ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2012.113.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 113

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

55e jaargang
25 april 2012


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) nr. 354/2012 van de Raad van 23 april 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 765/2006 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Belarus

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 355/2012 van de Commissie van 24 april 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 690/2008 tot erkenning van beschermde gebieden in de Gemeenschap waar bijzondere plantenziekterisico’s bestaan

2

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 356/2012 van de Commissie van 24 april 2012 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2011 wat betreft de perioden waarin voor het verkoopseizoen 2011/2012 offertes voor de invoer van suiker tegen een verlaagd douanerecht mogen worden ingediend voor de tweede en de daaropvolgende deelinschrijvingen

4

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 357/2012 van de Commissie van 24 april 2012 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 29/2012 betreffende de handelsnormen voor olijfolie

5

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 358/2012 van de Commissie van 24 april 2012 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

6

 

 

BESLUITEN

 

 

2012/211/EU

 

*

Besluit van de Raad van 13 maart 2012 tot wijziging van Besluit 2011/734/EU gericht tot Griekenland met het oog op de versterking en verdieping van het begrotingstoezicht en tot aanmaning van Griekenland om maatregelen te treffen om het tekort te verminderen in de mate die nodig wordt geacht om de buitensporigtekortsituatie te verhelpen

8

 

*

Besluit 2012/212/GBVB van de Raad van 23 april 2012 tot wijziging van Besluit 2010/639/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Belarus

11

 

 

2012/213/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 23 april 2012 betreffende een tijdelijke afwijking van de oorsprongsregels in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 van de Raad om rekening te houden met de bijzondere situatie van Swaziland met betrekking tot perziken, peren en ananassen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 2511)

12

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Verordening (EU) nr. 1266/2009 van de Commissie van 16 december 2009 betreffende de tiende aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer (PB L 339 van 22.12.2009)

14

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

25.4.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 113/1


VERORDENING (EU) Nr. 354/2012 VAN DE RAAD

van 23 april 2012

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 765/2006 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Belarus

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit 2012/212/GBVB van de Raad van 23 april 2012 tot wijziging van Besluit 2010/639/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Belarus (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 765/2006 (2) voorziet in de bevriezing van de tegoeden van president Loekasjenko en bepaalde functionarissen van Belarus, alsook van personen die verantwoordelijk zijn voor ernstige mensenrechtenschendingen of de onderdrukking van het maatschappelijk middenveld en de democratische oppositie en van personen en entiteiten die profiteren van of steun verlenen aan het Loekasjenko-regime.

(2)

Bij Besluit 2012/212/GBVB van de Raad heeft de Raad besloten een uitzondering te maken op de bevriezing van tegoeden om ervoor te zorgen dat tegoeden of economische middelen beschikbaar zijn voor de officiële doelen van diplomatieke of consulaire missies of internationale organisaties die bescherming genieten op grond van het internationaal recht.

(3)

Deze maatregel valt onder het toepassingsgebied van het Verdrag en daarom is regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging ervan, met name om te garanderen dat de maatregel in alle lidstaten uniform door de marktdeelnemers wordt toegepast.

(4)

Verordening (EG) nr. 765/2006 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In Verordening (EG) nr. 765/2006 wordt het volgende artikel ingevoegd:

"Artikel 4 ter

In afwijking van artikel 2 kunnen de in de lijst van websites in bijlage II genoemde bevoegde autoriteiten in de lidstaten op door hen passend geachte voorwaarden de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen toestaan, nadat is vastgesteld dat de tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor de officiële doelen van diplomatieke of consulaire missies of internationale organisaties die bescherming genieten op grond van het internationaal recht.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 23 april 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

C. ASHTON


(1)  Zie bladzijde 11 van dit Publicatieblad.

(2)  PB L 134 van 20.5.2006, blz. 1.


25.4.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 113/2


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 355/2012 VAN DE COMMISSIE

van 24 april 2012

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 690/2008 tot erkenning van beschermde gebieden in de Gemeenschap waar bijzondere plantenziekterisico’s bestaan

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), en met name artikel 2, lid 1, onder h),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie (2) zijn bepaalde lidstaten of bepaalde gebieden in lidstaten erkend als beschermd gebied ten aanzien van bepaalde schadelijke organismen. In sommige gevallen werd de erkenning verleend voor een beperkte periode om de betrokken lidstaat in staat te stellen de volledige informatie te verstrekken die nodig was om aan te tonen dat de schadelijke organismen in kwestie niet voorkwamen in de betrokken lidstaat of het betrokken gebied of om de inspanningen met het oog op de uitroeiing van het organisme in kwestie te voltooien.

(2)

Het hele grondgebied van Spanje, met uitzondering van de autonome gemeenschap Kastilië en León, is erkend als een beschermd gebied ten aanzien van Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. Spanje heeft informatie verstrekt waaruit blijkt dat de autonome gemeenschap Extremadura niet langer mag worden erkend als een beschermd gebied voor dit organisme. Daarom moet de autonome gemeenschap Extremadura worden geschrapt als beschermd gebied ten aanzien van dat schadelijke organisme.

(3)

Ierland, Litouwen en bepaalde regio’s en delen van regio’s in Italië, Slowakije en Slovenië zijn tot en met 31 maart 2012 erkend als beschermd gebied ten aanzien van Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al.

(4)

Uit de van Ierland, Litouwen, Italië en Slovenië ontvangen informatie over de resultaten van de in 2010 en 2011 uitgevoerde onderzoeken blijkt dat die beschermde gebieden gedurende twee extra jaren moeten worden erkend om die lidstaten de tijd te geven om informatie te verstrekken waaruit blijkt dat Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. niet aanwezig is of om, zo nodig, hun inspanningen ter uitroeiing van dat organisme te voltooien.

(5)

Uit de van Slowakije ontvangen informatie over de resultaten van de in 2010 en 2011 uitgevoerde onderzoeken blijkt dat Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. nu voorkomt in de gemeente Dvory nad Žitavou (district Nové Zámky), die deel uitmaakt van het beschermde gebied. Die gemeente mag daarom niet langer als beschermd gebied voor dat schadelijke organisme worden erkend. Overeenkomstig de resultaten van die onderzoeken moeten de andere delen van Slowakije die vroeger als beschermd gebied ten aanzien van dat schadelijke organisme erkend waren, gedurende twee extra jaren als zodanig erkend blijven om Slowakije de nodige tijd te geven om informatie te verstrekken waaruit blijkt dat Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. niet aanwezig is of om, zo nodig, zijn inspanningen ter uitroeiing van dat organisme te voltooien.

(6)

Het hele grondgebied van Portugal, met uitzondering van Madeira, is erkend als beschermd gebied ten aanzien van het Citrus tristeza-virus (Europese stammen). Portugal heeft informatie verstrekt waaruit blijkt dat het Citrus tristeza-virus (Europese stammen) zich sterk heeft verspreid in de regio Algarve waar de uitroeiing daarvan niet langer mogelijk is, en heeft verzocht om intrekking van de status van beschermd gebied voor dit deel van zijn grondgebied. Daarom mag de regio Algarve niet langer worden erkend als beschermd gebied ten aanzien van dat schadelijke organisme.

(7)

Verordening (EG) nr. 690/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

De huidige erkenning van enkele van deze beschermde gebieden loopt af op 31 maart 2012. Daarom moet deze verordening van toepassing zijn met ingang van 1 april 2012 om een ononderbroken erkenning van alle beschermde gebieden mogelijk te maken.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 690/2008 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Punt 2 van rubriek b) wordt als volgt gewijzigd:

a)

in de tweede kolom, eerste streepje, worden de woorden „Spanje (met uitzondering van de autonome gemeenschap Kastilië en León)” vervangen door „Spanje (met uitzondering van de autonome gemeenschappen Kastilië en León en Extremadura)”;

b)

het tweede streepje in de tweede kolom wordt vervangen door:

„—

en, tot en met 31 maart 2014, Ierland, Italië (Apulia, Emilia-Romagna (de provincies Parma en Piacenza), Lombardije (met uitzondering van de provincie Mantua), Veneto (met uitzondering van de provincies Rovigo en Venetië, de gemeenten Castelbaldo, Barbona, Piacenza d’Adige, Vescovana, S. Urbano, Boara Pisani en Masi in de provincie Padova en het gebied gelegen ten zuiden van de autoweg A4 in de provincie Verona)), Litouwen, Slovenië (met uitzondering van de regio’s Gorenjska, Koroška, Maribor en Notranjska), Slowakije (met uitzondering van de gemeenten Blahová, Horné Mýto en Okoč (district Dunajská Streda), Hronovce en Hronské Kľačany (district Levice), Dvory nad Žitavou (district Nové Zámky), Málinec (district Poltár), Hrhov (district Rožňava), Veľké Ripňany (district Topoľčany), Kazimír, Luhyňa, Malý Horeš, Svätuše en Zatín (district Trebišov))”.

2)

In de tweede kolom van punt 3 van rubriek d) worden de woorden „Portugal (met uitzondering van Madeira)” vervangen door „Portugal (met uitzondering van Algarve en Madeira)”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 april 2012.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 april 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.

(2)  PB L 193 van 22.7.2008, blz. 1.


25.4.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 113/4


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 356/2012 VAN DE COMMISSIE

van 24 april 2012

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2011 wat betreft de perioden waarin voor het verkoopseizoen 2011/2012 offertes voor de invoer van suiker tegen een verlaagd douanerecht mogen worden ingediend voor de tweede en de daaropvolgende deelinschrijvingen

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 187 juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2011 van de Commissie (2) is een permanente openbare inschrijving voor het verkoopseizoen 2011/2012 geopend voor de invoer van suiker van GN-code 1701 tegen een verlaagd douanerecht.

(2)

Aangezien het aanbod op de suikermarkt van de Unie is verbeterd, is de indiening van offertes voor de deelinschrijvingen die aflopen op 25 januari 2012, 1 februari 2012 en 15 februari 2012, geschorst bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 57/2012 van de Commissie (3).

(3)

Constant toezicht op de markt heeft aan het licht gebracht dat het aanbod van suiker in de Unie echter slechts matig is verbeterd. Ondanks de toegenomen invoer in januari 2012 is het tempo van de invoer uit landen in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan sinds medio februari 2012 aanzienlijk vertraagd. Deze analyse is tijdens de vergadering van het beheerscomité van 8 maart 2012 bevestigd door een grote meerderheid van de lidstaten die van mening zijn dat de aanhoudende bevoorradingsproblemen in het loop van het verkoopseizoen nog kunnen verscherpen. Dit kan met name gevolgen hebben voor kleine en middelgrote ondernemingen en klanten met langetermijncontracten waarin vaste hoeveelheden zijn vastgesteld.

(4)

Daarom dienen de termijnen voor de indiening van offertes, die krachtens Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2011 aflopen op 6 juni 2012, 27 juni 2012 en 11 juli 2012, te worden vervroegd.

(5)

Verordening (EU) nr. 1239/2011 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

Om de markt snel een signaal te geven en efficiënt beheer van de maatregel te verzekeren, moet de onderhavige verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2011 wordt lid 2 vervangen door:

„2.   De perioden waarin offertes voor de tweede en de daaropvolgende deelinschrijvingen mogen worden ingediend, beginnen op de eerste werkdag na afloop van de vorige periode. Zij lopen af om 12.00 uur (Brusselse tijd) op 2 mei 2012, 23 mei 2012 en 6 juni 2012.”

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 april 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 318 van 1.12.2011, blz. 4.

(3)  PB L 19 van 24.1.2012, blz. 12.


25.4.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 113/5


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 357/2012 VAN DE COMMISSIE

van 24 april 2012

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 29/2012 betreffende de handelsnormen voor olijfolie

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 113, lid 1, onder a), en artikel 121, eerste alinea, onder a), juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Uitvoeringsverordening (EU) nr. 29/2012 van de Commissie van 13 januari 2012 betreffende de handelsnormen voor olijfolie (2), de gecodificeerde tekst van Verordening (EG) nr. 1019/2002 van de Commissie (3), zijn de voor de aanduiding van de oorsprong gebruikte verwijzingen naar de Gemeenschap in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1019/2002 vervangen door verwijzingen naar de Unie. Artikel 12, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 29/2012 voorziet in een overgangsperiode opdat producten die vóór 1 juli 2012 legaal in de Unie zijn geproduceerd en geëtiketteerd of legaal in de Unie zijn ingevoerd en in het vrije verkeer zijn gebracht, in de handel mogen worden gebracht zolang de voorraad strekt. Enerzijds wordt deze overgangsperiode te kort geacht en anderzijds leidt de term „legaal” tot verwarring omtrent de overgang tussen Verordening (EG) nr. 1019/2002 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 29/2012.

(2)

Om het gebruik van etiketten met verwijzingen naar de term „Gemeenschap” gedurende een langere periode mogelijk te maken, dient derhalve te worden bepaald dat producten die vóór 1 januari 2013 in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1019/2002 in de Unie zijn geproduceerd en geëtiketteerd of in de Unie zijn ingevoerd en in het vrije verkeer zijn gebracht, in de handel mogen worden gebracht zolang de voorraad strekt.

(3)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 29/2012 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 12, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 29/2012 wordt vervangen door:

„2.   Producten die vóór 1 januari 2013 in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1019/2002 in de Unie zijn geproduceerd en geëtiketteerd of in de Unie zijn ingevoerd en in het vrije verkeer zijn gebracht, mogen worden afgezet zolang de voorraad strekt.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 april 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 12 van 14.1.2012, blz. 14.

(3)  PB L 155 van 14.6.2002, blz. 27.


25.4.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 113/6


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 358/2012 VAN DE COMMISSIE

van 24 april 2012

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 april 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

JO

98,8

MA

57,2

TN

124,7

TR

110,1

ZZ

97,7

0707 00 05

JO

216,8

TR

135,8

ZZ

176,3

0709 93 10

TR

109,5

ZZ

109,5

0805 10 20

EG

51,8

IL

73,4

MA

52,3

TR

50,5

ZZ

57,0

0805 50 10

TR

57,1

ZZ

57,1

0808 10 80

AR

94,2

BR

79,9

CA

117,0

CL

93,0

CN

102,0

MK

31,8

NZ

124,2

US

156,8

ZA

85,8

ZZ

98,3

0808 30 90

AR

101,9

CL

129,5

CN

65,6

US

107,0

ZA

126,0

ZZ

106,0


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

25.4.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 113/8


BESLUIT VAN DE RAAD

van 13 maart 2012

tot wijziging van Besluit 2011/734/EU gericht tot Griekenland met het oog op de versterking en verdieping van het begrotingstoezicht en tot aanmaning van Griekenland om maatregelen te treffen om het tekort te verminderen in de mate die nodig wordt geacht om de buitensporigtekortsituatie te verhelpen

(2012/211/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), en met name artikel 126, lid 9, en artikel 136,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 136, lid 1, onder a), VWEU voorziet in de mogelijkheid specifieke maatregelen ter versterking van de coördinatie en de bewaking van de begrotingsdiscipline vast te stellen voor de lidstaten die de euro als munt hebben.

(2)

Overeenkomstig artikel 126 VWEU dienen de lidstaten buitensporige overheidstekorten te vermijden; daartoe is in datzelfde artikel een buitensporigtekortprocedure vastgelegd. Het stabiliteits- en groeipact, waarvan het correctieve deel bestaat in de tenuitvoerlegging van de buitensporigtekortprocedure, verschaft een kader dat, met inachtneming van de economische situatie, het overheidsstreven naar een spoedige terugkeer naar solide begrotingssituaties ondersteunt.

(3)

Op 27 april 2009 heeft de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 6, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (VEG) besloten dat er in Griekenland een buitensporig tekort bestond.

(4)

Op 10 mei 2010 heeft de Raad op basis van artikel 126, lid 9, en artikel 136 VWEU Besluit 2010/320/EU (1) vastgesteld, gericht tot Griekenland met het oog op de versterking en verdieping van het begrotingstoezicht en tot aanmaning van Griekenland om maatregelen te treffen om het tekort te verminderen in de mate die nodig wordt geacht om de buitensporigtekortsituatie uiterlijk in 2014 te verhelpen. De Raad bepaalde dat het buitensporige tekort uiterlijk in 2014 gecorrigeerd zou moeten zijn, en stelde jaarlijkse streefcijfers voor het overheidstekort vast.

(5)

Besluit 2010/320/EU is diverse malen ingrijpend gewijzigd. Aangezien verdere wijzigingen nodig waren, is dit besluit bij Besluit 2011/734/EU (2) op 12 juli 2011 duidelijkheidshalve herschikt.

(6)

De bedrijvigheid in 2011-2014 zal volgens de huidige ramingen en prognoses op een veel lager niveau liggen dan bij de vaststelling van de Besluiten 2010/320/EU en 2011/734/EU werd verwacht. In 2011 is de economie volgens de ramingen met 6,9 % gekrompen. Thans gaat de Commissie ervan uit dat het Griekse reële bbp in 2012 met 4,7 % zal krimpen, in 2013 zal stagneren en in 2014 weer met 2,5 % zal groeien. Nominaal is het bbp in 2011 met 5,2 % gekrompen en zal het naar verwachting in 2012 met 5,4 % en in 2013 met 0,4 % krimpen en in 2014 met 2,5 % toenemen.

(7)

In februari 2012 heeft de Griekse regering maatregelen aangekondigd om het primaire tekort in 2012 terug te dringen, waaronder de vaststelling van een aanvullende begroting. De Griekse autoriteiten en de diensten van de Commissie hebben deze maatregelen uitvoerig besproken. Daarbij is niet alleen gekeken naar de budgettaire consolidatiemaatregelen, maar ook naar de noodzaak om het groeivriendelijke karakter van deze maatregelen te versterken en de sociale gevolgen tot een minimum te beperken.

(8)

In maart 2012 heeft Griekenland een schuldenruiloperatie gelanceerd en uitgevoerd waardoor de schuld en de rente-uitgaven in 2012 en de jaren daarna fors teruglopen en de houdbaarheid van de overheidsschuld verbetert.

(9)

In het licht van het bovenstaande blijkt het wenselijk om Besluit 2011/734/EU op een aantal punten, waaronder het budgettaire aanpassingstraject, te wijzigen, zulks met behoud van de termijn voor de correctie van het buitensporige tekort,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2011/734/EU wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1, leden 2 en 3, wordt vervangen door:

„2.   Met het aanpassingstraject in de richting van de correctie van het buitensporige tekort wordt de verwezenlijking beoogd van een primair overheidstekort (tekort minus rente-uitgaven) van niet meer dan 2 037 miljoen EUR (1,0 % van het bbp) in 2012 en van een primair overschot van ten minste 3 652 miljoen EUR (1,8 % van het bbp) in 2013 en 9 352 miljoen EUR (4,5 % van het bbp) in 2014. Na de schuldenruil correleren deze streefcijfers voor het primaire tekort/overschot met een algeheel tekort van 14 811 miljoen EUR (7,3 % van het bbp) in 2012, 9 462 miljoen EUR (4,7 % van het bbp) in 2013 en 4 499 miljoen EUR (2,2 % van het bbp) in 2014. Daarmee zal over de periode 2009-2014 een verbetering van het structurele saldo met ten minste 10 % van het bbp tot stand zijn gebracht. De opbrengsten uit de privatisering van (financiële en niet-financiële) activa, alsmede alle overdrachten die verband houden met het besluit van 21 februari 2012 van de Eurogroep met betrekking tot inkomsten van de nationale centrale banken in de eurozone, met inbegrip van de Bank van Griekenland, die afkomstig zijn van hun beleggingsportefeuilles van Griekse staatsobligaties doen geen afbreuk aan de vereiste budgettaire consolidatie-inspanningen en tellen niet mee bij de beoordeling van deze streefcijfers.

3.   Het in lid 2 genoemde aanpassingstraject correleert met een jaarlijkse verandering in de geconsolideerde bruto overheidsschuld van – 26 954 miljoen EUR in 2012, 6 775 miljoen EUR in 2013 en 1 492 miljoen EUR in 2014.”.

2)

In artikel 2 wordt het volgende lid ingevoegd:

„7 bis.   Griekenland stelt onverwijld de volgende maatregelen vast:

a)

een verlaging van de uitgaven aan geneesmiddelen in 2012 met ten minste 1 076 miljoen EUR;

b)

een verlaging van de loontoeslagen voor overwerk aan ziekenhuisartsen in 2012 met ten minste 50 miljoen EUR;

c)

een verlaging van de aankopen van militair materieel in 2012 met 300 miljoen EUR (contant en leveringen);

d)

een verlaging van de bezoldiging van gekozen ambtsdragers en hun medewerkers op decentraal niveau in 2012 met 10 % en een verlaging van het aantal locoburgemeesters en hun medewerkers in 2013, teneinde in 2012 een bedrag van 9 miljoen EUR en in 2013 een aanvullend bedrag van 28 miljoen EUR te besparen;

e)

een verlaging van de operationele uitgaven van de centrale overheid, en van de verkiezingsgerelateerde uitgaven met ten minste 370 miljoen EUR (ten opzichte van de begroting van 2012), waarvan ten minste 100 miljoen EUR aan militaire operationele uitgaven en ten minste 70 miljoen EUR aan electorale uitgaven;

f)

een verlaging van de operationele uitgaven van de decentrale overheid in 2012 met ten minste 50 miljoen EUR;

g)

een verlaging van subsidies aan mensen die in een afgelegen gebied wonen, en een verlaging van subsidies aan de verschillende entiteiten die onder toezicht van de ministeries staan, teneinde de uitgaven in 2012 met ten minste 190 miljoen EUR terug te brengen;

h)

een verlaging van het publieke investeringsbudget (PIB) in 2012 met 400 miljoen EUR. Deze verlaging van het PIB zal geen gevolgen hebben voor projecten waarvoor medefinanciering uit de structuurfondsen wordt ontvangen (waaronder de TEN-T-projecten);

i)

wijzigingen in aanvullende pensioenfondsen en pensioenfondsen die hoge gemiddelde pensioenen uitkeren of hoge subsidies uit de begroting ontvangen, en verlaging van de overige hoge pensioenen om in 2012 ten minste 450 miljoen EUR (netto, dus rekening houdend met de gevolgen voor de belastingen en sociale bijdragen) te besparen;

j)

een verlaging in 2012 van de gezinsuitkeringen aan huishoudens met een hoog inkomen met 43 miljoen EUR;

k)

ministeriële besluiten ter voltooiing van de volledige invoering van de nieuwe salaristabel in alle desbetreffende entiteiten, en wetgeving voor de terugvordering van te veel betaalde salarissen met terugwerkende kracht vanaf november 2011;

l)

de wijziging van de artikelen 3 en 21 van Wet 4038/2012 waarbij de voorwaarden voor de verlenging van de betalingsregelingen voor achterstallige belastingen en sociale bijdragen zodanig worden herzien dat de regelingen alleen gelden voor bestaande betalingsachterstanden van minder dan 10 000 EUR bij particulieren en minder dan 75 000 EUR bij bedrijven. Belastingbetalers die om een verlenging van een betalingsregeling vragen, moeten de belastingdienst volledige inzage geven in hun financiële situatie;

m)

een kaderwet met een grondige herziening van de werking van de secundaire/aanvullende openbare pensioenfondsen, teneinde de pensioenuitgaven te stabiliseren en de budgettaire neutraliteit van deze regelingen, alsmede de houdbaarheid van het stelsel op middellange en lange termijn te waarborgen.”.

3)

Artikel 2, lid 8, wordt als volgt gewijzigd:

a)

het bepaalde onder a) en b) wordt vervangen door:

„a)

een hervorming van de secundaire/aanvullende pensioenregelingen, zulks in overleg met de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en het Internationaal Monetair Fonds en gevalideerd door het EU-Comité voor de economische politiek wat betreft het geraamde effect ervan op de langetermijnhoudbaarheid. De parameters van de nieuwe secundaire theoretische toegezegdebijdragenregeling zorgen op lange termijn voor een actuarieel evenwicht, zoals berekend door de nationale autoriteit voor het actuariaat;

b)

een aanpassing van de winstmarges van apotheken en de invoering van regressieve winstmarges om de algehele winstmarge terug te brengen tot onder de 15 %;”;

b)

de volgende punten worden toegevoegd:

„g)

de afronding van de lopende functionele evaluatie van de sociale programma’s;

h)

benoeming van de SPPA-leden;

i)

de inventarisatie van de regelingen waarbij de uitkeringen ineens bij pensionering niet in overeenstemming zijn met de betaalde bijdragen, en aanpassing van de uitkeringen;

j)

een verlaging van de winstmarges van de farmaceutische groothandel die moeten convergeren naar een bovengrens van 5 %;

k)

de nodige aanbestedingsprocedures voor de invoering van een breed en uniform informatiesysteem voor de gezondheidszorg (e-gezondheidszorgsysteem);

l)

de benoeming van alle juridische, technische en financiële adviseurs voor de in 2012 en 2013 door te voeren privatiseringen.”.

4)

In artikel 2 wordt lid 9, onder a), vervangen door:

„a)

de afronding van de evaluatie van de publieke uitgavenprogramma’s. Deze evaluatie, waarvoor een beroep wordt gedaan op externe technische bijstand, is gericht op de pensioenen en sociale overdrachten (met dien verstande dat de sociale basisbescherming behouden blijft), op de defensie-uitgaven, met als uitgangspunt dat het defensievermogen van het land niet wordt aangetast, en op een herstructurering van de centrale en de lokale bestuursdiensten. Ook zal nader worden bepaald hoe de farmaceutische uitgaven en operationele uitgaven van ziekenhuizen en de sociale uitkeringen verder worden gestroomlijnd;

b)

de vaststelling van een fiscale hervorming om het belastingstelsel te vereenvoudigen, vrijstellingen en preferentiële regelingen af te schaffen en de grondslagen te verbreden, zodat de belastingtarieven geleidelijk kunnen worden verlaagd naarmate de ontvangsten toenemen. Deze hervorming heeft betrekking op de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting, de onroerendgoedbelasting, de btw en op de sociale bijdragen, terwijl de relatieve belastingdruk van de indirecte belastingen wordt gehandhaafd;

c)

de herziening van de juridische waarde van onroerend goed en een betere afstemming ervan op de marktprijzen;

d)

de stopzetting van betalingen met contant geld en cheques in belastingkantoren en de vervanging ervan door bankoverschrijvingen zodat het personeel meer tijd overhoudt voor werkzaamheden met een hogere toegevoegde waarde (audits, belastinginning en advies aan belastingbetalers);

e)

een verlaging met gemiddeld 12 % van de „bijzondere lonen” in de publieke sector, waarop de nieuwe salaristabel niet van toepassing is. Deze gaat op 1 juli 2012 in en levert een besparing op van ten minste 205 miljoen EUR (netto, dus rekening houdend met de gevolgen voor de belastingen en sociale bijdragen);

f)

besluiten tot vaststelling van de uitvoeringsverordening voor de centrale autoriteit voor overheidsopdrachten (SPPA). De SPPA begint met haar werkzaamheden in het kader van haar opdracht, doelstellingen en bevoegdheden zoals vastgesteld in de wet op de SPPA en in het actieplan dat in november 2010 met de Europese Commissie is overeengekomen.”.

5)

Aan artikel 2 worden de volgende leden toegevoegd:

„10.   Griekenland neemt uiterlijk eind september 2012 de volgende maatregelen:

a)

een ontwerpbegroting voor 2013 op basis van het bij artikel 1, lid 2, vastgestelde streefcijfer voor het primaire overschot;

b)

regels en procedures voor gecentraliseerde aankoop-/raamcontracten voor frequente leveringen en diensten op centraleoverheidsniveau met de verplichting voor de ministeries en centraleoverheidsinstanties om op basis van deze contracten aankopen te doen, en facultatief gebruik ervan door de regionale entiteiten.

11.   Griekenland neemt uiterlijk eind december 2012 de volgende maatregelen:

a)

de definitieve vaststelling van de begroting voor 2013 op basis van het bij artikel 1, lid 2, vastgestelde streefcijfer voor het primaire overschot;

b)

wetgeving voor de stroomlijning van de indienings- en goedkeuringsprocedure voor aanvullende begrotingen.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Helleense Republiek.

Gedaan te Brussel, 13 maart 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

N. WAMMEN


(1)  PB L 145 van 11.6.2010, blz. 6.

(2)  PB L 296 van 15.11.2011, blz. 38.


25.4.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 113/11


BESLUIT 2012/212/GBVB VAN DE RAAD

van 23 april 2012

tot wijziging van Besluit 2010/639/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Belarus

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 25 oktober 2010 Besluit 2010/639/GBVB (1) vastgesteld.

(2)

Het is nodig om in Besluit 2010/639/GBVB te voorzien in een afwijking van de bevriezing van tegoeden teneinde ervoor te zorgen dat tegoeden of economische middelen kunnen worden vrijgegeven of ter beschikking kunnen worden gesteld voor de officiële doelen van diplomatieke of consulaire missies of internationale organisaties die beschermingen geniet op grond van het internationale recht.

(3)

Besluit 2010/639/GBVB moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan artikel 3, lid 1, van Besluit 2010/639/GBVB wordt het volgende punt toegevoegd:

"e)

gestort zullen worden op of betaald zullen worden van een rekening van een diplomatieke of consulaire post of een internationale organisatie die bescherming geniet op grond van het internationale recht, voor zover die betalingen bestemd zijn voor de officiële doelen van de diplomatieke of consulaire missie of de internationale organisatie.".

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 23 april 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

C. ASHTON


(1)  PB L 280 van 26.10.2010, blz. 18.


25.4.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 113/12


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 23 april 2012

betreffende een tijdelijke afwijking van de oorsprongsregels in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 van de Raad om rekening te houden met de bijzondere situatie van Swaziland met betrekking tot perziken, peren en ananassen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 2511)

(2012/213/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1528/2007 van de Raad van 20 december 2007 tot toepassing van de regelingen voor goederen van oorsprong uit bepaalde staten behorende tot de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), die zijn opgenomen in overeenkomsten tot instelling van, of leidende tot instelling van, een economische partnerschapsovereenkomst (1), en met name artikel 36, lid 4, van bijlage II daarbij,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 27 oktober 2011 heeft Swaziland overeenkomstig artikel 36 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 verzocht om een afwijking van de in die bijlage opgenomen oorsprongsregels voor het jaar 2012. Op 11 januari 2012 diende Swaziland aanvullende informatie in met betrekking tot dit verzoek. Het verzoek heeft betrekking op een totale hoeveelheid van 800 ton perziken en/of peren in vruchtengelei van de GN-codes ex 2007 99 97 en mengsels van perziken en/of van peren en/of van ananassen op vruchtensap van GN-code ex 2008 97 98.

(2)

Volgens de van Swaziland ontvangen informatie, is het land niet in staat te voldoen aan de regels inzake de cumulatie van de oorsprong die zijn vastgelegd in artikel 6 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1528/2007. Omdat het land perziken noch peren produceert, betrekt Swaziland voor de productie uit het naburige Zuid-Afrika niet van oorsprong zijnde in dobbelsteentjes gesneden perziken op sap zonder suiker van de GN-codes ex 2008 70 92 en 2008 70 98 en in dobbelsteentjes gesneden peren op sap zonder suiker van GN-code ex 2008 40 90. De cumulatie met Zuid-Afrika is echter, overeenkomstig artikel 6, lid 7, van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1528/2007, niet van toepassing op de eindproducten. Daarom moet een tijdelijke afwijking worden toegestaan. Om Swaziland in de gelegenheid te stellen ten volle gebruik te maken van de toegestane hoeveelheden, moet de afwijking terugwerkende kracht hebben vanaf 1 januari 2012.

(3)

Een tijdelijke afwijking van de oorsprongsregels in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 zal geen ernstige schade toebrengen aan de gevestigde industrie van de Unie, mits aan bepaalde voorwaarden inzake hoeveelheden, toezicht en duur wordt voldaan.

(4)

Er kan daarom een tijdelijke afwijking worden toegestaan uit hoofde van artikel 36, lid 1, onder b), van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1528/2007.

(5)

Bijgevolg moet aan Swaziland een afwijking van één jaar worden toegestaan voor 800 ton perziken en/of peren in vruchtengelei van de GN-codes ex 2007 99 97 en mengsels van perziken en/of van peren en/of van ananassen op vruchtensap van GN-code ex 2008 97 98.

(6)

Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2) bevat voorschriften voor het beheer van tariefcontingenten. Om te zorgen voor een efficiënt beheer in nauwe samenwerking tussen de autoriteiten van Swaziland, de douanediensten van de lidstaten en de Commissie, moeten deze voorschriften van toepassing zijn op de hoeveelheden die in het kader van de bij dit besluit toegestane afwijking worden ingevoerd.

(7)

Om toezicht te kunnen uitoefenen op de wijze waarop de afwijking wordt toegepast, moeten de autoriteiten van Swaziland regelmatig verslag uitbrengen bij de Commissie over de afgegeven certificaten inzake goederenverkeer EUR.1.

(8)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 en overeenkomstig artikel 36, lid 1, onder b), van die bijlage worden perziken en/of peren in vruchtengelei van de GN-codes ex 2007 99 97 en mengsels van perziken en/of van peren en/of van ananassen op vruchtensap van GN-code ex 2008 97 98 waarvoor bij de productie ervan niet van oorsprong zijnde in dobbelsteentjes gesneden perziken op sap zonder suiker van de GN-codes ex 2008 70 92 en ex 2008 70 98, en in dobbelsteentjes gesneden peren op sap zonder suiker van GN-code ex 2008 40 90 worden gebruikt, overeenkomstig de voorwaarden van de artikelen 2 tot en met 5 van dit besluit beschouwd als van oorsprong uit Swaziland.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde afwijking geldt voor de in de bijlage vermelde producten en hoeveelheden die van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 vanuit Swaziland voor het vrije verkeer in de Unie worden aangegeven.

Artikel 3

De in de bijlage bij dit besluit vermelde hoeveelheden worden beheerd overeenkomstig de artikelen 308 bis, 308 ter en 308 quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93.

Artikel 4

De douaneautoriteiten van Swaziland nemen de nodige maatregelen voor het verrichten van kwantitatieve controles bij de uitvoer van de in artikel 1 bedoelde producten.

In alle certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 die zij afgeven voor de producten die in artikel 1 zijn vermeld, wordt naar dit besluit verwezen.

Voor het eind van de maand die volgt op elk kwartaal, doen de bevoegde autoriteiten van Swaziland de Commissie een kwartaaloverzicht toekomen van de hoeveelheden waarvoor op grond van dit besluit certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 zijn afgegeven, en van de volgnummers van die certificaten.

Artikel 5

In vak 7 van de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 die krachtens dit besluit worden afgegeven, wordt het volgende vermeld:

„Derogation — Implementing Decision 2012/213/EU”.

Artikel 6

Dit besluit is van toepassing van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012.

Artikel 7

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 23 april 2012.

Voor de Commissie

Algirdas ŠEMETA

Lid van de Commissie


(1)  PB L 348 van 31.12.2007, blz. 1.

(2)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.


BIJLAGE

Volgnummer

GN-code

Omschrijving

Periode

Hoeveelheid

09.1628

ex 2007 99 97

Perziken en/of peren in vruchtengelei

1.1.2012 t/m 31.12.2012

800 t

ex 2008 97 98

Mengsels van perziken en/of van peren en/of van ananassen op vruchtensap


Rectificaties

25.4.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 113/14


Rectificatie van Verordening (EU) nr. 1266/2009 van de Commissie van 16 december 2009 betreffende de tiende aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer

( Publicatieblad van de Europese Unie L 339 van 22 december 2009 )

Bladzijde 7, bijlage, punt 3.5, tweede alinea:

in plaats van:

Voorschrift 041 Wanneer RIJDEN heeft plaatsgevonden binnen de onmiddellijk voorafgaande en de onmiddellijk volgende kalenderminuut, dan wordt de hele minuut beschouwd als RIJDEN.”,

te lezen:

Voorschrift 041 Wanneer RIJDEN is geregistreerd als de activiteit van de onmiddellijk voorafgaande en de onmiddellijk volgende kalenderminuut, dan wordt de hele minuut beschouwd als RIJDEN.”.