ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2012.198.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 198

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

55e jaargang
25 juli 2012


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

 

 

2012/425/EU

 

*

Besluit van de Raad van 10 juli 2012 over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt omtrent een wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-Overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden

1

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 678/2012 van de Commissie van 16 juli 2012 tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen [Szőregi rózsatő (BGA)]

4

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 679/2012 van de Commissie van 24 juli 2012 tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen [Squacquerone di Romagna (BOB)]

6

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2012 van de Commissie van 24 juli 2012 tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen [Uva di Puglia (BGA)]

8

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 681/2012 van de Commissie van 24 juli 2012 tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen [Kraški zašink (BGA)]

10

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 682/2012 van de Commissie van 24 juli 2012 tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen [Vadehavslam (BGA)]

12

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 683/2012 van de Commissie van 24 juli 2012 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

14

 

 

BESLUITEN

 

 

2012/426/GBVB

 

*

Besluit EUCAP NESTOR/1/2012 van het Politiek en Veiligheidscomité van 17 juli 2012 betreffende de benoeming van het hoofd van de missie van de Europese Unie voor de opbouw van regionale maritieme capaciteit in de Hoorn van Afrika (EUCAP NESTOR)

16

 

 

2012/427/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 24 juli 2012 inzake de erkenning van de regeling Scottish Quality Farm Assured Combinable Crops Limited voor het aantonen van de naleving van de duurzaamheidscriteria van de Richtlijnen 98/70/EG en 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad

17

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

25.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 198/1


BESLUIT VAN DE RAAD

van 10 juli 2012

over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt omtrent een wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-Overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden

(2012/425/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 165 en artikel 192, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Protocol nr. 31 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (2) (de „EER-overeenkomst”) bevat bepalingen en regelingen betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden.

(2)

Het is wenselijk de samenwerking tussen de partijen bij de EER-overeenkomst uit te breiden tot Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk (3).

(3)

Het is wenselijk om de samenwerking tussen de partijen bij de EER-overeenkomst uit te breiden naar de sport.

(4)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Verordening (EEG) nr. 1210/90 van de Raad van 7 mei 1990 inzake de oprichting van het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk (4) wordt bij Verordening (EG) nr. 401/2009 ingetrokken. De EER-overeenkomst moet derhalve worden gewijzigd om rekening te houden met Verordening (EG) nr. 401/2009.

(5)

Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de EER moet worden gebaseerd op het aangehechte ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt omtrent de voorgestelde wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-Overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

V. SHIARLY


(1)  PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.

(2)  PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.

(3)  PB L 126 van 21.5.2009, blz. 13.

(4)  PB L 120 van 11.5.1990, blz. 1.


ONTWERP

BESLUIT Nr. … VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

van

tot wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-Overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name de artikelen 86 en 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Protocol nr. 31 bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … (1).

(2)

Het is wenselijk de samenwerking tussen de partijen bij de Overeenkomst uit te breiden tot Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk (2).

(3)

Het is wenselijk om de samenwerking tussen de partijen bij de Overeenkomst uit te breiden naar de sport.

(4)

De in de Overeenkomst opgenomen Verordening (EEG) nr. 1210/90 van de Raad (3) wordt bij Verordening (EG) nr. 401/2009 ingetrokken en moet daarom uit de Overeenkomst worden geschrapt.

(5)

Protocol nr. 31 bij de Overeenkomst moet dus worden gewijzigd om de uitbreiding van de samenwerking mogelijk te maken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Protocol nr. 31 bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 3, lid 2, van Protocol nr. 31 bij de Overeenkomst wordt vervangen door:

„2.

a)

De EVA-staten nemen volledig deel aan de werkzaamheden van het Europees Milieuagentschap, hierna het „Agentschap” genoemd, en van het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk, die bij Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en –informatienetwerk (4) zijn opgericht.

b)

De EVA-staten dragen financieel aan de onder a) bedoelde werkzaamheden bij, overeenkomstig artikel 82, lid 1, van en Protocol nr. 32 bij dezelfde overeenkomst.

c)

De EVA-staten nemen als gevolg van b) volledig deel, zonder stemrecht, aan de werkzaamheden van de raad van bestuur van het Agentschap en worden geassocieerd met de werkzaamheden van het wetenschappelijk comité van het Agentschap.

d)

De term „lidsta(a)t(en)” en andere termen die verwijzen naar hun overheidsorganen in de artikelen 4 en 5 van de verordening omvatten, naast hun betekenis in de verordening, ook de EVA-staten en hun overheidsorganen.

e)

De milieugegevens die het Agentschap ontvangt of meedeelt, kunnen openbaar worden gemaakt en zijn toegankelijk voor het publiek, op voorwaarde dat vertrouwelijke informatie binnen de EVA-staten dezelfde graad van bescherming krijgt als binnen de Unie.

f)

Het Agentschap bezit rechtspersoonlijkheid. Het geniet in alle lidstaten de ruimste handelingsbevoegdheid die door de nationale wetgevingen aan rechtspersonen wordt toegekend.

g)

De EVA-staten passen op het Agentschap het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie toe.

h)

In afwijking van artikel 12, lid 2, onder a), van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, kunnen onderdanen van de EVA-staten die over hun volledige burgerrechten beschikken, op basis van een contract door de directeur van het Agentschap in dienst worden genomen.

i)

Op grond van artikel 79, lid 3, van de overeenkomst is deel VII van de overeenkomst (Bepalingen inzake de instellingen) van toepassing op dit lid.

j)

Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie is, voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 401/2009, eveneens van toepassing op alle documenten van het Agentschap betreffende de EVA-staten.

2)

De titel van artikel 4 (Onderwijs, opleiding en jeugdzaken) wordt vervangen door:

„Onderwijs, opleiding, jeugdzaken en sport”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van de laatste kennisgeving aan het Gemengd Comité van de EER zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst (5).

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER


(1)  PB L …

(2)  PB L 126 van 21.5.2009, blz. 13.

(3)  PB L 120 van 11.5.1990, blz. 1.

(4)  PB L 126 van 21.5.2009, blz. 13.”.

(5)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]


VERORDENINGEN

25.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 198/4


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 678/2012 VAN DE COMMISSIE

van 16 juli 2012

tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen [Szőregi rózsatő (BGA)]

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 7, lid 4, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, eerste alinea, en artikel 17, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 is de door Hongarije ingediende aanvraag tot registratie van de benaming "Szőregi rózsatő" bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (2).

(2)

Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006, moet deze naam worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de bijlage bij deze verordening vermelde naam wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 juli 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Dacian CIOLOȘ

Lid van de Commissie


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.

(2)  PB C 310 van 22.10.2011, blz. 17.


BIJLAGE

Landbouwproducten als bedoeld in bijlage II bij de verordening:

Categorie 3.5.   Sierbloemen en -planten

HONGARIJE

Szőregi rózsatő (BGA)


25.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 198/6


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 679/2012 VAN DE COMMISSIE

van 24 juli 2012

tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen [Squacquerone di Romagna (BOB)]

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 7, lid 4, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 510/2006 is de aanvraag van Italië tot registratie van de naam "Squacquerone di Romagna" bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (2).

(2)

Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006, moet deze benaming worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de bijlage bij deze verordening vermelde naam wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 juli 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Dacian CIOLOȘ

Lid van de Commissie


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.

(2)  PB C 304 van 15.10.2011, blz. 19.


BIJLAGE

In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie:

Categorie 1.3.   Kaas

ITALIË

Squacquerone di Romagna (BOB)


25.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 198/8


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 680/2012 VAN DE COMMISSIE

van 24 juli 2012

tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen [Uva di Puglia (BGA)]

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 7, lid 4, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 510/2006 is de aanvraag van Italië tot registratie van de naam "Uva di Puglia" bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (2).

(2)

Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006, moet deze benaming worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de bijlage bij deze verordening vermelde naam wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 juli 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Dacian CIOLOȘ

Lid van de Commissie


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.

(2)  PB C 304 van 15.10.2011, blz. 23.


BIJLAGE

In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie:

Categorie 1.6.   Groenten en fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt

ITALIË

Uva di Puglia (BGA)


25.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 198/10


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 681/2012 VAN DE COMMISSIE

van 24 juli 2012

tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen [Kraški zašink (BGA)]

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 7, lid 4, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 510/2006 is de door Slovenië ingediende aanvraag tot registratie van de benaming “Kraški zašink” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (2).

(2)

Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006, moet deze benaming worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de bijlage bij deze verordening vermelde naam wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 juli 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Dacian CIOLOȘ

Lid van de Commissie


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.

(2)  PB C 309 van 21.10.2011, blz. 13.


BIJLAGE

In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie:

Categorie 1.2.   Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt, enz.)

SLOVENIË

Kraški zašink (BGA)


25.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 198/12


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 682/2012 VAN DE COMMISSIE

van 24 juli 2012

tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen [Vadehavslam (BGA)]

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 7, lid 4, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 510/2006 is de door Denemarken ingediende aanvraag tot registratie van de benaming "Vadehavslam" bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (2).

(2)

Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006, moet deze benaming worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de bijlage bij deze verordening vermelde naam wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 juli 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Dacian CIOLOȘ

Lid van de Commissie


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.

(2)  PB C 306 van 18.10.2011, blz. 18.


BIJLAGE

In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie:

Categorie 1.1.   Vers vlees (en verse slachtafvallen)

DENEMARKEN

Vadehavslam (BGA)


25.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 198/14


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 683/2012 VAN DE COMMISSIE

van 24 juli 2012

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 juli 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0707 00 05

TR

95,4

ZZ

95,4

0709 93 10

TR

96,1

ZZ

96,1

0805 50 10

AR

86,6

BO

97,8

TR

89,0

UY

70,0

ZA

100,3

ZZ

88,7

0806 10 10

EG

141,1

IL

183,3

TR

166,5

ZZ

163,6

0808 10 80

AR

164,7

BR

92,7

CL

104,3

CN

126,4

NZ

132,1

US

134,7

UY

52,1

ZA

111,0

ZZ

114,8

0808 30 90

AR

168,0

CL

123,9

NZ

175,8

ZA

110,2

ZZ

144,5

0809 10 00

AR

124,4

TR

168,6

ZZ

146,5

0809 29 00

TR

348,9

ZZ

348,9

0809 30

TR

170,0

ZZ

170,0

0809 40 05

BA

74,7

IL

84,6

ZZ

79,7


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

25.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 198/16


BESLUIT EUCAP NESTOR/1/2012 VAN HET POLITIEK EN VEILIGHEIDSCOMITÉ

van 17 juli 2012

betreffende de benoeming van het hoofd van de missie van de Europese Unie voor de opbouw van regionale maritieme capaciteit in de Hoorn van Afrika (EUCAP NESTOR)

(2012/426/GBVB)

HET POLITIEK EN VEILIGHEIDSCOMITÉ,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 38, derde alinea,

Gezien Besluit 2012/389/GBVB van de Raad van 16 juli 2012 betreffende de missie van de Europese Unie voor de opbouw van regionale maritieme capaciteit in de Hoorn van Afrika (EUCAP NESTOR) (1), en met name artikel 9, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 9, lid 1, van Besluit 2012/389/GBVB wordt het Politiek en Veiligheidscomité gemachtigd om, overeenkomstig artikel 38 van het Verdrag, de nodige besluiten te nemen met het oog op het politieke toezicht op en de strategische aansturing van de missie van de Europese Unie voor de opbouw van regionale maritieme capaciteit in de Hoorn van Afrika (EUCAP NESTOR), waaronder het besluit een hoofd van de missie te benoemen.

(2)

De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid heeft voorgesteld de heer Jacques LAUNAY vanaf 17 juli 2012 tot hoofd van de missie van EUCAP NESTOR te benoemen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De heer Jacques LAUNAY wordt met ingang van 17 juli 2012 benoemd tot hoofd van de missie van de Europese Unie voor de opbouw van regionale maritieme capaciteit in de Hoorn van Afrika (EUCAP NESTOR).

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 17 juli 2012.

Voor het Politiek en Veiligheidscomité

De voorzitter

O. SKOOG


(1)  PB L 187 van 17.7.2012, blz. 40.


25.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 198/17


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 24 juli 2012

inzake de erkenning van de regeling „Scottish Quality Farm Assured Combinable Crops Limited” voor het aantonen van de naleving van de duurzaamheidscriteria van de Richtlijnen 98/70/EG en 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad

(2012/427/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (1), en met name artikel 18, lid 6,

Gezien Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof (2), als gewijzigd bij Richtlijn 2009/30/EG (3), en met name artikel 7 quater, lid 6,

Na raadpleging van het bij artikel 25, lid 2, van Richtlijn 2009/28/EG opgerichte raadgevend comité,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij de Richtlijnen 98/70/EG en 2009/28/EG zijn duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen vastgesteld. De bepalingen van de artikelen 7 ter, 7 quater en bijlage IV van Richtlijn 98/70/EG zijn vergelijkbaar met de bepalingen van artikel 17 en 18 en bijlage V van Richtlijn 2009/28/EG.

(2)

Wanneer biobrandstoffen en vloeibare biomassa in aanmerking moeten worden genomen voor de doeleinden van artikel 17, lid 1, onder a), b) en c), van Richtlijn 2009/28/EG verplichten de lidstaten de marktpartijen aan te tonen dat die biobrandstoffen en vloeibare biomassa voldoen aan de duurzaamheidscriteria van artikel 17, lid 2 tot en met 5, van Richtlijn 2009/28/EG.

(3)

Overeenkomstig overweging 76 van Richtlijn 2009/28/EG moeten onredelijke lasten voor het bedrijfsleven worden vermeden; vrijwillige regelingen kunnen bijdragen tot efficiënte oplossingen om de naleving van deze duurzaamheidscriteria aan te tonen.

(4)

De Commissie kan besluiten dat een vrijwillige nationale of internationale regeling aantoont dat leveringen van biobrandstoffen beantwoorden aan de duurzaamheidscriteria van artikel 17, leden 3 tot en met 5, van Richtlijn 2009/28/EG of dat een vrijwillige nationale of internationale regeling om broeikasgasreductie te meten nauwkeurige gegevens bevat voor de doelstellingen van artikel 17, lid 2, van die richtlijn.

(5)

De Commissie kan een dergelijke vrijwillige regeling voor een periode van 5 jaar erkennen.

(6)

Als een marktpartij bewijzen of gegevens indient die verkregen zijn overeenkomstig een door de Commissie erkende regeling, mag een lidstaat, voor zover het erkenningsbesluit daarop betrekking heeft, de leverancier niet vragen om verdere bewijzen van de naleving van de duurzaamheidscriteria in te dienen.

(7)

Het verzoek tot erkenning van de regeling „Scottish Quality Farm Assured Combinable Crops Limited” is op 27 maart 2012 bij de Commissie ingediend. Deze regeling heeft betrekking op wintertarwe, maïs en koolzaad, geproduceerd in het noorden van Groot-Brittannië, tot op het eerste punt van levering van deze gewassen. De erkende regeling wordt beschikbaar gemaakt op het bij Richtlijn 2009/28/EG opgerichte transparantieplatform. De Commissie moet rekening houden met overwegingen van commerciële gevoeligheid en kan ertoe besluiten de regeling slechts gedeeltelijk te publiceren.

(8)

Uit beoordelingen van de regeling „Scottish Quality Farm Assured Combinable Crops Limited” is gebleken dat zij de duurzaamheidscriteria van artikel 7 ter, leden 3, 4 en 5, van Richtlijn 98/70/EG en van artikel 17, leden 3, 4 en 5, van Richtlijn 2009/28/EG voldoende bestrijkt en dat zij bovendien tot op het eerste punt van levering van de desbetreffende gewassen een massabalansmethodologie toepast in overeenstemming met de eisen van artikel 7 quater, lid 1, van Richtlijn 98/70/EG en van artikel 18, lid 1, van Richtlijn 2009/28/EG. Bij deze regeling worden nauwkeurige gegevens versterkt inzake twee elementen die vereist zijn voor de toepassing van artikel 7 ter, lid 2, van Richtlijn 98/70/EG en artikel 17, lid 2, van Richtlijn 2009/28/EG, meer bepaald het geografische gebied waarvan de gewassen afkomstig zijn en de op jaarbasis berekende broeikasgasemissies uit wijzigingen van koolstofvoorraden door veranderingen in landgebruik. Voor een klein percentage van de leden van de regeling worden de duurzaamheidscriteria niet nageleefd op een deel van hun land. De regeling geeft in de onlinegegevensbank met betrekking tot de leden van de regeling aan of het land van de leden ervan geheel, dan wel gedeeltelijk in overeenstemming is met de duurzaamheidscriteria en vermeldt op het „Scottish Quality Crops”-paspoort dat leveringen in overeenstemming zijn met de duurzaamheidscriteria.

(9)

Uit de evaluatie van de „Scottish Quality Farm Assured Combinable Crops Limited”-regeling is gebleken dat zij beantwoordt aan passende normen inzake betrouwbaarheid, transparantie en onafhankelijke auditing.

(10)

Aanvullende duurzaamheidselementen van de „Scottish Quality Farm Assured Combinable Crops Limited”-regeling worden niet in aanmerking genomen voor dit besluit. Deze aanvullende duurzaamheidselementen zijn niet verplicht om overeenstemming aan te tonen met de duurzaamheidseisen van de Richtlijnen 98/70/EG en 2009/28/EG,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De vrijwillige regeling „Scottish Quality Farm Assured Combinable Crops Limited”, waarvoor op 27 maart 2012 een verzoek tot erkenning is ingediend bij de Commissie, toont bij middel van het „Scottish Quality Crops”-paspoort aan dat leveringen van wintertarwe, maïs en koolzaad beantwoorden aan de duurzaamheidscriteria van artikel 17, leden 3, 4 en 5, van Richtlijn 2009/28/EG en artikel 7 ter, leden 3, 4 en 5, van Richtlijn 98/70/EG. De regeling bevat ook accurate gegevens voor de toepassing van artikel 17, lid 2, van Richtlijn 2009/28/EG en van artikel 7 ter, lid 2, van Richtlijn 98/70/EG met betrekking tot de op jaarbasis berekende broeikasgasemissies uit wijzigingen van koolstofvoorraden door veranderingen in landgebruik (e l ) als bedoeld in punt 1 van deel C van bijlage IV van Richtlijn 98/70/EG en punt 1 van deel C van bijlage V van Richtlijn 2009/28/EG, waarbij wordt aangetoond dat die emissies gelijk zijn aan nul, en het geografische gebied als bedoeld in punt 6 van deel C van bijlage IV van Richtlijn 98/70/EG en punt 6 van deel C van bijlage V van Richtlijn 2009/28/EG.

De vrijwillige regeling „Scottish Quality Farm Assured Combinable Crops Limited” mag worden gebruikt tot op het eerste punt van levering voor de leveringen waarvoor moet worden aangetoond dat zij voldoen aan artikel 7 quater, lid 1, van Richtlijn 98/70/EG en artikel 18, lid 1, van Richtlijn 2009/28/EG.

Artikel 2

Dit besluit is geldig voor een periode van vijf jaar na de inwerkingtreding ervan. Wanneer de regeling na de goedkeuring ervan inhoudelijke wijzigingen ondergaat die gevolgen kunnen hebben voor de grondslag van dit besluit, worden dergelijke wijzingen onmiddellijk aan de Commissie gemeld. De Commissie beoordeelt de gemelde wijzigingen om na te gaan of de regeling nog steeds voldoende betrekking heeft op de duurzaamheidscriteria waarvoor ze is erkend.

Als duidelijk wordt aangetoond dat de regeling elementen die van doorslaggevend belang voor dit besluit worden geacht, niet ten uitvoer heeft gelegd en als een ernstige en structurele inbreuk op deze elementen heeft plaatsgevonden, kan de Commissie dit besluit intrekken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 juli 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16.

(2)  PB L 350 van 28.12.1998, blz. 58.

(3)  PB L 140 van 5.6.2009, blz. 88.