ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2012.309.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 309

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

55e jaargang
8 november 2012


Inhoud

 

III   Andere handelingen

Bladzijde

 

 

EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 123/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst

1

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 124/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst

2

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 125/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

3

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 126/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

4

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 127/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

6

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 128/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van bijlage XI (Elektronische communicatie, audiovisuele diensten en informatiemaatschappij) bij de EER-overeenkomst

7

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 129/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst

8

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 130/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst

10

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 131/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst

11

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 132/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst

12

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 133/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst

13

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 134/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst

15

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 135/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst

16

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 136/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst

17

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 137/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst

18

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 138/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst

20

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 139/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden

21

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 140/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden

23

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 141/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden

25

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 142/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden

26

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 143/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van Protocol 47 (Opheffing van de technische belemmeringen voor het handelsverkeer in wijn) bij de EER-overeenkomst

27

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 144/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

29

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 145/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

30

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 146/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

31

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 147/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

32

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 148/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst

33

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 149/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van bijlage XVIII (Gezondheid en veiligheid op het werk, arbeidsrecht en gelijke behandeling van mannen en vrouwen) bij de EER-overeenkomst

34

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 150/2012 van 13 juli 2012 tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst

35

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 151/2012 van 26 juli 2012 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

36

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 152/2012 van 26 juli 2012 tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst

38

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


III Andere handelingen

EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/1


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 123/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage I bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 104/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 15 juni 2012 (1).

(2)

Verordening (EU) nr. 87/2011 van de Commissie van 2 februari 2011 tot aanwijzing van het EU-referentielaboratorium voor bijengezondheid, tot vaststelling van aanvullende verantwoordelijkheden en taken van dat laboratorium en tot wijziging van bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (2) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(3)

Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake levende dieren, andere dan vissen en aquacultuurdieren. Wetgeving over deze aangelegenheden dient niet van toepassing te zijn op IJsland, zoals vermeld in punt 2 van de inleiding van hoofdstuk I van bijlage I bij de Overeenkomst. Dit besluit dient daarom niet van toepassing te zijn op IJsland.

(4)

Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake veterinaire aangelegenheden. Wetgeving inzake veterinaire aangelegenheden is niet van toepassing op Liechtenstein zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen van bijlage I bij de Overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein,

BESLUIT:

Artikel 1

In bijlage I van hoofdstuk I bij de Overeenkomst wordt in punt 11 (Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32011 R 0087: Verordening (EU) nr. 87/2011 van de Commissie van 2 februari 2011 (PB L 29 van 3.2.2011, blz. 1).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken tekst in de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 87/2011 is authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 14 juli 2012, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 270 van 4.10.2012, blz. 3.

(2)   PB L 29 van 3.2.2011, blz. 1.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/2


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 124/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage I bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 104/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 15 juni 2012 (1).

(2)

Verordening (EU) nr. 1276/2011 van de Commissie van 8 december 2011 tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de behandeling om levensvatbare parasieten in visserijproducten voor menselijke consumptie te doden (2), dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(3)

Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake veterinaire aangelegenheden. Wetgeving inzake veterinaire aangelegenheden is niet van toepassing op Liechtenstein zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen van bijlage I bij de Overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein,

BESLUIT:

Artikel 1

In deel 6.1 van hoofdstuk I van bijlage I bij de Overeenkomst wordt in punt 17 (Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32011 R 1276: Verordening (EU) nr. 1276/2011 van de Commissie van 8 december 2011 (PB L 327 van 9.12.2011, blz. 39).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 1276/2011 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 14 juli 2012, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 270 van 4.10.2012, blz. 3.

(2)   PB L 327 van 9.12.2011, blz. 39.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/3


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 125/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage II bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 107/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 15 juni 2012 (1).

(2)

Verordening (EU) nr. 366/2011 van de Commissie van 14 april 2011 tot wijziging van bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), wat betreft acrylamide (2), dient in de Overeenkomst te worden opgenomen,

BESLUIT:

Artikel 1

In hoofdstuk XV van bijlage II bij de Overeenkomst wordt in punt 12zc (Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32011 R 0366: Verordening (EU) nr. 366/2011 van de Commissie van 14 april 2011 (PB L 101 van 15.4.2011, blz. 12).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 366/2011 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 14 juli 2012, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 270 van 4.10.2012, blz. 29.

(2)   PB L 101 van 15.4.2011, blz. 12.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/4


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 126/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 764/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van procedures voor de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht, en tot intrekking van Beschikking nr. 3052/95/EG (1) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van Besluit 93/465/EEG van de Raad (3) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(4)

Besluit nr. 768/2008/EG stelt gemeenschappelijke beginselen en referentiebepalingen vast voor toekomstige wetgeving tot harmonisatie van de voorwaarden voor het verhandelen van producten en vormt een referentietekst voor de bestaande wetgeving op dit gebied.

(5)

De in de Overeenkomst opgenomen Beschikking nr. 3052/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1995 tot vaststelling van een procedure voor uitwisseling van informatie over nationale maatregelen waarbij wordt afgeweken van het beginsel van het vrije verkeer van goederen binnen de Gemeenschap (4) wordt bij Verordening (EG) nr. 764/2008 ingetrokken en moet derhalve uit de Overeenkomst worden geschrapt.

(6)

De in de Overeenkomst opgenomen Verordening (EEG) nr. 339/93 van de Raad van 8 februari 1993 betreffende controles op de overeenstemming van uit derde landen ingevoerde producten met de op het gebied van de productveiligheid toepasselijke voorschriften (5) wordt bij Verordening (EG) nr. 765/2008 ingetrokken en moet derhalve uit de Overeenkomst worden geschrapt.

(7)

Het in de Overeenkomst opgenomen Besluit 93/465/EEG van de Raad van 22 juli 1993 betreffende de modules voor de verschillende fasen van de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures en de voorschriften inzake het aanbrengen en het gebruik van de CE-markering van overeenstemming (6) wordt bij Besluit nr. 768/2008/EG ingetrokken en moet derhalve uit de Overeenkomst worden geschrapt.

(8)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

BESLUIT:

Artikel 1

Hoofdstuk XIX van bijlage II bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

De tekst van punt 3b (Verordening (EEG) nr. 339/93 van de Raad) wordt vervangen door:

32008 R 0765: Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30).

De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze Overeenkomst als volgt aangepast:

a)

Aan het einde van artikel 4, lid 2, wordt het volgende toegevoegd:

„Liechtenstein kan eveneens een beroep doen op de nationale accreditatie-instantie van Zwitserland voor de productsectoren die vallen onder de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake wederzijdse erkenning van de overeenstemmingsbeoordeling en waarvoor de eisen van de Europese Gemeenschap en Zwitserland gelijkwaardig worden geacht op grond van artikel 1, leden 2 en 3, van die overeenkomst.”,

b)

Producten die vanuit Liechtenstein naar de andere overeenkomstsluitende partijen worden uitgevoerd, kunnen worden onderworpen aan grenscontroles overeenkomstig de artikelen 27 tot 29.”.

2)

De tekst van punt 3d (Besluit 93/465/EEG van de Raad) wordt vervangen door:

32008 D 0768: Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van Besluit 93/465/EEG van de Raad (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 82).”.

3)

De tekst van punt 3f (Beschikking nr. 3052/95/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt vervangen door:

32008 R 0764: Verordening (EG) nr. 764/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van procedures voor de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht, en tot intrekking van Beschikking nr. 3052/95/EG (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 21).

De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze Overeenkomst als volgt aangepast:

De verordening is alleen van toepassing op producten die vallen onder artikel 8, lid 3, van de Overeenkomst.

De verordening is niet van toepassing op Liechtenstein voor producten die vallen onder bijlage I, hoofdstukken XII en XXVII van bijlage II en Protocol nr. 47 bij de Overeenkomst, zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein.”.

4)

In punt 3h (Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende ingevoegd:

„, gewijzigd bij:

32008 R 0765: Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Verordeningen (EG) nr. 764/2008 en (EG) nr. 765/2008 en van Besluit nr. 768/2008/EG zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 14 juli 2012, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 218 van 13.8.2008, blz. 21.

(2)   PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30.

(3)   PB L 218 van 13.8.2008, blz. 82.

(4)   PB L 321 van 30.12.1995, blz. 1.

(5)   PB L 40 van 17.2.1993, blz. 1.

(6)   PB L 220 van 30.8.1993, blz. 23.

(*1)  Grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/6


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 127/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage II bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 106/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 15 juni 2012 (1).

(2)

Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de veiligheid van speelgoed (2) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(3)

De in de Overeenkomst opgenomen Richtlijn 88/378/EEG van de Raad (3) wordt bij Richtlijn 2009/48/EG ingetrokken en dient derhalve volledig uit de Overeenkomst te worden geschrapt met ingang van 20 juli 2013,

BESLUIT:

Artikel 1

Hoofdstuk XXIII van bijlage II bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

De tekst van punt 1 (Richtlijn 88/378/EEG van de Raad) wordt geschrapt met ingang van 20 juli 2013.

2)

Na punt 1 (Richtlijn 88/378/EEG van de Raad) wordt het volgende punt ingevoegd:

„1a.

32009 L 0048: Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de veiligheid van speelgoed (PB L 170 van 30.6.2009, blz. 1).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2009/48/EG zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 14 juli 2012, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (*1), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 126/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 13 juli 2012 (4), als dat later is.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 270 van 4.10.2012, blz. 6.

(2)   PB L 170 van 30.6.2009, blz. 1.

(3)   PB L 187 van 16.7.1988, blz. 1.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.

(4)  Zie bladzijde 4 van dit Publicatieblad.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/7


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 128/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van bijlage XI (Elektronische communicatie, audiovisuele diensten en informatiemaatschappij) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage XI bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 109/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 15 juni 2012 (1).

(2)

Besluit 2010/267/EU van de Commissie van 6 mei 2010 betreffende de geharmoniseerde technische gebruiksvoorwaarden in de 790-862 MHz-frequentieband voor terrestrische systemen die elektronischecommunicatiediensten kunnen verschaffen in de Europese Unie (2), dient in de Overeenkomst te worden opgenomen,

BESLUIT:

Artikel 1

In bijlage XI bij de Overeenkomst wordt na punt 5czg (Besluit 2010/166/EU van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:

„5czh.

32010 D 0267: Besluit 2010/267/EU van de Commissie van 6 mei 2010 betreffende de geharmoniseerde technische gebruiksvoorwaarden in de 790-862 MHz-frequentieband voor terrestrische systemen die elektronischecommunicatiediensten kunnen verschaffen in de Europese Unie (PB L 117 van 11.5.2010, blz. 95).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Besluit 2010/267/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 14 juli 2012, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 270 van 4.10.2012, blz. 31.

(2)   PB L 117 van 11.5.2010, blz. 95.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/8


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 129/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2006/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 tot wijziging van Richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

BESLUIT:

Artikel 1

In bijlage XIII bij de Overeenkomst wordt punt 18a (Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad) als volgt gewijzigd:

1)

Het volgende streepje wordt toegevoegd:

„—

32006 L 0038: Richtlijn 2006/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 (PB L 157 van 9.6.2006, blz. 8).”.

2)

Deze tekst van de aanpassing wordt als volgt gewijzigd:

i)

de tekst van aanpassing d) wordt vervangen door:

„d)

aan het eind van artikel 7, lid 4 ter, wordt het volgende toegevoegd:

„a)

Voor tolregelingen op het trans-Europese wegennet in het zuidoosten van Noorwegen die al bestaan op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 129/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 13 juli 2012 (*1), moet de toepassing van kortingen op of verlagingen van de toltarieven voor frequente gebruikers ten laatste op 31 december 2014 voldoen aan de voorwaarden van artikel 7, lid 4 ter, van deze richtlijn.

b)

Op het trans-Europese wegennet in andere delen van Noorwegen kunnen de huidige kortingen of verlagingen behouden blijven voor tolregelingen die al bestaan op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 129/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 13 juli 2012, op voorwaarde dat het aandeel van het internationale vrachtverkeer op het betrokken infrastructuurnet minder dan 30 % bedraagt.

(*1)   PB L 309 van 8.11.2012, blz. 8 ”;"

Voor tolregelingen die worden ingevoerd nadat Besluit nr. 129/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 13 juli 2012 in werking is getreden, mogen kortingen op of verlagingen van toltarieven voor frequente gebruikers groter zijn dan bepaald in artikel 7, lid 4 ter, van deze richtlijn, op voorwaarde dat:

het aandeel van het internationale vrachtverkeer op het betrokken infrastructuurnet niet meer dan 5 % bedraagt,

de omvang van de kortingen of verlagingen wordt gerechtvaardigd door bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld wanneer het betrokken infrastructuurnet bestaat uit bruggen en/of tunnels als vervanging van een veerboot.”.

(*1)   PB L 309 van 8.11.2012, blz. 8 ”;"

ii)

de tekst van aanpassing e) wordt geschrapt.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2006/38/EG zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 14 juli 2012, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (*2).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 157 van 9.6.2006, blz. 8.

(*2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/10


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 130/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage XIII bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 113/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 15 juni 2012 (1).

(2)

Besluit 2011/274/EU van de Commissie van 26 april 2011 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van het subsysteem „Energie” van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem (2) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen,

BESLUIT:

Artikel 1

In bijlage XIII bij de Overeenkomst wordt na punt 37dg (Besluit 2011/275/EU van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:

„37dh.

32011 D 0274: Besluit 2011/274/EU van de Commissie van 26 april 2011 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van het subsysteem „Energie” van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem (PB L 126 van 14.5.2011, blz. 1).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Besluit 2011/274/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 14 juli 2012, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 270 van 4.10.2012, blz. 37.

(2)   PB L 126 van 14.5.2011, blz. 1.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/11


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 131/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage XIII bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 113/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 15 juni 2012 (1).

(2)

Besluit 2011/765/EU van de Commissie van 22 november 2011 inzake criteria voor de erkenning van opleidingscentra voor treinbestuurders, inzake criteria voor de erkenning van examinatoren van treinbestuurders en inzake criteria voor de organisatie van examens overeenkomstig Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen,

BESLUIT:

Artikel 1

In bijlage XIII bij de Overeenkomst wordt na punt 42gb (Verordening (EU) nr. 36/2010 van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:

„42gc.

32011 D 0765: Besluit 2011/765/EU van de Commissie van 22 november 2011 inzake criteria voor de erkenning van opleidingscentra voor treinbestuurders, inzake criteria voor de erkenning van examinatoren van treinbestuurders en inzake criteria voor de organisatie van examens overeenkomstig Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 314 van 29.11.2011, blz. 36).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Besluit 2011/765/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 14 juli 2012, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 270 van 4.10.2012, blz. 37.

(2)   PB L 314 van 29.11.2011, blz. 36.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/12


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 132/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage XIII bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 113/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 15 juni 2012 (1).

(2)

Uitvoeringsbesluit 2011/821/EU van de Commissie van 7 december 2011 betreffende de erkenning van Kaapverdië overeenkomstig Richtlijn 2008/106/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de opleiding en diplomering van zeevarenden (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Uitvoeringsbesluit 2011/822/EU van de Commissie van 7 december 2011 betreffende de erkenning van Bangladesh overeenkomstig Richtlijn 2008/106/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de opleiding en diplomering van zeevarenden (3) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(4)

Uitvoeringsbesluit 2012/75/EU van de Commissie van 9 februari 2012 betreffende de erkenning van Ghana overeenkomstig Richtlijn 2008/106/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de opleiding en diplomering van zeevarenden (4) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(5)

Uitvoeringsbesluit 2012/76/EU van de Commissie van 9 februari 2012 betreffende de erkenning van Uruguay overeenkomstig Richtlijn 2008/106/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de opleiding en diplomering van zeevarenden (5) moet in de Overeenkomst worden opgenomen,

BESLUIT:

Artikel 1

In bijlage XIII bij de Overeenkomst worden na punt 56jk (Uitvoeringsbesluit 2011/520/EU van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:

„56jl.

32011 D 0821: Uitvoeringsbesluit 2011/821/EU van de Commissie van 7 december 2011 betreffende de erkenning van Kaapverdië overeenkomstig Richtlijn 2008/106/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de opleiding en diplomering van zeevarenden (PB L 327 van 9.12.2011, blz. 67).

56jm.

32011 D 0822: Uitvoeringsbesluit 2011/822/EU van de Commissie van 7 december 2011 betreffende de erkenning van Bangladesh overeenkomstig Richtlijn 2008/106/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de opleiding en diplomering van zeevarenden (PB L 327 van 9.12.2011, blz. 68).

56jn.

32012 D 0075: Uitvoeringsbesluit 2012/75/EU van de Commissie van 9 februari 2012 betreffende de erkenning van Ghana overeenkomstig Richtlijn 2008/106/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de opleiding en diplomering van zeevarenden (PB L 38 van 11.2.2012, blz. 45).

56jo.

32012 D 0076: Uitvoeringsbesluit 2012/76/EU van de Commissie van 9 februari 2012 betreffende de erkenning van Uruguay overeenkomstig Richtlijn 2008/106/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de opleiding en diplomering van zeevarenden (PB L 38 van 11.2.2012, blz. 46).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Uitvoeringsbesluiten 2011/821/EU, 2011/822/EU, 2012/75/EU en 2012/76/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 14 juli 2012, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 270 van 4.10.2012, blz. 37.

(2)   PB L 327 van 9.12.2011, blz. 67.

(3)   PB L 327 van 9.12.2011, blz. 68.

(4)   PB L 38 van 11.2.2012, blz. 45.

(5)   PB L 38 van 11.2.2012, blz. 46.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/13


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 133/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITE VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 113/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 15 juni 2012 (1).

(2)

Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 90/2011 van het Gemengd Comité van de EER van 19 juli 2011 (2), waarbij Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (3) in de EER-overeenkomst werd opgenomen.

(3)

De overeenkomstsluitende partijen willen ervoor zorgen dat EVA-luchtvaartmaatschappijen (4) het recht hebben luchtdiensten te exploiteren vanuit EU-lidstaten naar Zwitserland en omgekeerd.

(4)

De overeenkomstsluitende partijen willen er ook voor zorgen dat EU-luchtvaartmaatschappijen het recht hebben luchtdiensten te exploiteren vanuit een EVA-staat naar Zwitserland en omgekeerd.

(5)

Het Gemengd Comité van de EER kent daarom op grond van wederkerigheid Zwitserse luchtvaartmaatschappijen het recht toe luchtdiensten te exploiteren vanuit EU-lidstaten naar een EVA-staat en omgekeerd.

(6)

Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

BESLUIT:

Artikel 1

In bijlage XIII bij de EER-overeenkomst wordt punt 64a (Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad) als volgt gewijzigd:

1)

De reeds opgenomen aanpassing b) wordt als aanpassing c) hernummerd.

2)

Na aanpassing a) wordt de volgende aanpassing ingevoegd:

„b)

In artikel 15 wordt het volgende lid toegevoegd:

„6.   Onder dezelfde voorwaarden als de EU- en EVA-luchtvaartmaatschappijen (*1) hebben Zwitserse luchtvaartmaatschappijen het recht luchtdiensten te exploiteren vanuit EU-lidstaten naar EVA-staten en omgekeerd. Dit recht hangt af van de voorwaarde dat, enerzijds, de Gemeenschap en Zwitserland de EVA-luchtvaartmaatschappijen het recht verlenen luchtdiensten te exploiteren vanuit EU-lidstaten naar Zwitserland en omgekeerd, en, anderzijds, dat Zwitserland en de EVA-staten de EU-luchtvaartmaatschappijen het recht verlenen luchtdiensten te exploiteren vanuit Zwitserland naar EVA-staten en omgekeerd.

Deze regeling heeft voorrang op beperkingen die voortvloeien uit bilaterale of multilaterale overeenkomsten waardoor de Gemeenschap, enerzijds, en de EVA-staten, anderzijds, gebonden zijn.

(*1)  Overeenkomstig artikel 2, lid b, van de EER-overeenkomst worden verwijzingen naar „EVA” gelezen als verwijzingen naar „EER EVA”.” ”."

(*1)  Overeenkomstig artikel 2, lid b, van de EER-overeenkomst worden verwijzingen naar „EVA” gelezen als verwijzingen naar „EER EVA”.” ”."

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op 14 juli 2012, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER (*2) hebben plaatsgevonden, of op de datum van inwerkingtreding van de EER-overeenkomst tussen de Europese Unie en Zwitserland waarbij aan EVA-luchtvaartmaatschappijen het recht wordt verleend luchtdiensten te exploiteren vanuit EU-lidstaten naar Zwitserland en omgekeerd, enerzijds, of op de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst tussen de EVA-staten en Zwitserland waarbij aan EU-luchtvaartmaatschappijen het recht wordt verleend luchtdiensten te exploiteren vanuit Zwitserland naar EVA-staten en omgekeerd, anderzijds, naar gelang welke datum de laatste is.

Artikel 3

De voorzitter van het Gemengd Comité van de EER stelt Zwitserland in kennis van de goedkeuring van dit besluit en van de eventuele laatste in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgeving aan het Gemengd Comité van de EER.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 270 van 4.10.2012, p. 37.

(2)   PB L 262 van 6.10.2011, blz. 62.

(3)   PB L 293 van 31.10.2008, blz. 3.

(4)  Overeenkomstig artikel 2, lid b, van de EER-overeenkomst worden verwijzingen naar „EVA” gelezen als verwijzingen naar „EER EVA”.

(*2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/15


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 134/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage XIII bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 113/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 15 juni 2012 (1).

(2)

Verordening (EU) nr. 72/2010 van de Commissie van 26 januari 2010 tot vaststelling van procedures voor inspecties door de Commissie op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart (2) werd in de Overeenkomst opgenomen bij Besluit nr. 75/2010 van het Gemengd Comité van de EER (3).

(3)

Teneinde in de hele Europese Economische Ruimte een homogene toepassing te verzekeren van Verordening (EU) nr. 72/2010, dient bijlage III te worden aangepast om de samenwerking tussen de Commissie en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA te vergemakkelijken,

BESLUIT:

Artikel 1

Punt 66hc (Verordening (EU) nr. 72/2010 van de Commissie) van bijlage XIII bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

De reeds opgenomen aanpassing wordt als aanpassing a) genummerd.

2)

Na aanpassing a) wordt de volgende aanpassing toegevoegd:

„b)

In artikel 6, lid 2, wordt het volgende toegevoegd:

„Voor inspecties kan de Commissie een beroep doen op de door de EVA-staten opgegeven nationale auditors en kan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een beroep doen op de door de EU-lidstaten opgegeven nationale auditors.

Bij deze inspecties kunnen de Commissie en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA elkaar als waarnemer uitnodigen”.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op 14 juli 2012, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 270 van 4.10.2012, blz. 37.

(2)   PB L 23 van 27.1.2010, blz. 1.

(3)   PB L 244 van 16.9.2010, blz. 32.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/16


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 135/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage XIII bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 113/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 15 juni 2012 (1).

(2)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 295/2012 van de Commissie van 3 april 2012 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 474/2006 tot opstelling van de communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Gemeenschap (2), dient in de Overeenkomst te worden opgenomen,

BESLUIT:

Artikel 1

In bijlage XIII bij de Overeenkomst wordt in punt 66zab (Verordening (EG) nr. 474/2006 van de Commissie) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32012 R 0295: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 295/2012 van de Commissie van 3 april 2012 (PB L 98 van 4.4.2012, blz. 13).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 295/2012 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 14 juli 2012, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 270 van 4.10.2012, blz. 37.

(2)   PB L 98 van 4.4.2012, blz. 13.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/17


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 136/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage XX bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 117/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 15 juni 2012 (1).

(2)

Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS), tot intrekking van Verordening (EG) nr. 761/2001 en van de Beschikkingen 2001/681/EG en 2006/193/EG van de Commissie (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(3)

De in de Overeenkomst opgenomen Verordening (EG) nr. 761/2001 van het Europees Parlement en de Raad (3) en de Beschikkingen 2001/681/EG (4) en 2006/193/EG (5) van de Commissie worden bij Verordening (EG) nr. 1221/2009 ingetrokken en moeten derhalve uit de Overeenkomst worden geschrapt,

BESLUIT:

Artikel 1

Bijlage XX bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

De tekst van punt 1ea (Verordening (EG) nr. 761/2001 van het Europees Parlement en de Raad) wordt vervangen door:

32009 R 1221: Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS), tot intrekking van Verordening (EG) nr. 761/2001 en van de Beschikkingen 2001/681/EG en 2006/193/EG van de Commissie (PB L 342 van 22.12.2009, blz. 1).”.

2)

De tekst van de punten 1eaa (Beschikking 2001/681/EG van de Commissie) en 1eab (Beschikking 2006/193/EG van de Commissie) worden geschrapt.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EG) nr. 1221/2009 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 14 juli 2012, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 270 van 4.10.2012, blz. 40.

(2)   PB L 342 van 22.12.2009, blz. 1.

(3)   PB L 114 van 24.4.2001, blz. 1.

(4)   PB L 247 van 17.9.2001, blz. 24.

(5)   PB L 70 van 9.3.2006, blz. 63.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/18


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 137/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage XX bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 117/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 15 juni 2012 (1).

(2)

Verordening (EG) nr. 976/2009 van de Commissie van 19 oktober 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de netwerkdiensten (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Verordening (EU) nr. 268/2010 van de Commissie van 29 maart 2010 ter uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de toegang, overeenkomstig geharmoniseerde voorwaarden, van instellingen en organen van de Gemeenschap tot verzamelingen ruimtelijke gegevens en ruimtelijkegegevensdiensten van de lidstaten (3) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(4)

Verordening (EU) nr. 1088/2010 van de Commissie van 23 november 2010 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 976/2009 wat betreft downloaddiensten en transformatiediensten (4) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(5)

Verordening (EU) nr. 1089/2010 van de Commissie van 23 november 2010 tot uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van verzamelingen ruimtelijke gegevens en van diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens (5) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(6)

Verordening (EU) nr. 102/2011 van de Commissie van 4 februari 2011 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1089/2010 ter uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van verzamelingen ruimtelijke gegevens en van diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens (6) moet in de Overeenkomst worden opgenomen,

BESLUIT:

Artikel 1

Bijlage XX bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

In punt 1j (Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad) worden de aanpassingen a) en b) vervangen door:

„a)

voor de EVA-staten worden de in artikel 6, onder a) en b), en in artikel 7, lid 3, vastgestelde termijnen geacht een extra periode van drie jaar te omvatten;

b)

voor de EVA-staten gelden de in artikel 21, leden 2 en 3, en in artikel 24, lid 1, genoemde data met een extra periode van drie jaar.”.

2)

In punt 1jb (Beschikking 2009/442/EG van de Commissie) wordt de volgende aanpassing toegevoegd:

„Voor de toepassing van deze Overeenkomst worden de bepalingen van de beschikking als volgt aangepast:

a)

voor de EVA-staten is het in artikel 11, lid 2, tweede alinea, genoemde jaar hetzelfde jaar als het in artikel 18 genoemde jaar, zoals dit voor de EVA-staten is aangepast;

b)

voor de EVA-staten geldt de in artikel 18 genoemde datum met een extra periode van drie jaar.”.

3)

Na punt 1jb (Beschikking 2009/442/EG van de Commissie) wordt het volgende ingevoegd:

„1jc.

32009 R 0976: Verordening (EG) nr. 976/2009 van de Commissie van 19 oktober 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de netwerkdiensten (PB L 274 van 20.10.2009, blz. 9), gewijzigd bij:

32010 R 1088: Verordening (EU) nr. 1088/2010 van de Commissie van 23 november 2010 (PB L 323 van 8.12.2010, blz. 1).

Voor de toepassing van de Overeenkomst worden de bepalingen van de verordening als volgt aangepast:

voor de EVA-staten gelden de in artikel 4 genoemde data met een extra periode van drie jaar.

1jd.

32010 R 0268: Verordening (EU) nr. 268/2010 van de Commissie van 29 maart 2010 ter uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de toegang, overeenkomstig geharmoniseerde voorwaarden, van instellingen en organen van de Gemeenschap tot verzamelingen ruimtelijke gegevens en ruimtelijkegegevensdiensten van de lidstaten (PB L 83 van 30.3.2010, blz. 8).

Voor de toepassing van de Overeenkomst worden de bepalingen van de verordening als volgt aangepast:

voor de EVA-staten worden de in artikel 8 vastgestelde termijnen geacht een extra periode van drie jaar te omvatten.

1je.

32010 R 1089: Verordening (EU) nr. 1089/2010 van de Commissie van 23 november 2010 tot uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van verzamelingen ruimtelijke gegevens en van diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens (PB L 323 van 8.12.2010, blz. 11), gewijzigd bij:

32011 R 0102: Verordening (EU) nr. 102/2011 van de Commissie van 4 februari 2011 (PB L 31 van 5.2.2011, blz. 13).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Verordeningen (EG) nr. 976/2009, (EU) nr. 268/2010, (EU) nr. 1088/2010, (EU) nr. 1089/2010 en (EU) nr. 102/2011 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 14 juli 2012, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 270 van 4.10.2012, blz. 40.

(2)   PB L 274 van 20.10.2009, blz. 9.

(3)   PB L 83 van 30.3.2010, blz. 8.

(4)   PB L 323 van 8.12.2010, blz. 1.

(5)   PB L 323 van 8.12.2010, blz. 11.

(6)   PB L 31 van 5.2.2011, blz. 13.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/20


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 138/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage XX bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 117/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 15 juni 2012 (1).

(2)

Verordening (EU) nr. 333/2011 van de Raad van 31 maart 2011 tot vaststelling van criteria die bepalen wanneer bepaalde soorten metaalschroot niet langer als afval worden aangemerkt overeenkomstig Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen,

BESLUIT:

Artikel 1

In bijlage XX bij de Overeenkomst wordt na punt 32ff (Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad) het volgende punt ingevoegd:

„32ffa.

32011 R 0333: Verordening (EU) nr. 333/2011 van de Raad van 31 maart 2011 tot vaststelling van criteria die bepalen wanneer bepaalde soorten metaalschroot niet langer als afval worden aangemerkt overeenkomstig Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 94 van 8.4.2011, blz. 2).

De bepalingen van de richtlijn worden voor de toepassing van de Overeenkomst met de volgende aanpassing gelezen:

In artikel 2, onder e), en in punt 6 van de in bijlage III opgenomen verklaring van conformiteit worden na de woorden „het douanegebied van de Unie” de woorden „of de grondgebieden van de EVA-staten” ingevoegd.”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 333/2011 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 14 juli 2012, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (*1), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 126/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 13 juli 2012 (3) of Besluit nr. 136/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 13 juli 2012 (4), als dat later is.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 270 van 4.10.2012, blz. 40.

(2)   PB L 94 van 8.4.2011, blz. 2.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.

(3)  Zie bladzijde 4 van dit Publicatieblad.

(4)  Zie bladzijde 17 van dit Publicatieblad.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/21


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 139/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, („de EER-overeenkomst”), en met name de artikelen 86 en 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 122/2012 van 15 juni 2012 (1).

(2)

Een alomvattend systeem voor monitoring van de aarde is van centraal belang voor het duurzame beheer van Noord-Europa en het Noordpoolgebied.

(3)

Noorwegen heeft bijgedragen in de ontwikkeling van het Europees programma voor monitoring van de aarde, zowel in het zevende kaderprogramma van de EG voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratieactiviteiten (2007-2013) alsook als lid van de Europese Ruimtevaartorganisatie.

(4)

Het is wenselijk om de samenwerking tussen de overeenkomstsluitende partijen bij de EER-overeenkomst uit te breiden tot Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten (2011-2013) (2).

(5)

Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst moet dan ook worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking met ingang van 1 januari 2012 mogelijk te maken,

BESLUIT:

Artikel 1

Artikel 1 van Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

De tekst van lid 6 wordt vervangen door:

„6.   Voor evaluaties en ingrijpende herzieningen van de werkzaamheden van de kaderprogramma’s van werkzaamheden van de Unie op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling als bedoeld in de leden 5, 8 bis, 8 quater, 9 en 10 wordt de procedure van artikel 79, lid 3, van de Overeenkomst gevolgd.”.

2)

Na lid 8 ter wordt het volgende lid ingevoegd:

„8 quater.

a)

De EVA-staten nemen met ingang van 1 januari 2012 deel aan de werkzaamheden die kunnen voortvloeien uit het volgende EU-besluit:

32010 R 0911: Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten (2011-2013) (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 1).

b)

De EVA-staten dragen financieel bij aan de onder a) bedoelde werkzaamheden overeenkomstig artikel 82, lid 1, onder a), van de EER-overeenkomst en Protocol nr. 32 bij dezelfde Overeenkomst.

c)

De EVA-staten nemen volwaardig deel aan de werkzaamheden van alle EU-comités die de Europese Commissie bijstaan bij beheer, ontwikkeling en tenuitvoerlegging van de werkzaamheden als bedoeld onder a), met name het GMES-comité, de Beveiligingsraad en het gebruikersforum, behalve wat betreft stemrecht.

d)

Dit lid is niet van toepassing op Liechtenstein.

e)

Wat IJsland betreft, wordt dit lid opgeschort tot het Gemengd Comité van de EER een ander besluit treft.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de laatste kennisgeving ervan aan het Gemengd Comité van de EER zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst (*1).

Het is van toepassing vanaf 1 januari 2012.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 270 van 4.10.2012, blz. 46.

(2)   PB L 276 van 20.10.2010, blz. 1.

(*1)  Grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/23


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 140/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name de artikelen 86 en 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Protocol nr. 31 bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 122/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 15 juni 2012 (1).

(2)

Het is wenselijk de samenwerking tussen de partijen bij de Overeenkomst uit te breiden tot Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk (2).

(3)

Het is wenselijk om de samenwerking tussen de partijen bij de Overeenkomst uit te breiden naar de sport.

(4)

De in de Overeenkomst opgenomen Verordening (EEG) nr. 1210/90 van de Raad (3) wordt bij Verordening (EG) nr. 401/2009 ingetrokken en moet daarom uit de Overeenkomst worden geschrapt.

(5)

Protocol nr. 31 bij de Overeenkomst moet dus worden gewijzigd om de uitbreiding van de samenwerking mogelijk te maken,

BESLUIT:

Artikel 1

Protocol nr. 31 bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

Lid 2 van artikel 3 van Protocol nr. 31 bij de Overeenkomst wordt vervangen door:

„a)

De EVA-staten nemen volledig deel aan de werkzaamheden van het Europees Milieuagentschap, hierna het „Agentschap” genoemd, en van het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk, die bij Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk (*1) zijn opgericht.

b)

De EVA-staten dragen financieel aan de onder a) bedoelde werkzaamheden bij, overeenkomstig artikel 82, lid 1, van de Overeenkomst en Protocol nr. 32 bij dezelfde Overeenkomst.

c)

De EVA-staten nemen als gevolg van b) volledig deel, zonder stemrecht, aan de werkzaamheden van de raad van bestuur van het Agentschap en worden geassocieerd met de werkzaamheden van het wetenschappelijk comité van het Agentschap.

d)

De term „lidsta(a)t(en)” en andere termen die verwijzen naar hun overheidsorganen in de artikelen 4 en 5 van de verordening omvatten, naast hun betekenis in de verordening, ook de EVA-staten en hun overheidsorganen.

e)

De milieugegevens die het Agentschap ontvangt of meedeelt, kunnen openbaar worden gemaakt en zijn toegankelijk voor het publiek, op voorwaarde dat vertrouwelijke informatie binnen de EVA-staten dezelfde graad van bescherming krijgt als binnen de Gemeenschap.

f)

Het Agentschap bezit rechtspersoonlijkheid. Het geniet in alle lidstaten de ruimste handelingsbevoegdheid die door de nationale wetgevingen aan rechtspersonen wordt toegekend.

g)

De EVA-staten passen op het Agentschap het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen toe.

h)

In afwijking van artikel 12, lid 2, onder a), van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, kunnen onderdanen van de EVA-staten die over hun volledige burgerrechten beschikken, op basis van een contract door de directeur van het Agentschap in dienst worden genomen.

i)

Op grond van artikel 79, lid 3, van de Overeenkomst is deel VII van de Overeenkomst (Bepalingen inzake de instellingen) van toepassing op dit lid.

j)

Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie is, voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 401/2009, eveneens van toepassing voor alle documenten van het Agentschap betreffende de EVA-staten.

(*1)   PB L 126 van 21.5.2009, blz. 13.”."

2)

De titel van artikel 4 (Onderwijs, opleiding en jeugdzaken) wordt vervangen door:

„Onderwijs, opleiding, jeugdzaken en sport”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de laatste kennisgeving ervan aan het Gemengd Comité van de EER zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst (*2).

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 270 van 4.10.2012, blz. 46.

(2)   PB L 126 van 21.5.2009, blz. 13.

(3)   PB L 120 van 11.5.1990, blz. 1.

(*2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/25


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 141/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name de artikelen 86 en 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Protocol nr. 31 bij de Overeenkomst is gewijzigd bij Besluit nr. 122/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 15 juni 2012 (1).

(2)

Het is passend de samenwerking tussen de partijen bij de Overeenkomst uit te breiden tot samenwerking inzake het vrije verkeer van werknemers, de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit derde landen.

(3)

Protocol nr. 31 bij de Overeenkomst moet derhalve worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking met ingang van 1 januari 2012 mogelijk te maken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 5 van Protocol nr. 31 bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

Na lid 11 wordt het volgende lid toegevoegd:

„12.

De EVA-staten nemen met ingang van 1 januari 2012 deel aan de maatregelen die gefinancierd worden uit de volgende begrotingsonderdelen die in de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2012 zijn opgenomen:

begrotingsonderdeel 04 01 04 08: „Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit derde landen — Uitgaven voor administratief beheer”,

begrotingsonderdeel 04 03 05: „Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit derde landen”.”.

2)

In lid 5 worden de woorden „, en aan het programma bedoeld in lid 8, twaalfde streepje, met ingang van 1 januari 2009” vervangen door „, aan het programma bedoeld in lid 8, twaalfde streepje, met ingang van 1 januari 2009, en aan de maatregelen die gefinancierd worden uit de in lid 12 bedoelde begrotingsonderdelen voor het begrotingsjaar 2012, met ingang van 1 januari 2012”.

3)

In de leden 6 en 7 worden de woorden „lid 8” vervangen door „leden 8 en 12”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de laatste kennisgeving aan het Gemengd Comité van de EER zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst (*1).

Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2012.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 270 van 4.10.2012, blz. 46.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/26


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 142/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name de artikelen 86 en 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Protocol nr. 31 bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 122/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 15 juni 2012 (1).

(2)

Het is wenselijk om de samenwerking tussen de overeenkomstsluitende partijen bij uit de algemene begroting van de Unie gefinancierde acties van de Unie met betrekking tot de tenuitvoerlegging, de werking en de ontwikkeling van de interne markt voort te zetten.

(3)

Protocol nr. 31 bij de Overeenkomst moet dan ook worden gewijzigd, teneinde voortzetting van de samenwerking na 31 december 2011 mogelijk te maken,

BESLUIT:

Artikel 1

Artikel 7 van Protocol nr. 31 bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

In lid 6 worden de woorden „jaren 2004, 2005, 2006, 2007, 2008, 2009, 2010 en 2011” vervangen door de woorden „jaren 2004, 2005, 2006, 2007, 2008, 2009, 2010, 2011 en 2012”.

2)

In lid 7 worden de woorden „jaren 2006, 2007, 2008, 2009, 2010 en 2011” vervangen door de woorden „jaren 2006, 2007, 2008, 2009, 2010, 2011 en 2012”.

3)

In lid 8 worden de woorden „jaren 2008, 2009, 2010 en 2011” vervangen door de woorden „jaren 2008, 2009, 2010, 2011 en 2012”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de laatste kennisgeving ervan aan het Gemengd Comité van de EER zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst (*1).

Het is van toepassing vanaf 1 januari 2012.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 270 van 4.10.2012, blz. 46.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/27


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 143/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van Protocol 47 (Opheffing van de technische belemmeringen voor het handelsverkeer in wijn) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Protocol 47 bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 102/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 30 april 2012 (1).

(2)

Verordening (EG) nr. 1166/2009 van de Commissie van 30 november 2009 houdende wijziging en rectificatie van Verordening (EG) nr. 606/2009 van de Commissie tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad, wat betreft de wijncategorieën, de oenologische procedés en de daarvoor geldende beperkingen (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Verordening (EU) nr. 401/2010 van de Commissie van 7 mei 2010 houdende wijziging en rectificatie van Verordening (EG) nr. 607/2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad wat betreft beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen, traditionele aanduidingen, etikettering en presentatie van bepaalde wijnbouwproducten (3), gerectificeerd bij PB L 248 van 22.9.2010, blz. 67, moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(4)

Verordening (EU) nr. 1022/2010 van de Commissie van 12 november 2010 tot goedkeuring van een verhoging van de maxima voor de verrijking van wijn uit in 2010 geoogste druiven in bepaalde wijnbouwzones (4) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(5)

Verordening (EU) nr. 53/2011 van de Commissie van 21 januari 2011 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 606/2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad, wat betreft de wijncategorieën, de oenologische procedés en de daarvoor geldende beperkingen (5) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(6)

Verordening (EU) nr. 538/2011 van de Commissie van 1 juni 2011 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 607/2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad wat betreft beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen, traditionele aanduidingen, etikettering en presentatie van bepaalde wijnbouwproducten (6) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(7)

Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake wijn. Wetgeving inzake wijn is niet van toepassing op Liechtenstein zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de zevende alinea van de inleiding tot Protocol 47 bij de Overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein,

BESLUIT:

Artikel 1

Aanhangsel 1 van Protocol 47 bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

In punt 10 (Verordening (EG) nr. 606/2009 van de Commissie) wordt het volgende toegevoegd:

„, gewijzigd bij:

32009 R 1166: Verordening (EG) nr. 1166/2009 van de Commissie van 30 november 2009 (PB L 314 van 1.12.2009, blz. 27),

32011 R 0053: Verordening (EU) nr. 53/2011 van de Commissie van 21 januari 2011 (PB L 19 van 22.1.2011, blz. 1).”.

2)

In punt 11 (Verordening (EG) nr. 607/2009 van de Commissie) wordt het volgende toegevoegd:

„, gewijzigd bij:

32010 R 0401: Verordening (EU) nr. 401/2010 van de Commissie van 7 mei 2010 (PB L 117 van 11.5.2010, blz. 13), gerectificeerd bij PB L 248 van 22.9.2010, blz. 67,

32011 R 0538: Verordening (EU) nr. 538/2011 van de Commissie van 1 juni 2011 (PB L 147 van 2.6.2011, blz. 6).”.

3)

Na punt 11 (Verordening (EG) nr. 607/2009 van de Commissie) wordt het volgende punt ingevoegd:

„12.

32010 R 1022: Verordening (EU) nr. 1022/2010 van de Commissie van 12 november 2010 tot goedkeuring van een verhoging van de maxima voor de verrijking van wijn uit in 2010 geoogste druiven in bepaalde wijnbouwzones (PB L 296 van 13.11.2010, blz. 3).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EG) nr. 1166/2009 en de Verordeningen (EU) nr. 401/2010, gerectificeerd bij PB L 248 van 22.9.2010, blz. 67, (EU) nr. 1022/2010, (EU) nr. 53/2011 en (EU) nr. 538/2011 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 14 juli 2012, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (*1), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 102/2012 van het Gemengd Comité van de EER, als dat later is.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 248 van 13.9.2012, blz. 40.

(2)   PB L 314 van 1.12.2009, blz. 27.

(3)   PB L 117 van 11.5.2010, blz. 13.

(4)   PB L 296 van 13.11.2010, blz. 3.

(5)   PB L 19 van 22.1.2011, blz. 1.

(6)   PB L 147 van 2.6.2011, blz. 6.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/29


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 144/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 249/2012 van de Commissie van 21 maart 2012 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 19/2011 betreffende typegoedkeuringsvoorschriften voor de voorgeschreven constructieplaat van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

BESLUIT:

Artikel 1

In hoofdstuk I van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt in punt 45zzg (Verordening (EU) nr. 19/2011 van de Commissie) het volgende toegevoegd:

„, gewijzigd bij:

32012 R 0249: Verordening (EU) nr. 249/2012 van de Commissie van 21 maart 2012 (PB L 82 van 22.3.2012, blz. 1).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 249/2012 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 14 juli 2012, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 82 van 22.3.2012, blz. 1.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/30


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 145/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Richtlijn 71/349/EEG van de Raad (1) wordt bij Richtlijn 2011/17/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot intrekking van Richtlijnen 71/317/EEG, 71/347/EEG, 71/349/EEG, 74/148/EEG, 75/33/EEG, 76/765/EEG, 76/766/EEG en 86/217/EEG van de Raad inzake metrologie (2) met ingang van 1 juli 2011 ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

(2)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Richtlijnen 71/317/EEG (3), 71/347/EEG (4), 74/148/EEG (5) 75/33/EEG (6), 76/765/EEG (7), 76/766/EEG (8) en 86/217/EEG (9) worden bij Richtlijn 2011/17/EU met ingang van 1 december 2015 ingetrokken en moeten derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

(3)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

BESLUIT:

Artikel 1

Hoofdstuk IX van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

De tekst van punt 7 (Richtlijn 71/349/EEG van de Raad) wordt geschrapt.

2)

De tekst van de punten 2 (Richtlijn 71/317/EEG van de Raad), 5 (Richtlijn 71/347/EEG van de Raad), 10 (Richtlijn 74/148/EEG van de Raad), 11 (Richtlijn 75/33/EEG van de Raad), 17 (Richtlijn 76/765/EEG van de Raad), 18 (Richtlijn 76/766/EEG van de Raad) en 26 (Richtlijn 86/217/EEG van de Raad) wordt geschrapt met ingang van 1 december 2015.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2011/17/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 14 juli 2012, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 239 van 25.10.1971, blz. 15.

(2)   PB L 71 van 18.3.2011, blz. 1.

(3)   PB L 202 van 6.9.1971, blz. 14.

(4)   PB L 239 van 25.10.1971, blz. 1.

(5)   PB L 84 van 28.3.1974, blz. 3.

(6)   PB L 14 van 20.1.1975, blz. 1.

(7)   PB L 262 van 27.9.1976, blz. 143.

(8)   PB L 262 van 27.9.1976, blz. 149.

(9)   PB L 152 van 6.6.1986, blz. 48.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/31


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 146/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsbesluit 2012/67/EU van de Commissie van 3 februari 2012 tot wijziging van Beschikking 2008/911/EG tot vaststelling van een lijst van kruidensubstanties, kruidenpreparaten en combinaties daarvan voor gebruik in traditionele kruidengeneesmiddelen (1) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Uitvoeringsbesluit 2012/68/EU van de Commissie van 3 februari 2012 tot wijziging van Beschikking 2008/911/EG tot vaststelling van een lijst van kruidensubstanties, kruidenpreparaten en combinaties daarvan voor gebruik in traditionele kruidengeneesmiddelen (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

BESLUIT:

Artikel 1

In hoofdstuk XIII van bijlage II bij de EER-overeenkomst worden in punt 15zl (Besluit 2008/911/EG van de Commissie) de volgende streepjes toegevoegd:

„—

32012 D 0067: Uitvoeringsbesluit 2012/67/EU van de Commissie van 3 februari 2012 (PB L 34 van 7.2.2012, blz. 5),

32012 D 0068: Uitvoeringsbesluit 2012/68/EU van de Commissie van 3 februari 2012 (PB L 34 van 7.2.2012, blz. 8).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Uitvoeringsbesluiten 2012/67/EU en 2012/68/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 14 juli 2012, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 34 van 7.2.2012, blz. 5.

(2)   PB L 34 van 7.2.2012, blz. 8.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/32


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 147/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2011/84/EU van de Raad van 20 september 2011 tot wijziging van Richtlijn 76/768/EEG inzake cosmetische producten met het oog op de aanpassing van bijlage III aan de technische vooruitgang (1) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

BESLUIT:

Artikel 1

In hoofdstuk XVI van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt in punt 1 (Richtlijn 76/768/EEG van de Raad) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32011 L 0084: Richtlijn 2011/84/EU van de Raad van 20 september 2011 (PB L 283 van 29.10.2011, blz. 36).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2011/84/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 14 juli 2012, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 283 van 29.10.2011, blz. 36.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/33


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 148/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage IX bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 53/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 30 maart 2012 (1).

(2)

Uitvoeringsbesluit 2011/754/EU van de Commissie van 22 november 2011 betreffende de toepassing van Richtlijn 2009/103/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de controle op de verzekering tegen de aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven (2), moet in de Overeenkomst worden opgenomen,

BESLUIT:

Artikel 1

In bijlage IX bij de Overeenkomst wordt na punt 8d (Besluit 2007/482/EG van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:

„8e.

32011 D 0754: Uitvoeringsbesluit 2011/754/EU van de Commissie van 22 november 2011 betreffende de toepassing van Richtlijn 2009/103/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de controle op de verzekering tegen de aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven (PB L 310 van 25.11.2011, blz. 17).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Besluit 2011/754/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 14 juli 2012, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 207 van 2.8.2012, blz. 33.

(2)   PB L 310 van 25.11.2011, blz. 17.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/34


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 149/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van bijlage XVIII (Gezondheid en veiligheid op het werk, arbeidsrecht en gelijke behandeling van mannen en vrouwen) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage XVIII bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 84//2011 van het Gemengd Comité van de EER van 1 juli 2011 (1).

(2)

Richtlijn 2008/104/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende uitzendarbeid (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen,

BESLUIT:

Artikel 1

In bijlage XVIII bij de Overeenkomst wordt na punt 32j (Richtlijn 2009/13/EG van de Raad) het volgende punt ingevoegd:

„32k.

32008 L 0104: Richtlijn 2008/104/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende uitzendarbeid (PB L 327 van 5.12.2008, blz. 9).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2008/104/EG zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 262 van 6.10.2011, blz. 56.

(2)   PB L 327 van 5.12.2008, blz. 9.

(*1)  Grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/35


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 150/2012

van 13 juli 2012

tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage XX bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 117/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 15 juni 2012 (1).

(2)

Uitvoeringsbesluit 2011/632/EU van de Commissie van 21 september 2011 tot vaststelling van een vragenlijst voor de verslagen van de lidstaten over de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2000/76/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verbranding van afval (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Het in de Overeenkomst opgenomen Besluit 2010/731/EU (3) wordt bij Uitvoeringsbesluit 2011/632/EU met ingang van 1 januari 2013 ingetrokken en moet derhalve uit de Overeenkomst worden geschrapt met ingang van 1 januari 2013,

BESLUIT:

Artikel 1

Bijlage XX bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

Na punt 32ffa (Verordening (EU) nr. 333/2011 van de Raad) wordt het volgende punt ingevoegd:

„32fg.

32011 D 0632: Uitvoeringsbesluit 2011/632/EU van de Commissie van 21 september 2011 tot vaststelling van een vragenlijst voor de verslagen van de lidstaten over de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2000/76/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verbranding van afval (PB L 247 van 24.9.2011, blz. 54).”.

2)

De tekst van punt 32fd (Besluit 2010/731/EU van de Commissie) wordt geschrapt met ingang van 1 januari 2013.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsbesluit 2011/632/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 14 juli 2012, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 270 van 4.10.2012, blz. 40.

(2)   PB L 247 van 24.9.2011, blz. 54.

(3)   PB L 315 van 1.12.2010, blz. 38.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/36


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 151/2012

van 26 juli 2012

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, als gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 105/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 15 juni 2012 (1).

(2)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1274/2011 van de Commissie van 7 december 2011 inzake een in 2012, 2013 en 2014 uit te voeren gecoördineerd meerjarig controleprogramma van de Unie tot naleving van de maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen en ter beoordeling van de blootstelling van de consument aan bestrijdingsmiddelenresiduen in en op levensmiddelen van plantaardige en dierlijke oorsprong (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Verordening (EG) nr. 1213/2008 van de Commissie van 5 december 2008 inzake een in 2009, 2010 en 2011 uit te voeren gecoördineerd meerjarig communautair controleprogramma tot naleving van de maximumgehalten en ter beoordeling van de blootstelling van de consument aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op voeding van plantaardige of dierlijke oorsprong (3), die is opgenomen in de EER-overeenkomst, is in de Europese Unie ingetrokken en moet dus ook uit de EER-overeenkomst worden gehaald.

(4)

Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake voedingsmiddelen. Wetgeving inzake voedingsmiddelen is niet van toepassing op Liechtenstein, zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de inleiding van hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

De tekst van punt 54zzzzb (Verordening (EG) nr. 1213/2008 van de Commissie) wordt geschrapt.

2)

Na punt 67 (Verordening (EU) nr. 1171/2011 van de Commissie) wordt het volgende ingevoegd:

„68.

32011 R 1274: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1274/2011 van de Commissie van 7 december 2011 inzake een in 2012, 2013 en 2014 uit te voeren gecoördineerd meerjarig controleprogramma van de Unie tot naleving van de maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen en ter beoordeling van de blootstelling van de consument aan bestrijdingsmiddelenresiduen in en op levensmiddelen van plantaardige en dierlijke oorsprong (PB L 325, 8.12.2011, blz. 24).

De bepalingen van de Verordening worden voor de toepassing van deze Overeenkomst als volgt aangepast:

1)

In artikel 1 wordt het volgende toegevoegd:

„In 2012, 2013 en 2014 mag IJsland voortgaan met het monsteren en analyseren van dezelfde 61 pesticiden als die waarop in 2011 op zijn markt in voedingsmiddelen werd toegezien.”.

2)

In punt 5 van bijlage II wordt het volgende toegevoegd:

„IS

12 (*)

15 (**)

NO

12 (*)

15 (**)” ”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie in de IJslandse en de Noorse taal bekend te maken tekst van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1274/2011 is authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 27 juli 2012, mits alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 26 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)   PB L 270 van 4.10.2012, blz. 4.

(2)   PB L 325 van 8.12.2011, blz. 24.

(3)   PB L 328 van 6.12.2008, blz. 9.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


8.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/38


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

nr. 152/2012

van 26 juli 2012

tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage XX bij de EER-overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 150/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 13 juli 2012 (1).

(2)

Verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Commissie van 12 november 2010 inzake de tijdstippen, het beheer en andere aspecten van de veiling van broeikasgasemissierechten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Verordening (EU) nr. 550/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling, overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, van beperkingen op het gebruik van internationale kredieten uit projecten op het gebied van industriële gassen (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(4)

Verordening (EU) nr. 1210/2011 van de Commissie van 23 november 2011 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1031/2010 met name met het oog op de vaststelling van het volume vóór 2013 te veilen broeikasgasemissierechten (4) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(5)

Richtlijn 2009/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten van de Gemeenschap te verbeteren en uit te breiden (5) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(6)

Besluit 2010/2/EU van de Commissie van 24 december 2009 tot vaststelling, overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, van een lijst van bedrijfstakken en deeltakken die worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO2-weglekrisico (6) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(7)

Besluit 2010/345/EU van de Commissie van 8 juni 2010 houdende wijziging van Beschikking 2007/589/EG met het oog op de opname van richtsnoeren voor de monitoring en rapportage van de emissie van broeikasgassen bij de afvang, het transport en de geologische opslag van kooldioxide (CO2(7) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(8)

Besluit 2010/670/EU van de Commissie van 3 november 2010 tot vaststelling van criteria en maatregelen voor de financiering van commerciële demonstratieprojecten ter bevordering van de milieutechnisch veilige afvang en geologische opslag van CO2, alsook voor demonstratieprojecten ter bevordering van innovatieve technologieën voor hernieuwbare energie in het kader van de bij Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (8) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(9)

Besluit 2011/278/EU van de Commissie van 27 april 2011 tot vaststelling van een voor de hele Unie geldende overgangsregeling voor de geharmoniseerde kosteloze toewijzing van emissierechten overeenkomstig artikel 10 bis van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (9) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(10)

Besluit 2011/540/EU van de Commissie van 18 augustus 2011 tot wijziging van Beschikking 2007/589/EG teneinde daarin monitoring- en rapportagerichtsnoeren op te nemen voor broeikasgasemissies van nieuwe activiteiten en gassen (10) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(11)

Besluit 2011/745/EU van de Commissie van 11 november 2011 tot wijziging van de Besluiten 2010/2/EU en 2011/278/EU wat betreft de bedrijfstakken en deeltakken die worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO2-weglekrisico (11) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(12)

Dit besluit van het Gemengd Comité van de EER heeft geen gevolgen voor de autonomie van de overeenkomstsluitende partijen met betrekking tot internationale onderhandelingen over klimaatverandering, meer bepaald in de context van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en het Protocol van Kyoto of andere internationale overeenkomsten inzake klimaatverandering, buiten die met betrekking tot aspecten van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (het EU-ETS) die in de EER-overeenkomst zijn opgenomen. De EVA-staten zijn echter verplicht terdege rekening te houden met de verplichtingen die zij in de EER-overeenkomst op zich hebben genomen. Elke EVA-staat is verantwoordelijk voor de uitvoering van beleid en maatregelen om aan zijn internationale verplichtingen in de context van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, het Protocol van Kyoto en andere internationale overeenkomsten inzake klimaatverandering te voldoen.

(13)

De deelname van de EVA-staten aan het EU-ETS doet geen afbreuk aan de deelname van de EVA-staten aan andere flexibele instrumenten om emissies te verminderen.

(14)

De uitbreiding van EU-ETS tot installaties in de EVA-staten leidt tot een verhoging van de totale hoeveelheid emissierechten die overeenkomstig de artikelen 9 en 9 bis van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (12) in het EU-ETS worden verleend. De EVA-staten verstrekken in deel A van het aanhangsel bij de richtlijn de cijfers die de Commissie nodig heeft om de gemiddelde jaarlijkse hoeveelheid emissierechten voor de gehele EER te kunnen vaststellen.

(15)

De Commissie houdt de EVA-staten op de hoogte van de onderhandeling en sluiting van overeenkomsten met derde landen als bedoeld in artikel 11 bis van Richtlijn 2003/87/EG en de mogelijke gevolgen daarvan voor het gebruik van gecertificeerde emissiereducties (CER’s).

(16)

Wanneer een overeenkomst overeenkomstig de artikelen 11 bis of 25 van Richtlijn 2003/87/EG wordt gesloten, mogen de EVA-staten en hun exploitanten niet worden gediscrimineerd ten opzichte van de EU-lidstaten en hun exploitanten.

(17)

De Commissie houdt de EVA-staten op de hoogte van de uitvoering van artikel 24 bis, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG en de mogelijke gevolgen daarvan voor de hoeveelheid emissierechten in het EU-ETS.

(18)

De EVA-staten aanvaarden volledig dat de hoeveelheid bij veiling toegewezen emissierechten in het EU-ETS toeneemt en dat het doel erin bestaat de kosteloze toewijzing in 2027 te beëindigen. De EVA-staten hebben altijd de bedoeling gehad het percentage emissierechten dat tegen betaling wordt toegewezen, te verhogen. De EVA-staten wijzen op aanpassing e) in artikel 1, punt 2, van Besluit nr. 146/2007 van het Gemengd Comité van de EER (13), waarbij Richtlijn 2003/87/EG in de EER-overeenkomst werd opgenomen.

(19)

De EVA-staten zullen gebruikmaken van de gemeenschappelijke veilingplatforms die overeenkomstig artikel 26 van Verordening (EU) nr. 1031/2010 zijn aangewezen en de overeenkomstig artikel 24 van die verordening aangewezen veilingtoezichthouder aanstellen om op de veiling van hun emissierechten toe te zien. Omdat de EVA-staten niet deelnemen aan de gezamenlijke actie, hoeven zij geen specifieke taken te vervullen in de aanbestedingsprocedure voor de aanwijzing van de gemeenschappelijke veilingplatforms en de veilingtoezichthouder. Na die aanwijzing zal elke EVA-staat zich inspannen om met hen een overeenkomst te sluiten. De Commissie zal er in de mate van het mogelijke voor zorgen dat de veilingplatforms met de EVA-staten een overeenkomst sluiten, waarop dezelfde voorwaarden die voor de deelnemende EU-lidstaten zijn opgenomen in de overeenkomsten die voortvloeien uit de gemeenschappelijke aanbestedingsprocedures, van overeenkomstige toepassing zijn, mits de EVA-staten de veiling van hun emissierechten samenvoegen met de emissierechten van de deelnemende EU-lidstaten. Voor de veilingtoezichthouder zal de Commissie er in de mate van het mogelijke voor zorgen dat de veilingtoezichthouder met de EVA-staten een overeenkomst sluit, waarop dezelfde voorwaarden die voor de deelnemende EU-lidstaten of de niet-deelnemende EU-lidstaten van toepassing zijn, van overeenkomstige toepassing zijn, afhankelijk van de vraag of de EVA-staten er al dan niet voor kiezen de veiling van hun emissierechten samen te voegen met de emissierechten van de deelnemende EU-lidstaten.

(20)

Begrotingstechnische kwesties maken geen deel uit van de EER-overeenkomst. De financiële bijdragen van de EVA-staten aan de EU-lidstaten worden onderhandeld via de financiële mechanismen van de EER. De toepassing van de bepalingen van Richtlijn 2003/87/EG betreffende deze kwesties en de toepassing van de criteria voor verdeling onder bepaalde EU-lidstaten van bepaalde percentages van de totale hoeveelheid emissierechten die overeenkomstig artikel 10, lid 2, onder b) en c), en de bijlagen II bis en II ter bij Richtlijn 2003/87/EG moeten worden geveild, laat derhalve de draagwijdte van de EER-overeenkomst onverlet.

(21)

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA coördineert in nauw overleg met de Commissie wanneer zij met betrekking tot de EVA-staten taken moet uitvoeren waarvoor de Commissie op grond van Richtlijn 2003/87/EG, Verordening (EG) nr. 2216/2004 van de Commissie (14), Beschikking 2007/589/EG van de Commissie (15) en Beschikking 2006/780/EG van de Commissie (16) verantwoordelijk is met betrekking tot de EU-lidstaten. Deze taken bestaan onder meer uit de beoordeling van de in artikel 11 van Richtlijn 2003/87/EG bedoelde nationale uitvoeringsmaatregelen en de verzoeken om unilaterale opneming van verdere activiteiten en gassen op grond van artikel 24 van die Richtlijn,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage XX bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

In punt 21al (Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

32009 L 0029: Richtlijn 2009/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 63).”.

(2)

In punt 21al (Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad) worden de aanpassingen vervangen door:

„De bepalingen van de richtlijn worden voor de toepassing van deze Overeenkomst als volgt gelezen:

a)

onverminderd toekomstige maatregelen van het Gemengd Comité van de EER worden de navolgende handelingen van de Gemeenschap niet in deze Overeenkomst opgenomen:

i)

beschikking 2002/358/EG van de Raad van 25 april 2002 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Gemeenschap, van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en de gezamenlijke nakoming van de in dat kader aangegane verplichtingen (*1);

ii)

beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 betreffende een bewakingssysteem voor de uitstoot van broeikasgassen in de Gemeenschap en de uitvoering van het Protocol van Kyoto (*2);

b)

op het moment dat deze richtlijn wordt opgenomen, vinden er op het grondgebied van Liechtenstein geen luchtvaartactiviteiten plaats zoals gedefinieerd in de richtlijn. Liechtenstein zal voldoen aan de richtlijn zodra er op zijn grondgebied dergelijke luchtvaartactiviteiten plaatsvinden;

c)

in artikel 3 quater, lid 4, wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Volgens de procedures van de EER-overeenkomst en op basis van de door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA in samenwerking met Eurocontrol verstrekte cijfers stelt het Gemengd Comité van de EER de historische luchtvaartemissies voor de hele EER vast door de cijfers over de vluchten binnen en tussen EVA-staten en de vluchten tussen EVA-staten en derde landen op te tellen bij de cijfers van het besluit van de Commissie, op het moment dat dit besluit wordt opgenomen in de EER-overeenkomst.”;

d)

in artikel 3 quinquies, lid 4, wordt de tweede alinea geschrapt;

e)

in artikel 3 sexies, lid 2, en artikel 3 septies, lid 4, wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Op dezelfde datum dienen de EVA-staten de ontvangen aanvragen in bij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, die deze onmiddellijk doorstuurt aan de Commissie.”;

f)

in artikel 3 sexies, lid 3, worden de volgende alinea’s toegevoegd:

“Volgens de procedures van de Overeenkomst en op basis van de door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA in samenwerking met Eurocontrol verstrekte cijfers stelt het Gemengd Comité van de EER voor de hele EER het totale aantal emissierechten, het aantal te veilen emissierechten, het aantal emissierechten voor de bijzondere reserve en het aantal kosteloze emissierechten vast door de cijfers over de vluchten binnen en tussen EVA-staten en de vluchten tussen EVA-staten en derde landen op te tellen bij de cijfers van het besluit van de Commissie, op het moment dat dit besluit wordt opgenomen in de EER-overeenkomst.

De Commissie stelt de benchmark voor de hele EER vast. Bij de besluitvorming werkt de Commissie nauw samen met de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA. De EVA-staten berekenen en publiceren de emissierechten overeenkomstig artikel 3 sexies, lid 4, nadat het besluit van de Commissie in de EER-overeenkomst is opgenomen.”;

g)

in artikel 3 septies, lid 5, wordt de volgende alinea toegevoegd:

“De Commissie stelt de benchmark voor de hele EER vast. Bij de besluitvorming werkt de Commissie nauw samen met de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA. De EVA-staten berekenen en publiceren de emissierechten overeenkomstig artikel 3 septies, lid 7, nadat het besluit van de Commissie in de EER-overeenkomst is opgenomen.”;

h)

in artikel 9 worden de volgende alinea’s ingevoegd:

“De door de uitbreiding van de regeling tot Liechtenstein en Noorwegen overeenkomstig de eerste alinea veroorzaakte verhoging van de gemiddelde jaarlijkse totale hoeveelheid emissierechten in het EU-ETS is in overeenstemming met de besluiten van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA betreffende hun nationale toewijzingsplannen voor de periode van 2008 tot 2012.

De door de uitbreiding van de regeling tot IJsland overeenkomstig de eerste alinea veroorzaakte verhoging van de gemiddelde jaarlijkse totale hoeveelheid emissierechten in het EU-ETS stemt overeen met 23 934 ton CO2-equivalent.

Voor de EVA-staten zijn de cijfers waarmee rekening moet worden gehouden bij de berekening van de hoeveelheid emissierechten die met ingang van 2013 overeenkomstig dit artikel te verlenen is, opgenomen in deel A van het aanhangsel.”;

i)

in artikel 9 bis, lid 1, wordt de volgende zin toegevoegd:

“Voor Noorwegen bedraagt de gemiddelde jaarlijkse hoeveelheid emissierechten voor de in dit lid bedoelde installaties 878 850.”;

j)

in artikel 9 bis, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Ten aanzien van de installaties in de EVA-staten die in bijlage I genoemde activiteiten uitvoeren en pas met ingang van 2013 in de Gemeenschapsregeling worden opgenomen, bedragen de gemiddelde jaarlijkse emissies in de loop van de referentieperiode voor de aanpassing:

 

IJsland: 1 862 571 ton CO2-equivalent.

 

Liechtenstein: 0 ton CO2-equivalent.

 

Noorwegen: 5 269 254 ton CO2-equivalent.”;

k)

na artikel 9 bis, lid 4, worden de volgende leden toegevoegd:

“5.   Voor de EVA-staten zijn de cijfers waarmee rekening moet worden gehouden bij de aanpassing van de hoeveelheid emissierechten die met ingang van 2013 overeenkomstig dit artikel te verlenen is, opgenomen in deel A van het aanhangsel.

6.   De Commissie berekent de voor de hele EER vanaf 2013 te verlenen jaarlijkse hoeveelheid emissierechten en past deze aan overeenkomstig artikel 9 en dit artikel en houdt daarbij rekening met de cijfers van de EVA-staten die in deel A van het aanhangsel zijn opgenomen. De Commissie publiceert de aangepaste hoeveelheden emissierechten voor de hele EER voor 2013 en daarna.”;

l)

in artikel 10, lid 2, wordt het volgende punt toegevoegd:

“Met het oog op punt a) worden de aandelen van Liechtenstein en Noorwegen berekend aan de hand van de volgende emissies:

 

Liechtenstein: 20 943 ton CO2-equivalent.

 

Noorwegen: 18 635 669 ton CO2-equivalent.

Voor IJsland wordt het onder a) vermelde aandeel berekend aan de hand van 36 196 ton CO2-equivalent aangepast met 899 645 ton CO2-equivalent, wat overeenstemt met het aandeel van geverifieerde emissies voor 2005 van installaties die in bijlage I genoemde activiteiten uitvoeren, die pas met ingang van 2013 in de Gemeenschapsregeling worden opgenomen. Het aandeel van IJsland wordt derhalve berekend aan de hand van 935 841 ton CO2-equivalent.”;

m)

artikel 10, lid 3, is niet van toepassing op de EVA-staten;

n)

na de vijfde alinea van artikel 11 bis, lid 8, wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Voor de EVA-staten zijn de cijfers waarmee rekening moet worden gehouden bij de berekening van de reducties voor de hele EER overeenkomstig de vijfde alinea, opgenomen in deel B van het aanhangsel.”;

o)

in artikel 16, lid 3, wordt de tweede zin vervangen door:

“De EVA-staten voorzien in boeten wegens overmatige emissie die gelijkwaardig zijn met die in de EU-lidstaten.”;

p)

na artikel 16, lid 12, wordt het volgende lid ingevoegd:

“13.   De EVA-staten dienen verzoeken op grond van artikel 16, leden 5 en 10, in bij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, die deze onmiddellijk aan de Commissie doorstuurt.”;

q)

in artikel 18 bis, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

“In de loop van 2011 moeten de vliegtuigexploitanten opnieuw worden toegewezen aan een EVA-staat, wanneer de exploitant aan zijn verplichtingen voor 2010 heeft voldaan. De aanvankelijk administrerende lidstaat kan besluiten een ander tijdschema te hanteren voor de toewijzing van vliegtuigexploitanten die aanvankelijk op basis van de criteria onder b) van dit lid aan een lidstaat waren toegewezen, wanneer de exploitant binnen zes maanden na de goedkeuring van de lijst van exploitanten voor de hele EER als bedoeld in artikel 18 bis, lid 3, onder b), daartoe een verzoek indient. In dat geval vindt de nieuwe toewijzing uiterlijk in 2020 plaats voor de handelsperiode die in 2021 begint.”;

r)

in artikel 18 bis, lid 3, onder b), worden na het woord „vliegtuigexploitanten” de woorden „voor de hele EER” ingevoegd;

s)

in artikel 18 ter wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Voor de uitvoering van hun verplichtingen krachtens de richtlijn kunnen de EVA-staten en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA Eurocontrol of een andere bevoegde organisatie om bijstand verzoeken en kunnen zij daartoe met deze organisaties de nodige overeenkomsten sluiten.”;

t)

in artikel 20 wordt het volgende punt toegevoegd:

“4.   De verlening, de overdracht en de annulering van emissierechten betreffende de EVA-staten, hun exploitanten en de door hen beheerde vliegtuigexploitanten worden vastgelegd in het in lid 1 bedoelde onafhankelijke transactielogboek.

De centrale administrateur is bevoegd voor de uitvoering van de in de leden 1 tot en met 3 bedoelde taken, wanneer deze de EVA-staten, hun exploitanten of de door hen beheerde vliegtuigexploitanten betreffen.”;

u)

in artikel 25 wordt het volgende lid toegevoegd:

“3.   De emissierechten van de Gemeenschapsregeling omvatten de emissierechten die door EVA-staten of hun exploitanten in het kader van de Gemeenschapsregeling worden verleend of verhandeld. Wanneer een overeenkomst als bedoeld in dit artikel door de Gemeenschap is gesloten, wordt geen onderscheid gemaakt tussen dergelijke emissierechten.

De Commissie stelt de EVA-staten in een vroeg stadium op de hoogte van de onderhandelingen en de sluiting van overeenkomsten of niet-bindende regelingen overeenkomstig dit artikel.”;

v)

de EVA-staten die aan het EU-ETS deelnemen, zullen informatie verstrekken volgens de vereisten in de eerste alinea van artikel 30, lid 3; de rapportageverplichtingen in de tweede alinea zijn op hen niet van toepassing;

w)

na bijlage V wordt het volgende toegevoegd:

“Aanhangsel

DEEL A

Cijfers voor de EVA-staten voor de berekening en de aanpassing van de hoeveelheid emissierechten voor de hele EER die vanaf 2013 moet worden toegewezen overeenkomstig de artikelen 9 en 9 bis van Richtlijn 2003/87/EG

1.   Cijfers van de EVA-staten overeenkomstig artikel 9

Voor de bepaling van deze cijfers werd de lineaire factor van 1,74 % toegepast.

IJsland

Deze cijfers zijn gebaseerd op de gemiddelde jaarlijkse geverifieerde emissies van 2005 tot 2010 voor activiteiten die in beginsel onder Richtlijn 2003/87/EG vallen, gedurende de periode van 2008 tot 2012, namelijk 23 934 emissierechten.

Jaar

Hoeveelheid emissierechten

2013

22 684

2014

22 268

2015

21 851

2016

21 435

2017

21 018

2018

20 602

2019

20 186

2020

19 769

Liechtenstein

Deze cijfers zijn gebaseerd op een gemiddelde jaarlijkse totale hoeveelheid emissierechten door Liechtenstein voor de periode van 2008 tot 2012, namelijk 17 943 emissierechten die zijn opgenomen in het nationale toewijzingsplan van Liechtenstein.

Jaar

Hoeveelheid emissierechten

2013

17 006

2014

16 694

2015

16 382

2016

16 070

2017

15 758

2018

15 445

2019

15 133

2020

14 821

Noorwegen

Deze cijfers zijn gebaseerd op een gemiddelde jaarlijkse totale hoeveelheid emissierechten door Noorwegen voor de periode van 2008 tot 2012, namelijk 14 255 268 emissierechten die zijn opgenomen in het nationale toewijzingsplan van Noorwegen.

Jaar

Hoeveelheid emissierechten

2013

13 511 143

2014

13 263 101

2015

13 015 060

2016

12 767 018

2017

12 518 976

2018

12 270 935

2019

12 022 893

2020

11 774 851

2.   Cijfers van de EVA-staten overeenkomstig artikel 9 bis, lid 1

Voor de bepaling van deze cijfers werd de lineaire factor van 1,74 % toegepast.

Noorwegen

Jaar

Hoeveelheid emissierechten

2013

832 974

2014

817 682

2015

802 390

2016

787 098

2017

771 806

2018

756 514

2019

741 222

2020

725 930

3.   Cijfers van de EVA-staten overeenkomstig artikel 9 bis, lid 2

Voor de bepaling van deze cijfers werd de lineaire factor van 1,74 % toegepast.

IJsland

Jaar

Hoeveelheid emissierechten

2013

1 732 936

2014

1 700 527

2015

1 668 119

2016

1 635 710

2017

1 603 301

2018

1 570 892

2019

1 538 484

2020

1 506 075

Noorwegen

Jaar

Hoeveelheid emissierechten

2013

4 994 199

2014

4 902 514

2015

4 810 829

2016

4 719 144

2017

4 627 459

2018

4 535 774

2019

4 444 089

2020

4 352 404

DEEL B

Cijfers van de EVA-staten voor de berekening van de reducties voor de hele EER overeenkomstig artikel 11 bis, lid 8, vijfde alinea

 

Emissies in 2005 van bestaande bedrijfstakken (in ton CO2-equivalent)

Emissies in 2005 van nieuwe bedrijfstakken die met ingang van 2013 worden opgenomen (in ton CO2-equivalent)

IJsland

36 196

899 645

Liechtenstein

18 121

0

Noorwegen

19 730 000

6 140 000 ”

(*1)   PB L 130 van 15.5.2002, blz. 1."

(*2)   PB L 49 van 19.2.2004, blz. 1.”."

(3)

Na punt 21al (Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad) worden de volgende punten ingevoegd:

„21ala.

32010 R 1031: Verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Commissie van 12 november 2010 inzake de tijdstippen, het beheer en andere aspecten van de veiling van broeikasgasemissierechten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (PB L 302 van 18.11.2010, blz. 1), gewijzigd bij:

32011 R 1210: Verordening (EU) nr. 1210/2011 van de Commissie van 23 november 2011 (PB L 308 van 24.11.2011, blz. 2).

De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van de Overeenkomst als volgt gelezen:

a)

in artikel 22, lid 7, wordt de eerste zin als volgt gelezen:

„De EVA-staten stellen de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA in kennis van de identiteit en de contactgegevens van de veiler, waarna zij de informatie aan de Commissie doorgeeft.”;

b)

in artikel 24, lid 2, worden de volgende zinnen toegevoegd:

„De EVA-staten belasten de veilingtoezichthouder die na de gezamenlijke aanbestedingsprocedure van de Commissie en de lidstaten is aangewezen, bij overeenkomst met het toezicht op alle veilingprocessen. In artikel 25, leden 1, 2, 3, 4 en 5, wordt de term ‘lidsta(a)t(en)’ geacht ook de EVA-staten te omvatten.”;

c)

in artikel 26, leden 1 en 2, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De EVA-staten belasten het veilingplatform dat door de Commissie en de deelnemende EU-lidstaten is aangewezen, bij overeenkomst met de veiling van hun aandelen van de te veilen emissierechten, wanneer de EVA-staten ervoor kiezen om de veiling van hun emissierechten samen te voegen met de emissierechten van de EU-lidstaten die deelnemen aan de gezamenlijke actie.”;

d)

in artikel 27, lid 1, en artikel 28, lid 1, wordt de volgende zin toegevoegd:

„Onverminderd de regelingen die worden opgenomen in de overeenkomst die tussen de EVA-staten en het veilingplatform wordt gesloten, kan het veilingplatform dat is aangewezen na de gezamenlijke aanbestedingsprocedure van de Commissie en de lidstaten die aan de gezamenlijke actie deelnemen, de bovengenoemde diensten eveneens voor de EVA-staten verrichten.”;

e)

de artikelen 30 tot en met 32 zijn niet van toepassing op de EVA-staten, mits zij met de overeenkomstig artikel 26 aangewezen veilingplatforms, overeenkomstig aanpassing c) hierboven een overeenkomst hebben gesloten;

f)

in artikel 52, lid 3, worden de volgende alinea’s toegevoegd:

„Het aandeel van de kosten van de veilingtoezichthouder in verband met een overeenkomstig artikel 26, lid 1 of lid 2, aangewezen veilingplatform waarmee de EVA-staten een overeenkomst hebben gesloten, wordt verdeeld over de lidstaten die deelnemen aan de gezamenlijke actie en de EVA-staten volgens hun aandelen van de totale hoeveelheid emissierechten die op het betrokken veilingplatform wordt geveild, op voorwaarde dat de EVA-staten de veiling van hun emissierechten samenvoegen met de emissierechten van de EU-lidstaten die deelnemen aan de gezamenlijke actie.

Het aandeel van de kosten van de veilingtoezichthouder in verband met een overeenkomstig artikel 30, lid 1 of lid 2, aangewezen veilingplatform waarmee een EVA-staat een overeenkomst heeft gesloten, met inbegrip van de kosten die verband houden met verslagen die in het kader van artikel 25, lid 4, worden uitgebracht, wordt gedragen door de betrokken EVA-staat op dezelfde wijze als EU-lidstaten die niet deelnemen aan de gezamenlijke actie.”.

21alb.

32010 D 0002: Besluit 2010/2/EU van de Commissie van 24 december 2009 tot vaststelling, overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, van een lijst van bedrijfstakken en deeltakken die worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO2-weglekrisico (PB L 1 van 5.1.2010, blz. 10), gewijzigd bij:

32011 D 0745: Besluit 2011/745/EU van de Commissie van 11 november 2011 (PB L 299 van 17.11.2011, blz. 9).

21alc.

32011 D 0278: Besluit 2011/278/EU van de Commissie van 27 april 2011 tot vaststelling van een voor de hele Unie geldende overgangsregeling voor de geharmoniseerde kosteloze toewijzing van emissierechten overeenkomstig artikel 10 bis van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 130 van 17.5.2011, blz. 1), gewijzigd bij:

32011 D 0745: Besluit 2011/745/EU van de Commissie van 11 november 2011 (PB L 299 van 17.11.2011, blz. 9).

21ald.

32010 D 0670: Besluit 2010/670/EU van de Commissie van 3 november 2010 tot vaststelling van criteria en maatregelen voor de financiering van commerciële demonstratieprojecten ter bevordering van de milieutechnisch veilige afvang en geologische opslag van CO2, alsook voor demonstratieprojecten ter bevordering van innovatieve technologieën voor hernieuwbare energie in het kader van de bij Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (PB L 290 van 6.11.2010, blz. 39).

21ale.

32011 R 0550: Verordening (EU) nr. 550/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling, overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, van beperkingen op het gebruik van internationale kredieten uit projecten op het gebied van industriële gassen (PB L 149 van 8.6.2011, blz. 1).”.

4)

In punt 21am (Beschikking 2007/589/EG van de Commissie) worden de volgende streepjes toegevoegd:

„—

32010 D 0345: Besluit 2010/345/EU van de Commissie van 8 juni 2010 (PB L 155 van 22.6.2010, blz. 34),

32011 D 0540: Besluit 2011/540/EU van de Commissie van 18 augustus 2011 (PB L 244 van 21.9.2011, blz. 1).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Verordeningen (EU) nr. 1031/2010, (EU) nr. 550/2011 en (EU) nr. 1210/2011, van Richtlijn 2009/29/EG en van de Besluiten 2010/2/EU, 2010/345/EU, 2010/670/EU, 2011/278/EU, 2011/540/EU en 2011/745/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 27 juli 2012 of op de dag na die van de laatste kennisgeving aan het Gemengd Comité van de EER zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst, indien dat later is (17).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 26 juli 2012.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)  Zie bladzijde 35 van dit Publicatieblad.

(2)   PB L 302 van 18.11.2010, blz. 1.

(3)   PB L 149 van 8.6.2011, blz. 1.

(4)   PB L 308 van 24.11.2011, blz. 2.

(5)   PB L 140 van 5.6.2009, blz. 63.

(6)   PB L 1 van 5.1.2010, blz. 10.

(7)   PB L 155 van 22.6.2010, blz. 34.

(8)   PB L 290 van 6.11.2010, blz. 39.

(9)   PB L 130 van 17.5.2011, blz. 1.

(10)   PB L 244 van 21.9.2011, blz. 1.

(11)   PB L 299 van 17.11.2011, blz. 9.

(12)   PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.

(13)   PB L 100 van 10.4.2008, blz. 92.

(14)   PB L 386 van 29.12.2004, blz. 1.

(15)   PB L 229 van 31.8.2007, blz. 1.

(16)   PB L 316 van 16.11.2006, blz. 12.

(17)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.