ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2013.016.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 16

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

56e jaargang
19 januari 2013


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

 

 

2013/36/EU

 

*

Besluit van de Raad van 29 oktober 2012 inzake de ondertekening, namens de Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst waarbij een algemeen kader wordt gecreëerd voor versterkte samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart

1

Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart waarbij een algemeen kader wordt gecreëerd voor versterkte samenwerking

2

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 36/2013 van de Commissie van 18 januari 2013 tot opening van een permanente openbare inschrijving voor het verkoopseizoen 2012/2013 voor de invoer van suiker van de GN-codes 17011410 en 17019910 tegen een verlaagd douanerecht

7

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 37/2013 van de Commissie van 18 januari 2013 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

12

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 38/2013 van de Commissie van 18 januari 2013 betreffende de afgifte van certificaten voor de invoer van knoflook voor de deelperiode van 1 maart 2013 tot en met 31 mei 2013

14

 

 

BESLUITEN

 

 

2013/37/EU

 

*

Besluit van de Raad van 14 januari 2013 houdende wijziging van zijn reglement van orde

16

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

19.1.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 16/1


BESLUIT VAN DE RAAD

van 29 oktober 2012

inzake de ondertekening, namens de Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst waarbij een algemeen kader wordt gecreëerd voor versterkte samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart

(2013/36/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Europese Commissie heeft namens de Unie onderhandeld over een Overeenkomst waarbij een algemeen kader wordt gecreëerd voor versterkte samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart („de overeenkomst”), overeenkomstig het besluit van de Raad van 6 oktober 2011 waarbij de Commissie wordt gemachtigd om de onderhandelingen op te starten.

(2)

De overeenkomst is op 24 april 2012 geparafeerd.

(3)

De overeenkomst moet, in afwachting van de voltooiing van de procedures die vereist zijn voor de sluiting ervan, worden ondertekend en voorlopig worden toegepast.

(4)

Er moeten procedurele regelingen worden vastgesteld voor de deelname van de Unie aan het bij de overeenkomst opgerichte Gemengd Comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De ondertekening van de Overeenkomst waarbij een algemeen kader wordt gecreëerd voor versterkte samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart wordt namens de Unie goedgekeurd, onder voorbehoud van de sluiting van de overeenkomst.

De tekst van de overeenkomst is als bijlage bij dit besluit gevoegd.

Artikel 2

Het secretariaat-generaal van de Raad stelt het volmachtinstrument op dat de persoon (personen) die daartoe door de onderhandelaar over de overeenkomst is (zijn) aangewezen, machtiging verleent de overeenkomst, onder voorbehoud van de sluiting ervan, te ondertekenen.

Artikel 3

Overeenkomstig artikel 13.1 van de overeenkomst wordt deze, in afwachting van de inwerkingtreding, voorlopig toegepast vanaf de datum van ondertekening.

Artikel 4

1.   De Commissie zal de Unie vertegenwoordigen in het Gemengd Comité dat is opgericht bij artikel 7 van de overeenkomst.

2.   Na overleg met een door de Raad aangewezen Bijzonder Comité bepaalt de Commissie het standpunt dat de Unie inneemt in het Gemengd Comité, met name met betrekking tot de vaststelling van bijlagen bij de overeenkomst en de vaststelling van wijzigingen van die bijlagen bij de overeenkomst.

Artikel 5

De Commissie kan alle passende maatregelen uit hoofde van de artikelen 5, 6, 8, 9, 10 en 11 van de overeenkomst nemen.

Artikel 6

De Commissie brengt de Raad regelmatig op de hoogte van de tenuitvoerlegging van de overeenkomst.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 29 oktober 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

E. FLOURENTZOU


VERTALING

OVEREENKOMST

tussen de Europese Unie en de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart waarbij een algemeen kader wordt gecreëerd voor versterkte samenwerking

DE EUROPESE UNIE (EU)

en

DE EUROPESE ORGANISATIE VOOR DE VEILIGHEID VAN DE LUCHTVAART (Eurocontrol)

hierna „de partijen” genoemd,

GEZIEN het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna „het VWEU” genoemd), en met name de artikelen 218 en 220,

GEZIEN het Internationaal Verdrag tot samenwerking in het belang van de veiligheid van de luchtvaart van 13 december 1960, zoals gewijzigd bij het protocol dat op 12 februari 1981 te Brussel is ondertekend (hierna het „Eurocontrol-verdrag” genoemd), en met name de artikelen 7.2 en 11.3,

GEZIEN Maatregel nr. 11/174 van de Permanente Commissie van Eurocontrol van 12 mei 2011, waarbij het Agentschap van Eurocontrol wordt gemachtigd om onderhandelingen op te starten over de sluiting van een overeenkomst op hoog niveau met de EU en gezien Maatregel nr. 12/181 van 10 mei 2012 van de Permanente Commissie van Eurocontrol houdende goedkeuring van de onderhandelde overeenkomst,

GEZIEN de respectieve juridische en institutionele contexten van de partijen en hun bijdragen tot de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (Single European Sky, SES) in en buiten de EU,

GEZIEN de bevoegdheid die aan de EU is verleend inzake kwesties die verband houden met het gemeenschappelijk Europees luchtruim,

GEZIEN de rol van Eurocontrol als intergouvernementele pan-Europese civiel-militaire organisatie die gespecialiseerd is in luchtverkeersbeheer (air traffic management — ATM),

OVERWEGENDE dat de partijen dezelfde visie nastreven, namelijk de totstandbrenging van een optimaal en geïntegreerd Europees ATM-netwerk dat in alle fasen van het luchtvervoer, en in combinatie met andere vervoersmiddelen, een hoog niveau van veiligheid, kosteneffectiviteit, capaciteit en milieubescherming biedt, hetgeen in het belang is van de passagiers en de burgers;

OVERWEGENDE dat de EU-wetgeving aan de Europese Commissie een aantal taken met betrekking tot de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim toekent waarvoor ondersteuning door deskundigen nodig is;

OVERWEGENDE dat Eurocontrol zich sinds 1960 heeft ontwikkeld tot een uniek centrum van deskundigheid op ATM-gebied, met als toegevoegde waarde een pan-Europese en militaire dimensie en bijstand aan staten bij de uitvoering van openbare diensten en functies, dat het bijstand aan zijn lidstaten moet blijven verlenen, ook wat de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim en aanverwant EU-beleid betreft, en een pan-Europees platform moet vormen om de militaire samenwerking op ATM-gebied te vergemakkelijken;

OVERWEGENDE dat in de EU-wetgeving is vastgesteld dat de Europese Commissie machtigingen kan verlenen aan Eurocontrol om uitvoeringsregels met betrekking tot de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim op te stellen;

OVERWEGENDE dat de EU erkent dat Eurocontrol een essentiële bijdrage levert ter ondersteuning van de EU in haar rol als regelgever, teneinde het gemeenschappelijk Europees luchtruim en aanverwant EU-beleid ten uitvoer te leggen;

OVERWEGENDE dat de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en Eurocontrol op 8 mei 2003 een memorandum van samenwerking hebben gesloten;

OVERWEGENDE dat de Europese Commissie en Eurocontrol op 22 december 2003 een memorandum inzake een kader voor samenwerking hebben gesloten;

OVERWEGENDE dat Eurocontrol bij een besluit van de Europese Commissie van 29 juli 2010 is aangewezen als prestatiebeoordelingsorgaan van het gemeenschappelijk Europees luchtruim, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 691/2010, en dat Eurocontrol deze aanwijzing heeft aanvaard bij Richtlijn nr. 10/74 van de Permanente Commissie van 15 september 2010;

OVERWEGENDE dat Eurocontrol bij een besluit van de Europese Commissie van 7 juli 2011 is aangesteld tot netwerkbeheerder voor de ATM-netwerkfuncties, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 677/2011, en dat Eurocontrol deze aanstelling heeft aanvaard bij Richtlijn nr. 11/77 van de Permanente Commissie van 1 september 2011;

OVERWEGENDE dat de partijen al lange tijd samenwerken op het gebied van ATM en de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim en aanverwant beleid, en deze relatie wensen te consolideren en toekomstige acties op elkaar wensen af te stemmen;

OVERWEGENDE dat de partijen voor synergieën moeten zorgen en overlapping van werkzaamheden inzake veiligheidsgerelateerde ATM-kwesties en milieukwesties moeten vermijden;

OVERWEGENDE dat de langetermijntoepassing van bestaande regelingen tussen de Europese Commissie en Eurocontrol moet worden beoordeeld in het licht van deze overeenkomst en, voor zover passend, moet worden bevestigd en versterkt door deze overeenkomst;

OVERWEGENDE dat de tenuitvoerlegging van deze overeenkomt niet mag leiden tot dubbele financiering van de in deze overeenkomst vermelde samenwerkingsactiviteiten en dus niet tot gevolg mag hebben dat de EU een nominale bijdrage levert tot de begroting van Eurocontrol;

ERMEE REKENING HOUDENDE dat de EU ernaar streeft het geografische toepassingsgebied van het gemeenschappelijk Europees luchtruim tot buiten de EU uit te breiden;

ERMEE REKENING HOUDENDE dat, onverminderd de betrekkingen tussen de partijen en hun respectieve leden en onverminderd de rechten en plichten van de lidstaten uit hoofde van respectievelijk het Eurocontrol-verdrag en het VWEU, het wenselijk is aanvullende en wederzijds versterkende samenwerkingsmechanismen tussen de EU en Eurocontrol op te zetten voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim en aanverwant beleid, met name op het gebied van milieu, inclusief klimaatverandering, en onderzoek en ontwikkeling, teneinde beter gebruik te maken van de deskundigheid en ondersteuning van Eurocontrol;

ERMEE REKENING HOUDENDE dat de steun van Eurocontrol aan de EU moet beantwoorden aan de beginselen van transparantie, onpartijdigheid en onafhankelijkheid;

ERMEE REKENING HOUDENDE dat de organisatorische ontwikkeling van Eurocontrol moet worden vergemakkelijkt, waarbij het zich met name geleidelijk afstemt op de ondersteuning van de EU bij de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim, teneinde de algehele prestaties van het Europees ATM-netwerk te verbeteren;

ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:

1.   ALGEMEEN TOEPASSINGSGEBIED

1.1.

De partijen komen overeen de samenwerking tussen de EU en Eurocontrol te versterken en te consolideren, teneinde Eurocontrol in staat te stellen de EU te ondersteunen bij de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim en aanverwant EU-beleid, zowel binnen als buiten de EU, in de staten die ermee instemmen hierdoor gebonden te zijn.

1.2.

De overeenkomst laat de rechten en plichten van de lidstaten van Eurocontrol en de EU onverlet.

2.   DOELSTELLINGEN

De doelstellingen van deze overeenkomst zijn:

de belangrijkste elementen voor versterkte samenwerking tussen de partijen vast te stellen, teneinde bij te dragen tot de tijdige en consequente tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim, zowel binnen de EU als buiten de EU in de staten die ermee instemmen onder het SES te vallen, en een efficiënt luchtvervoerssysteem op te richten via activiteiten die de respectieve taken en verantwoordelijkheden van de partijen weerspiegelen;

de nodige civiel-militaire samenwerking inzake ATM in het gemeenschappelijk Europees luchtruim te faciliteren;

de deskundigheid van Eurocontrol te erkennen en te gebruiken, inclusief civiel-militaire samenwerking ter ondersteuning van de EU bij de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim en aanverwant beleid, met name op het gebied van milieu, inclusief klimaatverandering, en onderzoek en ontwikkeling, teneinde de prestaties van het Europees ATM-netwerk te verbeteren;

de waarde te erkennen van de activiteiten en functies die Eurocontrol blijft uitvoeren ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim;

de nodige samenwerking tot stand te brengen om de betrokkenheid van niet-EU-lidstaten bij het gemeenschappelijk Europees luchtruim te ondersteunen en te vergemakkelijken, teneinde de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim uit te breiden tot buiten de EU en het wetgevingskader voor het gemeenschappelijk Europees luchtruim geleidelijk toe te passen op alle leden van Eurocontrol;

synergieën tot stand te brengen en overlapping te vermijden met de werkzaamheden van het EASA op het gebied van veiligheidsgerelateerde ATM-kwesties en milieukwesties, inclusief — voor zover nodig — via de ontwikkeling van robuuste samenwerkingsmechanismen tussen het EASA en Eurocontrol, rekening houdende met de pan-Europese verantwoordelijkheden van Eurocontrol.

3.   SAMENWERKINGSGEBIEDEN

3.1.

Deze overeenkomst heeft betrekking op de samenwerkingsgebieden die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim, inclusief Sesar, en aanverwant EU-beleid, met name inzake milieu, inclusief klimaatverandering, en onderzoek en ontwikkeling op het gebied van ATM.

3.2.

De samenwerking heeft betrekking op de volgende thema's:

a)

functionele luchtruimblokken;

b)

nationale toezichthoudende instanties;

c)

steun op het gebied van de veiligheid van luchtverkeersbeheer en luchtvaartnavigatiediensten (ATM/ANS), waaronder ook aan het EASA, zoals uiteengezet in artikel 2;

d)

civiel-militaire samenwerking en coördinatie;

e)

internationale coördinatie, met name met de ICAO en staten die geen lidstaat zijn van de partijen;

f)

luchtverkeersbeheer en communicatie-/navigatie-/surveillancediensten (ATM/CNS), inclusief met betrekking tot de ruimte;

g)

gegevens en statistieken met betrekking tot luchtvervoer;

h)

milieuaspecten van de luchtvaart;

i)

luchthavenbeleid.

3.3.

Andere thema's waarop de samenwerking betrekking kan hebben:

a)

ATM-beveiliging;

b)

beleid inzake het radiospectrum;

c)

onbemande luchtvaartsystemen (Unmanned Aircraft Systems, UAS).

3.4.

De samenwerkingsvoorwaarden worden nader gedefinieerd in afzonderlijke bijlagen bij deze overeenkomst.

4.   VORMEN VAN SAMENWERKING

4.1.

De overeenkomst wordt ten uitvoer gelegd aan de hand van de volgende vormen van samenwerking:

a)

verlening van wederzijdse steun;

b)

mechanismen voor versterkte samenwerking, verbindingsmechanismen en -kantoren, de coördinatie van studies en programma's en gezamenlijke activiteiten;

c)

mechanismen voor het verzamelen en wederzijds uitwisselen van informatie, gegevens en statistieken, voor zover van toepassing;

d)

coördinatie van de samenwerking inzake technische kwesties op het niveau van werkgroepen in de ICAO.

4.2.

Wat de militaire aspecten van het gemeenschappelijk Europees luchtruim betreft, zien de partijen erop toe dat zo goed mogelijk gebruik wordt gemaakt van het desbetreffende proces voor raadpleging van belanghebbenden.

4.3.

De coördinatie en facilitering van samenwerkingsactiviteiten in het kader van deze overeenkomst wordt namens Eurocontrol uitgevoerd door het Agentschap van Eurocontrol en namens de EU door de Europese Commissie. Voor zover van toepassing kan Eurocontrol ook andere EU-organen ondersteunen aan de hand van specifieke instrumenten, teneinde de bestaande deskundigheden en middelen te optimaliseren en te integreren.

5.   RAADPLEGING EN INFORMATIE

5.1.

De partijen plegen regelmatig overleg om hun activiteiten die betrekking hebben op deze overeenkomst zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Onverminderd hun respectieve besluitvormingsprocessen stellen de partijen elkaar in kennis van initiatieven op de in artikel 3 vermelde samenwerkingsgebieden die relevant zijn voor deze overeenkomst en die van belang kunnen zijn voor de andere partij.

5.2.

De partijen wisselen informatie uit die nodig kan zijn voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst, met inachtneming van hun respectieve regels. Behalve wanneer anders vermeld, maken de partijen de informatie die zij in het kader van deze overeenkomst hebben uitgewisseld niet bekend aan andere personen dan die welke bij hen in dienst zijn of welke officieel gemachtigd zijn om met dergelijke informatie om te gaan; zij mogen de informatie ook niet gebruiken voor commerciële doeleinden. De bekendmaking moet beperkt blijven tot hetgeen nodig is voor het doel van deze overeenkomst en gebeurt in het grootste vertrouwen.

5.3.

Indien nodig komen de ter zake bevoegde organen van de partijen samen om standpunten uit te wisselen.

6.   VERTROUWELIJKHEID

6.1.

Elke partij neemt alle redelijke maatregelen die nodig zijn om informatie die in het kader van deze overeenkomst en de bijlagen daarbij van de andere partij is ontvangen, te beschermen tegen ongeoorloofde bekendmaking. Wanneer een partij informatie aan de andere partij verstrekt, mag zij aangeven welke delen van de informatie niet mogen worden bekendgemaakt.

6.2.

De partijen komen overeen om, in de mate die vereist is uit hoofde van hun respectieve regels, de eventuele gerubriceerde informatie die in het kader van de toepassing van deze overeenkomst van de andere partij wordt ontvangen, te beschermen.

6.3.

Overeenkomstig hun respectieve regels mogen de partijen met name informatie die zij in het kader van deze overeenkomst van elkaar hebben ontvangen en waarop eigendomsrechten rusten, niet bekendmaken. Dergelijke informatie wordt op passende wijze gemerkt, overeenkomstig de respectieve regels van de partijen.

6.4.

De partijen komen werkregelingen overeen voor verdere procedures inzake de bescherming van gerubriceerde informatie die krachtens deze overeenkomst wordt verstrekt, voor zover vereist. Deze procedures bieden elke partij de mogelijkheid na te gaan welke beschermingsmaatregelen de andere partij heeft genomen.

7.   BEHEER VAN DE OVEREENKOMST

7.1.

Er wordt een Gemengd Comité opgericht, samengesteld uit een vertegenwoordiger van elke partij, eventueel vergezeld door waarnemers uit lidstaten van de partijen en door deskundigen. Het Gemengd Comité houdt toezicht op de effectieve werking van deze overeenkomst.

7.2.

Minstens een keer per jaar wordt een vergadering van het Gemengd Comité georganiseerd om de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst te beoordelen en opnieuw te bekijken. Deze vergadering wordt op kosteneffectieve wijze georganiseerd. Elke partij kan op elk ogenblik vragen dat een vergadering van het Gemengd Comité wordt gehouden.

7.3.

Het Gemengd Comité kan van gedachten wisselen over alle thema’s die verband houden met de werking en tenuitvoerlegging van deze overeenkomst. Met name heeft het tot taak:

a)

alle problemen met de toepassing en tenuitvoerlegging van deze overeenkomst op te lossen;

b)

na te gaan hoe de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst kan worden verbeterd en, voor zover van toepassing, aanbevelingen voor wijzigingen te doen aan de partijen;

c)

nieuwe samenwerkingsdomeinen te identificeren;

d)

bijlagen en werkregelingen vast te stellen en te wijzigen binnen het toepassingsgebied van deze overeenkomst;

e)

alle meningsverschillen of geschillen over de interpretatie of toepassing van deze overeenkomst op te lossen.

7.4.

Het Gemengd Comité werkt op basis van overeenstemming tussen de vertegenwoordigers van de partijen.

7.5.

Het Gemengd Comité stelt zijn reglement van orde vast.

8.   FINANCIERING

8.1.

Een partij die de andere partij uit hoofde van deze overeenkomst verzoekt om ondersteunende activiteiten uit te voeren, zorgt voor de financiering van deze activiteiten.

8.2.

De financiële aspecten van de samenwerking uit hoofde van deze overeenkomst worden vastgesteld overeenkomstig de regels die van toepassing zijn op de respectieve begrotingen van de partijen. Indien nodig komen de partijen afzonderlijke regelingen overeen.

9.   EXTERNE BETREKKINGEN EN SAMENWERKING

9.1.

Elke partij stelt de andere in kennis van activiteiten met een internationale dimensie die relevant zijn voor deze overeenkomst en van belang kunnen zijn voor de andere partij.

9.2.

Voor zover passend kan een partij, met betrekking tot alle kwesties die verband houden met haar internationale activiteiten, de andere partij raadplegen.

10.   GESCHILLENBESLECHTING

10.1.

De partijen doen al het mogelijke om geschillen die voortvloeien uit hun samenwerking in het kader van deze overeenkomst, op te lossen.

10.2.

Indien een geschil niet kan worden opgelost, kan elke partij het voorleggen aan het Gemengd Comité, dat overleg zal plegen over de zaak en ze via onderhandelingen zal trachten op te lossen.

11.   UITWISSELING VAN PERSONEEL

Met inachtneming van hun respectieve regels en procedures mogen de partijen personeel uitwisselen en detacheren indien dit nodig is om de in deze overeenkomst of de bijlagen daarbij beschreven activiteiten uit te voeren. Dergelijke uitwisselingen vinden plaats volgens de bepalingen en voorwaarden die tussen de partijen zijn overeengekomen.

12.   BIJLAGEN

De bijlagen bij deze overeenkomst vormen een integrerend deel van deze overeenkomst.

13.   INWERKINGTREDING EN BEËINDIGING

13.1.

In afwachting van de inwerkingtreding van deze overeenkomst wordt ze voorlopig toegepast

13.2.

Deze overeenkomst treedt in werking nadat de partijen elkaar schriftelijk hebben meegedeeld dat zij hun interne procedures voor de inwerkingtreding ervan hebben voltooid en blijft van kracht tot ze wordt beëindigd.

13.3.

Deze overeenkomst kan te allen tijde door elke partij worden beëindigd. Een partij kan deze overeenkomst op elk ogenblik beëindigen na de andere partij daar zes maanden van tevoren schriftelijk van in kennis te hebben gesteld, tenzij de kennisgeving van de beëindiging vóór het verstrijken van deze periode met wederzijdse instemming van de partijen is ingetrokken.

Gedaan te Brussel,

Voor de Europese Unie

Voor de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart


VERORDENINGEN

19.1.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 16/7


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 36/2013 VAN DE COMMISSIE

van 18 januari 2013

tot opening van een permanente openbare inschrijving voor het verkoopseizoen 2012/2013 voor de invoer van suiker van de GN-codes 1701 14 10 en 1701 99 10 tegen een verlaagd douanerecht

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 186 juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Gedurende het verkoopseizoen voor suiker 2011/2012 bereikte de gemiddelde prijs voor onverpakte witte suiker, af fabriek, in de Unie een niveau van 175 % van de referentieprijs van 404 euro/ton en bedroeg hij ongeveer 275 euro/ton meer dan de wereldmarktprijs. De prijs in de Unie heeft zich nu gestabiliseerd op een niveau van ongeveer 700 euro/ton, het hoogste niveau sinds de hervorming van de marktordening voor suiker, en belemmert de optimale doorstroming van de suikervoorziening op de markt van de Unie. De verwachte stijging van dit reeds hoge prijsniveau in het verkoopseizoen 2012/2013 verhoogt het risico op ernstige marktverstoringen, die door de nodige maatregelen moeten worden voorkomen.

(2)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1234/2007 kunnen maatregelen worden genomen tegen het risico op marktverstoringen die zijn terug te voeren op aanhoudend hoge prijzen, op voorwaarde dat deze doelstelling niet kan worden bereikt door middel van andere maatregelen welke krachtens die verordening beschikbaar zijn. Gezien de huidige marktomstandigheden is in Verordening (EG) nr. 1234/2007 echter niet voorzien in andere specifieke maatregelen om de krapte op de suikermarkt te verminderen en suikervoorziening tegen redelijke prijzen mogelijk te maken dan die welke zijn gebaseerd op artikel 186 van die verordening.

(3)

Op basis van de verwachte vraag en het verwachte aanbod voor 2012/2013 wordt verwacht dat de eindvoorraden op de suikermarkt ten minste 0,5 miljoen ton minder zullen bedragen dan in 2011/2012. In dit cijfer is de invoer van derde landen waarvoor bepaalde preferentiële overeenkomsten gelden, al verrekend.

(4)

Om de voorziening op de suikermarkt van de Unie te verbeteren, moet de invoer worden vergemakkelijkt door het invoerrecht te verlagen voor bepaalde hoeveelheden suiker van GN-codes 1701 14 10 en 1701 99 10. De hoeveelheid en de verlaging van het recht moeten worden beoordeeld in het licht van de huidige toestand en de te verwachten ontwikkeling van de suikermarkt van de Unie. De hoeveelheid en de verlaging moeten daarom op een inschrijvingssysteem zijn gebaseerd.

(5)

Er moeten minimumeisen worden vastgesteld om voor inschrijving in aanmerking te komen.

(6)

Voor elke offerte moet een zekerheid worden gesteld. Wanneer gunstig gevolg aan een offerte wordt gegeven, moet die zekerheid de zekerheid voor de invoercertificaataanvraag worden; wanneer geen gunstig gevolg aan een offerte wordt gegeven, moet die zekerheid worden vrijgegeven.

(7)

De bevoegde autoriteiten van de lidstaten moeten de ontvankelijke offertes meedelen aan de Commissie. Om die meldingen te vereenvoudigen en te standaardiseren moeten modellen ter beschikking worden gesteld.

(8)

Voor elke deelinschrijving moet worden bepaald dat de Commissie hetzij een minimumdouanerecht vaststelt en, in voorkomend geval, een toewijzingscoëfficiënt om de aanvaarde hoeveelheden te verlagen, hetzij besluit geen minimumdouanerecht vast te stellen.

(9)

De lidstaten moeten de inschrijvers binnen een korte periode op de hoogte stellen van het resultaat van hun deelname aan de deelinschrijving.

(10)

De bevoegde autoriteiten moeten aan de Commissie de hoeveelheden meedelen waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven. De Commissie moet daartoe modellen beschikbaar stellen.

(11)

Het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor het verkoopseizoen 2012/2013 wordt een openbare inschrijving geopend voor de invoer van suiker van de GN-codes 1701 14 10 en 1701 99 10 met contingentnummer 09.4312 tegen een verlaagd douanerecht.

Dat douanerecht vervangt het gemeenschappelijk douanetarief en de in artikel 141 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en artikel 36 van Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie (2) bedoelde aanvullende douanerechten.

Verordening (EG) nr. 376/2008 van de Commissie (3) is van toepassing, tenzij in de onderhavige verordening anders is bepaald.

Artikel 2

1.   De periode waarin offertes voor de eerste deelinschrijving mogen worden ingediend, loopt af op 23 januari 2013 om 12.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

2.   De perioden waarin offertes voor de tweede en de daaropvolgende deelinschrijvingen mogen worden ingediend, beginnen op de eerste werkdag na afloop van de vorige periode. Zij lopen af om 12.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) op 27 februari 2013, 15 mei 2013 en 12 juni 2013.

3.   De Commissie kan de indiening van offertes voor een of meer deelinschrijvingen schorsen.

Artikel 3

1.   De offertes worden ingediend door in de Unie gevestigde marktdeelnemers. Zij worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de exploitant is geregistreerd voor btw-doeleinden.

2.   De offertes moeten worden ingediend door middel van het formulier voor de aanvraag van het invoercertificaat dat is opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 376/2008.

3.   Het aanvraagformulier kan elektronisch worden ingediend volgens het procedé dat de betrokken lidstaat ter beschikking stelt van de marktdeelnemers. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten mogen eisen dat per e-mail toegezonden offertes vergezeld gaan van een geavanceerde elektronische handtekening in de zin van Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad (4).

4.   De offerte is slechts ontvankelijk wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

in de offerte worden vermeld:

i)

in vak 4: de naam, het adres en het btw-nummer van de inschrijver;

ii)

in de vakken 17 en 18: de hoeveelheid suiker van ten minste 20 ton en ten hoogste 45 000 ton waarvoor een offerte is ingediend, afgerond op gehele getallen;

iii)

in vak 20: het voorgestelde douanerecht in euro per ton suiker, afgerond op ten hoogste twee cijfers na de komma;

iv)

in vak 16: de achtcijferige GN-code van de suiker;

b)

vóór het verstrijken van de termijn voor de indiening van de offertes wordt het bewijs geleverd dat de inschrijver de in artikel 4, lid 1, bedoelde zekerheid heeft gesteld;

c)

de offerte is opgesteld in de officiële taal of een van de officiële talen van de lidstaat waar de offerte wordt ingediend;

d)

de offerte bevat een verwijzing naar deze verordening en de uiterste termijn voor de indiening van de offertes;

e)

de offerte bevat buiten de in deze verordening vastgestelde voorwaarden geen aanvullende, door de inschrijver opgelegde voorwaarden.

5.   Een offerte die niet overeenkomstig de leden 1 en 2 is ingediend, is niet ontvankelijk.

6.   Aanvragers dienen voor dezelfde deelinschrijving niet meer dan één offerte per achtcijferige GN-code in.

7.   Eenmaal ingediend kunnen offertes niet meer worden ingetrokken of gewijzigd.

Artikel 4

1.   Overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk III van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2012 van de Commissie (5) stelt elke inschrijver een zekerheid van 150 euro per ton in het kader van de onderhavige verordening in te voeren suiker.

2.   Wanneer aan een offerte gunstig gevolg wordt gegeven, wordt die zekerheid de zekerheid voor het invoercertificaat.

3.   Wanneer aan een offerte geen gunstig gevolg wordt gegeven, wordt de in lid 1 bedoelde zekerheid vrijgegeven.

Artikel 5

1.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten besluiten aan de hand van de in artikel 3 vastgestelde voorwaarden of de offertes al dan niet geldig zijn.

2.   Personen die zijn gemachtigd om offertes te ontvangen en te onderzoeken, mogen onbevoegden niets over de offertes meedelen.

3.   Wanneer de bevoegde autoriteiten van de lidstaten besluiten dat een offerte ongeldig is, stellen zij de betrokken inschrijver daarvan in kennis.

4.   Binnen twee uur na het verstrijken van de in artikel 2, leden 1 en 2, vastgestelde termijn deelt de betrokken bevoegde autoriteit de Commissie per fax de ontvankelijke offertes mee die zijn ingediend. In die mededeling worden de in artikel 3, lid 4, onder a) i), bedoelde gegevens niet opgenomen.

5.   De vorm en de inhoud van de mededelingen worden vastgesteld op basis van de modellen die de Commissie ter beschikking van de lidstaten stelt. Wanneer er geen offertes zijn ingediend, stelt de bevoegde autoriteit de Commissie daarvan binnen dezelfde termijn per fax in kennis.

Artikel 6

Voor elke deelinschrijving en elke achtcijferige GN-code besluit de Commissie in het licht van de huidige toestand en de te verwachten ontwikkeling van de suikermarkt van de Unie al dan niet een minimumdouanerecht vast te stellen door overeenkomstig de in artikel 195, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde procedure een uitvoeringsverordening vast te stellen.

Indien nodig stelt de Commissie in die uitvoeringsverordening ook een toewijzingscoëfficiënt vast voor toepassing op de offertes die tegen het niveau van het minimumdouanerecht zijn ingediend. In dit geval wordt de in artikel 4 bedoelde zekerheid vrijgegeven in verhouding tot de toegewezen hoeveelheden.

Artikel 7

1.   Wanneer geen minimumdouanerecht is vastgesteld, worden alle offertes afgewezen.

2.   De betrokken bevoegde autoriteit brengt de aanvragers binnen drie werkdagen na de bekendmaking van de in artikel 6 bedoelde uitvoeringsverordening op de hoogte van het resultaat van hun deelname aan de deelinschrijving.

Artikel 8

1.   Uiterlijk op de laatste werkdag van de week na de week waarin de in artikel 6 bedoelde uitvoeringsverordening is bekendgemaakt, geeft de bevoegde autoriteit een invoercertificaat af aan de inschrijvers wier offerte voor de achtcijferige GN-code een douanerecht vermeldt dat gelijk is aan of hoger dan het minimumdouanerecht dat door de Commissie voor die achtcijferige GN-code is vastgesteld. Bij de toewijzing van de hoeveelheden wordt rekening gehouden met de toewijzingscoëfficiënt die overeenkomstig artikel 6 door de Commissie is vastgesteld.

De bevoegde autoriteiten van de lidstaten geven geen certificaten af voor offertes die niet overeenkomstig artikel 5, lid 4, zijn meegedeeld.

2.   De invoercertificaten bevatten de volgende vermeldingen:

a)

in vak 16: de achtcijferige GN-code van de suiker;

b)

in de vakken 17 en 18: de toegewezen hoeveelheid suiker;

c)

in vak 20: ten minste een van de in deel A van de bijlage opgenomen vermeldingen;

d)

in vak 24: het toe te passen douanerecht met opgave van een van de in deel B van de bijlage opgenomen vermeldingen.

3.   In afwijking van artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 376/2008 zijn de uit het invoercertificaat voortvloeiende rechten niet overdraagbaar.

4.   Artikel 153, lid 3, eerste alinea, eerste volzin, en artikel 153, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 zijn van toepassing.

Artikel 9

De uit hoofde van een deelinschrijving afgegeven invoercertificaten zijn geldig vanaf de dag waarop zij zijn afgegeven tot het einde van de derde maand na die waarin de in artikel 6 bedoelde uitvoeringsverordening betreffende de deelinschrijving is bekendgemaakt.

Artikel 10

Uiterlijk de laatste werkdag van de tweede week na de week waarin de in artikel 6 bedoelde uitvoeringsverordening is bekendgemaakt, delen de bevoegde autoriteiten de Commissie de hoeveelheden mee waarvoor uit hoofde van de onderhavige verordening invoercertificaten zijn afgegeven. De mededeling wordt elektronisch doorgezonden volgens de modellen en methoden die de Commissie ter beschikking van de lidstaten stelt.

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij verstrijkt op 30 september 2013.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 januari 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24.

(3)  PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.

(4)  PB L 13 van 19.1.2000, blz. 12.

(5)  PB L 92 van 30.3.2012, blz. 4.


BIJLAGE

A.

In artikel 8, lid 2, onder c), bedoelde vermeldingen

in het Bulgaars

:

Внесена при намалена ставка на митото съгласно Регламент за изпълнение (ЕС) № 36/2013; Референтен номер 09.4312

in het Spaans

:

Importado con derecho de aduana reducido en virtud del Reglamento de Ejecución (UE) no 36/2013; Número de referencia 09.4312

in het Tsjechisch

:

Dovezeno se sníženou celní sazbou v souladu s prováděcím nařízením (EU) č. 36/2013; Referenční číslo 09.4312

in het Deens

:

Importeret til en nedsat toldsats i henhold til gennemførelsesforordning (EU) nr. 36/2013; Referencenummer 09.4312

in het Duits

:

Eingeführt zum ermäßigten Zollsatz gemäß der Durchführungsverordnung (EU) Nr. 36/2013; Referenznummer 09.4312

in het Ests

:

Imporditud vähendatud tollimaksuga vastavalt rakendusmäärusele (EL) nr 36/2013; viitenumber 09.4312

in het Grieks

:

Εισαγωγή με μειωμένο δασμό δυνάμει του εκτελεστικού κανονισμού (ΕΕ) αριθ. 36/2013 αριθμός αναφοράς 09.4312

in het Engels

:

Imported at reduced customs duty pursuant to Implementing Regulation (EU) No 36/2013; reference number 09.4312

in het Frans

:

Importés à des taux de droits réduits conformément au règlement d’exécution (UE) no 36/2013; numéro de référence 09.4312

in het Italiaans

:

Importato applicando un’aliquota ridotta del dazio doganale, a norma del regolamento di esecuzione (UE) n. 36/2013; Numero di riferimento 09.4312

in het Lets

:

Importēts ar samazinātu muitas nodokli saskaņā ar Īstenošanas regulu (ES) Nr. 36/2013; Atsauces numurs 09.4312

in het Litouws

:

Importuota taikant sumažintą muitą pagal Įgyvendinimo reglamentą (ES) Nr. 36/2013; Nuorodos numeris 09.4312

in het Hongaars

:

Behozatal csökkentett vámtétel mellett a(z) 36/2013/EU végrehajtási rendelet alapján; Hivatkozási szám 09.4312

in het Maltees

:

Impurtat b’dazju doganali mnaqqas skont ir-Regolament ta’ Implimentazzjoni (UE) Nru 36/2013; Numru ta’ referenza 09.4312

in het Nederlands

:

Ingevoerd tegen verlaagd douanerecht overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 36/2013; Referentienummer 09.4312

in het Pools

:

Przywóz z zastosowaniem obniżonych stawek celnych zgodnie z rozporządzeniem wykonawczym (UE) nr 36/2013; Numer referencyjny 09.4312

in het Portugees

:

Importado a taxa reduzida de direito aduaneiro ao abrigo do Regulamento de Execução (UE) n.o 36/2013; Número de referência 09.4312

in het Roemeens

:

Importat cu taxă vamală redusă conform Regulamentului de punere în aplicare (UE) nr. 36/2013; Număr de referință 09.4312

in het Slowaaks

:

Dovoz so zníženým clom podľa vykonávacieho nariadenia (EÚ) č. 36/2013; referenčné číslo 09.4312

in het Sloveens

:

Uvoz po znižani carini v skladu z Izvedbeno uredbo (ES) št. 36/2013; Referenčna številka 09.4312

in het Fins

:

Tuonti alennetuin tullein täytäntöönpanoasetuksen (EU) N:o 36/2013 mukaisesti; Viitenumero 09.4312

in het Zweeds

:

Importerad till nedsatt tullsats enligt genomförandeförordning (EU) nr 36/2013; Referensnummer 09.4312

B.

In artikel 8, lid 2, onder d), bedoelde vermeldingen

in het Bulgaars

:

Мито (мито върху приетата оферта)

in het Spaans

:

Derecho de aduana (derecho de aduana de la oferta seleccionada)

in het Tsjechisch

:

Clo: (clo platné pro vybranou nabídku)

in het Deens

:

Toldsats: (toldsats for det antagne bud)

in het Duits

:

Zollsatz: (Zollsatz für das erfolgreiche Angebot)

in het Ests

:

Tollimaks: (hankelepingu suhtes kohaldatav tollimaks)

in het Grieks

:

Δασμός: (δασμός της κατακυρωθείσας προσφοράς)

in het Engels

:

Customs duty: (customs duty of the awarded tender)

in het Frans

:

Droit de douane: (droit de douane du marché attribué)

in het Italiaans

:

Dazio doganale: (dazio doganale dell’aggiudicazione)

in het Lets

:

Muitas nodoklis: (konkursā uzvarējušā piedāvājuma muitas nodoklis)

in het Litouws

:

Muitas (konkursą laimėjusiam pasiūlymui taikomas muitas)

in het Hongaars

:

Vámtétel: (a nyertes ajánlat szerinti vámtétel)

in het Maltees

:

Dazju doganali:(dazju doganali tal-offerta magħżula)

in het Nederlands

:

Douanerecht: (douanerecht voor de gegunde inschrijving)

in het Pools

:

Cło: (cło zatwierdzonej oferty)

in het Portugees

:

Direito aduaneiro: (direito aduaneiro aplicável à proposta adjudicada)

in het Roemeens

:

Taxă vamală: (taxa vamală aplicabilă ofertei selecționate)

in het Slowaaks

:

Clo: (clo vybranej ponuky)

in het Sloveens

:

Carina: (carina dodeljene ponudbe)

in het Fins

:

Tulli: (voittaneeseen tarjoukseen sovellettava tulli)

in het Zweeds

:

Tullsats: (tullsats för det antagna anbudet)


19.1.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 16/12


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 37/2013 VAN DE COMMISSIE

van 18 januari 2013

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 januari 2013.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MA

70,6

TN

83,9

TR

121,1

ZZ

91,9

0707 00 05

EG

200,0

JO

182,1

MA

158,2

TR

161,3

ZZ

175,4

0709 91 00

EG

119,3

ZZ

119,3

0709 93 10

EG

105,4

MA

95,9

TR

139,5

ZZ

113,6

0805 10 20

EG

53,3

MA

63,2

TN

69,9

TR

64,6

ZZ

62,8

0805 20 10

IL

162,4

MA

90,9

ZZ

126,7

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

IL

115,4

KR

139,7

TR

82,7

ZZ

112,6

0805 50 10

EG

87,0

TR

80,3

ZZ

83,7

0808 10 80

CN

86,0

MK

35,9

US

172,9

ZZ

98,3

0808 30 90

CN

56,2

US

132,9

ZZ

94,6


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


19.1.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 16/14


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 38/2013 VAN DE COMMISSIE

van 18 januari 2013

betreffende de afgifte van certificaten voor de invoer van knoflook voor de deelperiode van 1 maart 2013 tot en met 31 mei 2013

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (2), en met name artikel 7, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 341/2007 van de Commissie (3) is voorzien in de opening en vaststelling van de wijze van beheer van tariefcontingenten en de instelling van een stelsel van invoercertificaten en certificaten van oorsprong voor uit derde landen ingevoerde knoflook en bepaalde andere landbouwproducten.

(2)

De hoeveelheden waarvoor op grond van artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 341/2007 door traditionele importeurs en door nieuwe importeurs A-certificaten zijn aangevraagd gedurende de eerste zeven dagen van januari 2013, overtreffen de beschikbare hoeveelheden voor producten van oorsprong uit China.

(3)

Derhalve moet, overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006, worden vastgesteld in welke mate de uiterlijk op 14 januari 2013 aan de Commissie toegezonden aanvragen van A-certificaten kunnen worden ingewilligd overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 341/2007.

(4)

Met het oog op een efficiënt beheer van de procedure voor afgifte van de invoercertificaten dient deze verordening onmiddellijk na de bekendmaking ervan in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Aanvragen voor A-invoercertificaten die op grond van artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 341/2007 zijn ingediend gedurende de eerste zeven dagen van januari 2013 en die aan de Commissie zijn toegezonden uiterlijk op 14 januari 2013, worden ingewilligd tot de in de bijlage bij de onderhavige verordening vermelde percentages van de gevraagde hoeveelheden.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 januari 2013.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.

(3)  PB L 90 van 30.3.2007, blz. 12.


BIJLAGE

Oorsprong

Volgnummer

Toewijzingscoëfficiënt

Argentinië

Traditionele importeurs

09.4104

100 %

Nieuwe importeurs

09.4099

100 %

China

Traditionele importeurs

09.4105

31,840168 %

Nieuwe importeurs

09.4100

0,402717 %

Andere derde landen

Traditionele importeurs

09.4106

100 %

Nieuwe importeurs

09.4102

100 %


BESLUITEN

19.1.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 16/16


BESLUIT VAN DE RAAD

van 14 januari 2013

houdende wijziging van zijn reglement van orde

(2013/37/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien artikel 2, lid 2, van bijlage III van het reglement van orde van de Raad (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 3, lid 3, eerste en vierde alinea, van het protocol (nr. 36) betreffende de overgangsbepalingen, dat gehecht is aan de Verdragen, is bepaald dat, tot en met 31 oktober 2014, bij de vaststelling van een besluit door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, indien een lid van de Raad daarom verzoekt, wordt nagegaan of de lidstaten die de gekwalificeerde meerderheid vormen, ten minste 62 % van de totale bevolking van de Unie vertegenwoordigen.

(2)

Dat percentage wordt berekend op basis van de bevolkingscijfers vermeld in artikel 1 van bijlage III bij het reglement van orde van de Raad (hierna het „reglement van orde” genoemd).

(3)

In artikel 2, lid 2, van bijlage III van het reglement van orde is bepaald dat de Raad de in artikel 1 van voornoemde bijlage vermelde cijfers actualiseert per 1 januari van elk jaar overeenkomstig de gegevens waarover het Bureau voor de Statistiek van de Europese Unie op 30 september van het voorgaande jaar beschikt.

(4)

Het reglement van orde moet derhalve voor het jaar 2013 dienovereenkomstig worden aangepast,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 1 van bijlage III bij het reglement van orde wordt vervangen door:

„Artikel 1

Voor de toepassing van artikel 16, lid 5, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en van artikel 3, leden 3 en 4, van het protocol (nr. 36) betreffende de overgangsbepalingen, dat gehecht is aan de Verdragen, gelden met betrekking tot de totale bevolkingsomvang van elke lidstaat voor de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 de volgende cijfers:

Lidstaat

Bevolking

(× 1 000)

Duitsland

81 843,7

Frankrijk

65 397,9

Verenigd Koninkrijk

62 989,6

Italië

60 820,8

Spanje

46 196,3

Polen

38 538,4

Roemenië

21 355,8

Nederland

16 730,3

Griekenland

11 290,9

België

11 041,3

Portugal

10 541,8

Tsjechië

10 505,4

Hongarije

9 957,7

Zweden

9 482,9

Oostenrijk

8 443,0

Bulgarije

7 327,2

Denemarken

5 580,5

Slowakije

5 404,3

Finland

5 401,3

Ierland

4 582,8

Litouwen

3 007,8

Letland

2 055,5

Slovenië

2 041,8

Estland

1 339,7

Cyprus

862,0

Luxemburg

524,9

Malta

416,1

Totaal

503 679,7

Drempel (62 %)

312 281,4”

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2013.

Gedaan te Brussel, 14 januari 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

E. GILMORE


(1)  Besluit 2009/937/EU van de Raad van 1 december 2009 houdende vaststelling van zijn reglement van orde (PB L 325 van 11.12.2009, blz. 35).