ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2012.329.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 329

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

55e jaargang
29 november 2012


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1108/2012 van de Commissie van 23 november 2012 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1109/2012 van de Commissie van 23 november 2012 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

3

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1110/2012 van de Commissie van 23 november 2012 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

5

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1111/2012 van de Commissie van 23 november 2012 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

7

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1112/2012 van de Commissie van 23 november 2012 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

9

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1113/2012 van de Commissie van 23 november 2012 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief

11

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1114/2012 van de Commissie van 26 november 2012 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

12

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1115/2012 van de Commissie van 28 november 2012 houdende tijdelijke schorsing van de douanerechten bij invoer van bepaalde granen voor het verkoopseizoen 2012/2013

14

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1116/2012 van de Commissie van 28 november 2012 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

16

 

 

BESLUITEN

 

 

2012/736/EU

 

*

Besluit van de Raad van 26 november 2012 houdende benoeming van een Belgisch lid en een Belgische plaatsvervanger in het Comité van de Regio’s

18

 

 

2012/737/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 27 november 2012 tot wijziging van de bijlagen I en II bij Richtlijn 82/894/EEG van de Raad inzake de melding van dierziekten in de Gemeenschap (Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 8518)  ( 1 )

19

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

29.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 329/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1108/2012 VAN DE COMMISSIE

van 23 november 2012

tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name artikel 9, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 is gevoegd, dienen bepalingen voor de indeling van de in de bijlage bij onderhavige verordening vermelde goederen te worden vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke EU-wetgeving is vastgesteld met het oog op de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer.

(3)

Volgens deze algemene regels dienen de in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen te worden ingedeeld onder de in kolom 2 vermelde GN-code om de in kolom 3 genoemde redenen.

(4)

Er dient te worden bepaald dat een door de douane van een lidstaat afgegeven bindende tariefinlichting inzake de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur die in strijd is met deze verordening, door de houder van die inlichting nog drie maanden mag worden gebruikt op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2).

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-code.

Artikel 2

Op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 kan een door de douane van een lidstaat afgegeven bindende tariefinlichting die in strijd is met onderhavige verordening, nog voor een periode van drie maanden worden gebruikt.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 november 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Algirdas ŠEMETA

Lid van de Commissie


(1)   PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

(2)   PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.


BIJLAGE

Omschrijving

Indeling (GN-code)

Motivering

(1)

(2)

(3)

Een gegalvaniseerd artikel bestaande uit een U-vormige bout van staal die aan beide uiteinden van schroefdraad is voorzien, twee zeskantige moeren en een klem van gietijzer met twee gaten om de bout door te steken.

Dit artikel wordt bijvoorbeeld gebruikt om twee of meer draden samen te houden door de draden in de U-vormige bout te plaatsen, de klem over de draden te plaatsen en de moeren aan te draaien.

 (*1) Zie foto

7326 90 98

De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes 7326 , 7326 90 en 7326 90 98 .

Aangezien de functie van het artikel bestaande uit een bout, twee moeren en een klem verschillend is van die van een bout, d.w.z. het wordt niet gebruikt om verschillende elementen rechtstreeks vast en los te draaien, is indeling onder post 7318 als een bout of een soortgelijk artikel uitgesloten (zie ook de GS-toelichting op post 7326 , punt 1)).

Het artikel moet daarom worden ingedeeld onder GN-code 7326 90 98 als andere werken van staal.

Image 1

(*1)  De foto dient louter ter informatie.


29.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 329/3


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1109/2012 VAN DE COMMISSIE

van 23 november 2012

tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de statistiek- en tariefnomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name artikel 9, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 is gevoegd, dienen bepalingen voor de indeling van de in de bijlage bij onderhavige verordening vermelde goederen te worden vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke EU-wetgeving is vastgesteld met het oog op de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer.

(3)

Volgens deze algemene regels dienen de in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen te worden ingedeeld onder de in kolom 2 vermelde GN-code om de in kolom 3 genoemde redenen.

(4)

Er dient te worden bepaald dat een door de douane van een lidstaat afgegeven bindende tariefinlichting inzake de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur die in strijd is met deze verordening, door de houder van die inlichting nog drie maanden mag worden gebruikt op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2).

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-code.

Artikel 2

Op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 kan een door de douane van een lidstaat afgegeven bindende tariefinlichting die in strijd is met onderhavige verordening, nog voor een periode van drie maanden worden gebruikt.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 november 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Algirdas ŠEMETA

Lid van de Commissie


(1)   PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

(2)   PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.


BIJLAGE

Omschrijving

Indeling

(GN-code)

Motivering

(1)

(2)

(3)

Een elektronisch apparaat (een zogenoemde „CCD-beeldsensor” in een 60-pin keramische behuizing bestaande uit:

3 lineair opgestelde charge coupled device chips (CCD-chips) met een röntgenstralengevoelig actief gebied van ca. 220 × 6 mm. Elke CCD-chip heeft 1 536  × 128 pixels met een pixelgrootte van 48 × 48 μm.

3 optischevezelplaten uitgerust met scintillatoren, gemonteerd op iedere CCD-chip.

Het apparaat heeft een uitgang van geïntegreerde schakelingen.

Het apparaat wordt geïnstalleerd in röntgencamera’s om beelden te genereren. De optischevezelplaten met scintillatoren zetten de röntgenstralen om in zichtbaar licht dat op de CCD-sensor wordt geprojecteerd. De CCD-sensor zet het licht om in een elektrisch signaal dat tot een analoog of digitaal beeld wordt verwerkt.

Het apparaat is ontworpen voor beeldvorming met behulp van röntgenstraling.

8529 90 92

De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 2 b) op afdeling XVI en de tekst van de GN-codes 8529 , 8529 90 en 8529 90 92 .

Aangezien het apparaat uit verschillende componenten bestaat, zoals lichtgevoelige cellen, geïntegreerde schakelingen en optischevezelplaten met scintillatoren, is indeling onder post 8541 als een lichtgevoelig halfgeleiderelement uitgesloten.

Aangezien het apparaat uitsluitend of hoofdzakelijk geschikt is voor gebruik met een digitale röntgencamera, wordt het daarom ingedeeld onder GN-code 8529 90 92 als een deel van televisiecamera’s van onderverdeling 8525 80 19 .


29.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 329/5


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1110/2012 VAN DE COMMISSIE

van 23 november 2012

tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name artikel 9, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 is gevoegd, dienen bepalingen voor de indeling van de in de bijlage bij onderhavige verordening vermelde goederen te worden vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke EU-wetgeving is vastgesteld met het oog op de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer.

(3)

Volgens deze algemene regels dienen de in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen te worden ingedeeld onder de in kolom 2 vermelde GN-code om de in kolom 3 genoemde redenen.

(4)

Er dient te worden bepaald dat een door de douane van een lidstaat afgegeven bindende tariefinlichting inzake de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur die in strijd is met deze verordening, door de houder van die inlichting nog drie maanden mag worden gebruikt op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2).

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-code.

Artikel 2

Op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 kan een door de douane van een lidstaat afgegeven bindende tariefinlichting die in strijd is met onderhavige verordening, nog voor een periode van drie maanden worden gebruikt.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 november 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Algirdas ŠEMETA

Lid van de Commissie


(1)   PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

(2)   PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.


BIJLAGE

Omschrijving

Indeling

(GN-code)

Motivering

(1)

(2)

(3)

Een lader van het type gelijkstroomomvormer (een zogenoemde „universele autolader met dubbele aansluiting”) met een adapter voor de sigarettenaansteker van de auto, twee USB-interfaces en een lichtindicator.

De lader heeft een ingangsspanning van 12 V gelijkstroom, een uitgangsspanning van 5 V gelijkstroom en een uitgangsstroom van 500 mA of 2 × 250 mA.

De lader wordt gebruikt om stroom te voorzien voor het opladen van diverse apparaten, zoals mobiele telefoons, pda’s, gps’en, camera’s, mp3- en mp4-spelers.

8504 40 90

De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes 8504 , 8504 40 en 8504 40 90 .

Het product is een statische omvormer van het gelijkstroomomvormertype (zie ook de GS-toelichting op post 8504 , II, punt D)).

De lader kan worden gebruikt voor het opladen van diverse apparaten, bijvoorbeeld telecommunicatietoestellen, automatische gegevensverwerkende machines, audio/video-opname- en weergaveapparaten en toestellen voor radionavigatie.

Indeling onder GN-code 8504 40 30 als statische omvormers van de soort gebruikt voor telecommunicatietoestellen, automatische gegevensverwerkende machines en eenheden daarvoor is daarom uitgesloten.

De lader moet daarom worden ingedeeld onder GN-code 8504 40 90 als een andere statische omvormer.


29.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 329/7


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1111/2012 VAN DE COMMISSIE

van 23 november 2012

tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name artikel 9, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 is gevoegd, dienen bepalingen voor de indeling van de in de bijlage bij onderhavige verordening vermelde goederen te worden vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke EU-wetgeving is vastgesteld met het oog op de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer.

(3)

Volgens deze algemene regels dienen de in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen te worden ingedeeld onder de in kolom 2 vermelde GN-code om de in kolom 3 genoemde redenen.

(4)

Er dient te worden bepaald dat een door de douane van een lidstaat afgegeven bindende tariefinlichting inzake de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur die in strijd is met deze verordening, door de houder van die inlichting nog drie maanden mag worden gebruikt op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2).

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-code.

Artikel 2

Op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 kan een door de douane van een lidstaat afgegeven bindende tariefinlichting die in strijd is met onderhavige verordening, nog voor een periode van drie maanden worden gebruikt.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 november 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Algirdas ŠEMETA

Lid van de Commissie


(1)   PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

(2)   PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.


BIJLAGE

Omschrijving

Indeling

(GN-code)

Motivering

(1)

(2)

(3)

Een artikel in de vorm van negen uitgesneden, bedrukte kartonnen stickers die verschillende insecten en andere wezentjes voorstellen en zijn versierd met kunststeentjes en glitter, op een vel van kunststof van ongeveer 30 × 30 cm.

Elke sticker is voorzien van een zelfklevende strook en kan worden aangebracht op een oppervlak naar keuze. Het is mogelijk de sticker vervolgens op een ander oppervlak aan te brengen.

De stickers worden gebruikt voor decoratie.

 (*1) Zie foto.

4911 91 00

De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 12 op hoofdstuk 48 en de tekst van de GN-codes 4911 en 4911 91 00 .

Overeenkomstig aantekening 12 op hoofdstuk 48 valt karton waarop gedrukte teksten of illustraties voorkomen, die een meer dan bijkomstig karakter hebben bij het primaire gebruik van de goederen, onder hoofdstuk 49. Het artikel is drukwerk met uitsluitend afbeeldingen en wordt gebruikt voor decoratieve doeleinden. Indeling onder post 4823 als ander karton is daarom uitgesloten.

Zelfklevende bedrukte stickers die zijn ontworpen om te worden gebruikt als decoratie vallen onder post 4911 (zie ook de GS-toelichting op post 4911 , punt 10).

Het product moet daarom worden ingedeeld onder GN-code 4911 91 00 als andere gedrukte illustraties.

Image 2

(*1)  De foto dient louter ter informatie.


29.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 329/9


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1112/2012 VAN DE COMMISSIE

van 23 november 2012

tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name artikel 9, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 is gevoegd, dienen bepalingen voor de indeling van de in de bijlage bij onderhavige verordening vermelde goederen te worden vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke EU-wetgeving is vastgesteld met het oog op de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer.

(3)

Volgens deze algemene regels dienen de in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen te worden ingedeeld onder de in kolom 2 vermelde GN-code om de in kolom 3 genoemde redenen.

(4)

Er dient te worden bepaald dat een door de douane van een lidstaat afgegeven bindende tariefinlichting inzake de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur die in strijd is met deze verordening, door de houder van die inlichting nog drie maanden mag worden gebruikt op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2).

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-code.

Artikel 2

Op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 kan een door de douane van een lidstaat afgegeven bindende tariefinlichting die in strijd is met onderhavige verordening, nog voor een periode van drie maanden worden gebruikt.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 november 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Algirdas ŠEMETA

Lid van de Commissie


(1)   PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

(2)   PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.


BIJLAGE

Omschrijving

Indeling

(GN-code)

Motivering

(1)

(2)

(3)

Een geïsoleerde kabel (een zogenoemde „USB-kabel”) met een lengte van 1 m die bestaat uit geïsoleerde ineengedraaide draden en aan beide uiteinden is voorzien van USB-verbindingsstukken.

De kabel maakt het mogelijk gegevens over te dragen tussen verschillende soorten apparaten. Hij maakt het ook mogelijk elektrische energie te leveren aan die apparaten of ze op te laden.

8544 42 90

De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes 8544 , 8544 42 en 8544 42 90 .

Gegevensoverdracht tussen twee apparaten waarbij geen telecommunicatietechnologie, zoals Ethernet, wordt gebruikt, wordt niet als telecommunicatie in de zin van onderverdeling 8544 42 10 beschouwd. Bijgevolg is indeling onder onderverdeling 8544 42 10 als een kabel die is voorzien van verbindingsstukken van de soort gebruikt voor telecommunicatie, uitgesloten (zie ook de GN-toelichting op onderverdeling 8544 42 10 ).

De kabel wordt daarom ingedeeld onder GN-code 8544 42 90 als andere geleider van elektriciteit voor een spanning tot 1 000  V voorzien van verbindingsstukken.


29.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 329/11


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1113/2012 VAN DE COMMISSIE

van 23 november 2012

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name artikel 9, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Omwille van de rechtszekerheid moet het toepassingsgebied van de in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 vastgestelde gecombineerde nomenclatuur worden verduidelijkt met betrekking tot onderverdeling 2710 20 Aardolie en olie uit bitumineuze mineralen (andere dan ruwe) en preparaten bevattende als basisbestanddeel 70 of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen, elders genoemd noch elders onder begrepen, en die biodiesel bevatten, andere dan afvalolie.

(2)

Voor de toepassing van aantekening 5 bij hoofdstuk 27 worden als „biodiesel” aangemerkt monoalkylesters van vetzuren (FAMAE) van de soorten die als brandstof wordt gebruikt, verkregen uit dierlijke of plantaardige vetten en oliën, ook indien gebruikt.

(3)

Om de indeling van producten bij onderverdeling 2710 20 mogelijk te maken moet de waarde van het in die onderverdeling bedoelde minimumgehalte aan biodiesel worden vastgesteld.

(4)

Daarom moet een nieuwe alinea worden toegevoegd aan de aanvullende aantekening 2 bij hoofdstuk 27 van de gecombineerde nomenclatuur waarin de waarde van het minimumgehalte aan biodiesel op 0,5 volumepercent wordt vastgesteld (vaststelling volgens de EN 14078-methode).

(5)

Verordening (EEG) nr. 2658/87 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

Het Comité douanewetboek heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In het tweede deel, afdeling V, hoofdstuk 27, aanvullende aantekeningen, van de in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 vastgestelde gecombineerde nomenclatuur wordt het volgende punt g) ingevoegd tussen „ Deze producten worden ingedeeld onder de onderverdelingen 2710 19 71 tot en met 2710 19 99 of 2710 20 90 ” en aanvullende aantekening 3:

„g)

„bevat biodiesel” houdt in dat de producten van onderverdeling 2710 20 een minimumgehalte bevatten aan biodiesel, d.w.z. monoalkylesters van vetzuren (FAMAE) van de soort die als brandstof wordt gebruikt, van 0,5 volumepercent (bepaald volgens de methode EN 14078).”

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 november 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Algirdas ŠEMETA

Lid van de Commissie


(1)   PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.


29.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 329/12


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1114/2012 VAN DE COMMISSIE

van 26 november 2012

tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de statistiek- en tariefnomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), met name op artikel 9, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 is gevoegd, dienen bepalingen voor de indeling van de in de bijlage bij onderhavige verordening vermelde goederen te worden vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke EU-wetgeving is vastgesteld met het oog op de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer.

(3)

Volgens deze algemene regels dienen de in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen te worden ingedeeld onder de in kolom 2 vermelde GN-code om de in kolom 3 genoemde redenen.

(4)

Er moet worden bepaald dat de houder van een door de douane van een lidstaat afgegeven bindende tariefinlichting inzake de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur die in strijd is met deze verordening, deze inlichting nog drie maanden mag blijven gebruiken op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2).

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-code.

Artikel 2

Op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 kan een door de douane van een lidstaat afgegeven bindende tariefinlichting die in strijd is met onderhavige verordening, nog voor een periode van drie maanden worden gebruikt.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 november 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Algirdas ŠEMETA

Lid van de Commissie


(1)   PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

(2)   PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.


BIJLAGE

Omschrijving

Indeling

(GN-code)

Motivering

(1)

(2)

(3)

Een voertuig op rupsbanden voor het vervoer van goederen (een zogenoemde „minitrac”), met een motor met zelfontsteking, een cilinderinhoud van 479 cm3, een maximaal toegelaten gewicht van 2 085 kg en afmetingen van ongeveer 265 × 95 × 202 cm.

Het voertuig bestaat uit een chassis met kantelbare laadvloer waarvan drie zijden open kunnen en een open cabine met een stoel voor de bestuurder.

Het leeggewicht van het voertuig bedraagt 840 kg, het maximale laadvermogen 1 200 kg. De maximumsnelheid van het voertuig bedraagt ongeveer 6 km/h.

Het voertuig, dat is bestemd voor het vervoeren en storten van uitgegraven of ander materiaal over korte afstanden op ruw terrein, is niet bestemd voor gebruik op de openbare weg.

 (*1) Zie foto.

8704 10 10

De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes 8704 , 8704 10 en 8704 10 10 .

Het voertuig is ontworpen voor gebruik in het terrein, voor het vervoeren en storten van uitgegraven of ander materiaal. Voorts worden lichte voertuigen van het type dat wordt gebruikt op bouwplaatsen ingedeeld als dumpers (zie ook de GS-toelichting op post 8704 en de GN-toelichting op de onderverdelingen 8704 10 10 en 8704 10 90 ).

Het feit dat het voertuig is uitgerust met een kantelbare laadvloeren rupsbanden in plaats van wielen vormt geen beletsel voor indeling als een dumper (zie ook het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie in zaak C-396/02).

Het voertuig moet daarom worden ingedeeld onder GN-code 8704 10 10 als een dumper ontworpen voor gebruik in het terrein.

Image 3

(*1)  De foto dient louter ter informatie.


29.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 329/14


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1115/2012 VAN DE COMMISSIE

van 28 november 2012

houdende tijdelijke schorsing van de douanerechten bij invoer van bepaalde granen voor het verkoopseizoen 2012/2013

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 187 juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de graanvoorziening van de EU-markt in de eerste maanden van het verkoopseizoen 2012/2013 te bevorderen, zijn bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 569/2012 van de Commissie (2) de douanerechten tot en met 31 december 2012 geschorst voor het bij Verordening (EG) nr. 1067/2008 van de Commissie (3) geopende tariefcontingent voor de invoer van zachte tarwe van lage en gemiddelde kwaliteit.

(2)

Op grond van de verwachte ontwikkeling op de graanmarkt van de Europese Unie tegen het eind van het verkoopseizoen 2012/2013 mag worden aangenomen dat de hoge prijzen zullen aanhouden, gezien de geringe voorraden en de huidige ramingen van de Commissie met betrekking tot de hoeveelheden die werkelijk beschikbaar zullen zijn na de oogst van 2012. Om de invoer en het daarmee samenhangende marktevenwicht in de Unie te handhaven, dient het beleid inzake de invoer van granen ongewijzigd te blijven en mag, voor het tariefcontingent waarop deze maatregel momenteel van toepassing is, niet worden geraakt aan de tijdelijke schorsing van de douanerechten bij invoer in het verkoopseizoen 2012/2013, en dat tot en met 30 juni 2013. Om dezelfde redenen dient de maatregel tevens te gelden voor het tariefcontingent voor de invoer van veevoedergerst dat is geopend bij Verordening (EG) nr. 2305/2003 van de Commissie (4).

(3)

Marktdeelnemers mogen bovendien niet worden benadeeld in gevallen waarin de granen reeds onderweg zijn om in de Unie te worden ingevoerd. Met het oog hierop moet rekening worden gehouden met de voor het vervoer vereiste tijd en moeten de marktdeelnemers de gelegenheid krijgen om alle producten waarvan het rechtstreekse vervoer naar de Unie uiterlijk op 30 juni 2013 is begonnen, in het vrije verkeer te brengen in het kader van de bij de onderhavige verordening vastgestelde regeling tot schorsing van de douanerechten. Verder moet worden bepaald welk bewijsstuk moet worden overgelegd om het vervoer, met de Unie als rechtstreekse bestemming, en de datum waarop dat vervoer is begonnen, aan te tonen.

(4)

Met het oog op een efficiënt beheer van de procedure voor de afgifte van invoercertificaten vanaf 1 januari 2013 moet deze verordening in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De toepassing van douanerechten bij invoer van zachte tarwe van GN-code 1001 99 00 van een andere dan van hoge kwaliteit als gedefinieerd in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 642/2010 van de Commissie (5) en van gerst van GN-code 1003 wordt in het verkoopseizoen 2012/2013 geschorst voor alle invoer in het kader van de bij de Verordeningen (EG) nr. 1067/2008 en (EG) nr. 2305/2003 geopende tariefcontingenten voor de invoer tegen verlaagde rechten.

2.   Wanneer de in lid 1 bedoelde granen rechtstreeks naar de Unie worden vervoerd en dat vervoer uiterlijk op 30 juni 2013 is begonnen, blijft de schorsing van de douanerechten op grond van de onderhavige verordening van toepassing op het in het vrije verkeer brengen van de desbetreffende producten.

Als bewijs voor het rechtstreekse vervoer naar de Unie en voor de datum waarop dat vervoer is begonnen, geldt, ten genoegen van de bevoegde autoriteiten, het origineel van het vervoersdocument.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2013 tot en met 30 juni 2013.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 november 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)   PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)   PB L 169 van 29.6.2012, blz. 41.

(3)   PB L 290 van 31.10.2008, blz. 3.

(4)   PB L 342 van 30.12.2003, blz. 7.

(5)   PB L 187 van 21.7.2010, blz. 5.


29.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 329/16


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1116/2012 VAN DE COMMISSIE

van 28 november 2012

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 november 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)   PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)   PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

AL

50,7

MA

53,2

MK

37,4

TN

74,5

TR

64,0

ZZ

56,0

0707 00 05

AL

70,7

MA

141,4

MK

58,4

TR

93,7

ZZ

91,1

0709 93 10

MA

90,7

TR

88,8

ZZ

89,8

0805 20 10

MA

78,6

ZZ

78,6

0805 20 30 , 0805 20 50 , 0805 20 70 , 0805 20 90

CN

70,9

HR

45,0

TR

84,5

ZZ

66,8

0805 50 10

AR

68,7

TR

78,4

ZZ

73,6

0808 10 80

MK

38,5

NZ

138,3

US

182,4

ZA

88,7

ZZ

112,0

0808 30 90

CN

66,2

TR

116,3

ZZ

91,3


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ ZZ ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

29.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 329/18


BESLUIT VAN DE RAAD

van 26 november 2012

houdende benoeming van een Belgisch lid en een Belgische plaatsvervanger in het Comité van de Regio’s

(2012/736/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 305,

Gezien de voordracht van de Belgische regering,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 22 december 2009, respectievelijk 18 januari 2010 heeft de Raad Besluit 2009/1014/EU (1) en Besluit 2010/29/EU (2) houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2010 tot en met 25 januari 2015 vastgesteld.

(2)

In het Comité van de Regio’s is een zetel van lid vrijgekomen door het verstrijken van het mandaat van de heer Charles PICQUÉ.

(3)

In het Comité van de Regio’s is een zetel van plaatsvervanger vrijgekomen door de benoeming van de heer Alain HUTCHINSON tot lid van het Comité van de Regio’s.

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In het Comité van de Regio’s worden de volgende personen benoemd voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2015:

a)

tot lid:

de heer Alain HUTCHINSON, Membre du Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale

en

b)

tot plaatsvervangend lid:

de heer Charles PICQUÉ, Ministre-Président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 26 november 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

G. DEMOSTHENOUS


(1)   PB L 348 van 29.12.2009, blz. 22.

(2)   PB L 12 van 19.1.2010, blz. 11.


29.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 329/19


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 27 november 2012

tot wijziging van de bijlagen I en II bij Richtlijn 82/894/EEG van de Raad inzake de melding van dierziekten in de Gemeenschap

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 8518)

(Voor de EER relevante tekst)

(2012/737/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 82/894/EEG van de Raad van 21 december 1982 inzake de melding van dierziekten in de Gemeenschap (1), en met name artikel 5, lid 2, eerste en tweede streepje,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 82/894/EEG inzake de melding van dierziekten in de Unie bevat de criteria voor de melding van dierziekten waarvan de aanwezigheid door de getroffen lidstaat aan de Commissie en de andere lidstaten moet worden gemeld.

(2)

In de lijst van ziekten die moeten worden gemeld bij de Commissie en bij de andere lidstaten van bijlage I bij Richtlijn 82/894/EEG is paardenencefalomyelitis opgenomen onder de ziekten bij landdieren, zonder onderscheid van de verschillende vormen. Voor de duidelijkheid en om in het belang van de diergezondheid of de volksgezondheid deugdelijke informatie over de ziekteverwekker te verstrekken, moeten de verschillende vormen van paardenencefalomyelitis in deze bijlage uitdrukkelijk worden vermeld.

(3)

Voorts hebben de meeste lidstaten de ziekten rabiës, miltvuur, rundertuberculose, runderbrucellose, endemische runderleukose en schapen- en geitenbrucellose in verregaande mate uitgeroeid. Daardoor zijn haarden van deze ziekten in grote gebieden van de Unie zeldzamer geworden. Voortaan moeten de haarden aan de Commissie en de andere lidstaten worden gemeld. Deze ziekten moeten daarom in bijlage I worden opgenomen.

(4)

Om administratieve belasting te voorkomen, volstaan onder bepaalde voorwaarden voor primaire haarden wekelijkse meldingen en voor secundaire haarden maandelijkse meldingen van de bovengenoemde ziekten.

(5)

Bepaalde lidstaten en regio’s daarvan zijn voor niet-exotische ziekten zoals rundertuberculose, runderbrucellose, endemische runderleukose of schapen- en geitenbrucellose nog niet officieel ziektevrij zoals bepaald in Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (2) en in Richtlijn 91/68/EEG van de Raad van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in schapen en geiten (3). Om een onevenredig aantal meldingen te voorkomen, mag het melden van haarden van de bovengenoemde ziekten in niet-ziektevrije lidstaten niet worden verplicht.

(6)

In de toekomst zullen meldingen betreffende dierziekten aan de Commissie en aan het wereldwijde informatiesysteem voor diergezondheid van de Werelddiergezondheidsorganisatie (hierna „OIE” genoemd) in één systeem (het informatiesysteem voor dierziekten, Animal Disease Information System of ADIS) worden ingevoerd. Daarom moet in bijlage I bij Richtlijn 82/894/EEG, waar mogelijk, dezelfde terminologie als die van het OIE worden gebruikt.

(7)

Voor de aanwezigheid van laagpathogene aviaire influenza bij wilde vogels is reeds een onlinemeldsysteem opgericht. Daarom moet in het geval van aviaire influenza uitdrukkelijk worden vermeld dat voor haarden van hoogpathogene aviaire influenza bij pluimvee, in gevangenschap levende vogels of wilde vogels een meldingsplicht moet bestaan, terwijl voor haarden van laagpathogene aviaire influenza er slechts bij pluimvee en bij in gevangenschap levende vogels een meldingsplicht moet bestaan.

(8)

Het epizoötisch ulceratief syndroom is geschrapt uit de lijst van exotische ziekten in deel II van bijlage IV bij Richtlijn 2006/88/EG van de Raad van 24 oktober 2006 betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren (4) bij Uitvoeringsrichtlijn 2012/31/EU van de Commissie van 25 oktober 2012 tot wijziging van bijlage IV bij Richtlijn 2006/88/EG van de Raad wat betreft de lijst van voor virale hemorragische septikemie gevoelige vissoorten en de schrapping van het epizoötisch ulceratief syndroom uit de lijst van ziekten (5). Daarom moet de ziekte eveneens uit bijlage I bij Richtlijn 82/894/EEG worden geschrapt.

(9)

De bijlagen I en II bij Richtlijn 82/894/EEG moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen I en II bij Richtlijn 82/894/EEG worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 januari 2013.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 27 november 2012.

Voor de Commissie

Maroš ŠEFČOVIČ

Vicevoorzitter


(1)   PB L 378 van 31.12.1982, blz. 58.

(2)   PB 121 van 29.7.1964, blz. 1977/64.

(3)   PB L 46 van 19.2.1991, blz. 19.

(4)   PB L 328 van 24.11.2006, blz. 14.

(5)   PB L 297 van 26.10.2012, blz. 26.


BIJLAGE

De bijlagen I en II bij Richtlijn 82/894/EEG worden als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage I wordt vervangen door:

„BIJLAGE I

Ziekten waarvoor een aangifteplicht bestaat

A.   Ziekten bij landdieren

Lijst A.1:

Paardenpest

Afrikaanse varkenspest

Miltvuur

Aviaire influenza (HPAI bij pluimvee, in gevangenschap levende vogels en wilde vogels en LPAI bij pluimvee en in gevangenschap levende vogels)

Bluetongue

Boviene spongiforme encefalopathie

Klassieke varkenspest

Besmettelijke boviene pleuropneumonie

Dourine

Paardenencefalomyelitis van de volgende vormen:

Oosterse paardenencefalomyelitis,

Japanse encefalitis,

Venezolaanse paardenencefalomyelitis,

Westnijlkoorts,

Westerse paardenencefalomyelitis.

Infectieuze anemie bij paarden

Mond-en-klauwzeer

Kwade droes

Besmettelijke nodulaire dermatose (lumpy skin disease)

Ziekte van Newcastle

Pest van kleine herkauwers (Peste des petits ruminants)

Rabiësinfectie

Riftdalkoorts

Runderpest

Schapen- en geitenpokken

Kleinebijenkastkeverplaag (Aethina tumida)

Vesiculaire varkensziekte

Tropilaelapsplaag bij honingbijen

Vesiculaire stomatitis

Lijst A.2:

Runderbrucellose

Rundertuberculose

Endemische runderleukose

Schapen- en geitenbrucellose (met uitzondering van Brucella ovis)

B.   Ziekten bij aquacultuurdieren

Epizoötische hematopoëtische necrose

Infectieuze hematopoëtische necrose

Infectieuze zalmanemie

Besmetting met Perkinsus marinus

Besmetting met Microcytos mackini

Besmetting met Marteilia refringens

Besmetting met Bonamia ostreae

Besmetting met Bonamia exitiosa

Koiherpesvirus

Taurasyndroom

Virale hemorragische septikemie

Wittevlekkensyndroom

Yellowheadziekte”.

2)

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt C wordt vervangen door:

„C.

In het geval van ziekten bij landdieren zoals vermeld in bijlage I, onder A.2:

de bevestiging van haarden, besmettingen of aanwezigheid van de ziekteverwekker in een beslag zoals bedoeld in de bijlagen A en D bij Richtlijn 64/432/EEG of op bedrijven zoals bedoeld in bijlage A bij Richtlijn 91/68/EEG van de Raad (*1), of de intrekking van de officiële ziektevrije status van een beslag of een bedrijf op basis van een laboratoriumonderzoek of epidemiologisch onderzoek zoals bedoeld in de bijlagen A en D bij Richtlijn 64/432/EEG of in bijlage A bij Richtlijn 91/68/EEG in een lidstaat of een regio daarvan die overeenkomstig deze richtlijnen officieel ziektevrij is en niet uit epidemiologisch oogpunt in verband kan worden gebracht met een vroegere haard, moet worden aangegeven als een primaire haard, zoals bepaald in artikel 2, onder d), en moet binnen een week aan de Commissie en de lidstaten worden gemeld;

andere bevestigingen van haarden, besmettingen of aanwezigheid van de ziekteverwekker of de intrekking van de officiële ziektevrije status van een beslag of een bedrijf op basis van een laboratoriumonderzoek of een epidemiologisch onderzoek zoals bedoeld in de bijlagen A en D bij Richtlijn 64/432/EEG of in bijlage A bij Richtlijn 91/68/EEG in een lidstaat of regio daarvan die overeenkomst deze richtlijnen officieel ziektevrij is, moet worden aangegeven als een secundaire haard overeenkomstig artikel 4, lid 1, van deze richtlijn;

secundaire haarden moeten maandelijks bij de Commissie en de lidstaten worden gemeld;

bij rundertuberculose, runderbrucellose en schapen- en geitenbrucellose moet, indien bekend, tevens de benaming van de ziekteverwekker in de aangifte worden opgenomen.

(*1)   PB L 46 van 19.2.1991, blz. 19.”;"

b)

het volgende punt wordt toegevoegd:

„D.

In het geval van ziekten bij aquacultuurdieren zoals vermeld in bijlage I, onder B:

bevestigingen van haarden van exotische ziekten en van haarden van niet-exotische ziekten in voordien ziektevrije lidstaten, gebieden of compartimenten zoals gedefinieerd in Richtlijn 2006/88/EG (*2) moeten als primaire haarden worden gemeld;

andere haarden dan de in het eerste streepje bedoelde moeten overeenkomstig artikel 4, lid 1, als secundaire haarden worden gemeld;

secundaire haarden moeten maandelijks bij de Commissie en de lidstaten worden gemeld. De naam en een beschrijving van het gebied of compartiment moeten in de aangifte worden opgenomen.

(*2)   PB L 328 van 24.11.2006, blz. 14.”."


(*1)   PB L 46 van 19.2.1991, blz. 19.”;

(*2)   PB L 328 van 24.11.2006, blz. 14.”.”