ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2013.199.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 199

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

56e jaargang
24 juli 2013


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 701/2013 van de Commissie van 11 juli 2013 houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (East Kent Goldings (BOB))

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 702/2013 van de Commissie van 22 juli 2013 houdende overgangsmaatregelen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de accreditatie van officiële laboratoria die officiële Trichinella-tests uitvoeren en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1162/2009 van de Commissie ( 1 )

3

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 703/2013 van de Commissie van 23 juli 2013 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

5

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Beschikking 2010/18/EG van de Commissie van 26 november 2009 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur voor houten vloerbekledingen (PB L 8 van 13.1.2010)

7

 

 

 

*

Bericht aan de lezer — Verordening (EU) nr. 216/2013 van de Raad van 7 maart 2013 betreffende de elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese Unie (zie bladzijde 3 van de omslag)

s3

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

24.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 199/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 701/2013 VAN DE COMMISSIE

van 11 juli 2013

houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (East Kent Goldings (BOB))

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (2) is bij Verordening (EU) nr. 1151/2012 ingetrokken en daardoor vervangen.

(2)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 is de door het Verenigd Koninkrijk ingediende aanvraag tot registratie van de benaming „East Kent Goldings” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (3).

(3)

Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006, moet de benaming „East Kent Goldings” worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de bijlage bij deze verordening vermelde benaming wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 juli 2013.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Dacian CIOLOȘ

Lid van de Commissie


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

(2)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.

(3)  PB C 285 van 21.9.2012, blz. 14.


BIJLAGE

In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie:

Categorie 1.8.   Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten (specerijen, enz.)

VERENIGD KONINKRIJK

East Kent Goldings (BOB)


24.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 199/3


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 702/2013 VAN DE COMMISSIE

van 22 juli 2013

houdende overgangsmaatregelen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de accreditatie van officiële laboratoria die officiële Trichinella-tests uitvoeren en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1162/2009 van de Commissie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (1), en met name artikel 63, lid 1, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 882/2004 behelst belangrijke wijzigingen van de voorschriften en procedures voor officiële controles. Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2006. De onmiddellijke toepassing op die datum van een aantal van die voorschriften en procedures zou in bepaalde gevallen evenwel praktische problemen hebben veroorzaakt.

(2)

Verordening (EG) nr. 882/2004 bepaalt dat laboratoria die analyses van in het kader van officiële controles genomen monsters uitvoeren, geaccrediteerd moeten zijn overeenkomstig bepaalde daarin genoemde Europese normen. Verordening (EG) nr. 1162/2009 van de Commissie van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004, (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (2) voorziet evenwel in bepaalde overgangsmaatregelen, waaronder een uitzondering op dit vereiste voor laboratoria, om een soepele overgang naar de volledige toepassing van de nieuwe voorschriften en procedures mogelijk te maken. Verordening (EG) nr. 1162/2009 is tot en met 31 december 2013 van toepassing.

(3)

Het verslag van de Commissie van 28 juli 2009 aan de Raad en het Europees Parlement over de bij de toepassing van de hygiëneverordeningen (EG) nr. 852/2004, (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 opgedane ervaring (3) heeft tot doel „een op feiten gebaseerd overzicht te geven van de ervaring die alle betrokken partijen in 2006, 2007 en 2008 opgedaan hebben bij de uitvoering van het hygiënepakket, met inbegrip van de moeilijkheden die zij ondervonden hebben” („het verslag”).

(4)

Het verslag gaat ook in op de ervaringen die zijn opgedaan met overgangsmaatregelen, waaronder die waarin Verordening (EG) nr. 882/2004 voorziet. Uit het verslag blijkt dat er zich nog steeds problemen voordoen bij de accreditatie van laboratoria die in slachthuizen gevestigd zijn.

(5)

Deze problemen moeten worden aangepakt door middel van een herziening van Verordening (EG) nr. 882/2004. Onmiddellijk na de publicatie van het verslag is dan ook het startschot gegeven voor een effectbeoordeling van een dergelijke herziening.

(6)

Op 6 mei 2013 heeft de Commissie een voorstel goedgekeurd voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid, teeltmateriaal en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen (4). Dit voorstel voorziet in de intrekking van Verordening (EG) nr. 882/2004 en in een mogelijke uitzondering op de accreditatie van officiële laboratoria waarvan de enige activiteit de detectie van Trichinella in vlees is.

(7)

Daarnaast is uit ervaring gebleken dat laboratoria die officiële Trichinella-tests uitvoeren en in slachthuizen of wildverwerkingsinrichtingen gevestigd zijn, extra tijd nodig hebben om volledige accreditatie te verkrijgen, aangezien de procedure complex en arbeidsintensief is. Derhalve moet deze verordening in extra overgangsmaatregelen voorzien in afwachting van de vaststelling van die nieuwe verordening door het Europees Parlement en de Raad.

(8)

Daarom moet worden voorzien in een nieuwe overgangsperiode tijdens welke de thans in Verordening (EG) nr. 1162/2009 vastgestelde overgangsmaatregelen blijven gelden. Om redenen van duidelijkheid moet Verordening (EG) nr. 1162/2009 dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bij deze verordening worden overgangsmaatregelen vastgesteld voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 voor een overgangsperiode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2016.

Artikel 2

In afwijking van artikel 12, lid 2, van Verordening (EG) nr. 882/2004 kan de bevoegde autoriteit een laboratorium aanwijzen dat officiële Trichinella-tests uitvoert en in een slachthuis of een wildverwerkingsinrichting gevestigd is, mits het laboratorium, hoewel het niet is geaccrediteerd overeenkomstig de in dat lid 2, onder a), bedoelde Europese normen:

a)

aantoont dat het de noodzakelijke accreditatieprocedures is begonnen en voortzet overeenkomstig artikel 12, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 882/2004;

b)

de bevoegde autoriteit afdoende garanties biedt dat de regelingen voor kwaliteitsborging voor de analyses van monsters die het in het kader van de officiële controles verricht, zijn ingevoerd.

Uiterlijk op 31 december van elk jaar brengen de lidstaten die deze overgangsmaatregel toepassen verslag uit aan de Commissie over de vooruitgang die is geboekt bij de accreditatie van dergelijke aangewezen laboratoria.

Artikel 3

Hoofdstuk IV van Verordening (EG) nr. 1162/2009 wordt geschrapt.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2016.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 juli 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1.

(2)  PB L 314 van 1.12.2009, blz. 10.

(3)  COM(2009) 403 final.

(4)  COM(2013) 265 final.


24.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 199/5


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 703/2013 VAN DE COMMISSIE

van 23 juli 2013

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 juli 2013.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0707 00 05

TR

116,3

ZZ

116,3

0709 93 10

TR

131,1

ZZ

131,1

0805 50 10

AR

87,6

TR

70,0

UY

86,4

ZA

88,6

ZZ

83,2

0806 10 10

CL

51,4

EG

168,7

TR

169,6

ZZ

129,9

0808 10 80

AR

168,0

BR

112,4

CL

124,1

CN

95,8

NZ

134,2

US

165,4

ZA

158,0

ZZ

136,8

0808 30 90

AR

96,7

CL

140,8

CN

77,3

NZ

162,9

TR

174,5

ZA

118,8

ZZ

128,5

0809 10 00

TR

192,1

ZZ

192,1

0809 29 00

TR

313,7

ZZ

313,7

0809 30

TR

178,6

ZZ

178,6

0809 40 05

BA

58,4

MK

99,6

TR

118,8

XS

95,4

ZZ

93,1


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


Rectificaties

24.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 199/7


Rectificatie van Beschikking 2010/18/EG van de Commissie van 26 november 2009 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur voor houten vloerbekledingen

( Publicatieblad van de Europese Unie L 8 van 13 januari 2010 )

Bladzijde 37, criterium 2.2, onder b):

in plaats van:

„b)

Chemische stoffen die door de producent/leverancier van de chemische stoffen overeenkomstig het communautair indelingsysteem (28e wijziging van Richtlijn 67/548/EEG) als schadelijk voor het milieu zijn ingedeeld, voldoen aan de twee volgende beperkingen:

Aan stoffen en preparaten voor oppervlaktebehandeling mogen geen chemische stoffen worden toegevoegd die overeenkomstig Richtlijn 1999/45/EG als schadelijk voor het milieu zijn ingedeeld.

Desalniettemin mogen de producten tot 5 % vluchtige organische stoffen (VOS) bevatten zoals gedefinieerd in Richtlijn 1999/13/EG van de Raad (2) (VOS: een organische verbinding die bij 293,15 K een dampspanning van 0,01 kPa of meer of onder de specifieke gebruiksomstandigheden een vergelijkbare vluchtigheid heeft). Als het product moet worden verdund, mag het gehalte van het verdunde product niet hoger zijn dan voornoemde drempelwaarden.

De aangebrachte hoeveelheid (natte verf/vernis) van milieuschadelijke stoffen mag niet meer dan 14 g/m2 oppervlak bedragen en de aangebrachte hoeveelheid (natte verf/vernis) VOS mag niet meer dan 35 g/m2 bedragen.

Beoordeling en controle: de aanvrager dient een verklaring in te dienen dat aan dit criterium wordt voldaan, alsmede documenten ter ondersteuning van deze verklaring, met inbegrip van:

een volledig recept met vermelding van de hoeveelheden en de CAS-nummers van de bestanddelen,

de testmethode en testresultaten voor alle in het product aanwezige stoffen overeenkomstig Richtlijn 67/548/EEG,

een verklaring dat alle bestanddelen zijn vermeld,

het aantal lagen en de hoeveelheid die per laag per vierkante meter oppervlak is opgebracht.

Om het verbruik van product voor oppervlaktebehandeling en van de opgebrachte hoeveelheid te berekenen, wordt gebruikgemaakt van de volgende efficiëntiewaarden: spuitapparaat zonder recycling 50 %, spuitapparaat met recycling 70 %, elektrostatisch spuiten 65 %, bell/disk spuiten 80 %, opbrengen met roller 95 %, „blanket” opbrengen 95 %, vacuüm opbrengen 95 %, dompelen 95 %, spoelen 95 %.”,

te lezen:

„b)

Chemische stoffen die door de producent/leverancier van de chemische stoffen overeenkomstig het communautair indelingsysteem (28e wijziging van Richtlijn 67/548/EEG) als schadelijk voor het milieu zijn ingedeeld, voldoen aan een van de twee volgende beperkingen:

Aan stoffen en preparaten voor oppervlaktebehandeling mogen geen chemische stoffen worden toegevoegd die overeenkomstig Richtlijn 1999/45/EG als schadelijk voor het milieu zijn ingedeeld.

Desalniettemin mogen de producten tot 5 % vluchtige organische stoffen (VOS) bevatten zoals gedefinieerd in Richtlijn 1999/13/EG van de Raad (2) (VOS: een organische verbinding die bij 293,15 K een dampspanning van 0,01 kPa of meer of onder de specifieke gebruiksomstandigheden een vergelijkbare vluchtigheid heeft). Als het product moet worden verdund, mag het gehalte van het verdunde product niet hoger zijn dan voornoemde drempelwaarden.

De aangebrachte hoeveelheid (natte verf/vernis) van milieuschadelijke stoffen overeenkomstig Richtlijn 1999/45/EG mag niet meer dan 14 g/m2 oppervlak bedragen en de aangebrachte hoeveelheid (natte verf/vernis) VOS mag niet meer dan 35 g/m2 bedragen.

Beoordeling en controle: de aanvrager dient een verklaring in te dienen dat aan dit criterium wordt voldaan, alsmede documenten ter ondersteuning van deze verklaring, met inbegrip van:

een volledig recept met vermelding van de hoeveelheden en de CAS-nummers van de bestanddelen,

de testmethode en testresultaten voor alle in het product aanwezige stoffen overeenkomstig Richtlijn 67/548/EEG,

een verklaring dat alle bestanddelen zijn vermeld,

het aantal lagen en de hoeveelheid die per laag per vierkante meter oppervlak is opgebracht.

De opbrengmethode:

Om het verbruik van product voor oppervlaktebehandeling en van de opgebrachte hoeveelheid te berekenen, wordt gebruikgemaakt van de volgende efficiëntiewaarden: spuitapparaat zonder recycling 50 %, spuitapparaat met recycling 70 %, elektrostatisch spuiten 65 %, bell/disk spuiten 80 %, opbrengen met roller 95 %, „blanket” opbrengen 95 %, vacuüm opbrengen 95 %, dompelen 95 %, spoelen 95 %.”.


24.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 199/s3


BERICHT AAN DE LEZER

Verordening (EU) nr. 216/2013 van de Raad van 7 maart 2013 betreffende de elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese Unie

Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 216/2013 van de Raad van 7 maart 2013 betreffende de elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese Unie (PB L 69 van 13.3.2013, blz. 1) zal, met ingang van 1 juli 2013, enkel de elektronische editie van het Publicatieblad authentiek zijn en rechtsgevolgen hebben.

Indien het door onvoorziene en uitzonderlijke omstandigheden niet mogelijk is de elektronische editie van het Publicatieblad te publiceren, zal de gedrukte editie authentiek zijn en rechtsgevolgen hebben overeenkomstig de bepalingen van artikel 3 van Verordening (EU) nr. 216/2013.