ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2012.148.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 148

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

55e jaargang
8 juni 2012


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 480/2012 van de Commissie van 7 juni 2012 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van een tariefcontingent voor breukrijst van GN-code 10064000, voor de productie van voor voeding bestemde bereidingen van GN-code 19011000

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 481/2012 van de Commissie van 7 juni 2012 houdende voorschriften voor het beheer van een tariefcontingent voor rundvlees van hoge kwaliteit

9

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 482/2012 van de Commissie van 7 juni 2012 houdende goedkeuring van minimale wijzigingen van het productdossier van een benaming die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Tettnanger Hopfen (BGA))

15

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 483/2012 van de Commissie van 7 juni 2012 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

20

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 484/2012 van de Commissie van 7 juni 2012 houdende vaststelling van het maximale steunbedrag voor de particuliere opslag van olijfolie in het kader van de inschrijving die is geopend bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 430/2012

22

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 485/2012 van de Commissie van 7 juni 2012 inzake het minimumdouanerecht voor suiker dat moet worden vastgesteld naar aanleiding van de zevende deelinschrijving in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2011 geopende openbare inschrijving

24

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

8.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 148/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 480/2012 VAN DE COMMISSIE

van 7 juni 2012

houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van een tariefcontingent voor breukrijst van GN-code 1006 40 00, voor de productie van voor voeding bestemde bereidingen van GN-code 1901 10 00

(codificatie)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1095/96 van de Raad van 18 juni 1996 betreffende de tenuitvoerlegging van de concessies in de lijst CXL die is opgesteld naar aanleiding van de voltooiing van de onderhandelingen in het kader van artikel XXIV, lid 6, van de GATT (1), en met name artikel 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 2058/96 van de Commissie van 28 oktober 1996 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van een tariefcontingent voor breukrijst van GN-code 1006 40 00, voor de productie van voor voeding bestemde bereidingen van GN-code 1901 10 (2) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (3). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van die verordening te worden overgegaan.

(2)

De bovenbedoelde concessies hebben met name betrekking op een tariefcontingent van 1 000 ton breukrijst van GN-code 1006 40 00, voor de productie van voor voeding bestemde bereidingen van GN-code 1901 10 00, dat jaarlijks mag worden ingevoerd met nulrecht.

(3)

Er moet worden bepaald dat Verordening (EG) nr. 1342/2003 van de Commissie van 28 juli 2003 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst (4) van toepassing is in het kader van deze verordening.

(4)

Bij Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (5) zijn met name de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de aanvragen, de hoedanigheid van de aanvrager en de afgifte van de certificaten vastgesteld. Bij die verordening is de geldigheidsduur van de certificaten beperkt tot de laatste dag van de tariefcontingentperiode en zij geldt onverminderd de bij de sectoriële verordeningen vastgestelde aanvullende voorwaarden of afwijkingen.

(5)

Ter wille van een beter beheer van het tariefcontingent dat bij deze verordening is geopend, is het noodzakelijk om de marktdeelnemers blijvend toe te staan meer dan een certificaataanvraag per contingentperiode in te dienen en dus af te wijken van artikel 6, lid 1 van Verordening (EG) nr. 1301/2006. Bovendien dient te worden bepaald, teneinde de controle van dit contingent te verbeteren en het beheer ervan te harmoniseren en te vereenvoudigen, dat het indienen van de aanvragen voor invoercertificaten wekelijks gebeurt.

(6)

Met het oog op een deugdelijk administratief beheer van de hierboven genoemde invoerregeling moeten bijzondere bepalingen inzake de indiening van de aanvragen en de afgifte van de certificaten worden vastgesteld. Die bepalingen vormen een aanvulling op of wijken af van het bepaalde in Verordening (EG) nr. 376/2008 van de Commissie van 23 april 2008 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (6).

(7)

Bijzondere bepalingen moeten worden vastgesteld om te garanderen dat de ingevoerde breukrijst niet voor andere dan de vastgestelde doeleinden wordt gebruikt. Daartoe moet worden bepaald dat de vrijstelling van douanerechten slechts wordt verleend als de importeur een verbintenis aangaat waarin de geplande bestemming van het product wordt bevestigd en als een zekerheid wordt gesteld die even hoog is als het niet geïnde douanerecht. Met het oog op een zorgvuldig beheer van de betrokken regeling, dient een redelijke termijn voor de verwerking te worden vastgesteld. Bij verzending van een product moet in de lidstaat waar het product in het vrije verkeer is gebracht, een controleexemplaar T5 worden opgesteld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautaire douanewetboek (7), dat het meest adequate bewijs van verwerking vormt. Wanneer de verwerking plaatsvindt in de lidstaat waar het product in het vrije verkeer is gebracht, kan het bewijs van verwerking worden geleverd aan de hand van een gelijkwaardig nationaal document.

(8)

Hoewel de zekerheid wordt gesteld als garantie voor de betaling van een douaneschuld die kan ontstaan bij de invoer van goederen, moet bij het vrijgeven van deze zekerheid enige flexibiliteit mogelijk zijn.

(9)

Om een efficiënt beheer van de vastgestelde regeling te garanderen, moet worden bepaald dat de zekerheid voor de invoercertificaten in het kader van bovengenoemde regeling wordt vastgesteld op 25 EUR per ton.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Overeenkomstig deze verordening wordt een jaarlijks tariefcontingent geopend van 1 000 ton breukrijst van GN-code 1006 40 00, voor de productie van voor voeding bestemde bereidingen van GN-code 1901 10 00, met nulrecht.

Het contingent draagt het volgnummer 09.4079.

Behoudens andersluidende bepalingen in deze verordening is het bepaalde in de Verordeningen (EG) nr. 1342/2003, (EG) nr. 1301/2006 en (EG) nr. 376/2008 van toepassing.

Artikel 2

1.   Een invoercertificaataanvraag heeft betrekking op een hoeveelheid van ten minste 5 en ten hoogste 500 ton.

In elke certificaataanvraag wordt een hoeveelheid in kilogram, zonder decimalen, vermeld.

De aanvragen voor een invoercertificaat worden elke week uiterlijk op vrijdag om 13.00 uur Brusselse tijd bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaten ingediend.

2.   In afwijking van artikel 6, lid 1 van Verordening (EG) nr. 1301/2006 kan de aanvrager meer dan een certificaataanvraag per contingentperiode indienen. De aanvrager kan echter slechts een certificaataanvraag per week indienen.

3.   In vak 7 van de certificaataanvraag en van het invoercertificaat wordt het land van herkomst vermeld en wordt de vermelding „ja” aangekruist.

4.   De certifaataanvraag en het invoercertificaat bevatten:

a)

in vak 20 één van de in bijlage I opgenomen vermeldingen;

b)

in vak 24 één van de in bijlage II opgenomen vermeldingen.

5.   In afwijking van artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1342/2003 wordt het bedrag van de zekerheid voor de in deze verordening bedoelde invoercertificaten vastgesteld op 25 EUR per ton.

Artikel 3

1.   Als de in een week aangevraagde hoeveelheden ertoe leiden dat de in het kader van het contingent beschikbare hoeveelheid wordt overschreden, stelt de Commissie overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 uiterlijk op de vierde werkdag volgende op de in artikel 2, lid 1, derde alinea, van de onderhavige verordening bedoelde uiterste datum voor de indiening van aanvragen de toewijzingscoëfficiënt voor de in de afgelopen week aangevraagde hoeveelheden vast en schorst zij de indiening van nieuwe invoercertificaataanvragen tot het einde van de contingentperiode.

De in de lopende week ingediende aanvragen worden als onontvankelijk beschouwd.

De lidstaten accepteren dat aanvragen waarbij de hoeveelheid waarvoor het certificaat moet worden afgegeven, kleiner is dan 20 ton, door de marktdeelnemers worden ingetrokken binnen twee werkdagen na de datum van bekendmaking van de uitvoeringsverordening waarin de toewijzingscoëfficiënt is vastgesteld.

2.   Het invoercertificaat wordt afgegeven op de achtste werkdag volgende op de uiterste datum voor de indiening van de aanvragen.

Artikel 4

De lidstaten delen de Commissie elektronisch de volgende gegevens mee:

a)

uiterlijk op de eerste maandag volgende op de week waarin de certificaataanvragen zijn ingediend, vóór 18.00 uur Brusselse tijd: de in artikel 11, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde gegevens betreffende de invoercertificaataanvragen, met vermelding van de totale hoeveelheden waarop deze aanvragen betrekking hebben;

b)

uiterlijk op de tweede werkdag volgende op de afgifte van de invoercertificaten: de in artikel 11, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde gegevens betreffende de afgegeven certificaten, met vermelding van de totale hoeveelheden waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven, alsmede de hoeveelheden waarvoor de certificaataanvragen zijn ingetrokken overeenkomstig artikel 3, lid 1, derde alinea, van de onderhavige verordening;

c)

uiterlijk op de laatste dag van elke maand: de totale hoeveelheden die in het kader van het betrokken contingent in de loop van de tweede daaraan voorafgaande maand daadwerkelijk in het vrije verkeer zijn gebracht. Indien in een van deze maanden geen goederen in het vrije verkeer zijn gebracht, wordt een mededeling met de vermelding „geen” toegezonden. In de derde maand die volgt op de uiterste geldigheidsdatum van de certificaten, is deze mededeling evenwel niet langer vereist.

Artikel 5

1.   De vrijstelling van het douanerecht wordt slechts toegepast indien:

a)

de importeur bij het in het vrije verkeer brengen schriftelijk de verbintenis aangaat dat de volledige aangegeven hoeveelheid binnen zes maanden na de datum waarop de aangifte voor het vrije verkeer is aanvaard, zal worden verwerkt overeenkomstig de in vak 20 van het certificaat vermelde gegevens;

b)

de importeur bij het in het vrije verkeer brengen van de goederen een zekerheid stelt waarvan het bedrag gelijk is aan het in artikel 140 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (8) vastgestelde douanerecht voor breukrijst.

2.   Wanneer de goederen in het vrije verkeer worden gebracht, vermeldt de importeur als plaats van verwerking hetzij de naam van een verwerkingsbedrijf en een lidstaat, hetzij ten hoogste vijf verschillende verwerkingsinrichtingen. Bij verzending van de goederen wordt in de lidstaat van vertrek een controle-exemplaar T5 opgesteld dat overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2454/93, eveneens als bewijs van verwerking geldt.

Wanneer de verwerking evenwel plaatsvindt in de lidstaat waar het product in het vrije verkeer is gebracht, kan het bewijs van verwerking worden geleverd aan de hand van een gelijkwaardig nationaal document.

3.   Het controle-exemplaar T5 bevat:

a)

in vak 104 één van de in bijlage III opgenomen vermeldingen;

b)

in vak 107 één van de in bijlage IV opgenomen vermeldingen.

4.   Behoudens overmacht wordt de in lid 1, onder b), bedoelde zekerheid vrijgegeven als de importeur aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de goederen in het vrije verkeer zijn gebracht, het bewijs voorlegt dat alle in het vrije verkeer gebrachte hoeveelheden tot het op het invoercertificaat aangegeven product zijn verwerkt. Deze verwerking wordt geacht te hebben plaatsgevonden wanneer het product binnen de in lid 1, onder a), bedoelde termijn is vervaardigd, hetzij in een of meer verwerkingsinrichtingen die behoren tot het in lid 2 bedoelde bedrijf en die gelegen zijn in de op grond van dat lid vermelde lidstaat, hetzij in een van de in dat zelfde lid bedoelde verwerkingsinrichtingen.

Voor in het vrije verkeer gebrachte goederen die niet binnen bovengenoemde termijn zijn verwerkt, wordt de vrij te geven zekerheid verminderd met 2 procentpunten voor iedere dag waarmee de termijn wordt overschreden.

5.   Het bewijs van verwerking wordt binnen zes maanden na het verstrijken van de termijn voor de verwerking aan de bevoegde autoriteiten voorgelegd.

Als het bewijs niet binnen de hierboven vastgestelde termijn wordt overgelegd, wordt de in lid 1, onder b), bedoelde zekerheid, eventueel na vermindering met het in lid 4, tweede alinea, vastgesteld percentage, verminderd met 2 procentpunten voor iedere dag waarmee de termijn wordt overschreden.

Het bedrag van de zekerheid dat niet wordt vrijgegeven, wordt verbeurd als douanerecht.

Artikel 6

In afwijking van artikel 7, lid 4, van Verordening (EG) nr. 376/2008 mag de in het vrije verkeer gebrachte hoeveelheid niet groter zijn dan die welke is aangegeven in de vakken 17 en 18 van het invoercertificaat. In vak 19 van het certificaat wordt daartoe het cijfer „0” ingevuld.

Artikel 7

Verordening (EG) nr. 2058/96 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage VI.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 juni 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 146 van 20.6.1996, blz. 1.

(2)  PB L 276 van 29.10.1996, blz. 7.

(3)  Zie bijlage V.

(4)  PB L 189 van 29.7.2003, blz. 12.

(5)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.

(6)  PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.

(7)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.

(8)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.


BIJLAGE I

In artikel 2, lid 4, onder a), bedoelde vermeldingen

:

in het Bulgaars

:

Натрошен ориз с код по КН 1006 40 00, предназначен за производство на хранителни заготовки с код по КН 1901 10 00

:

in het Spaans

:

Partidos de arroz, del código NC 1006 40 00, destinados a la producción de preparaciones alimenticias del código NC 1901 10 00

:

in het Tsjechisch

:

Zlomková rýže kódu KN 1006 40 00 pro výrobu potravinových přípravků kódu KN 1901 10 00

:

in het Deens

:

Brudris, henhørende under KN-kode 1006 40 00, bestemt til fremstilling af tilberedte næringsmidler, henhørende under KN-kode 1901 10 00

:

in het Duits

:

Bruchreis des KN-Codes 1006 40 00, bestimmt zur Herstellung von Lebensmittelzubereitungen des KN-Codes 1901 10 00

:

in het Ests

:

CN-koodi 1006 40 00 alla kuuluv purustatud riis CN-koodi 1901 10 00 alla kuuluvate toiduainete tootmiseks

:

in het Grieks

:

Θραύσματα ρυζιού υπαγόμενα στον κωδικό ΣΟ 1006 40 00, που προορίζονται για την παραγωγή παρασκευασμάτων διατροφής του κωδικού ΣΟ 1901 10 00

:

in het Engels

:

Broken rice of CN code 1006 40 00 for production of food preparations of CN code 1901 10 00

:

in het Frans

:

Brisures de riz, relevant du code NC 1006 40 00, destinées à la production de préparations alimentaires du code NC 1901 10 00

:

in het Italiaans

:

Rotture di riso, di cui al codice NC 1006 40 00, destinate alla produzione di preparazioni alimentari del codice NC 1901 10 00

:

in het Lets

:

Šķeltie rīsi, uz kuriem attiecas KN kods 1006 40 00, kas paredzēti to pārtikas produktu ražošanai, uz kuriem attiecas KN kods 1901 10 00

:

in het Litouws

:

KN kodu 1006 40 00 klasifikuojami skaldyti ryžiai, skirti KN kodu 1901 10 00 klasifikuojamų maisto produktų gamybai

:

in het Hongaars

:

A 1901 10 00 KN-kód alá tartozó élelmiszer-készítmények előállítására szánt, a 1006 40 00 KN-kód alá tartozó törmelékrizs

:

in het Maltees

:

Ross miksur tal-kodiċi NK 1006 40 00 għall-produzzjoni ta’ preparazzjonijiet alimentari tal-kodiċi NK 1901 10 00

:

in het Nederlands

:

Breukrijst van GN-code 1006 40 00, voor de productie van voor voeding bestemde bereidingen van GN-code 1901 10 00

:

in het Pools

:

Ryż łamany objęty kodem CN 1006 40 00 do produkcji przetworów spożywczych objętych kodem CN 1901 10 00

:

in het Portugees

:

Trincas de arroz do código NC 1006 40 00, destinadas à produção de preparações alimentares do código NC 1901 10 00

:

in het Roemeens

:

brizuri de orez având codul NC 1006 40 00 destinate producției de preparate alimentare având codul NC 1901 10 00

:

in het Slowaaks

:

Zlomková ryža spadajúca pod číselný znak KN 1006 40 00 na výrobu potravinových prípravkov spadajúcich pod číselný znak KN 1901 10 00

:

in het Sloveens

:

Lomljen riž z oznako KN 1006 40 00 za proizvodnjo živilskih izdelkov z oznako KN 1901 10 00

:

in het Fins

:

CN-koodiin 1006 40 00 kuuluvat rikkoutuneet riisinjyvät CN-koodiin 1901 10 00 kuuluvien elintarvikevalmisteiden valmistamiseksi

:

in het Zweeds

:

Brutet ris som omfattas av KN-nummer 1006 40 00, avsett för produktion av livsmedelsberedningar som omfattas av KN-nummer 1901 10 00.


BIJLAGE II

In artikel 2, lid 4, onder b), bedoelde vermeldingen

:

in het Bulgaars

:

Освободено от мито (Регламент за изпълнение (ЕC) № 480/2012)

:

in het Spaans

:

Exención del derecho de aduana [Reglamento de Ejecución (UE) no 480/2012]

:

in het Tsjechisch

:

Osvobozeno od cla (prováděcí nařízení (EU) č. 480/2012)

:

in het Deens

:

Toldfri (gennemførelsesforordning (EU) nr. 480/2012)

:

in het Duits

:

Zollfrei (Durchführungsverordnung (EU) Nr. 480/2012)

:

in het Ests

:

Tollimaksuvaba (rakendusmäärus (EL) nr 480/2012)

:

in het Grieks

:

Απαλλαγή του δασμού [εκτελεστικός κανονισμός (ΕΕ) αριθ. 480/2012]

:

in het Engels

:

Free of customs duty (Implementing Regulation (EU) No 480/2012)

:

in het Frans

:

Exemption du droit de douane [règlement d’exécution (UE) no 480/2012]

:

in het Italiaans

:

Esenzione dal dazio doganale [regolamento di esecuzione (UE) n. 480/2012]

:

in het Lets

:

Atbrīvots no muitas nodokļa (Īstenošanas regula (ES) Nr. 480/2012)

:

in het Litouws

:

Muitas netaikomas (įgyvendinimo reglamentas (ES) Nr. 480/2012)

:

in het Hongaars

:

Vámmentes (480/2012/EU végrehajtási rendelet)

:

in het Maltees

:

Eżenti mid-dazju doganali (Regolament ta’ Implimentazzjoni (UE) Nru 480/2012)

:

in het Nederlands

:

Vrijgesteld van douanerecht (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 480/2012)

:

in het Pools

:

Wolne od opłat celnych (rozporządzenie wykonawcze (UE) nr 480/2012)

:

in het Portugees

:

Isenção de direito aduaneiro (Regulamento de Execução (UE) n.o 480/2012)

:

in het Roemeens

:

Scutit de drepturi vamale [Regulamentul de punere în aplicare (UE) nr. 480/2012]

:

in het Slowaaks

:

Oslobodené od cla (vykonávacie nariadenie (EÚ) č. 480/2012)

:

in het Sloveens

:

Carine prosto (Izvedbena uredba (EU) št. 480/2012)

:

in het Fins

:

Tullivapaa (täytäntöönpanoasetus (EU) N:o 480/2012)

:

in het Zweeds

:

Tullfri (genomförandeförordning (EU) nr 480/2012).


BIJLAGE III

In artikel 5, lid 3, onder a), bedoelde vermeldingen

:

in het Bulgaars

:

Предназначени за производство на хранителни заготовки с код по КН 1901 10 00

:

in het Spaans

:

Destinadas a la producción de preparaciones alimenticias del código NC 1901 10 00

:

in het Tsjechisch

:

Pro výrobu potravinových přípravků kódu KN 1901 10 00

:

in het Deens

:

Bestemt til fremstilling af tilberedte næringsmidler, henhørende under KN-kode 1901 10 00

:

in het Duits

:

Bestimmt zur Herstellung von Lebensmittelzubereitungen des KN-Codes 1901 10 00

:

in het Ests

:

CN-koodi 1901 10 00 alla kuuluvate toiduainete tootmiseks

:

in het Grieks

:

Προορίζονται για την παραγωγή παρασκευασμάτων διατροφής του κωδικού ΣΟ 1901 10 00

:

in het Engels

:

For production of food preparations of CN code 1901 10 00

:

in het Frans

:

Destinées à la production de préparations alimentaires du code NC 1901 10 00

:

in het Italiaans

:

Destinate alla produzione di preparazioni alimentari del codice NC 1901 10 00

:

in het Lets

:

Paredzēti to pārtikas produktu ražošanai, uz kuriem attiecas KN kods 1901 10 00

:

in het Litouws

:

Skirti KN kodu 1901 10 00 klasifikuojamų maisto produktų gamybai

:

in het Hongaars

:

A 1901 10 00 KN-kód alá tartozó élelmiszer-készítmények előállítására szánt

:

in het Maltees

:

Għall-produzzjoni ta’ preparazzjonijiet alimentari tal-kodiċi KN 1901 10 00

:

in het Nederlands

:

Bestemd voor de productie van voor voeding bestemde bereidingen van GN-code 1901 10 00

:

in het Pools

:

Do produkcji przetworów spożywczych objętych kodem CN 1901 10 00

:

in het Portugees

:

Destinadas à produção de preparações alimentares do código NC 1901 10 00

:

in het Roemeens

:

Destinate producției de preparate alimentare având codul NC 1901 10 00

:

in het Slowaaks

:

Na výrobu potravinových prípravkov spadajúcich pod číselný znak KN 1901 10 00

:

in het Sloveens

:

Za proizvodnjo živilskih izdelkov z oznako KN 1901 10 00

:

in het Fins

:

Tarkoitettu CN-koodiin 1901 10 00 kuuluvien elintarvikevalmisteiden valmistukseen

:

in het Zweeds

:

Avsett för produktion av livsmedelsberedningar som omfattas av KN-nummer 1901 10 00.


BIJLAGE IV

In artikel 5, lid 3, onder b), bedoelde vermeldingen

:

in het Bulgaars

:

Член 4 от Регламент за изпълнение (ЕC) № 480/2012

:

in het Spaans

:

Reglamento de Ejecución (UE) no 480/2012 — artículo 4

:

in het Tsjechisch

:

Článek 4 prováděcího nařízení (EU) č. 480/2012

:

in het Deens

:

Gennemførelsesforordning (EU) nr. 480/2012 — artikel 4

:

in het Duits

:

Durchführungsverordnung (EU) Nr. 480/2012 — Artikel 4

:

in het Ests

:

Rakendusmääruse (EL) nr 480/2012 artikkel 4

:

in het Grieks

:

Εκτελεστικός κανονισμός (ΕΕ) αριθ. 480/2012 — άρθρο 4

:

in het Engels

:

Article 4 of Implementing Regulation (EU) No 480/2012

:

in het Frans

:

Règlement d’exécution (UE) no 480/2012 — article 4

:

in het Italiaans

:

Regolamento di esecuzione (UE) n. 480/2012 — articolo 4

:

in het Lets

:

Īstenošanas regulas (ES) Nr. 480/2012 4. pants

:

in het Litouws

:

Įgyvendinimo reglamento (ES) Nr. 480/2012 4 straipsnis

:

in het Hongaars

:

A 480/2012/EU végrehajtási rendelet – 4. cikk

:

in het Maltees

:

Artikolu 4 tar-Regolament ta’ Implimentazzjoni (UE) Nru 480/2012

:

in het Nederlands

:

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 480/2012, artikel 4

:

in het Pools

:

Art. 4 rozporządzenia wykonawczego (UE) nr 480/2012

:

in het Portugees

:

Regulamento de Execução (UE) n.o 480/2012 — artigo 4.o

:

in het Roemeens

:

Regulamentul de punere în aplicare (UE) nr. 480/2012, articolul 4

:

in het Slowaaks

:

Článok 4 vykonávacieho nariadenia (EÚ) č. 480/2012

:

in het Sloveens

:

Člen 4 Izvedbene uredbe (EU) št. 480/2012

:

in het Fins

:

Täytäntöönpanoasetuksen (EU) N:o 480/2012 4 artikla

:

in het Zweeds

:

Genomförandeförordning (EU) nr 480/2012 – artikel 4.


BIJLAGE V

Ingetrokken verordening met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan

Verordening (EG) nr 2058/96 van de Commissie

(PB L 276 van 29.10.1996, blz. 7)

 

Verordening (EG) nr 1950/2005 van de Commissie

(PB L 312 van 29.11.2005, blz. 18)

Uitsluitend artikel 5 en bijlage IV

Verordening (EG) nr 1996/2006 van de Commissie

(PB L 398 van 30.12.2006, blz. 1)

Uitsluitend artikel 7 en bijlage VI

Verordening (EG) nr 2019/2006 van de Commissie

(PB L 384 van 29.12.2006, blz. 48)

Uitsluitend artikel 1

Verordening (EG) nr 1456/2007 van de Commissie

(PB L 325 van 11.12.2007, blz. 76)

Uitsluitend artikel 1


BIJLAGE VI

Concordantietabel

Verordening (EG) nr. 2058/96

De onderhavige verordening

Artikelen 1 t/m 5

Artikelen 1 t/m 5

Artikel 6, lid 1

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 7

Artikel 8

Bijlagen I t/m IV

Bijlagen I t/m IV

Bijlage V

Bijlage VI


8.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 148/9


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 481/2012 VAN DE COMMISSIE

van 7 juni 2012

houdende voorschriften voor het beheer van een tariefcontingent voor rundvlees van hoge kwaliteit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 144, lid 1, en artikel 148, in samenhang met artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 617/2009 van de Raad (2) is een meerjarig autonoom tariefcontingent geopend voor de invoer van 20 000 ton rundvlees van hoge kwaliteit. Die verordening is gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 464/2012 van het Europees Parlement en de Raad (3), waarin het invoertariefcontingent wordt opgetrokken naar 21 500 ton met ingang van de eerste dag van de maand na de bekendmaking ervan en naar 48 200 ton met ingang van 1 augustus 2012. Tariefcontingenten voor landbouwproducten worden beheerd overeenkomstig artikel 144, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007. In artikel 2 van Verordening (EG) nr. 617/2009, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 464/2012 is bepaald dat het tariefcontingent door de Commissie wordt beheerd door middel van uitvoeringshandelingen die worden vastgesteld overeenkomstig de onderzoeksprocedure van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (4).

(2)

Bij Verordening (EG) nr. 620/2009 van de Commissie van 13 juli 2009 tot vaststelling van de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van rundvlees van hoge kwaliteit (5) zijn voorschriften vastgesteld voor het beheer van het betrokken tariefcontingent aan de hand van de in artikel 144, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 genoemde methode van het gelijktijdige onderzoek van de invoercertificaataanvragen. Uit recente ervaringen met het beheer van het EU-tariefcontingent voor rundvlees van hoge kwaliteit is gebleken dat het beheer van dit tariefcontingent moet worden verbeterd. De praktijkervaring met de in artikel 144, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde beheersmethode „wie het eerst komt, het eerst maalt” was in andere landbouwsectoren positief. Teneinde het beheer te vereenvoudigen en speculatie te voorkomen moet het tariefcontingent voor de invoer van rundvlees van hoge kwaliteit van oorsprong uit derde landen derhalve worden beheerd overeenkomstig artikel 308 bis, artikel 308 ter en artikel 308 quater, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (6), waarin voorschriften zijn vastgesteld voor het beheer van tariefcontingenten in chronologische volgorde van de data van aanvaarding van de douaneaangiften. Wanneer de invoer in overeenstemming met die voorschriften wordt beheerd, hoeven niet langer invoercertificaten te worden verlangd.

(3)

Met het oog op een gelijkmatige invoer dient de jaarlijkse invoertariefcontingentperiode te worden opgesplitst in driemaandelijkse deelperioden. Passende volgnummers moeten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 308 bis, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2454/93.

(4)

Bij Verordening (EG) nr. 617/2009 is bepaald dat het contingentjaar van 1 juli tot en met 30 juni loopt. Om te zorgen voor een snelle overgang van de huidige methode van het gelijktijdige onderzoek naar de beheersmethode „wie het eerst komt, eerst maalt”, moet de nieuwe beheersmethode met ingang van 1 juli 2012 van toepassing zijn.

(5)

De hoeveelheid die beschikbaar is voor de eerste driemaandelijkse deelperiode (1 juli tot en met 30 september 2012) moet pro rata worden berekend, rekening houdend met de omvang van het jaarlijkse tariefcontingent tot en met 31 juli 2012 en met de toegenomen omvang van het jaarlijkse tariefcontingent met ingang van 1 augustus 2012.

(6)

De goederen die in het kader van het bij Verordening (EG) nr. 617/2009 geopende tariefcontingent worden ingevoerd, mogen slechts in het vrije verkeer worden gebracht nadat de bevoegde instantie van het exporterende derde land voor deze producten een echtheidscertificaat heeft afgegeven. De afgifte van dergelijke echtheidscertificaten moet garanderen dat de ingevoerde goederen overeenstemmen met de in deze verordening omschreven kenmerken van rundvlees van hoge kwaliteit.

(7)

Duidelijkheidshalve moet Verordening (EG) nr. 620/2009 worden ingetrokken en worden vervangen door een nieuwe uitvoeringsverordening.

(8)

Aangezien de nieuwe beheersmethode met ingang van 1 juli 2012 van toepassing moet zijn, mogen de certificaten die in juni 2012 in het kader van Verordening (EG) nr. 620/2009 zijn aangevraagd, niet worden afgegeven.

(9)

Het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.   Bij deze verordening worden voorschriften vastgesteld voor de wijze van beheer van het in Verordening (EG) nr. 617/2009 bedoelde jaarlijks EU-tariefcontingent voor de invoer van rundvlees van hoge kwaliteit, hierna „het tariefcontingent” genoemd. De periode, de omvang en het recht van het tariefcontingent zijn vastgesteld in bijlage I bij deze verordening.

2.   Deze verordening is van toepassing op vers, gekoeld of bevroren rundvlees van hoge kwaliteit dat voldoet aan de in bijlage II vastgestelde eisen.

Met het oog op de toepassing van deze verordening wordt als „bevroren vlees” aangemerkt: vlees dat in het douanegebied van de Unie wordt binnengebracht met een inwendige temperatuur van ten hoogste - 12 °C.

Artikel 2

Beheer van het tariefcontingent

1.   Het tariefcontingent wordt beheerd volgens het beginsel „wie het eerst komt, eerst maalt” overeenkomstig artikel 308 bis, artikel 308 ter en artikel 308 quater, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2454/93. Er zijn geen invoercertificaten vereist.

2.   Het tariefcontingent wordt beheerd als een hoofdtariefcontingent met volgnummer 09.2201 met vier driemaandelijkse deeltariefcontingenten met volgnummer 09.2202.

Het voordeel van het tariefcontingent kan alleen worden gegeven voor volgnummer 09.2202, waarmee naar de deeltariefcontingenten wordt verwezen.

3.   De afboekingen op de deeltariefcontingenten die lopen tot en met 30 september, 31 december en 31 maart worden stopgezet op de vijfde werkdag van de Commissie in respectievelijk november, februari en mei. De ongebruikte hoeveelheden worden toegevoegd aan de hoeveelheden voor de driemaandelijkse deeltariefcontingenten die beginnen op respectievelijk 1 oktober, 1 januari en 1 april. Aan het einde van het contingentjaar worden geen ongebruikte hoeveelheden overgedragen naar een ander contingentjaar.

Artikel 3

Echtheidscertificaten

1.   Om van het tariefcontingent te kunnen profiteren, wordt aan de douaneautoriteiten van de Unie een in het betrokken derde land afgegeven echtheidscertificaat afgegeven, vergezeld van een douaneaangifte voor het vrije verkeer van de betrokken goederen.

2.   Het in lid 1 bedoelde echtheidscertificaat wordt opgesteld volgens het model van bijlage III.

3.   Op de keerzijde van het echtheidscertificaat wordt vermeld dat het vlees van oorsprong uit het exporterende land voldoet aan de in bijlage II vastgestelde eisen.

4.   Het echtheidscertificaat is slechts geldig indien het naar behoren is ingevuld en geviseerd door de instantie van afgifte.

5.   Een echtheidscertificaat is naar behoren geviseerd wanneer de plaats en datum van afgifte erop zijn vermeld en het is voorzien van het stempel van de instantie van afgifte en de handtekening van de persoon of de personen die het mag of mogen ondertekenen.

6.   Het stempel op het origineel van het echtheidscertificaat en op de kopieën ervan kan worden vervangen door een gedrukt zegel.

7.   De geldigheidsduur van het echtheidscertificaat loopt af uiterlijk op 30 juni na de datum van afgifte.

Artikel 4

Instanties van afgifte in derde landen

1.   De in artikel 3 bedoelde instantie van afgifte dient:

a)

als zodanig te zijn erkend door de bevoegde autoriteit van het exporterende land;

b)

zich ertoe te verbinden de op de echtheidscertificaten aangebrachte vermeldingen te verifiëren.

2.   De volgende gegevens worden aan de Commissie gemeld:

a)

de naam, het adres en zo mogelijk ook het e-mailadres en het internetadres van de instantie of instanties die de in artikel 3 bedoelde echtheidscertificaten mag of mogen afgeven;

b)

afdrukken van de door de instantie of instanties van afgifte gebruikte stempels;

c)

de procedures en criteria die door de instantie of instanties van afgifte worden gebruikt om de naleving van de in bijlage II vastgestelde eisen na te gaan.

Artikel 5

Bekendmaking in verband met derde landen

Indien is voldaan aan de in bijlage II vastgestelde eisen, maakt de Commissie de naam van de instantie of instanties van afgifte in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie of op een andere passende manier bekend.

Artikel 6

Controles ter plaatse in derde landen

De Commissie kan het derde land verzoeken vertegenwoordigers van de Commissie toestemming te geven om, indien nodig, in dat derde land controles ter plaatse te verrichten. Deze controles worden samen met de bevoegde autoriteiten van het betrokken derde land uitgevoerd.

Artikel 7

Intrekking

Verordening (EG) nr. 620/2009 wordt ingetrokken.

Artikel 8

Overgangsmaatregelen

Certificaataanvragen die overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 620/2009 gedurende de eerste zeven dagen van juni 2012 zijn ingediend, worden met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening afgewezen. De zekerheden die in verband met die aanvragen zijn gesteld, worden vrijgegeven.

Artikel 9

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2012.

Artikel 8 is evenwel van toepassing met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 juni 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 182 van 15.7.2009, blz. 1.

(3)  PB L 149 van 8.6.2012, blz. 1.

(4)  PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.

(5)  PB L 182 van 15.7.2009, blz. 25.

(6)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.


BIJLAGE I

Tariefcontingent voor vers, gekoeld of bevroren rundvlees van hoge kwaliteit

Volgnr.

GN-code

Omschrijving

Contingentperiode

Tariefcontingent

(in ton nettogewicht)

Contingentrecht

Periode: 1 juli 2012 tot en met 30 juni 2013

09.2201 (1)

ex 0201

Vlees van runderen, vers, gekoeld of bevroren, dat voldoet aan de in bijlage II vastgestelde eisen.

van 1 juli tot en met 30 juni

45 975

Nul

ex 0202

ex 0206 10 95

ex 0206 29 91

 

 

 

waarvan:

09.2202

 

van 1 juli tot en met 30 september

9 825

09.2202

 

van 1 oktober tot en met 31 december

12 050

09.2202

 

van 1 januari tot en met 31 maart

12 050

09.2202

 

van 1 april tot en met 30 juni

12 050

Perioden vanaf 1 juli 2013

09.2201 (1)

ex 0201

Vlees van runderen, vers, gekoeld of bevroren, dat voldoet aan de in bijlage II vastgestelde eisen.

van 1 juli tot en met 30 juni

48 200

Nul

ex 0202

ex 0206 10 95

ex 0206 29 91

 

 

 

waarvan

09.2202

 

van 1 juli tot en met 30 september

12 050

09.2202

 

van 1 oktober tot en met 31 december

12 050

09.2202

 

van 1 januari tot en met 31 maart

12 050

09.2202

 

van 1 april tot en met 30 juni

12 050


(1)  Het voordeel van het tariefcontingent kan overeenkomstig artikel 2, lid 2, alleen worden gegeven voor volgnummer 09.2202, waarmee naar de deeltariefcontingenten wordt verwezen.


BIJLAGE II

Eisen voor onder het in artikel 1 bedoelde tariefcontingent vallende goederen

1.

De rundvleesdeelstukken worden verkregen van hele geslachte vaarzen of ossen (1) van minder dan 30 maanden oud die ten minste gedurende de laatste 100 dagen vóór de slacht uitsluitend voeder hebben gekregen dat voor minstens 62 % bestaat uit krachtvoer en/of bijproducten van voedergraan op drogestofbasis en dat een metaboliseerbaar energiegehalte heeft van ten minste 12,26 megajoule per kilogram droge stof.

2.

De overeenkomstig punt 1 gevoederde vaarzen en ossen moeten per dag gemiddeld ten minste 1,4 % van hun lichaamsgewicht, omgerekend in drogestof, gevoederd krijgen.

3.

De geslachte dieren waarvan de rundvleesdeelstukken afkomstig zijn, worden beoordeeld door een evaluator in dienst van de nationale overheid, die de beoordeling en de overeenkomstige indeling van het geslachte dier baseert op een door de nationale overheid goedgekeurde methode. De verwachte kwaliteit van het geslachte dier wordt aan de hand van de officiële nationale beoordelingsmethode getoetst op rijpheid en smaakkenmerken van de deelstukken. De methode voor het beoordelen van het geslachte dier dient onder meer betrekking te hebben op de rijpheidskenmerken qua kleur en textuur van de longissimus dorsi, de ossificatie van de beenderen en het kraakbeen, en de verwachte smaakkenmerken, onder meer aan de hand van de specificaties inzake intramusculair vet en de stevigheid van de longissimus dorsi.

4.

De deelstukken moeten worden geëtiketteerd overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad (2).

5.

Aan de gegevens op het etiket mag de vermelding „Rundvlees van hoge kwaliteit” worden toegevoegd.


(1)  Met het oog op de toepassing van deze eisen zijn vaarzen en ossen dieren van, respectievelijk, de categorie E en de categorie C in deel A van bijlage V bij Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(2)  PB L 204 van 11.8.2000, blz. 1.


BIJLAGE III

Image


8.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 148/15


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 482/2012 VAN DE COMMISSIE

van 7 juni 2012

houdende goedkeuring van minimale wijzigingen van het productdossier van een benaming die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Tettnanger Hopfen (BGA))

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 7, lid 4, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 9, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 510/2006 heeft de Commissie een door Duitsland ingediend verzoek beoordeeld om goedkeuring van wijzigingen van onderdelen van het productdossier van de beschermde geografische aanduiding „Tettnanger Hopfen”, die bij Verordening (EG) nr. 415/2010 van de Commissie is geregistreerd (2).

(2)

Het verzoek had ten doel wijzigingen in het productdossier aan te brengen. Uit economische overwegingen zijn nieuwe systemen om metaaldraden aan te hangen, nu toegestaan. De snoeiperiode werd aangepast zodat ze beter is afgestemd op de steeds ongunstiger wordende meteorologische factoren. In het kader van het nieuwe systeem om metaaldraden aan te hangen, is het gebruik van herbiciden nu toegestaan zodat de hoeveelheid water waarover de hopplanten kunnen beschikken, kan worden vergroot. In verband met nieuwe wetenschappelijke inzichten is de temperatuur voor het drogen van de hop verhoogd tot 65 °C.

(3)

De Commissie heeft de voorgestelde wijzigingen onderzocht en acht ze gerechtvaardigd. Aangezien het minimale wijzigingen betreft in de zin van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 510/2006, kan de Commissie de wijzigingen goedkeuren zonder een beroep te doen op de in de artikelen 5, 6 en 7 van die verordening omschreven procedure,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het productdossier voor de beschermde geografische aanduiding „Tettnanger Hopfen” wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

Artikel 2

Het enig document dat de belangrijkste gegevens uit het productdossier bevat, is opgenomen in bijlage II bij deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 juni 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Dacian CIOLOȘ

Lid van de Commissie


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.

(2)  PB L 119 van 13.5.2010, blz. 5.


BIJLAGE I

De volgende wijzigingen in het productdossier van de beschermde geografische aanduiding „Tettnanger Hopfen” worden goedgekeurd:

Werkwijze voor het verkrijgen van het product:

1)

De hierna volgende vierde, vijfde en zesde zin worden volledig geschrapt:

In Tettnang kunnen de hoptelers pas in het voorjaar met hun werkzaamheden beginnen, in tegenstelling tot de telers in andere productiegebieden die hun metaaldraden reeds in de winter ophangen. De verklaring hiervoor moet worden gezocht in de wijze waarop de metaaldraden worden aangehangen, die voor Tettnang typisch is. In de andere productiegebieden worden meestal grote ruimten tussen de rijen gelaten (systeem met enkelvoudige rijen). In Tettnang daarentegen vormen 6 rijen een „vak” en pas dan volgt een brede doorgang voor het materieel.

Verklaring: uit economische overwegingen worden (verschillende) nieuwe systemen om metaaldraden aan te hangen ingevoerd; hierdoor wordt met name de inzet van machines vergemakkelijkt.

2)

In de zevende zin wordt „In de periode begin tot midden april” vervangen door „Vanaf begin maart tot midden april”.

Verklaring: dankzij een langere snoeiperiode is een betere aanpassing mogelijk aan de als gevolg van de klimaatverandering steeds ongunstiger wordende meteorologische factoren en kan ook beter gebruik worden gemaakt van de mankracht.

3)

De hierna volgende zestiende en zeventiende zin worden volledig geschrapt:

Bijzonder is dat zodra de bloei intreedt alle bodemgroen vrij mag groeien (in tegenstelling tot in andere productiegebieden zien de telers hier vrijwillig af van het gebruik van herbiciden) zodat de bodem niet meer verder hoeft te worden bewerkt. Hierdoor worden verdichtingen of uithollingen van de bodem verhinderd en wordt humusvorming bevorderd.

Verklaring: het is niet uitgesloten dat de nieuwe systemen om metaaldraden aan te hangen het gebruik van herbiciden noodzakelijk maken. Deze herbiciden zullen uitsluitend worden ingezet in de — vrij uitzonderlijke — gevallen dat onkruid zich sterk zou gaan vermeerderen. De maatregel zou dan onontbeerlijk zijn om de hopplanten over meer water te laten beschikken. De hopkwaliteit zou er dus niet onder lijden.

4)

In de twintigste zin wordt „62 °C” vervangen door „65 °C”.

Verklaring: uit nieuwe wetenschappelijke inzichten zou blijken dat het nodig is de hop bij een maximale temperatuur van 65 °C te drogen. De verhoging van de maximale temperatuur voor het drogen van de hop brengt één en ander in overeenstemming met de algemene voorwaarden van het leveringscontract voor hop; in de tabel met betrekking tot de kwaliteit van de Duitse hop is vermeld dat de ruwe hop gedroogd moet worden bij een temperatuur van 60-65 °C. Bovendien leidt het drogen bij deze hogere temperatuur tot een betere energie-efficiëntie. Een en ander heeft geen negatieve gevolgen voor het subtiele aroma van de hop.


BIJLAGE II

ENIG DOCUMENT

Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

„TETTNANGER HOPFEN”

EG-nr. DE-PGI-0105-0528-03.11.2011

BGA ( X ) BOB ( )

1.   Naam van het product

„Tettnanger Hopfen”

2.   Lidstaat of derde land

Duitsland

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.8:

andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten (specerijen, enz.)

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

Plantkundige gegevens: Op botanisch gebied maakt de hop deel uit van de orde van de netelachtigen (urticales) en van de familie van de hennepgewassen (cannabaceae). Het is een tweehuizige plant, d.w.z. dat elke plant uitsluitend mannelijke of uitsluitend vrouwelijke bloemen draagt. Slechts de vrouwelijke hopplant wordt verbouwd. Uit de bloesems van deze plant ontwikkelen zich de hopbellen. De bescherming van de benaming „Tettnanger Hopfen” (hop uit Tettnang) waarom overeenkomstig Verordening (EG) nr. 510/2006 wordt verzocht, heeft slechts betrekking op de vrouwelijke hopbellen (natuurhop) en de daaruit vervaardigde producten, in dit geval vooral hoppellets en hopextract. De hopbel bestaat uit draagbladeren, schutbladeren, een bloemsteel en een hopspil en bevat de voor het brouwen waardevolle stoffen van de „Tettnanger Hopfen”. De hop is een kortedagplant, d.w.z. dat de lengtegroei plaatsvindt wanneer ook de dagen langer worden, terwijl de bloem zich pas vanaf 21 juni —wanneer de dagen korter worden — ontwikkelt. De „Tettnanger Hopfen” kan dankzij de gunstige omstandigheden in zijn productiegebied (bodem, hoeveelheid neerslag en gemiddelde temperatuur), in tegenstelling tot in andere teeltgebieden een groeihoogte tot 8,30 m bereiken (in de andere teeltgebieden zijn de hopstaken in de regel 7 à 7,50 m hoog). Hop groeit snel (tot 30 cm per dag) en is een rechtswindende slingerplant. Als „Tettnanger Hopfen” gelden de aromatische hoprassen die in het productiegebied Tettnang worden geteeld. Behalve de hoofdrassen „Tettnanger” (sedert 1973 algemeen „Tettnanger Frühhopfen” genoemd; P. Heidtmann „Grünes Gold” 1994, blz. 342) en „Hallertauer Mittelfrüher” worden ook de rassen „Hallertauer Tradition” en „Perle” verbouwd. Het ras „Tettnanger” wordt uitsluitend in het teeltgebied Tettnang verbouwd.

Gebruik: „Tettnanger Hopfen” wordt bijna uitsluitend (ongeveer 99 %) gebruikt voor het brouwen van bier (een klein gedeelte wordt voor farmaceutische doeleinden gebruikt). „Tettnanger Hopfen” gaat overwegend in de vorm van pellets — en in beperktere mate in de vorm van extract — naar de afnemers omdat bij het extraheren waardevolle aromatische stoffen van de „Tettnanger Hopfen” verloren kunnen gaan.

Stoffen: De waardevolle stoffen in de hop zijn bitterstoffen (hopharsen), aromatische stoffen (etherische oliën) en looistoffen (polifenolen). Tettnang geldt als het teeltgebied voor aromatische hop.

Zijn internationale reputatie dankt de „Tettnanger Hopfen” ook en in de eerste plaats aan de subtiele aromatische stoffen die uit meer dan 300 bestanddelen van etherische oliën (van de hopbloem) zijn samengesteld. De beschrijvingen van de aroma’s van de „Tettnanger Hopfen” gaan van bloemig, citrusachtig, fruitig en aalbesachtig tot zoetig en kruidig. „Een harmonisch, aanhoudend vol en zacht aroma”: dat is de globale indruk die door het aroma van de in het productiegebied Tettnang verbouwde hop wordt opgeroepen.

Deze beoordeling buiten beschouwing gelaten, worden de hoprassen in de handel naargelang van hun bestanddelen officieel in de volgende groepen ingedeeld: „feinstes Aroma” (aromatische hop met een voortreffelijk aroma), „Aroma” (aromatische hop), „Bitterstoffhopfen” (bittere hop), „Hochalphahopfen” (hop met een hoog alfazuurgehalte). 96 % van de „Tettnanger Hopfen” (de rassen Tettnanger en Halltauer) wordt ingedeeld in de groep „feinstes Aroma” en de overige 4 % (de rassen Perle en Halltauer Tradition) in de groep „Aroma”. Aangezien van de 300 aromabestanddelen een groot aantal sensorisch niet kan worden waargenomen, geeft voor het brouwerijpersoneel dat over de aankoop van de hop moet beslissen, de subjectieve indruk die door het aroma wordt opgeroepen, de doorslag (bij het onderzoek van de monsters steekt de inkoper zijn neus in de hop). De kenners wijzen gewoonlijk de „Tettnanger Hopfen” aan als de fijnste soort.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong)

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

Het gehele productieproces van de ruwe hop, tot en met de verpakking van de hopbellen, het verzegelen en het certificeren ervan in de plaatselijke „Siegelhalle”, vindt plaats in het afgebakende geografische gebied.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering

4.   Beknopte omschrijving van de afbakening van het geografische gebied

Het geografische gebied valt samen met het productiegebied Tettnang. Dat omvat:

1.

in het administratieve gebied (Landreis) rond het Bodenmeer, de gemeenten Eriskirch, Friedrichshafen, Hagnau am Bodensee, Immenstaad am Bodensee, Kressbronn am Bodensee, Langenargen, Markdorf, Meckenbeuren, Neukirch, Oberteuringen en Tettnang;

2.

in het district Ravensburg, de gemeenten Achberg, Amtzell, Berg, Bodnegg, Grünkraut, Ravensburg en Wangen im Allgäu (gebied van de vroegere gemeenten Neuravensburg en Schomburg);

3.

in het district Lindau (Bodenmeer), de gemeenten Lindau (Bodenmeer), Nonnenhorn en Wasserburg (Bodenmeer)

5.   Verband met het geografische gebied

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied

Van de hopteelt in Tettnang wordt in een oorkonde voor het eerst melding gemaakt in 1150 (P. Heidtmann „Grünes Gold” 1994, blz. 12). In 1838 wordt in Memminger’s „Beschreibung des Oberamts Tettnang”, 1838, blz. 62, melding gemaakt van 14 brouwerijen in het Oberamt Tettnang, waarvan er zich drie in de stad bevonden. Drie jaar later, in 1841, is dat laatste aantal gestegen tot zes (P. Heidtmann „Grünes Gold” 1994, blz. 13). De eigenaars van deze brouwerijen teelden de benodigde hop zelf. Met de systematische verbouwing werd begonnen in 1844 door de districtsarts Johann Nepomuk von Lentz die samen met acht andere stadsbewoners zorgde voor een gerichte invoer van de teelt in het klimatologische grensgebied van de wijnbouw (P. Heidtmann „Grünes Gold” 1994, blz. 15). De uitbreiding tot een groot teeltgebied dat (ongeveer vanaf 1821; P. Heidtmann „Grünes Gold” 1994, blz. 14) in het noorden weldra aansloot bij het oudere teeltgebied rond Altshausen, vond plaats vanaf 1860 (1864 = 91 ha, 1866 = 160 ha, 1875 = 400 ha, 1914 = 630 ha; P. Heidtmann „Grünes Gold” 1994, blz. 22 e.v.). De grootste uitbreiding van het teeltgebied Tettnang — tot 1 650 ha — vond plaats in de jaren negentig van de 20ste eeuw (Verslag over de hopmarkt van de EU- 1997 (verslag van de Commissie over de situatie met betrekking tot de productie en afzet van de hop, 1997) HVG-verslag 1997). In het gebied Tettnang werd steeds uitsluitend aromatische hop geselecteerd en geteeld.

De „Tettnanger Hopfen” wordt uitsluitend geteeld op het zogenaamde lageterrassengrind van de jonge morenen van de Würm-ijstijd, in het Schussenbecken, langs de Argen en aan de uit de ijstijd daterende oevers van deze rivier. Deze bodemvorming met dieper liggende grondwaterstromen laat de hop toe diep te wortelen (tot 2 m). Tezelfdertijd is hierdoor de vochtvoorziening continu verzekerd, ook in perioden van extreme droogte. Het op deze plek — tussen 400 en 600 m boven de zeespiegel — heersende, door het Bodenmeer mee beïnvloede klimaat, speelt bij de „Tettnanger Hopfen” ook een belangrijke rol bij de ontwikkeling van het aroma.

De „Tettnanger Hopfen” kan profiteren van unieke klimatologische omstandigheden (gemiddelde jaarlijkse temperatuur, aantal uren zonneschijn, hoeveelheid neerslag). Zo liggen bijvoorbeeld de gemiddelde waarden van de laatste dertig jaar (situatie 2009) — een temperatuur van 9,4 °C, net geen 1 800 uren zonneschijn en 1 136 mm neerslag — ver boven de gemiddelde waarden van de laatste dertig jaar in de andere Duitse hoparealen.

5.2.   Specificiteit van het product

Als „Tettnanger Hopfen” gelden de aromatische hoprassen die in het productiegebied Tettnang worden geteeld. Behalve de hoofdrassen Tettnanger en Hallertauer Mittelfrüher worden ook de rassen „Hallertauer Tradition” en „Perle” verbouwd. Het ras „Tettnanger” wordt uitsluitend in het teeltgebied Tettnang verbouwd.

De „Tettnanger Hopfen” bevat subtiele aromatische stoffen die uit meer dan 300 bestanddelen van etherische oliën (van de hopbloem) zijn samengesteld. De beschrijvingen van de aroma’s van de „Tettnanger Hopfen” gaan van bloemig, citrusachtig, fruitig en aalbesachtig tot zoetig en kruidig. „Een harmonisch, aanhoudend vol en zacht aroma”: dat is de globale indruk die door het aroma van de in het productiegebied Tettnang verbouwde hop wordt opgeroepen.

96 % van de „Tettnanger Hopfen” (de rassen Tettnanger en Halltauer) wordt ingedeeld in de groep „feinstes Aroma” en de overige 4 % (de rassen Perle en Halltauer Tradition) in de groep „Aroma”.

Kenmerkend voor de „Tettnanger Hopfen” is ook de grote homogeniteit.

Dit kenmerk treedt ieder jaar naar voren in het kader van het onderzoek van de uiterlijke kwaliteitskenmerken in het gespecialiseerde hoplaboratorium van Tettnang.

Dat er bij de „Tettnanger Hopfen” sprake is van homogeniteit werd bovendien voor het ras Tettnanger door de universiteit van Hohenheim en voor het ras Hallertauer Mittelfrüher door de brouwerij Anhauser-Busch bevestigd.

De faam van de „Tettnanger Hopfen” heeft zich tot ver over de regionale grenzen verbreid. Wereldwijd zweren liefhebbers bij het voortreffelijke aroma van de hop die wordt geteeld in de kleine maar exquise hopmetropool Tettnang en dit aroma wordt in Japan niet minder gesmaakt dan in de VS. Een bijzondere blijk van waardering en van kwaliteit is het bijvoorbeeld wanneer een brouwer in de VS op zijn biervaten een etiket aanbrengt met daarop de vermelding „brewed with Tettnang Hops” (gebrouwen met hop uit Tettnang), wat niet zelden het geval is. Dankzij zijn kwaliteit haalt de „Tettnanger Hopfen” steeds de hoogste verkoopprijzen (jaarverslagen van de Europese commissie van de jaren negentig, 1990-2000 bayerischer Landgesanstalt; P.Heidtmann „Grünes Gold” 1994, blz. 368-369). Maar ook de bevolking in de hopstad Tettnang leeft voor en met de hop. Dat blijkt uit de regionale instellingen en evenementen voor de „Tettnanger Hopfen”. Zo brengt bijvoorbeeld het in 1995 opgerichte hopmuseum in Tettnang het boeiende relaas van de hopteelt. Het 4 km lange „Hopfenlehrpad” („hopleerpad”) is voor de geïnteresseerde bezoeker een regelrechte leerschool over de „Tettnanger Hopfen”. De in totaal 42 km lange, bewegwijzerde „Hopfenschlaufe”(„hoplus”) in Tettnang leidt dan weer de fietser doorheen het Tettnanger-teeltgebied. Tijdens het „Hopfenfest” dat jaarlijks in augustus, kort voor de oogst, in Tettnang-Kau plaatsvindt, viert de plaatselijke bevolking de lange traditie van „haar groene goud”. En last but not least: zowel op nationaal als internationaal vlak wordt de „Tettnanger Hopfen” vertegenwoordigd door een om de twee jaar gekozen hopkoningin die in haar gevolg ook twee hopprinsessen meevoert.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA)

Het samenspel van de geologische basis (bodemgesteldheid) en de klimatologische omstandigheden zorgt bij de „Tettnanger Hopfen” voor een optimaal resultaat bij de groei en de belvorming en bijgevolg voor de — grotendeels van de geografische ligging van het teeltgebied afhankelijke — homogeniteit van de teelt. De bodemgesteldheid in het afgebakende geografische gebied en het op deze plek heersende, door het Bodenmeer mee beïnvloede vrij zachte klimaat, spelen bij de „Tettnanger Hopfen” ook een belangrijke rol bij de ontwikkeling van het zeer subtiele aroma. Zijn internationale reputatie dankt de „Tettnanger Hopfen” met name in grote mate aan dit aroma. De lange traditie van de hopteelt in de regio Tettnang heeft ook tot gevolg gehad dat de bevolking van deze regio zich met de „Tettnanger Hopfen”, die sterk in het plaatselijke culturele leven is verankerd, identificeert.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

Markenblatt Volume 33 van 20.8.2010, deel 7a-bb, blz. 14729

http://register.dpma.de/DPMAregister/geo/detail.pdfdownload/19450


8.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 148/20


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 483/2012 VAN DE COMMISSIE

van 7 juni 2012

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 juni 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

AL

52,8

MA

66,7

MK

52,8

TR

64,5

ZZ

59,2

0707 00 05

MK

24,1

TR

112,0

ZZ

68,1

0709 93 10

TR

98,7

ZZ

98,7

0805 50 10

BO

105,2

TR

110,6

ZA

150,0

ZZ

121,9

0808 10 80

AR

99,9

BR

79,5

CL

101,6

CN

136,2

NZ

136,2

US

139,9

ZA

108,6

ZZ

114,6

0809 10 00

TR

240,2

ZZ

240,2

0809 29 00

TR

454,3

ZZ

454,3


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


8.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 148/22


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 484/2012 VAN DE COMMISSIE

van 7 juni 2012

houdende vaststelling van het maximale steunbedrag voor de particuliere opslag van olijfolie in het kader van de inschrijving die is geopend bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 430/2012

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 43, onder d), juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 430/2012 van de Commissie van 22 mei 2012 tot opening van de inschrijvingsprocedure voor de vaststelling van steun voor de particuliere opslag van olijfolie (2) is voorzien in twee deelperioden voor de inschrijving.

(2)

Overeenkomstig artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 826/2008 van de Commissie van 20 augustus 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke bepalingen inzake de verlening van steun voor de particuliere opslag van bepaalde landbouwproducten (3) besluit de Commissie, op basis van de door de lidstaten meegedeelde offertes, een maximaal steunbedrag vast te stellen of geen maximaal steunbedrag vast te stellen.

(3)

Op basis van de in het kader van de eerste deelinschrijving ingediende offertes is het dienstig een maximaal steunbedrag voor de particuliere opslag van olijfolie vast te stellen voor de deelperiode die eindigt op 5 juni 2012.

(4)

Om de markt snel een signaal te geven en de maatregel efficiënt te kunnen beheren moet de onderhavige verordening in werking treden op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(5)

Het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 430/2012 geopende inschrijving wordt, voor de op 5 juni 2012 eindigende deelperiode van de inschrijving, het maximale steunbedrag voor olijfolie vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 juni 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 132 van 23.5.2012, blz. 13.

(3)  PB L 223 van 21.8.2008, blz. 3.


BIJLAGE

Product

Maximaal steunbedrag

(EUR/ton/dag)

Extra olijfolie van de eerste persing

0,65

Olijfolie van de eerste persing

0,65


8.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 148/24


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 485/2012 VAN DE COMMISSIE

van 7 juni 2012

inzake het minimumdouanerecht voor suiker dat moet worden vastgesteld naar aanleiding van de zevende deelinschrijving in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2011 geopende openbare inschrijving

DE EUROPESE COMMISSIE

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 187 juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2011 van de Commissie (2) is een permanente openbare inschrijving geopend voor het verkoopseizoen 2011/2012 voor de invoer van suiker van GN-code 1701 tegen een verlaagd douanerecht.

(2)

Overeenkomstig artikel 6 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2011 moet de Commissie, in het licht van de naar aanleiding van een deelinschrijving ontvangen offertes, besluiten al dan niet een minimumdouanerecht per achtcijferige GN-code vast te stellen.

(3)

Op basis van de voor de zevende deelinschrijving ontvangen offertes moet voor bepaalde onder GN-code 1701 vallende achtcijferige codes voor suiker een minimumdouanerecht worden vastgesteld en moet voor de overige onder die GN-code vallende achtcijferige codes voor suiker geen minimumdouanerecht worden vastgesteld.

(4)

Om de markt snel een signaal te geven en met het oog op een efficiënt beheer van de maatregel, moet de onderhavige verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(5)

Het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de zevende deelinschrijving in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2011 geopende openbare inschrijving, waarvan de termijn voor de indiening van offertes is verstreken op 6 juni 2012, wordt voor de onder GN-code 1701 vallende achtcijferige codes voor suiker al dan niet een minimumdouanerecht vastgesteld, zoals is aangegeven in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 juni 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 318 van 1.12.2011, blz. 4.


BIJLAGE

Mimimumdouanerechten

(EUR/t)

Achtcijferige GN-code

Mimimumdouanerecht

1

2

1701 12 10

X

1701 12 90

X

1701 13 10

X

1701 13 90

1701 14 10

312,60

1701 14 90

1701 91 00

X

1701 99 10

345,00

1701 99 90

(—)

Geen vaststelling van een minimumdouanerecht (alle offertes afgewezen).

(X)

Geen offertes.