ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2013.187.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 187

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

56e jaargang
6 juli 2013


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

 

*

Kennisgeving betreffende de inwerkingtreding van het Protocol inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging door de exploratie en de exploitatie van het continentaal plat, de zeebodem en de ondergrond daarvan bij het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu en de kustgebieden van de Middellandse Zee

1

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 645/2013 van de Commissie van 4 juli 2013 tot vaststelling van een verbod op de visserij op blauwvintonijn in de Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en in de Middellandse Zee door in Spanje geregistreerde tonnara’s

2

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 646/2013 van de Commissie van 4 juli 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme

4

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 647/2013 van de Commissie van 5 juli 2013 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

6

 

 

BESLUITEN

 

 

2013/356/GBVB

 

*

Besluit Atalanta/2/2013 van het Politiek en Veiligheidscomité van 2 juli 2013 tot benoeming van de commandant van de EU-strijdkrachten voor de militaire operatie van de Europese Unie teneinde bij te dragen tot het ontmoedigen, het voorkomen en bestrijden van piraterij en gewapende overvallen voor de Somalische kust (Atalanta)

8

 

 

2013/357/EU

 

*

Besluit van de Europese Centrale Bank van 21 juni 2013 betreffende de maatregelen die nodig zijn voor de bijdrage aan het geaccumuleerde eigen vermogen van de Europese Centrale Bank en voor de aanpassing van de vorderingen van de nationale centrale banken ter grootte van de overgedragen externe reserves (ECB/2013/15)

9

 

 

2013/358/EU

 

*

Besluit van de Europese Centrale Bank van 21 juni 2013 houdende wijziging van Besluit ECB/2010/29 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten (ECB/2013/16)

13

 

 

2013/359/EU

 

*

Besluit van de Europese Centrale Bank van 21 juni 2013 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (ECB/2013/17)

15

 

 

2013/360/EU

 

*

Besluit van de Europese Centrale Bank van 21 juni 2013 betreffende de modaliteiten en de voorwaarden voor de overdracht van aandelen in het kapitaal van de Europese Centrale Bank tussen de nationale centrale banken en de aanpassing van het gestorte kapitaal (ECB/2013/18)

17

 

 

2013/361/EU

 

*

Besluit van de Europese Centrale Bank van 21 juni 2013 betreffende het volstorten van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (ECB/2013/19)

23

 

 

2013/362/EU

 

*

Besluit van de Europese Centrale Bank van 21 juni 2013 betreffende de volstorting van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van buiten het eurogebied (ECB/2013/20)

25

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Verordening (EU) nr. 1220/2012 van de Raad van 3 december 2012 houdende handelsgerelateerde maatregelen om voor bepaalde visserijproducten de bevoorrading voor de verwerkende industrie in de EU te garanderen voor de periode 2013-2015, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 104/2000 en (EU) nr. 1344/2011 (PB L 349 van 19.12.2012)

27

 

 

 

*

Bericht aan de lezer — Verordening (EU) nr. 216/2013 van de Raad van 7 maart 2013 betreffende de elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese Unie (zie bladzijde 3 van de omslag)

s3

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

6.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 187/1


Kennisgeving betreffende de inwerkingtreding van het Protocol inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging door de exploratie en de exploitatie van het continentaal plat, de zeebodem en de ondergrond daarvan bij het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu en de kustgebieden van de Middellandse Zee

Het Protocol inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging door de exploratie en de exploitatie van het continentaal plat, de zeebodem en de ondergrond daarvan (1) bij het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu en de kustgebieden van de Middellandse Zee, dat op 14 oktober 1994 te Madrid is vastgesteld, is overeenkomstig artikel 32, lid 4, van het Protocol op 29 maart 2013 in werking getreden.


(1)  PB L 4 van 9.1.2013, blz. 15.


VERORDENINGEN

6.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 187/2


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 645/2013 VAN DE COMMISSIE

van 4 juli 2013

tot vaststelling van een verbod op de visserij op blauwvintonijn in de Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en in de Middellandse Zee door in Spanje geregistreerde tonnara’s

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), en met name artikel 36, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De hoeveelheid blauwvintonijn die vissersvaartuigen en tonnara's van de Europese Unie in 2013 mogen vangen in de Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en in de Middellandse Zee, is vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 40/2013 van de Raad van 21 januari 2013 tot vaststelling, voor 2013, van de vangstmogelijkheden in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in bepaalde niet-EU-wateren, voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor internationale onderhandelingen worden gevoerd of internationale overeenkomsten gelden (2).

(2)

Krachtens Verordening (EG) nr. 302/2009 van de Raad van 6 april 2009 betreffende een meerjarig herstelplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 43/2009 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1559/2007 (3) moeten de lidstaten de Commissie in kennis stellen van de individuele quota die aan hun vaartuigen van meer dan 24 meter zijn toegewezen. Wat visserijvaartuigen van minder dan 24 meter en tonnara's betreft, moeten de lidstaten de Commissie in kennis stellen van, op zijn minst, de quota die zijn toegekend aan producentenorganisaties of met soortgelijk vistuig vissende groepen vaartuigen.

(3)

Het gemeenschappelijk visserijbeleid heeft tot doel de levensvatbaarheid van de visserijsector op de lange termijn te garanderen door een op de voorzorgsbenadering gebaseerde duurzame exploitatie van de levende aquatische rijkdommen.

(4)

Wanneer de Commissie op basis van door de lidstaten verstrekte gegevens en van andere gegevens waarover zij beschikt, van oordeel is dat de voor de Europese Unie, een lidstaat of een groep lidstaten beschikbare vangstmogelijkheden voor één of meer vistuigen of vloten als opgebruikt moeten worden beschouwd, moet zij overeenkomstig artikel 36, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad de betrokken lidstaten daarvan in kennis stellen en de visserijactiviteiten voor het gebied, het vistuig, het bestand, de groep bestanden of de vloot die bij die specifieke visserijactiviteiten zijn betrokken, verbieden.

(5)

Uit de gegevens waarover de Commissie beschikt, blijkt dat de vangstmogelijkheden voor blauwvintonijn in de Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en in de Middellandse Zee die zijn toegewezen aan in Spanje geregistreerde tonnara’s, zijn opgebruikt.

(6)

Op 10, 12 en 19 juni heeft Spanje aan de Commissie meegedeeld de visserijactiviteiten van zijn vier tonnara's die in 2013 actief zijn geweest in de blauwvintonijnvisserij, te hebben stopgezet, en wel met ingang van 11 juni voor twee tonnara's, met ingang van 12 juni voor één tonnara en met ingang van 20 juni voor de laatste tonnara; bijgevolg zijn alle hier bedoelde activiteiten met ingang van uiterlijk 20 juni 2013 om 00.00 uur verboden.

(7)

Onverminderd de hierboven genoemde maatregelen van Spanje moet de Commissie bevestigen dat de visserij op blauwvintonijn in de Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en in de Middellandse Zee door in Spanje geregistreerde tonnara’s met ingang van uiterlijk 20 juni 2013 om 00.00 uur verboden is,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De visserij op blauwvintonijn in de Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en in de Middellandse Zee door in Spanje geregistreerde tonnara’s wordt met ingang van uiterlijk 20 juni 2013 om 00.00 uur verboden.

Het is verboden om blauwvintonijn die met ingang van die datum door deze tonnara's is gevangen, aan boord te houden, voor vetmest- of kweekdoeleinden te kooien, over te laden, over te hevelen, te oogsten of aan te landen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 juli 2013.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Maria DAMANAKI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

(2)  PB L 23 van 25.1.2013, blz. 1.

(3)  PB L 96 van 15.4.2009, blz. 1.


6.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 187/4


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 646/2013 VAN DE COMMISSIE

van 4 juli 2013

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad van 27 december 2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme (1), en met name artikel 7,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 2580/2001 bevat een lijst van de bevoegde autoriteiten waaraan informatie over en verzoeken betreffende de bij die verordening ingestelde maatregelen moeten worden gericht.

(2)

Letland heeft verzocht om wijziging van de adresgegevens van de Letse bevoegde autoriteiten.

(3)

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 2580/2001 dient daarom dienovereenkomstig te worden bijgewerkt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 2580/2001 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 juli 2013.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Hoofd van de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid


(1)  PB L 344 van 28.12.2001, blz. 70.


BIJLAGE

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 2580/2001 wordt als volgt gewijzigd:

De adresgegevens voor Letland worden vervangen door:

„Latvijas Republikas Ārlietu Ministrija

K.Valdemāra iela 3

Rīga LV-1395, Latvija

Telefoon: (+371) 67 016 201

Fax: (+371) 67 828 121

mfa.cha@mfa.gov.lv

Noziedzīgi iegūtu līdzekļu legalizācijas novēršanas dienests

Raiņa bulvāris 15

Rīga LV-1050, Latvija

Telefoon: (+371) 67 044 430

Fax: (+371) 67 324 497

kd@kd.gov.lv”


6.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 187/6


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 647/2013 VAN DE COMMISSIE

van 5 juli 2013

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 juli 2013.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0707 00 05

MK

33,9

TR

105,8

ZZ

69,9

0709 93 10

TR

119,5

ZZ

119,5

0805 50 10

AR

89,7

TR

69,0

ZA

97,4

ZZ

85,4

0808 10 80

AR

142,5

BR

90,5

CL

138,9

CN

96,2

NZ

145,8

US

156,5

ZA

118,9

ZZ

127,0

0808 30 90

AR

116,1

CL

124,8

CN

49,9

NZ

192,6

ZA

117,1

ZZ

120,1

0809 10 00

IL

275,4

TR

205,6

ZZ

240,5

0809 29 00

TR

288,3

ZZ

288,3

0809 30

TR

236,9

ZZ

236,9

0809 40 05

IL

135,1

MA

100,4

ZA

125,3

ZZ

120,3


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

6.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 187/8


BESLUIT ATALANTA/2/2013 VAN HET POLITIEK EN VEILIGHEIDSCOMITÉ

van 2 juli 2013

tot benoeming van de commandant van de EU-strijdkrachten voor de militaire operatie van de Europese Unie teneinde bij te dragen tot het ontmoedigen, het voorkomen en bestrijden van piraterij en gewapende overvallen voor de Somalische kust (Atalanta)

(2013/356/GBVB)

HET POLITIEK EN VEILIGHEIDSCOMITÉ,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 38,

Gezien Gemeenschappelijk Optreden 2008/851/GBVB van de Raad van 10 november 2008 inzake de militaire operatie van de Europese Unie teneinde bij te dragen tot het ontmoedigen, het voorkomen en het bestrijden van piraterij en gewapende overvallen voor de Somalische kust (1), en met name artikel 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Ingevolge artikel 6, lid 1, van Gemeenschappelijk Optreden 2008/851/GBVB, heeft de Raad het Politiek en Veiligheidscomité („PVC”) gemachtigd om besluiten te nemen tot benoeming van de commandant van de EU-strijdkrachten voor de militaire operatie van de Europese Unie teneinde bij te dragen tot het ontmoedigen, het voorkomen en bestrijden van piraterij en gewapende overvallen voor de Somalische kust („commandant van de EU-strijdkrachten”).

(2)

Op 22 maart 2013 heeft het PVC Besluit Atalanta/1/2013 (2) vastgesteld, waarbij Commodore Jorge NOVO PALMA werd benoemd tot commandant van de EU-strijdkrachten.

(3)

De operationeel commandant van de Europese Unie heeft aanbevolen Commodore Peter LENSELINK te benoemen tot nieuwe commandant van de EU-strijdkrachten, als opvolger van Commodore Jorge NOVO PALMA.

(4)

Het Militair Comité van de Europese Unie steunt deze aanbeveling.

(5)

Overeenkomstig artikel 5 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de uitwerking en de uitvoering van besluiten en acties van de Unie die gevolgen hebben op defensiegebied,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Commodore Peter LENSELINK wordt met ingang van 6 augustus 2013 benoemd tot commandant van de EU-strijdkrachten voor de militaire operatie van de Europese Unie teneinde bij te dragen tot het ontmoedigen, het voorkomen en bestrijden van piraterij en gewapende overvallen voor de Somalische kust.

Artikel 2

Besluit Atalanta/1/2013 wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 6 augustus 2013.

Gedaan te Brussel, 2 juli 2013.

Voor het Politiek en Veiligheidscomité

De voorzitter

W. STEVENS


(1)  PB L 301 van 12.11.2008, blz. 33.

(2)  Besluit Atalanta/1/2013 van het Politiek en Veiligheidscomité van 22 maart 2013 tot benoeming van de commandant van de EU-strijdkrachten voor de militaire operatie van de Europese Unie teneinde bij te dragen tot het ontmoedigen, het voorkomen en bestrijden van piraterij en gewapende overvallen voor de Somalische kust (Atalanta) (PB L 87 van 27.3.2013, blz. 12).


6.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 187/9


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 21 juni 2013

betreffende de maatregelen die nodig zijn voor de bijdrage aan het geaccumuleerde eigen vermogen van de Europese Centrale Bank en voor de aanpassing van de vorderingen van de nationale centrale banken ter grootte van de overgedragen externe reserves

(ECB/2013/15)

(2013/357/EU)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de „ESCB-statuten” genoemd), inzonderheid artikel 30,

Overwegende:

(1)

Aangezien Kroatië op 1 juli 2013 tot de Europese Unie zal toetreden en zijn nationale centrale bank (NCB), Hrvatska narodna banka, met ingang van die datum deel gaat uitmaken van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB), regelt Besluit ECB/2013/17 van 21 juni 2013 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (1) de uitbreiding van de sleutel voor inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (ECB) (hierna de „kapitaalverdeelsleutel” genoemd), zulks overeenkomstig artikel 29.3 van de ESCB-statuten en stelt de met ingang van 1 juli 2013 aan elke nationale centrale bank (NCB) toegewezen nieuwe weging van de uitgebreide kapitaalverdeelsleutel vast (hierna de „wegingen van de kapitaalverdeelsleutel” genoemd).

(2)

De aanpassingen van de wegingen in de kapitaalverdeelsleutel en de resulterende wijzigingen in de aandelen van de NCB's in het geplaatste kapitaal van de ECB nopen tot een aanpassing van de vorderingen die de ECB ingevolge artikel 30.3 van de ESCB-statuten aan de NCB’s van de lidstaten die de euro als munt hebben („NCB’s binnen het eurogebied”) heeft toegekend ter grootte van de bijdrage van de NCB’s binnen het eurogebied tot de externe reserves van de ECB (hierna de „vorderingen”). De NCB's binnen het eurogebied wier vorderingen toenemen vanwege de stijging van de wegingen in de kapitaalverdeelsleutel met ingang van 1 juli 2013, dienen derhalve ter compensatie een overschrijving uit te voeren aan de ECB, terwijl de ECB ter compensatie een overschrijving dient uit te voeren aan die NCB’s binnen het eurogebied wier vorderingen dalen vanwege deze uitbreiding.

(3)

De eventuele overdracht van externe reserves aan de ECB is met ingang van 1 juli 2013 beperkt tot 57 951 042 976,26 EUR.

(4)

Overeenkomstig de aan de ESCB-statuten ten grondslag liggende algemene beginselen van billijkheid, gelijke behandeling en de bescherming van gewettigd vertrouwen, dienen die NCB’s binnen het eurogebied wier relatieve aandeel in het geaccumuleerde eigen vermogen van de ECB stijgt ten gevolge van de voornoemde aanpassingen, eveneens ter compensatie een overschrijving uit te voeren aan die NCB’s binnen het eurogebied wier relatieve aandeel daalt.

(5)

Ter berekening van de aanpassing van de waarde van het aandeel van elke NCB binnen het eurogebied in het geaccumuleerde eigen vermogen van de ECB, dienen de respectieve wegingen in de kapitaalverdeelsleutel van elke NCB binnen het eurogebied tot en met 30 juni 2013 en met ingang van 1 juli 2013 uitgedrukt te worden als een percentage van het totale kapitaal van de ECB waarmee alle NCB’s binnen het eurogebied hebben ingeschreven.

(6)

Bijgevolg is de vaststelling van een nieuw ECB-besluit vereist ter intrekking van Besluit ECB/2008/27 van 12 december 2008 betreffende de maatregelen die nodig zijn voor de bijdrage aan het geaccumuleerde eigen vermogen van de Europese Centrale Bank en voor de aanpassing van de vorderingen van de nationale centrale banken ter grootte van de overgedragen externe reserves (2),

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

In dit besluit wordt bedoeld met:

a)   „geaccumuleerd eigen vermogen”: het totaal van de reserves, herwaarderingsrekeningen en met reserves gelijkgestelde voorzieningen, zoals door de ECB berekend op 30 juni 2013, plus of minus de berekende geaccumuleerde nettowinst of het geaccumuleerde nettoverlies van de ECB, al naar gelang de omstandigheden, zulks met ingang van 1 januari 2013 tot en met 30 juni 2013. De reserves van de ECB en haar met reserves gelijkgestelde voorzieningen omvatten, zonder afbreuk te doen aan het algemene karakter van het „geaccumuleerd vermogen”, het Algemeen Reservefonds en de voorziening voor wisselkoers-, rente- en goudprijsrisico’s;

b)   „overschrijvingsdatum”: 12 juli 2013;

c)   de „inkomsten van de ECB uit eurobankbiljetten”: heeft dezelfde betekenis als de term „inkomsten van de ECB uit eurobankbiljetten in omloop”, zoals vastgelegd in artikel 1, onder c), van Besluit ECB/2010/24 van 25 november 2010 inzake de tussentijdse verdeling van de inkomsten van de Europese Centrale Bank uit in omloop zijnde eurobankbiljetten en uit waardepapieren die zijn aangekocht uit hoofde van het programma voor de effectenmarkten (3);

d)   de „inkomsten van de ECB uit het SMP”: heeft dezelfde betekenis als de term „inkomsten van de ECB uit SMP-effecten”, zoals vastgelegd in artikel 1, onder d), van Besluit ECB/2010/24.

Artikel 2

Bijdrage aan de reserves en voorzieningen van de ECB

1.   Indien het aandeel van een NCB binnen het eurogebied in het geaccumuleerde eigen vermogen met ingang van 1 juli 2013 stijgt vanwege de stijging van haar weging in de kapitaalverdeelsleutel, maakt die NCB binnen het eurogebied op de overschrijvingsdatum het overeenkomstig lid 3 vastgestelde bedrag over aan de ECB.

2.   Indien het aandeel van een NCB binnen het eurogebied in het geaccumuleerde eigen vermogen met ingang van 1 juli 2013 daalt vanwege de daling van haar weging in de kapitaalverdeelsleutel, ontvangt die NCB binnen het eurogebied op de overschrijvingsdatum het overeenkomstig lid 3 vastgestelde bedrag van de ECB.

3.   Op 12 juli 2013 berekent de ECB, en bevestigt zulks aan elke NCB binnen het eurogebied, hetzij het bedrag dat die NCB binnen het eurogebied aan de ECB dient over te maken, ingeval lid 1 van toepassing is, dan wel het bedrag dat die NCB binnen het eurogebied van de ECB dient te ontvangen, ingeval lid 2 van toepassing is. Behoudens afronding, wordt elk over te maken of te ontvangen bedrag berekend door de waarde van het geaccumuleerde eigen vermogen te vermenigvuldigen met het absolute verschil tussen de weging in de kapitaalverdeelsleutel van elke NCB op 30 juni 2013 en haar weging in de kapitaalverdeelsleutel met ingang van 1 juli 2013 en de uitkomst te delen door 100.

4.   Elk in lid 3 genoemd bedrag is op 1 juli 2013 in euro verschuldigd, maar wordt effectief op de overschrijvingsdatum overgemaakt.

5.   Indien zij ingevolge lid 1 of lid 2 gehouden is tot overmaking van een bedrag, maakt een NCB binnen het eurogebied, dan wel de ECB, op de overschrijvingsdatum daarnaast eveneens over de periode van 1 juli 2013 tot en met de overschrijvingsdatum lopende interest over op de bedragen, die respectievelijk door die NCB binnen het eurogebied, dan wel door de ECB verschuldigd zijn. De partijen die deze interest overmaken dan wel ontvangen, zijn dezelfde partijen die de bedragen waarop de interest verschuldigd is, overmaken dan wel ontvangen.

6.   Indien het geaccumuleerde eigen vermogen minder dan nul bedraagt, geschiedt de verrekening van de ingevolge lid 3 en lid 5 over te maken of te ontvangen bedragen in de tegengestelde richting van de in lid 3 en lid 5 vastgestelde bedragen.

Artikel 3

Aanpassing van de vorderingen ter grootte van de overgedragen externe reserves

1.   De vorderingen van de NCB’s binnen het eurogebied worden met ingang van 1 juli 2013 aangepast, zulks overeenkomstig hun aangepaste wegingen in de kapitaalverdeelsleutel. De waarde van de vorderingen van de NCB’s binnen het eurogebied met ingang van 1 juli 2013 is vastgelegd in de derde kolom van de tabel in de bijlage bij dit besluit.

2.   Zonder enige verdere formaliteit of handeling wordt voor elke NCB binnen het eurogebied ingevolge deze bepaling verondersteld, dat zij op 1 juli 2013 de absolute waarde van de naast haar naam in de vierde kolom van de in de tabel in de bijlage bij dit besluit vermelde (in euro) luidende vordering heeft overgemaakt, dan wel heeft ontvangen, waarbij „-” verwijst naar een vordering die de NCB binnen het eurogebied aan de ECB overdraagt en „+” verwijst naar een vordering die de ECB aan de NCB binnen het eurogebied overdraagt.

3.   Op 1 juli 2013 maakt elke NCB binnen het eurogebied de absolute waarde van het naast haar naam in de vierde kolom van de in de tabel in de bijlage bij dit besluit vermelde (in euro) luidende bedrag over, dan wel ontvangt dat bedrag, waarbij „+” verwijst naar een bedrag dat de NCB binnen het eurogebied aan de ECB overmaakt en „-” verwijst naar een bedrag dat de ECB aan de NCB binnen het eurogebied overmaakt.

Artikel 4

Samenhangende financiële aangelegenheden

1.   In afwijking van de derde alinea van artikel 2, lid 1, van Besluit ECB/2010/23 van 25 november 2010 inzake de toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken van lidstaten die de euro als munt hebben (4), worden de tegoeden binnen het Eurosysteem op eurobankbiljetten in omloop voor de periode 1 juli 2013 tot en met 30 juli 2013 berekend op basis van de kapitaalverdeelsleutel die met ingang van 1 juli 2013 van toepassing is en wordt toegepast op de tegoeden op het totaal van eurobankbiljetten in omloop op 28 juni 2013. Voor de periode 1 juli 2013 tot en met 31 december 2013 worden de compenserende bedragen en de administratieve boekingsposten ter saldering van die compenserende bedragen, zoals bedoeld in artikel 4, lid 5, van Besluit ECB/2010/23, in de boeken van elke NCB opgenomen met als valutadatum 1 juli 2013.

2.   Met betrekking tot de periode van 1 januari 2013 tot en met 30 juni 2013 worden de monetaire inkomsten van de NCB’s binnen het eurogebied toegedeeld en verdeeld overeenkomstig de wegingen in de kapitaalverdeelsleutel die op 30 juni 2013 gelden.

3.   De nettowinst of het nettoverlies van de ECB, al naar gelang de omstandigheden, wordt voor het boekjaar 2013 toegedeeld op basis van de op 1 juli 2013 van toepassing zijnde wegingen in de kapitaalverdeelsleutel.

4.   Enige tussentijdse verdeling van de inkomsten van de ECB uit eurobankbiljetten en/of uit het SMP wordt voor het jaar 2013 toegedeeld op basis van de op 1 juli 2013 van toepassing zijnde wegingen in de kapitaalverdeelsleutel.

5.   Ingeval van een ECB-verlies in het boekjaar 2013, dekt de ECB dit verlies als volgt:

a)

uit het algemeen ECB-reservefonds vrijgemaakte middelen;

b)

de monetaire inkomsten van de NCB’s van 1 juli 2013 tot en met 31 december 2013, behoudens een besluit van de Raad van bestuur ingevolge artikel 33 van de ESCB-statuten;

c)

de monetaire inkomsten van de NCB’s van 1 januari 2013 tot en met 30 juni 2013, behoudens een besluit van de Raad van bestuur ingevolge artikel 33 van de ESCB-statuten.

6.   Indien de gepoolde monetaire NCB-inkomsten van 1 januari 2013 tot en met 30 juni 2013 ter dekking van het jaarverlies aan de ECB overgedragen moeten worden, worden in aanvulling op de in artikel 2 en 3 genoemde betalingen compenserende betalingen gedaan. NCB’s binnen het eurogebied wier wegingen in de kapitaalverdeelsleutel op 1 juli 2013 stijgen, doen die betaling aan de ECB en de ECB doet die betaling aan de NCB binnen het eurogebied wier weging in de kapitaalverdeelsleutel op 1 juli 2013 daalt. Het bedrag van de compenserende betaling wordt als volgt berekend. De totale monetaire inkomsten voor de periode 1 januari 2013 tot en met 30 juni 2013 die ter dekking van het ECB-verlies aan de ECB werden overgedragen, worden vermenigvuldigd met het absolute verschil tussen de wegingen in de kapitaalverdeelsleutel van de NCB’s binnen het eurogebied op 30 juni 2013 en hun wegingen in de kapitaalverdeelsleutel op 1 juli 2013, en de uitkomst wordt gedeeld door 100. Rente is verschuldigd op de compenserende betalingen in verband met de monetaire NCB-inkomsten van 1 januari 2014 tot de betalingsdatum van deze betalingen.

7.   De met in lid 6 genoemde monetaire ECB-inkomsten samenhangende aanvullende compenserende betalingen, alsook de lopende rente, worden op de tweede dag na de vergadering van de Raad van bestuur van februari 2014 betaald.

Artikel 5

Algemene bepalingen

1.   De lopende interest ingevolge artikel 2, lid 5 en artikel 4, lid 6 wordt dagelijks berekend middels de werkelijk aantal dagen/360-dagtellingsconventie tegen een percentage dat gelijk is aan de meest recente marginale rentevoet die het Eurosysteem in haar tenders voor basis-herfinancieringstransacties hanteerde.

2.   Elke overdracht krachtens artikel 2, lid 1, lid 2 en lid 5 en artikel 3, lid 3 en artikel 4, lid 6 en 7 verloopt apart via TARGET2.

3.   De ECB en de NCB's binnen het eurogebied, die gehouden zijn enige overschrijving uit te voeren zoals vastgesteld in lid 2, geven te zijner tijd de noodzakelijke instructies voor het naar behoren en tijdig uitvoeren van een dergelijke overschrijving.

Artikel 6

Inwerkingtreding en intrekking

1.   Dit besluit treedt op 1 juli 2013 in werking.

2.   Besluit ECB/2008/27 wordt met ingang van 1 juli 2013 ingetrokken.

3.   Verwijzingen naar Besluit ECB/2008/27 gelden als verwijzingen naar dit besluit.

Gedaan te Frankfurt am Main, 21 juni 2013.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  Zie bladzijde 15 van dit Publicatieblad.

(2)  PB L 21 van 24.1.2009, blz. 77.

(3)  PB L 6 van 11.1.2011, blz. 35.

(4)  PB L 35 van 9.2.2011, blz. 17.


BIJLAGE

VORDERINGEN TER GROOTTE VAN DE AAN DE ECB OVERGEDRAGEN EXTERNE RESERVES

(EUR)

NCB binnen het eurogebied

Vordering ter grootte van de aan de ECB overgedragen externe reserves, op 30 juni 2013

Vordering ter grootte van de aan de ECB overgedragen externe reserves, met ingang van 1 juli 2013

Bedrag van overschrijving

Nationale Bank van België

1 397 303 846,77

1 401 024 414,99

3 720 568,22

Deutsche Bundesbank

10 909 120 274,33

10 871 789 515,48

–37 330 758,85

Eesti Pank

103 115 678,01

103 152 856,50

37 178,49

Banc Ceannais na hÉireann/Central Bank of Ireland

639 835 662,35

643 894 038,51

4 058 376,16

Bank of Greece

1 131 910 590,58

1 129 060 170,31

–2 850 420,27

Banco de España

4 783 645 755,10

4 782 873 429,96

– 772 325,14

Banque de France

8 192 338 994,75

8 190 916 316,35

–1 422 678,40

Banca d’Italia

7 198 856 881,40

7 218 961 423,55

20 104 542,15

Central Bank of Cyprus

78 863 331,39

77 248 740,29

–1 614 591,10

Banque centrale du Luxembourg

100 638 597,47

100 776 863,74

138 266,27

Bank Ċentrali ta’ Malta/Central Bank of Malta

36 407 323,18

36 798 912,29

391 589,11

De Nederlandsche Bank

2 297 463 391,20

2 298 512 217,57

1 048 826,37

Oesterreichische Nationalbank

1 118 545 877,01

1 122 511 702,45

3 965 825,44

Banco de Portugal

1 008 344 596,55

1 022 024 593,93

13 679 997,38

Banka Slovenije

189 410 251,00

189 499 910,53

89 659,53

Národná banka Slovenska

399 443 637,59

398 761 126,72

– 682 510,87

Suomen Pankki

722 328 204,76

721 838 191,31

– 490 013,45

Totaal (1):

40 307 572 893,44

40 309 644 424,48

2 071 531,04


(1)  Vanwege afronding kan er een verschil optreden tussen de totalen en de som van alle vermelde cijfers.


6.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 187/13


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 21 juni 2013

houdende wijziging van Besluit ECB/2010/29 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten

(ECB/2013/16)

(2013/358/EU)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, inzonderheid artikel 128, lid 1,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid artikel 16,

Overwegende:

(1)

Aangezien Kroatie op 1 juli 2013 tot de Europese Unie zal toetreden en zijn nationale centrale bank (NCB), Hrvatska narodna banka, met ingang van die datum deel gaat uitmaken van het Europees Stelsel van centrale banken, regelt Besluit ECB/2013/17 van 21 juni 2013 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (1) de uitbreiding van de sleutel voor inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (ECB) (hierna de „kapitaalverdeelsleutel”) en stelt met ingang van 1 juli 2013 de aan elke NCB toegewezen nieuwe weging van de uitgebreide kapitaalverdeelsleutel vast (hierna: „wegingen van de kapitaalsleutel”).

(2)

Artikel 1, onder d) van Besluit ECB/2010/29 van 13 december 2010 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten (2) definieert de „verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten” onder verwijzing naar bijlage I bij dat besluit houdende de specificatie van de verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten zoals die vanaf 1 januari 2011 van toepassing is. Aangezien met ingang van 1 juli 2013 nieuwe wegingen in de kapitaalverdeelsleutel van toepassing zullen zijn, dient Besluit ECB/2010/29 gewijzigd te worden, zulks ter vaststelling van de met ingang van 1 juli 2013 toepasselijke verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging

1.   De laatste zin van artikel 1, onder d) van Besluit ECB/2010/29 wordt als volgt vervangen: „Bijlage I bij dit besluit specificeert de verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten zoals die met ingang van 1 juli 2013 van toepassing is.”.

2.   Bijlage I bij Besluit ECB/2010/29 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2013.

Gedaan te Frankfurt am Main, 21 juni 2013.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  Zie bladzijde 15 van dit Publicatieblad.

(2)  PB L 35 van 9.2.2011, blz. 26.


BIJLAGE

VERDEELSLEUTEL VOOR TOEDELING VAN BANKBILJETTEN VANAF 1 JULI 2013

Europese Centrale Bank

8,0000 %

Nationale Bank van België

3,1975 %

Deutsche Bundesbank

24,8130 %

Eesti Pank

0,2355 %

Banc Ceannais na hÉireann/Central Bank of Ireland

1,4695 %

Bank of Greece

2,5770 %

Banco de España

10,916 %

Banque de France

18,6945 %

Banca d’Italia

16,4760 %

Central Bank of Cyprus

0,1765 %

Banque centrale du Luxembourg

0,2300 %

Bank Ċentrali ta’ Malta/Central Bank of Malta

0,0840 %

De Nederlandsche Bank

5,2460 %

Oesterreichische Nationalbank

2,5620 %

Banco de Portugal

2,3325 %

Banka Slovenije

0,4325 %

Národná banka Slovenska

0,9100 %

Suomen Pankki

1,6475 %

TOTAAL

100,0000 %


6.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 187/15


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 21 juni 2013

inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank

(ECB/2013/17)

(2013/359/EU)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de „ESCB-statuten”), inzonderheid artikel 29.4 en artikel 48.3,

Gezien de bijdrage van de Algemene Raad van de Europese Centrale Bank (ECB), overeenkomstig artikel 46.2, vierde streepje van de ESCB-statuten;

Overwegende:

(1)

Besluit ECB/2008/23 van 12 december 2008 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (1), stelde met ingang van 1 januari 2009 de wegingen in de verdeelsleutel voor inschrijving op het kapitaal van de ECB vast (hierna „wegingen in de kapitaalverdeelsleutel”, respectievelijk „kapitaalverdeelsleutel”) die werden toegekend aan de nationale centrale banken (NCB’s) die op 1 januari 2009 deel uitmaakten van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB).

(2)

Aangezien Kroatië op 1 juli 2013 tot de Europese Unie zal toetreden en zijn NCB, Hrvatska narodna banka, op die datum deel gaat uitmaken van het ESCB, dient het geplaatste kapitaal van de ECB overeenkomstig artikel 48.3 van de statuten automatisch verhoogd te worden. Naar analogie van artikel 29.1 en overeenkomstig artikel 29.2 van de ESCB-statuten, vereist deze verhoging de berekening van de weging in de kapitaalverdeelsleutel van iedere NCB die op 1 juli 2013 ESCB-lid zal zijn.

(3)

Overeenkomstig Besluit 2003/517/EG van de Raad van 15 juli 2003 betreffende de statistische gegevens die moeten worden gebruikt voor de aanpassing van de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (2), verstrekte de Europese Commissie de ECB de voor de vaststelling van de aangepaste kapitaalverdeelsleutel te gebruiken gegevens.

(4)

Naar analogie van artikel 3.5 en artikel 6.6 van het reglement van orde van de Algemene Raad van de Europese Centrale Bank en gezien de bijdrage van de Algemene Raad aan dit besluit (3), kon de president van Hrvatska narodna banka voorafgaande aan de goedkeuring van dit besluit opmerkingen indienen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Afronding

Indien de Europese Commissie gewijzigde statistische gegevens verstrekt die moeten worden gebruikt voor de aanpassing van de kapitaalverdeelsleutel en het totaal van de cijfers niet 100 % is, wordt het verschil weggewerkt door: i) als het totaal minder is dan 100 % het kleinste aandeel met 0,0001 procentpunt te verhogen, eventueel gevolgd door eenzelfde verhoging van het op een na kleinste aandeel enz. tot het totaal precies 100 % bedraagt, of ii) als het totaal meer dan 100 % bedraagt, het grootste aandeel met 0,0001 procentpunt te verlagen, eventueel gevolgd door eenzelfde verlaging van het op een na grootste aandeel enz. tot het totaal precies 100 % bedraagt.

Artikel 2

Wegingen in de kapitaalverdeelsleutel

De aan elke NCB toegekende weging in de kapitaalverdeelsleutel, zoals vastgelegd in artikel 29 van de ESCB-statuten, geldt als volgt met ingang van 1 juli 2013:

Nationale Bank van België

2,4176 %

Българска народна банка (Bulgaarse Nationale Bank)

0,8644 %

Česká národní banka

1,4539 %

Danmarks Nationalbank

1,4754 %

Deutsche Bundesbank

18,7603 %

Eesti Pank

0,1780 %

Banc Ceannais na hÉireann/Central Bank of Ireland

1,1111 %

Bank of Greece

1,9483 %

Banco de España

8,2533 %

Banque de France

14,1342 %

Hrvatska narodna banka

0,5945 %

Banca d’Italia

12,4570 %

Central Bank of Cyprus

0,1333 %

Latvijas Banka

0,2742 %

Lietuvos bankas

0,4093 %

Banque centrale du Luxembourg

0,1739 %

Magyar Nemzeti Bank

1,3740 %

Bank Ċentrali ta’ Malta/Central Bank of Malta

0,0635 %

De Nederlandsche Bank

3,9663 %

Oesterreichische Nationalbank

1,9370 %

Narodowy Bank Polski

4,8581 %

Banco de Portugal

1,7636 %

Banca Națională a României

2,4449 %

Banka Slovenije

0,3270 %

Národná banka Slovenska

0,6881 %

Suomen Pankki

1,2456 %

Sveriges riksbank

2,2612 %

Bank of England

14,4320 %

Artikel 3

Inwerkingtreding en intrekking

1.   Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2013.

2.   Besluit ECB/2008/23 wordt met ingang van 1 juli 2013 ingetrokken.

3.   Verwijzingen naar Besluit ECB/2008/23 gelden als verwijzingen naar dit besluit.

Gedaan te Frankfurt am Main, 21 juni 2013.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  PB L 21 van 24.1.2009, blz. 66.

(2)  PB L 181 van 19.7.2003, blz. 43.

(3)  Besluit ECB/2004/12 van 17 juni 2004 houdende goedkeuring van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank (PB L 230 van 30.6.2004, blz. 61).


6.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 187/17


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 21 juni 2013

betreffende de modaliteiten en de voorwaarden voor de overdracht van aandelen in het kapitaal van de Europese Centrale Bank tussen de nationale centrale banken en de aanpassing van het gestorte kapitaal

(ECB/2013/18)

(2013/360/EU)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de „ESCB-statuten” genoemd), inzonderheid artikel 28.5,

Overwegende:

(1)

Besluit ECB/2013/17 van 21 juni 2013 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (1) voorziet in de aanpassing van de aan de nationale centrale banken (NCB’s) toegekende wegingen in de sleutel voor inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (ECB) (hierna „wegingen in de kapitaalverdeelsleutel”, respectievelijk „kapitaalverdeelsleutel” genoemd), zulks gezien de toetreding van Kroatië tot de Europese Unie op 1 juli 2013 en zijn NCB, Hrvatska narodna banka, met ingang van die datum deel gaat uitmaken van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB). Deze aanpassing vereist dat de Raad van bestuur de voorwaarden bepaalt voor overdrachten van aandelen in het kapitaal tussen de NCB’s die 30 juni 2013 ESCB-leden zijn opdat de verdeling van deze aandelen overeenkomt met de uitgevoerde aanpassingen. Bijgevolg is de vaststelling van een nieuw ECB-besluit vereist dat Besluit ECB/2008/25 van 12 december 2008 betreffende de modaliteiten en voorwaarden voor de overdracht van aandelen in het kapitaal van de Europese Centrale Bank tussen de nationale centrale banken en de aanpassing van het gestorte kapitaal (2) met ingang van 1 juli 2013 intrekt.

(2)

Hrvatska narodna banka zal pas op 1 juli deel gaan uitmaken van het ESCB, derhalve geldt de overdracht van kapitaal krachtens artikel 28.5 van de ESCB-statuten bij deze gelegenheid niet voor Hrvatska narodna banka.

(3)

Besluit ECB/2013/19 van 21 juni 2013 betreffende het volstorten van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (3), bepaalt hoe en in hoeverre de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (hierna de „NCB’s binnen het eurogebied” genoemd) gehouden zijn tot volstorting van het kapitaal van de ECB op grond van de uitgebreide kapitaalverdeelsleutel. Besluit ECB/2013/20 van 21 juni 2013 betreffende de volstorting van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van buiten het eurogebied (4), bepaalt het percentage dat de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro niet hebben aangenomen (hierna de „NCB’s van buiten het eurogebied” genoemd) op grond van de uitgebreide kapitaalverdeelsleutel met ingang van 1 juli 2013 dienen te storten.

(4)

De NCB’s binnen het eurogebied hebben hun aandelen in het geplaatste kapitaal van de ECB al volgestort, zoals vereist uit hoofde van Besluit ECB/2010/27 van 13 december 2010 betreffende het storten van de verhoging van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (5). Gezien dit feit stipuleert artikel 2, lid 1, van Besluit ECB/2013/19 dat NCB’s binnen het eurogebied hetzij een additioneel bedrag dienen over te maken aan de ECB, dan wel van de ECB een bedrag dienen te ontvangen, al naargelang de situatie, teneinde uit te komen op de in de tabel in artikel 1 van Besluit ECB/2013/19 genoemde bedragen. Besluit ECB/2010/27 vult Besluit ECB/2008/24 van 12 december 2008 betreffende de maatregelen die nodig zijn voor de volstorting van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van deelnemende lidstaten, aan (6).

(5)

De NCB’s van buiten het eurogebied, met uitzondering van Hrvatska narodna banka, hebben hun aandelen in het geplaatste kapitaal van de ECB eveneens al volgestort, zoals vereist uit hoofde van Besluit ECB/2010/28 van 13 december 2010 betreffende het storten van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van de lidstaten van buiten het eurogebied (7). Gezien dit feit stipuleert artikel 2, lid 1, van Besluit ECB/2013/20 dat zij hetzij een additioneel bedrag dienen over te maken aan de ECB, dan wel van de ECB een bedrag dienen te ontvangen, al naargelang de situatie, teneinde uit te komen op de in de tabel in artikel 1 van Besluit ECB/2013/20 genoemde bedragen. Artikel 2, lid 2, van Besluit ECB/2013/20 bepaalt dat Hrvatska narodna banka aan de ECB het naast haar naam in de derde kolom van de tabel van artikel 1 van dat besluit vermelde bedrag overmaakt,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Overdracht van aandelen in het kapitaal

Gezien het aandeel in het kapitaal van de ECB waarop elke NCB, met uitzondering van Hrvatska narodna banka, op 30 juni 2013 zal hebben ingeschreven en het aandeel in het kapitaal van de ECB waarop elke NCB met ingang van 1 juli 2013 zal inschrijven als gevolg van de aanpassing van de wegingen in de kapitaalverdeelsleutel zoals vastgelegd in artikel 2 van Besluit ECB/2013/17, dragen de NCB’s onderling aandelen in het kapitaal over door middel van overdrachten naar en zijdens de ECB, opdat de verdeling van de aandelen in het kapitaal met ingang van 1 juli 2013 overeenkomt met de aangepaste wegingen. Ingevolge dit artikel, en zonder dat zulks enige verdere formaliteit of handeling vereist, wordt aangenomen dat elke NCB te dien einde, met ingang van 1 juli 2013 het naast haar naam in de vierde kolom van de in de tabel in bijlage 1 bij dit besluit vermelde aandeel in het geplaatste kapitaal van de ECB heeft overgemaakt, dan wel heeft ontvangen, waarbij „+” verwijst naar een aandeel in het kapitaal dat de ECB aan de NCB overdraagt en „-” verwijst naar een aandeel in het kapitaal dat de NCB aan de ECB overdraagt.

Artikel 2

Aanpassing van het gestorte kapitaal

Gezien het door elke NCB gestorte kapitaal van de ECB en het kapitaal van de ECB dat elke NCB met ingang van 1 juli 2013 stort, zoals vastgelegd in artikel 1 van Besluit ECB/2013/19 voor de NCB’s binnen het eurogebied, respectievelijk in artikel 1 van Besluit ECB/2013/20 voor de NCB’s van buiten het eurogebied, schrijft elke NCB op 1 juli 2013 het naast haar naam in de vierde kolom van de tabel in bijlage II bij dit besluit vermelde nettobedrag over, dan wel ontvangt ze dat bedrag, waarbij „+” verwijst naar een bedrag dat de NCB aan de ECB overmaakt en „-” verwijst naar een bedrag dat de ECB aan die NCB overmaakt.

Artikel 3

Algemene bepalingen

1.   De overschrijvingen beschreven in artikel 2 zullen gebeuren via TARGET2.

2.   Indien een NCB geen toegang heeft tot TARGET2, zullen de bedragen omschreven in artikel 2 overgeschreven worden door de creditering van een bankrekening die de ECB of NCB te zijner tijd bekend zullen maken.

3.   Indien op 1 juli 2013 niet is betaald, is met ingang van 1 juli rente verschuldigd, die dagelijks berekend wordt middels de werkelijk aantal dagen/360-dagtellingsconventie tegen een percentage dat gelijk is aan de meest recente marginale rentevoet die het Eurosysteem in haar tenders voor basis-herfinancieringstransactie hanteerde. De partijen die deze interest overmaken dan wel ontvangen, zijn dezelfde partijen die de bedragen waarop de interest verschuldigd is, overmaken dan wel ontvangen. Betaling van de in artikel 2 genoemde bedragen en de rentebetalingen geschiedt in twee aparte transacties.

4.   De ECB en de NCB’s die krachtens artikel 2 gehouden zijn een overschrijving uit te voeren, geven te zijner tijd de voor de tijdige en behoorlijke uitvoering van die overmaking noodzakelijke instructies.

Artikel 4

Inwerkingtreding en intrekking

1.   Dit besluit treedt op 1 juli 2013 in werking.

2.   Besluit ECB/2008/25 wordt met ingang van 1 juli 2013 ingetrokken.

3.   Verwijzingen naar Besluit ECB/2008/25 gelden als verwijzingen naar dit besluit.

Gedaan te Frankfurt am Main, 21 juni 2013.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  Zie bladzijde 15 van dit Publicatieblad.

(2)  PB L 21 van 24.1.2009, blz. 71.

(3)  Zie bladzijde 23 van dit Publicatieblad.

(4)  Zie bladzijde 25 van dit Publicatieblad.

(5)  PB L 1 van 15.1.2011, blz. 54.

(6)  PB L 21 van 24.1.2009, blz. 69.

(7)  PB L 11 van 15.1.2011, blz. 56.


BIJLAGE I

GEPLAATST KAPITAAL VAN DE NCB’S

(EUR)

 

Aandeel waarop op 30 juni 2013 is ingeschreven

Aandeel waarop op 1 juli 2013 is ingeschreven

Over te dragen aandeel

NCB’s binnen het eurogebied

Nationale Bank van België

261 010 384,68

261 705 370,91

694 986,23

Deutsche Bundesbank

2 037 777 027,43

2 030 803 801,28

–6 973 226,15

Eesti Pank

19 261 567,80

19 268 512,58

6 944,78

Banc Ceannais na hÉireann/Central Bank of Ireland

119 518 566,24

120 276 653,55

758 087,31

Bank of Greece

211 436 059,06

210 903 612,74

– 532 446,32

Banco de España

893 564 575,51

893 420 308,48

– 144 267,03

Banque de France

1 530 293 899,48

1 530 028 149,23

– 265 750,25

Banca d’Italia

1 344 715 688,14

1 348 471 130,66

3 755 442,52

Central Bank of Cyprus

14 731 333,14

14 429 734,42

– 301 598,72

Banque centrale du Luxembourg

18 798 859,75

18 824 687,29

25 827,54

Bank Ċentrali ta’ Malta/Central Bank of Malta

6 800 732,32

6 873 879,49

73 147,17

De Nederlandsche Bank

429 156 339,12

429 352 255,40

195 916,28

Oesterreichische Nationalbank

208 939 587,70

209 680 386,94

740 799,24

Banco de Portugal

188 354 459,65

190 909 824,68

2 555 365,03

Banka Slovenije

35 381 025,10

35 397 773,12

16 748,02

Národná banka Slovenska

74 614 363,76

74 486 873,65

– 127 490,11

Suomen Pankki

134 927 820,48

134 836 288,06

–91 532,42

NCB van buiten het eurogebied

Българска народна банка (Bulgaarse Nationale Bank)

93 467 026,77

93 571 361,11

104 334,34

Česká národní banka

155 728 161,57

157 384 777,79

1 656 616,22

Danmarks Nationalbank

159 634 278,39

159 712 154,31

77 875,92

Hrvatska narodna banka

0,00

64 354 667,03

64 354 667,03

Latvijas Banka

30 527 970,87

29 682 169,38

– 845 801,49

Lietuvos bankas

45 797 336,63

44 306 753,94

–1 490 582,69

Magyar Nemzeti Bank

149 099 599,69

148 735 597,14

– 364 002,55

Narodowy Bank Polski

526 776 977,72

525 889 668,45

– 887 309,27

Banca Națională a României

265 196 278,46

264 660 597,84

– 535 680,62

Sveriges riksbank

242 997 052,56

244 775 059,86

1 778 007,30

Bank of England

1 562 145 430,59

1 562 265 020,29

119 589,70

Totaal (1):

10 760 652 402,58

10 825 007 069,61

64 354 667,03


(1)  Vanwege afronding kan er een verschil optreden tussen de totalen en de som van alle vermelde cijfers.


BIJLAGE II

GESTORT KAPITAAL VAN DE NCB’s

(EUR)

 

Op 30 juni 2013 gestort aandeel

Op 1 juli 2013 gestort aandeel

Bedrag van overschrijving

NCB binnen het eurogebied

Nationale Bank van België

261 010 384,68

261 705 370,91

694 986,23

Deutsche Bundesbank

2 037 777 027,43

2 030 803 801,28

–6 973 226,15

Eesti Pank

19 261 567,80

19 268 512,58

6 944,78

Banc Ceannais na hÉireann/Central Bank of Ireland

119 518 566,24

120 276 653,55

758 087,31

Bank of Greece

211 436 059,06

210 903 612,74

– 532 446,32

Banco de España

893 564 575,51

893 420 308,48

– 144 267,03

Banque de France

1 530 293 899,48

1 530 028 149,23

– 265 750,25

Banca d’Italia

1 344 715 688,14

1 348 471 130,66

3 755 442,52

Central Bank of Cyprus

14 731 333,14

14 429 734,42

– 301 598,72

Banque centrale du Luxembourg

18 798 859,75

18 824 687,29

25 827,54

Bank Ċentrali ta’ Malta/Central Bank of Malta

6 800 732,32

6 873 879,49

73 147,17

De Nederlandsche Bank

429 156 339,12

429 352 255,40

195 916,28

Oesterreichische Nationalbank

208 939 587,70

209 680 386,94

740 799,24

Banco de Portugal

188 354 459,65

190 909 824,68

2 555 365,03

Banka Slovenije

35 381 025,10

35 397 773,12

16 748,02

Národná banka Slovenska

74 614 363,76

74 486 873,65

– 127 490,11

Suomen Pankki

134 927 820,48

134 836 288,06

–91 532,42

NCB van buiten het eurogebied

Българска народна банка (Bulgaarse Nationale Bank)

3 505 013,50

3 508 926,04

3 912,54

Česká národní banka

5 839 806,06

5 901 929,17

62 123,11

Danmarks Nationalbank

5 986 285,44

5 989 205,79

2 920,35

Hrvatska narodna banka

0,00

2 413 300,01

2 413 300,01

Latvijas Banka

1 144 798,91

1 113 081,35

–31 717,56

Lietuvos bankas

1 717 400,12

1 661 503,27

–55 896,85

Magyar Nemzeti Bank

5 591 234,99

5 577 584,89

–13 650,10

Narodowy Bank Polski

19 754 136,66

19 720 862,57

–33 274,09

Banca Națională a României

9 944 860,44

9 924 772,42

–20 088,02

Sveriges riksbank

9 112 389,47

9 179 064,74

66 675,27

Bank of England

58 580 453,65

58 584 938,26

4 484,61

Totaal (1):

7 650 458 668,60

7 653 244 410,99

2 785 742,39


(1)  Vanwege afronding kan er een verschil optreden tussen de totalen en de som van alle vermelde cijfers.


6.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 187/23


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 21 juni 2013

betreffende het volstorten van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben

(ECB/2013/19)

(2013/361/EU)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de „ESCB-statuten”), inzonderheid artikel 28.3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Besluit ECB/2008/24 van 12 december 2008 betreffende de maatregelen die nodig zijn voor de volstorting van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van de deelnemende lidstaten (1), bepaalde in welke vorm en in hoeverre de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (hierna „NCB’s binnen het eurogebied”), gehouden waren tot volstorting van het kapitaal van de Europese Centrale Bank (ECB) op 1 januari 2009. Besluit ECB/2008/24 werd aangevuld door Besluit ECB/2010/27 van 13 december 2010 betreffende het storten van de verhoging van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (2).

(2)

Aangezien Kroatië op 1 juli 2013 tot de Europese Unie zal toetreden en zijn nationale centrale bank (NCB), Hrvatska narodna banka, met ingang van die datum deel gaat uitmaken van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB), bepaalt Besluit ECB/2013/17 van 21 juni 2013 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (3) de sleutel voor inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (hierna de „kapitaalverdeelsleutel”), zulks overeenkomstig artikel 29.1 van de ESCB-statuten en stelt met ingang van 1 juli 2013 de aan elke centrale bank van de Unie toegewezen nieuwe weging van de kapitaalverdeelsleutel vast (hierna: „wegingen van de kapitaalsleutel”).

(3)

Het geplaatste kapitaal van de ECB zal met ingang van 1 juli 201310 825 007 069,61 EUR bedragen.

(4)

De uitgebreide kapitaalverdeelsleutel van de ECB vereist de vaststelling van een nieuw ECB-besluit dat Besluit ECB/2008/24 en Besluit ECB/2010/27 met ingang van 1 juli 2013 intrekt en bepaalt in welke vorm en in hoeverre de NCB’s binnen het eurogebied met ingang van 1 juli 2013 gehouden zijn het kapitaal van de ECB volledig te storten,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Mate en vorm van het geplaatste en gestorte kapitaal

Elke NCB binnen het eurogebied stort met ingang van 1 juli 2013 haar inschrijving op het kapitaal van de ECB volledig.

Rekening houdend met de wegingen in de kapitaalverdeelsleutel zoals vastgelegd in artikel 2 van Besluit ECB/2013/17, gelden voor elke NCB binnen het eurogebied inzake het geplaatste en gestorte kapitaal de naast haar naam in de volgende tabel vermelde bedragen:

NCB binnen het eurogebied

EUR

Nationale Bank van België

261 705 370,91

Deutsche Bundesbank

2 030 803 801,28

Eesti Pank

19 268 512,58

Banc Ceannais na hÉireann/Central Bank of Ireland

120 276 653,55

Bank of Greece

210 903 612,74

Banco de España

893 420 308,48

Banque de France

1 530 028 149,23

Banca d’Italia

1 348 471 130,66

Central Bank of Cyprus

14 429 734,42

Banque centrale du Luxembourg

18 824 687,29

Bank Ċentrali ta’ Malta/Central Bank of Malta

6 873 879,49

De Nederlandsche Bank

429 352 255,40

Oesterreichische Nationalbank

209 680 386,94

Banco de Portugal

190 909 824,68

Banka Slovenije

35 397 773,12

Národná banka Slovenska

74 486 873,65

Suomen Pankki

134 836 288,06

Artikel 2

Aanpassing van het gestorte kapitaal

1.   Gezien elke NCB binnen het eurogebied zijn aandeel in het uit hoofde van Besluit ECB/2008/24 en Besluit ECB/2010/27 tot en met 30 juni 2013 van toepassing zijnde geplaatste kapitaal van de ECB volledig gestort heeft, maakt ieder van hen hetzij een additioneel bedrag over aan de ECB, dan wel krijgt zij van de ECB een bedrag terug, al naargelang de situatie, teneinde uit te komen op de in de tabel in artikel 1 genoemde bedragen.

2.   Alle overschrijvingen uit hoofde van dit artikel geschieden overeenkomstig Besluit ECB/2013/18 van 21 juni 2013 betreffende de modaliteiten en voorwaarden voor de overdracht van aandelen in het kapitaal van de Europese Centrale Bank tussen de nationale centrale banken en de aanpassing van het gestorte kapitaal (4).

Artikel 3

Inwerkingtreding en intrekking

1.   Dit besluit treedt op 1 juli 2013 in werking.

2.   De Besluiten ECB/2008/24 en ECB/2010/27 worden hierbij met ingang van 1 juli 2013 ingetrokken.

3.   Verwijzingen naar de Besluiten ECB/2008/24 en ECB/2010/27 gelden als verwijzingen naar dit besluit.

Gedaan te Frankfurt am Main, 21 juni 2013.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  PB L 21 van 24.1.2009, blz. 69.

(2)  PB L 11 van 15.1.2011, blz. 54.

(3)  Zie bladzijde 15 van dit Publicatieblad.

(4)  Zie bladzijde 17 van dit Publicatieblad.


6.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 187/25


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 21 juni 2013

betreffende de volstorting van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van buiten het eurogebied

(ECB/2013/20)

(2013/362/EU)

DE ALGEMENE RAAD VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de „ESCB-statuten”), inzonderheid artikel 47,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 47 van de ESCB-statuten bepaalt dat de centrale banken van de lidstaten met een derogatie (hierna „NCB’s van buiten het eurogebied”) het kapitaal waarop zij hebben ingeschreven niet storten, tenzij de Algemene Raad met een gekwalificeerde meerderheid die ten minste twee derde van het geplaatste kapitaal van de ECB en ten minste de helft van de aandeelhouders vertegenwoordigt, besluit dat een minimaal percentage moet worden gestort als bijdrage aan de bedrijfskosten van de ECB.

(2)

Artikel 1 van Besluit ECB/2010/28 van 13 december 2010 betreffende de volstorting van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van buiten het eurogebied (1) bepaalt dat elke NCB van buiten het eurogebied met ingang van 29 december 2010 3,75 % van haar aandeel in het geplaatste kapitaal van de ECB stort.

(3)

Aangezien Kroatië op 1 juli 2013 tot de Europese Unie zal toetreden en zijn nationale centrale bank (NCB), Hrvatska narodna banka, met ingang van die datum deel gaat uitmaken van het ESCB, regelt Besluit ECB/2013/17 van 21 juni 2013 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (2) de sleutel voor inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (ECB) (hierna de „kapitaalverdeelsleutel”), zulks overeenkomstig artikel 29.1 van de ESCB-statuten en stelt met ingang van 1 juli 2013 de aan elke nationale centrale bank van de Unie toegewezen nieuwe weging van de kapitaalverdeelsleutel vast (hierna: „wegingen in de kapitaalsleutel”).

(4)

Het geplaatste kapitaal van de ECB zal met ingang van 1 juli 201310 825 007 069,61 EUR bedragen.

(5)

De uitgebreide kapitaalverdeelsleutel vereist dat een nieuw ECB-besluit wordt vastgesteld dat Besluit ECB//2010/28 met ingang van 1 juli 2013 intrekt en dat het percentage van het geplaatste kapitaal van de ECB vaststelt dat de NCB’s van buiten het eurogebied met ingang van 1 juli 2013 dienen te storten.

(6)

Overeenkomstig artikel 3.5 van het reglement van orde van de Algemene Raad van de Europese Centrale Bank (3), kon de president van Hrvatska narodna banka voorafgaande aan de goedkeuring van dit besluit opmerkingen indienen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Mate en vorm van het geplaatste en gestorte kapitaal

Elke NCB van buiten het eurogebied stort met ingang van 1 juli 2013 3,75 % van haar aandeel in het geplaatste kapitaal van de ECB. Rekening houdend met de nieuwe wegingen in de kapitaalverdeelsleutel zoals vastgelegd in artikel 2 van Besluit ECB/2013/17, gelden voor elke NCB van buiten het eurogebied inzake het geplaatste en gestorte kapitaal de volgende naast haar naam in de volgende tabel vermelde bedragen:

(in EUR)

NCB van buiten het eurogebied

Geplaatst kapitaal per 1 juli 2013

Gestort kapitaal per 1 juli 2013

Българска народна банка (Bulgaarse Nationale Bank)

93 571 361,11

3 508 926,04

Česká národní banka

157 384 777,79

5 901 929,17

Danmarks Nationalbank

159 712 154,31

5 989 205,79

Hrvatska narodna banka

64 354 667,03

2 413 300,01

Latvijas Banka

29 682 169,38

1 113 081,35

Lietuvos bankas

44 306 753,94

1 661 503,27

Magyar Nemzeti Bank

148 735 597,14

5 577 584,89

Narodowy Bank Polski

525 889 668,45

19 720 862,57

Banca Națională a României

264 660 597,84

9 924 772,42

Sveriges riksbank

244 775 059,86

9 179 064,74

Bank of England

1 562 265 020,29

58 584 938,26

Artikel 2

Aanpassing van het gestorte kapitaal

1.   Aangezien elke NCB van een van buiten het eurogebied (met uitzondering van Hrvatska narodna banka) reeds 3,75 % van haar aandeel in het uit hoofde van Besluit ECB/2010/28 tot en met 30 juni 2013 van toepassing zijnde geplaatste kapitaal van de ECB heeft gestort, maakt ieder van hen hetzij een additioneel bedrag over aan de ECB, dan wel ontvangt zij van de ECB een bedrag, al naargelang de situatie, teneinde uit te komen op de in de derde kolom van de tabel in artikel 1 genoemde bedragen.

2.   Hrvatska narodna banka maakt aan de ECB het naast haar naam in de derde kolom van de tabel van artikel 1 vermelde bedrag over.

3.   Alle overschrijvingen uit hoofde van dit artikel geschieden overeenkomstig Besluit ECB/2013/18 van 21 juni 2013 betreffende de modaliteiten en voorwaarden voor de overdracht van aandelen in het kapitaal van de Europese Centrale Bank tussen de nationale centrale banken en de aanpassing van het gestorte kapitaal (4).

Artikel 3

Inwerkingtreding en intrekking

1.   Dit besluit treedt op 1 juli 2013 in werking.

2.   Besluit ECB/2010/28 wordt met ingang van 1 juli 2013 ingetrokken.

3.   Verwijzingen naar Besluit ECB/2010/28 gelden als verwijzingen naar dit besluit.

Gedaan te Frankfurt am Main, 21 juni 2013.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  PB L 11 van 15.1.2011, blz. 56.

(2)  Zie bladzijde 15 van dit Publicatieblad.

(3)  Besluit ECB/2004/12 van 17 juni 2004 houdende goedkeuring van het reglement van orde van de Algemene Raad van de Europese Centrale Bank (PB L 230 van 30.6.2004, blz. 61).

(4)  Zie bladzijde 17 van dit Publicatieblad.


Rectificaties

6.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 187/27


Rectificatie van Verordening (EU) nr. 1220/2012 van de Raad van 3 december 2012 houdende handelsgerelateerde maatregelen om voor bepaalde visserijproducten de bevoorrading voor de verwerkende industrie in de EU te garanderen voor de periode 2013-2015, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 104/2000 en (EU) nr. 1344/2011

( Publicatieblad van de Europese Unie L 349 van 19 december 2012 )

Bladzijde 6, bijlage, Volgnr. 09.2798, vierde kolom „Omschrijving”:

in plaats van:

„Garnalen van de soort Pandalus borealis, in de schaal, vers, gekoeld of bevroren, bestemd om te worden verwerkt (1) (2) (4)”

te lezen:

„Garnalen van de soort Pandalus borealis, in de schaal, vers, gekoeld of bevroren, bestemd om te worden verwerkt (1) (2)”.

Bladzijde 7, bijlage, Volgnr. 09.2762, tweede kolom „GN-code”:

in plaats van:

„ex 0306 11 90

ex 0306 21 90”

te lezen:

„ex 0306 11 90

ex 0306 21 90

ex 0306 11 10”.

Bladzijde 7, bijlage, Volgnr. 09.2762, derde kolom „Taric-code”:

in plaats van:

„10

10”

te lezen:

„10

10

10”.


6.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 187/s3


BERICHT AAN DE LEZER

Verordening (EU) nr. 216/2013 van de Raad van 7 maart 2013 betreffende de elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese Unie

Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 216/2013 van de Raad van 7 maart 2013 betreffende de elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese Unie (PB L 69 van 13.3.2013, blz. 1) zal, met ingang van 1 juli 2013, enkel de elektronische editie van het Publicatieblad authentiek zijn en rechtsgevolgen hebben.

Indien het door onvoorziene en uitzonderlijke omstandigheden niet mogelijk is de elektronische editie van het Publicatieblad te publiceren, zal de gedrukte editie authentiek zijn en rechtsgevolgen hebben overeenkomstig de bepalingen van artikel 3 van Verordening (EU) nr. 216/2013.