ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2013.037.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 37

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

56e jaargang
8 februari 2013


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

 

 

2013/77/EU

 

*

Besluit van de Raad van 4 februari 2013 betreffende de ondertekening namens de Europese Unie van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Kaapverdië inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

1

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) nr. 112/2013 van de Commissie van 7 februari 2013 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1177/2003 van het Europees Parlement en de Raad inzake de communautaire statistiek van inkomens en levensomstandigheden (EU-SILC), wat de lijst van secundaire doelvariabelen voor 2014 betreffende materiële deprivatie betreft ( 1 )

2

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 113/2013 van de Commissie van 7 februari 2013 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

8

 

 

RICHTLIJNEN

 

*

Richtlijn 2013/2/EU van de Commissie van 7 februari 2013 tot wijziging van bijlage I bij Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende verpakking en verpakkingsafval ( 1 )

10

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

8.2.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 37/1


BESLUIT VAN DE RAAD

van 4 februari 2013

betreffende de ondertekening namens de Europese Unie van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Kaapverdië inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

(2013/77/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 79, lid 3, juncto artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 4 juni 2009 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen met Kaapverdië te beginnen over de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Kaapverdië inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven („de overeenkomst”). De onderhandelingen werden op 24 april 2012 succesvol afgerond met de parafering van de overeenkomst.

(2)

De overeenkomst dient te worden ondertekend namens de Europese Unie, onder voorbehoud van de sluiting ervan.

(3)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, neemt het Verenigd Koninkrijk niet deel aan de aanneming van dit besluit en is het derhalve niet bindend voor, noch van toepassing op het Verenigd Koninkrijk.

(4)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, neemt Ierland niet deel aan de aanneming van dit besluit en is het derhalve niet bindend voor, noch van toepassing op Ierland.

(5)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van dit besluit; dit besluit is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op Denemarken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt machtiging verleend tot de ondertekening namens de Europese Unie van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Kaapverdië inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven („de overeenkomst”), onder voorbehoud van de sluiting van die overeenkomst (1).

Artikel 2

De voorzitter van de Raad is bevoegd de persoon (personen) aan te wijzen die gemachtigd is (zijn) om de overeenkomst namens de Unie te ondertekenen.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 4 februari 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

E. GILMORE


(1)  De tekst van de overeenkomst wordt bekendgemaakt samen met het besluit betreffende de sluiting ervan.


VERORDENINGEN

8.2.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 37/2


VERORDENING (EU) Nr. 112/2013 VAN DE COMMISSIE

van 7 februari 2013

tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1177/2003 van het Europees Parlement en de Raad inzake de communautaire statistiek van inkomens en levensomstandigheden (EU-SILC), wat de lijst van secundaire doelvariabelen voor 2014 betreffende materiële deprivatie betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1177/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2003 inzake de communautaire statistiek van inkomens en levensomstandigheden (EU-SILC) (1), en met name artikel 15, lid 2, onder f),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1177/2003 is een gemeenschappelijk kader voor de systematische productie van Europese statistieken over inkomens en levensomstandigheden vastgesteld, dat vergelijkbare en tijdige transversale en longitudinale gegevens over de inkomens en over de omvang en structuur van armoede en sociale uitsluiting op nationaal en Europees niveau omvat.

(2)

Ingevolge artikel 15, lid 2, onder f), van Verordening (EG) nr. 1177/2003 zijn uitvoeringsmaatregelen vereist voor de lijst van secundaire doelgebieden en doelvariabelen die jaarlijks moet worden opgenomen in het transversale onderzoek in het kader van EU-SILC. De in de module over materiële deprivatie op te nemen lijst van secundaire doelvariabelen worden vastgesteld voor het jaar 2014, samen met de overeenkomstige identificatiecodes van de variabelen.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het Europees statistisch systeem,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De lijst van secundaire doelvariabelen en de identificatiecodes van de variabelen voor de module over materiële deprivatie voor 2014, die moeten worden opgenomen in het transversale gedeelte van de Europese statistiek van inkomens en levensomstandigheden (EU-SILC), is vastgesteld in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 februari 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 165 van 3.7.2003, blz. 1.


BIJLAGE

Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende eenheden, wijze van gegevensverzameling en referentieperiode:

1.   Eenheden

De doelvariabelen betreffen verschillende typen eenheden:

De variabele betreffende financiële stress is van toepassing op het niveau van het huishouden en heeft betrekking op het huishouden in zijn geheel.

Informatie over basisbehoeften, sociale en vrijetijdsactiviteiten, duurzame consumptiegoederen en mobiliteit in de categorie „vragen over volwassene” moeten worden verstrekt voor iedere persoon van 16 jaar en ouder die op het ogenblik van de enquête lid van het huishouden is of, indien van toepassing, voor alle geselecteerde respondenten van 16 jaar en ouder.

Alle vragen over kinderen betreffen alle leden van het huishouden van 1 tot en met 15 jaar, met uitzondering van de twee variabelen over onderwijsbehoeften, die alleen betrekking hebben op schoolgaande kinderen. De vragen moeten door de respondent van het huishouden worden beantwoord voor de hele groep kinderen. Wanneer het antwoord voor ten minste één kind in de groep nee is, wordt het antwoord voor de hele groep kinderen in het huishouden geacht nee te zijn.

Onder leeftijd wordt verstaan de leeftijd aan het einde van de inkomstenreferentieperiode.

2.   Wijze van gegevensverzameling

Voor variabelen op het niveau van het huishouden worden de gegevens verzameld door middel van een persoonlijk interview met de respondent van het huishouden.

Voor variabelen op individueel niveau worden de gegevens verzameld door middel van een persoonlijk interview met alle personen van 16 jaar of ouder die op het ogenblik van de enquête lid van het huishouden zijn of, indien van toepassing, met iedere geselecteerde respondent.

Voor variabelen betreffende kinderen worden de gegevens verzameld door middel van een persoonlijk interview met de respondent van het huishouden.

Gezien de aard van de te verzamelen gegevens zijn alleen persoonlijke interviews toegestaan (of, bij wijze van uitzondering, een interview met een vervanger als de persoon tijdelijk afwezig is of niet ondervraagd kan worden).

3.   Referentieperiode

De referentieperiode voor alle doelvariabelen is de situatie op het tijdstip van de enquête.

4.   Toezending van gegevens

De secundaire doelvariabelen worden naar de Commissie (Eurostat) verzonden in het bestand met gegevens over het huishouden (H) en in het bestand met individuele gegevens (P), na de primaire doelvariabelen.

MODULE OVER MATERIËLE DEPRIVATIE VOOR 2014 GEBIEDEN EN LIJST VAN DOELVARIABELEN

Identificatiecode variabele

Waarden

Doelvariabele

Variabelen over het huishouden op het niveau van het huishouden

Financiële stress

HD080

 

Vervanging van versleten meubelen  (1)

1

Ja

2

Neen — huishouden kan het zich niet permitteren

3

Neen — andere reden

HD080_F

1

Ingevuld

– 1

Ontbreekt

Persoonlijke variabelen op individueel niveau (inwoners van 16 jaar en ouder)

Basisbehoeften

PD020

 

Vervanging versleten kleren door nieuwe (niet tweedehands)  (1)

1

Ja

2

Neen — kan het zich niet permitteren

3

Neen — andere reden

PD020_F

1

Ingevuld

– 1

Ontbreekt

– 3

Niet-geselecteerde respondent

PD030

 

Twee paar goed passende schoenen (inclusief een paar voor alle weertypen)  (1)

1

Ja

2

Neen — kan het zich niet permitteren

3

Neen — andere reden

PD030_F

1

Ingevuld

– 1

Ontbreekt

– 3

Niet-geselecteerde respondent

Sociale en vrijetijdsactiviteiten

PD050

 

Ten minste één keer per maand vrienden of familie ontmoeten om wat te drinken of te eten  (1)

1

Ja

2

Neen — kan het zich niet permitteren

3

Neen — andere reden

PD050_F

1

Ingevuld

– 1

Ontbreekt

– 3

Niet-geselecteerde respondent

PD060

 

Doet regelmatig aan vrijetijdsbesteding  (1)

1

Ja

2

Neen — kan het zich niet permitteren

3

Neen — andere reden

PD060_F

1

Ingevuld

– 1

Ontbreekt

– 3

Niet-geselecteerde respondent

PD070

 

Besteedt elke week een klein bedrag voor zichzelf  (1)

1

Ja

2

Neen — kan het zich niet permitteren

3

Neen — andere reden

PD070_F

1

Ingevuld

– 1

Ontbreekt

– 3

Niet-geselecteerde respondent

Duurzame consumptiegoederen

PD080

 

Internetaansluiting thuis voor persoonlijk gebruik  (1)

1

Ja

2

Neen — kan het zich niet permitteren

3

Neen — andere reden

PD080_F

1

Ingevuld

– 1

Ontbreekt

– 3

Niet-geselecteerde respondent

Mobiliteit

PD090

 

Regelmatig gebruik van het openbaar vervoer

1

Ja

2

Neen — vervoersbewijs te duur

3

Neen — station/halte te ver weg

4

Neen — toegang te moeilijk

5

Neen — eigen vervoer

6

Neen — andere reden

PD090_F

1

Ingevuld

– 1

Ontbreekt

– 3

Niet-geselecteerde respondent

Vragen over kinderen op het niveau van het huishouden

Basisbehoeften

HD100

 

Enkele nieuwe kleren (niet tweedehands)

1

Ja

2

Neen — huishouden kan het zich niet permitteren

3

Neen — andere reden

HD100_F

1

Ingevuld

– 1

Ontbreekt

– 2

N.v.t. (geen kinderen tussen 1 en 15)

HD110

 

Twee paar goed passende schoenen (inclusief een paar voor alle weertypen)

1

Ja

2

Neen — huishouden kan het zich niet permitteren

3

Neen — andere reden

HD110_F

1

Ingevuld

– 1

Ontbreekt

– 2

N.v.t. (geen kinderen tussen 1 en 15)

HD120

 

Eenmaal per dag groenten en fruit

1

Ja

2

Neen — huishouden kan het zich niet permitteren

3

Neen — andere reden

HD120_F

1

Ingevuld

– 1

Ontbreekt

– 2

N.v.t. (geen kinderen tussen 1 en 15)

HD140

 

Eén maaltijd per dag met vlees, kip of vis (of vegetarisch equivalent)

1

Ja

2

Neen — huishouden kan het zich niet permitteren

3

Neen — andere reden

HD140_F

1

Ingevuld

– 1

Ontbreekt

– 2

N.v.t. (geen kinderen tussen 1 en 15)

Onderwijs- of vrijetijdsbehoeften

HD150

 

Voor hun leeftijd geschikte boeken in huis

1

Ja

2

Neen — huishouden kan het zich niet permitteren

3

Neen — andere reden

HD150_F

1

Ingevuld

– 1

Ontbreekt

– 2

N.v.t. (geen kinderen tussen 1 en 15)

HD160

 

Speelbenodigdheden voor buiten

1

Ja

2

Neen — huishouden kan het zich niet permitteren

3

Neen — andere reden

HD160_F

1

Ingevuld

– 1

Ontbreekt

– 2

N.v.t. (geen kinderen tussen 1 en 15)

HD170

 

Speelgoed en spellen voor binnen

1

Ja

2

Neen — huishouden kan het zich niet permitteren

3

Neen — andere reden

HD170_F

1

Ingevuld

– 1

Ontbreekt

– 2

N.v.t. (geen kinderen tussen 1 en 15)

HD180

 

Regelmatige vrijetijdsactiviteit

1

Ja

2

Neen — huishouden kan het zich niet permitteren

3

Neen — andere reden

HD180_F

1

Ingevuld

– 1

Ontbreekt

– 2

N.v.t. (geen kinderen tussen 1 en 15)

HD190

 

Vieren van bijzondere gelegenheden

1

Ja

2

Neen — huishouden kan het zich niet permitteren

3

Neen — andere reden

HD190_F

1

Ingevuld

– 1

Ontbreekt

– 2

N.v.t. (geen kinderen tussen 1 en 15)

HD200

 

Van tijd tot tijd vrienden uitnodigen om te komen spelen of mee te eten

1

Ja

2

Neen — huishouden kan het zich niet permitteren

3

Neen — andere reden

HD200_F

1

Ingevuld

– 1

Ontbreekt

– 2

N.v.t. (geen kinderen tussen 1 en 15)

HD210

 

Deelname aan schoolreisjes en schoolevenementen waarvoor moet worden betaald

1

Ja

2

Neen — huishouden kan het zich niet permitteren

3

Neen — andere reden

HD210_F

1

Ingevuld

– 1

Ontbreekt

– 2

N.v.t. (geen kinderen tussen 1 en 15)

– 4

N.v.t. (geen schoolgaande kinderen)

HD220

 

Geschikte plek om te leren of huiswerk te maken

1

Ja

2

Neen

HD220_F

1

Ingevuld

– 1

Ontbreekt

– 2

N.v.t. (geen kinderen tussen 1 en 15)

– 4

N.v.t. (geen schoolgaande kinderen)

HD240

 

Ten minste één keer per jaar een week op vakantie

1

Ja

2

Neen —huishouden kan het zich niet permitteren

3

Neen — andere reden

HD240_F

1

Ingevuld

– 1

Ontbreekt

– 2

N.v.t. (geen kinderen tussen 1 en 15)


(1)  Naast de verplichte indiening voor 2014 als referentiejaar mag deze variabele ook worden ingediend voor 2013 als referentiejaar.


8.2.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 37/8


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 113/2013 VAN DE COMMISSIE

van 7 februari 2013

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 februari 2013.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MA

44,8

PS

160,8

TN

57,0

TR

121,0

ZZ

95,9

0707 00 05

EG

200,0

TR

166,3

ZZ

183,2

0709 91 00

EG

97,7

ZZ

97,7

0709 93 10

MA

46,3

TR

161,5

ZZ

103,9

0805 10 20

EG

50,6

IL

64,5

MA

63,7

TN

51,3

TR

62,4

ZZ

58,5

0805 20 10

IL

130,2

MA

93,8

ZZ

112,0

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

IL

118,8

KR

134,7

MA

129,5

TR

73,9

ZZ

114,2

0805 50 10

EG

87,0

TR

70,8

ZZ

78,9

0808 10 80

CN

77,6

MK

25,7

US

148,6

ZZ

84,0

0808 30 90

CN

51,5

TR

158,2

US

137,2

ZA

117,4

ZZ

116,1


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


RICHTLIJNEN

8.2.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 37/10


RICHTLIJN 2013/2/EU VAN DE COMMISSIE

van 7 februari 2013

tot wijziging van bijlage I bij Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende verpakking en verpakkingsafval

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende verpakking en verpakkingsafval (1), en met name artikel 3, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 3, lid 1, van Richtlijn 94/62/EG is „verpakking” gedefinieerd aan de hand van een aantal criteria. De in bijlage I bij die richtlijn genoemde artikelen zijn voorbeelden ter illustratie van de toepassing van die criteria.

(2)

Met het oog op de rechtszekerheid en de harmonisering van de interpretatie van de definitie van „verpakking” moet de lijst van de ter illustratie gegeven voorbeelden worden herzien en gewijzigd om gevallen te verduidelijken waarin de grens tussen wat verpakking is en wat niet, onduidelijk blijft. Met deze herziening wordt tegemoetgekomen aan het verzoek van de lidstaten en de marktdeelnemers om de tenuitvoerlegging van de richtlijn te verbeteren en op de interne markt gelijke voorwaarden te creëren.

(3)

Richtlijn 94/62/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

Het bij artikel 21 van Richtlijn 94/62/EG ingestelde comité heeft geen advies uitgebracht over de in deze richtlijn vervatte maatregelen; de Commissie heeft bijgevolg een voorstel betreffende deze maatregelen ingediend bij de Raad en toegezonden aan het Europees Parlement. De Raad heeft geen besluit genomen binnen de periode van twee maanden als bepaald in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (2), en de Commissie heeft het voorstel dan ook onverwijld voorgelegd aan het Europees Parlement. Het Europees Parlement heeft binnen vier maanden na bovenvermelde indiening geen bezwaar gemaakt tegen de maatregel,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Richtlijn 94/62/EG wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 30 september 2013 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 7 februari 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 365 van 31.12.1994, blz. 10.

(2)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.


BIJLAGE

„BIJLAGE I

VOORBEELDEN TER ILLUSTRATIE VAN DE IN ARTIKEL 3, LID 1, BEDOELDE CRITERIA

Voorbeelden ter illustratie van criterium i)

Verpakking

 

Bonbondozen

 

Plasticfolie om een cd-doosje

 

Verzendzakjes voor catalogi en tijdschriften (met een catalogus of tijdschrift erin)

 

Papieren bakvormpjes voor muffins of andere kleine cakes, verkocht met een muffin of een andere kleine cake

 

Rollen, kokers en cilinders waarrond flexibel materiaal is gewikkeld (bijv. kunststoffolie, aluminium, papier), met uitzondering van rollen, kokers en cilinders die zijn bedoeld als onderdelen van productieapparaten en niet worden gebruikt om een product als verkoopeenheid te presenteren

 

Bloempotten die alleen worden gebruikt voor de verkoop en het vervoer van planten en niet bedoeld zijn voor de hele levensduur van de plant

 

Glazen flessen voor injectievloeistof

 

Cd-spindels (verkocht met cd’s, niet bestemd voor opslag)

 

Kleerhangers (verkocht met een kledingstuk)

 

Luciferdoosjes

 

Steriele barrièresystemen (zakjes, schaaltjes en materialen die nodig zijn om een product steriel te houden)

 

Capsules voor dranksystemen (bijv. koffie, cacao, melk) die na gebruik leeg achterblijven

 

Navulbare stalen flessen voor diverse soorten gas, met uitzondering van brandblussers

Geen verpakking

 

Bloempotten die voor de hele levensduur van de plant zijn bedoeld

 

Gereedschapsdozen

 

Theezakjes

 

Waslagen om kaas

 

Velletjes rond worst

 

Kleerhangers (apart verkocht)

 

Koffiecapsules voor dranksystemen, foliezakjes met koffie en koffiepads van filterpapier die samen met het gebruikte koffieproduct worden weggegooid

 

Printerpatronen

 

Cd-, dvd- en videodoosjes (verkocht met daarin een cd, een dvd of een video)

 

Cd-spindels (verkocht zonder cd’s, bestemd voor de opslag)

 

Oplosbare zakken voor detergenten

 

Graflichten (recipiënten voor kaarsen)

 

Mechanische molen (geïntegreerd in een navulbaar recipiënt, bijv. navulbare pepermolen)

Voorbeelden ter illustratie van criterium ii)

Verpakking, indien ontworpen en bedoeld om op het verkooppunt te worden gevuld

 

Draagtassen van papier of kunststof

 

Wegwerpborden en -bekers

 

Krimpfolie

 

Broodzakjes

 

Aluminiumfolie

 

Kunststoffolie ter bescherming van gereinigde kleren in wasserijen

Geen verpakking

 

Roerstaafjes

 

Wegwerpbestek

 

Inpakpapier (apart verkocht)

 

Papieren bakvormen voor grotere cakes en andere voedingsmiddelen (verkocht zonder inhoud)

 

Papieren bakvormpjes voor muffins of andere kleine cakes, verkocht zonder inhoud

Voorbeelden ter illustratie van criterium iii)

Verpakking

Labels die aan het product hangen of eraan bevestigd zijn

Deel van de verpakking

 

Mascaraborstel die deel uitmaakt van de dop van een mascarahouder

 

Kleefetiketten die op een ander verpakkingsartikel bevestigd zijn

 

Nieten

 

Kunststoffolie

 

Sluitdoppen van detergentenverpakkingen die als doseringsdop dienen

 

Mechanische molen (geïntegreerd in een niet-navulbaar recipiënt, gevuld met een product, bijv. pepermolen gevuld met peper)

Geen verpakking

Radiofrequentie-identificatielabels (RFID)”