|
ISSN 1977-0758 doi:10.3000/19770758.L_2012.231.nld |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 231 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
55e jaargang |
|
Inhoud |
|
II Niet-wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
|
INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN |
|
|
|
|
2012/488/EU |
|
|
|
* |
||
|
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
|
* |
||
|
|
* |
||
|
|
* |
||
|
|
|
||
|
|
|
BESLUITEN |
|
|
|
|
2012/489/EU |
|
|
|
* |
Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 24 augustus 2012 tot wijziging van Beschikking 2007/453/EG wat de BSE-status van België, Oostenrijk, Brazilië, Colombia, Kroatië en Nicaragua betreft (Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 5860) ( 1 ) |
|
|
|
|
2012/490/EU |
|
|
|
* |
Besluit van de Commissie van 24 augustus 2012 houdende wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten ( 1 ) |
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
|
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN
|
28.8.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 231/1 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 22 juni 2012
over het door de Europese Unie in te nemen standpunt in het door de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds, opgerichte Comité voor handel en duurzame ontwikkeling, inzake de functionering van het Forum van het maatschappelijk middenveld en de oprichting van een deskundigenpanel belast met het onderzoeken van aangelegenheden die tot de werkingssfeer van het Comité voor handel en duurzame ontwikkeling behoren
(2012/488/EU)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op 23 april 2007 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om namens de Europese Unie en haar lidstaten over een vrijhandelsovereenkomst met de Republiek Korea te onderhandelen. |
|
(2) |
Op 6 oktober 2010 is de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds (1) („de overeenkomst”), ondertekend. |
|
(3) |
Overeenkomstig artikel 15.10, lid 5, van de overeenkomst wordt de overeenkomst, behoudens sluiting op een latere datum, sinds 1 juli 2011 voorlopig toegepast. |
|
(4) |
Volgens artikel 13.13, lid 1, van de overeenkomst nemen de partijen binnen een jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst in het kader van het Comité voor handel en duurzame ontwikkeling („het Comité voor handel en duurzame ontwikkeling EU-Korea”) een besluit over de functionering van het Forum van het maatschappelijk middenveld. |
|
(5) |
Artikel 13.15, lid 3, voorziet in de opstelling van een lijst van personen die opgeroepen kunnen worden om deel te nemen aan een panel deskundigen belast met het onderzoeken van aangelegenheden die vallen onder het hoofdstuk handel en duurzame ontwikkeling en waarbij onderhandelingen op regeringsniveau geen bevredigend resultaat hebben opgeleverd. |
|
(6) |
De Unie moet haar standpunt bepalen betreffende de functionering van het Forum van het maatschappelijk middenveld en de lijst van personen die als deskundigen kunnen worden opgeroepen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het door de Europese Unie in te nemen standpuntin het door de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds, opgerichte Comité voor handel en duurzame ontwikkeling EU-Korea inzake:
|
a) |
de functionering van het Forum van het maatschappelijk middenveld als bedoeld in artikel 13.13, lid 1, van de overeenkomst, en |
|
b) |
het opstellen van een lijst van gekwalificeerde personen om deel te nemen aan het panel, als bedoeld in artikel 13.15, lid 3, van de overeenkomst, |
wordt gebaseerd op de bij dit besluit gevoegde ontwerpbesluiten van het Comité voor handel en duurzame ontwikkeling EU-Korea.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Luxemburg, 22 juni 2012.
Voor de Raad
De voorzitter
M. VESTAGER
ONTWERP
BESLUIT Nr. …/2012 VAN HET COMITÉ VOOR HANDEL EN DUURZAME ONTWIKKELING EU-KOREA
van …
betreffende de vaststelling van regels voor de functionering van het Forum van het maatschappelijk middenveld als bedoeld in artikel 13.13 van de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds
HET COMITÉ VOOR HANDEL EN DUURZAME ONTWIKKELING EU-KOREA,
Gezien de op 6 oktober 2010 in Brussel ondertekende vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds („de overeenkomst”), en met name artikel 13.13,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Artikel 13.13 van de overeenkomst bepaalt dat leden van de interne adviesgroep(en) van elk van beide partijen bijeenkomen in een Forum van het maatschappelijk middenveld. |
|
(2) |
De samenstelling van het Forum van het maatschappelijk middenveld is een evenwichtige, representatieve weerspiegeling van die van de interne adviesgroep(en). |
|
(3) |
De partijen nemen binnen één jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst in het kader van het Comité voor handel en duurzame ontwikkeling EU-Korea een besluit over de functionering van het forum, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De regels voor het functioneren van het Forum van het maatschappelijk middenveld, zoals uiteengezet in de bijlage bij dit besluit, worden hierbij vastgesteld.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te …, …
Voor het Comité voor handel en duurzame ontwikkeling EU-Korea
Covoorzitter van het Comité voor handel en duurzame ontwikkeling EU-Korea voor de Republiek Korea
Covoorzitter van het Comité voor handel en duurzame ontwikkeling EU-Korea voor de Europese Unie
BIJLAGE
REGELS VOOR HET FUNCTIONEREN VAN HET FORUM VAN HET MAATSCHAPPELIJK MIDDENVELD
Artikel 1
Het Forum van het maatschappelijk middenveld bestaat uit door de interne adviesgroepen zelf aan te wijzen leden, en wel 12 van de interne adviesgroep van de EU en 12 van de interne adviesgroepen van Korea. De leden mogen zich laten vergezellen door deskundige adviseurs. Tussen de vertegenwoordigers van het Forum van het maatschappelijk middenveld van elk der beide partijen bevinden zich ten minste drie vertegenwoordigers uit respectievelijk het bedrijfsleven, de vakbonden, en niet-gouvernementele milieuorganisaties.
Artikel 2
Het Forum van het maatschappelijk middenveld heeft twee covoorzitters: een voor de EU en een voor Korea. De covoorzitters worden door de interne adviesgroepen van de EU en van Korea aangewezen, door te kiezen uit hun respectieve leden van het Forum van het maatschappelijk middenveld.
De covoorzitters stellen de agenda op voor bijeenkomsten van het Forum van het maatschappelijk middenveld, op grond van door hun respectieve interne adviesgroepen ingediende verzoeken. De agenda omvat bovendien telkens de volgende punten:
|
a) |
informatie van de partijen over de uitvoering van het hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling; |
|
b) |
verslagen van het overleg ingevolge artikel 13.14 en over het werk van het deskundigenpanel ingevolge artikel 13.15. |
Artikel 3
Het Forum van het maatschappelijk middenveld komt ten minste eenmaal per jaar bijeen, afwisselend in Brussel en Seoul, tenzij de partijen anders overeenkomen. Buitengewone bijeenkomsten kunnen worden gehouden wanneer een van de interne adviesgroepen daarom verzoekt.
ONTWERP
BESLUIT Nr. …/2012 VAN HET COMITÉ VOOR HANDEL EN DUURZAME ONTWIKKELING EU-KOREA
van …
betreffende de instelling van een deskundigenpanel als bedoeld in artikel 13.15 van de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds
HET COMITÉ VOOR HANDEL EN DUURZAME ONTWIKKELING EU-KOREA,
Gezien de op 6 oktober 2010 in Brussel ondertekende vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds („de partijen” en „de overeenkomst”), en met name artikel 13.15,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Elk der beide partijen mag verzoeken dat een deskundigenpanel wordt bijeengeroepen om een aangelegenheid, die tijdens het overleg op regeringsniveau niet op bevredigende wijze werd opgelost, te onderzoeken. |
|
(2) |
Het Comité voor handel en duurzame ontwikkeling EU-Korea houdt toezicht op de tenuitvoerlegging van de aanbevelingen van het deskundigenpanel. |
|
(3) |
De partijen hebben een lijst van 18 namen opgesteld, die is opgenomen in de bijlage bij dit besluit, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De lijst van deskundigen die mogen deelnemen aan het panel overeenkomstig artikel 13.15 van de overeenkomst is opgenomen in de bijlage bij dit besluit en is hierbij aangenomen.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld; het Handelscomité EU-Korea wordt hiervan in kennis gesteld.
Gedaan te …, …
Voor het Comité voor handel en duurzame ontwikkeling EU-Korea
Covoorzitter van het Comité voor handel en duurzame ontwikkeling EU-Korea van de Republiek Korea
Covoorzitter van het Comité voor handel en duurzame ontwikkeling EU-Korea van de Europese Unie
BIJLAGE
LIJST VAN DESKUNDIGEN
Door Korea voorgestelde deskundigen
|
|
Kee-whahn CHAH |
|
|
Young Gil CHO |
|
|
Weon Jung KIM |
|
|
Suh-Yong CHUNG |
|
|
Taek-Whan HAN |
|
|
Won-Mog CHOI |
Door de EU voorgestelde deskundigen
|
|
Eddy LAURIJSSEN |
|
|
Jorge CARDONA |
|
|
Karin LUKAS |
|
|
Hélène RUIZ FABRI |
|
|
Laurence BOISSON DE CHAZOURNES |
|
|
Geert VAN CALSTER |
Voorzitters
|
|
Thomas P. PINANSKY |
|
|
Nguyen Van TAI |
|
|
Le HA THANH |
|
|
Jill MURRAY |
|
|
Ricardo MELÉNDEZ-ORTIZ |
|
|
Nathalie BERNASCONI-OSTERWALDER |
VERORDENINGEN
|
28.8.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 231/6 |
VERORDENING (EU) Nr. 775/2012 VAN DE COMMISSIE
van 23 augustus 2012
tot vaststelling van een verbod op de visserij op zwarte haarstaartvis in de EU-wateren en internationale wateren van VIII, IX en X door vaartuigen die de vlag van Spanje voeren
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), en met name artikel 36, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Verordening (EU) nr. 1225/2010 van de Raad van 13 december 2010 tot vaststelling, voor 2011 en 2012, van de vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen voor visbestanden van bepaalde diepzeevissoorten (2) zijn de quota voor 2012 vastgesteld. |
|
(2) |
Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, de betrokken, voor 2012 toegewezen quota volledig zijn opgebruikt. |
|
(3) |
Daarom moet de visserij op dat bestand worden verboden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Het opgebruiken van het quotum
Het quotum dat voor 2012 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.
Artikel 2
Verboden
De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Na die datum is het ook verboden om vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, te verplaatsen, over te laden of aan te voeren.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 23 augustus 2012.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Lowri EVANS
Directeur-generaal Maritieme Zaken en Visserij
BIJLAGE
|
Nr. |
19/DSS |
|
Lidstaat |
Spanje |
|
Bestand |
BSF/8910- |
|
Vissoort |
Zwarte haarstaart (Aphanopus carbo) |
|
Gebied |
EU-wateren en internationale wateren van VIII, IX en X |
|
Datum |
6.8.2012 |
|
28.8.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 231/8 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 776/2012 VAN DE COMMISSIE
van 27 augustus 2012
inzake de vanaf 16 oktober 2012 te betalen voorschotten op de rechtstreekse betalingen uit hoofde van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (1), en met name artikel 29, lid 4, onder a),
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
In artikel 29, lid 2, van Verordening (EG) nr. 73/2009 is bepaald dat betalingen op grond van de in bijlage I bij die verordening genoemde steunregelingen moeten worden verricht binnen de periode van 1 december tot en met 30 juni van het volgende kalenderjaar. In artikel 29, lid 4, onder a), van die verordening is evenwel bepaald dat de Commissie in voorschotten kan voorzien. |
|
(2) |
In 2012 hebben ongunstige weersomstandigheden in Europa, namelijk extreme droogte in sommige lidstaten en een zeer strenge winter en veel regen in andere, ernstige schade toegebracht aan de teelt van gewassen voor menselijke en dierlijke consumptie. Daardoor zagen landbouwers, en met name veehouders, zich voor ernstige financiële problemen geplaatst. Bovenop deze problemen kwamen nog de gevolgen van de huidige financiële crisis, die bij veel landbouwers tot ernstige liquiditeitsproblemen hebben geleid. Om enig soelaas te bieden, moet de mogelijkheid worden geschapen om landbouwers een voorschot tot 50 % van de betalingen uit hoofde van de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 73/2009 genoemde steunregelingen te verstrekken. Wat de rund- en kalfsvleesbetalingen in het kader van titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009 betreft, moet het de lidstaten daarnaast worden toegestaan om de in artikel 82 van Verordening (EG) nr. 1121/2009 van de Commissie van 29 oktober 2009 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad met betrekking tot de bij de titels IV en V van die verordening ingestelde steunregelingen (2) bedoelde voorschotten te verhogen tot maximaal 80 % van de betaling. |
|
(3) |
Om ervoor te zorgen dat de voorschotten ten laste van het begrotingsjaar 2013 worden geboekt, moeten deze vanaf 16 oktober 2012 worden verstrekt. De op grond van artikel 29, lid 3, van Verordening (EG) nr. 73/2009 noodzakelijke verificatie van de subsidiabiliteitsvoorwaarden moet evenwel, in het belang van een goed financieel beheer, plaatsvinden voordat de voorschotten worden betaald. |
|
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rechtstreekse betalingen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De lidstaten mogen de landbouwers vanaf 16 oktober 2012 voorschotten betalen tot 50 % van de rechtstreekse betalingen uit hoofde van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 73/2009 voor aanvragen die in 2012 zijn gedaan, op voorwaarde dat de verificatie van de subsidiabiliteitsvoorwaarden overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG) nr. 73/2009 is afgerond.
Wat de rund- en kalfsvleesbetalingen in het kader van titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009 betreft, mogen de lidstaten het in de eerste alinea bedoelde bedrag verhogen tot maximaal 80 %.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 27 augustus 2012.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
|
28.8.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 231/9 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 777/2012 VAN DE COMMISSIE
van 27 augustus 2012
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 872/2004 van de Raad inzake verdere restrictieve maatregelen ten aanzien van Liberia
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 872/2004 van de Raad van 29 april 2004 inzake verdere restrictieve maatregelen ten aanzien van Liberia (1), en met name artikel 11, onder a),
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 827/2004 bevat een lijst van natuurlijke personen, rechtspersonen, lichamen en entiteiten waarvan de tegoeden en economische middelen overeenkomstig die verordening moeten worden bevroren. |
|
(2) |
Het Sanctiecomité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties dat op grond van Resolutie 1521 (2003) inzake Liberia is ingesteld, heeft op 3, 10 en 20 juli 2012 besloten tot wijziging van de lijst van personen, groepen en entiteiten waarvan de tegoeden en economische middelen moeten worden bevroren. Bijlage I moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 872/2004 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.
Gedaan te Brussel, 27 augustus 2012.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Hoofd van de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid
BIJLAGE
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 872/2004 wordt als volgt gewijzigd:
De volgende natuurlijke personen worden geschrapt:
|
(1) |
“Leonid Yukhimovich Minin (alias a) Blavstein, b) Blyuvshtein, c) Blyafshtein, d) Bluvshtein, e) Blyufshtein, f) Vladamir Abramovich Kerler, g) Vladimir Abramovich Kerler, h) Vladimir Abramovich Popilo-Veski, i) Vladimir Abramovich Popiloveski, j) Vladimir Abramovich Popela, k) Vladimir Abramovich Popelo, l) Wulf Breslan, m) Igor Osols). Geboortedatum: a) 14.12.1947, b) 18.10.1946. Geboorteplaats: Odessa, USSR (nu Oekraïne). Nationaliteit: Israëlisch. Valse Duitse paspoorten (naam: Minin): a) 5280007248D, b) 18106739D. Israëlische paspoorten: a) 6019832 (geldig van 6.11.1994 tot 5.11.1999), b) 9001689 (geldig van 23.1.1997 tot 22.1.2002), c) 90109052 (uitgegeven op 26.11.1997). Russisch paspoort: KI0861177; Boliviaans paspoort: 65118; Grieks paspoort: geen gegevens bekend. Overige informatie: eigenaar van Exotic Tropical Timber Enterprises. |
|
(2) |
“Valeriy Naydo (alias Valerii Naido). Adres: c/o CET Aviation, P.O. Box 932-20C, Ajman, Verenigde Arabische Emiraten. Geboortedatum: 10.8.1957. Nationaliteit: Oekraïens. Paspoort nr.: a) AC251295 (Oekraïens), b) KC024178 (Oekraïens). Overige informatie: a) piloot, b) een van de directeurs van Air Pass (Pietersburg Aviation Services and Systems), c) President-directeur van CET Aviation.” |
|
(3) |
“Edwin M., Snowe jr. Adres: Elwa Road, Monrovia, Liberia. Geboortedatum: 11.2.1970. Geboorteplaats: Mano River, Grand Cape Mount, Liberia. Nationaliteit: Liberiaans. Paspoortnummer: a) OR/0056672-01, b) D/005072, c) D005640 (diplomatiek paspoort), d) D-00172 (ECOWAS- DPL paspoort, geldig van 7.8.2008 tot 6.7.2010). Overige informatie: volksvertegenwoordiger, Liberiaans parlement. Directeur van Liberian Petroleum and Refining Corporation (LPRC). Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 6, onder b): 10.9.2004.” |
|
(4) |
“Agnes Reeves Taylor (ook bekend als Agnes Reeves-Taylor). Geboortedatum: 27.9.1965. Nationaliteit: Liberiaans. Overige informatie: a) voormalige echtgenote van ex-president Charles Taylor, met wie zij nog steeds banden heeft; b) voormalig permanent vertegenwoordiger van Liberia bij de Internationale Maritieme Organisatie; voormalig prominent lid van de Liberiaanse regering; c) verblijft momenteel in het Verenigd Koninkrijk.” |
|
(5) |
“Tupee Enid Taylor. Geboortedatum: a) 17.12.1960, b) 17.12.1962. Paspoortnummer: a) L014670 (Liberiaans paspoort, geldig van 28.12.2009 tot 28.12.2014) b) D/002216 (Liberiaans diplomatiek paspoort, geldig van 17.10.2007 tot 17.10.2009). Overige informatie: voormalige echtgenote van voormalige president Charles Taylor.” |
|
(6) |
“Jewell Howard Taylor (alias Howard Taylor). Geboortedatum: 17.1.1963. Liberiaans diplomatiek paspoort: a) D/003835-04 (geldig 4.6.2004-3.6.2006), b) D/00536307. Overige informatie: echtgenote van voormalig president Charles Taylor.” |
|
(7) |
“Myrtle Francelle Gibson. Geboortedatum: 3.11.1952. Overige informatie: voormalig senator, adviseur van de voormalige Liberiaanse president Charles Taylor.” |
|
(8) |
“Martin George. Overige informatie: a) voormalig Ambassadeur van Liberia bij de Federale Republiek Nigeria; b) partner van voormalig president Charles Taylor, met wie hij nog steeds banden heeft; c) heeft naar verluidt voormalig president Taylor voorzien van geldmiddelen. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 6, onder b): 9.6.2005.” |
|
(9) |
“Cyril A. Allen. Geboortedatum: 26.7.1952. Overige informatie: voormalig voorzitter van de National Patriotic Party.” |
|
(10) |
“Randolph Cooper (alias Randolf Cooper). Geboortedatum: 28.10.1950. Overige informatie: voormalig directeur van Robertsfield International Airport.” |
|
(11) |
“Reginald B. Goodridge (senior) (alias Goodrich). Geboortedatum: 11.11.1952. Overige informatie: voormalig minister van Cultuur, Informatie en Toerisme.” |
|
(12) |
“Emmanuel (II) Shaw. Geboortedatum: a) 26.7.1956, b) 26.7.1946. Overige informatie: directeur van Lonestar Airways. Geassocieerd met Lone Star Communications Cooperation.” |
|
28.8.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 231/11 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 778/2012 VAN DE COMMISSIE
van 27 augustus 2012
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),
Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
|
(2) |
De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 27 augustus 2012.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
José Manuel SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
|
(EUR/100 kg) |
||
|
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
|
0702 00 00 |
MK |
43,1 |
|
ZZ |
43,1 |
|
|
0707 00 05 |
TR |
91,2 |
|
ZZ |
91,2 |
|
|
0709 93 10 |
TR |
108,7 |
|
ZZ |
108,7 |
|
|
0805 50 10 |
AR |
74,3 |
|
CL |
88,4 |
|
|
TR |
94,0 |
|
|
UY |
97,0 |
|
|
ZA |
104,9 |
|
|
ZZ |
91,7 |
|
|
0806 10 10 |
BA |
56,0 |
|
CL |
206,9 |
|
|
EG |
200,5 |
|
|
TR |
143,9 |
|
|
XS |
91,2 |
|
|
ZZ |
139,7 |
|
|
0808 10 80 |
AR |
114,4 |
|
BR |
85,6 |
|
|
CL |
142,3 |
|
|
NZ |
108,6 |
|
|
US |
141,5 |
|
|
UY |
68,3 |
|
|
ZA |
104,4 |
|
|
ZZ |
109,3 |
|
|
0808 30 90 |
CN |
71,7 |
|
TR |
136,4 |
|
|
ZA |
139,1 |
|
|
ZZ |
115,7 |
|
|
0809 30 |
TR |
160,2 |
|
ZZ |
160,2 |
|
|
0809 40 05 |
BA |
62,7 |
|
IL |
61,4 |
|
|
MK |
67,5 |
|
|
ZZ |
63,9 |
|
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ ZZ ” staat voor „overige oorsprong”.
BESLUITEN
|
28.8.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 231/13 |
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 24 augustus 2012
tot wijziging van Beschikking 2007/453/EG wat de BSE-status van België, Oostenrijk, Brazilië, Colombia, Kroatië en Nicaragua betreft
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 5860)
(Voor de EER relevante tekst)
(2012/489/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (1), en met name op artikel 5, lid 2, derde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Verordening (EG) nr. 999/2001 bevat voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE’s) bij dieren. Daartoe moet de BSE-status (BSE: boviene spongiforme encefalopathie) van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan („landen of gebieden”) worden vastgesteld door het land of gebied afhankelijk van het BSE-risico in te delen in een van drie categorieën, namelijk een verwaarloosbaar BSE-risico, een gecontroleerd BSE-risico of een onbepaald BSE-risico. |
|
(2) |
In de bijlage bij Beschikking 2007/453/EG van de Commissie van 29 juni 2007 tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naargelang van hun BSE-risico (2) worden landen of gebieden ingedeeld volgens hun BSE-risicostatus. |
|
(3) |
De Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE) speelt een vooraanstaande rol bij de indeling van landen of gebieden naar BSE-risico. De lijst in de bijlage bij Beschikking 2007/453/EG houdt rekening met Resolutie nr. 17 — Recognition of the Bovine Spongiform Encephalopathy Status of Members — die in mei 2011 over de BSE-status van lidstaten en derde landen door de OIE is aangenomen. |
|
(4) |
In mei 2012 heeft de OIE Resolutie nr. 16 — Recognition of the Bovine Spongiform Encephalopathy Risk Status of Member Countries aangenomen. Daarin werden België, Oostenrijk, Brazilië en Colombia aangemerkt als landen met een verwaarloosbaar BSE-risico en werden Kroatië en Nicaragua aangemerkt als landen met een gecontroleerd BSE-risico. De lijst in de bijlage bij Beschikking 2007/453/EG moet daarom wat die lidstaten en derde landen betreft in overeenstemming worden gebracht met die resolutie. |
|
(5) |
Beschikking 2007/453/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(6) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Beschikking 2007/453/EG wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 24 augustus 2012.
Voor de Commissie
John DALLI
Lid van de Commissie
BIJLAGE
„BIJLAGE
LIJST VAN LANDEN OF GEBIEDEN
A. Landen of gebieden met een verwaarloosbaar BSE-risico
Lidstaten
|
— |
België |
|
— |
Denemarken |
|
— |
Oostenrijk |
|
— |
Finland |
|
— |
Zweden |
EVA-landen
|
— |
IJsland |
|
— |
Noorwegen |
Derde landen
|
— |
Argentinië |
|
— |
Australië |
|
— |
Brazilië |
|
— |
Chili |
|
— |
Colombia |
|
— |
India |
|
— |
Nieuw-Zeeland |
|
— |
Panama |
|
— |
Paraguay |
|
— |
Peru |
|
— |
Singapore |
|
— |
Uruguay |
B. Landen of gebieden met een gecontroleerd BSE-risico
Lidstaten
|
— |
Bulgarije, Tsjechië, Duitsland, Estland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Malta, Nederland, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Verenigd Koninkrijk. |
EVA-landen
|
— |
Liechtenstein |
|
— |
Zwitserland |
Derde landen
|
— |
Canada |
|
— |
Japan |
|
— |
Kroatië |
|
— |
Mexico |
|
— |
Nicaragua |
|
— |
Taiwan |
|
— |
Verenigde Staten |
|
— |
Zuid-Korea |
C. Landen of gebieden met een onbepaald BSE-risico
|
— |
Niet onder A of B in deze bijlage opgenomen landen of gebieden.” |
|
28.8.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 231/16 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 24 augustus 2012
houdende wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten
(Voor de EER relevante tekst)
(2012/490/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1775/2005 (1), en met name artikel 23, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 715/2009 zijn, met het oog op een goede werking van de interne gasmarkt, niet-discriminerende regels vastgesteld betreffende de toegang tot aardgastransmissiesystemen. Aangezien duplicering van de gastransmissiesystemen in de meeste gevallen noch economisch, noch efficiënt is, wordt de mededinging op de aardgasmarkten gestimuleerd door toegang van derden waarbij de infrastructuur op een transparante en niet-discriminerende wijze wordt geopend voor alle leveranciers. Het feit dat zich vaak contractuele congestie voordoet, waarbij netgebruikers geen toegang kunnen krijgen tot gastransmissiesystemen ondanks het feit dat de capaciteit fysiek aanwezig is, vormt een belemmering voor de voltooiing van de interne markt voor energie. |
|
(2) |
Uit de praktijk is gebleken dat ondanks de toepassing van bepaalde congestiebeheersbeginselen, zoals het aanbieden van afschakelbare capaciteit als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1775/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten (2) en Verordening (EG) nr. 715/2009, contractuele congestie in de gastransmissienetwerken van de Unie een belemmering blijft voor de ontwikkeling van een goed functionerende interne gasmarkt. Het is daarom noodzakelijk om de richtsnoeren inzake de toepassing van de in het geval van contractuele congestie te hanteren procedures voor congestiebeheer bij te stellen. Overeenkomstig artikel 23, lid 3, van Verordening (EG) nr. 715/2009 moet in de voorgestelde richtsnoeren rekening worden gehouden met de verschillen tussen de nationale gassystemen en kunnen die richtsnoeren minimumeisen omvatten waaraan moet worden voldaan om niet-discriminerende en transparante voorwaarden voor nettoegang te verwezenlijken wat de congestiebeheersprocedures betreft. |
|
(3) |
De procedures voor congestiebeheer moeten worden toegepast in het geval van contractuele congestie en zijn bedoeld om congestieproblemen op te lossen door ongebruikte capaciteit opnieuw ter beschikking te stellen aan de markt en opnieuw toe te wijzen in het kader van de gereguleerde allocatieprocedures. |
|
(4) |
Wanneer zich in een interconnectiepunt vaak fysieke congestie voordoet, zijn procedures voor congestiebeheer vaak nutteloos. In dergelijke gevallen moet elke oplossing worden bekeken uit het oogpunt van netwerkplanning en -investeringen. |
|
(5) |
Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad (3) moet het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (hierna „het Agentschap” genoemd) toezien op de tenuitvoerlegging van deze richtsnoeren. De transmissiesysteembeheerders moeten de informatie die nodig is om het optreden van contractuele congestie te kunnen vaststellen, in een handzaam formaat bekendmaken. |
|
(6) |
Krachtens artikel 24 van Verordening (EG) nr. 715/2009 moeten de nationale regulerende instanties toezien op de naleving van deze richtsnoeren. |
|
(7) |
Om te waarborgen dat de procedures voor congestiebeheer op alle interconnectiepunten op de meest doeltreffende wijze en met het oog op maximalisering van de beschikbare capaciteit in alle aangrenzende entry-exitsystemen worden toegepast, is het van groot belang dat de nationale regulerende instanties en de transmissiesysteembeheerders van verschillende lidstaten en binnen de lidstaten zelf nauw samenwerken, zowel onderling als met elkaar. Met name moeten de nationale regulerende instanties en de transmissiesysteembeheerders handelen met inachtneming van de beste praktijken en streven naar het harmoniseren van processen voor de tenuitvoerlegging van deze richtsnoeren. Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 713/2009 moeten het Agentschap en de nationale regulerende instanties erover waken dat in het geheel van de Unie de efficiëntste procedures voor congestiebeheer ten uitvoer worden gelegd op de daarvoor in aanmerking komende entry- en exitpunten. |
|
(8) |
Aangezien de transmissiesysteembeheerders beschikken over gedetailleerde informatie over het fysieke gebruik van het systeem en het best geplaatst zijn om een inschatting te maken van de toekomstige gasstromen, is het passend dat zij een hoeveelheid additionele capaciteit vaststellen die bovenop de berekende technische capaciteit ter beschikking moet worden gesteld. Door, op basis van scenario’s ten aanzien van de gasstromen en de gecontracteerde capaciteit, meer capaciteit aan te bieden dan in technische zin beschikbaar is, nemen de transmissiesysteembeheerders een risico dat dienovereenkomstig moet worden beloond. Voor de vaststelling van de inkomsten van de transmissiesysteembeheerder mag deze additionele capaciteit echter uitsluitend worden toegewezen als alle andere capaciteit, inclusief capaciteit die voortvloeit uit de toepassing van andere congestiebeheersprocedures, gealloceerd is. De transmissiesysteembeheerders moeten nauw samenwerken om de technische capaciteit vast te stellen. Teneinde een potentiële situatie van fysieke congestie op te lossen, moeten de transmissiesysteembeheerders de meest kosteneffectieve maatregel toepassen, inclusief hetzij het terugkopen van capaciteit, hetzij het nemen van andere technische of commerciële maatregelen. |
|
(9) |
Verordening (EG) nr. 715/2009 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(10) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 51 van Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) ingestelde comité, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 715/2009 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 24 augustus 2012.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 211 van 14.8.2009, blz. 36.
(2) PB L 289 van 3.11.2005, blz. 1.
BIJLAGE
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 715/2009 wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
Punt 2.2 wordt vervangen door: „2.2. Procedures voor congestiebeheer bij contractuele congestie 2.2.1. Algemene bepalingen
2.2.2. Capaciteitstoename door overboekings- en terugkoopregeling
2.2.3. Mechanisme voor vaste day-ahead-„use-it-or-lose-it”
2.2.4. Teruggeven van gecontracteerde capaciteit De transmissiesysteembeheerders aanvaarden elk teruggave van vaste capaciteit die door een netgebruiker op een interconnectiepunt gecontracteerd is, met uitzondering van capaciteitsproducten met een looptijd van een dag of korter. De netgebruiker behoudt zijn in het capaciteitscontract vastgelegde rechten en verplichtingen totdat de capaciteit door de transmissiesysteembeheerder geheralloceerd is en in de mate dat de capaciteit niet geheralloceerd is door de transmissiesysteembeheerder. Teruggegeven capaciteit wordt pas geacht te zijn geheralloceerd nadat alle beschikbare capaciteit gealloceerd is. De transmissiesysteembeheerder stelt de netgebruiker onverwijld in kennis van elke herallocatie van de door die gebruiker teruggegeven capaciteit. De specifieke voorwaarden voor het teruggeven van capaciteit, in het bijzonder in gevallen waarin meerdere netgebruikers hun capaciteit teruggeven, worden vastgesteld door de nationale regulerende instantie. 2.2.5. Mechanisme voor langetermijn-„use-it-or-lose-it”
|
|
2) |
Punt 3.1.1, onder 1), wordt als volgt gewijzigd:
|
|
3) |
De volgende punten h), i), j), k) en l) worden toegevoegd aan punt 3.3, onder 1):
|