ISSN 1977-0758 doi:10.3000/19770758.L_2012.192.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 192 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
55e jaargang |
Inhoud |
|
II Niet-wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
* |
||
|
* |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
BESLUITEN |
|
|
|
2012/408/EU |
|
|
* |
||
|
|
2012/409/EU |
|
|
* |
||
|
|
2012/410/EU |
|
|
* |
||
|
|
2012/411/EU |
|
|
* |
Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 17 juli 2012 tot wijziging van Besluit 2010/472/EU ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften betreffende simbuvirussen en epizoötische hemorragische ziekte (Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 4831) ( 1 ) |
|
|
|
2012/412/EU |
|
|
* |
||
|
|
2012/413/EU |
|
|
* |
Besluit van de Commissie van 19 juli 2012 inzake de opstelling van de jaarlijkse prioriteitenlijsten voor de ontwikkeling van netcodes en richtsnoeren voor 2013 ( 1 ) |
|
|
Rectificaties |
|
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
20.7.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 192/1 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 660/2012 VAN DE COMMISSIE
van 19 juli 2012
inzake bepaalde marktondersteunende maatregelen in de slachtpluimveesector in Italië
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten ("Integrale-GMO-verordening") (1), en met name artikel 44 juncto artikel 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In verband met het uitbreken van aviaire influenza in bepaalde productiegebieden in Italië tussen december 1999 en april 2000, tussen augustus en oktober 2000 en tussen oktober 2002 en september 2003 hebben de Italiaanse autoriteiten met name op grond van Richtlijn 92/40/EEG van de Raad van 19 mei 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van aviaire influenza (2) beperkende maatregelen van veterinaire en commerciële aard vastgesteld. Hierdoor was het in heel Italië of in de rechtstreeks door de uitbraak getroffen gebieden tijdelijk verboden broedeieren en eendagskuikens te vervoeren en af te zetten. |
(2) |
Als gevolg van de uit de toepassing van de veterinaire maatregelen voortvloeiende beperkingen van het vrije verkeer van broedeieren en eendagskuikens dreigde de markt voor broedeieren en eendagskuikens in Italië ernstig te worden verstoord. |
(3) |
Op 9 december 2004 heeft de Commissie Verordening (EG) nr. 2102/2004 van de Commissie van 9 december 2004 houdende enige buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in de sector eieren in Italië (3) vastgesteld op grond van artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2771/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector eieren (4). De Commissie heeft voor eendagskuikens geen verordening met vergelijkbare buitengewone marktondersteunende maatregelen vastgesteld, dit maal op grond van artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee (5). |
(4) |
Op 19 april 2007 heeft Italië bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen een procedure (6) ingeleid tot nietigverklaring van de in een brief d.d. 7 februari 2007 vervatte beschikking van de directeur-generaal van het directoraat-generaal Landbouw van de Commissie waarbij het verzoek van de Italiaanse autoriteiten om buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de Italiaanse markt voor slachtpluimvee als bedoeld in artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad, wordt afgewezen, voor zover het de kuikens betreft die zijn vernietigd in de door aviaire influenza getroffen gebieden waarvoor in de periode van december 1999 tot en met september 2003 veterinaire maatregelen ter beperking van het vervoer golden (7). |
(5) |
Op 17 januari 2012 heeft het Gerecht (Zevende kamer) in zijn arrest in de zaak T-135/2007 (8) de beschikking van 7 februari 2007 tot afwijzing van het verzoek van de Italiaanse autoriteiten om buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de Italiaanse markt voor slachtpluimvee als bedoeld in artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2777/75, nietig verklaard. De Commissie heeft geen beroep aangetekend tegen het arrest van het Gerecht. |
(6) |
Overeenkomstig artikel 266 van het Verdrag is een instelling welker handeling nietig is verklaard gehouden de maatregelen te nemen welke nodig zijn ter uitvoering van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Op grond van artikel 254 van het Verdrag is dat artikel tevens van toepassing op de arresten van het Gerecht. |
(7) |
Uit het arrest van het Gerecht vloeit voort dat de Commissie op grond van artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2777/75 een verordening had moeten goedkeuren tot vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de Italiaanse markt voor slachtpluimvee voor wat betreft de kuikens die zijn geslacht en vernietigd in de door aviaire influenza getroffen gebieden waarvoor in de periode van december 1999 tot en met september 2003 veterinaire maatregelen golden om het vervoer van eendagskuikens te beperken en het opzetten van eendagskuikens te verbieden. Aangezien Verordening (EEG) nr. 2777/75 niet meer van kracht is, dient de Commissie uitvoering aan het arrest van het Gerecht te geven door een verordening vast te stellen op grond van artikel 44 van Verordening (EG) nr. 1234/2007. |
(8) |
Overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 zal de Unie in de financiering van in artikel 44 bedoelde buitengewone maatregelen deelnemen ten bedrage van 50 % van de door de lidstaten gedane uitgaven. |
(9) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Het slachten en vernietigen van kuikens van de GN-codes 0105 11 19 en 0105 12 in de perioden tussen 17 december 1999 en 14 april 2000, tussen 14 augustus en 16 oktober 2000 en tussen 11 oktober 2002 en 30 september 2003 in Italië naar aanleiding van de toepassing van de met name op Richtlijn 92/40/EEG gebaseerde nationale veterinaire maatregelen wordt beschouwd als een buitengewone marktondersteunende maatregel in de zin van artikel 44 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.
2. De Unie zal in de financiering van in lid 1 bedoelde maatregel deelnemen ten bedrage van 50 % van de door Italië gedane uitgaven. De gedeeltelijke financiering door de Unie bestaat uit de volgende bedragen:
— |
0,1344 EUR per mannelijk of vrouwelijk voor de industriële productie (met een andere gewichtstoename) bestemd eendagskuiken van de soort Gallus domesticus van GN-code 0105 11 19, voor in totaal maximaal 3 647 277 eendagskuikens, |
— |
0,1548 EUR per niet-gesorteerd (zowel mannelijk als vrouwelijk voor de landbouwproductie bestemd) eendagskuiken van de soort Gallus domesticus van GN-code 0105 11 19, voor in totaal maximaal 3 768 800 eendagskuikens, |
— |
0,5064 EUR per niet-gesorteerd (zowel mannelijk als vrouwelijk) eendagskuiken van de soort Meleagridis gallopavo van GN-code 0105 12, voor in totaal maximaal 680 730 eendagskuikens, |
— |
0,744 EUR per gesext mannelijk eendagskuiken van de soort Meleagridis gallopavo van GN-code 0105 12, voor in totaal maximaal 193 140 eendagskuikens, |
— |
0,2688 EUR per gesext vrouwelijk eendagskuiken van de soort Meleagridis gallopavo van GN-code 0105 12, voor in totaal maximaal 535 960 eendagskuikens. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 juli 2012.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 167 van 22.6.1992, blz. 1.
(3) PB L 365 van 10.12.2004, blz. 10.
(4) PB L 282 van 1.11.1975, blz. 49. Deze verordening is met ingang van 1 juli 2008 bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 ingetrokken en door die verordening vervangen.
(5) PB L 282 van 1.11.1975, blz. 77. Deze verordening is met ingang van 1 juli 2008 bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 ingetrokken en door die verordening vervangen.
(6) Gerecht van de Europese Unie, 1 december 2009.
(7) PB C 140 van 23.6.2007, blz. 38 (Zaak T-135/07 – Italië versus de Commissie).
(8) PB C 58 van 25.2.2012, blz. 7.
20.7.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 192/3 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 661/2012 VAN DE COMMISSIE
van 19 juli 2012
tot rectificatie van de Sloveense versie van Verordening (EEG) nr. 2568/91 van de Commissie inzake de kenmerken van olijfoliën en oliën uit afvallen van olijven en de desbetreffende analysemethoden
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (1), en met name artikel 113, lid 1, onder a), en artikel 121, onder h), juncto artikel 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Sloveense taalversie van Verordening (EEG) nr. 2568/91, als gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 61/2011 van de Commissie (2), bevat een fout: in bijlage XX, punt 4.2, is de formulering van "de zuiverheid moet worden gecontroleerd" namelijk onjuist. Daarom is een rectificatie van de Sloveense taalversie nodig. Met de overige taalversies zijn er geen problemen. |
(2) |
Verordening (EEC) nr. 2568/91 moet daarom dienovereenkomstig worden gerectificeerd. |
(3) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Betreft alleen de Sloveense taalversie.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 juli 2012.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 23 van 27.1.2011, blz. 1.
20.7.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 192/4 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 662/2012 VAN DE COMMISSIE
van 19 juli 2012
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),
Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 juli 2012.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
José Manuel SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
MK |
41,0 |
ZZ |
41,0 |
|
0707 00 05 |
TR |
95,4 |
ZZ |
95,4 |
|
0709 93 10 |
TR |
96,1 |
ZZ |
96,1 |
|
0805 50 10 |
AR |
90,6 |
BO |
97,8 |
|
TR |
52,0 |
|
UY |
90,0 |
|
ZA |
90,2 |
|
ZZ |
84,1 |
|
0808 10 80 |
AR |
138,3 |
BR |
89,2 |
|
CL |
112,0 |
|
CN |
126,4 |
|
NZ |
132,9 |
|
US |
146,3 |
|
UY |
52,1 |
|
ZA |
98,4 |
|
ZZ |
112,0 |
|
0808 30 90 |
AR |
137,1 |
CL |
117,7 |
|
ZA |
103,6 |
|
ZZ |
119,5 |
|
0809 10 00 |
TR |
166,6 |
ZZ |
166,6 |
|
0809 29 00 |
TR |
385,1 |
ZZ |
385,1 |
|
0809 30 |
TR |
177,2 |
ZZ |
177,2 |
|
0809 40 05 |
BA |
81,6 |
ZZ |
81,6 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.
20.7.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 192/6 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 663/2012 VAN DE COMMISSIE
van 19 juli 2012
tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector vlees van pluimvee
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 164, lid 2, en artikel 170, juncto artikel 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens artikel 162, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 kan het verschil tussen de prijzen van de in deel XX van bijlage I bij die verordening bedoelde producten op de wereldmarkt en die in de Unie worden overbrugd door een restitutie bij uitvoer. |
(2) |
Gezien de huidige situatie op de pluimveevleesmarkt, moeten uitvoerrestituties worden vastgesteld overeenkomstig de regels en criteria van de artikelen 162, 163, 164, 167 en 169 van Verordening (EG) nr. 1234/2007. |
(3) |
Krachtens artikel 164, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 kunnen de restituties naargelang van de bestemming worden gedifferentieerd, met name indien dit noodzakelijk is wegens de situatie op de wereldmarkt, de specifieke vereisten van bepaalde markten of de verplichtingen die voortvloeien uit volgens artikel 300 van het Verdrag gesloten overeenkomsten. |
(4) |
De restituties moeten slechts worden toegekend voor producten die vrij in de Unie mogen worden verhandeld en die zijn voorzien van het identificatiemerk als bedoeld in artikel 5, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (2). Deze producten moeten tevens voldoen aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (3). |
(5) |
De thans geldende restituties zijn vastgesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 341/2012 van de Commissie (4). Aangezien nieuwe restituties moeten worden vastgesteld, moet die verordening worden ingetrokken. |
(6) |
Om zowel afwijkingen ten opzichte van de huidige marktsituatie als speculatie op de markt te voorkomen en om een efficiënt beheer te garanderen, dient deze verordening in werking te treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
(7) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De in artikel 164 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde uitvoerrestituties worden toegekend voor de producten en met toepassing van de bedragen die zijn vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening, op voorwaarde dat aan het bepaalde in lid 2 van dit artikel wordt voldaan.
2. De op grond van lid 1 voor restituties in aanmerking komende producten voldoen aan de desbetreffende eisen van de Verordeningen (EG) nr. 852/2004 en (EG) nr. 853/2004, zijn met name vervaardigd in een erkende inrichting en voldoen aan de voorwaarden inzake het identificatiemerk die zijn vastgesteld in bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.
Artikel 2
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 341/2012 wordt ingetrokken.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 juli 2012.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
José Manuel SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55.
(3) PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1.
(4) PB L 108 van 20.4.2012, blz. 21.
BIJLAGE
Uitvoerrestituties in de sector vlees van pluimvee voor de periode vanaf 20 juli 2012
Productcode |
Bestemming |
Meeteenheid |
Restitutiebedrag |
|||
0105 11 11 9000 |
A02 |
EUR/100 pcs |
0,00 |
|||
0105 11 19 9000 |
A02 |
EUR/100 pcs |
0,00 |
|||
0105 11 91 9000 |
A02 |
EUR/100 pcs |
0,00 |
|||
0105 11 99 9000 |
A02 |
EUR/100 pcs |
0,00 |
|||
0105 12 00 9000 |
A02 |
EUR/100 pcs |
0,00 |
|||
0105 14 00 9000 |
A02 |
EUR/100 pcs |
0,00 |
|||
0207 12 10 9900 |
V03 |
EUR/100 kg |
32,50 |
|||
0207 12 90 9190 |
V03 |
EUR/100 kg |
32,50 |
|||
0207 12 90 9990 |
V03 |
EUR/100 kg |
32,50 |
|||
NB: De productcodes en de bestemmingscodes van reeks „A” zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1). De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:
|
20.7.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 192/9 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 664/2012 VAN DE COMMISSIE
van 19 juli 2012
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1484/95 wat betreft de representatieve prijzen in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede van ovoalbumine
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 143 juncto artikel 4,
Gezien Verordening (EG) nr. 614/2009 van de Raad van 7 juli 2009 betreffende een gemeenschappelijke regeling van het handelsverkeer voor ovoalbumine en lactoalbumine (2), en met name artikel 3, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1484/95 van de Commissie (3) zijn bepalingen vastgesteld voor de toepassing van de regeling inzake aanvullende invoerrechten en zijn de representatieve prijzen in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede van ovoalbumine, vastgesteld. |
(2) |
Uit de regelmatige controle van de gegevens die als basis worden gebruikt voor het bepalen van de representatieve prijzen in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede van ovoalbumine, blijkt dat de representatieve prijzen voor de invoer van bepaalde producten moeten worden gewijzigd met inachtneming van de naargelang van de oorsprong optredende prijsverschillen. |
(3) |
Verordening (EG) nr. 1484/95 moet bijgevolg worden gewijzigd. |
(4) |
Om ervoor te zorgen dat deze maatregel zo snel mogelijk na de terbeschikkingstelling van de bijgewerkte gegevens van toepassing wordt, dient de onderhavige verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan. |
(5) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1484/95 wordt vervangen door de tekst die is opgenomen in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 juli 2012.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
José Manuel SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 181 van 14.7.2009, blz. 8.
(3) PB L 145 van 29.6.1995, blz. 47.
BIJLAGE
„BIJLAGE I
GN-code |
Omschrijving |
Representatieve prijs (EUR/100 kg) |
In artikel 3, lid 3, bedoelde zekerheid (EUR/100 kg) |
Oorsprong (1) |
0207 12 10 |
Geslachte kippen (zogenaamde kippen 70 %), bevroren |
123,8 |
0 |
AR |
127,9 |
0 |
BR |
||
0207 12 90 |
Geslachte kippen (zogenaamde kippen 65 %), bevroren |
133,5 |
0 |
AR |
128,1 |
0 |
BR |
||
0207 14 10 |
Delen zonder been, van hanen of van kippen, bevroren |
285,2 |
4 |
AR |
242,7 |
17 |
BR |
||
323,9 |
0 |
CL |
||
0207 27 10 |
Delen zonder been, van kalkoenen, bevroren |
347,7 |
0 |
BR |
375,7 |
0 |
CL |
||
0408 91 80 |
Eieren uit de schaal, gedroogd |
455,4 |
0 |
AR |
1602 32 11 |
Bereidingen van hanen of van kippen, niet gekookt en niet gebakken |
288,3 |
0 |
BR |
350,8 |
0 |
CL |
||
3502 11 90 |
Ovoalbumine, gedroogd |
543,5 |
0 |
AR |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.”
BESLUITEN
20.7.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 192/11 |
BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 4 juli 2012
betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (EGF/2012/000 TA 2012 — Technische bijstand op initiatief van de Commissie)
(2012/408/EU)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (1), en met name punt 28,
Gezien Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2), en met name artikel 8, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te verlenen aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen als gevolg van de globalisering, en om hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt. |
(2) |
Krachtens het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 mag uit het EFG een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen EUR beschikbaar worden gesteld. |
(3) |
Krachtens Verordening (EG) nr. 1927/2006 kan 0,35 % van dat jaarlijkse maximum-bedrag elk jaar gebruikt worden voor technische bijstand op initiatief van de Commissie. Bijgevolg stelt de begrotingsautoriteit voor om een bedrag van 730 000 EUR beschikbaar te stellen. |
(4) |
Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld voor technische bijstand op initiatief van de Commissie, |
HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2012 wordt een bedrag van 730 000 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Straatsburg, 4 juli 2012.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
M. SCHULZ
Voor de Raad
De voorzitter
A. D. MAVROYIANNIS
(1) PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.
(2) PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1.
20.7.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 192/12 |
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
van 10 juli 2012
tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal
(2012/409/EU)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (1), en met name artikel 3, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 3, lid 9, van Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU van de Raad (2) heeft de Commissie samen met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en in contact met de Europese Centrale Bank (ECB) voor de vierde keer beoordeeld welke vorderingen de Portugese autoriteiten bij de uitvoering van de uit hoofde van het economische en financiële hervormingsprogramma („programma”) overeengekomen maatregelen hebben gemaakt, hoe doeltreffend deze zijn en welk economisch en sociaal effect ze sorteren. |
(2) |
Uit de beoordeling is gebleken dat Portugal in het eerste kwartaal van 2012 in bevredigende mate aan de voorwaarden heeft voldaan. In 2011 bedroeg het overheidstekort 4,2 % van het bbp. De begrotingsdoelstelling voor 2012 van 4,5 % van het bbp blijft binnen bereik. Het herstellen van het evenwicht in de economie is in snel tempo voortgezet; de uitvoer heeft het beter gedaan dan verwacht en de zwakkere binnenlandse vraag ruimschoots gecompenseerd. De aan de begrotingsdoelstellingen verbonden risico’s die verband houden met het in evenwicht brengen van de macro-economische vooruitzichten beginnen zich echter te manifesteren: bij de samenstelling van de groei slaat de balans sterker door in het voordeel van de netto-uitvoer en in het nadeel van de binnenlandse vraag in het licht van de sterke verslechtering van de arbeidsmarktsituatie. Er is vooruitgang geboekt met hervormingen om het economisch groeipotentieel voor de lange termijn te vergroten. Voor arbeidsmarkthervorming die ertoe strekt de flexibiliteit te vergroten en de productiviteit te verbeteren zijn al regels opgesteld en die hervorming moet worden voortgezet. De ontslagvergoedingen moeten worden gelijkgetrokken met het gemiddelde in de Unie en er moet een fonds worden opgericht om de ontslagvergoedingen deels te financieren. Momenteel wordt gewerkt aan een voorstel tot herziening van het mechanisme voor de verlenging van collectieve overeenkomsten. De beleidsinspanningen om het financiële stelsel te ondersteunen, worden voortgezet. De verkoop van de Banco Português de Negócios (BPN) is afgerond en het management van de special purpose vehicles moet worden geoptimaliseerd om de door BPN overgedragen activa zoveel mogelijk te recupereren. De afbouw van de schuldhefboom ontwikkelt zich op een ordelijke wijze. De herkapitalisering van het bankwezen voldoet aan de doelstelling om uiterlijk in juni 2012 een tier 1-kernkapitaalratio van 9 % te halen, inclusief de vereisten van de Europese Bankautoriteit en de kapitaalvereisten die verband houden met de gedeeltelijke overdracht van de pensioenfondsen en speciale inspecties ter plaatse. Het kader voor vroegtijdige interventie, afwikkeling en depositoverzekering is versterkt en de Portugese autoriteiten wordt verzocht uitvoeringsmaatregelen ter zake uit te werken. Het is van essentieel belang dat productmarkten, met name beschermde dienstensectoren, worden hervormd teneinde het concurrentievermogen te herstellen en de groei en de werkgelegenheid te bevorderen. De Portugese regering legt thans een strategie ten uitvoer waarmee wordt beoogd staatsbedrijven te herstructureren met de bedoeling hun schuldenlast te verminderen en ervoor te zorgen dat zij zich tegen betere voorwaarden op de markt kunnen financieren. Een internationaal auditkantoor werkt momenteel aan een studie ter beoordeling van de kosten en baten die verbonden zijn aan de heronderhandeling van publiek-private partnerschappen (PPP’s) of concessieovereenkomsten met de bedoeling de financiële verplichtingen van de overheid te reduceren. De Portugese regering is vastbesloten een doeltreffende regeling voor de handhaving van het mededingingsrecht tot stand te brengen. De regelgeving voor de huizenmarkt wordt gemoderniseerd teneinde de geografische mobiliteit te bevorderen, en bij de hervorming van het rechtssysteem worden goede vorderingen gemaakt. Momenteel wordt overeenkomstig de nieuwe kaderwet uitvoering gegeven aan het privatiseringsprogramma. |
(3) |
In het licht van deze ontwikkelingen moet Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 3 van Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Lid 6 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Lid 8 wordt vervangen door: „8. Teneinde het vertrouwen in de financiële sector te herstellen, zorgt Portugal voor een toereikende herkapitalisatie van zijn banksector en een ordelijke afbouw van de schuldhefboom. In dat verband legt Portugal de met de Commissie, de ECB en het IMF overeengekomen strategie voor de Portugese banksector ten uitvoer, zodat de financiële stabiliteit wordt gevrijwaard. Portugal neemt in het bijzonder de volgende maatregelen:
|
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de Portugese Republiek.
Gedaan te Brussel, 10 juli 2012.
Voor de Raad
De voorzitter
V. SHIARLY
(1) PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1.
(2) PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88.
20.7.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 192/15 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 16 juli 2012
tot vaststelling van het door de Europese Unie in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in te nemen standpunt over het verzoek van de Filipijnen om een WTO-ontheffing met het oog op voortzetting van de toepassing van de bijzondere behandeling voor rijst
(2012/410/EU)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Aan de Filipijnen werd bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO-overeenkomst) en met name de Overeenkomst inzake de landbouw voor een periode van tien jaar een bijzondere behandeling voor rijst toegestaan. |
(2) |
Overeenkomstig de Overeenkomst inzake de landbouw werd aan de Filipijnen vervolgens een verlenging van de toepassing van de bijzondere behandeling voor rijst verleend van 1 juli 2005 tot en met 30 juni 2012, door middel van een wijziging van lijst LXXV ervan. |
(3) |
Voortzetting van de bijzondere behandeling voor rijst na 30 juni 2012 was afhankelijk van het resultaat van de onderhandelingen over de Doha-ontwikkelingsagenda (DDA), en of deze in een alternatieve bijzondere regeling zouden voorzien. De DDA-onderhandelingen zijn evenwel nog niet afgesloten. |
(4) |
De Filipijnen hebben de Landbouwcommissie van de WTO op 22 november 2011 in kennis gesteld van hun voornemen om met WTO-leden die een aanzienlijk belang bij het betrokken product hebben in onderhandeling te treden over de voortzetting van hun bijzondere behandeling voor rijst. |
(5) |
In artikel IX, leden 3 en 4, van de WTO-overeenkomst worden de procedures voor het verlenen van ontheffingen betreffende multilaterale handelsovereenkomsten vastgesteld. |
(6) |
Op die grond hebben de Filipijnen op 20 maart 2012 bij de WTO een verzoek ingediend om ontheven te worden van hun verplichtingen uit hoofde van artikel 4, lid 2, en bijlage 5, sectie B, van de Overeenkomst inzake de landbouw, teneinde van 1 juli 2012 tot en met 30 juni 2017 een bijzondere behandeling voor rijst te ontvangen. |
(7) |
De Unie is een netto-importeur van rijst. Verlening van deze ontheffing zou derhalve slechts minimale gevolgen hebben voor de economie en handel van de Unie. |
(8) |
Het is derhalve wenselijk het door de Unie in de Algemene Raad van de WTO ten aanzien van dit ontheffingsverzoek in te nemen standpunt vast te stellen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het door de Europese Unie in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie in te nemen standpunt is dat zij het door de Filipijnen ingediende ontheffingsverzoek teneinde de toepassing van hun bijzondere behandeling voor rijst van 1 juli 2012 tot en met 30 juni 2017 in overeenstemming met de voorwaarden in dat verzoek voort te zetten, steunt.
Dit standpunt zal door de Commissie tot uitdrukking worden gebracht.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 16 juli 2012.
Voor de Raad
De voorzitter
S. ALETRARIS
20.7.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 192/16 |
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 17 juli 2012
tot wijziging van Besluit 2010/472/EU ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften betreffende simbuvirussen en epizoötische hemorragische ziekte
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 4831)
(Voor de EER relevante tekst)
(2012/411/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, deel I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt (1), en met name artikel 17, lid 2, onder b), artikel 18, lid 1, eerste streepje, artikel 19, inleidende zin, en artikel 19, onder b),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Besluit 2010/472/EU van de Commissie van 26 augustus 2010 inzake de invoer van sperma, eicellen en embryo’s van schapen en geiten in de Unie (2) bevat een lijst van derde landen of delen daarvan waaruit de lidstaten de invoer van zendingen sperma, eicellen en embryo’s van schapen en geiten in de Unie moeten toestaan. Bij het besluit worden voorts ten aanzien van specifieke dierziekten aanvullende garanties bepaald die moeten worden geboden door in de bijlagen I en III daarbij vermelde landen, en worden in deel 2 van de bijlagen II en IV daarbij modellen van gezondheidscertificaten voor dergelijke invoer vastgesteld. |
(2) |
De veterinairrechtelijke voorschriften betreffende bluetongue in de modellen van gezondheidscertificaten in deel 2 van de bijlagen II en IV bij Besluit 2010/472/EU zijn gebaseerd op de aanbevelingen van hoofdstuk 8.3 van de Terrestrial Animal Health Code van de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE), dat betrekking heeft op die ziekte. In dat hoofdstuk worden allerlei risicobeperkende maatregelen aanbevolen die erop gericht zijn ofwel de zoogdiergastheer niet bloot te stellen aan de besmettelijke vector, ofwel het virus te inactiveren door middel van antilichamen. |
(3) |
Bovendien heeft de OIE in de Terrestrial Animal Health Code een hoofdstuk gewijd aan de bewaking ten aanzien van geleedpotige vectoren van dierziekten. De controle van herkauwers op antilichamen tegen simbuvirussen, zoals het akabane- en het ainovirus van de familie Bunyaviridae, die vroeger werd beschouwd als een voordelige manier om de verspreiding van bluetonguecompetente vectoren vast te stellen voor er meer informatie over de verspreiding van die ziekten beschikbaar was, is niet opgenomen in die aanbevelingen. |
(4) |
Bovendien heeft de OIE de akabane- en de ainoziekte niet in de Terrestrial Animal Health Code opgenomen. Bijgevolg moet het voorschrift voor het jaarlijks testen op die ziekten om de afwezigheid van de vector aan te tonen, worden geschrapt uit de bijlagen I en III bij Besluit 2010/472/EU en uit de modellen van gezondheidscertificaten in deel 2 van de bijlagen II en IV daarbij. |
(5) |
Voorts voldoen de veterinairrechtelijke voorschriften voor epizoötische hemorragische ziekte in de modellen van gezondheidscertificaten in deel 2 van de bijlagen II en IV bij Besluit 2010/472/EU niet in alle opzichten aan de voorschriften van Uitvoeringsbesluit 2011/630/EU van de Commissie van 20 september 2011 betreffende de invoer van rundersperma in de Unie (3) en de aanbevelingen van het Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial Animals van de OIE. Die modellen van gezondheidscertificaten moeten daarom worden gewijzigd in het licht van de voorschriften van Uitvoeringsbesluit 2011/630/EU en de aanbevelingen van dat Manual. |
(6) |
De bijlagen bij Besluit 2010/472/EG moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(7) |
Om een verstoring van het handelsverkeer te vermijden, moet het gebruik van gezondheidscertificaten die vóór de invoering van de bij dit besluit vastgestelde wijzigingen zijn afgegeven overeenkomstig Besluit 2010/472/EU, gedurende een overgangsperiode onder bepaalde voorwaarden worden toegestaan. |
(8) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen bij Besluit 2010/472/EG worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Voor een overgangsperiode tot en met 30 juni 2013 staan de lidstaten de invoer van de volgende zendingen uit derde landen toe:
a) |
sperma van schapen en geiten die vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat dat uiterlijk op 31 mei 2013 overeenkomstig het model in bijlage II, deel 2, afdeling A, bij Besluit 2010/472/EU vóór de invoering van de bij dit besluit vastgestelde wijzigingen is afgegeven. |
b) |
eicellen en embryo's van schapen en geiten die vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat dat uiterlijk op 31 mei 2013 overeenkomstig het model in bijlage IV, deel 2, bij Besluit 2010/472/EU vóór de invoering van de bij dit besluit vastgestelde wijzigingen is afgegeven. |
Artikel 3
Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 januari 2013.
Artikel 4
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 17 juli 2012.
Voor de Commissie
John DALLI
Lid van de Commissie
(1) PB L 268 van 14.9.1992, blz. 54.
(2) PB L 228 van 31.8.2010, blz. 74.
(3) PB L 247 van 24.9.2011, blz. 32.
BIJLAGE
De bijlagen bij Besluit 2010/472/EU worden als volgt gewijzigd:
1) |
Bijlage I wordt vervangen door: „BIJLAGE I Lijst van derde landen of delen daarvan waaruit de lidstaten de invoer van zendingen sperma van schapen en geiten moeten toestaan
|
2) |
Bijlage II, deel 2, afdeling A, wordt vervangen door: „Afdeling A Model 1 — Gezondheidscertificaat voor sperma dat wordt verzonden uit een erkend spermacentrum, waar het is gewonnen
|
3) |
Bijlage III wordt vervangen door: „BIJLAGE III Lijst van derde landen of delen daarvan waaruit de lidstaten de invoer van zendingen eicellen en embryo’s van schapen en geiten moeten toestaan
|
4) |
Deel 2 van bijlage IV wordt vervangen door: „DEEL 2 Model van gezondheidscertificaat voor de invoer van zendingen eicellen en embryo’s van schapen en geiten
|
(1) Certificaten volgens de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten, goedgekeurd bij Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en, wat betreft de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 132).”
(2) Certificaten volgens de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten, goedgekeurd bij Besluit 2002/309/EG, Euratom.”
20.7.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 192/29 |
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 19 juli 2012
tot wijziging van de lijst van „primaire lokale lichamen” in de bijlage bij Richtlijn 94/80/EG van de Raad tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het actieve en passieve kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen ten behoeve van de burgers van de Unie die verblijven in een lidstaat waarvan zij de nationaliteit niet bezitten
(2012/412/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 22, lid 1,
Gezien Richtlijn 94/80/EG van de Raad van 19 december 1994 tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het actieve en passieve kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen ten behoeve van de burgers van de Unie die verblijven in een lidstaat waarvan zij de nationaliteit niet bezitten (1) en met name artikel 2, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In de bijlage bij Richtlijn 94/80/EG worden de „primaire lokale lichamen” opgesomd die de werkingssfeer van de richtlijn bepalen. |
(2) |
Volgens artikel 2, lid 2, van Richtlijn 94/80/EG moeten de lidstaten de Commissie ervan in kennis stellen wanneer een van de in de bijlage bij de richtlijn genoemde primaire lokale lichamen krachtens een wijziging van de nationale wetgeving wordt vervangen door een ander lichaam, of wanneer ten gevolge van die wijziging een primair lokaal lichaam wordt afgeschaft of andere dergelijke lichamen worden opgericht. Vervolgens past de Commissie de bijlage aan door er de nodige vervangingen, doorhalingen en toevoegingen in aan te brengen, waarna de aldus herziene bijlage wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
(3) |
Denemarken, Griekenland, Ierland, Letland en Litouwen hebben de Commissie laten weten dat de „primaire lokale lichamen” als gevolg van wijzigingen in de nationale wetgeving zijn veranderd. De Commissie is formeel in kennis gesteld van deze wetgeving. |
(4) |
De bijlage bij Richtlijn 94/80/EG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Richtlijn 94/80/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 19 juli 2012.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 368 van 31.12.1994, blz. 38.
BIJLAGE
In de bijlage bij Richtlijn 94/80/EG wordt de lijst van „primaire lokale lichamen” vervangen door:
„Voor de toepassing van het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder a), van deze richtlijn wordt onder „primair lokaal lichaam” het volgende verstaan:
— |
in Oostenrijk: Gemeinden, Bezirke in der Stadt Wien, |
— |
in België: commune/gemeente/Gemeinde, |
— |
in Bulgarije: община/кметство/Общината е основната административно-териториална единица, в която се осъществява местното самоуправление, |
— |
in Cyprus: δήμος, κοινότητα, |
— |
in Tsjechië: obec, městský obvod nebo městská část územně členěného statutárního města, městská část hlavního města Prahy, |
— |
in Denemarken: kommune, region, |
— |
in Estland: vald, linn, |
— |
in Finland: kunta, kommun, kommun på Åland, |
— |
in Frankrijk: commune, arrondissement dans les villes déterminées par la législation interne, section de commune, |
— |
in Duitsland: kreisfreie Stadt bzw. Stadtkreis; Kreis; Gemeinde, Bezirk in der Freien und Hansestadt Hamburg und im Land Berlin; Stadtgemeinde Bremen in der Freien Hansestadt Bremen, Stadt-, Gemeinde-, oder Ortsbezirke bzw. Ortschaften, |
— |
in Griekenland: δήμος, |
— |
in Hongarije: települési önkormányzat; község, nagyközség, város, megyei jogú város, főváros, főváros kerületei; területi önkormányzat; megye, |
— |
in Ierland: City Council, County Council, Borough Council, Town Council, |
— |
in Italië: comune, circoscrizione, |
— |
in Letland: novads, republikas pilsēta, |
— |
in Litouwen: Savivaldybė, |
— |
in Luxemburg: commune, |
— |
in Malta: Kunsill Lokali, |
— |
in Nederland: gemeente, deelgemeente, |
— |
in Polen: gmina, |
— |
in Portugal: município, freguesia, |
— |
in Roemenië: comuna, orașul, municipiul, sectorul (numai în municipiul București) și județul, |
— |
in Slovakije: samospráva obce: obec, mesto, hlavné mesto Slovenskej republiky Bratislava, mesto Košice, mestská časť hlavného mesta Slovenskej republiky Bratislavy, mestská časť mesta Košice; samospráva vyššieho územného celku: samosprávny kraj, |
— |
in Slovenië: občina, |
— |
in Spanje: municipio, entidad de ámbito territorial inferior al municipal, |
— |
in Zweden: kommuner, landsting, |
— |
in het Verenigd Koninkrijk: counties in England; counties, county boroughs and communities in Wales; regions and Islands in Scotland; districts in England, Scotland and Northern Ireland; London boroughs; parishes in England; the City of London in relation to ward elections for common councilmen.”. |
20.7.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 192/32 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 19 juli 2012
inzake de opstelling van de jaarlijkse prioriteitenlijsten voor de ontwikkeling van netcodes en richtsnoeren voor 2013
(Voor de EER relevante tekst)
(2012/413/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 714/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1228/2003 (1) en Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1775/2005 (2), en met name artikel 6, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het derde pakket richtlijnen en verordeningen (hierna het „derde pakket” genoemd), dat in 2009 was vastgesteld, is op 3 maart 2011 in werking getreden. Daarbij is tevens een nieuw stelsel voor de vaststelling van bindende, in heel Europa geldende netcodes in werking getreden. |
(2) |
Als eerste stap op weg naar bindende Europese netcodes moet de Europese Commissie overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 714/2009 (hierna de „elektriciteitsverordening” genoemd) en artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 715/2009 (hierna de „gasverordening” genoemd) een jaarlijkse prioriteitenlijst van in de ontwikkeling van netcodes op te nemen gebieden opstellen. Bij de vaststelling van de prioriteiten moet de Europese Commissie het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators („ACER”), het verantwoordelijke Europese netwerk van transmissiesysteembeheerders („ENTSB”) en andere betrokken belanghebbenden raadplegen. In dit besluit worden de prioriteiten vastgesteld waartoe de Commissie heeft besloten op grond van de uitkomsten van de openbare raadpleging. |
(3) |
Op 4 februari 2011 heeft de Europese Raad bepaald dat de streefdatum voor de voltooiing van de interne markt voor elektriciteit en gas 2014 is. Het derde pakket is een belangrijke stap op weg naar dit doel. Er moeten echter nog meer inspanningen worden geleverd om ervoor te zorgen dat gas en elektriciteit vrijelijk door Europa kunnen stromen. De netcodes en richtsnoeren waarin door het derde pakket is voorzien, zullen voorschriften voor deze verdere ontwikkeling verstrekken. |
(4) |
Voor de planning van middelen moeten jaarlijks prioritaire gebieden voor de ontwikkeling van netcodes en richtsnoeren worden vastgesteld. Zodra een gebied voor het eerst als prioritair wordt aangemerkt, moeten verkennende werkzaamheden worden gestart om vast te stellen in hoeverre harmonisatie nodig is. Prioritaire gebieden waarin de werkzaamheden op het gebied van netcodes en richtsnoeren reeds zijn begonnen, moeten worden voortgezet en voltooid. |
(5) |
De op grond van artikel 6, lid 1, van de elektriciteits- en de gasverordening vereiste openbare raadpleging heeft van 8 maart tot 16 april 2012 plaatsgevonden. De Commissie heeft 18 antwoorden (3) ontvangen, waaronder één antwoord van een plaatselijke overheid, alsmede antwoorden van ENTSOG en ENTSO-E. De overige antwoorden waren voornamelijk afkomstig van Europese belanghebbende organisaties op het gebied van energie, maar ook deden verscheidene individuele bedrijven aan de raadpleging mee. |
(6) |
De belangrijkste algemene opmerkingen die de openbare raadpleging heeft opgeleverd, waren de volgende:
|
(7) |
De belangrijkste opmerkingen betreffende de jaarlijkse prioriteitenlijsten voor elektriciteitsnetcodes die de openbare raadpleging heeft opgeleverd, waren de volgende:
|
(8) |
De belangrijkste opmerkingen betreffende de jaarlijkse prioriteitenlijsten voor gasnetcodes die de openbare raadpleging heeft opgeleverd, waren de volgende:
|
(9) |
De volgende opmerking was de belangrijkste betreffende de mogelijke reikwijdte van en de behoefte aan netcodes en richtsnoeren ná 2013 ten aanzien van voorschriften inzake het elektriciteitsnet die uit de openbare raadpleging naar voren kwam: enkele belanghebbenden waren van mening dat de voorschriften inzake toegang voor derden moeten worden ontwikkeld vóór de voorschriften in verband met energie-efficiëntie betreffende elektriciteitsnetten, aangezien zij een gelijk speelveld zouden kunnen bieden voor marktdeelnemers op de interne markt. |
(10) |
De volgende opmerkingen waren de belangrijkste betreffende de mogelijke reikwijdte van en de behoefte aan netcodes en richtsnoeren ná 2013 ten aanzien van voorschriften inzake het gasnet die uit de openbare raadpleging naar voren kwamen:
|
(11) |
Gezien de antwoorden van de belanghebbenden geeft de Commissie voorrang aan de werkzaamheden die erop gericht zijn belangrijke elementen te leveren die nodig zijn voor de voltooiing van de interne-energiemarkt tegen 2014, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Aangezien is bepaald dat geharmoniseerde voorschriften inzake transparantie in 2012 de comitologieprocedure zullen doorlopen, stelt de Commissie voor 2013 de volgende prioriteitenlijst voor de totstandbrenging van geharmoniseerde voorschriften op het gebied van elektriciteit op:
— |
voorschriften op het gebied van capaciteitstoewijzing en congestiebeheer, met inbegrip van governance voor day-ahead- en intraday-markten, waaronder capaciteitsberekening (vaststelling in het kader van de comitologieprocedure), |
— |
voorschriften voor de (voorwaartse) capaciteitstoewijzing (opstelling van netcode), |
— |
voorschriften voor netaansluiting:
|
— |
systeembeheer (afronding netcode inzake operationele veiligheid, inzake operationele planning en regeling en inzake load frequency controle en reserves en begin vaststellingsprocedure (5)), |
— |
voorschriften inzake balancering met inbegrip van netgerelateerde voorschriften inzake reservevermogen (afronding netcode inzake balancering), |
— |
voorschriften inzake geharmoniseerde transmissietariefstructuren en/of investeringsstimulansen. |
Artikel 2
Aangezien is bepaald dat geharmoniseerde voorschriften inzake congestiebeheer in 2012 de comitologieprocedure zullen doorlopen, stelt de Commissie voor 2013 de volgende prioriteitenlijst voor de totstandbrenging van geharmoniseerde voorschriften op het gebied van gas op:
— |
capaciteitstoewijzing (vaststelling in het kader van de comitologieprocedure), |
— |
voorschriften inzake balancering met inbegrip van netgerelateerde voorschriften inzake de benoemingsprocedure, voorschriften inzake tarieven voor onbalans en voorschriften voor operationele balancering tussen de systemen van transmissiesysteembeheerders (afronding netcode en begin vaststellingsprocedure), |
— |
voorschriften inzake interoperabiliteit en gegevensuitwisseling, |
— |
voorschriften inzake geharmoniseerde transmissietariefstructuren. |
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 19 juli 2012.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 211 van 14.8.2009, blz. 15.
(2) PB L 211 van 14.8.2009, blz. 36.
(3) De antwoorden zijn bekendgemaakt op de volgende site:
http://ec.europa.eu/energy/gas_electricity/consultations/20120416_network_codes_en.htm
(4) PB L 295 van 12.11.2010, blz. 1.
(5) De netcodes inzake operationele opleiding en inzake eisen en operationele procedures in noodgevallen volgen later.
Rectificaties
20.7.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 192/35 |
Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid
( Publicatieblad van de Europese Unie L 209 van 11 augustus 2005 )
Bladzijde 17, artikel 33, lid 5, onder a):
in plaats van:
„5. Na de procedure van artikel 31, lid 3, te hebben gevolgd, kan de Commissie in de volgende gevallen besluiten de terug te vorderen bedragen ten laste van de lidstaat te laten komen:
a) |
indien de lidstaat voor de terugvordering van de aan de begunstigden betaalde geldmiddelen niet alle administratieve of gerechtelijke procedures heeft ingeleid waarin de nationale en communautaire wet- en regelgeving voorzien;”, |
te lezen:
„5. Na de procedure van artikel 31, lid 3, te hebben gevolgd, kan de Commissie in de volgende gevallen besluiten de terug te vorderen bedragen ten laste van de lidstaat te laten komen:
a) |
indien de lidstaat voor de terugvordering van de aan de begunstigden betaalde geldmiddelen binnen een jaar na het eerste proces-verbaal niet alle administratieve of gerechtelijke procedures heeft ingeleid waarin de nationale en communautaire wet- en regelgeving voorzien;”. |
Bladzijde 18, artikel 33, lid 8:
in plaats van:
„8. Indien de invordering niet heeft plaatsgevonden binnen vier jaar na de afsluiting van het betrokken programma voor plattelandsontwikkeling, of binnen zes jaar na die afsluiting als over de terugvordering een zaak is aangespannen bij nationale rechtbanken, worden de financiële gevolgen van het achterwege blijven van de invordering voor 50 % door de betrokken lidstaat en voor 50 % door de Gemeenschapsbegroting gedragen.”,
te lezen:
„8. Indien de invordering niet heeft plaatsgevonden voor de afsluiting van een programma voor plattelandsontwikkeling, worden de financiële gevolgen van de niet-inning voor 50 % door de betrokken lidstaat en voor 50 % door de Gemeenschapsbegroting gedragen en zij worden verrekend binnen vier jaar na de datum van het proces-verbaal of binnen acht jaar na die datum als over de terugvordering een zaak is aangespannen bij nationale rechtbanken, of bij de afsluiting van het programma als de genoemde termijnen eerder verstrijken dan die afsluiting.”.