ISSN 1977-0758 doi:10.3000/19770758.L_2013.326.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
56e jaargang |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
6.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326/1 |
VERORDENING (EU) Nr. 1261/2013 VAN DE RAAD
van 2 december 2013
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 723/2009 betreffende een communautair rechtskader voor een consortium voor een Europese Onderzoeksinfrastructuur (ERIC)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 187 en 188,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Parlement,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Gezien het advies van het Comité van de Regio’s,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 723/2009 van de Raad (2) is een rechtskader vastgesteld met de voorschriften en procedures voor de oprichting van een consortium voor een Europese Onderzoeksinfrastructuur en betreffende de gevolgen daarvan (ERIC). |
(2) |
De ondersteuning en ontwikkeling van onderzoeksinfrastructuren in Europa is reeds lang een doelstelling van de Unie, zoals meest recentelijk blijkt uit Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) en meer in het bijzonder uit Beschikking 2006/974/EG van de Raad (4). |
(3) |
Het Europees Strategieforum voor onderzoeksinfrastructuren (ESFRI) en de Reflectiegroep inzake e-infrastructuur (e-IRG) hebben de eerste Europese routekaart voor onderzoeksinfrastructuren opgesteld en bijgewerkt. |
(4) |
Sinds de inwerkingtreding van het communautair rechtskader voor ERIC in 2009 hebben twee Europese onderzoeksinfrastructuren de ERIC-status gekregen. |
(5) |
Het lidmaatschap van een ERIC staat open voor de lidstaten, geassocieerde landen, derde landen die geen geassocieerd land zijn, en intergouvernementele organisaties. |
(6) |
Geassocieerde landen spelen een wezenlijke rol bij de ontwikkeling en de tenuitvoerlegging van Europese onderzoeksinfrastructuren en dragen met hun steun bij aan de wetenschappelijke excellentie van het onderzoek en het concurrentievermogen van de economie in de Unie; daarom moeten zij op dezelfde voet als de lidstaten aan ERIC’s kunnen deelnemen. |
(7) |
Om geassocieerde landen makkelijker aan ERIC’s te laten deelnemen, moet artikel 9, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 723/2009 zo worden gewijzigd dat zowel de criteria voor lidmaatschap als de regeling inzake stemrechten ten volle op de bijdragen van deze landen zijn afgestemd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In artikel 9 van Verordening (EG) nr. 723/2009 worden de leden 2 en 3 vervangen door:
„2. Een ERIC heeft ten minste één lidstaat en twee andere landen die ofwel een lidstaat, ofwel een geassocieerd land zijn, onder zijn leden. Andere lidstaten of geassocieerde landen kunnen op elk ogenblik lid van een ERIC worden onder billijke en redelijke voorwaarden die in de statuten zijn vastgesteld, en kunnen onder de in de statuten vastgestelde voorwaarden waarnemer zonder stemrechten worden. Derde landen die geen geassocieerd land zijn, en intergouvernementele organisaties kunnen, onder voorbehoud van de instemming van de in artikel 12, onder a), bedoelde ledenvergadering, ook lid worden overeenkomstig de in de statuten vastgestelde voorwaarden en procedures voor het verkrijgen van de status van lid.
3. De lidstaten en de geassocieerde landen hebben samen de meerderheid van de stemrechten in de ledenvergadering. Bij ERIC’s die een lidstaat als gastland hebben, wordt in voorstellen tot wijziging van de statuten ervan bepaald dat de wijziging door de meerderheid van de lidstaten die lid zijn van dat ERIC, moet worden goedgekeurd.”.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.
Gedaan te Brussel, 2 december 2013.
Voor de Raad
De voorzitter
E. GUSTAS
(1) PB C 161 van 6.6.2013, blz. 58.
(2) Verordening (EG) nr. 723/2009 van de Raad van 25 juni 2009 betreffende een communautair rechtskader voor een Consortium voor een Europese onderzoeksinfrastructuur (ERIC) (PB L 206 van 8.8.2009, blz. 1).
(3) Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
(4) Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 54 van 22.2.2007, blz. 101).
6.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326/3 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1262/2013 VAN DE COMMISSIE
van 28 november 2013
houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen [Puruveden Muikku (BGA)]
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 is de aanvraag van Finland tot registratie van de benaming "Puruveden Muikku" bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2). |
(2) |
Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012, moet de benaming "Puruveden Muikku" worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in de bijlage bij deze verordening vermelde benaming wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 28 november 2013.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Dacian CIOLOȘ
Lid van de Commissie
(1) PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.
(2) PB C 140 van 18.5.2013, blz. 17.
BIJLAGE
In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie:
Categorie 1.7. Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren
FINLAND
Puruveden Muikku (BGA)
6.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326/5 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1263/2013 VAN DE COMMISSIE
van 28 november 2013
houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Valašský frgál (BGA))
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 is de aanvraag van Tsjechië tot registratie van de naam „Valašský frgál” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2). |
(2) |
Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012, moet de benaming „Valašský frgál” worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in de bijlage bij deze verordening vermelde benaming wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 28 november 2013.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Dacian CIOLOȘ
Lid van de Commissie
(1) PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.
(2) PB C 155 van 1.6.2013, blz. 9.
BIJLAGE
In bijlage I, punt I, bij Verordening (EU) nr. 1151/2012 vermelde landbouwproducten en levensmiddelen:
Categorie 2.4. Brood, gebak, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren
TSJECHIË
Valašský frgál (BGA)
6.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326/7 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1264/2013 VAN DE COMMISSIE
van 3 december 2013
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 474/2006 tot opstelling van de communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Gemeenschap
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2005 betreffende de vaststelling van een communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod binnen de Gemeenschap is opgelegd en het informeren van reizigers over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij, en tot intrekking van artikel 9 van Richtlijn 2004/36/EG (1), en met name artikel 4 (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 474/2006 (3) van de Commissie van 22 maart 2006 is de in hoofdstuk II van Verordening (EG) nr. 2111/2005 bedoelde communautaire lijst opgesteld van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Unie. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2111/2005 hebben een aantal lidstaten en het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (het EASA) de Commissie in kennis gesteld van informatie die van belang is voor de actualisering van de communautaire lijst. Ook derde landen hebben relevante informatie meegedeeld. De communautaire lijst moet op basis daarvan worden bijgewerkt. |
(3) |
De Commissie heeft alle betrokken luchtvaartmaatschappijen rechtstreeks of via de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de naleving van de regelgeving door die maatschappijen, in kennis gesteld van de essentiële feiten en overwegingen die aan de basis liggen van haar beslissing om aan deze luchtvaartmaatschappijen een exploitatieverbod op te leggen in de Unie of om de voorwaarden te wijzigen van een exploitatieverbod voor een luchtvaartmaatschappij op de communautaire lijst. |
(4) |
De Commissie gaf de betrokken luchtvaartmaatschappijen de gelegenheid om door de lidstaten ingediende documenten te raadplegen, om schriftelijke opmerkingen in te dienen en om een mondelinge uiteenzetting te geven aan de Commissie en aan het bij Verordening (EEG) nr. 3922/1991 opgerichte comité (het "Comité inzake veiligheid van de luchtvaart") (4). |
(5) |
Het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart heeft van de Commissie updates ontvangen over het gezamenlijk overleg dat in het kader van Verordening (EG) nr. 2111/2005 en Uitvoeringsverordening (EG) nr. 473/2006 aan de gang is met de bevoegde autoriteiten en luchtvaartmaatschappijen van de volgende staten: de Republiek Guinee, Indonesië, Kazachstan, Kirgizië, Libanon, Iran, Madagascar, de Islamitische Republiek Mauritanië, Mozambique, Nepal, de Filipijnen en Zambia. Het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart heeft van de Commissie ook informatie ontvangen over Albanië, India, Jemen en Zimbabwe. Het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart heeft van de Commissie ook updates ontvangen over het technisch overleg met de Russische Federatie en het toezicht op Libië. |
(6) |
Het EASA heeft aan het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart uiteenzettingen gegeven over de resultaten van de analyse van de auditverslagen die de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) heeft uitgevoerd in het kader van haar uitgebreide Universal Safety Oversight Audit Programme (USOAP). De lidstaten werd verzocht prioriteit te geven aan platforminspecties van luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn in landen waarvoor de ICAO Significant Safety Concerns (SSC) heeft vastgesteld of waarvoor het EASA heeft geconcludeerd dat het systeem voor toezicht op de veiligheid belangrijke tekortkomingen vertoont. In aanvulling op het overleg van de Commissie in het kader van Verordening (EG) nr. 2111/2005 maakt de prioriteit die wordt gegeven aan platforminspecties het mogelijk om verdere informatie te verkrijgen over de veiligheidsprestaties van de in die landen geregistreerde luchtvaartmaatschappijen. |
(7) |
Het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart heeft geluisterd naar uiteenzettingen van het EASA over de resultaten van de analyse van platforminspecties die zijn uitgevoerd in het kader van het SAFA-programma (Safety Assessment of Foreign Aircraft programme), overeenkomstig Verordening (EG) nr. 965/2012 (5). |
(8) |
Het EASA heeft aan het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart ook uiteenzettingen gegeven over de projecten voor technische bijstand die het heeft uitgevoerd in landen waartegen maatregelen zijn genomen of die onder toezicht staan op grond van Verordening (EG) nr. 2111/2005. Het Comité is in kennis gesteld van de plannen van het EASA en verzoeken om verdere technische bijstand en samenwerking, teneinde de administratieve en technische capaciteiten van burgerluchtvaartautoriteiten te verbeteren, zodat kan worden geholpen bij het oplossen van alle gevallen van niet-naleving van toepasselijke internationale normen. De lidstaten werden ook verzocht om op bilaterale basis antwoord te geven op deze verzoeken, in overleg met de Commissie en het EASA. Bij deze gelegenheid heeft de Commissie benadrukt dat het nuttig is aan de internationale luchtvaartgemeenschap informatie te verstrekken, met name via de SCAN-databank van de ICAO, over technische bijstand die de Unie en haar lidstaten verlenen om de veiligheid van de luchtvaart in de wereld te verbeteren. |
(9) |
EUROCONTROL heeft ook een presentatie gegeven aan het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart over de status en de ontwikkelingen van het alarmeringssysteem dat het SAFA-programma van de EU ondersteunt. De aandacht werd met name gevestigd op statistieken van alarmeringsberichten voor verbannen luchtvaartmaatschappijen en op mogelijke verbeteringen van het systeem. |
(10) |
Verscheidene lidstaten hebben bepaalde handhavingsmaatregelen genomen op basis van een EASA-analyse van de resultaten van SAFA-platforminspecties van luchtvaartuigen van luchtvaartmaatschappijen uit de EU, van normalisatie-inspecties van de EASA of van specifieke inspecties en audits door nationale luchtvaartautoriteiten. Zij hebben de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart in kennis gesteld van deze maatregelen. Roemenië heeft meegedeeld dat het Air Operator Certificate (AOC) van de maatschappij Jetran Air is ingetrokken en Spanje heeft meegedeeld dat het AOC van IMD Airways is verlopen en dat de intrekking ervan aan de gang is. |
(11) |
De lidstaten hebben herhaald dat zij bereid zijn de nodige maatregelen te treffen als uit relevante veiligheidsinformatie blijkt dat er een veiligheidsrisico dreigt ten gevolge van de niet-naleving van de passende veiligheidsnormen door luchtvaartmaatschappijen uit de Unie. |
(12) |
Zoals overeengekomen tijdens de vergadering die in januari 2013 in Brussel plaatsvond, hebben de bevoegde autoriteiten van de Republiek Guinee (de DNAC) op gezette tijden informatie verstrekt over de lopende tenuitvoerlegging van het corrigerende actieplan dat in december 2012 door de ICAO is goedgekeurd, alsmede over alle activiteiten die er verband mee houden. |
(13) |
In het meest recente voortgangsverslag van 15 oktober 2013 zijn de activiteiten en ontwikkelingen met betrekking tot de tenuitvoerlegging van het corrigerende actieplan in detail uiteengezet. De vertaling in het Frans van de burgerluchtvaartregelgeving van de Republiek Guinee (oorspronkelijk geïnspireerd op en grotendeels overgenomen van bestaande regelgeving in Engelstalige buurlanden) is begin augustus 2013 voltooid. Op 21 augustus 2013 is de herziene burgerluchtvaartwet ter goedkeuring overgemaakt aan het parlement. Het opleidingssysteem voor inspecteurs dat is voorgesteld door de Banjul Accord Group Aviation Safety Oversight Organisation (BAGASOO) is goedgekeurd. Op 3 september 2013 heeft Guinee een contactpunt voor gevaarlijke goederen aangewezen en dit aan de ICAO gemeld. |
(14) |
De DNAC hebben op 30 augustus 2013 een herzien en geactualiseerd corrigerend actieplan ingediend. Alle corrigerende acties die gepland waren voor 2012 en de eerste helft van 2013 zijn ten uitvoer gelegd, en die welke gepland waren voor het derde en vierde kwartaal van 2013 zijn lopende. De validering van deze acties door de ICAO is in behandeling. |
(15) |
Aangezien alle bestaande Air Operator Certificates eind maart 2013 zijn opgeschort, is een volledige hercertificering volgens de regels van de ICAO (in vijf fasen) aan de gang van een nationale luchtvaartmaatschappij (PROBIZ Guinee, die één luchtvaartuig van het type Beechcraft King Air 90 exploiteert), met de hulp en steun van een specifieke CAFAC/BAGASOO-missie; tegelijk volgen inspecteurs van de DNAC een on-the-job-opleiding met betrekking tot dit hele proces. PROBIZ is niet actief in de Unie. |
(16) |
De DNAC hebben een gecoördineerde valideringsmissie aangevraagd om de vooruitgang bij de tenuitvoerlegging van het corrigerende actieplan te valideren; de ICAO is voornemens deze missie uit te voeren in mei 2014. |
(17) |
Als uit relevante veiligheidsinformatie zou blijken dat ten gevolge van het niet-naleven van internationale veiligheidsnormen acute veiligheidsrisico's ontstaan, zal de Commissie genoodzaakt zijn actie te ondernemen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2111/2005. |
(18) |
De Commissie verwijst naar de blijvende inzet van de Indische autoriteiten wat betreft toezicht op de luchtvaartmaatschappijen. De Commissie heeft in oktober 2007 en januari 2010 schriftelijk contact opgenomen met het directoraat-generaal voor de burgerluchtvaart van India (de DGCA) in verband met bepaalde luchtvaartmaatschappijen waarvoor het DGCA regelgevende verantwoordelijkheid draagt; de Commissie was tevreden met het ontvangen antwoord. |
(19) |
Update over meer recente gebeurtenissen: in december 2012 heeft de ICAO een gecoördineerde valideringsmissie uitgevoerd die geleid heeft tot de opstelling van twee ernstige veiligheidswaarschuwingen (Significant Safety Concern, SSC). De eerste had betrekking op het certificeringsproces voor Air Operator Certificates (AOC's) en de tweede op de goedkeuring van wijzigingen en reparaties van in India geregistreerde luchtvaartuigen met een buitenlandse typecertificering. Op 30 april 2013 heeft de Commissie opnieuw een brief naar de Indische autoriteiten gestuurd om nadere informatie te vragen over de ernstige veiligheidswaarschuwingen en om andere problemen te bespreken die verband houden met het routinetoezicht van het EASA op het veiligheidstoezicht in India. Het DGCA heeft op 10 mei 2013 geantwoord en nadere informatie verstrekt over de corrigerende acties voor de SSC's. In augustus 2013 heeft de ICAO een tweede gecoördineerde valideringsmissie in India uitgevoerd om na te gaan of India de met de ICAO overeengekomen corrigerende acties met succes ten uitvoer had gelegd. Na deze gecoördineerde valideringsmissie heeft de ICAO de SSC's ingetrokken. Het volledige verslag van de gecoördineerde valideringsmissie is nog niet beschikbaar. |
(20) |
Verder van belang is het feit dat de Federal Aviation Administration (FAA) van de Verenigde Staten in augustus 2013 India heeft bezocht in het kader van de International Aviation Safety Assessment (IASA). Gezien de huidige situatie, heeft India zijn status van FAA Category 1 behouden. Als deze status in de toekomst zou worden verlaagd, zal de Commissie ernstig overwegen formeel overleg met de Indiase autoriteiten op te starten overeenkomstig artikel 3, lid 2, van verordening 473/2006. |
(21) |
De lidstaten zullen de effectieve naleving van de relevante veiligheidsnormen blijven controleren door bij platforminspecties prioriteit te geven aan luchtvaartuigen van Indische luchtvaartmaatschappijen, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 965/2012. |
(22) |
Er is verder overlegd met de bevoegde autoriteiten van Indonesië (de DGCA) om na te gaan of zij vooruitgang boeken bij het waarborgen van het veiligheidstoezicht op alle in Indonesië geregistreerde luchtvaartmaatschappijen, in overeenstemming met de internationale veiligheidsnormen. |
(23) |
De luchtvaartmaatschappij PT. Citilink Indonesia heeft de Commissie op 2 augustus 2013 schriftelijk verzocht om uit bijlage A te worden geschrapt. Bij de brief was uitgebreide documentatie gevoegd over de voltooiing van het uit vijf fasen bestaande certificeringsproces. |
(24) |
Op 5 november 2013 heeft in Brussel een technische vergadering plaatsgevonden tussen Citilink Indonesia, de Commissie, het EASA en de lidstaten om de uitgebreide documentatie die door de luchtvaartmaatschappij was verstrekt, te bekijken. De DGCA werden eveneens uitgenodigd op deze vergadering, maar besloten dat deelname niet absoluut noodzakelijk was. Op basis van die vergadering zal de Commissie, samen met de DGCA, alle verdere verduidelijkingen trachten te verkrijgen die nodig zijn om te beslissen of en wanneer zij de beperkingen op Citilink Indonesia kan opheffen. |
(25) |
In hun brief van 23 oktober 2013 hebben de DGCA ook geactualiseerde informatie verstrekt over andere luchtvaartmaatschappijen die onder hun toezicht staan. Zij hebben de Commissie meegedeeld dat het AOC met nummer 121-050 op 23 april 2013 is afgegeven aan PT Batik Air Indonesia. Aangezien de DGCA echter geen bewijs hebben geleverd waaruit blijkt dat het veiligheidstoezicht op deze luchtvaartmaatschappij in overeenstemming met de internationale veiligheidsnormen plaatsvindt, wordt op basis van de gemeenschappelijke criteria geoordeeld dat deze luchtvaartmaatschappij in bijlage A moet blijven. |
(26) |
De Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart blijven de DGCA aanmoedigen om een luchtvaartsysteem in te stellen dat volledig beantwoordt aan de ICAO-normen. |
(27) |
De Commissie heeft het overleg met de bevoegde autoriteiten van Kazachstan actief voortgezet teneinde informatie te krijgen over en toezicht te houden op de voortgang die deze autoriteiten boeken in hun langetermijninspanningen om te garanderen dat het veiligheidstoezicht op alle in Kazachstan gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen beantwoordt aan de internationale veiligheidsnormen. |
(28) |
In een brief van 8 augustus 2013 heeft de Civil Aviation Commission (de CAC) van Kazachstan met name informatie verstrekt over de lopende hercertificeringsactiviteiten die tot doel hebben de procedures en praktijken voor de afgifte van en het toezicht op exploitantencertificaten in Kazachstan in overeenstemming te brengen met die van de ICAO. De CAC heeft ook meegedeeld dat ten gevolge daarvan de certificaten van verscheidene exploitanten zijn opgeschort of ingetrokken. |
(29) |
Op 18 oktober 2013 heeft de Commissie documenten ontvangen waaruit bleek dat de zes air operator certificates van 'Mega', 'Samal', 'Euro-Asia Air International', 'Asia Continental Airlines', 'Deta Air' en 'Kazair West' (dat al was gehercertificeerd voor luchtwerk en al uit bijlage A was geschrapt (6)) waren ingetrokken, en dat de AOC's van 'Semeyavia' en 'Irtysh Air' tot 4 augustus 2013 waren geschorst. Later heeft de CAC ook meegedeeld dat het AOC van 'Semeyavia' ondertussen was verlopen en dat de exploitant geen verlenging of nieuw AOC had aangevraagd. Het AOC van 'Irtysh Air' werd voor onbepaalde duur geschorst. Aangezien de schorsing van een AOC een tijdelijke maatregel is die niet noodzakelijk betekent dat de luchtvaartmaatschappij stopt met vluchten te exploiteren, moet 'Irtysh Air' in bijlage A blijven. Derhalve wordt op basis van de gemeenschappelijke criteria geoordeeld dat zes luchtvaartmaatschappijen - 'Mega', 'Samal', 'Euro-Asia Air International', 'Asia Continental Airlines', 'Deta Air' en 'Semeyavia' - uit bijlage A moeten worden geschrapt. |
(30) |
De Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart steunen de maatregelen die de bevoegde autoriteiten van Kazachstan hebben genomen met betrekking tot de vaststelling van een systeem voor toezicht op de burgerluchtvaart dat voldoet aan de internationale veiligheidsnormen. In dat opzicht nodigt zij hen uit de inspanningen voor de tenuitvoerlegging van het actieplan met corrigerende maatregelen, zoals overeengekomen met de ICAO, te versnellen en te intensiveren, en daarbij prioriteit te geven aan de onmiddellijke sluiting van de twee ernstige veiligheidswaarschuwingen. De Commissie moedigt Kazachstan ook aan om actief deel te nemen aan het TRACECA-luchtvaartveiligheidsproject van de Unie teneinde de kennis en ervaring van de veiligheidsinspecteurs van de CAC te verbeteren. |
(31) |
De Commissie blijft voornemens om, met de hulp van het EASA en de steun van de lidstaten, een bezoek te brengen aan Kazachstan en een nieuwe beoordeling door het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart voor te bereiden zodra voldoende vooruitgang is geboekt bij het aanpakken van de vastgestelde veiligheidstekortkomingen. |
(32) |
Wat de vluchten van Air Astana naar de Unie betreft, hebben de lidstaten en het EASA bevestigd dat de platforminspecties die in het kader van het SAFA-programma op luchthavens in de Unie zijn uitgevoerd, geen specifieke problemen aan het licht hebben gebracht. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten zullen de effectieve naleving van de relevante veiligheidsnormen blijven controleren door bij platforminspecties prioriteit te geven aan luchtvaartuigen van Air Astana, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 965/2012. Op basis hiervan zal de Commissie een nieuwe beoordeling van de huidige beperkingen op de activiteiten van Air Astana voorbereiden voor de volgende vergadering van het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart. |
(33) |
Er is overleg aan de gang tussen de Commissie en de bevoegde autoriteiten van Kirgizië teneinde luchtvaartmaatschappijen te identificeren waarvan de certificering en het toezicht voldoen aan de internationale veiligheidsnormen; voor deze luchtvaartmaatschappijen kan een geleidelijke versoepeling van de beperkingen worden overwogen. |
(34) |
Zoals reeds het geval was voor de vergadering van het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart van juni 2013 hebben de Kirgizische autoriteiten ook voor de vergadering van november 2013 geen documenten ingediend die de Commissie in staat stelden een nieuwe beoordeling van de zaak voor te bereiden. Aangezien Kirgizië geen bewijsstukken heeft ingediend, kan de Commissie ook niet voorstellen om de Kirgizische luchtvaartmaatschappijen die houder zijn van een air operator certificate dat hen niet toestaat om commerciële luchtvervoersactiviteiten uit te voeren, te schrappen van de communautaire lijst. |
(35) |
Op 24 oktober 2013 heeft de Commissie kopieën ontvangen van de AOC's en de exploitatiespecificaties van de nieuw gecertificeerde exploitant TEZ JET, die op 1 augustus 2013 begonnen is met de exploitatie van commerciële vluchten. Zij heeft echter geen kopieën ontvangen van documenten met betrekking tot drie andere recent gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen die op de officiële website van de Kirgizische bevoegde autoriteit zijn vermeld: Kyrgyz Airlines, S. Group International en Heli Sky. Aangezien de bevoegde autoriteiten van Kirgizië geen bewijs hebben geleverd waaruit blijkt dat het veiligheidstoezicht op deze vier luchtvaartmaatschappijen in overeenstemming met de internationale veiligheidsnormen wordt uitgevoerd, wordt op basis van de gemeenschappelijke criteria geoordeeld dat TEZ JET, Kyrgyz Airlines, S. Group International en Heli Sky in bijlage A moeten worden opgenomen. |
(36) |
De Commissie verzoekt de bevoegde autoriteiten van Kirgizië om meer inspanningen te leveren om de veiligheidstekortkomingen, inclusief die welke door de ICAO zijn vastgesteld, te verhelpen en om de Commissie regelmatig in kennis te stellen van de voortgang met betrekking tot het veiligheidstoezicht op luchtvaartmaatschappijen die in Kirgizië zijn gecertificeerd, teneinde de Commissie in staat te stellen aan het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart voor te stellen deze zaak opnieuw te onderzoeken. Als die voorwaarde is vervuld, is de Commissie bereid om, bijgestaan door het EASA en met de steun van de lidstaten, een veiligheidsbeoordeling ter plaatse uit te voeren om na te gaan of de bevoegde autoriteiten van Kirgizië hun toezichtsfuncties volgens internationale normen kunnen uitoefenen en om een toetsing door het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart voor te bereiden. |
(37) |
Van 5 tot 11 december 2012 heeft de ICAO een gecoördineerde valideringsmissie uitgevoerd in Libanon en beoordeeld welke vooruitgang is geboekt bij het verhelpen van de tekortkomingen die de ICAO had vastgesteld tijdens de USOAP-audit van het Libanese burgerluchtvaartsysteem van 1 tot en met 9 juli 2008. Na deze gecoördineerde valideringsmissie vertoonde het algemene gebrek aan effectieve tenuitvoerlegging van de acht kritieke elementen een lichte verbetering. |
(38) |
Tijdens de gecoördineerde valideringsmissie heeft het team een ernstige veiligheidswaarschuwing opgesteld met betrekking tot het proces voor de afgifte van air operator certificates. Het team heeft vastgesteld dat Libanon het AOC en de exploitatiespecificaties van twee geregelde internationale luchtvaartmaatschappijen en van een aantal kleinere AOC-houders die betrokken zijn bij internationale vluchten heeft afgegeven of vernieuwd zonder de vereiste certificeringsactiviteiten uit te voeren. Het SSC Validation Committee van de ICAO heeft op 31 januari 2013 bevestigd dat de SSC nog niet is opgelost. |
(39) |
Uit de analyse van het eindverslag van de gecoördineerde valideringsmissie van de ICAO uit december 2012 door de Commissie, het EASA en de lidstaten blijkt dat Libanon problemen ondervindt bij de effectieve tenuitvoerlegging van de normen en de aanbevolen praktijken op twee van de onderzochte USOAP-gebieden: luchtwaardigheid ("AIR") en onderzoek van ongevallen ("AIG"). Bovendien lijkt de capaciteit van het land aangetast door belangrijke bevindingen op vier andere onderzochte USOAP-gebieden. |
(40) |
Op 12 november 2013 heeft de Commissie de Libanese bevoegde autoriteiten uitgenodigd op een technische overlegvergadering, die werd bijgewoond door het EASA en een vertegenwoordiger van een EU-lidstaat. Tijdens deze vergadering hebben de Libanese bevoegde autoriteiten uitleg gegeven over de toekomstige nieuwe luchtvaartwet (Wet nr. 481/2002), die voorziet in de oprichting van een onafhankelijke burgerluchtvaartautoriteit; door de politieke instabiliteit in het land is deze wet echter nog niet goedgekeurd. De goedkeuring is afhankelijk van de oprichting van een nieuwe regering, die dan vervolgens de nieuwe raad van bestuur van de autoriteit zal aanwijzen; naar verwachting zal dit in de loop van 2014 gebeuren. De bevoegde autoriteiten hebben verklaard dat zij de taken hebben uitgevoerd die ertoe moeten leiden dat de in het corrigerende actieplan van de ICAO vastgestelde tekortkomingen worden verholpen. Op basis van deze vergadering werden de Libanese bevoegde autoriteiten uitgenodigd om informatie in te dienen met betrekking tot het toezicht op hun luchtvaartmaatschappijen. De Commissie en het EASA zullen de ontvangen documenten beoordelen, rekening houdende met aanvullende informatie van de ICAO over de werkzaamheden die zijn ondernomen om de ernstige veiligheidswaarschuwing op te lossen. De Commissie moedigt Libanon ook aan om actief deel te nemen aan de Mediterrane luchtvaartveiligheidscel (Mediterranean Aviation Safety Cell, MASC) om de vaststelling van een nationaal veiligheidsprogramma te bevorderen en het Libanese regelgevingskader op het gebied van luchtvaartveiligheid te verbeteren. |
(41) |
Op basis van de situatie die in overwegingen (37) tot en met (40) is beschreven, vinden de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart het noodzakelijk om het overleg met de Libanese autoriteiten voor te zetten overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening 473/2006. |
(42) |
Het overleg met de bevoegde autoriteiten van Libië (de LYCAA) gaat voort om na te gaan of Libië voortgang boekt bij de hervorming van zijn systeem voor de veiligheid van de burgerluchtvaart. In het bijzonder wordt nagegaan of het veiligheidstoezicht op alle in Libië geregistreerde luchtvaartmaatschappijen overeenkomstig de internationale veiligheidsnormen wordt uitgevoerd. |
(43) |
Op 7 oktober 2013 heeft de Commissie de LYCAA schriftelijk verzocht een update te geven met betrekking tot de hercertificering van Libische luchtvaartmaatschappijen. In hun antwoord van 29 oktober 2013 hebben de LYCAA verzocht om aan de Commissie te mogen uitleggen welke vooruitgang zij hebben geboekt en om in november voor het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart te mogen verschijnen. |
(44) |
In hun brief van 29 oktober 2013 hebben de LYCAA aan de Commissie bevestigd dat zij de huidige beperkingen op vluchten naar de Unie zullen behouden voor alle luchtvaartmaatschappijen en dat dit alleen kan worden gewijzigd op basis van een akkoord tussen de LYCAA, de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart. |
(45) |
In een vergadering van 7 november 2013 hebben de Commissie, het EASA en vertegenwoordigers van de lidstaten besprekingen gevoerd met de LYCAA en de luchtvaartmaatschappijen Libyan Airlines en Afriqyiah Airways. Tijdens deze besprekingen hebben de LYCAA verklaard dat zij, naar hun mening, de uit vijf fasen bestaande hercertificering van Libyan Airlines hadden voltooid en dat deze luchtvaartmaatschappij toestemming moest krijgen om naar de Unie te vliegen. Tijdens de vergadering werden documenten betreffende de hercertificeringsactiviteiten van de LYCAA aan de Commissie overhandigd. |
(46) |
Op 19 november 2013 zijn de LYCAA en Libyan Airlines voor het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart verschenen. De LYCAA hebben het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart ervan in kennis gesteld dat het uit vijf vasen bestaande hercertificeringsproces van Libyan Airlines was voltooid en dat deze maatschappij volgens de LYCAA toestemming moest krijgen om routes in de Unie te exploiteren. |
(47) |
De LYCAA hebben echter expliciet aan de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart bevestigd dat een versoepeling van de huidige beperkingen om naar de Unie te vliegen alleen mogelijk is op basis van een akkoord tussen de LYCAA, de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart. |
(48) |
De Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart hebben het volgende vastgesteld:
|
(49) |
De Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart hebben verklaard dat de LYCAA, alvorens te overwegen aan haar luchtvaartmaatschappijen een vergunning af te geven om naar de Unie te vliegen, tot tevredenheid van de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart moeten aantonen dat de hercertificering effectief is uitgevoerd en dat duurzaam permanent toezicht plaatsvindt, overeenkomstig de ICAO-normen. Zoniet is de Commissie verplicht onmiddellijk maatregelen te nemen om Libische luchtvaartmaatschappijen te verhinderen naar de Unie te vliegen. |
(50) |
Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 965/2012 hebben de lidstaten de daadwerkelijke naleving van de relevante veiligheidsnormen gecontroleerd via platforminspecties van luchtvaartuigen van in Mauritanië geregistreerde luchtvaartmaatschappijen. Uit de meest recente SAFA-analyse van het EASA blijkt dat vijf inspecties van luchtvaartuigen van Mauritania Airlines International ("MAI") zijn uitgevoerd. De EASA-analyse van de tekortkomingen die tijdens deze SAFA-inspecties zijn vastgesteld, hebben een ongewenste tendens aan het licht gebracht. De inspecties hebben een aantal tekortkomingen blootgelegd, waarvan sommige gevolgen hebben voor de veiligheid, met name wat de omstandigheden betreft waarin het onderhoud plaatsvindt. Na de analyse zijn twee aanvullende inspecties uitgevoerd in oktober 2013; deze inspecties bevestigden de vastgestelde tendens en de aard van de tekortkomingen. |
(51) |
Het EASA heeft de nationale autoriteiten van Mauritanië (de "ANAC") in kennis gesteld van deze suboptimale SAFA-resultaten. De ANAC werden verzocht om corrigerende maatregelen te nemen en om het agentschap op de hoogte te houden van die maatregelen. Op 14 oktober 2013 hebben de ANAC geantwoord dat de eerste vlucht naar Europa op 8 mei 2013 plaatshad, en dat volgens deze indicator een verbeterende tendens kon worden waargenomen. De veiligheidsinspecteurs van de ANAC kregen specifieke instructies om vluchten naar Europa te verbieden voor luchtvaartuigen met SAFA-bevindingen in categorie 2 of 3. |
(52) |
Spanje heeft het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart ervan in kennis gesteld dat het recentelijk vier extra ANAC-inspecteurs vertrouwd heeft gemaakt met de SAFA-inspecties, hetgeen tot een verbetering van de situatie zou moeten leiden. |
(53) |
De Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart hebben opgemerkt dat de ANAC en MAI de situatie verder moeten blijven verbeteren. De Commissie zal Mauritanië ook herinneren aan het belang van de verbintenis die het in zijn corrigerende actieplan is aangegaan om een analyse van de onderliggende oorzaken uit te voeren, en zal de ANAC en MAI vragen regelmatig verslagen in te dienen. |
(54) |
Als uit de resultaten van toekomstige platforminspecties of uit andere relevante veiligheidsinformatie blijkt dat de veiligheidsnormen tot onder een aanvaardbaar niveau zakken, zal de Commissie genoodzaakt zijn maatregelen te overwegen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2111/2005. |
(55) |
De bevoegde autoriteiten van Mozambique (de IACM) hebben verslag uitgebracht over de aan de gang zijnde tenuitvoerlegging van het corrigerend actieplan dat bij de ICAO is ingediend en door de ICAO is goedgekeurd. Uit het laatste voortgangsverslag, dat op 29 oktober 2013 is ontvangen, blijkt dat de IACM inspanningen zijn blijven leveren om de openstaande USOAP-bevindingen te verhelpen voor wat de bijbehorende protocolvragen betreft; de ICAO-validering van de gemelde vooruitgang is echter nog aan de gang en zal zo snel mogelijk plaatsvinden. Het opleidingsbeleid van de IACM is vastgesteld en het overeenkomstige opleidingsprogramma is opgestart. |
(56) |
Tegelijk hebben de IACM meegedeeld dat zij het hercertificeringsproces van luchtvaartmaatschappijen hebben voortgezet in volledige overeenstemming met de SARPS van de ICAO; tot dusver zijn twaalf maatschappijen (CFM – Transportes e Trabalho Aéreo S.A., Coastal Aviation, CR Aviation, ETA- Air Charter, Helicópteros Capital, Kaya Airlines Lda, Linhas Aéreas de Moçambique LAM, Moçambique Expresso SARL Mex, OHI, Safari Air, Solenta Aviation (het voormalige CFA-Mozambique) en TTA SARL) gehercertificeerd, overeenkomstig de door de IACM verstrekte lijst. Aangezien de bevoegde autoriteiten van Mozambique niet in staat waren aan te tonen dat het veiligheidstoezicht op deze twaalf maatschappijen wordt uitgevoerd overeenkomstig internationale veiligheidsnormen, wordt op basis van de gemeenschappelijke criteria geoordeeld dat CFM – Transportes e Trabalho Aéreo S.A., Coastal Aviation, CR Aviation, ETA- Air Charter, Helicópteros Capital, Kaya Airlines Lda, Linhas Aéreas de Moçambique LAM, Moçambique Expresso SARL Mex, OHI, Safari Air, Solenta Aviation (het voormalige CFA-Mozambique) en TTA SARL in bijlage A moeten worden opgenomen. |
(57) |
De andere vijf exploitanten die vroeger in bijlage A waren vermeld (Aero-Serviços SARL, Aerovisão de Moçambique, Emílio Air Charter Lda, Unique Air Charter en VR Cropsprayers Lda) zijn niet gehercertificeerd. Hoewel deze vijf exploitanten niet zijn opgenomen in de door de autoriteiten ingediende lijst van gehercertificeerde exploitanten, worden ze nog steeds vermeld op de website van de IACM. Aangezien de bevoegde autoriteiten van Mozambique geen bewijs hebben geleverd waaruit blijkt dat het veiligheidstoezicht op deze vijf luchtvaartmaatschappijen in overeenstemming met de internationale veiligheidsnormen wordt uitgevoerd, wordt op basis van de gemeenschappelijke criteria geoordeeld dat Aero-Serviços SARL, Aerovisão de Moçambique, Emílio Air Charter Lda, Unique Air Charter en VR Cropsprayers Lda in bijlage A moeten blijven. |
(58) |
De inspanningen met het oog op capaciteitsopbouw zijn voorgezet: vóór eind 2013 moeten in totaal 15 personeelsleden in dienst worden genomen (ter versterking van vluchtuitvoering & afgifte van vergunningen, navigatie & luchtvaartterreinen, luchtwaardigheid, regelgeving & handhaving, luchtvervoersovereenkomsten en administratie), en in 2014 nog eens vier. In oktober 2013 is ook een AGA-deskundige (Aerodromes, Air Routes and Ground Aids) beschikbaar gemaakt, in het kader van een door de ICAO gesponsord project om de capaciteit op dat gebied te versterken. |
(59) |
De IACM hebben ook meegedeeld dat de luchtvaartmaatschappij Linhas Aéreas de Moçambique ("LAM") is blijven doorgaan met de uitvoering van de geavanceerde fasen, met name fase III, van hun veiligheidsbeheersysteem. Er zijn veiligheidsmanagers en veiligheidsbeambten aangesteld op alle operationele gebieden, en de opleiding inzake het veiligheidsbeheersysteem en de verwerving van it-instrumenten voor de integratie van het kwaliteitssysteem in het veiligheidsbeheersysteem zijn aan de gang. Na een succesvolle audit in juni 2013 heeft LAM ook zijn IOSA-certificering (IATA Operational Safety Audit Programme) verlengd; deze is nu geldig tot oktober 2015. In augustus 2013 is een succesvolle audit uitgevoerd van het kwaliteitssysteem van LAM, hetgeen geleid heeft tot de hervalidering van de ISO 9001-certificering. |
(60) |
De IACM hebben een gecoördineerde valideringsmissie aangevraagd om de vooruitgang bij de tenuitvoerlegging van het corrigerende actieplan te valideren; de ICAO is voornemens deze missie uit te voeren in april 2014. |
(61) |
De Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart waren verheugd over de door de bevoegde autoriteiten van Mozambique gerapporteerde voortgang bij het herstellen van de door de ICAO vastgestelde tekortkomingen, en met name de inspanningen die gericht zijn op de opbouw van de interne capaciteit, en moedigden hen aan om de werkzaamheden voor het vaststellen van een luchtvaartsysteem dat volledig voldoet aan de ICAO-normen, te voltooien. |
(62) |
De Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart erkenden en verwelkomden ook de aanhoudende inspanningen die LAM heeft gemeld om te voldoen aan internationale veiligheidsnormen en deze vast te stellen. |
(63) |
De bevindingen van de in mei 2009 uitgevoerde ICAO-audit bevestigden dat de tenuitvoerlegging van internationale veiligheidsnormen in Nepal relatief ver onder het mondiale gemiddelde blijft. |
(64) |
Uit de audit bleek dat de Nepalese bevoegde autoriteiten (de CAAN) niet in staat waren om een effectieve tenuitvoerlegging van de internationale veiligheidsnormen te waarborgen op het gebied van luchtvaartactiviteiten, luchtwaardigheid en ongevallenonderzoek, en dat er belangrijke bevindingen waren die ook een effect hebben op de bekwaamheid van het land op het gebied van primaire luchtvaartwetgeving en burgerluchtvaartregels, burgerluchtvaartorganisatie en vergunningen en opleiding van personeel. |
(65) |
In twee jaar tijd (tussen augustus 2010 en september 2012) hebben zich in Nepal vijf dodelijke ongevallen voorgedaan met in Nepal geregistreerde luchtvaartuigen, waarbij een aantal burgers uit de Unie betrokken waren. Voorts deden zich nog drie ongevallen voor in 2013. Dit hoge aantal ongevallen wijst op het bestaan van systemische veiligheidstekortkomingen. |
(66) |
Op basis van informatie uit het overleg tussen de CAAN, de Commissie en het EASA heeft het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart de situatie op het gebied van luchtvaartveiligheid in Nepal voor het eerst opnieuw beoordeeld tijdens de vergadering van het comité in juni 2013. |
(67) |
Ondanks de geconstateerde ernstige tekortkomingen en het grote aantal ongevallen was het comité toch verheugd over de initiatieven die de bevoegde autoriteiten hadden genomen. Het comité verklaarde echter dat een evaluatie van de resultaten van de ICVM van de ICAO en andere veiligheidsinformatie ertoe kan leiden dat de Commissie actie onderneemt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2111/2005. |
(68) |
De ICAO heeft in juli 2013 een ICVM uitgevoerd, wat geleid heeft tot een ernstige veiligheidswaarschuwing op het gebied van vluchtuitvoering. Het oorspronkelijke corrigerende actieplan dat door de CAAN bij de ICAO is ingediend om de in de ernstige veiligheidswaarschuwing vermelde tekortkomingen te verhelpen, is niet voltooid binnen de gestelde termijn; de ernstige veiligheidswaarschuwing blijft dan ook van kracht. Het volledige verslag van de gecoördineerde valideringsmissie is nog niet beschikbaar. |
(69) |
Op 19 november 2013 hebben de CAAN aan het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart een uiteenzetting gegeven over hun acties ter verbetering van de luchtvaartveiligheid in Nepal. De Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart kwamen tot de vaststelling dat, ondanks de aanzienlijke inspanningen die door de CAAN zijn geleverd, er nog steeds grote bezorgdheid heerst over veiligheidsrisico's die onvoldoende worden beperkt. |
(70) |
De Nepalese vereniging van luchtvaartmaatschappijen, Nepal Airlines, Buddha Air, Yeti Airlines, Tara Air en Shree Airlines hebben eveneens een presentatie gegeven aan het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart. |
(71) |
Deze presentaties hadden voornamelijk betrekking op veiligheidsbeheer en pilotenopleiding; het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart vond de professionele houding van de luchtvaartmaatschappijen ten aanzien van luchtvaartveiligheid in het algemeen bemoedigend. |
(72) |
Ondanks de inspanningen van de CAAN zijn er onvoldoende aanwijzingen van duidelijke en duurzame verbetering. Deze vaststelling is bevestigd door de afgifte van een ernstige veiligheidswaarschuwing door de ICAO en door het onvermogen om de in die veiligheidswaarschuwing aangehaalde problemen effectief op te lossen. |
(73) |
De Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart hebben vastgesteld dat de CAAN zich nog in een fase van capaciteitsopbouw bevinden en nog niet over de nodige capaciteiten beschikken om hun internationale verplichtingen na te komen. |
(74) |
Sommige van de vermelde luchtvaartmaatschappijen beschikken over voldoende middelen om de veiligheid te beheren overeenkomstig hun verplichtingen, maar de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart zijn van mening dat de zwakheden van de CAAN leiden tot een situatie waarin deze autoriteiten de veiligheid van hun luchtvaartmaatschappijen niet kunnen garanderen. |
(75) |
Op basis van de situatie die beschreven is in overwegingen (63) tot en met (74) en op basis van de gemeenschappelijke criteria wordt geoordeeld dat alle in Nepal gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen niet voldoen aan de relevante veiligheidsnormen en dat derhalve een exploitatieverbod moet worden opgelegd aan deze maatschappijen (bijlage A). |
(76) |
De Commissie is bereid om, met de hulp van het EASA en de lidstaten, een bezoek te brengen aan Nepal, zo mogelijk vóór de volgende vergadering van het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart, teneinde de capaciteiten van de CAAN en van de belangrijkste luchtvaartmaatschappijen van Nepal verder te beoordelen en na te gaan of het mogelijk is het exploitatieverbod te versoepelen. |
(77) |
De Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart erkennen de moeilijkheden waarmee de CAAN worden geconfronteerd en zullen nagaan of het mogelijk is het reeds bestaande technische samenwerkingsprogramma tussen de CAAN en het EASA uit te breiden. |
(78) |
Cebu Pacific besloot de vergadering van het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart van juni niet bij te wonen omdat zich op 2 juni 2013 een ongeval met een luchtvaartuig van deze maatschappij heeft voorgedaan op Davao International Airport, met een overschrijding van de start- of landingsbaan tot gevolg. |
(79) |
Sinds de vergadering van het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart van juni hebben de burgerluchtvaartautoriteiten van de Filipijnen (de CAAP) en de luchtvaartmaatschappij Cebu Pacific bepaalde documenten ingediend om de Commissie in staat te stellen een duidelijker beeld te krijgen van de veiligheidsacties die Cebu Pacific en de CAAP naar aanleiding van dit ongeval hebben ondernomen. De Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart hebben nota genomen van de aanhoudende positieve inspanningen van de CAAP en waren verheugd over de transparante houding tegenover de Commissie met betrekking tot het ongeval. |
(80) |
De Commissie heeft vertegenwoordigers van de CAAP en Cebu Pacific uitgenodigd op een technische vergadering om deze veiligheidsacties en andere factoren die relevant zijn voor het ongeval nader te bespreken. |
(81) |
De lidstaten hebben opgemerkt dat Philippine Airlines op 4 november 2013 opnieuw begonnen is met vluchten naar de Unie, na in juli 2013 uit bijlage A van de EU-veiligheidslijst te zijn geschrapt. De lidstaten zullen de effectieve naleving van de relevante veiligheidsnormen blijven controleren door bij platforminspecties prioriteit te geven aan luchtvaartuigen van deze luchtvaartmaatschappij, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 965/2012. |
(82) |
Luchtvaartuigen die worden geëxploiteerd door sommige in de Russische Federatie geregistreerde luchtvaartmaatschappijen en die naar luchthavens in de Unie vliegen, worden met prioriteit onderworpen aan SAFA-platforminspecties ter controle van de naleving van de internationale veiligheidsnormen. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten en het EASA blijven hun tegenhangers in de Russische Federatie informeren over de vastgestelde punten van bezorgdheid en nodigen hen uit actie te ondernemen om de niet-naleving van ICAO-normen te verhelpen. |
(83) |
Ondertussen zet de Commissie de dialoog over veiligheidskwesties in de luchtvaart met de bevoegde autoriteiten van de Russische Federatie voort, in het bijzonder om te verzekeren dat de huidige risico's als gevolg van slechte veiligheidsprestaties van in de Russische Federatie geregistreerde luchtvaartmaatschappijen op afdoende wijze worden ingeperkt. |
(84) |
Op 7 november 2013 hield de Commissie, bijgestaan door het EASA en verscheidene lidstaten, een bijeenkomst met de vertegenwoordigers van het Russische Federale Agentschap voor Luchtvervoer (het FATA). Het FATA gaf uitleg over de maatregelen die de autoriteit en de betrokken luchtvaartmaatschappijen hebben genomen om de bevindingen die tijdens SAFA-platforminspecties zijn vastgesteld, te verhelpen. Het FATA verklaarde met name dat het toezicht uitoefent op de prestaties van luchtvaartmaatschappijen en, indien nodig, klaar is om in te grijpen. Het maakt regelmatig gebruik van SAFA-resultaten bij het proces van certificering, inspectie of afgifte van specifieke goedkeuringen, teneinde te controleren of de luchtvaartmaatschappij in kwestie de regels naleeft. |
(85) |
Op 7 november 2013 zijn vertegenwoordigers van Kogalymavia uitgenodigd om vragen te beantwoorden over de scherpe toename van SAFA-bevindingen. De Russische bevoegde autoriteiten hebben meegedeeld dat zij een ongeplande inspectie van Kogalymavia hebben uitgevoerd, tijdens dewelke ernstige bevindingen op het gebied van luchtwaardigheid, vluchtuitvoering en veiligheidsbeheer zijn vastgesteld. De luchtvaartmaatschappij heeft één maand de tijd gekregen om alle bevindingen te verhelpen. Daarna zal het FATA binnen een termijn van twee weken een follow-upinspectie uitvoeren en beslissen of het AOC wordt beperkt, geschorst of ingetrokken. De Commissie heeft erop gewezen dat de vloot en de activiteiten van deze luchtvaartmaatschappij van nabij moeten worden gevolgd en dat het lopende toezicht moet worden verbeterd teneinde de technische staat van de vliegtuigen en de veiligheid van de vluchten snel te verbeteren. Als de situatie van Kogalymavia niet verbetert of als de autoriteiten geen passende maatregelen nemen, zal de Commissie actie ondernemen. Aangezien een gedeelte van de vloot in Ierland is geregistreerd, zal de Ierse bevoegde autoriteit (de IAA) passende maatregelen nemen. |
(86) |
De Commissie en het EASA zullen de veiligheidsprestaties van luchtvaartmaatschappijen die in de Russische Federatie geregistreerd zijn en naar de Unie vliegen, nauwgezet blijven controleren. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten zullen de effectieve naleving van de relevante veiligheidsnormen controleren door bij platforminspecties prioriteit te geven aan luchtvaartuigen van die luchtvaartmaatschappijen, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 965/2012. De Commissie zal informatie over de veiligheid met de bevoegde Russische autoriteiten blijven uitwisselen om te kunnen bevestigen of de bevindingen die tijdens SAFA-platforminspecties zijn vastgesteld, afdoende door de betrokken luchtvaartmaatschappijen zijn verholpen. |
(87) |
Als uit de resultaten van platforminspecties of uit andere relevante veiligheidsinformatie zou blijken dat de internationale veiligheidsnormen niet worden nageleefd, zal de Commissie genoodzaakt zijn maatregelen te nemen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2111/2005. |
(88) |
Het verslag over het ongeval met luchtvaartuig 2254 UTC van Yemen Airways ("Yemenia") in Moroni, Comoren, op 29 juni 2009 is gepubliceerd op 25 juni 2013. In overeenstemming met de internationale normen is het verslag gepubliceerd door de staat van de Comoren, in samenwerking met andere landen, zoals Frankrijk, de Verenigde Staten en Jemen. Sommige partijen hebben hun bezorgdheid geuit over de tijd die verstreken is tussen het ongeval zelf en de publicatie van het eindverslag. |
(89) |
De Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart verwelkomden de publicatie van het eindverslag. Wat Yemenia betreft, luidt de conclusie van het verslag dat het ongeval te wijten was aan niet-passende handelingen van de bemanning bij het controleren van het vliegpad van het luchtvaartuig, waardoor het in een ongecontroleerde overtrek terechtkwam, zeer snel daalde en in zee viel. De overtrek werd voorafgegaan door een niet-gecontroleerd visueel manoeuvre tijdens een nachtelijke circuitvlucht. In het verslag wordt voorts gesteld dat de bemanning van Yemenia mentaal waarschijnlijk niet in staat was om op passende wijze te reageren op de diverse alarmsignalen in de cockpit. Bovendien wordt in het verslag opgemerkt dat er geen duidelijke procedure bestaat die door de bemanning moet worden gevolgd in het geval een of beide baanmarkeringslichten buiten dienst is. |
(90) |
Het ongevallenverslag bevatte drie grote aanbevelingen: ten eerste moeten de autoriteiten van de Comoren permanente noodmaatregelen invoeren voor de opsporing en redding van luchtvaartuigen die betrokken zij bij een ongeval boven de zee in de buurt van de luchtvaartterreinen op de Comoren; ten tweede moeten de autoriteiten van Jemen erop toezien dat alle bemanningen die vluchten naar Moroni uitvoeren correct zijn opgeleid voor het uitvoeren van MVI-manoeuvres (Visual Manoeuvring with Prescribed Track); ten derde moeten de autoriteiten van Jemen de opleiding van piloten opnieuw bekijken, met name wat betreft hun vermogen om te handelen in noodsituaties. |
(91) |
In het licht van de publicatie van het verslag heeft de Commissie op 1 juli 2013 een bijeenkomst georganiseerd in Brussel, waaraan vertegenwoordigers van het Arab Civil Aviation Committee (het ACAC) en de burgerluchtvaart- en meteorologische autoriteit van Jemen (de CAMA) hebben deelgenomen. De bijeenkomst werd georganiseerd om de CAMA de gelegenheid te geven haar standpunten met betrekking tot de belangrijkste conclusies en aanbevelingen van het ongevallenverslag uiteen te zetten. In een brief van 10 september heeft de Commissie verklaard dat zij, hoewel zij niet betrokken wenst te worden bij de technische kant van het ongevallenverslag, meer wil focussen op de veiligheidsprestaties van Yemenia en op het veiligheidstoezicht op deze maatschappij, met name omdat deze maatschappij regelmatig Europese burgers vervoert. De Commissie heeft met name aangegeven dat zij meer informatie wil over de concrete acties die de CAMA en Yemenia naar aanleiding van de publicatie van het ongevallenverslag hebben ondernomen. |
(92) |
Aangezien zij geen antwoord heeft ontvangen, heeft de Commissie op 30 oktober 2013 opnieuw een brief gestuurd waarin zij benadrukte dat een dringend antwoord op haar eerdere vragen noodzakelijk is om een hoorzitting overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2111/2005 te vermijden. |
(93) |
Op 7 november 2013 heeft de CAMA een brief gestuurd met bepaalde bijzonderheden over de veiligheidsacties die naar aanleiding van het ongeval zijn ondernomen. Deze bijzonderheden moeten de basis vormen voor een vergadering met vertegenwoordigers van de CAMA en Yemenia. Al naargelang het resultaat van deze vergadering zal de Commissie ofwel het formeel overleg instandhouden met degenen die verantwoordelijk zijn voor het regelgevend toezicht op de in Jemen gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen en met Yemenia, ofwel een hoorzitting overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2111/2005 overwegen. |
(94) |
In Verordening (EG) nr. 619/2009 van de Commissie van 13 juli 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 474/2006 is bepaald dat alle luchtvaartmaatschappijen die zijn gecertificeerd door de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor regelgevend toezicht in Zambia, in bijlage A moeten worden opgenomen. |
(95) |
Deze opname in bijlage A, overeenkomstig de gemeenschappelijke criteria van Verordening (EG) nr. 2111/2005, was onder meer gebaseerd op de resultaten van een USOAP-audit (Universal Safety Oversight Audit Programme) van de ICAO in februari 2009, die geleid heeft tot de publicatie van een ernstige veiligheidswaarschuwing (Significant Safety Concern, SSC) op het gebied van vluchtuitvoering, certificering en toezicht door de burgerluchtvaartautoriteit van Zambia. |
(96) |
In december 2012 heeft de ICAO een bezoek gebracht aan Zambia in het kader van een ICAO Coordinated Validation Mission (ICVM). Deze ICVM had onder meer betrekking op de oorspronkelijke ernstige veiligheidswaarschuwing ten gevolge van de USOAP-audit in februari 2009, en op de corrigerende maatregelen die de autoriteiten van Zambia naar aanleiding daarvan hebben ingediend. Na de ICVM kwam het Significant Safety Concern Validation Committee van de ICAO tot de conclusie dat de ernstige veiligheidswaarschuwing kon worden opgeheven. |
(97) |
De Commissie heeft het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart in kennis gesteld van recente correspondentie die het heeft gevoerd met de autoriteiten van Zambia. |
(98) |
De Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart vinden de vooruitgang die het burgerluchtvaartdepartement van Zambia heeft geboekt hoopgevend en moedigen de autoriteiten van Zambia aan om hun werkzaamheden voort te zetten, zodat zij op het passende ogenblik en na de nodige verificaties een versoepeling van de huidige exploitatiebeperkingen kunnen overwegen. |
(99) |
In artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2111/2005 wordt erkend dat besluiten snel en, indien passend, op urgente wijze worden genomen, gelet op de gevolgen voor de veiligheid. Om gevoelige informatie te beschermen en de commerciële gevolgen tot een minimum te beperken, is het dan ook van wezenlijk belang dat de beslissingen in het kader van de actualisering van de lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod of exploitatiebeperkingen zijn opgelegd in de Unie, worden bekendgemaakt en onmiddellijk na de vaststelling ervan in werking treden. |
(100) |
Verordening (EG) nr. 474/2006 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(101) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 474/2006 wordt als volgt gewijzigd:
1. |
Bijlage A wordt vervangen door bijlage A bij deze verordening. |
2. |
Bijlage B wordt vervangen door bijlage B bij deze verordening. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 3 december 2013.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Siim KALLAS
Vicevoorzitter
(1) PB L 344 van 27.12.2005, blz. 15.
(2) PB L 143 van 30.4.2004, blz. 76.
(3) Bij Verordening (EG) nr. 474/2006 van de Commissie van 22 maart 2006 is de in hoofdstuk II van Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde communautaire lijst opgesteld van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Gemeenschap, PB L 84 van 23.3.2006, blz. 14.
(4) Verordening (EEG) nr. 3922/1991 van 16 december 1991 inzake de harmonisatie van technische voorschriften en administratieve procedures op het gebied van de burgerluchtvaart, PB L 373 van 31.12.1991, blz. 4.
(5) Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie van 5 oktober 2012 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures voor vluchtuitvoering, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad, PB L 296 van 25.10.2012, blz. 1.
(6) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1146/2012 van de Commissie van 3 december 2012, PB L 333 van 5.12.2012, blz. 7.
BIJLAGE A
LIJST VAN LUCHTVAARTMAATSCHAPPIJEN WAARAAN EEN VOLLEDIG EXPLOITATIEVERBOD IS OPGELEGD IN DE EU (1)
Naam van de juridische entiteit van de luchtvaartmaatschappij, zoals vermeld op het AOC (en handelsnaam, indien verschillend) |
Nummer van het Air Operator Certificate (AOC) of van de exploitatievergunning |
ICAO-identificatienummer van de luchtvaartmaatschappij |
Land van de exploitant |
BLUE WING AIRLINES |
SRBWA-01/2002 |
BWI |
Suriname |
MERIDIAN AIRWAYS LTD |
AOC 023 |
MAG |
Republiek Ghana |
Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van Afghanistan die verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, inclusief |
|
|
Islamitische Republiek Afghanistan |
ARIANA AFGHAN AIRLINES |
AOC 009 |
AFG |
Islamitische Republiek Afghanistan |
KAM AIR |
AOC 001 |
KMF |
Islamitische Republiek Afghanistan |
PAMIR AIRLINES |
Onbekend |
PIR |
Islamitische Republiek Afghanistan |
SAFI AIRWAYS |
AOC 181 |
SFW |
Islamitische Republiek Afghanistan |
Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van Angola die verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, met uitzondering van TAAG Angola Airlines opgenomen in bijlage B, inclusief |
|
|
Republiek Angola |
AEROJET |
AO 008-01/11 |
TEJ |
Republiek Angola |
AIR GICANGO |
009 |
Onbekend |
Republiek Angola |
AIR JET |
AO 006-01/11-MBC |
MBC |
Republiek Angola |
AIR NAVE |
017 |
Onbekend |
Republiek Angola |
AIR26 |
AO 003-01/11-DCD |
DCD |
Republiek Angola |
ANGOLA AIR SERVICES |
006 |
Onbekend |
Republiek Angola |
DIEXIM |
007 |
Onbekend |
Republiek Angola |
FLY540 |
AO 004-01 FLYA |
Onbekend |
Republiek Angola |
GIRA GLOBO |
008 |
GGL |
Republiek Angola |
HELIANG |
010 |
Onbekend |
Republiek Angola |
HELIMALONGO |
AO 005-01/11 |
Onbekend |
Republiek Angola |
MAVEWA |
016 |
Onbekend |
Republiek Angola |
SONAIR |
AO 002-01/10-SOR |
SOR |
Republiek Angola |
Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van Benin die verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, inclusief |
|
|
Republiek Benin |
AERO BENIN |
PEA nr. 014/MDCTTTATP-PR/ANAC/DEA/SCS |
AEB |
Republiek Benin |
AFRICA AIRWAYS |
Onbekend |
AFF |
Republiek Benin |
ALAFIA JET |
PEA No 014/ANAC/MDCTTTATP-PR/DEA/SCS |
Onbekend |
Republiek Benin |
BENIN GOLF AIR |
PEA No 012/MDCTTP-PR/ANAC/DEA/SCS. |
BGL |
Republiek Benin |
BENIN LITTORAL AIRWAYS |
PEA No 013/MDCTTTATP-PR/ANAC/DEA/SCS. |
LTL |
Republiek Benin |
COTAIR |
PEA No 015/MDCTTTATP-PR/ANAC/DEA/SCS. |
COB |
Republiek Benin |
ROYAL AIR |
PEA No 11/ANAC/MDCTTP-PR/DEA/SCS |
BNR |
Republiek Benin |
TRANS AIR BENIN |
PEA nr. 016/MDCTTTATP-PR/ANAC/DEA/SCS |
TNB |
Republiek Benin |
Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van de Republiek Congo die verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, inclusief |
|
|
Republiek Congo |
AERO SERVICE |
RAC06-002 |
RSR |
Republiek Congo |
CANADIAN AIRWAYS CONGO |
RAC06-012 |
Onbekend |
Republiek Congo |
EMÉRAUDE |
RAC06-008 |
Onbekend |
Republiek Congo |
EQUAFLIGHT SERVICES |
RAC 06-003 |
EKA |
Republiek Congo |
EQUAJET |
RAC06-007 |
EKJ |
Republiek Congo |
EQUATORIAL CONGO AIRLINES S.A. |
RAC 06-014 |
Onbekend |
Republiek Congo |
MISTRAL AVIATION |
RAC06-011 |
Onbekend |
Republiek Congo |
TRANS AIR CONGO |
RAC 06-001 |
TSG |
Republiek Congo |
Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van de Democratische Republiek Congo (DRC) die verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, inclusief |
|
|
Democratische Republiek Congo (DRC) |
AFRICAN AIR SERVICE COMMUTER |
104/CAB/MIN/TVC/2012 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
AIR BARAKA |
409/CAB/MIN/TVC/002/2011 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
AIR CASTILLA |
409/CAB/MIN/TVC/007/2010 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
AIR FAST CONGO |
409/CAB/MIN/TVC/0112/2011 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
AIR KASAI |
409/CAB/MIN/TVC/0053/2012 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
AIR KATANGA |
409/CAB/MIN/TVC/0056/2012 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
AIR MALEBO |
409/CAB/MIN/TVC/0122/2012 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
AIR TROPIQUES |
409/CAB/MIN/TVC/00625/2011 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
ARMI GLOBAL BUSINESS AIRWAYS |
409/CAB/MIN/TVC/029/2012 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
BIEGA AIRWAYS |
409/CAB/MIN/TVC/051/2012 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
BLUE AIRLINES |
106/CAB/MIN/TVC/2012 |
BUL |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
BLUE SKY |
409/CAB/MIN/TVC/0028/2012 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
BUSINESS AVIATION |
409/CAB/MIN/TVC/048/09 |
ABB |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
BUSY BEE CONGO |
409/CAB/MIN/TVC/0064/2010 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
CETRACA |
105/CAB/MIN/TVC/2012 |
CER's |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
CHC STELLAVIA |
409/CAB/MIN/TVC/0078/2011 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
COMPAGNIE AFRICAINE D’AVIATION (CAA) |
409/CAB/MIN/TVC/0050/2012 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
CONGO EXPRESS AIRLINES |
409/CAB/MIN/TVC/059/2012 |
EXY |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
DOREN AIR CONGO |
102/CAB/MIN/TVC/2012 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
EAGLES SERVICES |
409/CAB/MIN/TVC/0196/2011 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
EPHRATA AIRLINES |
409/CAB/MIN/TVC/040/2011 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
FILAIR |
409/CAB/MIN/TVC/037/2008 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
FLY CONGO |
409/CAB/MIN/TVC/0126/2012 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
GALAXY KAVATSI |
409/CAB/MIN/TVC/0027/2008 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
GILEMBE AIR SOUTENANCE (GISAIR) |
409/CAB/MIN/TVC/0082/2010 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
GOMA EXPRESS |
409/CAB/MIN/TVC/0051/2011 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
GOMAIR |
409/CAB/MIN/TVC/011/2010 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
GTRA |
409/CAB/MIN/TVC/0060/2011 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
INTERNATIONAL TRANS AIR BUSINESS (ITAB) |
409/CAB/MIN/TVC/0065/2010 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
JET CONGO AIRLINES |
409/CAB/MIN/TVC/0011/2012 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
KATANGA EXPRESS |
409/CAB/MIN/TVC/0083/2010 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
KATANGA WINGS |
409/CAB/MIN/TVC/0092/2011 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
KIN AVIA |
409/CAB/MIN/TVC/0059/2010 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
KORONGO AIRLINES |
409/CAB/MIN/TVC/001/2011 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
LIGNES AÉRIENNES CONGOLAISES (LAC) |
Ministeriële handtekening (ordonnantie nr. 78/205) |
LCG |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
MANGO AIRLINES |
409/CAB/MIN/TVC/009/2011 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
MAVIVI AIR TRADE |
409/CAB/MIN/TVC/00/2011 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
OKAPI AIRLINES |
409/CAB/MIN/TVC/086/2011 |
OKP |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
PATRON AIRWAYS |
409/CAB/MIN/TVC/0066/2011 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
PEGASUS |
409/CAB/MIN/TVC/021/2012 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
SAFE AIR |
409/CAB/MIN/TVC/021/2008 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
SERVICES AIR |
103/CAB/MIN/TVC/2012 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
SION AIRLINES |
409/CAB/MIN/TVC/0081/2011 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
STELLAR AIRWAYS |
409/CAB/MIN/TVC/056/2011 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
SWALA AVIATION |
409/CAB/MIN/TVC/0084/2010 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
TRACEP CONGO |
409/CAB/MIN/TVC/0085/2010 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
TRANSAIR CARGO SERVICES |
409/CAB/MIN/TVC/073/2011 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
WALTAIR AVIATION |
409/CAB/MIN/TVC/004/2011 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
WILL AIRLIFT |
409/CAB/MIN/TVC/0247/2011 |
Onbekend |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
WIMBI DIRA AIRWAYS |
409/CAB/MIN/TVC/039/2008 |
WDA |
Democratische Republiek Congo (DRC) |
Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van Djibouti die verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, inclusief |
|
|
Djibouti |
DAALLO AIRLINES |
Onbekend |
DAO |
Djibouti |
Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van Equatoriaal Guinea die verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, inclusief |
|
|
Equatoriaal Guinea |
CEIBA INTERCONTINENTAL |
2011/0001/MTTCT/DGAC/SOPS |
CEL |
Equatoriaal Guinea |
CRONOS AIRLINES |
2011/0004/MTTCT/DGAC/SOPS |
Onbekend |
Equatoriaal Guinea |
PUNTO AZUL |
2012/0006/MTTCT/DGAC/SOPS |
Onbekend |
Equatoriaal Guinea |
TANGO AIRWAYS |
Onbekend |
Onbekend |
Equatoriaal Guinea |
Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van Eritrea die verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, inclusief |
|
|
Eritrea |
ERITREAN AIRLINES |
AOC nr. 004 |
ERT |
Eritrea |
NASAIR ERITREA |
AOC nr. 005 |
NAS |
Eritrea |
Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van de Republiek Gabon die verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, met uitzondering van Gabon Airlines, Afrijet en SN2AG, opgenomen in bijlage B, inclusief |
|
|
Republiek Gabon |
AFRIC AVIATION |
010/MTAC/ANAC-G/DSA |
EKG |
Republiek Gabon |
AIR SERVICES SA |
004/MTAC/ANAC-G/DSA |
RVS |
Republiek Gabon |
AIR TOURIST (ALLEGIANCE) |
007/MTAC/ANAC-G/DSA |
LGE |
Republiek Gabon |
NATIONALE ET REGIONALE TRANSPORT (NATIONALE) |
008/MTAC/ANAC-G/DSA |
NRG |
Republiek Gabon |
SCD AVIATION |
005/MTAC/ANAC-G/DSA |
SCY |
Republiek Gabon |
SKY GABON |
009/MTAC/ANAC-G/DSA |
SKG |
Republiek Gabon |
SOLENTA AVIATION GABON |
006/MTAC/ANAC-G/DSA |
SVG |
Republiek Gabon |
Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van Indonesië die verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, met uitzondering van Garuda Indonesia, Airfast Indonesia, Mandala Airlines, Ekspres Transportasi Antarbenua en Indonesia Air Asia, inclusief |
|
|
Republiek Indonesië |
AIR BORN INDONESIA |
135-055 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
AIR PACIFIC UTAMA |
135-020 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
ALFA TRANS DIRGANTATA |
135-012 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
ANGKASA SUPER SERVICES |
135-050 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
ASCO NUSA AIR |
135-022 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
ASI PUDJIASTUTI |
135-028 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
AVIASTAR MANDIRI |
135-029 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
BATIK AIR |
121-050 |
BTK |
Republiek Indonesië |
CITILINK INDONESIA |
121-046 |
CTV |
Republiek Indonesië |
DABI AIR NUSANTARA |
135-030 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
DERAYA AIR TAXI |
135-013 |
DRY |
Republiek Indonesië |
DERAZONA AIR SERVICE |
135-010 |
DRZ |
Republiek Indonesië |
DIRGANTARA AIR SERVICE |
135-014 |
DIR |
Republiek Indonesië |
EASTINDO |
135-038 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
ENGGANG AIR SERVICE |
135-045 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
ERSA EASTERN AVIATION |
135-047 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
GATARI AIR SERVICE |
135-018 |
GHS |
Republiek Indonesië |
HEAVY LIFT |
135-042 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
INDONESIA AIR TRANSPORT |
121-034 |
IDA |
Republiek Indonesië |
INTAN ANGKASA AIR SERVICE |
135-019 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
JAYAWIJAYA DIRGANTARA |
121-044 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
JOHNLIN AIR TRANSPORT |
135-043 |
JLB |
Republiek Indonesië |
KAL STAR |
121-037 |
KLS |
Republiek Indonesië |
KARTIKA AIRLINES |
121-003 |
KAE |
Republiek Indonesië |
KOMALA INDONESIA |
135-051 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
KURA-KURA AVIATION |
135-016 |
KUR |
Republiek Indonesië |
LION MENTARI AIRLINES |
121-010 |
LNI |
Republiek Indonesië |
MANUNGGAL AIR SERVICE |
121-020 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
MARTABUANA ABADION |
135-049 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
MATTHEW AIR NUSANTARA |
135-048 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
MERPATI NUSANTARA AIRLINES |
121-002 |
MNA |
Republiek Indonesië |
MIMIKA AIR |
135-007 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
NATIONAL UTILITY HELICOPTER |
135-011 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
NUSANTARA AIR CHARTER |
121-022 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
NUSANTARA BUANA AIR |
135-041 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
PACIFIC ROYALE AIRWAYS |
121-045 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
PEGASUS AIR SERVICES |
135-036 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
PELITA AIR SERVICE |
121-008 |
PAS |
Republiek Indonesië |
PENERBANGAN ANGKASA SEMESTA |
135-026 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
PURA WISATA BARUNA |
135-025 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
RIAU AIRLINES |
121-016 |
RIU |
Republiek Indonesië |
SAYAP GARUDA INDAH |
135-004 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
SKY AVIATION |
135-044 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
SMAC |
135-015 |
SMC |
Republiek Indonesië |
SRIWIJAYA AIR |
121-035 |
SJY |
Republiek Indonesië |
SURVEI UDARA PENAS |
135-006 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
SURYA AIR |
135-046 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
TRANSNUSA AVIATION MANDIRI |
121-048 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
TRANSWISATA PRIMA AVIATION |
135-021 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
TRAVEL EXPRESS AVIATION SERVICE |
121-038 |
XAR |
Republiek Indonesië |
TRAVIRA UTAMA |
135-009 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
TRI MG INTRA ASIA AIRLINES |
121-018 |
TMG |
Republiek Indonesië |
TRIGANA AIR SERVICE |
121-006 |
TGN |
Republiek Indonesië |
UNINDO |
135-040 |
Onbekend |
Republiek Indonesië |
WING ABADI AIRLINES |
121-012 |
WON |
Republiek Indonesië |
Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van Kazachstan die verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, met uitzondering van Air Astana, inclusief |
|
|
Republiek Kazachstan |
AIR ALMATY |
AK-0453-11 |
LMY |
Republiek Kazachstan |
AIR TRUST AIRCOMPANY |
AK-0455-12 |
RTR |
Republiek Kazachstan |
ATMA AIRLINES |
AK-0437-10 |
AMA |
Republiek Kazachstan |
AVIA-JAYNAR / AVIA-ZHAYNAR |
AK-067-12 |
SAP |
Republiek Kazachstan |
BEK AIR |
AK-0463-12 |
BEK |
Republiek Kazachstan |
BEYBARS AIRCOMPANY |
AK-0442-11 |
BBS |
Republiek Kazachstan |
BURUNDAYAVIA AIRLINES |
AK-0456-12 |
BRY |
Republiek Kazachstan |
COMLUX-KZ |
AK-0449-11 |
KAZ |
Republiek Kazachstan |
EAST WING |
AK-0465-12 |
EWZ |
Republiek Kazachstan |
EURO-ASIA AIR |
AK-0441-11 |
EAK |
Republiek Kazachstan |
FLY JET KZ |
AK-0446-11 |
FJK |
Republiek Kazachstan |
INVESTAVIA |
AK-0447-11 |
TLG |
Republiek Kazachstan |
IRTYSH AIR |
AK-0439-11 |
MZA |
Republiek Kazachstan |
JET AIRLINES |
AK-0459-12 |
SOZ |
Republiek Kazachstan |
JET ONE |
AK-0468-12 |
JKZ |
Republiek Kazachstan |
KAZAIR JET |
AK-0442-11 |
KEJ |
Republiek Kazachstan |
KAZAIRTRANS AIRLINE |
AK-0466-12 |
KUY |
Republiek Kazachstan |
KAZAVIASPAS |
AK-0452-11 |
KZS |
Republiek Kazachstan |
LUK AERO (FORMER EASTERN EXPRESS) |
AK-0464-12 |
LIS |
Republiek Kazachstan |
PRIME AVIATION |
AK-0448-11 |
PKZ |
Republiek Kazachstan |
SCAT |
AK-0460-12 |
VSV |
Republiek Kazachstan |
ZHETYSU AIRCOMPANY |
AK-0438-11 |
JTU |
Republiek Kazachstan |
Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van de Kirgizische Republiek die verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, inclusief |
|
|
Kirgizische Republiek |
AIR BISHKEK (VOORHEEN EASTOK AVIA) |
15 |
EAA |
Kirgizische Republiek |
AIR MANAS |
17 |
MBB |
Kirgizische Republiek |
AVIA TRAFFIC COMPANY |
23 |
AVJ |
Kirgizische Republiek |
CENTRAL ASIAN AVIATION SERVICES (CAAS) |
13 |
CRS |
Kirgizische Republiek |
CLICK AIRWAYS |
11 |
CGK |
Kirgizische Republiek |
HELI SKY |
Onbekend |
HAC |
Kirgizische Republiek |
KYRGYZ TRANS AVIA |
31 |
CCC |
Kirgizische Republiek |
KYRGYZ AIRLINES |
Onbekend |
KGZ |
Kirgizische Republiek |
KYRGYZSTAN |
03 |
LYN |
Kirgizische Republiek |
MANAS AIRWAYS |
42 |
BAM |
Kirgizische Republiek |
S GROUP AVIATION |
6 |
SGL |
Kirgizische Republiek |
S GROUP INTERNATIONAL |
Onbekend |
IND |
Kirgizische Republiek |
SKY BISHKEK |
Onbekend |
BIS |
Kirgizische Republiek |
SKY KG AIRLINES |
41 |
KGK |
Kirgizische Republiek |
SKY WAY AIR |
39 |
SAB |
Kirgizische Republiek |
STATE AVIATION ENTERPRISE UNDER THE MINISTRY OF EMERGENCY SITUATIONS (SAEMES) |
20 |
DAM |
Kirgizische Republiek |
SUPREME AVIATION |
40 |
SGK |
Kirgizische Republiek |
TEZ JET |
46 |
TEZ |
Kirgizische Republiek |
VALOR AIR |
07 |
VAC |
Kirgizische Republiek |
Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van Liberia die verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving. |
|
|
Liberia |
Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van de Republiek Mozambique die verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, inclusief |
|
|
Republiek Mozambique |
AERO-SERVICOS SARL |
MOZ-08 |
Onbekend |
Republiek Mozambique |
AEROVISAO DE MOZAMBIQUE |
Onbekend |
Onbekend |
Republiek Mozambique |
CFM-TRANSPORTES E TRABALHO AEREO SA |
MOZ-07 |
Onbekend |
Republiek Mozambique |
COASTAL AVIATION |
MOZ-15 |
Onbekend |
Republiek Mozambique |
CR AVIATION |
MOZ-14 |
Onbekend |
Republiek Mozambique |
EMILIO AIR CHARTER LDA |
MOZ-05 |
Onbekend |
Republiek Mozambique |
ETA - AIR CHARTER |
MOZ-04 |
Onbekend |
Republiek Mozambique |
HELICOPTEROS CAPITAL |
MOZ-11 |
Onbekend |
Republiek Mozambique |
KAYA AIRLINES, LDA |
MOZ-09 |
KYY |
Republiek Mozambique |
MOZAMBIQUE AIRLINES (LINHAS AEREAS DE MOÇAMBIQUE LAM, S.A.) |
MOZ-01 |
LAM |
Republiek Mozambique |
MOÇAMBIQUE EXPRESSO, SARL MEX |
MOZ-02 |
MEX |
Republiek Mozambique |
OHI |
MOZ-17 |
Onbekend |
Republiek Mozambique |
SAFARI AIR |
MOZ-12 |
Onbekend |
Republiek Mozambique |
SOLENTA AVIATION (former CFA – MOZAMBIQUE, SA) |
MOZ-10 |
Onbekend |
Republiek Mozambique |
TTA SARL |
MOZ-16 |
Onbekend |
Republiek Mozambique |
UNIQUE AIR CHARTER |
MOZ-13 |
Onbekend |
Republiek Mozambique |
VR CROPSPRAYERS LDA |
MOZ-06 |
Onbekend |
Republiek Mozambique |
Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van Nepal die verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, inclusief |
|
|
Republiek Nepal |
AIR DYNASTY HELI. S. |
035-01 |
Onbekend |
Republiek Nepal |
AIR KASTHAMANDAP |
051/2009 |
Onbekend |
Republiek Nepal |
BUDDHA AIR |
014/96 |
Onbekend |
Republiek Nepal |
BUDDHA AIR (INTERNATIONAL OPERATIONS) |
058/2010 |
Onbekend |
Republiek Nepal |
FISHTAIL AIR |
017/01 |
Onbekend |
Republiek Nepal |
GOMA AIR |
064/2010 |
Onbekend |
Republiek Nepal |
MAKALU AIR |
057A/2009 |
Onbekend |
Republiek Nepal |
MOUNTAIN HELICOPTERS |
055/2009 |
Onbekend |
Republiek Nepal |
MUKTINATH AIRLINES |
081/2013 |
Onbekend |
Republiek Nepal |
NEPAL AIRLINES CORPORTATION |
003/2000 |
RNA |
Republiek Nepal |
SHREE AIRLINES |
030/02 |
Onbekend |
Republiek Nepal |
SHREE AIRLINES (INTERNATIONAL OPERATIONS) |
059/2010 |
Onbekend |
Republiek Nepal |
SIMRIK AIR |
034/00 |
Onbekend |
Republiek Nepal |
SIMRIK AIRLINES |
052/2009 |
Onbekend |
Republiek Nepal |
SITA AIR |
033/2000 |
Onbekend |
Republiek Nepal |
TARA AIR |
053/2009 |
MNA |
Republiek Nepal |
YETI AIRLINES DOMESTIC |
037/2004 |
Onbekend |
Republiek Nepal |
Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van de Filipijnen die verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, met uitzondering van Philippine Airlines, inclusief |
|
|
Republiek der Filipijnen |
AEROEQUIPEMENT AVIATION |
2010037 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
AIR ASIA PHILIPPINES |
2012047 |
APG |
Republiek der Filipijnen |
AIR JUAN AVIATION |
2013053 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
AIR PHILIPPINES CORPORATION |
2009006 |
GAP |
Republiek der Filipijnen |
ASIA AIRCRAFT OVERSEAS PHILIPPINES INC. |
2012048 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
ASIAN AEROSPACE CORPORATION |
2012050 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
ASTRO AIR INTERNATIONAL |
2012049 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
AYALA AVIATION CORP. |
4AN9900003 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
CANADIAN HELICOPTERS PHILIPPINES INC. |
2010026 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
CEBU PACIFIC AIR |
2009002 |
CEB |
Republiek der Filipijnen |
CM AERO SERVICES |
20110401 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
CYCLONE AIRWAYS |
2010034 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
FAR EAST AVIATION SERVICES |
2009013 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
INAEC AVIATION CORP. |
2010028 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
INTERISLAND AIRLINES |
2010023 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
ISLAND AVIATION |
2009009 |
SOY |
Republiek der Filipijnen |
ISLAND TRANSVOYAGER |
2010022 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
LION AIR |
2009019 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
MACRO ASIA AIR TAXI SERVICES |
2010029 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
MAGNUM AIR |
2012051 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
MISIBIS AVIATION & DEVELOPMENT CORP |
2010020 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
NORTHSKY AIR INC. |
2011042 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
OMNI AVIATION CORP. |
2010033 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
ROYAL AIR CHARTER SERVICES INC. |
2010024 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
ROYAL STAR AVIATION, INC. |
2010021 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
SOUTH EAST ASIAN AIRLINES |
2009 004 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
SOUTH EAST ASIAN AIRLINES (SEAIR) INTERNATIONAL |
2012052 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
SOUTHERN AIR FLIGHT SERVICES |
2011045 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
SUBIC SEAPLANE, INC. |
2011035 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
WCC AVIATION COMPANY |
2009015 |
Onbekend |
Republiek der Filipijnen |
ZEST AIRWAYS INCORPORATED |
2009003 |
EZD |
Republiek der Filipijnen |
Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van Sao Tomé en Principe die verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, inclusief |
|
|
Sao Tomé en Principe |
AFRICA CONNECTION |
10/AOC/2008 |
ACH |
Sao Tomé en Principe |
BRITISH GULF INTERNATIONAL COMPANY LTD |
01/AOC/2007 |
BGI |
Sao Tomé en Principe |
EXECUTIVE JET SERVICES |
03/AOC/2006 |
EJZ |
Sao Tomé en Principe |
GLOBAL AVIATION OPERATION |
04/AOC/2006 |
Onbekend |
Sao Tomé en Principe |
GOLIAF AIR |
05/AOC/2001 |
GLE |
Sao Tomé en Principe |
ISLAND OIL EXPLORATION |
01/AOC/2008 |
Onbekend |
Sao Tomé en Principe |
STP AIRWAYS |
03/AOC/2006 |
STP |
Sao Tomé en Principe |
TRANSAFRIK INTERNATIONAL LTD |
02/AOC/2002 |
TFK |
Sao Tomé en Principe |
TRANSCARG |
01/AOC/2009 |
Onbekend |
Sao Tomé en Principe |
TRANSLIZ AVIATION (TMS) |
02/AOC/2007 |
TLZ |
Sao Tomé en Principe |
Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van Sierra Leone die verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, inclusief |
|
|
Sierra Leone |
AIR RUM, LTD |
Onbekend |
RUM |
Sierra Leone |
DESTINY AIR SERVICES, LTD |
Onbekend |
DTY |
Sierra Leone |
HEAVYLIFT CARGO |
Onbekend |
Onbekend |
Sierra Leone |
ORANGE AIR SIERRA LEONE LTD |
Onbekend |
ORJ |
Sierra Leone |
PARAMOUNT AIRLINES, LTD |
Onbekend |
PRR |
Sierra Leone |
SEVEN FOUR EIGHT AIR SERVICES LTD |
Onbekend |
SVT |
Sierra Leone |
TEEBAH AIRWAYS |
Onbekend |
Onbekend |
Sierra Leone |
Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van Sudan die verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, inclusief |
|
|
Republiek Sudan |
ALFA AIRLINES |
054 |
AAJ |
Republiek Sudan |
ALMAJAL AVIATION SERVICE |
015 |
MGG |
Republiek Sudan |
BADER AIRLINES |
035 |
BDR |
Republiek Sudan |
BENTIU AIR TRANSPORT |
029 |
BNT |
Republiek Sudan |
BLUE BIRD AVIATION |
011 |
BLB |
Republiek Sudan |
DOVE AIRLINES |
052 |
DOV |
Republiek Sudan |
ELIDINER AVIATION |
008 |
DND |
Republiek Sudan |
FOURTY EIGHT AVIATION |
053 |
WHB |
Republiek Sudan |
GREEN FLAG AVIATION |
017 |
Onbekend |
Republiek Sudan |
HELEJETIC AIR |
057 |
HJT |
Republiek Sudan |
KATA AIR TRANSPORT |
009 |
KTV |
Republiek Sudan |
KUSH AVIATION |
060 |
KUH |
Republiek Sudan |
MARSLAND COMPANY |
040 |
MSL |
Republiek Sudan |
MID AIRLINES |
025 |
NYL |
Republiek Sudan |
NOVA AIRLINES |
046 |
NOV |
Republiek Sudan |
SUDAN AIRWAYS |
001 |
SUD |
Republiek Sudan |
SUN AIR COMPANY |
051 |
SNR |
Republiek Sudan |
TARCO AIRLINES |
056 |
TRQ |
Republiek Sudan |
Alle luchtvaartmaatschappijen die geregistreerd zijn door de autoriteiten van Swaziland die verantwoordelijk zijn voor toezicht op de naleving van de regelgeving, inclusief |
|
|
Swaziland |
SWAZILAND AIRLINK |
Onbekend |
SZL |
Swaziland |
Alle luchtvaartmaatschappijen die zijn gecertificeerd door de autoriteiten van Zambia die verantwoordelijk zijn voor de controle van de naleving op de regelgeving |
|
|
Zambia |
ZAMBEZI AIRLINES |
Z/AOC/001/2009 |
ZMA |
Zambia |
(1) De in bijlage A vermelde luchtvaartmaatschappijen kunnen toestemming krijgen om verkeersrechten uit te oefenen door luchtvaartuigen met bemanning te huren ("wet lease") van luchtvaartmaatschappijen waaraan geen exploitatieverbod is opgelegd, voor zover de geldende veiligheidsvoorschriften worden nageleefd.
BIJLAGE B
LIJST VAN LUCHTVAARTMAATSCHAPPIJEN WAARAAN EXPLOITATIEBEPERKINGEN ZIJN OPGELEGD IN DE EU (1)
Naam van de juridische entiteit van de luchtvaartmaatschappij, zoals vermeld op het AOC (en handelsnaam, indien verschillend) |
Nummer van het Air Operator Certificate (AOC) |
ICAO-identificatienummer van de luchtvaartmaatschappij |
Land van de exploitant |
Types luchtvaartuigen waarvoor de beperkingen gelden |
Registratiekenteken(s) en, indien beschikbaar, serienummer(s) |
Land van registratie |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TAAG ANGOLA AIRLINES |
001 |
DTA |
Republiek Angola |
De volledige vloot, met uitzondering van: 5 luchtvaartuigen van het type Boeing B777 en 4 luchtvaartuigen van het type Boeing B737-700 |
De volledige vloot, met uitzondering van: D2-TED, D2-TEE, D2-TEF, D2-TEG, D2-TEH, D2-TBF, D2-TBG, D2-TBH, D2-TBJ |
Republiek Angola |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AIR ASTANA (2) |
AK-0443-11 |
KZR |
Kazachstan |
De volledige vloot, met uitzonde-ring van: luchtvaar-tuigen van het type Boeing B767, luchtvaar-tuigen van het type Boeing B757, luchtvaar-tuigen van het type Airbus A319/320/321 |
De volledige vloot, met uitzondering van: luchtvaartui-gen van de Boeing B767-vloot, zoals vermeld op het AOC; luchtvaartui-gen van de Boeing B757-vloot, zoals vermeld op het AOC; luchtvaartui-gen van de Airbus A319/320/-321-vloot, zoals vermeld op het AOC |
Aruba (Koninkrijk der Nederlanden) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AIR SERVICE COMORES |
06-819/TA-15/DGACM |
KMD |
Comoren |
De volledige vloot, met uitzondering van: LET 410 UVP |
De volledige vloot, met uitzondering van: D6-CAM (851336) |
Comoren |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AFRIJET (3) |
002/MTAC/ANAC-G/DSA |
ABS |
Republiek Gabon |
De volledige vloot, met uitzondering van: 2 luchtvaartuigen van het type Falcon 50, 2 luchtvaartuigen van het type Falcon 900 |
De volledige vloot, met uitzondering van: TR-LGV; TR-LGY; TR-AFJ; TR-AFR |
Republiek Gabon |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GABON AIRLINES (4) |
001/MTAC/ANAC |
GBK |
Republiek Gabon |
De volledige vloot, met uitzondering van: 1 toestel van het type Boeing B767-200 |
De volledige vloot, met uitzondering van: TR-LHP |
Republiek Gabon |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
NOUVELLE AIR AFFAIRES GABON (SN2AG) |
003/MTAC/ANAC-G/DSA |
NVS |
Republiek Gabon |
De volledige vloot, met uitzondering van: 1 luchtvaartuig van het type Challenger CL-601, 1 luchtvaartuig van het type HS-125-800 |
De volledige vloot, met uitzondering van: TR-AAG, ZS-AFG |
Republiek Gabon; Republiek Zuid-Afrika |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AIRLIFT INTERNATIONAL (GH) LTD |
AOC 017 |
ALE |
Republiek Ghana |
De volledige vloot, met uitzondering van: 2 luchtvaartuigen van het type DC8-63F |
De volledige vloot, met uitzondering van: 9G-TOP en 9G-RAC |
Republiek Ghana |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IRAN AIR (5) |
FS100 |
IRA |
Islamitische Republiek Iran |
De volledige vloot, met uitzondering van: 14 luchtvaartuigen van het type A300, 8 luchtvaartuigen van het type A310, 1 luchtvaartuig van het type Boeing B737 |
De volledige vloot, met uitzondering van:
|
Islamitische Republiek Iran |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AIR KORYO |
GAC-AOC/KOR-01 |
KOR |
Democratische Volksrepubliek Korea |
De volledige vloot, met uitzondering van: 2 luchtvaartuigen van het type TU-204 |
De volledige vloot, met uitzondering van: P-632, P-633 |
Democratische Volksrepubliek Korea |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AIR MADAGASCAR |
5R-M01/2009 |
MDG |
Madagaskar |
De volledige vloot, met uitzondering van: 3 luchtvaartuigen van het type Boeing B737-300, 2 luchtvaartuigen van het type ATR 72-500,1 luchtvaartuig van het type ATR 42-500, 1 luchtvaartuig van het type ATR 42-320 en 3 luchtvaartuigen van het type DHC 6-300 |
De volledige vloot, met uitzondering van: 5R-MFH, 5R-MFI, 5R-MFL, 5R-MJE, 5R-MJF, 5R-MJG, 5R-MVT, 5R-MGC, 5R-MGD, 5R-MGF |
Republiek Madagaskar |
(1) De in bijlage B vermelde luchtvaartmaatschappijen kunnen toestemming krijgen om verkeersrechten uit te oefenen door luchtvaartuigen met bemanning te huren ("wet lease") van luchtvaartmaatschappijen waaraan geen exploitatieverbod is opgelegd, voor zover de geldende veiligheidsvoorschriften worden nageleefd.
(2) Air Astana mag zijn huidige activiteiten in de EU alleen uitvoeren met de vermelde specifieke luchtvaartuigen, voor zover deze luchtvaartuigen in Aruba zijn geregistreerd en alle wijzigingen van het AOC tijdig worden ingediend bij de Commissie en Eurocontrol.
(3) Afrijet mag voor zijn huidige activiteiten in de Europese Unie alleen gebruikmaken van de vermelde luchtvaartuigen.
(4) Gabon Airlines mag voor zijn huidige activiteiten in de Europese Unie alleen gebruikmaken van de vermelde luchtvaartuigen.
(5) Iran Air mag naar de Europese Unie vliegen met bepaalde luchtvaartuigen, onder de voorwaarden die zijn uiteengezet in overweging 69 van Verordening (EU) nr. 590/2010, PB L 170 van 6.7.2010, blz. 15.
6.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326/35 |
VERORDENING (EU) Nr. 1265/2013 VAN DE COMMISSIE
van 4 december 2013
tot vaststelling van een verbod op de visserij op roodbaars in gebied NAFO 3LN door vaartuigen die de vlag van Portugal voeren
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), en met name artikel 36, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EU) nr. 40/2013 van de Raad van 21 januari 2013 tot vaststelling, voor 2013, van de vangstmogelijkheden in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in bepaalde niet-EU-wateren, voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor internationale onderhandelingen worden gevoerd of internationale overeenkomsten gelden (2), zijn quota voor 2013 vastgesteld. |
(2) |
Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar zijn geregistreerd, de betrokken, voor 2013 toegewezen quota volledig zijn opgebruikt. |
(3) |
Daarom moet de visserij op dat bestand worden verboden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Het opgebruiken van het quotum
Het quotum dat voor 2013 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.
Artikel 2
Verbodsbepalingen
De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Na die datum is het ook verboden om vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, te verplaatsen, over te laden of aan te landen.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 december 2013.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Lowri EVANS
Directeur-generaal Maritieme Zaken en Visserij
(1) PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.
(2) PB L 23 van 25.1.2013, blz. 54.
BIJLAGE
Nr. |
70/TQ40 |
Lidstaat |
Portugal |
Bestand |
RED/N3LN. |
Soort |
Roodbaars (Sebastes spp.) |
Gebied |
NAFO 3LN |
Datum van sluiting |
20.11.2013 |
6.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326/37 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1266/2013 VAN DE COMMISSIE
van 5 december 2013
houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Holsteiner Tilsiter (BGA))
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (2) is bij Verordening (EU) nr. 1151/2012 ingetrokken en daardoor vervangen. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 is de door Duitsland ingediende aanvraag tot registratie van de benaming „Holsteiner Tilsiter” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (3). |
(3) |
De organisaties Dairy Australia Limited, Dairy Companies Association of New Zealand en het Consortium for Common Food Names hebben overeenkomstig artikel 7, lid 3, onder b), van Verordening (EG) nr. 510/2006 bezwaar tegen deze registratie aangetekend. Deze bezwaren zijn ontvankelijk verklaard op grond van artikel 7, lid 3, van die verordening. |
(4) |
Met name wordt in het kader van deze bezwaren onderstreept dat de registratie van de betrokken benaming schade zou toebrengen aan namen of handelsmerken of aan producten die gedurende ten minste vijf jaar vóór de datum van bekendmaking als bedoeld in artikel 6, lid 2, legaal op de markt zijn, en dat de voor registratie voorgestelde benaming een soortnaam zou zijn. |
(5) |
De Commissie heeft de betrokken partijen bij brief van 2 mei 2013 verzocht op gepaste wijze overleg te plegen. |
(6) |
Op dinsdag 16 juli 2013 is de Commissie in kennis gesteld van een binnen de gestelde termijn van drie maanden bereikt akkoord tussen Duitsland en de bezwaar makende partijen. |
(7) |
Uit het genoemde overleg blijkt dat de bezwaar makende partijen zich vooral zorgen maken om de status van de afzonderlijke termen „Tilsit” en „Tilsiter”, waarvan de laatste onderdeel is van de samengestelde benaming „Holsteiner Tilsiter”. De door de producent aangevraagde bescherming heeft evenwel alleen betrekking op de samengestelde benaming in haar totaliteit. Overeenkomstig artikel 13, lid 1, laatste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 mogen de benamingen „Tilsit” en „Tilsiter” op het grondgebied van de Unie verder worden gebruikt mits de in de rechtsorde van de Unie geldende beginselen en voorschriften in acht worden genomen. |
(8) |
De benaming „Holsteiner Tilsiter” dient bijgevolg in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen te worden ingeschreven, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in de bijlage bij deze verordening vermelde benaming wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.
Onverminderd de eerste alinea mogen de benamingen „Tilsit” en „Tilsiter” op het grondgebied van de Unie verder worden gebruikt mits de in de rechtsorde van de Unie geldende beginselen en voorschriften in acht worden genomen.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 5 december 2013.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.
(2) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.
(3) PB C 288 van 25.9.2012, blz. 9.
BIJLAGE
In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie:
Categorie 1.3. Kaas
DUITSLAND
Holsteiner Tilsiter (BGA)
6.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326/39 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1267/2013 VAN DE COMMISSIE
van 5 december 2013
tot 207e wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met het Al-Qa‘ida-netwerk
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met het Al-Qa‘ida-netwerk (1), en met name artikel 7, lid 1, onder a), en artikel 7 bis, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 worden de personen, groepen en entiteiten opgesomd waarvan de tegoeden en economische middelen krachtens die verordening worden bevroren. |
(2) |
Het Sanctiecomité van de VN-Veiligheidsraad heeft op 25 november 2013 besloten één natuurlijke persoon toe te voegen aan de lijst van personen, groepen en entiteiten waarvan de tegoeden en economische middelen moeten worden bevroren. |
(3) |
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 dient daarom dienovereenkomstig te worden bijgewerkt, |
(4) |
Om de doeltreffendheid van de in deze verordening vastgestelde maatregelen te garanderen dient deze verordening onmiddellijk in werking te treden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 5 december 2013.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Hoofd van de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid
(1) PB L 139 van 29.5.2002, blz. 9.
BIJLAGE
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt als volgt gewijzigd:
De volgende vermelding wordt toegevoegd aan de lijst "Natuurlijke personen":
"Abd-Al-Hamid Al-Masli (ook bekend als a) Abd-al-Hamid Muhammad Abd-al-Hamid Al-Masli, b) Abd-al-Hamid Musalli, c) Hamid Masli, d) Hamza al-Darnawi, e) Hamzah al-Darnawi, f) Hamza Darnawi, g) Hamzah Darnawi, h) Hamzah Dirnawi, i) Hamza Darnavi, j) Hamza al-Darnavi, k) Abdullah Darnawi, l) Abu-Hamzah al-Darnawi). Geboortedatum: 1976. Geboorteplaats: a) Darnah, Libië, b) Danar, Libië. Nationaliteit: Libisch. Overige informatie: verblijft naar verluidt in Waziristan, federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 26.11.2013."
6.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326/41 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1268/2013 VAN DE COMMISSIE
van 5 december 2013
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),
Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 5 december 2013.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Jerzy PLEWA
Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
AL |
45,1 |
MA |
70,5 |
|
TN |
75,5 |
|
TR |
69,5 |
|
ZZ |
65,2 |
|
0707 00 05 |
AL |
59,9 |
MA |
142,4 |
|
TR |
105,2 |
|
ZZ |
102,5 |
|
0709 93 10 |
MA |
141,3 |
TR |
117,8 |
|
ZZ |
129,6 |
|
0805 10 20 |
AR |
33,6 |
AU |
88,3 |
|
TR |
59,5 |
|
UY |
36,0 |
|
ZA |
56,5 |
|
ZW |
22,6 |
|
ZZ |
49,4 |
|
0805 20 10 |
AU |
135,6 |
MA |
61,1 |
|
TR |
100,8 |
|
ZA |
150,1 |
|
ZZ |
111,9 |
|
0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90 |
TR |
67,4 |
ZZ |
67,4 |
|
0805 50 10 |
TR |
73,1 |
ZZ |
73,1 |
|
0808 10 80 |
BA |
42,7 |
MK |
34,4 |
|
NZ |
160,5 |
|
US |
131,9 |
|
ZA |
200,6 |
|
ZZ |
114,0 |
|
0808 30 90 |
TR |
130,9 |
US |
211,2 |
|
ZZ |
171,1 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.
BESLUITEN
6.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326/43 |
BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 11 september 2013
betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, overeenkomstig punt 26 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer
(2013/714/EU)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (1), en met name punt 26,
Gezien Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (2),
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Europese Unie heeft een Solidariteitsfonds van de Europese Unie („het fonds”) opgericht om solidariteit te tonen met de bevolking van door rampen getroffen regio’s. |
(2) |
Het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 staat de beschikbaarstelling van middelen uit het fonds toe tot het jaarlijkse maximum van 1 miljard EUR. |
(3) |
Verordening (EG) nr. 2012/2002 bevat de voorwaarden waaronder middelen uit het fonds beschikbaar kunnen worden gesteld. |
(4) |
Slovenië, Kroatië en Oostenrijk hebben verzoeken ingediend om middelen uit het fonds beschikbaar te stellen naar aanleiding van een overstromingsramp. |
HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013 wordt uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie 14 607 942 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Straatsburg, 11 september 2013.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
M. SCHULZ
Voor de Raad
De voorzitter
V. LEŠKEVIČIUS
(1) PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.
(2) PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3.
6.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326/44 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 2 december 2013
tot vaststelling van het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de ministeriële conferentie van de Wereldhandelsorganisatie over de toetreding van de Republiek Jemen tot de Wereldhandelsorganisatie
(2013/715/EU)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, artikel 100, lid 2, artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 12 april 2000 heeft de regering van de Republiek Jemen een verzoek tot toetreding tot de Overeenkomst van Marrakech tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) ingediend overeenkomstig artikel XII van die overeenkomst. |
(2) |
Op 17 en 19 juli 2000 werd een werkgroep betreffende de toetreding van de Republiek Jemen opgericht om overeenstemming te bereiken over voor de Republiek Jemen en alle WTO-leden aanvaardbare voorwaarden. |
(3) |
De Commissie heeft namens de Unie onderhandeld over een uitgebreide reeks door de Republiek Jemen aan te gaan marktopeningsverbintenissen die aan de verzoeken van de Unie voldoen. |
(4) |
Die verbintenissen zijn nu neergelegd in het Protocol inzake de toetreding van de Republiek Jemen tot de WTO. |
(5) |
De toetreding tot de WTO zal naar verwachting een blijvende positieve bijdrage leveren tot het proces van economische hervorming en duurzame ontwikkeling in de Republiek Jemen. |
(6) |
Het toetredingsprotocol dient daarom te worden goedgekeurd. |
(7) |
Artikel XII van de Overeenkomst tot oprichting van de WTO bepaalt dat tussen het toetredend lid en de WTO overeenstemming moet worden bereikt over de toetredingsvoorwaarden en dat aan WTO-zijde de toetredingsvoorwaarden moeten worden goedgekeurd door de ministeriële conferentie van de WTO. |
(8) |
Het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de ministeriële conferentie van de WTO over de toetreding van de Republiek Jemen tot de Wereldhandelsorganisatie dient dienovereenkomstig te worden vastgesteld, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de ministeriële conferentie van de Wereldhandelsorganisatie over de toetreding van de Republiek Jemen tot de WTO, is de toetreding goed te keuren.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 2 december 2013.
Voor de Raad
De voorzitter
E. GUSTAS
6.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326/45 |
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 4 december 2013
tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/861/EU betreffende een tijdelijke afwijking van de oorsprongsregels van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 van de Raad om rekening te houden met de bijzondere situatie van Kenia met betrekking tot tonijnfilets („loins”)
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 8537)
(2013/716/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1528/2007 van de Raad van 20 december 2007 tot toepassing van de regelingen voor goederen van oorsprong uit bepaalde staten behorende tot de Groep van staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS) die zijn opgenomen in overeenkomsten tot instelling van, of leidende tot instelling van, een economische partnerschapsovereenkomst (1), en met name artikel 36, lid 4, van bijlage II daarbij,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 19 december 2011 heeft de Commissie Uitvoeringsbesluit 2011/861/EU (2) vastgesteld tot verlening van een tijdelijke afwijking van de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 vastgestelde oorsprongsregels, teneinde rekening te houden met de bijzondere situatie van Kenia met betrekking tot tonijnfilets („loins”). Bij Uitvoeringsbesluit 2012/208/EU van de Commissie (3) werd tot en met 31 december 2013 een verlenging van die tijdelijke afwijking verleend. |
(2) |
Op 22 juli 2013 verzocht Kenia, in overeenstemming met artikel 36 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1528/2007, om een nieuwe verlenging van deze afwijking van de in de bijlage vastgestelde oorsprongsregels voor 2 000 ton tonijnfilets („loins”) voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. Op 3 oktober 2013 verstrekte Kenia aanvullende informatie, samen met een herziene aanvraag voor 1 500 ton tonijnfilets („loins”) voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 30 september 2014. |
(3) |
Kenia heeft erop gewezen dat de aanvoer van tonijn ongewoon laag is in vergelijking met de normale seizoensschommelingen en dat reders vanwege het gevaar van piraterij geen risico willen nemen onbewerkte tonijn aan te leveren. Daarom is het voor Kenia nog altijd niet mogelijk om te voldoen aan de oorsprongsregels in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 als de afwijking op 31 december 2013 is verstreken. |
(4) |
Aangezien de situatie van Kenia met betrekking tot tonijnfilets („loins”) nog altijd onvoldoende is verbeterd, is een verlenging van de afwijking gerechtvaardigd. De verlenging moet worden verleend tot en met 30 september 2014. |
(5) |
Uitvoeringsbesluit 2011/861/EU moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(6) |
De bepalingen van dit besluit zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Uitvoeringsbesluit 2011/861/EU wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 2 wordt vervangen door: „Artikel 2 De in artikel 1 bedoelde afwijking geldt voor de in de bijlage vermelde producten en hoeveelheden die vanuit Kenia voor het vrije verkeer in de Unie worden aangegeven van 1 januari 2011 tot en met 30 september 2014 of tot de datum van de voorlopige toepassing van de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Oost-Afrikaanse Gemeenschap enerzijds en de Europese Unie en haar lidstaten anderzijds, indien deze datum vroeger valt.”. |
2) |
Artikel 6 wordt vervangen door: „Artikel 6 Dit besluit is van toepassing van 1 januari 2011 tot en met 30 september 2014.”. |
3) |
De bijlage wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit. |
Artikel 2
Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 4 december 2013.
Voor de Commissie
Algirdas ŠEMETA
Lid van de Commissie
(1) PB L 348 van 31.12.2007, blz. 1.
(2) Uitvoeringsbesluit 2011/861/EU van de Commissie van 19 december 2011 betreffende een tijdelijke afwijking van de oorsprongsregels van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 van de Raad om rekening te houden met de bijzondere situatie van Kenia met betrekking tot tonijnfilets („loins”) (PB L 338 van 21.12.2011, blz. 61)
(3) Uitvoeringsbesluit 2012/208/EU van de Commissie van 20 april 2012 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/861/EU betreffende een tijdelijke afwijking van de oorsprongsregels van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 van de Raad om rekening te houden met de bijzondere situatie van Kenia met betrekking tot tonijnfilets („loins”) (PB L 110 van 24.4.2012, blz. 39).
BIJLAGE
„BIJLAGE
Volgnr. |
GN-code |
Omschrijving |
Periode |
Hoeveelheid (in ton) |
09.1667 |
1604 14 16 |
Tonijnfilets („loins”) |
1.1.2011 t/m 31.12.2011 |
2 000 |
1.1.2012 t/m 31.12.2012 |
2 000 |
|||
1.1.2013 t/m 31.12.2013 |
2 000 |
|||
1.1.2014 t/m 30.9.2014 |
1 500” |
6.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326/47 |
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 4 december 2013
tot vaststelling van de financiële bijdrage van de Unie in de uitgaven voor de spoedmaatregelen ter bestrijding van aviaire influenza in Duitsland in 2011
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 8545)
(Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)
(2013/717/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (1), en met name artikel 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 84 van het Financieel Reglement en artikel 94 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (2) (hierna „de uitvoeringsvoorschriften” genoemd) moet de vastlegging van een uitgave uit de begroting van de Unie worden voorafgegaan door een financieringsbesluit van de instelling of de door haar gedelegeerde autoriteiten, waarin de essentiële elementen worden uiteengezet van een actie die een uitgave ten laste van de begroting meebrengt. |
(2) |
In Beschikking 2009/470/EG zijn de procedures vastgelegd die de financiële bijdrage van de Unie regelen in de kosten van specifieke veterinaire maatregelen, waaronder urgente maatregelen. Om aviaire influenza zo spoedig mogelijk te helpen uitroeien, moet de Unie financieel bijdragen in de door de lidstaten gedane subsidiabele uitgaven. Artikel 4, lid 3, eerste en tweede streepje, van die beschikking bevat voorschriften inzake het op de door de lidstaten gemaakte kosten toe te passen percentage. |
(3) |
Bij artikel 3 van Verordening (EG) nr. 349/2005 van de Commissie van 28 februari 2005 tot vaststelling van voorschriften inzake de communautaire financiering van de in Beschikking 90/424/EEG van de Raad bedoelde urgente maatregelen en maatregelen ter bestrijding van bepaalde dierziekten (3) worden voorschriften vastgesteld inzake voor een financiële bijdrage van de Unie in aanmerking komende uitgaven. |
(4) |
Bij Uitvoeringsbesluit 2012/132/EU van de Commissie van 15 februari 2012 betreffende een financiële bijdrage van de Unie in de kosten van urgente maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza in Duitsland, Italië en Nederland in 2011 (4) is door de Unie een financiële bijdrage toegekend in de kosten van urgente maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza in Duitsland in 2011. Op 10 april 2012 heeft Duitsland een officieel verzoek om vergoeding ingediend overeenkomstig artikel 7, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 349/2005. |
(5) |
De financiële bijdrage van de Unie wordt alleen uitbetaald als de geplande activiteiten daadwerkelijk zijn uitgevoerd en de autoriteiten alle noodzakelijke informatie binnen de vastgestelde termijnen hebben verstrekt. |
(6) |
Duitsland heeft de Commissie en de andere lidstaten overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Beschikking 2009/470/EG onverwijld in kennis gesteld van de maatregelen die krachtens de wetgeving van de Unie inzake kennisgeving en uitroeiing zijn toegepast, en van de resultaten daarvan. Het verzoek om vergoeding ging overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 349/2005 vergezeld van een financieel verslag, bewijsstukken, een epidemiologisch verslag over elk bedrijf waar dieren zijn gedood of vernietigd, en de resultaten van de desbetreffende onderzoeken. |
(7) |
Bijgevolg kan nu het totale bedrag worden vastgesteld van de financiële bijdrage van de Unie in de subsidiabele uitgaven voor de uitroeiing van aviaire influenza in Duitsland in 2011. |
(8) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De totale financiële bijdrage van de Unie in de uitgaven in verband met de uitroeiing van aviaire influenza in Duitsland in 2011 wordt vastgesteld op 774 103,56 EUR.
Artikel 2
Dit besluit, dat een financieringsbesluit vormt in de zin van artikel 84 van het Financieel Reglement, is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland.
Gedaan te Brussel, 4 december 2013.
Voor de Commissie
Tonio BORG
Lid van de Commissie
(1) PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30.
(2) PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1.
(3) PB L 55 van 1.3.2005, blz. 12.
(4) PB L 59 van 1.3.2012, blz. 34.
6.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 326/49 |
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 4 december 2013
tot wijziging van bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG wat betreft de gegevens voor Brazilië in de lijst van derde landen en delen daarvan waaruit de invoer in de Unie van levende paardachtigen en sperma, eicellen en embryo’s van paarden is toegestaan, tot wijziging van bijlage II, onder D, bij Beschikking 92/260/EEG wat betreft testvoorschriften voor kwade droes, en tot wijziging van de Beschikkingen 92/260/EEG, 93/196/EEG en 93/197/EEG wat betreft bepaalde geografische aanduidingen
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 8553)
(Voor de EER relevante tekst)
(2013/718/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo’s waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, bij Richtlijn 90/425/EEG (1) geldt, en met name artikel 17, lid 3, onder a),
Gezien Richtlijn 2009/156/EG van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen (2), en met name artikel 12, leden 1 en 4, artikel 15, onder a), artikel 16, lid 2, en artikel 19, onder a) en b), van die richtlijn,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 92/65/EEG bevat voorschriften voor de invoer in de Unie van onder meer sperma, eicellen en embryo’s van paarden. Die voorschriften moeten ten minste gelijkwaardig zijn aan de voorschriften die gelden voor het handelsverkeer tussen de lidstaten. |
(2) |
Bij Richtlijn 2009/156/EG worden veterinairrechtelijke voorschriften vastgesteld voor de invoer in de Unie van levende paardachtigen. Volgens die richtlijn is de invoer van paardachtigen in de Unie alleen toegestaan uit derde landen, of delen van het grondgebied van derde landen waar regionalisering wordt toegepast, waar zich gedurende een periode van ten minste zes maanden geen kwade droes heeft voorgedaan. |
(3) |
Beschikking 2004/211/EG van de Commissie (3) stelt een lijst vast van derde landen of delen daarvan waar regionaliseringsmaatregelen van toepassing zijn, waaruit de lidstaten de invoer van paardachtigen en sperma, eicellen en embryo’s daarvan toestaan en bepaalt de andere invoervoorwaarden. Brazilië staat momenteel op die lijst in bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG. |
(4) |
Beschikking 92/260/EEG van de Commissie (4) stelt de veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor invoer van voor de slacht bestemde paardachtigen vast. |
(5) |
Beschikking 93/195/EEG van de Commissie (5) stelt veterinairrechtelijke voorschriften en regels betreffende veterinaire certificering voor het opnieuw binnenbrengen, na tijdelijke uitvoer, van geregistreerde paarden voor wedrennen, wedstrijden en culturele manifestaties vast. |
(6) |
Beschikking 93/196/EEG van de Commissie (6) stelt veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van voor de slacht bestemde paardachtigen vast. |
(7) |
Beschikking 93/197/EEG van de Commissie (7) stelt veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen vast. |
(8) |
Kwade droes komt voor in delen van het Braziliaanse grondgebied en daarom is de invoer van paardachtigen en van sperma, eicellen en embryo’s daarvan alleen toegestaan uit gebied BR-1 van het grondgebied van dat derde land, zoals omschreven in kolom 4 van bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG. De staten Rio Grande do Sul, Santa Catarina, Paraná, São Paulo, Mato Grosso do Sul, Goiás, Distrito Federal, Espírito Santo, Rondônia en Mato Grosso maken momenteel deel uit van gebied BR-1 in Brazilië. |
(9) |
Op 18 april, 16 mei en 25 juni 2013 heeft Brazilië de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE) in kennis gesteld van bevestigde gevallen van kwade droes bij paarden in de staten São Paulo, Minas Gerais, Espírito Santo en Rondônia. Brazilië heeft dientengevolge geen diergezondheidscertificaten overeenkomstig Richtlijn 2009/156/EG meer uitgegeven voor de hele groep deelstaten waaruit gebied BR-1 bestaat. |
(10) |
Op 9 juli 2013 heeft Brazilië de Commissie in kennis gesteld van de maatregelen die het land heeft genomen ter voorkoming van de insleep van kwade droes in de gebieden van dat derde land die zijn opgenomen in Beschikking 2004/211/EG en waar de ziekte nog niet aanwezig is. Deze maatregelen omvatten ten minste een test op kwade droes met een negatief resultaat vóór iedere verplaatsing van paardachtigen vanuit staten waar kwade droes is geconstateerd naar een andere groepering van paardachtigen in die staten en naar andere staten in Brazilië. Brazilië heeft bevestigd dat de staat Rio de Janeiro vrij is gebleven van kwade droes sinds het laatste geval op 16 juli 2012. |
(11) |
Bij brief van 30 oktober 2013 heeft Brazilië kennis gegeven van een geval van kwade droes in de staat Paraná. |
(12) |
Aangezien de staten São Paulo, Espírito Santo, Rondônia en Paraná niet langer vrij van kwade droes zijn en de bevoegde autoriteiten van Brazilië garanties hebben verstrekt dat die ziekte niet voorkomt in de andere deelstaten die momenteel deel uitmaken van gebied BR-1 en van de staat Rio de Janeiro, moet de omschrijving van dat gebied in bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG worden gewijzigd door São Paulo, Espirito Santo, Rondonia en Paraná uit de huidige lijst te schrappen en de staat Rio de Janeiro aan de lijst toe te voegen. |
(13) |
Omdat het risico op kwade droes lager is voor geregistreerde paarden dan voor andere categorieën paardachtigen moet de invoer in de Unie van paardachtigen uit Brazilië overeenkomstig de Beschikkingen 92/260/EEG, 93/195/EEG en 93/197/EEG alleen worden toegelaten voor geregistreerde paarden. |
(14) |
Op 25 februari 2013 heeft de Commissie een verslag (8) gepubliceerd van een audit van de uitvoer naar de Unie van paardachtigen en sperma, eicellen en embryo’s daarvan, die in oktober 2012 in Brazilië is uitgevoerd. Volgens het verslag is het noodzakelijk om de invoer van sperma, eicellen en embryo’s van paardachtigen uit Brazilië op te schorten, totdat de aanbevolen corrigerende maatregelen zijn uitgevoerd en bevestigd. |
(15) |
Brazilië is opgenomen in Gezondheidscategorie D in bijlage I bij Beschikking 92/260/EEG, en geregistreerde paarden bedoeld voor tijdelijke toelating in de Unie moeten voldoen aan de veterinairrechtelijke voorschriften en de voorschriften inzake veterinaire certificering zoals vastgesteld in het model van gezondheidscertificaat D in bijlage II bij die beschikking. Om te verzekeren dat geregistreerde paarden die tijdelijk in de Unie worden toegelaten vrij zijn van kwade droes, moet in deel III „Gegevens met betrekking tot de gezondheid” van dat model voor een certificaat een bevestiging worden toegevoegd dat het geregistreerde paard voor kwade droes met negatief resultaat een complementbindingsreactie bij een serumverdunning van 1 op 10 op een binnen tien dagen vóór de verzending genomen bloedmonster heeft ondergaan. |
(16) |
Omwille van de duidelijkheid en consistentie van de wetgeving van de Unie moeten de lijsten met landen die na het derde streepje van punt III, onder d), van al de modellen voor certificaten A tot en met E in bijlage II bij Beschikking 92/260/EEG zijn opgenomen, worden gewijzigd teneinde rekening te houden met de huidige geografische aanduidingen, die al in bijlage I bij die Beschikking zijn vastgesteld |
(17) |
Het is noodzakelijk dat voetnoot 3 bij bijlage II bij Beschikking 93/196/EEG wordt aangepast, om duidelijk te maken dat de invoer in de Unie van voor de slacht bestemde paardachtigen uit Brazilië verboden is. |
(18) |
Om de redenen genoemd in overweging 13 is het noodzakelijk om in bijlage I bij Beschikking 93/197/EEG te verduidelijken dat de veterinairrechtelijke voorschriften en de voorschriften inzake veterinaire certificering in bijlage II, onder D, bij die beschikking in het geval van Brazilië alleen van toepassing zijn voor de invoer van geregistreerde paarden. |
(19) |
De Beschikkingen 92/260/EEG, 93/196/EEG, 93/197/EEG en 2004/211/EG moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(20) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage II bij Beschikking 92/260/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij dit besluit.
Artikel 2
Bijlage II bij Beschikking 93/196/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij dit besluit.
Artikel 3
Bijlage I bij Beschikking 93/197/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij dit besluit.
Artikel 4
Bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage IV bij dit besluit.
Artikel 5
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 4 december 2013.
Voor de Commissie
Tonio BORG
Lid van de Commissie
(1) PB L 268 van 14.9.1992, blz. 54.
(2) PB L 192 van 23.7.2010, blz. 1.
(3) Beschikking 2004/211/EG van de Commissie van 6 januari 2004 tot vaststelling van de lijst van derde landen en delen van hun grondgebied waaruit de lidstaten de invoer toestaan van levende paardachtigen en sperma, eicellen en embryo’s van paarden en tot wijziging van de Beschikkingen 93/195/EEG en 94/63/EG (PB L 73 van 11.3.2004, blz. 1).
(4) Beschikking 92/260/EEG van de Commissie van 10 april 1992 inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor tijdelijke toelating van geregistreerde paarden (PB L 130 van 15.5.1992, blz. 67).
(5) Beschikking 93/195/EEG van de Commissie van 2 februari 1993 inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor het opnieuw binnenbrengen, na tijdelijke uitvoer, van geregistreerde paarden voor wedrennen, wedstrijden en culturele manifestaties (PB L 86 van 6.4.1993, blz. 1).
(6) Beschikking 93/196/EEG van de Commissie van 5 februari 1993 inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van voor de slacht bestemde paardachtigen (PB L 86 van 6.4.1993, blz. 7).
(7) Beschikking 93/197/EEG van de Commissie van 5 februari 1993 inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen (PB L 86 van 6.4.1993, blz. 16).
(8) Auditverslag 2012-6398, beschikbaar op: http://ec.europa.eu/food/fvo/rep_details_en.cfm?rep_id=3022
BIJLAGE I
Bijlage II bij Beschikking 92/260/EEG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In het model van gezondheidscertificaat A, punt d) van deel III, wordt het derde streepje vervangen door:
|
2) |
In het model van gezondheidscertificaat B, punt d) van deel III, wordt het derde streepje vervangen door:
|
3) |
In het model van gezondheidscertificaat C, punt d) van deel III, wordt het derde streepje vervangen door:
|
4) |
In het model van gezondheidscertificaat D wordt deel III als volgt gewijzigd:
|
5) |
In het model van gezondheidscertificaat E, in punt d) van deel III, wordt het derde streepje vervangen door:
|
BIJLAGE II
In bijlage II bij Beschikking 93/196/EEG wordt voetnoot 3 vervangen door:
„(3) |
Gezondheidscategorieën overeenkomstig bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG van de Commissie:
|
BIJLAGE III
In bijlage I bij Beschikking 93/197/EEG wordt de tekst met betrekking tot „Gezondheidscategorie D” vervangen door:
„Gezondheidscategorie D (1)
Argentinië (AR), Barbados(3) (BB), Bermuda(3) (BM), Bolivia(3) (BO), Brazilië(2)(3) (BR), Chili (CL), Cuba(3) (CU), Jamaica(3) (JM), Mexico(2) (MX), Peru(2)(3) (PE), Paraguay (PY), Uruguay (UY)”.
BIJLAGE IV
In bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG wordt de vermelding voor Brazilië vervangen door:
„BR |
Brazilië |
BR-0 |
Het hele land |
D |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
|
BR-1 |
De staten Rio Grande do Sul, Santa Catarina, Mato Grosso do Sul, Goiás, Distrito Federal, Rio de Janeiro, Mato Grosso |
D |
X |
X |
X |
— |
— |
— |
— |
— |
—” |
|