ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2012.263.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 263

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

55e jaargang
28 september 2012


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

 

*

Informatie betreffende de inwerkingtreding van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Federale Republiek Brazilië inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf voor houders van een gewoon paspoort

1

 

 

2012/523/EU

 

*

Besluit van de Raad van 24 september 2012 tot wijziging en tot verlenging van de looptijd van Besluit 2007/641/EG houdende afsluiting van het overleg met de Republiek Fiji-eilanden krachtens artikel 96 van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst en artikel 37 van de verordening tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking

2

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 880/2012 van de Commissie van 28 juni 2012 ter aanvulling van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat de grensoverschrijdende samenwerking en de contractuele onderhandelingen van producentenorganisaties in de sector melk en zuivelproducten betreft

8

 

*

Verordening (EU) nr. 881/2012 van de Commissie van 21 september 2012 tot vaststelling van een verbod op de visserij op roodbaars in NAFO-gebied 3M door vaartuigen die de vlag van Portugal voeren

10

 

*

Verordening (EU) nr. 882/2012 van de Commissie van 21 september 2012 tot vaststelling van een verbod op de visserij op kabeljauw in gebied IV; EU-wateren van IIa; het gedeelte van IIIa dat niet bij het Skagerrak en het Kattegat hoort, door vaartuigen die de vlag van Zweden voeren

12

 

*

Verordening (EU) nr. 883/2012 van de Commissie van 21 september 2012 tot vaststelling van een verbod op de visserij op kabeljauw in de Noorse wateren van I en II door vaartuigen die de vlag van Portugal voeren

14

 

*

Verordening (EU) nr. 884/2012 van de Commissie van 21 september 2012 tot vaststelling van een verbod op de visserij op schelvis in de Noorse wateren van I en II door vaartuigen die de vlag van Portugal voeren

16

 

*

Verordening (EU) nr. 885/2012 van de Commissie van 21 september 2012 tot vaststelling van een verbod op de visserij op koolvis in de Noorse wateren van I en II door vaartuigen die de vlag van Portugal voeren

18

 

*

Verordening (EU) nr. 886/2012 van de Commissie van 21 september 2012 tot vaststelling van een verbod op de visserij op schartong in de EU-wateren van IIa en IV door vaartuigen die de vlag van Denemarken voeren

20

 

*

Verordening (EU) nr. 887/2012 van de Commissie van 24 september 2012 tot vaststelling van een verbod op de visserij op roodbaars in het gebied NAFO 3M door vaartuigen die de vlag van Duitsland voeren

22

 

*

Verordening (EU) nr. 888/2012 van de Commissie van 25 september 2012 tot vaststelling van een verbod op de visserij op schelvis in gebied VIIb-k, VIII, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1 door vaartuigen die de vlag van België voeren

24

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 889/2012 van de Commissie van 27 september 2012 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong ( 1 )

26

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 890/2012 van de Commissie van 27 september 2012 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

32

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 891/2012 van de Commissie van 27 september 2012 inzake de afgifte van invoercertificaten voor rijst in het kader van de tariefcontingenten die voor de deelperiode september 2012 zijn geopend bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011

34

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 892/2012 van de Commissie van 27 september 2012 tot vaststelling van de representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten uit de sector suiker voor het verkoopseizoen 2012/2013

37

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 893/2012 van de Commissie van 27 september 2012 tot vaststelling, voor de sector suiker, van de vanaf 1 oktober 2012 geldende representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor melasse

39

 

 

BESLUITEN

 

 

2012/524/EU

 

*

Besluit van de Raad van 24 september 2012 houdende benoeming van een Tsjechisch lid en een Tsjechische plaatsvervanger in het Comité van de Regio’s

41

 

 

2012/525/EU

 

*

Besluit van de Raad van 24 september 2012 houdende benoeming van een Duits lid en een Duitse plaatsvervanger in het Comité van de Regio’s

42

 

 

2012/526/EU

 

*

Besluit van de Raad van 24 september 2012 houdende benoeming van een Ests lid van het Comité van de Regio’s

43

 

*

Besluit 2012/527/GBVB van de Raad van 27 september 2012 houdende wijziging van Besluit 2010/573/GBVB inzake beperkende maatregelen tegen de leiders van de regio Transnistrië van de Republiek Moldavië

44

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

28.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 263/1


Informatie betreffende de inwerkingtreding van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Federale Republiek Brazilië inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf voor houders van een gewoon paspoort

De Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Federale Republiek Brazilië inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf voor houders van een gewoon paspoort zal op 1 oktober 2012 in werking treden, aangezien de in artikel 9, lid 1, van de overeenkomst bedoelde procedure op 2 augustus 2012 is voltooid.


28.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 263/2


BESLUIT VAN DE RAAD

van 24 september 2012

tot wijziging en tot verlenging van de looptijd van Besluit 2007/641/EG houdende afsluiting van het overleg met de Republiek Fiji-eilanden krachtens artikel 96 van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst en artikel 37 van de verordening tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking

(2012/523/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 217,

Gezien de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000 (1) en laatstelijk gewijzigd te Ouagadougou op 22 juni 2010 (2), hierna de „ACS-EU-partnerschapsovereenkomst” genoemd, en met name artikel 96,

Gezien het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, inzake maatregelen en procedures voor de tenuitvoerlegging van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst (3), en met name artikel 3,

Gezien Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (4) („het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking”), en met name artikel 37,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Besluit 2007/641/EG van de Raad (5) zijn passende maatregelen goedgekeurd ingevolge de schending van de in artikel 9 van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst bedoelde essentiële elementen en de in artikel 3 van het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking bedoelde waarden.

(2)

Die maatregelen zijn verlengd bij de Besluiten 2009/735/EG (6), 2010/208/EU (7), 2010/589/EU (8), 2011/219/EU (9) en 2011/637/EU (10) van de Raad, omdat niet alleen de Republiek Fiji een aantal belangrijke verbintenissen betreffende essentiële elementen van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst en het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking, die zij bij onderhandelingen in april 2007 is aangegaan, nog moet uitvoeren, maar zich ook ernstige negatieve ontwikkelingen in verband met een aantal van deze verbintenissen hebben voorgedaan.

(3)

Sinds begin 2012 hebben zich echter enkele positieve ontwikkelingen in de richting van het herstel van de democratie in Fiji voorgedaan, en dit moet ook worden onderkend. Er moet derhalve rekening worden gehouden met een te verwachten hervatting van de programmering van toekomstige ontwikkelingsbijstand.

(4)

Besluit 2007/641/EG verstrijkt op 30 september 2012. Het is passend de geldigheidsduur ervan te verlengen, en de inhoud ervan dienovereenkomstig te actualiseren,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2007/641/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 3 komt de tweede alinea als volgt te luiden:

„Het is geldig tot en met 30 september 2013. Het wordt regelmatig getoetst, ten minste eenmaal per halfjaar.”.

2)

De bijlage wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

De brief in de bijlage bij dit besluit wordt aan de Republiek Fiji toegezonden.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 24 september 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

A. D. MAVROYIANNIS


(1)  PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.

(2)  PB L 287 van 4.11.2010, blz. 3.

(3)  PB L 317 van 15.12.2000, blz. 376.

(4)  PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41.

(5)  PB L 260 van 5.10.2007, blz. 15.

(6)  PB L 262 van 6.10.2009, blz. 43.

(7)  PB L 89 van 9.4.2010, blz. 7.

(8)  PB L 260 van 2.10.2010, blz. 10.

(9)  PB L 93 van 7.4.2011, blz. 2.

(10)  PB L 252 van 28.9.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Z.Exc. Ratu Epeli NAILATIKAU

President van de Republiek Fiji

Suva

Republiek Fiji

Excellentie,

De Europese Unie (EU) hecht groot belang aan de bepalingen van artikel 9 van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst en artikel 3 van de verordening tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking. Het partnerschap tussen de ACS en de EU is gebaseerd op de eerbiediging van de mensenrechten, de democratische beginselen en de rechtsstaat, die essentiële elementen zijn van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst en de grondslag vormen van onze betrekkingen.

Op 11 december 2006 veroordeelde de Raad van de Europese Unie de militaire machtsovername in de Republiek Fiji.

Krachtens artikel 96 van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, en aangezien de militaire machtsovername van 5 december 2006 een schending vormde van de in artikel 9 van die overeenkomst genoemde essentiële elementen, heeft de Europese Unie Fiji uitgenodigd voor het in de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst bedoelde overleg, teneinde de situatie grondig te onderzoeken en voor zover nodig maatregelen te nemen om tot een oplossing te komen.

Het formele gedeelte van dat overleg ging op 18 april 2007 in Brussel van start. De Europese Unie was verheugd dat de interim-regering bij die gelegenheid enkele belangrijke verbintenissen bevestigde met betrekking tot de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, de eerbiediging van de democratische beginselen en de rechtsstaat, zoals hierna aangegeven, en positieve stappen voorstelde voor de tenuitvoerlegging ervan.

Helaas heeft zich sindsdien een aantal negatieve ontwikkelingen voorgedaan, met name in april 2009, waardoor Fiji thans inbreuk maakt op een reeks verbintenissen. Het betreft met name de afschaffing van de grondwet, de aanzienlijke vertraging bij het organiseren van parlementsverkiezingen en de schending van de mensenrechten. Hoewel de naleving van de verbintenissen grote vertraging heeft opgelopen, blijft het grootste deel van deze verbintenissen nog zeer relevant voor de huidige situatie in Fiji en daarom is de lijst van verbintenissen als bijlage bij deze brief gevoegd. Aangezien Fiji een aantal essentiële verbintenissen eenzijdig heeft opgezegd, heeft dit voor Fiji geleid tot verlies van ontwikkelingsmiddelen.

Hoewel er nog beperkingen bestaan met betrekking tot bepaalde mensenrechten en fundamentele vrijheden, zijn er sinds begin 2012 enkele positieve stappen gezet: op 7 januari 2012 zijn de verordeningen inzake de noodtoestand opgeheven en op 9 maart 2012 is een politiek proces aangekondigd dat ertoe moet leiden dat uiterlijk in maart 2013 een nieuwe grondwet tot stand zal komen en dat uiterlijk in september 2014 de constitutionele democratie zal worden hersteld door het houden van parlementsverkiezingen.

Deze ontwikkelingen erkennende, en in de geest van partnerschap die de hoeksteen van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst vormt, is de Europese Unie bereid opnieuw een formele dialoog over deze ontwikkelingen aan te gaan. Een dergelijke formele dialoog kan worden overwogen ter gelegenheid van de evaluatiemissie overeenkomstig artikel 96 van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, nadat een alomvattend, geloofwaardig en transparant grondwettelijk overlegproces met succes is afgerond, een ontwikkeling die in maart 2013 wordt verwacht.

De EU heeft daarom besloten de bestaande passende maatregelen ten aanzien van Fiji te verlengen en te wijzigen als eerste respons op de maatregelen van Fiji, zodat met name de besprekingen over de programmering van het elfde Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) van start kunnen gaan en te zijner tijd een indicatieve toewijzing voor Fiji kan worden vastgesteld. Dan kan worden overwogen over te gaan tot de afronding, ondertekening en tenuitvoerlegging van de programmeringsdocumenten in het kader van het elfde EOF met de toekomstige democratisch verkozen regering. Het is bijgevolg van bijzonder belang dat de interim-regering zich verbindt tot een inclusief, geloofwaardig en transparant grondwettelijk overlegproces en een binnenlandse politieke dialoog en in het bijzonder de verbintenissen naleeft die zij wat betreft de mensenrechten en de rechtsstaat is aangegaan, en de resterende beperkingen opheft. Hoewel de Europese Unie altijd is uitgegaan en steeds zal blijven uitgaan van de essentiële elementen en fundamentele beginselen van de herziene ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, met name wat betreft de sleutelrol van de dialoog en het nakomen van wederzijdse verplichtingen, wordt er met klem op gewezen dat er van de kant van de Europese Unie geen vooraf bepaalde conclusies zijn met betrekking tot de uitkomst van toekomstig overleg.

Indien de voorgenomen herziening en formele dialoog tot een positief resultaat leiden, verbindt de EU zich ertoe deze passende maatregelen verder in positieve zin te herzien. Indien de situatie in Fiji echter niet verbetert, is verder verlies van EU-ontwikkelingsmiddelen voor Fiji in de toekomst onvermijdelijk. In het bijzonder zullen de komende besluiten van de EU inzake het nationale indicatieve programma van Fiji in het kader van het elfde EOF afhankelijk worden gesteld van de beoordeling van de vooruitgang die wordt geboekt met de terugkeer naar een grondwettelijk bestuur.

In afwachting van de formele dialoog roept de EU Fiji op de versterkte politieke dialoog voort te zetten en te intensiveren.

De passende maatregelen zijn als volgt:

humanitaire hulp en directe steun aan maatschappelijke organisaties en kwetsbare bevolkingsgroepen kunnen worden voortgezet;

lopende samenwerkingsactiviteiten, met name in het kader van het achtste en het negende EOF, mogen worden voortgezet;

samenwerkingsactiviteiten die de terugkeer naar de democratie bevorderen en leiden tot beter bestuur, kunnen worden voortgezet, behalve in zeer uitzonderlijke omstandigheden;

de tenuitvoerlegging van begeleidende maatregelen voor de hervorming van de suikersector in 2006 mag worden voortgezet. De financieringsovereenkomst is op 19 juni 2007 op technisch niveau in Fiji ondertekend. De financieringsovereenkomst omvat een opschortingsclausule;

de suikertoewijzing voor 2007 is nul;

de beschikbaarstelling van de suikertoewijzing voor 2008 was afhankelijk van indicaties van de geloofwaardige en tijdige voorbereiding van verkiezingen, in overeenstemming met de overeengekomen verbintenissen, met name het houden van een volkstelling, de vaststelling van de grenzen van de nieuwe kiesdistricten en de hervorming van de kieswet in overeenstemming met de grondwet; voorts maatregelen voor het goed functioneren van het verkiezingsbureau, waaronder de benoeming van een verkiezingstoezichthouder vóór 30 september 2007, in overeenstemming met de grondwet. De suikertoewijzing voor 2008 verviel definitief op 31 december 2009;

de suikertoewijzing voor 2009 werd in mei 2009 geschrapt, omdat de interim-regering had besloten de algemene verkiezingen tot september 2014 uit te stellen;

de toewijzing voor 2010 werd nog vóór 1 mei 2010 geschrapt, omdat het democratische proces niet verder was gevorderd. Gezien de precaire situatie van de suikersector heeft de Commissie evenwel een deel van de toewijzing gereserveerd voor rechtstreekse bijstand aan de bevolking die direct afhankelijk is van de suikerproductie, teneinde de negatieve sociale gevolgen te milderen. Deze middelen worden centraal beheerd door de delegatie van de EU in Suva en niet via de regering verstrekt;

de voorbereiding en uiteindelijke ondertekening van het meerjarige indicatieve programma voor de begeleidende maatregelen met betrekking tot de hervorming van de suikersector in 2011-2013 kunnen doorgaan;

de beschikbaarheid van de indicatieve toewijzing in het kader van het meerjarige indicatieve programma voor de begeleidende maatregelen voor voormalige landen van het suikerprotocol in 2011-2013 is afhankelijk van overeenstemming in het overlegproces; indien geen overeenstemming wordt bereikt, komen alleen maatregelen voor sociale schadebeperking in aanmerking voor financiering via deze toewijzing;

de voorbereidingen voor de programmering in het kader van het elfde EOF kunnen van start gaan, zodat Fiji kan verwachten dat het te zijner tijd in kennis wordt gesteld van een indicatieve toewijzing;

specifieke steun voor de voorbereiding en tenuitvoerlegging van belangrijke verbintenissen, met name steun voor het voorbereiden en/of houden van verkiezingen, is mogelijk;

de regionale samenwerking, en de deelname van Fiji daaraan, blijft intact.

De controle op de naleving van de verbintenissen geschiedt overeenkomstig de in de bijlage genoemde voorwaarden met betrekking tot regelmatige dialoog, alsook doeltreffende samenwerking met missies voor evaluatie en toezicht en rapportage.

Voorts verwacht de Europese Unie dat Fiji volledig samenwerkt met het Pacific Islands Forum wat betreft de tenuitvoerlegging van de aanbevelingen van de Groep van eminente personen die door de ministers van Buitenlandse Zaken van het Forum op hun bijeenkomst van 16 maart 2007 in Vanuatu werden goedgekeurd. De Europese Unie is verheugd over de recente vooruitgang door de samenwerking met de ministeriële contactgroep van het Pacific Islands Forum, die is opgezet om toezicht te houden op de voortgang van de Fiji’s voorbereidingen voor de verkiezingen en de terugkeer naar de democratie.

De EU blijft de situatie in Fiji nauwlettend volgen. Op grond van artikel 8 van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst zal met Fiji een versterkte politieke dialoog worden gevoerd met het oog op de eerbiediging van de mensenrechten, het herstel van de democratie en de eerbiediging van de rechtsstaat, tot beide partijen concluderen dat de versterkte dialoog zijn vruchten heeft afgeworpen.

Indien de tenuitvoerlegging van de verbintenissen door de interim-regering wordt vertraagd, stopgezet of ongedaan gemaakt, behoudt de Europese Unie zich het recht voor de passende maatregelen opnieuw aan te passen.

De Europese Unie benadrukt dat de voorrechten van Fiji in het kader van de samenwerking met de Europese Unie afhankelijk zijn van de eerbiediging van de essentiële elementen van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst en de beginselen die in het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking zijn vastgesteld. Teneinde de Europese Unie ervan te overtuigen dat de interim-regering bereid is de verbintenissen volledig na te komen, is het essentieel dat er snel substantiële vorderingen worden gemaakt met de naleving van de overeengekomen verbintenissen.

Met bijzondere hoogachting,

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

Voor de Commissie

Lid van de Commissie

BIJLAGE BIJ DE BIJLAGE

MET DE REPUBLIEK FIJI OVEREENGEKOMEN VERBINTENISSEN

A.   Eerbiediging van de democratische beginselen

Verbintenis nr. 1

Er worden binnen 24 maanden na 1 maart 2007 vrije en eerlijke verkiezingen gehouden, afhankelijk van de bevindingen van de evaluatie door de onafhankelijke auditeurs die zijn benoemd door het secretariaat van het Pacific Islands Forum. De procedures die voorafgaan aan de organisatie van de verkiezingen en de organisatie van de verkiezingen zelf zullen gezamenlijk worden gecontroleerd en waar nodig aangepast en herzien op basis van wederzijds overeengekomen ijkpunten. Dit houdt met name het volgende in:

de interim-regering keurt uiterlijk op 30 juni 2007 een tijdschema goed met daarin de data waarop de verschillende stappen moeten worden voltooid die nodig zijn ter voorbereiding van de nieuwe parlementsverkiezingen;

in het tijdschema worden het tijdstip van een te houden volkstelling, de herziening van de districtgrenzen en de hervorming van de kieswet gespecificeerd;

de vaststelling van de districtgrenzen en de hervorming van de kieswet geschieden in overeenstemming met de grondwet;

in overeenstemming met de grondwet worden maatregelen genomen voor het goed functioneren van het verkiezingsbureau, waaronder de benoeming van een verkiezingstoezichthouder uiterlijk op 30 september 2007;

de benoeming van de vicepresident geschiedt in overeenstemming met de grondwet.

Verbintenis nr. 2

De interim-regering houdt bij de goedkeuring van belangrijke wetgevende, begrotings- en andere beleidsinitiatieven en -wijzigingen rekening met overleg dat is gepleegd met maatschappelijke organisaties en andere betrokkenen.

B.   Rechtsstaat

Verbintenis nr. 1

De interim-regering spant zich tot het uiterste in om intimiderend bedoelde verklaringen van veiligheidsinstanties te voorkomen.

Verbintenis nr. 2

De interim-regering eerbiedigt de grondwet van 1997 en garandeert dat grondwettelijke instellingen, zoals de mensenrechtencommissie van Fiji, de commissie voor de openbare dienst en de commissie grondwettelijke instellingen normaal en onafhankelijk kunnen functioneren. De aanzienlijke onafhankelijkheid en het functioneren van de Grote Raad van Stamhoofden worden gewaarborgd.

Verbintenis nr. 3

De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht wordt volledig gerespecteerd, zodat deze ongestoord kan functioneren en zijn vonnissen door alle betrokkenen worden geëerbiedigd. Daarbij wordt met name het volgende gegarandeerd:

de interim-regering zegt toe dat het tribunaal bedoeld in artikel 138, lid 3, van de grondwet uiterlijk op 15 juli 2007 wordt aangesteld;

benoemingen en/of ontslagen van rechters geschieden voortaan strikt in overeenstemming met de grondwettelijke bepalingen en procedurele voorschriften;

het leger, de politie en de interim-regering onthouden zich van elke vorm van inmenging in de activiteiten van het justitiële apparaat. Alle ambten binnen het justitiële apparaat worden ten volle geëerbiedigd.

Verbintenis nr. 4

Alle strafrechtelijke procedures in verband met corruptie worden via de passende justitiële kanalen afgehandeld; alle andere organen die worden ingesteld om vermeende gevallen van corruptie te onderzoeken, werken binnen de grondwettelijke grenzen.

C.   Mensenrechten en fundamentele vrijheden

Verbintenis nr. 1

De interim-regering stelt al het noodzakelijke in het werk om ervoor te zorgen dat beschuldigingen van mensenrechtenschendingen worden onderzocht of in behandeling worden genomen in overeenstemming met de verschillende procedures en binnen de daarvoor bestemde fora, overeenkomstig de wetgeving van Fiji.

Verbintenis nr. 2

De interim-regering heft in mei 2007 de noodtoestand op, afhankelijk van eventuele bedreigingen van de nationale veiligheid of de openbare orde en veiligheid.

Verbintenis nr. 3

De interim-regering zorgt ervoor dat de Mensenrechtencommissie van de Fiji volledig onafhankelijk en in overeenstemming met de grondwet kan functioneren.

Verbintenis nr. 4

De vrijheid van meningsuiting en de mediavrijheid worden in al hun vormen gewaarborgd, in overeenstemming met de grondwet.

D.   Naleving van de verbintenissen

Verbintenis nr. 1

De interim-regering verbindt zich ertoe regelmatig een dialoog te voeren, zodat kan worden vastgesteld of er vooruitgang is geboekt, en verleent de autoriteiten/vertegenwoordigers van de Europese Unie en de Europese Commissie onbeperkt toegang tot informatie over alle vraagstukken die verband houden met de mensenrechten en het vreedzaam herstel van de democratie en de rechtsstaat in Fiji.

Verbintenis nr. 2

De interim-regering werkt volledig mee met eventuele missies van de Europese Unie met het oog op de evaluatie van en het toezicht op de vooruitgang.

Verbintenis nr. 3

De interim-regering stelt om de drie maanden, te beginnen op 30 juni 2007, voortgangsverslagen op met betrekking tot de essentiële elementen van de overeenkomst van Cotonou en de verbintenissen.

Bepaalde vraagstukken kunnen alleen effectief worden aangepakt met een pragmatische benadering, rekening houdende met de realiteit van het heden en vooruitblikkend op de toekomst.


VERORDENINGEN

28.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 263/8


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 880/2012 VAN DE COMMISSIE

van 28 juni 2012

ter aanvulling van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat de grensoverschrijdende samenwerking en de contractuele onderhandelingen van producentenorganisaties in de sector melk en zuivelproducten betreft

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (1), en met name artikel 126, sexies, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Deel II, titel II, hoofdstuk II, sectie II bis, van Verordening (EG) nr. 1234/2007, ingevoegd bij Verordening (EU) nr. 261/2012 van het Europees Parlement en de Raad (2), bevat voorschriften inzake producentenorganisaties en hun unies in de sector melk en zuivelproducten, met name wat hun erkenning en contractuele onderhandelingen betreft. Deze voorschriften dienen te worden aangevuld wat de voorwaarden aangaat om grensoverschrijdende producentenorganisaties en grensoverschrijdende unies van erkende producentenorganisaties te erkennen om zo mogelijk te maken de verantwoordelijkheid van de betrokken lidstaten te verduidelijken en er, met eerbiediging van de vrijheid van vestiging, voor te zorgen dat de toepasselijke regels die zijn van de lidstaat waar een aanzienlijk deel van de activiteiten van dergelijke organisaties of unies plaatsvindt.

(2)

Bovendien dienen voorschriften te worden vastgesteld met betrekking tot de vestiging en de voorwaarden voor administratieve bijstand bij grensoverschrijdende samenwerking. Dergelijke bijstand dient in het bijzonder overdracht van informatie te omvatten die het de bevoegde lidstaat mogelijk maakt te beoordelen of een producentenorganisatie of unie van erkende producentenorganisaties aan de erkenningsvoorwaarden voldoet. Dergelijke informatie is noodzakelijk opdat de bevoegde lidstaat maatregelen zou kunnen nemen indien niet aan de voorwaarden is voldaan.

(3)

Er dienen aanvullende voorschriften te worden vastgesteld inzake de berekening van het volume rauwe melk waarover wordt onderhandeld tussen erkende producentenorganisaties enerzijds en verwerkers of inzamelaars van rauwe melk anderzijds. Teneinde seizoenschommelingen in de melkproductie in acht te nemen, dient de berekening het volume melk waarover wordt onderhandeld voor de leveringsperiode te vergelijken met het geschatte volume melk dat representatief is voor die periode, om vast te stellen of de in artikel 126 quater van Verordening (EG) nr. 1234/2007 vastgestelde maxima niet worden overschreden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Hoofdzetel

1.   Een grensoverschrijdende producentenorganisatie vestigt haar hoofdzetel in de lidstaat waar ze over een aanzienlijk ledenaantal of een aanzienlijke hoeveelheid afzetbare producten beschikt.

2.   Een grensoverschrijdende unie van erkende producentenorganisaties, hierna „grensoverschrijdende unie” genoemd, vestigt haar hoofdzetel in de lidstaat waar ze over een aanzienlijk aantal aangesloten organisaties of een aanzienlijke hoeveelheid afzetbare producten beschikt.

Artikel 2

Verantwoordelijkheden van de lidstaten

1.   De lidstaat waar de hoofdzetel van de grensoverschrijdende producentenorganisatie of van de grensoverschrijdende unie is gevestigd, is verantwoordelijk voor:

a)

de erkenning van de grensoverschrijdende producentenorganisatie of de grensoverschrijdende unie overeenkomstig artikel 126 bis van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en de uitvoering van de taken die zijn vastgesteld in artikel 126 bis, lid 4, van die verordening;

b)

de nodige administratieve samenwerking met de andere lidstaten waar leden of aangesloten organisaties zijn gevestigd om na te gaan of is voldaan aan de in artikel 126 bis van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde erkenningsvoorwaarden;

c)

het verschaffen van alle relevante informatie en documentatie, op vraag van de andere lidstaten, aan de andere lidstaten waar de leden of de aangesloten organisaties zijn gevestigd.

2.   Voor de toepassing van lid 1, onder b), verlenen de andere lidstaten alle nodige administratieve bijstand aan de lidstaat waar de hoofdzetel van de grensoverschrijdende producentenorganisatie of grensoverschrijdende unie is gevestigd, met inbegrip van de overdracht van alle relevante informatie.

3.   Wanneer een producentenorganisatie of een unie van erkende producentenorganisaties de in artikel 126 quater van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde onderhandelingen voert in een andere lidstaat dan die waar haar hoofdzetel is gevestigd, verlenen de betrokken lidstaten elkaar alle nodige administratieve bijstand.

Artikel 3

Berekening van de hoeveelheid rauwe melk waarover wordt onderhandeld

Voor de toepassing van artikel 126 quater, lid 2, onder c), en lid 3 van Verordening (EG) nr. 1234/2007, worden de maxima waarover wordt onderhandeld, berekend met inachtneming van de leveringsperiode van de rauwe melk die onder deze contractuele onderhandelingen vallen en van de seizoenschommelingen in de melkproductie, ingeval het om aanzienlijke schommelingen gaat.

Artikel 4

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 juni 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 94 van 30.3.2012, blz. 38.


28.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 263/10


VERORDENING (EU) Nr. 881/2012 VAN DE COMMISSIE

van 21 september 2012

tot vaststelling van een verbod op de visserij op roodbaars in NAFO-gebied 3M door vaartuigen die de vlag van Portugal voeren

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), en met name artikel 36, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 44/2012 van de Raad van 17 januari 2012 tot vaststelling, voor 2012, van de vangstmogelijkheden in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in bepaalde niet-EU-wateren, voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor internationale onderhandelingen worden gevoerd of internationale overeenkomsten gelden (2) zijn de quota voor 2012 vastgesteld.

(2)

Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, de betrokken, voor 2012 toegewezen quota volledig zijn opgebruikt.

(3)

Daarom moet de visserij op dat bestand worden verboden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het opgebruiken van het quotum

Het quotum dat voor 2012 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.

Artikel 2

Verbodsbepalingen

De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Na die datum is het ook verboden om vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, te verplaatsen, over te laden of aan te landen.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 september 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Lowri EVANS

Directeur-generaal Maritieme Zaken en Visserij


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

(2)  PB L 25 van 27.1.2012, blz. 55.


BIJLAGE

Nr.

38/TQ44

Lidstaat

Portugal

Bestand

RED/N3M

Soort

Roodbaars (Sebastes spp.)

Gebied

NAFO 3M

Datum

21.8.2012


28.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 263/12


VERORDENING (EU) Nr. 882/2012 VAN DE COMMISSIE

van 21 september 2012

tot vaststelling van een verbod op de visserij op kabeljauw in gebied IV; EU-wateren van IIa; het gedeelte van IIIa dat niet bij het Skagerrak en het Kattegat hoort, door vaartuigen die de vlag van Zweden voeren

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), en met name artikel 36, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 44/2012 van de Raad van 17 januari 2012 tot vaststelling, voor 2012, van de vangstmogelijkheden in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in bepaalde niet-EU-wateren, voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor internationale onderhandelingen worden gevoerd of internationale overeenkomsten gelden (2), zijn de quota voor 2012 vastgesteld.

(2)

Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, de betrokken, voor 2012 toegewezen quota volledig zijn opgebruikt.

(3)

Daarom moet de visserij op dat bestand worden verboden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het opgebruiken van het quotum

Het quotum dat voor 2012 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.

Artikel 2

Verbodsbepalingen

De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Na die datum is het ook verboden om vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, te verplaatsen, over te laden of aan te landen.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 september 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Lowri EVANS

Directeur-generaal Maritieme Zaken en Visserij


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

(2)  PB L 25 van 27.1.2012, blz. 55.


BIJLAGE

Nr.

39/TQ44

Lidstaat

Zweden

Bestand

COD/2A3AX4

Soort

Kabeljauw (Gadus morhua)

Gebied

IV; EU-wateren van IIa; het gedeelte van IIIa dat niet bij het Skagerrak en het Kattegat hoort

Datum

3.9.2012


28.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 263/14


VERORDENING (EU) Nr. 883/2012 VAN DE COMMISSIE

van 21 september 2012

tot vaststelling van een verbod op de visserij op kabeljauw in de Noorse wateren van I en II door vaartuigen die de vlag van Portugal voeren

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), en met name artikel 36, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 44/2012 van de Raad van 17 januari 2012 tot vaststelling, voor 2012, van de vangstmogelijkheden in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in bepaalde niet-EU-wateren, voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor internationale onderhandelingen worden gevoerd of internationale overeenkomsten gelden (2), zijn de quota voor 2012 vastgesteld.

(2)

Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, de betrokken, voor 2012 toegewezen quota volledig zijn opgebruikt.

(3)

Daarom moet de visserij op dat bestand worden verboden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het opgebruiken van het quotum

Het quotum dat voor 2012 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.

Artikel 2

Verbodsbepalingen

De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Na die datum is het ook verboden om vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, te verplaatsen, over te laden of aan te landen.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 september 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Lowri EVANS

Directeur-generaal Maritieme Zaken en Visserij


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

(2)  PB L 25 van 27.1.2012, blz. 55.


BIJLAGE

Nr.

40/TQ44

Lidstaat

Portugal

Bestand

COD/1N2AB.

Soort

Kabeljauw (Gadus morhua)

Gebied

Noorse wateren van I en II

Datum

21.8.2012


28.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 263/16


VERORDENING (EU) Nr. 884/2012 VAN DE COMMISSIE

van 21 september 2012

tot vaststelling van een verbod op de visserij op schelvis in de Noorse wateren van I en II door vaartuigen die de vlag van Portugal voeren

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), en met name artikel 36, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 44/2012 van de Raad van 17 januari 2012 tot vaststelling, voor 2012, van de vangstmogelijkheden in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in bepaalde niet-EU-wateren, voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor internationale onderhandelingen worden gevoerd of internationale overeenkomsten gelden (2), zijn de quota voor 2012 vastgesteld.

(2)

Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, de betrokken, voor 2012 toegewezen quota volledig zijn opgebruikt.

(3)

Daarom moet de visserij op dat bestand worden verboden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het opgebruiken van het quotum

Het quotum dat voor 2012 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.

Artikel 2

Verbodsbepalingen

De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Na die datum is het ook verboden om vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, te verplaatsen, over te laden of aan te landen.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 september 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Lowri EVANS

Directeur-generaal Maritieme Zaken en Visserij


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

(2)  PB L 25 van 27.1.2012, blz. 55.


BIJLAGE

Nr.

41/TQ44

Lidstaat

Portugal

Bestand

HAD/1N2AB.

Soort

Schelvis (Melanogrammus aeglefinus)

Gebied

Noorse wateren van I en II

Datum

21.8.2012


28.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 263/18


VERORDENING (EU) Nr. 885/2012 VAN DE COMMISSIE

van 21 september 2012

tot vaststelling van een verbod op de visserij op koolvis in de Noorse wateren van I en II door vaartuigen die de vlag van Portugal voeren

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), en met name artikel 36, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 44/2012 van de Raad van 17 januari 2012 tot vaststelling, voor 2012, van de vangstmogelijkheden in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in bepaalde niet-EU-wateren, voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor internationale onderhandelingen worden gevoerd of internationale overeenkomsten gelden (2), zijn de quota voor 2012 vastgesteld.

(2)

Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, de betrokken, voor 2012 toegewezen quota volledig zijn opgebruikt.

(3)

Daarom moet de visserij op dat bestand worden verboden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het opgebruiken van het quotum

Het quotum dat voor 2012 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.

Artikel 2

Verbodsbepalingen

De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Na die datum is het ook verboden om vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, te verplaatsen, over te laden of aan te landen.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 september 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Lowri EVANS

Directeur-generaal Maritieme Zaken en Visserij


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

(2)  PB L 25 van 27.1.2012, blz. 55.


BIJLAGE

Nr.

42/TQ44

Lidstaat

Portugal

Bestand

POK/1N2AB.

Soort

Koolvis (Pollachius virens)

Gebied

Noorse wateren van I en II

Datum

21.8.2012


28.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 263/20


VERORDENING (EU) Nr. 886/2012 VAN DE COMMISSIE

van 21 september 2012

tot vaststelling van een verbod op de visserij op schartong in de EU-wateren van IIa en IV door vaartuigen die de vlag van Denemarken voeren

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), en met name artikel 36, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 43/2012 van de Raad van 17 januari 2012 tot vaststelling, voor 2012, van de vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor geen internationale onderhandelingen worden gevoerd of geen internationale overeenkomsten gelden (2), zijn de quota voor 2012 vastgesteld.

(2)

Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, de betrokken, voor 2012 toegewezen quota volledig zijn opgebruikt.

(3)

Daarom moet de visserij op dat bestand worden verboden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het opgebruiken van het quotum

Het quotum dat voor 2012 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.

Artikel 2

Verbodsbepalingen

De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Na die datum is het ook verboden om vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, te verplaatsen, over te laden of aan te landen.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 september 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Lowri EVANS

Directeur-generaal Maritieme Zaken en Visserij


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

(2)  PB L 25 van 27.1.2012, blz. 1.


BIJLAGE

Nr.

43/TQ43

Lidstaat

Denemarken

Bestand

LEZ/2AC4-C

Soort

Schartong (Lepidorhombus spp.)

Gebied

De EU-wateren van IIa en IV

Datum

30.8.2012


28.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 263/22


VERORDENING (EU) Nr. 887/2012 VAN DE COMMISSIE

van 24 september 2012

tot vaststelling van een verbod op de visserij op roodbaars in het gebied NAFO 3M door vaartuigen die de vlag van Duitsland voeren

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), en met name artikel 36, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 44/2012 van de Raad van 17 januari 2012 tot vaststelling, voor 2012, van de vangstmogelijkheden in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in bepaalde niet-EU-wateren, voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor internationale onderhandelingen worden gevoerd of internationale overeenkomsten gelden (2) zijn de quota voor 2012 vastgesteld.

(2)

Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, de betrokken, voor 2012 toegewezen quota volledig zijn opgebruikt.

(3)

Daarom moet de visserij op dat bestand worden verboden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het opgebruiken van het quotum

Het quotum dat voor 2012 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.

Artikel 2

Verbodsbepalingen

De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Na die datum is het ook verboden om vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, te verplaatsen, over te laden of aan te landen.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 september 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Lowri EVANS

Directeur-generaal Maritieme Zaken en Visserij


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

(2)  PB L 25 van 27.1.2012, blz. 55.


BIJLAGE

Nr.

37/TQ44

Lidstaat

Duitsland

Bestand

RED/N3M

Soort

Roodbaars (Sebastes spp.)

Gebied

NAFO 3M

Datum

31.8.2012


28.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 263/24


VERORDENING (EU) Nr. 888/2012 VAN DE COMMISSIE

van 25 september 2012

tot vaststelling van een verbod op de visserij op schelvis in gebied VIIb-k, VIII, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1 door vaartuigen die de vlag van België voeren

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), en met name artikel 36, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 43/2012 van de Raad van 17 januari 2012 tot vaststelling, voor 2012, van de vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor geen internationale onderhandelingen worden gevoerd of geen internationale overeenkomsten gelden (2), zijn de quota voor 2012 vastgesteld.

(2)

Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, de betrokken, voor 2012 toegewezen quota volledig zijn opgebruikt.

(3)

Daarom moet de visserij op dat bestand worden verboden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het opgebruiken van het quotum

Het quotum dat voor 2012 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.

Artikel 2

Verbodsbepalingen

De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Na die datum is het ook verboden om vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, te verplaatsen, over te laden of aan te landen.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 september 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Lowri EVANS

Directeur-generaal Maritieme Zaken en Visserij


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

(2)  PB L 25 van 27.1.2012, blz. 1.


BIJLAGE

Nr.

45/TQ43

Lidstaat

België

Bestand

HAD/7X7A34

Soort

Schelvis (Melanogrammus aeglefinus)

Gebied

VIIb-k, VIII, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1

Datum

7.9.2012


28.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 263/26


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 889/2012 VAN DE COMMISSIE

van 27 september 2012

tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (1), en met name artikel 15, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie (2) bevat voorschriften voor de meer uitgebreide officiële controles die moeten worden uitgevoerd op de invoer van diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong die zijn opgenomen in de lijst van bijlage I bij die verordening („de lijst”) op de punten van binnenkomst in de gebieden als bedoeld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 882/2004.

(2)

In artikel 2 van Verordening (EG) nr. 669/2009 is bepaald dat de lijst regelmatig en ten minste op kwartaalbasis moet worden herzien, waarbij ten minste rekening wordt gehouden met de in dat artikel vermelde informatiebronnen.

(3)

Uit de frequentie en de relevantie van de incidenten met levensmiddelen die via het systeem voor snelle waarschuwingen voor levensmiddelen en diervoeders (RASFF) worden gemeld, de bevindingen van de inspectiebezoeken door het Voedsel- en Veterinair Bureau in derde landen en de door de lidstaten overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 669/2009 bij de Commissie ingediende driemaandelijkse verslagen over zendingen van diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong blijkt dat de lijst moet worden gewijzigd.

(4)

In het bijzonder wijzen de informatiebronnen erop dat zendingen Brassica Oleracea („Chinese broccoli”) uit China niet aan de desbetreffende veiligheidsvoorschriften voldoen en bijgevolg aan meer uitgebreide officiële controles moeten worden onderworpen. Daarom moet in de lijst een vermelding betreffende die zendingen worden opgenomen.

(5)

Omwille van de samenhang en de duidelijkheid van de wetgeving van de Unie moet bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 worden vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.

(6)

Verordening (EG) nr. 669/2009 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 oktober 2012.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 september 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1.

(2)  PB L 194 van 25.7.2009, blz. 11.


BIJLAGE

„BIJLAGE I

Diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong die aan meer uitgebreide officiële controles op het aangewezen punt van binnenkomst worden onderworpen

Diervoeders en levensmiddelen

(beoogd gebruik)

GN-code (1)

Land van oorsprong

Gevaar

Frequentie van materiële en overeenstemmingscontroles

(%)

Hazelnoten

(in de dop of zonder dop)

0802 21 00; 0802 22 00

Azerbeidzjan (AZ)

Aflatoxinen

10

(Diervoeders en levensmiddelen)

 

Grondnoten in de dop

1202 41 00

Brazilië (BR)

Aflatoxinen

10

Grondnoten, gedopt

1202 42 00

Pindakaas

2008 11 10

Grondnoten, op andere wijze bereid of verduurzaamd

2008 11 91; 2008 11 96; 2008 11 98

(Diervoeders en levensmiddelen)

 

Brassica oleracea

(andere eetbare kool van het geslacht „Brassica”, „Chinese broccoli”) (13)

ex 0704 90 90

China (CN)

Residuen van bestrijdingsmiddelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS of met singleresidumethoden (14)

10

(Levensmiddelen — vers of gekoeld)

 

Gedroogde noedels

ex 1902

China (CN)

Aluminium

10

(Levensmiddelen)

 

Pomelo’s

ex 0805 40 00

China (CN)

Residuen van bestrijdingsmiddelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS of met singleresidumethoden (11)

20

(Levensmiddelen — vers)

 

Thee, ook indien gearomatiseerd

0902

China (CN)

Residuen van bestrijdingsmiddelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS of met singleresidumethoden (10)

10

(Levensmiddelen)

 

Kousenband

(Vigna unguiculata spp. sesquipedalis)

ex 0708 20 00; ex 0710 22 00

Dominicaanse Republiek (DO)

Residuen van bestrijdingsmiddelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS of met singleresidumethoden (3)

20

Bittermeloen

(Momordica charantia)

ex 0709 99 90; ex 0710 80 95

Pepers (niet-scherpsmakende en andere) (Capsicum spp.)

0709 60 10; ex 0709 60 99; 0710 80 51; ex 0710 80 59

Aubergines

0709 30 00; ex 0710 80 95

(Levensmiddelen — verse, gekoelde of bevroren groenten)

 

Sinaasappelen (vers of gedroogd)

0805 10 20; 0805 10 80

Egypte (EG)

Residuen van bestrijdingsmiddelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS of met singleresidumethoden (7)

10

Perziken (exclusief nectarines)

0809 30 90

Granaatappelen

ex 0810 90 75

Aardbeien

0810 10 00

(Levensmiddelen — verse vruchten en groenten)

 

Pepers (niet-scherpsmakende en andere) (Capsicum spp.)

0709 60 10; ex 0709 60 99; 0710 80 51; ex 0710 80 59

Egypte (EG)

Residuen van bestrijdingsmiddelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS of met singleresidumethoden (12)

10

(Levensmiddelen — vers, gekoeld of bevroren)

 

Grondnoten in de dop

1202 41 00

Ghana (GH)

Aflatoxinen

50

Grondnoten, gedopt

1202 42 00

Pindakaas

2008 11 10

(Diervoeders en levensmiddelen)

 

Kerrieblad (Bergera/Murraya koenigii)

ex 1211 90 85

India (IN)

Residuen van bestrijdingsmiddelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS of met singleresidumethoden (5)

50

(Levensmiddelen — verse kruiden)

 

Capsicum annuum, geheel

0904 21 10

India (IN)

Aflatoxinen

20

Capsicum annuum, fijngemaakt of gemalen

ex 0904 22 00

Andere gedroogde vruchten van het geslacht Capsicum of van het geslacht Pimenta dan niet-scherpsmakende pepers (Capsicum annuum), geheel

0904 21 90

Kerrie (producten van Spaanse peper)

0910 91 05

Nootmuskaat

(Myristica fragrans)

0908 11 00, 0908 12 00

Foelie

(Myristica fragrans)

0908 21 00, 0908 22 00

Gember

(Zingiber officinale)

0910 11 00, 0910 12 00

Curcuma longa (kurkuma)

0910 30 00

(Levensmiddelen — gedroogde specerijen)

 

Grondnoten in de dop

1202 41 00

India (IN)

Aflatoxinen

20

Grondnoten, gedopt

1202 42 00

Pindakaas

2008 11 10

Grondnoten, op andere wijze bereid of verduurzaamd

2008 11 91; 2008 11 96; 2008 11 98

(Diervoeders en levensmiddelen)

 

Toevoegingsmiddelen voor diervoeders en voormengsels

ex 2309; 2917 19 90; ex 2817 00 00; ex 2820 90 10; ex 2820 90 90; ex 2821 10 00; ex 2825 50 00; ex 2833 21 00; ex 2833 25 00; ex 2833 29 20; ex 2833 29 80; ex 2835; ex 2836; ex 2839; 2936

India (IN)

Cadmium en lood

10

(Diervoeders)

 

Okra’s

ex 0709 99 90

India (IN)

Residuen van bestrijdingsmiddelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS of met singleresidumethoden (2)

50

(Levensmiddelen — vers)

 

Nootmuskaat

(Myristica fragrans)

0908 11 00, 0908 12 00

Indonesië (ID)

Aflatoxinen

20

Foelie

(Myristica fragrans)

0908 21 00, 0908 22 00

(Levensmiddelen — gedroogde specerijen)

 

Watermeloen (egusi, Citrullus lanatus) pitten en afgeleide producten

ex 1207 70 00; ex 1106 30 90; ex 2008 99 99

Nigeria (NG)

Aflatoxinen

50

(Levensmiddelen)

 

Capsicum annuum, geheel

0904 21 10

Peru (PE)

Aflatoxinen en ochratoxine A

10

Capsicum annuum, fijngemaakt of gemalen

ex 0904 22 00

Andere gedroogde vruchten van het geslacht Capsicum of van het geslacht Pimenta dan niet-scherpsmakende pepers (Capsicum annuum), geheel

0904 21 90

(Levensmiddelen — gedroogde specerijen)

 

Pepers (andere dan niet-scherpsmakende) (Capsicum spp.)

ex 0709 60 99

Thailand (TH)

Residuen van bestrijdingsmiddelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS of met singleresidumethoden (9)

10

(Levensmiddelen — vers)

 

Korianderblad

ex 0709 99 90

Thailand (TH)

Salmonella (6)

10

Basilicum (heilig, zoet)

ex 1211 90 85

Munt

ex 1211 90 85

(Levensmiddelen — verse kruiden)

 

Korianderblad

ex 0709 99 90

Thailand (TH)

Residuen van bestrijdingsmiddelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS of met singleresidumethoden (4)

20

Basilicum (heilig, zoet)

ex 1211 90 85

(Levensmiddelen — verse kruiden)

 

Kousenband

(Vigna unguiculata spp. sesquipedalis)

ex 0708 20 00; ex 0710 22 00

Thailand (TH)

Residuen van bestrijdingsmiddelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS of met singleresidumethoden (4)

50

Aubergines

0709 30 00; ex 0710 80 95

Koolsoorten

0704; ex 0710 80 95

(Levensmiddelen — verse, gekoelde of bevroren groenten)

 

Niet-scherpsmakende pepers (Capsicum annuum)

0709 60 10; 0710 80 51

Turkije (TR)

Residuen van bestrijdingsmiddelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS of met singleresidumethoden (8)

10

Tomaten

0702 00 00; 0710 80 70

(Levensmiddelen — verse, gekoelde of bevroren groenten)

 

Gedroogde druiven

0806 20

Oezbekistan (UZ)

Ochratoxine A

50

(Levensmiddelen)

 

Grondnoten in de dop

1202 41 00

Zuid-Afrika (ZA)

Aflatoxinen

10

Grondnoten, gedopt

1202 42 00

Pindakaas

2008 11 10

Grondnoten, op andere wijze bereid of verduurzaamd

2008 11 91; 2008 11 96; 2008 11 98

(Diervoeders en levensmiddelen)

 


(1)  Indien slechts bepaalde onder een GN-code vallende producten hoeven te worden onderzocht en in de goederennomenclatuur geen specifieke onderverdeling voor die code bestaat, is de GN-code aangegeven met „ex” (bijvoorbeeld ex 1006 30: alleen basmatirijst voor rechtstreekse menselijke consumptie).

(2)  Met name residuen van: acefaat, methamidofos, triazofos, endosulfan, monocrotofos, methomyl, thiodicarb, diafenthiuron, thiamethoxam, fipronil, oxamyl, acetamiprid, indoxacarb, mandipropamid.

(3)  Met name residuen van: amitraz, acefaat, aldicarb, benomyl, carbendazim, chloorfenapyr, chloorpyrifos, CS2 (dithiocarbamaten), diafenthiuron, diazinon, dichloorvos, dicofol, dimethoaat, endosulfan, fenamidone, imidacloprid, malathion, methamidofos, methiocarb, methomyl, monocrotofos, omethoaat, oxamyl, profenofos, propiconazool, thiabendazool, thiacloprid.

(4)  Met name residuen van: acefaat, carbaryl, carbendazim, carbofuran, chloorpyrifos, chloorpyrifos-methyl, dimethoaat, ethion, malathion, metalaxyl, methamidofos, methomyl, monocrotofos, omethoaat, profenofos, prothiofos, quinalfos, triadimefon, triazofos, dicrotofos, EPN, triforine.

(5)  Met name residuen van: triazofos, oxydemeton-methyl, chloorpyrifos, acetamiprid, thiamethoxam, clothianidin, methamidofos, acefaat, propargite, monocrotofos.

(6)  Referentiemethode EN/ISO 6579 of een ten opzichte van die methode gevalideerde methode overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).

(7)  Met name residuen van: carbendazim, cyfluthrin, cyprodinil, diazinon, dimethoaat, ethion, fenitrothion, fenpropathrin, fludioxonil, hexaflumuron, lambda-cyhalothrin, methiocarb, methomyl, omethoaat, oxamyl, fenthoaat, thiofanaat-methyl.

(8)  Met name residuen van: methomyl, oxamyl, carbendazim, clofentezine, diafenthiuron, dimethoaat, formetanaat, malathion, procymidon, tetradifon, thiofanaat-methyl.

(9)  Met name residuen van: carbofuran, methomyl, omethoaat, dimethoaat, triazofos, malathion, profenofos, prothiofos, ethion, carbendazim, triforine, procymidon, formetanaat.

(10)  Met name residuen van: buprofezin; imidacloprid; fenvaleraat en esfenvaleraat (som van RS- en SR-isomeer); profenofos; trifluraline; triazofos; triadimefon en triadimenol (som van triadimefon en triadimenol), cypermethrin (cypermethrin inclusief andere mengsels van de samenstellende isomeren (som van de isomeren)).

(11)  Met name residuen van: triazofos, triadimefon en triadimenol (som van triadimefon en triadimenol), parathion-methyl, fenthoaat, methidathion.

(12)  Met name residuen van: carbofuran (som), chloorpyrifos, cypermethrin (som), cyproconazool, dicofol (som), difenoconazool, dinotefuran, ethion, flusilazool, folpet, prochloraz, profenofos, propiconazool, thiofanaat-methyl en triforine.

(13)  Soorten van Brassica oleracea L. convar. Botrytis (L) Alef var. Italica Plenck, cultivar alboglabra. Ook bekend als „Kai Lan”, „Gai Lan”, „Gailan”, „Kailan”, „Chinese bare Jielan”.

(14)  Met name residuen van: chloorfenapyr, fipronil, carbendazim, acetamiprid, dimethomorf en propiconazool.”


28.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 263/32


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 890/2012 VAN DE COMMISSIE

van 27 september 2012

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 september 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MK

57,9

XS

50,7

ZZ

54,3

0707 00 05

MK

20,6

TR

126,8

ZZ

73,7

0709 93 10

TR

120,3

ZZ

120,3

0805 50 10

AR

93,3

CL

91,5

TR

74,7

UY

67,8

ZA

98,6

ZZ

85,2

0806 10 10

MK

33,3

TR

126,5

ZZ

79,9

0808 10 80

BR

89,7

CL

127,3

NZ

139,0

US

145,0

ZA

106,0

ZZ

121,4

0808 30 90

AR

193,5

CN

75,6

TR

111,6

ZZ

126,9

0809 30

TR

147,0

ZZ

147,0

0809 40 05

IL

60,4

ZZ

60,4


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


28.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 263/34


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 891/2012 VAN DE COMMISSIE

van 27 september 2012

inzake de afgifte van invoercertificaten voor rijst in het kader van de tariefcontingenten die voor de deelperiode september 2012 zijn geopend bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (2), en met name artikel 7, lid 2,

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 van de Commissie van 7 december 2011 inzake de opening en de wijze van beheer van bepaalde tariefcontingenten voor de invoer van rijst en breukrijst (3), en met name artikel 5, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 betreft de opening en de wijze van beheer van bepaalde tariefcontingenten voor de invoer van rijst en breukrijst, die overeenkomstig bijlage I bij die verordening zijn verdeeld over landen van oorsprong en over verscheidene deelperioden.

(2)

September is de vierde deelperiode voor het bij artikel 1, lid 1, onder a), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 vastgestelde contingent, de derde deelperiode voor het bij artikel 1, lid 1, onder d), van die verordening vastgestelde contingent en de eerste deelperiode voor het bij artikel 1, lid 1, onder e), van die verordening vastgestelde contingent.

(3)

Blijkens de gegevens die overeenkomstig artikel 8, onder a), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 zijn verstrekt, hebben de aanvragen die overeenkomstig artikel 4, lid 1, van die verordening gedurende de eerste tien werkdagen van september 2012 zijn ingediend voor de contingenten met de volgnummers 09.4112 – 09.4119 – 09.4168, betrekking op een hoeveelheid die groter is dan de beschikbare hoeveelheid. Bijgevolg dient door vaststelling van de toewijzingscoëfficiënt die moet worden toegepast op de voor de betrokken contingenten aangevraagde hoeveelheid, te worden bepaald in hoeverre de invoercertificaten kunnen worden afgegeven.

(4)

Uit de bovenbedoelde gegevens blijkt ook dat de aanvragen die overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 gedurende de eerste tien werkdagen van september 2012 zijn ingediend voor de contingenten met de volgnummers 09.4127 – 09.4128 – 09.4129 – 09.4130 – 09.4116 – 09.4117 – 09.4118, betrekking hebben op een hoeveelheid die kleiner is dan de beschikbare hoeveelheid.

(5)

Overeenkomstig artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 wordt de hoeveelheid van de contingenten met de volgnummers 09.4127 – 09.4128 – 09.4129 – 09.4130 die niet voor de deelperiode september is benut, voor de volgende deelperiode overgedragen naar het contingent met volgnummer 09.4138.

(6)

Voorts dient voor de contingenten met de volgnummers 09.4138 en 09.4168 overeenkomstig artikel 5, eerste alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 de totale hoeveelheid te worden vastgesteld die beschikbaar is voor de volgende deelperiode.

(7)

Met het oog op een efficiënt beheer van de procedure voor de afgifte van invoercertificaten dient deze verordening onmiddellijk na de bekendmaking ervan in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Op grond van de aanvragen van certificaten voor de invoer van rijst in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 vastgestelde contingenten met de volgnummers 09.4112 – 09.4119 – 09.4168 die gedurende de eerste tien werkdagen van september 2012 zijn ingediend, worden certificaten afgegeven voor de aangevraagde hoeveelheid, vermenigvuldigd met de in de bijlage bij de onderhavige verordening vastgestelde toewijzingscoëfficiënt.

2.   De totale hoeveelheid die in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 vastgestelde contingenten met de volgnummers 09.4138 en 09.4168 beschikbaar is voor de volgende deelperiode, wordt vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 september 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.

(3)  PB L 325 van 8.12.2011, blz. 6.


BIJLAGE

Hoeveelheden die overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 voor de deelperiode september 2012 moeten worden toegewezen, dan wel beschikbaar zijn voor de daaropvolgende deelperiode

a)

Bij artikel 1, lid 1, onder a), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 vastgesteld contingent voor volwitte of halfwitte rijst van GN-code 1006 30:

Oorsprong

Volgnummer

Toewijzingscoëfficiënt voor de deelperiode september 2012

Totale hoeveelheid die beschikbaar is voor de deelperiode oktober 2012 (in kg)

Verenigde Staten

09.4127

 (1)

 

Thailand

09.4128

 (1)

 

Australië

09.4129

 (1)

 

Andere landen van oorsprong

09.4130

 (2)

 

Alle landen

09.4138

 

2 192 617

b)

Bij artikel 1, lid 1, onder d), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 vastgesteld contingent voor volwitte of halfwitte rijst van GN-code 1006 30:

Oorsprong

Volgnummer

Toewijzingscoëfficiënt voor de deelperiode september 2012

Thailand

09.4112

17,878236 %

Verenigde Staten

09.4116

 (3)

India

09.4117

 (4)

Pakistan

09.4118

 (4)

Andere landen van oorsprong

09.4119

75,033342 %

Alle landen

09.4166

 (5)

c)

Bij artikel 1, lid 1, onder e), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 vastgesteld contingent voor breukrijst van GN-code 1006 40 00:

Oorsprong

Volgnummer

Toewijzingscoëfficiënt voor de deelperiode september 2012

Totale hoeveelheid die beschikbaar is voor de deelperiode oktober 2012 (in kg)

Alle landen

09.4168

1,074602 %

0


(1)  De aanvragen hebben betrekking op hoeveelheden die kleiner zijn dan of gelijk zijn aan de beschikbare hoeveelheden: alle aanvragen zijn derhalve ontvankelijk.

(2)  Voor deze deelperiode wordt geen toewijzingscoëfficiënt toegepast: de Commissie is geen enkele certificaataanvraag meegedeeld.

(3)  Voor deze deelperiode wordt geen toewijzingscoëfficiënt toegepast: de Commissie is geen enkele certificaataanvraag meegedeeld.

(4)  De aanvragen hebben betrekking op hoeveelheden die kleiner zijn dan of gelijk zijn aan de beschikbare hoeveelheden: alle aanvragen zijn derhalve ontvankelijk.

(5)  Voor deze deelperiode zijn geen hoeveelheden beschikbaar.


28.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 263/37


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 892/2012 VAN DE COMMISSIE

van 27 september 2012

tot vaststelling van de representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten uit de sector suiker voor het verkoopseizoen 2012/2013

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 143, juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (2) is bepaald dat de cif-prijzen bij invoer van witte suiker en ruwe suiker voor de standaardkwaliteit zoals gedefinieerd in bijlage IV, respectievelijk punt II en punt III, van Verordening (EG) nr. 1234/2007, als „representatieve prijzen” worden beschouwd.

(2)

Bij de vaststelling van deze representatieve prijzen moet rekening worden gehouden met alle in artikel 23 van Verordening (EG) nr. 951/2006 genoemde gegevens, behalve in de in artikel 24 van die verordening genoemde gevallen.

(3)

Voor de aanpassing van prijzen die geen betrekking hebben op de standaardkwaliteit, dienen voor witte suiker de overeenkomstig artikel 26, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 951/2006 vastgestelde toeslagen of kortingen te worden toegepast op de in aanmerking genomen aanbiedingen. Voor ruwe suiker moeten de aanpassingscoëfficiënten worden toegepast zoals omschreven onder b) van dat lid.

(4)

Indien er een verschil is tussen de reactieprijs voor het betrokken product en de representatieve prijs, moeten aanvullende invoerrechten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 39 van Verordening (EG) nr. 951/2006.

(5)

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor de betrokken producten moeten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 36 van Verordening (EG) nr. 951/2006.

(6)

Omdat het noodzakelijk is dat deze maatregel zo spoedig mogelijk na de beschikbaarstelling van de bijgewerkte gegevens van toepassing wordt, dient de onderhavige verordening op de dag van de bekendmaking ervan in werking te treden.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor de in artikel 36 van Verordening (EG) nr. 951/2006 bedoelde producten worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 september 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24.


BIJLAGE

Representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en producten van GN-code 1702 90 95 die gelden met ingang van 1 oktober 2012

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

Aanvullend invoerrecht per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

1701 12 10 (1)

35,54

0,49

1701 12 90 (1)

35,54

3,95

1701 13 10 (1)

35,54

0,62

1701 13 90 (1)

35,54

4,24

1701 14 10 (1)

35,54

0,62

1701 14 90 (1)

35,54

4,24

1701 91 00 (2)

44,46

4,13

1701 99 10 (2)

44,46

1,00

1701 99 90 (2)

44,46

1,00

1702 90 95 (3)

0,44

0,25


(1)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt III, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(2)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt II, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(3)  Vastgesteld per procentpunt sacharosegehalte.


28.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 263/39


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 893/2012 VAN DE COMMISSIE

van 27 september 2012

tot vaststelling, voor de sector suiker, van de vanaf 1 oktober 2012 geldende representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor melasse

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 143, juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (2) is bepaald dat de cif-prijs bij invoer van melasse voor de standaardkwaliteit zoals gedefinieerd in artikel 27 van die verordening als „representatieve prijs” wordt beschouwd.

(2)

Bij de vaststelling van de representatieve prijzen moet rekening worden gehouden met alle in artikel 29 van Verordening (EG) nr. 951/2006 genoemde gegevens, behalve in de in artikel 30 van die verordening genoemde gevallen, en deze prijzen mogen, in voorkomend geval, worden vastgesteld overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 951/2006.

(3)

Voor de aanpassing van prijzen die geen betrekking hebben op de standaardkwaliteit, dienen de prijzen naargelang van de kwaliteit van de aangeboden melasse te worden verhoogd of verlaagd overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EG) nr. 951/2006.

(4)

Indien er een verschil is tussen de reactieprijs voor het betrokken product en de representatieve prijs, moeten aanvullende invoerrechten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 39 van Verordening (EG) nr. 951/2006. Bij schorsing van de invoerrechten op grond van artikel 40 van Verordening (EG) nr. 951/2006 moeten specifieke bedragen voor deze rechten worden vastgesteld.

(5)

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor de betrokken producten moeten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EG) nr. 951/2006.

(6)

Omdat het noodzakelijk is dat deze maatregel zo spoedig mogelijk na de beschikbaarstelling van de bijgewerkte gegevens van toepassing wordt, dient de onderhavige verordening op de dag van de bekendmaking ervan in werking te treden.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor de in artikel 34 van Verordening (EG) nr. 951/2006 bedoelde producten worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 september 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24.


BIJLAGE

De in de sector suiker met ingang van 1 oktober 2012 geldende representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor melasse

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg netto van het betrokken product

Aanvullend recht per 100 kg netto van het betrokken product

Naar aanleiding van de in artikel 40 van Verordening (EG) nr. 951/2006 bedoelde schorsing toe te passen recht per 100 kg netto van het betrokken product (1)

1703 10 00 (2)

13,43

0

1703 90 00 (2)

14,13

0


(1)  Dit bedrag komt overeenkomstig artikel 40 van Verordening (EG) nr. 951/2006 in de plaats van het voor die producten vastgestelde bedrag van het gemeenschappelijke douanetarief.

(2)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in artikel 27 van Verordening (EG) nr. 951/2006.


BESLUITEN

28.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 263/41


BESLUIT VAN DE RAAD

van 24 september 2012

houdende benoeming van een Tsjechisch lid en een Tsjechische plaatsvervanger in het Comité van de Regio’s

(2012/524/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 305,

Gezien de voordracht van de Tsjechische regering,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 22 december 2009 respectievelijk 18 januari 2010 heeft de Raad Besluit 2009/1014/EU (1) en Besluit 2010/29/EU (2) houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2010 tot en met 25 januari 2015 vastgesteld.

(2)

In het Comité van de Regio’s is een zetel van lid vrijgekomen door het verstrijken van de ambtstermijn van de heer Pavel BÉM. In het Comité van de Regio’s is een zetel van plaatsvervanger vrijgekomen door het verstrijken van de ambtstermijn van mevrouw Milada EMMEROVÁ,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In het Comité van de Regio’s worden voor de resterende duur van de ambtstermijn, te weten tot en met 25 januari 2015, benoemd:

a)

tot lid:

de heer Bohuslav SVOBODA, primátor hlavní město Praha

alsmede

b)

tot plaatsvervanger:

de heer Milan CHOVANEC, hejtman Plzeňský kraj.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 24 september 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

A. D. MAVROYIANNIS


(1)  PB L 348 van 29.12.2009, blz. 22.

(2)  PB L 12 van 19.1.2010, blz. 11.


28.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 263/42


BESLUIT VAN DE RAAD

van 24 september 2012

houdende benoeming van een Duits lid en een Duitse plaatsvervanger in het Comité van de Regio’s

(2012/525/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 305,

Gezien de voordracht van de Duitse regering,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 22 december 2009 respectievelijk 18 januari 2010 heeft de Raad Besluit 2009/1014/EU (1) en Besluit 2010/29/EU (2) houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2010 tot en met 25 januari 2015 vastgesteld.

(2)

In het Comité van de Regio’s is een zetel van lid vrijgekomen door de beëindiging van het mandaat van de heer Peter MÜLLER.

(3)

In het Comité is een zetel van plaatsvervanger vrijgekomen door de beëindiging van het mandaat van de heer Stephan TOSCANI,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In het Comité van de Regio’s worden voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2015, de volgende personen benoemd:

a)

tot lid:

mevrouw Helma KUHN-THEIS, Bevollmächtigte für Europaangelegenheiten

en

b)

tot plaatsvervanger:

mevrouw Isolde RIES, Vizepräsidentin des Landtages des Saarlandes.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 24 september 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

A. D. MAVROYIANNIS


(1)  PB L 348 van 29.12.2009, blz. 22.

(2)  PB L 12 van 19.1.2010, blz. 11.


28.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 263/43


BESLUIT VAN DE RAAD

van 24 september 2012

houdende benoeming van een Ests lid van het Comité van de Regio’s

(2012/526/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 305,

Gezien de voordracht van de Estse regering,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 22 december 2009 respectievelijk 18 januari 2010 heeft de Raad Besluit 2009/1014/EU (1) en Besluit 2010/29/EU (2) houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2010 tot en met 25 januari 2015 vastgesteld.

(2)

In het Comité van de Regio’s is een zetel van lid vrijgekomen door het verstrijken van de ambtstermijn van de heer Teet KALLASVEE,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wordt benoemd tot lid van het Comité van de Regio’s voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2015:

de heer Georg LINKOV, Mayor of Kärdla.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 24 september 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

A. D. MAVROYIANNIS


(1)  PB L 348 van 29.12.2009, blz. 22.

(2)  PB L 12 van 19.1.2010, blz. 11.


28.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 263/44


BESLUIT 2012/527/GBVB VAN DE RAAD

van 27 september 2012

houdende wijziging van Besluit 2010/573/GBVB inzake beperkende maatregelen tegen de leiders van de regio Transnistrië van de Republiek Moldavië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 27 september 2010 Besluit 2010/573/GBVB inzake beperkende maatregelen tegen de leiders van de regio Transnistrië van de Republiek Moldavië (1) vastgesteld.

(2)

Gelet op de vooruitgang die is geboekt in het vinden van een politieke oplossing van het Transnistrische conflict en het herstellen van het vrije verkeer van personen over de bestuurlijke grenzen van de regio Transnistrië, dienen de beperkende maatregelen die gelden in de context van bijlage I bij Besluit 2010/573/GBVB te worden opgeheven.

(3)

De beperkende maatregelen die gelden in de context van bijlage II bij Besluit 2010/573/GBVB dienen tot en met 30 september 2013 te worden verlengd. Om de partijen echter te stimuleren vooruitgang te boeken bij het aanpakken van de resterende problemen in verband met de scholen waar het Latijnse schrift wordt gebruikt, dienen de personen op de lijst in bijlage II bij Besluit 2010/573/GBVB van de lijst te worden geschrapt.

(4)

Besluit 2010/573/GBVB moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2010/573/GBVB wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied te beletten van de personen die verantwoordelijk zijn voor het bedenken en uitvoeren van de intimidatie- en sluitingscampagne tegen Moldavische scholen in de regio Transnistrië van de Republiek Moldavië die het Latijnse schrift gebruiken, zoals vermeld in de bijlage.”;

b)

lid 8 wordt vervangen door:

„8.   In de gevallen waarin een lidstaat krachtens de leden 3, 4, 6 of 7 machtiging verleent tot binnenkomst op of doorreis via zijn grondgebied van de in de bijlage vermelde personen, geldt deze machtiging alleen voor het doel waarvoor ze is verleend en alleen voor de daarbij betrokken personen.”.

2)

Artikel 2 komt als volgt te luiden:

„Artikel 2

De Raad stelt op basis van een voorstel van een lidstaat of van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid de wijzigingen van de lijsten in de bijlage vast die op grond van de relevante ontwikkelingen in de Republiek Moldavië nodig zijn.”.

3)

Artikel 4 komt als volgt te luiden:

„Artikel 4

1.   Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

2.   Dit besluit is van toepassing tot en met 30 september 2013. Het wordt voortdurend getoetst. Het wordt zo nodig verlengd of gewijzigd, indien de Raad oordeelt dat de doelstellingen ervan niet zijn bereikt.”.

4)

Bijlage I wordt geschrapt.

5)

Bijlage II wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 27 september 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

A. D. MAVROYIANNIS


(1)  PB L 253 van 28.9.2010, blz. 54.


BIJLAGE

„BIJLAGE

Personen bedoeld in artikel 1, lid 1

…”