ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2013.267.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 267

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

56e jaargang
9 oktober 2013


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 961/2013 van de Commissie van 8 oktober 2013 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

1

 

 

BESLUITEN

 

 

2013/491/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 7 oktober 2013 tot wijziging van Beschikking 2009/821/EG wat betreft de lijst van grensinspectieposten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 6383)  ( 1 )

3

 

 

2013/492/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 7 oktober 2013 waarbij in navolging van de beschikking van de president van het Gerecht van 15 mei 2013 (T-198/12 R) goedkeuring wordt verleend aan Duitsland om de grenswaarden voor antimoon, arseen, barium, lood en kwik te handhaven na de datum van inwerkingtreding van de grenswaarden voor chemische stoffen overeenkomstig artikel 55, tweede volzin, van Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de veiligheid van speelgoed (Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 6387)  ( 1 )

7

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

9.10.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 267/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 961/2013 VAN DE COMMISSIE

van 8 oktober 2013

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 oktober 2013.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MK

48,7

ZZ

48,7

0707 00 05

MK

36,9

TR

116,3

ZZ

76,6

0709 93 10

TR

123,8

ZZ

123,8

0805 50 10

AR

109,9

CL

102,1

IL

100,2

TR

93,2

ZA

118,6

ZZ

104,8

0806 10 10

BR

244,6

MK

32,3

TR

138,3

ZZ

138,4

0808 10 80

AR

101,1

BA

56,1

BR

89,2

CL

140,8

NZ

144,6

US

119,2

ZA

140,0

ZZ

113,0

0808 30 90

AR

199,8

CL

199,9

TR

123,6

ZA

165,9

ZZ

172,3


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

9.10.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 267/3


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 7 oktober 2013

tot wijziging van Beschikking 2009/821/EG wat betreft de lijst van grensinspectieposten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 6383)

(Voor de EER relevante tekst)

(2013/491/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name artikel 20, leden 1 en 3,

Gezien Richtlijn 91/496/EEG van de Raad van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG (2), en met name artikel 6, lid 4, tweede alinea, tweede zin, en lid 5,

Gezien Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (3), en met name artikel 6, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Beschikking 2009/821/EG van de Commissie (4) wordt een lijst vastgesteld van de grensinspectieposten die zijn erkend overeenkomstig de Richtlijnen 91/496/EEG en 97/78/EG. Die lijst is opgenomen in bijlage I bij die beschikking.

(2)

Na de mededelingen van Denemarken, Duitsland, Spanje, Frankrijk, Italië en het Verenigd Koninkrijk moeten de vermeldingen voor de grensinspectieposten in die lidstaten in de lijst van bijlage I bij Beschikking 2009/821/EG worden gewijzigd.

(3)

Nadat de auditdienst (voorheen de inspectiedienst) van de Commissie, het Voedsel- en Veterinair Bureau (VVB), bevredigende audits heeft uitgevoerd, zouden voor vier grensinspectieposten in Kroatië aanvullende erkenningscategorieën kunnen worden toegevoegd aan de vermeldingen voor de betreffende lidstaat in de lijst van bijlage I bij Beschikking 2009/821/EG en zou voor London-Gateway (Verenigd Koninkrijk) een nieuwe grensinspectiepost moeten worden toegevoegd aan de vermeldingen voor de betreffende lidstaat in de lijst van bijlage I bij die beschikking. Aangezien het Toetredingsverdrag van Kroatië op 1 juli 2013 in werking is getreden en de hierboven vermelde audit vóór dit tijdstip werd uitgevoerd, zouden de wijzigingen betreffende de Kroatische grensinspectieposten met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2013 van toepassing moeten zijn om ervoor te zorgen dat geen obstakels voor het bestaande handelsverkeer worden opgeworpen.

(4)

Polen heeft meegedeeld dat de grensinspectiepost in Świnoujście van de lijst van vermeldingen voor de betreffende lidstaat moet worden geschrapt. De lijst van vermeldingen voor deze lidstaat in bijlage I bij Beschikking 2009/821/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

Beschikking 2009/821/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Beschikking 2009/821/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

De wijziging in punt 5 van de bijlage is van toepassing met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2013.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 7 oktober 2013.

Voor de Commissie

Tonio BORG

Lid van de Commissie


(1)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.

(2)  PB L 268 van 24.9.1991, blz. 56.

(3)  PB L 24 van 30.1.1998, blz. 9.

(4)  Beschikking 2009/821/EG van de Commissie van 28 september 2009 tot opstelling van een lijst van erkende grensinspectieposten, tot vaststelling van bepaalde voorschriften voor door veterinaire deskundigen van de Commissie uitgevoerde inspecties en tot vaststelling van de veterinaire eenheden in Traces (PB L 296 van 12.11.2009, blz. 1).


BIJLAGE

Bijlage I bij Beschikking 2009/821/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

In het deel betreffende Denemarken wordt de vermelding voor de haven van Esbjerg vervangen door:

„Esbjerg

DK EBJ 1

P

E D & F Man Terminals

Denmark ApS

HC-NT(6), NHC-NT(4)(6)(11)”

 

2)

Het deel betreffende Duitsland wordt als volgt gewijzigd:

a)

de vermelding voor de luchthaven van Hannover-Langenhagen wordt vervangen door:

„Hannover-Langenhagen

DE HAJ 4

A

 

HC-T(FR)(2), HC-NT(2), NHC(2)

O (10)”

b)

de vermelding voor de luchthaven van Schönefeld wordt vervangen door:

„Schönefeld

DE SXF 4

A

 

HC(2), NHC

O”

3)

Het deel betreffende Spanje wordt als volgt gewijzigd:

a)

de vermelding voor de luchthaven van Barcelona wordt vervangen door:

„Barcelona

ES BCN 4

A

Iberia

HC(2), NHC-T(CH)(2), NHC-NT(2)

O

Swissport

HC(2), NHC(2)

O

WFS

HC(2)”

 

b)

de vermelding voor de luchthaven van Madrid wordt vervangen door:

„Madrid

ES MAD 4

A

Iberia

HC-T(FR)(2), HC-NT(2), NHC(2)

U, E, O

Swissport

HC(2), NHC-T(CH)(2), NHC-NT(2)

O

PER4

HC-T(CH)(2)

 

WFS: World Wide Flight Services

HC(2), NHC-T(CH)(2), NHC-NT

O”

4)

Het deel betreffende Frankrijk wordt als volgt gewijzigd:

a)

de vermelding voor de luchthaven van Marseille wordt vervangen door:

„Marseille Aéroport

FR MRS 4

A

 

HC-T(CH)(1)(2), HC-NT”

 

b)

de vermelding voor de haven van Réunion Port Réunion wordt vervangen door:

„Réunion - Port Réunion

FR LPT 1

P

 

HC(1)(2), NHC-T(FR)(2), NHC-NT”

 

c)

de vermelding voor de luchthaven van Orly wordt vervangen door:

„Orly

FR ORY 4

A

SFS

HC-T(1)(2), HC-NT(2), NHC-NT”

 

d)

de vermelding voor de luchthaven van Toulouse-Blagnac wordt vervangen door:

„Toulouse-Blagnac

FR TLS 4

A

 

HC-T(1)(2), HC-NT(2), NHC(2)

O (14)”

5)

Het deel betreffende Kroatië wordt als volgt gewijzigd:

a)

de vermeldingen voor de straten in Bajakovo en Karasovići worden vervangen door:

„Bajakovo

HR VUK 3

R

 

HC, NHC

U, E, O

Karasovići

HR KRS 3

R

 

HC(2), NHC(2)

O”

b)

de vermeldingen voor de havens van Ploče en Rijeka worden vervangen door:

„Ploče

HR PLE 1

P

 

HC(2), NHC(2)

 

Rijeka

HR RJK 1

P

 

HC(2), NHC(2)”

 

6)

In het deel betreffende Italië wordt de vermelding voor de haven van Venezia vervangen door:

„Venezia

IT VCE 1

P

 

HC, NHC”

 

7)

In het deel betreffende Polen wordt de vermelding voor de haven van Świnoujście geschrapt.

8)

Het deel betreffende het Verenigd Koninkrijk wordt als volgt gewijzigd:

a)

de vermelding voor de luchthaven van Edinburgh wordt vervangen door:

„Edinburgh

GB EDI 4

A

Extrordinair

 

O(14)”

b)

de volgende vermelding voor een nieuwe grensinspectiepost in de haven van London-Gateway wordt ingevoegd tussen de vermelding voor de haven van Liverpool en de vermelding voor de luchthaven van Manchester:

„London Gateway

GB LGP 1

P

 

HC(1), NHC”

 

c)

de vermelding voor de luchthaven van East Midlands wordt vervangen door:

„East Midlands

GB EMA 4

A

 

HC-NT(1)(2), NHC-NT(2)”

 


9.10.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 267/7


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 7 oktober 2013

waarbij in navolging van de beschikking van de president van het Gerecht van 15 mei 2013 (T-198/12 R) goedkeuring wordt verleend aan Duitsland om de grenswaarden voor antimoon, arseen, barium, lood en kwik te handhaven na de datum van inwerkingtreding van de grenswaarden voor chemische stoffen overeenkomstig artikel 55, tweede volzin, van Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de veiligheid van speelgoed

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 6387)

(Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2013/492/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 266,

Gezien de beschikking van de president van het Gerecht van 15 mei 2013 in zaak T-198/12 R,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad (1) omvat voorschriften voor de veiligheid van speelgoed en het vrije verkeer daarvan in de Unie. Krachtens artikel 54 van die richtlijn moeten de lidstaten nationale bepalingen in werking doen treden om uiterlijk 20 januari 2011 aan Richtlijn 2009/48/EG te voldoen en moeten zij die vanaf 20 juli 2011 toepassen. Krachtens artikel 55, tweede volzin, van die richtlijn treedt bijlage II, deel 3, bij Richtlijn 2009/48/EG betreffende chemische eigenschappen in werking op 20 juli 2013. Deel 3 van die bijlage bevat migratielimieten voor 19 elementen.

(2)

Op 20 januari 2011 heeft Duitsland bij de Commissie een verzoek overeenkomstig artikel 114, lid 4, VWEU ingediend om na de datum van inwerkingtreding van bijlage II, deel 3, bij Richtlijn 2009/48/EG de bestaande bepalingen in het Duitse recht voor de elementen lood, arseen, kwik, barium en antimoon, alsmede voor nitrosaminen en nitroseerbare stoffen die uit speelgoedmateriaal vrijkomen, te handhaven.

(3)

Bij Besluit 2012/160/EU van de Commissie (2) heeft de Commissie het verzoek van de Duitse regering ingewilligd en de handhaving van de nationale bepalingen betreffende nitrosaminen en nitroseerbare stoffen goedgekeurd. Wat betreft de grenswaarden voor arseen, antimoon en kwik, die overeenkomen met de bij Richtlijn 88/378/EEG van de Raad (3) vastgestelde grenswaarden, heeft de Commissie de handhaving van de Duitse nationale bepalingen niet goedgekeurd. Wat betreft de grenswaarden voor lood en barium, die eveneens overeenkomen met de bij Richtlijn 88/378/EEG vastgestelde waarden, heeft de Commissie de handhaving van de Duitse nationale bepalingen voorlopig goedgekeurd tot en met de datum van inwerkingtreding van nieuwe EU-grenswaarden voor lood en barium of tot en met 21 juli 2013 indien dit eerder is.

(4)

Op 14 mei 2012 heeft de Duitse regering een beroep tot nietigverklaring van het besluit van de Commissie van 1 maart 2012 bij het Gerecht aanhangig gemaakt. Daarnaast heeft de Duitse regering op 13 februari 2013 verzocht om een voorlopige maatregel tot voorlopige goedkeuring van de nationale bepalingen tot handhaving van de grenswaarden voor antimoon, arseen, barium, look en kwik zolang het hoofdgeding bij het Gerecht aanhangig is.

(5)

Bij de beschikking van 15 mei 2013 in zaak T-198/12 R heeft de president van het Gerecht de voorlopige maatregel waarom de Duitse regering had verzocht, ingewilligd. De president was van oordeel dat volgens alinea’s 4 en 6 van artikel 114 VWEU enkel de Commissie bevoegd is om door de lidstaten bij het Gerecht ingediende verzoeken om handhaving van grenswaarden goed te keuren (4). Dienovereenkomstig werd de Commissie opgedragen om de handhaving van de nationale bepalingen betreffende grenswaarden voor antimoon, arseen, barium, lood en kwik in speelgoed waarvan de Bondsrepubliek Duitsland kennis had gegeven, goed te keuren zolang het hoofdgeding bij het Gerecht aanhangig is.

(6)

Op 26 juli 2013 heeft de Commissie beroep aangetekend tegen de beschikking van de president van het Gerecht (C-426/13 P(R)). Overeenkomstig artikel 60 van het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft een beroep geen opschortende werking.

(7)

De Commissie leeft hierbij de beschikking van 15 mei 2013 in zaak T-198/12 R na en verleent, zoals voorgeschreven, goedkeuring aan de handhaving van de bepalingen betreffende grenswaarden voor antimoon, arseen, barium, lood en kwik waarvan de Duitse Bondsrepubliek kennis heeft gegeven. De Commissie zet met het hoofdgeding voor het Gerecht (T-198/12 R) en het beroep tegen de beschikking van 15 mei 2013 voor het Hof van Justitie (C-426/13 P(R)) de gerechtelijke stappen tegen de maatregelen waarvan de Duitse Bondsrepubliek kennis heeft gegeven evenwel voort,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Commissie leeft hierbij de beschikking van het Gerecht van 15 mei 2013 in zaak T-198/12 R na en verleent, zoals voorgeschreven, goedkeuring aan de handhaving van de bepalingen betreffende de grenswaarden voor antimoon, arseen, barium, lood en kwik in speelgoed waarvan de Duitse Bondsrepubliek kennis heeft gegeven.

Artikel 2

Dit is een voorlopig besluit.

Dit besluit is slechts geldig tot het Gerecht uitspraak heeft gedaan in zaak T-198/12 R of het Hof van Justitie een beslissing heeft genomen over het beroep van de Commissie tegen de beschikking van de president van het Gerecht van 15 mei 2013 in zaak T-198/12 R (zaak C-426/13 P(R)), indien dit eerder is.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland.

Gedaan te Brussel, 7 oktober 2013.

Voor de Commissie

Antonio TAJANI

Vicevoorzitter


(1)  Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de veiligheid van speelgoed (PB L 170 van 30.6.2009, blz. 1).

(2)  Besluit 2012/160/EU van de Commissie van 1 maart 2012 inzake de nationale bepalingen ter handhaving van de grenswaarden voor lood, barium, arseen, antimoon, kwik en nitrosaminen en nitroseerbare stoffen in speelgoed nadat Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de veiligheid van speelgoed van toepassing is geworden, waarvan door de regering van de Bondsrepubliek Duitsland kennis is gegeven (PB L 80 van 20.3.2012, blz. 19).

(3)  Richtlijn 88/378/EEG van de Raad van 3 mei 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de veiligheid van speelgoed (PB L 187 van 16.7.1988, blz. 1).

(4)  Paragraaf 39 van de beschikking.