ISSN 1725-2598 doi:10.3000/17252598.L_2011.101.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 101 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
54e jaargang |
Inhoud |
|
I Wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
RICHTLIJNEN |
|
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Wetgevingshandelingen
RICHTLIJNEN
15.4.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 101/1 |
RICHTLIJN 2011/36/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 5 april 2011
inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan, en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/629/JBZ van de Raad
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 82, lid 2, en artikel 83, lid 1,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Mensenhandel is een ernstig, vaak in het kader van georganiseerde misdaad gepleegd misdrijf, een grove schending van de fundamentele rechten en uitdrukkelijk verboden door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Het voorkomen en bestrijden van mensenhandel is een prioriteit voor de Unie en de lidstaten. |
(2) |
Deze richtlijn maakt deel uit van een mondiale actie tegen mensenhandel, die ook acties omvat waarbij derde landen zijn betrokken, zoals vermeld in het „Actiegericht document over het versterken van de externe dimensie van de Unie met betrekking tot bestrijding van de mensenhandel: naar een mondiale actie van de Europese Unie tegen de mensenhandel”, dat is goedgekeurd door de Raad op 30 november 2009. In dit verband moet beleid worden gevoerd gericht op derde landen die het land van oorsprong of doorvoerland van slachtoffers zijn, zulks met het oog op bewustwording, vermindering van de kwetsbaarheid, ondersteuning van en bijstand aan slachtoffers, bestrijding van de diepere oorzaken van mensenhandel en ondersteuning van deze derde landen bij het ontwikkelen van adequate regelgeving ter bestrijding van mensenhandel. |
(3) |
In deze richtlijn wordt onderkend dat mensenhandel een genderspecifiek fenomeen is en dat vrouwen en mannen vaak om verschillende redenen aan mensenhandel ten prooi vallen. Daarom moeten bijstands- en ondersteuningsmaatregelen waar nodig ook genderspecifiek zijn. De stimulerende factoren kunnen verschillen naargelang van de betrokken sectoren, zoals mensenhandel voor de seksindustrie of met het oog op arbeidsuitbuiting in bijvoorbeeld de bouw, de landbouw of huishoudelijke slavernij. |
(4) |
De Unie zet zich in voor de voorkoming en bestrijding van mensenhandel, en voor de bescherming van de rechten van de slachtoffers ervan. Hiertoe zijn Kaderbesluit 2002/629/JBZ van de Raad van 19 juli 2002 inzake bestrijding van mensenhandel (3), en een EU-plan inzake de beste praktijken, normen en procedures bij de voorkoming en bestrijding van mensenhandel (4) vastgesteld. Voorts wordt in het door de Europese Raad aangenomen programma van Stockholm — Een open en veilig Europa ten dienste en ter bescherming van de burger (5), duidelijk voorrang gegeven aan de bestrijding van mensenhandel. Andere maatregelen dienen in overweging te worden genomen, zoals steun bij de ontwikkeling van algemene gemeenschappelijke indicatoren van de Unie voor de identificatie van slachtoffers van mensenhandel, door de uitwisseling van beste praktijken tussen alle relevante actoren, met name openbare en particuliere sociale diensten. |
(5) |
De wetshandhavingsautoriteiten van de lidstaten moeten blijven samenwerken met het oog op een versterkte bestrijding van mensenhandel. In verband hiermee is een nauwe grensoverschrijdende samenwerking, die ook het uitwisselen van informatie en het delen van beste praktijken omvat, alsmede een permanente open dialoog tussen de politiële, justitiële en financiële autoriteiten van de lidstaten, van essentieel belang. De coördinatie van het onderzoek naar en de vervolging van gevallen van mensenhandel moet worden vergemakkelijkt door de samenwerking met Europol en Eurojust te versterken, gemeenschappelijke onderzoeksteams in te stellen en uitvoering te geven aan Kaderbesluit 2009/948/JBZ van de Raad van 30 november 2009 over het voorkomen en beslechten van geschillen over de uitoefening van rechtsmacht bij strafprocedures (6). |
(6) |
De lidstaten moeten organisaties uit het maatschappelijk middenveld, waaronder op dit gebied erkende en actieve niet-gouvernementele organisaties die met slachtoffers van mensenhandel werken, stimuleren en nauw met hen samenwerken, meer bepaald in het kader van beleidsinitiatieven, voorlichtings- en bewustwordingscampagnes, onderzoeks- en onderwijsprogramma’s en opleiding, alsook bij het monitoren en evalueren van de impact van maatregelen ter bestrijding van mensenhandel. |
(7) |
In deze richtlijn wordt uitgegaan van een geïntegreerde, holistische en op mensenrechten gebaseerde aanpak van de strijd tegen mensenhandel en bij de uitvoering ervan moet rekening worden gehouden met Richtlijn 2004/81/EG van de Raad van 29 april 2004 betreffende de verblijfstitel die in ruil voor samenwerking met de bevoegde autoriteiten wordt afgegeven aan onderdanen van derde landen die het slachtoffer zijn van mensenhandel of hulp hebben gekregen bij illegale immigratie (7), en met Richtlijn 2009/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot vaststelling van minimumnormen inzake sancties en maatregelen tegen werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen (8). Verbetering van preventie, vervolging en bescherming van de rechten van de slachtoffers zijn belangrijke doelstellingen van deze richtlijn. De richtlijn hanteert daarnaast ook een contextueel gevarieerd concept van de verschillende verschijningsvormen van mensenhandel en beoogt elke specifieke vorm met de meest efficiënte middelen te bestrijden. |
(8) |
Kinderen zijn kwetsbaarder dan volwassenen en lopen derhalve meer risico om het slachtoffer te worden van mensenhandel. Bij de toepassing van deze richtlijn moet, in overeenstemming met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind van 1989, het belang van het kind voorop staan. |
(9) |
Het Protocol van de Verenigde Naties van 2000 inzake de voorkoming, bestrijding en bestraffing van mensenhandel, in het bijzonder vrouwenhandel en kinderhandel, tot aanvulling van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad, en het Verdrag van de Raad van Europa van 2005 inzake de bestrijding van mensenhandel vormen essentiële stappen ter versterking van de internationale samenwerking in de strijd tegen mensenhandel. Het Verdrag van de Raad van Europa voorziet in een evaluatiemechanisme, dat bestaat uit een Groep van deskundigen inzake actie tegen mensenhandel (GRETA) en het Comité van de Partijen. Coördinatie tussen internationale organisaties met bevoegdheid in de strijd tegen de mensenhandel moet worden gesteund teneinde dubbel werk te voorkomen. |
(10) |
Deze richtlijn laat het beginsel van non-refoulement onverlet, overeenkomstig het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen van 1951 (Verdrag van Genève), en is in overeenstemming met artikel 4 en artikel 19, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. |
(11) |
Om het hoofd te kunnen bieden aan recente ontwikkelingen op het gebied van de mensenhandel, wordt in deze richtlijn, ten opzichte van Kaderbesluit 2002/629/JBZ, een ruimer concept gehanteerd van wat onder mensenhandel moet worden verstaan, en omvat ze bijgevolg ook andere vormen van uitbuiting. In de context van deze richtlijn moet onder gedwongen bedelarij worden verstaan, een vorm van gedwongen arbeid of dienstverlening in de zin van IAO-Verdrag nr. 29 uit 1930 betreffende de gedwongen of verplichte arbeid. Uitbuiting van bedelarij, daaronder begrepen het voor de bedelarij inzetten van afhankelijke personen die het slachtoffer zijn van mensenhandel, valt dus alleen onder de definitie van mensenhandel als alle elementen van gedwongen arbeid of dienstverlening voorhanden zijn. Volgens de jurisprudentie daarover moet per geval worden bekeken of op rechtsgeldige wijze met de arbeid of dienstverlening is ingestemd. Een kind kan echter nooit worden geacht rechtsgeldig te hebben ingestemd. Onder „uitbuiting van criminele activiteiten” moet worden verstaan uitbuiting van mensen bijvoorbeeld om zich bezig te houden met zakkenrollen, winkeldiefstal, drugshandel en soortgelijke strafbare feiten waarmee financieel gewin is gemoeid. De definitie omvat tevens mensenhandel met het oogmerk organen weg te nemen, wat een grove schending van de menselijke waardigheid en lichamelijke integriteit is, alsook onder meer andere handelswijzen zoals illegale adoptie of gedwongen huwelijken, voor zover deze de constitutieve elementen van mensenhandel omvatten. |
(12) |
De strafmaat in deze richtlijn weerspiegelt de groeiende bezorgdheid van de lidstaten over de ontwikkeling van het fenomeen mensenhandel. Om dezelfde reden hanteert deze richtlijn als basis niveaus 3 en 4 van de Raadsconclusies van 24 en 25 april 2002 over de te volgen methode voor de harmonisatie van straffen. Wanneer het misdrijf in bepaalde omstandigheden wordt gepleegd, bijvoorbeeld wanneer het slachtoffer een zeer kwetsbaar persoon was, dienen strengere straffen te worden opgelegd. In het kader van deze richtlijn moet het begrip bijzonder kwetsbare personen minstens alle kinderen omvatten. Andere factoren waarmee bij de beoordeling van de kwetsbaarheid van het slachtoffer rekening kan worden gehouden, zijn bijvoorbeeld geslacht, zwangerschap, gezondheidsproblemen en handicaps. Wanneer het om een zeer ernstig misdrijf gaat, bijvoorbeeld wanneer het leven van het slachtoffer in gevaar was of het misdrijf gepaard ging met ernstige geweldpleging zoals foltering, gedwongen gebruik van drugs of medicijnen, verkrachting of andere ernstige vormen van psychisch, fysiek of seksueel geweld, of wanneer het slachtoffer anderszins zeer ernstig letsel is toegebracht, moet dit ook tot uiting komen in een strengere strafmaat. Wanneer in deze richtlijn het begrip overlevering wordt gebruikt, moet dit worden geïnterpreteerd conform Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten (9). In het kader van de uitvoering van de straf kan rekening worden gehouden met de ernst van het misdrijf. |
(13) |
Bij de bestrijding van mensenhandel moet ten volle gebruik worden gemaakt van bestaande instrumenten inzake de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven, zoals het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad en de protocollen daarbij, het Verdrag inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven van de Raad van Europa van 1990, Kaderbesluit 2001/500/JBZ van de Raad van 26 juni 2001 inzake het witwassen van geld, de identificatie, opsporing, bevriezing, inbeslagneming en confiscatie van hulpmiddelen en van opbrengsten van misdrijven (10), en Kaderbesluit 2005/212/JBZ van de Raad van 24 februari 2005 inzake de confiscatie van opbrengsten van misdrijven, alsmede van de daarbij gebruikte hulpmiddelen en de door middel daarvan verkregen voorwerpen (11). Het gebruik van in beslag genomen en geconfisqueerde hulpmiddelen en de opbrengsten van in deze richtlijn bedoelde misdrijven om slachtoffers te kunnen bijstaan en te beschermen, hetgeen ook schadevergoeding van slachtoffers en grensoverschrijdende wetshandhavingsactiviteiten in de Unie ter bestrijding van mensenhandel inhoudt, moet worden aangemoedigd. |
(14) |
De slachtoffers van mensenhandel moeten, conform de basisbeginselen van het rechtsstelsel van de betrokken lidstaten, worden beschermd tegen vervolging en bestraffing wegens criminele activiteiten, zoals het gebruik van valse documenten, en wegens strafbare feiten op grond van de prostitutie- of immigratiewetgeving, tot het plegen waarvan zij zijn gedwongen als rechtstreeks gevolg van het feit dat zij slachtoffer zijn van mensenhandel. Het doel van die bescherming is de mensenrechten van de slachtoffers te beschermen, verder slachtofferschap te voorkomen en hen aan te moedigen als getuige tegen de daders op te treden in de strafprocedure. Deze bescherming belet niet dat zij kunnen worden vervolgd of gestraft voor misdrijven die zij vrijwillig hebben begaan of waaraan zij vrijwillig hebben deelgenomen. |
(15) |
Om succes te boeken bij het onderzoek en de vervolging ter zake van mensenhandel, mag het instellen ervan in principe niet afhangen van een aangifte of klacht van het slachtoffer. Als de aard van de feiten het vereist, moet vervolging mogelijk zijn gedurende een voldoende lange periode nadat het slachtoffer meerderjarig is geworden. De duur van deze voldoende lange periode dient vastgesteld te worden overeenkomstig het nationaal recht. Rechtshandhavingsambtenaren en officieren van justitie moeten een passende opleiding krijgen, onder meer met het oog op bevordering van de internationale rechtshandhaving en justitiële samenwerking. De personen belast met het onderzoek naar en de vervolging van dergelijke strafbare feiten, moeten middelen ter beschikking hebben die bij de bestrijding van georganiseerde en andere zware criminaliteit worden gebruikt. Deze middelen kunnen bestaan uit het aftappen van communicatie, het — ook elektronisch — schaduwen van personen, het controleren van bankrekeningen en andere vormen van financieel onderzoek. |
(16) |
Om internationale criminele groepen die het centrum van hun activiteiten in een lidstaat hebben en die zich in derde landen aan mensenhandel schuldig maken doeltreffend te kunnen vervolgen, moet worden voorzien in rechtsmacht inzake het misdrijf van mensenhandel wanneer de dader onderdaan is van die lidstaat en het strafbare feit buiten het grondgebied van die lidstaat is gepleegd. Rechtsmacht kan tevens worden gevestigd wanneer de dader zijn vaste woon- of verblijfplaats heeft in een lidstaat, wanneer het slachtoffer onderdaan is van een lidstaat of er zijn vaste woon- of verblijfplaats heeft, of wanneer het strafbare feit is gepleegd ten voordele van een rechtspersoon die op het grondgebied van een lidstaat zijn zetel heeft, en het strafbare feit buiten het grondgebied van die lidstaat is gepleegd. |
(17) |
Terwijl Richtlijn 2004/81/EG voorziet in de afgifte van een verblijfstitel aan onderdanen van derde landen die het slachtoffer zijn van mensenhandel, en Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden (12) de uitoefening van het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten regelt voor de burgers van de Unie en hun familieleden, met inbegrip van bescherming tegen uitzetting, bevat deze richtlijn specifieke beschermende maatregelen voor alle slachtoffers van mensenhandel. Deze richtlijn heeft bijgevolg geen betrekking op de voorwaarden voor het verblijf van slachtoffers van mensenhandel op het grondgebied van de lidstaten. |
(18) |
Slachtoffers van mensenhandel moeten hun rechten effectief kunnen doen gelden. Daarom moeten zij voor, tijdens en gedurende een passende termijn na de strafprocedure bijstand en ondersteuning kunnen krijgen. De lidstaten moeten voorzien in middelen om bijstand aan, ondersteuning en bescherming van slachtoffers te verlenen. De bijstand en ondersteuning moeten ten minste een aantal maatregelen omvatten waardoor het slachtoffer kan herstellen en aan de mensenhandelaars kan ontsnappen. Bij de praktische toepassing van dergelijke maatregelen moet, op basis van een individuele beoordeling conform de nationale procedures, rekening gehouden worden met de omstandigheden, de culturele context en de behoeften van de betrokkene. Bijstand en ondersteuning moeten aan iemand worden verleend zodra er een op redelijke gronden gebaseerde aanwijzing is dat hij het slachtoffer is geworden van mensenhandel, ongeacht diens bereidheid om als getuige op te treden. Aan het verlenen van bijstand en ondersteuning aan slachtoffers die niet legaal op het grondgebied van de betrokken lidstaat verblijven mogen, ten minste tijdens de bedenktijd, geen voorwaarden worden verbonden. Indien na voltooiing van de identificatieprocedure of na het verstrijken van de bedenktijd het slachtoffer niet geacht wordt in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning of niet anderszins rechtmatig in het land verblijft, of indien het slachtoffer het grondgebied van de lidstaat heeft verlaten, is de betrokken lidstaat op grond van deze richtlijn niet verplicht bijstand en ondersteuning te blijven verlenen aan de betrokkene. Indien nodig, bijvoorbeeld wanneer medische behandeling plaatsvindt wegens de ernstige fysieke of psychologische gevolgen van het misdrijf, of wanneer de veiligheid van het slachtoffer in het geding is wegens diens in de strafprocedure afgelegde verklaringen, moet gedurende een passende periode na de beëindiging van de strafprocedure verder bijstand en ondersteuning worden verleend. |
(19) |
Kaderbesluit 2001/220/JBZ van de Raad van 15 maart 2001 inzake de status van het slachtoffer in de strafprocedure (13) stelt een aantal rechten van het slachtoffer in de strafprocedure vast, waaronder het recht op bescherming en schadevergoeding. Voorts dienen slachtoffers van mensenhandel onverwijld toegang te krijgen tot juridisch advies en, overeenkomstig de rol die het toepasselijke rechtsstelsel aan het slachtoffer toebedeelt, tot vertegenwoordiging in rechte, ook voor het vorderen van een schadevergoeding. Dit juridische advies en deze vertegenwoordiging zouden ook door de bevoegde instanties geleverd kunnen worden in het geval de schadevergoeding van de staat wordt gevorderd. Doel van het juridische advies is dat slachtoffers informatie en advies krijgen over de verschillende mogelijkheden waarover zij beschikken. Juridisch advies dient te worden verstrekt door iemand die een passende juridische opleiding heeft gekregen, maar dit hoeft niet noodzakelijk een jurist te zijn. Juridisch advies en, overeenkomstig de rol die het toepasselijke rechtsstelsel aan het slachtoffer toebedeelt, vertegenwoordiging in rechte moeten kosteloos zijn, in elk geval als het slachtoffer over onvoldoende financiële middelen beschikt, en conform de interne procedures van de lidstaten beschikbaar zijn. Aangezien met name minderjarige slachtoffers doorgaans niet over die middelen beschikken, zijn juridisch advies en vertegenwoordiging in rechte voor hen in de praktijk gratis. Voorts moet, op basis van een individuele risicoanalyse die wordt uitgevoerd conform de nationale procedures, het slachtoffer worden beschermd tegen vergelding en intimidatie, en ervoor worden behoed dat het opnieuw aan mensenhandel ten prooi valt. |
(20) |
Slachtoffers van mensenhandel die reeds hebben geleden onder het misbruik en de vernederende behandeling, zoals seksuele uitbuiting, seksueel misbruik, verkrachting, slavernijachtige praktijken of het wegnemen van organen, die gewoonlijk met mensenhandel gepaard gaan, moeten worden beschermd tegen secundaire victimisatie en bijkomende trauma’s tijdens de strafprocedure. Het onnodig herhalen van ondervragingen tijdens onderzoek, vervolging en proces moet worden voorkomen, door bijvoorbeeld in voorkomend geval ondervragingen zo spoedig mogelijk in de loop van de procedure op video op te nemen. Daartoe dienen slachtoffers van mensenhandel tijdens het strafonderzoek en de strafprocedure een behandeling te genieten die is aangepast aan hun individuele behoeften. Bij de analyse van hun individuele behoeften moeten factoren in aanmerking worden genomen als hun leeftijd, of zij zwanger zijn, hun gezondheidstoestand, eventuele handicaps en andere persoonlijke omstandigheden, alsook de fysieke en psychologische gevolgen van de criminele activiteit waarvan de betrokkene het slachtoffer is geweest. Over de vraag of en hoe de behandeling wordt verstrekt, moet per geval worden beslist aan de hand van criteria die in het nationaal recht zijn vastgelegd, en van regels die voortvloeien uit de rechterlijke beoordelingsvrijheid, de rechtspraktijk en rechterlijke richtsnoeren. |
(21) |
Bijstands- en ondersteuningsmaatregelen moeten op geïnformeerde wijze en in overleg met de slachtoffers worden verleend. De belangrijkste aspecten van deze maatregelen moeten derhalve ter kennis van de slachtoffers worden gebracht en de maatregelen mogen hen niet worden opgedrongen. Weigering van bijstand of ondersteuning door een slachtoffer mag niet tot gevolg hebben dat de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat ertoe worden verplicht te voorzien in alternatieve maatregelen voor het slachtoffer. |
(22) |
Naast algemene maatregelen ten behoeve van de slachtoffers van mensenhandel, moeten de lidstaten voorzien in bijstand, ondersteuning en bescherming voor minderjarige slachtoffers. Deze specifieke maatregelen dienen, conform het Verdrag van de Verenigde Naties van 1989 inzake de rechten van het kind, in het belang van het kind te worden getroffen. Indien de leeftijd van een slachtoffer van mensenhandel niet zeker is en er redenen zijn om aan te nemen dat deze leeftijd minder is dan 18 jaar, moet het slachtoffer als minderjarig worden beschouwd en onmiddellijk bijstand, ondersteuning en bescherming krijgen. Bijstands- en ondersteuningsmaatregelen voor minderjarige slachtoffers moeten gericht zijn op hun fysieke en psychosociale herstel en op een duurzame oplossing voor de betrokkene. Toegang tot onderwijs zal de maatschappelijke integratie van de minderjarige bevorderen. Omdat minderjarige slachtoffers van mensenhandel bijzonder kwetsbaar zijn, moeten aanvullende beschermingsmaatregelen beschikbaar zijn om hen te beschermen tijdens ondervragingen in het kader van het strafonderzoek en de strafprocedure. |
(23) |
Bijzondere aandacht dient uit te gaan naar niet-begeleide minderjarige slachtoffers van mensenhandel, aangezien zij zich in een erg kwetsbare situatie bevinden en derhalve specifieke bijstand en ondersteuning behoeven. Vanaf het ogenblik dat een niet-begeleid minderjarig slachtoffer van mensenhandel wordt geïdentificeerd en totdat er een duurzame oplossing wordt gevonden, moeten de lidstaten voorzien in opvangmaatregelen die aan de behoeften van de minderjarige beantwoorden, en moeten zij ervoor zorgen dat de toepasselijke procedurele waarborgen worden toegepast. De nodige maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat in voorkomend geval een voogd en/of een vertegenwoordiger voor de minderjarige worden/wordt aangesteld, teneinde diens belangen te vrijwaren. Er dient zo spoedig mogelijk een beslissing over de toekomst van elk niet-begeleid minderjarig slachtoffer te worden genomen met het oog op een duurzame oplossing op basis van een individuele beoordeling waarin de belangen van het kind moeten vooropstaan. Duurzame oplossingen zijn onder meer terugkeer en re-integratie in het land van herkomst of van terugkeer, integratie in het gastland, het verlenen van een internationale-beschermingsstatus of het verlenen van een andere status overeenkomstig het nationaal recht van de lidstaten. |
(24) |
Indien er, overeenkomstig deze richtlijn, een voogd en/of een vertegenwoordiger voor het kind moet worden aangesteld, mogen deze functies door dezelfde persoon of door een rechtspersoon, een instelling of een instantie worden uitgeoefend. |
(25) |
De lidstaten moeten een beleid ontwikkelen en/of hun beleid versterken om mensenhandel te voorkomen, onder meer met maatregelen om de vraag, die de voedingsbodem is voor alle vormen van uitbuiting, te ontmoedigen en te doen afnemen en maatregelen om het risico dat mensen het slachtoffer worden van mensenhandel te verminderen, door middel van onderzoek, inclusief onderzoek naar nieuwe vormen van mensenhandel, informatie, bewustwording en educatie. De lidstaten moeten bij dergelijke initiatieven oog hebben voor genderkwesties en de rechten van het kind. Functionarissen die mogelijk in contact komen met slachtoffers of potentiële slachtoffers van mensenhandel, moeten een passende opleiding krijgen om dergelijke slachtoffers te herkennen en met hen om te gaan. Deze opleidingsverplichting moet worden aangemoedigd voor leden van de onderstaande categorieën die met slachtoffers in contact kunnen komen: politiefunctionarissen, grenswachten, immigratiefunctionarissen, officieren van justitie, advocaten, leden van de rechterlijke macht en gerechtsfunctionarissen, arbeidsinspecteurs, sociale, kinder- en gezondheidswerkers en consulair personeel, maar ook, afhankelijk van lokale omstandigheden, voor andere groepen overheidspersoneel die bij de uitoefening van hun taak in contact kunnen komen met slachtoffers van mensenhandel. |
(26) |
In Richtlijn 2009/52/EG zijn sancties vastgesteld voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen die, zonder te zijn verdacht van of veroordeeld wegens mensenhandel, werk of diensten laten verrichten door een persoon van wie zij weten dat hij het slachtoffer van mensenhandel is. De lidstaten dienen daarnaast de mogelijkheid te overwegen sancties op te leggen aan eenieder die diensten, van welke aard ook, laat verrichten door iemand in de wetenschap dat deze persoon het slachtoffer van mensenhandel is. Deze ruimere strafbaarstelling zou ook kunnen gelden voor het gedrag van werkgevers van legaal verblijvende onderdanen van derde landen en burgers van de Unie, en voor de gebruikers van seksuele diensten van een slachtoffer van mensenhandel, ongeacht hun nationaliteit. |
(27) |
De lidstaten moeten, op de wijze die volgens hen het best beantwoordt aan hun interne organisatie, bijvoorbeeld door een nationaal rapporteur aan te stellen of een mechanisme van soortgelijke strekking in te stellen, voorzien in een nationaal controlesysteem met een minimale structuur voor het vervullen van een aantal omschreven taken, dat ten doel heeft tendensen op het gebied van mensenhandel te monitoren, statistieken te verzamelen, de resultaten van maatregelen ter bestrijding van mensenhandel te meten, en regelmatig te rapporteren. Dergelijke nationale rapporteurs of mechanismen van soortgelijke strekking zijn reeds vertegenwoordigd in een informeel EU-netwerk dat met de Raadsconclusies inzake de oprichting van een informeel EU-netwerk van nationale rapporteurs of gelijkwaardige mechanismen ter bestrijding van mensenhandel van 4 juni 2009 is ingesteld. Een coördinator voor de bestrijding van mensenhandel neemt deel aan de werkzaamheden van dit netwerk dat de Unie en de lidstaten voorziet van objectieve, betrouwbare, vergelijkbare en actuele strategische gegevens inzake mensenhandel en waarin ervaringen en beste praktijken voor het voorkomen en bestrijden van mensenhandel op het niveau van de Unie worden uitgewisseld. Het Europees Parlement moet kunnen deelnemen aan de gezamenlijke activiteiten van de nationale rapporteurs of de mechanismen van soortgelijke strekking. |
(28) |
Ter beoordeling van de resultaten van maatregelen ter bestrijding van mensenhandel moet de Unie werk blijven maken van methodologieën en gegevensverzamelingsmethoden om vergelijkbare statistieken op te stellen. |
(29) |
In het licht van het programma van Stockholm en met het oog op de ontwikkeling van een geconsolideerde Uniestrategie tegen mensenhandel die ten doel heeft de inzet en de inspanningen van de Unie en de lidstaten ter voorkoming en bestrijding van deze handel verder te versterken, moeten de lidstaten de taken van de coördinator van de Unie voor de bestrijding van mensenhandel vergemakkelijken, zoals daar zijn het verbeteren van de coördinatie en samenhang tussen de instellingen en agentschappen/bureaus van de Unie en tussen de lidstaten en internationale actoren, het voorkomen van dubbel werk, bijdragen aan de uitwerking van bestaande of nieuwe beleidsmaatregelen en strategieën van de Unie die van belang zijn voor de bestrijding van mensenhandel of het rapporteren aan instellingen van de Unie. |
(30) |
Deze richtlijn beoogt de bepalingen van Kaderbesluit 2002/629/JBZ te wijzigen en uit te breiden. Aangezien de aan te brengen wijzigingen talrijk en ingrijpend zijn, dient het kaderbesluit, met het oog op duidelijkheid, volledig te worden vervangen voor wat de lidstaten die deelnemen aan de vaststelling van deze richtlijn betreft. |
(31) |
Overeenkomstig punt 34 van het Interinstitutioneel Akkoord „Beter wetgeven” (14) worden de lidstaten ertoe aangespoord voor zichzelf en in het belang van de Unie hun eigen tabellen op te stellen, die voor zover mogelijk het verband weergeven tussen de richtlijnen en de omzettingsmaatregelen, en deze openbaar te maken. |
(32) |
Aangezien de doelstelling van deze richtlijn, te weten de bestrijding van mensenhandel, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang en effecten van de maatregelen beter op het niveau van de Unie kan worden bereikt, kan de Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om die doelstelling te verwezenlijken. |
(33) |
Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en is in overeenstemming met de beginselen die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend, inzonderheid de menselijke waardigheid, het verbod van slavernij, dwangarbeid en mensenhandel, het verbod van folteringen en van onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen, de rechten van het kind, het recht op vrijheid en veiligheid, de vrijheid van meningsuiting en van informatie, de bescherming van persoonsgegevens, het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht en het legaliteitsbeginsel en evenredigheidsbeginsel inzake delicten en straffen. Deze richtlijn beoogt in het bijzonder de onverkorte eerbiediging van deze rechten en beginselen te waarborgen en moet dienovereenkomstig worden uitgevoerd. |
(34) |
Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, heeft Ierland te kennen gegeven dat het aan de vaststelling en toepassing van deze richtlijn wenst deel te nemen. |
(35) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, neemt het Verenigd Koninkrijk niet deel aan de vaststelling van deze richtlijn, die derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing is in deze lidstaat. |
(36) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze richtlijn, die derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing is in deze lidstaat, |
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Onderwerp
Deze richtlijn stelt minimumregels vast betreffende de omschrijving van strafbare feiten en straffen op het gebied van mensenhandel. Zij voert tevens gemeenschappelijke bepalingen in die de voorkoming van dit misdrijf en de bescherming van de slachtoffers verbeteren, met inachtneming van het genderperspectief.
Artikel 2
Strafbare feiten op het gebied van mensenhandel
1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de hierna volgende opzettelijke gedragingen strafbaar te stellen:
het werven, vervoeren, overbrengen, huisvesten of opnemen van personen, daaronder begrepen de wisseling of overdracht van de controle over deze personen, door dreiging met of gebruik van geweld of andere vormen van dwang, door ontvoering, bedrog, misleiding, machtsmisbruik of misbruik van een kwetsbare positie of het verstrekken of in ontvangst nemen van betalingen of voordelen, teneinde de instemming van een persoon te verkrijgen die controle heeft over een andere persoon, ten behoeve van uitbuiting.
2. Met een kwetsbare positie wordt een situatie bedoeld waarin de betrokkene geen andere werkelijke of aanvaardbare keuze heeft dan het misbruik te ondergaan.
3. Uitbuiting omvat ten minste uitbuiting van prostitutie van anderen, andere vormen van seksuele uitbuiting, gedwongen arbeid of dienstverlening — bedelarij daaronder begrepen — slavernij en met slavernij vergelijkbare praktijken, dienstbaarheid, uitbuiting van strafbare activiteiten, en de verwijdering van organen.
4. De instemming van een slachtoffer van mensenhandel met de beoogde of daadwerkelijke uitbuiting is irrelevant indien een van de in lid 1 genoemde middelen is gebruikt.
5. De in lid 1 bedoelde handelingen die betrekking hebben op een kind zijn strafbaar als mensenhandel, ook al is geen van de in lid 1 genoemde middelen gebruikt.
6. Voor de toepassing van deze richtlijn betekent „kind” of „minderjarige” elke persoon beneden de leeftijd van 18 jaar.
Artikel 3
Uitlokking, hulp en aanzetting, en poging
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de uitlokking van, de hulp bij en de aanzetting tot of de poging tot een in artikel 2 bedoeld feit strafbaar worden gesteld.
Artikel 4
Sancties
1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat op de in artikel 2 bedoelde strafbare feiten een maximumgevangenisstraf van ten minste vijf jaar wordt gesteld.
2. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat een maximumgevangenisstraf van ten minste tien jaar wordt gesteld op de in artikel 2 bedoelde strafbare feiten indien dit strafbare feit:
a) |
is gepleegd tegen een bijzonder kwetsbaar slachtoffer, waaronder in deze richtlijn ten minste slachtoffers die kind zijn wordt verstaan; |
b) |
is gepleegd in het kader van een criminele organisatie in de zin van Kaderbesluit 2008/841/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit (15); |
c) |
het leven van het slachtoffer opzettelijk of door grove nalatigheid in gevaar heeft gebracht, of |
d) |
gepaard is gegaan met ernstige geweldpleging of het slachtoffer zeer ernstig letsel heeft toegebracht. |
3. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat het als verzwarende omstandigheid wordt beschouwd wanneer de in artikel 2 bedoelde strafbare feiten door ambtenaren in de uitoefening van hun functie zijn gepleegd.
4. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat op de in artikel 3 bedoelde strafbare feiten doeltreffende, evenredige en afschrikkende strafrechtelijke sancties worden gesteld, die kunnen leiden tot overlevering.
Artikel 5
Aansprakelijkheid van rechtspersonen
1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat een rechtspersoon aansprakelijk kan worden gesteld voor de in de artikelen 2 en 3 bedoelde strafbare feiten, te zijnen voordele gepleegd door een persoon die individueel of als deel van een orgaan van de rechtspersoon optreedt en bij de rechtspersoon een leidende positie heeft, die gebaseerd is op:
a) |
de bevoegdheid om de rechtspersoon te vertegenwoordigen; |
b) |
de bevoegdheid om namens de rechtspersoon beslissingen te nemen, of |
c) |
de bevoegdheid om bij de rechtspersoon toezicht uit te oefenen. |
2. De lidstaten zorgen er eveneens voor dat een rechtspersoon aansprakelijk kan worden gesteld wanneer als gevolg van gebrekkig toezicht of gebrekkige controle door een in lid 1 bedoelde persoon strafbare feiten zoals bedoeld in de artikelen 2 en 3 konden worden gepleegd ten voordele van die rechtspersoon door een persoon die onder diens gezag staat.
3. De aansprakelijkheid van de rechtspersoon krachtens de leden 1 en 2 sluit strafvervolging tegen de natuurlijke personen die dader of uitlokker zijn van, dan wel medeplichtig zijn aan de in de artikelen 2 en 3 bedoelde strafbare feiten, niet uit.
4. In deze richtlijn wordt onder „rechtspersoon” verstaan, ieder lichaam dat krachtens het toepasselijke recht rechtspersoonlijkheid bezit, met uitzondering van staten en andere overheidslichamen in de uitoefening van het openbaar gezag, en publiekrechtelijke internationale organisaties.
Artikel 6
Sancties tegen rechtspersonen
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat tegen een rechtspersoon die volgens artikel 5, leden 1 of 2, aansprakelijk is gesteld, doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties kunnen worden getroffen; deze sancties omvatten al dan niet strafrechtelijke geldboetes en kunnen andere maatregelen omvatten, zoals:
a) |
uitsluiting van door de overheid verleende voordelen of steun; |
b) |
een tijdelijk of permanent verbod op het uitoefenen van commerciële activiteiten; |
c) |
plaatsing onder toezicht van de rechter; |
d) |
gerechtelijke ontbinding; |
e) |
tijdelijke of permanente sluiting van vestigingen die zijn gebruikt voor het plegen van het strafbare feit. |
Artikel 7
Inbeslagneming en confiscatie
De lidstaten nemen de nodige maatregelen opdat hun bevoegde autoriteiten hulpmiddelen en opbrengsten van strafbare feiten als bedoeld in de artikelen 2 en 3 in beslag kunnen nemen en kunnen confisqueren.
Artikel 8
Niet-vervolging of niet-bestraffing van het slachtoffer
De lidstaten nemen, in overeenstemming met de grondbeginselen van hun rechtsorde, de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de bevoegde nationale autoriteiten gerechtigd zijn slachtoffers van mensenhandel niet te vervolgen of te bestraffen wegens gedwongen betrokkenheid bij criminele activiteiten die een rechtstreeks gevolg is van een van de in artikel 2 bedoelde, jegens hen gepleegde handelingen.
Artikel 9
Onderzoek en vervolging
1. De lidstaten zorgen ervoor dat het onderzoek naar of de vervolging van in de artikelen 2 en 3 bedoelde strafbare feiten niet afhankelijk is van de door een slachtoffer gedane aangifte of ingediende klacht, en dat de strafprocedure kan worden voortgezet zelfs indien het slachtoffer zijn verklaring intrekt.
2. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat, in de gevallen waarin de aard van de feiten het vereist, de vervolging van een in de artikelen 2 en 3 bedoeld strafbaar feit lang genoeg nadat het slachtoffer meerderjarig is geworden, kan worden ingesteld.
3. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de personen, eenheden of diensten die belast zijn met het onderzoek naar of de vervolging van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde strafbare feiten, de hiertoe vereiste opleiding krijgen.
4. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat personen, eenheden en diensten die zijn belast met het onderzoek of de vervolging betreffende de in de artikelen 2 en 3 bedoelde strafbare feiten, beschikken over doeltreffende recherchemiddelen, zoals die welke ter zake van georganiseerde en andere zware criminaliteit worden gebruikt.
Artikel 10
Rechtsmacht
1. Een lidstaat neemt de nodige maatregelen om te voorzien in zijn rechtsmacht ten aanzien van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde strafbare feiten die:
a) |
geheel of gedeeltelijk op zijn grondgebied zijn gepleegd, of |
b) |
zijn gepleegd door een eigen onderdaan. |
2. Een lidstaat stelt de Commissie in kennis van zijn besluit om zijn rechtsmacht tevens te vestigen over strafbare feiten in de zin van de artikelen 2 en 3 die buiten zijn grondgebied zijn gepleegd, onder meer indien het strafbare feit is gepleegd:
a) |
tegen een van zijn onderdanen of tegen een persoon die zijn vaste woon- of verblijfplaats heeft op het grondgebied van die lidstaat; |
b) |
ten voordele van een rechtspersoon die op zijn grondgebied is gevestigd, of |
c) |
door iemand die zijn vaste woon- of verblijfplaats op zijn grondgebied heeft. |
3. Iedere lidstaat moet in de in lid 1, onder b), bedoelde gevallen, en kan in de in lid 2 genoemde gevallen de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat, met het oog op de vervolging van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde strafbare feiten die buiten zijn grondgebied zijn gepleegd, aan zijn rechtsmacht niet een van de volgende voorwaarden is verbonden:
a) |
de feiten zijn strafbaar op de plaats waar zij zijn gepleegd, of |
b) |
vervolging kan slechts worden ingesteld indien het slachtoffer aangifte heeft gedaan op de plaats waar het strafbare feit is gepleegd of na een aanklacht door de staat waar het strafbare feit is gepleegd. |
Artikel 11
Bijstaan en ondersteunen van slachtoffers van mensenhandel
1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat slachtoffers gedurende een passende periode vóór, tijdens en na de strafprocedure van bijstand en ondersteuning worden voorzien en aldus hun rechten kunnen uitoefenen zoals bepaald in Kaderbesluit 2001/220/JBZ, en in deze richtlijn.
2. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteiten die een op redelijke gronden gebaseerde aanwijzing hebben dat iemand het slachtoffer zou kunnen zijn geworden van een van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde strafbare feiten, de betrokkene terstond bijstand en ondersteuning verlenen.
3. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de verlening van bijstand en ondersteuning aan een slachtoffer niet afhangen van diens bereidheid om mee te werken aan het strafrechtelijk onderzoek, de vervolging of het proces, onverminderd Richtlijn 2004/81/EG of soortgelijke nationale voorschriften.
4. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om te voorzien in gepaste mechanismen die het mogelijk maken om, in samenwerking met relevante hulpverleningsorganisaties, slachtoffers vroegtijdig te identificeren, bij te staan en te steunen.
5. De in de leden 1 en 2 bedoelde bijstand en ondersteuning wordt op geïnformeerde wijze en in overleg verleend en behelst ten minste een levensstandaard die de slachtoffers in staat stelt in hun onderhoud te voorzien via maatregelen als een geschikte en veilige opvang en materiële bijstand, alsmede de noodzakelijke medische behandelingen, waaronder psychologische bijstand, advies en informatie, en indien nodig vertaling en vertolking.
6. De in lid 5 bedoelde informatie behelst in voorkomend geval informatie over bedenk- en hersteltijd overeenkomstig Richtlijn 2004/81/EG, en informatie over de mogelijke verlening van internationale bescherming overeenkomstig Richtlijn 2004/83/EG van de Raad van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming (16) en Richtlijn 2005/85/EG van de Raad van 1 december 2005 betreffende minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus (17), of overeenkomstig internationale instrumenten of andere soortgelijke nationale voorschriften.
7. De lidstaten hebben aandacht voor de belangen van slachtoffers met specifieke behoeften, met name waar deze behoeften voortkomen uit een eventuele zwangerschap, hun gezondheidstoestand, een handicap, een geestesstoornis of psychische aandoening die zij hebben, of als gevolg van ernstige vormen van psychisch, fysiek of seksueel geweld die zij hebben ondergaan.
Artikel 12
Bescherming van slachtoffers van mensenhandel tijdens het strafonderzoek en de strafprocedure
1. De in dit artikel bedoelde beschermingsmaatregelen zijn onverminderd de in Kaderbesluit 2001/220/JBZ vastgestelde rechten van toepassing.
2. De lidstaten zorgen ervoor dat slachtoffers van mensenhandel onverwijld toegang hebben tot juridisch advies en, overeenkomstig de rol die hun rechtsstelsel aan het slachtoffer toebedeelt, tot vertegenwoordiging in rechte, ook voor het instellen van een schadevordering. Juridisch advies en vertegenwoordiging in rechte moeten kosteloos zijn als het slachtoffer over onvoldoende financiële middelen beschikt.
3. De lidstaten zorgen ervoor dat het slachtoffer van mensenhandel op basis van een individuele risicoanalyse de nodige bescherming krijgt, onder meer, in voorkomend geval en in overeenstemming met de nationale rechts- en procedurele criteria, door toegang tot een getuigenbeschermingsprogramma of soortgelijke maatregelen.
4. Onverminderd de rechten van de verdediging zorgen de lidstaten ervoor dat het slachtoffer van mensenhandel, na een individuele beoordeling van zijn persoonlijke situatie door de bevoegde autoriteiten, een specifieke behandeling geniet die erop is gericht secundaire victimisatie te voorkomen door, voor zover mogelijk en in overeenstemming met nationale rechtscriteria en met regels die zijn ontleend aan de rechterlijke beoordelingsvrijheid, de rechtspraktijk en rechterlijke richtsnoeren, te vermijden dat:
a) |
ondervragingen onnodig worden herhaald tijdens het onderzoek, de vervolging en het proces; |
b) |
visueel contact plaatsvindt tussen slachtoffers en verdachten, waaronder tijdens het optreden als getuige, bijvoorbeeld bij ondervraging en kruisverhoor, en daartoe gebruik te maken van passende middelen, waaronder adequate communicatietechnologie; |
c) |
het optreden als getuige tijdens de openbare zitting plaatsvindt, alsmede |
d) |
nodeloze vragen over het privéleven worden gesteld. |
Artikel 13
Algemene bepalingen inzake bijstand, ondersteuning en bescherming ten behoeve van minderjarige slachtoffers van mensenhandel
1. Het minderjarige slachtoffer wordt voorzien van bijstand, ondersteuning en bescherming. Bij de toepassing van deze richtlijn staan de belangen van het kind voorop.
2. De lidstaten zorgen ervoor dat, indien de leeftijd van een slachtoffer van mensenhandel niet zeker is en er redenen zijn om aan te nemen dat het om een kind gaat, het slachtoffer als een kind wordt aangemerkt en onmiddellijk toegang krijgt tot bijstand, ondersteuning en bescherming overeenkomstig de artikelen 14 en 15.
Artikel 14
Bijstaan en ondersteunen van minderjarige slachtoffers
1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de specifieke acties die worden ondernomen om minderjarige slachtoffers van mensenhandel op korte en lange termijn bij te staan en te steunen bij hun fysieke en psychosociale herstel, worden ondernomen op basis van een individuele beoordeling van hun situatie in elk afzonderlijk geval, naar behoren rekening houdend met hun meningen, behoeften en belangen, teneinde tot een duurzame oplossing voor het kind te komen. Binnen een redelijke termijn bieden de lidstaten, in overeenstemming met het nationale recht, toegang tot onderwijs aan minderjarige slachtoffers en kinderen van slachtoffers die overeenkomstig artikel 11 bijstand en ondersteuning genieten.
2. De lidstaten wijzen een voogd of een vertegenwoordiger voor het minderjarige slachtoffer van mensenhandel aan vanaf het moment dat de minderjarige is geïdentificeerd door de autoriteiten, indien volgens het nationale recht de dragers van de ouderlijke verantwoordelijkheid de belangen van het minderjarige slachtoffer niet kunnen behartigen en/of het niet kunnen vertegenwoordigen wegens een belangenconflict tussen hen en het minderjarige slachtoffer.
3. De lidstaten nemen, indien passend en mogelijk, maatregelen om bijstand en ondersteuning te verlenen aan de op hun grondgebied verblijvende gezinsleden van het minderjarige slachtoffer van mensenhandel. In het bijzonder passen de lidstaten, wanneer dit passend en mogelijk is, artikel 4 van Kaderbesluit 2001/220/JBZ toe op het gezin.
4. Dit artikel geldt onverminderd het bepaalde in artikel 11.
Artikel 15
Bescherming van minderjarige slachtoffers van mensenhandel tijdens het strafonderzoek en de strafprocedure
1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat, overeenkomstig de rol die in hun rechtsstelsel aan het slachtoffer wordt toebedeeld, de bevoegde autoriteiten een vertegenwoordiger in het strafonderzoek en de strafprocedure aanstellen voor een kind dat het slachtoffer is van mensenhandel, indien volgens het nationale recht de dragers van de ouderlijke verantwoordelijkheid het minderjarige slachtoffer niet mogen vertegenwoordigen wegens een belangenconflict tussen hen en het minderjarige slachtoffer.
2. De lidstaten zorgen ervoor, overeenkomstig de rol die in hun rechtsstelsel aan het slachtoffer wordt toebedeeld, dat minderjarige slachtoffers onverwijld toegang hebben tot kosteloos juridisch advies en tot kosteloze vertegenwoordiging in rechte, ook voor het instellen van een schadevordering, tenzij zij over voldoende financiële middelen beschikken.
3. Onverminderd de rechten van de verdediging nemen de lidstaten de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat in het strafonderzoek en in de strafprocedure betreffende een van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde strafbare feiten:
a) |
het minderjarige slachtoffer zonder onnodige vertraging wordt ondervraagd nadat de feiten bij de bevoegde autoriteiten zijn gemeld; |
b) |
het minderjarige slachtoffer, indien nodig, wordt ondervraagd in een daarvoor ontworpen of aangepaste ruimte; |
c) |
het minderjarige slachtoffer, indien nodig, wordt ondervraagd door of via personen die daarvoor professioneel zijn opgeleid; |
d) |
indien mogelijk en passend, het minderjarige slachtoffer steeds door dezelfde personen wordt ondervraagd; |
e) |
het aantal ondervragingen zo beperkt mogelijk wordt gehouden, en ondervraging alleen plaatsvindt als dat strikt noodzakelijk is voor het strafonderzoek en de strafprocedure; |
f) |
het minderjarige slachtoffer steeds vergezeld mag worden door een vertegenwoordiger of, in voorkomend geval, een volwassene naar keuze van de minderjarige, tenzij met betrekking tot die persoon een gemotiveerde beslissing in tegengestelde zin is genomen. |
4. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat in elk strafonderzoek betreffende een van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde strafbare feiten, van elke ondervraging van het minderjarige slachtoffer of, in voorkomend geval, van een minderjarige getuige video-opnamen kunnen worden gemaakt, die overeenkomstig het nationale recht van de betrokken lidstaat in de strafprocedure als bewijs kunnen worden aanvaard.
5. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat in elke strafprocedure over een van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde strafbare feiten, de mogelijkheid bestaat dat:
a) |
de zitting achter gesloten deuren plaatsvindt, alsmede |
b) |
het minderjarige slachtoffer in de rechtszaal kan worden gehoord zonder daar aanwezig te zijn, met name door middel van geschikte communicatietechnologieën. |
6. Dit artikel is van toepassing onverminderd het bepaalde in artikel 12.
Artikel 16
Bijstand, ondersteuning en bescherming van niet-begeleide minderjarige slachtoffers van mensenhandel
1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen opdat in de specifieke handelingen voor bijstand en ondersteuning van minderjarige slachtoffers van mensenhandel als bedoeld in artikel 14, lid 1, terdege rekening wordt gehouden met de persoonlijke en bijzondere situatie van het niet-begeleide minderjarige slachtoffer.
2. De lidstaten nemen de nodige maatregelen met het oog op het vinden van een duurzame oplossing op basis van een individuele beoordeling van de belangen van de minderjarige.
3. De lidstaten nemen de nodige maatregelen opdat in voorkomend geval een voogd voor de niet-begeleide minderjarige slachtoffers van mensenhandel wordt aangewezen.
4. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat tijdens het strafonderzoek en de strafprocedure, overeenkomstig de rol die in hun rechtsstelsel aan het slachtoffer wordt toebedeeld, de bevoegde autoriteiten een vertegenwoordiger aanwijzen ingeval de minderjarige niet begeleid is of van zijn familie is gescheiden.
5. Dit artikel is van toepassing onverminderd het bepaalde in de artikelen 14 en 15.
Artikel 17
Schadevergoeding van slachtoffers
De lidstaten zorgen ervoor dat slachtoffers van mensenhandel toegang hebben tot bestaande regelingen voor de schadevergoeding van slachtoffers van opzettelijke geweldmisdrijven.
Artikel 18
Preventie
1. De lidstaten voorzien in passende maatregelen, zoals onderwijs en opleiding, om de vraag die de voedingsbodem is voor alle vormen van uitbuiting in verband met mensenhandel, te ontmoedigen en te doen afnemen.
2. De lidstaten treffen passende maatregelen, onder meer via het internet, zoals het opzetten, in voorkomend geval in samenwerking met betrokken organisaties uit het maatschappelijk middenveld en andere betrokken actoren, van informatie- en bewustwordingscampagnes en onderzoeks- en opleidingsprogramma’s om het bewustzijn te vergroten en mensen, met name kinderen, te behoeden voor het gevaar dat zij het slachtoffer worden van mensenhandel.
3. De lidstaten bevorderen regelmatige opleiding voor functionarissen, waaronder eerstelijnspolitieagenten, die mogelijk in contact komen met slachtoffers en potentiële slachtoffers van mensenhandel; deze opleiding moet hen in staat stellen slachtoffers en potentiële slachtoffers van mensenhandel te herkennen en met hen om te gaan.
4. Om het voorkomen en bestrijden van mensenhandel doeltreffender te maken door de vraag ernaar te ontmoedigen, overwegen de lidstaten maatregelen te nemen houdende strafbaarstelling van het gebruikmaken van diensten die het voorwerp zijn van uitbuiting in de zin van artikel 2, in de wetenschap dat de betrokkene het slachtoffer is van een in artikel 2 bedoeld strafbaar feit.
Artikel 19
Nationale rapporteurs en soortgelijke mechanismen
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om een nationale rapporteur aan te stellen of in een mechanisme van soortgelijke strekking te voorzien. De taken van de rapporteur en deze mechanismes omvatten het monitoren van tendensen inzake mensenhandel, het meten van de resultaten van bestrijdingsmaatregelen, onder meer door statistieken te verzamelen in nauwe samenwerking met relevante organisaties uit het maatschappelijk middenveld die op dit gebied actief zijn, en rapportering.
Artikel 20
Coördinatie van de strategie van de Unie tegen mensenhandel
Teneinde bij te dragen tot een gecoördineerde en geconsolideerde strategie van de Unie tegen mensenhandel, vergemakkelijken de lidstaten de taken van een coördinator voor de bestrijding van mensenhandel (ATC). Meer bepaald verstrekken de lidstaten de ATC de in artikel 19 bedoelde informatie, op basis waarvan de ATC bijdraagt aan tweejaarlijkse rapportering door de Commissie over de vorderingen in de strijd tegen mensenhandel.
Artikel 21
Vervanging van Kaderbesluit 2002/629/JBZ
Kaderbesluit 2002/629/JBZ inzake bestrijding van mensenhandel wordt vervangen voor lidstaten die aan de aanneming van deze richtlijn deelnemen, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten wat betreft de termijn voor de omzetting van het Kaderbesluit in nationaal recht.
Voor lidstaten die aan de aanneming van deze richtlijn deelnemen, gelden verwijzingen naar Kaderbesluit 2002/629/JBZ als verwijzingen naar deze richtlijn.
Artikel 22
Omzetting
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 6 april 2013 aan deze richtlijn te voldoen.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst mee van de bepalingen waarmee zij hun verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn in intern recht omzetten.
3. Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
Artikel 23
Rapportering
1. De Commissie dient uiterlijk op 6 april 2015 een rapport in bij het Europees Parlement en de Raad waarin wordt beoordeeld in hoeverre de lidstaten de nodige maatregelen hebben genomen om aan deze richtlijn te voldoen en waarin tevens de op grond van artikel 18, lid 4, genomen maatregelen worden beschreven; dit verslag gaat indien nodig vergezeld van wetgevingsvoorstellen.
2. De Commissie dient uiterlijk op 6 april 2016 een rapport in bij het Europees Parlement en de Raad waarin wordt beoordeeld in welke mate bestaande nationale wetgeving houdende strafbaarstelling van het gebruik van diensten die het voorwerp zijn van uitbuiting van mensenhandel, een impact heeft op het voorkomen van mensenhandel; dit verslag gaat indien nodig vergezeld van passende voorstellen.
Artikel 24
Inwerkingtreding
Deze richtlijn treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 25
Adressaten
Deze richtlijn is overeenkomstig de Verdragen gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Straatsburg, 5 april 2011.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
J. BUZEK
Voor de Raad
De voorzitster
GYŐRI E.
(1) Advies van 21 oktober 2010 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) Standpunt van het Europees Parlement van 14 december 2010 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 21 maart 2011.
(3) PB L 203 van 1.8.2002, blz. 1.
(4) PB C 311 van 9.12.2005, blz. 1.
(5) PB C 115 van 4.5.2010, blz. 1.
(6) PB L 328 van 15.12.2009, blz. 42.
(7) PB L 261 van 6.8.2004, blz. 19.
(8) PB L 168 van 30.6.2009, blz. 24.
(9) PB L 190 van 18.7.2002, blz. 1.
(10) PB L 182 van 5.7.2001, blz. 1.
(11) PB L 68 van 15.3.2005, blz. 49.
(12) PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77.
(13) PB L 82 van 22.3.2001, blz. 1.
(14) PB C 321 van 31.12.2003, blz. 1.
(15) PB L 300 van 11.11.2008, blz. 42.
(16) PB L 304 van 30.9.2004, blz. 12.
(17) PB L 326 van 13.12.2005, blz. 13.
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
15.4.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 101/12 |
VERORDENING (EU) Nr. 366/2011 VAN DE COMMISSIE
van 14 april 2011
tot wijziging van bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach), wat betreft acrylamide
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (1), en met name op artikel 131,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Acrylamide is ingedeeld als een kankerverwekkende (categorie 1B) en mutagene stof (categorie 1B). De risico’s van deze stof werden beoordeeld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad van 23 maart 1993 inzake de beoordeling en de beperking van de risico’s van bestaande stoffen (2). |
(2) |
Uit de resultaten van de Europese risicobeoordeling bleek het noodzakelijk de risico’s voor het aquatisch compartiment als gevolg van het gebruik van voegmiddelen op basis van acrylamide bij toepassingen in de bouw te beperken, en ook de risico’s voor andere organismen bij indirecte blootstelling via verontreinigd water dat afkomstig is van dezelfde toepassing. Verder werd bezorgdheid geuit voor de werknemers en personen die via het milieu aan acrylamide werden blootgesteld gezien de kankerverwekkende en mutagene eigenschappen en de neurotoxiciteit en voortplantingstoxiciteit ervan door blootstelling ten gevolge van het gebruik van voegmiddelen op basis van acrylamide op grote en kleine schaal. |
(3) |
In Aanbeveling 2004/394/EG van de Commissie van 29 april 2004 inzake de resultaten van de risicobeoordeling en de strategieën ter beperking van de risico’s voor de stoffen: acetonitril; acrylamide; acrylonitril; acrylzuur; butadieen; waterstoffluoride; waterstofperoxide; methacrylzuur; methylmethacrylaat; tolueen; trichloorbenzeen (3), die in het kader van Verordening (EEG) nr. 793/93 is goedgekeurd, wordt voor het gebruik van acrylamide in voegmiddelen voor toepassingen op grote en kleine schaal aanbevolen om op niveau van de Unie te overwegen om beperkingen op te nemen voor het op de markt brengen en het gebruik in Richtlijn 76/769/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (4). |
(4) |
Zoals vermeld in Aanbeveling 2004/394/EG wordt de grenswaarde van 0,1 % acrylamide vastgesteld zodat ook andere mogelijke bronnen van vrij acrylamide bij het voegen, zoals N-methylolacrylamide, eronder vallen. |
(5) |
Om de gezondheid van de mens en het milieu te beschermen, blijkt het bijgevolg noodzakelijk om het op de markt brengen en het gebruik van acrylamide in voegmiddelen en voor alle voegwerk te beperken. |
(6) |
Overeenkomstig de bepalingen over overgangsmaatregelen in artikel 137, lid 1, onder a), van Reach is het noodzakelijk om bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 te wijzigen. |
(7) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 133 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 ingestelde comité, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 wordt overeenkomstig de bijlage bij deze verordening gewijzigd.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 14 april 2011.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1.
(2) PB L 84 van 5.4.1993, blz. 1.
(3) PB L 144 van 30.4.2004, blz. 72.
(4) PB L 262 van 27.9.1976, blz. 201.
BIJLAGE
In de tabel van bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 wordt het volgende punt 60 toegevoegd:
|
Mag na 5 november 2012 niet in de handel worden gebracht of worden gebruikt als stof of bestanddeel van mengsels in een concentratie van 0,1 gewichtsprocent of meer voor voegwerk.” |
15.4.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 101/14 |
VERORDENING (EU) Nr. 367/2011 VAN DE COMMISSIE
van 12 april 2011
tot vaststelling van een verbod op de visserij op diepzeehaaien in het gebied uniale wateren en internationale wateren van V, VI, VII, VIII en IX door vaartuigen die de vlag van Portugal voeren
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), en met name artikel 36, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EU) nr. 1225/2010 van de Raad van 13 december 2010 tot vaststelling, voor 2011 en 2012, van de vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen voor visbestanden van bepaalde diepzeevissoorten (2) zijn de quota voor 2011 en 2012 vastgesteld. |
(2) |
Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, de betrokken, voor 2011 toegewezen quota hebben overschreden. |
(3) |
Daarom moet de visserij op dat bestand worden verboden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Het opgebruiken van het quotum
Het quotum dat voor 2011 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.
Artikel 2
Verbod
De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Na die datum is het ook verboden om vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, over te laden of aan te voeren.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 12 april 2011.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Lowri EVANS
Directeur-generaal Maritieme zaken en visserij
(1) PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.
(2) PB L 336 van 21.12.2010, blz. 1.
BIJLAGE
Nr. |
7/DSS |
Lidstaat |
PORTUGAL |
Bestand |
DWS/56789- |
Soort |
Diepzeehaaien |
Gebied |
Uniale wateren en internationale wateren van V, VI, VII, VIII en IX |
Datum |
7 maart 2011 |
15.4.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 101/16 |
VERORDENING (EU) Nr. 368/2011 VAN DE COMMISSIE
van 12 april 2011
tot vaststelling van een verbod op de visserij op noordse garnaal in het gebied Noorse wateren bezuiden 62° NB door vaartuigen die de vlag van Zweden voeren
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), en met name artikel 36, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EU) nr. 57/2011 van de Raad van 18 januari 2011 tot vaststelling, voor 2011, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in bepaalde wateren buiten de EU, van toepassing zijn (2), zijn de quota voor 2011 vastgesteld. |
(2) |
Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, de betrokken, voor 2011 toegewezen quota hebben overschreden. |
(3) |
Daarom moet de visserij op dat bestand worden verboden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Het opgebruiken van het quotum
Het quotum dat voor 2011 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.
Artikel 2
Verbod
De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Na die datum is het ook verboden om vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, over te laden of aan te voeren.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 12 april 2011.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Lowri EVANS
Directeur-generaal Maritieme zaken en visserij
(1) PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.
(2) PB L 24 van 27.1.2011, blz. 1.
BIJLAGE
Nr. |
8/T&Q |
Lidstaat |
ZWEDEN |
Bestand |
PRA/04-N. |
Soort |
Noordse garnaal (Pandalus borealis) |
Gebied |
Noorse wateren bezuiden 62° NB |
Datum |
28 maart 2011 |
15.4.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 101/18 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 369/2011 VAN DE COMMISSIE
van 14 april 2011
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),
Gezien Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name artikel 138, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 15 april 2011.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 14 april 2011.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
José Manuel SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
EG |
74,4 |
JO |
78,3 |
|
MA |
52,8 |
|
TN |
113,1 |
|
TR |
90,4 |
|
ZZ |
81,8 |
|
0707 00 05 |
EG |
152,2 |
TR |
144,2 |
|
ZZ |
148,2 |
|
0709 90 70 |
MA |
82,8 |
TR |
107,9 |
|
ZA |
13,0 |
|
ZZ |
67,9 |
|
0805 10 20 |
EG |
61,1 |
IL |
72,5 |
|
MA |
49,6 |
|
TN |
48,0 |
|
TR |
73,9 |
|
ZZ |
61,0 |
|
0805 50 10 |
EG |
53,5 |
TR |
47,9 |
|
ZZ |
50,7 |
|
0808 10 80 |
AR |
82,1 |
BR |
83,8 |
|
CA |
114,9 |
|
CL |
89,6 |
|
CN |
91,3 |
|
MK |
47,7 |
|
NZ |
110,1 |
|
US |
121,7 |
|
UY |
57,7 |
|
ZA |
81,1 |
|
ZZ |
88,0 |
|
0808 20 50 |
AR |
89,7 |
CL |
110,8 |
|
CN |
70,7 |
|
ZA |
90,9 |
|
ZZ |
90,5 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.
RICHTLIJNEN
15.4.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 101/20 |
UITVOERINGSRICHTLIJN 2011/46/EU VAN DE COMMISSIE
van 14 april 2011
tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad om hexythiazox als werkzame stof op te nemen en tot wijziging van Beschikking 2008/934/EG van de Commissie
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name artikel 6, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij de Verordeningen (EG) nr. 451/2000 (2) en (EG) nr. 1490/2002 (3) van de Commissie zijn de bepalingen voor de uitvoering van de derde fase van het in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG bedoelde werkprogramma vastgesteld en is een lijst opgesteld van werkzame stoffen die moeten worden onderzocht met het oog op hun eventuele opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Hexythiazox is in die lijst opgenomen. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 11 sexies van Verordening (EG) nr. 1490/2002 heeft de kennisgever zijn steun voor de opneming van die werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG binnen twee maanden na ontvangst van het ontwerpevaluatieverslag ingetrokken. Bijgevolg werd Beschikking 2008/934/EG van de Commissie van 5 december 2008 betreffende de niet-opneming van bepaalde werkzame stoffen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelating voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stoffen bevatten (4), goedgekeurd met betrekking tot de niet-opneming van hexythiazox. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft de oorspronkelijke kennisgever („de aanvrager”) een nieuwe aanvraag ingediend met het oog op de toepassing van de versnelde procedure, als vastgesteld in de artikelen 14 tot en met 19 van Verordening (EG) nr. 33/2008 van de Commissie van 17 januari 2008 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de uitvoering van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad met betrekking tot een normale en een versnelde procedure voor de beoordeling van werkzame stoffen die deel uitmaakten van het in artikel 8, lid 2, van die richtlijn bedoelde werkprogramma, maar niet in bijlage I ervan zijn opgenomen (5). |
(4) |
De aanvraag is ingediend bij Finland, dat bij Verordening (EG) nr. 1490/2002 was aangewezen als lidstaat die als rapporteur optreedt. De termijn voor de versnelde procedure is nageleefd. De specificatie van de werkzame stof en de ondersteunde toepassingen zijn dezelfde als voor Beschikking 2008/934/EG. Die aanvraag voldoet ook aan de overige materiële en procedurele voorschriften van artikel 15 van Verordening (EG) nr. 33/2008. |
(5) |
Finland heeft de door de aanvrager ingediende aanvullende gegevens onderzocht en een aanvullend verslag opgesteld. Het heeft dat verslag op 20 oktober 2009 aan de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en de Commissie toegezonden. De EFSA heeft het aanvullende verslag aan de andere lidstaten en de aanvrager toegezonden en de naar aanleiding daarvan ontvangen opmerkingen naar de Commissie doorgestuurd. Overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 33/2008 en op verzoek van de Commissie heeft de EFSA haar conclusie over hexythiazox op 7 september 2010 aan de Commissie doen toekomen (6). Het ontwerpevaluatieverslag, het aanvullende verslag en de conclusie van de EFSA zijn door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 11 maart 2011 afgerond in de vorm van het evaluatieverslag van de Commissie voor hexythiazox. |
(6) |
Uit de verschillende analyses is gebleken dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die hexythiazox bevatten, in het algemeen zullen voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 91/414/EEG gestelde eisen, met name voor de toepassingen waarvoor zij zijn onderzocht en die zijn opgenomen in het evaluatieverslag van de Commissie. Hexythiazox moet daarom in bijlage I worden opgenomen zodat gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stof bevatten, in alle lidstaten kunnen worden toegelaten overeenkomstig het bepaalde in die richtlijn. |
(7) |
Onverminderd die conclusie moet nadere informatie over bepaalde specifieke punten worden ingewonnen. Artikel 6, lid 1, van Richtlijn 91/414/EEG bepaalt dat aan de opneming van een werkzame stof in bijlage I voorwaarden kunnen worden verbonden. Daarom moet worden voorgeschreven dat de aanvrager informatie indient ter bevestiging van de risicobeoordeling voor de toxicologische relevantie en het potentiële voorkomen van de metaboliet PT-1-3 (7) in verwerkte producten, de potentiële schadelijke effecten van hexythiazox op bijenbroed en het mogelijke effect van de preferentiële afbraak en/of omzetting van het mengsel van isomeren op de beoordeling van de risico’s voor de werknemers, de beoordeling van de risico’s voor de consumenten en het milieu. |
(8) |
Er moet worden voorzien in een redelijke termijn voordat een werkzame stof in bijlage I wordt opgenomen, zodat de lidstaten en de belanghebbende partijen zich kunnen voorbereiden op de nieuwe eisen die uit de opneming voortvloeien. |
(9) |
Onverminderd de verplichtingen die zijn vastgelegd in Richtlijn 91/414/EEG ten gevolge van de opneming van een werkzame stof in bijlage I, moeten de lidstaten na de opneming zes maanden de tijd krijgen om de bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die hexythiazox bevatten, opnieuw te onderzoeken zodat aan de voorwaarden van Richtlijn 91/414/EEG, met name in artikel 13 en bijlage I, wordt voldaan. De lidstaten moeten de bestaande toelatingen naargelang het geval wijzigen, vervangen of intrekken overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG. In afwijking van bovenstaande termijn moet een langere termijn worden vastgesteld voor de indiening en beoordeling van het volledige dossier conform bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG voor elk gewasbeschermingsmiddel en elke beoogde toepassing overeenkomstig de in die richtlijn vastgestelde uniforme beginselen. |
(10) |
Bij eerdere opnemingen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van werkzame stoffen die in het kader van Verordening (EEG) nr. 3600/92 van de Commissie van 11 december 1992 houdende bepalingen voor de uitvoering van de eerste fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (8) zijn onderzocht, is gebleken dat de uitlegging van de verplichtingen van houders van bestaande toelatingen wat de toegang tot gegevens betreft tot problemen kan leiden. Om nog meer problemen te voorkomen, moeten de verplichtingen van de lidstaten worden verduidelijkt, en met name de plicht om te verifiëren of de houder van een toelating toegang verschaft tot een dossier dat voldoet aan de voorschriften van bijlage II bij die richtlijn. Deze verduidelijking legt de lidstaten of de houders van toelatingen echter geen nieuwe verplichtingen op ten opzichte van de tot nu toe vastgestelde richtlijnen tot wijziging van bijlage I. |
(11) |
Richtlijn 91/414/EEG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(12) |
Beschikking 2008/934/EG voorziet in de niet-opneming van hexythiazox en de intrekking van de toelating voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stof bevatten uiterlijk op 31 december 2011. De regel betreffende hexythiazox in de bijlage bij die beschikking moet worden geschrapt. |
(13) |
Beschikking 2008/934/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(14) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.
Artikel 2
In de bijlage bij Beschikking 2008/934/EG wordt de regel betreffende hexythiazox geschrapt.
Artikel 3
De lidstaten dienen uiterlijk op 30 november 2011 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.
Zij passen die bepalingen toe vanaf 1 december 2011.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
Artikel 4
1. De lidstaten moeten, overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG, zo nodig bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die hexythiazox als werkzame stof bevatten, uiterlijk op 30 november 2011 wijzigen of intrekken.
Uiterlijk op die datum verifiëren zij met name dat aan de voorwaarden van bijlage I bij die richtlijn met betrekking tot hexythiazox is voldaan, met uitzondering van de voorwaarden in deel B van de tekst betreffende die werkzame stof, en dat de houder van de toelating in het bezit is van of toegang heeft tot een dossier dat overeenkomstig de voorwaarden van artikel 13 van die richtlijn aan de eisen van bijlage II bij die richtlijn voldoet.
2. In afwijking van lid 1 voeren de lidstaten op basis van een dossier conform bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG en rekening houdend met deel B van de tekst betreffende hexythiazox in bijlage I bij die richtlijn, overeenkomstig de uniforme beginselen in bijlage VI bij die richtlijn, een nieuwe evaluatie uit voor elk toegelaten gewasbeschermingsmiddel dat hexythiazox bevat als enige werkzame stof of als een van een aantal werkzame stoffen die alle uiterlijk op 31 mei 2011 in bijlage I bij die richtlijn zijn opgenomen. Aan de hand van die evaluatie bepalen zij of het gewasbeschermingsmiddel voldoet aan de voorwaarden van artikel 4, lid 1, onder b), c), d) en e), van Richtlijn 91/414/EEG.
Daarna zorgen de lidstaten ervoor dat:
a) |
als hexythiazox de enige werkzame stof in het gewasbeschermingsmiddel is, de toelating indien nodig uiterlijk op 31 mei 2015 wordt gewijzigd of ingetrokken, of |
b) |
als het gewasbeschermingsmiddel naast hexythiazox nog een of meer andere werkzame stoffen bevat, de toelating indien nodig uiterlijk op 31 mei 2015 of, als dat later is, op de datum die voor een dergelijke wijziging of intrekking is vastgesteld in de richtlijnen waarbij die stoffen aan bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG zijn toegevoegd, wordt gewijzigd of ingetrokken. |
Artikel 5
Deze richtlijn treedt in werking op 1 juni 2011.
Artikel 6
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 14 april 2011.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.
(2) PB L 55 van 29.2.2000, blz. 25.
(3) PB L 224 van 21.8.2002, blz. 23.
(4) PB L 333 van 11.12.2008, blz. 11.
(5) PB L 15 van 18.1.2008, blz. 5.
(6) Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance hexythiazox. EFSA Journal 2010; 8(9):1722. (78 blz.). doi:10.2903/j.efsa.2010.1722. Online te vinden op: www.efsa.europa.eu
(7) (4S,5S)-5-(4-chloorfenyl)-4-methyl-1,3-thiazolidine-2-on en (4R,5R)-5-(4-chloorfenyl)-4-methyl1,3-thiazolidine-2-on.
(8) PB L 366 van 15.12.1992, blz. 10.
BIJLAGE
Aan het einde van de tabel in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG wordt de volgende tekst toegevoegd:
Nr. |
Benaming, identificatie-nummers |
IUPAC-benaming |
Zuiverheid (1) |
Inwerkingtreding |
Geldigheidsduur |
Specifieke bepalingen |
||||||||||||
„343 |
Hexythiazox CAS-nr.: 78587-05-0 CIPAC-nr.: 439 |
(4RS,5RS)-5-(4-chloorfenyl)-N-cyclohexyl-4-methyl-2-oxo-1,3-thiazolidine-3-carboxamide |
≥ 976 g/kg (1:1 mengsel van (4R, 5R) en (4S, 5S)) |
1 juni 2011 |
31 mei 2021 |
DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als acaricide. DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over hexythiazox (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 maart 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:
De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van bevestigende informatie over:
De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager de informatie, vastgesteld onder a), b) en c), uiterlijk op 31 mei 2013 en de informatie, vastgesteld onder d), twee jaar na de goedkeuring van specifieke richtsnoeren bij de Commissie indient.” |
(1) Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.
(2) (4S,5S)-5-(4-chloorfenyl)-4-methyl-1,3-thiazolidine-2-on en (4R,5R)-5-(4-chloorfenyl)-4-methyl-1,3-thiazolidine-2-on.
BESLUITEN
15.4.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 101/24 |
BESLUIT 2011/239/GBVB VAN DE RAAD
van 12 april 2011
houdende wijziging van Besluit 2010/232/GBVB tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Birma/Myanmar
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft op 26 april 2010 Besluit 2010/232/GBVB tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Birma/Myanmar (1) vastgesteld. |
(2) |
Gezien de situatie in Birma/Myanmar, met name het verkiezingsproces in 2010 dat niet verenigbaar werd geacht met de internationaal aanvaarde normen, en gezien de aanhoudende bezorgdheid over de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in het land, dienen de beperkende maatregelen van Besluit 2010/232/GBVB met twaalf maanden te worden verlengd. |
(3) |
De in Besluit 2010/232/GBVB opgenomen lijsten van personen en ondernemingen die onder de beperkende maatregelen vallen, dienen te worden gewijzigd om rekening te houden met wijzigingen in de regering, de veiligheidstroepen en de overheidsdiensten in Birma/Myanmar, alsmede met wijzigingen in de persoonlijke situatie van de betrokkenen; de lijst van ondernemingen die eigendom zijn of onder controle staan van het bewind van Birma/Myanmar of van personen die banden hebben met het bewind, evenals de lijst van entiteiten in bijlage I bij Besluit 2010/232/GBVB, moeten eveneens worden bijgewerkt. |
(4) |
Ter stimulering van toekomstige vooruitgang op het gebied van burgerlijk bestuur en om de democratie te versterken en eerbiediging van de mensenrechten te bevorderen, moeten echter de beperkende maatregelen gedurende twaalf maanden worden opgeschort voor nieuwe leden van de regering die geen band hebben met het leger of die van essentieel belang zijn voor de dialoog met de internationale gemeenschap met het oog op de belangen van de Europese Unie. |
(5) |
Bovendien moet de opschorting van de bilaterale bezoeken van hoge regerings¬functionarissen aan Birma/Myanmar worden opgeheven tot en met 30 april 2012 zodat de dialoog met relevante actoren in Birma/Myanmar wordt gestimuleerd. |
(6) |
De Raad zal de toestand in Birma/Myanmar regelmatig bekijken en een evaluatie maken van alle verbeteringen die de instanties mogelijkerwijs hebben gemaakt in de richting van eerbiediging van democratische waarden en mensenrechten. |
(7) |
Voor de uitvoering van bepaalde maatregelen is nieuw optreden van de Unie nodig, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Besluit 2010/232/GBVB wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 4 wordt vervangen door: „Artikel 4 1. Het is verboden de volgende producten aan te schaffen, in te voeren of te vervoeren vanuit Birma/Myanmar naar de Unie:
2. Het verbod in lid 1 geldt niet voor humanitaire-hulpprojecten en -programma's of voor niet-humanitaire hulp of ontwikkelingsprojecten en -programma's die in Birma/Myanmar worden uitgevoerd ter ondersteuning van de doelstellingen in artikel 8, lid 2, onder a), b) en c).”. |
2) |
Artikel 8 wordt vervangen door: „Artikel 8 1. Niet-humanitaire hulp of ontwikkelingsprogramma's worden opgeschort. 2. Lid 1 geldt niet voor projecten en programma's ter ondersteuning van:
De programma's en projecten moeten in de mate van het mogelijke worden opgesteld en geëvalueerd in overleg met het maatschappelijk middenveld en alle democratische groeperingen, met inbegrip van de Nationale Liga voor Democratie. Zij moeten worden uitgevoerd via VN-organen, niet-gouvernementele organisaties, organisaties van de lidstaten en internationale organisaties, alsmede via gedecentraliseerde samenwerking met plaatselijke burgerlijke overheden. In dit verband zal de Europese Unie de regering van Birma/Myanmar blijven aanspreken op haar verantwoordelijkheid meer inspanningen te leveren om de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling van de VN te verwezenlijken.”. |
3) |
Artikel 9, lid 1, wordt vervangen door: „1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied te beletten van:
|
4) |
Artikel 10, lid 1, wordt vervangen door: „1. Alle tegoeden en economische middelen die eigendom zijn, in het bezit zijn, of onder zeggenschap staan van:
zoals genoemd in bijlage II, worden bevroren.”. |
5) |
Artikel 11 wordt geschrapt. |
6) |
Aan artikel 13 worden de volgende leden toegevoegd: „De Raad stelt de betrokken natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam in kennis van zijn besluit en van de motivering voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de bekendmaking van een kennisgeving, zodat de betrokken persoon, entiteit of lichaam daarover opmerkingen kan indienen. Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit en brengt hij de betrokken persoon, entiteit of lichaam daarvan op de hoogte.”. |
7) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 13 bis 1. In bijlage II staan de redenen voor het op de lijst plaatsen van de natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten en lichamen. 2. Bijlage II bevat ook de informatie, indien beschikbaar, die nodig is voor het identificeren van de betrokken natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres, indien bekend, en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten of lichamen kan die informatie namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en de plaats van vestiging omvatten.”. |
8) |
Artikel 15 wordt vervangen door: „Artikel 15 1. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld. 2. Dit besluit is van toepassing tot en met 30 april 2012. 3. De maatregelen in artikel 9, lid 1 en artikel 10, leden 1 en 2, voor zover van toepassing op de personen in bijlage IV, worden tot en met 30 april 2012 opgeschort.”. |
Artikel 2
1. De bijlagen I, II en III bij Besluit 2010/232/GBVB worden vervangen door de tekst in de bijlagen I, II and III bij dit besluit.
2. Bijlage IV bij dit besluit wordt als bijlage IV bij Besluit 2010/232/GBVB gevoegd.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Luxemburg, 12 april 2011.
Voor de Raad
De voorzitster
C. ASHTON
(1) PB L 105 van 27.4.2010, blz. 22.
BIJLAGE I
Lijst van ondernemingen bedoeld in artikel 3, lid 2, punt b), en de artikelen 5 en 14
HOUT & ZAAGHOUT |
|||||
|
Naam |
Datum plaatsing op de lijst 19.11.2007 |
|||
1. |
|
|
|||
2. |
|
|
|||
3. |
|
|
|||
4. |
|
|
|||
5. |
|
|
|||
6. |
|
|
|||
7. |
|
|
|||
8. |
|
|
|||
9. |
|
|
|||
10. |
|
|
|||
11. |
|
|
|||
12. |
|
|
|||
13. |
|
|
|||
14. |
|
|
|||
15. |
|
|
|||
16. |
|
|
|||
17. |
|
|
|||
18. |
|
|
|||
19. |
|
|
|||
20. |
|
|
|||
21. |
|
|
|||
22. |
|
|
|||
23. |
|
|
|||
24. |
|
|
|||
25. |
|
|
|||
26. |
|
|
|||
27. |
|
|
|||
28. |
|
|
|||
29. |
|
|
|||
30. |
|
|
|||
31. |
|
|
|||
32. |
|
|
|||
33. |
|
|
|||
34. |
|
|
|||
35. |
|
|
|||
36. |
|
|
|||
37. |
|
|
|||
38. |
|
|
|||
39. |
|
|
|||
40. |
|
|
|||
41. |
|
|
|||
42. |
|
|
|||
43. |
|
|
|||
44. |
|
|
|||
45. |
|
|
|||
46. |
|
|
|||
47. |
|
|
|||
48. |
|
|
|||
49. |
|
|
|||
50. |
|
|
|||
51. |
|
|
|||
52. |
|
|
|||
53. |
|
|
|||
54. |
|
|
|||
55. |
|
|
|||
56. |
|
|
|||
57. |
|
|
|||
58. |
|
|
|||
59. |
|
|
|||
60. |
|
|
|||
61. |
|
|
|||
62. |
|
|
|||
63. |
|
|
|||
64. |
|
|
|||
65. |
|
|
|||
66. |
|
|
|||
67. |
|
|
|||
68. |
|
|
|||
69. |
|
|
|||
70. |
|
|
|||
71. |
|
|
|||
72. |
|
|
|||
73. |
|
|
|||
74. |
|
|
|||
75. |
|
|
|||
76. |
|
|
|||
77. |
|
|
|||
78. |
Name of director: Ko Ko Htwe |
|
|||
79. |
|
|
|||
80. |
|
|
|||
81. |
|
|
|||
82. |
|
|
|||
83. |
|
|
|||
84. |
|
|
|||
85. |
|
|
|||
86. |
|
|
|||
87. |
|
|
|||
88. |
|
|
|||
89. |
|
|
|||
90. |
|
|
|||
91. |
|
|
|||
92. |
|
|
|||
93. |
|
|
|||
94. |
|
|
|||
95. |
|
|
|||
96. |
|
|
|||
97. |
|
|
|||
HOUTINDUSTRIEËN |
|||||
98. |
|
|
|||
99. |
|
|
|||
100. |
|
|
|||
101. |
|
|
|||
102. |
|
|
|||
103. |
|
|
|||
104. |
|
|
|||
105. |
|
|
|||
106. |
|
|
|||
107. |
|
|
|||
108. |
|
|
|||
109. |
|
|
|||
110. |
|
|
|||
111. |
|
|
|||
112. |
|
|
|||
113. |
|
|
|||
114. |
|
|
|||
115. |
|
|
|||
116. |
|
|
|||
117. |
National Wood Industry Ltd Pyinmana Tsp, Mandalay |
|
|||
118. |
|
|
|||
119. |
|
|
|||
120. |
|
|
|||
HOUTBEWERKINGSMACHINES |
|||||
121. |
|
|
|||
122. |
|
|
|||
123. |
|
|
|||
124. |
|
|
|||
125. |
|
|
|||
126. |
|
|
|||
127. |
|
|
EXPORTEURS VAN CONSTRUCTIEHOUT |
||||||
|
Naam |
Datum plaatsing op de lijst 19.11.2007 |
||||
128. |
|
|
||||
129. |
|
|
||||
130. |
|
|
||||
131. |
|
|
||||
132. |
|
|
||||
133. |
|
|
||||
134. |
|
|
||||
135. |
|
|
||||
136. |
|
|
||||
137. |
|
|
||||
138. |
|
|
||||
139. |
|
|
||||
140. |
|
|
||||
141. |
|
|
||||
142. |
|
|
||||
143. |
|
|
||||
CONSTRUCTIEHOUT |
||||||
144. |
|
|
||||
145. |
|
|
||||
146. |
|
|
||||
147. |
|
|
||||
148. |
|
|
||||
149. |
|
|
||||
150. |
|
|
||||
151. |
|
|
||||
152. |
|
|
||||
153. |
|
|
||||
154. |
|
|
||||
155. |
|
|
||||
156. |
|
|
||||
157. |
|
|
||||
158. |
|
|
||||
159. |
|
|
||||
160. |
|
|
||||
161. |
|
|
||||
162. |
|
|
||||
163. |
|
|
||||
164. |
|
|
||||
165. |
|
|
||||
166. |
|
|
||||
167. |
|
|
||||
168. |
|
|
||||
169. |
|
|
||||
170. |
|
|
||||
171. |
|
|
||||
172. |
|
|
||||
173. |
|
|
||||
174. |
|
|
||||
175. |
|
|
||||
176. |
|
|
||||
177. |
|
|
||||
178. |
|
|
||||
179. |
|
|
||||
180. |
|
|
||||
181. |
|
|
||||
182. |
|
|
||||
183. |
|
|
||||
184. |
|
|
||||
185. |
|
|
||||
186. |
|
|
||||
187. |
|
|
||||
188. |
|
|
||||
189. |
|
|
||||
190. |
|
|
||||
191. |
|
|
||||
192. |
Name of director: P C Chun |
|
||||
193. |
|
|
||||
194. |
|
|
||||
195. |
|
|
||||
196. |
|
|
||||
197. |
|
|
||||
198. |
|
|
||||
199. |
|
|
||||
200. |
|
|
||||
201. |
|
|
||||
202. |
|
|
||||
203. |
|
|
||||
204. |
|
|
||||
205. |
|
|
||||
206. |
|
|
||||
207. |
|
|
||||
208. |
|
|
||||
209. |
|
|
||||
210. |
|
|
||||
211. |
|
|
||||
212. |
|
|
||||
213. |
|
|
||||
214. |
|
|
||||
215. |
|
|
||||
216. |
|
|
||||
217. |
|
|
||||
218. |
|
|
||||
219. |
|
|
||||
220. |
|
|
||||
221. |
|
|
||||
222. |
|
|
||||
223. |
|
|
||||
224. |
|
|
||||
225. |
|
|
||||
226. |
|
|
||||
227. |
|
|
||||
228. |
|
|
||||
229. |
|
|
||||
230. |
|
|
||||
231. |
|
|
||||
232. |
|
|
||||
233. |
|
|
||||
234. |
|
|
||||
235. |
|
|
||||
236. |
|
|
||||
237. |
|
|
||||
238. |
|
|
||||
239. |
|
|
||||
240. |
|
|
||||
241. |
|
|
||||
242. |
|
|
||||
243. |
|
|
||||
244. |
|
|
||||
245. |
|
|
||||
246. |
|
|
||||
247. |
|
|
||||
248. |
|
|
||||
249. |
|
|
||||
250. |
|
|
||||
251. |
|
|
||||
252. |
|
|
||||
253. |
|
|
||||
254. |
|
|
||||
255. |
|
|
||||
256. |
|
|
||||
257. |
|
|
||||
258. |
|
|
||||
259. |
|
|
||||
260. |
|
|
||||
261. |
|
|
||||
262. |
|
|
||||
263. |
|
|
||||
264. |
|
|
||||
265. |
|
|
||||
266. |
|
|
||||
267. |
|
|
||||
268. |
|
|
||||
269. |
|
|
||||
270. |
|
|
||||
271. |
|
|
||||
272. |
|
|
||||
273. |
|
|
||||
274. |
|
|
||||
275. |
|
|
||||
276. |
|
|
||||
277. |
|
|
||||
278. |
|
|
||||
279. |
|
|
||||
280. |
|
|
||||
281. |
|
|
||||
282. |
|
|
||||
283. |
|
|
||||
284. |
|
|
||||
285. |
|
|
||||
286. |
|
|
||||
287. |
|
|
||||
288. |
|
|
||||
289. |
|
|
||||
290. |
|
|
||||
291. |
|
|
||||
292. |
|
|
||||
293. |
|
|
||||
294. |
|
|
||||
295. |
|
|
||||
296. |
|
|
||||
297. |
|
|
||||
298. |
|
|
||||
299. |
|
|
||||
300. |
|
|
||||
301. |
|
|
||||
302. |
|
|
||||
303. |
|
|
||||
304. |
|
|
||||
305. |
|
|
||||
306. |
|
|
||||
307. |
|
|
||||
308. |
|
|
||||
309. |
|
|
||||
310. |
|
|
||||
311. |
|
|
||||
312. |
|
|
||||
313. |
|
|
||||
314. |
|
|
||||
315. |
|
|
||||
316. |
|
|
||||
317. |
|
|
||||
318. |
|
|
||||
319. |
|
|
||||
320. |
|
|
||||
321. |
|
|
||||
322. |
|
|
||||
323. |
|
|
||||
324. |
|
|
||||
325. |
|
|
||||
326. |
|
|
||||
327. |
|
|
||||
328. |
|
|
||||
329. |
|
|
||||
330. |
|
|
||||
331. |
|
|
||||
332. |
|
|
||||
333. |
|
|
||||
334. |
|
|
||||
335. |
|
|
||||
336. |
|
|
||||
337. |
|
|
||||
338. |
|
|
||||
339. |
|
|
||||
340. |
|
|
||||
341. |
|
|
||||
342. |
|
|
||||
343. |
|
|
||||
344. |
|
|
||||
345. |
|
|
||||
346. |
|
|
||||
347. |
|
|
||||
348. |
|
|
||||
349. |
|
|
||||
350. |
|
|
||||
351. |
|
|
||||
352. |
|
|
||||
353. |
|
|
||||
354. |
|
|
||||
355. |
|
|
||||
356. |
|
|
||||
357. |
|
|
||||
358. |
|
|
||||
359. |
|
|
||||
360. |
|
|
||||
361. |
|
|
||||
362. |
|
|
||||
363. |
|
|
||||
364. |
|
|
||||
365. |
|
|
||||
366. |
|
|
||||
367. |
|
|
||||
368. |
Name of director: (Monywa) Tin Win |
|
||||
369. |
|
|
||||
370. |
|
|
||||
371. |
|
|
||||
372. |
|
|
||||
373. |
|
|
||||
374. |
|
|
||||
375. |
|
|
||||
376. |
|
|
||||
377. |
|
|
||||
378. |
|
|
||||
379. |
|
|
||||
380. |
|
|
||||
381. |
|
|
||||
382. |
|
|
||||
383. |
|
|
||||
384. |
|
|
||||
385. |
|
|
||||
386. |
|
|
||||
387. |
|
|
||||
388. |
|
|
||||
389. |
Name of director: Win Ko |
|
||||
390. |
|
|
||||
391. |
|
|
||||
392. |
|
|
||||
393. |
|
|
||||
394. |
|
|
||||
395. |
|
|
||||
396. |
|
|
||||
397. |
|
|
||||
398. |
|
|
||||
399. |
|
|
||||
400. |
|
|
||||
401. |
|
|
||||
402. |
|
|
||||
403. |
|
|
||||
404. |
|
|
||||
405. |
|
|
||||
406. |
|
|
||||
407. |
|
|
||||
408. |
|
|
||||
409. |
|
|
||||
410. |
|
|
||||
411. |
|
|
||||
412. |
|
|
||||
413. |
|
|
||||
414. |
|
|
||||
415. |
|
|
||||
416. |
|
|
||||
Mandalay |
||||||
417. |
|
|
||||
418. |
|
|
||||
419. |
|
|
||||
420. |
|
|
||||
421. |
|
|
||||
422. |
|
|
||||
423. |
|
|
||||
424. |
|
|
||||
425. |
|
|
||||
426. |
|
|
||||
427. |
|
|
||||
428. |
|
|
IJZER- & STAALGIETERIJEN |
|||||
|
Naam |
Datum plaatsing op de lijst 19.11.2007 |
|||
429. |
|
|
|||
430. |
|
|
|||
431. |
|
|
|||
432. |
|
|
|||
433. |
|
|
|||
434. |
|
|
|||
435. |
|
|
|||
436. |
|
|
|||
437. |
|
|
|||
MIJNBOUWONDERNEMINGEN |
|||||
438. |
|
|
|||
439. |
|
|
|||
440. |
|
|
|||
441. |
|
|
|||
442. |
|
|
|||
443. |
|
|
|||
444. |
|
|
|||
445. |
|
|
|||
446. |
|
|
|||
447. |
|
|
|||
448. |
|
|
|||
449. |
|
|
|||
450. |
Htarwara mining company Name of director: Maung Ko |
|
|||
451. |
|
|
|||
452. |
|
|
|||
453. |
|
|
|||
454. |
|
|
|||
455. |
|
|
|||
456. |
|
|
|||
457. |
|
|
|||
458. |
|
|
|||
459. |
|
|
|||
460. |
|
|
|||
461. |
|
|
|||
462. |
|
|
|||
463. |
|
|
|||
464. |
|
|
|||
465. |
|
|
|||
466. |
|
|
|||
467. |
|
|
|||
468. |
|
|
|||
469. |
|
|
|||
470. |
|
|
|||
471. |
|
|
|||
472. |
|
|
|||
473. |
|
|
|||
474. |
|
|
|||
475. |
|
|
|||
476. |
|
|
|||
477. |
|
|
|||
478. |
|
|
|||
479. |
|
|
|||
480. |
|
|
|||
481. |
|
|
|||
482. |
|
|
|||
483. |
|
|
|||
484. |
|
|
|||
485. |
|
|
|||
486. |
|
|
|||
487. |
|
|
|||
488. |
|
|
|||
489. |
|
|
|||
490. |
|
|
|||
491. |
|
|
|||
492. |
|
|
|||
493. |
|
|
|||
494. |
|
|
|||
495. |
|
|
|||
496. |
Myanmar ECI Joint Venture Co Ltd Barite Powdering Plant, Thazi |
|
|||
497. |
|
|
|||
498. |
|
|
|||
499. |
May Flower Mining Ent Ltd, Inbyin, Kalaw |
|
|||
500. |
|
|
|||
UITRUSTING EN BENODIGDHEDEN VOOR DE MIJNBOUW Mijnbouw en mijnbouwuitrusting |
|||||
501. |
|
|
|||
502. |
|
|
|||
503. |
|
|
|||
504. |
|
|
|||
505. |
|
|
|||
506. |
|
|
|||
507. |
|
|
|||
508. |
|
|
|||
509. |
|
|
|||
510. |
|
|
|||
511. |
|
|
|||
512. |
|
|
|||
513. |
|
|
|||
514. |
|
|
|||
515. |
|
|
|||
516. |
|
|
|||
517. |
|
|
|||
518. |
|
|
|||
519. |
|
|
|||
520. |
|
|
|||
521. |
|
|
|||
522. |
|
|
|||
523. |
|
|
|||
524. |
|
|
|||
ZINKBEDRIJVEN |
|||||
525. |
|
|
|||
526. |
|
|
|||
527. |
|
|
|||
528. |
|
|
|||
529. |
|
|
|||
ZINK |
|||||
530. |
|
|
|||
531. |
|
|
|||
532. |
|
|
|||
533. |
|
|
|||
534. |
|
|
|||
535. |
|
|
|||
536. |
|
|
|||
537. |
|
|
|||
538. |
|
|
|||
539. |
|
|
|||
540. |
|
|
|||
541. |
|
|
|||
542. |
|
|
|||
543. |
|
|
|||
544. |
|
|
|||
545. |
|
|
|||
546. |
|
|
|||
547. |
|
|
|||
548. |
|
|
|||
549. |
|
|
|||
550. |
|
|
|||
551. |
|
|
|||
552. |
|
|
|||
553. |
|
|
|||
554. |
|
|
EDELSTENEN |
|||||||
|
Naam |
Datum plaatsing op de lijst 19.11.2007 |
|||||
555. |
|
|
|||||
556. |
|
|
|||||
557. |
|
|
|||||
558. |
|
|
|||||
559. |
|
|
|||||
560. |
|
|
|||||
561. |
|
|
|||||
562. |
|
|
|||||
563. |
|
|
|||||
564. |
|
|
|||||
565. |
|
|
|||||
566. |
|
|
|||||
567. |
|
|
|||||
GOUDHANDELAREN/GOUDSMEDEN & GOUDWINKELS |
|||||||
568. |
|
|
|||||
569. |
|
|
|||||
570. |
|
|
|||||
571. |
|
|
|||||
572. |
|
|
|||||
573. |
|
|
|||||
574. |
|
|
|||||
575. |
|
|
|||||
576. |
|
|
|||||
577. |
|
|
|||||
578. |
|
|
|||||
579. |
|
|
|||||
580. |
|
|
|||||
581. |
|
|
|||||
582. |
|
|
|||||
583. |
|
|
|||||
584. |
|
|
|||||
585. |
|
|
|||||
586. |
|
|
|||||
587. |
|
|
|||||
588. |
|
|
|||||
589. |
|
|
|||||
590. |
|
|
|||||
591. |
|
|
|||||
592. |
|
|
|||||
593. |
|
|
|||||
594. |
|
|
|||||
595. |
|
|
|||||
596. |
|
|
|||||
597. |
|
|
|||||
598. |
|
|
|||||
599. |
|
|
|||||
600. |
|
|
|||||
601. |
|
|
|||||
602. |
|
|
|||||
603. |
|
|
|||||
604. |
|
|
|||||
605. |
|
|
|||||
606. |
|
|
|||||
607. |
|
|
|||||
608. |
|
|
|||||
609. |
|
|
|||||
610. |
|
|
|||||
611. |
|
|
|||||
612. |
|
|
|||||
613. |
|
|
|||||
614. |
|
|
|||||
615. |
|
|
|||||
616. |
|
|
|||||
617. |
|
|
|||||
618. |
|
|
|||||
619. |
|
|
|||||
620. |
|
|
|||||
621. |
|
|
|||||
622. |
|
|
|||||
623. |
|
|
|||||
624. |
|
|
|||||
625. |
|
|
|||||
626. |
|
|
|||||
627. |
|
|
|||||
628. |
|
|
|||||
629. |
|
|
|||||
630. |
|
|
|||||
631. |
|
|
|||||
632. |
|
|
|||||
633. |
|
|
|||||
634. |
|
|
|||||
635. |
|
|
|||||
636. |
|
|
|||||
637. |
|
|
|||||
638. |
|
|
|||||
639. |
|
|
|||||
640. |
|
|
|||||
641. |
|
|
|||||
642. |
|
|
|||||
643. |
|
|
|||||
644. |
|
|
|||||
645. |
|
|
|||||
646. |
|
|
|||||
647. |
|
|
|||||
648. |
|
|
|||||
649. |
|
|
|||||
650. |
|
|
|||||
651. |
|
|
|||||
652. |
|
|
|||||
653. |
|
|
|||||
654. |
|
|
|||||
655. |
|
|
|||||
656. |
|
|
|||||
657. |
|
|
|||||
658. |
|
|
|||||
659. |
|
|
|||||
660. |
|
|
|||||
661. |
|
|
|||||
662. |
|
|
|||||
663. |
|
|
|||||
664. |
|
|
|||||
665. |
|
|
|||||
666. |
|
|
|||||
667. |
|
|
|||||
668. |
|
|
|||||
669. |
|
|
|||||
670. |
|
|
|||||
671. |
|
|
|||||
672. |
|
|
|||||
673. |
|
|
|||||
674. |
|
|
|||||
675. |
|
|
|||||
676. |
|
|
|||||
677. |
|
|
|||||
678. |
|
|
|||||
679. |
|
|
|||||
680. |
|
|
|||||
681. |
|
|
|||||
682. |
|
|
|||||
683. |
|
|
|||||
684. |
|
|
|||||
685. |
|
|
|||||
686. |
|
|
|||||
687. |
|
|
|||||
688. |
|
|
|||||
689. |
|
|
|||||
690. |
|
|
|||||
691. |
|
|
|||||
692. |
|
|
|||||
693. |
|
|
|||||
694. |
|
|
|||||
695. |
|
|
|||||
696. |
|
|
|||||
697. |
|
|
|||||
698. |
|
|
|||||
699. |
|
|
|||||
700. |
|
|
|||||
701. |
|
|
|||||
702. |
|
|
|||||
703. |
|
|
|||||
704. |
|
|
|||||
705. |
|
|
|||||
706. |
|
|
|||||
707. |
|
|
|||||
708. |
|
|
|||||
709. |
|
|
|||||
710. |
|
|
|||||
711. |
|
|
|||||
712. |
|
|
|||||
713. |
|
|
|||||
714. |
|
|
|||||
715. |
|
|
|||||
716. |
|
|
|||||
717. |
|
|
|||||
718. |
|
|
|||||
719. |
|
|
|||||
720. |
|
|
|||||
721. |
|
|
|||||
722. |
|
|
|||||
723. |
|
|
|||||
724. |
|
|
|||||
725. |
|
|
|||||
726. |
|
|
|||||
727. |
|
|
|||||
728. |
|
|
|||||
729. |
|
|
|||||
730. |
|
|
|||||
731. |
|
|
|||||
732. |
|
|
|||||
733. |
|
|
|||||
734. |
|
|
|||||
735. |
|
|
|||||
736. |
|
|
|||||
737. |
|
|
|||||
738. |
|
|
|||||
739. |
|
|
|||||
740. |
|
|
|||||
741. |
|
|
|||||
742. |
|
|
|||||
743. |
|
|
|||||
744. |
|
|
|||||
745. |
|
|
|||||
746. |
|
|
|||||
747. |
|
|
|||||
748. |
|
|
|||||
749. |
|
|
|||||
750. |
|
|
|||||
751. |
|
|
|||||
752. |
|
|
|||||
753. |
|
|
|||||
754. |
|
|
|||||
755. |
|
|
|||||
756. |
|
|
|||||
757. |
|
|
|||||
758. |
|
|
|||||
759. |
|
|
|||||
760. |
|
|
|||||
761. |
|
|
|||||
762. |
|
|
|||||
763. |
|
|
|||||
764. |
|
|
|||||
765. |
|
|
|||||
766. |
|
|
|||||
767. |
|
|
|||||
768. |
|
|
|||||
769. |
|
|
|||||
770. |
|
|
|||||
771. |
|
|
|||||
772. |
|
|
|||||
773. |
|
|
|||||
774. |
|
|
|||||
775. |
|
|
|||||
776. |
|
|
|||||
777. |
|
|
|||||
778. |
|
|
|||||
779. |
|
|
|||||
780. |
|
|
|||||
781. |
|
|
|||||
782. |
|
|
|||||
783. |
|
|
|||||
784. |
|
|
|||||
785. |
|
|
|||||
786. |
|
|
|||||
787. |
|
|
|||||
788. |
|
|
|||||
789. |
|
|
|||||
790. |
|
|
|||||
791. |
|
|
|||||
792. |
|
|
|||||
793. |
|
|
|||||
794. |
|
|
|||||
795. |
|
|
|||||
796. |
|
|
|||||
797. |
|
|
|||||
798. |
|
|
|||||
799. |
|
|
|||||
800. |
|
|
|||||
801. |
|
|
|||||
802. |
|
|
|||||
803. |
|
|
|||||
804. |
|
|
|||||
805. |
|
|
|||||
806. |
|
|
|||||
807. |
|
|
|||||
808. |
|
|
|||||
809. |
|
|
|||||
810. |
|
|
|||||
811. |
|
|
|||||
812. |
|
|
|||||
813. |
|
|
|||||
814. |
|
|
|||||
815. |
|
|
|||||
816. |
|
|
|||||
817. |
|
|
|||||
818. |
|
|
|||||
819. |
|
|
|||||
820. |
|
|
|||||
821. |
|
|
|||||
822. |
|
|
|||||
823. |
|
|
|||||
824. |
|
|
|||||
825. |
|
|
|||||
826. |
|
|
|||||
827. |
|
|
|||||
828. |
|
|
|||||
829. |
|
|
|||||
830. |
|
|
|||||
831. |
|
|
|||||
832. |
|
|
|||||
833. |
|
|
|||||
834. |
|
|
|||||
835. |
|
|
|||||
836. |
|
|
|||||
837. |
|
|
|||||
838. |
|
|
|||||
839. |
|
|
|||||
840. |
|
|
|||||
841. |
|
|
|||||
842. |
|
|
|||||
843. |
|
|
|||||
844. |
|
|
|||||
845. |
|
|
|||||
846. |
|
|
|||||
847. |
|
|
|||||
848. |
|
|
|||||
849. |
|
|
|||||
850. |
|
|
|||||
851. |
|
|
|||||
852. |
|
|
|||||
853. |
|
|
|||||
854. |
|
|
|||||
855. |
|
|
|||||
856. |
|
|
|||||
857. |
|
|
|||||
858. |
|
|
|||||
859. |
|
|
|||||
860. |
|
|
|||||
861. |
|
|
|||||
862. |
|
|
|||||
863. |
|
|
|||||
864. |
|
|
|||||
865. |
|
|
|||||
866. |
|
|
|||||
867. |
|
|
|||||
868. |
|
|
|||||
869. |
|
|
|||||
870. |
|
|
|||||
871. |
|
|
|||||
872. |
|
|
|||||
873. |
|
|
|||||
874. |
|
|
|||||
875. |
|
|
|||||
876. |
|
|
|||||
877. |
|
|
|||||
878. |
|
|
|||||
879. |
|
|
|||||
880. |
|
|
|||||
881. |
|
|
|||||
882. |
|
|
|||||
883. |
|
|
|||||
884. |
|
|
|||||
885. |
|
|
|||||
886. |
|
|
|||||
887. |
|
|
|||||
888. |
|
|
|||||
889. |
|
|
|||||
890. |
|
|
|||||
891. |
|
|
|||||
892. |
|
|
|||||
893. |
|
|
|||||
894. |
|
|
|||||
895. |
|
|
|||||
896. |
|
|
|||||
897. |
|
|
|||||
898. |
|
|
|||||
899. |
|
|
|||||
900. |
|
|
|||||
901. |
|
|
|||||
902. |
|
|
|||||
903. |
|
|
|||||
904. |
|
|
|||||
905. |
|
|
|||||
906. |
|
|
|||||
907. |
|
|
|||||
908. |
|
|
|||||
909. |
|
|
|||||
910. |
|
|
|||||
911. |
|
|
|||||
912. |
|
|
|||||
913. |
|
|
|||||
914. |
|
|
|||||
915. |
|
|
|||||
916. |
|
|
|||||
917. |
|
|
|||||
918. |
|
|
|||||
919. |
|
|
|||||
920. |
|
|
|||||
921. |
|
|
|||||
922. |
|
|
|||||
923. |
|
|
|||||
924. |
|
|
|||||
925. |
|
|
|||||
Mandalay |
|||||||
926. |
|
|
|||||
927. |
|
|
|||||
928. |
|
|
|||||
929. |
|
|
|||||
930. |
|
|
|||||
931. |
|
|
|||||
932. |
|
|
|||||
933. |
|
|
|||||
934. |
|
|
|||||
935. |
|
|
|||||
936. |
|
|
|||||
937. |
|
|
|||||
938. |
|
|
|||||
939. |
|
|
|||||
940. |
|
|
|||||
941. |
|
|
|||||
942. |
|
|
|||||
943. |
|
|
|||||
944. |
|
|
|||||
945. |
|
|
|||||
946. |
|
|
|||||
947. |
|
|
|||||
948. |
|
|
|||||
949. |
|
|
|||||
950. |
|
|
|||||
951. |
|
|
|||||
952. |
|
|
|||||
953. |
|
|
|||||
954. |
|
|
|||||
955. |
|
|
|||||
956. |
|
|
|||||
957. |
|
|
|||||
958. |
|
|
|||||
959. |
|
|
|||||
960. |
|
|
|||||
961. |
|
|
|||||
962. |
|
|
|||||
963. |
|
|
|||||
964. |
|
|
|||||
965. |
|
|
|||||
966. |
|
|
|||||
967. |
|
|
|||||
968. |
|
|
|||||
969. |
|
|
|||||
970. |
|
|
|||||
971. |
|
|
|||||
972. |
|
|
|||||
973. |
|
|
|||||
974. |
|
|
|||||
975. |
|
|
|||||
976. |
|
|
|||||
977. |
|
|
|||||
978. |
|
|
|||||
979. |
|
|
|||||
980. |
|
|
|||||
981. |
|
|
|||||
982. |
|
|
|||||
983. |
|
|
|||||
984. |
|
|
|||||
985. |
|
|
|||||
986. |
|
|
|||||
987. |
|
|
|||||
988. |
|
|
|||||
989. |
|
|
|||||
990. |
|
|
|||||
991. |
|
|
|||||
992. |
|
|
|||||
993. |
|
|
|||||
Da Wei/Kawthaung |
|||||||
994. |
Bhone Han Gyaw Bayint Naung Market, Da Wei, Thanin Thayi Division |
|
|||||
995. |
Phone Han Gyaw Infornt of Bayint Naung Market, Da Wei, Thanin Thayi Division |
|
|||||
Myeik |
|||||||
996. |
|
|
|||||
997. |
|
|
|||||
Pakokku |
|||||||
998. |
|
|
|||||
999. |
|
|
|||||
1000. |
|
|
|||||
1001. |
|
|
|||||
1002. |
|
|
|||||
1003. |
|
|
|||||
1004. |
|
|
|||||
1005. |
|
|
|||||
Magway |
|||||||
1006. |
|
|
|||||
Min Bu |
|||||||
1007. |
|
|
|||||
Myingyan |
|||||||
1008. |
|
|
|||||
Pyinmana |
|||||||
1009. |
|
|
|||||
1010. |
|
|
|||||
1011. |
|
|
|||||
1012. |
|
|
|||||
1013. |
|
|
|||||
1014. |
|
|
|||||
Monywa |
|||||||
1015. |
|
|
|||||
1016. |
|
|
|||||
1017. |
|
|
|||||
1018. |
|
|
|||||
1019. |
|
|
|||||
Sagaing |
|||||||
1020. |
|
|
|||||
Kale |
|||||||
1021. |
|
|
|||||
Pharkant |
|||||||
1022. |
|
|
|||||
Shwebo |
|||||||
1023. |
|
|
|||||
1024. |
Myo Min Chit Shwebo. Sagaing Division |
|
|||||
1025. |
|
|
|||||
Taunggyi |
|||||||
1026. |
|
|
|||||
Lashio |
|||||||
1027. |
|
|
|||||
1028. |
|
|
|||||
JADE EN JADEPRODUCTEN |
|||||||
1029. |
|
|
|||||
1030. |
|
|
|||||
1031. |
|
|
|||||
1032. |
|
|
|||||
1033. |
|
|
|||||
1034. |
|
|
|||||
1035. |
|
|
|||||
1036. |
|
|
|||||
1037. |
|
|
|||||
1038. |
|
|
|||||
1039. |
|
|
|||||
1040. |
|
|
|||||
1041. |
|
|
|||||
1042. |
|
|
|||||
1043. |
|
|
|||||
1044. |
|
|
|||||
1045. |
|
|
|||||
1046. |
|
|
|||||
1047. |
|
|
|||||
1048. |
|
|
|||||
1049. |
|
|
|||||
1050. |
|
|
|||||
1051. |
|
|
|||||
1052. |
|
|
|||||
1053. |
|
|
|||||
1054. |
|
|
|||||
1055. |
|
|
|||||
1056. |
|
|
|||||
ZILVERSMEDEN EN ZILVERWERK |
|||||||
1057. |
|
|
|||||
1058. |
|
|
|||||
1059. |
|
|
|||||
1060. |
|
|
|||||
1061. |
|
|
|||||
1062. |
|
|
|||||
1063. |
|
|
|||||
1064. |
|
|
|||||
1065. |
|
|
|||||
1066. |
|
|
|||||
1067. |
|
|
|||||
1068. |
|
|
|||||
1069. |
|
|
|||||
1070. |
|
|
|||||
1071. |
|
|
|||||
1072. |
|
|
|||||
1073. |
|
|
|||||
1074. |
|
|
|||||
1075. |
|
|
|||||
1076. |
|
|
|||||
1077. |
|
|
|||||
1078. |
|
|
|||||
1079. |
|
|
|||||
1080. |
|
|
|||||
1081. |
|
|
|||||
1082. |
|
|
|||||
1083. |
|
|
|||||
1084. |
|
|
|||||
1085. |
|
|
|||||
1086. |
|
|
|||||
1087. |
|
|
|||||
ZILVERSMEDEN BUITEN YANGON |
|||||||
Mandalay |
|||||||
1088. |
|
|
|||||
1089. |
|
|
|||||
1090. |
|
|
|||||
1091. |
|
|
|||||
Sagaing |
|||||||
1092. |
Ba Hmin (U) & Khin Lay (Daw) Ywa Hltaung Ward, Sagaing |
|
|||||
1093. |
Ba Thi (U) Silversmith Ywa Hltaung (Near Mandalay) Sagaing |
|
|||||
1094. |
Hla Thaung (U) & Win May (Daw) Ywa Hltaung Ward, Sagaing |
|
|||||
1095. |
|
|
|||||
1096. |
|
|
|||||
Taunggyi |
|||||||
1097. |
|
|
BIJLAGE II
Lijst bedoeld in de artikelen 9, 10 en 13
Toelichtende noot:
1. |
Aliassen of spellingvarianten gaan vergezeld van de vermelding „ook bekend onder d naam”. |
2. |
Met „geb.” wordt de geboortedatum bedoeld. |
3. |
Met „gpl.” wordt de geboorteplaats bedoeld. |
4. |
Tenzij anders gepreciseerd, zijn alle paspoorten en identiteitskaarten die van irma/Myanmar. |
A. VOORMALIGE RAAD VOOR VREDE EN ONTWIKKELING (SPDC)
# |
Naam (en eventuele aliassen) |
Nadere gegevens (functie/titel, geboortedatum en -plaats, nummer paspoort/identiteitsbewijs, echtgeno(o)t(e) of zoon/dochter van …) |
Geslacht (M/V) |
A1a |
Opperbevelhebber generaal Than Shwe |
Voorzitter van de SPDC, geb. 02.02.1933 |
M |
A1b |
Kyaing Kyaing |
Echtgenote van opperbevelhebber gen. Than Shwe |
V |
A1c |
Thandar Shwe |
Dochter van opperbevelhebber gen. Than Shwe |
V |
A1d |
Majoor Zaw Phyo Win |
Echtgenoot van Thandar Shwe Adjunct-directeur export, ministerie van Handel |
M |
A1e |
Khin Pyone Shwe |
Dochter van opperbevelhebber gen. Than Shwe |
V |
A1f |
Aye Aye Thit Shwe |
Dochter van opperbevelhebber gen. Than Shwe |
V |
A1g |
Tun Naing Shwe, ook bekend onder de naam Tun Tun Naing |
Zoon van opperbevelhebber gen. Than Shwe Eigenaar van J and J Company |
M |
A1h |
Khin Thanda |
Echtgenote van Tun Naing Shwe |
V |
A1i |
Kyaing San Shwe |
Zoon van opperbevelhebber gen. Than Shwe |
M |
A1j |
Dr. Khin Win Sein |
Echtgenote van Kyaing San Shwe |
V |
A1k |
Thant Zaw Shwe, ook bekend onder de naam Maung Maung |
Zoon van opperbevelhebber gen. Than Shwe |
M |
A1l |
Dewar Shwe |
Dochter van opperbevelhebber gen. Than Shwe |
V |
A1m |
Kyi Kyi Shwe, ook bekend onder de naam Ma Aw |
Dochter van opperbevelhebber gen. Than Shwe |
V |
A1n |
Lt.-Kol. Nay Soe Maung |
Echtgenoot van Kyi Kyi Shwe |
M |
A1o |
Pho La Pyae (Volle Maan), ook bekend onder de naam Nay Shwe Thway Aung |
Zoon van Kyi Kyi Shwe en Nay Soe Maung, directeur van Yadanabon Cybercity |
M |
A2a |
Vice-opperbevelhebber gen. Maung Aye |
Vicevoorzitter van de SPDC, geb. 25.12.1937 |
M |
A2b |
Mya Mya San |
Echtgenote van vice-opperbevelhebber gen. Maung Aye |
V |
A2c |
Nandar Aye |
Dochter van vice-opperbevelhebber gen. Maung Aye, echtgenote van majoor Pyi Aung. Eigenaar van Queen Star Computer Co. |
V |
A3a |
Lt.-gen. Min Aung Hlaing |
Voormalig Hoofd bureau speciale operaties 2. Toekomstig opperbevelhebber |
M |
A3b |
Kyu Kyu Hla |
Echtgenote van Lt.-gen. Min Aung Hlaing |
V |
A4a |
Arnt Maung |
Directeur-generaal in ruste, directoraat religieuze zaken |
M |
B. REGIONALE BEVELHEBBERS
# |
Naam |
Nadere gegevens (incl. commando) |
Geslacht (M/V) |
B1a |
Brig.-gen. Tun Than |
Voormalige LID 77, Bago. Commando Yangon - Mingalardon (regio Yangon) |
M |
B2a |
Brig.-gen. Ye Aung |
Centraal commando - Mandalay (regio Mandalay) |
M |
B3a |
Brig.-gen. Soe Lwin |
Commando Noordwesten - Sagaing (regio Sagaing) |
M |
B4a |
Brig.-gen. Zayar Aung, ook bekend onder de naam Zeya Aung |
Commando Noorden - Myitkyina (Deelstaat Kachin) |
M |
B5a |
Brig.-Gen. Aung Kyaw Zaw |
Voormalige LID 77. Commando Noordoosten - Lashio (Deelstaat Noord-Shan ) |
M |
B6a |
Brig.-gen. Than Tun Oo |
Commando Driehoek-regio - Kentung (Deelstaat Oost-Shan) |
M |
B7a |
Brig.-gen. San Oo, ook bekend onder de naam Hsan Oo |
Commando Oosten - Taunggyi (Deelstaat Zuid-Shan) |
M |
B8a |
Brig.-gen. Tun Nay Lin |
Voormalig Rector/Commandant, Medische Academie Defensiediensten. Commando Zuidoosten - Mawlamyine (Deelstaten Mon en Kayin) |
M |
B9a |
Brig.-gen. Khin Maung Htay |
Commando Kustregio - Myeik (regio Tanintharyi) |
M |
B10a |
Brig.-gen. Soe Htut |
Commando Zuiden - Taungoo (regio Bago en Magwe) |
M |
B11a |
Brig.-gen. Tin Maung Win |
Commando Zuidwesten - Bassein (regio Ayeyarwady) |
M |
B12a |
Brig.-gen. Soe Thein |
Commando Westen - An (Deelstaten Rakhine en Chin) |
M |
B13a |
Brig.-gen. Maung Maung Aye |
Commando Nay Pyi Taw - Nay Pyi Taw |
M |
B14a |
San San Yee |
Echtgenote van Brig.-gen. Maung Maung Aye |
V |
B15a |
Brig-gen. Mya Tun Oo |
Commando Centraal-Oosten - Kunhing (Deelstaat Shan) |
M |
C. REGIONALE VICEBEVELHEBBERS
# |
Naam |
Nadere gegevens (incl. commando) |
Geslacht (M/V) |
C1a |
Brig.-gen. Than Htut Aung |
Centrum |
M |
C1b |
Moe Moe Nwe |
Echtgenote van Brig.-gen. Than Htut Aung |
V |
C2a |
Brig.-gen. Tin Maung Ohn |
Noordwesten |
M |
C3a |
Brig-gen. San Tun |
Noorden, geb. 02.03.1951, Rangoon/Yangon |
M |
C3b |
Tin Sein |
Echtgenote van Brig.-gen. San Tun, geb. 27.09.1950, Rangoon/ Yangon |
V |
C3c |
Ma Khin Ei Ei Tun |
Dochter van Brig.-gen. San Tun, geb. 16.09.1979, directeur van Ar Let Yone Co. Ltd |
V |
C3d |
Min Thant |
Zoon van Brig.-gen. San Tun, geb. 11.11.1982, Rangoon/ Yangon, directeur van Ar Let Yone Co. Ltd |
M |
C3e |
Khin Mi Mi Tun |
Dochter van Brig.-gen. San Tun, geb. 25.10.1984, Rangoon/ Yangon, directeur van Ar Let Yone Co. Ltd |
V |
C4a |
Brig.-gen. Hla Myint |
Noordoosten |
M |
C4b |
Su Su Hlaing |
Echtgenote van Brig.-gen. Hla Myint |
V |
C5a |
Brig.-gen. Wai Lwin |
Driehoek |
M |
C6a |
Brig.-gen. Chit Oo |
Oosten |
M |
C6b |
Kyin Myaing |
Echtgenote van Brig.-gen. Chit Oo |
V |
C7a |
Brig.-gen. Win Myint |
Vicebevelhebber regio Zuiden |
M |
C7b |
Mya Mya Aye |
Echtgenote van Brig-Gen Win Myint |
V |
C8a |
Brig.-gen. Tint Swe |
Zuidwesten |
M |
C8b |
Khin Thaung |
Echtgenote van Brig.-gen. Tint Swe |
V |
C8c |
Ye Min, ook bekend onder de naam Ye Kyaw Swar Swe |
Zoon van Brig.-gen. Tint Swe |
M |
C8d |
Su Mon Swe |
Echtgenote van Ye Min |
V |
C9a |
Brig.-gen. Tin Hlaing |
Westen |
M |
C9b |
Hla Than Htay |
Echtgenote van Brig.-gen. Tin Hlaing |
V |
C10a |
Brig.-gen. Min Zaw |
Nay Pyi Taw |
M |
D. REGERING
# |
Naam |
Nadere gegevens (incl. ministerie) |
Geslacht (M/V) |
D1a |
Thein Sein |
President en Uitvoerend Hoofd van de Republiek van de Unie van Myanmar. Voormalig minister-president. Voormalig lid van de SPDC. Voormalig voorzitter van de Partij voor de solidariteit en ontwikkeling van de Unie (USDP), geb. 20.04.1945, Pathein. |
M |
D2a |
Khin Khin Win |
Echtgenote van Thein Sein |
V |
D3a |
Tin Aung Myint Oo |
Vicepresident van de Republiek van de Unie van Myanmar. Voormalig SPDC-secretaris 1. Voormalig vicevoorzitter van de Partij voor de solidariteit en ontwikkeling van de Unie (USDP), geb. 29.05.1950 |
M |
D3b |
Khin Saw Hnin |
Echtgenote van Lt.-gen. Thiha Thura Tin Aung Myint Oo |
V |
D3c |
Kapitein Naing Lin Oo |
Zoon van Lt.-gen. Thiha Thura Tin Aung Myint Oo |
M |
D3d |
Hnin Yee Mon |
Echtgenote van Kapitein Naing Lin Oo |
V |
D4a |
Sai Mauk Kham |
Vicepresident van de Republiek van de Unie van Myanmar |
|
D5a |
Gen.-maj. Hla Min |
Minister van Defensie. Voormalig Hoofd Bureau speciale operaties 3. Voormalig regionaal bevelhebber Zuiden (divisie Bago), geb. 26.01.1958 |
M |
D6a |
Lt.-gen. Ko Ko |
Minister van Binnenlandse Zaken. Voormalig Hoofd Bureau speciale operaties 3 (Pegu, Irrawaddy, Arakan), gpl. Mandalay, geb.10.03.1956 |
M |
D6b |
Sao Nwan Khun Sum |
Echtgenote van Lt.-gen. Ko Ko |
V |
D7a |
Thein Htaik, ook bekend onder de naam Hteik, ook bekend onder de naam Htike |
Minister van Mijnbouw. Voormalig militair inspecteur-generaal, geb. 08.02.1952, gpl. Yangon |
M |
D8a |
Thein Htay |
Minister van Grensaangelegenheden en Industriële Ontwikkeling. Voormalig viceminister van Defensie, gpl. Taunggyi, geb. 07.09.1955 |
M |
D8b |
Myint Myint Khine |
Echtgenote van Gen.-maj. Thein Htay |
V |
D9a |
Soe Maung |
Kabinet van de president. Voormalig rechter-advocaat-generaal, parlementslid (Lagerhuis), geb. 20.12.1952, gpl. Yezagyo |
M |
D9b |
Nang Phyu Phyu Aye |
Echtgenote van Soe Maung |
V |
D10a |
Aye Myint |
Minister van Wetenschap en Technologie. Voormalig viceminister van Defensie |
M |
D11a |
Soe Thein |
Minister van Industrie 2. Parlementslid (Lagerhuis), gpl. Yangon, geb. 07.09.1949 |
M |
D11b |
Khin Aye Kyin, ook bekend onder de naam Aye Aye |
Echtgenote van Soe Thein |
V |
D11c |
Yimon Aye |
Dochter van Soe Thein, geb. 12.07.1980 |
V |
D11d |
Aye Chan |
Zoon van Soe Thein, geb. 23.09.1973 |
M |
D11e |
Thida Aye |
Dochter van Soe Thein, geb. 23.03.1979 |
V |
D12a |
Wunna Maung Lwin |
Minister van Buitenlandse Zaken |
M |
D13a |
Dr. Pe Thet Khin |
Minister van Volksgezondheid |
M |
D14a |
Aung Min |
Minister van Spoorvervoer, parlementslid (Lagerhuis), gpl. Yangon, geb. 20.11.1949 |
M |
D14b |
Wai Wai Thar, ook bekend onder de naam Wai Wai Tha |
Echtgenote van Aung Min |
V |
D14c |
Aye Min Aung |
Dochter van Aung Min |
V |
D14d |
Htoo Char Aung |
Zoon van Aung Min |
M |
D15a |
Khin Yi |
Minister van Immigratie en Arbeidskrachten. Voormalig directeur-generaal Politie Myanmar, geb. 29.12.1952, gpl. Myaung Mya |
M |
D15b |
Khin May Soe |
Echtgenote van Khin Yi |
V |
D16a |
Myint Hlaing |
Minister van Landbouw en Irrigatie. Voormalig Chef-staf (luchtmacht); gpl. Mogok, geb. 13.08.1953 |
M |
D17a |
Thura Myint Maung |
Minister van Religieuze Zaken, gpl. Yesagyo, geb. 19.01.1941 |
M |
D17b |
Aung Kyaw Soe |
Zoon van Thura Myint Maung |
M |
D17c |
Su Su Sandi |
Echtgenote van Aung Kyaw Soe |
V |
D17d |
Zin Myint Maung |
Dochter van Thura Myint Maung |
V |
D18a |
Khin Maung Myint |
Minister van Openbare Werken. Voormalig minister van Elektriciteitsvoorziening 2. Parlementslid (Lagerhuis), gpl. Sagaing, geb. 24.05.1951 |
M |
D18b |
Win Win Nu |
Echtgenote van Khin Maung Myint |
V |
D19a |
Tin Naing Thein |
Minister van Nationale Planning, Veeteelt en Visserij. Voormalig minister van Handel, voormalig viceminister van Bosbouw. Parlementslid (Lagerhuis) |
M |
D19b |
Aye Aye |
Echtgenote van Tin Naing Thein |
V |
D20a |
Kyaw Swa Khaing |
Minister van Industrie 1. Voormalig viceminister van Industrie 2 |
M |
D20b |
Khin Phyu Mar |
Echtgenote van Kyaw Swa Khaing |
V |
D21a |
Than Htay |
Minister van Energie. Voormalig viceminister van Energie, parlementslid (Lagerhuis), gpl. Myanaung, geb. 12.11.1954 |
M |
D21b |
Soe Wut Yi |
Echtgenote van Than Htay |
V |
D22a |
Dr. Mya Aye |
Minister van Onderwijs |
|
D23a |
Zaw Min |
Minister van Elektriciteitsvoorziening 1. Parlementslid (Lagerhuis), geb. 30.10.1951, gpl. Bago |
M |
D23b |
Khin Mi Mi |
Echtgenote van Zaw Min |
V |
D24a |
Khin Maung Soe |
Minister van Elektriciteitsvoorziening 2. |
|
D25a |
Hla Tun |
Minister van Financiën en Planning. Voormalig minister van Financiën en Belastingen; parlementslid (Lagerhuis), geb. 11.07.1951, gpl. Yangon |
M |
D25b |
Khin Than Win |
Echtgenote van Hla Tun |
V |
D26a |
Thein Nyunt |
Kabinet van de President/ Veeteelt. Voormalig minister van de Vooruitgang in Grensgebieden, Etnische Groepen en Ontwikkeling, en burgemeester van Naypyidaw; parlementslid (Lagerhuis), gpl. Maubin, geb. 08.10.1948 |
M |
D27a |
Kyin Khaing, ook bekend onder de naam Kyin Khine |
Echtgenote van Thein Nyunt |
V |
D28a |
(Wunna Kyaw Htin) Win Myint |
Minister van Economische Ontwikkeling. Voorzitter van de Unie van de Kamers van Koophandel en Industrie van Myanmar (UMFCCI), eigenaar van Shwe Nagar Min Co. en eigenaar van Zeya Shwe Myay Football Club. Nieuwe positie: parlementslid (Lagerhuis), gpl. Ye Oo, geb. 21.04.1954 |
M |
D29a |
Tint Hsan |
Minister van Hotelwezen en Toerisme en minister van Sport |
|
D30a |
Kyaw Hsan |
Minister van Informatie en Cultuur, parlementslid (Lagerhuis). Voormalig lid van de Partij voor de solidariteit en ontwikkeling van de Unie (USDP), gpl. Monywa, geb.20.05.1948. |
M |
D31b |
Kyi Kyi Win |
Echtgenote van Kyaw Hsan. Hoofd van de Dienst Voorlichting van de Federatie Vrouwenzaken van Myanmar |
V |
D32a |
Win Tun |
Minister van Bosbouw |
M |
D33a |
Aung Kyi |
Minister van Arbeid, Sociale Zaken, Bijstand en Hervestiging. Voormalig minister van Werkgelegenheid/Arbeid (op 08.10.2007 benoemd tot minister van Betrekkingen, belast met de betrekkingen met Aung San Suu Kyi), parlementslid (Lagerhuis), gpl. Yangon, geb. 01.11.1946 |
M |
D33b |
Thet Thet Swe |
Echtgenote van Aung Kyi |
V |
D34a |
Ohn Myint |
Minister van Coöperaties. Voormalig viceminister van Landbouw en Irrigatie. |
M |
D34b |
Thet War |
Echtgenote van Ohn Myint |
V |
D35a |
Thein Htun |
Minister van Post en Telecommunicatie |
M |
D36a |
Nyan Htun Aung |
Minister van Vervoer |
M |
D37a |
Htay Oo |
Voormalig minister van Landbouw en Irrigatie. Voormalig secretaris-generaal van de USDA. Voormalig secretaris-generaal van de Partij voor de solidariteit en ontwikkeling van de Unie (USDP); geb. 20.01.1950, gpl. Hintada, paspoortnr. DM 105413, ID-kaart nr. 10/Khatana (N) 009325 |
M |
D37b |
Ni Ni Win |
Echtgenote van Htay Oo |
V |
D37c |
Thein Zaw Nyo |
Jongste zoon van Htay Oo |
M |
D38a |
Tin Htut |
Voormalig minister van Coöperaties. Parlementslid (Lagerhuis) |
M |
D38b |
Tin Tin Nyunt |
Echtgenote van Tin Htut |
V |
D39a |
Khin Aung Myint |
Voormalig minister van Cultuur. Parlementslid (Hogerhuis), voorzitter van het Hogerhuis. Voormalig lid van de Partij voor de solidariteit en ontwikkeling van de Unie (USDP) |
M |
D39b |
Khin Phyone |
Echtgenote van Khin Aung Myint |
V |
D40a |
Dr. Chan Nyein |
Voormalig minister van Onderwijs, voormalig viceminister van Wetenschap en Technologie. Voormalig lid van de Partij voor de solidariteit en ontwikkeling van de Unie (USDP). Parlementslid (Lagerhuis), geb. 15.12.1944 |
M |
D40b |
Sandar Aung |
Echtgenote van Dr. Chan Nyein |
V |
D41a |
Lun Thi |
Voormalig minister van Energie, parlementslid (Lagerhuis), geb. 18.07.1940 |
M |
D41b |
Khin Mar Aye |
Echtgenote van Lun Thi |
V |
D41c |
Mya Sein Aye |
Dochter van Lun Thi |
V |
D41d |
Zin Maung Lun |
Zoon van Lun Thi |
M |
D41e |
Zar Chi Ko |
Echtgenote van Zin Maung Lun |
V |
D42a |
Prof. Dr. Kyaw Myint |
Voormalig minister van Volksgezondheid, parlementslid (Lagerhuis), geb. 1940 |
M |
D42b |
Nilar Thaw |
Echtgenote van Prof. Dr. Kyaw Myint |
V |
D43a |
Maung Oo |
Voormalig minister van Binnenlandse Zaken en voormalig minister van Immigratie en Bevolking, parlementslid (Lagerhuis), geb. 1952 |
M |
D43b |
Nyunt Nyunt Oo |
Echtgenote van Maung Oo |
V |
D44a |
Maung Maung Swe |
Voormalig minister van Sociale Zaken, Bijstand en Hervestiging, parlementslid (Lagerhuis) |
M |
D44b |
Tin Tin Nwe |
Echtgenote van Maung Maung Swe |
V |
D44c |
Ei Thet Thet Swe |
Dochter van Maung Maung Swe |
V |
D44d |
Kaung Kyaw Swe |
Zoon van Maung Maung Swe |
M |
D45a |
Aung Thaung |
Voormalig minister van Industrie 1, parlementslid (Lagerhuis). Voormalig lid van de Partij voor de solidariteit en ontwikkeling van de Unie (USDP) |
M |
D45b |
Khin Khin Yi |
Echtgenote van Aung Thaung |
V |
D45c |
Majoor Moe Aung |
Zoon van Aung Thaung |
M |
D45d |
Dr. Aye Khaing Nyunt |
Echtgenote van Majoor Moe Aung |
V |
D45e |
Nay Aung |
Zoon van Aung Thaung, zakenman, directeur, Aung Yee Phyoe Co. Ltd (Bijlage III, IV, nr. 36) en directeur IGE Co. Ltd (Bijlage III, IV, nr. 35) |
M |
D45f |
Khin Moe Nyunt |
Echtgenote van Nay Aung |
V |
D45g |
Majoor Pyi Aung, ook bekend onder de naam Pye Aung |
Zoon van Aung Thaung (gehuwd met A2c). Directeur IGE Co.Ltd |
M |
D45h |
Khin Ngu Yi Phyo |
Dochter van Aung Thaung |
V |
D45i |
Dr. Thu Nanda Aung |
Dochter van Aung Thaung |
V |
D45j |
Aye Myat Po Aung |
Dochter van Aung Thaung |
V |
D46a |
Maung Maung Thein |
Voormalig minister van Veeteelt en Visserij, parlementslid (Lagerhuis) |
M |
D46b |
Myint Myint Aye |
Echtgenote van Maung Maung Thein |
V |
D46c |
Min Thein, ook bekend onder de naam Ko Pauk |
Zoon van Maung Maung Thein |
M |
D47a |
Soe Tha |
Voormalig minister van Nationale Planning en Economische Ontwikkeling, parlementslid (Lagerhuis), geb. 07.11.1944 |
M |
D47b |
Kyu Kyu Win |
Echtgenote van Soe Tha, geb. 03.11.1949 |
V |
D47c |
Kyaw Myat Soe, ook bekend onder de naam Aung Myat Soe |
Zoon van Soe Tha, geb. 14.02.1973/07.10.1974, thans in Australië |
M |
D47d |
Wei Wei Lay |
Echtgenote van Kyaw Myat Soe, geb. 12.09.1978/18.08.1975, thans in Australië |
V |
D47e |
Aung Soe Tha |
Zoon van Soe Tha, geb. 05.10.1980 |
M |
D47f |
Myat Myitzu Soe |
Dochter van Soe Tha, geb. 14.02.1973 |
V |
D47g |
San Thida Soe |
Dochter van Soe Tha, geb. 12.09.1978 |
V |
D47h |
Phone Myat Soe |
Zoon van Soe Tha, geb. 03.03.1983 |
M |
D48a |
Thaung |
Voormalig minister van Wetenschap en Technologie; parlementslid (Lagerhuis), geb. 06.07.1937, gpl. Kyaukse |
M |
D48b |
May Kyi Sein |
Echtgenote van Thaung |
V |
D48c |
Aung Kyi |
Zoon van Thaung, geb. 1971 |
M |
D49a |
Thura Aye Myint |
Voormalig minister van Sport, parlementslid (Lagerhuis) |
M |
D49b |
Aye Aye |
Echtgenote van Thura Aye Myint |
V |
D49c |
Nay Linn |
Zoon van Thura Aye Myint |
M |
D50a |
Thein Zaw |
Voormalig minister van Telecommunicatie, Post en Telegrafie, parlementslid (Lagerhuis) |
M |
D50b |
Mu Mu Win |
Echtgenote van Thein Zaw |
V |
D51a |
Thein Swe |
Voormalig minister van Vervoer (voorheen Kabinet van de minister-president), parlementslid (Lagerhuis) |
M |
D51b |
Mya Theingi |
Echtgenote van Thein Swe |
V |
D52a |
Soe Naing |
Voormalig minister van Hotelwezen en Toerisme, parlementslid (Lagerhuis) |
M |
D52b |
Tin Tin Latt |
Echtgenote van Soe Naing |
V |
D52c |
Wut Yi Oo |
Dochter van Soe Naing |
V |
D52d |
Kapitein Htun Zaw Win |
Echtgenoot van Wut Yi Oo |
M |
D52e |
Yin Thu Aye |
Dochter van Soe Naing |
V |
D52f |
Yi Phone Zaw |
Zoon van Soe Naing |
M |
D53a |
Kyaw Thu |
Voorzitter van het Bestuur Selectie en Opleiding voor de Overheid, geb. 15.08.1949 |
M |
D53b |
Lei Lei Kyi |
Echtgenote van Kyaw Thu |
V |
E. VICEMINISTERS
# |
Naam |
Nadere gegevens (incl. ministerie) |
Geslacht (M/V) |
E1a |
Gen.-maj. Kyaw Nyunt |
Viceminister van Defensie |
M |
E2a |
Kol. Aung Thaw |
Viceminister van Defensie |
M |
E3a |
Gen.-maj. Zaw Win |
Viceminister van Grensaangelegenheden. Voormalig Commandant Bataljon Lon Htein, Basis 3, Shwemyayar |
M |
E4a |
Maung Myint |
Viceminister van Buitenlandse Zaken, geb. 21.05.1958, gpl. Mandalay |
M |
E4b |
Dr. Khin Mya Win |
Geb. 21.01.1956, echtgenote van Maung Myint |
V |
E5a |
Dr. Myo Myint |
Viceminister van Buitenlandse Zaken |
M |
E6a |
Soe Win |
Viceminister van Informatie |
M |
E7a |
Ohn Than |
Viceminister van Landbouw en Irrigatie |
M |
E8a |
Khin Zaw |
Viceminister van Landbouw en Irrigatie |
M |
E9a |
Win Than |
Viceminister van Financiën en Belastingen |
M |
E10a |
Soe Tint |
Viceminister van Openbare Werken |
M |
E11a |
Kyaw Lwin |
Viceminister van Openbare Werken |
M |
E12a |
Dr. Kan Zaw |
Viceminister van Nationale Planning en Economische Ontwikkeling |
M |
E13a |
Dr. Pwint Hsan |
Viceminister van Handel |
M |
E14a |
Tint Lwin |
Viceminister van Telecommunicatie, Post en Telegrafie |
M |
E15a |
Phone Swe |
Viceminister van Sociale Zaken, Bijstand en Hervestiging. Voormalig viceminister van Binnenlandse Zaken, parlementslid (Lagerhuis) |
M |
E15b |
San San Wai |
Echtgenote van Brig.-gen. Phone Swe |
V |
E16a |
Than Tun |
Viceminister van Coöperaties |
M |
E17a |
Myint Thein |
Viceminister van Vervoer. Voormalig rechter in het Hooggerechtshof |
M |
E18a |
Win Shein |
Viceminister van Arbeid Voormalig commandant, Hoofdkwartier Marineopleiding |
M |
E19a |
Htay Aung |
Viceminister van Hotelwezen en Toerisme |
M |
E20a |
Thein Aung |
Viceminister van Industrie 1 |
M |
E21a |
Myo Aung |
Viceminister van Industrie 2 |
M |
E22a |
Thura U Thaung Lwin |
Viceminister van Spoorvervoer |
M |
E23a |
Thant Shin |
Viceminister van Spoorvervoer |
M |
E24a |
Soe Aung |
Viceminister van Energie |
M |
E25a |
Myint Zaw |
Viceminister van Elektriciteitsvoorziening 1 |
M |
E26a |
Aung Than Oo |
Viceminister van Elektriciteitsvoorziening 2 |
M |
E27a |
Aye Kyu |
Viceminister van Onderwijs |
M |
E28a |
Ba Shwe |
Viceminister van Onderwijs |
M |
E29a |
Dr. (Daw) Myat Myat Ohn Khin |
Viceminister van Volksgezondheid |
M |
E30a |
Dr. Win Myint |
Viceminister van Volksgezondheid |
M |
E31a |
(Daw) Sanda Khin |
Viceminister van Cultuur |
M |
E32a |
Dr. Maung Maung Htay |
Viceminister van Religieuze Zaken |
M |
E33a |
Dr. Ko Ko Oo |
Viceminister van Wetenschap en Technologie. |
M |
E34a |
Kyaw Kyaw Win |
Viceminister van Immigratie en Bevolking |
M |
E35a |
Aye Myint Kyu |
Viceminister van Sport |
M |
E36a |
Han Sein |
Viceminister van Industriële Ontwikkeling van Myanmar |
M |
E37a |
Chan Maung |
Viceminister van Industriële Ontwikkeling van Myanmar |
M |
E38a |
Khin Maung Aye |
Viceminister van Veeteelt en Visserij |
M |
E39 |
Kyaw Zan Myint |
Viceminister van Binnenlandse Zaken |
M |
E39a |
Aung Tun |
Voormalig viceminister van Handel, parlementslid (Lagerhuis); voorzitter van de Commissie Begroting |
M |
E40a |
Myint Thein |
Voormalig viceminister van Openbare Werken |
M |
E40b |
Mya Than |
Echtgenote van Myint Thein |
V |
E41a |
Tint Swe |
Voormalig viceminister van Openbare Werken, geb. 07.11.1936 |
M |
E42a |
Aung Myo Min |
Voormalig viceminister van Onderwijs |
M |
E42b |
Thazin Nwe |
Echtgenote van Aung Myo Min |
V |
E42c |
Si Thun Aung |
Zoon van Aung Myo Min |
M |
E43a |
Myo Myint |
Voormalig viceminister van Elektriciteitsvoorziening 1, parlementslid (Lagerhuis) |
M |
E43b |
Tin Tin Myint |
Echtgenote van Myo Myint |
V |
E44a |
Hla Thein Swe |
Voormalig viceminister van Financiën en Belastingen, geb. 08.03.1957 |
M |
E44b |
Thida Win |
Echtgenote van Hla Thein Swe |
V |
E45a |
Win Myint |
Voormalig viceminister van Elektriciteitsvoorziening 2, parlementslid (Hogerhuis) |
M |
E45b |
Tin Ma Ma Than |
Echtgenote van Win Myint |
V |
E46a |
Prof. Dr. Mya Oo |
Voormalig viceminister van Volksgezondheid, parlementslid (Hogerhuis), geb. 25.01.1940 |
M |
E46b |
Tin Tin Mya |
Echtgenote van Prof. Dr. Mya Oo |
V |
E46c |
Dr. Tun Tun Oo |
Zoon van Prof. Dr. Mya Oo, geb. 26.07.1965 |
M |
E46d |
Dr. Mya Thuzar |
Dochter van Prof. Dr. Mya Oo, geb. 23.09.1971 |
V |
E46e |
Mya Thidar |
Dochter van Prof. Dr. Mya Oo, geb. 10.06.1973 |
V |
E46f |
Mya Nandar |
Dochter van Prof. Dr. Mya Oo, geb. 29.05.1976 |
V |
E47a |
Aye Myint Kyu |
Voormalig viceminister van Hotelwezen en Toerisme |
M |
E47b |
Prof. Khin Swe Myint |
Echtgenote van Aye Myint Kyu |
V |
E48a |
Win Sein |
Voormalig viceminister van Immigratie en Bevolking, parlementslid (Lagerhuis) |
M |
E48b |
Wai Wai Linn |
Echtgenote van Win Sein |
V |
E49a |
Thein Tun |
Voormalig viceminister van Industrie 1 (toegevoegd viceminister) |
M |
E50a |
Khin Maung Kyaw |
Voormalig viceminister van Industrie 2 |
M |
E50b |
Mi Mi Wai |
Echtgenote van Khin Maung Kyaw |
V |
E51a |
Kyaw Swa Khine,ook bekend onder de naam Kyaw Swar Khaing, ook bekend onder de naam kyaw Swa Khaing |
Voormalig viceminister van Industrie 2, gpl. Yangon, geb. 28.02.1948 |
M |
E51b |
Khin Phyu Mar |
Echtgenote van Kyaw Swa Khine |
F |
E52a |
Tin Ngwe |
Voormalig minister van de Vooruitgang in Grensgebieden, Etnische Groepen en Ontwikkeling |
M |
E52b |
Khin Mya Chit |
Echtgenote van Tin Ngwe |
V |
E53a |
Thaung Lwin |
Voormalig viceminister van Spoorvervoer |
M |
E53b |
Dr. Yi Yi Htwe |
Echtgenote van Thura Thaung Lwin |
V |
E54a |
Aung Ko |
Voormalig viceminister van Religieuze Zaken, lid van het Centraal Uitvoerend Comité van de USDA |
M |
E54b |
Myint Myint Yee, ook bekend onder de naam Yi Yi Myint |
Echtgenote van Thura Aung Ko |
V |
E55a |
Kyaw Soe |
Voormalig viceminister van Wetenschap en Technologie, geb. 16.10.1944 |
M |
E56a |
Thurein Zaw |
Voormalig viceminister van Nationale Planning en Economische Ontwikkeling, parlementslid (Lagerhuis) |
M |
E56b |
Tin Ohn Myint |
Echtgenote van Thurein Zaw |
V |
E57a |
Kyaw Myin |
Voormalig viceminister van Sociale Zaken, Bijstand en Hervestiging |
M |
E57b |
Khin Nwe Nwe |
Echtgenote van Kyaw Myin |
V |
E58a |
Pe Than |
Voormalig viceminister van Spoorvervoer |
M |
E58b |
Cho Cho Tun |
Echtgenote van Pe Than |
V |
E59a |
Nyan Tun Aung |
Voormalig viceminister van Vervoer, parlementslid (Lagerhuis), gpl. Natogyi, geb. 08.06.1948 |
M |
E59b |
Wai Wai |
Echtgenote van Nyan Tun Aung |
V |
E60a |
Dr. Paing Soe |
Voormalig viceminister van Volksgezondheid (toegevoegd viceminister) |
M |
E60b |
Khin Mar Swe |
Echtgenote van Dr. Paing Soe |
V |
E61a |
Thein Tun |
Voormalig viceminister van Post en Telecommunicatie, parlementslid (Lagerhuis), gpl. Myaing, geb. 05.12.1947 |
M |
E61b |
Mya Mya Win |
Echtgenote van Thein Tun |
V |
E62a |
Tin Tun Aung |
Voormalig viceminister van Arbeid |
M |
E. EERSTE MINISTERS DEELSTATEN/ REGIO'S
# |
Naam (en eventuele aliassen) |
Nadere gegevens (functie/titel, geboortedatum en -plaats, nummer paspoort/identiteitsbewijs, echtgeno(o)t(e) of zoon/dochter van …) |
Geslacht (M/V) |
E64a |
Thar Aye, ook bekend onder de naam Tha Aye |
Eerste minister van de regio Sagaing. Voormalig Hoofd bureau speciale operaties 1 (Kachin, Chin, Sagaing), geb. 16.02.1945 (voorheen A11a) |
M |
E64b |
Wai Wai Khaing, ook bekend onder de naam Wei Wei Khaing |
Echtgenote van Thar Aye |
V |
E64c |
See Thu Aye |
Zoon van Thar Aye |
M |
E65a |
Khin Zaw |
Eerste minister van de regio Tanintharyi. Voormalig Hoofd bureau speciale operaties 4 (Karen, Mon, Tenas serim), voorheen hoofd BSO 6 sinds juni 2008 (voorheen G42a) |
M |
E65b |
Khin Pyone Win |
Echtgenote van Khin Zaw |
V |
E65c |
Kyi Tha Khin Zaw |
Zoon van Khin Zaw |
M |
E65d |
Su Khin Zaw |
Dochter van Khin Zaw |
V |
E66a |
Myint Swe |
Voormalig Hoofd bureau speciale operaties 5 (Rangoon/Yangon). Eerste minister van de regio Yangon |
M |
E66b |
Khin Thet Htay |
Echtgenote van Myint Swe |
V |
E67a |
Brig.-gen. Zaw Min |
Eerste minister van de deelstaat Karen |
M |
E67b |
Nyunt Nyunt Wai |
Echtgenote van Brig.-gen. Zaw Min |
V |
E68a |
Hone Ngaing, ook bekend onder de naam Hon Ngai |
Eerste minister van de deelstaat Chin |
M |
E68b |
Wah Wah |
Echtgenote van Brig.-gen. Hone Ngaing, ook bekend onder de naam Hon Ngai |
V |
E69a |
Nyan Win |
Voormalig minister van Buitenlandse Zaken, voormalig plaatsvervangend hoofd opleiding strijdkrachten, geb. 22.01.1953; nieuwe positie: parlementslid (Lagerhuis), eerste minister van de regio Bago |
M |
E69b |
Myint Myint Soe |
Echtgenote van Nyan Win, geb. 15.01.1953 |
V |
E70a |
Brig.-gen. Thein Aung |
Eerste minister van Ayerarwaddy, voormalig minister van Bosbouw |
M |
E70b |
Khin Htay Myint |
Echtgenote van Brig.-gen. Thein Aung |
V |
E71a |
Ohn Myint |
Eerste minister van de deelstaat Mon. Voormalig minister van Mijnbouw |
M |
E71b |
San San |
Echtgenote van Ohn Myint |
V |
E71c |
Thet Naing Oo |
Zoon van Ohn Myint |
M |
E71d |
Min Thet Oo |
Zoon van Ohn Myint |
M |
E72a |
Ye Myint |
Eerste minister van de regio Mandalay. Voormalig hoofd militaire veiligheid |
M |
E72b |
Myat Ngwe |
Echtgenote van Ye Myint |
V |
E73a |
La John Ngan Sai |
Eerste minister van de deelstaat Kachin |
M |
E74a |
Khin Maung Oo, ook bekend onder de naam U Bu Reh |
Eerste minister van de deelstaat Kayah |
M |
E75a |
Hla Maung Tin |
Eerste minister van de deelstaat Rakhine |
M |
E76a |
Sao Aung Myat |
Eerste minister van de deelstaat Shan |
M |
E77a |
Phone Maw Shwe |
Eerste minister van de regio Magway |
M |
F. OVERIGE GEZAGSDRAGERS OP HET GEBIED VAN TOERISME
# |
Naam |
Nadere gegevens (incl. functie) |
Geslacht (M/V) |
F1a |
Hla Htay |
Directeur-generaal directoraat Hotelwezen en Toerisme (Directeur Hotelwezen en Toerismediensten Myanmar tot augustus 2004) |
M |
F2a |
Tin Maung Shwe |
Plaatsvervangend directeur-generaal, directoraat Hotelwezen en Toerisme |
M |
F3a |
Soe Thein |
Directeur Hotelwezen en Toerismediensten Myanmar sinds oktober 2004 (voordien Algemeen directeur) |
M |
F4a |
Khin Maung Soe |
Algemeen directeur |
M |
F5a |
Tint Swe |
Algemeen directeur |
M |
F6a |
Lt-kol. Yan Naing |
Algemeen directeur, ministerie van Hotelwezen en Toerisme |
M |
F7a |
Kyi Kyi Aye |
Directeur Toerismepromotie, ministerie van Hotelwezen en Toerisme |
V |
G. HOGE MILITAIRE OFFICIEREN
# |
Naam |
Overige gegevens (incl. functie) |
Geslacht (M/V) |
G1a |
Gen.-maj. Hla Shwe |
Plaatsvervangend adjudant-generaal |
M |
G2a |
Brig.-gen. Than Htut |
Voormalige LID 11. Provoost-Maarschalk |
M |
G3a |
Lt.- gen. Kyaw Swe |
Voormalig regionaal bevelhebber Zuidwesten (divisie Irrawaddy) en regionaal minister zonder portefeuille. Hoofd militaire veiligheid |
M |
G3b |
Win Win Maw |
Echtgenote van Lt.-gen. Kyaw Swe |
V |
G4a |
Gen.-maj. Saw Hla |
Voormalig Provoost-Maarschalk |
M |
G4b |
Cho Cho Maw |
Echtgenote van Gen.-maj. Saw Hla |
V |
G5a |
Gen.-maj. Htin Aung Kyaw |
Plaatsvervangend hoofdintendant strijdkrachten |
M |
G5b |
Khin Khin Maw |
Echtgenote van Gen.-maj. Htin Aung Kyaw |
V |
G6a |
Lun Maung |
Auditeur-generaal van de Unie |
M |
G6b |
May Mya Sein |
Echtgenote van Lt.-gen. Lun Maung |
V |
G7a |
Gen-maj. Nay Win |
Persoonlijk assistent van de voorzitter van de SPDC |
M |
G8a |
Gen.-maj. Hsan Hsint |
Voormalig Generaal militaire benoemingen |
M |
G8b |
Khin Ma Lay |
Echtgenote van Gen.-maj. Hsan Hsint |
V |
G8c |
Okkar San Sint |
Zoon van Gen.-maj. Hsan Hsint |
M |
G9a |
Gen.-maj. Hla Aung Thein |
Kampcommandant, Yangoon |
M |
G9b |
Amy Khaing |
Echtgenote van Gen.-maj. Hla Aung Thein |
V |
G10a |
Brig.-gen. Hla Myint Shwe |
Commandant, Nationaal Defensiecollege |
M |
G11a |
Gen.-maj. Mya Win |
Voormalig Commandant, Nationaal Defensiecollege. Directeur Artillerie en Pantsertroepen, bestuurslid UMEHL |
M |
G12a |
Gen.-maj. Nay Lin |
Directeur Public Relations en Psychologische Oorlogsvoering |
M |
G13a |
Brig.-gen. Tun Tun Oo |
Voormalig Directeur Public Relations en Psychologische Oorlogsvoering |
M |
G14a |
Gen.-maj. Thein Tun |
Directeur Signalisatie; lid van het Bestuurscomité voor de bijeenroeping van de Nationale Conventie |
M |
G15a |
Gen.-maj. Than Htay |
Directeur Militaire Bevoorrading en Vervoer |
M |
G15b |
Nwe Nwe Win |
Echtgenote van Gen.-maj. Than Htay |
V |
G16a |
Gen.-maj. Khin Maung Tint |
Directeur Veiligheidsdrukwerk |
M |
G17a |
Gen.-maj. Sein Lin |
Directeur Bevoorrading |
M |
G18a |
Gen.-maj. Kyi Win |
Voormalig Directeur Artillerie en Pantsertroepen, bestuurslid UMEHL |
M |
G18b |
Khin Mya Mon |
Echtgenote van Gen.-maj. Kyi Win |
V |
G19a |
Gen.-maj. Tin Tun |
Directeur Dienst der genie |
M |
G19b |
Khin Myint Wai |
Echtgenote van Gen.-maj. Tin Tun |
V |
G20a |
Gen.-maj. Aung Thein |
Directeur Hervestiging |
M |
G20b |
Htwe Yi, ook bekend onder de naam Htwe Htwe Yi |
Echtgenote van Gen.-maj. Aung Thein |
V |
G21a |
Brig.-gen. Than Maung |
Plaatsvervangend commandant Nationaal Defensiecollege |
M |
G22a |
Brig.-gen. Win Myint |
Rector Technologische Academie Defensiediensten |
M |
G23a |
Gen.-maj. Sein Win |
Chef-staf (luchtmacht) |
M |
G24a |
Brig.-gen. Than Sein |
Commandant, Hospitaal defensiediensten, Mingaladon, geb. 01.02.1946, gpl. Bago |
M |
G24b |
Rosy Mya Than |
Echtgenote van Brig.-gen. Than Sein |
V |
G25a |
Brig.-gen. Win Than |
Directeur, Union of Myanmar Economic Holdings LTD; voormalig Directeur aanbestedingen |
M |
G26a |
Brig.-gen. Than Maung |
Directeur Volksmilities en grensdiensten |
M |
G27a |
Gen.-maj. Khin Maung Win |
Directeur defensie-industrie |
M |
G28a |
Brig.-gen. Win Aung |
Lid van het Bestuur Selectie en Opleiding voor de Overheid |
M |
G29a |
Brig.-gen. Soe Oo |
Lid van het Bestuur Selectie en Opleiding voor de Overheid |
M |
G30a |
Brig.-gen. Nyi Tun, ook bekend onder de naam Nyi Htun |
Lid van het Bestuur Selectie en Opleiding voor de Overheid |
M |
G31a |
Brig.-gen. Kyaw Aung |
Lid van het Bestuur Selectie en Opleiding voor de Overheid |
M |
G32b |
Khin Thant Sin |
Echtgenote van Lt.-gen. Myint Hlaing |
V |
G32c |
Hnin Nandar Hlaing |
Dochter van Lt.-gen. Myint Hlaing |
V |
G32d |
Thant Sin Hlaing |
Zoon van Lt.-gen. Myint Hlaing |
M |
G33a |
Gen.-maj. Mya Win |
Directeur artillerie, ministerie van Defensie |
M |
G34a |
Gen.-maj. Tin Soe |
Directeur pantservoertuigen, ministerie van Defensie |
M |
G35a |
Gen.-maj. Than Aung |
Directeur, ministerie van Defensie, directoraat medisch personeel |
M |
G36a |
Gen.-maj. Ngwe Thein |
ministerie van Defensie |
M |
G37a |
Kol. Thant Shin |
Directeur-generaal, kabinet van de minister-president |
M |
G38a |
Lt.-gen.Thura Myint Aung |
Adjudant-generaal (gepromoveerd vanuit het regionaal commando Zuidwesten) |
M |
G39a |
Gen.-maj. Maung Shein |
Voorheen Inspectie Defensiediensten en Auditeur-generaal |
M |
G40a |
Gen.-maj. Tha Aye |
ministerie van Defensie |
M |
G41a |
Kolonel Myat Thu |
Commandant militaire regio 1 (Rangoon Noord) |
M |
G42a |
Kolonel Nay Myo |
Commandant militaire regio 2 (Rangoon Oost) |
M |
G43a |
Kolonel Tin Hsan |
Commandant militaire regio 3 (Rangoon West) |
M |
G44a |
Kolonel Khin Maung Htun |
Commandant militaire regio 4 (Rangoon Zuid) |
M |
G45a |
Kolonel Tint Wai |
Commandant Controle Operaties Commando nr. 4 (Mawbi) |
M |
G46a |
San Nyunt |
Commandant Eenheid militaire ondersteuning nr. 2 van de militaire veiligheid |
M |
G47a |
Gen.-maj. Win Hsan |
Directeur aanbestedingen |
M |
G48a |
Majoor Mya Thaung |
Commandant Bataljon Lon Htein, Basis 5, Mawbi |
M |
G49a |
Majoor Aung San Win |
Commandant Bataljon Lon Htein, Basis 7, Thanlin Township |
M |
G50a |
Gen.-maj. Khin Aung Myint |
Voormalig Chef-staf (luchtmacht) |
M |
G51a |
Gen.-maj. Hla Htay Win |
Hoofd opleiding van de strijdkrachten, sinds 23.06.2008. Eigenaar van Htay Co (houtkap en hout) |
M |
G52a |
Mar Mar Wai |
Echtgenote van Gen.-maj. Hla Htay Win |
V |
G53a |
Lt.-gen. Ohn Myint |
Hoofd bureau speciale operaties 6 (Naypyidaw en Mandalay) sinds mei 2009 |
M |
G53b |
Nu Nu Swe |
Echtgenote van Lt.-gen. Ohn Myint |
V |
G53c |
Kyaw Thiha, ook bekend onder de naam Kyaw Thura |
Zoon van Lt.-gen. Ohn Myint |
M |
G53d |
Nwe Ei Ei Zin |
Echtgenote van Kyaw Thiha |
V |
G54a |
Gen.-maj. Win Myint |
Generaal militaire benoemingen. Voormalig regionale bevelhebber Rangoon (Yangon) |
M |
G54b |
Kyin Myaing |
Echtgenote van Gen.-maj. Win Myint |
V |
G55a |
Lt.-gen. Yar Pyae, ook bekend onder de namen Ya Pyae, Ya Pye, Ya Pyrit, Yar Pye en Yar Pyrit |
Rechter-advocaat-generaal. Voormalig regionaal bevelhebber Oosten (Deelstaat Shan (Zuiden)) |
M |
G55b |
Thinzar Win Sein |
Echtgenote van Lt.-gen. Yar Pyae, ook bekend onder de namen Ya Pyae, Ya Pye, Ya Pyrit, Yar Pye en Yar Pyrit |
V |
G56a |
Lt.-gen. Thaung Aye |
Inspecteur-generaal defensiediensten. Voormalig regionaal bevelhebber Westen (deelstaat Rakhine) |
M |
G56b |
Thin Myo Myo Aung |
Echtgenote van Lt.-gen. Thaung Aye |
V |
G57a |
Lt.-gen. Khin Zaw Oo |
Voormalig regionaal bevelhebber Kust (divisie Tanintharyi), adjudant-generaal en voorzitter UMEHL, geb. 24.06.1951 |
M |
G58a |
Lt.- gen. Kyaw Phyo |
Hoofd Inspectie Defensiediensten en Auditeur-generaal Voormalig regionaal bevelhebber Driehoek (Deelstaat Shan (Oosten)) |
M |
G59a |
Gen.-maj. Wai Lwin |
Hoofdintendant strijdkrachten Voormalig regionaal bevelhebber Nay Pyi Daw) |
M |
G59b |
Swe Swe Oo |
Echtgenote van Gen.-maj. Wai Lwin |
V |
G59c |
Wai Phyo Aung |
Zoon van Gen.-maj. Wai Lwin |
M |
G59d |
Oanmar Kyaw Tun, ook bekend onder de naam Ohnmar Kyaw Tun |
Echtgenote van Wai Phyo Aung |
V |
G59e |
Wai Phyo |
Zoon van Gen.-maj. Wai Lwin |
M |
G59f |
Lwin Yamin |
Dochter van Gen.-maj. Wai Lwin |
V |
Zeemacht |
|||
G60a |
Viceadmiraal Nyan Tun |
Bevelhebber (zeemacht) |
M |
G60b |
Khin Aye Myint |
Echtgenote van Nyan Tun |
V |
G61a |
Commandeur Brig.-Gen. Thura Thet Swe |
Bevelhebber Maritiem Commando regio Taninthayi |
M |
G62a |
Commandeur Myint Lwin |
Bevelhebber Maritiem Commando regio Irrawaddy |
M |
Luchtmacht |
|||
G63a |
Lt.-gen. Myat Hein |
Bevelhebber (luchtmacht) |
M |
G63b |
Htwe Htwe Nyunt |
Echtgenote van Lt.-gen. Myat Hein |
V |
G64a |
Brig.-gen. Ye Chit Pe |
Staf bevelhebber luchtmacht, Mingaladon |
M |
G65a |
Brig.-gen. Khin Maung Tin |
Commandant luchtvaartschool Shande, Meiktila |
M |
G66a |
Brig.-gen. Zin Yaw |
Commandant luchtmachtbasis Pathein, Stafchef (luchtmacht), bestuurslid UMEHL |
M |
G66b |
Khin Thiri |
Echtgenote van Brig.-gen. Zin Yaw |
V |
G66c |
Zin Mon Aye |
Dochter van Brig.-gen. Zin Yaw, geb. 26.03.1985 |
V |
G66d |
Htet Aung |
Zoon van Brig.-gen. Zin Yaw, geb. 09.07.1988 |
M |
Lichte infanteriedivisies (LID |
|||
G67a |
Brig.-gen. Kyaw Htoo Lwin |
LID 33, Sagaing |
M |
G68a |
Brig.-gen. Taut Tun |
LID 44 |
M |
G69a |
Brig.-gen. Aye Khin |
LID 55, Lalaw |
M |
G70a |
Brig.-gen. San Myint |
LID 66, Pyi |
M |
G71a |
Brig.-gen. Aung Kyaw Hla |
LID 88, Magwe |
M |
G72a |
Brig.-gen. Tin Oo Lwin |
LID 99, Meiktila |
M |
G73a |
Brig.-gen. Sein Win |
LID 101, Pakokku |
M |
G74a |
Kol. Than Han |
LID 66 |
M |
G75a |
Lt.-kol. Htwe Hla |
LID 66 |
M |
G76a |
Lt.-kol. Han Nyunt |
LID 66 |
M |
G77a |
Kol. Ohn Myint |
LID 77 |
M |
G78a |
Maj. Hla Phyo |
LID 77 |
M |
G79a |
Kolonel Myat Thu |
Tactisch bevelhebber LID 11 |
M |
G80a |
Kolonel Htein Lin |
Tactisch bevelhebber LID 11 |
M |
G81a |
Lt.-Kol. Tun Hla Aung |
Tactisch bevelhebber LID 11 |
M |
G82a |
Kol. Aung Tun |
Brigade 66 |
M |
G83a |
Kapt. Thein Han |
Brigade 66 |
M |
G83b |
Hnin Wutyi Aung |
Echtgenote van Kapt. Thein Han |
V |
G84a |
Lt.-Kol. Mya Win |
Tactisch bevelhebber LID 77 |
M |
G85a |
Kolonel Win Te |
Tactisch bevelhebber LID 77 |
M |
G86a |
Kolonel Soe Htway |
Tactisch bevelhebber LID 77 |
M |
G87a |
Lt.-Kol. Tun Aye |
Bevelhebber 702e bataljon lichte infanterie |
M |
G88a |
Nyan Myint Kyaw |
Bevelhebber infanteriebataljon 281 (staat Mongyang Shan - Oost) |
M |
Overige brigade-generaals |
|||
G89a |
Brig.-gen. Htein Win |
Post Taikkyi |
M |
G90a |
Brig.-gen. Kyaw Oo Lwin |
Postcommandant Kalay |
M |
G91a |
Brig.-gen. Khin Zaw Win |
Post Khamaukgyi |
M |
G92a |
Brig.-gen. Kyaw Aung |
MR Zuiden, postcommandant Toungoo |
M |
G93a |
Brig.-gen. Myint Hein |
Commando militaire operaties 3, post Mogaung |
M |
G94a |
Brig.-gen. Tin Ngwe |
ministerie van Defensie |
M |
G95a |
Brig-gen. Myo Lwin |
Commando militaire operaties 7, post Pekon |
M |
G96a |
Brig.-gen. Myint Soe |
Commando militaire operaties 5, post Taungup |
M |
G97a |
Brig.-gen. Myint Aye |
Commando militaire operaties 9, post Kyauktaw |
M |
G98a |
Brig.-gen. Nyunt Hlaing |
Commando militaire operaties 17, post Mong Pan |
M |
G99a |
Brig.-gen. Ohn Myint |
Lid CEC, USDA deelstaat Mon |
M |
G100a |
Brig.-gen. Soe Nwe |
Commando militaire operaties 21, post Bhamo |
M |
G101a |
Brig.-gen. Than Tun |
Postcommandant Kyaukpadaung |
M |
G102a |
Brig.-gen. Than Tun Aung |
Commando regionale operaties - Sittwe |
M |
G103a |
Brig.-gen. Thet Naing |
Postcommandant Aungban |
M |
G104a |
Brig.-gen. Thein Hteik |
Commando militaire operaties 13, post Bokpyin |
M |
G105a |
Brig.-gen. Thura Myint Thein |
Commando tactische operaties, Namhsan, thans algemeen directeur van Myanmar Economic Corporation (MEC) |
M |
G106a |
Brig.-gen. Win Aung |
Postcommandant Mong Hsat |
M |
G107a |
Brig.-gen. Myo Tint |
Officier met bijzondere dienst, ministerie van Vervoer |
M |
G108a |
Brig.-gen. Thura Sein Thaung |
Officier met bijzondere dienst, ministerie van Sociale Zaken |
M |
G109a |
Brig.-gen. Phone Zaw Han |
Burgemeester van Mandalay sinds feb. 2005 en voorzitter van het stadsontwikkelingscomité van Mandalay, voormalig commandant van Kyaukme |
M |
G109b |
Moe Thidar |
Echtgenote van Brig.-gen. Phone Zaw Han |
V |
G110a |
Brig.-gen. Win Myint |
Postcommandant Pyinmana |
M |
G111a |
Brig.-gen. Kyaw Swe |
Postcommandant Pyin Oo Lwin |
M |
G112a |
Brig.-gen. Soe Win |
Postcommandant Bahtoo |
M |
G113a |
Gen.-maj. Thein Htay |
Voormalig Vicehoofd Militaire wapenproductie, ministerie van Defensie; nieuwe positie: Directeur defensie-industrie |
M |
G114a |
Brig.-gen. Myint Soe |
Postcommandant Rangoon |
M |
G115a |
Brig.-gen. Myo Myint Thein |
Commandant, Hospitaal defensiediensten, Pyin Oo Lwin |
M |
G116a |
Brig.-gen. Sein Myint |
Voormalig Voorzitter van de Divisie Bago (Pegu) van de Raad voor vrede en ontwikkeling |
M |
G117a |
Brig.-gen. Hong Ngai (Ngaing) |
Voorzitter van de Raad voor vrede en ontwikkeling van de deelstaat Chin |
M |
G118a |
Brig.-gen. Win Myint |
Voormalig Voorzitter van de Raad voor vrede en ontwikkeling van de deelstaat Kayah |
M |
Bureau speciale operaties |
|||
G119a |
Lt.-gen. Myint Soe |
Hoofd Bureau speciale operaties 1. Voormalig regionaal bevelhebber Noordwesten (divisie Sagaing ) en regionaal minister zonder portefeuille |
M |
G120a |
Lt.-gen. Aung Than Htut |
Hoofd Bureau speciale operaties 2. Voormalig regionaal bevelhebber Noordoosten (deelstaat Shan (Noorden)) |
M |
G120b |
Cherry |
Echtgenote van Lt.-gen. Aung Than Htut |
V |
G121a |
Lt.-gen. Thet Naing Win |
Hoofd Bureau speciale operaties 4. Voormalig regionaal bevelhebber Zuidoosten (deelstaat Mon) |
M |
G122a |
Lt.-gen. Tin Ngwe |
Hoofd Bureau speciale operaties 5. Voormalig regionaal bevelhebber Centrum (divisie Mandalay) |
M |
G122b |
Khin Thida |
Echtgenote van Lt.-gen. Tin Ngwe |
V |
G123a |
Lt.-gen. Soe Win |
Hoofd Bureau speciale operaties 6. Voormalig regionale bevelhebber Noorden (deelstaat Kachin) |
M |
G123b |
Than Than Nwe |
Echtgenote van Lt.-gen. Soe Win |
F |
H. MILITAIRE OFFICIEREN BELAST MET HET GEVANGENISWEZEN EN DE POLITIEDIENSTEN
# |
Naam |
Overige gegevens (incl. functie) |
Geslacht (M/V) |
H1a |
Brig.-gen. Kyaw Kyaw Tun |
DG politie Myanmar. Voormalig regionaal vicebevelhebber Rangoon (Yangon) |
M |
H1b |
Khin May Latt |
Echtgenote van Brig.-gen. Kyaw Kyaw Tun |
V |
H2a |
Zaw Win |
Directeur-generaal gevangeniswezen (min. Binnenlandse Zaken) sinds aug. 2004, voordien plaatsvervangend DG politie Myanmar, voormalig Brig.-gen. Voormalig militair |
M |
H2b |
Nwe Ni San |
Echtgenote van Zaw Win |
V |
H3a |
Aung Saw Win |
Directeur-generaal, Bureau speciale opsporing |
M |
H4a |
Brig.-gen. van Politie Khin Maung Si |
Chef-staf van de politie |
M |
H5a |
Lt.-Kol. Tin Thaw |
Bevelhebber van het Technisch instituut van de regering |
M |
H6a |
Maung Maung Oo |
Hoofd van het verhoorteam van de militaire veiligheid in de gevangenis van Insein |
M |
H7a |
Myo Aung |
Directeur van de gevangenis van Rangoon |
M |
H8a |
Brig.-gen. van Politie Zaw Win |
Vicedirecteur van de Politie |
M |
H9a |
Luitenant-Kolonel van de politie Zaw Min Aung |
Speciale Afdeling |
M |
Ia. VOORMALIGE ASSOCIATIE VOOR DE SOLIDARITEIT EN ONTWIKKELING VAN DE UNIE (USDA)
(voormalige hoge USDA-functionarissen die niet elders vermeld staan)
# |
Naam |
Nadere gegevens (incl. functie) |
Geslacht (M/V) |
I1a |
Aung Thein Lin, ook bekend onder de naam Aung Thein Lynn |
Burgemeester van Yangon en voorzitter van het stadsontwikkelingscomité van Yangon (secretaris). Voormalig lid van het USDA centraal uitvoerend comité en voormalig lid van de Partij voor de solidariteit en ontwikkeling van de Unie (USDP). Parlementslid, geb. 1952 |
M |
I1b |
Khin San Nwe |
Echtgenote van Aung Thein Lin |
V |
I1c |
Thidar Myo |
Dochter van Aung Thein Lin |
V |
I2a |
Kol. Maung Par, ook bekend onder de naam Maung Pa |
Viceburgemeester van het stadsontwikkelingscomité I van Yangon. Voormalig lid van het centraal uitvoerend comité I |
M |
I2b |
Khin Nyunt Myaing |
Echtgenote van kol. Maung Par |
V |
I2c |
Naing Win Par |
Zoon van kol. Maung Par |
M |
I3a |
Nyan Tun Aung |
Voormalig lid van het centraal uitvoerend comité |
M |
I4a |
Aye Myint |
Voormalig lid van het uitvoerend comité van Rangoon |
M |
I5a |
Tin Hlaing |
Voormalig lid van het uitvoerend comité van Rangoon |
M |
I6a |
Soe Nyunt |
Voormalig stafofficier Yangon Oost |
M |
I7a |
Chit Ko Ko |
Voormalig voorzitter van de Raad voor vrede en ontwikkeling in de Township Mingala Taungnyunt |
M |
I8a |
Soe Hlaing Oo |
Voormalig secretaris van de Raad voor vrede en ontwikkeling in de Township Mingala Taungnyunt |
M |
I9a |
Kapitein Kan Win |
Voormalig hoofd van de politiemacht van de Township Mingala Taungnyunt |
M |
I10a |
That Zin Thein |
Voormalig hoofd van het ontwikkelingscomité van Mingala Taungnyunt |
M |
I11a |
Khin Maung Myint |
Voormalig hoofd van de dienst immigratie en bevolking van Mingala Taungnyunt |
M |
I12a |
Zaw Lin |
Voormalig secretaris Township Mingala Taungnyunt USDA |
M |
I13a |
Win Hlaing |
Voormalig co-secretaris Township Mingala Taungnyunt USDA |
M |
I14a |
San San Kyaw |
Voormalig stafofficier van de dienst Informatie en Public Relations van het ministerie van Voorlichting in de Township Mingala Taungnyunt |
V |
I15a |
Lt.-gen. Myint Hlaing |
Ministerie van Defensie. Voormalig lid USDA |
M |
Ib. PARTIJ VOOR DE SOLIDARITEIT EN ONTWIKKELING VAN DE UNIE (USDP)
(overige leden van het USDP-bestuur staan elders vermeld)
# |
Naam |
Nadere gegevens (incl. functie) |
Geslacht (M/V) |
I16a |
Thura Shwe Mann |
Vicevoorzitter van de Partij voor de solidariteit en ontwikkeling van de Unie (USDP). Voormalig Chef-staf SPDC, coördinator speciale operaties, geb. 11.07.1947. Parlementslid (Lagerhuis), voorzitter van het Lagerhuis. |
M |
I16b |
Khin Lay Thet |
Echtgenote van generaal Thura Shwe Mann |
V |
I16c |
Aung Thet Mann, ook bekend onder de naam Shwe Mann Ko Ko |
Zoon van Thura Shwe Mann, Ayeya Shwe War (Wah) Company, 5, Pyay Road, Hlaing Township, Yangon, en mede-eigenaar van RedLink Communications Co. Ltd, No. 20, Building B, Mya Yeik Nyo Royal Hotel, Pa-Le Road, Bahan Township, Yangon, geb. 19.06.1977 |
M |
I16d |
Khin Hnin Thandar |
Echtgenote van Aung Thet Mann |
V |
I16e |
Toe Naing Mann |
Zoon van Thura Shwe Mann, geb. 29.06.1978. Eigenaar van Global Net en RedLinkCommunications Co. Ltd, No. 20, Building B, Mya Yeik Nyo Royal Hotel, Pa-Le Road, Bahan Township, Yangon, internet-serviceproviders |
M |
I16f |
Zay Zin Latt |
Echtgenote van Toe Naing Mann, dochter van Khin Shwe, geb. 24.03.1981 |
V |
I17a |
Tin Aye |
Vicevoorzitter van de Partij voor de solidariteit en ontwikkeling van de Unie (USDP). Voorzitter van de Verkiezingscommissie. Voormalig hoofd van de militaire aankoopdienst en voormalig hoofd van UMEHL |
M |
I17b |
Kyi Kyi Ohn |
Echtgenote van Tin Aye |
V |
I17c |
Zaw Min Aye |
Zoon van Tin Aye |
M |
J. PERSONEN DIE VAN HET ECONOMISCH BELEID VAN DE REGERING PROFITEREN EN ANDERE PERSONEN DIE BANDEN HEBBEN MET HET REGIME
# |
Naam |
Nadere gegevens (incl. functie) |
Geslacht (M/V) |
J1a |
Tay Za |
Directeur, Htoo Trading Co (bijlage III, IV nr.1); Htoo Construction Co., geb. 18.07.1964; ID-kaart MYGN 006415. Eigenaar van Yangon United Football Club. Vader: Myint Swe (06.11.1924); moeder: Ohn (12.08.1934) |
M |
J1b |
Thidar Zaw |
Echtgenote van Tay Za; geb. 24.02.1964, ID-kaart KMYT 006865. Ouders: Zaw Nyunt (overleden), Htoo (overleden) |
V |
J1c |
Pye Phyo Tay Za |
Zoon van Tay Za, geb. 29.01.1987 |
M |
J1d |
Ohn |
Moeder van Tay Za, geb. 12.08.1934 |
V |
J2a |
Thiha |
Broer van Tay Za, geb. 24.06.1960. Directeur Htoo Trading. Distributeur van London Cigarettes (Myawaddy Trading) |
M |
J2b |
Shwe Shwe Lin |
Echtgenote van Thiha |
V |
J3a |
Aung Ko Win, ook bekend onder de naam Saya Kyaung |
Kanbawza Bank, ook Myanmar Billion Group, Nilayoma Co. Ltd, East Yoma Co. Ltd en agent voor London Cigarettes in de deelstaten Shan en Kayah, en eigenaar van Kanbawza Football Club |
M |
J3b |
Nan Than Htwe, ook bekend onder de naam Nan Than Htay |
Echtgenote van Aung Ko Win |
V |
J3c |
Nang Lang Kham, ook bekend onder de naam Nan Lan Khan |
Dochter van Aung Ko Win, geb. 01.06.1988 |
V |
J4a |
Tun Myint Naing, ook bekend onder de namen Steven Law, Htun Myint Naing, Htoon Myint Naing |
Asia World Co. (bijlage III, IV, nr.26), geb. 15.05.1958 of 27.08.1960, eigenaar van Magway Football Club |
M |
J4b |
Cecilia Ng, ook bekend onder de namen Ng Seng Hong, Seng Hong of Ng Sor Hon |
Echtgenote van Tun Myint Naing. Algemeen directeur van Golden Aaron Pte Ltd (Singapore) |
V |
J4c |
Lo Hsing-han |
Vader van Tun Myint Naing ook bekend onder de naam Steven Law, geb. 1938 of 1935 |
M |
J5a |
Khin Shwe |
Zaykabar Co (bijlage III, IV nr.14), geb. 21.01.1952 |
M |
J5b |
San San Kywe |
Echtgenote van Khin Shwe |
V |
J5c |
Zay Thiha |
Zoon van Khin Shwe, geb. 01.01.1977, directeur Zaykabar Co. Ltd |
M |
J5d |
Nandar Hlaing |
Echtgenote van Zay Thiha |
V |
J6a |
Htay Myint |
Yuzana Co. (bijlage III, IV, nr.29), geb. 06.02.1955, ook Yuzana Supermarket, Yuzana Hotel (bijlage III, IV, nr. 31), Yuzana Oil Palm Project en eigenaar van Southern Myanmar United Football Club |
M |
J6b |
Aye Aye Maw |
Echtgenote van Htay Myint, geb. 17.11.1957 |
V |
J6c |
Win Myint |
Broer van Htay Myint, geb. 29.5.1952, directeur van Yuzana Co. |
M |
J6d |
Lay Myint |
Broer van Htay Myint, geb. 6.2.1955, directeur van Yuzana Co. |
M |
J6e |
Kyin Toe |
Broer van Htay Myint, geb. 29.04.1957, directeur van Yuzana Co. |
M |
J6f |
Zar Chi Htay |
Dochter van Htay Myint, directeur van Yuzana Co, geb. 17.02.1981 |
V |
J6g |
Khin Htay Lin |
Directeur Yuzana Co., geb. 14.04.1969 |
M |
J7a |
Kyaw Win |
Shwe Thanlwin Trading Co. (bijlage III, IV, nr.15) (exclusieve distributeur van Thaton Tires onder ministerie van Industrie 2) |
M |
J7b |
Nan Mauk Loung Sai, ook bekend onder de naam Nang Mauk Lao Hsai |
Echtgenote van Kyaw Win |
V |
J8a |
Gen.-maj. (in ruste) Nyunt Tin |
Voormalig minister van Landbouw en Irrigatie, gepensioneerd sinds sept. 2004 |
M |
J8b |
Khin Myo Oo |
Echtgenote van Gen.-maj. (in ruste) Nyunt Tin |
V |
J8c |
Kyaw Myo Nyunt |
Zoon van Gen.-maj. (in ruste) Nyunt Tin |
M |
J8d |
Thu Thu Ei Han |
Dochter van Gen.-maj. (in ruste) Nyunt Tin |
V |
J9a |
Than Than Nwe |
Echtgenote van Generaal Soe Win, voormalig minister-president (overleden) |
V |
J9b |
Nay Soe |
Zoon van Generaal Soe Win, voormalig minister-president (overleden) |
M |
J9c |
Theint Theint Soe |
Dochter van Generaal Soe Win, voormalig minister-president (overleden) |
V |
J9d |
Sabai Myaing |
Echtgenote van Nay Soe |
V |
J9e |
Htin Htut |
Echtgenoot van Theint Theint Soe |
M |
J10a |
Maung Maung Myint, |
Directeur Myangon Myint Co. Ltd (bijlage III, IV, nr. 32) |
M |
J11a |
Maung Ko |
Directeur Htarwara Mining Company (bijlage I, nr. 549) |
M |
J12a |
Zaw Zaw, ook bekend onder de naam Phoe Zaw |
Directeur Max Myanmar (bijlage III, IV, nr. 16), geb. 22.10.1966 |
M |
J12b |
Htay Htay Khine (Khaing) |
Echtgenote van Zaw Zaw |
V |
J13a |
Chit Khaing, ook bekend onder de naam Chit Khine |
Directeur Bedrijvengroep Eden (bijlage III, IV, nr. 20) en eigenaar van Delta United Football Club |
M |
J14a |
Maung Weik |
Maung Weik & Co. Ltd |
M |
J15a |
Aung Htwe |
Directeur Golden Flower Construction Company (bijlage III, IV, nr. 22) |
M |
J16a |
Kyaw Thein |
Directeur en vennoot van Htoo Trading, (bijlage III, IV, nr. 1), geb. 25.10.1947 |
M |
J17a |
Kyaw Myint |
Eigenaar Golden Flower Co. Ltd. (bijlage III, IV, nr. 22), 214 Wardan Street, Lamadaw, Yangon |
M |
J18a |
Nay Win Tun |
Ruby Dragon Jade and Gems Co. Ltd (bijlage I, nr. 669 en nr. 1155) |
M |
J19a |
Aung Zaw Ye Myint |
Eigenaar van Yetagun Construction Co (bijlage III, IV, nr. 41) |
M |
J20a |
Eike (Eik) Htun, ook bekend onder de naam Ayke Htun, ook bekend onder de naam Aik Tun, ook bekend onder de naam Patric Linn |
geb. 21.10.1948, gpl. Mongkai.Directeur van Olympic Construction Co. en Shwe Taung Development Co. Ltd (584, 5F High Tech Tower Corner 7th Street and Strand Road, Lanmadaw Township, Yangon) en Asia Wealth Bank |
M |
J20b |
Sandar Tun |
Dochter van Eike Htun, geb. 23.08.1974, Yangon |
V |
J20c |
Aung Zaw Naing |
Zoon van Eike Htun |
M |
J20d |
Mi Mi Khaing |
Zoon van Eike Htun |
M |
J21a |
“Dagon” Win Aung |
Dagon International Co. Ltd (bijlage I, nr. 17, bijlage III, IV, nr. 33), geb. 30.09.1953, gpl. Pyay, ID-kaart nr.: PRE 127435 |
M |
J21b |
Moe Mya Mya |
Echtgenote van “Dagon” Win Aung, geb. 28.08.1958, ID-kaart: B/RGN 021998 |
V |
J21c |
Ei Hnin Pwint, ook bekend onder de naam Christabelle Aung |
Dochter van “Dagon” Win Aung, geb. 22.02.1981, Directeur van Palm Beach Resort Ngwe Saung |
V |
J21d |
Thurane Aung, ook bekend onder de namen Christopher Aung, Thurein Aung |
Zoon van “Dagon” Win Aung, geb. 23.07.1982 |
M |
J21e |
Ei Hnin Khine, ook bekend onder de naam Christina Aung |
Dochter van “Dagon” Win Aung, geb. 18.12.1983 |
V |
J22a |
Aung Myat, ook bekend onder de naam Aung Myint |
Mother Trading (bijlage III, IV, nr. 39) |
M |
J23a |
Win Lwin |
Kyaw Tha Company (bijlage III, IV, nr. 40) |
M |
J24a |
Dr. Sai Sam Tun |
Loi Hein Co., werkt samen met het ministerie van Industrie nr. 1, eigenaar van Yadanabon Football Club |
M |
J25a |
San San Yee (Yi) |
Bedrijvengroep Super One |
V |
Leden van de rechterlijke macht |
|||
J26a |
Myint Kyine |
Oficier van justitie, noordelijke districtsrechtbank |
M |
J27a |
Aung Toe |
Voormalig opperrechter |
M |
J28a |
Aye Maung |
Voormalig procureur-generaal |
M |
J29a |
Thaung Nyunt |
Juridisch adviseur |
M |
J30a |
Dr. Tun Shin |
geb. 02.10.1948. Voormalig substituut-procureur-generaal. Procureur-generaal van de Unie |
M |
J31a |
Tun Tun Oo, ook bekend onder de naam Htun Htun Oo |
Procureur-generaal. Voormalig substituut-procureur-generaal. |
M |
J32a |
Tun Tun Oo |
Opperrechter. Voormalig plaatsvervangend opperrechter |
M |
J33a |
Thein Soe |
Voormalig plaatsvervangend opperrechter. Lid van het Grondwettelijk Hof van de Unie |
M |
J34a |
Tin Aung Aye |
Voormalig rechter in het Hooggerechtshof. Lid van het Grondwettelijk Hof van de Unie |
M |
J35a |
Tin Aye |
Rechter in het Hooggerechtshof |
M |
J36a |
Chit Lwin |
Rechter in het Hooggerechtshof |
M |
J37a |
Rechter Thaung Lwin |
Gerecht van Kyauktada Township |
M |
J38a |
Thaung Nyunt |
Rechter, noordelijke districtsrechtbank; Ook secretaris van het Bestuurscomité voor de bijeenroeping van de Nationale Conventie |
M |
J39a |
Nyi Nyi Soe |
Rechter, westelijke districtsrechtbank Adres: Ni-Gyaw-Da-straat 39, (hoek van Sake-Ta-Thu-Kha-straat), Kyar-Kwet-Thit Ward, Tamway Township, Rangoon, Birma |
M |
K. ONDERNEMINGEN IN HET BEZIT VAN MILITAIREN
# |
Naam |
Nadere gegevens (incl. functie) |
Geslacht (M/V) |
|
Personen |
||||
K1a |
Gen.-maj. (in ruste) Win Hlaing |
Voormalig directeur, Union of Myanmar Economic Holdings, Myawaddy Bank |
M |
|
K1b |
Ma Ngeh |
Dochter van Gen.-maj. (in ruste) Win Hlaing |
V |
|
K1c |
Zaw Win Naing |
Directeur Kambawza (Kanbawza) Bank (bijlage III, IV, nr.13). Echtgenoot van Ma Ngeh (K1b) en neef van Aung Ko Win (J3a) |
M |
|
K1d |
Win Htway Hlaing |
Zoon van Gen.-maj. (in ruste) Win Hlaing, vertegenwoordiger van KESCO Company |
M |
|
K2a |
Kol. Myo Myint |
Directeur Union of Myanmar Economic Holding LTD (UMEHL) |
M |
|
K2b |
Khin Htay Htay |
Echtgenote van Kol. Myo Myint |
V |
|
K3a |
Kol. Ye Htut |
Myanmar Economic Corporation (bijlage II, K23a) |
M |
|
K4a |
Kol. Myint Aung |
Directeur Myawaddy Trading Co. (bijlage II, K22l) geb. 11.08.1949 |
M |
|
K4b |
Nu Nu Yee |
Echtgenote van Myint Aung, laboratoriumtechnicus, geb. 11.11.1954 |
V |
|
K4c |
Thiha Aung |
Zoon van Myint Aung, werknemer van Schlumberger, geb. 11.06.1982 |
M |
|
K4d |
Nay Linn Aung |
Zoon van Myint Aung, zeeman, geb. 11.04.1981 |
M |
|
K5a |
Kol. Myo Myint |
Directeur Bandoola Transportation Co (bijlage II, K22m) |
M |
|
K6a |
Kol. (in ruste) Thant Zin |
Directeur, Myanmar Land and Development |
M |
|
K7a |
Lt.-kol. (in ruste) Maung Maung Aye |
Directeur, Union of Myanmar Economic Holdings Ltd (UMEHL) |
M |
|
K8a |
Kol. Aung San |
Directeur, Hsinmin Cement Plant Construction Project (bijlage III, IV, nr.17) |
M |
|
K9a |
Gen.-maj. Maung Nyo |
Raad van Bestuur Union of Myanmar economic holdings Ltd (bijlage II, K22a) |
M |
|
K10a |
Gen.-maj. Kyaw Win |
Raad van Bestuur Union of Myanmar economic holdings Ltd (bijlage II, K22a) |
M |
|
K11a |
Brig.-gen. Khin Aung Myint |
Raad van Bestuur Union of Myanmar economic holdings Ltd (bijlage II, K22a) |
M |
|
K12a |
Kol. Nyun Tun (marine) |
Raad van Bestuur Union of Myanmar economic holdings Ltd (bijlage II, K22a) |
M |
|
K13a |
Kol. Thein Htay (in ruste) |
Raad van Bestuur Union of Myanmar economic holdings Ltd (bijlage II, K22a) |
M |
|
K14a |
Lt.-kol. Chit Swe (in ruste) |
Raad van Bestuur Union of Myanmar economic holdings Ltd (bijlage II, K22a) |
M |
|
K15a |
Myo Nyunt |
Raad van Bestuur Union of Myanmar economic holdings Ltd (bijlage II, K22a) |
M |
|
K16a |
Myint Kyine |
Raad van Bestuur Union of Myanmar economic holdings Ltd (bijlage II, K22a) |
M |
|
K17a |
Lt.-kol. Nay Wynn |
Directeur departement Myawaddy trading (bijlage II, K22l) |
M |
|
Financiële instellingen van de overheid |
||||
K18a |
Than Nyein |
Gouverneur van de Centrale Bank van Myanmar (onder ministerie van Financiën) |
M |
|
K19a |
Maung Maung Win |
Vicegouverneur van de Centrale Bank van Myanmar (onder ministerie van Financiën) |
M |
|
K20a |
Mya Than |
Directeur a.i. van Myanmar Investment and Commercial Bank (MICB) |
M |
|
K21a |
Soe Min |
Algemeen directeur MICB, directeur Myanma Investment and Commercial Bank |
M |
Ondernemingen
# |
Naam |
Adres |
Directeur/Eigenaar/ Bijkomende inlichtingen |
Datum van plaatsing op lijst |
||||
I. UNION OF MYANMAR ECONOMIC HOLDINGS LTD. (UMEHL) ook bekend onder de naam UNION OF MYANMA ECONOMIC HOLDINGS LTD. |
||||||||
K22a |
Union of Myanmar Economic Holdings Ltd. ook bekend onder de naam Union of Myanma Economic Holdings Ltd. (UMEHL) |
189/191 Mahabandoola Road, Corner of 50th Street Yangon |
Voormalig voorzitter: (Lt.-gen.) Tin Aye (nieuwe functie: voorzitter van de Verkiezingscommissie). Nieuwe voorzitter: Lt.-gen. Khin Zaw Oo irecteur: Gen.-maj. Win Than (bijlage II, G25a) |
13.08.2009 |
||||
A. BE- OF VERWERKENDE INDUSTRIE |
||||||||
K22b |
Myanmar Ruby Enterprise ook bekend onder de naam Mayanma Ruby Enterprise |
24/26, 2ND fl, Sule Pagoda Road, Yangon (Midway Bank Building) |
|
13.08.2009 |
||||
K22c |
Myanmar Imperial Jade Co. Ltd, ook bekend onder de naam Myanma Imperial Jade Co. |
24/26, 2ND fl, Sule Pagoda Road, Yangon (Midway Bank Building) |
|
13.08.2009 |
||||
K22d |
Myanmar Rubber Wood Co. Ltd. ook bekend onder de naam Myanma Rubber Wood Co. Ltd. |
|
|
13.08.2009 |
||||
K22e |
Myanmar Pineapple Juice Production, ook bekend onder de naam Myanma Pineapple Juice Production |
|
|
13.08.2009 |
||||
K22f |
Myawaddy Clean Drinking Water Service |
4/A, No. 3 Main Road, Mingalardon Tsp Yangon |
|
13.08.2009 |
||||
K22g |
Sin Min (King Elephants) Cement Factory (Kyaukse) |
189/191 Mahabandoola Road Corner of 50th Street, Yangon |
Kol. (in ruste) Maung Maung Aye (bijlage II, K7a), directeur |
13.08.2009 |
||||
K22h |
Tailoring Shop Service |
|
|
13.08.2009 |
||||
K22i |
Ngwe Pin Le (Silver Sea) Livestock Breeding And Fishery Co. |
1093, Shwe Taung Gyar Street, Industrial Zone Ii, Ward 63, South Dagon Tsp, Yangon |
|
13.08.2009 |
||||
K22j |
Granite Tile Factory (Kyaikto) |
189/191 Mahabandoola Road, Corner of 50th Street Yangon |
|
13.08.2009 |
||||
K22k |
Soap Factory (Paung) |
189/191 Mahabandoola Road, Corner of 50th Street Yangon |
Kol. Myint Aung (bijlage II, K4a), directeur |
13.08.2009 |
||||
B. HANDEL |
||||||||
K22l |
Myawaddy Trading Ltd |
189/191 Mahabandoola Road, Corner of 50th Street Yangon |
Kol. Myint Aung (bijlage II, K4a), directeur |
13.08.2009 |
||||
C. DIENSTEN |
||||||||
K22m |
Bandoola Transportation Co. Ltd. |
399, Thiri Mingalar Road, Insein Tsp. Yangon en/of Parami Road, South Okkalapa, Yangon |
Kol. Myo Myint (bijlage II, K5a), directeur |
13.08.2009 |
||||
K22n |
Myawaddy Travel Services |
24-26 Sule Pagoda Road, Yangon |
|
13.08.2009 |
||||
K22o |
Nawaday Hotel And Travel Services |
335/357, Bogyoke Aung San Road, Pabedan Tsp. Yangon |
Kol. (in ruste) Maung Thaung, directeur |
13.08.2009 |
||||
K22p |
Myawaddy Agriculture Services |
189/191 Mahabandoola Road, Corner of 50th Street, Yangon |
|
13.08.2009 |
||||
K22q |
Myanmar Ar (Power) Construction Services, ook bekend onder de naam Myanma Ar (Power) Construction Services |
189/191 Mahabandoola Road, Corner of 50th Street, Yangon |
|
13.08.2009 |
||||
GEZAMENLIJKE ONDERNEMINGEN |
||||||||
A. BE- OF VERWERKENDE INDUSTRIE |
||||||||
K22r |
Myanmar Segal International Ltd., ook bekend onder de naam Myanma Segal International Ltd. |
Pyay Road, Pyinmabin Industrial Zone, Mingalardon Tsp Yangon |
Be Aung, directeur |
13.08.2009 |
||||
K22s |
Myanmar Daewoo International, ook bekend onder de naam Myanma Daewoo International |
Pyay Road, Pyinmabin Industrial Zone, Mingalardon Tsp Yangon |
|
13.08.2009 |
||||
K22t |
Rothman Of Pall Mall Myanmar Private Ltd., ook bekend onder de naam Rothman of Pall Mall Myanma Private Ltd. |
|
CEO Lai Wei Chin |
13.08.2009 |
||||
K22u |
Myanmar Brewery Ltd., ook bekend onder de naam Myanma Brewery Ltd. |
|
Lt.-kol. (in ruste) Ne Win, voorzitter, ook bekend onder de naam Nay Win |
13.08.2009 |
||||
K22v |
Myanmar Posco Steel Co. Ltd., ook bekend onder de naam Myanma Posco Steel Co. Ltd. |
|
|
13.08.2009 |
||||
K22w |
Myanmar Nouveau Steel Co. Ltd., ook bekend onder de naam Myanma Nouveau Steel Co. Ltd. |
|
|
13.08.2009 |
||||
K22x |
Berger Paint Manufactoring Co. Ltd. |
|
|
13.08.2009 |
||||
K22y |
The First Automotive Co. Ltd. |
|
U Aye Cho en/of Lt.-kol. Tun Myint, directeur |
13.08.2009 |
||||
B. DIENSTEN |
||||||||
K22z |
National Development Corp. |
3/A, Thamthumar Street, 7 Mile, Mayangone Tsp, Yangon |
Dr. Khin Shwe, voorzitter |
13.08.2009 |
||||
K22aa |
Hantha Waddy Golf Resort and Myodaw (City) Club Ltd. |
|
|
13.08.2009 |
||||
II. MYANMAR ECONOMIC CORPORATION (MEC) ook bekend onder de naam MYANMA ECONOMIC CORPORATION (MEC) |
||||||||
K23a |
Myanmar Economic Corporation (MEC), ook bekend onder de naam Myanma Economic Corporation (MEC) |
|
Algemeen Directeur: Brig.-gen. (in ruste) Thura Myint Thein |
13.08.2009 |
||||
K23b |
Myaing Galay (Rhino Brand Cement Factory) |
|
Kol. Khin Maung Soe |
13.08.2009 |
||||
K23c |
Dagon Brewery |
|
|
13.08.2009 |
||||
K23d |
Mec Steel Mills (Hmaw Bi/Pyi/ Ywama) |
|
Kol. Khin Maung Soe |
13.08.2009 |
||||
K23e |
Mec Sugar Mill |
Kant Balu |
|
13.08.2009 |
||||
K23f |
Mec Oxygen and Gases Factory |
Mindama Road, Mingalardon Tsp, Yangon |
|
13.08.2009 |
||||
K23g |
Mec Marble Mine |
Pyinmanar |
|
13.08.2009 |
||||
K23h |
Mec Marble Tiles Factory |
Loikaw |
|
13.08.2009 |
||||
K23i |
Mec Myanmar Cable Wire Factory, ook bekend onder de naam Mec Myanma Cable Wire Factory |
No 48, Bamaw A Twin Wun Road, Zone (4), Hlaing Thar Yar Industrial Zone, Yangon |
|
13.08.2009 |
||||
K23j |
Mec Ship Breaking Service |
Thilawar, Than Nyin Tsp |
|
13.08.2009 |
||||
K23k |
Mec Disposable Syringe Factory |
Factories Dept, Mec Head Office, Shwedagon Pagoda Road, Dagon Tsp, Yangon |
|
13.08.2009 |
||||
K23l |
Gypsum Mine |
Thibaw |
|
13.08.2009 |
||||
III. COMMERCIËLE ONDERNEMINGEN IN HET BEZIT VAN DE REGERING |
||||||||
K24a |
Myanma Salt and Marine Chemicals Enterprise, ook bekend onder de naam Myanmar Salt and Marine Chemicals Enterprise |
Thakayta Township, Yangon |
Algemeen Directeur: Win Htain (ministerie van Mijnbouw) |
13.08.2009 |
||||
K25a |
Myanmar Defence Products Industry, ook bekend onder de naam Myanma Defence Products Industry |
Ngyaung Chay Dauk |
(Ministerie van Defensie) |
13.08.2009 |
||||
K26a |
Myanmar Timber Enterprise, ook bekend onder de naam Myanma Timber Enterprise |
Myanma Timber Enterprise Head Office, Ahlone, Yangon en 504-506, Merchant Road, Kyauktada, Yangon |
Voormalig algemeen directeur: Win Tun. Nieuwe functie: minister van Bosbouw |
13.08.2009 |
||||
K27a |
Myanmar Gems Enterprise, ook bekend onder de naam Myanma Gems Enterprise |
(ministerie van Mijnbouw), Head Office Building 19, Naypyitaw |
Algemeen Directeur: Thein Swe |
13.08.2009 |
||||
K28a |
Myanmar Pearls Enterprise, ook bekend onder de naam Myanma Pearls Enterprise |
(ministerie van Mijnbouw), Head Office Building 19, Naypyitaw |
Algemeen Directeur: Maung Toe |
13.08.2009 |
||||
K29a |
Myanmar Mining Enterprise Number 1, ook bekend onder de naam Myanma Mining Enterprise Number 1 |
(ministerie van Mijnbouw), Head Office Building 19, Naypyitaw |
Algemeen Directeur: Saw Lwin |
13.08.2009 |
||||
K30a |
Myanmar Mining Enterprise Number 2, ook bekend onder de naam Myanma Mining Enterprise Number 2 |
(ministerie van Mijnbouw), Head Office Building 19, Naypyitaw |
Algemeen Directeur: Hla Theing |
13.08.2009 |
||||
K31a |
Myanmar Mining Enterprise Number 3, ook bekend onder de naam Myanma Mining Enterprise Number 1 |
(ministerie van Mijnbouw), Head Office Building 19, Naypyitaw |
Algemeen Directeur: San Tun |
13.08.2009 |
||||
K32a |
Myanma Machine Tool and Electrical Industries (MTEI), ook bekend onder de naam Myanmar Machine Tool and Electrical Industries (MTEI) |
Block No. (12), Parami Road, Hlaing Township Yangon, Myanmar Tel.: 095-1-660437, 662324, 650822 |
Algemeen Directeur: Kyaw Win Directeur: Win Tint |
13.08.2009 |
||||
K33a |
Myanmar Paper & Chemical Industries, ook bekend onder de naam Myanma Paper & Chemical Industries |
|
Algemeen Directeur: Nyunt Aung |
13.08.2009 |
||||
K34a |
Myanma General and Maintenance Industries, ook bekend onder de naam Myanmar General and Maintenance Industries |
|
Algemeen Directeur: Aye Mauk |
13.08.2009 |
||||
K35a |
Road Transport Enterprise |
(Ministerie van Vervoer) |
Algemeen Directeur: Thein Swe |
13.08.2009 |
||||
K36a |
Inland Water Transport |
No.50, Pansodan Street, Kyauktada Township, Yangon, Union of Myanmar |
Algemeen Directeur: Soe Tint |
13.08.2009 |
||||
K37a |
Myanma Shipyards, ook bekend onder de naam Myanmar Shipyards, Sinmalike |
Bayintnaung Road, Kamayut Township Yangon |
Algemeen Directeur: Kyi Soe |
13.08.2009 |
||||
K38a |
Myanma Five Star Line, ook bekend onder de naam Myanmar Five Star Line |
132-136, Theinbyu Road, P.O. Box,1221,Yangon |
Algemeen Directeur: Maung Maung Nyein |
13.08.2009 |
||||
K39a |
Myanma Automobile and Diesel Engine Industries, ook bekend onder de naam Myanmar Automobile and Diesel Engine Industries |
56, Kaba Aye Pagoda Road, Yankin Township, Yangon |
Algemeen Directeur: Hla Myint Thein |
13.08.2009 |
||||
K40a |
Myanmar Infotech, ook bekend onder de naam Myanma Infotech |
|
(ministerie van Post en Telecommunicatie) |
13.08.2009 |
||||
K41a |
Myanma Industrial Construction Services, ook bekend onder de naam Myanmar Industrial Construction Services |
|
Algemeen Directeur: Soe Win |
13.08.2009 |
||||
K42a |
Myanmar Machinery and Electric Appliances Enterprise, ook bekend onder de naam Myanma Machinery and Electric Appliances Enterprise |
Hlaing Township, Yangon |
|
13.08.2009 |
||||
IV. MEDIABEDRIJVEN DIE IN HET BEZIT VAN DE OVERHEID ZIJN EN HET BELEID VAN HET REGIME STEUNEN EN PROPAGANGA VOEREN |
||||||||
K43a |
Myanmar News and Periodicals Enterprise, ook bekend onder de naam Myanma News and Periodicals Enterprise |
|
Algemeen Directeur: Soe Win (echtgenote: Than Than Aye, lid van Myanmar Women's Affairs Federation (MWAF)) |
13.08.2009 |
||||
K44a |
Myanmar Radio and Television (MRTV), ook bekend onder de naam Myanma Radio and Television (MRTV) |
|
Directeur-generaal: Khin Maung Htay (echtgenote: Nwe New, lid van Myanmar Women's Affairs Federation (MWAF)) |
13.08.2009 |
||||
K45a |
Myawaddy Television, Tatmadaw Telecasting Unit |
|
|
13.08.2009 |
||||
K46a |
Myanma Motion Picture Enterprise, ook bekend onder de naam Myanmar Motion Picture Enterprise |
|
Algemeen Directeur: Aung Myo Myint (echtgenote: Malar Win, lid van Myanmar Women's Affairs Federation (MWAF)) |
13.08.2009 |
BIJLAGE III
Lijst van ondernemingen, genoemd in de artikelen 10 en 14
Naam |
Adres |
Directeur/Eigenaar/Bijkomende inlichtingen |
Datum van plaatsing op lijst |
||||||||||||||||||
I. UNION OF MYANMAR ECONOMIC HOLDING LTD. (UMEHL) |
|||||||||||||||||||||
DIENSTEN |
|||||||||||||||||||||
Myawaddy Bank Ltd |
|
Algemeen directeuren: Brig.-gen. Win Hlaing (K1a, Bijlage II) en U Tun Kyi |
25.10.2004 |
||||||||||||||||||
II. MYANMAR ECONOMIC CORPORATION (MEC) |
|||||||||||||||||||||
Innwa Bank |
|
Algemeen manager: U Yin Sein |
25.10.2004 |
||||||||||||||||||
III. COMMERCIËLE ONDERNEMINGEN IN HET BEZIT VAN DE REGERING |
|||||||||||||||||||||
|
|
Algemeen directeur: Dr. San Oo, ook bekend onder de naam Sann Oo, Ministerie van Elektriciteitsvoorziening 2 |
29.4.2008 |
||||||||||||||||||
|
|
Algemeen directeur: Tin Aung, Ministerie van Elektriciteitsvoorziening 2 |
27.4.2009 |
||||||||||||||||||
|
|
Algemeen directeur: Kyaw Htoo, Ministerie van Handel |
29.4.2008 |
||||||||||||||||||
|
Nr. 30, Kaba Aye Pagoda Road, Mayangone Township, Yangon, Myanmar |
Algemeen directeur: Oo Zune, Ministerie van Industrie 2 |
29.4.2008 |
||||||||||||||||||
|
|
Algemeen directeur: Hla Moe, Ministerie van Coöperaties |
29.4.2008 |
||||||||||||||||||
IV. OVERIGE |
|||||||||||||||||||||
|
5 Pyay Road, Hlaing Township, Yangon |
Tay Za (J1a, Bijlage II) |
10.3.2008 |
||||||||||||||||||
|
5 Pyay Road, Hlaing Township, Yangon |
|
26.4.2010 |
||||||||||||||||||
|
|
Tay Za |
10.3.2008 |
||||||||||||||||||
|
21 Thukha Waddy Rd, Yankin Township, Yangon, en 5 Pyay Road, Hlaing Township, Yangon |
Tay Za |
29.4.2008 |
||||||||||||||||||
|
No. 41, Shwe Taung Gyar Street, Bahan Township, Yangon |
Tay Za |
10.3.2008 |
||||||||||||||||||
|
No. 41, Shwe Taung Gyar Street, Bahan Township, Yangon |
Tay Za |
10.3.2008 |
||||||||||||||||||
|
No. 41, Shwe Taung Gyar Street, Bahan Township, Yangon |
Tay Za |
26.4.2010 |
||||||||||||||||||
|
523, Pyay Road Kamayut Township, Yangon |
Tay Za |
26.4.2010 |
||||||||||||||||||
|
No. 718, Ywar Ma Kyaung Street, One Ward, Hlaing Township, Yangon, Myanmar |
Tay Za |
26.4.2010 |
||||||||||||||||||
|
No. 56, Shwe Taung Gyar Street, Bahan Township, Yangon |
|
10.3.2008 |
||||||||||||||||||
|
|
Tay Za |
10.3.2008 |
||||||||||||||||||
|
|
Tay Za |
29.4.2008 |
||||||||||||||||||
|
Head Office: 615/1 Pyay Road, Kamaryut, Township, Yangon |
Aung Ko Win (J3a, Bijlage II) |
10.3.2008 |
||||||||||||||||||
|
3 Main Road, Mingalardon Garden City, Mingalardon, Yangon |
Voorzitter: Khin Shwe (J5a, Bijlage II); Algemeen directeur: Zay Thiha (J5c, Bijlage II) |
10.3.2008 |
||||||||||||||||||
|
262 Pazundaung Main Road Lower, Pazundaung, Yangon |
Kyaw Win (J7a, Bijlage II) |
10.3.2008 |
||||||||||||||||||
|
1 Ywama Curve, Bayint Naung Road, Blk (2), Hlaing Township, Yangon |
U Zaw Zaw, ook bekend onder de naam Phoe Zaw (J12a, Bijlage II), Daw Htay Htay Khaing (J12b, Bijlage II), echtgenote van Zaw Zaw. President-directeur: U Than Zaw |
10.3.2008 |
||||||||||||||||||
|
Union of Myanmar Economic Holdings Ltd, Kyaukse |
Kol. Aung San (K8a, Bijlage II) |
10.3.2008 |
||||||||||||||||||
|
5 Pyay Road, Hlaing Township, Yangon |
Aung Thet Mann, ook bekend onder de naam Shwe Mann Ko Ko (I16c, Bijlage II) en Tay Za |
10.3.2008 |
||||||||||||||||||
|
|
Kol. (in ruste) Thant Zin (K6a, Bijlage II) |
10.3.2008 |
||||||||||||||||||
|
30-31 Shwe Padauk Yeikmon Bayint Naung Road, Kamayut Tsp, Yangon |
Chit Khaing, ook bekend onder de naam Chit Khine (J13a, Bijlage II) |
10.3.2008 |
||||||||||||||||||
|
Unit 107, Marine Residence Kaba Aye Pagoda Road, Yangon |
Directeur: Chit Khaing, ook bekend onder de naam Chit Khine (J13a, Bijlage II) |
26.4.2010 |
||||||||||||||||||
|
214 Wardan Street, Lamadaw, Yangon |
Algemeen directeur: Aung Htwe (J15a, Bijlage II); eigenaar: Kyaw Myint (J17a, Bijlage II) |
10.3.2008 |
||||||||||||||||||
|
3/A Thathumar Rd, Cor of Waizayantar Road, Thingangyun, Yangon |
|
10.3.2008 |
||||||||||||||||||
|
|
Algemeen directeur: U Yan Win |
10.3.2008 |
||||||||||||||||||
|
6062 Wardan Street, Bahosi Development, Lamadaw, Yangon en 61-62 Bahosi Development Housing, Wadan Street, Lanmadaw Township, Yangon |
Tun Myint Naing ook bekend onder de naam Steven Law (J4a, Bijlage II) |
10.3.2008 |
||||||||||||||||||
|
61-62 Bahosi Development Housing, Wadan Street, Lanmadaw Township, Yangon |
Voorzitter/directeur: Tun Myint Naing, ook bekend onder de naam Steven Law (J4a, Bijlage II) |
29.4.2008 |
||||||||||||||||||
|
|
Voorzitter/directeur: Tun Myint Naing, ook bekend onder de naam Steven Law (J4a, Bijlage II) |
26.4.2010 |
||||||||||||||||||
|
No 130 Yuzana Centre, Shwegondaing Road, Bahan Township, Yangon |
Voorzitter/directeur: Htay Myint, (J6a, Bijlage II) |
10.3.2008 |
||||||||||||||||||
|
No 130 Yuzana Centre, Shwegondaing Road, Bahan Township, Yangon |
Voorzitter/directeur: Htay Myint (J6a, Bijlage II) |
10.3.2008 |
||||||||||||||||||
|
|
Voorzitter/directeur Htay Myin (J6a, Bijlage II) |
26.4.2010 |
||||||||||||||||||
|
|
|
10.3.2008 |
||||||||||||||||||
|
|
Directeuren: „Dagon” Win Aung (J21a, Bijlage II) en Daw Moe Mya Mya (J21b, Bijlage II) |
29.4.2008 |
||||||||||||||||||
|
Ngwe Saung |
Eigendom van Dagon International. Directeuren: „Dagon” Win Aung (J21a, Bijlage II), Daw Moe Mya Mya (J21B, Bijlage II) en Ei Hnin Pwint, ook bekend onder de naam Chistabelle Aung (J21c, Bijlage II) |
29.4.2008 |
||||||||||||||||||
|
en
|
Directeuren: Nay Aung (D45e, Bijlage II) en Pyi (Pye) Aung (D45g, Bijlage II); Algemeen directeur: Win Kyaing |
29.4.2008 |
||||||||||||||||||
|
|
Eigendom van de familie van Aung Thaung (Ministerie van Industrie 1) (D45a, Bijlage II) |
27.4.2008 |
||||||||||||||||||
|
|
Eigendom van Nandar Aye (A2c, Bijlage II), dochter van Maung Aye |
27.4.2008 |
||||||||||||||||||
|
|
Eigendom van Gen.-maj. Hla Htay Win (G51a, Bijlage II) |
27.4.2008 |
||||||||||||||||||
|
|
Directeur: Aung Myat, ook bekend onder de naam Aung Myint (J22a, Bijlage II) |
29.4.2008 |
||||||||||||||||||
|
|
Directeur: U Win Lwin (J23a, Bijlage II); Algemeen directeur: Maung Aye |
29.4.2008 |
||||||||||||||||||
|
|
Eigenaar: Aung Zaw Ye Myint (J19a, Bijlage II), zoon van Generaal Ye Myint |
29.4.2008 |
||||||||||||||||||
|
|
Eigenaar Kyaing San Shwe (A1i, Bijlage II), zoon van opperbevelhebber Than Shwe (A1a, Bijlage II) |
29.4.2008 |
||||||||||||||||||
|
|
Aandeelhouder: Kyaw Myo Nyunt (J8c, Bijlage II) zoon van Gen.-maj. Nyunt Tin, voormalig minister van Landbouw (in ruste) (J8a, Bijlage II) |
29.4.2008 |
||||||||||||||||||
|
MICT Park, Hlaing University Campus |
Eigenaars: Aung Soe Tha (D47e, Bijlage II), Nandar Aye (A2c, Bijlage II) |
29.4.2008 |
||||||||||||||||||
|
|
Eigenaar: Yin Win Thu |
29.4.2008 |
||||||||||||||||||
|
|
Algemeen directeur: Daw Khin Khin Lay; Lid van de Raad van Bestuur: Khin Maung Htay; Bedrijfsleider: Kyaw Kyaw |
29.4.2008 |
BIJLAGE IV
Lijst van personen bedoeld in artikel 15, lid 3
REGERING
|
Naam (en eventuele aliassen) |
Identificatie-informatie (titel) |
Geslacht (M/V) |
1. |
Sai Mauk Kham |
Vicepresident van de Republiek van de Unie van Myanmar |
M |
2. |
Dr. Pe Thet Khin |
Minister van Volksgezondheid |
M |
3. |
Dr Mya Aye |
Minister van Onderwijs |
M |
4. |
Tint Hsan |
Minister van Hotelwezen en Toerisme en minister van Sport |
M |
5. |
Wunna Maung Lwin |
Minister van Buitenlandse Zaken |
M |
VICEMINISTERS
|
Naam (en eventuele aliassen) |
Identificatie-informatie (titel) |
Geslacht (M/V) |
1. |
Ohn Than |
Viceminister van Landbouw en Irrigatie |
M |
2. |
Dr Myo Myint |
Viceminister van Buitenlandse Zaken |
M |
3. |
Dr Kan Zaw |
Viceminister van Nationale Planning en Economische Ontwikkeling |
M |
4. |
Dr Pwint Hsan |
Viceminister van Handel |
M |
5. |
Ba Shwe |
Viceminister van Onderwijs |
M |
6. |
Dr (Daw) Myat Myat Ohn Khin |
Viceminister van Volksgezondheid |
M |
7. |
(Daw) Sandar Khin |
Viceminister van Cultuur |
M |
8. |
Dr Ko Ko Oo |
Viceminister van Wetenschap en Technologie |
M |
9. |
Khin Zaw |
Viceminister van Landbouw en Irrigatie |
M |
10. |
Soe Tint |
Viceminister van Openbare Werken |
M |
11. |
Kyaw Lwin |
Viceminister van Openbare Werken |
M |
12. |
Soe Aung |
Viceminister van Energie |
M |
13. |
Aung Than Oo |
Viceminister van Elektriciteitsvoorziening 2 |
M |
14. |
Dr Win Myint |
Viceminister van Volksgezondheid |
M |
15. |
Dr Maung Maung Htay |
Viceminister van Religieuze Zaken |
M |
16. |
Soe Win |
Viceminister van Informatie |
M |
17. |
Myint Zaw |
Viceminister van Elektriciteitsvoorziening 1 |
M |
18. |
Myo Aung |
Viceminister van Industrie 2 |
M |
BELANGRIJKSTE MINISTERS VAN DEELSTATEN/REGIO'S
|
Naam (en eventuele aliassen) |
Identificatie-informatie (titel) |
Geslacht (M/V) |
1. |
La John Ngan Sai |
minister-president van de deelstaat Kachin |
M |
15.4.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 101/122 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 14 april 2011
tot verlenging van de overgangsperiode met betrekking tot de verwerving van landbouwgrond in Litouwen
(Voor de EER relevante tekst)
(2011/240/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije,
Gezien de Akte van toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name bijlage IX, hoofdstuk 4,
Gezien het door Litouwen ingediende verzoek,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens de Toetredingsakte van 2003 mag Litouwen onder de in de Akte gestelde voorwaarden gedurende een periode van zeven jaar na de datum van toetreding, welke verstrijkt op 30 april 2011, verbodsbepalingen handhaven ten aanzien van de verwerving van landbouwgrond door natuurlijke en rechtspersonen van andere EU-lidstaten die niet in Litouwen gevestigd of geregistreerd zijn en er ook geen filiaal of bijkantoor hebben. Het betreft een tijdelijke uitzondering op het bij de artikelen 63 tot en met 66 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gegarandeerde vrije verkeer van kapitaal. Deze overgangsperiode mag slechts eenmaal met maximaal drie jaar worden verlengd. |
(2) |
Op 4 februari 2011 heeft Litouwen verzocht de overgangsperiode met betrekking tot de verwerving van landbouwgrond met drie jaar te verlengen. |
(3) |
De hoofdreden voor de overgangsperiode was gelegen in de noodzaak om na de invoering van de eengemaakte markt en de overgang naar het gemeenschappelijk landbouwbeleid in Litouwen de sociaaleconomische omstandigheden voor landbouwactiviteiten te vrijwaren. Met name werd beoogd tegemoet te komen aan de bezorgdheid die in verband met de mogelijke effecten op de landbouwsector van de liberalisering van de verwerving van landbouwgrond is gerezen ten gevolge van de aanvankelijk grote verschillen in grondprijzen en inkomen in vergelijking met Oostenrijk, België, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal, Spanje, Zweden en het Verenigd Koninkrijk (hierna de „EU-15” genoemd). De overgangsperiode was er ook op gericht het proces van privatisering en teruggave van landbouwgrond aan landbouwers te vergemakkelijken. In haar verslag van 16 juli 2008 getiteld „Evaluatie van de overgangsregeling voor de verwerving van agrarisch onroerend goed als vastgesteld in het Toetredingsverdrag van 2003” (hierna de „tussentijdse evaluatie van 2008” genoemd) heeft de Commissie reeds benadrukt dat het van belang was dit proces vóór het einde van de toegestane overgangsperiode te voltooien (1). |
(4) |
In Litouwen is de grondhervorming nog steeds aan de gang. Volgens door de Litouwse autoriteiten verstrekte gegevens moet nog voor in totaal 429 000 ha aan staatsgronden duidelijkheid worden verschaft over de eigendomsrechten. Momenteel is slechts 77 200 ha aan landbouwgrond die staatseigendom was, geprivatiseerd. Voor 351 000 ha landbouwgrond of 11,42 % van de totale landbouwgrond in Litouwen moet het probleem van de eigendomsrechten nog steeds worden opgelost. |
(5) |
Volgens de Litouwse autoriteiten vormt de heersende onduidelijkheid over eigendomsrechten in combinatie met de ongunstige structuur van de landbouwbedrijven onvermijdelijk een belemmering voor het verrichten van grondtransacties en de consolidatie van landbouwgronden. De versnippering van de landbouwgrond doet evenwel afbreuk aan het concurrentievermogen en aan de marktgerichtheid van landbouwbedrijven. In dit verband blijkt uit door de Litouwse autoriteiten beschikbaar gestelde gegevens voor 2009 dat in dat jaar landbouwbedrijven met een omvang van ten hoogste 5 ha 52,5 % van alle landbouwbedrijven uitmaakten. |
(6) |
Zoals reeds is aangestipt, blijft het concurrentievermogen van de Litouwse landbouwsector achter bij dat van de landbouwsector in de EU-15, een probleem dat nog wordt verergerd door de moeilijke toegang tot financiering en door de hoge rentetarieven die gelden voor zakelijke kredieten voor de aankoop van landbouwgrond (hoger dan 10 % in 2009). |
(7) |
Bovendien heeft de recente wereldwijde financiële en economische crisis ook negatieve gevolgen gehad voor de economie van Litouwen, en met name voor de verkoopprijzen van landbouwproducten. Volgens de gegevens van het onder de regering van de Republiek Litouwen ressorterende Litouwse departement voor de statistiek is het totale indexcijfer van de aankoopprijzen van landbouwproducten in 2009 op 77,8 uitgekomen in vergelijking met 2008. Er was sprake van een bijzonder scherpe prijsdaling in de plantenteelt, waar het totale indexcijfer van de aankoopprijzen van deze landbouwproducten in 2009 op 69,1 uitkwam in vergelijking met 2008. |
(8) |
De bovenbeschreven factoren liggen ten grondslag aan het nog steeds aanzienlijke, maar met de jaren afnemende verschil tussen het landbouwersinkomen in Litouwen en het landbouwersinkomen in de EU-15. Volgens Eurostat is het landbouwersinkomen in 2009 in Litouwen met 13,6 % teruggelopen, terwijl het gemiddelde inkomen in de EU-27 met 10,7 % is gedaald. |
(9) |
NET als voor het landbouwinkomen bestaat er ook voor de verkoopprijzen van landbouwgrond nog steeds een kloof tussen Litouwen en de overige EU-lidstaten. Volgens Eurostat-gegevens blijven de prijzen van percelen landbouwgrond in Litouwen aan de lage kant in vergelijking met die in de overige EU-lidstaten. Een totale convergentie van de verkoopprijzen van landbouwgrond werd niet verwacht en evenmin als een noodzakelijke voorwaarde voor het beëindigen van de overgangsperiode beschouwd. Dat neemt echter niet weg dat de waarneembare verschillen in de verkoopprijzen voor landbouwgrond tussen Litouwen en de EU-15 van zodanige omvang zijn dat zij een vlotte voortgang naar prijsconvergentie in de weg kunnen staan. |
(10) |
Volgens de Litouwse autoriteiten valt tegen deze achtergrond te verwachten dat de grondprijzen in Litouwen onder druk zouden komen te staan mochten de beperkingen op 1 mei 2011 worden opgeheven. Bijgevolg dreigen zich bij het verstrijken van de overgangsperiode ernstige verstoringen op de Litouwse markt voor landbouwgrond te zullen voordoen. |
(11) |
Derhalve moet een verlenging met drie jaar van de in van bijlage IX, hoofdstuk 4, van de Toetredingsakte van 2003 bedoelde overgangsperiode worden toegestaan. |
(12) |
Om de markt ten volle op de liberalisering voor te bereiden, blijft het, zelfs in ongunstige economische omstandigheden, van het grootste belang tijdens de overgangsperiode zowel de verbetering van factoren zoals de krediet- en verzekeringsfaciliteiten voor landbouwers, als de afronding van de structurele landbouwhervorming te bevorderen, zoals reeds in de tussentijdse evaluatie van 2008 is benadrukt. |
(13) |
Aangezien een open eengemaakte markt steeds de hoeksteen van de Europese welvaart is geweest, zou ook de markt voor landbouwgrond in Litouwen baat kunnen hebben bij een grotere instroom van buitenlands kapitaal. Zoals in de tussentijdse evaluatie van 2008 is benadrukt, zouden buitenlandse investeringen in de landbouwsector bovendien belangrijke langetermijngevolgen hebben voor de verstrekking van kapitaal en knowhow, voor de werking van de grondmarkten en voor de landbouwproductiviteit. Met een geleidelijke versoepeling van de beperkingen op buitenlandse eigendom tijdens de overgangsperiode zou tevens worden bijgedragen tot de voorbereiding van de markt op volledige liberalisering. |
(14) |
Ter wille van de rechtszekerheid en ter voorkoming van een rechtsvacuüm in de nationale rechtsorde van Litouwen na het verstrijken van de huidige overgangsperiode dient dit besluit in werking te treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De in bijlage IX, hoofdstuk 4, van de Toetredingsakte van 2003 bedoelde overgangsperiode met betrekking tot de verwerving van landbouwgrond in Litouwen wordt verlengd tot en met 30 april 2014.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 14 april 2011.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) COM(2008) 461 definitief, 16 juli 2008.
15.4.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 101/124 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 14 april 2011
tot verlenging van de overgangsperiode met betrekking tot de verwerving van landbouwgrond in Slowakije
(Voor de EER relevante tekst)
(2011/241/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije,
Gezien de Akte van toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name bijlage XIV, hoofdstuk 3,
Gezien het door Slowakije ingediende verzoek,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens de Toetredingsakte van 2003 mag Slowakije onder de in de Akte gestelde voorwaarden gedurende een periode van zeven jaar na de datum van toetreding, welke verstrijkt op 30 april 2011, verbodsbepalingen handhaven ten aanzien van de verwerving van landbouwgrond door natuurlijke en rechtspersonen van andere EU-lidstaten die niet in Slowakije gevestigd of geregistreerd zijn en er ook geen filiaal of bijkantoor hebben. Het betreft een tijdelijke uitzondering op het bij de artikelen 63 tot en met 66 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gegarandeerde vrije verkeer van kapitaal. Deze overgangsperiode mag slechts een maal met maximaal drie jaar worden verlengd. |
(2) |
Op 20 januari 2011 heeft Slowakije verzocht de overgangsperiode met betrekking tot de verwerving van landbouwgrond met drie jaar te verlengen. |
(3) |
De hoofdreden voor de overgangsperiode was gelegen in de noodzaak om na de invoering van de eengemaakte markt en de overgang naar het gemeenschappelijk landbouwbeleid in Slowakije de sociaaleconomische omstandigheden voor landbouwactiviteiten te vrijwaren. Met name werd beoogd tegemoet te komen aan de bezorgdheid die in verband met de mogelijke effecten op de landbouwsector van de liberalisering van de verwerving van landbouwgrond is gerezen ten gevolge van de aanvankelijk grote verschillen in grondprijzen en inkomen in vergelijking met Oostenrijk, België, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal, Spanje, Zweden en het Verenigd Koninkrijk (hierna de „EU-15” genoemd). De overgangsperiode was er ook op gericht het proces van privatisering en teruggave van landbouwgrond te vergemakkelijken. In haar verslag van 16 juli 2008 getiteld „Evaluatie van de overgangsregeling voor de verwerving van agrarisch onroerend goed als vastgesteld in het Toetredingsverdrag van 2003” (hierna de „tussentijdse evaluatie van 2008” genoemd) heeft de Commissie reeds benadrukt dat het van belang was dit proces vóór het einde van de toegestane overgangsperiode te voltooien (1). |
(4) |
Volgens de gegevens waarover Eurostat beschikt, zijn de prijzen van landbouwgrond in Slowakije lager dan in de Europese Unie. Een totale convergentie van de verkoopprijzen van landbouwgrond werd niet verwacht en evenmin als een noodzakelijke voorwaarde voor het beëindigen van de overgangsperiode beschouwd. Dat neemt echter niet weg dat de waarneembare prijsverschillen voor landbouwgrond tussen Slowakije en de EU-15 van zodanige omvang zijn dat zij een vlotte voortgang naar prijsconvergentie in de weg kunnen staan. Ook bestaat er een groot risico dat gronden van lage waarde het voorwerp gaan uitmaken van speculatie. |
(5) |
Uit de gegevens van Eurostat blijkt dat er net als voor de prijzen van landbouwgrond ook voor het bbp per hoofd in koopkrachtstandaard nog steeds een kloof tussen Slowakije en de EU-15 bestaat. De huidige prijzen van landbouwgrond zijn dan ook hoog in verhouding tot de koopkracht in Slowakije. |
(6) |
Volgens Eurostat wordt de structuur van de landeigendom in Slowakije gekenmerkt door een overwicht van kleine gezinsbedrijven van minder dan 2 ha die veelal niet marktgericht zijn. Het consolidatieproces van deze kleine landbouwbedrijven verloopt zeer langzaam: tussen 2001 en 2007 is het gemiddelde geëxploiteerde landbouwareaal per bedrijf van minder dan 2 ha toegenomen van 0,5 ha tot 0,6 ha. Hoewel slechts 4,56 % van alle arbeidskrachten in de landbouwsector werkzaam zijn, woont bijna de helft van de bevolking in plattelandsgebieden. Volgens de Slowaakse autoriteiten worden vele landbouwgronden die in particuliere handen zijn, niet bebouwd. |
(7) |
De consolidatie van landbouwgronden wordt ook belemmerd doordat het proces van restitutie van eigendomsrechten nog niet is afgerond wegens onbeslechte geschillen over grondbezit. Voorts wordt meer dan 360 000 ha aan particuliere landbouwgronden door het Slowaakse Grondfonds beheerd in afwachting van de identificatie van de wettelijke eigenaars ervan. Ongeveer 130 000 ha aan landbouwgrond die staatseigendom is, blijft onder het beheer van het Slowaakse Grondfonds. Samen met de gronden waarvan de juridische status onzeker is, vertegenwoordigt deze grond bijna een kwart van het totale landbouwareaal van de Slowaakse Republiek. De heersende onduidelijkheid over eigendomsrechten vormt onvermijdelijk een belemmering voor het verrichten van grondtransacties en de consolidatie van landbouwbedrijven. De versnippering van landbouwgrond doet op haar beurt verder afbreuk aan het concurrentievermogen en aan de marktgerichtheid van landbouwbedrijven. |
(8) |
Volgens de Slowaakse autoriteiten valt tegen deze achtergrond te verwachten dat de grondprijzen in Slowakije onder druk zouden komen te staan mochten de beperkingen op 1 mei 2011 worden opgeheven. Bijgevolg dreigen zich bij het verstrijken van de overgangsperiode ernstige verstoringen op de Slowaakse markt voor landbouwgrond te zullen voordoen. |
(9) |
Derhalve moet een verlenging met drie jaar van de in van bijlage XIV, hoofdstuk 3, van de Toetredingsakte van 2003 bedoelde overgangsperiode worden toegestaan. |
(10) |
Om de markt ten volle op de liberalisering voor te bereiden, blijft het, zelfs in ongunstige economische omstandigheden, van het grootste belang tijdens de overgangsperiode zowel de verbetering van factoren zoals de krediet- en verzekeringsfaciliteiten voor landbouwers, als de afronding van de landbouwhervorming te bevorderen, zoals reeds in de tussentijdse evaluatie van 2008 is benadrukt. |
(11) |
Aangezien een open eengemaakte markt steeds de hoeksteen van de Europese welvaart is geweest, zou ook de markt voor landbouwgrond in Slowakije baat kunnen hebben bij een grotere instroom van buitenlands kapitaal. Zoals in de tussentijdse evaluatie van 2008 is benadrukt, zouden buitenlandse investeringen in de landbouwsector bovendien belangrijke langetermijngevolgen hebben voor de verstrekking van kapitaal en knowhow, voor de werking van de grondmarkten en voor de landbouwproductiviteit. Met een geleidelijke versoepeling van de beperkingen op buitenlandse eigendom tijdens de overgangsperiode zou tevens worden bijgedragen tot de voorbereiding van de markt op volledige liberalisering. |
(12) |
Ter wille van de rechtszekerheid en ter voorkoming van een rechtsvacuüm in de nationale rechtsorde van Slowakije na het verstrijken van de huidige overgangsperiode dient dit besluit in werking te treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De in bijlage XIV, hoofdstuk 3, van de Toetredingsakte van 2003 bedoelde overgangsperiode met betrekking tot de verwerving van landbouwgrond in Slowakije wordt verlengd tot en met 30 april 2014.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 14 april 2011.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) COM(2008) 461 definitief, 16 juli 2008.
15.4.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 101/126 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 14 april 2011
betreffende de leden van de bij Besluit 2004/613/EG opgerichte adviesgroep voor de voedselketen en de gezondheid van dieren en planten
(2011/242/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Besluit 2004/613/EG van de Commissie van 6 augustus 2004 tot oprichting van de adviesgroep voor de voedselketen en de gezondheid van dieren en planten (1), en met name artikel 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Besluit 2004/613/EG is met ingang van 25 augustus 2004 een adviesgroep voor de voedselketen en de gezondheid van dieren en planten opgericht. De Commissie raadpleegt deze groep over haar werkprogramma betreffende de veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, de etikettering en presentatie van levensmiddelen en diervoeders, de menselijke voeding in verband met de levensmiddelenwetgeving, de diergezondheid, het welzijn van dieren en de gezondheid van planten en over alle maatregelen die zij op deze gebieden wil nemen of voorstellen. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 3, lid 3, van Besluit 2004/613/EG moet de Commissie representatieve Europese organisaties selecteren die het best aan de in artikel 3, lid 1, van dat besluit genoemde criteria voldoen en die gehoor hebben gegeven aan een oproep tot het geven van blijken van belangstelling. |
(3) |
De Commissie heeft oorspronkelijk 36 leden van de adviesgroep geselecteerd. De lijst van de oorspronkelijke leden is bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie in 2005 (2). |
(4) |
De Commissie heeft thans besloten het aantal leden van de adviesgroep uit te breiden, met name om een aantal niet-vertegenwoordigde sectoren op te nemen. In aansluiting op een oproep tot het geven van blijken van belangstelling zijn nog eens negen organisaties geselecteerd. |
(5) |
Alle leden van de adviesgroep hebben dezelfde status. |
(6) |
Het lidmaatschap van de 36 huidige leden van de adviesgroep moet worden bevestigd en voorts moeten de 9 onlangs geselecteerde leden worden benoemd. |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De Commissie bevestigt de in deel A van de bijlage vermelde Europese organisaties als leden van de adviesgroep voor de voedselketen en de gezondheid van dieren en planten en benoemt voorts de in deel B van de bijlage vermelde Europese organisaties tot lid van deze adviesgroep.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 14 april 2011.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 275 van 25.8.2004, blz. 17.
(2) PB C 97 van 21.4.2005, blz. 2.
BIJLAGE
DEEL A
AIPCE-CEP |
Association des industries du poisson de l’Union européenne/Comité des organisations nationales des importateurs et exportateurs de poisson de l’Union européenne |
ANIMALS ANGELS |
Animal Welfare Association |
AVEC |
Association of Poultry Processors and Poultry Import and Export Trade in the European Union Countries |
BEUC (1) |
Bureau européen des unions de consommateurs |
CEFIC |
Conseil européen des fédérations de l’industrie chimique |
CELCAA |
Comité européen de liaison des commerces agroalimentaires |
CES/ETUC |
Confédération européenne des syndicats/European Trade Union Confederation |
CIAA |
Confédération des industries agroalimentaires de l’Union européenne |
CLITRAVI |
Centre de liaison des industries transformatrices de viandes de l’Union européenne |
COCERAL |
Comité du commerce des céréales, aliments du bétail, oléagineux, huile d’olive, huiles et graisses et agrofournitures de l’Union européenne |
COPA-Cogeca |
Comité des organisations professionnelles agricoles de l’Union européenne – Confédération générale des coopératives agricoles de l’Union européenne |
ECCA |
European Crop Care Association |
ECPA |
European Crop Protection Association |
ECSLA |
European Cold Storage and Logistics Association |
EDA |
European Dairy Association |
EFFAT |
European Federation of Food, Agriculture and Tourism Trade Unions |
EFPRA |
European Fat Processors and Renderers Association |
EMRA |
European Modern Restaurant Association |
ESA |
European Seed Association |
EUROCHAMBRES |
Association of European Chambers of Commerce and Industry |
EUROCOMMERCE |
European Representation of Retail, Wholesale and International Trade |
EUROCOOP |
European Community of Consumer Cooperatives |
EUROGROUP |
Eurogroup for Animal Welfare |
EUROPABIO |
European Association of Bioindustries |
FEDIAF |
Fédération européenne de l’industrie des aliments pour animaux familiers |
FEFAC |
Fédération européenne des fabricants d’aliments composés pour animaux |
FERCO |
Fédération européenne de la restauration collective concédée |
FESASS |
Fédération européenne pour la santé animale et la sécurité sanitaire |
FRESHFEL |
European Fresh Produce Association |
FVE |
Federation of Veterinarians of Europe |
HOTREC |
Confédération des associations nationales de l’hôtellerie, de la restauration, des cafés et établissements similaires de l’Union européenne et de l’Espace économique européen |
IFAH-EUROPE |
International Federation for Animal Health Europe |
IFOAM EU GROUP |
International Federation of Organic Agriculture Movements — European Union Regional Group |
UEAPME |
Union européenne de l’artisanat et des petites et moyennes entreprises |
UECBV |
Union européenne du commerce du bétail et de la viande |
UGAL |
Union des groupements de détaillants indépendants de l’Europe |
DEEL B
AESGP |
Association of the European Self-Medication Industry |
ECVC |
European Coordination Via Campesina |
EHPM |
European Federation of Associations of Health Product Manufacturers |
EUWEP |
European Union of Wholesale with Eggs, Egg Products and Poultry and Game |
FEFANA |
EU Association of Specialty Feed Ingredients and their Mixtures |
FoEE |
Friends of the Earth Europe |
PAN EUROPE |
Pesticide Action Network Europe |
PFP |
Primary Food Processors |
SLOW FOOD |
Slow Food Associazione Internazionale |
(1) Aan het BEUC zijn drie zetels toegewezen met het oog op een betere vertegenwoordiging van de Europese consumenten.