ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2012.169.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 169

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

55e jaargang
29 juni 2012


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

 

*

Besluit 2012/344/GBVB van de Raad van 23 maart 2012 betreffende de ondertekening en sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Albanië tot vaststelling van een kader voor de deelname van de Republiek Albanië aan crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie

1

 

*

Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Albanië tot vaststelling van een kader voor de deelname van de Republiek Albanië aan de crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie

2

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) nr. 566/2012 van de Raad van 18 juni 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 975/98 over de denominaties en technische specificaties van voor circulatie bestemde euromuntstukken

8

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 567/2012 van de Raad van 26 juni 2012 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 917/2011 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op keramische tegels van oorsprong uit de Volksrepubliek China door toevoeging van een onderneming aan de lijst van producenten uit de Volksrepubliek China in bijlage I

11

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 568/2012 van de Commissie van 28 juni 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 555/2008, wat de indiening van steunprogramma's in de wijnsector betreft

13

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 569/2012 van de Commissie van 28 juni 2012 houdende tijdelijke schorsing van de douanerechten bij invoer van bepaalde granen voor het verkoopseizoen 2012/2013

41

 

*

Verordening (EU) nr. 570/2012 van de Commissie van 28 juni 2012 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat het gebruik van benzoëzuur — benzoaten (E 210-213) in alcoholvrije pendanten van wijn betreft ( 1 )

43

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 571/2012 van de Commissie van 28 juni 2012 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de voorwaarden voor de goedkeuring van de werkzame stoffen aluminiumsilicaat, gehydrolyseerde eiwitten en 1,4-diaminobutaan (putrescine) ( 1 )

46

 

*

Verordening (EU) nr. 572/2012 van de Commissie van 28 juni 2012 tot onderwerping van de invoer van bepaalde bereide of verduurzaamde citrusvruchten (mandarijnen enz.) van oorsprong uit de Volksrepubliek China aan registratie

50

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 573/2012 van de Commissie van 28 juni 2012 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

53

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 574/2012 van de Commissie van 28 juni 2012 tot wijziging van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 971/2011 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten uit de sector suiker voor het verkoopseizoen 2011/2012

55

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 575/2012 van de Commissie van 28 juni 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1484/95 wat betreft de representatieve prijzen in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede van ovoalbumine

57

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 576/2012 van de Commissie van 28 juni 2012 betreffende de toewijzing van rechten tot invoer voor aanvragen die zijn ingediend voor de periode van 1 juli 2012 tot en met 30 juni 2013 in het kader van het bij Verordening (EG) nr. 431/2008 geopende tariefcontingent voor bevroren rundvlees

59

 

 

BESLUITEN

 

 

2012/345/EU

 

*

Besluit van de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten van 20 juni 2012 houdende benoeming van rechters en advocaten-generaal van het Hof van Justitie

60

 

 

HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

 

 

2012/346/EU

 

 

Besluit nr. 1/2012 van het Bijzondere Comité EU-Chili inzake douanesamenwerking en oorsprongsregels van 27 maart 2012 ten aanzien van bijlage III bij de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Chili, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip producten van oorsprong en regelingen voor administratieve samenwerking

61

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

29.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 169/1


BESLUIT 2012/344/GBVB VAN DE RAAD

van 23 maart 2012

betreffende de ondertekening en sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Albanië tot vaststelling van een kader voor de deelname van de Republiek Albanië aan crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, met name artikel 37, en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 218, leden 5 en 6,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid („HV”),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De voorwaarden voor de deelname van derde staten aan crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie dienen te worden vastgelegd in een overeenkomst tot vaststelling van een kader voor mogelijke deelname in de toekomst, in plaats van per geval voor elke desbetreffende operatie te worden bepaald.

(2)

Ingevolge de vaststelling door de Raad op 26 april 2010 van een besluit houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen, heeft de HV onderhandeld over een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Albanië tot vaststelling van een kader voor de deelname van de Republiek Albanië aan crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie („de overeenkomst”).

(3)

Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Albanië tot vaststelling van een kader voor de deelname van de Republiek Albanië aan crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie („de overeenkomst”) wordt namens de Unie goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon/personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn de overeenkomst te ondertekenen teneinde daardoor de Unie te binden.

Artikel 3

De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de in artikel 16, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 23 maart 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

C. ASHTON


29.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 169/2


VERTALING

OVEREENKOMST

tussen de Europese Unie en de Republiek Albanië tot vaststelling van een kader voor de deelname van de Republiek Albanië aan de crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie

DE EUROPESE UNIE,

enerzijds, en

DE REPUBLIEK ALBANIË,

anderzijds,

hierna de „partijen” genoemd,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Europese Unie kan besluiten over te gaan tot actie op het gebied van crisisbeheersing.

(2)

De Europese Unie zal besluiten of derde staten worden uitgenodigd deel te nemen aan een crisisbeheersingsoperatie van de EU. De Republiek Albanië kan deze uitnodiging van de Europese Unie aannemen en haar bijdrage aanbieden. De Europese Unie zal dan een besluit nemen over het aanvaarden van de voorgestelde bijdrage van de Republiek Albanië.

(3)

De voorwaarden voor de deelname van de Republiek Albanië aan crisisbeheersingsoperaties van de EU dienen te worden vastgelegd in een overeenkomst tot vaststelling van een kader voor mogelijke deelname in de toekomst, in plaats van per geval voor elke desbetreffende operatie te worden bepaald.

(4)

Een dergelijke overeenkomst mag geen afbreuk doen aan de autonome besluitvorming van de Europese Unie en mag niet vooruitlopen op de per geval te nemen besluiten van de Republiek Albanië om deel te nemen aan een crisisbeheersingsoperatie van de EU.

(5)

Een dergelijke overeenkomst moet alleen betrekking hebben op toekomstige crisisbeheersingsoperaties van de EU en mag geen afbreuk doen aan eventuele bestaande overeenkomsten waarbij de deelname van de Republiek Albanië aan een reeds ondernomen crisisbeheersingsoperatie van de EU wordt geregeld,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

AFDELING I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Besluiten in verband met de deelname

1.   Wanneer de Europese Unie besluit de Republiek Albanië uit te nodigen deel te nemen aan een crisisbeheersingsoperatie van de EU en wanneer de Republiek Albanië besluit deel te nemen, verstrekt de Republiek Albanië informatie over de bijdrage die zij aan de Europese Unie wil voorstellen.

2.   De evaluatie door de Europese Unie van de bijdrage van de Republiek Albanië wordt in overleg met de Republiek Albanië verricht.

3.   De Europese Unie verstrekt de Republiek Albanië zo spoedig mogelijk een eerste indicatie van de vermoedelijke bijdrage in de gemeenschappelijke kosten van de operatie teneinde de Republiek Albanië bij te staan bij de formulering van haar aanbod.

4.   De Europese Unie deelt het resultaat van de evaluatie per brief aan de Republiek Albanië mee teneinde de deelname van de Republiek Albanië te garanderen overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst.

Artikel 2

Kader

1.   De Republiek Albanië sluit zich aan bij het besluit van de Raad waarbij de Raad van de Europese Unie besluit dat de EU de crisisbeheersingsoperatie zal uitvoeren, en bij ieder ander besluit waarbij de Raad van de Europese Unie besluit de crisisbeheersingsoperatie van de EU te verlengen overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst en eventuele vereiste uitvoeringsregelingen.

2.   De deelname van de Republiek Albanië aan een crisisbeheersingsoperatie van de EU doet geen afbreuk aan de autonome besluitvorming van de Europese Unie.

Artikel 3

Status van het personeel en de troepen

1.   De status van het personeel dat door de Republiek Albanië wordt gedetacheerd naar een civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU en/of van de troepen die door de Republiek Albanië worden geleverd voor een militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU, wordt geregeld door de overeenkomst over de status van de troepen/missie, indien beschikbaar, die wordt gesloten door de Europese Unie en de staat/staten waar de operatie wordt uitgevoerd.

2.   De status van het personeel dat wordt uitgezonden naar het hoofdkwartier of de commando-onderdelen buiten de staat/staten waar de crisisbeheersingsoperatie van de EU wordt uitgevoerd, wordt bepaald middels regelingen tussen het betrokken hoofdkwartier en de betrokken commando-onderdelen en de Republiek Albanië.

3.   Onverminderd de in lid 1 van dit artikel bedoelde overeenkomst over de status van de troepen/missie heeft de Republiek Albanië rechtsmacht over haar personeel dat aan de crisisbeheersingsoperatie van de EU deelneemt.

4.   De Republiek Albanië is verantwoordelijk voor de afhandeling van schadevorderingen van of aangaande leden van haar personeel, met betrekking tot de deelname aan een crisisbeheersingsoperatie van de EU. De Republiek Albanië is overeenkomstig haar wet- en regelgeving verantwoordelijk voor het gebeurlijk instellen van een rechtsvordering of een disciplinaire vordering tegen leden van haar personeel.

5.   De partijen komen overeen af te zien van al hun vorderingen tegen elkaar, behoudens vorderingen uit overeenkomst, voor het geval dat goederen die eigendom zijn van/ingezet worden door een van de partijen, schade oplopen, verloren gaan of vernield worden, of voor het geval dat personeel van een van de partijen in het kader van zijn officiële dienst in de uitoefening van activiteiten uit hoofde van deze overeenkomst, letsel oploopt of overlijdt, uitgezonderd in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag.

6.   De Republiek Albanië verbindt zich ertoe bij de ondertekening van deze overeenkomst een verklaring te zullen afleggen inzake het afzien van schadevorderingen tegen een staat die deelneemt aan een crisisbeheersingsoperatie van de EU waaraan de Republiek Albanië deelneemt.

7.   De Europese Unie draagt er zorg voor dat haar lidstaten bij de ondertekening van deze overeenkomst een verklaring zullen afleggen inzake het afzien van schadevorderingen met betrekking tot de toekomstige deelname van de Republiek Albanië aan een crisisbeheersingsoperatie van de EU.

Artikel 4

Gerubriceerde informatie

1.   De Republiek Albanië neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat gerubriceerde EU-informatie wordt beschermd overeenkomstig de beveiligingsvoorschriften van de Raad van de Europese Unie, vervat in Besluit 2011/292/EU van de Raad van 31 maart 2011 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (1), en overeenkomstig verdere richtsnoeren van de bevoegde autoriteiten, waaronder de operationeel commandant van de EU in het geval van een militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU en het hoofd van de missie van de EU in het geval van een civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU.

2.   Indien de EU en de Republiek Albanië een overeenkomst over beveiligingsvoorschriften voor de uitwisseling van gerubriceerde informatie zijn aangegaan, gelden de bepalingen daarvan ook voor een crisisbeheersingsoperatie van de EU.

AFDELING II

BEPALINGEN OVER DE DEELNAME AAN CIVIELE CRISISBEHEERSINGSOPERATIES

Artikel 5

Personeel dat gedetacheerd wordt naar een civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU

1.   De Republiek Albanië draagt er zorg voor dat het personeel dat het naar de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU detacheert, zijn taak uitoefent overeenkomstig:

a)

het besluit van de Raad en latere wijzigingen als bedoeld in artikel 2, lid 1;

b)

het operatieplan;

c)

de uitvoeringsmaatregelen.

2.   De Republiek Albanië informeert het hoofd van de missie van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU („hoofd van de missie”) en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid („HV”) te gelegener tijd over elke wijziging in haar bijdrage aan de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU.

3.   Naar de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU gedetacheerd personeel wordt door een bevoegde autoriteit van de Republiek Albanië medisch gekeurd, ingeënt en medisch geschikt verklaard voor de opdracht. Naar de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU gedetacheerd personeel verstrekt een afschrift van die verklaring.

Artikel 6

Commandostructuur

1.   Het door de Republiek Albanië gedetacheerde personeel laat zich bij de uitvoering van zijn taken en in zijn gedrag uitsluitend leiden door het belang van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU.

2.   Al het personeel blijft volledig onder het bevel van de autoriteiten van zijn land.

3.   De nationale autoriteiten dragen de operationele controle over aan de Europese Unie.

4.   Het hoofd van de missie draagt de verantwoordelijkheid voor de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU en oefent het commando en de controle erover uit op het terrein.

5.   Het hoofd van de missie leidt de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU en draagt zorg voor de dagelijkse leiding ervan.

6.   Overeenkomstig de in artikel 2, lid 1, bedoelde rechtsinstrumenten heeft de Republiek Albanië bij de dagelijkse leiding van de operatie dezelfde rechten en verplichtingen als de aan de operatie deelnemende lidstaten van de Europese Unie.

7.   Het hoofd van de missie is verantwoordelijk voor het tuchtrechtelijk toezicht op het personeel van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU. De betrokken nationale autoriteit neemt zo nodig tuchtrechtelijke maatregelen.

8.   Een contactpersoon voor het nationaal contingent wordt door de Republiek Albanië aangesteld om haar nationaal contingent in de operatie te vertegenwoordigen. De contactpersoon voor het nationaal contingent rapporteert over nationale aangelegenheden aan het hoofd van de missie en is verantwoordelijk voor de dagelijkse discipline van het contingent.

9.   Het besluit om de operatie te beëindigen wordt door de Europese Unie genomen na overleg met de Republiek Albanië, voor zover de Republiek Albanië nog deelneemt aan de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU op het ogenblik dat de operatie wordt beëindigd.

Artikel 7

Financiële aspecten

1.   Onverminderd artikel 8 draagt de Republiek Albanië alle kosten in verband met haar deelname aan de operatie, afgezien van de lopende kosten als omschreven in de operationele begroting van de operatie.

2.   In geval van overlijden, lichamelijk letsel, verlies of schade geleden door natuurlijke of rechtspersonen van het land/de landen waar de operatie plaatsvindt, betaalt de Republiek Albanië, wanneer haar aansprakelijkheid is vastgesteld, schadevergoeding onder de voorwaarden van de in artikel 3, lid 1, bedoelde overeenkomst over de status van de missie.

Artikel 8

Bijdragen in de operationele begroting

1.   De Republiek Albanië draagt bij aan de financiering van de begroting van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU.

2.   De financiële bijdrage van de Republiek Albanië aan de operationele begroting wordt berekend volgens de onderstaande formule die het laagste bedrag oplevert:

a)

het gedeelte van het referentiebedrag dat evenredig is met de verhouding tussen het bni van de Republiek Albanië en het totale bni van alle staten die bijdragen aan de operationele begroting van de operatie, of

b)

het gedeelte van het referentiebedrag voor de operationele begroting dat evenredig is met de verhouding tussen het aantal personeelsleden van de Republiek Albanië dat aan de operatie deelneemt en het totale aantal personeelsleden van alle staten die aan de operatie deelnemen.

3.   Niettegenstaande de leden 1 en 2 levert de Republiek Albanië geen bijdrage aan de financiering van de dagvergoedingen die worden uitbetaald aan het personeel uit de lidstaten van de Europese Unie.

4.   Niettegenstaande lid 1 stelt de Europese Unie in beginsel de Republiek Albanië vrij van financiële bijdragen aan een bepaalde civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU wanneer:

a)

de Europese Unie besluit dat de Republiek Albanië een aanzienlijke bijdrage levert die essentieel is voor deze operatie, of

b)

de Republiek Albanië een bni per hoofd van de bevolking heeft dat niet groter is dan dat van welke lidstaat van de Europese Unie ook.

5.   Het hoofd van de missie en de bevoegde bestuurlijke diensten van de Republiek Albanië treffen een regeling over de betaling van de bijdragen van de Republiek Albanië aan de operationele begroting van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU. Die regeling bevat onder meer onderstaande bepalingen:

a)

het betrokken bedrag;

b)

de regelingen voor de betaling van de financiële bijdrage;

c)

de auditprocedure.

AFDELING III

BEPALINGEN INZAKE DE DEELNAME AAN MILITAIRE CRISISBEHEERSINGSOPERATIES

Artikel 9

Deelname aan de militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU

1.   De Republiek Albanië draagt er zorg voor dat haar troepen en personeel die aan de militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU deelnemen, hun taak uitoefenen overeenkomstig:

a)

het besluit van de Raad en latere wijzigingen als bedoeld in artikel 2, lid 1;

b)

het operatieplan;

c)

uitvoeringsmaatregelen.

2.   Het door de Republiek Albanië gedetacheerde personeel laat zich bij de uitvoering van zijn taken en in zijn gedrag uitsluitend leiden door het belang van de militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU.

3.   De Republiek Albanië informeert te gelegener tijd de operationeel commandant van de EU over elke wijziging in haar deelname aan de operatie.

Artikel 10

Commandostructuur

1.   Alle aan de militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU deelnemende troepen en personeel blijven volledig onder bevel van hun nationale autoriteiten.

2.   De nationale autoriteiten dragen het operationeel en tactisch bevel en/of toezicht over hun troepen en personeel over aan de operationeel commandant van de EU, die het recht heeft zijn gezag te delegeren.

3.   De Republiek Albanië heeft bij de dagelijkse leiding van de operatie dezelfde rechten en verplichtingen als de deelnemende lidstaten van de Europese Unie.

4.   De operationeel commandant van de EU kan, te allen tijde, na overleg met de Republiek Albanië, om de terugtrekking van de bijdrage van de Republiek Albanië verzoeken.

5.   Een hoge militaire vertegenwoordiger wordt door de Republiek Albanië benoemd om zijn nationale contingent in de militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU te vertegenwoordigen. De hoge militaire vertegenwoordiger overlegt met de commandant van de EU-troepenmacht over alle aangelegenheden die van invloed zijn op de operatie en is verantwoordelijk voor de dagelijkse discipline van het contingent van de Republiek Albanië.

Artikel 11

Financiële aspecten

1.   Onverminderd artikel 12 van deze overeenkomst, draagt de Republiek Albanië alle kosten in verband met haar deelname aan de operatie, tenzij de kosten vallen onder de gemeenschappelijke financiering als omschreven in de in artikel 2, lid 1, bedoelde rechtsinstrumenten en in Besluit 2008/975/GBVB van de Raad van 18 december 2008 tot instelling van een mechanisme voor het beheer van de financiering van de gemeenschappelijke kosten van de operaties van de Europese Unie die gevolgen hebben op militair of defensiegebied (Athena) (2).

2.   In geval van overlijden, lichamelijk letsel, verlies of schade geleden door natuurlijke of rechtspersonen van de staat/de staten waar de operatie plaatsvindt, betaalt de Republiek Albanië, wanneer haar aansprakelijkheid is vastgesteld, schadevergoeding onder de voorwaarden van de in artikel 3, lid 1, bedoelde overeenkomst over de status van de troepen.

Artikel 12

Bijdragen in de gemeenschappelijke kosten

1.   De Republiek Albanië draagt bij aan de financiering van de gemeenschappelijke kosten van de militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU.

2.   De financiële bijdrage van de Republiek Albanië aan de gemeenschappelijke kosten wordt berekend volgens de onderstaande formule die het laagste bedrag oplevert:

a)

het gedeelte van de gemeenschappelijke kosten dat evenredig is met de verhouding tussen het bni van de Republiek Albanië en het totale bni van alle staten die bijdragen aan de gemeenschappelijke kosten van de operatie, of

b)

het gedeelte van de gemeenschappelijke kosten dat evenredig is met de verhouding tussen het aantal personeelsleden van de Republiek Albanië dat aan de operatie deelneemt en het totale aantal personeelsleden van alle staten die aan de operatie deelnemen.

Bij de berekening volgens lid 2, onder b) wordt, wanneer de Republiek Albanië alleen aan het operationeel hoofdkwartier of alleen aan het hoofdkwartier van de troepenmacht personeel bijdraagt, uitgegaan van de verhouding tussen haar personeel en het totale personeel van het respectieve hoofdkwartier. In de andere gevallen is de verhouding die tussen het totale door de Republiek Albanië bijgedragen personeel en het totale personeel van de operatie.

3.   Niettegenstaande lid 1 stelt de Europese Unie in beginsel de Republiek Albanië vrij van financiële bijdragen aan de gemeenschappelijke kosten van een bepaalde militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU wanneer:

a)

de Europese Unie besluit dat de Republiek Albanië een beduidende bijdrage levert aan de middelen en/of vermogens die essentieel zijn voor deze operatie, of

b)

de Republiek Albanië een bni per hoofd van de bevolking heeft dat niet groter is dan dat van welke lidstaat van de Europese Unie ook.

4.   De beheerder, genoemd in Besluit 2008/975/GBVB, en de bevoegde bestuurlijke diensten van de Republiek Albanië treffen een regeling. Die regeling bevat onder meer bepalingen over:

a)

het betrokken bedrag;

b)

de regelingen voor de betaling van de financiële bijdrage;

c)

de auditprocedure.

AFDELING IV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 13

Regelingen voor de uitvoering van de overeenkomst

Onverminderd artikel 8, lid 5, en artikel 12, lid 4, worden de voor de uitvoering van deze overeenkomst noodzakelijke technische en administratieve regelingen getroffen door de HV en de bevoegde autoriteiten van de Republiek Albanië.

Artikel 14

Niet-naleving

Indien een van de partijen de in deze overeenkomst neergelegde verplichtingen niet nakomt, heeft de andere partij het recht om de overeenkomst te beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van één maand.

Artikel 15

Geschillenregeling

Geschillen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst worden langs diplomatieke weg tussen de partijen opgelost.

Artikel 16

Inwerkingtreding

1.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de wederzijdse kennisgeving van de partijen dat de voor dit doel noodzakelijke interne procedures zijn afgerond.

2.   Deze overeenkomst wordt voorlopig toegepast vanaf de datum van de ondertekening.

3.   Deze overeenkomst wordt op gezette tijden geëvalueerd.

4.   Deze overeenkomst kan worden gewijzigd op basis van een schriftelijke overeenkomst tussen de partijen.

5.   Deze overeenkomst kan door een van beide partijen bij schriftelijke kennisgeving aan de andere partij worden opgezegd. De opzegging treedt in werking zes maanden na de ontvangst van de kennisgeving door de andere partij.

Gedaan te Brussel, op de vijfde dag van juni in het jaar tweeduizend twaalf, in twee exemplaren, opgesteld in de Engelse taal.

Voor de Europese Unie

Voor de Republiek Albanië


(1)  PB L 141 van 27.5.2011, blz. 17.

(2)  PB L 345 van 23.12.2008, blz. 96.


TEKST VOOR VERKLARINGEN

Tekst voor de lidstaten van de EU:

„De lidstaten van de EU die een besluit van de Raad van de EU inzake een crisisbeheersingsoperatie van de EU uitvoeren waaraan de Republiek Albanië deelneemt, zullen ernaar streven, voor zover hun nationale rechtsstelsel dit toelaat, zoveel mogelijk af te zien van schadevorderingen tegen de Republiek Albanië wegens lichamelijk letsel of dood van hun personeel, of schade aan of verlies van de middelen die hun eigendom zijn en die door de crisisbeheersingsoperatie van de EU zijn gebruikt, wanneer het letsel, het overlijden, de schade of het verlies:

door personeel van de Republiek Albanië werd veroorzaakt bij de uitvoering van zijn taken in het kader van de crisisbeheersingsoperatie van de EU, behalve in geval van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag, of

voortvloeide uit het gebruik van middelen van de Republiek Albanië, mits die middelen gebruikt werden in het kader van de operatie en er bij het gebruik van die middelen geen sprake was van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag van uit de Republiek Albanië afkomstig personeel van de crisisbeheersingsoperatie van de EU.”.

Tekst voor de Republiek Albanië:

„De Republiek Albanië zal er bij het uitvoeren van een besluit van de Raad van de EU betreffende een crisisbeheersingsoperatie van de EU naar streven, voor zover haar nationale rechtsstelsel dit toelaat, zoveel mogelijk af te zien van schadevorderingen tegen een andere aan de door de EU geleide crisisbeheersingsoperatie deelnemende staat wegens lichamelijk letsel of dood van haar personeel, of schade aan of verlies van de middelen die haar eigendom zijn en die door de crisisbeheersingsoperatie van de EU zijn gebruikt, wanneer het letsel, het overlijden, de schade of het verlies:

door personeel werd veroorzaakt bij de uitvoering van zijn taken in het kader van de crisisbeheersingsoperatie van de EU, behalve in geval van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag; of

voortvloeit uit het gebruik van middelen die eigendom zijn van aan de crisisbeheersingsoperatie van de EU deelnemende staten, mits die middelen gebruikt werden in het kader van de operatie en er bij het gebruik van die middelen geen sprake was van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag van personeel van de crisisbeheersingsoperatie van de EU.”.


VERORDENINGEN

29.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 169/8


VERORDENING (EU) Nr. 566/2012 VAN DE RAAD

van 18 juni 2012

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 975/98 over de denominaties en technische specificaties van voor circulatie bestemde euromuntstukken

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 128, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Aanbeveling 2009/23/EG van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (3), bevestigd door de conclusies van de Raad van 10 februari 2009, worden gemeenschappelijke beginselen bepaald voor de ontwerpen die worden gebruikt voor de nationale zijde van eurocirculatiemunten en procedures vastgesteld waarbij lidstaten elkaar informeren over de goedkeuring van deze ontwerpen.

(2)

Aangezien de euromunten in het gehele eurogebied circuleren, vormen de kenmerken van het nationale ontwerp ervan een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang. Om een goede circulatie ervan mogelijk te maken en in het belang van de rechtszekerheid en transparantie is het passend de in Aanbeveling 2009/23/EG bepaalde regels betreffende de denominaties en technische specificaties van eurocirculatiemunten, juridisch bindend te maken door deze in Verordening (EG) nr. 975/98 van de Raad (4) op te nemen.

(3)

Euromunten hebben een gemeenschappelijke Europese zijde en een kenmerkende nationale zijde. Op de gemeenschappelijke Europese zijde van euromunten is zowel de naam van de eenheidsmunt als de denominatie van de munt weergegeven. Op de nationale zijde zou noch de naam van de eenheidsmunt, noch de denominatie van het muntstuk mogen worden herhaald.

(4)

Op de nationale zijde van de munt moet de lidstaat van uitgifte duidelijk worden vermeld, zodat geïnteresseerde muntgebruikers gemakkelijk kunnen zien welke de lidstaat van uitgifte is.

(5)

Het randschrift van euromunten moet worden beschouwd als deel van de nationale zijde en mag derhalve de aanduiding van de denominatie niet herhalen, behalve op het muntstuk van 2 euro, en mits alleen het cijfer „2” of de term „euro” in het betrokken alfabet, of beide worden gebruikt.

(6)

Elke lidstaat die de euro als munt heeft, neemt een besluit over het ontwerp op de nationale zijde van euromunten en houdt daarbij rekening met het feit dat de euromunten niet alleen in de lidstaat van uitgifte, maar in het gehele eurogebied circuleren. Om ervoor te zorgen dat munten, ook aan hun nationale zijde, onmiddellijk als euromunten herkenbaar zijn, moet het ontwerp volledig omringd zijn door de twaalf sterren van de Unievlag.

(7)

Om de herkenning van de circulatiemunten te vergemakkelijken en passende continuïteit bij het munten te verzekeren, mogen de lidstaten de ontwerpen die voor de nationale zijde van gewone eurocirculatiemunten worden gebruikt, slechts eens in de vijftien jaar veranderen, tenzij het op het muntstuk afgebeelde staatshoofd verandert. Veranderingen die nodig zijn om vervalsing van de munt te voorkomen, moeten wel worden toegestaan. De Raad moet besluiten over veranderingen in het ontwerp van de gemeenschappelijke Europese zijde van circulatiemunten en stemrechten moeten worden beperkt tot de lidstaten die de euro als munt hebben.

(8)

Individuele lidstaten moeten herdenkingsmunten kunnen uitgeven om gebeurtenissen van groot nationaal of Europees belang te vieren, terwijl de gezamenlijke uitgifte van herdenkingsmunten door alle lidstaten die de euro hebben, moet worden gereserveerd voor gebeurtenissen van het hoogste Europese belang. Het muntstuk van 2 euro is voor dit doel het meest geschikt, vooral wegens de grote diameter en de technische kenmerken, die een adequate bescherming tegen vervalsing bieden.

(9)

Aangezien euromunten in het gehele eurogebied circuleren, dienen lidstaten die nieuwe munten willen uitgeven elkaar en de Commissie, ter voorkoming van het gebruik van ongeschikte ontwerpen, voor de geplande uitgiftedatum te informeren over voorontwerpen voor de nationale zijde van euromunten. De Commissie verifieert of de ontwerpen in overeenstemming zijn met de technische voorschriften van deze verordening. De voorontwerpen moeten zo ruim voor de geplande uitgiftedatum worden voorgelegd dat de lidstaten van uitgifte het ontwerp zo nodig kunnen wijzigen.

(10)

Daarenboven moeten eenvormige voorwaarden voor de goedkeuring van de ontwerpen van de nationale zijden van de euromunten worden bepaald om te voorkomen dat ontwerpen worden gekozen die in sommige lidstaten als ongeschikt worden beschouwd. Aangezien de lidstaten van uitgifte bevoegd zijn voor een zo gevoelige aangelegenheid als het ontwerp van de nationale zijde van euromunten, moeten aan de Raad uitvoerende bevoegdheden worden toegekend. Elk door de Raad op basis daarvan genomen uitvoeringsbesluit zou nauw verband houden met de besluiten die de Raad vaststelt op grond van artikel 128, lid 2, van het Verdrag; derhalve dienen voor de vaststelling van dergelijke besluiten de stemrechten van de leden van de Raad die lidstaten vertegenwoordigen die de euro niet als munt hebben, overeenkomstig artikel 139, lid 4, van het Verdrag te worden geschorst. De procedure moet de lidstaten van uitgifte de mogelijkheid bieden het ontwerp zo nodig tijdig te wijzigen.

(11)

Verordening (EG) nr. 975/98 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Verordening (EG) nr. 975/98

In Verordening (EG) nr. 975/98 worden de volgende artikelen ingevoegd:

„Artikel 1 bis

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1.   „circulatiemunten”: voor circulatie bestemde euromunten, waarvan de denominaties en technische specificaties zijn neergelegd in artikel 1;

2.   „gewone circulatiemunten”: voor circulatie bestemde euromunten met uitzondering van herdenkingsmunten;

3.   „herdenkingsmunten”: circulatiemunten die bestemd zijn om een bepaalde gebeurtenis te herdenken als gespecificeerd in artikel 1 nonies.

Artikel 1 ter

Circulatiemunten hebben een gemeenschappelijke Europese zijde en een kenmerkende nationale zijde.

Artikel 1 quater

1.   De denominatie op de nationale zijde van circulatiemunten mag geheel noch gedeeltelijk worden herhaald. Op deze zijde mag evenmin de naam van de eenheidsmunt of van de onderverdeling ervan worden herhaald, tenzij een dergelijke vermelding het gevolg is van het gebruik van een ander alfabet.

2.   In afwijking van het bepaalde in lid 1, mag het randschrift van het muntstuk van 2 euro melding maken van de denominatie, mits alleen het cijfer „2” of de term „euro” in het betrokken alfabet, of beide worden gebruikt.

Artikel 1 quinquies

Op de nationale zijde van alle denominaties van circulatiemunten wordt aangegeven welke de lidstaat van uitgifte is; dit geschiedt door middel van de vermelding van hetzij de naam van de betrokken lidstaat, hetzij een afkorting daarvan.

Artikel 1 sexies

1.   Op de nationale zijde van de circulatiemunten is een cirkel van twaalf sterren afgebeeld. Deze sterren omringen volledig het nationale ontwerp met het jaartal en de naam van de lidstaat van uitgifte. Onderdelen van het ontwerp mogen tot in de sterrencirkel reiken mits alle sterren duidelijk en volledig zichtbaar blijven. De twaalf sterren worden op dezelfde wijze afgebeeld als op de Unievlag.

2.   De ontwerpen voor de nationale zijde van circulatiemunten worden gekozen rekening houdend met het feit dat euromunten circuleren in alle lidstaten die de euro als munt hebben.

Artikel 1 septies

1.   De ontwerpen die worden gebruikt voor de nationale zijden van gewone munten mogen slechts één keer per vijftien jaar worden gewijzigd, onverminderd wijzigingen die noodzakelijk zijn om vervalsing van de munteenheid te voorkomen.

2.   Onverminderd het bepaalde in lid 1, kunnen ontwerpen die worden gebruikt voor de nationale zijden van gewone munten worden gewijzigd indien het op een munt afgebeelde staatshoofd verandert. Het feit dat de functie van staatshoofd tijdelijk vacant is of voorlopig wordt waargenomen, geeft echter geen bijkomend recht op een dergelijke wijziging.

Artikel 1 octies

De lidstaten van uitgifte actualiseren hun nationale zijde van gewone munten uiterlijk op 20 juni 2062 om geheel aan deze verordening te voldoen.

Artikel 1 nonies

1.   Herdenkingsmunten hebben een nationaal ontwerp dat verschilt van dat van de gewone munten en mogen alleen gebeurtenissen van groot nationaal of Europees belang herdenken. De herdenkingsmunten die gezamenlijk worden uitgegeven door alle lidstaten die de euro als munt hebben, herdenken alleen gebeurtenissen van het hoogste Europese belang en het ontwerp ervan laat de eventuele grondwettelijke eisen van die lidstaten onverlet.

2.   Het randschrift van herdenkingsmunten is hetzelfde als dat van gewone munten.

3.   Herdenkingsmunten kunnen uitsluitend een nominale waarde van 2 euro hebben.

Artikel 1 decies

1.   De lidstaten informeren elkaar over de voorontwerpen van nieuwe nationale zijden van circulatiemunten, met inbegrip van het randschrift, en, wat herdenkingsmunten betreft, over de geraamde omvang van de uitgifte, voordat zij deze ontwerpen officieel goedkeuren.

2.   Aan de Raad wordt de bevoegdheid toegekend om met gekwalificeerde meerderheid ontwerpen voor nieuwe of gewijzigde nationale zijden van circulatiemunten goed te keuren overeenkomstig de in de leden 3 tot en met 7 beschreven procedure.

Bij het nemen van de in dit artikel bedoelde besluiten worden de stemrechten van de lidstaten die de euro niet als munt hebben, geschorst.

3.   In het kader van lid 1 worden voorontwerpen van circulatiemunten door de lidstaat van uitgifte in beginsel ten minste drie maanden voor de geplande uitgiftedatum voorgelegd aan de Raad, de Commissie en de andere lidstaten die de euro als munt hebben.

4.   Binnen zeven dagen na de in lid 3 genoemde voorlegging kan een lidstaat die de euro als munt heeft, in een aan de Raad en de Commissie gericht, met redenen omkleed advies bezwaar maken tegen het door de lidstaat van uitgifte voorgestelde voorontwerp indien dat voorontwerp onder zijn burgers waarschijnlijk negatieve reacties zal oproepen.

5.   Indien de Commissie oordeelt dat het voorontwerp niet voldoet aan de technische voorschriften van deze verordening, legt zij binnen zeven dagen na de in lid 3 genoemde voorlegging een negatieve beoordeling voor aan de Raad.

6.   Indien aan de Raad niet binnen de respectievelijk in de leden 4 en 5 genoemde termijnen een met redenen omkleed advies of negatieve beoordeling is voorgelegd, wordt het besluit tot goedkeuring van het ontwerp geacht door de Raad te zijn aangenomen op de dag volgende op het verstrijken van de in lid 5 bedoelde termijn.

7.   In alle andere gevallen neemt de Raad onverwijld een besluit over de goedkeuring van het voorontwerp, tenzij de lidstaat van uitgifte binnen zeven dagen na de voorlegging van een met redenen omkleed advies of van een negatieve beoordeling zijn voorgestelde voorontwerp intrekt en de Raad mededeelt voornemens te zijn een nieuw voorontwerp voor te leggen.

8.   Alle relevante informatie over nieuwe ontwerpen voor de nationale zijde van circulatiemunten wordt door de Commissie bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 1 undecies

De artikelen 1 quater, 1 quinquies, 1 sexties en artikel 1 nonies, lid 2:

a)

zijn niet van toepassing op circulatiemunten die zijn uitgegeven of vervaardigd vóór 19 juni 2012,

b)

zijn, gedurende een overgangstermijn die eindigt op 20 juni 2062, niet van toepassing op de ontwerpen van circulatiemunten die op 19 juni 2012 reeds wettig in gebruik zijn. Circulatiemunten die tijdens de overgangsperiode zijn uitgegeven of vervaardigd, kunnen voor onbepaalde tijd een wettig betaalmiddel blijven.”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is overeenkomstig de Verdragen rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 18 juni 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

M. GJERSKOV


(1)  Advies van het Europees Parlement van 22 mei 2012 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB C 273 van 16.9.2011, blz. 2.

(3)  PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52.

(4)  PB L 139 van 11.5.1998, blz. 6.


29.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 169/11


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 567/2012 VAN DE RAAD

van 26 juni 2012

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 917/2011 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op keramische tegels van oorsprong uit de Volksrepubliek China door toevoeging van een onderneming aan de lijst van producenten uit de Volksrepubliek China in bijlage I

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) („de basisverordening”), en met name artikel 9,

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 917/2011 van de Raad van 12 september 2011 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op keramische tegels van oorsprong uit de Volksrepubliek China (2) („Uitvoeringsverordening (EU) nr. 917/2011”), en met name artikel 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie („de Commissie”), ingediend na raadpleging van het Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   VOORAFGAANDE PROCEDURE

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 917/2011 heeft de Raad een definitief antidumpingrecht ingesteld op invoer van keramische tegels van oorsprong uit de Volksrepubliek China („de VRC”). Gezien het grote aantal medewerkende producenten-exporteurs in de VRC bij het onderzoek dat leidde tot de instelling van het antidumpingrecht („het oorspronkelijke onderzoek”), werd een steekproef van Chinese producenten-exporteurs geselecteerd en werden voor de in de steekproef opgenomen ondernemingen individuele rechten, variërend van 26,3 % tot 36,5 %, ingesteld, terwijl voor andere, niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen een recht van 30,6 % werd vastgesteld. Voor alle andere Chinese ondernemingen gold een recht van 69,7 %.

(2)

Artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 917/2011 bepaalt dat wanneer een nieuwe producent-exporteur in de VRC ten genoegen van de Commissie aantoont dat:

hij het in artikel 1, lid 1, van die verordening omschreven product in het onderzoektijdvak (1 april 2009 tot en met 31 maart 2010) („het onderzoektijdvak”) niet naar de Unie heeft uitgevoerd (het eerste criterium);

hij niet verbonden is met exporteurs of producenten in de VRC op wie de bij die verordening ingestelde antidumpingmaatregelen van toepassing zijn (het tweede criterium), en

hij de betrokken producten na het onderzoektijdvak waarop de maatregelen zijn gebaseerd daadwerkelijk naar de Unie heeft uitgevoerd of dat hij een onherroepelijke contractuele verplichting heeft om een aanzienlijke hoeveelheid van dit product naar de Unie uit te voeren (het derde criterium),

artikel 1, lid 2, van die verordening kan worden gewijzigd door het toekennen aan de nieuwe producent-exporteur van het recht dat van toepassing is op de niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen, dat wil zeggen 30,6 %.

B.   VERZOEK VAN NIEUWE PRODUCENT-EXPORTEUR

(3)

Een Chinese onderneming („de verzoeker”) heeft verzocht op dezelfde manier te worden behandeld als de ondernemingen die aan het oorspronkelijke onderzoek hadden meegewerkt, maar niet in de steekproef waren opgenomen („behandeling als nieuwe producent-exporteur”).

(4)

Er werd een onderzoek uitgevoerd om te bepalen of de indiener van het verzoek voldeed aan de in artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 917/2011 genoemde criteria om als nieuwe producent-exporteur te worden behandeld.

(5)

Er werd een vragenlijst gestuurd aan de indiener van het verzoek, aan wie werd gevraagd om bewijsmateriaal te verstrekken waaruit blijkt dat hij aan bovengenoemde drie criteria voldoet.

(6)

Het door de Chinese producent-exporteur verstrekte bewijs werd voldoende geacht om aan te tonen dat hij aan de in artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 917/2011 genoemde criteria voldoet. Deze producent-exporteur kan daarom het recht worden toegekend dat van toepassing is op de medewerkende ondernemingen die niet in de steekproef waren opgenomen (d.w.z. 30,6 %) en zijn naam kan derhalve worden toegevoegd aan de lijst van producenten-exporteurs in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 917/2011.

(7)

De indiener van het verzoek en de bedrijfstak van de Unie zijn in kennis gesteld van de bevindingen van het onderzoek en zijn in de gelegenheid gesteld hun opmerkingen in te dienen.

(8)

Alle argumenten en standpunten van belanghebbenden werden onderzocht en waar nodig werd hiermee terdege rekening gehouden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De volgende onderneming wordt toegevoegd aan de lijst van producenten in de Volksrepubliek China in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 917/2011:

„Naam

Aanvullende Taric-code

Onna Ceramic Industries (China) Co., Ltd

B293 ”

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 26 juni 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

N. WAMMEN


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

(2)  PB L 238 van 15.9.2011, blz. 1.


29.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 169/13


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 568/2012 VAN DE COMMISSIE

van 28 juni 2012

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 555/2008, wat de indiening van steunprogramma's in de wijnsector betreft

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten ("Integrale-GMO-verordening") (1), en met name artikel 103 octovicies, juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 103 duodecies, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 moeten de in bijlage X ter bij die verordening vermelde producerende lidstaten een ontwerp van een vijfjarig steunprogramma bij de Commissie indienen met maatregelen ter ondersteuning van de wijnsector.

(2)

Krachtens artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 555/2008 van de Commissie van 27 juni 2008 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, wat betreft de steunprogramma’s, de handel met derde landen, het productiepotentieel en de controles in de wijnsector (2) moet de eerste indiening van steunprogramma's betrekking hebben op de vijf begrotingsjaren 2009 tot en met 2013.

(3)

Met het oog op de tweede indiening van ontwerpsteunprogramma's voor de begrotingsjaren 2014 tot en met 2018 moeten zowel de algemene als de specifieke voorschriften voor de nieuwe programmeringsperiode worden vastgesteld. Tevens dient de uiterste datum voor de tweede indiening van de ontwerpsteunprogramma's te worden bepaald.

(4)

Er moet een termijn worden vastgesteld voor lidstaten die vanaf 2014 overeenkomstig artikel 103 sexdecies van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedragen van hun nationale middelen willen overdragen naar de bedrijfstoeslagregeling.

(5)

Verordening (EG) nr. 555/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 555/2008 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 2 wordt vervangen door:

"Artikel 2

Indiening van steunprogramma’s

1.   De indiening van het ontwerpsteunprogramma als bedoeld in artikel 103 duodecies, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 heeft betrekking op de vijf begrotingsjaren 2009 tot en met 2013.

De lidstaten dienen hun ontwerpsteunprogramma voor de begrotingsjaren 2014 tot en met 2018 uiterlijk op 1 maart 2013 in bij de Commissie. Indien de nationale middelen waarin met ingang van het begrotingsjaar 2014 is voorzien, na die datum worden gewijzigd, passen de lidstaten hun steunprogramma overeenkomstig aan.

De lidstaten stellen hun ontwerpsteunprogramma elektronisch ter beschikking van de Commissie volgens het in bijlage I opgenomen model.

De lidstaten dienen hun financiële planning voor het in de eerste en de tweede alinea bedoelde ontwerpsteunprogramma bij de Commissie in volgens het in bijlage II opgenomen model.

2.   De lidstaten stellen de Commissie in kennis van hun regelgeving met betrekking tot de in lid 1 bedoelde ontwerpsteunprogramma’s, zodra die regelgeving is goedgekeurd of gewijzigd. Deze kennisgeving kan worden gedaan door de Commissie in kennis te stellen van de site waar de betrokken regelgeving openbaar beschikbaar is.

3.   Lidstaten die besluiten het hele bedrag van hun nationale middelen vanaf het begrotingsjaar 2010 voor de hele periode als bedoeld in lid 1, eerste alinea, over te dragen naar de bedrijfstoeslagregeling, dienen vóór 30 juni 2008 eenmalig het in bijlage II opgenomen formulier in, waarvan ze de betrokken regel naar behoren invullen.

Lidstaten die besluiten bedragen van hun nationale middelen vanaf het begrotingsjaar 2014 voor de hele periode als bedoeld in lid 1, tweede alinea, over te dragen naar de bedrijfstoeslagregeling, dienen vóór 1 december 2012 het in bijlage II opgenomen formulier in, waarvan ze de betrokken regel naar behoren invullen.

4.   Lidstaten die besluiten bij de opstelling van hun steunprogramma rekening te houden met de bijzondere kenmerken van de regio’s, kunnen ook nadere gegevens per regio indienen in de in bijlage III aangegeven vorm.

5.   De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de uitgaven tussen de datum waarop de Commissie hun steunprogramma ontvangt en de datum waarop hun steunprogramma van toepassing wordt overeenkomstig artikel 103 duodecies, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1234/2007."

2)

De bijlagen I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, VIII bis en VIII ter worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 juni 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 170 van 30.6.2008, blz. 1.


BIJLAGE

(1)   

Bijlage I wordt vervangen door:

"BIJLAGE I

GMO VOOR WIJN

Indiening van een steunprogramma

A.   BEGROTINGSJAREN 2009-2013

 

 

Lidstaat  (1): …

Periode  (2): …

Datum van indiening:

Nummer van de herziening:

als er een wijziging wordt gevraagd door de Commissie / door de lidstaat (3)

A.   Beschrijving van de voorgestelde maatregelen en gekwantificeerde doelstellingen

a)   Steun uit hoofde van de bedrijfstoeslagregeling overeenkomstig artikel 103 sexdecies (4)

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen:

b)   Afzetbevordering overeenkomstig artikel 103 septdecies

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen:

Gekwantificeerde doelstellingen:

Staatssteun:

c)   Herstructurering en omschakeling van wijngaarden overeenkomstig artikel 103 octodecies

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen (5):

Gekwantificeerde doelstellingen:

d)   Groen oogsten overeenkomstig artikel 103 novodecies

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen:

Gekwantificeerde doelstellingen:

e)   Onderlinge fondsen overeenkomstig artikel 103 vicies

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen:

Gekwantificeerde doelstellingen:

f)   Oogstverzekering overeenkomstig artikel 103 unvicies

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen:

Gekwantificeerde doelstellingen:

Staatssteun:

g)   Bedrijfsinvesteringen overeenkomstig artikel 103 duovicies

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen:

Gekwantificeerde doelstellingen:

Staatssteun:

h)   Distillatie van bijproducten overeenkomstig artikel 103 tervicies

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen (met vermelding van de hoogte van de steun):

Gekwantificeerde doelstellingen:

i)   Distillatie tot drinkalcohol overeenkomstig artikel 103 quatervicies

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Duur van de overgangsperiode (in wijnoogstjaren):

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen (met vermelding van de hoogte van de steun):

Gekwantificeerde doelstellingen:

j)   Crisisdistillatie overeenkomstig artikel 103 quinvicies

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Duur van de overgangsperiode (in wijnoogstjaren):

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen (met vermelding van de hoogte van de steun):

Gekwantificeerde doelstellingen:

Staatssteun:

k)   Gebruik van geconcentreerde druivenmost overeenkomstig artikel 103 sexvicies

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Duur van de overgangsperiode (in wijnoogstjaren):

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen (met vermelding van de hoogte van de steun):

Gekwantificeerde doelstellingen:

B.   Resultaten van het gepleegde overleg

C.   Beoordeling van de verwachte technische, economische, maatschappelijke en milieueffecten (6)

D.   Tijdschema voor de uitvoering van de maatregelen

E.   Een algemeen financieel overzicht volgens het model in bijlage II (het nummer van de herziening moet worden aangegeven)

F.   Criteria en kwantitatieve indicatoren voor toezicht en evaluatie

Maatregelen die zijn getroffen om de correcte en doeltreffende uitvoering van de programma’s te garanderen

G.   Overzicht van de bevoegde autoriteiten en instanties die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het programma

B.   BEGROTINGSJAREN 2014-2018

 

 

Lidstaat  (7): …

Periode  (8): …

Datum van indiening:

Nummer van de herziening::

als er een wijziging wordt gevraagd door de Commissie / door de lidstaat (9)

A.   Beschrijving van de voorgestelde maatregelen en gekwantificeerde doelstellingen

a)   Steun uit hoofde van de bedrijfstoeslagregeling overeenkomstig artikel 103 sexdecies (10)

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen:

b)   Afzetbevordering overeenkomstig artikel 103 septdecies

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen:

Gekwantificeerde doelstellingen:

Staatssteun:

c)   Herstructurering en omschakeling van wijngaarden overeenkomstig artikel 103 octodecies

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen:

Gekwantificeerde doelstellingen:

d)   Groen oogsten overeenkomstig artikel 103 novodecies

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen:

Gekwantificeerde doelstellingen:

e)   Onderlinge fondsen overeenkomstig artikel 103 vicies

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen:

Gekwantificeerde doelstellingen:

f)   Oogstverzekering overeenkomstig artikel 103 unvicies

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen:

Gekwantificeerde doelstellingen:

Staatssteun:

g)   Bedrijfsinvesteringen overeenkomstig artikel 103 duovicies

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen:

Gekwantificeerde doelstellingen:

Staatssteun:

h)   Distillatie van bijproducten overeenkomstig artikel 103 tervicies

Opgenomen in het steunprogramma: ja/neen, indien ja:

Beschrijving van de voorgestelde maatregelen (met vermelding van de hoogte van de steun):

Gekwantificeerde doelstellingen:

B.   Resultaten van het gepleegde overleg:

C.   Beoordeling van de verwachte technische, economische, maatschappelijke en milieueffecten (11):

D.   Tijdschema voor de uitvoering van de maatregelen:

E.   Een algemeen financieel overzicht volgens het model in bijlage II (het nummer van de herziening moet worden aangegeven):

F.   Criteria en kwantitatieve indicatoren voor toezicht en evaluatie:

Maatregelen die zijn getroffen om de correcte en doeltreffende uitvoering van de programma’s te garanderen:

G.   Overzicht van de bevoegde autoriteiten en instanties die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het programma.

(2)   

Bijlage II wordt vervangen door:

„BIJLAGE II

Indiening van het financiële overzicht van de nationale steunprogramma’s overeenkomstig artikel 103 terdecies, onder e), van Verordening (EG) nr. 1234/2007

A.   BEGROTINGSJAREN 2009-2013

(× 1000 EUR)

Lidstaat (12):

Datum van de mededeling, uiterlijk 30 juni 2008:

 

Begrotingsjaar

 

Maatregelen

Verordening (EG) nr. 1234/2007

2009

2010

2011

2012

2013

Totaal

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

1 -

Bedrijfstoeslagregeling

Artikel 103 sexdecies

 

 

 

 

 

 

2 -

Bevordering van de afzet op de markten van derde landen

Artikel 103 septdecies

 

 

 

 

 

 

3a -

Herstructurering en omschakeling van wijngaarden

Artikel 103 octodecies

 

 

 

 

 

 

3b -

Plannen in uitvoering

Verordening (EG) nr. 1493/1999

 

 

 

 

 

 

4 -

Groen oogsten

Artikel 103 novodecies

 

 

 

 

 

 

5 -

Onderlinge fondsen

Artikel 103 vicies

 

 

 

 

 

 

6 -

Oogstverzekering

Artikel 103 unvicies

 

 

 

 

 

 

7 -

Bedrijfsinvesteringen

Artikel 103 duovicies

 

 

 

 

 

 

8 -

Distillatie van bijproducten

Artikel 103 tervicies

 

 

 

 

 

 

9 -

Distillatie tot drinkalcohol – hectaresteun

Artikel 103 quatervicies

 

 

 

 

 

 

10 -

Crisisdistillatie

Artikel 103 quinvicies, lid 1

 

 

 

 

 

 

11 -

Gebruik van geconcentreerde druivenmost voor verrijking

Artikel 103 sexvicies

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

 

 

Voor niet in het nationale steunprogramma opgenomen maatregelen moet "0" worden ingevuld.

Indien van toepassing:

10a -

Staatssteun voor crisisdistillatie

Artikel 103 quinvicies, lid 5

 

 

 

 

 

 

B.   BEGROTINGSJAREN 2014-2018 (13)

(× 1000 EUR)

Lidstaat (14):

Datum van de mededeling (15):

 

Begrotingsjaar

 

Maatregelen

Verordening (EG) nr. 1234/2007

2014

2015

2016

2017

2018

Totaal

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

1 -

Bedrijfstoeslagregeling

Artikel 103 sexdecies

 

 

 

 

 

 

2 -

Bevordering van de afzet op de markten van derde landen

Artikel 103 septdecies

 

 

 

 

 

 

3 -

Herstructurering en omschakeling van wijngaarden

Artikel 103 octodecies

 

 

 

 

 

 

4 -

Groen oogsten

Artikel 103 novodecies

 

 

 

 

 

 

5 -

Onderlinge fondsen

Artikel 103 vicies

 

 

 

 

 

 

6 -

Oogstverzekering

Artikel 103 unvicies

 

 

 

 

 

 

7 -

Bedrijfsinvesteringen

Artikel 103 duovicies

 

 

 

 

 

 

8 -

Distillatie van bijproducten

Artikel 103 tervicies

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

 

 

(3)   

Bijlage III wordt vervangen door:

"BIJLAGE III

Facultatieve indiening van het financiële overzicht van de nationale steunprogramma’s overeenkomstig artikel 103 terdecies, onder e), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 – opgesplitst naar regio

A.   BEGROTINGSJAREN 2009-2013

(× 1000 EUR)

Lidstaat (16):

Regio:

Datum van de mededeling, uiterlijk 30 juni 2008:

 

Begrotingsjaar

Maatregelen

Verordening (EG) nr. 1234/2007

2009

2010

2011

2012

2013

Totaal

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

1 -

Bedrijfstoeslagregeling

Artikel 103 sexdecies

 

 

 

 

 

 

2 -

Bevordering van de afzet op de markten van derde landen

Artikel 103 septdecies

 

 

 

 

 

 

3a -

Herstructurering en omschakeling van wijngaarden

Artikel 103 octodecies

 

 

 

 

 

 

3b -

Plannen in uitvoering

Verordening (EG) nr. 1493/1999

 

 

 

 

 

 

4 -

Groen oogsten

Artikel 103 novodecies

 

 

 

 

 

 

5 -

Onderlinge fondsen

Artikel 103 vicies

 

 

 

 

 

 

6 -

Oogstverzekering

Artikel 103 unvicies

 

 

 

 

 

 

7 -

Bedrijfsinvesteringen

Artikel 103 duovicies

 

 

 

 

 

 

8 -

Distillatie van bijproducten

Artikel 103 tervicies

 

 

 

 

 

 

9 -

Distillatie tot drinkalcohol – hectaresteun

Artikel 103 quatervicies

 

 

 

 

 

 

10 -

Crisisdistillatie

Artikel 103 quinvicies

 

 

 

 

 

 

11 -

Gebruik van geconcentreerde druivenmost voor verrijking

Artikel 103 sexvicies

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

 

 

Voor niet in het nationale steunprogramma opgenomen maatregelen moet in de vakjes voor de bedragen "0" worden ingevuld.

Indien van toepassing:

10a -

Staatssteun voor crisisdistillatie

Artikel 103 quinvicies, lid 5

 

 

 

 

 

 

B.   BEGROTINGSJAREN 2014-2018 (17)

(× 1000 EUR)

Lidstaat (18):

Regio:

Datum van de mededeling, uiterlijk 1 maart 2013:

 

Begrotingsjaar

Maatregelen

Verordening (EG) nr. 1234/2007

2014

2015

2016

2017

2018

Totaal

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

1 -

Bedrijfstoeslagregeling

Artikel 103 sexdecies

 

 

 

 

 

 

2 -

Bevordering van de afzet op de markten van derde landen

Artikel 103 septdecies

 

 

 

 

 

 

3 -

Herstructurering en omschakeling van wijngaarden

Artikel 103 octodecies

 

 

 

 

 

 

4 -

Groen oogsten

Artikel 103 novodecies

 

 

 

 

 

 

5 -

Onderlinge fondsen

Artikel 103 vicies

 

 

 

 

 

 

6 -

Oogstverzekering

Artikel 103 unvicies

 

 

 

 

 

 

7 -

Bedrijfsinvesteringen

Artikel 103 duovicies

 

 

 

 

 

 

8 -

Distillatie van bijproducten

Artikel 103 tervicies

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

 

 

(4)   

Bijlage IV wordt vervangen door:

"BIJLAGE IV

Wijzigingen in het financiële overzicht van de nationale steunprogramma’s overeenkomstig artikel 103 terdecies, onder e), van Verordening (EG) nr. 1234/2007

A.   BEGROTINGSJAREN 2009-2013

(× 1000 EUR)

Lidstaat (19):

Datum van de mededeling (20):

Datum van de vorige mededeling:

Nummer van dit gewijzigd overzicht:

Reden: wijziging gevraagd door de Commissie / door de lidstaat (21)

 

 

Begrotingsjaar

 

Maatregelen

Verordening (EG) nr. 1234/2007

 

2009

2010

2011

2012

2013

Totaal

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

(9)

1 -

Bedrijfstoeslagregeling

Artikel 103 sexdecies

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

2 -

Bevordering van de afzet op de markten van derde landen

Artikel 103 septdecies

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

3a -

Herstructurering en omschakeling van wijngaarden

Artikel 103 octodecies

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

3b -

Plannen in uitvoering

Verordening (EG) nr. 1493/1999

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

4 -

Groen oogsten

Artikel 103 novodecies

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

5 -

Onderlinge fondsen

Artikel 103 vicies

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

6 -

Oogstverzekering

Artikel 103 unvicies

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

7 -

Bedrijfsinvesteringen

Artikel 103 duovicies

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

8 -

Distillatie van bijproducten

Artikel 103 tervicies

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

9 -

Distillatie tot drinkalcohol – hectaresteun

Artikel 103 quatervicies

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

10 -

Crisisdistillatie

Artikel 103 quinvicies

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

11 -

Gebruik van geconcentreerde druivenmost voor verrijking

Artikel 103 sexvicies

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

Totaal

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

Uiterste datum voor de mededeling:

Indien van toepassing:

10a -

Staatssteun voor crisisdistillatie

Artikel 103 quinvicies, lid 5

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

B.   BEGROTINGSJAREN 2014-2018

(× 1000 EUR)

Lidstaat (22):

Datum van de mededeling (23):

Datum van de vorige mededeling:

Nummer van dit gewijzigd overzicht:

Reden: wijziging gevraagd door de Commissie / door de lidstaat (24)

 

 

Begrotingsjaar

 

Maatregelen

Verordening (EG) nr. 1234/2007

 

2014

2015

2016

2017

2018

Totaal

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

(9)

1 -

Bedrijfstoeslagregeling

Artikel 103 sexdecies

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

2 -

Bevordering van de afzet op de markten van derde landen

Artikel 103 septdecies

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

3 -

Herstructurering en omschakeling van wijngaarden

Artikel 103 octodecies

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

4 -

Groen oogsten

Artikel 103 novodecies

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

5 -

Onderlinge fondsen

Artikel 103 vicies

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

6 -

Oogstverzekering

Artikel 103 unvicies

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

7 -

Bedrijfsinvesteringen

Artikel 103 duovicies

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

8 -

Distillatie van bijproducten

Artikel 103 tervicies

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

Totaal

Vorige versie

 

 

 

 

 

 

Gewijzigd bedrag

 

 

 

 

 

 

(5)   

Bijlage V wordt vervangen door:

"BIJLAGE V

Verslag over het steunprogramma

A.   BEGROTINGSJAREN 2009-2013

 

 

Lidstaat  (25): …

Periode:

Datum van indiening:

Nummer van de herziening:

A.   Algemene beoordeling

B.   Voorwaarden voor en resultaten van de uitvoering van de voorgestelde maatregelen (26)

a)   Steun uit hoofde van de bedrijfstoeslagregeling overeenkomstig artikel 103 sexdecies (27)

b)   Afzetbevordering overeenkomstig artikel 103 septdecies

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging:

Resultaten (28):

Staatssteun:

c)   Herstructurering en omschakeling van wijngaarden overeenkomstig artikel 103 octodecies

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging:

Resultaten:

d)   Groen oogsten overeenkomstig artikel 103 novodecies

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging:

Resultaten:

e)   Onderlinge fondsen overeenkomstig artikel 103 vicies

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging:

Resultaten:

f)   Oogstverzekering overeenkomstig artikel 103 unvicies

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging:

Resultaten:

Staatssteun:

g)   Bedrijfsinvesteringen overeenkomstig artikel 103 duovicies

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging:

Resultaten:

Staatssteun:

h)   Distillatie van bijproducten overeenkomstig artikel 103 tervicies

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging (met vermelding van de hoogte van de steun):

Resultaten:

i)   Distillatie tot drinkalcohol overeenkomstig artikel 103 quatervicies

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging (met vermelding van de hoogte van de steun):

Resultaten:

j)   Crisisdistillatie overeenkomstig artikel 103 quinvicies

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging (met vermelding van de hoogte van de steun):

Resultaten:

Staatssteun:

k)   Gebruik van geconcentreerde druivenmost overeenkomstig artikel 103 sexvicies

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging (met vermelding van de hoogte van de steun):

Resultaten:

C.   Conclusies (en, indien nodig, wijzigingen die worden overwogen)

B.   BEGROTINGSJAREN 2014-2018

 

 

Lidstaat  (29): …

Periode:

Datum van indiening:

Nummer van de herziening:

A.   Algemene beoordeling:

B.   Voorwaarden voor en resultaten van de uitvoering van de voorgestelde maatregelen (30)

a)   Steun uit hoofde van de bedrijfstoeslagregeling overeenkomstig artikel 103 sexdecies (31)

b)   Afzetbevordering overeenkomstig artikel 103 septdecies

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging:

Resultaten (32):

Staatssteun:

c)   Herstructurering en omschakeling van wijngaarden overeenkomstig artikel 103 octodecies

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging:

Resultaten:

d)   Groen oogsten overeenkomstig artikel 103 novodecies

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging:

Resultaten:

e)   Onderlinge fondsen overeenkomstig artikel 103 vicies

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging:

Resultaten:

f)   Oogstverzekering overeenkomstig artikel 103 unvicies

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging:

Resultaten:

Staatssteun:

g)   Bedrijfsinvesteringen overeenkomstig artikel 103 duovicies

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging:

Resultaten:

Staatssteun:

h)   Distillatie van bijproducten overeenkomstig artikel 103 tervicies

Voorwaarden voor de tenuitvoerlegging (met vermelding van de hoogte van de steun):

Resultaten:

C.   Conclusies (en, indien nodig, wijzigingen die worden overwogen)"

(6)   

Bijlage VI wordt vervangen door:

„BIJLAGE VI

Financieel overzicht van de uitvoering van de nationale steunprogramma’s overeenkomstig artikel 188 bis, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1234/2007

A.   BEGROTINGSJAREN 2009-2013

(× 1000 EUR)

Lidstaat (33):

Datum van de mededeling (34):

Gewijzigd overzicht: ja / nee (35)

Indien ja: nummer:

 

Begrotingsjaar

 

Maatregelen

Verordening (EG) nr. 1234/2007

2009

2010

2011

2012

2013

Totaal

 

 

Raming/ Uitvoering (35)

Raming/ Uitvoering (35)

Raming/ Uitvoering (35)

Raming/ Uitvoering (35)

Raming/ Uitvoering (35)

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

1 -

Bedrijfstoeslagregeling

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

2 -

Bevordering van de afzet op de markten van derde landen

Artikel 103 septdecies

 

 

 

 

 

 

3a -

Herstructurering en omschakeling van wijngaarden

Artikel 103 octodecies

 

 

 

 

 

 

3b -

Plannen in uitvoering

Verordening (EG) nr. 1493/1999

 

 

 

 

 

 

4 -

Groen oogsten

Artikel 103 novodecies

 

 

 

 

 

 

5 -

Onderlinge fondsen

Artikel 103 vicies

 

 

 

 

 

 

6 -

Oogstverzekering

Artikel 103 unvicies

 

 

 

 

 

 

7 -

Bedrijfsinvesteringen

Artikel 103 duovicies

 

 

 

 

 

 

8 -

Distillatie van bijproducten

Artikel 103 tervicies

 

 

 

 

 

 

9 -

Distillatie tot drinkalcohol – hectaresteun

Artikel 103 quatervicies

 

 

 

 

 

 

10 -

Crisisdistillatie

Artikel 103 quinvicies

 

 

 

 

 

 

11 -

Gebruik van geconcentreerde druivenmost voor verrijking

Artikel 103 sexvicies

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

 

 

Indien van toepassing:

10a -

Crisisdistillatie

Artikel 103 quinvicies, lid 5

 

 

 

 

 

 

B.   BEGROTINGSJAREN 2014-2018

Lidstaat (36):

Datum van de mededeling (37):

Gewijzigd overzicht: ja / nee (38)

Indien ja: nummer:

 

Begrotingsjaar

 

Maatregelen

Verordening (EG) nr. 1234/2007

2014

2015

2016

2017

2018

Totaal

 

 

Raming/ Uitvoering (38)

Raming/ Uitvoering (38)

Raming/ Uitvoering (38)

Raming/ Uitvoering (38)

Raming/ Uitvoering (38)

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

1 -

Bedrijfstoeslagregeling

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

2 -

Bevordering van de afzet op de markten van derde landen

Artikel 103 septdecies

 

 

 

 

 

 

3 -

Herstructurering en omschakeling van wijngaarden

Artikel 103 octodecies

 

 

 

 

 

 

4 -

Groen oogsten

Artikel 103 novodecies

 

 

 

 

 

 

5 -

Onderlinge fondsen

Artikel 103 vicies

 

 

 

 

 

 

6 -

Oogstverzekering

Artikel 103 unvicies

 

 

 

 

 

 

7 -

Bedrijfsinvesteringen

Artikel 103 duovicies

 

 

 

 

 

 

8 -

Distillatie van bijproducten

Artikel 103 tervicies

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

 

 

(7)   

Bijlage VII wordt vervangen door:

"BIJLAGE VII

Technische gegevens over de nationale steunprogramma’s overeenkomstig artikel 103 terdecies, onder c), van Verordening (EG) nr. 1234/2007

A.   BEGROTINGSJAREN 2009-2013

(financiële bedragen × 1000 EUR)

Lidstaat (39):

Datum van de mededeling (40):

Datum van de vorige mededeling:

Nummer van dit gewijzigd overzicht:

 

 

Begrotingsjaar

 

 

 

 

2009

2010

2011

2012

2013

Totaal

Maatregelen

Verordening (EG) nr. 1234/2007

 

Raming

Uitvoering

Raming

Uitvoering

Raming

Uitvoering

Raming

Uitvoering

Raming

Uitvoering

Uitvoering

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

(9)

(10)

(11)

(12)

(13)

(14)

1 -

Bedrijfstoeslagregeling

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

2 -

Bevordering van de afzet op de markten van derde landen

Artikel 103 septdecies

Aantal projecten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

Gemiddeld bedrag van de communautaire steun (41)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Overheidssteun

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

3a -

Herstructurering en omschakeling van wijngaarden

Artikel 103 octodecies

Betrokken oppervlakte (ha)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

Gemiddeld bedrag (EUR/ha) (42)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3b -

Plannen in uitvoering

Verordening (EG) nr. 1493/1999

Betrokken oppervlakte (ha)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

Gewijzigd bedrag (EUR/ha) (42)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4 -

Groen oogsten

Artikel 103 novodecies

Betrokken oppervlakte (ha)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemiddeld bedrag (EUR/ha) (42)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5 -

Onderlinge fondsen

Artikel 103 vicies

Aantal nieuwe fondsen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

Gemiddeld bedrag van de communautaire steun (43)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6 -

Oogstverzekering

Artikel 103 unvicies

Aantal producenten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

Gemiddeld bedrag van de communautaire steun (44)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Staatssteun

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

7 -

Bedrijfsinvesteringen

Artikel 103 duovicies

Aantal begunstigden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

Gemiddeld bedrag van de communautaire steun (45)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Staatssteun

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

7.1

Bedrijfsinvesteringen in convergentieregio’s

Artikel 103 duovicies, lid 4, onder a)

Subsidiabele kosten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

7.2

Bedrijfsinvesteringen in andere regio’s dan convergentieregio’s

Artikel 103 duovicies, lid 4, onder b)

Subsidiabele kosten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

7.3

Bedrijfsinvesteringen in ultraperifere gebieden

Artikel 103 duovicies, lid 4, onder c)

Subsidiabele kosten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

7.4

Bedrijfsinvesteringen op de kleinere eilanden van de Egeïsche Zee

Artikel 103 duovicies, lid 4, onder d)

Subsidiabele kosten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

7.5

Bedrijfsinvesteringen in convergentieregio’s

Artikel 103 duovicies, lid 4, onder a)

Communautaire bijdrage

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

7.6

Bedrijfsinvesteringen in andere regio’s dan convergentieregio’s

Artikel 103 duovicies, lid 4, onder b)

Communautaire bijdrage

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

7.7

Bedrijfsinvesteringen in ultraperifere gebieden

Artikel 103 duovicies, lid 4, onder c)

Communautaire bijdrage

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

7.8

Bedrijfsinvesteringen op de kleinere eilanden van de Egeïsche Zee

Artikel 103 duovicies, lid 4, onder d)

Communautaire bijdrage

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

8 -

Distillatie van bijproducten

Artikel 103 tervicies

Maximaal steunpeil (EUR/%vol/hl) (46)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Miljoen hl

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemiddeld bedrag van de communautaire steun (47)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9 -

Distillatie tot drinkalcohol – hectaresteun

Artikel 103 quatervicies

Steunpeil (EUR/ha) (46)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Oppervlakte (ha)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemiddelde steun (41)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

10 -

Crisisdistillatie

Artikel 103 quinvicies

Steunpeil (EUR/%vol/hl) (46)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Minimale producentenprijs (EUR/%vol/hl) (46)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Miljoen hl

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemiddeld bedrag van de communautaire steun (47)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

11 -

Gebruik van geconcentreerde druivenmost voor verrijking

Artikel 103 sexvicies

Steunpeil (EUR/%vol/hl) (46)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Miljoen hl

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemiddeld bedrag van de communautaire steun (47)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

B.   BEGROTINGSJAREN 2014-2018

(financiële bedragen × 1000 EUR)

Lidstaat (48):

Datum van de mededeling (49):

Datum van de vorige mededeling:

Nummer van dit gewijzigd overzicht:

 

 

Begrotingsjaar

 

 

 

 

2014

2015

2016

2017

2018

Totaal

Maatregelen

Verordening (EG) nr. 1234/2007

 

Raming

Uitvoering

Raming

Uitvoering

Raming

Uitvoering

Raming

Uitvoering

Raming

Uitvoering

Uitvoering

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

(9)

(10)

(11)

(12)

(13)

(14)

1 -

Bedrijfstoeslagregeling

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

2 -

Bevordering van de afzet op de markten van derde landen

Artikel 103 septdecies

Aantal projecten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

Gemiddeld bedrag van de communautaire steun (50)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Staatssteun

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

3 -

Herstructurering en omschakeling van wijngaarden

Artikel 103 octodecies

Betrokken oppervlakte (ha)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

Gemiddeld bedrag (EUR/ha) (51)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4 -

Groen oogsten

Artikel 103 novodecies

Betrokken oppervlakte (ha)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemiddeld bedrag (EUR/ha) (51)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5 -

Onderlinge fondsen

Artikel 103 vicies

Aantal nieuwe fondsen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

Gemiddeld bedrag van de communautaire steun (52)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6 -

Oogstverzekering

Artikel 103 unvicies

Aantal producenten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

Gemiddeld bedrag van de communautaire steun (53)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Staatssteun

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

7 -

Bedrijfsinvesteringen

Artikel 103 duovicies

Aantal begunstigden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

Gemiddeld bedrag van de communautaire steun (54)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Staatssteun

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

7.1

Bedrijfsinvesteringen in convergentieregio’s

Artikel 103 duovicies, lid 4, onder a)

Subsidiabele kosten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

7.2

Bedrijfsinvesteringen in andere regio’s dan convergentieregio’s

Artikel 103 duovicies, lid 4, onder b)

Subsidiabele kosten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

7.3

Bedrijfsinvesteringen in ultraperifere gebieden

Artikel 103 duovicies, lid 4, onder c)

Subsidiabele kosten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

7.4

Bedrijfsinvesteringen op de kleinere eilanden van de Egeïsche Zee

Artikel 103 duovicies, lid 4, onder d)

Subsidiabele kosten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

7.5

Bedrijfsinvesteringen in convergentieregio’s

Artikel 103 duovicies, lid 4, onder a)

Communautaire bijdrage

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

7.6

Bedrijfsinvesteringen in andere regio’s dan convergentieregio’s

Artikel 103 duovicies, lid 4, onder b)

Communautaire bijdrage

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

7.7

Bedrijfsinvesteringen in ultraperifere gebieden

Artikel 103 duovicies, lid 4, onder c)

Communautaire bijdrage

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

7.8

Bedrijfsinvesteringen op de kleinere eilanden van de Egeïsche Zee

Artikel 103 duovicies, lid 4, onder d)

Communautaire bijdrage

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(cumulatief)

8 -

Distillatie van bijproducten

Artikel 103 tervicies

Maximaal steunpeil (EUR/%vol/hl) (55)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Miljoen hl

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemiddeld bedrag van de communautaire steun (56)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(8)   

De bijlagen VIII, VIII bis en VIII ter worden vervangen door:

„BIJLAGE VIII

Mededeling over de maatregel tot bevordering van de afzet overeenkomstig artikel 103 septdecies en artikel 188 bis, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1234/2007

A.   BEGROTINGSJAREN 2009-2013

Lidstaat:

Ramingen/uitvoering  (57):

Datum van de mededeling  (58):

Datum van de vorige mededeling:

Nummer van dit gewijzigd overzicht:

Begunstigden

Subsidiabele maatregel (artikel 103 septdecies, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1234/2007)

Omschrijving (59)

Beoogde markt

Periode

Subsidiabele uitgaven (EUR)

Hoogte van de bijdrage van de Gemeenschap (EUR)

In voorkomend geval, hoogte van andere overheidssteun (EUR)

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

 

 

 

 

 

 

 

B.   BEGROTINGSJAREN 2014-2018

Lidstaat:

Ramingen/uitvoering  (60):

Datum van de mededeling  (61):

Datum van de vorige mededeling:

Nummer van dit gewijzigd overzicht:

Begunstigden

Subsidiabele maatregel (artikel 103 septdecies, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1234/2009)

Omschrijving (62)

Beoogde markt

Periode

Subsidiabele uitgaven (EUR)

Hoogte van de bijdrage van de Gemeenschap (EUR)

In voorkomend geval, hoogte van andere overheidssteun (EUR)

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

 

 

 

 

 

 

 

„BIJLAGE VIII bis

Jaarlijks verslag over controles ter plaatse op de herstructurering en de omschakeling van wijngaarden overeenkomstig artikel 103 octodecies van Verordening (EG) nr. 1234/2007

A.   BEGROTINGSJAREN 2009-2013

Lidstaat (63):

Begrotingsjaar:

Datum van de mededeling (64):

Regio

In hun totaliteit goedgekeurde herstructurerings- en omschakelingsacties

Herstructureringsacties in verband met vroegere rooiing (65)

Controle vóór het rooien (66)

Controle na herstructurering / omschakeling

Oppervlakte die uiteindelijk na controle is aanvaard

(ha)

Oppervlakte die na controle niet is aanvaard

(ha)

Aangevraagde premies die zijn geweigerd

(EUR)

Sancties (66)

Administratieve controles

Controles ter plaatse

Aantal aanvragen

Oppervlakte

(ha)

Aantal

Reeds vroeger gerooide oppervlakte

(ha)

Aantal gecontroleerde producenten

Gecontroleerde oppervlakte

(ha)

Aantal gecontroleerde producenten

Gecontroleerde oppervlakte

(ha)

Aantal gecontroleerde producenten

Gecontroleerde oppervlakte

(ha)

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

(9)

(10)

(11)

(12)

(13)

(14)

(15)

1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal van de lidstaat

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

B.   BEGROTINGSJAREN 2014-2018

Lidstaat (67):

Begrotingsjaar:

Datum van de mededeling (68):

Regio

In hun totaliteit goedgekeurde herstructurerings- en omschakelingsacties

Herstructureringsacties in verband met vroegere rooiing (69)

Controle vóór het rooien (70)

Controle na herstructurering / omschakeling

Oppervlakte die uiteindelijk na controle is aanvaard

(ha)

Oppervlakte die na controle niet is aanvaard

(ha)

Aangevraagde premies die zijn geweigerd

(EUR)

Sancties (70)

Administratieve controles

Controles ter plaatse

Aantal aanvragen

Oppervlakte

(ha)

Aantal

Reeds vroeger gerooide oppervlakte

(ha)

Aantal gecontroleerde producenten

Gecontroleerde oppervlakte

(ha)

Aantal gecontroleerde producenten

Gecontroleerde oppervlakte

(ha)

Aantal gecontroleerde producenten

Gecontroleerde oppervlakte

(ha)

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

(9)

(10)

(11)

(12)

(13)

(14)

(15)

1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal van de lidstaat

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

„BIJLAGE VIII ter

Jaarlijks verslag over controles ter plaatse op groen oogsten overeenkomstig artikel 103 novodecies van Verordening (EG) nr. 1234/2007

A.   BEGROTINGSJAREN 2009-2013

Lidstaat (71):

Begrotingsjaar:

Datum van de mededeling (72):

Regio

Door de lidstaat goedgekeurde aanvragen

Controles ter plaatse

Oppervlakte die uiteindelijk na controle is aanvaard

(ha)

Oppervlakte die na controle niet is aanvaard

(ha)

Aangevraagde premies die zijn geweigerd

(EUR)

Sancties (73)

Aantal aanvragen

Oppervlakte

(ha)

Aantal aanvragen

Gecontroleerde oppervlakte

(ha)

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

(9)

1

 

 

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal van de lidstaat

 

 

 

 

 

 

 

 

B.   BEGROTINGSJAREN 2014-2018

Lidstaat (74):

Begrotingsjaar:

Datum van de mededeling (75):

Regio

Door de lidstaat goedgekeurde aanvragen

Controles ter plaatse

Oppervlakte die uiteindelijk na controle is aanvaard

(ha)

Oppervlakte die na controle niet is aanvaard

(ha)

Aangevraagde premies die zijn geweigerd

(EUR)

Sancties (76)

Aantal aanvragen

Oppervlakte

(ha)

Aantal aanvragen

Gecontroleerde oppervlakte

(ha)

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

(9)

1

 

 

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal van de lidstaat

 

 

 

 

 

 

 

 


(1)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.

(2)  Wijnoogstjaren.

(3)  Schrappen wat niet past.

(4)  Alle in deze bijlage vermelde artikelen verwijzen naar Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(5)  Met inbegrip van de resultaten van de acties die momenteel op grond van artikel 10 van de onderhavige verordening worden uitgevoerd.

(6)  De in artikel 103 sexdecies, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde lidstaten zijn niet verplicht de punten C en F in te vullen.

(7)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.

(8)  Wijnoogstjaren.

(9)  Schrappen wat niet past.

(10)  Alle in deze bijlage vermelde artikelen verwijzen naar Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(11)  De in artikel 103 sexdecies, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde lidstaten zijn niet verplicht de punten C en F in te vullen."

(12)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.

(13)  De bedragen zijn inclusief de uitgaven voor in het kader van het eerste vijfjarenprogramma (2009-2013) opgezette acties waarvoor betalingen zullen worden verricht in het tweede vijfjarenprogramma (2014-2018).”

(14)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.

(15)  Uiterste datum voor de mededeling: 1 december 2012 voor de bedrijfstoeslagregeling en 1 maart 2013 voor de overige maatregelen.

(16)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.

(17)  De bedragen zijn inclusief de uitgaven voor in het kader van het eerste vijfjarenprogramma (2009-2013) opgezette acties waarvoor betalingen zullen worden verricht in het tweede vijfjarenprogramma (2014-2018)."

(18)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.

(19)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.

(20)  Uiterste datum voor de mededeling: 1 maart en 30 juni.

(21)  Schrappen wat niet past.

(22)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.

(23)  Uiterste datum voor de mededeling: 1 maart en 30 juni.

(24)  Schrappen wat niet past."

(25)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.

(26)  Slechts de punten betreffende de in het steunprogramma opgenomen maatregelen moeten worden ingevuld.

(27)  Alle in deze bijlage vermelde artikelen verwijzen naar Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(28)  Beoordeling van de technische, economische, maatschappelijke en milieueffecten aan de hand van in het ingediende programma omschreven criteria en kwantitatieve indicatoren voor toezicht en evaluatie.

(29)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.

(30)  Slechts de punten betreffende de in het steunprogramma opgenomen maatregelen moeten worden ingevuld.

(31)  Alle in deze bijlage vermelde artikelen verwijzen naar Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(32)  Beoordeling van de technische, economische, maatschappelijke en milieueffecten aan de hand van in het ingediende programma omschreven criteria en kwantitatieve indicatoren voor toezicht en evaluatie.

(33)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.

(34)  Uiterste datum voor de mededeling: 1 maart en 30 juni.

(35)  Schrappen wat niet past.

(36)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.

(37)  Uiterste datum voor de mededeling: 1 maart en 30 juni.

(38)  Schrappen wat niet past.”

(39)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.

(40)  Uiterste datum voor de mededeling: voor ramingen voor het eerst 30 juni 2008 en dan telkens 1 maart en 30 juni; voor de uitvoering telkens 1 maart (voor het eerst in 2010).

(41)  Berekend door de bedragen die in bijlage II (voor ramingen) en in bijlage VI (voor de uitvoering) zijn vermeld, te delen door het in deze bijlage aangegeven aantal projecten.

(42)  Berekend door de bedragen die in bijlage II (voor ramingen) en in bijlage VI (voor de uitvoering) zijn vermeld, te delen door de in deze bijlage aangegeven betrokken oppervlakte.

(43)  Berekend door de bedragen die in bijlage II (voor ramingen) en in bijlage VI (voor de uitvoering) zijn vermeld, te delen door het in deze bijlage aangegeven aantal fondsen.

(44)  Berekend door de bedragen die in bijlage II (voor ramingen) en in bijlage VI (voor de uitvoering) zijn vermeld, te delen door het in deze bijlage aangegeven aantal producenten.

(45)  Berekend door de bedragen die in bijlage II (voor ramingen) en in bijlage VI (voor de uitvoering) zijn vermeld, te delen door het in deze bijlage aangegeven aantal begunstigden.

(46)  Nadere gegevens hierover moeten in de bijlagen I en V worden vermeld.

(47)  Berekend door de bedragen die in bijlage II (voor ramingen) en in bijlage VI (voor de uitvoering) zijn vermeld, te delen door het in deze bijlage aangegeven aantal hectoliter.

(48)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.

(49)  Uiterste datum voor de mededeling: voor ramingen voor het eerst 1 maart 2013 en dan telkens 1 maart en 30 juni; voor de uitvoering telkens 1 maart (voor het eerst in 2015).

(50)  Berekend door de bedragen die in bijlage II (voor ramingen) en in bijlage VI (voor de uitvoering) zijn vermeld, te delen door het in deze bijlage aangegeven aantal projecten.

(51)  Berekend door de bedragen die in bijlage II (voor ramingen) en in bijlage VI (voor de uitvoering) zijn vermeld, te delen door de in deze bijlage aangegeven betrokken oppervlakte.

(52)  Berekend door de bedragen die in bijlage II (voor ramingen) en in bijlage VI (voor de uitvoering) zijn vermeld, te delen door het in deze bijlage aangegeven aantal fondsen.

(53)  Berekend door de bedragen die in bijlage II (voor ramingen) en in bijlage VI (voor de uitvoering) zijn vermeld, te delen door het in deze bijlage aangegeven aantal producenten.

(54)  Berekend door de bedragen die in bijlage II (voor ramingen) en in bijlage VI (voor de uitvoering) zijn vermeld, te delen door het in deze bijlage aangegeven aantal begunstigden.

(55)  Nadere gegevens hierover moeten in de bijlagen I en V worden vermeld.

(56)  Berekend door de bedragen die in bijlage II (voor ramingen) en in bijlage VI (voor de uitvoering) zijn vermeld, te delen door het in deze bijlage aangegeven aantal hectoliter."

(57)  Schrappen wat niet past.

(58)  Uiterste datum voor de mededeling: voor ramingen voor het eerst 30 juni 2008 en dan telkens 1 maart en 30 juni; voor de uitvoering telkens 1 maart (voor het eerst in 2010).

(59)  Onder meer of de afzetbevorderingsmaatregel samen met één of meer andere lidstaten wordt georganiseerd.

(60)  Schrappen wat niet past.

(61)  Uiterste datum voor de mededeling: voor ramingen voor het eerst 1 maart 2013 en dan telkens 1 maart en 30 juni; voor de uitvoering telkens 1 maart (voor het eerst in 2015).

(62)  Onder meer of de afzetbevorderingsmaatregel samen met één of meer andere lidstaten wordt georganiseerd.

(63)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.

(64)  Uiterste datum voor de mededeling: elk jaar 1 december en voor het eerst 1 december 2009.

(65)  Gedeeltelijk vervat in de kolommen 2 en 3.

(66)  Indien van toepassing.

(67)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.

(68)  Uiterste datum voor de mededeling: elk jaar 1 december en voor het eerst 1 december 2014.

(69)  Gedeeltelijk vervat in de kolommen 2 en 3.

(70)  Indien van toepassing.

(71)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.

(72)  Uiterste datum voor de mededeling: elk jaar 1 december en voor het eerst 1 december 2009.

(73)  Indien van toepassing.

(74)  Hiervoor moet de bij OPOCE gangbare afkorting worden gebruikt.

(75)  Uiterste datum voor de mededeling: elk jaar 1 december en voor het eerst 1 december 2014.

(76)  Indien van toepassing.


29.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 169/41


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 569/2012 VAN DE COMMISSIE

van 28 juni 2012

houdende tijdelijke schorsing van de douanerechten bij invoer van bepaalde granen voor het verkoopseizoen 2012/2013

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 187 juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de graanvoorziening van de markt van de Unie in de laatste zes maanden van het verkoopseizoen 2011/2012 te bevorderen, zijn bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1350/2011 van de Commissie (2) de douanerechten voor de respectievelijk bij Verordening (EG) nr. 1067/2008 van de Commissie (3) en Verordening (EG) nr. 2305/2003 van de Commissie (4) geopende tariefcontingenten voor de invoer van zachte tarwe van gemiddelde en lage kwaliteit en van veevoedergerst, geschorst tot en met 30 juni 2012.

(2)

Op grond van de overeenkomstig artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2305/2003 gedane mededelingen heeft de Commissie bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 20/2012 (5) de afgifte van invoercertificaten voor gerst in het kader van het in artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2305/2003 bedoelde contingent vanaf 6 januari 2012 om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) geschorst voor de lopende contingentperiode.

(3)

Op grond van de vooruitzichten voor de situatie op de graanmarkt in het begin van het verkoopseizoen 2012/2013 mag worden aangenomen dat de hoge prijzen zullen aanhouden, gezien de geringe voorraden en de huidige ramingen van de Commissie met betrekking tot de hoeveelheden die werkelijk beschikbaar zullen zijn na de oogst van 2012. Om de invoer en het daarmee samenhangende marktevenwicht in de Europese Unie te handhaven, dient derhalve het beleid inzake de invoer van granen ongewijzigd te blijven en mag, voor het bij Verordening (EG) nr. 1067/2008 geopende tariefcontingent, niet worden geraakt aan de tijdelijke schorsing van de douanerechten bij invoer van zachte tarwe in het verkoopseizoen 2012/2013, en dat tot en met 31 december 2012. Aangezien de afgifte van invoercertificaten voor gerst tot en met 31 december 2012 is geschorst, is de schorsing van de douanerechten voor dit product voor dezelfde periode niet langer relevant.

(4)

Marktdeelnemers mogen bovendien niet worden benadeeld in gevallen waarin de granen reeds onderweg zijn om in de Unie te worden ingevoerd. Met het oog hierop moet rekening worden gehouden met de voor het vervoer vereiste tijd en moeten de marktdeelnemers de gelegenheid krijgen om alle producten waarvan het rechtstreekse vervoer naar de Unie uiterlijk op 31 december 2012 is begonnen, in het vrije verkeer te brengen in het kader van de bij de onderhavige verordening vastgestelde regeling tot schorsing van de douanerechten. Verder moet worden bepaald welk bewijsstuk moet worden overgelegd om het vervoer, met de Unie als rechtstreekse bestemming, en de datum waarop dat vervoer is begonnen, aan te tonen.

(5)

Met het oog op een efficiënt beheer van de procedure voor de afgifte van invoervergunningen vanaf 1 juli 2012 moet deze verordening in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(6)

Het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De toepassing van douanerechten bij invoer van zachte tarwe van GN-code 1001 99 00 van een andere dan van hoge kwaliteit als gedefinieerd in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 642/2010 (6) van de Commissie wordt in het verkoopseizoen 2012/2013 geschorst voor alle invoer in het kader van het bij Verordening (EG) nr. 1067/2008 geopende tariefcontingent voor invoer tegen verlaagde rechten.

2.   Wanneer de in lid 1 bedoelde granen rechtstreeks naar de Unie worden vervoerd en dat vervoer uiterlijk op 31 december 2012 is begonnen, blijft de schorsing van de douanerechten op grond van de onderhavige verordening van toepassing voor het in het vrije verkeer brengen van de desbetreffende producten.

Als bewijs voor het rechtstreekse vervoer naar de Unie en voor de datum waarop dat vervoer is begonnen, geldt, ten genoegen van de bevoegde autoriteiten, het origineel van het vervoersdocument.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2012 tot en met 31 december 2012.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 juni 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 338 van 21.12.2011, blz. 27.

(3)  PB L 290 van 31.10.2008, blz. 3.

(4)  PB L 342 van 30.12.2003, blz. 7.

(5)  PB L 8 van 12.1.2012, blz. 35.

(6)  PB L 187 van 21.7.2010, blz. 5.


29.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 169/43


VERORDENING (EU) Nr. 570/2012 VAN DE COMMISSIE

van 28 juni 2012

tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat het gebruik van benzoëzuur — benzoaten (E 210-213) in alcoholvrije pendanten van wijn betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (1), en met name artikel 10, lid 3, en artikel 30, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 is een EU-lijst vastgesteld van voor gebruik in levensmiddelen goedgekeurde levensmiddelenadditieven en van de gebruiksvoorwaarden daarvoor.

(2)

Die lijst kan worden gewijzigd volgens de procedure van Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s (2).

(3)

Overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1331/2008 kan de EU-lijst van levensmiddelenadditieven hetzij op initiatief van de Commissie, hetzij ingevolge een aanvraag worden bijgewerkt.

(4)

Er is een aanvraag ingediend voor goedkeuring van het gebruik van benzoëzuur — benzoaten (E 210-213) als conserveermiddel in alcoholvrije pendanten van wijn, die ter kennis van de lidstaten is gebracht.

(5)

Alcoholvrije pendanten van wijn worden geproduceerd door de alcohol na gisting uit de wijn te verwijderen. Om navergisting in de fles te voorkomen wordt/worden sorbinezuur — sorbaten (E 200-203) gebruikt, en is naderhand pasteurisatie nodig. Pasteurisatie verandert echter de natuurlijke fruitaroma's en -smaken van het product, en tast deze aan. Toegevoeging van benzoaten leidt, door de synergistische werking met sorbaten, tot betere conservering en maakt pasteurisatie minder nodig.

(6)

Alcoholvrije wijn wordt in de handel gebracht en gepresenteerd als een alternatief op wijn voor volwassenen die geen alcohol willen drinken. Consumptie van dergelijke alternatieven neemt niet de plaats in van consumptie van frisdranken. De door dit nieuwe gebruik verhoogde blootstelling aan benzoëzuur — benzoaten (E 210-213) blijft daarom beperkt en zal niet leiden tot het overschrijden van de aanvaardbare dagelijkse inname, zoals vastgesteld door het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding (3). Het is daarom aangewezen om het gebruik van benzoëzuur — benzoaten (E 210–213) als conserveermiddel in alcoholvrije pendanten van wijn toe te staan.

(7)

Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1331/2008 moet de Commissie het advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid inwinnen met het oog op het bijwerken van de EU-lijst van levensmiddelenadditieven in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008, tenzij die bijwerking geen gevolgen kan hebben voor de gezondheid van de mens. Aangezien het bij de toelating van het gebruik van benzoëzuur — benzoaten (E 210-213) als conserveermiddel in alcoholvrije pendanten van wijn gaat om een bijwerking van die lijst die geen gevolgen kan hebben voor de gezondheid van de mens, behoeft het advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid niet te worden ingewonnen.

(8)

Op grond van de overgangsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1129/2011 van de Commissie van 11 november 2011 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad door opstelling van een EU-lijst van levensmiddelenadditieven (4) is bijlage II met de EU-lijst van voor gebruik in levensmiddelen goedgekeurde levensmiddelenadditieven en gebruiksvoorwaarden van toepassing met ingang van 1 juni 2013. Om het gebruik van benzoëzuur — benzoaten (E 210-213) in alcoholvrije pendanten van wijn vóór die datum toe te staan, moet voor dit gebruik een eerdere datum van toepassing worden vastgesteld.

(9)

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, en het Europees Parlement noch de Raad heeft zich daartegen verzet,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 juni 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16.

(2)  PB L 354 van 31.12.2008, blz. 1.

(3)  http://ec.europa.eu/food/fs/sc/scf/reports/scf_reports_35.pdf

(4)  PB L 295 van 12.11.2011, blz. 1.


BIJLAGE

In deel E van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 wordt in de levensmiddelencategorie 14.2.2, „Wijn en andere producten als omschreven in Verordening (EG) nr. 1234/2007 en alcoholarme pendanten” na de vermelding voor E 200-203 de volgende vermelding ingevoegd.

 

„E 210-213

Benzoëzuur — benzoaten

200

(1) (2)

alleen alcoholvrij

Toepassingsperiode:

Met ingang van 19 juli 2012”


29.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 169/46


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 571/2012 VAN DE COMMISSIE

van 28 juni 2012

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de voorwaarden voor de goedkeuring van de werkzame stoffen aluminiumsilicaat, gehydrolyseerde eiwitten en 1,4-diaminobutaan (putrescine)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 13, lid 2, onder c),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De werkzame stoffen aluminiumsilicaat, gehydrolyseerde eiwitten en 1,4-diaminobutaan (putrescine) zijn in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (2) opgenomen bij Richtlijn 2008/127/EG van de Commissie (3) overeenkomstig de procedure van artikel 24 ter van Verordening (EG) nr. 2229/2004 van de Commissie van 3 december 2004 houdende nadere bepalingen voor de uitvoering van de vierde fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (4). Sinds de vervanging van Richtlijn 91/414/EEG door Verordening (EG) nr. 1107/2009 worden deze stoffen geacht krachtens die verordening te zijn goedgekeurd en zijn zij opgenomen in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (5).

(2)

Overeenkomstig artikel 25 bis van Verordening (EG) nr. 2229/2004 heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) op 16 december 2011 haar standpunten ten aanzien van de ontwerpevaluatieverslagen voor aluminiumsilicaat (6), gehydrolyseerde eiwitten (7) en 1,4-diaminobutaan (putrescine) (8) aan de Commissie voorgelegd. De ontwerpevaluatieverslagen en de standpunten van de EFSA zijn door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 1 juni 2012 afgerond in de vorm van de evaluatieverslagen van de Commissie voor aluminiumsilicaat, gehydrolyseerde eiwitten en 1,4-diaminobutaan (putrescine).

(3)

De EFSA heeft haar standpunten ten aanzien van aluminiumsilicaat, gehydrolyseerde eiwitten en 1,4-diaminobutaan (putrescine) aan de kennisgevers meegedeeld en de Commissie heeft hen verzocht hun opmerkingen over de ontwerpevaluatieverslagen in te dienen.

(4)

Er wordt bevestigd dat de werkzame stoffen aluminiumsilicaat, gehydrolyseerde eiwitten en 1,4-diaminobutaan (putrescine) geacht worden te zijn goedgekeurd krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009.

(5)

Overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 in samenhang met artikel 6 en in het licht van de huidige wetenschappelijke en technische kennis is het nodig dat de goedkeuringsvoorwaarden voor aluminiumsilicaat, gehydrolyseerde eiwitten en 1,4-diaminobutaan (putrescine) worden gewijzigd. Er moet met name om verdere bevestigende informatie worden gevraagd wat betreft aluminiumsilicaat en gehydrolyseerde eiwitten. Tegelijkertijd moeten bepaalde technische aanpassingen worden aangebracht; meer bepaald moet de benaming van de werkzame stof "putrescine (1,4-diaminobutaan)" worden vervangen door "1,4-diaminobutaan (putrescine)". De bijlage bij Verordening (EU) nr. 540/2011 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

Er moet een redelijke termijn vóór de toepassing van deze verordening worden toegestaan om de lidstaten, de kennisgevers en de houders van vergunningen voor gewasbeschermingsmiddelen in staat te stellen te voldoen aan de voorschriften als gevolg van de wijziging van de goedkeuringsvoorwaarden.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 november 2012.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 juni 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(3)  PB L 344 van 20.12.2008, blz. 89.

(4)  PB L 379 van 24.12.2004, blz. 13.

(5)  PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1.

(6)  Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance aluminium silicate. EFSA Journal 2012; 10(1):2517. Online te vinden op: www.efsa.europa.eu/efsajournal.

(7)  Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance hydrolysed proteins. EFSA Journal 2012; 10(2):2545. Online te vinden op: www.efsa.europa.eu/efsajournal.

(8)  Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance 1,4-diaminobutane (putrescine). EFSA Journal 2012;10(1):2516. Online te vinden op: www.efsa.europa.eu/efsajournal.


BIJLAGE

Deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Rij 220 betreffende de werkzame stof aluminiumsilicaat wordt vervangen door:

Nr.

Benaming, identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (*1)

Datum van goedkeuring

Geldig-heidsduur

Specifieke bepalingen

„220

Aluminiumsilicaat

CAS-nr.: 1332-58-7

CIPAC-nr.: 841

Niet beschikbaar

Chemische naam: Aluminiumsilicaat

≥ 999,8 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als afweermiddel.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over aluminiumsilicaat (SANCO/2603/08) (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 1 juni 2012 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij hun algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan het risico van de toedieners; de gebruiksvoorwaarden moeten zo nodig het gebruik van geschikte persoonlijke en ademhalingsbeschermingsmiddelen omvatten.

De gebruiksvoorwaarden moeten zo nodig risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager bevestigende informatie bij de Commissie indient met betrekking tot:

a)

de specificatie van het technische materiaal, zoals commercieel vervaardigd, gestaafd met passende analytische gegevens;

b)

de relevantie van het in het toxiciteitsdossier gebruikte testmateriaal met het oog op de specificatie van het technische materiaal.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager deze informatie uiterlijk 1 mei 2013 bij de Commissie indient.”

2)

Rij 234 betreffende de werkzame stof gehydrolyseerde eiwitten wordt vervangen door:

„Nr.

Benaming, identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (*2)

Datum van goedkeuring

Geldig-heidsduur

Specifieke bepalingen

234

Gehydrolyseerde eiwitten

CAS-nr: niet toegewezen

CIPAC-nr.: 901

Niet beschikbaar

Evaluatieverslag (SANCO/2615/2008)

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als lokstof. Gehydrolyseerde eiwitten van dierlijke oorsprong moeten in overeenstemming zijn met Verordening (EG) nr. 1069/2009 (*3) en Verordening (EU) nr. 142/2011 (*4) van de Commissie.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over gehydrolyseerde eiwitten (SANCO/2615/08) (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 1 juni 2012 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van de toedieners en werknemers; de gebruiksvoorwaarden moeten zo nodig het gebruik van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen omvatten.

De gebruiksvoorwaarden moeten zo nodig risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager bevestigende informatie bij de Commissie indient met betrekking tot:

a)

de specificaties van het technische materiaal, zoals commercieel vervaardigd, gestaafd met passende analytische gegevens;

b)

het risico voor in het water levende organismen.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager de onder a) vermelde informatie uiterlijk op 1 mei 2013 en de onder b) vermelde informatie uiterlijk op 1 november 2013 bij de Commissie indient.

3)

Rij 245 betreffende de werkzame stof 1,4-diaminobutaan (putrescine)wordt vervangen door:

Nr.

Benaming, identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (*5)

Datum van goedkeuring

Geldig-heidsduur

Specifieke bepalingen

„245

1,4-diaminobutaan (putrescine)

CAS-nr.: 110-60-1

CIPAC-nr.: 854

Butaan-1,4-diamine

≥ 990 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als lokstof.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over 1,4-diaminobutaan (putrescine) (SANCO/2626/08) (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 1 juni 2012 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten zo nodig risicobeperkende maatregelen omvatten.”


(*1)  De evaluatieverslagen bevatten nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stoffen.

(*2)  De evaluatieverslagen bevatten nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stoffen.

(*3)  PB L 300 van 14.11.2009, blz. 1.

(*4)  PB L 54 van 26.2.2011, blz. 1.”

(*5)  De evaluatieverslagen bevatten nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stoffen.


29.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 169/50


VERORDENING (EU) Nr. 572/2012 VAN DE COMMISSIE

van 28 juni 2012

tot onderwerping van de invoer van bepaalde bereide of verduurzaamde citrusvruchten (mandarijnen enz.) van oorsprong uit de Volksrepubliek China aan registratie

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het arrest van het Europees Hof van justitie ("het Hof") van 22 maart 2012 in zaak C-338/10,

Gezien Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) ("de basisverordening"), en met name artikel 10, lid 4, en artikel 14, lid 5,

Na raadpleging van het Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

De Europese Commissie ("de Commissie") heeft een verzoek op grond van artikel 14, lid 5, van de basisverordening ontvangen om de invoer van bepaalde bereide of verduurzaamde citrusvruchten (mandarijnen enz.) van oorsprong uit de Volksrepubliek China te onderwerpen aan registratie.

A.   BETROKKEN PRODUCT

(1)

Bij het aan registratie te onderwerpen product gaat het om bereide of verduurzaamde mandarijnen, tangerines en satsuma's daaronder begrepen, en clementines, wilkings en andere dergelijke kruisingen van citrusvruchten, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, zoals omschreven onder GN-post 2008 en momenteel vallende onder de GN-codes 2008 30 55, 2008 30 75 en ex 2008 30 90 (Taric-codes 2008309061, 2008309063, 2008309065, 2008309067 en 2008309069), van oorsprong uit de Volksrepubliek China.

B.   HET ARREST VAN HET HOF

(2)

Op 22 maart 2012 verklaarde het Hof in zaak C-338/10 Verordening (EG) nr. 1355/2008 van de Raad van 18 december 2008 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopig recht op bepaalde bereide of verduurzaamde citrusvruchten (mandarijnen enz.) van oorsprong uit de Volksrepubliek China (2) ("de definitieve antidumpingverordening" of "de betwiste verordening") ongeldig.

(3)

Het arrest van het Hof was gebaseerd op het feit dat de Commissie niet alle noodzakelijke zorgvuldigheid had betracht om de normale waarde vast te stellen aan de hand van de prijs of de berekende waarde in een derde land met markteconomie, zoals dit wordt voorgeschreven in artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening.

(4)

Als gevolg van dat arrest zijn de bij Verordening (EG) nr. 1355/2008 ingestelde antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer in de Europese Unie van bepaalde bereide of verduurzaamde citrusvruchten (mandarijnen enz.) niet langer van kracht.

(5)

Naar aanleiding van het arrest van het Hof heeft de Commissie bijgevolg besloten om het antidumpingonderzoek naar de invoer van bepaalde bereide of verduurzaamde citrusvruchten (mandarijnen enz.) van oorsprong uit de Volksrepubliek China, dat was geopend overeenkomstig de basisverordening, te heropenen. De heropening heeft alleen betrekking op de implementatie van bovengenoemd arrest van het Hof (3).

C.   VERZOEK

(6)

Naar aanleiding van het arrest van het Hof verzocht de Spaanse nationale federatie van verenigingen in de sector groente- en fruitconserven (Federación Nacional de Asociaciones de la Industria de Conservas Vegetales, FENAVAL, voorheen FNACV) ("de indiener van het verzoek") de invoer van het betrokken product overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening te registreren, zodat vervolgens met ingang van de datum van registratie maatregelen op deze invoer kunnen worden toegepast.

D.   MOTIVERING VAN DE REGISTRATIE

(7)

Volgens de indiener van het verzoek bracht het feit dat het Hof de betrokken antidumpingmaatregelen meer dan anderhalf jaar voordat ze zouden vervallen ongeldig verklaarde om andere redenen dan de afwezigheid van dumping en schade als gevolg daarvan, zijn levensvatbaarheid ernstig in gevaar. Hij wees in dit verband in het bijzonder op het onmiddellijke risico van een omvangrijke voorraadvorming van de betrokken ingevoerde producten, wat in het verleden ook al was waargenomen. Hij vroeg daarom om een registratie van de invoer van de betrokken producten.

(8)

Volgens artikel 14, lid 5, van de basisverordening kan de Commissie, na raadpleging van het Raadgevend Comité, de douaneautoriteiten opdracht geven passende maatregelen te nemen om de invoer te registreren, zodat vervolgens, met ingang van de datum van registratie, rechten op de betrokken producten kunnen worden geheven. Tot registratie van de invoer kan worden overgegaan naar aanleiding van een door de bedrijfstak van de Unie ingediend verzoek dat voldoende bewijsmateriaal bevat om een dergelijke maatregel te rechtvaardigen.

(9)

Het verzoek bevat voldoende bewijsmateriaal om registratie te rechtvaardigen. Er zij aan herinnerd dat het gaat om een vervangbaar seizoensproduct dat gewoonlijk wordt ingeblikt, gemakkelijk lange tijd kan worden opgeslagen en eenvoudig kan worden vervoerd. Om al die redenen kunnen snel voorraden worden opgebouwd.

(10)

In Verordening (EG) nr. 642/2008, waarbij een voorlopig antidumpingrecht op het betrokken product werd ingesteld, werd al beschreven dat de invoer van het betrokken product vóór de instelling van de voorlopige antidumpingmaatregelen in vrij korte tijd zeer sterk was toegenomen (4). De vrees van de indiener van het verzoek dat de invoer opnieuw sterk zal toenemen nu vastgesteld is dat de maatregelen ongeldig zijn, wordt daarom geacht terecht te zijn. Dit wordt bevestigd door de statistische gegevens van de lidstaten, die in maart 2012 al een zeer sterke stijging van de invoer meldden; deze invoer was tweemaal zo hoog als de invoer in maart 2011 en drie tot vier keer hoger dan in om het even welke andere maand in 2011 en 2012.

(11)

Het arrest van het Hof betreft enkel de vaststelling van de normale waarde aan de hand van de prijs of de berekende waarde in een derde land met markteconomie. Dat er schade is, wordt dus niet betwist. De indiener van het verzoek wees ook op het onmiddellijke gevaar van ernstige schade voor de bedrijfstak van de Unie omdat importeurs nog steeds kunnen omschakelen van producten uit de Unie naar Chinese waar, zodat de bedrijfstak van de Unie blijft zitten met zeer omvangrijke voorraden.

(12)

Gezien bovenstaande overwegingen wordt ervan uitgegaan dat de heilzame werking van definitieve antidumpingrechten waarschijnlijk ernstig wordt uitgehold tenzij die rechten met terugwerkende kracht worden toegepast. Bijgevolg is in dit geval aan de voorwaarden voor registratie voldaan.

E.   PROCEDURE

(13)

Gezien bovenstaande overwegingen heeft de Commissie geconcludeerd dat het verzoek van de indiener voldoende bewijsmateriaal bevat om de invoer van het betrokken product overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening te registreren.

(14)

Belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en bewijsmateriaal te verstrekken. Voorts kan de Commissie belanghebbenden horen, mits zij daar schriftelijk om verzoeken en kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen.

F.   REGISTRATIE

(15)

Overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening moet de invoer van het betrokken product worden geregistreerd zodat, indien het heropende onderzoek opnieuw tot instelling van een antidumpingrecht leidt, in overeenstemming met de geldende wettelijke bepalingen met terugwerkende kracht antidumpingrechten kunnen worden geheven indien aan de nodige voorwaarden is voldaan. Eventuele toekomstige rechten zullen voortvloeien uit de bevindingen van het heropende antidumpingonderzoek.

G.   VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS

(16)

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (5),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Overeenkomstig artikel 14, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 wordt de douaneautoriteiten opgedragen de nodige maatregelen te nemen om de invoer in de Europese Unie te registreren van bereide of verduurzaamde mandarijnen, tangerines en satsuma's daaronder begrepen, en clementines, wilkings en andere dergelijke kruisingen van citrusvruchten, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, zoals omschreven onder GN-post 2008 en momenteel vallende onder de GN-codes 2008 30 55, 2008 30 75 en ex 2008 30 90 (Taric-codes 2008309061, 2008309063, 2008309065, 2008309067 en 2008309069), van oorsprong uit de Volksrepubliek China. De registratie wordt negen maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening beëindigd.

2.   Belanghebbenden wordt verzocht uiterlijk 20 dagen na de bekendmaking van deze verordening hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken, bewijsmateriaal te verstrekken of te verzoeken te worden gehoord.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 juni 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

(2)  PB L 350 van 30.12.2008, blz. 35.

(3)  PB C 175 van 19.6.2012, blz. 19.

(4)  PB L 178 van 5.7.2008, blz. 35 (overweging 131).

(5)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


29.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 169/53


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 573/2012 VAN DE COMMISSIE

van 28 juni 2012

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 juni 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

TR

52,3

ZZ

52,3

0707 00 05

TR

103,2

ZZ

103,2

0709 93 10

TR

105,9

ZZ

105,9

0805 50 10

AR

86,8

UY

89,3

ZA

113,3

ZZ

96,5

0808 10 80

AR

111,4

BR

93,3

CL

99,4

NZ

121,0

US

121,2

UY

57,1

ZA

94,7

ZZ

99,7

0809 10 00

TR

188,4

ZZ

188,4

0809 29 00

TR

430,8

ZZ

430,8


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


29.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 169/55


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 574/2012 VAN DE COMMISSIE

van 28 juni 2012

tot wijziging van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 971/2011 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten uit de sector suiker voor het verkoopseizoen 2011/2012

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (2), en met name artikel 36, lid 2, tweede alinea, tweede zin,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2011/2012 zijn vastgesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 971/2011 van de Commissie (3). Deze prijzen en rechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 550/2012 van de Commissie (4).

(2)

Naar aanleiding van de gegevens waarover de Commissie momenteel beschikt, dienen deze bedragen te worden gewijzigd overeenkomstig artikel 36 van Verordening (EG) nr. 951/2006.

(3)

Omdat ervoor moet worden gezorgd dat deze maatregel zo snel mogelijk na de terbeschikkingstelling van de geactualiseerde gegevens van toepassing wordt, moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 971/2011 voor het verkoopseizoen 2011/2012 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 36 van Verordening (EG) nr. 951/2006 bedoelde producten worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 juni 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24.

(3)  PB L 254 van 30.9.2011, blz. 12.

(4)  PB L 165 van 26.6.2012, blz. 43.


BIJLAGE

Gewijzigde bedragen van de representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en producten van GN-code 1702 90 95 die gelden met ingang van 29 juni 2012

(in EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg netto van het betrokken product

Aanvullend recht per 100 kg netto van het betrokken product

1701 12 10  (1)

39,85

0,00

1701 12 90  (1)

39,85

2,65

1701 13 10  (1)

39,85

0,00

1701 13 90  (1)

39,85

2,95

1701 14 10  (1)

39,85

0,00

1701 14 90  (1)

39,85

2,95

1701 91 00  (2)

48,85

2,81

1701 99 10  (2)

48,85

0,00

1701 99 90  (2)

48,85

0,00

1702 90 95  (3)

0,49

0,22


(1)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt III, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(2)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt II, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(3)  Vaststelling per procent sacharose.


29.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 169/57


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 575/2012 VAN DE COMMISSIE

van 28 juni 2012

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1484/95 wat betreft de representatieve prijzen in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede van ovoalbumine

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 143 juncto artikel 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 614/2009 van de Raad van 7 juli 2009 betreffende een gemeenschappelijke regeling van het handelsverkeer voor ovoalbumine en lactoalbumine (2), en met name artikel 3, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1484/95 van de Commissie (3) zijn bepalingen vastgesteld voor de toepassing van de regeling inzake aanvullende invoerrechten en zijn de representatieve prijzen in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede van ovoalbumine, vastgesteld.

(2)

Uit de regelmatige controle van de gegevens die als basis worden gebruikt voor het bepalen van de representatieve prijzen in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede van ovoalbumine, blijkt dat de representatieve prijzen voor de invoer van bepaalde producten moeten worden gewijzigd met inachtneming van de naargelang van de oorsprong optredende prijsverschillen.

(3)

Verordening (EG) nr. 1484/95 moet bijgevolg worden gewijzigd.

(4)

Om ervoor te zorgen dat deze maatregel zo snel mogelijk na de terbeschikkingstelling van de bijgewerkte gegevens van toepassing wordt, dient de onderhavige verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1484/95 wordt vervangen door de tekst die is opgenomen in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 juni 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 181 van 14.7.2009, blz. 8.

(3)  PB L 145 van 29.6.1995, blz. 47.


BIJLAGE

„BIJLAGE I

GN-code

Omschrijving

Representatieve prijs

(EUR/100 kg)

In artikel 3, lid 3, bedoelde zekerheid

(EUR/100 kg)

Oorsprong (1)

0207 12 10

Geslachte kippen (zogenaamde kippen 70 %), bevroren

125,3

0

AR

0207 12 90

Geslachte kippen (zogenaamde kippen 65 %), bevroren

130,3

0

AR

127,5

0

BR

0207 14 10

Delen zonder been, van hanen of van kippen, bevroren

271,7

9

AR

240,1

18

BR

322,1

0

CL

0207 14 50

Borsten van kippen, bevroren

215,7

0

BR

0207 27 10

Delen zonder been, van kalkoenen, bevroren

346,2

0

BR

365,0

0

CL

0408 91 80

Eieren uit de schaal, gedroogd

408,9

0

AR

1602 32 11

Bereidingen van hanen of van kippen, niet gekookt en niet gebakken

293,6

0

BR

347,6

0

CL

3502 11 90

Ovoalbumine, gedroogd

533,5

0

AR


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.”


29.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 169/59


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 576/2012 VAN DE COMMISSIE

van 28 juni 2012

betreffende de toewijzing van rechten tot invoer voor aanvragen die zijn ingediend voor de periode van 1 juli 2012 tot en met 30 juni 2013 in het kader van het bij Verordening (EG) nr. 431/2008 geopende tariefcontingent voor bevroren rundvlees

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (2), en met name op artikel 7, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 431/2008 van de Commissie van 19 mei 2008 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van bevroren rundvlees van GN-code 0202 en producten van GN-code 0206 29 91 (3) is een tariefcontingent geopend voor de invoer van producten van de sector rundvlees.

(2)

De aanvragen voor rechten tot invoer die voor de periode van 1 juli 2012 tot en met 30 juni 2013 zijn ingediend, hebben betrekking op een hoeveelheid die de beschikbare hoeveelheden overschrijdt. Bijgevolg dient door vaststelling van de op de aangevraagde hoeveelheden toe te passen toewijzingscoëfficiënt te worden bepaald in hoeverre de rechten tot invoer kunnen worden toegewezen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Op de aanvragen voor rechten tot invoer die in het kader van het bij Verordening (EG) nr. 431/2008 vastgestelde contingent met het volgnummer 09.4003 zijn ingediend voor de periode van 1 juli 2012 tot en met 30 juni 2013, wordt een toewijzingscoëfficiënt toegepast van 30,632325 %.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 29 juni 2012.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 juni 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.

(3)  PB L 130 van 20.5.2008, blz. 3.


BESLUITEN

29.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 169/60


BESLUIT VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN

van 20 juni 2012

houdende benoeming van rechters en advocaten-generaal van het Hof van Justitie

(2012/345/EU)

DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 19,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 253 en 255,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De ambtstermijn van veertien rechters en vier advocaten-generaal van het Hof van Justitie verstrijkt op 6 oktober 2012. Voor de periode van 7 oktober 2012 tot en met 6 oktober 2018 moeten veertien rechters en vier advocaten-generaal van het Hof van Justitie worden benoemd.

(2)

Op 25 april 2012 hebben de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten bij Besluit 2012/244/EU (1) voor de periode van 7 oktober 2012 tot en met 6 oktober 2018 elf rechters en drie advocaten-generaal bij het Hof van Justitie benoemd.

(3)

Om de gedeeltelijke vervanging van rechters en advocaten-generaal van het Hof van Justitie compleet te maken, moeten de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten nog drie rechters en één advocaat-generaal benoemen.

(4)

De regeringen van de lidstaten hebben de herbenoeming van de heer Antonio TIZZANO en de benoeming van de heer Christopher VAJDA als rechters van het Hof van Justitie, en de herbenoeming van de heer Paolo MENGOZZI als advocaat-generaal van het Hof van Justitie, voorgesteld. Het comité dat is ingesteld bij artikel 255 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie heeft advies uitgebracht over de geschiktheid van de bovengenoemde kandidaten voor de uitoefening van het ambt van rechter en dat van advocaat-generaal van het Hof van Justitie.

(5)

Twee rechters en één advocaat-generaal van het Hof van Justitie moeten derhalve voor de periode van 7 oktober 2012 tot en met 6 oktober 2018 worden benoemd. Tot de benoeming tot het resterende ambt van rechter van het Hof van Justitie zal op een later tijdstip worden besloten,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Voor de periode van 7 oktober 2012 tot en met 6 oktober 2018 worden tot rechter van het Hof van Justitie benoemd:

 

de heer Antonio TIZZANO

 

de heer Christopher VAJDA.

2.   De heer Paolo MENGOZZI wordt voor de periode van 7 oktober 2012 tot en met 6 oktober 2018 tot advocaat-generaal van het Hof van Justitie benoemd.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 20 juni 2012.

De voorzitter

J. TRANHOLM-MIKKELSEN


(1)  PB L 121 van 8.5.2012, blz. 21.


HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

29.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 169/61


BESLUIT Nr. 1/2012 VAN HET BIJZONDERE COMITÉ EU-CHILI INZAKE DOUANESAMENWERKING EN OORSPRONGSREGELS

van 27 maart 2012

ten aanzien van bijlage III bij de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Chili, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking

(2012/346/EU)

HET BIJZONDERE COMITÉ,

Gezien de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Chili, anderzijds (1) („associatieovereenkomst”), ondertekend op 18 november 2002 en met name het begrip „douanegebied van de Gemeenschap” in artikel 36, lid 2, van bijlage III betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage III bij de associatieovereenkomst bevat de oorsprongsregels voor de producten van oorsprong uit het grondgebied van de partijen bij de overeenkomst.

(2)

In bijlage III bij de associatieovereenkomst wordt verwezen naar het „douanegebied van de Gemeenschap”.

(3)

Ten behoeve van een juiste territoriale toepassing van bijlage III bij de associatieovereenkomst wordt het passend geacht om middels een aantekening bij genoemde bijlage te verduidelijken wat onder „Gemeenschap” en „douanegebied van de Gemeenschap” moet worden verstaan,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de toepassing van artikel 36, lid 2, van bijlage III bij de associatieovereenkomst dient onder „douanegebied van de Gemeenschap” te worden verstaan het douanegebied van de Europese Gemeenschap (thans de Europese Unie) zoals omschreven in artikel 3, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2), onverminderd latere wijzigingen of intrekkingen van bestaande wetgeving.

Deze aantekening bij bijlage III laat titel VII betreffende Ceuta en Melilla in genoemde bijlage onverlet.

Artikel 2

Voor de toepassing van bijlage III bij de Associatieovereenkomst wordt onder het begrip „Gemeenschap” verstaan het douanegebied van de Europese Gemeenschap (thans de Europese Unie) als bedoeld in artikel 1 van dit besluit.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking 60 dagen na de datum waarop de laatste partij kennis heeft gegeven van het feit dat is voldaan aan haar interne vereisten betreffende de uitvoering van dit besluit.

Gedaan te Santiago, Chili, 27 maart 2012.

Voor het Bijzondere Comité

De voorzitter

Paulina NAZAL


(1)  PB L 352 van 30.12.2002, blz. 3.

(2)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.