op het gebied van opleiding en loopbaanontwikkeling van onderzoekers: zij verbreden hun vaardigheden en bereiden hen beter voor op de banen van de toekomst. De Marie Curie-acties versterken het partnerschap tussen onderwijs en bedrijfsleven met het oog op een betere kennisuitwisseling en de bevordering van opleidingen tot doctor die op de behoeften van de bedrijven zijn toegesneden. Door de arbeidsvoorwaarden te verbeteren in overeenstemming met het handvest en de code voor Europese onderzoekers, wordt een loopbaan als onderzoeker in Europa aantrekkelijker gemaakt.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Dit krediet dient ook ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.
Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/973/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Mensen” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 272).
TITEL 17
GEZONDHEIDSZORG EN CONSUMENTENBESCHERMING
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||
17 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „GEZONDHEID EN CONSUMENTENBESCHERMING” |
115 811 124 |
115 811 124 |
|
|
115 811 124 |
115 811 124 |
17 02 |
CONSUMENTENBELEID |
20 700 000 |
19 129 963 |
|
|
20 700 000 |
19 129 963 |
17 03 |
VOLKSGEZONDHEID |
225 583 000 |
212 986 169 |
|
5 852 882 |
225 583 000 |
218 839 051 |
17 04 |
VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN |
272 276 000 |
245 206 536 |
|
|
272 276 000 |
245 206 536 |
|
Titel 17 — Totaal |
634 370 124 |
593 133 792 |
|
5 852 882 |
634 370 124 |
598 986 674 |
HOOFDSTUK 17 03 — VOLKSGEZONDHEID
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
17 03 |
||||||||
VOLKSGEZONDHEID |
||||||||
17 03 01 |
||||||||
Maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid |
||||||||
17 03 01 01 |
Voltooiing van het programma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008) |
3.2 |
p.m. |
2 965 257 |
|
|
p.m. |
2 965 257 |
|
Artikel 17 03 01 — Subtotaal |
|
p.m. |
2 965 257 |
|
|
p.m. |
2 965 257 |
17 03 03 |
||||||||
Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding |
||||||||
17 03 03 01 |
Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding — Bijdrage aan titels 1 en 2 |
3.2 |
37 390 000 |
37 390 000 |
|
|
37 390 000 |
37 390 000 |
17 03 03 02 |
Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding — Bijdrage aan titel 3 |
3.2 |
19 337 000 |
19 337 000 |
|
|
19 337 000 |
19 337 000 |
|
Artikel 17 03 03 — Subtotaal |
|
56 727 000 |
56 727 000 |
|
|
56 727 000 |
56 727 000 |
17 03 04 |
Voorbereidende actie — Volksgezondheid |
3.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 03 05 |
Internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van de volksgezondheid en de bestrijding van tabaksgebruik |
4 |
192 000 |
189 776 |
|
|
192 000 |
189 776 |
17 03 06 |
Actie van de Unie op het gebied van gezondheid |
3.2 |
49 800 000 |
38 054 136 |
|
5 852 882 |
49 800 000 |
43 907 018 |
17 03 07 |
||||||||
Europese Autoriteit voor voedselveiligheid |
||||||||
17 03 07 01 |
Europese Autoriteit voor voedselveiligheid — Bijdrage aan titels 1 en 2 |
3.2 |
46 890 000 |
46 890 000 |
|
|
46 890 000 |
46 890 000 |
17 03 07 02 |
Europese Autoriteit voor voedselveiligheid — Bijdrage aan titel 3 |
3.2 |
27 444 000 |
24 980 000 |
|
|
27 444 000 |
24 980 000 |
|
Artikel 17 03 07 — Subtotaal |
|
74 334 000 |
71 870 000 |
|
|
74 334 000 |
71 870 000 |
17 03 08 |
Proefproject — Nieuwe werkgelegenheidssituatie in de gezondheidszorg: beste praktijken voor het verbeteren van de beroepsopleiding en de kwalificaties van werkers in de gezondheidszorg en hun salaris |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 03 09 |
Proefproject — Onderzoek op het gebied van gezondheid, milieu, vervoer en klimaatverandering (HETC) — Verbetering van de kwaliteit van binnen- en buitenlucht |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 03 10 |
||||||||
Europees Geneesmiddelenbureau |
||||||||
17 03 10 01 |
Europees Geneesmiddelenbureau — Bijdrage aan titels 1 en 2 |
1.1 |
6 165 000 |
6 165 000 |
|
|
6 165 000 |
6 165 000 |
17 03 10 02 |
Europees Geneesmiddelenbureau — Bijdrage aan titel 3 |
1.1 |
27 065 000 |
27 065 000 |
|
|
27 065 000 |
27 065 000 |
17 03 10 03 |
Speciale bijdrage voor weesgeneesmiddelen |
1.1 |
6 000 000 |
6 000 000 |
|
|
6 000 000 |
6 000 000 |
|
Artikel 17 03 10 — Subtotaal |
|
39 230 000 |
39 230 000 |
|
|
39 230 000 |
39 230 000 |
17 03 11 |
Proefproject — Consumptie van fruit en groenten |
2 |
— |
500 000 |
|
|
— |
500 000 |
17 03 12 |
Proefproject — Een gezonde voeding: jonge kinderen en een vergrijzende bevolking |
2 |
1 000 000 |
700 000 |
|
|
1 000 000 |
700 000 |
17 03 13 |
Proefproject — Ontwikkeling en toepassing van succesvolle preventiestrategieën voor type 2-diabetes |
2 |
— |
200 000 |
|
|
— |
200 000 |
17 03 14 |
Voorbereidende actie — Antimicrobiële resistentie (AMR): onderzoek naar de oorzaken van grootschalig en onjuist gebruik van antibiotica |
2 |
— |
200 000 |
|
|
— |
200 000 |
17 03 15 |
Voorbereidende actie — Oprichting van een Unienetwerk van deskundigen op het gebied van aangepaste zorg voor adolescenten met psychologische problemen |
3.2 |
— |
200 000 |
|
|
— |
200 000 |
17 03 16 |
Proefproject — Europees prevalentieprotocol voor de vroegtijdige opsporing van autismespectrumstoornissen in Europa |
3.2 |
1 300 000 |
650 000 |
|
|
1 300 000 |
650 000 |
17 03 17 |
Proefproject — Bevordering van zelfzorgsystemen in de Unie |
3.2 |
1 000 000 |
500 000 |
|
|
1 000 000 |
500 000 |
17 03 18 |
Proefproject — Genderspecifieke mechanismen bij coronaire hartziekten in Europa |
3.2 |
1 000 000 |
500 000 |
|
|
1 000 000 |
500 000 |
17 03 19 |
Voorbereidende actie — Consumptie van fruit en groenten |
2 |
1 000 000 |
500 000 |
|
|
1 000 000 |
500 000 |
|
Hoofdstuk 17 03 — Totaal |
|
225 583 000 |
212 986 169 |
|
5 852 882 |
225 583 000 |
218 839 051 |
17 03 06
Actie van de Unie op het gebied van gezondheid
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
49 800 000 |
38 054 136 |
|
5 852 882 |
49 800 000 |
43 907 018 |
Toelichting
Het tweede programma op het gebied van gezondheid verving het vorige bij Besluit nr. 1786/2002/EG ingestelde programma en betreft de periode 2008-2013.
Wat het aspect gezondheid betreft, werd het programma in 2008 vooral gericht op drie pijlers waarvoor maatregelen op uniaal niveau van essentieel belang zijn.
1. Gezondheidsinformatie
Deze pijler heeft tot doel het verzamelen, analyseren, uitwisselen en verspreiden van gezondheidsgerelateerde informatie in de Unie, ook inzake handicaps en „dys”-aandoeningen, te verbeteren; dat is nodig om voor het gezondheidsbeleid een stevige basis te bieden, maar eveneens voor professionals bij de uitoefening van hun werk en voor de burgers om voor een gezonde levensstijl te kunnen kiezen.
Verdere acties betreffen onderzoek naar multiple sclerose, waarbij specifiek moet worden onderzocht waarom de aandoening niet evenveel voorkomt in Noord- en Zuid-Europa.
De acties moeten maatregelen omvatten om het onderzoek naar de mogelijke oorzaken van amyotrofische laterale sclerose (ALS) te steunen, met specifieke aandacht voor beroepssport en de mogelijke gevolgen van doping in de sport.
2. Gezondheidsbescherming
Het belangrijkste doel is de burger tegen gezondheidsbedreigingen te beschermen.
Om bedreigingen van de volksgezondheid te vermijden, bijvoorbeeld door overdraagbare ziekten of door chemische of biologische aanvallen, moet snel en doeltreffend kunnen worden gereageerd. De aanpak van dergelijke bedreigingen moet op uniaal niveau doeltreffend worden gecoördineerd. Door de integratie van de Unie op grond van het beginsel van het vrije verkeer is er een grotere behoefte aan waakzaamheid, zodat kan worden gereageerd op ernstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen, zoals vogelgriep of bioterrorisme.
De acties omvatten daarnaast de ontwikkeling van een pan-Europees verklikkernetwerk voor vroegtijdige opsporing van nieuwe risico's op het gebied van allergieën, met specifieke aandacht voor het volgen van trends op het gebied van allergieën, de melding van alle gevallen van zeldzame of nieuwe luchtweg-, voedsel-, drugs- of contactallergieën, de verspreiding van wetenschappelijke inzichten onder beleidsmakers, professionals in de gezondheidszorg en het publiek, alsmede de ontwikkeling van een duurzaam systeem voor een betere signalering en correcte behandeling van het dramatisch stijgende aantal Europese burgers dat last heeft van allergische aandoeningen en astma.
3. Gezondheidsbevordering teneinde de welvaart en de solidariteit te vergroten
Het algemene doel is bij te dragen tot de welvaart in de Unie door gezond ouder worden te bevorderen, ongelijkheden weg te werken en de solidariteit tussen de nationale gezondheidsstelsels te stimuleren.
De maatregelen omvatten onder meer initiatieven om de levensjaren in goede gezondheid te doen toenemen en gezond ouder worden te bevorderen, onderzoek naar de invloed van de gezondheid op de productiviteit en de arbeidsparticipatie, en steun voor de terugdringing van ongelijkheden tussen de lidstaten en investeringen in gezondheid, waardoor wordt bijgedragen tot de Europa 2020-strategie en tot de productiviteit en de groei. De maatregelen stimuleren eveneens de solidariteit tussen de gezondheidsstelsels, zoals samenwerking op het gebied van gezamenlijke uitdagingen, waardoor de ontwikkeling van een uniaal kader voor veilige, kwalitatief hoogstaande en doeltreffende gezondheidsdiensten wordt bevorderd. De maatregelen omvatten ook initiatieven voor het beoordelen (door onafhankelijke organisaties) van de kwaliteit van de diensten van medische nooddiensten vanaf het moment dat burgers alarm hebben geslagen (bv. door middel van een oproep aan een noodnummer) tot het moment waarop de patiënt in het ziekenhuis wordt afgeleverd; het doel is het verbeteren van de medische nooddiensten op basis van vergelijkbare gegevens, en het in kaart brengen van beste praktijken, die tussen de lidstaten moeten worden uitgewisseld.
De maatregelen omvatten eveneens gezondheidsbevordering door het aanpakken van milieu-, verslavings- en levensstijldeterminanten.
De niet-gouvernementele organisaties zijn essentiële actoren bij de tenuitvoerlegging van het programma. Zij moeten daarom een passende financiering krijgen.
Acties omvatten onder meer passende initiatieven naar aanleiding van de aanbevelingen van het raadplegingsproces naar aanleiding van het groenboek inzake geestelijke gezondheid, en in het bijzonder inzake strategieën om zelfmoord in alle levensfasen te voorkomen.
Het doel is ook dat de Commissie de strategie van het integreren van gezondheid in alle beleidsterreinen in het kader van de structuurfondsen uitvoert. Dit project moet voorstellen omvatten voor methoden om gezondheidsaspecten overeenkomstig bovengenoemde strategie deel uit te laten maken van projecten op het gebied van regionale ontwikkeling. Het project is gericht op het verbeteren van de algemene gezondheid in de Unie door middel van capaciteitsopbouw via de organen voor regionale ontwikkeling.
De middelen dienen ter financiering van training, internationale evenementen, uitwisseling van ervaringen, beste praktijken, internationale samenwerking gericht op het praktische gebruik van gezondheidseffectbeoordelingen (Health Impact Assessment HIA), zowel voor lokale overheden en organen voor ontwikkeling als voor personen of ondernemingen die een subsidie aanvragen bij de Unie.
Wat betreft het cruciale belang van kleine en middelgrote ondernemingen in de Unie moeten zij professionele steun ontvangen in verband met het naleven van de verplichte regels inzake milieuhygiëne, en moeten zij worden geholpen om positieve veranderingen door te voeren op het gebied van milieuhygiëne die de bedrijfsvoering beïnvloeden.
Een Uniedatabank voor gezondheidsaspecten en een databank voor milieuaspecten moeten onderling worden verbonden zodat verder onderzoek op deze gebieden kan worden verbeterd door het analyseren van het verband tussen milieu en gezondheid.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1350/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 tot vaststelling van een tweede communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid (2008-2013) (PB L 301 van 20.11.2007, blz. 3).
TITEL 18
BINNENLANDSE ZAKEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
18 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BINNENLANDSE ZAKEN” |
|
40 140 399 |
40 140 399 |
|
|
40 140 399 |
40 140 399 |
18 02 |
SOLIDARITEIT — BUITENGRENZEN, TERUGKEER, VISUMBELEID EN VRIJ VERKEER VAN PERSONEN |
3 |
708 459 000 |
435 418 412 |
|
33 166 325 |
708 459 000 |
468 584 737 |
|
40 02 41 |
|
98 230 000 |
57 892 946 |
|
|
98 230 000 |
57 892 946 |
|
|
|
806 689 000 |
493 311 358 |
|
|
806 689 000 |
526 477 683 |
18 03 |
MIGRATIESTROMEN — GEMEENSCHAPPELIJK IMMIGRATIE- EN ASIELBELEID |
3 |
323 730 000 |
163 520 578 |
|
40 092 235 |
323 730 000 |
203 612 813 |
18 05 |
VEILIGHEID EN BESCHERMING VAN DE VRIJHEDEN |
3 |
151 280 140 |
132 785 057 |
|
9 429 641 |
151 280 140 |
142 214 698 |
|
40 02 41 |
|
13 050 000 |
8 550 000 |
|
|
13 050 000 |
8 550 000 |
|
|
|
164 330 140 |
141 335 057 |
|
|
164 330 140 |
150 764 698 |
18 08 |
BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE |
3 |
3 500 000 |
1 810 784 |
|
780 384 |
3 500 000 |
2 591 168 |
|
Titel 18 — Totaal |
|
1 227 109 539 |
773 675 230 |
|
83 468 585 |
1 227 109 539 |
857 143 815 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
|
111 280 000 |
66 442 946 |
|
|
111 280 000 |
66 442 946 |
|
Totaal + reserve |
|
1 338 389 539 |
840 118 176 |
|
|
1 338 389 539 |
923 586 761 |
HOOFDSTUK 18 02 — SOLIDARITEIT — BUITENGRENZEN, TERUGKEER, VISUMBELEID EN VRIJ VERKEER VAN PERSONEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
18 02 |
||||||||
SOLIDARITEIT — BUITENGRENZEN, TERUGKEER, VISUMBELEID EN VRIJ VERKEER VAN PERSONEN |
||||||||
18 02 03 |
||||||||
Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie |
||||||||
18 02 03 01 |
Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie — Bijdrage voor titels 1 en 2 |
3.1 |
29 000 000 |
29 000 000 |
|
|
29 000 000 |
29 000 000 |
18 02 03 02 |
Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie — Bijdrage voor titel 3 |
3.1 |
49 959 000 |
49 959 000 |
|
|
49 959 000 |
49 959 000 |
|
Artikel 18 02 03 — Subtotaal |
|
78 959 000 |
78 959 000 |
|
|
78 959 000 |
78 959 000 |
18 02 04 |
Schengeninformatiesysteem (SIS II) |
3.1 |
24 000 000 |
12 081 571 |
|
1 950 960 |
24 000 000 |
14 032 531 |
|
40 02 41 |
|
12 750 000 |
7 500 000 |
|
|
12 750 000 |
7 500 000 |
|
|
|
36 750 000 |
19 581 571 |
|
|
36 750 000 |
21 532 531 |
18 02 05 |
Visuminformatiesysteem (VIS) |
3.1 |
7 000 000 |
21 568 782 |
|
|
7 000 000 |
21 568 782 |
|
40 02 41 |
|
1 750 000 |
5 471 400 |
|
|
1 750 000 |
5 471 400 |
|
|
|
8 750 000 |
27 040 182 |
|
|
8 750 000 |
27 040 182 |
18 02 06 |
Buitengrenzenfonds |
3.1 |
332 000 000 |
174 240 625 |
|
13 656 722 |
332 000 000 |
187 897 347 |
|
40 02 41 |
|
83 000 000 |
44 200 000 |
|
|
83 000 000 |
44 200 000 |
|
|
|
415 000 000 |
218 440 625 |
|
|
415 000 000 |
232 097 347 |
18 02 07 |
Schengenevaluatie |
3.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
40 02 41 |
|
730 000 |
721 546 |
|
|
730 000 |
721 546 |
|
|
|
730 000 |
721 546 |
|
|
730 000 |
721 546 |
18 02 08 |
Voorbereidende actie — Terugkeerbeleid |
3.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
18 02 09 |
Europees Terugkeerfonds |
3.1 |
185 500 000 |
74 131 434 |
|
17 558 643 |
185 500 000 |
91 690 077 |
18 02 10 |
Voorbereidende actie — Migratiebeheer — Solidariteit in actie |
3.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
18 02 11 |
||||||||
Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht |
||||||||
18 02 11 01 |
Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht — Bijdrage voor titels 1 en 2 |
3.1 |
30 100 000 |
24 707 000 |
|
|
30 100 000 |
24 707 000 |
18 02 11 02 |
Agentschap voor het operationele beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht — Bijdrage voor titel 3 |
3.1 |
10 900 000 |
9 730 000 |
|
|
10 900 000 |
9 730 000 |
|
Artikel 18 02 11 — Subtotaal |
|
41 000 000 |
34 437 000 |
|
|
41 000 000 |
34 437 000 |
18 02 12 |
Schengenfaciliteit voor Kroatië |
3.1 |
40 000 000 |
40 000 000 |
|
|
40 000 000 |
40 000 000 |
|
Hoofdstuk 18 02 — Totaal |
|
708 459 000 |
435 418 412 |
|
33 166 325 |
708 459 000 |
468 584 737 |
|
40 02 41 |
|
98 230 000 |
57 892 946 |
|
|
98 230 000 |
57 892 946 |
|
Totaal + reserve |
|
806 689 000 |
493 311 358 |
|
|
806 689 000 |
526 477 683 |
18 02 04
Schengeninformatiesysteem (SIS II)
|
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|
18 02 04 |
24 000 000 |
12 081 571 |
|
1 950 960 |
24 000 000 |
14 032 531 |
40 02 41 |
12 750 000 |
7 500 000 |
|
|
12 750 000 |
7 500 000 |
Totaal |
36 750 000 |
19 581 571 |
|
1 950 960 |
36 750 000 |
21 532 531 |
Toelichting
Dit krediet is bestemd voor de financiering van:
— |
de operationele uitgaven van het Schengeninformatiesysteem (SIS); |
— |
andere operationele uitgaven die kunnen voortvloeien uit deze integratie. |
Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Voorwaarden om de reserve vrij te maken
De in de reserve opgenomen kredieten worden vrijgemaakt wanneer de Commissie (of het Agentschap voor het beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht, na de overdracht van kredieten) concrete informatie doet toekomen aan de begrotingsautoriteit over de inhoud van de aanbesteding en het daaruit voortvloeiende voldoende concrete contract met betrekking tot het onderhoud en de werking van het Schengeninformatiesysteem. Bovendien dient de Commissie een concreet en realistisch schema in te dienen voor de maatregelen die nog dienen te worden genomen voor de inwerkingtreding van SIS II in 2013, waarbij details worden gegeven inzake verdere technische stappen, de inhoud en doelstelling van elke stap, de daarmee gemoeide kosten en de verantwoordelijkheden voor elke stap van de ontwikkeling.
Rechtsgronden
Protocol nr. 19 betreffende het in het kader van de Europese Unie geïntegreerde Schengenacquis.
Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4).
Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4).
Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 1).
Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63).
Verordening (EU) nr. 1272/2012 van de Raad van 20 december 2012 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 359 van 29.12.2012, blz. 21).
Verordening (EU) nr. 1273/2012 van de Raad van 20 december 2012 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 359 van 29.12.2012, blz. 32).
18 02 06
Buitengrenzenfonds
|
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|
18 02 06 |
332 000 000 |
174 240 625 |
|
13 656 722 |
332 000 000 |
187 897 347 |
40 02 41 |
83 000 000 |
44 200 000 |
|
|
83 000 000 |
44 200 000 |
Totaal |
415 000 000 |
218 440 625 |
|
13 656 722 |
415 000 000 |
232 097 347 |
Toelichting
Met dit krediet worden de maatregelen van de lidstaten op de volgende gebieden gesteund:
— |
de efficiënte organisatie van het grenstoezicht, dat zowel controle- als bewakingsopdrachten met betrekking tot de buitengrenzen omvat; |
— |
het doeltreffende beheer door de lidstaten van de personenstromen aan de buitengrenzen, enerzijds om een hoog beschermingsniveau aan de buitengrenzen te waarborgen, en anderzijds om te zorgen voor een vlotte overschrijding van de buitengrenzen, overeenkomstig het Schengenacquis, en de beginselen van een respectvolle en waardige behandeling; |
— |
de eenvormige toepassing, door de grenswachten, van de bepalingen van het uniale recht ter zake van de overschrijding van de buitengrenzen; |
— |
de verbetering van het beheer van de activiteiten van de consulaire en andere diensten van de lidstaten in derde landen met betrekking tot de stromen van onderdanen van derde landen naar het grondgebied van de lidstaten en van de samenwerking tussen de lidstaten op dit gebied. |
— |
Dit krediet dient met name ter dekking van de uitgaven voor de volgende activiteiten in de lidstaten: |
— |
infrastructuur van grensdoorlaatposten met bijbehorende gebouwen, zoals grenskantoren, landingsplaatsen voor helikopters en cabines met wachtstroken voor voertuigen en personen; |
— |
de infrastructuur, de gebouwen en de systemen voor de bewaking tussen de grensdoorlaatposten en de bescherming tegen illegale overschrijding van de buitengrenzen; |
— |
de bedrijfsuitrusting; |
— |
vervoermiddelen voor de controle van de buitengrenzen, zoals voertuigen, vaartuigen, helikopters en lichte vliegtuigen die zijn uitgerust met elektronische apparatuur voor de grensbewaking en de opsporing van personen in vervoermiddelen; |
— |
apparatuur voor realtime informatie-uitwisseling tussen de bevoegde autoriteiten; |
— |
informatie- en communicatietechnologiesystemen; |
— |
programma’s voor de detachering en uitwisseling van personeel, zoals grenswachten, immigratieambtenaren en consulaatmedewerkers; |
— |
de opleiding van personeel van de bevoegde autoriteiten, met inbegrip van taalonderwijs; |
— |
investeringen in het ontwikkelen, testen en plaatsen van moderne technologie; |
— |
de studies en proefprojecten ter toepassing van de door het Agentschap geformuleerde aanbevelingen, operationele normen en beste praktijken, zoals deze uit de operationele samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de grenscontroles resulteren; |
— |
de studies en proefprojecten die innovatie moeten stimuleren, de uitwisseling van ervaringen en beproefde methoden moeten vergemakkelijken en het beheer van de activiteiten van de consulaire en andere diensten van de lidstaten in derde landen met betrekking tot de stromen van onderdanen van derde landen naar het grondgebied van de lidstaten en de samenwerking tussen de lidstaten op dit gebied moeten verbeteren; |
— |
instelling van een gemeenschappelijke Schengenvisuminternetsite om de zichtbaarheid en een uniform beeld van het gemeenschappelijk visumbeleid te verbeteren. |
In het kader van de doorreisregeling voor Kaliningrad dient dit krediet ter dekking van gederfde leges uit transitvisa en bijkomende kosten (investeringen in infrastructuur, opleiding van grensbewakers en spoorwegpersoneel, bijkomende exploitatiekosten), die voortvloeien uit de toepassing van het doorreisfaciliteringsdocument en het doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers overeenkomstig Verordening (EG) nr. 693/2003 van de Raad (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 8) en Verordening (EG) nr. 694/2003 van de Raad (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 15).
Op initiatief van de Commissie kan het krediet ook worden gebruikt voor de financiering van transnationale acties of acties die van belang zijn voor de Unie als geheel („uniale acties”) en die zowel verband houden met de algemene doelstelling om de door de consulaire en andere diensten van de lidstaten in derde landen georganiseerde activiteiten met betrekking tot de stromen van onderdanen van derde landen naar het grondgebied van de lidstaten, alsmede de samenwerking op dit gebied tussen de lidstaten, met inbegrip van de activiteiten van de Asylum Liaison Officers en Immigration Liaison Officers, te verbeteren, als met de doelstelling om de veterinaire, de fytosanitaire en de douanecontroles geleidelijk tot onderdeel van het geïntegreerde grensbeheer te maken op basis van de beleidsontwikkelingen op dit gebied. Deze acties kunnen ook tot doel hebben ondersteunende diensten aan de lidstaten te verstrekken indien zich duidelijke noodsituaties voordoen die dringend om actie aan de buitengrenzen van de lidstaten vragen.
Voorts stelt de Commissie jaarlijks een lijst van specifieke acties op die door de lidstaten en, waar nodig, in samenwerking met het Agentschap moeten worden uitgevoerd; deze acties dragen bij tot de ontwikkeling van een gemeenschappelijk geïntegreerd grensbeheersysteem doordat werk wordt gemaakt van de in de door het Agentschap uitgevoerde risicoanalyses vastgestelde tekortkomingen aan strategische grensposten.
Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Voorwaarden om de reserve vrij te maken
De reserve zal worden vrijgemaakt wanneer het Europees Parlement en de Raad een bevredigende oplossing vinden met betrekking tot het Schengenbeheer.
Rechtsgronden
Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 22).
Referentiebesluiten
Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123 final).
Beschikking 2007/599/EG van de Commissie van 27 augustus 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2007-2013 betreft (PB L 233 van 5.9.2007, blz. 3).
Beschikking 2008/456/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 167 van 27.6.2008, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (visumcode) (PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1).
18 02 09
Europees Terugkeerfonds
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
185 500 000 |
74 131 434 |
|
17 558 643 |
185 500 000 |
91 690 077 |
Toelichting
Met dit krediet wordt steun verleend voor de volgende maatregelen van de lidstaten ter verbetering van alle aspecten van het terugkeerbeleid, met inachtneming van de grondrechten, door het gebruik van het concept van geïntegreerd beleid, rekening houdend met de uniale wetgeving op dit gebied:
— |
de invoer en verbetering van de organisatie en tenuitvoerlegging van een geïntegreerd terugkeerbeleid door de lidstaten; |
— |
de versterking van de samenwerking tussen de lidstaten in het kader van een geïntegreerd terugkeerbeleid en de tenuitvoerlegging ervan; |
— |
de bevordering van een doeltreffende en uniforme toepassing van gemeenschappelijke normen inzake terugkeer overeenkomstig de beleidsontwikkeling op dit gebied, met een voorkeur voor vrijwillige terugkeerregelingen; |
— |
de organisatie, in herkomst- en transitlanden, van informatiecampagnes voor potentiële ontheemden, vluchtelingen en asielzoekers. Deze campagnes kunnen plaatsvinden in het kader van betere samenwerking met derde landen die illegale migratie bestrijden en legale migratie bevorderen. |
Op initiatief van de Commissie kan het krediet ook worden gebruikt voor de financiering van transnationale acties of acties die van belang zijn voor de Unie als geheel („uniale acties”) op het gebied van het terugkeerbeleid. Studies naar het bestaan en de beoordeling van mechanismen ter ondersteuning van de re-integratie in geselecteerde derde landen en betreffende hun sociale en beroepsmatige re-integratie in de belangrijkste landen van herkomst, met name in de directe oostelijke en zuidelijke buurlanden.
Deze kredieten dienen ook ter financiering van een uniale actie voor het verzamelen van gegevens voor de samenwerking en de uitwisseling van beste praktijken tussen werknemers in de jeugdzorg in gesloten detentiecentra voor asielzoekers en immigranten.
Rechtsgronden
Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PB L 348, 24.12.2008, blz. 98).
Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot oprichting van het Europees Terugkeerfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 45).
Referentiebesluiten
Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123 final).
Beschikking 2007/837/EG van de Commissie van 30 november 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2008-2013 betreft (PB L 330 van 15.12.2007, blz. 48).
Beschikking 2008/458/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Europees Terugkeerfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 167 van 27.6.2008, blz. 135).
HOOFDSTUK 18 03 — MIGRATIESTROMEN — GEMEENSCHAPPELIJK IMMIGRATIE- EN ASIELBELEID
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
18 03 |
||||||||
MIGRATIESTROMEN — GEMEENSCHAPPELIJK IMMIGRATIE- EN ASIELBELEID |
||||||||
18 03 03 |
Europees Vluchtelingenfonds (ERF) |
3.1 |
112 330 000 |
57 525 993 |
|
19 509 604 |
112 330 000 |
77 035 597 |
18 03 04 |
Noodmaatregelen in geval van een massale vluchtelingenstroom |
3.1 |
11 900 000 |
6 338 621 |
|
|
11 900 000 |
6 338 621 |
18 03 05 |
Europees Migratienetwerk |
3.1 |
6 500 000 |
3 854 835 |
|
650 320 |
6 500 000 |
4 505 155 |
18 03 06 |
Voorbereidende actie — Voltooiing van de integratie van onderdanen van derde landen |
3.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
18 03 07 |
Voltooiing van ARGO |
3.1 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
18 03 09 |
Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen |
3.1 |
177 500 000 |
84 826 129 |
|
18 534 123 |
177 500 000 |
103 360 252 |
18 03 11 |
Eurodac |
3.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
18 03 14 |
||||||||
Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken — EASO |
||||||||
18 03 14 01 |
Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken — Bijdrage voor titels 1 en 2 |
3.1 |
7 000 000 |
7 000 000 |
|
|
7 000 000 |
7 000 000 |
18 03 14 02 |
Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken — Bijdrage voor titel 3 |
3.1 |
5 000 000 |
2 000 000 |
|
975 480 |
5 000 000 |
2 975 480 |
|
Artikel 18 03 14 — Subtotaal |
|
12 000 000 |
9 000 000 |
|
975 480 |
12 000 000 |
9 975 480 |
18 03 15 |
Proefproject — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen |
3.1 |
p.m. |
225 000 |
|
|
p.m. |
225 000 |
18 03 16 |
Proefproject — Steun voor slachtoffers van foltering |
3.1 |
2 000 000 |
1 000 000 |
|
|
2 000 000 |
1 000 000 |
18 03 17 |
Voorbereidende actie — Hervestiging van vluchtelingen in noodsituaties |
3.1 |
p.m. |
p.m. |
|
422 708 |
p.m. |
422 708 |
18 03 18 |
Proefproject — Analyse van het beleid inzake onthaal, bescherming en integratie van niet-begeleide minderjarigen in de Unie |
3.1 |
1 000 000 |
500 000 |
|
|
1 000 000 |
500 000 |
18 03 19 |
Voorbereidende actie — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen |
3.1 |
500 000 |
250 000 |
|
|
500 000 |
250 000 |
|
Hoofdstuk 18 03 — Totaal |
|
323 730 000 |
163 520 578 |
|
40 092 235 |
323 730 000 |
203 612 813 |
18 03 03
Europees Vluchtelingenfonds (ERF)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
112 330 000 |
57 525 993 |
|
19 509 604 |
112 330 000 |
77 035 597 |
Toelichting
Dit krediet is, inzake structurele maatregelen, bedoeld ter financiering van projecten en maatregelen op het gebied van de opvang van vluchtelingen, ontheemden en asielzoekers die voldoen aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor financiële steun van de Unie.
Het dient ter dekking van de inspanningen van de lidstaten met het oog op de integratie van vluchtelingen en personen aan wie subsidiaire bescherming werd verleend, alsmede om voor ontheemden een leven in eigen verantwoordelijkheid mogelijk te maken door maatregelen op de volgende gebieden:
— |
vergemakkelijking van de toegang tot werkgelegenheid, met inbegrip van beroepsopleiding; |
— |
verwerving van kennis van taal, maatschappij, cultuur en instellingen van het gastland; |
— |
vergemakkelijking van de toegang tot huisvesting alsmede tot de medische en sociale infrastructuur van het gastland; |
— |
steun voor personen met een bijzonder behoefte aan bescherming, zoals vrouwelijke vluchtelingen, niet-begeleide minderjarigen en slachtoffers van foltering, met inbegrip van slachtoffers van gedwongen abortus, genitale verminking bij vrouwen of gedwongen sterilisatie, en slachtoffers van verkrachting; |
— |
integratie in plaatselijke structuren en activiteiten; |
— |
verbetering van het bewustzijn van het grote publiek en begrip voor de situatie van vluchtelingen; |
— |
analyse van de situatie van vluchtelingen in de Unie; |
— |
opleidingen op het gebied van gendervraagstukken en kinderbescherming voor ambtenaren, gezondheidswerkers en politieagenten in opvangcentra; |
— |
afzonderlijke accommodatie voor alleenstaande vrouwen en meisjes. |
Voorts dient het ter ondersteuning van vrijwillige, door de lidstaten overeengekomen initiatieven om de lasten te verdelen, zoals de hervestiging, de opvang en de integratie door de lidstaten van door de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen (UNHCR) erkende vluchtelingen uit derde landen en de overdracht van personen die internationale bescherming genieten en degenen die om internationale bescherming verzoeken, van de ene lidstaat naar een andere waar zij gelijkwaardige bescherming genieten.
Een deel van dit krediet wordt gebruikt voor de steun aan lidstaten, direct in samenwerking met de humanitaire en andere agentschappen van de Verenigde Naties, die vrijwillig op flexibele wijze hervestiging verlenen in geval van acute vluchtelingensituaties. De nadruk zal liggen op de meest kwetsbare groepen en gevallen waar andere duurzame oplossingen als onmogelijk worden beschouwd.
Bijzondere aandacht moet uitgaan naar gevallen waarin het krediet gebruikt kan worden om blijk te geven van een significante concrete daad van solidariteit op Europees niveau die een toegevoegde waarde kan hebben als onderdeel van een bredere aanpak van humanitaire steunverlening aan een land of regio.
Op initiatief van de Commissie dient dit krediet ook ter dekking van transnationale acties of acties van belang voor de Unie (hierna „uniale acties” genoemd) met betrekking tot het asielbeleid en maatregelen ten aanzien van de doelgroepen van het fonds, in het bijzonder om passende bijstand te verlenen voor gezamenlijke inspanningen van de lidstaten om vast te stellen welke methoden goed werken, deze informatie uit te wisselen en deze methoden te bevorderen, en om doeltreffende samenwerkingsstructuren te ontwikkelen om de kwaliteit van de besluitvorming in het gemeenschappelijk Europees asielstelsel te verbeteren.
Dit krediet dient ook ter dekking van eerdere vastleggingen van het EVF I en II, inclusief die vastleggingen die betrekking hebben op vrijwillige terugkeer.
Deze kredieten dienen ook ter financiering van een uniale actie voor het verzamelen van gegevens voor de samenwerking en de uitwisseling van beste praktijken tussen werknemers in de jeugdzorg in gesloten detentiecentra voor asielzoekers en immigranten.
Er wordt een solidariteitsmechanisme gecreëerd voor het vergemakkelijken van de vrijwillige herverdeling van vluchtelingen en begunstigden van internationale bescherming van lidstaten waar de immigratiedruk groot is naar lidstaten waar die druk minder is. Het mechanisme wordt op uniaal niveau gecreëerd en zal van start gaan met een proefperiode, om later eventueel in een gemeenschappelijk Europees asielsysteem te worden ingepast. De lidstaten zullen vrijelijk en op vrijwillige basis beslissen over alle aspecten van het selectieproces. De Commissie stelt het kader vast, geeft richtsnoeren, stimuleert participatie en creëert gunstige randvoorwaarden voor beheer en coördinatie.
Het mechanisme moet worden gecreëerd overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van 18 en 19 juni 2009. In de conclusies wordt erop gewezen dat gezien de huidige humanitaire noodsituatie met spoed concrete maatregelen getroffen en uitgevoerd moeten worden. De Europese Raad pleitte voor de coördinatie van vrijwillige maatregelen voor de interne herplaatsing van personen die internationale bescherming genieten en zich bevinden in lidstaten die aan specifieke en onevenredige druk blootstaan, alsook van zeer kwetsbare personen, en begroette het voornemen van de Commissie om in dit verband initiatieven te ontplooien, te beginnen met een proefproject.
Rechtsgronden
Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma „Solidariteit en beheer van de migratiestromen” (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 1).
Besluit nr. 458/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 wat de intrekking van de financiering van sommige communautaire acties en de wijziging van de maximumgrens voor de financiering ervan betreft (PB L 129 van 28.5.2010, blz. 1).
Referentiebesluiten
Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123 final).
Beschikking 2007/815/EG van de Commissie van 29 november 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2008-2013 betreft (PB L 326 van 12.12.2007, blz. 29).
Beschikking 2008/22/EG van de Commissie van 19 december 2007 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma „Solidariteit en beheer van de migratiestromen” wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 7 van 10.1.2008, blz. 1).
18 03 05
Europees Migratienetwerk
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
6 500 000 |
3 854 835 |
|
650 320 |
6 500 000 |
4 505 155 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van het opzetten van het Europees Migratienetwerk, dat de Unie en de lidstaten moet voorzien van objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie over migratie en asiel.
Deze informatie bevat statistische gegevens over het aantal asielzoekers dat de lidstaten binnenkomt, uitgesplitst naar lidstaat, het aantal ingewilligde aanvragen, het aantal afgewezen aanvragen, de gronden voor afwijzing enz.
Rechtsgronden
Beschikking 2008/381/EG van de Raad van 14 mei 2008 betreffende het opzetten van een Europees migratienetwerk (PB L 131 van 21.5.2008, blz. 7).
18 03 09
Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
177 500 000 |
84 826 129 |
|
18 534 123 |
177 500 000 |
103 360 252 |
Toelichting
Tegen de achtergrond van het algemene streven om de inspanningen van de lidstaten te ondersteunen die tot doel hebben onderdanen van derde landen in de gelegenheid te stellen te voldoen aan de voorwaarden voor verblijf en hun integratie in Europese samenlevingen te vergemakkelijken en in overeenstemming met de door de Raad in november 2004 vastgestelde gemeenschappelijke basisbeginselen voor het beleid inzake de integratie van immigranten in de Europese Unie en met de resolutie van het Europees Parlement van 6 juli 2006 over strategieën en middelen voor de integratie van immigranten in de Europese Unie (PB C 303 E van 13.12.2006, blz. 845), dient dit krediet ter ondersteuning van maatregelen op de volgende actiegebieden:
— |
vergemakkelijking van de uitwerking en toepassing van toelatingsprocedures die relevant zijn voor het integratieproces van onderdanen van derde landen en dit ondersteunen; |
— |
ontwikkeling en uitvoering van het integratieproces van onderdanen van derde landen in de lidstaten; |
— |
vergroting van de capaciteit van de lidstaten om beleid en maatregelen voor de integratie van onderdanen van derde landen te ontwikkelen, uit te voeren, te monitoren en te evalueren; |
— |
uitwisseling van informatie en beste praktijken, en samenwerking in en tussen de lidstaten bij de ontwikkeling, uitvoering, monitoring en evaluatie van beleid en maatregelen voor de integratie van onderdanen van derde landen, onder meer met het oog op het terugdringen van de verschillen op het vlak van werkgelegenheid tussen immigranten en autochtonen, de verbetering van de participatie van immigranten alsook van hun prestaties op onderwijsgebied, de bevordering van de vooruitzichten op het vlak van onderwijs en werkgelegenheid van migrantenvrouwen, taal- en inburgeringsprogramma’s, gezondheid, huisvesting en stadsleven, en de bevordering van de maatschappelijke participatie van immigranten. |
Het dient op initiatief van de Commissie tevens ter dekking van transnationale acties of acties die van belang zijn voor de Unie als geheel („uniale acties”) die verband houden met het immigratie- en het integratiebeleid.
Rechtsgronden
Beschikking 2007/435/EG van de Raad van 25 juni 2007 tot oprichting van het Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 168 van 28.6.2007, blz. 18).
Referentiebesluiten
Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123 final).
Beschikking 2008/457/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking 2007/435/EG van de Raad tot oprichting van het Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 167 van 27.6.2008, blz. 69).
18 03 14
Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken — EASO
18 03 14 02
Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken — Bijdrage voor titel 3
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
5 000 000 |
2 000 000 |
|
975 480 |
5 000 000 |
2 975 480 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Bureau met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).
Het Bureau moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.
De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.
Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 12 000 000 EUR.
Rechtsgronden
Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11).
18 03 17
Voorbereidende actie — Hervestiging van vluchtelingen in noodsituaties
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
|
422 708 |
p.m. |
422 708 |
Toelichting
Deze voorbereidende actie is bedoeld om een nieuwe financieringslijn te creëren om de hervestiging te ondersteunen van vluchtelingen in noodsituaties die niet vallen onder de regels van het bestaande Europees Vluchtelingenfonds (EVF) en die hier in de nabije toekomst ook niet onder zullen vallen, aangezien het bestaande fonds, dat nu in zijn derde periode is (EVF III), in 2014 ophoudt te bestaan. Met de in het kader van deze voorbereidende actie uitgevoerde activiteiten en de ervaring die in dat kader wordt opgedaan, kan vervolgens rekening worden gehouden bij de herziening van het EVF die gepland is voor 2014.
De volgende maatregelen vallen onder de voorbereidende actie:
— |
ondersteuning van personen die al als vluchteling zijn erkend door de UNHCR en het EVF, die het slachtoffer zijn geworden van natuurrampen, gewapende aanvallen enz.; |
— |
ondersteuning van noodacties in het geval van vluchtelingengroepen die op grond van de EVF- en de UNHCR-regels als prioriteit zijn aangemerkt, die het slachtoffer zijn geworden van een gewapende aanval of een natuurramp of die te maken krijgen met andere extreem schadelijke en levensbedreigende omstandigheden; |
— |
financiering van de snelle hervestigingsprocedures van de lidstaten onder voorwaarden die een kopie zijn van de routinehervestigingsactiviteiten die worden gefinancierd door het EVF; |
— |
garanderen van financiering voor noodprocedures zonder de lopende hervestigingsprocedures van het EVF te verstoren; |
— |
waar nodig verstrekking in noodsituaties van extra financiële steun aan de diensten van de UNHCR en de verbindingsorganisaties hiervan in de lidstaten en op uniaal niveau; |
— |
intensivering van de activiteiten van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken. |
Rechtsgronden
Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
HOOFDSTUK 18 05 — VEILIGHEID EN BESCHERMING VAN DE VRIJHEDEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
18 05 |
||||||||
VEILIGHEID EN BESCHERMING VAN DE VRIJHEDEN |
||||||||
18 05 01 |
||||||||
Samenwerkingsprogramma’s op het gebied van justitie en binnenlandse zaken — Titel VI |
||||||||
18 05 01 01 |
Voltooiing van de samenwerkingsprogramma’s op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, en van het programma AGIS |
3.1 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
18 05 01 03 |
Voltooiing van het programma Erasmus voor rechters (uitwisselingsprogramma voor gerechtelijke instanties) |
3.1 |
— |
— |
|
|
— |
— |
|
Artikel 18 05 01 — Subtotaal |
|
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
18 05 02 |
||||||||
Europese Politiedienst (Europol) |
||||||||
18 05 02 01 |
Europese Politiedienst — Bijdrage voor titels 1 en 2 |
3.1 |
56 600 000 |
56 600 000 |
|
|
56 600 000 |
56 600 000 |
18 05 02 02 |
Europese Politiedienst — Bijdrage voor titel 3 |
3.1 |
18 582 500 |
18 582 500 |
|
|
18 582 500 |
18 582 500 |
|
Artikel 18 05 02 — Subtotaal |
|
75 182 500 |
75 182 500 |
|
|
75 182 500 |
75 182 500 |
18 05 04 |
Voorbereidende actie — Voltooiing van voorbereidende acties ten behoeve van de slachtoffers van terrorisme |
3.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
18 05 05 |
||||||||
Europese Politieacademie |
||||||||
18 05 05 01 |
Europese Politieacademie — Bijdrage voor titel 1 en 2 |
3.1 |
4 622 140 |
4 622 140 |
|
|
4 622 140 |
4 622 140 |
18 05 05 02 |
Europese Politieacademie — Bijdrage voor titel 3 |
3.1 |
3 828 500 |
3 828 500 |
|
|
3 828 500 |
3 828 500 |
|
Artikel 18 05 05 — Subtotaal |
|
8 450 640 |
8 450 640 |
|
|
8 450 640 |
8 450 640 |
18 05 06 |
Proefproject — Voltooiing terrorismebestrijding |
3.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
18 05 07 |
Voltooiing crisisbeheersingscapaciteit |
3.1 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
18 05 08 |
Preventie en paraatheid inzake terrorisme en beheersing van de gevolgen ervan |
3.1 |
9 680 000 |
6 110 248 |
|
1 300 640 |
9 680 000 |
7 410 888 |
|
40 02 41 |
|
2 420 000 |
1 550 000 |
|
|
2 420 000 |
1 550 000 |
|
|
|
12 100 000 |
7 660 248 |
|
|
12 100 000 |
8 960 888 |
18 05 09 |
Preventie en bestrijding van criminaliteit |
3.1 |
42 520 000 |
27 594 669 |
|
8 129 001 |
42 520 000 |
35 723 670 |
|
40 02 41 |
|
10 630 000 |
7 000 000 |
|
|
10 630 000 |
7 000 000 |
|
|
|
53 150 000 |
34 594 669 |
|
|
53 150 000 |
42 723 670 |
18 05 11 |
||||||||
Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving |
||||||||
18 05 11 01 |
Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving — Bijdrage voor titels 1 en 2 |
3.1 |
11 091 894 |
11 091 894 |
|
|
11 091 894 |
11 091 894 |
18 05 11 02 |
Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving — Bijdrage voor titel 3 |
3.1 |
4 355 106 |
4 355 106 |
|
|
4 355 106 |
4 355 106 |
|
Artikel 18 05 11 — Subtotaal |
|
15 447 000 |
15 447 000 |
|
|
15 447 000 |
15 447 000 |
|
Hoofdstuk 18 05 — Totaal |
|
151 280 140 |
132 785 057 |
|
9 429 641 |
151 280 140 |
142 214 698 |
|
40 02 41 |
|
13 050 000 |
8 550 000 |
|
|
13 050 000 |
8 550 000 |
|
Totaal + reserve |
|
164 330 140 |
141 335 057 |
|
|
164 330 140 |
150 764 698 |
18 05 08
Preventie en paraatheid inzake terrorisme en beheersing van de gevolgen ervan
|
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|
18 05 08 |
9 680 000 |
6 110 248 |
|
1 300 640 |
9 680 000 |
7 410 888 |
40 02 41 |
2 420 000 |
1 550 000 |
|
|
2 420 000 |
1 550 000 |
Totaal |
12 100 000 |
7 660 248 |
|
1 300 640 |
12 100 000 |
8 960 888 |
Toelichting
Op het gebied van de preventie van en de paraatheid voor terroristische aanslagen dient dit krediet ter ondersteuning van de volgende gebieden:
— |
de aanmoediging, bevordering en ondersteuning van de beoordeling van de risico’s en dreigingen ten aanzien van kritieke infrastructuur, met inbegrip van evaluaties ter plaatse, teneinde mogelijke doelwitten van terroristische aanslagen in kaart te brengen en na te gaan of er behoefte bestaat aan verbetering van de veiligheid ervan; |
— |
de bevordering en ondersteuning van de ontwikkeling van gemeenschappelijke veiligheidsnormen, inclusief voor wat de internetveiligheid betreft, en van de uitwisseling van knowhow en ervaring in verband met de bescherming van kritieke infrastructuur; |
— |
de bevordering en ondersteuning van de coördinatie en de samenwerking op uniaal niveau op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur. |
Op het gebied van de beheersing van de gevolgen in geval van terroristische aanslagen dient dit krediet ter ondersteuning van de volgende gebieden:
— |
de aanmoediging, bevordering en ondersteuning van de uitwisseling van knowhow, ervaring en technologie in verband met de mogelijke gevolgen van terroristische aanslagen; |
— |
de stimulering, bevordering en ondersteuning van de ontwikkeling van een passende methodologie en van rampenplannen, ook met betrekking tot een Europese strategie voor cyberveiligheid; |
— |
maatregelen om ervoor te zorgen dat op het moment zelf specifieke kennis inzake terrorisme wordt ingebracht in het kader van de algemene crisisbeheersing en de mechanismen voor snelle waarschuwing en civiele bescherming. |
Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende maatregelen:
— |
acties ter bevordering van de operationele samenwerking en coördinatie (versterking van netwerkvorming, van het wederzijdse vertrouwen en begrip, ontwikkeling van rampenplannen, uitwisseling en verspreiding van informatie, ervaringen en beste praktijken); |
— |
analyse-, toezicht-, evaluatie-, audit- en inspectieactiviteiten; |
— |
ontwikkeling en overdracht van technologie en methodologie, met name met betrekking tot de uitwisseling van informatie en interoperabiliteit; |
— |
opleiding, uitwisseling van personeel en deskundigen; |
— |
bewustmakings- en verspreidingsactiviteiten, en |
— |
verlening van financiële steun voor projecten die tot doel hebben de slachtoffers van terrorisme en/of hun familieleden te helpen zich te herstellen van hun beproevingen dankzij sociale of psychologische bijstand door organisaties en/of netwerken, alsook voor projecten om de publieke opinie te mobiliseren tegen alle vormen van terrorisme. Een deel van het krediet zal hoofdzakelijk worden gebruikt voor verbetering van de rechtsbijstand en de adviesverlening aan de slachtoffers en hun familie. |
Een deel van het krediet zal hoofdzakelijk worden gebruikt om de rechtsbijstand en adviesverstrekking aan de slachtoffers van terrorisme en hun families te verbeteren.
Voorwaarden om de reserve vrij te maken
De reserve zal worden vrijgemaakt wanneer het Europees Parlement en de Raad een bevredigende oplossing vinden met betrekking tot het Schengenbeheer.
Rechtsgronden
Besluit 2007/124/EG, Euratom van de Raad van 12 februari 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Terrorisme en andere aan veiligheid gerelateerde risico's: preventie, paraatheid en beheersing van de gevolgen voor de periode 2007-2013, als onderdeel van het algemene programma Veiligheid en bescherming van de vrijheden (PB L 58 van 24.2.2007, blz. 1).
Referentiebesluiten
Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma betreffende „Veiligheid en bescherming van de vrijheden” voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 124 final).
18 05 09
Preventie en bestrijding van criminaliteit
|
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|
18 05 09 |
42 520 000 |
27 594 669 |
|
8 129 001 |
42 520 000 |
35 723 670 |
40 02 41 |
10 630 000 |
7 000 000 |
|
|
10 630 000 |
7 000 000 |
Totaal |
53 150 000 |
34 594 669 |
|
8 129 001 |
53 150 000 |
42 723 670 |
Toelichting
Dit krediet dient ter ondersteuning van de volgende gebieden:
— |
de bevordering en ontwikkeling van de coördinatie, samenwerking en het wederzijds begrip onder rechtshandhavingsinstanties en andere instellingen (met name organisaties die zich inzetten voor de preventie van geweld en criminaliteit) andere nationale autoriteiten en organen op uniaal niveau; |
— |
de aanmoediging, bevordering en ontwikkeling van de horizontale methoden en instrumenten die nodig zijn voor een strategische preventie en bestrijding van criminaliteit en cybercriminaliteit, zoals de preventie van stedelijk geweld, met name van minderjarigen, of maatregelen ter voorkoming en bestrijding van jeugdcriminaliteit door middel van de uitwisseling van best practices, netwerken van verantwoordelijke autoriteiten en de uitvoering van proefprojecten, ook op het gebied van de rehabilitatie van minderjarigen die uit de gevangenis komen, partnerschappen tussen de overheid en de particuliere sector, beproefde methoden ter voorkoming van criminaliteit, vergelijkbare statistieken en toegepaste criminologie; |
— |
verbetering van de samenwerking met betrekking tot de confiscatie en de inbeslagneming van activa en de opbrengsten van illegale activiteiten van criminele organisaties tussen de nationale agentschappen bevoegd voor de terugname van activa; en |
— |
de bevordering en ontwikkeling van beste praktijken voor de bescherming van slachtoffers van criminaliteit, met inbegrip van slachtoffers met specifieke behoeften, zoals slachtoffers van op gender gebaseerd geweld, slachtoffers van geweld binnen persoonlijke relaties en getuigen. |
Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende maatregelen:
— |
acties ter bevordering van de operationele samenwerking en coördinatie (versterking van netwerkvorming, van het wederzijdse vertrouwen en begrip, uitwisseling en verspreiding van informatie, ervaringen en beste praktijken); |
— |
analyse-, toezicht- en evaluatieactiviteiten; |
— |
ontwikkeling en overdracht van technologie en methodologie; |
— |
opleiding, uitwisseling van personeel en deskundigen, en |
— |
bewustmakings- en verspreidingsactiviteiten. |
Een deel van het krediet dient ter financiering van het opzetten van een uniale hotline voor slachtoffers van mensensmokkel, met het oog op de invoering van een enig gemeenschappelijk telefoonnummer in alle lidstaten ter waarborging van gelijke normen voor sociale, psychologische of juridische bijstand voor slachtoffers van mensensmokkel en, zo mogelijk, om aan de behoefte aan onderdak te voldoen. In dit project zullen verschillende belanghebbenden worden betrokken: nationale regelgevende autoriteiten die telefoonlijnen beschikbaar stellen, telecommunicatiebedrijven, gespecialiseerde ngo's, lokaal en professioneel personeel en handhavingsautoriteiten (voor de uitwisseling van informatie over smokkelaars en personen die betrokken zijn bij mensensmokkel).
Een deel van de kredieten zal worden gebruikt om de preventie te verbeteren van criminele activiteiten die in grensgebieden worden verricht door rondtrekkende criminele bendes.
Voorwaarden om de reserve vrij te maken
De reserve zal worden vrijgemaakt wanneer het Europees Parlement en de Raad een bevredigende oplossing vinden met betrekking tot het Schengenbeheer.
Rechtsgronden
Besluit 2007/125/JBZ van de Raad van 12 februari 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Preventie en de bestrijding van criminaliteit voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Veiligheid en bescherming van de vrijheden (PB L 58 van 24.2.2007, blz. 7).
Referentiebesluiten
Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van het kaderprogramma „Veiligheid en bescherming van de vrijheden” voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 124 final).
HOOFDSTUK 18 08 — BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
18 08 |
||||||||
BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE |
||||||||
18 08 01 |
Prince — Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht |
3.1 |
2 900 000 |
1 433 208 |
|
780 384 |
2 900 000 |
2 213 592 |
18 08 05 |
Evaluatie en effectbeoordeling |
3.1 |
600 000 |
377 576 |
|
|
600 000 |
377 576 |
|
Hoofdstuk 18 08 — Totaal |
|
3 500 000 |
1 810 784 |
|
780 384 |
3 500 000 |
2 591 168 |
18 08 01
Prince — Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
2 900 000 |
1 433 208 |
|
780 384 |
2 900 000 |
2 213 592 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor prioritaire informatiemaatregelen op het gebied van binnenlandse zaken.
Het dient ter financiering van voorlichtingsacties en communicatiemaatregelen op het gebied van binnenlandse zaken met betrekking tot de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht (interne websites, openbare evenementen, communicatieproducten, Eurobarometer-enquêtes enz.). Deze maatregelen zijn bedoeld als effectief kanaal voor communicatie en dialoog tussen de burgers van de Unie, de belanghebbenden en de instellingen van de Unie, waarbij, in nauwe samenwerking met de autoriteiten van de lidstaten, rekening wordt gehouden met specifieke nationale, regionale en plaatselijke kenmerken.
De Commissie heeft een reeks mededelingen aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's betreffende een nieuw kader voor praktische samenwerking in verband met het voorlichtings- en communicatiebeleid van de Europese Unie (COM(2001) 354 final en COM(2002) 350 final) vastgesteld. In deze mededelingen wordt een kader voorgesteld voor interinstitutionele samenwerking die uitgebreid wordt tot de lidstaten met het oog op de ontwikkeling van een voorlichtings- en communicatiestrategie van de Unie.
De Interinstitutionele Groep voor voorlichting (IGV), die gezamenlijk wordt voorgezeten door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, stelt gezamenlijke richtsnoeren vast voor de onderwerpen die onder de interinstitutionele samenwerking op het gebied van het uniale voorlichtings- en communicatiebeleid vallen. De IGV coördineert de op het grote publiek gerichte gecentraliseerde en gedecentraliseerde voorlichtingsactiviteiten over Europese onderwerpen. De IGV stelt jaarlijks de prioriteiten voor de komende jaren vast, op basis van door de Commissie verstrekte informatie.
Rechtsgronden
Taken voortvloeiend uit de institutionele prerogatieven van de Commissie, in de zin van artikel 54, lid 2, van het Financieel Reglement.
TITEL 19
EXTERNE BETREKKINGEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
19 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EXTERNE BETREKKINGEN” |
|
163 646 024 |
163 646 024 |
|
|
163 646 024 |
163 646 024 |
19 02 |
SAMENWERKING MET DERDE LANDEN OP HET GEBIED VAN MIGRATIE EN ASIEL |
4 |
58 000 000 |
31 629 412 |
|
|
58 000 000 |
31 629 412 |
19 03 |
GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID (GBVB) |
4 |
395 832 000 |
316 294 119 |
|
|
395 832 000 |
316 294 119 |
19 04 |
EUROPEES INSTRUMENT VOOR DE DEMOCRATIE EN DE MENSENRECHTEN (EUROPEAN INSTRUMENT FOR DEMOCRACY AND HUMAN RIGHTS — EIDHR) |
4 |
166 086 000 |
119 504 504 |
|
13 006 402 |
166 086 000 |
132 510 906 |
19 05 |
BETREKKINGEN EN SAMENWERKING MET GEÏNDUSTRIALISEERDE DERDE LANDEN |
4 |
23 400 000 |
18 285 754 |
|
|
23 400 000 |
18 285 754 |
19 06 |
CRISISRESPONS EN MONDIALE BEDREIGINGEN VOOR DE VEILIGHEID |
4 |
393 793 000 |
218 612 706 |
|
34 466 966 |
393 793 000 |
253 079 672 |
19 08 |
EUROPEES NABUURSCHAPSBELEID EN BETREKKINGEN MET RUSLAND |
|
2 491 284 700 |
1 315 771 867 |
|
74 786 811 |
2 491 284 700 |
1 390 558 678 |
19 09 |
BETREKKINGEN MET LATIJNS-AMERIKA |
4 |
387 064 000 |
275 863 267 |
|
13 006 402 |
387 064 000 |
288 869 669 |
19 10 |
BETREKKINGEN MET AZIË, CENTRAAL-AZIË EN HET MIDDEN-OOSTEN (IRAK, IRAN, JEMEN) |
4 |
893 490 519 |
605 451 673 |
|
6 503 201 |
893 490 519 |
611 954 874 |
19 11 |
BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „EXTERNE BETREKKINGEN” |
4 |
28 630 000 |
24 364 531 |
|
|
28 630 000 |
24 364 531 |
19 49 |
UITGAVEN VOOR ADMINISTRATIEF BEHEER VAN PROGRAMMA’S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET FINANCIEEL REGLEMENT VAN 21 DECEMBER 1977 |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Titel 19 — Totaal |
|
5 001 226 243 |
3 089 423 857 |
|
141 769 782 |
5 001 226 243 |
3 231 193 639 |
HOOFDSTUK 19 04 — EUROPEES INSTRUMENT VOOR DE DEMOCRATIE EN DE MENSENRECHTEN (EUROPEAN INSTRUMENT FOR DEMOCRACY AND HUMAN RIGHTS — EIDHR)
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
19 04 |
||||||||
EUROPEES INSTRUMENT VOOR DE DEMOCRATIE EN DE MENSENRECHTEN (EUROPEAN INSTRUMENT FOR DEMOCRACY AND HUMAN RIGHTS — EIDHR) |
||||||||
19 04 01 |
Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (EIDHR) |
4 |
128 165 000 |
88 463 511 |
|
13 006 402 |
128 165 000 |
101 469 913 |
19 04 03 |
Verkiezingswaarneming |
4 |
37 921 000 |
29 652 574 |
|
|
37 921 000 |
29 652 574 |
19 04 04 |
Voorbereidende actie — Het opzetten van een netwerk voor conflictpreventie |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
19 04 05 |
Voltooiing van eerdere samenwerkingsactiviteiten |
4 |
p.m. |
988 419 |
|
|
p.m. |
988 419 |
19 04 06 |
Proefproject — Forum EU-Rusland voor het maatschappelijk middenveld |
4 |
p.m. |
400 000 |
|
|
p.m. |
400 000 |
19 04 07 |
Proefproject — Financiering voor de slachtoffers van foltering |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Hoofdstuk 19 04 — Totaal |
|
166 086 000 |
119 504 504 |
|
13 006 402 |
166 086 000 |
132 510 906 |
19 04 01
Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (EIDHR)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
128 165 000 |
88 463 511 |
|
13 006 402 |
128 165 000 |
101 469 913 |
Toelichting
De algemene doelstelling is bij te dragen aan de ontwikkeling en consolidering van de democratie en de eerbiediging van de mensenrechten, overeenkomstig de beleidslijnen en richtsnoeren van de Unie en in nauwe samenwerking met het maatschappelijk middenveld.
De activiteiten zullen zich met name concentreren op:
— |
het bevorderen van het respect voor de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in landen en regio's waar deze het meest worden bedreigd, en het bevorderen van de rechtsstaat; |
— |
de versterking van de rol van het maatschappelijk middenveld bij het bevorderen van mensenrechten en democratische hervormingen, waarbij de bescherming van activisten die zich inzetten voor de mensenrechten en de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid wordt verzekerd, het ondersteunen van een vreedzame verzoening tussen groepsbelangen en het consolideren van politieke participatie en vertegenwoordiging; |
— |
de ondersteuning van mensenrechten- en democratiseringsmaatregelen op gebieden die onder uniale richtsnoeren vallen, onder meer inzake de mensenrechtendialoog, mensenrechtenactivisten, de doodstraf, foltering, met inbegrip van gedwongen abortus en genitale verminking bij vrouwen, gedwongen sterilisatie, alsmede de jeugd en gewapende conflicten, |
— |
versterking van het internationale kader voor de bescherming van de mensenrechten, de rechtsstaat en de bevordering van de democratie, met name internationale strafrechtmechanismen en belangrijke rechtsinstrumenten. Een deel van de steun zal worden gebruikt voor het verstrekken van rechtskundig advies en het onderzoeken van moorden op activisten die zich inzetten voor de mensenrechten en de vrijheid van meningsuiting. |
Om overeenkomstig de artikelen 53 tot en met 56 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 volledige financiële transparantie te waarborgen, legt de Commissie bij gezamenlijk beheer met internationale organisaties — indien zij hiertoe wordt verzocht — alle interne en externe audits met betrekking tot het gebruik van middelen van de Unie over aan de Europese Rekenkamer en aan de interne auditeur van de Commissie.
Een deel van dit krediet is bestemd voor het Europees Interuniversitair Centrum voor mensenrechten en democratisering (EIUC), dat een Europese masteropleiding in mensenrechten en democratisering aanbiedt en het EU-UN Fellowship Programme na het verstrijken eind 2006 van Besluit nr. 791/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van op Europees niveau actieve organisaties en ter ondersteuning van gerichte activiteiten op het gebied van onderwijs en opleiding (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 31).
Een deel van dit krediet is bestemd voor de financiering van onafhankelijke initiatieven ter bevordering van internetvrijheid, met inbegrip van de ontwikkeling van technologieën en software om filtering te omzeilen, om te verdelen onder (online) verdedigers van de mensenrechten, zodat ze zich kunnen beschermen. Ook is het bedoeld om opleidingen over technologie en mensenrechten te financieren voor verdedigers van de mensenrechten, en om te voorzien in regelmatige en systematische contacten tussen politici van de Unie, de bedrijfswereld en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, met het oog op het delen van kennis en het bespreken van beleidsplannen met betrekking tot technologie en mensenrechten.
Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
Dit krediet dient ook ter financiering van steun voor niet-gouvernementele organisaties en mensenrechtenactivisten die werkzaam zijn in de noordelijke Kaukasus.
Dit krediet dient eveneens ter financiering van organisaties die, zoals de Club van Madrid, zich actief inzetten voor de bevordering van democratisch leiderschap en democratische waarden door middel van een dialoog op hoog niveau en peer-to-peeroverleg met leiders in landen waar hervormingen plaatsvinden en die overgaan naar democratie, en door kwesties van algemeen belang vanuit een democratisch standpunt te benaderen.
Een deel van dit krediet zal worden gebruikt voor aanvullende steun voor buurlanden die lid zijn van de Raad van Europa om aan de normen inzake democratie en de rechtsstaat van de Raad van Europa te voldoen, inclusief steun voor het beter kunnen organiseren van vrije en eerlijke verkiezingen.
Een deel van dit krediet zal worden gebruikt om buurlanden die lid van de Raad van Europa zijn te helpen bij het aanpassen van hun wetgevings- en justitieel apparaat aan de uitspraken van het Europees Hof voor de rechten van de mens, en zich aan die uitspraken te houden.
Een deel van dit krediet dient ter financiering van het Fonds van de Europese Unie voor wereldwijde internetvrijheid, dat moet bijdragen tot:
— |
de erkenning van het feit dat de nieuwe communicatietechnologieën gebruikt worden ter bevordering van verdraagzaamheid en vrijheid van meningsuiting, maar ook kunnen bijdragen tot repressie of geweld. Het moet benadrukken dat internetvrijheid een belangrijke rol speelt in internationale zaken en een integrerend en vast onderdeel moet gaan uitmaken van het Uniebeleid op gebieden als externe betrekkingen, veiligheid, handel, en andere relevante beleidsterreinen; |
— |
de financiering van onafhankelijke initiatieven voor de ontwikkeling van technologieën en software om filtering te omzeilen, om te verdelen onder verdedigers van de mensenrechten, zodat ze zich kunnen beschermen; |
— |
de financiering van opleidingen op het gebied van technologie en mensenrechten; |
— |
de organisatie van regelmatige en systematische contacten tussen politici van de Unie, de bedrijfswereld en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, met het oog op het delen van kennis en het bespreken van beleidsplannen met betrekking tot technologie en mensenrechten. |
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1889/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 386 van 29.12.2006, blz. 1).
HOOFDSTUK 19 06 — CRISISRESPONS EN MONDIALE BEDREIGINGEN VOOR DE VEILIGHEID
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
19 06 |
||||||||
CRISISRESPONS EN MONDIALE BEDREIGINGEN VOOR DE VEILIGHEID |
||||||||
19 06 01 |
||||||||
Paraatheid voor rampen en crisissituaties |
||||||||
19 06 01 01 |
Paraatheid voor rampen en crisissituaties (stabiliteitsinstrument) |
4 |
241 717 000 |
118 116 085 |
|
27 313 444 |
241 717 000 |
145 429 529 |
19 06 01 02 |
Voltooiing van eerdere samenwerking |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Artikel 19 06 01 — Subtotaal |
|
241 717 000 |
118 116 085 |
|
27 313 444 |
241 717 000 |
145 429 529 |
19 06 02 |
||||||||
Maatregelen om landen en hun bevolking te beschermen tegen kritieke technologische bedreigingen |
||||||||
19 06 02 01 |
Acties op het gebied van risicovermindering en paraatheid met betrekking tot chemische, nucleaire en biologische materialen of agentia (stabiliteitsinstrument) |
4 |
46 300 000 |
28 305 131 |
|
3 901 921 |
46 300 000 |
32 207 052 |
19 06 02 03 |
Uniebeleid ter bestrijding van de verspreiding van lichte wapens |
4 |
p.m. |
85 004 |
|
|
p.m. |
85 004 |
|
Artikel 19 06 02 — Subtotaal |
|
46 300 000 |
28 390 135 |
|
3 901 921 |
46 300 000 |
32 292 056 |
19 06 03 |
Transregionale maatregelen op het gebied van de georganiseerde misdaad, mensenhandel, de bescherming van kritieke infrastructuur, bedreigingen voor de volksgezondheid en de strijd tegen het terrorisme (stabiliteitsinstrument) |
4 |
28 300 000 |
7 413 143 |
|
3 251 601 |
28 300 000 |
10 664 744 |
19 06 04 |
Bijstand op nucleair gebied |
4 |
77 476 000 |
64 153 343 |
|
|
77 476 000 |
64 153 343 |
19 06 06 |
Consulaire samenwerking |
4 |
— |
— |
|
|
— |
— |
19 06 07 |
Proefproject — Steun voor bewakings- en beschermingsmaatregelen voor uniale vaartuigen die door gebieden varen waar piraterij een bedreiging vormt |
4 |
p.m. |
340 000 |
|
|
p.m. |
340 000 |
19 06 08 |
Voorbereidende actie — Noodmaatregelen tegen de financiële en economische crisis in de ontwikkelingslanden |
4 |
p.m. |
200 000 |
|
|
p.m. |
200 000 |
19 06 09 |
Proefproject — Programma voor vredesopbouwactiviteiten onder leiding van ngo's |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Hoofdstuk 19 06 — Totaal |
|
393 793 000 |
218 612 706 |
|
34 466 966 |
393 793 000 |
253 079 672 |
19 06 01
Paraatheid voor rampen en crisissituaties
19 06 01 01
Paraatheid voor rampen en crisissituaties (stabiliteitsinstrument)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
241 717 000 |
118 116 085 |
|
27 313 444 |
241 717 000 |
145 429 529 |
Toelichting
Het snel vrijmaken van financiële middelen via het stabiliteitsinstrument is speciaal ingevoerd voor noodsituaties, reële of opkomende crisissituaties, situaties die de democratie, de openbare orde, de bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, en de veiligheid van personen bedreigen, situaties die dreigen te ontaarden in een gewapend conflict of het betrokken land dreigen te destabiliseren, en wanneer de betrokken situatie afbreuk zou kunnen doen aan het positieve effect van bijstands- en samenwerkingsmaatregelen en -programma’s, aan de doeltreffendheid daarvan en/of aan de voorwaarden voor de goede uitvoering.
Dit krediet is bestemd ter dekking van een geïntegreerd programma van maatregelen die het herstel beogen van de noodzakelijke minimumvoorwaarden voor steunverlening in het kader van de instrumenten van de Unie voor steun op lange termijn. Dergelijke programma’s verzekeren een vlotte overgang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling. In het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) omvatten zij ook extra maatregelen onder de bevoegdheid van de Gemeenschap als onderdeel van een omvattende crisisaanpak door de Unie.
Het krediet dient tevens ter dekking van maatregelen ter voorkoming en beperking van gevaren als gevolg van de klimaatverandering, met name watermanagement, wanneer het risico bestaat dat deze een bedreiging gaan vormen voor de veiligheid.
Het krediet dient onder meer ter dekking van volgende maatregelen:
— |
de oprichting van een netwerk en faciliteit voor bemiddeling en dialoog en de uitwisseling van ervaringen die essentieel zijn voor de oprichting van een Europees initiatief of instituut voor de vrede; |
— |
technische en logistieke steun voor de inspanningen van internationale en regionale, publieke en niet-publieke organisaties, bij de bevordering van vertrouwenwekkende maatregelen, bemiddeling, dialoog en verzoening; |
— |
de heropbouw van essentiële openbare dienstverlening en economische activiteit; |
— |
initieel fysiek en operationeel herstel van basisinfrastructuur, met inbegrip van ontmijning; |
— |
sociale reïntegratie, in het bijzonder van vluchtelingen, ontheemden en gedemobiliseerde soldaten; |
— |
het herstel van de institutionele capaciteiten die nodig zijn voor een goed bestuur en de handhaving van de democratie en de rechtsstaat; |
— |
aandacht voor de speciale behoeften van vrouwen en kinderen die worden getroffen door gewapende conflicten, in het bijzonder de zorg voor kinderen die door oorlog zijn getroffen, met name kindsoldaten, eveneens in samenwerking met de adjunct-secretaris-generaal van de VN, speciale vertegenwoordiger voor kinderen en gewapende conflicten; |
— |
paraatheidsmaatregelen ter versterking van de capaciteit van internationale, regionale en subregionale organisaties, statelijke en niet-statelijke, bij hun inspanningen om vroegtijdige waarschuwing, vertrouwen, bemiddeling en verzoening te bevorderen en groeiende spanningen tussen de gemeenschappen aan te pakken en bij de verbetering van herstel na conflicten of rampen. In dit verband zal de Commissie ook de capaciteit van de maatschappelijke organisaties versterken, waarbij wordt voortgebouwd op de voorbereidende werkzaamheden van het netwerk voor conflictpreventie; |
— |
steun voor internationale strafhoven en nationale ad hoc gerechtshoven, waarheids- en verzoeningscommissies, en mechanismen voor de juridische regeling van mensenrechtendossiers; |
— |
steun voor maatregelen om, in het kader van het samenwerkingsbeleid van de Unie en de doelstellingen daarvan, de gevolgen van het onwettig gebruik van vuurwapens voor de burgerbevolking tegen te gaan; |
— |
steun voor maatregelen om de eerbiediging van de mensenrechten te bevorderen en te beschermen; |
— |
steun voor maatregelen met het oog op de ontwikkeling en organisatie van de civiele samenleving. |
De voor de uitvoering in aanmerking komende partners kunnen zijn: autoriteiten van de lidstaten of de begunstigde landen en hun uitvoerende instanties, regionale en internationale organisaties en instanties, niet-gouvernementele organisaties en openbare of particuliere ondernemers (daaronder begrepen gedetacheerd personeel van de overheidsdiensten van de lidstaten) met de nodige deskundigheid en ervaring.
Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).
19 06 02
Maatregelen om landen en hun bevolking te beschermen tegen kritieke technologische bedreigingen
19 06 02 01
Acties op het gebied van risicovermindering en paraatheid met betrekking tot chemische, nucleaire en biologische materialen of agentia (stabiliteitsinstrument)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
46 300 000 |
28 305 131 |
|
3 901 921 |
46 300 000 |
32 207 052 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van maatregelen om landen en hun bevolking te beschermen tegen kritieke technologische bedreigingen. Dit kan onder meer omvatten:
— |
het bevorderen van civiele onderzoeksactiviteiten als alternatief voor aan defensie gerelateerd onderzoek en steun voor de omscholing en alternatieve tewerkstelling van wetenschappers en ingenieurs die voorheen in de wapenindustrie in brede zin werkzaam waren; |
— |
steun voor maatregelen ter verbetering van de veiligheidspraktijk in civiele installaties waar gevoelige chemische, biologische, stralings- of nucleaire materialen of stoffen zijn opgeslagen of worden aangewend in het kader van civiele onderzoeksprogramma’s; |
— |
steun, in het kader van het samenwerkingsbeleid van de Unie en de doelstellingen daarvan, voor de totstandbrenging van civiele infrastructuur en voor het verrichten van de nodige civiele studies voor de ontmanteling, het herstel of de omschakeling van aan wapens gerelateerde faciliteiten en locaties ten aanzien waarvan verklaard is dat zij niet langer deel uitmaken van een defensieprogramma; |
— |
het versterken van de capaciteit van de bevoegde civiele autoriteiten die betrokken zijn bij de ontwikkeling en de uitoefening van de daadwerkelijke controle op de handel in chemische, biologische, stralings- en nucleaire materialen of stoffen (waaronder de apparatuur voor hun productie of overbrenging), ook door middel van de installatie van moderne logistieke apparatuur voor evaluatie en controle; |
— |
de ontwikkeling van een juridisch kader en van de institutionele capaciteit voor de invoering en toepassing van efficiënte uitvoercontroles op goederen voor tweeërlei gebruik, waaronder maatregelen op het gebied van regionale samenwerking; |
— |
de ontwikkeling van effectieve civiele rampenplannen, noodhulp en reacties op crisissituaties alsmede van de capaciteit voor het schoonmaken in geval van eventuele grote milieurampen op dit gebied. |
Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).
19 06 03
Transregionale maatregelen op het gebied van de georganiseerde misdaad, mensenhandel, de bescherming van kritieke infrastructuur, bedreigingen voor de volksgezondheid en de strijd tegen het terrorisme (stabiliteitsinstrument)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
28 300 000 |
7 413 143 |
|
3 251 601 |
28 300 000 |
10 664 744 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van nieuwe maatregelen voor een verdere samenwerking tussen de Europese Unie en derde landen ten aanzien van mondiale en regionale grensoverschrijdende problemen die de veiligheid en de grondrechten van de burger bedreigen.
Maatregelen op het gebied van terrorismebestrijding dienen de internationale mensenrechtenverplichtingen van een derde land en de toepasselijke humanitaire wetgeving volledig te eerbiedigen, in lijn met de aan Verordening (EG) nr. 1717/2006 gehechte verklaring van de Commissie.
Die maatregelen betreffen:
— |
de versterking van de capaciteit van de wetshandhavings- en justitiële en civiele autoriteiten die betrokken zijn bij de bestrijding van terrorisme en georganiseerde misdaad, waaronder drugshandel, mensenhandel, handel in vuurwapens en explosieven en de daadwerkelijke controle van illegale handel en doorvoer; |
— |
steun voor maatregelen ter bestrijding van gevaren voor het internationaal vervoer en kritische infrastructuur, waaronder personen- en goederenvervoer; |
— |
een adequate respons op grote gevaren voor de volksgezondheid, zoals epidemieën met potentiële grensoverschrijdende gevolgen; |
— |
steun voor maatregelen gericht op de bevordering van de uitvoering en naleving van het Verdrag van Ottawa inzake antipersoneelmijnen en het Verdrag van Oslo inzake clustermunitie; een deel van dit krediet is bestemd voor acties ter controle en verwijdering van antipersoneelmijnen, clustermunitie en explosieve overblijfselen van oorlogshandelingen, met inbegrip van onderzoek, onderwijs, opleiding en hulp aan slachtoffers. |
Dergelijke maatregelen kunnen in het kader van dit instrument bij een stabiel klimaat worden aangenomen, om het hoofd te bieden aan specifieke destabiliserende dreigingen op wereldwijd en transregionaal niveau; deze maatregelen kunnen evenwel alleen worden genomen wanneer met de desbetreffende instrumenten van de Unie voor externe bijstand geen adequaat en doeltreffend antwoord kan worden gegeven. Dit krediet is ook bestemd ter dekking van de volledige betaling van maatregelen die waren gefinancierd uit het oude artikel 19 02 11 „Noord-Zuidsamenwerkingsprogramma’s in de campagne tegen drugs en drugverslaving”.
Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).
HOOFDSTUK 19 08 — EUROPEES NABUURSCHAPSBELEID EN BETREKKINGEN MET RUSLAND
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
19 08 |
||||||||
EUROPEES NABUURSCHAPSBELEID EN BETREKKINGEN MET RUSLAND |
||||||||
19 08 01 |
||||||||
Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking |
||||||||
19 08 01 01 |
Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met mediterrane landen |
4 |
1 203 630 000 |
650 848 229 |
|
6 503 201 |
1 203 630 000 |
657 351 430 |
19 08 01 02 |
Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële bijstand aan Palestina, het vredesproces en UNRWA |
4 |
300 000 000 |
177 915 441 |
|
45 522 406 |
300 000 000 |
223 437 847 |
19 08 01 03 |
Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met Oost-Europa |
4 |
822 850 000 |
327 858 337 |
|
22 761 204 |
822 850 000 |
350 619 541 |
19 08 01 04 |
Proefproject — Preventie- en herstelmaatregelen voor de bodem van de Oostzee |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
19 08 01 05 |
Voorbereidende actie — Minderheden in Rusland — Ontwikkeling van cultuur, media en maatschappelijk middenveld |
4 |
p.m. |
1 286 000 |
|
|
p.m. |
1 286 000 |
19 08 01 06 |
Voorbereidende actie — Nieuwe Europees-mediterrane strategie voor de bevordering van werkgelegenheid bij jongeren |
4 |
p.m. |
750 000 |
|
|
p.m. |
750 000 |
19 08 01 08 |
Proefproject — Financiering ENB — Voorbereiding personeel op de werkzaamheden in verband met het EU-ENB |
4 |
p.m. |
550 000 |
|
|
p.m. |
550 000 |
|
Artikel 19 08 01 — Subtotaal |
|
2 326 480 000 |
1 159 208 007 |
|
74 786 811 |
2 326 480 000 |
1 233 994 818 |
19 08 02 |
||||||||
Grensoverschrijdende samenwerking — Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) |
||||||||
19 08 02 01 |
Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 4 |
4 |
83 988 073 |
71 363 860 |
|
|
83 988 073 |
71 363 860 |
19 08 02 02 |
Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b (Regionaal beleid) |
1.2 |
80 816 627 |
85 200 000 |
|
|
80 816 627 |
85 200 000 |
|
Artikel 19 08 02 — Subtotaal |
|
164 804 700 |
156 563 860 |
|
|
164 804 700 |
156 563 860 |
19 08 03 |
Voltooiing van de financiële protocollen met landen van het Middellandse Zeegebied |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Hoofdstuk 19 08 — Totaal |
|
2 491 284 700 |
1 315 771 867 |
|
74 786 811 |
2 491 284 700 |
1 390 558 678 |
Toelichting
De Unie streeft ernaar een ruimte van welvaart en goed nabuurschap tot stand te brengen waarbij de lidstaten en de nabuurpartnerlanden betrokken zijn (21). Met het oog hierop heeft de Unie overeenkomsten afgesloten met de meeste buurlanden. Voorts heeft de Unie gezorgd voor de opstelling van Europese actieplannen inzake nabuurschapsbeleid voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomsten. Dit kader heeft tot doel een sterkere en hechtere relatie te ontwikkelen die gebaseerd is op gedeelde waarden en wederzijdse belangen en die moet leiden tot een aanzienlijke mate van economische integratie en politieke samenwerking. De Unie is ook voornemens met Rusland een echt strategisch partnerschap op te bouwen, dat is gegrondvest op gemeenschappelijke belangen en gedeelde waarden en dat is gebaseerd op de totstandbrenging van vier gemeenschappelijke ruimten. De in dit hoofdstuk opgenomen kredieten dienen ter financiering van de samenwerkingsacties die tot doel hebben de tenuitvoerlegging van dergelijke overeenkomsten te ondersteunen. Samenwerking met de landen waarmee dergelijke overeenkomsten nog niet zijn ondertekend of waarmee dergelijke overeenkomsten niet bestaan — zoals Belarus, Libië of Syrië — zullen op de beleidsdoelstellingen van de Unie zijn gebaseerd.
19 08 01
Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking
19 08 01 01
Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met mediterrane landen
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
1 203 630 000 |
650 848 229 |
|
6 503 201 |
1 203 630 000 |
657 351 430 |
Toelichting
Een deel van dit krediet dient, met gepaste inachtneming van de bepalingen van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere vrijwillige deskundigen van de Europese Unie die onder het European Senior Services Network (ESSN) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.
Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van samenwerkingsacties die hoofdzakelijk tot doel hebben de tenuitvoerlegging te ondersteunen van de indicatieve meerjarenprogramma’s voor de perioden 2007-2010 en 2011-2013 van de ENB-actieplannen die met de mediterrane buurlanden van de Unie werden afgesloten. Het krediet zal ook worden benut ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van het regionaal indicatief programma voor 2010-2012 alsook voor bepaalde maatregelen in het kader van de Unie voor het Middellandse Zeegebied waartoe is besloten op de top van Parijs van 13 juli 2008. Het krediet zal onder andere volgende samenwerkingsgebieden financieren:
— |
het bevorderen van politieke dialoog en hervormingen; |
— |
het bevorderen van harmonisatie van de wet- en regelgeving en het aanmoedigen van de geleidelijke deelneming van partnerlanden aan de interne markt en de toename van de handel; |
— |
het versterken van nationale instellingen die verantwoordelijk zijn voor de uitwerking en tenuitvoerlegging van het beleid op de gebieden die onder associatieovereenkomsten vallen; |
— |
bevordering van eerbiediging van mensenrechten en fundamentele vrijheden, het bevorderen van meer respect voor minderhedenrechten, de bestrijding van antisemitisme, het bevorderen van gendergelijkheid en non-discriminatie en het bevorderen van een goed bestuur; |
— |
het bevorderen van duurzame ontwikkeling en meewerken aan armoedebestrijding; |
— |
steun verlenen aan de modernisering van de economie door het bevorderen van de investeringen in de regio en het versterken van het mkb; |
— |
het tot stand brengen van een betere koppeling van transport- en energienetwerken tussen de Unie en buurlanden en tussen de buurlanden onderling en het aanpakken van de bedreigingen voor ons gemeenschappelijk milieu; |
— |
bevorderen van acties die bijdragen tot conflictoplossing; |
— |
het stimuleren van de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld, onder meer door het bevorderen van sociale integratie en het aanmoedigen van ondervertegenwoordigde groepen om zich te laten horen en deel te nemen aan het maatschappelijk middenveld en het politieke stelsel; |
— |
bevorderen van intermenselijke contacten en uitwisselingen op het gebied van onderwijs, onderzoek en cultuur; |
— |
bijdragen tot de financiering van de werking van de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) in Libanon, Syrië en Jordanië, in het bijzonder de programma’s inzake gezondheidszorg, onderwijs en sociale diensten; |
— |
ondersteunen van regionale integratie binnen het kader van het Euro-mediterrane partnerschap en in het bijzonder de bevordering van regionale samenwerking, de oprichting van netwerken en partnerschappen van openbare en particuliere non-profitorganisaties met het oog op de uitwisseling van kennis en beste praktijken op alle relevante werkterreinen; |
— |
het ondersteunen van acties op het gebied van migratie die onder andere tot doel hebben de relatie tussen migratie en ontwikkeling te versterken, illegale migratie te bestrijden en de terugname van illegalen te vereenvoudigen; deze maatregelen zullen worden aangevuld met maatregelen die worden gefinancierd uit het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument vanuit een aparte begrotingspost 19 02 01 „Samenwerking op het gebied van migratie- en asielbeleid”; |
— |
het ondersteunen van programma’s en campagnes die zich richten op de bevordering van geweldloosheid als methode voor conflictpreventie, de bescherming van minderheden en de versteviging van vrije en rechtvaardige samenlevingen; het ondersteunen van initiatieven die, met geweldloze middelen, de eerbiediging van rechtmatigheid en de rechtsstaat bevorderen; het bevorderen van geweldloosheid, onder meer door de ondersteuning van geweldloze empowerment (verspreiding van optimale werkwijzen onder burgers en opleiding van activisten), alsmede door informatieverstrekking aan onderdrukte burgers, in het bijzonder etnische en andere minderheden, middels radioprogramma’s; |
— |
de zichtbaarheid bevorderende en voorlichtingsactiviteiten en -maatregelen met een horizontaal karakter die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstellingen van de activiteiten van de Unie in derde landen uit het Middellandse Zeegebied. |
De toewijzing van middelen tussen begunstigde landen en terreinen van samenwerking moet zijn gebaseerd op het beginsel „meer voor meer”, en afzonderlijke toewijzingen moeten indien nodig worden verhoogd of verlaagd om de mate van politieke vooruitgang te weerspiegelen die de partnerregeringen hebben geboekt.
Bij een ernstige verslechtering in een bepaald land op het gebied van vrijheid, democratie, respect voor de grondrechten en de fundamentele vrijheden en de rechtsstaat kan de bijstand van de Unie worden teruggeschroefd en hoofdzakelijk worden gebruikt voor de ondersteuning van niet-publieke actoren voor maatregelen ter bevordering van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. Afgezien van humanitaire hulp en implementatiehulp van ngo's, de agentschappen van de Verenigde Naties of onpartijdige actoren mag geen hulp aan regeringen worden verstrekt, als deze regeringen verantwoordelijk zijn voor een duidelijke verergering van de situatie op het gebied van democratie, de rechtsstaat en de eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden.
Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Dit krediet dient ook ter dekking van de volgende uitgaven:
— |
onderzoek naar het effect van de klimaatverandering op de kwaliteit van het water van de Middellandse Zee; |
— |
onderzoek naar verontreiniging van de kusten van de Middellandse Zee; |
— |
onderzoek naar de toestand van de onderzeese energie-infrastructuur (gas- en oliepijpleidingen, elektriciteitskabels enz.); |
— |
bevordering van het netwerk van openbare en particuliere onderzoekscentra die betrokken zijn bij de monitoring van het water van de Middellandse Zee en de toestand van de kusten met het oog op de uitwisseling van gegevens en onderzoeksresultaten en de ontwikkeling van gezamenlijke voorstellen voor maatregelen en beschermingsbeleid. |
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).
19 08 01 02
Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële bijstand aan Palestina, het vredesproces en UNRWA
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
300 000 000 |
177 915 441 |
|
45 522 406 |
300 000 000 |
223 437 847 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van maatregelen ten gunste van het Palestijnse volk en de bezette Palestijnse gebieden van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, in het kader van het vredesproces in het Midden-Oosten.
De belangrijkste doelstellingen van de acties kunnen als volgt worden omschreven:
— |
ondersteuning van staatsvorming en institutionele ontwikkeling; |
— |
bevorderen van sociale en economische ontwikkeling; |
— |
het inperken van de gevolgen van de verslechterende economische, fiscale en humanitaire omstandigheden voor de Palestijnse bevolking door het verlenen van essentiële dienstverlening en andere ondersteuning; |
— |
bijdragen tot inspanningen voor de wederopbouw in Gaza; |
— |
bijdragen tot de financiering van de werking van de Organisatie van de Verenigde Naties voor Hulpverlening aan Palestijnse Vluchtelingen (UNRWA), in het bijzonder de programma’s inzake gezondheidszorg, onderwijs en sociale diensten; |
— |
financiering van voorbereidende acties voor de bevordering van de samenwerking tussen Israël en de buurlanden van Israël in het kader van het vredesproces, in het bijzonder met betrekking tot instellingen, economische aangelegenheden, water, milieu en energie; |
— |
financiering van activiteiten om de openbare opinie gunstig te stemmen ten aanzien van het vredesproces; |
— |
financiering van voorlichting, inclusief in het Arabisch en het Hebreeuws en verspreiding van informatie met betrekking tot de Israëlisch-Palestijnse samenwerking; |
— |
bevordering van eerbiediging van mensenrechten en fundamentele vrijheden, het bevorderen van meer respect voor minderhedenrechten, de bestrijding van antisemitisme en het bevorderen van gendergelijkheid en non-discriminatie; |
— |
het stimuleren van de ontwikkeling van een maatschappelijk middenveld door onder andere sociale integratie te ondersteunen. |
Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).
19 08 01 03
Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met Oost-Europa
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
822 850 000 |
327 858 337 |
|
22 761 204 |
822 850 000 |
350 619 541 |
Toelichting
Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van samenwerkingsacties die hoofdzakelijk tot doel hebben de tenuitvoerlegging te ondersteunen van de overeenkomsten en de Europese actieplannen inzake nabuurschapsbeleid die met oostelijke buurlanden van de Unie werden afgesloten alsook bilaterale en multilaterale acties in het kader van het oostelijke partnerschap. Het krediet is ook bestemd voor de ondersteuning van het strategische partnerschap tussen de Europese Unie en Rusland door de concretisering van de vier gemeenschappelijke ruimten die betrekking hebben op economische samenwerking, vrijheid, veiligheid en recht, externe veiligheid, onderzoek en onderwijs, inclusief cultuur. Het krediet zal onder andere volgende samenwerkingsgebieden financieren:
— |
het bevorderen van politieke dialoog en democratische hervormingen; |
— |
het bevorderen van harmonisatie van de wet- en regelgeving en aanmoediging van de geleidelijke deelneming van partnerlanden aan de interne markt en de toename van de handel; |
— |
het versterken van nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor de uitwerking en tenuitvoerlegging van het beleid op de gebieden die onder associatieovereenkomsten vallen, bijvoorbeeld door „jumelage” en technische bijstandsmechanismen, zoals TAIEX; |
— |
het bevorderen van eerbiediging van mensenrechten, zoals mediavrijheid en vrijheid van meningsuiting; |
— |
het bevorderen van goed bestuur en van het bestrijden van corruptie; |
— |
het bevorderen van gendergelijkheid; |
— |
steun verlenen aan de overgang naar een markteconomie en de modernisering van de economie door het bevorderen van de investeringen in de regio en het versterken van het mkb; |
— |
het bevorderen van duurzame ontwikkeling en plattelandsontwikkeling en het meewerken aan armoedebestrijding; |
— |
het tot stand brengen van een betere koppeling van transport- en energienetwerken tussen de Unie en buurlanden en tussen de buurlanden onderling en het aanpakken van de bedreigingen voor ons gemeenschappelijk milieu; |
— |
het bevorderen van acties die bijdragen aan conflictoplossing en conflictpreventie in gebieden met bevroren conflicten; |
— |
het stimuleren van de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld, onder meer door het bevorderen van sociale integratie en het aanmoedigen van ondervertegenwoordigde groepen om zich te laten horen en deel te nemen aan het maatschappelijk middenveld en het politieke stelsel; |
— |
bevorderen van intermenselijke contacten en uitwisselingen op het gebied van onderwijs, onderzoek en cultuur; |
— |
bevorderen van regionale samenwerking, inclusief de samenwerking in het kader van de synergie voor het Zwarte Zeegebied en het oostelijke partnerschap; |
— |
ondersteunen van acties op het gebied van migratie die onder andere tot doel hebben de relatie tussen migratie en ontwikkeling te versterken, illegale migratie te bestrijden en de overname van illegalen te vereenvoudigen. Deze maatregelen zullen worden aangevuld door maatregelen die worden gefinancierd met middelen uit artikel 19 02 01 „Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel”. |
Dit krediet dient ook ter financiering van onderzoek naar de menselijke gezondheid en de duurzame ontwikkeling van Oekraïne en Belarus, in het bijzonder wat betreft de verbetering van de gezondheidstoestand in de gebieden die getroffen zijn door de Tsjernobyl-ramp.
Dit krediet dient tevens ter financiering van vertrouwenwekkende maatregelen in Georgië, Transnistrië en de afscheidingsgebieden Abchazië en Zuid-Ossetië, alsook van lokale vertrouwensopbouw en lokale economische rehabilitatieprojecten in Nagorno-Karabach.
De in deze post opgenomen kredieten zullen ook worden gebruikt voor voorlichtingsacties bij het grote publiek en de mogelijke begunstigden van de bijstand en voor acties die de zichtbaarheid van de bijstand van de Unie vergroten.
De toewijzing van middelen aan begunstigde landen en samenwerkingsgebieden dient gebaseerd te zijn op het „meer voor meer”-beginsel en individuele toewijzingen moeten indien nodig worden verhoogd of verlaagd om de door de partnerregeringen geboekte politieke vooruitgang te weerspiegelen.
Bij een ernstige verslechtering in een bepaald land op het gebied van vrijheid, democratie, respect voor de grondrechten en de fundamentele vrijheden en de rechtsstaat kan de bijstand van de Unie worden teruggeschroefd en hoofdzakelijk worden gebruikt voor de ondersteuning van niet-publieke actoren voor maatregelen ter bevordering van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. Afgezien van humanitaire hulp en implementatiehulp van ngo's, de agentschappen van de Verenigde Naties of onpartijdige actoren mag geen hulp aan regeringen worden verstrekt, als deze regeringen verantwoordelijk zijn voor een duidelijke verergering van de situatie op het gebied van democratie, de rechtsstaat en de eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden.
Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Een deel van dit krediet wordt vrijgemaakt voor aanvullende steun aan de doelstellingen van de Strategie voor de Oostzeeregio. De in 2010 en 2011 vastgelegde steun wordt ten uitvoer gelegd door steun aan de noordelijke dimensie in het kader van de interregionale indicatieve programma’s. Andere kaders voor de tenuitvoerlegging van steun voor de Oostzeeregio zijn, in voorkomend geval, het programma voor de Oostzeeregio, het actieplan van de HELCOM voor de Oostzee, of het gemeenschappelijk onderzoeksprogramma voor de Oostzee BONUS-19 en andere programma’s.
Een deel van dit krediet dient overeenkomstig het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere vrijwillige deskundigen van de Unie die onder het European Senior Services Network (ESSN) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.
Een deel van dit krediet wordt vrijgemaakt voor aanvullende steun aan de doelstellingen van de Strategie voor de Oostzeeregio. Deze steun kan worden geïmplementeerd ofwel door directe steun aan projecten in het kader van EUSBSR, of in voorkomend geval bijvoorbeeld via de noordelijke dimensie in het kader van de interregionale indicatieve programma’s, het programma voor de Oostzeeregio, het actieplan van de HELCOM voor de Oostzee, of het gemeenschappelijk onderzoeksprogramma voor de Oostzee BONUS-169.
Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van samenwerkingsacties die hoofdzakelijk tot doel hebben de tenuitvoerlegging te ondersteunen van de overeenkomsten en de Europese actieplannen inzake nabuurschapsbeleid die met oostelijke buurlanden van de Unie werden afgesloten alsook bilaterale en multilaterale acties in het kader van het oostelijke partnerschap. Het krediet is ook bestemd voor de ondersteuning van het strategische partnerschap tussen de Europese Unie en Rusland door de concretisering van de vier gemeenschappelijke ruimten die betrekking hebben op economische samenwerking, vrijheid, veiligheid en recht, externe veiligheid, onderzoek en onderwijs, inclusief cultuur. Het krediet zal onder andere volgende samenwerkingsgebieden financieren:
— |
het bevorderen van politieke dialoog en democratische hervormingen; |
— |
het bevorderen van harmonisatie van de wet- en regelgeving en aanmoediging van de geleidelijke deelneming van partnerlanden aan de interne markt en de toename van de handel; |
— |
het versterken van nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor de uitwerking en tenuitvoerlegging van het beleid op de gebieden die onder associatieovereenkomsten vallen, bijvoorbeeld door „jumelage” en technische bijstandsmechanismen, zoals TAIEX; |
— |
het bevorderen van eerbiediging van mensenrechten, zoals mediavrijheid en vrijheid van meningsuiting; |
— |
het bevorderen van goed bestuur en van het bestrijden van corruptie; |
— |
het bevorderen van gendergelijkheid; |
— |
steun verlenen aan de overgang naar een markteconomie en de modernisering van de economie door het bevorderen van de investeringen in de regio en het versterken van het mkb; |
— |
het bevorderen van duurzame ontwikkeling en plattelandsontwikkeling en het meewerken aan armoedebestrijding; |
— |
het tot stand brengen van een betere koppeling van transport- en energienetwerken tussen de Unie en buurlanden en tussen de buurlanden onderling en het aanpakken van de bedreigingen voor ons gemeenschappelijk milieu; |
— |
het bevorderen van acties die bijdragen aan conflictoplossing en conflictpreventie in gebieden met bevroren conflicten; |
— |
het stimuleren van de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld, onder meer door het bevorderen van sociale integratie en het aanmoedigen van ondervertegenwoordigde groepen om zich te laten horen en deel te nemen aan het maatschappelijk middenveld en het politieke stelsel; |
— |
bevorderen van intermenselijke contacten en uitwisselingen op het gebied van onderwijs, onderzoek en cultuur; |
— |
bevorderen van regionale samenwerking, inclusief de samenwerking in het kader van de synergie voor het Zwarte Zeegebied en het oostelijke partnerschap; |
— |
het ondersteunen van acties op het gebied van migratie die onder andere tot doel hebben de relatie tussen migratie en ontwikkeling te versterken, illegale migratie te bestrijden en de terugname van illegalen te vereenvoudigen; deze maatregelen zullen worden aangevuld met maatregelen die worden gefinancierd met middelen uit artikel 19 02 01 „Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel”; |
— |
het ondersteunen van programma’s en campagnes die zich richten op de bevordering van geweldloosheid als methode voor conflictpreventie, de bescherming van minderheden en de versteviging van vrije en rechtvaardige samenlevingen; het ondersteunen van initiatieven die, met geweldloze middelen, de eerbiediging van de wettigheid en de rechtsstaat bevorderen; het bevorderen van geweldloosheid, onder meer door de ondersteuning van geweldloze empowerment (verspreiding van optimale werkwijzen onder burgers en opleiding van activisten), alsmede door informatieverstrekking aan onderdrukte burgers, in het bijzonder etnische en andere minderheden, middels radioprogramma’s. |
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).
HOOFDSTUK 19 09 — BETREKKINGEN MET LATIJNS-AMERIKA
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
19 09 |
||||||||
BETREKKINGEN MET LATIJNS-AMERIKA |
||||||||
19 09 01 |
Samenwerking met ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika |
4 |
371 064 000 |
273 386 429 |
|
13 006 402 |
371 064 000 |
286 392 831 |
19 09 02 |
Voorbereidende actie — Samenwerking met landen met een middeninkomen in Latijns-Amerika |
4 |
p.m. |
500 000 |
|
|
p.m. |
500 000 |
19 09 03 |
Samenwerkingsactiviteiten anders dan officiële ontwikkelingshulp (Latijns-Amerika) |
4 |
16 000 000 |
1 976 838 |
|
|
16 000 000 |
1 976 838 |
|
Hoofdstuk 19 09 — Totaal |
|
387 064 000 |
275 863 267 |
|
13 006 402 |
387 064 000 |
288 869 669 |
Toelichting
Ontwikkelingssamenwerking in het kader van dit hoofdstuk heeft in eerste instantie tot doel bij te dragen tot de bevordering van democratie, goed bestuur, eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat en ondersteuning van duurzame ontwikkeling en economische integratie alsook tot de totstandkoming van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen.
Overeenkomstig de verklaring van de Commissie over artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41) (DCI), voor landen omschreven als ontvanger van officiële ontwikkelingshulp (ODA) door de OESO-Commissie voor ontwikkelingsbijstand (DAC) blijft de Commissie jaarlijks verslag uitbrengen over de in het verleden gebruikte maar nu overbodige benchmark van 35 % van de steun aan ontwikkelingslanden die toegewezen moet worden aan sociale infrastructuur en dienstverlening, daarbij erkennend dat de uniale bijdrage moet worden gezien als deel van de algemene donorsteun aan de sociale sector en dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm dient te zijn. Bovendien zal de Commissie, eveneens overeenkomstig deze verklaring, zich ervoor inzetten om te waarborgen dat een benchmark van 20 % van de toegewezen steun in het kader van de landenprogramma’s, gedekt door het instrument voor ontwikkelingssamenwerking, toegewezen zal worden aan basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, door middel van begrotingssteun of steun voor projecten en programma’s in verband met deze sectoren, met een gemiddelde over alle geografische gebieden en erkennend dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm moet zijn, bijvoorbeeld als het gaat om steun in uitzonderlijke gevallen.
Uiterlijk op 1 juli van elk jaar zal de Commissie het Europees Parlement en de Raad een jaarverslag over het ontwikkelingsbeleid en de buitenlandse hulp van de Unie voorleggen, waarin zij alle op haar rustende reglementaire rapportageverplichtingen nakomt en de ontwikkelingssamenwerking omstandig toelicht, met name wat betreft de mate waarin de doelstellingen zijn verwezenlijkt. In dit verslag zullen met name:
— |
de strategische doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid van de Unie en haar bijdrage aan de verwezenlijking van de voormalige benchmark van 35 % voor sociale infrastructuur en dienstverlening en de huidige benchmark van 20 % voor basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, in het kader van de geografische samenwerking onder het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking worden gepresenteerd en de doeltreffendheid en doelmatigheid worden beoordeeld van de samenwerking, met inbegrip van de voortgang met het coördineren van de steun, door de samenhang van de strategie van de Unie bij externe acties te verbeteren en door horizontale thema’s te integreren zoals gender, mensenrechten, conflictpreventie en milieu; |
— |
de belangrijkste resultaten van de evaluatie- en monitoringverslagen worden gepresenteerd, teneinde aan te geven in hoeverre de doelstellingen van de ondernomen acties worden verwezenlijkt; |
— |
de voornaamste aspecten van de samenwerking en de belangrijkste op dat gebied verrichte activiteiten in elke geografische regio worden samengevat, en |
— |
financiële gegevens worden verstrekt over de aan elke sector verleende hulp overeenkomstig de OESO-rapportagevereisten. |
19 09 01
Samenwerking met ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
371 064 000 |
273 386 429 |
|
13 006 402 |
371 064 000 |
286 392 831 |
Toelichting
Dit krediet is bestemd voor acties op het gebied van samenwerking met ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika die ten doel hebben:
— |
institutionele ondersteuning bij goed bestuur te ondersteunen en hulp te bieden bij de consolidatie van de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat; |
— |
sociale cohesie te bevorderen en armoede en sociale uitsluiting te bestrijden, waarbij bijzondere aandacht moet gaan naar het doorbreken van de vicieuze cirkel van de armoede waarmee personen met een handicap worden geconfronteerd; |
— |
een kmo-vriendelijk ondernemingsklimaat te bevorderen door middel van eigendomsrechten, vermindering van administratieve rompslomp en betere toegang tot krediet, alsmede versterking van organisaties van kleine en middelgrote ondernemingen; |
— |
de regionale integratie te ondersteunen; |
— |
het niveau van het onderwijs en de gezondheidszorg te verbeteren; |
— |
een groter gebruik van informatie- en communicatietechnologieën te bevorderen; |
— |
de capaciteitsopbouw te ondersteunen, met name in minder ontwikkelde landen, om hen te helpen met hun integratie in het multilaterale handelsstelsel, in het bijzonder door hun capaciteit voor deelname aan de Wereldhandelsorganisatie (OMC) te vergroten; |
— |
stimulering van de overdracht van kennis en bevordering van contacten en samenwerking tussen actoren uit het bedrijfsleven van beide partijen; |
— |
het leefmilieu in de betrokken landen beter geschikt te maken voor economische expansie en dus voor ontwikkeling; |
— |
het duurzame gebruik van natuurlijke hulpbronnen, duurzame energie en de strijd tegen de klimaatverandering te bevorderen; |
— |
rampenpreventie en risicobeperking, met inbegrip van gevaren die verband houden met de klimaatverandering, te ondersteunen; |
— |
vakbonden, niet-gouvernementele organisaties en plaatselijke initiatieven te ondersteunen bij het toezicht op het effect van Europese investeringen op de nationale economie, met name gedragscodes en sectorale overeenkomsten die betrekking hebben op de eerbieding van normen inzake arbeid, milieu en sociale en mensenrechten; |
— |
de ontwikkeling van een maatschappelijk middenveld ondersteunen, minder goed vertegenwoordigde groepen aanmoedigen om zich te laten horen en deel te nemen aan maatschappelijke organisaties en de politiek, waarbij alle vormen van discriminatie moeten worden bestreden en de rechten van vrouwen en kinderen en andere kwetsbare groepen zoals personen met een handicap en ouderen moeten worden versterkt. |
Een deel van dit krediet dient ter financiering van internationale programma’s ter bevordering van gendergelijkheid en ter bevordering van de rol van de vrouw, eveneens in het kader van UN Women.
Met uitzondering van humanitaire hulp mag geen bijstand aan regeringen worden verstrekt als een regering verantwoordelijk is voor de duidelijke verslechtering van de situatie op het gebied van democratie, de rechtsstaat en eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden.
Dit krediet dient eveneens voor acties voor capaciteitsopbouw om landbouwproducenten in ontwikkelingslanden te helpen voldoen aan de sanitaire en fytosanitaire normen van de Unie, wat noodzakelijk is opdat zij toegang krijgen tot de uniale markt.
Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Een deel van dit krediet dient ter ondersteuning van, onder meer, initiatieven als de EU-ALC Foundation (als besloten op de Top van staatshoofden en regeringsleiders van de EU en Latijns-Amerikaanse landen) en het Biarritz Forum.
Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Een deel van dit krediet dient, met gepaste inachtneming van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door ervaren deskundige vrijwilligers van de Unie die onder het European Senior Services Network (ESSN) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.
De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluaties hebben onder meer betrekking op bepaalde initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.
Afgezien van humanitaire hulp en implementatiehulp van ngo's, de agentschappen van de Verenigde Naties of onpartijdige actoren mag geen hulp aan regeringen worden verstrekt, als deze regeringen verantwoordelijk zijn voor een duidelijke verergering van de situatie op het gebied van democratie, de rechtstaat en de eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).
Referentiebesluiten
Resolutie van het Europees Parlement van 1 juni 2006 over kleine en middelgrote ondernemingen in de ontwikkelingslanden (PB C 298 E van 8.12.2006, blz. 171).
HOOFDSTUK 19 10 — BETREKKINGEN MET AZIË, CENTRAAL-AZIË EN HET MIDDEN-OOSTEN (IRAK, IRAN, JEMEN)
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag Betalingen 2011/2013 |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
19 10 |
||||||||
BETREKKINGEN MET AZIË, CENTRAAL-AZIË EN HET MIDDEN-OOSTEN (IRAK, IRAN, JEMEN) |
||||||||
19 10 01 |
||||||||
Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië |
||||||||
19 10 01 01 |
Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië |
4 |
513 190 519 |
384 495 037 |
|
6 503 201 |
513 190 519 |
390 998 238 |
19 10 01 02 |
Steun voor herstel en wederopbouw van Afghanistan |
4 |
201 000 000 |
128 988 695 |
|
|
201 000 000 |
128 988 695 |
19 10 01 03 |
Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met India |
4 |
p.m. |
3 600 000 |
|
|
p.m. |
3 600 000 |
19 10 01 04 |
Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met China |
4 |
p.m. |
3 700 000 |
|
|
p.m. |
3 700 000 |
19 10 01 05 |
Voorbereidende maatregel — Samenwerking met landen met een middeninkomen in Azië |
4 |
p.m. |
550 000 |
|
|
p.m. |
550 000 |
19 10 01 06 |
Voorbereidende actie — Europese Unie-Azië — Integratie van beleid en praktijk |
4 |
p.m. |
300 000 |
|
|
p.m. |
300 000 |
|
Artikel 19 10 01 — Subtotaal |
|
714 190 519 |
521 633 732 |
|
6 503 201 |
714 190 519 |
528 136 933 |
19 10 02 |
Samenwerking met ontwikkelingslanden in Centraal-Azië |
4 |
104 300 000 |
56 339 890 |
|
|
104 300 000 |
56 339 890 |
19 10 03 |
Samenwerking met Irak, Iran en Jemen |
4 |
45 500 000 |
23 030 165 |
|
|
45 500 000 |
23 030 165 |
19 10 04 |
Samenwerking anders dan officiële ontwikkelingshulp (Azië, Centraal-Azië, Irak, Iran en Jemen) |
4 |
29 500 000 |
4 447 886 |
|
|
29 500 000 |
4 447 886 |
|
Hoofdstuk 19 10 — Totaal |
|
893 490 519 |
605 451 673 |
|
6 503 201 |
893 490 519 |
611 954 874 |
Toelichting
Ontwikkelingssamenwerking in het kader van dit hoofdstuk heeft in eerste instantie tot doel bij te dragen tot de verwezenlijking van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen, alsook tot de bevordering van democratie, goed bestuur, eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat, ondersteuning van duurzame ontwikkeling en economische integratie, en het bevorderen van conflictpreventie, conflictoplossing en verzoening. Overeenkomstig de verklaring van de Commissie over artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking ((PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41) (DCI) voor landen omschreven als ontvanger van officiële ontwikkelingshulp (ODA) door de OESO-Commissie voor ontwikkelingsbijstand (DAC), blijft de Commissie jaarlijks verslag uitbrengen over de in het verleden gebruikte maar nu overbodige benchmark van 35 % van de steun aan ontwikkelingslanden die toegewezen moet worden aan sociale infrastructuur en dienstverlening, daarbij erkennend dat de uniale bijdrage moet worden gezien als deel van de algemene donorsteun aan de sociale sector en dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm dient te zijn.
Bovendien zal de Commissie, eveneens overeenkomstig deze verklaring, zich ervoor inzetten om te waarborgen dat een benchmark van 20 % van de toegewezen steun in het kader van de landenprogramma’s, gedekt door het instrument voor ontwikkelingssamenwerking, toegewezen zal worden aan basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, door middel van begrotingssteun of steun voor projecten en programma’s in verband met deze sectoren, met een gemiddelde over alle geografische gebieden en erkennend dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm moet zijn, bijvoorbeeld als het gaat om steun in uitzonderlijke gevallen.
Vóór 1 juli van elk jaar zal de Commissie het Europees Parlement en de Raad een jaarverslag over het ontwikkelingsbeleid en de buitenlandse hulp van de Unie voorleggen, waarin zij alle op haar rustende reglementaire rapportageverplichtingen nakomt en de ontwikkelingssamenwerking omstandig toelicht, met name wat betreft de mate waarin de doelstellingen zijn verwezenlijkt. In dit verslag zullen met name:
— |
de strategische doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie en haar bijdrage aan de verwezenlijking van de voormalige benchmark van 35 % voor sociale infrastructuur en dienstverlening en de huidige benchmark van 20 % voor basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, in het kader van de geografische samenwerking onder het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking worden gepresenteerd en de doeltreffendheid en doelmatigheid worden beoordeeld van de samenwerking, met inbegrip van de voortgang met het coördineren van de steun, door de samenhang van de strategie van de Unie bij externe acties te verbeteren en door horizontale thema’s te integreren zoals gender, mensenrechten, conflictpreventie en milieu; |
— |
de belangrijkste resultaten van de evaluatie- en monitoringverslagen worden gepresenteerd, teneinde aan te geven in hoeverre de doelstellingen van de ondernomen acties worden verwezenlijkt; |
— |
de voornaamste aspecten van de samenwerking en de belangrijkste op dat gebied verrichte activiteiten in elke geografische regio worden samengevat, en |
— |
financiële gegevens worden verstrekt over de aan elke sector verleende hulp overeenkomstig de OESO-rapportagevereisten. |
19 10 01
Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiering van ontwikkelingacties in ontwikkelingslanden in Azië, en vooral in de armste daarvan, voor het verbeteren van de humane en sociale ontwikkeling alsook voor het oplossen van macro-economische en sectorale problemen. Er wordt voorrang verleend aan acties met een effect op de structuur van de economie, de ontwikkeling van de instellingen, de verbetering van de mensenrechtensituatie, waaronder vrijheid van godsdienst, de versterking van het maatschappelijk middenveld, waaronder maatregelen met betrekking tot democratisering, onderwijs, beroepsopleiding, een leven lang leren, academische en culturele uitwisselingen, wetenschappelijke en technologische uitwisselingen, het milieu, de tropische bossen, drugsbestrijdingscampagnes, regionale samenwerking, acties ter voorkoming van rampen en acties voor wederopbouw, alsmede de bevordering van duurzame energie en informatie- en telecommunicatietechnologie.
De Commissie publiceert elk jaar een verslag over alle activiteiten op het gebied van externe hulp.
Verder kan dit krediet worden gebruikt voor acties en maatregelen van horizontale aard die ten doel hebben het profiel of de bekendheid van de samenwerking tussen de Unie en de ontwikkelingslanden in Azië te vergroten.
Tevens wordt onder dit artikel de steun geboekt voor de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld, met name de steun voor activiteiten van niet-gouvernementele organisaties die de rechten van kwetsbare groepen, zoals vrouwen, kinderen, etnische minderheden en gehandicapten, bevorderen en beschermen.
Dit krediet dient tevens voor de bevordering van een kmo-vriendelijk handelsklimaat door middel van eigendomsrechten, vermindering van administratieve rompslomp en betere toegang tot krediet, alsmede versterking van kmo-verenigingen.
De opname van deze kredieten wordt afhankelijk gesteld van de naleving van de beginselen die de grondslag vormen voor de acties van de Unie.
Het krediet moet voorts ook ten goede komen aan de wederzijdse belangen van de Unie en haar partners, door de dekking van uiteenlopende acties zoals technische bijstand, opleiding, technologie-overdracht en institutionele ondersteuningen op de gebieden handelsbevordering, energie (in het bijzonder hernieuwbare energiebronnen), milieu, management enz., met het oog op:
— |
de verbetering van het economische, sociale, culturele, juridische en regelgevingsklimaat en de bevordering van de economische betrekkingen en het handelsverkeer tussen de Unie en Azië; |
— |
de bevordering van de regionale integratie; |
— |
de ondersteuning van capaciteitsopbouw, met name in de minst ontwikkelde landen, zodat deze landen beter kunnen integreren in het multilaterale handelsstelsel, onder meer door verbetering van hun vermogen om deel te nemen in de Wereldhandelsorganisatie (WTO); |
— |
stimulering van de overdracht van kennis en bevordering van contacten en samenwerking tussen actoren uit het bedrijfsleven van beide partijen; |
— |
bevordering van een gunstig klimaat voor economische expansie en dus voor de ontwikkeling in de betrokken landen; |
— |
bevordering van sociale ontwikkeling, sociale samenhang en eerlijke inkomensverdeling; |
— |
aanmoediging van een groter gebruik van informatie- en communicatietechnologie. |
Dit krediet dient tevens ter financiering van toekomstige initiatieven van de Unie ter ondersteuning en bevordering van een voortdurende dialoog en samenwerking tussen de particuliere sectoren en onderzoeksgemeenschappen in de Unie en India op een breed scala aan gebieden, door partnerschappen en uitwisselingen te versterken en aan te moedigen en gezamenlijke initiatieven te ondersteunen en door de informatiestroom op het gebied van toegang tot de handels- en investeringsmarkten te verbeteren, met name in het kader van een toekomstige vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en India.
Het dient tevens voor onderwijs aan kinderen die het slachtoffer zijn geweest van oorlogen of natuurrampen.
Er kunnen maatregelen worden medegefinancierd met niet-gouvernementele en internationale organisaties.
Dit krediet dient tevens ter ondersteuning van rampenpreventie en risicobeperking, met inbegrip van gevaren die verband houden met de klimaatverandering.
Dit krediet is ook bedoeld voor acties van de Unie in het kader van het wederopbouwproces in Afghanistan.
De Commissie houdt toezicht op de naleving van de voorwaarden die verbonden zijn aan de bijdrage van de Unie aan dit proces, met name de volledige uitvoering naar de letter en de geest van de Overeenkomst van Bonn/Petersberg. Zij houdt de begrotingsautoriteit op de hoogte van haar bevindingen en conclusies.
Dit krediet dient ook ter ondersteuning van de Afghaanse nationale drugsbestrijdingsstrategie, die onder andere als doel heeft een einde te maken aan de opiumproductie in Afghanistan en de opiumnetwerken en illegale exportroutes naar Europese landen te ontwrichten en te vernietigen.
Een deel van het krediet is bestemd voor de verbetering van de situatie van vrouwen, met prioriteit voor acties op het gebied van volksgezondheid en onderwijs, en ter ondersteuning van hun actieve betrokkenheid bij alle besluitvormingsgebieden en -niveaus, met inachtneming van het Financieel Reglement.
Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluaties hebben onder meer betrekking op bepaalde initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Een deel van dit krediet dient, met gepaste inachtneming van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere deskundige vrijwilligers van de Unie die onder het European Senior Services Network (ESSN) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.
Een deel van dit krediet dient ter financiering van internationale programma’s ter bevordering van gendergelijkheid en ter bevordering van de rol van de vrouw, eveneens in het kader van UN Women.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).
Referentiebesluiten
Resolutie van het Europees Parlement van 1 juni 2006 over kleine en middelgrote ondernemingen in de ontwikkelingslanden (PB C 298 E van 8.12.2006, blz. 171).
19 10 01 01
Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
513 190 519 |
384 495 037 |
|
6 503 201 |
513 190 519 |
390 998 238 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van ontwikkelingacties in ontwikkelingslanden in Azië, en vooral in de armste daarvan, voor het verbeteren van de humane en sociale ontwikkeling alsook voor het oplossen van macro-economische en sectorale problemen. Overeenkomstig de verklaring van de Commissie over artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41), zal de Commissie zich ervoor inzetten om te waarborgen dat een benchmark van 20 % van de toegewezen steun in het kader van de landenprogramma’s, gedekt door het instrument voor ontwikkelingssamenwerking, toegewezen zal worden aan basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, door middel van begrotingssteun of steun voor projecten en programma’s in verband met deze sectoren, met een gemiddelde over alle geografische gebieden en erkennend dat een zekere mate van flexibiliteit de norm moet zijn, bijvoorbeeld als het gaat om gevallen waarin uitzonderlijke steun moet worden verleend.
Er wordt voorrang verleend aan acties met een effect op de structuur van de economie, de ontwikkeling van de instellingen, de verbetering van de mensenrechtensituatie, waaronder de vrijheid van eredienst, de versterking van het maatschappelijk middenveld, waaronder maatregelen met betrekking tot democratisering, toegang voor alle jongens, meisjes, vrouwen en kinderen met een handicap tot basis- en secundair onderwijs, het milieu en het duurzame beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van tropische bossen, regionale samenwerking, rampenpreventie en risicobeperking, met inbegrip van gevaren die verband houden met de klimaatverandering, en acties voor wederopbouw, alsmede de bevordering van duurzame energie, de strijd tegen de klimaatverandering en informatie- en telecommunicatietechnologie.
Tevens dient dit krediet ter bevordering van maatregelen die bijdragen aan conflictpreventie, conflictoplossing en verzoening.
Verder dient dit krediet ter dekking van de kosten van acties en maatregelen van horizontale aard die ten doel hebben het profiel of de bekendheid van de samenwerking tussen de Unie en de ontwikkelingslanden in Azië te vergroten.
Tevens wordt onder deze post de steun geboekt voor de ontwikkeling van de civiele samenleving, met name de steun voor activiteiten van niet-gouvernementele organisaties die de rechten van kwetsbare groepen, zoals vrouwen, kinderen, etnische minderheden en gehandicapten, bevorderen en beschermen.
Dit krediet dient tevens ter ondersteuning van microfinancieringsprogramma’s.
Dit krediet dient eveneens voor acties voor capaciteitsopbouw om landbouwproducenten in ontwikkelingslanden te helpen voldoen aan de sanitaire en fytosanitaire normen van de Unie, wat noodzakelijk is opdat zij toegang krijgen tot de uniale markt.
De opname van deze kredieten wordt afhankelijk gesteld van de naleving van de beginselen die de grondslag vormen voor de acties van de Unie.
Tevens dient het ter financiering van maatregelen met een effect op de structuur van de economie en de ontwikkeling van de instellingen.
Het krediet dient voorts ter dekking van technische bijstand, opleiding, technologie-overdracht en institutionele ondersteuning op het gebied van handelsbevordering, energie (met name hernieuwbare energiebronnen), milieu, management, enz., met het oog op:
— |
bevordering van de regionale integratie; |
— |
ondersteuning van capaciteitsopbouw, met name in de minst ontwikkelde landen, zodat deze landen beter kunnen integreren in het multilaterale handelsstelsel, onder meer door verbetering van hun vermogen om deel te nemen in de Wereldhandelsorganisatie (WTO); |
— |
stimulering van de overdracht van kennis en bevordering van contacten en samenwerking tussen actoren uit het bedrijfsleven van beide partijen; |
— |
bevordering van sociale ontwikkeling, sociale samenhang en eerlijke inkomensverdeling; |
— |
een groter gebruik van informatie- en communicatietechnologieën te bevorderen; |
— |
het bevorderen van de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld, waarbij minder goed vertegenwoordigde groepen worden aangemoedigd zich te laten horen en deel te nemen aan maatschappelijke organisaties en de politiek en waarbij alle vormen van discriminatie moeten worden bestreden, en het versterken van de rechten van vrouwen en kinderen en andere kwetsbare groepen zoals personen met een handicap en ouderen. |
Het dient ook ter financiering van onderwijs voor kinderen die het slachtoffer zijn van oorlog of natuurrampen.
Er kunnen maatregelen worden medegefinancierd met niet-gouvernementele en internationale organisaties.
Een deel van het krediet is bestemd voor de verbetering van de situatie van vrouwen, met prioriteit voor acties op het gebied van volksgezondheid en onderwijs, en ter ondersteuning van hun actieve betrokkenheid bij alle besluitvormingsgebieden en -niveaus, met passende inachtneming van het Financieel Reglement.
Een deel van dit krediet is bestemd voor acties ter controle en verwijdering van antipersoneelsmijnen, explosieve overblijfselen van oorlogshandelingen en onwettige handvuurwapens en lichte wapens.
Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De op het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve steun ingeschreven bedragen zullen worden vastgelegd in de bijdrageovereenkomsten voor elk operationeel programma, met een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het overeenstemmende programma voor elk hoofdstuk.
Een deel van dit krediet dient ter verbetering van de positie van christenen en andere religieuze minderheden in Pakistan.
Een deel van dit krediet dient, met gepaste inachtneming van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere deskundige vrijwilligers van de Unie die onder het European Senior Services Network (ESSN) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.
De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluaties hebben onder meer betrekking op bepaalde initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.
Een deel van dit krediet dient ter financiering van internationale programma’s ter bevordering van gendergelijkheid en ter bevordering van de rol van de vrouw, eveneens in het kader van UN Women.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).
TITEL 20
HANDEL
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
20 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HANDEL” |
|
93 973 453 |
93 973 453 |
|
|
93 973 453 |
93 973 453 |
20 02 |
HANDELSPOLITIEK |
4 |
13 500 000 |
8 203 879 |
|
1 300 640 |
13 500 000 |
9 504 519 |
|
Titel 20 — Totaal |
|
107 473 453 |
102 177 332 |
|
1 300 640 |
107 473 453 |
103 477 972 |
HOOFDSTUK 20 02 — HANDELSPOLITIEK
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
20 02 |
||||||||
HANDELSPOLITIEK |
||||||||
20 02 01 |
Buitenlandse handelsbetrekkingen, met inbegrip van de toegang tot de markt van derde landen |
4 |
9 000 000 |
6 918 934 |
|
|
9 000 000 |
6 918 934 |
20 02 03 |
Aid for trade — Multilaterale initiatieven |
4 |
4 500 000 |
1 284 945 |
|
1 300 640 |
4 500 000 |
2 585 585 |
|
Hoofdstuk 20 02 — Totaal |
|
13 500 000 |
8 203 879 |
|
1 300 640 |
13 500 000 |
9 504 519 |
20 02 03
Aid for trade — Multilaterale initiatieven
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
4 500 000 |
1 284 945 |
|
1 300 640 |
4 500 000 |
2 585 585 |
Toelichting
Dit krediet dient ter financiering van multilaterale programma’s en initiatieven op het gebied van handelsgerelateerde bijstand om ontwikkelingslanden beter in staat te stellen op efficiënte wijze deel te nemen aan het multilaterale handelssysteem en aan regionale handelsovereenkomsten en om hun handelsprestaties te verbeteren.
De met dit krediet te financieren multilaterale programma’s en initiatieven steunen de volgende acties:
Assistentie bij het handelsbeleid, de deelneming aan onderhandelingen en de uitvoering van handelsovereenkomsten
Acties ter versterking van de capaciteit van ontwikkelingslanden om hun handelsbeleid uit te stippelen en ter versterking van de bij het handelsbeleid betrokken instanties, met inbegrip van globale en bijgewerkte handelsherzieningen en bijstand om de handel te integreren in de respectieve beleidsvormen voor economische groei en ontwikkeling.
Acties ter versterking van de capaciteit van ontwikkelingslanden om daadwerkelijk deel te nemen aan internationale handelsbesprekingen en internationale handelsakkoorden uit te voeren.
Onderzoek om beleidsmakers te adviseren over hoe er het best voor kan worden gezorgd dat op alle beleidsgebieden rekening wordt gehouden met de specifieke belangen van kleine producenten en werknemers in ontwikkelingslanden, en een gunstige context te bevorderen waarin producenten toegang hebben tot handelsgerelateerde programma’s om duurzaamheid te waarborgen.
Deze bijstand is vooral gericht op de overheidssector.
Ontwikkeling van de handel
Acties om beperkingen aan de aanbodzijde weg te nemen die rechtstreekse gevolgen hebben voor het vermogen van een land om zijn internationale handelsmogelijkheden te benutten, in het bijzonder ontwikkeling van de particuliere sector.
Dit krediet vormt een aanvulling op de geografische programma’s van de Unie en mag enkel multilaterale initiatieven en programma’s dekken die echt toegevoegde waarde geven aan de geografische programma’s van de Unie, zoals het geïntegreerde kader voor de minst ontwikkelde landen.
De Commissie dient eens per twee jaar een verslag in over de tenuitvoerlegging en bereikte resultaten, alsmede over de belangrijkste gevolgen en effecten van de aid for trade-steun. De Commissie verstrekt informatie over het totale bedrag aan aid for trade-financiering van de algemene begroting van de Unie, alsmede over het aandeel van dat bedrag binnen de totale „bijstand op het gebied van de handel”.
Rechtsgronden
Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak als bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002) (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
TITEL 21
ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN)
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
21 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE ACS-STATEN” |
|
268 569 707 |
268 569 707 |
|
|
268 569 707 |
268 569 707 |
21 02 |
VOEDSELZEKERHEID |
4 |
258 629 000 |
180 505 121 |
|
|
258 629 000 |
180 505 121 |
21 03 |
NIET-OVERHEIDSACTOREN IN HET ONTWIKKELINGSPROCES |
4 |
245 400 000 |
184 450 589 |
|
11 055 442 |
245 400 000 |
195 506 031 |
21 04 |
MILIEU EN DUURZAAM BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN, MET INBEGRIP VAN ENERGIE |
4 |
217 650 000 |
124 511 655 |
|
|
217 650 000 |
124 511 655 |
21 05 |
MENSELIJKE EN SOCIALE ONTWIKKELING |
4 |
195 545 000 |
102 257 336 |
|
3 251 601 |
195 545 000 |
105 508 937 |
21 06 |
GEOGRAFISCHE SAMENWERKING MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN) |
4 |
331 382 779 |
304 087 142 |
|
6 503 201 |
331 382 779 |
310 590 343 |
21 07 |
ANDERE MAATREGELEN OP HET GEBIED VAN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN AD-HOCPROGRAMMA’S |
4 |
34 198 140 |
29 299 709 |
|
|
34 198 140 |
29 299 709 |
21 08 |
BELEIDSSTRATEGIE EN COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE ACS-STATEN” |
4 |
20 325 000 |
13 224 060 |
|
|
20 325 000 |
13 224 060 |
21 49 |
UITGAVEN VOOR HET ADMINISTRATIEVE BEHEER VAN PROGRAMMA’S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET FINANCIEEL REGLEMENT VAN 21 DECEMBER 1977 |
4 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
|
Titel 21 — Totaal |
|
1 571 699 626 |
1 206 905 319 |
|
20 810 244 |
1 571 699 626 |
1 227 715 563 |
Toelichting
Er wordt geen steun van de Unie verleend aan overheden, organisaties of programma’s die deelnemen of ondersteuning geven aan activiteiten waarbij schendingen van mensenrechten plaatsvinden, bijvoorbeeld in de vorm van gedwongen abortus, onvrijwillige sterilisatie of infanticide, met name wanneer bij de uitvoering van dergelijke activiteiten psychosociale, sociale, economische of juridische druk wordt uitgeoefend; op deze manier wordt uitvoering gegeven aan het verbod van de Internationale Conferentie over bevolking en ontwikkeling van Caïro (ICPD) op dwang en compulsie op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheidszorg. De Commissie moet een verslag opstellen over de tenuitvoerlegging van de buitenlandse hulp van de Europese Unie waaronder dit programma valt.
HOOFDSTUK 21 03 — NIET-OVERHEIDSACTOREN IN HET ONTWIKKELINGSPROCES
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
21 03 |
||||||||
NIET-OVERHEIDSACTOREN IN HET ONTWIKKELINGSPROCES |
||||||||
21 03 01 |
Niet-overheidsactoren in het ontwikkelingsproces |
4 |
208 700 000 |
172 973 346 |
|
6 503 201 |
208 700 000 |
179 476 547 |
21 03 02 |
Plaatselijke autoriteiten in ontwikkeling |
4 |
35 700 000 |
10 477 243 |
|
4 552 241 |
35 700 000 |
15 029 484 |
21 03 03 |
Voorbereidende actie — Regionaal Afrikaans netwerk van maatschappelijke organisaties voor millenniumdoelstelling voor ontwikkeling nr. 5 |
4 |
p.m. |
500 000 |
|
|
p.m. |
500 000 |
21 03 04 |
Proefproject — Strategisch investeren in duurzame vrede en democratisering in de Hoorn van Afrika |
4 |
1 000 000 |
500 000 |
|
|
1 000 000 |
500 000 |
|
Hoofdstuk 21 03 — Totaal |
|
245 400 000 |
184 450 589 |
|
11 055 442 |
245 400 000 |
195 506 031 |
21 03 01
Niet-overheidsactoren in het ontwikkelingsproces
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
208 700 000 |
172 973 346 |
|
6 503 201 |
208 700 000 |
179 476 547 |
Toelichting
Dit krediet dient ter ondersteuning van ontwikkelingsinitiatieven in ontwikkelingslanden die worden uitgevoerd door maatschappelijke organisaties uit de Unie en uit partnerlanden, alsmede ter versterking van de capaciteit van die organisaties in het kader van het beleidsvormingsproces, zulks met als doel:
— |
het bevorderen van een samenleving gebaseerd op integratie en medebeslissing, met het oog op: i) het geven van voorrang aan bevolkingsgroepen die verstoken blijven van algemene diensten en hulpbronnen en die uitgesloten zijn van beleidsvormingsprocessen, ii) het versterken van de capaciteit van maatschappelijke organisaties in de partnerlanden om hun participatie in het vaststellen en uitvoeren van strategieën voor duurzame ontwikkeling te bevorderen en iii) het vergemakkelijken van de interactie tussen overheids- en niet-overheidsactoren in verschillende contexten; |
— |
het vergroten van het bewustzijn van Europeanen omtrent ontwikkelingskwesties, het mobiliseren van actieve publieke steun in de Unie en de toetredingslanden voor strategieën voor armoedevermindering en duurzame ontwikkeling in partnerlanden en voor billijker betrekkingen tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden, en het versterken van de rol van het maatschappelijk middenveld als een factor van vooruitgang en transformatie; |
— |
het tot stand brengen van een efficiëntere samenwerking door het bevorderen van synergieën en het bewerkstelligen van een gestructureerde dialoog tussen netwerken van maatschappelijke organisaties, binnen hun organisaties en met instellingen van de Unie. |
— |
Deze initiatieven kunnen eveneens het volgende omvatten: |
— |
steun voor promotieactiviteiten om de beleidsmakers op alle niveaus te informeren over het beleid dat het beste ten goede komt aan gemarginaliseerde producenten en werknemers in ontwikkelingslanden; |
— |
ontwikkeling en versterking van verenigingen en coöperaties in ontwikkelingslanden, zodat institutionele en productieve capaciteit kan worden opgebouwd met het oog op de ontwikkeling van producten met toegevoegde waarde en schaalvergroting; |
— |
steun aan netwerken van Fair Trade-producenten in zuidelijke landen die optreden als stem van de gemarginaliseerde Fair Trade-producenten. |
Dit programma beoogt in eerste instantie ten goede te komen aan de landen die door het Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) worden bestreken. Overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1905/2006, krachtens hetwelk een bedrag wordt toegewezen om in het kader van de thematische programma’s activiteiten ten behoeve van onder het Europees nabuurschapsbeleid vallende landen te financieren, is echter 3,9 % van dit programma voor dergelijke landen bestemd.
Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006. De kredieten op deze begrotingslijn moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluatie zal onder meer betrekking hebben op hulpbronnen en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen vervolgens worden gebruikt voor de opstelling van maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.
Om overeenkomstig de artikelen 53 tot en met 56 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad volledige financiële transparantie te waarborgen, doet de Commissie bij de sluiting of de wijziging van overeenkomsten voor het beheer en de uitvoering van projecten door internationale organisaties alle nodige inspanningen om ervoor te zorgen dat deze organisaties zich ertoe verbinden al hun interne en externe audits over te leggen aan de Europese Rekenkamer en aan de interne auditeur van de Commissie voor het gebruik van uniale fondsen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).
Referentiebesluiten
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324 final).
Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 25 januari 2006 — Het externe optreden via het thematisch programma „Niet-overheidsactoren en lokale autoriteiten in het ontwikkelingsproce”(COM(2006) 19 final).
21 03 02
Plaatselijke autoriteiten in ontwikkeling
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
35 700 000 |
10 477 243 |
|
4 552 241 |
35 700 000 |
15 029 484 |
Toelichting
Dit krediet dient ter ondersteuning van ontwikkelingsinitiatieven in ontwikkelingslanden die worden uitgevoerd door lokale autoriteiten uit de Unie en uit partnerlanden, alsmede ter versterking van de capaciteit van die organisaties in het kader van het beleidsvormingsproces, zulks met als doel:
— |
te komen tot een meer op integratie en medebeslissing gebaseerde samenleving zodat: i) ontwikkeling ten goede komt aan bevolkingsgroepen die verstoken blijven van algemene diensten en hulpbronnen en die uitgesloten zijn van de beleidsvorming, ii) de capaciteit van de plaatselijke en regionale overheden in de partnerlanden wordt versterkt, zodat zij beter betrokken kunnen worden bij het vaststellen en uitvoeren van strategieën voor duurzame ontwikkeling, en iii) de interactie tussen federale en plaatselijke en regionale overheden in verschillende verbanden wordt gefaciliteerd en in decentralisatieprocessen een grotere rol voor plaatselijke overheden wordt gesteund; |
— |
het vergroten van het bewustzijn van Europeanen omtrent ontwikkelingskwesties, het mobiliseren van actieve publieke steun in de Unie en de toetredingslanden voor strategieën voor armoedevermindering en duurzame ontwikkeling in partnerlanden en voor billijker betrekkingen tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden, met inbegrip van bewustmaking op het vlak van de handelsbetrekkingen tussen noord en zuid, de aankoopbeslissingen van consumenten in de Unie en de invloed ervan op duurzame ontwikkeling en de vermindering van de armoede, en het te dien einde versterken van de rol van de plaatselijke en regionale overheden; |
— |
het tot stand brengen van een efficiëntere samenwerking door het bevorderen van synergieën en het bewerkstelligen van een gestructureerde dialoog tussen verenigingen van plaatselijke en regionale overhedennetwerken en met het maatschappelijk middenveld, binnen hun organisaties en met instellingen van de Unie. |
Dit programma beoogt in eerste instantie ten goede te komen aan de landen die door het Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) worden bestreken. Overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1905/2006, krachtens hetwelk een bedrag wordt toegewezen om in het kader van de thematische programma’s activiteiten ten behoeve van de onder het Europees nabuurschapsbeleid vallende landen te financieren, is echter 3,9 % van dit programma voor dergelijke landen bestemd.
Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006. De kredieten op deze begrotingslijn moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluatie zal onder meer betrekking hebben op hulpbronnen en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen vervolgens worden gebruikt voor de opstelling van maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).
Referentiebesluiten
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324 final).
Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 25 januari 2006 — Het externe optreden via het thematisch programma „Niet-overheidsactoren en lokale autoriteiten in het ontwikkelingsproces”(COM(2006) 19 final).
Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 6 oktober 2008 — Plaatselijke overheden als ontwikkelingsactoren (COM(2008) 626 final).
HOOFDSTUK 21 05 — MENSELIJKE EN SOCIALE ONTWIKKELING
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
21 05 |
||||||||
MENSELIJKE EN SOCIALE ONTWIKKELING |
||||||||
21 05 01 |
||||||||
Menselijke en sociale ontwikkeling |
||||||||
21 05 01 01 |
Gezondheid |
4 |
58 552 000 |
14 826 287 |
|
|
58 552 000 |
14 826 287 |
21 05 01 02 |
Onderwijs |
4 |
40 693 000 |
7 907 353 |
|
|
40 693 000 |
7 907 353 |
21 05 01 03 |
Andere aspecten van de menselijke en sociale ontwikkeling |
4 |
40 300 000 |
17 297 335 |
|
|
40 300 000 |
17 297 335 |
21 05 01 04 |
Gelijkheid van mannen en vrouwen |
4 |
p.m. |
7 907 353 |
|
|
p.m. |
7 907 353 |
21 05 01 05 |
Proefproject — Kwalitatieve en kwantitatieve toetsing van uitgaven op het gebied van gezondheid en onderwijs |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
21 05 01 06 |
Voorbereidende actie — Overdracht van technologie op farmaceutisch gebied ten behoeve van ontwikkelingslanden |
4 |
p.m. |
1 385 000 |
|
|
p.m. |
1 385 000 |
21 05 01 07 |
Voorbereidende actie — Onderzoek en ontwikkeling op het gebied van armoedegerelateerde, tropische en verwaarloosde ziekten |
4 |
p.m. |
1 270 000 |
|
|
p.m. |
1 270 000 |
21 05 01 08 |
Proefproject — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC) |
4 |
p.m. |
400 000 |
|
|
p.m. |
400 000 |
21 05 01 09 |
Voorbereidende actie — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC) |
4 |
1 500 000 |
1 250 000 |
|
|
1 500 000 |
1 250 000 |
|
Artikel 21 05 01 — Subtotaal |
|
141 045 000 |
52 243 328 |
|
|
141 045 000 |
52 243 328 |
21 05 02 |
Wereldfonds voor de bestrijding van hiv/aids, tuberculose en malaria (Global Fund to Fight Aids, Tuberculosis and Malaria — GFATM) |
4 |
54 500 000 |
46 455 699 |
|
3 251 601 |
54 500 000 |
49 707 300 |
21 05 03 |
Menselijke en sociale ontwikkeling — Afronding van eerdere samenwerkingsactiviteiten |
4 |
p.m. |
3 558 309 |
|
|
p.m. |
3 558 309 |
|
Hoofdstuk 21 05 — Totaal |
|
195 545 000 |
102 257 336 |
|
3 251 601 |
195 545 000 |
105 508 937 |
21 05 02
Wereldfonds voor de bestrijding van hiv/aids, tuberculose en malaria (Global Fund to Fight Aids, Tuberculosis and Malaria — GFATM)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
54 500 000 |
46 455 699 |
|
3 251 601 |
54 500 000 |
49 707 300 |
Toelichting
Dit krediet dient ter ondersteuning van acties uit hoofde van het Wereldfonds voor de bestrijding van hiv/aids, tuberculose en malaria (GFATM).
De kredieten op deze begrotingslijn moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluatie zal onder meer betrekking hebben op initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).
HOOFDSTUK 21 06 — GEOGRAFISCHE SAMENWERKING MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN)
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
21 06 |
||||||||
GEOGRAFISCHE SAMENWERKING MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN) |
||||||||
21 06 02 |
Betrekkingen met Zuid-Afrika |
4 |
128 611 000 |
131 459 743 |
|
6 503 201 |
128 611 000 |
137 962 944 |
21 06 03 |
Aanpassingssteun voor de landen van het Suikerprotocol |
4 |
177 000 000 |
128 494 485 |
|
|
177 000 000 |
128 494 485 |
21 06 04 |
Maatregelen voor herstel en wederopbouw ten gunste van ontwikkelingslanden, vooral ACS-staten |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
21 06 05 |
Steun aan de bananenproducenten van de ACS-staten |
4 |
p.m. |
10 576 085 |
|
|
p.m. |
10 576 085 |
21 06 06 |
Samenwerking anders dan officiële ontwikkelingshulp (Zuid-Afrika) |
4 |
2 400 000 |
938 998 |
|
|
2 400 000 |
938 998 |
21 06 07 |
Begeleidende maatregelen in de bananensector |
4 |
23 371 779 |
32 617 831 |
|
|
23 371 779 |
32 617 831 |
|
Hoofdstuk 21 06 — Totaal |
|
331 382 779 |
304 087 142 |
|
6 503 201 |
331 382 779 |
310 590 343 |
Toelichting
Voor landen omschreven als „ontvangers van officiële ontwikkelingshulp” (ODA) door de OESO-Commissie voor ontwikkelingsbijstand (DAC) is in het verleden een benchmark van 35 % toegewezen aan sociale infrastructuur, voornamelijk onderwijs en gezondheidszorg, maar ook aan macro-economische steun, met voorrang voor de sociale sector, daarbij erkennend dat de bijdrage van de Unie moet worden gezien als deel van de algemene donorsteun aan de sociale sector en dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm dient te zijn. De Commissie zal ook in de toekomst over deze benchmark verslag uitbrengen.
Bovendien zal de Commissie, overeenkomstig haar verklaring over artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41), zich ervoor inzetten om te waarborgen dat een benchmark van 20 % van de toegewezen steun in het kader van de landenprogramma’s, gedekt door het instrument voor ontwikkelingssamenwerking (Development Cooperation Instrument — DCI), toegewezen zal worden aan basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, door middel van begrotingssteun voor projecten en programma’s in verband met deze sectoren, met een gemiddelde over alle geografische gebieden en erkennend dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm moet zijn, bijvoorbeeld als het gaat om steun in uitzonderlijke gevallen.
Uiterlijk op 1 juli van elk jaar zal de Commissie het Europees Parlement en de Raad een jaarverslag over het ontwikkelingsbeleid en de buitenlandse hulp van de Unie voorleggen, waarin zij alle op haar rustende reglementaire rapportageverplichtingen nakomt en de ontwikkelingssamenwerking omstandig toelicht, met name wat betreft de mate waarin de doelstellingen zijn verwezenlijkt. In dit verslag zullen met name:
— |
de strategische doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie en haar bijdrage aan de verwezenlijking van de voormalige benchmark van 35 % voor sociale infrastructuur en dienstverlening en de huidige benchmark van 20 % voor basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, in het kader van de geografische samenwerking in het raam van het DCI, worden gepresenteerd en de doeltreffendheid en doelmatigheid worden beoordeeld van de samenwerking, met inbegrip van de voortgang met het coördineren van de steun, door de samenhang van de strategie van de Unie bij externe acties te verbeteren en door horizontale thema’s te integreren zoals gender, mensenrechten, conflictpreventie en milieu; |
— |
de belangrijkste resultaten van de evaluatie- en monitoringverslagen worden gepresenteerd, teneinde aan te geven in hoeverre de doelstellingen van de ondernomen acties worden verwezenlijkt; |
— |
de voornaamste aspecten van de samenwerking en de belangrijkste op dat gebied verrichte activiteiten in elke geografische regio worden samengevat, en |
— |
financiële gegevens worden verstrekt over de aan elke sector verleende hulp overeenkomstig de OESO-rapportagevereisten. |
Het verslag bevat tevens informatie over hoe begrotingssteun heeft bijgedragen aan de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling. De begrotingssteun wordt verleend indien een afdoende institutionele capaciteit is aangetoond en indien is voldaan aan gedetailleerde voorwaarden voor het beheer en gebruik van middelen in het ontvangende land. De voorwaarden worden vermeld in het jaarverslag, waarin tevens een beoordeling wordt opgenomen van de mate waarin aan die voorwaarden is voldaan.
Na de presentatie van het verslag treden het Europees Parlement, de Raad en de Commissie in een dialoog over de resultaten en over de wijze waarop meer vooruitgang kan worden geboekt bij het verwezenlijken van de doelstellingen.
21 06 02
Betrekkingen met Zuid-Afrika
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
128 611 000 |
131 459 743 |
|
6 503 201 |
128 611 000 |
137 962 944 |
Toelichting
Dit krediet is in overeenstemming met de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking (Trade, Development and Cooperation Agreement — TCDA) tussen de Europese Unie en Zuid-Afrika en Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).
Het programma wordt in 2007-2013 ten uitvoer gelegd via nationale strategiedocumenten (CSP's) en meerjarige indicatieve programma’s (MIP's) in het kader van de overeenkomst en wordt gefinancierd uit de algemene begroting van de Unie.
Dit krediet dient met name ter dekking van de financiering van projecten en programma’s op het gebied van ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika die bijdragen tot:
— |
de harmonieuze en duurzame economische en sociale ontwikkeling van Zuid-Afrika door middel van programma’s en maatregelen ter bestrijding van armoede en ter bevordering van economische groei die aan de armen ten goede komt; |
— |
voortzetting van de integratie van Zuid-Afrika in de wereldeconomie; |
— |
consolidatie van de basis die is gelegd voor een democratische samenleving en een rechtsstaat waarin de mensenrechten en de fundamentele vrijheden ten volle worden geëerbiedigd; |
— |
de verbetering van sociale diensten en het helpen bereiken van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen. |
De programma’s moeten gericht zijn op armoedebestrijding en op de verwezenlijking van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen, waarbij rekening wordt gehouden met de behoeften van voorheen achtergestelde gemeenschappen en met de gender- en milieudimensies van ontwikkeling. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar versterking van de institutionele capaciteit.
De ontwikkelingssamenwerking is met name gericht op:
— |
versterking van de capaciteit voor en ondersteuning van de verlening van diensten aan de armen (o.a. op het gebied van gezondheid, hiv/aids, onderwijs, huisvesting, voorzieningen inzake water en hygiëne, duurzame energie, communicatie, en daarnaast ook hervormingen van het beheer van de openbare financiën op alle bestuursniveaus, capaciteitsopbouw en beter toezicht en evaluatie); |
— |
ondersteuning van duurzame groei, specifiek gericht op het scheppen van werkgelegenheid (aanpakken van zowel de vraag- als de aanbodaspecten van de arbeidsmarkt, zoals de ontwikkeling van competenties), met name op het gebied van aanpassing aan en opvangen van de gevolgen van de klimaatverandering, en in de groene economie in het algemeen; |
— |
steun voor governance (zowel in het publieke als het niet-publieke domein); |
— |
regionale en pan-Afrikaanse steun (o.a. bijdragen aan acties ter bevordering van vrede en veiligheid, aan programma’s binnen de ACS voor wetenschap, technologie en mobiliteit van academici), en ondersteuning van regionale interconnecties via de ontwikkeling van infrastructuur en handel. |
Gelet op de milieu-uitdagingen waarvoor Zuid-Afrika staat en de 12e plaats van het land op de wereldranglijst inzake de uitstoot van broeikasgassen, zal bij de ontwikkelingssamenwerking meer nadruk komen te liggen op milieubeschermingsmaatregelen en maatregelen in verband met de klimaatverandering.
Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluatie zal onder meer betrekking hebben op initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.
Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).
TITEL 22
UITBREIDING
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||
22 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „UITBREIDING” |
88 841 907 |
88 841 907 |
|
|
88 841 907 |
88 841 907 |
22 02 |
UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE |
1 002 420 021 |
802 355 164 |
|
14 307 042 |
1 002 420 021 |
816 662 206 |
|
Titel 22 — Totaal |
1 091 261 928 |
891 197 071 |
|
14 307 042 |
1 091 261 928 |
905 504 113 |
HOOFDSTUK 22 02 — UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
22 02 |
||||||||
UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE |
||||||||
22 02 01 |
Bijstand voor het overgangsproces en institutionele opbouw aan kandidaat-lidstaten |
4 |
293 880 176 |
283 229 616 |
|
|
293 880 176 |
283 229 616 |
22 02 02 |
Bijstand voor het overgangsproces en institutionele opbouw aan potentiële kandidaat-lidstaten |
4 |
453 337 844 |
339 099 912 |
|
|
453 337 844 |
339 099 912 |
22 02 03 |
Tijdelijk burgerlijk bestuur in de westelijke Balkan |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
22 02 04 |
||||||||
Grensoverschrijdende en regionale samenwerking |
||||||||
22 02 04 01 |
Grensoverschrijdende samenwerking tussen IPA-landen en deelname aan transnationale/interregionale EFRO-programma’s en ENPI-zeebekkenprogramma’s |
4 |
18 787 731 |
12 514 374 |
|
|
18 787 731 |
12 514 374 |
22 02 04 02 |
Grensoverschrijdende samenwerking met lidstaten |
4 |
3 347 971 |
1 184 126 |
|
|
3 347 971 |
1 184 126 |
|
Artikel 22 02 04 — Subtotaal |
|
22 135 702 |
13 698 500 |
|
|
22 135 702 |
13 698 500 |
22 02 05 |
||||||||
Afronding van eerdere bijstandsactiviteiten |
||||||||
22 02 05 01 |
Afronding van Phare-pretoetredingssteun |
4 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
22 02 05 02 |
Afronding van Cards-bijstand |
4 |
p.m. |
1 976 838 |
|
|
p.m. |
1 976 838 |
22 02 05 03 |
Afronding van eerdere samenwerkingsactiviteiten met Turkije |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
22 02 05 04 |
Afronding van eerdere samenwerkingsactiviteiten met Malta en Cyprus |
4 |
— |
— |
|
|
— |
— |
22 02 05 05 |
Afronding van voorbereidende acties met betrekking tot de gevolgen van de uitbreiding in grensregio’s van de Europese Unie |
3.2 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
22 02 05 09 |
Voltooiing van de overgangsfaciliteit voor nieuwe lidstaten |
3.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
22 02 05 10 |
Voltooiing van de acties in verband met de uitwisseling van informatie inzake technische bijstand (Technical Assistance and Information Exchange — Taiex) in het kader van de overgangsfaciliteit |
3.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Artikel 22 02 05 — Subtotaal |
|
p.m. |
1 976 838 |
|
|
p.m. |
1 976 838 |
22 02 06 |
Faciliteit voor pretoetreding in verband met de uitwisseling van informatie inzake technische bijstand (Technical Assistance and Information Exchange — Taiex) |
4 |
12 000 000 |
8 724 776 |
|
|
12 000 000 |
8 724 776 |
22 02 07 |
||||||||
Regionale, horizontale en ad-hocprogramma’s |
||||||||
22 02 07 01 |
Regionale en horizontale programma’s |
4 |
142 566 299 |
127 414 143 |
|
14 307 042 |
142 566 299 |
141 721 185 |
22 02 07 02 |
Evaluatie van de resultaten van de uniale hulp, follow-up en audit |
4 |
3 500 000 |
3 459 467 |
|
|
3 500 000 |
3 459 467 |
22 02 07 03 |
Financiële steun ten behoeve van de bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap |
4 |
31 000 000 |
14 265 853 |
|
|
31 000 000 |
14 265 853 |
|
Artikel 22 02 07 — Subtotaal |
|
177 066 299 |
145 139 463 |
|
14 307 042 |
177 066 299 |
159 446 505 |
22 02 08 |
Proefproject — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden |
4 |
p.m. |
932 000 |
|
|
p.m. |
932 000 |
22 02 09 |
Voorbereidende actie — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
22 02 10 |
||||||||
Informatie en communicatie |
||||||||
22 02 10 01 |
Prince — Informatie en communicatie |
4 |
5 000 000 |
4 358 928 |
|
|
5 000 000 |
4 358 928 |
22 02 10 02 |
Informatie en communicatie voor derde landen |
4 |
10 000 000 |
5 195 131 |
|
|
10 000 000 |
5 195 131 |
|
Artikel 22 02 10 — Subtotaal |
|
15 000 000 |
9 554 059 |
|
|
15 000 000 |
9 554 059 |
22 02 11 |
Overgangsfaciliteit voor institutionele opbouw na de toetreding |
3.2 |
29 000 000 |
p.m. |
|
|
29 000 000 |
p.m. |
|
Hoofdstuk 22 02 — Totaal |
|
1 002 420 021 |
802 355 164 |
|
14 307 042 |
1 002 420 021 |
816 662 206 |
22 02 07
Regionale, horizontale en ad-hocprogramma’s
22 02 07 01
Regionale en horizontale programma’s
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
142 566 299 |
127 414 143 |
|
14 307 042 |
142 566 299 |
141 721 185 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiering van regionale pretoetredingsprogramma’s en programma’s met meerdere begunstigden voor alle kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten.
Ontvangsten gerealiseerd op trustrekeningen en die zijn geboekt op artikel 5 2 3 van de staat van ontvangsten, zullen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).
TITEL 23
HUMANITAIRE HULP
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
23 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HUMANITAIRE HULP” |
|
36 465 828 |
36 465 828 |
|
|
36 465 828 |
36 465 828 |
23 02 |
HUMANITAIRE HULP INCLUSIEF HULP AAN ONTHEEMDEN, VOEDSELHULP EN PARAATHEID BIJ RAMPEN |
4 |
857 657 000 |
773 610 372 |
|
29 914 724 |
857 657 000 |
803 525 096 |
23 03 |
FINANCIERINGSINSTRUMENT VOOR CIVIELE BESCHERMING |
|
23 200 000 |
18 588 070 |
|
|
23 200 000 |
18 588 070 |
|
Titel 23 — Totaal |
|
917 322 828 |
828 664 270 |
|
29 914 724 |
917 322 828 |
858 578 994 |
HOOFDSTUK 23 02 — HUMANITAIRE HULP INCLUSIEF HULP AAN ONTHEEMDEN, VOEDSELHULP EN PARAATHEID BIJ RAMPEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
23 02 |
||||||||
HUMANITAIRE HULP INCLUSIEF HULP AAN ONTHEEMDEN, VOEDSELHULP EN PARAATHEID BIJ RAMPEN |
||||||||
23 02 01 |
Humanitaire hulp |
4 |
560 551 000 |
512 545 722 |
|
27 963 764 |
560 551 000 |
540 509 486 |
23 02 02 |
Voedselhulp |
4 |
259 187 000 |
226 941 029 |
|
1 950 960 |
259 187 000 |
228 891 989 |
23 02 03 |
Paraatheid bij rampen |
4 |
35 919 000 |
32 123 621 |
|
|
35 919 000 |
32 123 621 |
23 02 04 |
Voorbereidende actie — Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening |
4 |
2 000 000 |
2 000 000 |
|
|
2 000 000 |
2 000 000 |
|
Hoofdstuk 23 02 — Totaal |
|
857 657 000 |
773 610 372 |
|
29 914 724 |
857 657 000 |
803 525 096 |
23 02 01
Humanitaire hulp
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
560 551 000 |
512 545 722 |
|
27 963 764 |
560 551 000 |
540 509 486 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiering van humanitaire bijstand aan mensen in landen buiten de Unie die het slachtoffer zijn van conflicten of rampen, zowel natuurrampen als door de mens veroorzaakte rampen (oorlogen, gevechten enz.) of vergelijkbare noodsituaties, zolang als nodig is om aan de uit deze situaties voortvloeiende behoeften te voldoen.
Deze hulp wordt verstrekt zonder discriminatie op grond van ras, etnische oorsprong, godsdienst, handicap, geslacht, leeftijd, nationaliteit of politieke gezindheid.
Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor de aankoop en levering van alle goederen of materialen die voor de uitvoering van humanitaire hulpmaatregelen noodzakelijk zijn, met inbegrip van de bouw van woningen of schuilplaatsen voor de betrokken bevolkingsgroepen, werkzaamheden in verband met het herstel en de wederopbouw, op korte termijn, van met name infrastructuur en faciliteiten, uitgaven voor extern personeel, zowel buitenlands als lokaal, opslag, vervoer, internationaal of nationaal vervoer, logistieke steun en verdeling van de hulpgoederen, alsmede alle maatregelen die de vrije toegang tot de personen voor wie de hulp bestemd is, moeten vergemakkelijken.
Dit krediet kan tevens dienen ter dekking van alle andere rechtstreeks met de uitvoering van de humanitaire maatregelen verband houdende uitgaven.
Het dient bovendien ter dekking van de uitgaven voor:
— |
haalbaarheidsstudies voor humanitaire operaties, evaluaties van projecten en plannen voor humanitaire hulp en voor zichtbaarheidsoperaties en informatiecampagnes betreffende humanitaire hulpoperaties; |
— |
het toezicht op humanitaire projecten en plannen en het bevorderen en opzetten van initiatieven gericht op het verbeteren van de coördinatie en de samenwerking teneinde de steun en het toezicht op de projecten en plannen doeltreffender te maken; |
— |
controle en coördinatie van de uitvoering van de acties in het kader van de hulpmaatregel; |
— |
maatregelen ter versterking van de coördinatie van de hulp van de Unie met de lidstaten, andere als donor optredende landen, internationale organisaties en instellingen (vooral organisaties die deel uitmaken van de Verenigde Naties), niet-gouvernementele organisaties en organisaties die deze laatste vertegenwoordigen; |
— |
de technische bijstand die nodig is voor de voorbereiding en uitvoering van humanitaire projecten, met name de uitgaven ter dekking van de kosten van contracten met individuele deskundigen ter plaatse, alsmede de uitgaven voor infrastructuur en logistiek — vallende onder het beheer van gelden ter goede rekening en de machtigingen tot uitgaven — in verband met maatregelen van het directoraat-generaal Humanitaire Hulp in de gehele wereld; |
— |
de financiering van overeenkomsten inzake technische bijstand om de uitwisseling van technische kennis en ervaring tussen uniale humanitaire organisaties en instanties onderling en tussen deze organisaties en instanties en die uit derde landen te vergemakkelijken; |
— |
studies en opleiding die direct verband houden met het bereiken van de doelstellingen van het beleidsterrein humanitaire hulp; |
— |
subsidies voor het uitvoeren van acties en voor de lopende uitgaven ten behoeve van humanitaire netwerken; |
— |
humanitaire mijnopruimingsacties met inbegrip van het bewustmaken van de plaatselijke bevolking met betrekking tot antipersoneelmijnen; |
— |
uitgaven voor het netwerk voor humanitaire hulp (Network on Humanitarian Aid — NOHA), overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1257/96. Dit is een jaarlijks multidisciplinair postdoctoraal diploma op het gebied van humanitaire hulp, in het leven geroepen om het professionalisme onder humanitaire hulpverleners te stimuleren, waarbij verschillende universiteiten betrokken zijn. |
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).
23 02 02
Voedselhulp
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
259 187 000 |
226 941 029 |
|
1 950 960 |
259 187 000 |
228 891 989 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van voedselhulpoperaties van humanitaire aard en zal worden besteed volgens de regels voor humanitaire hulp van Verordening (EG) nr. 1257/96.
De humanitaire hulp van de Unie omvat niet-discriminerende acties voor bijstand, hulpverlening en bescherming ten behoeve van de bevolking buiten de Unie, met name de meest kwetsbare groepen en bij voorrang in de ontwikkelingslanden, die getroffen zijn door natuurrampen, gebeurtenissen die door menselijk toedoen zijn veroorzaakt, zoals oorlogen en conflicten, buitengewone omstandigheden of omstandigheden die vergelijkbaar zijn met natuurrampen of door menselijk toedoen veroorzaakte rampen. Deze hulp wordt verleend zolang als nodig is om in de uit deze situaties voortvloeiende humanitaire behoeften te voorzien.
Het krediet mag worden gebruikt ter financiering van de aankoop en levering van voedsel, zaden, vee of andere producten of uitrusting die voor de tenuitvoerlegging van humanitaire voedselhulpoperaties nodig zijn.
Het dient ter dekking van de uitgaven voor maatregelen die absoluut moeten worden getroffen voor de tenuitvoerlegging van de humanitaire voedselhulpoperaties binnen de vereiste termijnen en op een wijze die beantwoordt aan de behoeften van de doelgroepen, aan het doel van een zo goed mogelijke kosten-effectiviteitverhouding en aan een grotere doorzichtigheid. Hierbij gaat het om:
— |
het vervoer en distributie van hulp, inclusief aanverwante kosten voor verzekering, laden en lossen, coördinatie enz.; |
— |
ondersteunende maatregelen, die onmisbaar zijn voor een optimale programmering, coördinatie en uitvoering van de hulp, die niet met andere kredieten worden gefinancierd, bijvoorbeeld buitengewone transport- en opslagmaatregelen, desinfectering, activiteiten in verband met de verwerking of bereiding van voedingsmiddelen ter plaatse, ondersteuning in de vorm van expertise, technische bijstand en levering van materialen die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de hulp (werktuigen, gereedschap, brandstof enz.); |
— |
de controle op en de coördinatie van de voedselhulpacties, met name wat betreft de voorwaarden waaronder de voor de voedselhulp bestemde producten worden verschaft, geleverd, gedistribueerd en aangewend. Dit houdt ook in dat er toezicht moet worden uitgeoefend op de wijze waarop er van de tegenwaardefondsen gebruik wordt gemaakt; |
— |
modelexperimenten met nieuwe vormen van vervoer, verpakking en opslag, alsmede analysen van voedselhulpacties, zichtbaarheidsacties betreffende humanitaire operaties en ten slotte bewustmakingsacties; |
— |
de opslag van voedselproducten (met inbegrip van beheerskosten, termijnverrichtingen, met of zonder optie, de opleiding van technici, de aankoop van verpakkingsmateriaal en van mobiele opslagvoorzieningen, het onderhoud en de reparatie van opslagplaatsen enz.); |
— |
de technische bijstand die nodig is voor de voorbereiding en uitvoering van humanitaire voedselhulpprojecten, met name de uitgaven ter dekking van de kosten van contracten met individuele deskundigen ter plaatse, alsmede de uitgaven voor infrastructuur en logistiek — vallende onder het beheer van gelden ter goede rekening en de machtigingen tot uitgaven — in verband met maatregelen van het directoraat-generaal Humanitaire Hulp in de gehele wereld. |
Om overeenkomstig de artikelen 53 tot en met 56 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1) volledige financiële transparantie te waarborgen, doet de Commissie bij de sluiting of de wijziging van overeenkomsten voor het beheer en de uitvoering van projecten door internationale organisaties alle nodige inspanningen om ervoor te zorgen dat deze organisaties zich ertoe verbinden al hun interne en externe audits inzake het gebruik van middelen van de Unie over te leggen aan de Europese Rekenkamer en aan de interne auditeur van de Commissie.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).
TITEL 26
ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
26 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE” |
|
988 983 348 |
988 983 348 |
|
|
988 983 348 |
988 983 348 |
26 02 |
MULTIMEDIAPRODUCTIE |
1 |
14 738 200 |
12 849 449 |
|
|
14 738 200 |
12 849 449 |
26 03 |
DIENSTEN AAN OVERHEDEN, ONDERNEMINGEN EN BURGERS |
|
26 300 000 |
11 472 610 |
|
6 503 201 |
26 300 000 |
17 975 811 |
|
Titel 26 — Totaal |
|
1 030 021 548 |
1 013 305 407 |
|
6 503 201 |
1 030 021 548 |
1 019 808 608 |
HOOFDSTUK 26 03 — DIENSTEN AAN OVERHEDEN, ONDERNEMINGEN EN BURGERS
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
26 03 |
||||||||
DIENSTEN AAN OVERHEDEN, ONDERNEMINGEN EN BURGERS |
||||||||
26 03 01 |
||||||||
Netwerken voor uitwisseling van gegevens tussen overheidsdiensten |
||||||||
26 03 01 01 |
Interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (Interoperability Solutions for European Public Administrations — ISA) |
1.1 |
25 700 000 |
10 872 610 |
|
6 503 201 |
25 700 000 |
17 375 811 |
26 03 01 02 |
Voltooiing van vroegere IDA en IDABC-programma’s |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Artikel 26 03 01 — Subtotaal |
|
25 700 000 |
10 872 610 |
|
6 503 201 |
25 700 000 |
17 375 811 |
26 03 02 |
Proefproject — Programma Erasmus voor overheidsdiensten |
5 |
— |
— |
|
|
— |
— |
26 03 03 |
Voorbereidende actie — Programma Erasmus voor overheidsdiensten |
5 |
600 000 |
600 000 |
|
|
600 000 |
600 000 |
|
Hoofdstuk 26 03 — Totaal |
|
26 300 000 |
11 472 610 |
|
6 503 201 |
26 300 000 |
17 975 811 |
26 03 01
Netwerken voor uitwisseling van gegevens tussen overheidsdiensten
26 03 01 01
Interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (Interoperability Solutions for European Public Administrations — ISA)
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
25 700 000 |
10 872 610 |
|
6 503 201 |
25 700 000 |
17 375 811 |
Toelichting
Op 29 september 2008 heeft de Commissie een programma inzake interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA) voorgesteld, als opvolger van het IDABC-programma, dat eind december 2009 werd beëindigd.
De doelstelling van het ISA-programma is de bevordering van efficiënte en effectieve elektronische grens- en sectoroverschrijdende interactie tussen Europese overheidsdiensten om de levering van elektronische overheidsdiensten te ondersteunen.
Hiertoe moet het ISA-programma bijdragen aan de opbouw van een organisatorisch, financieel en operationeel kader door een gemeenschappelijk kader, gemeenschappelijke diensten en generieke instrumenten te bieden en de bewustmaking rond de ICT-aspecten van de uniale wetgeving te bevorderen.
Het ISA-programma zal dus bijdragen tot de versterking en de tenuitvoerlegging van beleidsmaatregelen en wetgeving van de Unie.
Het programma wordt ten uitvoer gelegd in nauwe samenwerking en overleg met de lidstaten en sectoren door middel van onderzoeken, projecten en begeleidende maatregelen.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Besluit nr. 922/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA) (PB L 260 van 3.10.2009, blz. 20).
TITEL 29
STATISTIEK
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
29 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „STATISTIEK” |
|
77 071 571 |
77 071 571 |
|
|
77 071 571 |
77 071 571 |
|
40 01 40 |
|
2 900 000 |
2 900 000 |
|
|
2 900 000 |
2 900 000 |
|
|
|
79 971 571 |
79 971 571 |
|
|
79 971 571 |
79 971 571 |
29 02 |
PRODUCTIE VAN STATISTISCHE INFORMATIE |
1 |
5 000 000 |
30 591 571 |
|
6 097 472 |
5 000 000 |
36 689 043 |
|
40 02 41 |
|
49 000 000 |
4 843 254 |
|
|
49 000 000 |
4 843 254 |
|
|
|
54 000 000 |
35 434 825 |
|
|
54 000 000 |
41 532 297 |
|
Titel 29 — Totaal |
|
82 071 571 |
107 663 142 |
|
6 097 472 |
82 071 571 |
113 760 614 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
|
51 900 000 |
7 743 254 |
|
|
51 900 000 |
7 743 254 |
|
Totaal + reserve |
|
133 971 571 |
115 406 396 |
|
|
133 971 571 |
121 503 868 |
HOOFDSTUK 29 02 — PRODUCTIE VAN STATISTISCHE INFORMATIE
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
29 02 |
||||||||
PRODUCTIE VAN STATISTISCHE INFORMATIE |
||||||||
29 02 01 |
Voltooiing van het beleid inzake statistische informatie |
1.1 |
p.m. |
988 419 |
|
|
p.m. |
988 419 |
29 02 02 |
Voltooiing van netwerken voor intracommunautaire statistieken (Edicom) |
1.1 |
— |
— |
|
|
— |
— |
29 02 03 |
Voltooiing van het statistisch programma van de Unie voor de periode 2008-2012 |
1.1 |
— |
24 117 426 |
|
6 097 472 |
— |
30 214 898 |
29 02 04 |
Modernisering van de Europese ondernemings- en handelsstatistieken (Meets) |
1.1 |
5 000 000 |
5 485 726 |
|
|
5 000 000 |
5 485 726 |
29 02 05 |
Europees statistisch programma 2013-2017 |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
40 02 41 |
|
49 000 000 |
4 843 254 |
|
|
49 000 000 |
4 843 254 |
|
|
|
49 000 000 |
4 843 254 |
|
|
49 000 000 |
4 843 254 |
|
Hoofdstuk 29 02 — Totaal |
|
5 000 000 |
30 591 571 |
|
6 097 472 |
5 000 000 |
36 689 043 |
|
40 02 41 |
|
49 000 000 |
4 843 254 |
|
|
49 000 000 |
4 843 254 |
|
Totaal + reserve |
|
54 000 000 |
35 434 825 |
|
|
54 000 000 |
41 532 297 |
29 02 03
Voltooiing van het statistisch programma van de Unie voor de periode 2008-2012
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 2/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
— |
24 117 426 |
|
6 097 472 |
— |
30 214 898 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:
— |
statistische enquêtes en studies en ontwikkeling van indicatoren/benchmarks; |
— |
kwaliteitsstudies en maatregelen ter verbetering van de kwaliteit van de statistieken; |
— |
subsidies voor nationale overheidsdiensten op het gebied van de statistiek; |
— |
verwerking, verspreiding, bevordering van de afname en verhandeling van statistische gegevens; |
— |
apparatuur, verwerkingsinfrastructuur en onderhoud dat noodzakelijk is voor statistische informatiesystemen; |
— |
statistische analyse en documentatie op magnetische dragers; |
— |
dienstverlening door externe deskundigen; |
— |
medefinanciering van de openbare en de privésector; |
— |
financiering van enquêtes door ondernemingen; |
— |
organisatie van opleidingscursussen inzake geavanceerde statistische technologieën voor statistici; |
— |
kosten van de aanschaf van documentatie; |
— |
subsidies voor het Internationaal Statistisch Instituut en aansluiting bij andere internationale organisaties op het gebied van de statistiek. |
Het dient eveneens om ervoor te zorgen dat de nodige informatie beschikbaar is om jaarlijks een samenvattend verslag te kunnen opstellen over de economische en sociale toestand van de Unie, aan de hand van economische gegevens en structurele indicatoren en/of benchmarks.
Tevens dient het krediet ter dekking van de uitgaven in het kader van de opleiding van nationale statistici en van het beleid inzake de samenwerking met de ontwikkelingslanden, de landen van Midden- en Oost-Europa en de landen van het zuidelijke Middellandse Zeegebied, de uitgaven in verband met de uitwisseling van ambtenaren, de kosten van vergaderingen voor de uitwisseling van gegevens, subsidies en uitgaven ter vergoeding van in het kader van de aanpassing van de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden verleende diensten.
Onder dit artikel worden eveneens de uitgaven geboekt in verband met de aankoop van gegevens en de toegang van de diensten van de Commissie tot externe gegevensbanken. Tevens moeten kredieten worden aangewend voor de ontwikkeling van nieuwe, modulematige methoden.
Bovendien dient dit krediet ter dekking van de uitgaven voor het verstrekken, op verzoek van de Commissie of van een van de andere instellingen van de Unie, van statistische gegevens die noodzakelijk zijn voor de raming, de controle en de evaluatie van de uitgaven van de Unie. Aldus wordt het mogelijk het financiële en begrotingsbeleid in betere omstandigheden te voeren (vaststelling van de begroting, periodieke herziening van de financiële vooruitzichten) en op middellange en lange termijn gegevens te verzamelen met het oog op de financiering van de Unie.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1578/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 2008-2012 (PB L 344 van 28.12.2007, blz. 15).
Verordening (EG) nr. 223/2009 van de Raad en het Europees Parlement van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).
(1) De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2013 (PB L 66 van 8.3.2013, blz. 1), plus de gewijzigde begrotingen nr. 1/2013 tot en met 2/2013.
(2) De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2012 (PB L 56 van 29.2.2012, blz. 1), plus de gewijzigde begrotingen nr. 1/2012 tot en met 6/2012.
(3) Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
(4) De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2013 (PB L 66 van 8.3.2013, blz. 1), plus de gewijzigde begrotingen nr. 1/2013 tot en met 2/2013.
(5) De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2012 (PB L 56 van 29.2.2012, blz. 1), plus de gewijzigde begrotingen nr. 1/2012 tot en met 6/2012.
(6) De eigen middelen voor de begroting 2013 zijn vastgesteld op basis van de begrotingsramingen die tijdens de 154e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen van 21 mei 2012 zijn goedgekeurd.
(7) Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
(8) De betrokken grondslag is niet hoger dan 50 % van het bni.
(9) De bni- en btw-grondslagen van Kroatië zijn gehalveerd om de bijdrage van het land te beperken, aangezien het Toetredingsverdrag pas op 1.7.2013 in werking getreden is.
(10) Uitsluitend voor de periode 2007-2013 wordt het btw-afroepingspercentage voor Oostenrijk vastgesteld op 0,225 %, voor Duitsland op 0,15 % en voor Nederland en Zweden op 0,10 %.
(11) De bni- en btw-grondslagen van Kroatië zijn gehalveerd om de bijdrage van het land te beperken, aangezien het Toetredingsverdrag pas op 1.7.2013 in werking getreden is.
(12) De bni- en btw-grondslagen van Kroatië zijn gehalveerd om de bijdrage van het land te beperken, aangezien het Toetredingsverdrag pas op 1.7.2013 in werking getreden is.
(13) Berekening van het percentage: (104 796 563 423) / (134 003 050 000) = 0,782046105838636
(14) Afgeronde percentages.
(15) De uitbreidingsuitgaven stemmen overeen met het totaal: i) van de betalingen gedaan aan de tien nieuwe lidstaten (die op 1 mei 2004 tot de Unie zijn toegetreden) uit de kredieten van 2003, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2004-2011, en de betalingen aan Bulgarije en Roemenië uit de kredieten van 2006, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2007-2011, (5a); en ii) de totale toegewezen uitgaven in die lidstaten, met uitzondering van die voor directe betalingen en marktgerelateerde uitgaven in het kader van het landbouwbeleid, en het uit het EOGFL, afdeling Garantie (5b), afkomstige deel van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling. Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.
(16) De „Britse korting” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.
(17) Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.
(18) p.m. (eigen middelen + overige ontvangsten = totale ontvangsten = totale uitgaven); (138 638 020 848 + 1 872 967 007 = 140 510 987 855 = 140 510 987 855).
(19) Totaal van de eigen middelen als percentage van het bni: (138 638 020 848) / (13 400 305 000 000) = 1,03 %; maximumpercentage van de eigen middelen in verhouding tot het bni: 1,23 %.
(20) Voorbeelden van dergelijke netwerken in Silicon Valley zijn de German-American Business Association (GABA), Interfrench, Business Association Italy-America (BAIA) en de Silicon Vikings.
(21) Dit gebied omvat zeventien landen, waarvan er zeven (Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Georgië, Moldavië, de Russische Federatie en Oekraïne) ten oosten van de Unie zijn gelegen en tien (Algerije, Egypte, Jordanië, Israël, Libanon, Libië, Marokko, de Palestijnse Autoriteit, Syrië en Tunesië) ten zuiden van de Unie zijn gelegen.
6.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 327/219 |
DEFINITIEVE VASTSTELLING
van de gewijzigde begroting nr. 3 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013
(2013/689/EU, Euratom)
DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, lid 4, onder a), en lid 9,
Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,
Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (1),
Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (2),
Gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, definitief vastgesteld op 12 december 2012 (3),
Gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, ingediend door de Commissie op 15 april 2013,
Gezien het standpunt inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3/2013, vastgesteld door de Raad op 9 juli 2013,
Gezien de artikelen 75 ter en 75 sexies van het Reglement van het Europees Parlement,
Gezien de goedkeuring van het standpunt van de Raad door het Parlement op 11 september 2013,
CONSTATEERT:
Enig artikel
De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgerond en de gewijzigde begroting nr. 3 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013 is definitief vastgesteld.
Gedaan te Straatsburg, 11 september 2013.
De voorzitter
M. SCHULZ
(1) PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
(2) PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.
GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 3 VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2013
INHOUD
ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN
A. Inleiding en financiering van de algemene begroting
B. Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel
— Ontvangsten
— Titel 1: Eigen middelen
— Titel 3: Overschotten, saldi en aanpassingen
A. INLEIDING EN FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING
FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING
Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2013 moeten worden gedekt overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen
UITGAVEN
Omschrijving |
Begroting 2013 (1) |
Begroting 2012 (2) |
Verschil (in %) |
||
|
65 745 055 888 |
60 287 086 467 |
+9,05 |
||
|
57 882 716 075 |
58 044 868 674 |
–0,28 |
||
|
1 650 104 202 |
2 182 532 099 |
–24,39 |
||
|
6 727 745 950 |
6 966 011 071 |
–3,42 |
||
|
8 430 365 740 |
8 277 736 996 |
+1,84 |
||
|
75 000 000 |
p.m. |
— |
||
Totaal uitgaven (3) |
140 510 987 855 |
135 758 235 307 |
+3,50 |
ONTVANGSTEN
Omschrijving |
Begroting 2013 (4) |
Begroting 2012 (5) |
Verschil (in %) |
Diverse ontvangsten (titels 4 t/m 9) |
1 838 967 007 |
5 109 219 138 |
–64,01 |
Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 0) |
1 023 276 526 |
1 496 968 014 |
–31,64 |
Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 2) |
34 000 000 |
p.m. |
— |
Saldi aan btw- en aan bnp/bni-middelen uit vorige begrotingsjaren (hoofdstukken 3 1 en 3 2) |
p.m. |
497 328 000 |
— |
Totaal van de ontvangsten van de titels 3 t/m 9 |
2 896 243 533 |
7 103 515 152 |
–59,23 |
Nettobedrag van de douanerechten en de suikerheffingen (hoofdstukken 1 1 en 1 2) |
18 777 600 000 |
16 824 200 000 |
+11,61 |
Eigen middelen uit de btw tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3) |
15 063 857 425 |
14 546 298 300 |
+3,56 |
Nog te financieren uit de aanvullende middelenbron (bni-middelen, tabel 3, hoofdstuk 1 4) |
103 773 286 897 |
97 284 221 855 |
+6,67 |
Uit de eigen middelen zoals bedoeld in artikel 2 van Besluit 2007/436/EG, Euratom, te dekken kredieten (6) |
137 614 744 322 |
128 654 720 155 |
+6,96 |
Totaal ontvangsten (7) |
140 510 987 855 |
135 758 235 307 |
+3,50 |
TABEL 1
Berekening van de aftopping van de uniforme btw-grondslagen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom
Lidstaat |
1 % van de niet-afgetopte btw-grondslag |
1 % van het bruto nationaal inkomen |
Aftoppings-percentage (in %) |
1 % van het bruto nationaal inkomen (bni) × aftoppingspercentage |
1 % van de afgetopte btw-grondslag (8) |
Lidstaten met afgetopte btw-grondslag |
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) |
(5) |
(6) |
België |
1 690 557 000 |
3 973 060 000 |
50 |
1 986 530 000 |
1 690 557 000 |
|
Bulgarije |
190 547 000 |
403 363 000 |
50 |
201 681 500 |
190 547 000 |
|
Tsjechië |
679 066 000 |
1 488 457 000 |
50 |
744 228 500 |
679 066 000 |
|
Denemarken |
1 011 507 000 |
2 603 724 000 |
50 |
1 301 862 000 |
1 011 507 000 |
|
Duitsland |
12 022 668 000 |
27 629 794 000 |
50 |
13 814 897 000 |
12 022 668 000 |
|
Estland |
82 284 000 |
168 961 000 |
50 |
84 480 500 |
82 284 000 |
|
Ierland |
624 406 000 |
1 286 410 000 |
50 |
643 205 000 |
624 406 000 |
|
Griekenland |
873 300 000 |
1 994 678 000 |
50 |
997 339 000 |
873 300 000 |
|
Spanje |
4 775 808 000 |
10 438 737 000 |
50 |
5 219 368 500 |
4 775 808 000 |
|
Frankrijk |
9 831 724 000 |
21 490 884 000 |
50 |
10 745 442 000 |
9 831 724 000 |
|
Kroatië (9) |
139 265 000 |
226 056 000 |
50 |
113 028 000 |
113 028 000 |
Kroatië |
Italië |
6 621 706 000 |
16 175 934 000 |
50 |
8 087 967 000 |
6 621 706 000 |
|
Cyprus |
145 973 000 |
176 569 000 |
50 |
88 284 500 |
88 284 500 |
Cyprus |
Letland |
72 561 000 |
221 358 000 |
50 |
110 679 000 |
72 561 000 |
|
Litouwen |
121 821 000 |
334 146 000 |
50 |
167 073 000 |
121 821 000 |
|
Luxemburg |
246 521 000 |
325 255 000 |
50 |
162 627 500 |
162 627 500 |
Luxemburg |
Hongarije |
400 384 000 |
1 018 984 000 |
50 |
509 492 000 |
400 384 000 |
|
Malta |
48 396 000 |
62 058 000 |
50 |
31 029 000 |
31 029 000 |
Malta |
Nederland |
2 739 704 000 |
6 263 887 000 |
50 |
3 131 943 500 |
2 739 704 000 |
|
Oostenrijk |
1 425 851 000 |
3 181 638 000 |
50 |
1 590 819 000 |
1 425 851 000 |
|
Polen |
1 911 307 000 |
3 943 766 000 |
50 |
1 971 883 000 |
1 911 307 000 |
|
Portugal |
781 760 000 |
1 637 391 000 |
50 |
818 695 500 |
781 760 000 |
|
Roemenië |
505 766 000 |
1 435 776 000 |
50 |
717 888 000 |
505 766 000 |
|
Slovenië |
182 040 000 |
356 425 000 |
50 |
178 212 500 |
178 212 500 |
Slovenië |
Slowakije |
256 580 000 |
733 238 000 |
50 |
366 619 000 |
256 580 000 |
|
Finland |
943 700 000 |
2 078 819 000 |
50 |
1 039 409 500 |
943 700 000 |
|
Zweden |
1 848 128 000 |
4 235 344 000 |
50 |
2 117 672 000 |
1 848 128 000 |
|
Verenigd Koninkrijk |
9 654 893 000 |
20 118 338 000 |
50 |
10 059 169 000 |
9 654 893 000 |
|
Totaal |
59 828 223 000 |
134 003 050 000 |
|
67 001 525 000 |
59 639 209 500 |
|
TABEL 2
Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw) overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 3)
Lidstaat |
1 % van de afgetopte btw-grondslag |
Uniform percentage van de eigen middelen „btw” (10) (in %) |
Eigen middelen „btw” tegen uniform percentage |
|
(1) |
(2) |
(3) = (1) × (2) |
België |
1 690 557 000 |
0,300 |
507 167 100 |
Bulgarije |
190 547 000 |
0,300 |
57 164 100 |
Tsjechië |
679 066 000 |
0,300 |
203 719 800 |
Denemarken |
1 011 507 000 |
0,300 |
303 452 100 |
Duitsland |
12 022 668 000 |
0,150 |
1 803 400 200 |
Estland |
82 284 000 |
0,300 |
24 685 200 |
Ierland |
624 406 000 |
0,300 |
187 321 800 |
Griekenland |
873 300 000 |
0,300 |
261 990 000 |
Spanje |
4 775 808 000 |
0,300 |
1 432 742 400 |
Frankrijk |
9 831 724 000 |
0,300 |
2 949 517 200 |
Kroatië (11) |
113 028 000 |
0,300 |
33 908 400 |
Italië |
6 621 706 000 |
0,300 |
1 986 511 800 |
Cyprus |
88 284 500 |
0,300 |
26 485 350 |
Letland |
72 561 000 |
0,300 |
21 768 300 |
Litouwen |
121 821 000 |
0,300 |
36 546 300 |
Luxemburg |
162 627 500 |
0,300 |
48 788 250 |
Hongarije |
400 384 000 |
0,300 |
120 115 200 |
Malta |
31 029 000 |
0,300 |
9 308 700 |
Nederland |
2 739 704 000 |
0,100 |
273 970 400 |
Oostenrijk |
1 425 851 000 |
0,225 |
320 816 475 |
Polen |
1 911 307 000 |
0,300 |
573 392 100 |
Portugal |
781 760 000 |
0,300 |
234 528 000 |
Roemenië |
505 766 000 |
0,300 |
151 729 800 |
Slovenië |
178 212 500 |
0,300 |
53 463 750 |
Slowakije |
256 580 000 |
0,300 |
76 974 000 |
Finland |
943 700 000 |
0,300 |
283 110 000 |
Zweden |
1 848 128 000 |
0,100 |
184 812 800 |
Verenigd Koninkrijk |
9 654 893 000 |
0,300 |
2 896 467 900 |
Totaal |
59 639 209 500 |
|
15 063 857 425 |
TABEL 3
Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 4)
Lidstaat |
1 % van het bruto nationaal inkomen |
Uniform percentage van de eigen middelen „aanvullende grondslag” |
Eigen middelen „aanvullende grondslag” tegen uniform percentage |
|
(1) |
(2) |
(3) = (1) × (2) |
België |
3 973 060 000 |
|
3 076 776 948 |
Bulgarije |
403 363 000 |
|
312 368 296 |
Tsjechië |
1 488 457 000 |
|
1 152 675 818 |
Denemarken |
2 603 724 000 |
|
2 016 349 610 |
Duitsland |
27 629 794 000 |
|
21 396 785 668 |
Estland |
168 961 000 |
|
130 845 069 |
Ierland |
1 286 410 000 |
|
996 208 624 |
Griekenland |
1 994 678 000 |
|
1 544 698 366 |
Spanje |
10 438 737 000 |
|
8 083 861 148 |
Frankrijk |
21 490 884 000 |
|
16 642 753 064 |
Kroatië (12) |
226 056 000 |
|
175 060 002 |
Italië |
16 175 934 000 |
|
12 526 803 232 |
Cyprus |
176 569 000 |
|
136 736 779 |
Letland |
221 358 000 |
0,7744099 (13) |
171 421 824 |
Litouwen |
334 146 000 |
|
258 765 966 |
Luxemburg |
325 255 000 |
|
251 880 688 |
Hongarije |
1 018 984 000 |
|
789 111 285 |
Malta |
62 058 000 |
|
48 058 329 |
Nederland |
6 263 887 000 |
|
4 850 816 028 |
Oostenrijk |
3 181 638 000 |
|
2 463 891 926 |
Polen |
3 943 766 000 |
|
3 054 091 385 |
Portugal |
1 637 391 000 |
|
1 268 011 780 |
Roemenië |
1 435 776 000 |
|
1 111 879 131 |
Slovenië |
356 425 000 |
|
276 019 044 |
Slowakije |
733 238 000 |
|
567 826 757 |
Finland |
2 078 819 000 |
|
1 609 857 988 |
Zweden |
4 235 344 000 |
|
3 279 892 271 |
Verenigd Koninkrijk |
20 118 338 000 |
|
15 579 839 871 |
Totaal |
134 003 050 000 |
|
103 773 286 897 |
TABEL 4
Berekening van de brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdragen van Nederland en Zweden overeenkomstig artikel 2, lid 5 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 6)
Lidstaat |
Brutovermindering |
Aandelen in de bni-grondslagen |
Bni-sleutel toegepast op de brutovermindering |
Financiering van de vermindering ten gunste van Nederland en Zweden |
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) = (1) + (3) |
België |
|
2,96 |
25 663 158 |
25 663 158 |
Bulgarije |
|
0,30 |
2 605 440 |
2 605 440 |
Tsjechië |
|
1,11 |
9 614 380 |
9 614 380 |
Denemarken |
|
1,94 |
16 818 216 |
16 818 216 |
Duitsland |
|
20,62 |
178 468 928 |
178 468 928 |
Estland |
|
0,13 |
1 091 369 |
1 091 369 |
Ierland |
|
0,96 |
8 309 299 |
8 309 299 |
Griekenland |
|
1,49 |
12 884 209 |
12 884 209 |
Spanje |
|
7,79 |
67 426 858 |
67 426 858 |
Frankrijk |
|
16,04 |
138 815 911 |
138 815 911 |
Kroatië |
|
0,17 |
1 460 162 |
1 460 162 |
Italië |
|
12,07 |
104 485 093 |
104 485 093 |
Cyprus |
|
0,13 |
1 140 511 |
1 140 511 |
Letland |
|
0,17 |
1 429 816 |
1 429 816 |
Litouwen |
|
0,25 |
2 158 347 |
2 158 347 |
Luxemburg |
|
0,24 |
2 100 917 |
2 100 917 |
Hongarije |
|
0,76 |
6 581 916 |
6 581 916 |
Malta |
|
0,05 |
400 851 |
400 851 |
Nederland |
– 693 598 388 |
4,67 |
40 460 279 |
– 653 138 109 |
Oostenrijk |
|
2,37 |
20 551 131 |
20 551 131 |
Polen |
|
2,94 |
25 473 939 |
25 473 939 |
Portugal |
|
1,22 |
10 576 388 |
10 576 388 |
Roemenië |
|
1,07 |
9 274 098 |
9 274 098 |
Slovenië |
|
0,27 |
2 302 253 |
2 302 253 |
Slowakije |
|
0,55 |
4 736 199 |
4 736 199 |
Finland |
|
1,55 |
13 427 701 |
13 427 701 |
Zweden |
– 171 966 543 |
3,16 |
27 357 327 |
– 144 609 216 |
Verenigd Koninkrijk |
|
15,01 |
129 950 235 |
129 950 235 |
Totaal |
– 865 564 931 |
100,00 |
865 564 931 |
0 |
bbp-deflator van de EU, in EUR, (economische voorjaarsprognoses 2012): (a) 2004 EU25 = 97,9307 / (b) 2006 EU25 = 102,2271 / (c) 2006 EU27 = 102,3225 / (d) 2013 EU27 = 112,3768 Forfaitair bedrag voor Nederland in prijzen van 2013: 605 000 000 EUR × [(b/a) × (d/c)] = 693 598 388 EUR Forfaitair bedrag voor Zweden in prijzen van 2013: 150 000 000 EUR × [(b/a) × (d/c)] = 171 966 543 EUR |
TABEL 5
Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2012 overeenkomstig artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 5)
Omschrijving |
Coëfficiënt (14) (%) |
Bedrag |
||
|
15,2078 |
|
||
|
7,2969 |
|
||
|
7,9109 |
|
||
|
|
118 254 315 352 |
||
|
|
28 277 437 283 |
||
|
|
3 082 696 513 |
||
|
|
25 194 740 770 |
||
|
|
89 976 878 069 |
||
|
|
4 697 847 740 |
||
|
|
620 273 811 |
||
|
|
4 077 573 929 |
||
|
|
5 148 759 |
||
|
|
4 072 425 170 |
Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Besluit 2007/436/EG, Euratom mag de aanvullende bijdrage van het Verenigd Koninkrijk als gevolg van de in lid 1, onder g), van dat artikel bedoelde vermindering van de toegewezen uitgaven in de periode 2007-2013 in totaal niet meer bedragen dan 10 500 000 000 EUR in prijzen van 2004. De corresponderende bedragen worden weergegeven in de tabel hierna.
Correctie voor het Verenigd Koninkrijk 2007-2012 Verschil van het oorspronkelijke bedrag t.o.v. de grenswaarde van 10,5 miljard EUR (EMB 2007 t.o.v. EMB 2000), in EUR |
Verschil in lopende prijzen |
Verschil in constante prijzen van 2004 |
||
|
0 |
0 |
||
|
– 301 679 647 |
– 280 649 108 |
||
|
–1 349 840 247 |
–1 275 338 491 |
||
|
–2 117 969 550 |
–1 956 957 875 |
||
|
–2 355 745 675 |
–2 144 599 880 |
||
|
–2 528 825 389 |
–2 247 081 154 |
||
|
–8 654 060 508 |
–7 904 626 509 |
TABEL 6
Berekening van de financiering van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op –4 072 425 170 EUR (hoofdstuk 1 5)
Lidstaat |
Aandelen in de bni-grondslagen |
Aandelen zonder het Verenigd Koninkrijk |
Aandelen zonder Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk |
3/4 van het aandeel van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden in kolom (2) |
Kolom (4) verdeeld volgens de sleutel van kolom (3) |
Financierings- sleutel |
Op de correctie toegepaste financierings- sleutel |
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) |
(5) |
(6) = (2) + (4) + (5) |
(7) |
België |
2,96 |
3,49 |
5,47 |
|
1,49 |
4,98 |
202 726 774 |
Bulgarije |
0,30 |
0,35 |
0,56 |
|
0,15 |
0,51 |
20 581 738 |
Tsjechië |
1,11 |
1,31 |
2,05 |
|
0,56 |
1,86 |
75 949 038 |
Denemarken |
1,94 |
2,29 |
3,59 |
|
0,98 |
3,26 |
132 855 926 |
Duitsland |
20,62 |
24,26 |
0,00 |
–18,20 |
0,00 |
6,07 |
247 004 771 |
Estland |
0,13 |
0,15 |
0,23 |
|
0,06 |
0,21 |
8 621 294 |
Ierland |
0,96 |
1,13 |
1,77 |
|
0,48 |
1,61 |
65 639 520 |
Griekenland |
1,49 |
1,75 |
2,75 |
|
0,75 |
2,50 |
101 779 142 |
Spanje |
7,79 |
9,17 |
14,38 |
|
3,91 |
13,08 |
532 640 201 |
Frankrijk |
16,04 |
18,87 |
29,61 |
|
8,06 |
26,93 |
1 096 579 862 |
Kroatië |
0,17 |
0,20 |
0,31 |
|
0,08 |
0,28 |
11 534 586 |
Italië |
12,07 |
14,20 |
22,29 |
|
6,06 |
20,27 |
825 382 682 |
Cyprus |
0,13 |
0,16 |
0,24 |
|
0,07 |
0,22 |
9 009 495 |
Letland |
0,17 |
0,19 |
0,31 |
|
0,08 |
0,28 |
11 294 869 |
Litouwen |
0,25 |
0,29 |
0,46 |
|
0,13 |
0,42 |
17 049 916 |
Luxemburg |
0,24 |
0,29 |
0,45 |
|
0,12 |
0,41 |
16 596 250 |
Hongarije |
0,76 |
0,89 |
1,40 |
|
0,38 |
1,28 |
51 994 014 |
Malta |
0,05 |
0,05 |
0,09 |
|
0,02 |
0,08 |
3 166 531 |
Nederland |
4,67 |
5,50 |
0,00 |
–4,13 |
0,00 |
1,38 |
55 997 883 |
Oostenrijk |
2,37 |
2,79 |
0,00 |
–2,10 |
0,00 |
0,70 |
28 443 200 |
Polen |
2,94 |
3,46 |
5,43 |
|
1,48 |
4,94 |
201 232 038 |
Portugal |
1,22 |
1,44 |
2,26 |
|
0,61 |
2,05 |
83 548 448 |
Roemenië |
1,07 |
1,26 |
1,98 |
|
0,54 |
1,80 |
73 260 972 |
Slovenië |
0,27 |
0,31 |
0,49 |
|
0,13 |
0,45 |
18 186 710 |
Slowakije |
0,55 |
0,64 |
1,01 |
|
0,27 |
0,92 |
37 413 725 |
Finland |
1,55 |
1,83 |
2,86 |
|
0,78 |
2,60 |
106 072 466 |
Zweden |
3,16 |
3,72 |
0,00 |
–2,79 |
0,00 |
0,93 |
37 863 119 |
Verenigd Koninkrijk |
15,01 |
0,00 |
0,00 |
|
0,00 |
0,00 |
0 |
Totaal |
100,00 |
100,00 |
100,00 |
–27,21 |
27,21 |
100,00 |
4 072 425 170 |
De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.
TABEL 7
Overzicht van de financiering (18) van de algemene begroting per soort eigen middelen en per lidstaat
Lidstaat |
Traditionele eigen middelen (TEM) |
Btw- en bni-middelen, inclusief aanpassingen |
Totaal eigen middelen (19) |
||||||||
Nettobijdragen van de suikersector (75 %) |
Nettodouanerechten (75 %) |
Totaal netto traditionele eigen middelen (75 %) |
Inningskosten (25 % van bruto TEM) (p.m.) |
Eigen middelen uit de btw |
Bni-middelen |
Vermindering ten voordele van Nederland en Zweden |
Correctie voor het Verenigd Koninkrijk |
Totaal nationale bijdragen |
Aandeel (%) in totaal „nationale bijdragen” |
||
|
(1) |
(2) |
(3) = (1) + (2) |
(4) |
(5) |
(6) |
(7) |
(8) |
(9) = (5) + (6) + (7) + (8) |
(10) |
(11) = (3) + (9) |
België |
6 600 000 |
1 871 900 000 |
1 878 500 000 |
626 166 667 |
507 167 100 |
3 076 776 948 |
25 663 158 |
202 726 774 |
3 812 333 980 |
3,21 |
5 690 833 980 |
Bulgarije |
400 000 |
62 200 000 |
62 600 000 |
20 866 667 |
57 164 100 |
312 368 296 |
2 605 440 |
20 581 738 |
392 719 574 |
0,33 |
455 319 574 |
Tsjechië |
3 400 000 |
246 200 000 |
249 600 000 |
83 200 000 |
203 719 800 |
1 152 675 818 |
9 614 380 |
75 949 038 |
1 441 959 036 |
1,21 |
1 691 559 036 |
Denemarken |
3 400 000 |
373 500 000 |
376 900 000 |
125 633 333 |
303 452 100 |
2 016 349 610 |
16 818 216 |
132 855 926 |
2 469 475 852 |
2,08 |
2 846 375 852 |
Duitsland |
26 300 000 |
3 780 400 000 |
3 806 700 000 |
1 268 899 996 |
1 803 400 200 |
21 396 785 668 |
178 468 928 |
247 004 771 |
23 625 659 567 |
19,88 |
27 432 359 567 |
Estland |
0 |
25 000 000 |
25 000 000 |
8 333 333 |
24 685 200 |
130 845 069 |
1 091 369 |
8 621 294 |
165 242 932 |
0,14 |
190 242 932 |
Ierland |
0 |
217 100 000 |
217 100 000 |
72 366 667 |
187 321 800 |
996 208 624 |
8 309 299 |
65 639 520 |
1 257 479 243 |
1,06 |
1 474 579 243 |
Griekenland |
1 400 000 |
141 200 000 |
142 600 000 |
47 533 334 |
261 990 000 |
1 544 698 366 |
12 884 209 |
101 779 142 |
1 921 351 717 |
1,62 |
2 063 951 717 |
Spanje |
4 700 000 |
1 221 600 000 |
1 226 300 000 |
408 766 667 |
1 432 742 400 |
8 083 861 148 |
67 426 858 |
532 640 201 |
10 116 670 607 |
8,51 |
11 342 970 607 |
Frankrijk |
30 900 000 |
2 034 500 000 |
2 065 400 000 |
688 466 667 |
2 949 517 200 |
16 642 753 064 |
138 815 911 |
1 096 579 862 |
20 827 666 037 |
17,53 |
22 893 066 037 |
Kroatië |
0 |
22 400 000 |
22 400 000 |
7 466 667 |
33 908 400 |
175 060 002 |
1 460 162 |
11 534 586 |
221 963 150 |
0,19 |
244 363 150 |
Italië |
4 700 000 |
1 799 100 000 |
1 803 800 000 |
601 266 667 |
1 986 511 800 |
12 526 803 232 |
104 485 093 |
825 382 682 |
15 443 182 807 |
13,00 |
17 246 982 807 |
Cyprus |
0 |
24 800 000 |
24 800 000 |
8 266 667 |
26 485 350 |
136 736 779 |
1 140 511 |
9 009 495 |
173 372 135 |
0,15 |
198 172 135 |
Letland |
0 |
26 800 000 |
26 800 000 |
8 933 333 |
21 768 300 |
171 421 824 |
1 429 816 |
11 294 869 |
205 914 809 |
0,17 |
232 714 809 |
Litouwen |
800 000 |
55 000 000 |
55 800 000 |
18 600 000 |
36 546 300 |
258 765 966 |
2 158 347 |
17 049 916 |
314 520 529 |
0,26 |
370 320 529 |
Luxemburg |
0 |
15 700 000 |
15 700 000 |
5 233 333 |
48 788 250 |
251 880 688 |
2 100 917 |
16 596 250 |
319 366 105 |
0,27 |
335 066 105 |
Hongarije |
2 000 000 |
119 800 000 |
121 800 000 |
40 600 000 |
120 115 200 |
789 111 285 |
6 581 916 |
51 994 014 |
967 802 415 |
0,81 |
1 089 602 415 |
Malta |
0 |
10 800 000 |
10 800 000 |
3 600 000 |
9 308 700 |
48 058 329 |
400 851 |
3 166 531 |
60 934 411 |
0,05 |
71 734 411 |
Nederland |
7 300 000 |
2 086 000 000 |
2 093 300 000 |
697 766 667 |
273 970 400 |
4 850 816 028 |
– 653 138 109 |
55 997 883 |
4 527 646 202 |
3,81 |
6 620 946 202 |
Oostenrijk |
3 200 000 |
239 900 000 |
243 100 000 |
81 033 334 |
320 816 475 |
2 463 891 926 |
20 551 131 |
28 443 200 |
2 833 702 732 |
2,38 |
3 076 802 732 |
Polen |
12 800 000 |
426 400 000 |
439 200 000 |
146 400 000 |
573 392 100 |
3 054 091 385 |
25 473 939 |
201 232 038 |
3 854 189 462 |
3,24 |
4 293 389 462 |
Portugal |
200 000 |
136 500 000 |
136 700 000 |
45 566 667 |
234 528 000 |
1 268 011 780 |
10 576 388 |
83 548 448 |
1 596 664 616 |
1,34 |
1 733 364 616 |
Roemenië |
1 000 000 |
124 700 000 |
125 700 000 |
41 900 000 |
151 729 800 |
1 111 879 131 |
9 274 098 |
73 260 972 |
1 346 144 001 |
1,13 |
1 471 844 001 |
Slovenië |
0 |
81 800 000 |
81 800 000 |
27 266 667 |
53 463 750 |
276 019 044 |
2 302 253 |
18 186 710 |
349 971 757 |
0,29 |
431 771 757 |
Slowakije |
1 400 000 |
141 700 000 |
143 100 000 |
47 700 000 |
76 974 000 |
567 826 757 |
4 736 199 |
37 413 725 |
686 950 681 |
0,58 |
830 050 681 |
Finland |
800 000 |
169 600 000 |
170 400 000 |
56 800 000 |
283 110 000 |
1 609 857 988 |
13 427 701 |
106 072 466 |
2 012 468 155 |
1,69 |
2 182 868 155 |
Zweden |
2 600 000 |
552 600 000 |
555 200 000 |
185 066 667 |
184 812 800 |
3 279 892 271 |
– 144 609 216 |
37 863 119 |
3 357 958 974 |
2,83 |
3 913 158 974 |
Verenigd Koninkrijk |
9 500 000 |
2 647 000 000 |
2 656 500 000 |
885 500 000 |
2 896 467 900 |
15 579 839 871 |
129 950 235 |
–4 072 425 170 |
14 533 832 836 |
12,23 |
17 190 332 836 |
Totaal |
123 400 000 |
18 654 200 000 |
18 777 600 000 |
6 259 200 000 |
15 063 857 425 |
103 773 286 897 |
0 |
0 |
118 837 144 322 |
100,00 |
137 614 744 322 |
B. ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL
ONTVANGSTEN
Titel |
Omschrijving |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 3/2013 |
Nieuw bedrag |
1 |
EIGEN MIDDELEN |
138 638 020 848 |
–1 023 276 526 |
137 614 744 322 |
3 |
OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN |
34 000 000 |
1 023 276 526 |
1 057 276 526 |
4 |
ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE |
1 278 186 868 |
|
1 278 186 868 |
5 |
ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN |
53 884 139 |
|
53 884 139 |
6 |
BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE |
60 000 000 |
|
60 000 000 |
7 |
INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN |
413 000 000 |
|
413 000 000 |
8 |
OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN |
3 696 000 |
|
3 696 000 |
9 |
DIVERSE ONTVANGSTEN |
30 200 000 |
|
30 200 000 |
|
Totaal |
140 510 987 855 |
|
140 510 987 855 |
TITEL 1
EIGEN MIDDELEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 3/2013 |
Nieuw bedrag |
1 1 |
BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM) |
123 400 000 |
|
123 400 000 |
1 2 |
DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM |
18 654 200 000 |
|
18 654 200 000 |
1 3 |
EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER b), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM |
15 063 857 425 |
|
15 063 857 425 |
1 4 |
EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER c), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM |
104 796 563 423 |
–1 023 276 526 |
103 773 286 897 |
1 5 |
CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN |
0 |
|
0 |
1 6 |
AAN NEDERLAND EN ZWEDEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE |
0 |
|
0 |
|
Titel 1 — Totaal |
138 638 020 848 |
–1 023 276 526 |
137 614 744 322 |
HOOFDSTUK 1 4 — EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER c), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 3/2013 |
Nieuw bedrag |
1 4 |
||||
EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER c), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM |
||||
1 4 0 |
Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c) van Besluit 2007/436/EG, Euratom |
104 796 563 423 |
–1 023 276 526 |
103 773 286 897 |
|
Hoofdstuk 1 4 — Totaal |
104 796 563 423 |
–1 023 276 526 |
103 773 286 897 |
1 4 0
Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c) van Besluit 2007/436/EG, Euratom
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 3/2013 |
Nieuw bedrag |
104 796 563 423 |
–1 023 276 526 |
103 773 286 897 |
Toelichting
De bni-middelenbron is een „aanvullende” bron van eigen middelen, die de ontvangsten verschaft welke in een begrotingsjaar nodig zijn ter dekking van uitgaven die uitstijgen boven het bedrag aan traditionele eigen middelen, btw-afdrachten en andere ontvangsten. Deze middelenbron zorgt er met andere woorden voor dat de algemene begroting van de Europese Unie altijd in evenwicht is ex ante.
Het bni-afroepingspercentage is afhankelijk van hoeveel aanvullende middelen er nodig zijn ter financiering van de gebudgetteerde uitgaven die niet gedekt worden door de andere middelen (btw-afdrachten, traditionele eigen middelen en overige ontvangsten). Het afroepingspercentage wordt toegepast op het bruto nationaal inkomen van elk van de lidstaten.
Het voor het begrotingsjaar op het bruto nationaal inkomen van de lidstaten toe te passen percentage bedraagt 0,7744 %.
Rechtsgronden
Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder c).
Lidstaat |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 3/2013 |
Nieuw bedrag |
België |
3 107 116 101 |
–30 339 153 |
3 076 776 948 |
Bulgarije |
315 448 463 |
–3 080 167 |
312 368 296 |
Tsjechië |
1 164 042 001 |
–11 366 183 |
1 152 675 818 |
Denemarken |
2 036 232 215 |
–19 882 605 |
2 016 349 610 |
Duitsland |
21 607 772 802 |
– 210 987 134 |
21 396 785 668 |
Estland |
132 135 292 |
–1 290 223 |
130 845 069 |
Ierland |
1 006 031 931 |
–9 823 307 |
996 208 624 |
Griekenland |
1 559 930 162 |
–15 231 796 |
1 544 698 366 |
Spanje |
8 163 573 621 |
–79 712 473 |
8 083 861 148 |
Frankrijk |
16 806 862 143 |
– 164 109 079 |
16 642 753 064 |
Kroatië |
176 786 215 |
–1 726 213 |
175 060 002 |
Italië |
12 650 326 193 |
– 123 522 961 |
12 526 803 232 |
Cyprus |
138 085 099 |
–1 348 320 |
136 736 779 |
Letland |
173 112 162 |
–1 690 338 |
171 421 824 |
Litouwen |
261 317 578 |
–2 551 612 |
258 765 966 |
Luxemburg |
254 364 406 |
–2 483 718 |
251 880 688 |
Hongarije |
796 892 469 |
–7 781 184 |
789 111 285 |
Malta |
48 532 217 |
– 473 888 |
48 058 329 |
Nederland |
4 898 648 436 |
–47 832 408 |
4 850 816 028 |
Oostenrijk |
2 488 187 608 |
–24 295 682 |
2 463 891 926 |
Polen |
3 084 206 843 |
–30 115 458 |
3 054 091 385 |
Portugal |
1 280 515 255 |
–12 503 475 |
1 268 011 780 |
Roemenië |
1 122 843 030 |
–10 963 899 |
1 111 879 131 |
Slovenië |
278 740 783 |
–2 721 739 |
276 019 044 |
Slowakije |
573 425 923 |
–5 599 166 |
567 826 757 |
Finland |
1 625 732 304 |
–15 874 316 |
1 609 857 988 |
Zweden |
3 312 234 282 |
–32 342 011 |
3 279 892 271 |
Verenigd Koninkrijk |
15 733 467 889 |
– 153 628 018 |
15 579 839 871 |
Totaal van artikel 1 4 0 |
104 796 563 423 |
–1 023 276 526 |
103 773 286 897 |
TITEL 3
OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 3/2013 |
Nieuw bedrag |
3 0 |
OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR |
34 000 000 |
1 023 276 526 |
1 057 276 526 |
3 1 |
SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 4, 5 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) Nr. 1150/2000 |
p.m. |
|
p.m. |
3 2 |
SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 6, 7 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) Nr. 1150/2000 |
p.m. |
|
p.m. |
3 4 |
AANPASSING IN VERBAND MET DE GEVOLGEN VAN DE NIET-DEELNEMING VAN BEPAALDE LIDSTATEN AAN SOMMIGE BELEIDSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN DE RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT |
p.m. |
|
p.m. |
3 5 |
RESULTAAT VAN DE DEFINITIEVE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK |
p.m. |
|
p.m. |
3 6 |
RESULTAAT VAN DE TUSSENTIJDSE BIJSTELLINGEN VAN DE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK |
p.m. |
|
p.m. |
|
Titel 3 — Totaal |
34 000 000 |
1 023 276 526 |
1 057 276 526 |
HOOFDSTUK 3 0 — OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 3/2013 |
Nieuw bedrag |
3 0 |
||||
OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR |
||||
3 0 0 |
Overschot van het vorige begrotingsjaar |
p.m. |
1 023 276 526 |
1 023 276 526 |
3 0 2 |
Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds voor extern optreden |
34 000 000 |
|
34 000 000 |
|
Hoofdstuk 3 0 — Totaal |
34 000 000 |
1 023 276 526 |
1 057 276 526 |
3 0 0
Overschot van het vorige begrotingsjaar
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 3/2013 |
Nieuw bedrag |
p.m. |
1 023 276 526 |
1 023 276 526 |
Toelichting
Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement wordt het saldo van elk begrotingsjaar, naargelang het een overschot of tekort betreft, in de begroting van het volgende begrotingsjaar als ontvangst of als betalingskrediet opgenomen.
De ramingen van deze ontvangsten of uitgaven worden in de begroting opgenomen tijdens de begrotingsprocedure en, in voorkomend geval, door middel van de procedure van een nota van wijzigingen, die wordt ingediend overeenkomstig artikel 39 van het Financieel Reglement. Zij worden vastgesteld overeenkomstig de beginselen bedoeld in artikel 15 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.
Na de afsluiting van de rekeningen van elk begrotingsjaar worden verschillen ten opzichte van de raming in de begroting van het volgende begrotingsjaar opgenomen middels een gewijzigde begroting, die door de Commissie moet worden gepresenteerd binnen 15 dagen nadat de voorlopige rekeningen zijn ingediend.
Een tekort wordt onder artikel 27 02 01 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie” opgenomen.
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).
Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 7.
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 18.
(1) De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2013 (PB L 66 van 8.3.2013, blz. 1) plus de gewijzigde begroting nr. 1/2013 tot en met 3/2013.
(2) De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2012 (PB L 56 van 29.2.2012, blz. 1), plus de gewijzigde begrotingen nr. 1/2012 tot en met 6/2012.
(3) Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
(4) De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2013 (PB L 66 van 8.3.2013, blz. 1) plus de gewijzigde begroting nr. 1/2013 tot en met 3/2013.
(5) De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2012 (PB L 56 van 29.2.2012, blz. 1), plus de gewijzigde begrotingen nr. 1/2012 tot en met 6/2012.
(6) De eigen middelen voor de begroting 2013 zijn vastgesteld op basis van de begrotingsramingen die tijdens de 154e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen van 21 mei 2012 zijn goedgekeurd.
(7) Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
(8) De betrokken grondslag is niet hoger dan 50 % van het bni.
(9) De bni- en btw-grondslagen van Kroatië zijn gehalveerd om de bijdrage van het land te beperken, aangezien het Toetredingsverdrag pas op 1.7.2013 in werking is getreden.
(10) Uitsluitend voor de periode 2007-2013 wordt het btw-afroepingspercentage voor Oostenrijk vastgesteld op 0,225 %, voor Duitsland op 0,15 % en voor Nederland en Zweden op 0,10 %.
(11) De bni- en btw-grondslagen van Kroatië zijn gehalveerd om de bijdrage van het land te beperken, aangezien het Toetredingsverdrag pas op 1.7.2013 in werking is getreden.
(12) De bni- en btw-grondslagen van Kroatië zijn gehalveerd om de bijdrage van het land te beperken, aangezien het Toetredingsverdrag pas op 1.7.2013 in werking is getreden.
(13) Berekening van het percentage: (103 773 286 897) / (134 003 050 000) =0,774409887663005
(14) Afgeronde percentages.
(15) De uitbreidingsuitgaven stemmen overeen met het totaal: i) van de betalingen gedaan aan de tien nieuwe lidstaten (die op 1 mei 2004 tot de Unie zijn toegetreden) uit de kredieten van 2003, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2004-2011, en de betalingen aan Bulgarije en Roemenië uit de kredieten van 2006, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2007-2011, (5a); en ii) de totale toegewezen uitgaven in die lidstaten, met uitzondering van die voor directe betalingen en marktgerelateerde uitgaven in het kader van het landbouwbeleid, en het uit het EOGFL, afdeling Garantie (5b), afkomstige deel van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling. Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.
(16) De „Britse korting” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.
(17) Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.
(18) p.m. (eigen middelen + overige ontvangsten = totale ontvangsten = totale uitgaven); (137 614 744 322 + 2 896 243 533 = 140 510 987 855 = 140 510 987 855).
(19) Totaal van de eigen middelen als percentage van het bni: (137 614 744 322) / (13 400 305 000 000) = 1,03 %; maximumpercentage van de eigen middelen in vergelijking met het bni: 1,23 %.
6.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 327/239 |
DEFINITIEVE VASTSTELLING
van de gewijzigde begroting nr. 4 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013
(2013/690/EU, Euratom)
DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, lid 4, onder a), en lid 9,
Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,
Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (1),
Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (2),
Gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, definitief vastgesteld op 12 december 2012 (3),
Gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, ingediend door de Commissie op 29 april 2013,
Gezien het standpunt inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2013, vastgesteld door de Raad op 15 juli 2013,
Gezien de artikelen 75 ter en 75 sexies van het Reglement van het Europees Parlement,
Gezien de goedkeuring van het standpunt van de Raad door het Parlement op 11 september 2013,
CONSTATEERT:
Enig artikel
De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgerond en de gewijzigde begroting nr. 4 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013 is definitief vastgesteld.
Gedaan te Straatsburg, 11 september 2013.
De voorzitter
M. SCHULZ
(1) PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
(2) PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.
GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 4 VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2013
INHOUD
STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING
Afdeling III: Commissie
— Uitgaven
— Titel XX: Administratieve uitgaven voor beleidsterreinen
— Titel 15: Onderwijs en cultuur
— Titel 19: Externe betrekkingen
— Personeel
Afdeling IV: Hof van Justitie van de Europese Unie
— Personeel
AFDELING III
COMMISSIE
UITGAVEN
Titel |
Omschrijving |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||
01 |
ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN |
555 684 796 |
428 350 972 |
|
|
555 684 796 |
428 350 972 |
02 |
ONDERNEMINGEN |
1 157 245 386 |
1 304 818 477 |
|
|
1 157 245 386 |
1 304 818 477 |
03 |
CONCURRENTIE |
92 219 149 |
92 219 149 |
|
|
92 219 149 |
92 219 149 |
04 |
WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN |
12 064 158 933 |
12 593 728 861 |
|
|
12 064 158 933 |
12 593 728 861 |
05 |
LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING |
58 851 894 643 |
56 734 357 629 |
|
|
58 851 894 643 |
56 734 357 629 |
06 |
MOBILITEIT EN VERVOER |
1 740 800 530 |
983 961 494 |
|
|
1 740 800 530 |
983 961 494 |
07 |
MILIEU- EN KLIMAATMAATREGELEN |
498 383 275 |
397 680 274 |
|
|
498 383 275 |
397 680 274 |
08 |
ONDERZOEK |
6 901 336 033 |
5 088 171 210 |
|
|
6 901 336 033 |
5 088 171 210 |
09 |
COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE |
1 810 829 637 |
1 466 740 211 |
|
|
1 810 829 637 |
1 466 740 211 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
391 985 |
391 985 |
|
|
391 985 |
391 985 |
|
|
1 811 221 622 |
1 467 132 196 |
|
|
1 811 221 622 |
1 467 132 196 |
10 |
EIGEN ONDERZOEK |
424 319 156 |
416 522 703 |
|
|
424 319 156 |
416 522 703 |
11 |
MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ |
919 262 394 |
708 756 335 |
|
|
919 262 394 |
708 756 335 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
115 220 000 |
113 885 651 |
|
|
115 220 000 |
113 885 651 |
|
|
1 034 482 394 |
822 641 986 |
|
|
1 034 482 394 |
822 641 986 |
12 |
INTERNE MARKT |
103 313 472 |
101 433 656 |
|
|
103 313 472 |
101 433 656 |
|
40 02 41 |
3 000 000 |
3 000 000 |
|
|
3 000 000 |
3 000 000 |
|
|
106 313 472 |
104 433 656 |
|
|
106 313 472 |
104 433 656 |
13 |
REGIONAAL BELEID |
43 778 241 730 |
41 390 607 901 |
|
|
43 778 241 730 |
41 390 607 901 |
14 |
BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE |
144 620 394 |
121 807 617 |
|
|
144 620 394 |
121 807 617 |
15 |
ONDERWIJS EN CULTUUR |
2 829 575 587 |
2 497 061 739 |
|
|
2 829 575 587 |
2 497 061 739 |
16 |
COMMUNICATIE |
265 992 159 |
252 703 941 |
|
|
265 992 159 |
252 703 941 |
17 |
GEZONDHEIDSZORG EN CONSUMENTENBESCHERMING |
634 370 124 |
598 986 674 |
|
|
634 370 124 |
598 986 674 |
18 |
BINNENLANDSE ZAKEN |
1 227 109 539 |
857 143 815 |
|
|
1 227 109 539 |
857 143 815 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
111 280 000 |
66 442 946 |
|
|
111 280 000 |
66 442 946 |
|
|
1 338 389 539 |
923 586 761 |
|
|
1 338 389 539 |
923 586 761 |
19 |
EXTERNE BETREKKINGEN |
5 001 226 243 |
3 231 193 639 |
|
|
5 001 226 243 |
3 231 193 639 |
20 |
HANDEL |
107 473 453 |
103 477 972 |
|
|
107 473 453 |
103 477 972 |
21 |
ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN) |
1 571 699 626 |
1 227 715 563 |
|
|
1 571 699 626 |
1 227 715 563 |
22 |
UITBREIDING |
1 091 261 928 |
905 504 113 |
|
|
1 091 261 928 |
905 504 113 |
23 |
HUMANITAIRE HULP |
917 322 828 |
858 578 994 |
|
|
917 322 828 |
858 578 994 |
24 |
FRAUDEBESTRIJDING |
75 427 800 |
69 443 664 |
|
|
75 427 800 |
69 443 664 |
|
40 01 40 |
3 929 200 |
3 929 200 |
|
|
3 929 200 |
3 929 200 |
|
|
79 357 000 |
73 372 864 |
|
|
79 357 000 |
73 372 864 |
25 |
BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE |
193 336 661 |
194 086 661 |
|
|
193 336 661 |
194 086 661 |
26 |
ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE |
1 030 021 548 |
1 019 808 608 |
|
|
1 030 021 548 |
1 019 808 608 |
27 |
BEGROTING |
142 450 570 |
142 450 570 |
|
|
142 450 570 |
142 450 570 |
28 |
AUDIT |
11 879 141 |
11 879 141 |
|
|
11 879 141 |
11 879 141 |
29 |
STATISTIEK |
82 071 571 |
113 760 614 |
|
|
82 071 571 |
113 760 614 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
51 900 000 |
7 743 254 |
|
|
51 900 000 |
7 743 254 |
|
|
133 971 571 |
121 503 868 |
|
|
133 971 571 |
121 503 868 |
30 |
PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN |
1 399 471 000 |
1 399 471 000 |
|
|
1 399 471 000 |
1 399 471 000 |
31 |
TALENDIENSTEN |
396 815 433 |
396 815 433 |
|
|
396 815 433 |
396 815 433 |
32 |
ENERGIE |
738 302 781 |
814 608 051 |
|
|
738 302 781 |
814 608 051 |
33 |
JUSTITIE |
218 238 524 |
184 498 972 |
|
|
218 238 524 |
184 498 972 |
40 |
RESERVES |
1 049 836 185 |
275 393 036 |
|
|
1 049 836 185 |
275 393 036 |
|
Totaal |
148 026 192 229 |
136 983 738 689 |
|
|
148 026 192 229 |
136 983 738 689 |
|
Of which Reserves: 40 01 40, 40 02 41 |
285 721 185 |
195 393 036 |
|
|
285 721 185 |
195 393 036 |
TITEL XX
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR BELEIDSTERREINEN
Indeling naar aard
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
Nieuw bedrag |
XX 01 |
|||||
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR BELEIDSTERREINEN |
|||||
XX 01 01 |
|||||
Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor de diverse beleidsterreinen |
|||||
XX 01 01 01 |
|||||
Uitgaven voor personeel in actieve dienst bij de instelling |
|||||
XX 01 01 01 01 |
Bezoldigingen en vergoedingen |
5 |
1 835 349 000 |
– 181 000 |
1 835 168 000 |
XX 01 01 01 02 |
Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst |
5 |
14 878 000 |
|
14 878 000 |
XX 01 01 01 03 |
Aanpassingen van de bezoldiging |
5 |
15 497 000 |
–1 000 |
15 496 000 |
|
Subtotaal |
|
1 865 724 000 |
– 182 000 |
1 865 542 000 |
XX 01 01 02 |
|||||
Uitgaven voor personeel van de Commissie in actieve dienst van de delegaties van de Unie |
|||||
XX 01 01 02 01 |
Bezoldigingen en vergoedingen |
5 |
110 428 000 |
|
110 428 000 |
XX 01 01 02 02 |
Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst |
5 |
7 462 000 |
|
7 462 000 |
XX 01 01 02 03 |
Eventuele aanpassingen van de bezoldiging |
5 |
871 000 |
|
871 000 |
|
Subtotaal |
|
118 761 000 |
|
118 761 000 |
|
Artikel XX 01 01 — Subtotaal |
|
1 984 485 000 |
– 182 000 |
1 984 303 000 |
XX 01 02 |
|||||
Extern personeel en andere beheersuitgaven |
|||||
XX 01 02 01 |
|||||
Extern personeel bij de instelling |
|||||
XX 01 02 01 01 |
Arbeidscontractanten |
5 |
66 507 486 |
– 134 000 |
66 373 486 |
XX 01 02 01 02 |
Uitzendkrachten en technisch-administratieve bijstand ter ondersteuning van verschillende activiteiten |
5 |
23 545 000 |
|
23 545 000 |
XX 01 02 01 03 |
Tijdelijk bij de instelling gedetacheerde nationale ambtenaren |
5 |
39 727 000 |
|
39 727 000 |
|
Subtotaal |
|
129 779 486 |
– 134 000 |
129 645 486 |
XX 01 02 02 |
|||||
Extern personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie |
|||||
XX 01 02 02 01 |
Bezoldiging van de andere personeelsleden |
5 |
7 619 000 |
|
7 619 000 |
XX 01 02 02 02 |
Opleiding van jonge deskundigen en gedetacheerde nationale deskundigen |
5 |
2 300 000 |
|
2 300 000 |
XX 01 02 02 03 |
Uitgaven in verband met andere personeelsleden en andere verrichte diensten |
5 |
256 000 |
|
256 000 |
|
Subtotaal |
|
10 175 000 |
|
10 175 000 |
XX 01 02 11 |
|||||
Overige beheersuitgaven van de instelling |
|||||
XX 01 02 11 01 |
Dienstreizen en representatie |
5 |
56 391 000 |
|
56 391 000 |
XX 01 02 11 02 |
Conferenties en vergaderingen |
5 |
27 008 000 |
|
27 008 000 |
XX 01 02 11 03 |
Vergaderingen van comités |
5 |
12 863 000 |
|
12 863 000 |
XX 01 02 11 04 |
Studies en adviezen |
5 |
6 400 000 |
|
6 400 000 |
XX 01 02 11 05 |
Informatie- en beheerssystemen |
5 |
26 985 000 |
|
26 985 000 |
XX 01 02 11 06 |
Bijscholing en managementopleidingen |
5 |
13 500 000 |
|
13 500 000 |
|
Subtotaal |
|
143 147 000 |
|
143 147 000 |
XX 01 02 12 |
|||||
Overige beheersuitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie |
|||||
XX 01 02 12 01 |
Dienstreizen, conferenties en representatie |
5 |
6 328 000 |
|
6 328 000 |
XX 01 02 12 02 |
Bijscholing voor het personeel van de delegaties |
5 |
500 000 |
|
500 000 |
|
Subtotaal |
|
6 828 000 |
|
6 828 000 |
|
Artikel XX 01 02 — Subtotaal |
|
289 929 486 |
– 134 000 |
289 795 486 |
XX 01 03 |
|||||
Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, en gebouwen |
|||||
XX 01 03 01 |
|||||
Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van de Commissie |
|||||
XX 01 03 01 03 |
Apparatuur voor informatie- en communicatietechnologie |
5 |
54 525 000 |
|
54 525 000 |
XX 01 03 01 04 |
Diensten voor informatie- en communicatietechnologie |
5 |
63 545 000 |
|
63 545 000 |
|
Subtotaal |
|
118 070 000 |
|
118 070 000 |
XX 01 03 02 |
|||||
Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie |
|||||
XX 01 03 02 01 |
Aankoop, huur en daarmee samenhangende uitgaven |
5 |
46 908 000 |
|
46 908 000 |
XX 01 03 02 02 |
Materieel, meubilair, leveringen en diensten |
5 |
9 638 000 |
|
9 638 000 |
|
Subtotaal |
|
56 546 000 |
|
56 546 000 |
|
Artikel XX 01 03 — Subtotaal |
|
174 616 000 |
|
174 616 000 |
XX 01 05 |
|||||
Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor onderzoek onder contract |
|||||
XX 01 05 01 |
Salarissen en vergoedingen voor personeel in actieve dienst voor onderzoek onder contract |
1.1 |
197 229 000 |
|
197 229 000 |
XX 01 05 02 |
Extern personeel voor onderzoek onder contract |
1.1 |
47 262 000 |
|
47 262 000 |
XX 01 05 03 |
Overige beheersuitgaven voor onderzoek onder contract |
1.1 |
80 253 000 |
|
80 253 000 |
|
Artikel XX 01 05 — Subtotaal |
|
324 744 000 |
|
324 744 000 |
|
Hoofdstuk XX 01 — Totaal |
|
2 773 774 486 |
– 316 000 |
2 773 458 486 |
HOOFDSTUK XX 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR BELEIDSTERREINEN
XX 01 01
Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor de diverse beleidsterreinen
XX 01 01 01
Uitgaven voor personeel in actieve dienst bij de instelling
Indeling naar aard
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
Nieuw bedrag |
XX 01 01 01 |
|||||
Uitgaven voor personeel in actieve dienst bij de instelling |
|||||
XX 01 01 01 01 |
Bezoldigingen en vergoedingen |
5 |
1 835 349 000 |
– 181 000 |
1 835 168 000 |
XX 01 01 01 02 |
Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst |
5 |
14 878 000 |
|
14 878 000 |
XX 01 01 01 03 |
Aanpassingen van de bezoldiging |
5 |
15 497 000 |
–1 000 |
15 496 000 |
|
Post XX 01 01 01 — Totaal |
|
1 865 724 000 |
– 182 000 |
1 865 542 000 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven ten behoeve van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden dat op de lijst van het aantal ambten voorkomt, met uitzondering van de in derde landen tewerkgestelde personeelsleden:
— |
de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen; |
— |
de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten; |
— |
de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen; |
— |
de overige toelagen en vergoedingen; |
— |
de vergoedingen aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor continudienst, ploegendienst of verplichte beschikbaarheid op het werk en/of thuis; |
— |
de vergoeding bij ontslag wegens gebleken ongeschiktheid van ambtenaren op proef; |
— |
de vergoeding bij opzegging door de instelling van overeenkomsten met tijdelijke functionarissen; |
— |
de terugbetaling van de uitgaven voor beveiliging van de woningen van de ambtenaren die werkzaam zijn bij de bureaus van de Unie en de delegaties van de Unie op het grondgebied van de Unie; |
— |
de vaste vergoedingen en de vergoedingen volgens uurtarief voor overuren van de ambtenaren van de functiegroep AST, die niet volgens de desbetreffende regeling met vrije tijd konden worden gecompenseerd; |
— |
de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënt op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt; |
— |
de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats; |
— |
de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen; |
— |
de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen; |
— |
de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen; |
— |
de tijdelijke kosten in verband met ambtenaren die vóór de toetreding in een nieuwe lidstaat zijn tewerkgesteld en van wie wordt gevraagd om na de datum van toetreding in dat land in dienst te blijven; voor deze ambtenaren gelden, bij wijze van uitzondering, de financiële en de materiële voorwaarden die vóór de toetreding door de Commissie werden toegepast overeenkomstig bijlage X van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie; |
— |
de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit. |
De verordening van de Raad houdende aanpassing van de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van alle instellingen van de Unie, met inbegrip van verhogingen en toeslagen, wordt jaarlijks bekendgemaakt in het Publicatieblad (meest recentelijk in PB L 338 van 22.12.2010, blz. 1).
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 49 100 000 EUR.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
XX 01 01 01 01
Bezoldigingen en vergoedingen
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
Nieuw bedrag |
1 835 349 000 |
– 181 000 |
1 835 168 000 |
XX 01 01 01 02
Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
Nieuw bedrag |
14 878 000 |
|
14 878 000 |
XX 01 01 01 03
Aanpassingen van de bezoldiging
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
Nieuw bedrag |
15 497 000 |
–1 000 |
15 496 000 |
XX 01 02
Extern personeel en andere beheersuitgaven
XX 01 02 01
Extern personeel bij de instelling
Indeling naar aard
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
Nieuw bedrag |
XX 01 02 01 |
|||||
Extern personeel bij de instelling |
|||||
XX 01 02 01 01 |
Arbeidscontractanten |
5 |
66 507 486 |
– 134 000 |
66 373 486 |
XX 01 02 01 02 |
Uitzendkrachten en technisch-administratieve bijstand ter ondersteuning van verschillende activiteiten |
5 |
23 545 000 |
|
23 545 000 |
XX 01 02 01 03 |
Tijdelijk bij de instelling gedetacheerde nationale ambtenaren |
5 |
39 727 000 |
|
39 727 000 |
|
Post XX 01 02 01 — Totaal |
|
129 779 486 |
– 134 000 |
129 645 486 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven, die op het grondgebied van de Unie worden gedaan:
— |
de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden van de Europese Unie), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV, en de kosten van aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn; |
— |
de bedragen die nodig zijn om arbeidscontractanten die personen met een handicap begeleiden, te vergoeden; |
— |
uitgaven voor uitzendkrachten, met name beambten en stenotypisten; |
— |
personeelsuitgaven in het kader van aannemingscontracten voor technische en administratieve bijstand en intellectueledienstprestaties, alsmede uitgaven voor gebouwen en materieel en huishoudelijke uitgaven ten behoeve van het betrokken personeel; |
— |
uitgaven voor detachering of tijdelijke tewerkstelling bij de diensten van de Commissie van ambtenaren uit de lidstaten en andere deskundigen of voor overleg van korte duur, met name ter voorbereiding van besluiten inzake harmonisatie op verschillende gebieden, alsmede voor uitwisselingen die het de lidstaten mogelijk moeten maken de uniale wetgeving uniform toe te passen; |
— |
de kosten van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit. |
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Ontvangsten uit de bijdragen van de lidstaten van de EVA in de algemene kosten van de Unie krachtens artikel 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsrubrieken, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 194 868 EUR.
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt op basis van de beschikbare gegevens geraamd op 1 527 000 EUR.
Rechtsgronden
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.
Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 16).
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
Gedragscode ten aanzien van de aanwerving van mensen met een handicap, goedgekeurd door het Bureau van het Europees Parlement op 22 juni 2005.
XX 01 02 01 01
Arbeidscontractanten
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
Nieuw bedrag |
66 507 486 |
– 134 000 |
66 373 486 |
XX 01 02 01 02
Uitzendkrachten en technisch-administratieve bijstand ter ondersteuning van verschillende activiteiten
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
Nieuw bedrag |
23 545 000 |
|
23 545 000 |
XX 01 02 01 03
Tijdelijk bij de instelling gedetacheerde nationale ambtenaren
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
Nieuw bedrag |
39 727 000 |
|
39 727 000 |
TITEL 15
ONDERWIJS EN CULTUUR
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
15 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERWIJS EN CULTUUR” |
|
123 492 923 |
123 492 923 |
111 000 |
111 000 |
123 603 923 |
123 603 923 |
15 02 |
EEN LEVEN LANG LEREN, MET INBEGRIP VAN MEERTALIGHEID |
|
1 417 215 664 |
1 328 230 073 |
|
|
1 417 215 664 |
1 328 230 073 |
15 04 |
ONTWIKKELING VAN CULTURELE EN AUDIOVISUELE SAMENWERKING IN EUROPA |
|
175 715 000 |
159 022 211 |
|
|
175 715 000 |
159 022 211 |
15 05 |
AANMOEDIGING EN BEVORDERING VAN SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN JEUGD EN SPORT |
3 |
149 650 000 |
130 277 227 |
– 111 000 |
– 111 000 |
149 539 000 |
130 166 227 |
15 07 |
MENSEN — PROGRAMMA VOOR DE MOBILITEIT VAN ONDERZOEKERS |
1 |
963 502 000 |
756 039 305 |
|
|
963 502 000 |
756 039 305 |
|
Titel 15 — Totaal |
|
2 829 575 587 |
2 497 061 739 |
|
|
2 829 575 587 |
2 497 061 739 |
HOOFDSTUK 15 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN„ONDERWIJS EN CULTUUR”
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
Nieuw bedrag |
15 01 |
|||||
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERWIJS EN CULTUUR” |
|||||
15 01 01 |
Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur” |
5 |
52 066 716 |
– 182 000 |
51 884 716 |
|
Artikel 15 01 01 — Subtotaal |
|
52 066 716 |
– 182 000 |
51 884 716 |
15 01 02 |
|||||
Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur” |
|||||
15 01 02 01 |
Extern personeel |
5 |
3 858 908 |
– 134 000 |
3 724 908 |
15 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
5 |
3 333 017 |
|
3 333 017 |
|
Artikel 15 01 02 — Subtotaal |
|
7 191 925 |
– 134 000 |
7 057 925 |
15 01 03 |
Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur” |
5 |
3 294 977 |
|
3 294 977 |
15 01 04 |
Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur” |
|
|
|
|
15 01 04 14 |
Erasmus Mundus — Uitgaven voor administratief beheer |
1.1 |
914 000 |
|
914 000 |
15 01 04 17 |
Samenwerking met derde landen op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding — Uitgaven voor administratief beheer |
4 |
80 000 |
|
80 000 |
15 01 04 22 |
Een leven lang leren — Uitgaven voor administratief beheer |
1.1 |
8 500 000 |
|
8 500 000 |
15 01 04 30 |
Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s onder rubriek 1a |
1.1 |
21 395 000 |
|
21 395 000 |
15 01 04 31 |
Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s onder rubriek 3b |
3.2 |
15 572 000 |
458 000 |
16 030 000 |
15 01 04 32 |
Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s onder rubriek 4 |
4 |
263 000 |
|
263 000 |
15 01 04 44 |
Programma „Cultuur” (2007-2013) — Uitgaven voor administratief beheer |
3.2 |
550 000 |
|
550 000 |
15 01 04 55 |
Jeugd in actie — Uitgaven voor administratief beheer |
3.2 |
780 000 |
|
780 000 |
15 01 04 60 |
Media 2007 — Programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector — Uitgaven voor administratief beheer |
3.2 |
725 000 |
|
725 000 |
15 01 04 68 |
Media Mundus — Uitgaven voor administratief beheer |
3.2 |
75 000 |
–31 000 |
44 000 |
|
Artikel 15 01 04 — Subtotaal |
|
48 854 000 |
427 000 |
49 281 000 |
15 01 05 |
Ondersteunende uitgaven voor onderzoeksactiviteiten op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur” |
|
|
|
|
15 01 05 01 |
Uitgaven voor onderzoekspersoneel |
1.1 |
1 952 000 |
|
1 952 000 |
15 01 05 02 |
Extern personeel voor onderzoek |
1.1 |
700 000 |
|
700 000 |
15 01 05 03 |
Overige beheersuitgaven voor onderzoek |
1.1 |
348 000 |
|
348 000 |
|
Artikel 15 01 05 — Subtotaal |
|
3 000 000 |
|
3 000 000 |
15 01 60 |
Aanschaf van documentatie |
|
|
|
|
15 01 60 01 |
Bibliotheekfonds, abonnementen, aankoop van boeken en onderhoud van het bibliotheekbezit |
5 |
2 534 000 |
|
2 534 000 |
|
Artikel 15 01 60 — Subtotaal |
|
2 534 000 |
|
2 534 000 |
15 01 61 |
Kosten van stages voor afgestudeerden bij de instelling |
5 |
6 551 305 |
|
6 551 305 |
|
Hoofdstuk 15 01 — Totaal |
|
123 492 923 |
111 000 |
123 603 923 |
15 01 01
Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
Nieuw bedrag |
52 066 716 |
– 182 000 |
51 884 716 |
15 01 02
Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”
15 01 02 01
Extern personeel
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
Nieuw bedrag |
3 858 908 |
– 134 000 |
3 724 908 |
15 01 04
Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”
15 01 04 31
Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s onder rubriek 3b
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
Nieuw bedrag |
15 572 000 |
458 000 |
16 030 000 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur die voortvloeien uit de deelneming van het Agentschap aan het beheer van programma’s onder rubriek 3b van het financiële kader 2007-2013 en de voltooiing van acties die vóór 2007 werden gesteund.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).
Besluit nr. 1718/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 betreffende de uitvoering van een programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector (Media 2007) (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 12).
Besluit nr. 1719/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van het programma „Jeugd in actie” voor de periode 2007-2013 (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 30).
Besluit nr. 1855/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling van het programma „Cultuur” (2007-2013) (PB L 372 van 27.12.2006, blz. 1).
Referentiebesluiten
Besluit 2009/336/EG van de Commissie van 20 april 2009 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur — overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 101 van 21.4.2009, blz. 26).
15 01 04 68
Media Mundus — Uitgaven voor administratief beheer
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
Nieuw bedrag |
75 000 |
–31 000 |
44 000 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Ontvangsten die mogelijk voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Zie nieuw artikel 15 04 68.
HOOFDSTUK 15 05 — AANMOEDIGING EN BEVORDERING VAN SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN JEUGD EN SPORT
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
15 05 |
||||||||
AANMOEDIGING EN BEVORDERING VAN SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN JEUGD EN SPORT |
||||||||
15 05 06 |
Speciale jaarlijkse evenementen |
3.2 |
2 000 000 |
444 789 |
|
|
2 000 000 |
444 789 |
15 05 09 |
Voltooiing van vorige programma’s/acties op het gebied van jeugd |
3.2 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
15 05 10 |
Voorbereidende actie — Amicus — Vereniging van lidstaten die communautaire universele diensten uitvoeren |
3.2 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
15 05 11 |
Voorbereidende actie op het gebied van sport |
3.2 |
p.m. |
209 000 |
|
|
p.m. |
209 000 |
15 05 20 |
Voorbereidende actie — Europese sportpartnerschappen |
3.2 |
4 000 000 |
2 500 000 |
|
|
4 000 000 |
2 500 000 |
15 05 55 |
Jeugd in actie |
3.2 |
143 650 000 |
127 123 438 |
– 111 000 |
– 111 000 |
143 539 000 |
127 012 438 |
|
Hoofdstuk 15 05 — Totaal |
|
149 650 000 |
130 277 227 |
– 111 000 |
– 111 000 |
149 539 000 |
130 166 227 |
15 05 55
Jeugd in actie
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
143 650 000 |
127 123 438 |
– 111 000 |
– 111 000 |
143 539 000 |
127 012 438 |
Toelichting
Overeenkomstig het programma „Jeugd in actie 2007-2013” dient dit krediet ter dekking van de volgende acties:
— |
Jeugd voor Europa: deze actie beoogt de ondersteuning van uitwisselingen van jongeren ter verbetering van hun mobiliteit en van initiatieven van jongeren, projecten en activiteiten die gericht zijn op hun deelname aan het democratische bestel met het oog op de ontwikkeling van het burgerschap van en het wederzijds begrip tussen jongeren; |
— |
Europees vrijwilligerswerk: deze actie beoogt de versterking van de deelname van jongeren aan diverse vormen van vrijwilligerswerk binnen en buiten de Unie; |
— |
Jeugd voor de wereld: deze actie beoogt de ondersteuning van projecten met de in artikel 5 van Besluit nr. 1719/2006/EG vermelde partnerlanden, met name uitwisselingen van jongeren en jongerenwerkers, ondersteuning van projecten die het wederzijdse begrip tussen jongeren en hun solidariteitsbesef versterken en de ontwikkeling van de samenwerking op jeugdgebied en van maatschappelijke organisaties in deze landen; |
— |
jongerenwerkers en ondersteuningssystemen: deze actie beoogt de ondersteuning van de op Europees niveau op jeugdgebied werkzame organisaties, met name de werking van niet-gouvernementele organisaties en het opzetten van netwerken daarvan, de uitwisseling, opleiding en oprichting van netwerken van jongerenwerkers, de stimulering van de innovatie en de kwaliteit van de maatregelen, de informatie van jongeren en de invoering van voor de verwezenlijking van de programmadoelstellingen benodigde structuren en activiteiten; |
— |
ondersteuning van beleidssamenwerking: deze actie beoogt de organisatie van de dialoog tussen de diverse actoren op jeugdgebied, met name jongeren, jongerenwerkers en politiek verantwoordelijken, het bijdragen aan de ontwikkeling van de samenwerking op het beleidsgebied jeugd, alsook het uitvoeren van de nodige werkzaamheden en het opzetten van de nodige netwerken om een beter inzicht in jongerenkwesties te verkrijgen. |
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1719/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van het programma „Jeugd in actie” voor de periode 2007-2013 (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 30).
TITEL 19
EXTERNE BETREKKINGEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
19 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EXTERNE BETREKKINGEN” |
|
163 646 024 |
163 646 024 |
|
|
163 646 024 |
163 646 024 |
19 02 |
SAMENWERKING MET DERDE LANDEN OP HET GEBIED VAN MIGRATIE EN ASIEL |
4 |
58 000 000 |
31 629 412 |
|
|
58 000 000 |
31 629 412 |
19 03 |
GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID (GBVB) |
4 |
395 832 000 |
316 294 119 |
|
|
395 832 000 |
316 294 119 |
19 04 |
EUROPEES INSTRUMENT VOOR DE DEMOCRATIE EN DE MENSENRECHTEN (EUROPEAN INSTRUMENT FOR DEMOCRACY AND HUMAN RIGHTS — EIDHR) |
4 |
166 086 000 |
132 510 906 |
|
|
166 086 000 |
132 510 906 |
19 05 |
BETREKKINGEN EN SAMENWERKING MET GEÏNDUSTRIALISEERDE DERDE LANDEN |
4 |
23 400 000 |
18 285 754 |
|
|
23 400 000 |
18 285 754 |
19 06 |
CRISISRESPONS EN MONDIALE BEDREIGINGEN VOOR DE VEILIGHEID |
4 |
393 793 000 |
253 079 672 |
|
|
393 793 000 |
253 079 672 |
19 08 |
EUROPEES NABUURSCHAPSBELEID EN BETREKKINGEN MET RUSLAND |
|
2 491 284 700 |
1 390 558 678 |
|
|
2 491 284 700 |
1 390 558 678 |
19 09 |
BETREKKINGEN MET LATIJNS-AMERIKA |
4 |
387 064 000 |
288 869 669 |
|
|
387 064 000 |
288 869 669 |
19 10 |
BETREKKINGEN MET AZIË, CENTRAAL-AZIË EN HET MIDDEN-OOSTEN (IRAK, IRAN, JEMEN) |
4 |
893 490 519 |
611 954 874 |
|
|
893 490 519 |
611 954 874 |
19 11 |
BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „EXTERNE BETREKKINGEN” |
4 |
28 630 000 |
24 364 531 |
|
|
28 630 000 |
24 364 531 |
19 49 |
UITGAVEN VOOR ADMINISTRATIEF BEHEER VAN PROGRAMMA’S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET FINANCIEEL REGLEMENT VAN 21 DECEMBER 1977 |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Titel 19 — Totaal |
|
5 001 226 243 |
3 231 193 639 |
|
|
5 001 226 243 |
3 231 193 639 |
HOOFDSTUK 19 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN„EXTERNE BETREKKINGEN”
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
Nieuw bedrag |
19 01 |
|||||
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EXTERNE BETREKKINGEN” |
|||||
19 01 01 |
|||||
Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen” |
|||||
19 01 01 01 |
Uitgaven voor personeel in actieve dienst van de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid |
5 |
7 265 123 |
|
7 265 123 |
19 01 01 02 |
Uitgaven voor personeel in actieve dienst in delegaties van de Unie voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen” |
5 |
6 933 652 |
|
6 933 652 |
|
Artikel 19 01 01 — Subtotaal |
|
14 198 775 |
|
14 198 775 |
19 01 02 |
|||||
Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen” |
|||||
19 01 02 01 |
Extern personeel van de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid |
5 |
1 656 669 |
|
1 656 669 |
19 01 02 02 |
Extern personeel in delegaties van de Unie voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen” |
5 |
857 444 |
|
857 444 |
19 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven voor de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid |
5 |
585 573 |
|
585 573 |
19 01 02 12 |
Overige beheersuitgaven in delegaties van de Unie voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen” |
5 |
435 830 |
|
435 830 |
|
Artikel 19 01 02 — Subtotaal |
|
3 535 516 |
|
3 535 516 |
19 01 03 |
|||||
Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Externe betrekkingen” |
|||||
19 01 03 01 |
Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie voor de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid |
5 |
459 764 |
|
459 764 |
19 01 03 02 |
Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven van de delegaties van de Unie voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen” |
5 |
3 609 319 |
|
3 609 319 |
|
Artikel 19 01 03 — Subtotaal |
|
4 069 083 |
|
4 069 083 |
19 01 04 |
|||||
Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Externe betrekkingen” |
|||||
19 01 04 01 |
Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) — Uitgaven voor administratief beheer |
4 |
57 680 196 |
– 300 000 |
57 380 196 |
19 01 04 02 |
Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) — Uitgaven voor administratief beheer |
4 |
57 314 454 |
– 758 000 |
56 556 454 |
19 01 04 03 |
Stabiliteitsinstrument — Uitgaven voor administratief beheer |
4 |
9 100 000 |
|
9 100 000 |
19 01 04 04 |
Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) — Uitgaven voor administratief beheer |
4 |
500 000 |
|
500 000 |
19 01 04 05 |
Evaluatie van de resultaten van hulp van de Unie en follow-up- en auditmaatregelen — Uitgaven voor administratief beheer |
4 |
p.m. |
|
p.m. |
19 01 04 06 |
Instrument voor samenwerking inzake nucleaire veiligheid (Instrument for Nuclear Safety Cooperation — INSC) — Uitgaven voor administratief beheer |
4 |
1 400 000 |
|
1 400 000 |
19 01 04 07 |
Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (European Instrument for Democracy and Human Rights — EIDHR) — Uitgaven voor administratief beheer |
4 |
10 981 000 |
|
10 981 000 |
19 01 04 08 |
Instrument voor geïndustrialiseerde landen (Industrialised Countries Instrument — ICI) — Uitgaven voor administratief beheer |
4 |
100 000 |
|
100 000 |
19 01 04 20 |
Uitgaven voor administratieve ondersteuning voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen” |
4 |
p.m. |
|
p.m. |
19 01 04 30 |
Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s op het beleidsterrein „Externe betrekkingen” |
4 |
4 767 000 |
1 058 000 |
5 825 000 |
|
Artikel 19 01 04 — Subtotaal |
|
141 842 650 |
|
141 842 650 |
|
Hoofdstuk 19 01 — Totaal |
|
163 646 024 |
|
163 646 024 |
19 01 04
Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Externe betrekkingen”
19 01 04 01
Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) — Uitgaven voor administratief beheer
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
Nieuw bedrag |
57 680 196 |
– 300 000 |
57 380 196 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder uniaal recht; |
— |
uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc; |
— |
uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand; de uitgaven voor extern personeel in het hoofdkantoor mogen maximaal 4 337 552 EUR bedragen; Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per mensjaar waarvan 93 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 7 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel; |
— |
uitgaven voor extern personeel in delegaties van de Unie (arbeidscontractanten, lokale medewerkers of gedetacheerde nationale deskundigen) met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologieën en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post; |
— |
de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma. |
Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen, vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
Dit krediet dekt de administratieve uitgaven uit hoofde van de hoofdstukken 19 02, 19 09 en 19 10.
19 01 04 02
Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) — Uitgaven voor administratief beheer
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
Nieuw bedrag |
57 314 454 |
– 758 000 |
56 556 454 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder uniaal recht; |
— |
uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc; |
— |
uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand; de uitgaven voor extern personeel in het hoofdkantoor mogen maximaal 4 846 907 EUR bedragen; Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per mensjaar waarvan 93 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 7 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel; |
— |
uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijk personeel of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van het extern personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post; |
— |
de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma. |
Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
Dit krediet dekt de administratieve uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 19 08.
19 01 04 30
Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s op het beleidsterrein „Externe betrekkingen”
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
Nieuw bedrag |
4 767 000 |
1 058 000 |
5 825 000 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de werkingskosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur die voortvloeien uit het beheer van de operationele programma’s op het gebied van het beleidsterrein externe betrekkingen (rubriek 4) die in het kader van de hoofdstukken 19 05, 19 06, 19 08, 19 09 en 19 10 aan het Agentschap werden toevertrouwd.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).
Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad van 21 december 2006 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 405 van 30.12.2006, blz. 39).
Besluit 2009/336/EG van de Commissie van 20 april 2009 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur — overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 101 van 21.4.2009, blz. 26).
PERSONEEL
Commissie
Administratie
Administratie |
||||||
2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
2013 |
||||
Toegestaan in de Uniebegroting |
Wijzigingen in de goedgekeurde personeelsformatie |
Gewijzigde personeelsformatie |
||||
Vaste ambten |
Tijdelijke posten |
Vaste ambten |
Tijdelijke posten |
Vaste ambten |
Tijdelijke posten |
|
AD 16 |
24 |
|
|
|
24 |
|
AD 15 |
190 |
22 |
|
|
190 |
22 |
AD 14 |
580 |
31 |
|
|
580 |
31 |
AD 13 |
1 969 |
|
|
|
1 969 |
|
AD 12 |
1 329 |
53 |
|
|
1 329 |
53 |
AD 11 |
634 |
62 |
|
|
634 |
62 |
AD 10 |
1 012 |
11 |
|
|
1 012 |
11 |
AD 9 |
814 |
|
|
|
814 |
|
AD 8 |
970 |
2 |
|
|
970 |
2 |
AD 7 |
1 072 |
|
|
|
1 072 |
|
AD 6 |
1 245 |
|
|
|
1 245 |
|
AD 5 |
1 363 |
20 |
|
|
1 363 |
20 |
Totaal AD |
11 202 |
201 |
|
|
11 202 |
201 |
AST 11 |
172 |
|
|
|
172 |
|
AST 10 |
240 |
20 |
|
|
240 |
20 |
AST 9 |
529 |
|
|
|
529 |
|
AST 8 |
539 |
12 |
|
|
539 |
12 |
AST 7 |
1 003 |
28 |
–2 |
|
1 001 |
28 |
AST 6 |
802 |
19 |
|
|
802 |
19 |
AST 5 |
1 125 |
42 |
|
|
1 125 |
42 |
AST 4 |
929 |
20 |
|
|
929 |
20 |
AST 3 |
1 159 |
9 |
|
|
1 159 |
9 |
AST 2 |
511 |
13 |
|
|
511 |
13 |
AST 1 |
695 |
|
|
|
695 |
|
Totaal AST |
7 704 |
163 |
|
|
7 702 |
163 |
Totaal-generaal |
18 906 |
364 |
–2 |
|
18 904 |
364 |
Totaal personeel |
19 270 |
–2 |
19 268 |
Door de Europese Unie opgerichte organen met rechtspersoonlijkheid
Gedecentraliseerde agentschappen
Gedecentraliseerde agentschappen — Ondernemingen
Europees GNSS-Agentschap
Functiegroep en rang |
Europees GNSS-Agentschap (GSA) |
|||||
2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
2013 |
||||
Toegestaan in de Uniebegroting |
Wijzigingen in de goedgekeurde personeelsformatie |
Gewijzigde personeelsformatie |
||||
Vaste ambten |
Tijdelijke posten |
Vaste ambten |
Tijdelijke posten |
Vaste ambten |
Tijdelijke posten |
|
AD 16 |
|
|
|
|
|
|
AD 15 |
|
|
|
|
|
|
AD 14 |
|
1 |
|
|
|
1 |
AD 13 |
|
|
|
|
|
|
AD 12 |
|
1 |
|
|
|
1 |
AD 11 |
|
3 |
|
|
|
3 |
AD 10 |
|
2 |
|
3 |
|
5 |
AD 9 |
|
6 |
|
3 |
|
9 |
AD 8 |
|
5 |
|
6 |
|
11 |
AD 7 |
|
23 |
|
7 |
|
30 |
AD 6 |
|
8 |
|
1 |
|
9 |
AD 5 |
|
3 |
|
|
|
3 |
Totaal AD |
|
52 |
|
20 |
|
72 |
AST 11 |
|
|
|
|
|
|
AST 10 |
|
|
|
|
|
|
AST 9 |
|
|
|
|
|
|
AST 8 |
|
|
|
|
|
|
AST 7 |
|
|
|
|
|
|
AST 6 |
|
|
|
|
|
|
AST 5 |
|
2 |
|
|
|
2 |
AST 4 |
|
1 |
|
|
|
1 |
AST 3 |
|
1 |
|
|
|
1 |
AST 2 |
|
1 |
|
|
|
1 |
AST 1 |
|
|
|
|
|
|
Totaal AST |
|
5 |
|
|
|
5 |
Totaal-generaal |
|
57 |
|
20 |
|
77 |
Totaal personeel |
57 |
20 |
77 |
Uitvoerende agentschappen
Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur
Functiegroep en rang |
Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur |
|||||
2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
2013 |
||||
Toegestaan in de Uniebegroting |
Wijzigingen in de goedgekeurde personeelsformatie |
Gewijzigde personeelsformatie |
||||
Vaste ambten |
Tijdelijke posten |
Vaste ambten |
Tijdelijke posten |
Vaste ambten |
Tijdelijke posten |
|
AD 16 |
|
|
|
|
|
|
AD 15 |
|
|
|
|
|
|
AD 14 |
|
1 |
|
|
|
1 |
AD 13 |
|
4 |
|
|
|
4 |
AD 12 |
|
5 |
|
|
|
5 |
AD 11 |
|
4 |
|
|
|
4 |
AD 10 |
|
15 |
|
|
|
15 |
AD 9 |
|
14 |
|
|
|
14 |
AD 8 |
|
16 |
|
2 |
|
18 |
AD 7 |
|
3 |
|
|
|
3 |
AD 6 |
|
9 |
|
|
|
9 |
AD 5 |
|
5 |
|
|
|
5 |
Totaal AD |
|
76 |
|
2 |
|
78 |
AST 11 |
|
|
|
|
|
|
AST 10 |
|
|
|
|
|
|
AST 9 |
|
|
|
|
|
|
AST 8 |
|
3 |
|
|
|
3 |
AST 7 |
|
4 |
|
|
|
4 |
AST 6 |
|
1 |
|
|
|
1 |
AST 5 |
|
9 |
|
|
|
9 |
AST 4 |
|
7 |
|
|
|
7 |
AST 3 |
|
3 |
|
|
|
3 |
AST 2 |
|
|
|
|
|
|
AST 1 |
|
|
|
|
|
|
Totaal AST |
|
27 |
|
|
|
27 |
Totaal-generaal |
|
103 |
|
2 |
|
105 |
Totaal personeel |
103 |
2 |
105 |
AFDELING IV
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
PERSONEEL
Hof van Justitie van de Europese Unie
Functiegroep en rang |
Hof van Justitie van de Europese Unie |
|||||
2013 |
Gewijzigde begroting nr. 4/2013 |
2013 |
||||
Toegestaan in de Uniebegroting |
Wijzigingen in de goedgekeurde personeelsformatie |
Gewijzigde personeelsformatie |
||||
Vaste ambten |
Tijdelijke ambten |
Vaste ambten |
Tijdelijke ambten |
Vaste ambten |
Tijdelijke ambten |
|
AD 16 |
5 |
— |
|
|
5 |
— |
AD 15 |
10 |
1 |
|
|
10 |
1 |
AD 14 |
45 (3) |
45 (3) |
|
1 |
45 (3) |
46 (3) |
AD 13 |
100 |
— |
|
|
100 |
— |
AD 12 |
102 (4) |
68 |
|
1 |
102 (4) |
69 |
AD 11 |
67 |
75 |
|
1 |
67 |
76 |
AD 10 |
42 |
34 |
|
1 |
42 |
35 |
AD 9 |
136 |
2 |
|
|
136 |
2 |
AD 8 |
170 |
1 |
|
|
170 |
1 |
AD 7 |
156 |
— |
|
|
156 |
— |
AD 6 |
44 |
— |
|
|
44 |
— |
AD 5 |
49 |
28 |
|
|
49 |
28 |
Totaal AD |
926 |
254 |
|
4 |
926 |
258 |
AST 11 |
10 |
— |
|
|
10 |
— |
AST 10 |
12 |
1 |
|
|
12 |
1 |
AST 9 |
29 |
— |
|
|
29 |
— |
AST 8 |
41 |
5 |
|
|
41 |
5 |
AST 7 |
67 |
29 |
|
|
67 |
29 |
AST 6 |
65 |
24 |
|
|
65 |
24 |
AST 5 |
66 |
47 |
|
1 |
66 |
48 |
AST 4 |
81 |
42 |
|
|
81 |
42 |
AST 3 |
140 |
10 |
|
1 |
140 |
11 |
AST 2 |
84 |
5 |
|
1 |
84 |
6 |
AST 1 |
57 |
— |
|
|
57 |
— |
Totaal AST |
652 |
163 |
|
3 |
652 |
166 |
Totaal-generaal |
1 578 (5) |
417 |
|
7 |
1 578 (5) |
424 |
Totaal personeel |
7 |
(1) Overeenkomstig artikel 53 van het Euratom-Verdrag omvat de personeelsformatie de volgende vaste ambten voor het Voorzieningsagentschap: 1 ad personam AD 15 voor de directeur-generaal van het Agentschap, 2 AD 14 (waarvan één voor de adjunct-directeur-generaal van het Agentschap), 3 AD 12, 1 AD 11, 2 AD 10, 1 AST 10, 2 AST 8, 1 AST 7, 9 AST 6, 1 AST 5 en 2 AST 3.
(2) Volgens de personeelsformatie worden de volgende aanstellingen ad personam aanvaard: maximaal 25 AD 15 kunnen AD 16 worden; maximaal 21 AD 14 kunnen AD 15 worden; maximaal 13 AD 11 kunnen AD 14 worden en 1 AST 8 kan AST 10 worden.
(3) Waarvan 1 AD 15 ad personam.
(4) Waarvan 1 AD 14 ad personam.
(5) Niet inbegrepen de reserve voor onvoorziene uitgaven, zonder toewijzing van kredieten, voor ambtenaren die bij de kabinetten van het Hof van Justitie, het Gerecht of het Gerecht voor ambtenarenzaken gedetacheerd zijn (6 AD 12, 12 AD 11, 18 AD 10, 9 AD 7, 11 AST 6, 17 AST 5, 21 AST 4, 8 AST 3).
(6) Halftijdse bezetting van bepaalde ambten kan worden gecompenseerd door de aanstelling van andere personeelsleden, tot een maximum van het aantal aldus vrijgekomen ambten per categorie.
(7) Zonder de ambten in verband met de wijziging van het Statuut van het Hof van Justitie (verhoging van het aantal rechters): tijdelijke ambten voor de kabinetten van 12 rechters — 7 AD 14-ambten, 11 AD 12-ambten, 12 AD 11-ambten, 6 AD 10-ambten, 12 AST 4-ambten en 12 AST 3-ambten; permanente ambten voor de griffie van het Gerecht: drie AD 9, één AD 5, één omzetting van een AST 2-ambt in een AD 5-ambt, één omzetting van een AST 1-ambt in een AD 5-ambt en zes omzettingen van AST 1-ambten in zes AST 3-ambten.
6.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 327/273 |
DEFINITIEVE VASTSTELLING
van de gewijzigde begroting nr. 5 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013
(2013/691/EU, Euratom)
DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, lid 4, onder a), en lid 9,
Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,
Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (1),
Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (2),
Gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, definitief vastgesteld op 12 december 2012 (3),
Gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 5 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, ingediend door de Commissie op 2 mei 2013,
Gezien het standpunt inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 5/2013, vastgesteld door de Raad op 15 juli 2013,
Gezien de artikelen 75 ter en 75 sexies van het Reglement van het Europees Parlement,
Gezien de goedkeuring van het standpunt van de Raad door het Parlement op 11 september 2013,
CONSTATEERT:
Enig artikel
De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgerond en de gewijzigde begroting nr. 5 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013 is definitief vastgesteld.
Gedaan te Straatsburg, 11 september 2013.
De voorzitter
M. SCHULZ
(1) PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
(2) PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.
GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 5 VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2013
INHOUD
ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN
A. Inleiding en financiering van de algemene begroting
B. Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel
— Ontvangsten
— Titel 1: Eigen middelen
STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING
Afdeling III: Commissie
— Uitgaven
— Titel 13: Regionaal beleid
A. INLEIDING EN FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING
FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING
Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2013 moeten worden gedekt overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen
UITGAVEN
Omschrijving |
Begroting 2013 (1) |
Begroting 2012 (2) |
Verschil (in %) |
||
|
65 745 055 888 |
60 287 086 467 |
+9,05 |
||
|
57 882 716 075 |
58 044 868 674 |
–0,28 |
||
|
1 665 028 144 |
2 182 532 099 |
–23,71 |
||
|
6 727 745 950 |
6 966 011 071 |
–3,42 |
||
|
8 430 049 740 |
8 277 736 996 |
+1,84 |
||
|
75 000 000 |
p.m. |
— |
||
Totaal uitgaven (3) |
140 525 595 797 |
135 758 235 307 |
+3,51 |
ONTVANGSTEN
Omschrijving |
Begroting 2013 (4) |
Begroting 2012 (5) |
Verschil (in %) |
Diverse ontvangsten (titels 4 t/m 9) |
1 838 967 007 |
5 109 219 138 |
–64,01 |
Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 0) |
1 023 276 526 |
1 496 968 014 |
–31,64 |
Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 2) |
34 000 000 |
p.m. |
— |
Saldi aan btw- en aan bnp/bni-middelen uit vorige begrotingsjaren (hoofdstukken 3 1 en 3 2) |
p.m. |
497 328 000 |
— |
Totaal van de ontvangsten van de titels 3 t/m 9 |
2 896 243 533 |
7 103 515 152 |
–59,23 |
Nettobedrag van de douanerechten en de suikerheffingen (hoofdstukken 1 1 en 1 2) |
18 777 600 000 |
16 824 200 000 |
+11,61 |
Eigen middelen uit de btw tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3) |
15 063 857 425 |
14 546 298 300 |
+3,56 |
Nog te financieren uit de aanvullende middelenbron (bni-middelen, tabel 3, hoofdstuk 1 4) |
103 787 894 839 |
97 284 221 855 |
+6,69 |
Uit de eigen middelen zoals bedoeld in artikel 2 van Besluit 2007/436/EG, Euratom, te dekken kredieten (6) |
137 629 352 264 |
128 654 720 155 |
+6,98 |
Totaal ontvangsten (7) |
140 525 595 797 |
135 758 235 307 |
+3,51 |
TABEL 1
Berekening van de aftopping van de uniforme btw-grondslagen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom
Lidstaat |
1 % van de niet-afgetopte btw-grondslag |
1 % van het bruto nationaal inkomen |
Aftoppings-percentage (in %) |
1 % van het bruto nationaal inkomen (bni) × aftoppingspercentage |
1 % van de afgetopte btw-grondslag (8) |
Lidstaten met afgetopte btw-grondslag |
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) |
(5) |
(6) |
België |
1 690 557 000 |
3 973 060 000 |
50 |
1 986 530 000 |
1 690 557 000 |
|
Bulgarije |
190 547 000 |
403 363 000 |
50 |
201 681 500 |
190 547 000 |
|
Tsjechië |
679 066 000 |
1 488 457 000 |
50 |
744 228 500 |
679 066 000 |
|
Denemarken |
1 011 507 000 |
2 603 724 000 |
50 |
1 301 862 000 |
1 011 507 000 |
|
Duitsland |
12 022 668 000 |
27 629 794 000 |
50 |
13 814 897 000 |
12 022 668 000 |
|
Estland |
82 284 000 |
168 961 000 |
50 |
84 480 500 |
82 284 000 |
|
Ierland |
624 406 000 |
1 286 410 000 |
50 |
643 205 000 |
624 406 000 |
|
Griekenland |
873 300 000 |
1 994 678 000 |
50 |
997 339 000 |
873 300 000 |
|
Spanje |
4 775 808 000 |
10 438 737 000 |
50 |
5 219 368 500 |
4 775 808 000 |
|
Frankrijk |
9 831 724 000 |
21 490 884 000 |
50 |
10 745 442 000 |
9 831 724 000 |
|
Kroatië (9) |
139 265 000 |
226 056 000 |
50 |
113 028 000 |
113 028 000 |
Kroatië |
Italië |
6 621 706 000 |
16 175 934 000 |
50 |
8 087 967 000 |
6 621 706 000 |
|
Cyprus |
145 973 000 |
176 569 000 |
50 |
88 284 500 |
88 284 500 |
Cyprus |
Letland |
72 561 000 |
221 358 000 |
50 |
110 679 000 |
72 561 000 |
|
Litouwen |
121 821 000 |
334 146 000 |
50 |
167 073 000 |
121 821 000 |
|
Luxemburg |
246 521 000 |
325 255 000 |
50 |
162 627 500 |
162 627 500 |
Luxemburg |
Hongarije |
400 384 000 |
1 018 984 000 |
50 |
509 492 000 |
400 384 000 |
|
Malta |
48 396 000 |
62 058 000 |
50 |
31 029 000 |
31 029 000 |
Malta |
Nederland |
2 739 704 000 |
6 263 887 000 |
50 |
3 131 943 500 |
2 739 704 000 |
|
Oostenrijk |
1 425 851 000 |
3 181 638 000 |
50 |
1 590 819 000 |
1 425 851 000 |
|
Polen |
1 911 307 000 |
3 943 766 000 |
50 |
1 971 883 000 |
1 911 307 000 |
|
Portugal |
781 760 000 |
1 637 391 000 |
50 |
818 695 500 |
781 760 000 |
|
Roemenië |
505 766 000 |
1 435 776 000 |
50 |
717 888 000 |
505 766 000 |
|
Slovenië |
182 040 000 |
356 425 000 |
50 |
178 212 500 |
178 212 500 |
Slovenië |
Slowakije |
256 580 000 |
733 238 000 |
50 |
366 619 000 |
256 580 000 |
|
Finland |
943 700 000 |
2 078 819 000 |
50 |
1 039 409 500 |
943 700 000 |
|
Zweden |
1 848 128 000 |
4 235 344 000 |
50 |
2 117 672 000 |
1 848 128 000 |
|
Verenigd Koninkrijk |
9 654 893 000 |
20 118 338 000 |
50 |
10 059 169 000 |
9 654 893 000 |
|
Totaal |
59 828 223 000 |
134 003 050 000 |
|
67 001 525 000 |
59 639 209 500 |
|
TABEL 2
Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw) overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 3)
Lidstaat |
1 % van de afgetopte btw-grondslag |
Uniform percentage van de eigen middelen „btw” (10) (in %) |
Eigen middelen „btw” tegen uniform percentage |
|
(1) |
(2) |
(3) = (1) × (2) |
België |
1 690 557 000 |
0,300 |
507 167 100 |
Bulgarije |
190 547 000 |
0,300 |
57 164 100 |
Tsjechië |
679 066 000 |
0,300 |
203 719 800 |
Denemarken |
1 011 507 000 |
0,300 |
303 452 100 |
Duitsland |
12 022 668 000 |
0,150 |
1 803 400 200 |
Estland |
82 284 000 |
0,300 |
24 685 200 |
Ierland |
624 406 000 |
0,300 |
187 321 800 |
Griekenland |
873 300 000 |
0,300 |
261 990 000 |
Spanje |
4 775 808 000 |
0,300 |
1 432 742 400 |
Frankrijk |
9 831 724 000 |
0,300 |
2 949 517 200 |
Kroatië (11) |
113 028 000 |
0,300 |
33 908 400 |
Italië |
6 621 706 000 |
0,300 |
1 986 511 800 |
Cyprus |
88 284 500 |
0,300 |
26 485 350 |
Letland |
72 561 000 |
0,300 |
21 768 300 |
Litouwen |
121 821 000 |
0,300 |
36 546 300 |
Luxemburg |
162 627 500 |
0,300 |
48 788 250 |
Hongarije |
400 384 000 |
0,300 |
120 115 200 |
Malta |
31 029 000 |
0,300 |
9 308 700 |
Nederland |
2 739 704 000 |
0,100 |
273 970 400 |
Oostenrijk |
1 425 851 000 |
0,225 |
320 816 475 |
Polen |
1 911 307 000 |
0,300 |
573 392 100 |
Portugal |
781 760 000 |
0,300 |
234 528 000 |
Roemenië |
505 766 000 |
0,300 |
151 729 800 |
Slovenië |
178 212 500 |
0,300 |
53 463 750 |
Slowakije |
256 580 000 |
0,300 |
76 974 000 |
Finland |
943 700 000 |
0,300 |
283 110 000 |
Zweden |
1 848 128 000 |
0,100 |
184 812 800 |
Verenigd Koninkrijk |
9 654 893 000 |
0,300 |
2 896 467 900 |
Totaal |
59 639 209 500 |
|
15 063 857 425 |
TABEL 3
Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 4)
Lidstaat |
1 % van het bruto nationaal inkomen |
Uniform percentage van de eigen middelen „aanvullende grondslag” |
Eigen middelen „aanvullende grondslag” tegen uniform percentage |
|
(1) |
(2) |
(3) = (1) × (2) |
België |
3 973 060 000 |
|
3 077 210 060 |
Bulgarije |
403 363 000 |
|
312 412 267 |
Tsjechië |
1 488 457 000 |
|
1 152 838 078 |
Denemarken |
2 603 724 000 |
|
2 016 633 448 |
Duitsland |
27 629 794 000 |
|
21 399 797 643 |
Estland |
168 961 000 |
|
130 863 488 |
Ierland |
1 286 410 000 |
|
996 348 858 |
Griekenland |
1 994 678 000 |
|
1 544 915 810 |
Spanje |
10 438 737 000 |
|
8 084 999 095 |
Frankrijk |
21 490 884 000 |
|
16 645 095 829 |
Kroatië (12) |
226 056 000 |
|
175 084 644 |
Italië |
16 175 934 000 |
|
12 528 566 603 |
Cyprus |
176 569 000 |
|
136 756 028 |
Letland |
221 358 000 |
0,7745189 (13) |
171 445 955 |
Litouwen |
334 146 000 |
|
258 802 392 |
Luxemburg |
325 255 000 |
|
251 916 145 |
Hongarije |
1 018 984 000 |
|
789 222 366 |
Malta |
62 058 000 |
|
48 065 094 |
Nederland |
6 263 887 000 |
|
4 851 498 867 |
Oostenrijk |
3 181 638 000 |
|
2 464 238 763 |
Polen |
3 943 766 000 |
|
3 054 521 303 |
Portugal |
1 637 391 000 |
|
1 268 190 276 |
Roemenië |
1 435 776 000 |
|
1 112 035 648 |
Slovenië |
356 425 000 |
|
276 057 899 |
Slowakije |
733 238 000 |
|
567 906 689 |
Finland |
2 078 819 000 |
|
1 610 084 605 |
Zweden |
4 235 344 000 |
|
3 280 353 975 |
Verenigd Koninkrijk |
20 118 338 000 |
|
15 582 033 011 |
Totaal |
134 003 050 000 |
|
103 787 894 839 |
TABEL 4
Berekening van de brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdragen van Nederland en Zweden overeenkomstig artikel 2, lid 5 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 6)
Lidstaat |
Brutovermindering |
Aandelen in de bni-grondslagen |
Bni-sleutel toegepast op de brutovermindering |
Financiering van de vermindering ten gunste van Nederland en Zweden |
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) = (1) + (3) |
België |
|
2,96 |
25 663 158 |
25 663 158 |
Bulgarije |
|
0,30 |
2 605 440 |
2 605 440 |
Tsjechië |
|
1,11 |
9 614 380 |
9 614 380 |
Denemarken |
|
1,94 |
16 818 216 |
16 818 216 |
Duitsland |
|
20,62 |
178 468 928 |
178 468 928 |
Estland |
|
0,13 |
1 091 369 |
1 091 369 |
Ierland |
|
0,96 |
8 309 299 |
8 309 299 |
Griekenland |
|
1,49 |
12 884 209 |
12 884 209 |
Spanje |
|
7,79 |
67 426 858 |
67 426 858 |
Frankrijk |
|
16,04 |
138 815 911 |
138 815 911 |
Kroatië |
|
0,17 |
1 460 162 |
1 460 162 |
Italië |
|
12,07 |
104 485 093 |
104 485 093 |
Cyprus |
|
0,13 |
1 140 511 |
1 140 511 |
Letland |
|
0,17 |
1 429 816 |
1 429 816 |
Litouwen |
|
0,25 |
2 158 347 |
2 158 347 |
Luxemburg |
|
0,24 |
2 100 917 |
2 100 917 |
Hongarije |
|
0,76 |
6 581 916 |
6 581 916 |
Malta |
|
0,05 |
400 851 |
400 851 |
Nederland |
– 693 598 388 |
4,67 |
40 460 279 |
– 653 138 109 |
Oostenrijk |
|
2,37 |
20 551 131 |
20 551 131 |
Polen |
|
2,94 |
25 473 939 |
25 473 939 |
Portugal |
|
1,22 |
10 576 388 |
10 576 388 |
Roemenië |
|
1,07 |
9 274 098 |
9 274 098 |
Slovenië |
|
0,27 |
2 302 253 |
2 302 253 |
Slowakije |
|
0,55 |
4 736 199 |
4 736 199 |
Finland |
|
1,55 |
13 427 701 |
13 427 701 |
Zweden |
– 171 966 543 |
3,16 |
27 357 327 |
– 144 609 216 |
Verenigd Koninkrijk |
|
15,01 |
129 950 235 |
129 950 235 |
Totaal |
– 865 564 931 |
100,00 |
865 564 931 |
0 |
bbp-deflator van de EU, in EUR, (economische voorjaarsprognoses 2012): (a) 2004 EU25 = 97,9307 / (b) 2006 EU25 = 102,2271 / (c) 2006 EU27 = 102,3225 / (d) 2013 EU27 = 112,3768 Forfaitair bedrag voor Nederland in prijzen van 2013: 605 000 000 EUR × [(b/a) × (d/c)] = 693 598 388 EUR Forfaitair bedrag voor Zweden in prijzen van 2013: 150 000 000 EUR × [(b/a) × (d/c)] = 171 966 543 EUR |
TABEL 5
Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2012 overeenkomstig artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 5)
Omschrijving |
Coëfficiënt (14) (%) |
Bedrag |
||
|
15,2078 |
|
||
|
7,2969 |
|
||
|
7,9109 |
|
||
|
|
118 254 315 352 |
||
|
|
28 277 437 283 |
||
|
|
3 082 696 513 |
||
|
|
25 194 740 770 |
||
|
|
89 976 878 069 |
||
|
|
4 697 847 740 |
||
|
|
620 273 811 |
||
|
|
4 077 573 929 |
||
|
|
5 148 759 |
||
|
|
4 072 425 170 |
Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Besluit 2007/436/EG, Euratom mag de aanvullende bijdrage van het Verenigd Koninkrijk als gevolg van de in lid 1, onder g), van dat artikel bedoelde vermindering van de toegewezen uitgaven in de periode 2007-2013 in totaal niet meer bedragen dan 10 500 000 000 EUR in prijzen van 2004. De corresponderende bedragen worden weergegeven in de tabel hierna.
Correctie voor het Verenigd Koninkrijk 2007-2012 Verschil van het oorspronkelijke bedrag t.o.v. de grenswaarde van 10,5 miljard EUR (EMB 2007 t.o.v. EMB 2000), in EUR |
Verschil in lopende prijzen |
Verschil in constante prijzen van 2004 |
||
|
0 |
0 |
||
|
– 301 679 647 |
– 280 649 108 |
||
|
–1 349 840 247 |
–1 275 338 491 |
||
|
–2 117 969 550 |
–1 956 957 875 |
||
|
–2 355 745 675 |
–2 144 599 880 |
||
|
–2 528 825 389 |
–2 247 081 154 |
||
|
–8 654 060 508 |
–7 904 626 509 |
TABEL 6
Berekening van de financiering van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op –4 072 425 170 EUR (hoofdstuk 1 5)
Lidstaat |
Aandelen in de bni-grondslagen |
Aandelen zonder het Verenigd Koninkrijk |
Aandelen zonder Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk |
3/4 van het aandeel van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden in kolom (2) |
Kolom (4) verdeeld volgens de sleutel van kolom (3) |
Financierings- sleutel |
Op de correctie toegepaste financierings- sleutel |
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) |
(5) |
(6) = (2) + (4) + (5) |
(7) |
België |
2,96 |
3,49 |
5,47 |
|
1,49 |
4,98 |
202 726 774 |
Bulgarije |
0,30 |
0,35 |
0,56 |
|
0,15 |
0,51 |
20 581 738 |
Tsjechië |
1,11 |
1,31 |
2,05 |
|
0,56 |
1,86 |
75 949 038 |
Denemarken |
1,94 |
2,29 |
3,59 |
|
0,98 |
3,26 |
132 855 926 |
Duitsland |
20,62 |
24,26 |
0,00 |
–18,20 |
0,00 |
6,07 |
247 004 771 |
Estland |
0,13 |
0,15 |
0,23 |
|
0,06 |
0,21 |
8 621 294 |
Ierland |
0,96 |
1,13 |
1,77 |
|
0,48 |
1,61 |
65 639 520 |
Griekenland |
1,49 |
1,75 |
2,75 |
|
0,75 |
2,50 |
101 779 142 |
Spanje |
7,79 |
9,17 |
14,38 |
|
3,91 |
13,08 |
532 640 201 |
Frankrijk |
16,04 |
18,87 |
29,61 |
|
8,06 |
26,93 |
1 096 579 862 |
Kroatië |
0,17 |
0,20 |
0,31 |
|
0,08 |
0,28 |
11 534 586 |
Italië |
12,07 |
14,20 |
22,29 |
|
6,06 |
20,27 |
825 382 682 |
Cyprus |
0,13 |
0,16 |
0,24 |
|
0,07 |
0,22 |
9 009 495 |
Letland |
0,17 |
0,19 |
0,31 |
|
0,08 |
0,28 |
11 294 869 |
Litouwen |
0,25 |
0,29 |
0,46 |
|
0,13 |
0,42 |
17 049 916 |
Luxemburg |
0,24 |
0,29 |
0,45 |
|
0,12 |
0,41 |
16 596 250 |
Hongarije |
0,76 |
0,89 |
1,40 |
|
0,38 |
1,28 |
51 994 014 |
Malta |
0,05 |
0,05 |
0,09 |
|
0,02 |
0,08 |
3 166 531 |
Nederland |
4,67 |
5,50 |
0,00 |
–4,13 |
0,00 |
1,38 |
55 997 883 |
Oostenrijk |
2,37 |
2,79 |
0,00 |
–2,10 |
0,00 |
0,70 |
28 443 200 |
Polen |
2,94 |
3,46 |
5,43 |
|
1,48 |
4,94 |
201 232 038 |
Portugal |
1,22 |
1,44 |
2,26 |
|
0,61 |
2,05 |
83 548 448 |
Roemenië |
1,07 |
1,26 |
1,98 |
|
0,54 |
1,80 |
73 260 972 |
Slovenië |
0,27 |
0,31 |
0,49 |
|
0,13 |
0,45 |
18 186 710 |
Slowakije |
0,55 |
0,64 |
1,01 |
|
0,27 |
0,92 |
37 413 725 |
Finland |
1,55 |
1,83 |
2,86 |
|
0,78 |
2,60 |
106 072 466 |
Zweden |
3,16 |
3,72 |
0,00 |
–2,79 |
0,00 |
0,93 |
37 863 119 |
Verenigd Koninkrijk |
15,01 |
0,00 |
0,00 |
|
0,00 |
0,00 |
0 |
Totaal |
100,00 |
100,00 |
100,00 |
–27,21 |
27,21 |
100,00 |
4 072 425 170 |
De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.
TABEL 7
Overzicht van de financiering (18) van de algemene begroting per soort eigen middelen en per lidstaat
Lidstaat |
Traditionele eigen middelen (TEM) |
Btw- en bni-middelen, inclusief aanpassingen |
Totale eigen middelen (19) |
||||||||
Nettobijdragen van de suikersector (75 %) |
Nettodouanerechten (75 %) |
Totaal netto traditionele eigen middelen (75 %) |
Inningskosten (25 % van bruto TEM) (p.m.) |
Eigen middelen uit de btw |
Bni-middelen |
Vermindering ten voordele van Nederland en Zweden |
Correctie voor het Verenigd Koninkrijk |
Totaal nationale bijdragen |
Aandeel (%) in totaal „nationale bijdragen” |
||
|
(1) |
(2) |
(3) = (1) + (2) |
(4) |
(5) |
(6) |
(7) |
(8) |
(9) = (5) + (6) + (7) + (8) |
(10) |
(11) = (3) + (9) |
België |
6 600 000 |
1 871 900 000 |
1 878 500 000 |
626 166 667 |
507 167 100 |
3 077 210 060 |
25 663 158 |
202 726 774 |
3 812 767 092 |
3,21 % |
5 691 267 092 |
Bulgarije |
400 000 |
62 200 000 |
62 600 000 |
20 866 667 |
57 164 100 |
312 412 267 |
2 605 440 |
20 581 738 |
392 763 545 |
0,33 % |
455 363 545 |
Tsjechië |
3 400 000 |
246 200 000 |
249 600 000 |
83 200 000 |
203 719 800 |
1 152 838 078 |
9 614 380 |
75 949 038 |
1 442 121 296 |
1,21 % |
1 691 721 296 |
Denemarken |
3 400 000 |
373 500 000 |
376 900 000 |
125 633 333 |
303 452 100 |
2 016 633 448 |
16 818 216 |
132 855 926 |
2 469 759 690 |
2,08 % |
2 846 659 690 |
Duitsland |
26 300 000 |
3 780 400 000 |
3 806 700 000 |
1 268 899 996 |
1 803 400 200 |
21 399 797 643 |
178 468 928 |
247 004 771 |
23 628 671 542 |
19,88 % |
27 435 371 542 |
Estland |
0 |
25 000 000 |
25 000 000 |
8 333 333 |
24 685 200 |
130 863 488 |
1 091 369 |
8 621 294 |
165 261 351 |
0,14 % |
190 261 351 |
Ierland |
0 |
217 100 000 |
217 100 000 |
72 366 667 |
187 321 800 |
996 348 858 |
8 309 299 |
65 639 520 |
1 257 619 477 |
1,06 % |
1 474 719 477 |
Griekenland |
1 400 000 |
141 200 000 |
142 600 000 |
47 533 334 |
261 990 000 |
1 544 915 810 |
12 884 209 |
101 779 142 |
1 921 569 161 |
1,62 % |
2 064 169 161 |
Spanje |
4 700 000 |
1 221 600 000 |
1 226 300 000 |
408 766 667 |
1 432 742 400 |
8 084 999 095 |
67 426 858 |
532 640 201 |
10 117 808 554 |
8,51 % |
11 344 108 554 |
Frankrijk |
30 900 000 |
2 034 500 000 |
2 065 400 000 |
688 466 667 |
2 949 517 200 |
16 645 095 829 |
138 815 911 |
1 096 579 862 |
20 830 008 802 |
17,53 % |
22 895 408 802 |
Kroatië |
0 |
22 400 000 |
22 400 000 |
7 466 667 |
33 908 400 |
175 084 644 |
1 460 162 |
11 534 586 |
221 987 792 |
0,19 % |
244 387 792 |
Italië |
4 700 000 |
1 799 100 000 |
1 803 800 000 |
601 266 667 |
1 986 511 800 |
12 528 566 603 |
104 485 093 |
825 382 682 |
15 444 946 178 |
13,00 % |
17 248 746 178 |
Cyprus |
0 |
24 800 000 |
24 800 000 |
8 266 667 |
26 485 350 |
136 756 028 |
1 140 511 |
9 009 495 |
173 391 384 |
0,15 % |
198 191 384 |
Letland |
0 |
26 800 000 |
26 800 000 |
8 933 333 |
21 768 300 |
171 445 955 |
1 429 816 |
11 294 869 |
205 938 940 |
0,17 % |
232 738 940 |
Litouwen |
800 000 |
55 000 000 |
55 800 000 |
18 600 000 |
36 546 300 |
258 802 392 |
2 158 347 |
17 049 916 |
314 556 955 |
0,26 % |
370 356 955 |
Luxemburg |
0 |
15 700 000 |
15 700 000 |
5 233 333 |
48 788 250 |
251 916 145 |
2 100 917 |
16 596 250 |
319 401 562 |
0,27 % |
335 101 562 |
Hongarije |
2 000 000 |
119 800 000 |
121 800 000 |
40 600 000 |
120 115 200 |
789 222 366 |
6 581 916 |
51 994 014 |
967 913 496 |
0,81 % |
1 089 713 496 |
Malta |
0 |
10 800 000 |
10 800 000 |
3 600 000 |
9 308 700 |
48 065 094 |
400 851 |
3 166 531 |
60 941 176 |
0,05 % |
71 741 176 |
Nederland |
7 300 000 |
2 086 000 000 |
2 093 300 000 |
697 766 667 |
273 970 400 |
4 851 498 867 |
– 653 138 109 |
55 997 883 |
4 528 329 041 |
3,81 % |
6 621 629 041 |
Oostenrijk |
3 200 000 |
239 900 000 |
243 100 000 |
81 033 334 |
320 816 475 |
2 464 238 763 |
20 551 131 |
28 443 200 |
2 834 049 569 |
2,38 % |
3 077 149 569 |
Polen |
12 800 000 |
426 400 000 |
439 200 000 |
146 400 000 |
573 392 100 |
3 054 521 303 |
25 473 939 |
201 232 038 |
3 854 619 380 |
3,24 % |
4 293 819 380 |
Portugal |
200 000 |
136 500 000 |
136 700 000 |
45 566 667 |
234 528 000 |
1 268 190 276 |
10 576 388 |
83 548 448 |
1 596 843 112 |
1,34 % |
1 733 543 112 |
Roemenië |
1 000 000 |
124 700 000 |
125 700 000 |
41 900 000 |
151 729 800 |
1 112 035 648 |
9 274 098 |
73 260 972 |
1 346 300 518 |
1,13 % |
1 472 000 518 |
Slovenië |
0 |
81 800 000 |
81 800 000 |
27 266 667 |
53 463 750 |
276 057 899 |
2 302 253 |
18 186 710 |
350 010 612 |
0,29 % |
431 810 612 |
Slowakije |
1 400 000 |
141 700 000 |
143 100 000 |
47 700 000 |
76 974 000 |
567 906 689 |
4 736 199 |
37 413 725 |
687 030 613 |
0,58 % |
830 130 613 |
Finland |
800 000 |
169 600 000 |
170 400 000 |
56 800 000 |
283 110 000 |
1 610 084 605 |
13 427 701 |
106 072 466 |
2 012 694 772 |
1,69 % |
2 183 094 772 |
Zweden |
2 600 000 |
552 600 000 |
555 200 000 |
185 066 667 |
184 812 800 |
3 280 353 975 |
– 144 609 216 |
37 863 119 |
3 358 420 678 |
2,83 % |
3 913 620 678 |
Verenigd Koninkrijk |
9 500 000 |
2 647 000 000 |
2 656 500 000 |
885 500 000 |
2 896 467 900 |
15 582 033 011 |
129 950 235 |
–4 072 425 170 |
14 536 025 976 |
12,23 % |
17 192 525 976 |
Totaal |
123 400 000 |
18 654 200 000 |
18 777 600 000 |
6 259 200 000 |
15 063 857 425 |
103 787 894 839 |
0 |
0 |
118 851 752 264 |
100,00 |
137 629 352 264 |
B. ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL
ONTVANGSTEN
Titel |
Omschrijving |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 5/2013 |
Nieuw bedrag |
1 |
EIGEN MIDDELEN |
137 614 744 322 |
14 607 942 |
137 629 352 264 |
3 |
OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN |
1 057 276 526 |
|
1 057 276 526 |
4 |
ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE |
1 278 186 868 |
|
1 278 186 868 |
5 |
ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN |
53 884 139 |
|
53 884 139 |
6 |
BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE |
60 000 000 |
|
60 000 000 |
7 |
INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN |
413 000 000 |
|
413 000 000 |
8 |
OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN |
3 696 000 |
|
3 696 000 |
9 |
DIVERSE ONTVANGSTEN |
30 200 000 |
|
30 200 000 |
|
Totaal |
140 510 987 855 |
14 607 942 |
140 525 595 797 |
TITEL 1
EIGEN MIDDELEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 5/2013 |
Nieuw bedrag |
1 1 |
BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM) |
123 400 000 |
|
123 400 000 |
1 2 |
DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM |
18 654 200 000 |
|
18 654 200 000 |
1 3 |
EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER b), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM |
15 063 857 425 |
|
15 063 857 425 |
1 4 |
EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER c), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM |
103 773 286 897 |
14 607 942 |
103 787 894 839 |
1 5 |
CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN |
0 |
|
0 |
1 6 |
AAN NEDERLAND EN ZWEDEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE |
0 |
|
0 |
|
Titel 1 — Totaal |
137 614 744 322 |
14 607 942 |
137 629 352 264 |
HOOFDSTUK 1 4 — EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER c), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 5/2013 |
Nieuw bedrag |
1 4 |
||||
EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER c), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM |
||||
1 4 0 |
Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c) van Besluit 2007/436/EG, Euratom |
103 773 286 897 |
14 607 942 |
103 787 894 839 |
|
Hoofdstuk 1 4 — Totaal |
103 773 286 897 |
14 607 942 |
103 787 894 839 |
1 4 0
Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c) van Besluit 2007/436/EG, Euratom
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 5/2013 |
Nieuw bedrag |
103 773 286 897 |
14 607 942 |
103 787 894 839 |
Toelichting
De bni-middelenbron is een „aanvullende” bron van eigen middelen, die de ontvangsten verschaft welke in een begrotingsjaar nodig zijn ter dekking van uitgaven die uitstijgen boven het bedrag aan traditionele eigen middelen, btw-afdrachten en andere ontvangsten. Deze middelenbron zorgt er met andere woorden voor dat de algemene begroting van de Europese Unie altijd in evenwicht is ex ante.
Het bni-afroepingspercentage is afhankelijk van hoeveel aanvullende middelen er nodig zijn ter financiering van de gebudgetteerde uitgaven die niet gedekt worden door de andere middelen (btw-afdrachten, traditionele eigen middelen en overige ontvangsten). Het afroepingspercentage wordt toegepast op het bruto nationaal inkomen van elk van de lidstaten.
Het voor het begrotingsjaar op het bruto nationaal inkomen van de lidstaten toe te passen percentage bedraagt 0,7745 %.
Rechtsgronden
Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder c).
Lidstaat |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 5/2013 |
Nieuw bedrag |
België |
3 076 776 948 |
433 112 |
3 077 210 060 |
Bulgarije |
312 368 296 |
43 971 |
312 412 267 |
Tsjechië |
1 152 675 818 |
162 260 |
1 152 838 078 |
Denemarken |
2 016 349 610 |
283 838 |
2 016 633 448 |
Duitsland |
21 396 785 668 |
3 011 975 |
21 399 797 643 |
Estland |
130 845 069 |
18 419 |
130 863 488 |
Ierland |
996 208 624 |
140 234 |
996 348 858 |
Griekenland |
1 544 698 366 |
217 444 |
1 544 915 810 |
Spanje |
8 083 861 148 |
1 137 947 |
8 084 999 095 |
Frankrijk |
16 642 753 064 |
2 342 765 |
16 645 095 829 |
Kroatië |
175 060 002 |
24 642 |
175 084 644 |
Italië |
12 526 803 232 |
1 763 371 |
12 528 566 603 |
Cyprus |
136 736 779 |
19 249 |
136 756 028 |
Letland |
171 421 824 |
24 131 |
171 445 955 |
Litouwen |
258 765 966 |
36 426 |
258 802 392 |
Luxemburg |
251 880 688 |
35 457 |
251 916 145 |
Hongarije |
789 111 285 |
111 081 |
789 222 366 |
Malta |
48 058 329 |
6 765 |
48 065 094 |
Nederland |
4 850 816 028 |
682 839 |
4 851 498 867 |
Oostenrijk |
2 463 891 926 |
346 837 |
2 464 238 763 |
Polen |
3 054 091 385 |
429 918 |
3 054 521 303 |
Portugal |
1 268 011 780 |
178 496 |
1 268 190 276 |
Roemenië |
1 111 879 131 |
156 517 |
1 112 035 648 |
Slovenië |
276 019 044 |
38 855 |
276 057 899 |
Slowakije |
567 826 757 |
79 932 |
567 906 689 |
Finland |
1 609 857 988 |
226 617 |
1 610 084 605 |
Zweden |
3 279 892 271 |
461 704 |
3 280 353 975 |
Verenigd Koninkrijk |
15 579 839 871 |
2 193 140 |
15 582 033 011 |
Totaal van artikel 1 4 0 |
103 773 286 897 |
14 607 942 |
103 787 894 839 |
AFDELING III
COMMISSIE
UITGAVEN
Titel |
Omschrijving |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 5/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||
01 |
ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN |
555 684 796 |
428 350 972 |
|
|
555 684 796 |
428 350 972 |
02 |
ONDERNEMINGEN |
1 157 245 386 |
1 304 818 477 |
|
|
1 157 245 386 |
1 304 818 477 |
03 |
CONCURRENTIE |
92 219 149 |
92 219 149 |
|
|
92 219 149 |
92 219 149 |
04 |
WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN |
12 064 158 933 |
12 593 728 861 |
|
|
12 064 158 933 |
12 593 728 861 |
05 |
LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING |
58 851 894 643 |
56 734 357 629 |
|
|
58 851 894 643 |
56 734 357 629 |
06 |
MOBILITEIT EN VERVOER |
1 740 800 530 |
983 961 494 |
|
|
1 740 800 530 |
983 961 494 |
07 |
MILIEU- EN KLIMAATMAATREGELEN |
498 383 275 |
397 680 274 |
|
|
498 383 275 |
397 680 274 |
08 |
ONDERZOEK |
6 901 336 033 |
5 088 171 210 |
|
|
6 901 336 033 |
5 088 171 210 |
09 |
COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE |
1 810 829 637 |
1 466 740 211 |
|
|
1 810 829 637 |
1 466 740 211 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
391 985 |
391 985 |
|
|
391 985 |
391 985 |
|
|
1 811 221 622 |
1 467 132 196 |
|
|
1 811 221 622 |
1 467 132 196 |
10 |
EIGEN ONDERZOEK |
424 319 156 |
416 522 703 |
|
|
424 319 156 |
416 522 703 |
11 |
MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ |
919 262 394 |
708 756 335 |
|
|
919 262 394 |
708 756 335 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
115 220 000 |
113 885 651 |
|
|
115 220 000 |
113 885 651 |
|
|
1 034 482 394 |
822 641 986 |
|
|
1 034 482 394 |
822 641 986 |
12 |
INTERNE MARKT |
103 313 472 |
101 433 656 |
|
|
103 313 472 |
101 433 656 |
|
40 02 41 |
3 000 000 |
3 000 000 |
|
|
3 000 000 |
3 000 000 |
|
|
106 313 472 |
104 433 656 |
|
|
106 313 472 |
104 433 656 |
13 |
REGIONAAL BELEID |
43 778 241 730 |
41 390 607 901 |
14 607 942 |
14 607 942 |
43 792 849 672 |
41 405 215 843 |
14 |
BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE |
144 620 394 |
121 807 617 |
|
|
144 620 394 |
121 807 617 |
15 |
ONDERWIJS EN CULTUUR |
2 829 575 587 |
2 497 061 739 |
|
|
2 829 575 587 |
2 497 061 739 |
16 |
COMMUNICATIE |
265 992 159 |
252 703 941 |
|
|
265 992 159 |
252 703 941 |
17 |
GEZONDHEIDSZORG EN CONSUMENTENBESCHERMING |
634 370 124 |
598 986 674 |
|
|
634 370 124 |
598 986 674 |
18 |
BINNENLANDSE ZAKEN |
1 227 109 539 |
857 143 815 |
|
|
1 227 109 539 |
857 143 815 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
111 280 000 |
66 442 946 |
|
|
111 280 000 |
66 442 946 |
|
|
1 338 389 539 |
923 586 761 |
|
|
1 338 389 539 |
923 586 761 |
19 |
EXTERNE BETREKKINGEN |
5 001 226 243 |
3 231 193 639 |
|
|
5 001 226 243 |
3 231 193 639 |
20 |
HANDEL |
107 473 453 |
103 477 972 |
|
|
107 473 453 |
103 477 972 |
21 |
ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN) |
1 571 699 626 |
1 227 715 563 |
|
|
1 571 699 626 |
1 227 715 563 |
22 |
UITBREIDING |
1 091 261 928 |
905 504 113 |
|
|
1 091 261 928 |
905 504 113 |
23 |
HUMANITAIRE HULP |
917 322 828 |
858 578 994 |
|
|
917 322 828 |
858 578 994 |
24 |
FRAUDEBESTRIJDING |
75 427 800 |
69 443 664 |
|
|
75 427 800 |
69 443 664 |
|
40 01 40 |
3 929 200 |
3 929 200 |
|
|
3 929 200 |
3 929 200 |
|
|
79 357 000 |
73 372 864 |
|
|
79 357 000 |
73 372 864 |
25 |
BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE |
193 336 661 |
194 086 661 |
|
|
193 336 661 |
194 086 661 |
26 |
ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE |
1 030 021 548 |
1 019 808 608 |
|
|
1 030 021 548 |
1 019 808 608 |
27 |
BEGROTING |
142 450 570 |
142 450 570 |
|
|
142 450 570 |
142 450 570 |
28 |
AUDIT |
11 879 141 |
11 879 141 |
|
|
11 879 141 |
11 879 141 |
29 |
STATISTIEK |
82 071 571 |
113 760 614 |
|
|
82 071 571 |
113 760 614 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
51 900 000 |
7 743 254 |
|
|
51 900 000 |
7 743 254 |
|
|
133 971 571 |
121 503 868 |
|
|
133 971 571 |
121 503 868 |
30 |
PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN |
1 399 471 000 |
1 399 471 000 |
|
|
1 399 471 000 |
1 399 471 000 |
31 |
TALENDIENSTEN |
396 815 433 |
396 815 433 |
|
|
396 815 433 |
396 815 433 |
32 |
ENERGIE |
738 302 781 |
814 608 051 |
|
|
738 302 781 |
814 608 051 |
33 |
JUSTITIE |
218 238 524 |
184 498 972 |
|
|
218 238 524 |
184 498 972 |
40 |
RESERVES |
1 049 836 185 |
275 393 036 |
|
|
1 049 836 185 |
275 393 036 |
|
Totaal |
148 026 192 229 |
136 983 738 689 |
14 607 942 |
14 607 942 |
148 040 800 171 |
136 998 346 631 |
|
Of which Reserves: 40 01 40, 40 02 41 |
285 721 185 |
195 393 036 |
|
|
285 721 185 |
195 393 036 |
TITEL 13
REGIONAAL BELEID
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 5/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
13 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „REGIONAAL BELEID” |
|
88 792 579 |
88 792 579 |
|
|
88 792 579 |
88 792 579 |
13 03 |
EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES |
1 |
30 639 878 699 |
30 129 159 515 |
|
|
30 639 878 699 |
30 129 159 515 |
13 04 |
COHESIEFONDS |
1 |
12 499 800 000 |
10 685 414 861 |
|
|
12 499 800 000 |
10 685 414 861 |
13 05 |
PRETOETREDINGSACTIES MET BETREKKING TOT HET STRUCTUURBELEID |
|
549 770 452 |
487 240 946 |
|
|
549 770 452 |
487 240 946 |
13 06 |
SOLIDARITEITSFONDS |
|
p.m. |
p.m. |
14 607 942 |
14 607 942 |
14 607 942 |
14 607 942 |
|
Titel 13 — Totaal |
|
43 778 241 730 |
41 390 607 901 |
14 607 942 |
14 607 942 |
43 792 849 672 |
41 405 215 843 |
HOOFDSTUK 13 06 — SOLIDARITEITSFONDS
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 5/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
13 06 |
||||||||
SOLIDARITEITSFONDS |
||||||||
13 06 01 |
Solidariteitsfonds van de Europese Unie — Lidstaten |
3.2 |
p.m. |
p.m. |
14 607 942 |
14 607 942 |
14 607 942 |
14 607 942 |
13 06 02 |
Solidariteitsfonds van de Europese Unie — Toetredingslanden |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Hoofdstuk 13 06 — Totaal |
|
p.m. |
p.m. |
14 607 942 |
14 607 942 |
14 607 942 |
14 607 942 |
13 06 01
Solidariteitsfonds van de Europese Unie — Lidstaten
Begroting 2013 |
Gewijzigde begroting nr. 5/2013 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
p.m. |
14 607 942 |
14 607 942 |
14 607 942 |
14 607 942 |
Toelichting
Dit artikel dient om de kredieten op te nemen die worden vrijgemaakt wanneer in de lidstaten bij grote rampen een beroep wordt gedaan op het Solidariteitsfonds van de Europese Unie. De hulp moet vooral worden toegekend bij natuurrampen, maar er kan aan de lidstaten in kwestie ook hulp worden verstrekt in spoedeisende situaties, met een deadline voor het gebruik ervan en de verplichting voor de begunstigde landen om het gebruik van de ontvangen hulp te verantwoorden. Ontvangen hulp die vervolgens wordt verrekend met betalingen door derde partijen, bijvoorbeeld op grond van het principe dat „de vervuiler betaalt” of die het uiteindelijke schadebedrag overschrijdt, moet worden teruggevorderd.
Over de toewijzing van de kredieten zal worden besloten middels een gewijzigde begroting die uitsluitend tot doel heeft middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie beschikbaar te stellen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3).
Referentiebesluiten
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (COM(2005) 108 final), door de Commissie ingediend op 6 april 2005.
Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).
(1) De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2013 (PB L 66 van 8.3.2013, blz. 1) plus de gewijzigde begroting nr. 1/2013 tot en met 5/2013.
(2) De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2012 (PB L 56 van 29.2.2012, blz. 1), plus de gewijzigde begrotingen nr. 1/2012 tot en met 6/2012.
(3) Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
(4) De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2013 (PB L 66 van 8.3.2013, blz. 1) plus de gewijzigde begroting nr. 1/2013 tot en met 5/2013.
(5) De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2012 (PB L 56 van 29.2.2012, blz. 1), plus de gewijzigde begrotingen nr. 1/2012 tot en met 6/2012.
(6) De eigen middelen voor de begroting 2013 zijn vastgesteld op basis van de begrotingsramingen die tijdens de 154e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen van 21 mei 2012 zijn goedgekeurd.
(7) Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
(8) De betrokken grondslag is niet hoger dan 50 % van het bni.
(9) De bni- en btw-grondslagen van Kroatië zijn gehalveerd om de bijdrage van het land te beperken, aangezien het Toetredingsverdrag pas op 1.7.2013 in werking is getreden.
(10) Uitsluitend voor de periode 2007-2013 wordt het btw-afroepingspercentage voor Oostenrijk vastgesteld op 0,225 %, voor Duitsland op 0,15 % en voor Nederland en Zweden op 0,10 %.
(11) De bni- en btw-grondslagen van Kroatië zijn gehalveerd om de bijdrage van het land te beperken, aangezien het Toetredingsverdrag pas op 1.7.2013 in werking is getreden.
(12) De bni- en btw-grondslagen van Kroatië zijn gehalveerd om de bijdrage van het land te beperken, aangezien het Toetredingsverdrag pas op 1.7.2013 in werking is getreden.
(13) Berekening van het percentage: (103 787 894 839) / (134 003 050 000) = 0,774518899674298
(14) Afgeronde percentages.
(15) De uitbreidingsuitgaven stemmen overeen met het totaal: i) van de betalingen gedaan aan de tien nieuwe lidstaten (die op 1 mei 2004 tot de Unie zijn toegetreden) uit de kredieten van 2003, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2004-2011, en de betalingen aan Bulgarije en Roemenië uit de kredieten van 2006, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2007-2011, (5a); en ii) de totale toegewezen uitgaven in die lidstaten, met uitzondering van die voor directe betalingen en marktgerelateerde uitgaven in het kader van het landbouwbeleid, en het uit het EOGFL, afdeling Garantie (5b), afkomstige deel van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling. Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.
(16) De „Britse korting” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.
(17) Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.
(18) p.m. (eigen middelen + andere ontvangsten = totale ontvangsten = totale uitgaven); (137 629 352 264 + 2 896 243 533 = 140 525 595 797 = 140 525 595 797).
(19) Totaal van de eigen middelen als percentage van het bni: (137 629 352 264) / (13 400 305 000 000) = 1,03 %; maximumpercentage van de eigen middelen in vergelijking met het bni: 1,23 %.