ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2012.006.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 6

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

55e jaargang
10 januari 2012


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

 

 

2012/15/EU

 

*

Besluit van de Raad van 20 december 2011 tot intrekking van Besluit 2011/491/EU betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van het Protocol tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko

1

 

 

VERORDENINGEN

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 11/2012 van de Commissie van 9 januari 2012 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

3

 

 

BESLUITEN

 

 

2012/16/EU

 

*

Besluit van het Europees Parlement en de Raad van 21 december 2011 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2009/019 FR/Renault, Frankrijk)

5

 

 

2012/17/EU

 

*

Besluit van de Raad van 14 december 2011 betreffende het in de desbetreffende organen van de Wereldhandelsorganisatie door de Europese Unie in te nemen standpunt over de toetreding van de Russische Federatie tot de Wereldhandelsorganisatie

6

 

 

2012/18/EU

 

*

Besluit van de Raad van 14 december 2011 tot vaststelling van het door de Europese Unie in te nemen standpunt in de ministeriële conferentie van de Wereldhandelsorganisatie over de toetreding van Samoa tot de WTO

7

 

 

2012/19/EU

 

*

Besluit van de Raad van 16 december 2011 houdende goedkeuring, namens de Europese Unie, van een verklaring inzake de toekenning van vangstmogelijkheden in wateren van de EU aan vissersvaartuigen die de vlag van de Bolivariaanse Republiek Venezuela voeren in de exclusieve economische zone voor de kust van Frans Guyana

8

 

 

2012/20/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 6 januari 2012 tot vaststelling van de voorschriften en procedures met betrekking tot deskundigen op het gebied van de nationale rekeningen die de Commissie bijstaan overeenkomstig Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 9973)

10

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Uitvoeringsbesluit 2011/698/GBVB van de Raad van 20 oktober 2011 tot uitvoering van Besluit 2011/486/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan (PB L 276 van 21.10.2011)

12

 

*

Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1049/2011 van de Raad van 20 oktober 2011 tot uitvoering van artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) nr. 753/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan (PB L 276 van 21.10.2011)

12

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

10.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 6/1


BESLUIT VAN DE RAAD

van 20 december 2011

tot intrekking van Besluit 2011/491/EU betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van het Protocol tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko

(2012/15/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, juncto artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (hierna „het protocol” genoemd) is sinds 28 februari 2011 voorlopig van toepassing op grond van Besluit 2011/491/EU van de Raad (2).

(2)

In antwoord op het verzoek van de Raad van 15 juli 2011 op grond van artikel 218, lid 6, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie heeft het Europees Parlement op 14 december 2011 gestemd tegen de sluiting van het protocol door de Raad.

(3)

Bijgevolg dient Besluit 2011/491/EU te worden ingetrokken en dient het Koninkrijk Marokko overeenkomstig artikel 25, lid 2, van het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht ervan in kennis te worden gesteld dat de voorlopige toepassing van het protocol wordt beëindigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2011/491/EU betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van het Protocol tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko, wordt ingetrokken.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) om het Koninkrijk Marokko er overeenkomstig artikel 25, lid 2, van het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht van in kennis te stellen dat de Europese Unie niet langer voornemens is partij bij het protocol te worden. Die kennisgeving wordt gedaan bij brief.

De tekst van de brief is aan dit besluit gehecht.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt aangenomen.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 20 december 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

M. DOWGIELEWICZ


(1)  Doc. ST 18774/11 PECHE 411 — COM(2011) 939 definitief.

(2)  PB L 202 van 5.8.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Excellentie,

Onder verwijzing naar het op 25 februari 2011 geparafeerde Protocol tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko, wat betreft de voorlopige toepassing ervan zoals overeengekomen in artikel 12 van het protocol en van kracht geworden op grond van de ondertekening van het protocol door beide partijen op 13 juli 2011:

stelt de Europese Unie het Koninkrijk Marokko overeenkomstig artikel 25, lid 2, van het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht ervan in kennis dat zij niet langer voornemens is partij te worden bij het bovengenoemde protocol.

Met de meeste hoogachting,

Namens de Europese Unie,

K. OSTRZYNIEWSKA


VERORDENINGEN

10.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 6/3


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 11/2012 VAN DE COMMISSIE

van 9 januari 2012

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 januari 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MA

60,0

TN

101,1

TR

86,6

ZZ

82,6

0707 00 05

EG

182,1

TR

155,0

ZZ

168,6

0709 91 00

EG

208,4

ZZ

208,4

0709 93 10

MA

57,7

TR

102,6

ZZ

80,2

0805 10 20

CL

33,0

MA

62,6

TR

61,8

ZZ

52,5

0805 20 10

MA

74,1

ZZ

74,1

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

IL

74,4

MA

62,0

TR

89,1

ZZ

75,2

0805 50 10

AR

53,1

MA

126,4

TR

47,0

ZZ

75,5

0808 10 80

CA

125,9

US

94,3

ZA

128,3

ZZ

116,2

0808 30 90

CN

107,0

US

112,3

ZZ

109,7


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

10.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 6/5


BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 21 december 2011

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2009/019 FR/Renault, Frankrijk)

(2012/16/EU)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (1), met name punt 28,

Gezien Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2), en met name artikel 12, lid 3 hiervan,

gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te verlenen aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van door de globalisering veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen en om hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt.

(2)

Het EFG staat sinds 1 mei 2009 ook open voor aanvragen om steun voor werknemers die worden ontslagen als rechtstreeks gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis.

(3)

Het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 staat de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG toe binnen het jaarlijkse maximum van 500 miljoen EUR.

(4)

Op 9 oktober 2009 heeft Frankrijk een aanvraag ingediend om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen in verband met gedwongen ontslagen bij de onderneming Renault SAS en zeven van haar toeleveranciers; aan de aanvraag werd aanvullende informatie tot en met 25 januari 2011 toegevoegd. Deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor vatstelling van de financiële bijdragen overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006. Bijgevolg stelt de Commissie voor om een bedrag van 24 493 525 EUR beschikbaar te stellen.

(5)

Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage te leveren aan de door Frankrijk ingediende aanvraag,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011 wordt een bedrag van 24 493 525 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering.

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 21 december 2011.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

J. BUZEK

Voor de Raad

De voorzitter

M. KOROLEC


(1)  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

(2)  PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1.


10.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 6/6


BESLUIT VAN DE RAAD

van 14 december 2011

betreffende het in de desbetreffende organen van de Wereldhandelsorganisatie door de Europese Unie in te nemen standpunt over de toetreding van de Russische Federatie tot de Wereldhandelsorganisatie

(2012/17/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, artikel 100, lid 2, en artikel 207, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In juni 1993 diende de regering van de Russische Federatie krachtens artikel XII van de Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) een verzoek in om toe te treden tot die overeenkomst.

(2)

Op 16 juni 1993 werd een werkgroep betreffende de toetreding van de Russische Federatie opgericht om overeenstemming te bereiken over voor de Russische Federatie en alle WTO-leden aanvaardbare voorwaarden.

(3)

Namens de Unie heeft de Commissie onderhandeld over een uitvoerige reeks verbintenissen met betrekking tot marktopening en andere regelgevingsaspecten van de zijde van de Russische Federatie, die tegemoetkomen aan de verzoeken en doelstellingen van de Unie en in overeenstemming zijn met het ontwikkelingsniveau van de Russische Federatie.

(4)

Deze verbintenissen zijn nu neergelegd in het Protocol inzake de toetreding van de Russische Federatie tot de WTO.

(5)

De toetreding tot de WTO zal naar verwachting een blijvende positieve bijdrage leveren tot het proces van economische hervorming en duurzame ontwikkeling in de Russische Federatie.

(6)

Het toetredingsprotocol moet daarom worden goedgekeurd.

(7)

Artikel XII van de overeenkomst tot oprichting van de WTO bepaalt dat tussen het toetredend lid en de WTO overeenstemming moet worden bereikt over de toetredingsvoorwaarden en dat aan WTO-zijde de toetredingsvoorwaarden moeten worden goedgekeurd door de Ministeriële Conferentie van de WTO. Artikel IV, lid 2, van de overeenkomst tot oprichting van de WTO bepaalt dat in de perioden tussen de bijeenkomsten van de Ministeriële Conferentie, haar taken worden verricht door de Algemene Raad.

(8)

Bijgevolg moet het door de Europese Unie in de desbetreffende organen van de WTO, zij het de Ministeriële Conferentie of de Algemene Raad, in te nemen standpunt over de toetreding van de Russische Federatie tot de WTO worden vastgesteld,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat door de Europese Unie in de desbetreffende organen van de Wereldhandelsorganisatie over de toetreding van de Russische Federatie tot de WTO moet worden ingenomen, is dat de toetreding wordt goedgekeurd.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Genève, 14 december 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

M. NOGAJ


10.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 6/7


BESLUIT VAN DE RAAD

van 14 december 2011

tot vaststelling van het door de Europese Unie in te nemen standpunt in de ministeriële conferentie van de Wereldhandelsorganisatie over de toetreding van Samoa tot de WTO

(2012/18/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, artikel 100, lid 2 en artikel 207, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 15 april 1998 heeft de regering van Samoa overeenkomstig artikel XII van de Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) een verzoek om toetreding tot die overeenkomst ingediend.

(2)

Op 15 juli 1998 is een werkgroep betreffende de toetreding van Samoa opgericht, om overeenstemming te bereiken over toetredingsvoorwaarden die zowel voor Samoa als voor alle WTO-leden aanvaardbaar waren.

(3)

De Commissie heeft namens de Unie onderhandeld over een uitgebreide reeks marktopeningsverbintenissen door Samoa die aan de verzoeken van de Unie voldoen en in overeenstemming zijn met het ontwikkelingsniveau van Samoa.

(4)

Deze verbintenissen zijn nu opgenomen in het Protocol van toetreding van Samoa tot de WTO.

(5)

De toetreding tot de WTO zal naar verwachting een blijvende positieve bijdrage leveren tot het proces van economische hervorming en duurzame ontwikkeling in Samoa.

(6)

Het toetredingsprotocol moet daarom worden goedgekeurd.

(7)

Artikel XII van de Overeenkomst tot oprichting van de WTO bepaalt dat tussen het toetredende lid en de WTO overeenstemming moet worden bereikt over de toetredingsvoorwaarden en dat aan WTO-zijde de toetredingsvoorwaarden moeten worden goedgekeurd door de ministeriële conferentie van de WTO.

(8)

Het is daarom noodzakelijk het standpunt vast te stellen dat de Europese Unie moet innemen binnen de ministeriële conferentie over de toetreding van Samoa tot de WTO,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het door de Europese Unie en de lidstaten in de ministeriële conferentie van de Wereldhandelsorganisatie in te nemen standpunt inzake de toetreding van Samoa tot de WTO, is dat deze toetreding wordt goedgekeurd.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Genève, 14 december 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

M. NOGAJ


10.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 6/8


BESLUIT VAN DE RAAD

van 16 december 2011

houdende goedkeuring, namens de Europese Unie, van een verklaring inzake de toekenning van vangstmogelijkheden in wateren van de EU aan vissersvaartuigen die de vlag van de Bolivariaanse Republiek Venezuela voeren in de exclusieve economische zone voor de kust van Frans Guyana

(2012/19/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder b),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na raadpleging van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Onder voorwaarde dat zij zich zouden houden aan de toepasselijke juridisch bindende handelingen van de Unie betreffende de instandhouding en het beheer van visbestanden, zijn vissersvaartuigen die de vlag van de Bolivariaanse Republiek van Venezuela (hierna „Venezuela”) voerden, vele tientallen jaren lang actief geweest in de wateren van de EU in de exclusieve economische zone voor de kust van Frans Guyana.

(2)

De verwerkende industrie die in Frans Guyana is gevestigd, is afhankelijk van de aanlandingen van die vaartuigen en om die redenen moet de continuïteit van deze activiteiten worden gegarandeerd.

(3)

Om deze continuïteit te garanderen, is het noodzakelijk dat de Unie een tot Venezuela gerichte verklaring aflegt waarin zij bevestigt bereid te zijn voor een beperkt aantal vissersvaartuigen die de vlag van Venezuela voeren vismachtigingen af te geven mits deze vaartuigen zich aan de toepasselijke juridisch bindende handelingen van de Unie houden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De tot de Bolivariaanse Republiek Venezuela gerichte verklaring inzake de toekenning van vangstmogelijkheden in de wateren van de EU aan vissersvaartuigen die de vlag van de Bolivariaanse Republiek Venezuela voeren in de exclusieve economische zone voor de kust van Frans Guyana (hierna „de verklaring”) wordt namens de Europese Unie goedgekeurd.

De tekst van de verklaring is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de perso(o)n(en) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) aan de Bolivariaanse Republiek Venezuela kennis te geven van deze verklaring.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 16 december 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

M. SAWICKI


Tot de Bolivariaanse Republiek Venezuela gerichte verklaring inzake de toekenning van vangstmogelijkheden in de wateren van de EU aan vissersvaartuigen die de vlag van de Bolivariaanse Republiek Venezuela voeren in de exclusieve economische zone voor de kust van Frans Guyana

1.

De Europese Unie geeft voor een beperkt aantal vissersvaartuigen die de vlag van de Bolivariaanse Republiek Venezuela voeren, vismachtigingen af om te vissen in het deel van de exclusieve economische zone voor de kust van Frans Guyana buiten 12 zeemijlen gemeten vanaf de basislijnen, mits daarbij aan de in deze verklaring vervatte voorwaarden wordt voldaan.

2.

Overeenkomstig artikel 22 van Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2008 betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de communautaire wateren (1), leven gemachtigde vissersvaartuigen die de vlag van de Bolivariaanse Republiek Venezuela voeren, wanneer ze in het in lid 1 bedoelde gebied vissen, de bepalingen na van het gemeenschappelijke visserijbeleid van de Europese Unie inzake instandhoudings- en controlemaatregelen en de andere bepalingen van de Europese Unie inzake de visserij in het betrokken gebied.

3.

Meer in het bijzonder leven gemachtigde vissersvaartuigen die de vlag van de Bolivariaanse Republiek Venezuela voeren, alle relevante wet- en regelgeving van de Europese Unie na, waarin onder meer de visbestanden die mogen worden bevist, het maximumaantal gemachtigde vissersvaartuigen en het aandeel van de vangsten dat in de havens van Frans Guyana moet worden aangeland, zijn vastgesteld.

4.

Behalve dat zij machtigingen die verstrekt zijn aan individuele vissersvaartuigen die de vlag van de Bolivariaanse Republiek Venezuela voeren, kan intrekken wanneer deze de geldende wet- of regelgeving van de Europese Unie niet naleven, kan de Europese Unie te allen tijde middels een unilaterale verklaring de in deze verklaring uitgedrukte specifieke verbintenis om vangstmogelijkheden toe te staan, intrekken.


(1)  PB L 286 van 29.10.2008, blz. 33.


10.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 6/10


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 6 januari 2012

tot vaststelling van de voorschriften en procedures met betrekking tot deskundigen op het gebied van de nationale rekeningen die de Commissie bijstaan overeenkomstig Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 9973)

(2012/20/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten (1), en met name artikel 12, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 479/2009 bepaalt dat de Commissie (Eurostat) de kwaliteit van de voor de procedure bij buitensporige tekorten te gebruiken gegevens beoordeelt, onder meer via methodologische bezoeken. Bij de methodologische bezoeken kan de Commissie (Eurostat) worden bijgestaan door deskundigen op het gebied van de nationale rekeningen.

(2)

Er moeten voorschriften en procedures worden vastgesteld voor de selectie van de deskundigen, met inachtneming van een passende spreiding van deskundigen over de lidstaten en een passende roulatie van deskundigen tussen de lidstaten, alsmede voor de organisatie van hun werkzaamheden en de nadere financiële bepalingen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In de bijlage bij dit besluit worden de voorschriften en procedures vastgesteld voor de selectie van deskundigen op het gebied van de nationale rekeningen die de Commissie (Eurostat) overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2009 bij bezoeken aan de lidstaten bijstaan, alsmede voor de organisatie van hun werkzaamheden en de verdeling van de kosten van die bezoeken tussen de Commissie en de met de kennisgeving in het kader van de buitensporigtekortprocedure belaste nationale instantie van de deskundigen.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing op de in artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2009 bedoelde bijstand die wordt verleend vanaf 1 januari 2012.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 6 januari 2012.

Voor de Commissie

Algirdas ŠEMETA

Lid van de Commissie


(1)  PB L 145 van 10.6.2009, blz. 1.


BIJLAGE

1.   Lijst van deskundigen op het gebied van de nationale rekeningen

De Commissie (Eurostat) houdt een lijst van deskundigen op het gebied van de nationale rekeningen bij op basis van de voorstellen die de met de kennisgeving in het kader van de buitensporigtekortprocedure belaste nationale autoriteiten aan de Commissie (Eurostat) toezenden. De lijst wordt regelmatig bijgewerkt.

2.   Definitie van deskundige op het gebied van de nationale rekeningen

Deskundigen op het gebied van de nationale rekeningen zijn gespecialiseerd in kennisgeving en statistieken in het kader van de buitensporigtekortprocedure. Zij verlenen de deskundigen van de Commissie op het gebied van de buitensporigtekortprocedure ondersteuning bij bezoeken aan een lidstaat. In die hoedanigheid verstrekken de deskundigen op het gebied van de nationale rekeningen onafhankelijke deskundigheid en vertegenwoordigen zij niet de standpunten van hun lidstaat.

3.   Selectie van deskundigen

Voor de uitzonderlijke bezoeken waar dit wenselijk wordt geacht, selecteert de Commissie (Eurostat) één of meerdere nationale deskundigen die haar eigen deskundigen bij het bezoek zullen vergezellen. De deskundigen worden zo uit de lijst geselecteerd dat eenzelfde deskundige in een periode van drie jaar niet meer dan driemaal wordt gekozen om een bezoek af te leggen.

4.   Vergoeding van kosten aan de met de kennisgeving in het kader van de buitensporigtekortprocedure belaste nationale instantie

Het bedrag ter vergoeding van de reis- en verblijfkosten en de vaste dagvergoeding worden berekend overeenkomstig het besluit van de Commissie van 5 december 2007 betreffende de regeling inzake de vergoeding van niet tot het personeel van de Commissie behorende personen die worden uitgenodigd als deskundige deel te nemen aan vergaderingen (1).

5.   Vertrouwelijkheid

Vóór elk bezoek wordt de begeleidende deskundige verzocht een vertrouwelijkheidsverklaring te ondertekenen met betrekking tot de inhoud, het tijdstip en de praktische organisatie van het bezoek.


(1)  C(2007) 5858.


Rectificaties

10.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 6/12


Rectificatie van Uitvoeringsbesluit 2011/698/GBVB van de Raad van 20 oktober 2011 tot uitvoering van Besluit 2011/486/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan

( Publicatieblad van de Europese Unie L 276 van 21 oktober 2011 )

Bladzijde 48, bijlage, punt 1:

in plaats van:

„Geboortedatum: a) 1962; b) 1961; c) tussen 1968 en 1970.”

te lezen:

„Geboortedatum: a) 1966; b) 1961; c) tussen 1968 en 1970.”.


10.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 6/12


Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1049/2011 van de Raad van 20 oktober 2011 tot uitvoering van artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) nr. 753/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan

( Publicatieblad van de Europese Unie L 276 van 21 oktober 2011 )

Bladzijde 3, bijlage, punt 1:

in plaats van:

„Geboortedatum: a) 1962; b) 1961; c) tussen 1968 en 1970.”,

te lezen:

„Geboortedatum: a) 1966; b) 1961; c) tussen 1968 en 1970.”.