ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2012.208.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 208

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

55e jaargang
3 augustus 2012


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) nr. 708/2012 van de Raad van 2 augustus 2012 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 709/2012 van de Raad van 2 augustus 2012 houdende uitvoering van Verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran

2

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 710/2012 van de Commissie van 2 augustus 2012 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

6

 

 

RICHTLIJNEN

 

*

Uitvoeringsrichtlijn 2012/21/EU van de Commissie van 2 augustus 2012 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de vooruitgang van de techniek, van de bijlagen II en III bij Richtlijn 76/768/EEG van de Raad inzake cosmetische producten ( 1 )

8

 

 

BESLUITEN

 

 

2012/456/GBVB

 

*

Besluit EUPOL AFGHANISTAN/1/2012 van het Politiek en Veiligheidscomité van 10 juli 2012 betreffende de benoeming van het hoofd van de politiemissie van de Europese Unie in Afghanistan (EUPOL AFGHANISTAN)

17

 

*

Besluit 2012/457/GBVB van de Raad van 2 augustus 2012 houdende wijziging van Besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran

18

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Richtlijn 2009/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot vaststelling van minimumnormen inzake sancties en maatregelen tegen werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen (PB L 168 van 30.6.2009)

22

 

*

Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1617/2006 van de Raad van 24 oktober 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1207/2001 als gevolg van de invoering van de pan-Euro-mediterrane cumulatie van de oorsprong (PB L 300 van 31.10.2006)

22

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

3.8.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 208/1


VERORDENING (EU) Nr. 708/2012 VAN DE RAAD

van 2 augustus 2012

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 267/2012 (2) van de Raad geeft uitvoering aan de maatregelen van Besluit 2010/413/GBVB. Die verordening voorziet onder andere in de bevriezing van alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn van, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van de personen, entiteiten en lichamen die in de bijlagen VIII en IX daarbij zijn vermeld.

(2)

Om de criteria te verduidelijken op grond waarvan personen, entiteiten en lichamen worden opgenomen op de lijst in bijlage IX bij die verordening, is een wijziging van artikel 23 noodzakelijk.

(3)

Deze verordening valt onder het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en derhalve is regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging ervan, met name om te garanderen dat deze door de marktdeelnemers in alle lidstaten uniform worden toegepast.

(4)

Verordening (EU) nr. 267/2012 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

Om te verzekeren dat de maatregelen van deze verordening doeltreffend zijn, moet deze in werking treden op de dag waarop zij bekend wordt gemaakt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In Verordening (EU) nr. 267/2012 komt artikel 23, lid 2, onder e), als volgt te luiden:

„e)

een rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn die of dat eigendom is of onder zeggenschap staat van de Islamic Republic of Iran Shipping Lines (IRISL) of een natuurlijk persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam die of dat namens deze optreedt.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 augustus 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

A. D. MAVROYIANNIS


(1)  PB L 195 van 27.7.2010, blz. 39.

(2)  PB L 88 van 24.3.2012, blz. 1.


3.8.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 208/2


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 709/2012 VAN DE RAAD

van 2 augustus 2012

houdende uitvoering van Verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad (1), en met name artikel 46, leden 1 en 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 23 maart 2012 Verordening (EU) nr. 267/2012 vastgesteld.

(2)

De Raad is van oordeel dat een aantal personen moet worden verwijderd van de lijst van aan beperkende maatregelen onderworpen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen in bijlage IX bij Verordening (EU) nr. 267/2012, en dat de vermeldingen betreffende een aantal entiteiten moeten worden gewijzigd.

(3)

Ingevolge het besluit van het comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN-Veiligheidsraad) dat is opgericht overeenkomstig Resolutie 1737 (2006) van de VN-Veiligheidsraad, moeten twee personen en één entiteit worden verwijderd van de lijst in bijlage IX bij Verordening (EU) nr. 267/2012 en worden opgenomen in de lijst van aan beperkende maatregelen onderworpen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen in bijlage VIII bij die verordening.

(4)

De lijsten in bijlage VIII en bijlage IX bij Verordening (EU) nr. 267/2012 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

Om te verzekeren dat de maatregelen van deze verordening doeltreffend zijn, moet deze in werking treden op de dag waarop zij bekend wordt gemaakt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in bijlage I bij deze verordening genoemde personen worden geschrapt van de lijst in bijlage IX bij Verordening (EU) nr. 267/2012.

Artikel 2

In bijlage IX van Verordening (EU) nr. 267/2012 worden de vermeldingen betreffende de in bijlage II bij deze verordening opgenomen entiteiten vervangen door de vermeldingen in bijlage II bij deze verordening.

Artikel 3

De personen en de entiteit die zijn opgenomen in bijlage III bij dit besluit worden geschrapt van de lijst in bijlage IX bij Verordening (EU) nr. 267/2012 en opgenomen in de lijst in bijlage VIII bij Verordening (EU) nr. 267/2012, zoals gewijzigd door de vermeldingen die zijn opgenomen in bijlage III bij deze verordening.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 augustus 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

A. D. MAVROYIANNIS


(1)  PB L 88 van 24.3.2012, blz. 1.


BIJLAGE I

Personen bedoeld in artikel 1

1.

Dr Ahmad AZIZI

2.

Dr Ali DIVANDARI

3.

Dr Abdolnaser HEMMATI

4.

Mohammad Reza MESKARIAN

5.

Sayeed ZAVVAR


BIJLAGE II

Entiteiten bedoeld in artikel 2

 

Naam

Informatie ter identificatie

Motivering

Datum plaatsing op de lijst

1.

Mobin Sanjesh

Entry 3, No 11, 12th Street, Miremad Alley, Abbas Abad, Tehran.

Betrokken bij de verwerving van apparatuur en materialen die rechtstreeks in het Iraanse kernprogramma kunnen worden toegepast.

1.12.2011

2.

Bank Melli Iran ZAO (o.b.a. Mir Business Bank)

Number 9/1, Ulitsa Mashkova, Moscow, 130064, Russia Alternatief adres: Mashkova st. 9/1 Moscow 105062 Russia

Eigendom van Bank Melli.

23.6.2008

3.

Melli Bank plc

London Wall, 11th floor, London EC2Y 5EA, United Kingdom

Eigendom van Bank Melli.

23.6.2008

4.

Neka Novin (o.b.a. Niksa Nirou)

Unit 7, No 12, 13th Street, Mir-Emad St, Motahary Avenue, Tehran, 15875-6653

Betrokken bij de verwerving van gespecialiseerde apparatuur en materialen die rechtstreeks in het Iraanse kernprogramma kunnen worden gebruikt.

23.5.2011

5.

Bank Tejarat

Postal Address: Taleghani Br. 130, Taleghani Ave. P.O.Box: 11365 - 5416, Tehran

Tel.: 88826690

Tlx.: 226641 TJTA IR.

Fax: 88893641

Website: http://www.tejaratbank.ir

De Bank Tejarat is gedeeltelijk eigendom van de staat. Zij heeft de nucleaire inspanningen van Iran rechtstreeks gefaciliteerd. Zo heeft de Bank Tejarat in 2011 het verkeer van tientallen miljoenen dollars gefaciliteerd om de op de VN-lijst geplaatste Atomic Energy Organisation of Iran (AEOI) bij te staan in haar inspanningen om uranium-concentraat (gele koek) te verwerven. De AEOI is de belangrijkste Iraanse organisatie voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van nucleaire technologie, en beheert programma's voor de productie van splijtstof. De Bank Tejarat heeft ook een verleden inzake het bijstaan van op de lijst geplaatste Iraanse banken om internationale sancties te ontwijken, bijvoorbeeld door zaken te doen met dekmantel-bedrijven van de door de VN op de lijst geplaatste Shahid Hemmat Industrial Group.

23.1.2012

6.

Shahid Beheshti University

Daneshju Blvd., Yaman St., Chamran Blvd., P.O. Box 19839-63113, Tehran, Iran

In eigendom of onder zeggenschap van het Ministry of Defence and Armed Forces Logistics (MODAFL). Verricht wetenschappelijk onderzoek in verband met de ontwikkeling van kernwapens.

23.5.2011


BIJLAGE III

Personen en entiteit bedoeld in artikel 3

Personen

1.

Azim Aghajani (ook gespeld als Adhajani). Functie: Lid van de Qods-strijdkrachten van de IRGC welke opereren onder leiding van generaal-majoor Qasem Soleimani, de bevelhebber van de Qods-strijdkrachten, die op grond van Resolutie 1747 (2007) van de VN-Veiligheidsraad op de VN-lijst is geplaatst.

Overige informatie: faciliteerde een overtreding van punt 5 van Resolutie 1747 (2007) waarbij de uitvoer van wapens en aanverwant materieel uit Iran wordt verboden.

Aanvullende informatie: Nationaliteit: Iraans. Paspoortnummer: 6620505, 9003213.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18 april 2012.

2.

Ali Akbar Tabatabaei (alias Sayed Akbar Tahmaesebi). Functie: Lid van de Qods-strijdkrachten van de IRGC welke opereren onder leiding van generaal-majoor Qasem Soleimani, de bevelhebber van de Qods-strijdkrachten, die op grond van Resolutie 1747 (2007) van de VN-Veiligheidsraad op de VN-lijst is geplaatst.

Overige informatie: faciliteerde een overtreding van punt 5 van Resolutie 1747 (2007) waarbij de uitvoer van wapens en aanverwant materieel uit Iran wordt verboden.

Aanvullende informatie: Nationaliteit: Iraans. Geboortedatum: 1967.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18 april 2012.

Entiteit

1.

Behineh Trading Co.

Overige informatie: Een Iraans bedrijf dat een cruciale rol heeft gespeeld in de illegale wapenoverdracht van Iran naar West-Afrika en dat als expediteur van de wapenzending is opgetreden namens de Qods-strijdkrachten van de IRGC welke onder het bevel staan van generaal-majoor Qasem Soleimani, die op grond van Resolutie 1747 (2007) van de VN-Veiligheidsraad op de VN-lijst is geplaatst.

Aanvullende informatie: Adres: Tavakoli Building, Opposite of 15th Alley, Emam-Jomeh Street, Tehran, Iran. Telefoon: +98 9195382305. Website: http://www.behinehco.ir

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18 april 2012.


3.8.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 208/6


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 710/2012 VAN DE COMMISSIE

van 2 augustus 2012

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 augustus 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MK

58,9

TR

69,6

XS

32,3

ZZ

53,6

0707 00 05

MK

53,8

TR

100,7

ZZ

77,3

0709 93 10

TR

103,7

ZZ

103,7

0805 50 10

AR

100,4

TR

91,0

UY

98,2

ZA

104,1

ZZ

98,4

0806 10 10

EG

203,2

IL

154,9

IN

210,3

MA

224,9

MX

301,8

TR

145,9

ZZ

206,8

0808 10 80

AR

164,6

BR

84,0

CL

119,0

NZ

116,9

US

165,5

ZA

106,9

ZZ

126,2

0808 30 90

AR

200,3

CL

148,9

ZA

102,7

ZZ

150,6

0809 29 00

TR

404,6

ZZ

404,6

0809 30

TR

154,5

ZZ

154,5

0809 40 05

BA

61,3

IL

69,8

ZZ

65,6


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


RICHTLIJNEN

3.8.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 208/8


UITVOERINGSRICHTLIJN 2012/21/EU VAN DE COMMISSIE

van 2 augustus 2012

tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de vooruitgang van de techniek, van de bijlagen II en III bij Richtlijn 76/768/EEG van de Raad inzake cosmetische producten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 76/768/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten (1), en met name artikel 8, lid 2,

Na raadpleging van het Wetenschappelijk Comité voor consumentenveiligheid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Naar aanleiding van de publicatie van de wetenschappelijke studie „Use of permanent hair dyes and bladder cancer risk” in 2001 concludeerde het Wetenschappelijk Comité voor cosmetische producten en voor consumenten bestemde niet-voedingsproducten, dat nadien bij Besluit 2004/210/EG van de Commissie (2) door het Wetenschappelijk Comité voor consumentenproducten (WCC) werd vervangen, dat de mogelijke risico's tot bezorgdheid stemmen. Het WCC adviseerde de Commissie om verdere maatregelen te treffen om het gebruik van haarkleurstoffen te reguleren.

(2)

Voorts beval het WCC een algemene veiligheidsbeoordelingsstrategie voor haarkleurstoffen aan, met voorschriften voor het testen van in haarkleurmiddelen gebruikte stoffen op hun mogelijke genotoxiciteit of mutageniteit.

(3)

Naar aanleiding van de adviezen die het WCC heeft uitgebracht, is de Commissie met de lidstaten en de belanghebbende partijen een algemene strategie overeengekomen voor de regulering van stoffen die in haarkleurmiddelen worden gebruikt, die inhoudt dat de industrie dossiers met bijgewerkte wetenschappelijke gegevens over de veiligheid van haarkleurstoffen voor een risicobeoordeling aan het WCC moet voorleggen.

(4)

Het WCC, later vervangen door het Wetenschappelijk Comité voor consumentenveiligheid (WCCV) bij Besluit 2008/721/EG van de Commissie van 5 augustus 2008 tot instelling van een adviesstructuur van wetenschappelijke comités en deskundigen op het gebied van consumentenveiligheid, volksgezondheid en het milieu en tot intrekking van Besluit 2004/210/EG (3), heeft de veiligheid beoordeeld van afzonderlijke stoffen waarvoor door de industrie bijgewerkte dossiers waren ingediend.

(5)

De laatste fase van de veiligheidsbeoordelingsstrategie bestond erin het mogelijke gezondheidsrisico voor de consument te beoordelen als gevolg van reactieproducten die tijdens het haarkleuringsproces door oxidatieve haarkleurstoffen worden gevormd. In zijn advies van 21 september 2010 kwam het WCCV tot de conclusie dat het op grond van de tot dusverre beschikbare gegevens geen aanleiding ziet tot grote bezorgdheid ten aanzien van de genotoxiciteit en carcinogeniteit van de momenteel in de EU gebruikte haarkleurmiddelen en hun reactieproducten.

(6)

In het licht van de risicobeoordeling van de ingediende veiligheidsgegevens en de definitieve adviezen van het WCCV over de veiligheid van afzonderlijke stoffen en van de reactieproducten is het wenselijk 24 beoordeelde haarkleurmiddelen die niet in Richtlijn 76/768/EEG zijn gereguleerd, op te nemen in het eerste deel van bijlage III bij die richtlijn.

(7)

Het gebruik van de stoffen Hydroxyethyl-2-Nitro-p-Toluidine en HC Red No. 10 + HC Red No. 11 in haarkleurmiddelen was voorlopig toegestaan tot en met 31 december 2011, met inachtneming van de grenzen en voorwaarden in de vermeldingen 10 en 50 in het tweede deel van bijlage III bij Richtlijn 76/768/EEG. Op grond van de definitieve adviezen van het WCCV over de veiligheid van deze stoffen kunnen Hydroxyethyl-2-Nitro-p-Toluidine en HC Red No. 10 + HC Red No. 11 in haarkleurmiddelen als veilig worden beschouwd en in het eerste deel van bijlage III bij Richtlijn 76/768/EEG worden opgenomen.

(8)

Naar aanleiding van de beoordeling door het WCCV van de stoffen 1-Naphthol en Resorcinol, die in het eerste deel van bijlage III bij Richtlijn 76/768/EEG zijn opgenomen, moeten de maximaal toelaatbare concentraties van deze stoffen in het cosmetische eindproduct worden gewijzigd.

(9)

Wat de stof HC Red No. 16 betreft, heeft het WCCV in zijn advies van 14 december 2010 gesteld dat, gezien de kleine veiligheidsmarge voor het gebruik ervan in zowel oxidatieve als niet-oxidatieve haarkleurmiddelen, HC Red No. 16 een risico voor de gezondheid van de consument vormt. Om die reden moet HC Red No. 16 in bijlage II bij Richtlijn 76/768/EEG worden opgenomen.

(10)

Richtlijn 76/768/EEG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(11)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor cosmetische producten,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen II en III bij Richtlijn 76/768/EEG worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

1.   De lidstaten dienen uiterlijk op 1 maart 2013 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.

Zij passen die bepalingen toe vanaf 1 september 2013.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 2 augustus 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 262 van 27.9.1976, blz. 169.

(2)  PB L 66 van 4.3.2004, blz. 45.

(3)  PB L 241 van 10.9.2008, blz. 21.


BIJLAGE

Richtlijn 76/768/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1)

In bijlage II wordt de volgende vermelding toegevoegd:

Nummer

Chemische naam

CAS/EG

„1373

N-(2-nitro-4-aminofenyl)allylamine (HC Red No. 16) en zouten daarvan

CAS-nr. 160219-76-1”

2)

Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:

a)

het eerste deel wordt als volgt gewijzigd:

i)

de volgende vermeldingen worden toegevoegd:

Rangnummer

Stoffen

Grenzen

Gebruiksvoorwaarden en waarschuwingen die op het etiket dienen te worden vermeld

Toepassingsgebied en/of gebruik

Maximaal toelaatbare concentratie in het cosmetische eindproduct

Andere beperkingen en eisen

a

b

c

d

e

f

„253

2,2'-[(4-Aminofenyl))imino]bis(ethanol) sulfaat

N,N-bis(2-Hydroxyethyl)-p-Phenylenediamine Sulfate

CAS-nr. 54381-16-7

EG-nr. 259-134-5

Haarkleurstof in oxidatieve haarkleur-middelen

 

Na menging onder oxiderende omstandigheden mag de op het haar aangebrachte maximumconcentratie niet meer bedragen dan 2,5 % (berekend als sulfaat)

Niet gebruiken samen met nitroserende agentia

Maximaal gehalte aan nitrosamine: 50 μg/kg

Bewaren in nitrietvrije recipiënten

Zoals vermeld bij rangnummer 205, kolom f, onder a)

254

1,3-Benzeendiol, 4-chloor-

4-Chlororesorcinol

CAS-nr. 95-88-5

EG-nr. 202-462-0

Haarkleurstof in oxidatieve haarkleur-middelen

 

Na menging onder oxiderende omstandigheden mag de op het haar aangebrachte maximumconcentratie niet meer bedragen dan 2,5 %

Zoals vermeld bij rangnummer 205, kolom f, onder a)

255

2,4,5,6-Tetraäminopyrimidine-sulfaat

Tetraaminopyrimidine Sulfate

CAS-nr. 5392-28-9

EG-nr. 226-393-0

a)

Haarkleurstof in oxidatieve haarkleur-middelen

 

a)

Na menging onder oxiderende omstandigheden mag de op het haar aangebrachte maximumconcentratie niet meer bedragen dan 3,4 % (berekend als sulfaat)

a)

Zoals vermeld bij rangnummer 205, kolom f, onder a)

b)

Haarkleurstof in niet-oxidatieve haarkleur-middelen

b)

3,4 % (berekend als sulfaat)

 

 

256

3-(2-Hydroxyethyl)-p-fenyleendiammonium-sulfaat

Hydroxyethyl-p-Phenylenediamine Sulfate

CAS-nr. 93841-25-9

EG-nr. 298-995-1

Haarkleurstof in oxidatieve haarkleur-middelen

 

Na menging onder oxiderende omstandigheden mag de op het haar aangebrachte maximumconcentratie niet meer bedragen dan 2,0 % (berekend als sulfaat)

Zoals vermeld bij rangnummer 205, kolom f, onder a)

257

1H-Indool-5,6-diol

Dihydroxyindole

CAS-nr. 3131-52-0

EG-nr. 412-130-9

a)

Haarkleurstof in oxidatieve haarkleur-middelen

 

a)

Na menging onder oxiderende omstandigheden mag de op het haar aangebrachte maximumconcentratie niet meer bedragen dan 0,5 %

a)

Zoals vermeld bij rangnummer 205, kolom f, onder a)

b)

Haarkleurstof in niet-oxidatieve haarkleur-middelen

b)

0,5 %

 

b)

Zoals vermeld bij rangnummer 208, kolom f

258

5-Amino-4-chloor-2-methylfenolhydrochloride

5-Amino-4-Chloro-o-Cresol HCl

CAS-nr. 110102-85-7

Haarkleurstof in oxidatieve haarkleur-middelen

 

Na menging onder oxiderende omstandigheden mag de op het haar aangebrachte maximumconcentratie niet meer bedragen dan 1,5 % (berekend als hydrochloride)

Zoals vermeld bij rangnummer 205, kolom f, onder a)

259

1H-Indool-6-ol

6-Hydroxyindole

CAS-nr. 2380-86-1

EG-nr. 417-020-4

Haarkleurstof in oxidatieve haarkleur-middelen

 

Na menging onder oxiderende omstandigheden mag de op het haar aangebrachte maximumconcentratie niet meer bedragen dan 0,5 %

Zoals vermeld bij rangnummer 205, kolom f, onder a)

260

1H-Indool-2,3-dion

Isatin

CAS-nr. 91-56-5

EG-nr. 202-077-8

Haarkleurstof in niet-oxidatieve haarkleur-middelen

1,6 %

 

Zoals vermeld bij rangnummer 208, kolom f

261

2-Aminopyridine-3-ol

2-Amino-3-Hydroxypyridine

CAS-nr. 16867-03-1

EG-nr. 240-886-8

Haarkleurstof in oxidatieve haarkleur-middelen

 

Na menging onder oxiderende omstandigheden mag de op het haar aangebrachte maximumconcentratie niet meer bedragen dan 1,0 %

Zoals vermeld bij rangnummer 205, kolom f, onder a)

262

2-Methyl-1-naftylacetaat

1-Acetoxy-2-Methylnaphthalene

CAS-nr. 5697-02-9

EG-nr. 454-690-7

Haarkleurstof in oxidatieve haarkleur-middelen

 

Na menging onder oxiderende omstandigheden mag de op het haar aangebrachte maximumconcentratie niet meer bedragen dan 2,0 %. (Als een haarkleurmiddel zowel 2-Methyl-1-naphthol als 1-Acetoxy-2-methylnaphthalene bevat, mag de maximumconcentratie 2-Methyl-1-naphthol op het haar niet meer bedragen dan 2,0 %.)

Zoals vermeld bij rangnummer 205, kolom f, onder a)

263

1-Hydroxy-2-methylnaftaleen

2-Methyl-1-Naphthol

CAS-nr. 7469-77-4

EG-nr. 231-265-2

Haarkleurstof in oxidatieve haarkleur-middelen

 

Na menging onder oxiderende omstandigheden mag de op het haar aangebrachte maximumconcentratie niet meer bedragen dan 2,0 %. (Als een haarkleurmiddel zowel 2-Methyl-1-naphthol als 1-Acetoxy-2-methylnaphthalene bevat, mag de maximumconcentratie 2-Methyl-1-naphthol op het haar niet meer bedragen dan 2,0 %.)

Zoals vermeld bij rangnummer 205, kolom f, onder a)

264

Dinatrium-5,7-dinitro-8-oxido-2-naftaleensulfonaat

Acid Yellow 1

CAS-nr. 846-70-8

EG-nr. 212-690-2

CI 10316

a)

Haarkleurstof in oxidatieve haarkleur-middelen

 

a)

Na menging onder oxiderende omstandigheden mag de op het haar aangebrachte maximumconcentratie niet meer bedragen dan 1,0 %

a)

Zoals vermeld bij rangnummer 205, kolom f, onder a)

b)

Haarkleurstof in niet-oxidatieve haarkleur-middelen

b)

0,2 %

 

b)

Zoals vermeld bij rangnummer 208, kolom f

265

4-Nitro-1,2-fenyleendiamine

4-Nitro-o-Phenylenediamine

CAS-nr. 99-56-9

EG-nr. 202-766-3

Haarkleurstof in oxidatieve haarkleur-middelen

 

Na menging onder oxiderende omstandigheden mag de op het haar aangebrachte maximumconcentratie niet meer bedragen dan 0,5 %

Zoals vermeld bij rangnummer 205, kolom f, onder a)

266

2-(4-Amino-3-nitroanilino)ethanol

HC Red No. 7

CAS-nr. 24905-87-1

EG-nr. 246-521-9

Haarkleurstof in niet-oxidatieve haarkleur-middelen

1,0 %

Niet gebruiken samen met nitroserende agentia

Maximaal gehalte aan nitrosamine: 50 μg/kg

Bewaren in nitrietvrije recipiënten

Zoals vermeld bij rangnummer 208, kolom f

267

2-[Bis(2-hydroxyethyl)amino]-5-nitrofenol

HC Yellow No. 4

CAS-nr. 59820-43-8

EG-nr. 428-840-7

Haarkleurstof in niet-oxidatieve haarkleur-middelen

1,5 %

Niet gebruiken samen met nitroserende agentia

Maximaal gehalte aan nitrosamine: 50 μg/kg

Bewaren in nitrietvrije recipiënten

 

268

2-[(2-Nitrofenyl)amino]ethanol

HC Yellow No. 2

CAS-nr. 4926-55-0

EG-nr. 225-555-8

a)

Haarkleurstof in oxidatieve haarkleur-middelen

 

a)

Na menging onder oxiderende omstandigheden mag de op het haar aangebrachte maximumconcentratie niet meer bedragen dan 0.75 %

Voor a) en b):

Niet gebruiken samen met nitroserende agentia

Maximaal gehalte aan nitrosamine: 50 μg/kg

Bewaren in nitrietvrije recipiënten

a)

Zoals vermeld bij rangnummer 205, kolom f, onder a)

b)

Haarkleurstof in niet-oxidatieve haarkleur-middelen

b)

1,0 %

 

269

4-[(2-Nitrofenyl)amino]fenol

HC Orange No. 1

CAS-nr. 54381-08-7

EG-nr. 259-132-4

Haarkleurstof in niet-oxidatieve haarkleur-middelen

1,0 %

 

 

270

2-Nitro-N1-fenylbenzeen-1,4-diamine

HC Red No. 1

CAS-nr. 2784-89-6

EG-nr. 220-494-3

Haarkleurstof in niet-oxidatieve haarkleur-middelen

1,0 %

 

Zoals vermeld bij rangnummer 208, kolom f

271

1-Methoxy-3-(β-amino-ethyl)amino-4-nitrobenzeen, hydrochloride

HC Yellow No. 9

CAS-nr. 86419-69-4

EG-nr. 415-480-1

Haarkleurstof in niet-oxidatieve haarkleur-middelen

0,5 % (berekend als hydrochloride)

Niet gebruiken samen met nitroserende agentia

Maximaal gehalte aan nitrosamine: 50 μg/kg

Bewaren in nitrietvrije recipiënten

 

272

1-(4’-Aminofenylazo)-2-methyl-4-(bis-2-hydroxyethyl) amino-benzeen

HC Yellow No. 7

CAS-nr. 104226-21-3

EG-nr. 146-420-6

Haarkleurstof in niet-oxidatieve haarkleur-middelen

0,25 %

 

 

273

N-(2-Hydroxyethyl)-2-nitro-4-trifluormethylaniline

HC Yellow No. 13

CAS-nr. 10442-83-8

EG-nr. 443-760-2

a)

Haarkleurstof in oxidatieve haarkleur-middelen

 

a)

Na menging onder oxiderende omstandigheden mag de op het haar aangebrachte maximumconcentratie niet meer bedragen dan 2,5 %

Voor a) en b):

Niet gebruiken samen met nitroserende agentia

Maximaal gehalte aan nitrosamine: 50 μg/kg

Bewaren in nitrietvrije recipiënten

a)

Zoals vermeld bij rangnummer 205, kolom f, onder a)

b)

Haarkleurstof in niet-oxidatieve haarkleur-middelen

b)

2,5 %

 

274

Benzeenaminium, 3-[(4,5-dihydro-3-methyl-5-oxo-1-fenyl-1H-pyrazool-4-yl)azo]-N,N,N-trimethyl-, chloride

Basic Yellow 57

CAS-nr. 68391-31-1

EG-nr. 269-943-5

Haarkleurstof in niet-oxidatieve haarkleur-middelen

2,0 %

 

 

275

Ethanol, 2,2'-[[4-[(4-aminofenyl)azo]fenyl]imino]bis-

Disperse Black 9

CAS-nr. 20721-50-0

EG-nr. 243-987-5

Haarkleurstof in niet-oxidatieve haarkleur-middelen

0,3 % (van het mengsel in een verhouding 1:1 van 2,2’-[4-(4-aminophenylazo)phenylimino]diethanol en lignosulfaat)

 

 

276

9,10-Antraceendion, 1,4-bis[(2,3-dihydroxypropyl)amino]-

HC Blue No.14

CAS-nr. 99788-75-7

EG-nr. 421-470-7

Haarkleurstof in niet-oxidatieve haarkleur-middelen

0,3 %

Niet gebruiken samen met nitroserende agentia

Maximaal gehalte aan nitrosamine: 50 μg/kg

Bewaren in nitrietvrije recipiënten

 

277

2-(4-Methyl-2-nitroanilino)ethanol

Hydroxyethyl-2-Nitro-p-Toluidine

CAS-nr. 100418-33-5

EG-nr. 408-090-7

a)

Haarkleurstof in oxidatieve haarkleur-middelen

 

a)

Na menging onder oxiderende omstandigheden mag de op het haar aangebrachte maximumconcentratie niet meer bedragen dan 1,0 %

Voor a) en b):

Niet gebruiken samen met nitroserende agentia

Maximaal gehalte aan nitrosamine: 50 μg/kg

Bewaren in nitrietvrije recipiënten

a)

Zoals vermeld bij rangnummer 205, kolom f, onder a)

b)

Haarkleurstof in niet-oxidatieve haarkleur-middelen

b)

1,0 %

 

278

1-Amino-2-nitro-4-(2',3'-dihydroxypropyl)amino-5-chloorbenzeen + 1,4-bis-(2',3'-dihydroxypropyl)amino-2-nitro-5-chloorbenzeen

HC Red No. 10 + HC Red No. 11

CAS-nr. 95576-89-9 + 95576-92-4

a)

Haarkleurstof in oxidatieve haarkleur-middelen

 

a)

Na menging onder oxiderende omstandigheden mag de op het haar aangebrachte maximumconcentratie niet meer bedragen dan 1,0 %

Voor a) en b):

Niet gebruiken samen met nitroserende agentia

Maximaal gehalte aan nitrosamine: 50 μg/kg

Bewaren in nitrietvrije recipiënten

a)

Zoals vermeld bij rangnummer 205, kolom f, onder a)”

b)

Haarkleurstof in niet-oxidatieve haarkleur-middelen

b)

2,0 %

 

ii)

de vermeldingen met de rangnummers 16 en 22 komen als volgt te luiden:

Rangnummer

Stoffen

Grenzen

Gebruiksvoorwaarden en waarschuwingen die op het etiket dienen te worden vermeld

Toepassingsgebied en/of gebruik

Maximaal toelaatbare concentratie in het cosmetische eindproduct

Andere beperkingen en eisen

a

b

c

d

e

f

„16

1-Naftalenol

1-Naphthol

CAS-nr. 90-15-3

EG-nr. 201-969-4

Haarkleurstof in oxidatieve haarkleur-middelen

 

Na menging onder oxiderende omstandigheden mag de op het haar aangebrachte maximumconcentratie niet meer bedragen dan 2,0 %

Zoals vermeld bij rangnummer 205, kolom f, onder a)

22

1,3-Benzeendiol

Resorcinol

CAS-nr. 108-46-3

EG-nr. 203-585-2

a)

Haarkleurstof in oxidatieve haarkleur-middelen

1.

algemeen gebruik

2.

gebruik door vakmensen

 

a)

Na menging onder oxiderende omstandigheden mag de op het haar aangebrachte maximumconcentratie niet meer bedragen dan 1,25 %

a)

1.

Bevat resorcinol.

Na het aanbrengen het haar goed uitspoelen.

Niet gebruiken voor het kleuren van wimpers of wenkbrauwen.

Bij contact met de ogen onmiddellijk uitspoelen.

Zoals vermeld bij rangnummer 205, kolom f, onder a)

2.

Alleen voor gebruik door vakmensen.

Bevat resorcinol.

Bij contact met de ogen onmiddellijk uitspoelen.

Zoals vermeld bij rangnummer 205, kolom f, onder a)

b)

Haarlotions en shampoo

b)

0,5 %

 

b)

Bevat resorcinol.”

b)

in het tweede deel worden de vermeldingen met de rangnummers 10 en 50 geschrapt.


BESLUITEN

3.8.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 208/17


BESLUIT EUPOL AFGHANISTAN/1/2012 VAN HET POLITIEK EN VEILIGHEIDSCOMITÉ

van 10 juli 2012

betreffende de benoeming van het hoofd van de politiemissie van de Europese Unie in Afghanistan (EUPOL AFGHANISTAN)

(2012/456/GBVB)

HET POLITIEK EN VEILIGHEIDSCOMITÉ,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 38, derde alinea,

Gezien Besluit 2010/279/GBVB van de Raad van 18 mei 2010 over de politiemissie van de Europese Unie in Afghanistan (EUPOL AFGHANISTAN) (1), en met name artikel 10, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 10, lid 1, van Besluit 2010/279/GBVB heeft de Raad het Politiek en Veiligheidscomité gemachtigd, overeenkomstig artikel 38 van het Verdrag, de nodige besluiten te nemen met het oog op het politieke toezicht op en de strategische aansturing van de missie EUPOL AFGHANISTAN, met inbegrip van het besluit een hoofd van de missie te benoemen.

(2)

De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid heeft voorgesteld de heer Karl Åke ROGHE vanaf 1 augustus 2012 tot hoofd van de missie te benoemen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De heer Karl Åke ROGHE wordt benoemd tot hoofd van de politiemissie van de Europese Unie in Afghanistan vanaf 1 augustus 2012 tot en met 31 mei 2013.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2012.

Voor het Politiek en Veiligheidscomité

De voorzitter

O. SKOOG


(1)  PB L 123 van 19.5.2010, blz. 4.


3.8.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 208/18


BESLUIT 2012/457/GBVB VAN DE RAAD

van 2 augustus 2012

houdende wijziging van Besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Gezien Besluit 2010/413/GBVB (1), en met name artikel 23, leden 1 en 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 26 juli 2010 Besluit 2010/413/GBVB vastgesteld.

(2)

De Raad is van oordeel dat een aantal personen moet worden verwijderd van de lijst van aan beperkende maatregelen onderworpen personen en entiteiten in bijlage II bij Besluit 2010/413/GBVB, en dat de vermeldingen betreffende een aantal entiteiten moeten worden gewijzigd.

(3)

Ingevolge het besluit van het comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN-Veiligheidsraad) dat is opgericht overeenkomstig Resolutie 1737 (2006) van de VN-Veiligheidsraad, moeten twee personen en één entiteit worden verwijderd van de lijst in bijlage II bij Besluit 2010/413/GBVB en worden opgenomen in de lijst van aan beperkende maatregelen onderworpen personen en entiteiten in bijlage I bij dat besluit.

(4)

De lijsten in bijlage I en bijlage II bij Besluit 2010/413/GBVB moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De in bijlage I bij dit besluit genoemde personen worden geschrapt van de lijst in bijlage II bij Besluit 2010/413/GBVB.

Artikel 2

In bijlage II bij Besluit 2010/413/GBVB worden de vermeldingen betreffende de in bijlage II bij dit besluit opgenomen entiteiten vervangen door de vermeldingen in bijlage II bij dit besluit.

Artikel 3

De personen en de entiteit die zijn opgenomen in bijlage III bij dit besluit worden geschrapt van de lijst in bijlage II bij Besluit 2010/413/GBVB en opgenomen in de lijst in bijlage I bij Besluit 2010/413/GBVB, zoals gewijzigd door de vermeldingen die zijn opgenomen in bijlage III bij dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 2 augustus 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

A. D. MAVROYIANNIS


(1)  PB L 195 van 27.7.2010, blz. 39.


BIJLAGE I

Personen bedoeld in artikel 1

1.

Dr Ahmad AZIZI

2.

Dr Ali DIVANDARI

3.

Dr Abdolnaser HEMMATI

4.

Mohammad Reza MESKARIAN

5.

Sayeed ZAVVAR


BIJLAGE II

Entiteiten bedoeld in artikel 2

 

Naam

Informatie ter identificatie

Motivering

Datum plaatsing op de lijst

1.

Mobin Sanjesh

Entry 3, No 11, 12th Street, Miremad Alley, Abbas Abad, Tehran

Betrokken bij de verwerving van apparatuur en materialen die rechtstreeks in het Iraanse kernprogramma kunnen worden toegepast.

1.12.2011

2.

Bank Melli Iran ZAO (o.b.a. Mir Business Bank)

Number 9/1, Ulitsa Mashkova, Moscow, 130064, Russia Alternatief adres: Mashkova st. 9/1 Moscow 105062 Russia

Eigendom van Bank Melli.

23.6.2008

3.

Melli Bank plc

London Wall, 11th floor, London EC2Y 5EA, United Kingdom

Eigendom van Bank Melli.

23.6.2008

4.

Neka Novin (o.b.a. Niksa Nirou)

Unit 7, No 12, 13th Street, Mir-Emad St, Motahary Avenue, Tehran, 15875- 6653

Betrokken bij de verwerving van gespecialiseerde apparatuur en materialen die rechtstreeks in het Iraanse kernprogramma kunnen worden gebruikt.

23.5.2011

5.

Bank Tejarat

Postal Address: Taleghani Br. 130, Taleghani Ave. P.O.Box: 11365 - 5416, Tehran

Tel.: 88826690

Tlx.: 226641 TJTA IR.

Fax: 88893641

Website: http://www.tejaratbank.ir

De Bank Tejarat is gedeeltelijk eigendom van de staat. Zij heeft de nucleaire inspanningen van Iran rechtstreeks gefaciliteerd. Zo heeft de Bank Tejarat in 2011 het verkeer van tientallen miljoenen dollars gefaciliteerd om de op de VN-lijst geplaatste Atomic Energy Organisation of Iran (AEOI) bij te staan in haar inspanningen om uraniumconcentraat (gele koek) te verwerven. De AEOI is de belangrijkste Iraanse organisatie voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van nucleaire technologie, en beheert programma's voor de productie van splijtstof. De Bank Tejarat heeft ook een verleden inzake het bijstaan van op de lijst geplaatste Iraanse banken om internationale sancties te ontwijken, bijvoorbeeld door zaken te doen met dekmantelbedrijven van de door de VN op de lijst geplaatste Shahid Hemmat Industrial Group.

23.1.2012

6.

Shahid Beheshti University

Daneshju Blvd., Yaman St., Chamran Blvd., P.O. Box 19839-63113, Tehran, Iran

In eigendom of onder zeggenschap van het Ministry of Defence and Armed Forces Logistics (MODAFL). Verricht wetenschappelijk onderzoek in verband met de ontwikkeling van kernwapens.

23.5.2011


BIJLAGE III

Personen en entiteit bedoeld in artikel 3

Personen

1.

Azim Aghajani (ook gespeld als Adhajani). Functie: Lid van de Qods-strijdkrachten van de IRGC welke opereren onder leiding van generaal-majoor Qasem Soleimani, de bevelhebber van de Qods-strijdkrachten, die op grond van Resolutie 1747 (2007) van de VN-Veiligheidsraad op de VN-lijst is geplaatst.

Overige informatie: faciliteerde een overtreding van punt 5 van Resolutie 1747 (2007) waarbij de uitvoer van wapens en aanverwant materieel uit Iran wordt verboden.

Aanvullende informatie: Nationaliteit: Iraans. Paspoortnummer: 6620505, 9003213.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18 april 2012.

2.

Ali Akbar Tabatabaei (alias Sayed Akbar Tahmaesebi). Functie: Lid van de Qods-strijdkrachten van de IRGC welke opereren onder leiding van generaal-majoor Qasem Soleimani, de bevelhebber van de Qods-strijdkrachten, die op grond van Resolutie 1747 (2007) van de VN-Veiligheidsraad op de VN-lijst is geplaatst.

Overige informatie: faciliteerde een overtreding van punt 5 van Resolutie 1747 (2007) waarbij de uitvoer van wapens en aanverwant materieel uit Iran wordt verboden.

Aanvullende informatie: Nationaliteit: Iraans. Geboortedatum: 1967.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18 april 2012.

Entiteit

1.

Behineh Trading Co.

Overige informatie: Een Iraans bedrijf dat een cruciale rol heeft gespeeld in de illegale wapenoverdracht van Iran naar West-Afrika en dat als expediteur van de wapenzending is opgetreden namens de Qods-strijdkrachten van de IRGC welke onder het bevel staan van generaal-majoor Qasem Soleimani, die op grond van Resolutie 1747 (2007) van de VN-Veiligheidsraad op de VN-lijst is geplaatst.

Aanvullende informatie: Adres: Tavakoli Building, Opposite of 15th Alley, Emam-Jomeh Street, Tehran, Iran. Telefoon: +98 919 538 2305. Website: http://www.behinehco.ir

Datum plaatsing op de VN-lijst: 18 april 2012.


Rectificaties

3.8.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 208/22


Rectificatie van Richtlijn 2009/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot vaststelling van minimumnormen inzake sancties en maatregelen tegen werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen

( Publicatieblad van de Europese Unie L 168 van 30 juni 2009 )

Bladzijde 24, voetnoot 3:

in plaats van:

„Advies van het Europees Parlement van 4 februari 2009 …”,

te lezen:

„Advies van het Europees Parlement van 19 februari 2009 …”.


3.8.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 208/22


Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1617/2006 van de Raad van 24 oktober 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1207/2001 als gevolg van de invoering van de pan-Euro-mediterrane cumulatie van de oorsprong

( Publicatieblad van de Europese Unie L 300 van 31 oktober 2006 )

Bladzijde 8, bijlage II:

in plaats van:

„Deze verklaring is van toepassing op alle latere leveringen van deze producten verzonden vanuit

… naar … (7).”,

te lezen:

„Deze verklaring is van toepassing op alle latere leveringen van deze producten verzonden tijdens de periode van … tot en met … (7).”.