ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2013.261.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 261

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

56e jaargang
3 oktober 2013


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) nr. 942/2013 van de Commissie van 1 oktober 2013 tot vaststelling van een verbod op de visserij op schelvis in gebied IIIa, EU-wateren van deelsectoren 22-32 door vaartuigen die de vlag van Nederland voeren

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 943/2013 van de Commissie van 1 oktober 2013 tot 203e wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met het Al-Qa‘ida-netwerk

3

 

*

Verordening (EU) nr. 944/2013 van de Commissie van 2 oktober 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, met het oog op de aanpassing aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang ( 1 )

5

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 945/2013 van de Commissie van 2 oktober 2013 tot goedkeuring van cypermethrin als bestaande werkzame stof voor gebruik in biociden voor productsoort 8 ( 1 )

23

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 946/2013 van de Commissie van 2 oktober 2013 inzake de vanaf 16 oktober 2013 te betalen voorschotten op de rechtstreekse betalingen uit hoofde van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers

25

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 947/2013 van de Commissie van 2 oktober 2013 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

27

 

 

RICHTLIJNEN

 

*

Richtlijn 2013/47/EU van de Commissie van 2 oktober 2013 tot wijziging van Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het rijbewijs ( 1 )

29

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

3.10.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 261/1


VERORDENING (EU) Nr. 942/2013 VAN DE COMMISSIE

van 1 oktober 2013

tot vaststelling van een verbod op de visserij op schelvis in gebied IIIa, EU-wateren van deelsectoren 22-32 door vaartuigen die de vlag van Nederland voeren

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), en met name artikel 36, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 40/2013 van de Raad van 21 januari 2013 tot vaststelling, voor 2013, van de vangstmogelijkheden in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in bepaalde niet-EU-wateren, voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor internationale onderhandelingen worden gevoerd of internationale overeenkomsten gelden (2), zijn quota voor 2013 vastgesteld.

(2)

Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar zijn geregistreerd, de betrokken, voor 2013 toegewezen quota volledig zijn opgebruikt.

(3)

Daarom moet de visserij op dat bestand worden verboden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het opgebruiken van het quotum

Het quotum dat voor 2013 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.

Artikel 2

Verbodsbepalingen

De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Na die datum is het ook verboden om vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, te verplaatsen, over te laden of aan te landen.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 oktober 2013.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Lowri EVANS

Directeur-generaal Maritieme Zaken en Visserij


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

(2)  PB L 23 van 25.1.2013, blz. 54.


BIJLAGE

Nr.

50/TQ40

Lidstaat

Nederland

Bestand

HAD/3A/BCD

Soort

Schelvis (Melanogrammus aeglefinus)

Gebied

IIIa, EU-wateren van deelsectoren 22-32

Datum

16.9.2013


3.10.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 261/3


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 943/2013 VAN DE COMMISSIE

van 1 oktober 2013

tot 203e wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met het Al-Qa‘ida-netwerk

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met het Al-Qa‘ida-netwerk (1), en met name artikel 7, lid 1, onder a), en artikel 7 bis, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 worden de personen, groepen en entiteiten opgesomd waarvan de tegoeden en economische middelen krachtens die verordening worden bevroren.

(2)

Het Sanctiecomité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft op 19 september 2013 besloten één persoon te schrappen van de lijst van personen, groepen en entiteiten waarvan de tegoeden en economische middelen moeten worden bevroren.

(3)

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 moet daarom dienovereenkomstig worden bijgewerkt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 oktober 2013.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Hoofd van de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid


(1)  PB L 139 van 29.5.2002, blz. 9.


BIJLAGE

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt als volgt gewijzigd:

De volgende vermelding wordt geschrapt van de lijst “Natuurlijke personen”:

“Fahd Mohammed Ahmed Al-Quso (ook bekend als a) Fahd al-Quso, b) Fahd Mohammed Ahmen Al-Quso, c) Abu Huthaifah, d) Abu Huthaifah al-Yemeni, e) Abu Huthaifah al-Adani, f) Abu al-Bara, g) Abu Huthayfah al- Adani, h) Fahd Mohammed Ahmed al-Awlaqi, i) Huthaifah al-Yemeni j) Abu Huthaifah al-Abu al-Bara, k) Fahd Mohammed Ahmad al-Kuss). Adres: Jemen. Geboortedatum: 12.11.1974. Geboorteplaats: Aden, Jemen. Nationaliteit: Jemenitisch. Overige informatie: naar verluidt overleden in Jemen op 6 mei 2012. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 7.12.2010.”


3.10.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 261/5


VERORDENING (EU) Nr. 944/2013 VAN DE COMMISSIE

van 2 oktober 2013

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, met het oog op de aanpassing aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (1), en met name artikel 37, lid 5, en artikel 53,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Ten aanzien van voorzorgsmaatregel P210, zoals vermeld in deel 1, tabel 6.2, van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1272/2008, heeft de vijfde aanpassing van het wereldwijd geharmoniseerd systeem voor de indeling en etikettering van chemische stoffen (GHS) van de Verenigde Naties geleid tot wijzigingen waarmee niet volledig rekening is gehouden in Verordening (EU) nr. 487/2013 van de Commissie (2). Omwille van de samenhang moeten het GHS en Verordening (EG) nr. 1272/2008 volledig op elkaar worden afgestemd.

(2)

Deel 3 van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 bevat twee lijsten van gevaarlijke stoffen met hun geharmoniseerde indeling en etikettering. Tabel 3.1 bevat een lijst van gevaarlijke stoffen met hun geharmoniseerde indeling en etikettering op basis van de criteria in de delen 2 tot en met 5 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008. Tabel 3.2 bevat een lijst van geharmoniseerde indeling en etikettering van gevaarlijke stoffen op basis van de criteria in bijlage VI bij Richtlijn 67/548/EEG van de Raad van 27 juni 1967 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het eigenschappen van gevaarlijke stoffen (3). Deze twee lijsten moeten worden gewijzigd om de indeling van de reeds in die geharmoniseerde indeling opgenomen stoffen te actualiseren en nieuwe geharmoniseerde indelingen op te nemen.

(3)

Het Comité risicobeoordeling (RAC) van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) heeft adviezen uitgebracht over voorstellen voor geharmoniseerde indeling en etikettering van stoffen die overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EG) nr. 1272/2008 bij het ECHA zijn ingediend. Op basis van die adviezen alsook van de opmerkingen van de betrokken partijen moet bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 worden gewijzigd teneinde de indeling en etikettering van bepaalde stoffen te harmoniseren.

(4)

De geharmoniseerde indelingen van deel 3 van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008, zoals gewijzigd bij deze verordening, hoeven niet onmiddellijk te worden toegepast, aangezien er een bepaalde tijd nodig zal zijn om de marktdeelnemers in staat te stellen de etikettering en verpakking van stoffen en mengsels aan de nieuwe indelingen aan te passen en bestaande voorraden te verkopen. Ook zal er een bepaalde tijd nodig zijn om de marktdeelnemers in staat te stellen te voldoen aan de registratieverplichtingen die voortvloeien uit de nieuwe geharmoniseerde indelingen voor stoffen die zijn ingedeeld als kankerverwekkend, mutageen of vergiftig voor de voortplanting (categorieën 1A en 1B (tabel 3.1) en categorieën 1 en 2 (tabel 3.2)), of stoffen die zeer vergiftig zijn voor in het water levende organismen en die in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten kunnen veroorzaken, in het bijzonder de verplichtingen vastgesteld in artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (4).

(5)

Voor de stof „pek, koolteer, hoge temperatuur” (EG-nummer 266-028-2) hebben de marktdeelnemers meer tijd nodig om te kunnen voldoen aan de verplichtingen als gevolg van de nieuwe geharmoniseerde indeling voor stoffen die zijn ingedeeld als stoffen die zeer toxisch voor waterorganismen zijn en op lange termijn schadelijke effecten op het aquatisch milieu kunnen hebben, en in het bijzonder de verplichtingen in artikel 3 van en bijlage III bij Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land (5). Daarom moet er een langere overgangsperiode zijn voordat de toepassing van de geharmoniseerde indeling verplicht wordt.

(6)

Voor de stof galliumarsenide (EG-nummer 215-114-8) werkt het RAC aan de vaststelling van een nieuw advies betreffende de gevarenklasse „giftigheid voor de voortplanting”. Daarom moet deze gevarenklasse niet in bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 worden opgenomen totdat dat advies is voltooid.

(7)

Voor de stof polyhexamethyleenbiguanidehydrochloride (CAS-nummer 27083-27-8 of 32289-58-0), zijn nieuwe wetenschappelijke gegevens beschikbaar gesteld voor de gevarenklasse „acute toxiciteit bij inademing”, die erop wijzen dat de op oudere gegevens gebaseerde indeling voor deze gevarenklasse, zoals aanbevolen in het advies van het RAC, mogelijk niet juist is. Daarom moet deze gevarenklasse niet in bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 worden opgenomen voordat het RAC advies over de nieuwe informatie heeft kunnen uitbrengen; alle overige gevarenklassen waarop het eerdere advies van het RAC betrekking had, moeten wel worden opgenomen.

(8)

Overeenkomstig de overgangsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1272/2008 op basis waarvan de nieuwe bepalingen al in een eerder stadium op vrijwillige basis kunnen worden toegepast, moeten leveranciers in staat worden gesteld om al vóór de data waarop de geharmoniseerde indeling verplicht wordt op vrijwillige basis de geharmoniseerde indelingen van deel 3 van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008, zoals gewijzigd bij deze verordening, toe te passen en de etikettering en verpakking dienovereenkomstig aan te passen.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 133 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1272/2008 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage IV wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

2)

Deel 3 van bijlage VI wordt als volgt gewijzigd:

a)

tabel 3.1 wordt als volgt gewijzigd:

i)

de vermeldingen in bijlage II bij deze verordening vervangen de dienovereenkomstige vermeldingen in bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008;

ii)

de vermeldingen in bijlage III bij deze verordening worden ingevoegd overeenkomstig de volgorde van de in tabel 3.1 opgenomen vermeldingen;

b)

tabel 3.2 wordt als volgt gewijzigd:

i)

de vermeldingen in bijlage IV bij deze verordening vervangen de dienovereenkomstige vermeldingen in bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008;

ii)

de vermeldingen in bijlage V bij deze verordening worden ingevoegd overeenkomstig de volgorde van de in tabel 3.2 opgenomen vermeldingen.

Artikel 2

1.   In afwijking van artikel 3, lid 2, mogen stoffen en mengsels respectievelijk vóór 1 december 2014 en 1 juni 2015 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008, zoals gewijzigd bij deze verordening, worden ingedeeld, geëtiketteerd en verpakt.

2.   In afwijking van artikel 3, lid 2, hoeven stoffen die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 zijn ingedeeld, geëtiketteerd en verpakt en vóór 1 december 2014 in de handel zijn gebracht, tot 1 december 2016 niet geheretiketteerd en omverpakt te worden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008, zoals gewijzigd bij deze verordening.

3.   In afwijking van artikel 3, lid 2, hoeven mengsels die overeenkomstig Richtlijn 1999/45/EG van het Europees Parlement en de Raad (6) of Verordening (EG) nr. 1272/2008 zijn ingedeeld, geëtiketteerd en verpakt en vóór 1 juni 2015 in de handel zijn gebracht, tot 1 juni 2017 niet geheretiketteerd en omverpakt te worden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008, zoals gewijzigd bij deze verordening.

4.   In afwijking van artikel 3, lid 3, mogen de geharmoniseerde indelingen in deel 3 van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008, zoals gewijzigd bij deze verordening, vóór de in artikel 3, lid 3, vermelde data worden toegepast.

Artikel 3

1.   Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.   Artikel 1, punt 1, is voor stoffen met ingang van 1 december 2014 van toepassing en voor mengsels met ingang van 1 juni 2015.

3.   Artikel 1, punt 2, is met ingang van 1 januari 2015 van toepassing voor alle vermeldingen, met uitzondering van de vermelding „pek, koolteer, hoge temperatuur” (EG-nummer 266-028-2), waarvoor artikel 1 met ingang van 1 april 2016 van toepassing is.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 oktober 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1.

(2)  PB L 149 van 1.6.2013, blz. 1.

(3)  PB 196 van 16.8.1967, blz. 1.

(4)  PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1.

(5)  PB L 260 van 30.9.2008, blz. 13.

(6)  PB L 200 van 30.7.1999, blz. 1.


BIJLAGE I

In deel 1, tabel 6.2, van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 komt de vermelding voor de code P210 als volgt te luiden:

„P210

Verwijderd houden van warmte, hete oppervlakken, vonken, open vuur en andere ontstekingsbronnen. Niet roken.

Ontplofbare stoffen (afdeling 2.1)

Subklassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5

 

Ontvlambare gassen (afdeling 2.2)

1, 2

Aerosolen (afdeling 2.3)

1, 2, 3

Ontvlambare vloeistoffen (afdeling 2.6)

1, 2, 3

Ontvlambare vaste stoffen (afdeling 2.7)

1, 2

Zelfontledende stoffen en mengsels (afdeling 2.8)

Typen A, B, C, D, E, F

Pyrofore vloeistoffen (afdeling 2.9)

1

Pyrofore vaste stoffen (afdeling 2.10)

1

Oxiderende vloeistoffen (afdeling 2.13)

1, 2, 3

Oxiderende vaste stoffen (afdeling 2.14)

1, 2, 3

Organische peroxiden (afdeling 2.15)

Typen A, B, C, D, E, F”


BIJLAGE II

Catalogusnummer

Internationale chemische identificatie

EG-nr.

CAS-nr.

Indeling

Etikettering

Specifieke concentratiegrenzen,

M-factoren

Opmerkingen

Gevarenklasse en categorie

Gevarenaanduiding

Pictogram, signaalwoord

Gevarenaanduiding

Aanvullende gevarenaanduiding

015-004-00-8

aluminium phosphide

244-088-0

20859-73-8

Water-react. 1

H260

GHS02

H260

EUH029

M = 100

 

Acute Tox. 2

H300

GHS06

H300

EUH032

 

Acute Tox. 3

H311

GHS09

H311

 

Acute Tox. 1

H330

Dgr

H330

 

Aquatic Acute 1

H400

 

H400

 

015-005-00-3

magnesium phosphide;

trimagnesium diphosphide

235-023-7

12057-74-8

Water-react. 1

H260

GHS02

H260

EUH029

M = 100

 

Acute Tox. 2

H300

GHS06

H300

EUH032

 

Acute Tox. 3

H311

GHS09

H311

 

Acute Tox. 1

H330

Dgr

H330

 

Aquatic Acute 1

H400

 

H400

 

015-123-00-5

fenamiphos (ISO);

ethyl-4-methylthio-m-tolyl isopropyl phosphoramidate

244-848-1

22224-92-6

Acute Tox. 2

H300

GHS06

H300

 

M = 100

M = 100

 

Acute Tox. 2

H310

GHS09

H310

Acute Tox. 2

H330

Dgr

H330

Eye Irrit. 2

H319

 

H319

Aquatic Acute 1

H400

 

 

Aquatic Chronic 1

H410

 

H410

030-012-00-1

aluminium-magnesium-zinc-carbonate-hydroxide

423-570-6

169314-88-9

Aquatic Chronic 4

H413

 

H413

 

 

 

602-006-00-4

chloroform;

trichloromethane

200-663-8

67-66-3

Carc. 2

H351

GHS06

H351

 

 

 

Repr. 2

H361d

GHS08

H361d

Acute Tox. 3

H331

Dgr

H331

Acute Tox. 4

H302

 

H302

STOT RE 1

H372

 

H372

Eye Irrit. 2

H319

 

H319

Skin Irrit. 2

H315

 

H315

603-097-00-3

1,1’,1”-nitrilotripropan-2-ol;

triisopropanolamine

204-528-4

122-20-3

Eye Irrit. 2

H319

GHS07

Wng

H319

 

 

 

605-008-00-3

acrolein;

prop-2-enal;

acrylaldehyde

203-453-4

107-02-8

Flam. Liq. 2

H225

GHS02

H225

EUH071

Skin Corr. 1; H314: C ≥ 0,1 %

D

Acute Tox. 1

H330

GHS06

H330

 

Acute Tox. 2

H300

GHS05

H300

 

Acute Tox. 3

H311

GHS09

H311

 

Skin Corr. 1

H314

Dgr

H314

 

Aquatic Acute 1

H400

 

 

 

M = 100

Aquatic Chronic 1

H410

 

H410

 

M = 1

607-023-00-0

vinyl acetate

203-545-4

108-05-4

Flam. Liq. 2

H225

GHS02

H225

 

 

D

Carc. 2

H351

GHS08

H351

 

 

Acute Tox. 4

H332

GHS07

H332

 

 

STOT SE 3

H335

Dgr

H335

 

 

607-613-00-8

reaction mass of:

 

succinic acid

 

monopersuccinic acid

 

dipersuccinic acid

 

monomethyl ester of succinic acid

 

monomethyl ester of persuccinic acid

 

dimethyl succinate glutaric acid

 

monoperglutaric acid

 

diperglutaric acid

 

monomethyl ester of glutaric acid

 

monomethyl ester of perglutaric acid

 

dimethyl glutarate adipic acid

 

monoperadipic acid

 

diperadipic acid

 

monomethyl ester of adipic acid

 

monomethyl ester of peradipic acid

 

dimethyl adipate

 

hydrogen peroxide

 

methanol

 

water

432-790-1

 

Acute Tox. 4*

H332

GHS07

H332

 

 

 

Acute Tox. 4*

H312

GHS05

H312

Acute Tox. 4*

H302

GHS08

H302

Skin Corr. 1B

H314

Dgr

H314

STOT SE 2

H371 (ogen)

 

H371 (ogen)

609-003-00-7

nitrobenzene

202-716-0

98-95-3

Carc. 2.

H351

GHS06

H351

 

 

 

Repr. 1B

H360F

GHS08

H360F

Acute Tox. 3

H301

Dgr

H301

Acute Tox. 3

H331

 

H331

Acute Tox. 3

H311

 

H311

STOT RE 1

H372 (bloed)

 

H372 (bloed)

Aquatic Chronic 3

H412

 

H412

612-120-00-6

aclonifen (ISO);

2-chloro-6-nitro-3-phenoxyaniline

277-704-1

74070-46-5

Carc. 2

H351

GHS08

H351

 

M = 100

M = 10

 

Skin Sens. 1A

H317

GHS07

H317

 

Aquatic Acute 1

H400

GHS09

 

 

Aquatic Chronic 1

H410

Wng

H410

 

613-175-00-9

epoxiconazole (ISO);

(2RS,3SR)-3-(2-chlorophenyl)-2-(4-fluorophenyl)-[( 1H-1,2,4-triazol-1-yl)methyl]oxirane

406-850-2

133855-98-8

Carc. 2

H351

GHS08

H351

 

 

 

Repr. 1B

H360Df

GHS09

H360Df

Aquatic Chronic 2

H411

Dgr

H411

616-200-00-1

reaction mass of N,N’-ethane-1,2-diylbis(hexanamide) and 12-hydroxy-N-[2-[(1-oxyhexyl)amino]ethyl]octadecanamide and N,N’-ethane-1,2-diylbis(12-hydroxyoctadecan amide)

432-430-3

 

Aquatic Chronic 4

H413

 

H413

 

 

 

648-055-00-5

pitch, coal tar, high-temp.;

[The residue from the distillation of high temperature coal tar. A black solid with an approximate softening point from 30 °C to 180 °C (86 °F to 356 °F). Composed primarily of a complex mixture of three or more membered condensed ring aromatic hydrocarbons.]

266-028-2

65996-93-2

Carc. 1A

H350

GHS08

H350

 

M = 1000

M = 1000

 

Muta. 1B

H340

GHS09

H340

 

Repr. 1B

H360FD

Dgr

H360FD

 

Aquatic Acute 1

H400

 

 

 

Aquatic Chronic 1

H410

 

H410

 

649-330-00-2

naphtha (petroleum), hydrodesulphurized heavy;

Low boiling point hydrogen treated naphtha;

[A complex combination of hydrocarbons obtained from a catalytic hydrodesulfurization process. It consists of hydrocarbons having carbon numbers predominantly in the range of C7 through C12 and boiling in the range of approximately 90 °C to 230 °C (194 °F to 446 °F).]

265-185-4

64742-82-1

Carc. 1B

H350

GHS08

H350

 

 

P

Muta. 1B

H340

Dgr

H340

STOT RE 1

H372 (centraal zenuwstelsel)

 

H372 (centraal zenuwstelsel)

Asp. Tox. 1

H304

 

H304

649-345-00-4

stoddard solvent;

Low boiling point naphtha - unspecified;

[A colourless, refined petroleum distillate that is free from rancid or objectionable odours and that boils in a range of approximately 148,8 °C to 204,4 °C (300 °F to 400 °F).]

232-489-3

8052-41-3

Carc. 1B

H350

GHS08

H350

 

 

P

Muta. 1B

H340

Dgr

H340

STOT RE 1

H372 (centraal zenuwstelsel)

 

H372 (centraal zenuwstelsel)

Asp. Tox. 1

H304

 

H304

649-405-00-X

solvent naphtha (petroleum), medium aliph.;

Straight run kerosine;

[A complex combination of hydrocarbons obtained from the distillation of crude oil or natural gasoline. It consists predominantly of saturated hydrocarbons having carbon numbers predominantly in the range of C9 through C12 and boiling in the range of approximately 140 °C to 220 °C (284 °F to 428 °F).]

265-191-7

64742-88-7

STOT RE 1

H372 (centraal zenuwstelsel)

GHS08

H372 (centraal zenuwstelsel)

 

 

 

Asp. Tox. 1

H304

Dgr

H304


BIJLAGE III

Catalogusnummer

Internationale chemische identificatie

EG-nr.

CAS-nr.

Indeling

Etikettering

Specifieke concentratiegrenzen,

M-factoren

Opmerkingen

Gevarenklasse en categorie

Gevarenaanduiding

Pictogram, signaalwoord

Gevarenaanduiding

Aanvullende gevarenaanduiding

031-001-00-4

gallium arsenide

215-114-8

1303-00-0

Carc. 1B

H350

GHS08

H350

 

 

 

STOT RE 1

H372 (ademhalingssysteem en hematopoëtisch systeem)

Dgr

H372 (ademhalingssysteem en hematopoëtisch systeem)

050-025-00-6

trichloromethylstannane

213-608-8

993-16-8

Repr. 2

H361d

GHS08

Wng

H361d

 

 

 

050-026-00-1

2-ethylhexyl 10-ethyl-4-[[2-[(2-ethylhexyl)oxy]-2-oxoethyl]thio]-4-methyl-7-oxo-8-oxa-3,5-dithia-4-stannatetradecanoate

260-828-5

57583-34-3

Repr. 2

H361d

GHS08

Wng

H361d

 

 

 

050-027-00-7

2-ethylhexyl 10-ethyl-4,4-dioctyl-7-oxo-8-oxa-3,5-dithia-4-stannatetradecanoate

239-622-4

15571-58-1

Repr. 1B

H360D

GHS08

Dgr

H360D

 

 

 

601-087-00-3

2,4,4-trimethylpentene

246-690-9

25167-70-8

Flam. Liq. 2

H225

GHS02

H225

 

 

D

Asp. Tox. 1

H304

GHS07

H304

STOT SE 3

H336

GHS08

Dgr

H336

606-145-00-1

sulcotrione (ISO);

2-[2-chloro-4-(methylsulfonyl)benzoyl]cyclohexane-1,3-dione

 

99105-77-8

Repr. 2

H361d

GHS08

H361d

 

M = 1

M = 10

 

STOT RE 2

H373 (nieren)

GHS07

H373 (nieren)

Skin Sens. 1A

H317

GHS09

H317

Aquatic Acute 1

H400

Wng

 

Aquatic Chronic 1

H410

 

H410

607-699-00-7

bifenthrin (ISO);

(2-methylbiphenyl-3-yl)methyl rel-(1R,3R)-3-[(1Z)-2-chloro-3,3,3-trifluoroprop-1-en-1-yl]-2,2-dimethylcyclopropanecarboxylate

 

82657-04-3

Carc. 2

H351

GHS06

H351

 

M = 10 000

M = 100 000

 

Acute Tox. 3

H331

GHS08

H331

Acute Tox. 2

H300

GHS09

H300

STOT RE 1

H372 (zenuwstelsel)

Dgr

H372 (zenuwstelsel)

Skin Sens. 1B

H317

 

H317

Aquatic Acute 1

H400

 

 

Aquatic Chronic 1

H410

 

H410

607-700-00-0

indoxacarb (ISO);

methyl (4aS)-7-chloro-2-{(methoxycarbonyl)[4-(trifluoromethoxy)phenyl]carbamoyl}-2,5-dihydroindeno[1,2-e][1,3,4]oxadiazine-4a(3H)-carboxylate [1]

 

173584-44-6 [1]

Acute Tox. 3

H301

GHS06

H301

 

M = 1

M = 1

 

Acute Tox. 4

H332

GHS08

H332

STOT RE 1

H372 (bloed, zenuwstelsel, hart)

GHS09

H372 (bloed, zenuwstelsel, hart)

Skin Sens. 1B

H317

Dgr

H317

Aquatic Acute 1

H400

 

 

Aquatic Chronic 1

H410

 

H410

reaction mass of (S)- Indoxacarb and (R)- Indoxacarb 75:25;

methyl 7-chloro-2-{(methoxycarbonyl)[4-(trifluoromethoxy)phenyl]carbamoyl}-2,5-dihydroindeno[1,2-e][1,3,4]oxadiazine-4a(3H)-carboxylate [2]

144171-61-9 [2]

 

 

 

 

607-702-00-1

dihexyl phthalate

201-559-5

84-75-3

Repr. 1B

H360FD

GHS08

Dgr

H360FD

 

 

 

607-703-00-7

ammoniumpentadeca- fluorooctanoate

223-320-4

3825-26-1

Carc. 2

H351

GHS08

H351

 

 

 

Repr. 1B

H360D

GHS07

H360D

Lact.

H362

GHS05

H362

Acute Tox. 4

H332

Dgr

H332

Acute Tox. 4

H302

 

H302

STOT RE 1

H372 (lever)

 

H372 (lever)

Eye Dam.1

H318

 

H318

607-704-00-2

perfluorooctanoic acid

206-397-9

335-67-1

Carc. 2

H351

GHS08

H351

 

 

 

Repr. 1B

H360D

GHS07

H360D

Lact.

H362

GHS05

H362

Acute Tox. 4

H332

Dgr

H332

Acute Tox. 4

H302

 

H302

STOT RE 1

H372 (lever)

 

H372 (lever)

Eye Dam. 1

H318

 

H318

612-282-00-8

octadecylamine

204-695-3

124-30-1

Asp. Tox. 1

H304

GHS05

H304

 

M = 10

M = 10

 

STOT RE 2

H373 (maag-darmkanaal, lever, immuunsysteem)

GHS08

H373 (maag-darmkanaal, lever, immuunsysteem)

Skin Irrit. 2

H315

GHS09

H315

Eye Dam. 1

H318

Dgr

H318

Aquatic Acute 1

H400

 

 

Aquatic Chronic 1

H410

 

H410

612-283-00-3

(Z)-octadec-9-enylamine

204-015-5

112-90-3

Acute Tox. 4

H302

GHS05

H302

 

M = 10

M = 10

 

Asp Tox. 1

H304

GHS07

H304

STOT SE 3

H335

GHS08

H335

STOT RE 2

H373 (maag-darmkanaal, lever, immuunsysteem)

GHS09

H373 (maag-darmkanaal, lever, immuunsysteem)

Skin Corr. 1B

H314

Dgr

H314

Aquatic Acute 1

H400

 

 

Aquatic Chronic 1

H410

 

H410

612-284-00-9

amines, hydrogenated tallow alkyl

262-976-6

61788-45-2

Asp Tox. 1

H304

GHS08

H304

 

M = 10

M = 10

 

STOT RE 2

H373 (maag-darmkanaal, lever, immuunsysteem)

GHS05

H373 (maag-darmkanaal, lever, immuunsysteem)

Skin Irrit. 2

H315

GHS09

H315

Eye Dam. 1

H318

Dgr

H318

Aquatic Acute 1

H400

 

 

Aquatic Chronic 1

H410

 

H410

612-285-00-4

amines, coco alkyl

262-977-1

61788-46-3

Acute Tox. 4

H302

GHS05

H302

 

M = 10

M = 10

 

Asp. Tox. 1

H304

GHS07

H304

STOT SE 3

H335

GHS08

H335

STOT RE 2

H373 (maag-darmkanaal, lever, immuunsysteem)

GHS09

H373 (maag-darmkanaal, lever, immuunsysteem)

Skin Corr. 1B

H314

Dgr

H314

Aquatic Acute 1

H400

 

 

Aquatic Chronic 1

H410

 

H410

612-286-00-X

amines, tallow alkyl

263-125-1

61790-33-8

Acute Tox. 4

H302

GHS05

H302

 

M = 10

M = 10

 

Asp. Tox. 1

H304

GHS07

H304

STOT RE 2

H373 (maag-darmkanaal, lever, immuunsysteem)

GHS08

H373 (maag-darmkanaal, lever, immuunsysteem)

Skin Corr. 1B

H314

GHS09

H314

Aquatic Acute 1

H400

Dgr

 

Aquatic Chronic 1

H410

 

H410

616-206-00-4

flufenoxuron (ISO);

1-(4-(2-cloro-α,α,α-p-trifluorotolyloxy)-2-fluorophenyl)-3-(2,6-difluorobenzolyl)urea

417-680-3

101463-69-8

Lact.

H362

GHS09

H362

 

M = 10 000

M = 10 000

 

Aquatic Acute 1

H400

Wng

 

Aquatic Chronic 1

H410

 

H410

616-207-00-X

polyhexamethylene biguanide hydrochloride

 

27083-27-8 or 32289-58-0

Carc. 2

H351

GHS05

H351

 

M = 10

M = 10

 

Acute Tox. 4

H302

GHS07

H302

STOT RE 1

H372 (luchtwegen) (inademing)

GHS08

H372 (luchtwegen) (inademing)

Eye Dam. 1

H318

GHS09

H318

Skin Sens. 1B

H317

Dgr

H317

Aquatic Acute 1

H400

 

 

Aquatic Chronic 1

H410

 

H410

616-208-00-5

N-ethyl-2-pyrrolidone;

1-ethylpyrrolidin-2-one

220-250-6

2687-91-4

Repr. 1B

H360D

GHS08

Dgr

H360D

 

 

 

616-209-00-0

amidosulfuron (ISO);

3-(4,6-dimethoxypyrimidin-2-yl)-1-((N-methyl-N-methylsulfonylamino)sulfonyl)urea

407-380-0

120923-37-7

Aquatic Acute 1

H400

GHS09

 

 

M = 100

M = 100

 

Aquatic Chronic 1

H410

Wng

H410

616-210-00-6

tebufenpyrad (ISO);

N-(4-tertbutylbenzyl)-4-chloro-3-ethyl-1-methyl-1Hpyrazole-5- carboxamide

 

119168-77-3

Acute Tox. 3

H301

GHS06

H301

 

M = 10

M = 10

 

Acute Tox. 4

H332

GHS08

H332

STOT RE 2

H373 (maag-darmkanaal) (oraal)

GHS09

H373 (maag-darmkanaal) (oraal)

Skin Sens. 1B

H317

Dgr

H317

Aquatic Acute 1

H400

 

 

Aquatic Chronic 1

H410

 

H410

616-211-00-1

proquinazid (ISO);

6-iodo-2-propoxy-3-propylquinazolin-4(3H)-one

 

189278-12-4

Carc. 2

H351

GHS08

H351

 

M = 1

M = 10

 

Aquatic Acute 1

H400

GHS09

 

Aquatic Chronic 1

H410

Wng

H410


BIJLAGE IV

Catalogusnummer

Internationale chemische identificatie

EG-nr.

CAS-nr.

Indeling

Etikettering

Concentratiegrenzen

Opmerkingen

015-004-00-8

aluminium phosphide

244-088-0

20859-73-8

F; R15/29

T+; R26/28

Xn; R21

R32

N; R50

F; T+; N

R: 15/29-21-26/28-32-50

S: (1/2-)3/9/14/49-8-22-30-36/37-43-45-60-61

N; R50: C ≥ 0,25 %

 

015-005-00-3

magnesium phosphide;

trimagnesium diphosphide

235-023-7

12057-74-8

F; R15/29

T+; R26/28

Xn; R21

R32

N; R50

F; T+; N

R: 15/29-21-26/28-32-50

S: (1/2-)3/9/14/49-8-22-30-36/37-43-45-60-61

N; R50: C ≥ 0,25 %

 

015-123-00-5

fenamiphos (ISO);

ethyl-4-methylthio-m-tolyl isopropyl phosphoramidate

244-848-1

22224-92-6

T+; R26/28

T; R24

Xi; R36

N; R50-53

T+; N

R: 24-26/28-36-50/53

S: (1/2-)23-26-28-35-36/37-45-60-61

N; R50-53: C ≥ 0,25 %

N; R51-53: 0,025 % ≤ C < 0,25 %

R52-53: 0,0025 % ≤ C < 0,025 %

 

030-012-00-1

aluminium-magnesium-zinc-carbonate-hydroxide

423-570-6

169314-88-9

R53

R: 53

S: 61

 

 

602-006-00-4

chloroform;

trichloromethane

200-663-8

67-66-3

Carc. Cat. 3; R40

Repr. Cat. 3; R63

Xn; R20/22-48/20

Xi; R36/38

Xn

R: 20/22-36/38-40-48/20-63

S: (2-)36/37

 

 

603-097-00-3

1,1′,1′′-nitrilotripropan-2-ol;

triisopropanolamine

204-528-4

122-20-3

Xi; R36

Xi

R: 36

S: (2-)26

 

 

605-008-00-3

acrolein;

prop-2-enal;

acrylaldehyde

203-453-4

107-02-8

F; R11

T+; R26/28

T; R24

C; R34

N; R50

F; T+; N

R: 11-24-26/28-34-50

S: (1/2-)23-26-28-36/37/39-45-61

C; R34: C ≥ 0,1 %

N; R50: C ≥ 0,25 %

D

607-023-00-0

vinyl acetate

203-545-4

108-05-4

F; R11

Carc. Cat. 3; R40

Xn; R20

Xi; R37

F; Xn

R: 11-20-37-40

S: 9-16-33-36/37

 

D

607-613-00-8

reaction mass of:

 

succinic acid

 

monopersuccinic acid

 

dipersuccinic acid

 

monomethyl ester of succinic acid

 

monomethyl ester of persuccinic acid

 

dimethyl succinate

 

glutaric acid

 

monoperglutaric acid

 

diperglutaric acid

 

monomethyl ester of glutaric acid

 

monomethyl ester of perglutaric acid

 

dimethyl glutarate

 

adipic acid

 

monoperadipic acid

 

diperadipic acid

 

monomethyl ester of adipic acid

 

monomethyl ester of peradipic acid

 

dimethyl adipate

 

hydrogen peroxide

 

methanol

 

water

432-790-1

 

C; R34

Xn; R20/21/22-68/20/21/22

C

R: 20/21/22-34-68/20/21/22

S: (1/2-)26-28-36/37/39-45

 

 

609-003-00-7

nitrobenzene

202-716-0

98-95-3

Carc. Cat. 3; R40

Repr. Cat. 2; R60

T; R23/24/25-48/23/24/25

R52-53

T

R: 23/24/25-48/23/24/25-40-60-52/53

S: 45-53

 

 

612-120-00-6

aclonifen (ISO);

2-chloro-6-nitro-3-phenoxyaniline

277-704-1

74070-46-5

Carc. Cat. 3; R40

R43

N; R50-53

Xn; N

R: 40-43-50/53

S: (2-)36/37-60-61

R43: C ≥ 0,1 %

N; R50-53: C ≥ 0,25 %

N; R51-53: 0,025 % ≤ C < 0,25 %

R52-53: 0,0025 % ≤ C < 0,025 %

 

613-175-00-9

epoxiconazole (ISO);

(2RS,3SR)-3-(2-chlorophenyl)-2-(4-fluorophenyl)-[(1H-1,2,4-triazol-1-yl)methyl]oxirane

406-850-2

133855-98-8

Carc. Cat. 3; R40

Repr. Cat. 2; R61

Repr. Cat. 3; R62

N; R51-53

T; N

R: 61-40-62-51/53

S: 45-53-61

 

 

616-200-00-1

reaction mass of N,N’-ethane-1,2-diylbis(hexanamide) and 12-hydroxy-N-[2-[(1-oxyhexyl)amino]ethyl]octadecanamide and N,N’-ethane-1,2-diylbis(12-hydroxyoctadecan amide)

432-430-3

 

R53

R: 53

S: 61

 

 

648-055-00-5

pitch, coal tar, high-temp.;

[The residue from the distillation of high temperature coal tar. A black solid with an approximate softening point from 30 °C to 180 °C (86 °F to 356 °F). Composed primarily of a complex mixture of three or more membered condensed ring aromatic hydrocarbons.]

266-028-2

65996-93-2

Carc. Cat. 1; R45

Muta. Cat. 2; R46

Repr. Cat. 2; R60-61

N; R50-53

T; N

R: 45-46-60-61-50/53

S: 45-53-60-61

N; R50-53: C ≥ 0,025 %

N; R51-53: 0,0025 % ≤ C <

0,025 %

R52-53: 0,00025 % ≤ C <

0,0025 %

 

649-330-00-2

naphtha (petroleum), hydrodesulphurized heavy;

Low boiling point hydrogen treated naphtha;

[A complex combination of hydrocarbons obtained from a catalytic hydrodesulfurization process. It consists of hydrocarbons having carbon numbers predominantly in the range of C7 through C12 and boiling in the range of approximately 90 °C to 230 °C (194 °F to 446 °F).]

265-185-4

64742-82-1

Carc. Cat. 2; R45

Muta. Cat. 2; R46

Xn; R48/20-65

T

R: 45-46-48/20-65

S: 45-53

 

P

649-345-00-4

stoddard solvent;

Low boiling point naphtha - unspecified;

[A colourless, refined petroleum distillate that is free from rancid or objectionable odours and that boils in a range of approximately 148,8 °C to 204,4 °C (300 °F to 400 °F).]

232-489-3

8052-41-3

Carc. Cat. 2; R45

Muta. Cat. 2; R46

Xn; R48/20-65

T

R: 45-46-48/20-65

S: 45-53

 

P

649-405-00-X

solvent naphtha (petroleum), medium aliph.;

Straight run kerosine;

[A complex combination of hydrocarbons obtained from the distillation of crude oil or natural gasoline. It consists predominantly of saturated hydrocarbons having carbon numbers predominantly in the range of C9 through C12 and boiling in the range of approximately 140 °C to 220 °C (284 °F to 428 °F).]

265-191-7

64742-88-7

Xn; R48/20-65

Xn

R: 48/20-65

S: (2-)23-24-62

 

 


BIJLAGE V

Catalogusnummer

Internationale chemische identificatie

EG-nr.

CAS-nr.

Indeling

Etikettering

Concentratiegrenzen

Opmerkingen

031-001-00-4

gallium arsenide

215-114-8

1303-00-0

Carc. Cat. 2; R45

T; R48/23

T

R: 45-48/23

S: 45-53

 

E

050-025-00-6

trichloromethylstannane

213-608-8

993-16-8

Repr. Cat. 3; R63

Xn

R: 63

S: (2-)22-36/37

 

 

050-026-00-1

2-ethylhexyl 10-ethyl-4-[[2-[(2-ethylhexyl)oxy]-2-oxoethyl]thio]-4-methyl-7-oxo-8-oxa-3,5-dithia-4-stannatetradecanoate

260-828-5

57583-34-3

Repr. Cat. 3; R63

Xn

R: 63

S: (2-)22-36/37

 

 

050-027-00-7

2-ethylhexyl 10-ethyl-4,4-dioctyl-7-oxo-8-oxa-3,5-dithia-4-stannatetradecanoate

239-622-4

15571-58-1

Repr. Cat. 2; R61

T

R: 61

S: 45-53

 

 

601-087-00-3

2,4,4-trimethylpentene

246-690-9

25167-70-8

F; R11

Xn; R65

R67

F; Xn

R: 11-65-67

S: 9-16-33-62

 

D

606-145-00-1

sulcotrione (ISO);

2-[2-chloro-4-(methylsulfonyl)benzoyl]cyclohexane-1,3-dione

 

99105-77-8

Repr. Cat. 3; R63

Xn; R48/22

R43

N; R50-53

Xn; N

R: 43-48/22-63-50/53

S: (2-)22-36/37-60-61

N; R50-53: C ≥ 25 %

N; R51-53: 2,5 % ≤ C < 25 %

R52-53: 0,25 % ≤ C< 2,5 %

R43: C ≥ 0,1 %

 

607-699-00-7

bifenthrin (ISO);

(2-methylbiphenyl-3-yl)methyl rel-(1R,3R)-3-[(1Z)-2-chloro-3,3,3-trifluoroprop-1-en-1-yl]-2,2-dimethylcyclopropanecarboxylate

 

82657-04-3

Carc. Cat 3; R40

T; R23/25

Xn; R48/22

R43

N; R50-53

T; N

R: 23/25-40-43-48/22-50/53

S: (1/2-)23-24-36/37-38- 45-60-61

N; R50-53: C ≥ 0,0025 %

N; R51-53: 0,00025 % ≤ C< 0,0025 %

R52-53: 0,000025 % ≤ C < 0,00025 %

 

607-700-00-0

indoxacarb (ISO);

methyl (4aS)-7-chloro-2-{(methoxycarbonyl)[4-(trifluoromethoxy)phenyl]carbamoyl}-2,5-dihydroindeno[1,2-e][1,3,4]oxadiazine-4a(3H)-carboxylate

 

173584-44-6

T; R25-48/25

Xn; R20

R43

N; R50-53

T; N

R: 20-25-43-48/25-50/53

S: (1/2-)24-37-45-60-61

N; R50-53: C ≥ 25 %

N; R51-53: 2,5 % ≤ C < 25 %

R52-53: 0,25 % ≤ C < 2,5 %

 

607-701-00-6

reaction mass of (S)- Indoxacarb and (R)- Indoxacarb 75:25;

methyl 7-chloro-2-{(methoxycarbonyl)[4-(trifluoromethoxy)phenyl]carbamoyl}-2,5-dihydroindeno[1,2-e][1,3,4]oxadiazine-4a(3H)-carboxylate

 

144171-61-9

T; R48/25

Xn; R20/22

R43

N; R50-53

T; N

R: 20/22-43-48/25-50/53

S: (1/2-)24-37-45-60-61

N; R50-53: C ≥ 25 %

N; R51-53: 2,5 % ≤ C < 25 %

R52-53: 0,25 % ≤ C < 2,5 %

 

607-702-00-1

dihexyl phthalate

201-559-5

84-75-3

Repr. Cat. 2; R60-61

T

R: 60-61

S: 45-53

 

 

607-703-00-7

ammoniumpentade- cafluorooctanoate

223-320-4

3825-26-1

Carc. Cat. 3; R40

Repr. Cat. 2; R61

R64

T; R48/23

Xn; R20/22-48/21/22

Xi; R41

T

R: 61-20/22-40-41- 48/23-48/21/22-64

S: 45-53

 

 

607-704-00-2

perfluorooctanoic acid

206-397-9

335-67-1

Carc. Cat. 3; R40

Repr. Cat. 2; R61

R64

T; R48/23

Xn; R20/22-48/21/22

Xi; R41

T

R: 61-20/22-40-41-48/23-48/21/22-64

S: 45-53

 

 

612-282-00-8

octadecylamine

204-695-3

124-30-1

Xn; R48/22-65

Xi; R38-41

N; R50-53

Xn; N

R: 38-41-48/22-65-50/53

S: (2-)26-36/37/39-60-61-62

N; R50-53: C ≥ 2,5 %

N; R51-53: 0,25 % ≤ C < 2,5 %

R52-53: 0,025 % ≤ C < 0,25 %

 

612-283-00-3

(Z)-octadec-9-enylamine

204-015-5

112-90-3

Xn; R22-48/22-65

C; R34

N; R50-53

C; N

R: 22-34-48/22-65-50/53

S: (1/2-)23-26-36/37/39-45-60-61-62

C; R34: C ≥ 10 %

Xi; R36/37/38: 5 % ≤ C < 10 %

N; R50-53: C ≥ 2,5 %

N; R51-53: 0,25 % ≤ C < 2,5 %

R52-53: 0,025 % ≤ C < 0,25 %

 

612-284-00-9

amines, hydrogenated tallow alkyl

262-976-6

61788-45-2

Xn; R48/22-65

Xi; R38-41

N; R50-53

Xn; N

R: 38-41-48/22-65-50/53

S: (2-)26-36/37/39-60-61-62

N; R50-53: C ≥ 2,5 %

N; R51-53: 0,25 % ≤ C < 2,5 %

R52-53: 0,025 % ≤ C < 0,25 %

 

612-285-00-4

amines, coco alkyl

262-977-1

61788-46-3

Xn; R22-48/22-65

C; R35

N; R50-53

C; N

R: 22-35-48/22-65-50/53

S: (1/2-)23-26-36/37/39-45-60-61-62

C; R35: C ≥ 10 %

C; R34: 5 % ≤ C < 10 %

Xi; R36/37/38: 1 % ≤ C < 5 %

N; R50-53: C ≥ 2,5 %

N; R51-53: 0,25 % ≤ C < 2,5 %

R52-53: 0,025 % ≤ C < 0,25 %

 

612-286-00-X

amines, tallow alkyl

263-125-1

61790-33-8

Xn; R22-48/22-65

C; R35

N; 50-53

C; N

R: 22-35-48/22-65-50/53

S: (1/2-)26-36/37/39-45-60-61-62

N; R50-53: C ≥ 2,5 %

N; R51-53: 0,25 % ≤ C < 2,5 %

R52-53: 0,025 % ≤ C < 0,25 %

 

616-206-00-4

flufenoxuron (ISO);

1-(4-(2-cloro-α,α,α-p-trifluorotolyloxy)-2-fluorophenyl)-3-(2,6-difluorobenzolyl)urea

417-680-3

101463-69-8

R64

R33

N; R50-53

N

R: 33-64-50/53

S: (2-)22-36/37-46-60-61

N; R50-53: C ≥ 0,0025 %

N; R51-53: 0,00025 % ≤ C < 0,0025 %

R52-53: 0,000025 % ≤ C < 0,00025 %

 

616-207-00-X

polyhexamethylene biguanide hydrochloride

 

27083-27-8 of 32289-58-0

Carc. Cat 3; R40

Xn; R22

T; R48/23

Xi; R41

R43

N; R50-53

T; N

R: 22-40-41-43-48/23-50/53

S: (1/2-)22-36/37/39-45-60-61

N; R50-53: C ≥ 2,5 %

N; R51-53: 0,25 % ≤ C < 2,5 %

R52-53: 0,025 % ≤ C < 0,25 %

 

616-208-00-5

N-ethyl-2-pyrrolidone;

1-ethylpyrrolidin-2-one

220-250-6

2687-91-4

Repr. Cat. 2; R61

T

R: 61

S: 45-53

 

 

616-209-00-0

amidosulfuron (ISO);

3-(4,6-dimethoxypyrimidin-2-yl)-1-((N-methyl-N-methylsulfonylamino)sulfonyl)urea

407-380-0

120923-37-7

N; R50-53

N

R: 50/53

S: 60-61

N; R50-53: C ≥ 0,25 %

N; R51-53: 0,025 % ≤ C < 0,25 %

R52-53: 0,0025 % ≤ C < 0,025 %

 

616-210-00-6

tebufenpyrad (ISO);

N-(4-tertbutylbenzyl)-4-chloro-3-ethyl-1-methyl-1Hpyrazole-5- carboxamide

 

119168-77-3

Xn; R20/22

R43

N; R50-53

Xn; N

R: 20/22-43-50/53

S: (2-)24-37-46-60-61

N; R50-53: C ≥ 2,5 %

N; R51-53: 0,25 % ≤ C < 2,5 %

R52-53: 0,025 % ≤ C < 0,25 %

 

616-211-00-1

proquinazid (ISO);

6-iodo-2-propoxy-3-propylquinazolin-4(3H)-one

 

189278-12-4

Carc. Cat. 3; R40

N; R50-53

Xn; N

R: 40-50/53

S: (2-)36/37-46-60-61

 

 


3.10.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 261/23


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 945/2013 VAN DE COMMISSIE

van 2 oktober 2013

tot goedkeuring van cypermethrin als bestaande werkzame stof voor gebruik in biociden voor productsoort 8

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1) en met name artikel 89, lid 1, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 1451/2007 van de Commissie van 4 december 2007 betreffende de tweede fase van het in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van biociden bedoelde tienjarige werkprogramma (2) is een lijst vastgesteld van werkzame stoffen die met het oog op een mogelijke opneming daarvan in bijlage I, IA of IB bij Richtlijn 98/8/EG van de Europees Parlement en de Raad (3) dienen te worden beoordeeld. Cypermethrin is in die lijst opgenomen.

(2)

Krachtens Verordening (EG) nr. 1451/2007 is cypermethrin overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG beoordeeld voor gebruik in productsoort 8 (houtconserveringsmiddelen), zoals gedefinieerd in bijlage V bij die richtlijn, wat overeenstemt met productsoort 8 zoals gedefinieerd in bijlage V bij Verordening (EU) nr. 528/2012.

(3)

België is als lidstaat-rapporteur aangewezen en heeft het verslag van de bevoegde instantie samen met een aanbeveling overeenkomstig artikel 14, leden 4 en 6, van Verordening (EG) nr. 1451/2007 op 5 maart 2010 bij de Commissie ingediend.

(4)

Het verslag van de bevoegde instantie is door de lidstaten en de Commissie getoetst. Overeenkomstig artikel 15, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1451/2007 zijn de conclusies van de toetsing door het Permanent Comité voor biociden op 12 juli 2013 in een beoordelingsverslag opgenomen.

(5)

Uit de beoordelingen blijkt dat van biociden die voor productsoort 8 worden gebruikt en cypermethrin bevatten, kan worden verwacht dat zij aan de eisen van artikel 5 van Richtlijn 98/8/EG voldoen.

(6)

Bijgevolg moet cypermethrin worden goedgekeurd voor gebruik in biociden voor productsoort 8.

(7)

Aangezien de evaluatie niet nanomaterialen betrof, mag de goedkeuring krachtens artikel 4, lid 4, van Verordening (EU) nr. 528/2012 geen betrekking hebben op dergelijke materialen.

(8)

Er dient een redelijke periode te verstrijken voordat een werkzame stof wordt goedgekeurd, teneinde de lidstaten, de betrokken partijen en in voorkomend geval de Commissie de gelegenheid te geven om zich voor te bereiden om aan de nieuwe eisen die dit meebrengt te voldoen.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent comité voor biociden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Cypermethrin wordt goedgekeurd als werkzame stof voor gebruik in biociden voor productsoort 8, behoudens de naleving van de specificaties en voorwaarden in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 oktober 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.

(2)  PB L 325 van 11.12.2007, blz. 3.

(3)  PB L 123 van 24.4.1998, blz. 1.


BIJLAGE

Triviale naam

IUPAC-benaming

Identificatienummers

Minimale zuiverheidsgraad van de werkzame stof (1)

Datum van goedkeuring

Datum van het verstrijken van de goedkeuring

Productsoort

Bijzondere voorwaarden (2)

Cypermethrin

Cypermethrin cis:trans/40:60

IUPAC-naam:

(RS)-α-cyaan-3-fenoxybenzyl-(1RS)-cis,trans-3-(2,2-dichloorvinyl)-2,2-dimethylcyclopropaancarboxylaat

EG-nr.: 257-842-9

CAS-nr.: 52315-07-8

920 g/kg

1 juni 2015

31 mei 2025

8

Bij de evaluatie van het product moet bijzondere aandacht worden besteed aan de blootstellingen, de risico’s en de doeltreffendheid voor elk gebruik waarvoor toelating werd aangevraagd, maar dat geen voorwerp was van de risicobeoordeling van de werkzame stof op het niveau van de Unie.

Aan de toelating worden de volgende voorwaarden verbonden:

1.

Voor industriële of beroepsmatige gebruikers moeten veilige operationele procedures en passende organisatorische maatregelen worden vastgesteld. Als de blootstelling niet op andere manieren tot een aanvaardbaar niveau kan worden beperkt, moeten de producten met passende persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt.

2.

Er moeten passende risicobeperkende maatregelen worden getroffen om de aquatische en bodemcompartimenten te beschermen. Meer in het bijzonder:

a)

op de etiketten en zo nodig op de veiligheidsinformatiebladen van toegelaten producten moet worden aangegeven dat industrieel aanbrengen van het product moet worden uitgevoerd binnen een afgesloten gebied of op een ondoordringbare harde ondergrond met afdamming, dat pas behandeld hout na de behandeling onder een afdak en/of op een ondoordringbare harde ondergrond moet worden opgeslagen om rechtstreekse verliezen naar de bodem of naar water te voorkomen en dat verliezen bij het aanbrengen van het product met het oog op hergebruik of verwijdering moeten worden opgevangen;

b)

er worden geen producten toegelaten voor industriële behandeling door onderdompeling of besproeiing van hout dat aan verwering zal worden blootgesteld, tenzij gegevens worden ingediend die aantonen dat het product geen onaanvaardbare risico’s zal opleveren, zo nodig door passende risicobeperkende maatregelen te treffen;

c)

er worden geen producten toegelaten voor de behandeling van constructies in de openlucht nabij of boven water, noch voor de behandeling van hout dat zal worden gebruikt voor constructies in de openlucht nabij of boven water, tenzij gegevens worden ingediend die aantonen dat het product geen onaanvaardbare risico’s zal opleveren, zo nodig door passende risicobeperkende maatregelen te treffen.


(1)  De in deze kolom vermelde zuiverheid was de minimale zuiverheidsgraad van de werkzame stof die voor de overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) nr. 528/2012 uitgevoerde beoordeling is gebruikt. De werkzame stof in het in de handel gebrachte product kan dezelfde of een andere zuiverheid hebben, voor zover bewezen is dat de werkzame stof technisch gelijkwaardig is aan de beoordeelde werkzame stof.

(2)  Met het oog op de toepassing van de gemeenschappelijke beginselen van bijlage VI bij Verordening (EU) nr. 528/2012 zijn de inhoud en de conclusies van de beoordelingsverslagen beschikbaar op de website van de Commissie: http://ec.europa.eu/comm/environment/biocides/index.htm


3.10.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 261/25


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 946/2013 VAN DE COMMISSIE

van 2 oktober 2013

inzake de vanaf 16 oktober 2013 te betalen voorschotten op de rechtstreekse betalingen uit hoofde van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (1), en met name artikel 29, lid 4, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 29, lid 2, van Verordening (EG) nr. 73/2009 is bepaald dat betalingen op grond van de in bijlage I bij die verordening genoemde steunregelingen moeten worden verricht binnen de periode van 1 december tot en met 30 juni van het volgende kalenderjaar. In artikel 29, lid 4, onder a), van die verordening is evenwel bepaald dat de Commissie in voorschotten kan voorzien.

(2)

De ongunstige weersomstandigheden die zich in Europa hebben voorgedaan, met een zeer strenge winter en overvloedige regen met zware overstromingen tot gevolg in sommige lidstaten, hebben in 2013 de productie van gewassen voor menselijke en dierlijke consumptie ernstige schade toegebracht. Daardoor zagen landbouwers, en met name veehouders, zich voor ernstige financiële problemen geplaatst. Bovenop deze problemen kwamen nog de gevolgen van de huidige financiële crisis, die bij veel landbouwers tot ernstige liquiditeitsproblemen hebben geleid. Om enig soelaas te bieden, moet de mogelijkheid worden geschapen om landbouwers een voorschot tot 50 % van de betalingen uit hoofde van de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 73/2009 genoemde steunregelingen te verstrekken. Wat de runds- en kalfsvleesbetalingen in het kader van titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009 betreft, moet het de lidstaten daarnaast worden toegestaan om de in artikel 82 van Verordening (EG) nr. 1121/2009 van de Commissie (2) bedoelde voorschotten te verhogen tot maximaal 80 % van de betaling.

(3)

Om ervoor te zorgen dat de voorschotten ten laste van het begrotingsjaar 2014 worden geboekt, moeten deze vanaf woensdag 16 oktober 2013 worden verstrekt. De op grond van artikel 29, lid 3, van Verordening (EG) nr. 73/2009 noodzakelijke verificatie van de subsidiabiliteitsvoorwaarden moet evenwel, in het belang van een goed financieel beheer, plaatsvinden voordat de voorschotten worden betaald.

(4)

Krachtens artikel 18, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad (3) kan de Raad op voorstel van de Commissie, in verband met nieuwe elementen waarover hij beschikt, de aanpassingscoëfficiënt van de rechtstreekse betalingen uiterlijk op 1 december aanpassen. Bijgevolg is het mogelijk dat op 16 oktober 2013 de in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 73/2009 bedoelde coëfficiënt voor aanpassing om redenen van financiële discipline nog niet bekend is. De maximale voorschotten die mogen worden betaald, dienen daarom te worden vastgesteld als een percentage van de rechtstreekse betalingen vóór toepassing van de in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 73/2009 bedoelde aanpassing. In de na 1 december 2013 te verrichten definitieve betaling zal rekening worden gehouden met de dan geldende definitieve coëfficiënt voor aanpassing om redenen van financiële discipline.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rechtstreekse betalingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De lidstaten mogen de landbouwers vanaf 16 oktober 2013 voorschotten betalen tot 50 % van de rechtstreekse betalingen uit hoofde van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 73/2009 voor aanvragen die in 2013 zijn gedaan, zonder daarbij rekening te houden met de in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 73/2009 bedoelde aanpassing en op voorwaarde dat de verificatie van de subsidiabiliteitsvoorwaarden overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG) nr. 73/2009 is afgerond.

Wat de runds- en kalfsvleesbetalingen in het kader van titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009 betreft, mogen de lidstaten het in de eerste alinea bedoelde bedrag verhogen tot maximaal 80 %.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 oktober 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16.

(2)  Verordening (EG) nr. 1121/2009 van de Commissie van 29 oktober 2009 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad met betrekking tot de bij de titels IV en V van die verordening ingestelde steunregelingen (PB L 316 van 2.12.2009, blz. 27).

(3)  Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).


3.10.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 261/27


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 947/2013 VAN DE COMMISSIE

van 2 oktober 2013

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 oktober 2013.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MK

61,5

ZZ

61,5

0707 00 05

MK

41,5

TR

116,3

ZZ

78,9

0709 93 10

TR

123,3

ZZ

123,3

0805 50 10

AR

105,3

CL

124,6

IL

107,9

TR

90,6

UY

127,6

ZA

120,8

ZZ

112,8

0806 10 10

BR

255,6

MK

27,7

TR

151,4

ZZ

144,9

0808 10 80

AR

246,9

BA

76,8

CL

139,1

NZ

143,5

US

160,2

ZA

136,0

ZZ

150,4

0808 30 90

AR

200,7

CL

199,9

CN

86,3

TR

131,2

ZA

165,9

ZZ

156,8


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


RICHTLIJNEN

3.10.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 261/29


RICHTLIJN 2013/47/EU VAN DE COMMISSIE

van 2 oktober 2013

tot wijziging van Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het rijbewijs

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (1) en met name artikel 8,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2012/36/EU van de Commissie van 19 november 2012 tot wijziging van Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het rijbewijs (2) voorziet in de aanpassing van bijlage II bij Richtlijn 2006/126/EG aan de technische ontwikkeling van de verschillende voertuigklassen, voor wat de specificaties voor examenvoertuigen betreft.

(2)

In bijlage II, I, B, punt 5.2, van Richtlijn 2006/126/EG, als gewijzigd bij Richtlijn 2012/36/EU is bepaald dat voertuigen van categorie A die gebruikt worden voor het examen inzake de rijvaardigheid en het rijgedrag aan bepaalde minimumnormen moeten voldoen. Motorrijwielen die voor examens worden gebruikt, moeten een ledige massa van meer dan 180 kg en een vermogen van minstens 50 kW hebben. Indien het motorrijwiel door een verbrandingsmotor wordt aangedreven, dient de cilinderinhoud daarvan minstens 600 cm3 te bedragen. Indien het motorrijwiel door een elektrische motor wordt aangedreven, dient de vermogen/gewichtsverhouding minstens 0,25 kW/kg te bedragen.

(3)

Om de opleidingssector in staat te stellen zijn uitrusting, waaronder motorrijwielen, aan te passen aan de technische ontwikkeling van de op de markt beschikbare voertuigen, moet worden voorzien in een overgangsperiode zodat de lidstaten tot 31 december 2018 het gebruik kunnen toestaan van motorrijwielen van categorie A die voldoen aan de νόόr de bij Richtlijn 2012/36/EU ingevoerde wijzigingen geldende specificaties.

(4)

Richtlijn 2006/126/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De bepalingen van deze richtlijn zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het rijbewijs,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan bijlage II, I, B, punt 5.2, van Richtlijn 2006/126/EG betreffende voertuigen van categorie A wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De lidstaten kunnen tot 31 december 2018 het gebruik toestaan van motorrijwielen van categorie A met een ledige massa van minder dan 180 kg, en met een vermogen van minstens 40 kW, doch minder dan 50 kW.”.

Artikel 2

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2013 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst mee van de voornaamste bepalingen van intern recht die zij vaststellen op het door deze richtlijn bestreken gebied.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 2 oktober 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 403 van 30.12.2006, blz. 18.

(2)  PB L 321 van 20.11.2012, blz. 54.