ISSN 1725-2598

doi:10.3000/17252598.L_2011.087.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 87

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

54e jaargang
2 april 2011


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 321/2011 van de Commissie van 1 april 2011 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 10/2011 wat de beperking op het gebruik van bisfenol A in zuigflessen van kunststof voor zuigelingen betreft ( 1 )

1

 

*

Verordening (EU) nr. 322/2011 van de Commissie van 31 maart 2011 tot vaststelling van een verbod op de visserij op zeeduivels in gebied VIIIc, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1 door vaartuigen die de vlag van Frankrijk voeren

3

 

*

Verordening (EU) nr. 323/2011 van de Commissie van 31 maart 2011 tot vaststelling van een verbod op de visserij op diepzeehaaien in het gebied uniale wateren en internationale wateren van V, VI, VII, VIII en IX door vaartuigen die de vlag van Frankrijk voeren

5

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 324/2011 van de Commissie van 1 april 2011 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

7

 

 

BESLUITEN

 

 

2011/207/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 29 maart 2011 tot vaststelling van een specifiek controle- en inspectieprogramma met betrekking tot het herstel van blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee (Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 1984)

9

 

 

2011/208/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 1 april 2011 betreffende een financiële bijdrage van de Unie in de kosten van urgente maatregelen ter bestrijding van de ziekte van Newcastle in Spanje in 2009 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 2062)

29

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Besluit 2011/137/GBVB van de Raad van 28 februari 2011 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië (PB L 58 van 3.3.2011)

31

 

*

Rectificatie van Verordening (EU) nr. 204/2011 van de Raad van 2 maart 2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië (PB L 58 van 3.3.2011)

31

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

2.4.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 87/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 321/2011 VAN DE COMMISSIE

van 1 april 2011

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 10/2011 wat de beperking op het gebruik van bisfenol A in zuigflessen van kunststof voor zuigelingen betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1935/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 inzake materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in contact te komen en houdende intrekking van de Richtlijnen 80/590/EEG en 89/109/EEG (1), en met name artikel 18, lid 3,

Na raadpleging van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2002/72/EG van de Commissie van 6 augustus 2002 inzake materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen (2) is gewijzigd bij Richtlijn 2011/8/EU (3), waarbij het gebruik van bisfenol A (2,2-bis(4-hydroxyfenyl)propaan) in zuigflessen van polycarbonaat voor zuigelingen is beperkt.

(2)

Met ingang van 1 mei 2011 wordt Richtlijn 2002/72/EG vervangen door Verordening (EU) nr. 10/2011 van de Commissie van 14 januari 2011 betreffende materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in contact te komen (4).

(3)

Verordening (EU) nr. 10/2011 bevat niet de beperkingen inzake bisfenol A die bij Richtlijn 2011/8/EU in Richtlijn 2002/72/EG zijn geïntroduceerd.

(4)

Verordening (EU) nr. 10/2011 moet daarom worden gewijzigd om met de beperkingen op het gebruik van bisfenol A rekening te houden.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In tabel 1 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 10/2011, onder de vermelding betreffende stof nummer 151, „2,2-bis(4-hydroxyfenyl)propaan” genaamd, wordt in kolom 10 („Beperkingen en specificaties”) de volgende tekst ingevoegd:

„Niet gebruiken voor de vervaardiging van zuigflessen (5) van polycarbonaat voor zuigelingen (6).

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 mei 2011 wat betreft het verbod op de vervaardiging van materialen en voorwerpen van kunststof die bestemd zijn om met levensmiddelen in contact te komen en die niet aan deze verordening voldoen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juni 2011 wat betreft het verbod op het in de handel brengen en de invoer in de Unie van materialen en voorwerpen van kunststof die niet aan deze verordening voldoen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 april 2011.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 338 van 13.11.2004, blz. 4.

(2)  PB L 220 van 15.8.2002, blz. 18.

(3)  PB L 26 van 29.1.2011, blz. 11.

(4)  PB L 12 van 15.1.2011, blz. 1.

(5)  Deze beperking is van toepassing met ingang van 1 mei 2011 wat de vervaardiging betreft en met ingang van 1 juni 2011 wat het in de handel brengen en de invoer in de Unie betreft.

(6)  Als gedefinieerd in artikel 2 van Richtlijn 2006/141/EG.”.


2.4.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 87/3


VERORDENING (EU) Nr. 322/2011 VAN DE COMMISSIE

van 31 maart 2011

tot vaststelling van een verbod op de visserij op zeeduivels in gebied VIIIc, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1 door vaartuigen die de vlag van Frankrijk voeren

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), en met name artikel 36, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 57/2011 van de Raad van 18 januari 2011 tot vaststelling, voor 2011, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in bepaalde wateren buiten de Europese Unie, van toepassing zijn (2), zijn de quota voor 2011 vastgesteld.

(2)

Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, de betrokken, voor 2011 toegewezen quota volledig zijn opgebruikt.

(3)

Daarom moet de visserij op dat bestand worden verboden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het opgebruiken van het quotum

Het quotum dat voor 2011 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.

Artikel 2

Verbod

De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Na die datum is het ook verboden om vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, over te laden of aan te voeren.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 maart 2011.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Lowri EVANS

Directeur-generaal Maritieme zaken en visserij


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

(2)  PB L 24 van 27.1.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Nr.

1/T&Q

Lidstaat

Frankrijk

Bestand

ANF/8C3411

Soort

Zeeduivels (Lophiidae)

Gebied

VIIIc, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1

Datum

13 januari 2011


2.4.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 87/5


VERORDENING (EU) Nr. 323/2011 VAN DE COMMISSIE

van 31 maart 2011

tot vaststelling van een verbod op de visserij op diepzeehaaien in het gebied uniale wateren en internationale wateren van V, VI, VII, VIII en IX door vaartuigen die de vlag van Frankrijk voeren

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), en met name artikel 36, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1225/2010 van de Raad van 13 december 2010 tot vaststelling, voor 2011 en 2012, van de vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen voor visbestanden van bepaalde diepzeevissoorten (2) zijn de quota voor 2011 en 2012 vastgesteld.

(2)

Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, de betrokken, voor 2011 toegewezen quota volledig zijn opgebruikt.

(3)

Daarom moet de visserij op dat bestand worden verboden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het opgebruiken van het quotum

Het quotum dat voor 2011 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.

Artikel 2

Verbod

De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Na die datum is het ook verboden om vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, over te laden of aan te voeren.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 maart 2011.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Lowri EVANS

Directeur-generaal Maritieme zaken en visserij


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

(2)  PB L 336 van 21.12.2010, blz. 1.


BIJLAGE

Nr.

2/DSS

Lidstaat

Frankrijk

Bestand

DWS/56789-

Soort

Diepzeehaaien

Gebied

Uniale wateren en internationale wateren van V, VI, VII, VIII en IX

Datum

13 januari 2011


2.4.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 87/7


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 324/2011 VAN DE COMMISSIE

van 1 april 2011

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name artikel 138, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 2 april 2011.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 april 2011.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

IL

61,9

JO

68,6

MA

51,3

TN

97,4

TR

81,6

ZZ

72,2

0707 00 05

EG

158,2

TR

138,5

ZZ

148,4

0709 90 70

MA

38,5

TR

107,6

ZA

28,9

ZZ

58,3

0805 10 20

EG

60,0

IL

79,6

MA

53,3

TN

54,3

TR

74,8

US

49,1

ZZ

61,9

0805 50 10

TR

51,0

ZZ

51,0

0808 10 80

AR

80,3

BR

81,6

CA

87,6

CL

89,3

CN

104,7

MK

50,2

US

122,6

UY

70,6

ZA

77,7

ZZ

85,0

0808 20 50

AR

89,1

CL

88,3

CN

64,2

ZA

99,1

ZZ

85,2


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

2.4.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 87/9


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 29 maart 2011

tot vaststelling van een specifiek controle- en inspectieprogramma met betrekking tot het herstel van blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 1984)

(2011/207/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), en met name artikel 95,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In 2006 heeft de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijn in de Atlantische Oceaan (ICCAT) een meerjarig herstelplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee goedgekeurd. Dit herstelplan is in Unierecht omgezet bij Verordening (EG) nr. 1559/2007 van de Raad (2).

(2)

ICCAT heeft het herstelplan op 24 november 2008 gewijzigd bij aanbeveling 08-05. Het aldus gewijzigde herstelplan is in Unierecht omgezet bij Verordening (EG) nr. 302/2009 van de Raad (3).

(3)

Om een geslaagde tenuitvoerlegging van het gewijzigde meerjarig herstelplan te garanderen, is bij Beschikking 2009/296/EG van de Commissie (4) een specifiek controle- en inspectieprogramma vastgesteld voor een periode van twee jaar, van 15 maart 2009 tot en met 15 maart 2011.

(4)

Het specifieke controle- en inspectieprogramma met betrekking tot het herstel van blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee, als vastgesteld bij Beschikking 2009/296/EG, vervalt op 15 maart 2011. Er moet een nieuw besluit van de Commissie worden vastgesteld om de continuïteit van dat programma te verzekeren en met het oog op de onmiddellijke tenuitvoerlegging van een aantal bepalingen van ICCAT-aanbeveling 10-04, met name met betrekking tot de vroegtijdige indiening van de vereiste visserij- en inspectieplannen.

(5)

Dit nieuwe specifieke controle- en inspectieprogramma moet worden vastgesteld voor de periode van 15 maart 2011 tot en met 15 maart 2014. De resultaten van de toepassing daarvan moeten in samenwerking met de betrokken lidstaten periodiek worden geëvalueerd.

(6)

Om de controle en inspectie van de blauwvintonijnvisserij op het niveau van de Unie te harmoniseren, moeten gemeenschappelijke regels worden opgesteld voor de door de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten te verrichten controle- en inspectieactiviteiten en moeten de lidstaten nationale controleactieprogramma's opstellen die aan deze gemeenschappelijke regels beantwoorden. Hiertoe moeten ijkpunten voor de intensiteit van de controle- en inspectieactiviteiten worden vastgesteld, evenals prioriteiten en procedures voor controle en inspectie.

(7)

Om de follow-up van inbreuken te verzekeren, moeten bij dit besluit onder meer de procedures worden vastgesteld volgens welke de betrokken autoriteiten relevante informatie kunnen uitwisselen overeenkomstig artikel 117 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

(8)

De gezamenlijke inspectie- en bewakingsactiviteiten dienen te worden verricht overeenkomstig de gezamenlijke inzetplannen die zijn opgesteld door het bij Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad (5) opgerichte Communautair Bureau voor visserijcontrole (CBVC).

(9)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Voorwerp

Bij dit besluit wordt een specifiek controle- en inspectieprogramma vastgesteld met het oog op de geharmoniseerde tenuitvoerlegging van het in 2006 door de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijn in de Atlantische Oceaan (ICCAT) goedgekeurde meerjarig herstelplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee, als omgezet bij Verordening nr. 302/2009 en laatstelijk gewijzigd bij ICCAT-aanbeveling 10-04 van 27 november 2010.

Artikel 2

Temporeel en territoriaal toepassingsgebied

Het specifieke controle- en inspectieprogramma is tot en met 15 maart 2014 in het ICCAT-verdragsgebied van toepassing.

Artikel 3

Materieel toepassingsgebied

Het specifieke controle- en inspectieprogramma heeft betrekking op de volgende activiteiten:

1.

alle visserijactiviteiten, inclusief bijvangsten, door vissersvaartuigen en tonnara's, met inbegrip van gezamenlijke visacties;

2.

alle vangst-, aanlandings-, overhevelings-, overladings- en kooiverrichtingen;

3.

alle verwante activiteiten van kweek- en mestbedrijven en exploitanten die zich bezighouden met het kooien, mesten, kweken, oogsten of verwerken van blauwvintonijn en/of met de handel in blauwvintonijnproducten, met inbegrip van binnenlandse handel, invoer, uitvoer, wederuitvoer, vervoer en opslag;

4.

sport- en recreatievisserij.

HOOFDSTUK II

DOELSTELLINGEN, PRIORITEITEN, IJKPUNTEN EN PROCEDURES

Artikel 4

Doelstellingen

De controle- en inspectieactiviteiten beogen de naleving van de volgende bepalingen te garanderen:

1.

jaarlijkse visplannen, als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 302/2009;

2.

het verbod op het gebruik van vliegtuigen en helikopters voor het zoeken naar blauwvintonijn, als bedoeld in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 302/2009;

3.

maatregelen betreffende de vangst- en kweekcapaciteit, als bedoeld in de artikelen 5 en 6 van Verordening (EG) nr. 302/2009;

4.

de tenuitvoerlegging van waarnemersprogramma's in de Unie, waaronder het waarnemersprogramma van de lidstaten en het regionaal waarnemersprogramma van de ICCAT, als bedoeld in de punten 90, 91 en 92 en bijlage 7 van ICCAT-aanbeveling 10-04;

5.

regels inzake de registratie van toegestane visserijvaartuigen en andere vissersvaartuigen, als bedoeld in de artikelen 14 en 15 van Verordening (EG) nr. 302/2009;

6.

specifieke technische maatregelen en voorwaarden voor de visserij op blauwvintonijn, als bedoeld in ICCAT-aanbeveling 10-04, in het bijzonder voorschriften inzake de minimummaat en de daarmee verband houdende voorwaarden;

7.

kwantitatieve vangstbeperkingen en alle daarmee verband houdende specifieke voorwaarden, met inbegrip van toezicht op het gebruik van de quota, als bedoeld in ICCAT-aanbeveling 10-04;

8.

op blauwvintonijn toepasselijke documentatieverplichtingen, als bedoeld in ICCAT-aanbeveling 10-04.

Artikel 5

Prioriteiten

Per categorie vistuig wordt het prioriteitsniveau bepaald overeenkomstig het jaarlijkse visplan. Daarom moet elke lidstaat specifieke prioriteiten vaststellen.

Artikel 6

IJkpunten

De ijkpunten voor de inspectie worden vastgesteld in bijlage I.

Artikel 7

Procedures

De controle- en inspectieactiviteiten worden uitgevoerd in overeenstemming met de volgende procedureregels:

1.

de ICCAT-regeling inzake gezamenlijke internationale inspectie, als bedoeld in de punten 99, 100, 101 en bijlage 8 van ICCAT-aanbeveling 10-04;

2.

de inspectiemethoden, als bedoeld in ICCAT-aanbeveling 10-04, en met name bijlage 8;

3.

de door functionarissen te volgen procedures, als vastgesteld in bijlage II bij dit besluit;

4.

de door de lidstaten te volgen procedures, als vastgesteld in de artikelen 8 tot en met 13 van dit besluit.

Artikel 8

Gemeenschappelijke procedures

De in artikel 12 genoemde lidstaten zorgen ervoor dat functionarissen uit andere betrokken lidstaten worden uitgenodigd om deel te nemen aan gezamenlijke inspectie- en bewakingsactiviteiten, en stellen gezamenlijke operationele procedures op voor hun bewakingsvaartuigen.

Artikel 9

Melding van bewakings- en inspectieactiviteiten

1.   Een lidstaat die van plan is in het kader van een gezamenlijk inzetplan bewakingsactiviteiten uit te voeren en vissersvaartuigen te inspecteren in de wateren die onder de jurisdictie van een andere lidstaat vallen, meldt dat voornemen aan het in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1042/2006 van de Commissie (6) bedoelde contactpunt van de betrokken kustlidstaat en aan het CVBC.

2.   De in lid 1 bedoelde melding bevat de volgende gegevens:

a)

type, naam en radio-oproepsignaal van de inspectievaartuigen en het inspectievliegtuig op basis van de in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1042/2006 bedoelde lijst;

b)

de gebieden waar de bewakings- en inspectieactiviteiten zullen worden verricht;

c)

de duur van de bewakings- en inspectieactiviteiten.

Artikel 10

Kennisgeving van inbreuken

Naast het bepaalde in de artikelen 82 en 83 van Verordening (EG) nr. 1124/2009 stellen de lidstaten waarvan de functionarissen tijdens een inspectie van de in artikel 3 opgesomde activiteiten een inbreuk vaststellen, het derde land en de Commissie onverwijld in kennis van de datum van inspectie en de bijzonderheden betreffende de inbreuk.

Artikel 11

Onmiddellijke handhavingsmaatregelen in geval van ernstige inbreuken

1.   Indien een ernstige inbreuk wordt geconstateerd aan boord van een vissersvaartuig van de Unie, ziet de vlaggenlidstaat van dat vaartuig erop toe dat het betrokken vaartuig na de inspectie alle visserijactiviteiten stopzet en stelt hij de Commissie hiervan tijdig in kennis.

2.   Indien het vissersvaartuig van de Unie niet wordt verzocht zich naar een haven te begeven, dient de vlaggenlidstaat dit binnen 72 uur omstandig te motiveren ten aanzien van de Commissie.

HOOFDSTUK III

TENUITVOERLEGGING

Artikel 12

Nationale controleactieprogramma’s

1.   Het specifieke controle- en inspectieprogramma wordt ten uitvoer gelegd in de nationale controleactieprogramma's als bedoeld in artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1224/2009, die zijn opgesteld door Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Cyprus, Malta en Portugal.

2.   Nationale controleactieprogramma's worden opgesteld in overeenstemming met de in dit besluit vastgestelde doelstellingen, prioriteiten, ijkpunten en procedures en bevatten alle in bijlage III vermelde gegevens.

3.   Nationale controleactieprogramma's gaan vergezeld van jaarlijkse uitvoeringsschema’s die bijzonderheden bevatten over de ingezette personele en materiële middelen en over de gebieden waar deze worden ingezet. De jaarlijkse uitvoeringsschema's houden rekening met de in bijlage I vastgestelde ijkpunten.

4.   Voor de visseizoenen 2012 en 2013 dienen de lidstaten hun nationale controlactieprogramma's en jaarlijkse uitvoeringsschema's respectievelijk vóór 15 september 2011 en 2012 in. Zij stellen deze vóór 1 januari 2012 en 2013 ter beschikking op het beveiligde deel van hun website.

Artikel 13

Samenwerking tussen de lidstaten

Alle lidstaten werken bij de uitvoering van het specifieke controle- en inspectieprogramma samen met de in artikel 12, lid 1 genoemde lidstaten.

Artikel 14

Gezamenlijke inspectie- en bewakingsactiviteiten

De in artikel 12 bedoelde nationale controleactieprogramma's kunnen geheel of gedeeltelijk ten uitvoer worden gelegd in een gezamenlijk inzetplan dat door het Communautair Bureau voor visserijcontrole (CBVC) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 768/2005 wordt vastgesteld.

Artikel 15

Verslag over de tenuitvoerlegging van nationale controleactieprogramma's

1.   De in artikel 12, lid 1, genoemde lidstaten brengen bij de Commissie en bij het CBVC verslag uit over de tenuitvoerlegging van hun nationaal controleactieprogramma als bedoeld in artikel 12.

2.   De tussentijdse verslagen worden jaarlijks op 1 juli en 15 september ingediend en het eindverslag wordt op 15 december van hetzelfde jaar ingediend.

3.   Dit verslag bevat de volgende informatie in overeenstemming met de tabel in bijlage II.

a)

de maandelijks verrichte inspectie- en controleactiviteiten;

b)

alle geconstateerde inbreuken, met voor iedere inbreuk:

i)

de identificatiegegevens van het vissersvaartuig (naam, vlag en externe identificatiecode), de tonnara, het kweek- of mestbedrijf of de onderneming die zich bezighoudt met de verwerking van blauwvintonijn en/of de handel in de betrokken blauwvintonijnproducten,

ii)

de datum, de tijd en de plaats van de inspectie,

iii)

de aard van de inbreuk, met inbegrip van informatie over ernstige inbreuken of overtredingen als bedoeld in de artikelen 10 en 11,

iv)

de stand van zaken met betrekking tot de follow-up van de geconstateerde inbreuken (bv. zaak is in behandeling, zaak wordt behandeld in beroep, onderzoek loopt nog),

v)

een gedetailleerde beschrijving van eventueel opgelegde sancties (bv. hoogte van de boeten, waarde van de in beslag genomen vangsten en/of vistuigen, of een schriftelijke waarschuwing is gegeven), samen met de stavingsdocumenten,

vi)

toelichtingen indien geen maatregelen zijn genomen.

c)

alle relevante coördinatie- en samenwerkingsacties tussen de lidstaten.

4.   Een inbreuk wordt in elk volgend verslag vermeld totdat de procedure overeenkomstig de wetgeving van de betrokken lidstaat is afgesloten.

Artikel 16

Aanvullende informatie

De lidstaten verstrekken de Commissie op haar verzoek alle aanvullende informatie over de tenuitvoerlegging van deze verordening.

Artikel 17

Inspectieplan en verslag van de Unie

1.   Op basis van het onderhavige besluit en van nationale controleactieprogramma's, en na overleg met de lidstaten, dient de Commissie bij de ICCAT-commissie één maand voor de jaarlijkse vergadering daarvan overeenkomstig punt 9 van ICCAT-aanbeveling 10-04 het inspectieplan van de Unie in.

2.   De Commissie belegt eenmaal per jaar een vergadering van het Comité voor de visserij en de aquacultuur om de naleving en de resultaten van het specifieke controle- en inspectieprogramma te evalueren ter voorbereiding van het verslag dat de Unie uiterlijk op 15 oktober van elk jaar bij het ICCAT-secretariaat moet indienen.

HOOFDSTUK IV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 18

Adressaten

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 29 maart 2011.

Voor de Commissie

Maria DAMANAKI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

(2)  PB L 340 van 22.12.2007, blz. 8.

(3)  PB L 96 van 15.4.2009, blz. 1.

(4)  PB L 80 van 26.3.2009, blz. 18.

(5)  PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1.

(6)  PB L 187 van 8.7.2006, blz. 14.


BIJLAGE I

IJKPUNTEN

De in deze bijlage vastgestelde ijkpunten moeten worden in acht genomen om met name te zorgen voor:

a)

een volledig toezicht op de kooiverrichtingen die in de EU-wateren plaatsvinden;

b)

een volledig toezicht op de overhevelingsverrichtingen;

c)

een volledig toezicht op de gezamenlijke visacties;

d)

de controle van alle documenten die vereist zijn op grond van de wetgeving inzake blauwvintonijn, met name met betrekking tot het controleren van de betrouwbaarheid van de geregistreerde gegevens;

Plaats van inspectie

IJkpunt

Kooien (met inbegrip van de oogst)

Elke kooiverrichting in een kweek- of mestbedrijf moet door de vlaggenlidstaat van het visserijvaartuig worden toegestaan binnen 48 uur na de indiening van de voor de kooiverrichting vereiste informatie.

Elke kooiverrichting voor kweek- of mestdoeleinden moet vergezeld gaan van nauwkeurige, volledige en gevalideerde documentatie als vereist door de ICCAT (als bepaald in punt 84 van ICCAT-aanbeveling 10-04).

Elke kooiverrichting en elk oogstproces moet worden geïnspecteerd, inclusief door de betrokken havenautoriteiten.

Op elke kooiverrichting wordt toezicht gehouden door middel van een videocamera in het water (als bepaald in punt 86 van ICCAT-aanbeveling 10-04).

Vis wordt gekooid vóór 31 juli behoudens om geldige reden overeenkomstig aanbeveling 10-04 (als bepaald in punt 83 van ICCAT-aanbeveling 10-04).

Inspectie op zee

IJkpunt dat wordt vastgesteld na een gedetailleerde analyse van de visserijactiviteit in elk gebied.

IJkpunten op zee worden uitgedrukt in het aantal patrouilledagen die in het specifieke voor het herstel van de blauwvintonijnbestanden afgebakende gebied op zee worden doorgebracht gedurende een bepaald visseizoen en voor een bepaalde visserijactiviteit.

Overhevelingsverrichting

Elke overhevelingsverrichting moet vooraf door de vlaggenstaat worden toegestaan op basis van een voorafgaande kennisgeving van overheveling (als bepaald in punt 75 van ICCAT-aanbeveling 10-04).

Voor elke overhevelingsverrichting wordt een machtigingsnummer verstrekt (als bepaald in punt 76 van ICCAT-aanbeveling 10-04).

Een overheveling wordt toegestaan binnen 48 uur volgende op de indiening van de voorafgaande kennisgeving van overheveling (als bepaald in punt 76 van ICCAT-aanbeveling 10-04).

Een ICCAT-overhevelingsaangifte wordt na de overhevelingsverrichting toegezonden aan de vlaggenstaat (als bepaald in punt 77 van ICCAT-aanbeveling 10-04).

Op elke overhevelingsverrichting wordt toezicht gehouden door middel van een videocamera in het water (als bepaald in punt 79 van ICCAT-aanbeveling 10-04).

Overladingen

Alle vaartuigen moeten zowel bij aankomst en vóór de overladingsverrichtingen als vóór vertrek en na de overladingsverrichtingen worden gecontroleerd. In niet-aangewezen havens worden steekproefsgewijze controles uitgevoerd.

Een overladingsaangifte wordt binnen 48 uur na de datum van overlading toegezonden aan de vlaggenstaat (als bepaald in punt 69 van ICCAT-aanbeveling 10-04).

Gezamenlijke visactie

Alle gezamenlijke visacties moeten vooraf door de vlaggenstaten worden toegestaan.

Vervolgens stellen de lidstaten een register van alle door hen toegestane gezamenlijke visacties op en houden zij dit bij.

Bewaking vanuit de lucht

Flexibel ijkpunt dat moet worden vastgesteld na een gedetailleerde analyse van de visserijactiviteiten in elk gebied en rekening houdend met de middelen die de lidstaat ter beschikking staan.

Aanlandingen

Alle vaartuigen die een aangewezen haven binnenvaren voor de aanlanding van blauwvintonijn, moeten worden gecontroleerd.

In niet-aangewezen havens worden steekproefsgewijze controles uitgevoerd.

De betrokken autoriteit zendt binnen 48 uur na de aanlanding een aanlandingsaangifte toe aan de autoriteiten van de vlaggenstaat van het vissersvaartuig (als bepaald in punt 68 van ICCAT-aanbeveling 10-04).

Op de markt brengen

Flexibel ijkpunt dat moet worden vastgesteld na een gedetailleerde analyse van de met het oog op het op de markt brengen verrichte activiteit.

Sport- en recreatievisserij

Flexibel ijkpunt dat moet worden vastgesteld na een gedetailleerde analyse van de in het kader van de sport- en recreatievisserij verrichte activiteiten.

Tonnara's

Elke visserijactiviteit met tonnara's, met inbegrip van overhevelingen en oogstverrichtingen, moet worden geïnspecteerd.


BIJLAGE II

DOOR FUNCTIONARISSEN TE VOLGEN PROCEDURES

1.   Inspectietaken

1.1.   Algemene inspectietaken

Voor iedere controle en inspectie moet een inspectieverslag worden opgesteld volgens het in punt 2 van deze bijlage vastgestelde model. Functionarissen moeten in elk geval het volgende controleren en in hun inspectieverslag vermelden:

1.

gegevens betreffende de identiteit van de bevoegde personen, vaartuigen, personeelsleden van het kweek- of mestbedrijf enz. die betrokken waren bij de geïnspecteerde activiteiten;

2.

machtigingen, visvergunningen en speciale visdocumenten;

3.

relevante documenten van het vaartuig, zoals het logboek, de aangiften van overheveling en overlading, ICCAT-vangstdocumenten betreffende blauwvintonijn, wederuitvoercertificaten en andere voor controle- en inspectiedoeleinden onderzochte documenten, als bepaald in ICCAT-aanbeveling 10-04;

4.

gedetailleerde waarnemingen inzake de afmetingen van de gevangen, gekooide, overgehevelde, overgeladen, aangevoerde, vervoerde, gekweekte, verwerkte of verhandelde blauwvintonijn, in het kader van de naleving van de bepalingen van het herstelplan.

5.

het percentage bijvangsten van blauwvintonijn dat aan boord van niet actief op blauwvintonijn vissende vaartuigen wordt gehouden.

Alle relevante bevindingen van de inspectie op zee, de bewaking vanuit de lucht, in de havens, in de tonnara’s, in de kweek- of mestbedrijven of in elke andere betrokken onderneming, moeten in de inspectieverslagen worden opgenomen. In geval van inspectie in het kader van de ICCAT-regeling inzake gezamenlijke internationale inspectie registreert de functionaris de uitgevoerde inspecties en eventuele geconstateerde inbreuken in het logboek.

Deze bevindingen moeten worden vergeleken met de gegevens die andere bevoegde autoriteiten ter beschikking stellen van de functionarissen, met inbegrip van gegevens afkomstig van het satellietvolgsysteem voor vissersvaartuigen (VMS), lijsten van gemachtigde vaartuigen, verslagen van waarnemers, video-opnamen en alle documenten met betrekking tot visserijactiviteiten.

1.2.   Inspectietaken voor bewaking vanuit de lucht

De functionarissen brengen verslag uit over de bewakingsactiviteiten ten behoeve van kruiscontroles en vergelijken met name visuele waarnemingen van vissersvaartuigen met die van het VMS en de lijsten van toegestane vaartuigen.

De functionarissen observeren en rapporteren illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserijactiviteiten en het gebruik van vliegtuigen of helikopters voor het zoeken naar blauwvintonijn.

Bijzondere aandacht moet worden besteed aan gesloten gebieden, visseizoenperioden en de activiteiten van vloten ten aanzien waarvan afwijkingen zijn vastgesteld.

1.3.   Inspectietaken op zee

1.3.1.   Algemene inspectietaken

Indien dode vis aan boord van een visserijvaartuig wordt genomen of aanwezig is aan boord van een vaartuig voor visverwerking of een transportvaartuig, moeten de functionarissen de aan boord gehouden hoeveelheden vis altijd controleren en vergelijken met de hoeveelheden die zijn geregistreerd in de desbetreffende boorddocumenten.

Indien levende vis wordt overgeheveld, identificeren de functionarissen de middelen die door de betrokken partijen werden gebruikt om de hoeveelheden overgehevelde levende blauwvintonijn te ramen. Indien videobeelden beschikbaar zijn, maken de functionarissen hiervan gebruik en controleren zij de overgeladen hoeveelheden aan de hand van de videobeelden.

Binnen in de sleepkooien wordt een reeks steekproefsgewijze inspecties ondernomen door duikinspecteurs van de EU/de lidstaat die controleren of het aantal en het geraamde gewicht van de overgehevelde vangst overeenstemt met de gegevens van de ICCAT-verklaring aan boord van de sleepboten.

De functionarissen controleren systematisch:

1.

of de vissersvaartuigen gemachtigd zijn om visserijactiviteiten te verrichten (merktekens, identificatie, vergunning, vismachtiging en vermelding in de ICCAT-lijsten);

2.

de naleving van de voorschriften inzake documenten van het vaartuig;

3.

of de vissersvaartuigen zijn uitgerust met een operationeel satellietvolgsysteem (VMS) en of de voorschriften inzake VMS-transmissie worden nageleefd,

4.

of de vissersvaartuigen niet actief zijn in gesloten gebieden en of zij de sluiting van de visseizoenen naleven;

5.

de naleving van de quota en bijvangstbeperkingen;

6.

de groottesamenstelling van de aan boord gehouden blauwvintonijnvangsten;

7.

de daadwerkelijk aan boord gehouden hoeveelheden blauwvintonijn en hun aanbiedingsvorm;

8.

het vistuig aan boord;

9.

in voorkomend geval, of een waarnemer aanwezig is.

De functionarissen observeren en rapporteren illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserijactiviteiten en het gebruik van vliegtuigen of helikopters voor het zoeken naar blauwvintonijn.

1.3.2.   Inspectietaken bij overhevelingsverrichtingen

De functionarissen controleren systematisch:

1.

de naleving van de voorschriften inzake voorafgaande kennisgeving van overheveling;

2.

of de vlaggenstaat aan de kapitein van het vissersvaartuig, of in voorkomend geval van de tonnara of van het kweek- of mestbedrijf, voor elke overhevelingsverrichting een machtigingsnummer heeft toegekend en meegedeeld binnen 48 uur na de indiening van de voorafgaande kennisgeving van overheveling;

3.

de naleving van de ICCAT-voorschriften inzake overhevelingsaangiften;

4.

of de overhevelingsaangifte door de regionale ICCAT-waarnemer aan boord is gecontroleerd en aan de kapitein van het sleepvaartuig is overhandigd;

5.

de naleving van de voorschriften inzake video-opnamen.

1.3.3.   Inspectietaken bij gezamenlijke visacties

De functionarissen controleren systematisch:

1.

de naleving van de bij gezamenlijke visacties geldende voorschriften inzake de in het visserijlogboek te vermelden informatie;

2.

of aan de vissersvaartuigen door de vlaggenstaatautoriteiten van deze vaartuigen een machtiging tot gezamenlijke visactie is afgegeven volgens het model in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 302/2009;

3.

of tijdens de gezamenlijke visactie een waarnemer aanwezig is.

1.4.   Inspectietaken bij aanlanding

De functionarissen controleren systematisch:

1.

of de vissersvaartuigen gemachtigd zijn om visserijactiviteiten te verrichten (merktekens, identificatie, vergunning, vismachtiging en vermelding in de ICCAT-lijsten, indien relevant);

2.

of de voorafgaande kennisgeving van aankomst voor de aanlanding door de bevoegde autoriteiten is ontvangen;

3.

of de betrokken autoriteit binnen 48 uur na de aanlanding een aanlandingsaangifte heeft toegezonden aan de autoriteit van de vlaggenlidstaat van het vissersvaartuig;

4.

of de vissersvaartuigen zijn uitgerust met een operationeel satellietvolgsysteem (VMS) en of de voorschriften inzake VMS-transmissie worden nageleefd;

5.

de naleving van de voorschriften inzake documenten van het vaartuig;

6.

de daadwerkelijk aan boord gehouden hoeveelheden blauwvintonijn en hun aanbiedingsvorm;

7.

de samenstelling van de totale aan boord aanwezig vangst van blauwvintonijn, om de bijvangstregels te controleren;

8.

de groottesamenstelling van de aan boord gehouden blauwvintonijnvangsten, om de voorschriften inzake de minimummaat te controleren;

9.

het vistuig aan boord;

10.

in het geval van aanlanding van verwerkte producten, het gebruik van de door de ICCAT vastgestelde omrekeningsfactoren om het equivalente afgeronde gewicht van de verwerkte blauwvintonijn te berekenen;

11.

of de voor verkoop in het klein aan de eindverbruiker aangeboden blauwvintonijn van vissersvaartuigen in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee correct is gemerkt of geëtiketteerd;

12.

of een correct staartmerk is aangebracht op blauwvintonijn die wordt aangeland door met de hengel, de beug of de handlijn vissende vaartuigen of sleepvaartuigen in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee.

1.5.   Inspectietaken bij overlading

De functionarissen controleren systematisch:

1.

of de vissersvaartuigen gemachtigd zijn om visserijactiviteiten te verrichten (merktekens, identificatie, vergunning, vismachtiging en vermelding in de ICCAT-lijsten);

2.

of de voorafgaande kennisgeving van aankomst in de haven is verzonden en de juiste gegevens over de overlading bevatte;

3.

of de vissersvaartuigen die willen overladen, voorafgaande toestemming van hun vlaggenstaat hebben gekregen;

4.

of de in de voorafgaande kennisgeving vermelde over te laden hoeveelheden zijn geverifieerd;

5.

of een overladingsaangifte binnen 48 uur na de datum van overlading in de haven is toegezonden aan de vlaggenstaat;

6.

of de relevante documenten aan boord aanwezig zijn en naar behoren zijn ingevuld, met inbegrip van de overladingsaangifte, het relevante ICCAT-vangstdocument voor blauwvintonijn en het wederuitvoercertificaat;

7.

met betrekking tot verwerkte producten, het gebruik van de door de ICCAT vastgestelde omrekeningsfactoren om het equivalente afgeronde gewicht van de verwerkte blauwvintonijn te berekenen.

1.6.   Inspectietaken voor kweek- en mestinstallaties

De functionarissen controleren systematisch:

1.

of de nodige documenten aanwezig zijn en naar behoren zijn ingevuld en gerapporteerd (vangstdocument voor blauwvintonijn en wederuitvoercertificaat, overhevelingsaangifte, overladingsaangifte);

2.

of de kooiverrichting vooraf is toegestaan door de autoriteiten van de vlaggenstaat van het visserijvaartuig;

3.

of tijdens de overheveling en de oogst van blauwvintonijn een ICCAT-waarnemer aanwezig was, en of deze de kooiverklaringen heeft gevalideerd;

4.

of door middel van een videocamera in het water toezicht is gehouden op alle overhevelingsverrichtingen;

5.

of de staat van het kweek- of mestbedrijf het kooien van blauwvintonijn weigert wanneer het volume in aantal en/of gewicht meer bedraagt dan het door de vlaggenstaat toegestane volume gekooide blauwvintonijn.

In de kooien van de kweek- of mestbedrijven wordt een reeks steekproefsgewijze inspecties ter plaatse ondernomen door duikinspecteurs van de lidstaten om de hoeveelheid gekooide vis te bevestigen. Deze controle wordt uitgevoerd door duikers die, in één van de lidstaten, ook gebruik maken van stereoscopische camera's.

1.7.   Inspectietaken bij vervoer en bij het op de markt brengen

De functionarissen controleren systematisch:

1.

met betrekking tot het vervoer, in het bijzonder de relevante vervoersdocumenten, die zij vergelijken met de daadwerkelijk vervoerde hoeveelheden;

2.

met betrekking tot het op de markt brengen, of de relevante documenten aanwezig zijn en naar behoren zijn ingevuld, met inbegrip van het relevante vangstdocument voor blauwvintonijn en het wederuitvoercertificaat.

2.   Inspectieverslagen

1.

Voor de inspecties in het kader van de ICCAT-regeling inzake gezamenlijke internationale inspectie gebruiken de functionarissen het model in aanhangsel 1 van deze bijlage.

2.

Voor de andere inspecties gebruiken de functionarissen hun nationale modellen van verslagen in afwachting van de inwerkingtreding van de bepalingen ter uitvoering van artikel 76 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

Aanhangsel 1

ICCAT-VERSLAG VAN INSPECTIE Nr. …

Image Image

WAARGENOMEN ERNSTIGE INBREUKEN

Image


BIJLAGE III

Inhoud van de nationale controleactieprogramma’s als bedoeld in artikel 12

In de nationale controleactieprogramma's moet het volgende worden vastgelegd:

1.   CONTROLEMIDDELEN

1.   Personele middelen

Het aantal functionarissen dat aan wal en op zee wordt ingezet, alsmede de perioden en gebieden waarin zij worden ingezet.

2.   Technische middelen

Het aantal patrouillevaartuigen en -vliegtuigen dat wordt ingezet, alsmede de perioden en gebieden waarin zij voor inzet beschikbaar zijn.

3.   Financiële middelen

De begrotingsmiddelen die worden toegewezen voor de inzet van personele middelen, patrouillevaartuigen en -vliegtuigen.

2.   AANWIJZING VAN HAVENS

De krachtens ICCAT-aanbeveling 10-04 vereiste lijst van aangewezen havens en aangegeven tijdstippen.

3.   JAARLIJKSE VISPLANNEN

De bijzonderheden van elke regeling voor de verdeling van de quota, het toezicht op en de controle van het visplan.

4.   INSPECTIEPROTOCOLLEN

Gedetailleerde protocollen waarin de methoden voor alle inspectieactiviteiten worden uiteengezet.

In de protocollen moet rekening worden gehouden met de in artikel 12 van dit besluit vastgestelde voorschriften.

De lidstaten zorgen er eveneens voor dat de volgende punten in hun inspectieactiviteiten zijn opgenomen:

1.   Vangsten:

a)

Hoeveelheid (raming van biomassa) en exact aantal exemplaren,

b)

Controle van de overeenstemming van de vangsthoeveelheden met de toegewezen quota,

c)

Controle van de voorschriften inzake de minimummaat, met een tolerantie van % in aantallen.

2.   Overheveling:

a)

Voorafgaande toestemming voor overhevelingen in sleepkooi en kweekkooi,

b)

Precieze hoeveelheid en aantal naar sleepkooi overgehevelde vis,

c)

Sterfte tijdens sleephandelingen en bestemming van dode vis.

3.   Kweek- of mestbedrijf:

a)

Bevestiging van wettigheid van vangst en voorafgaande machtiging door vlaggenlidstaat,

b)

Precieze hoeveelheid en aantal naar kweekkooien overgehevelde vis,

c)

Bemonsterings-/merkprogramma om gewichtstoename te ramen.

4.   Oogst en uitvoer

a)

Precieze hoeveelheid en aantal geoogste vissen,

b)

Toepassing van regionaal waarnemersprogramma van de ICCAT,

c)

Precieze hoeveelheid per productsoort (met duidelijke vermelding van omrekeningsfactoren).

5.   RICHTSNOEREN

Richtsnoeren voor functionarissen, producentenorganisaties en vissers.

6.   COMMUNICATIEPROTOCOLLEN

Protocollen voor de communicatie met de bevoegde autoriteiten die door andere lidstaten zijn belast met het specifieke controle- en inspectieprogramma voor blauwvintonijn.


BIJLAGE IV

Maandelijkse stand van zaken van het nationaal controleactieprogramma voor blauwvintonijn

Rapportage door:

 

Lidstaat

 

Maand

 

Jaar

 


DEEL A

Overzicht van de inspecties

 

 

Ringzegens

Vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug

Met aas werkende vaartuigen

Trawlers

Sleepvaartuigen

Andere vaartuigen

Tonnara

Kweek- of mestbedrijf

Andere marktdeelnemers

 

Januari

Inspecties (totaal per vistuig)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

op zee

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

aan wal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inbreuken (totalen per vistuig)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Februari

Inspecties (totaal per vistuig)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

op zee

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

aan wal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inbreuken (totalen per vistuig)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maart

Inspecties (totaal per vistuig)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

op zee

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

aan wal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inbreuken (totalen per vistuig)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

April

Inspecties (totaal per vistuig)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

op zee

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

aan wal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inbreuken (totalen per vistuig)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mei

Inspecties (totaal per vistuig)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

op zee

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

aan wal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inbreuken (totalen per vistuig)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Juni

Inspecties (totaal per vistuig)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

op zee

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

aan wal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inbreuken (totalen per vistuig)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Juli

Inspecties (totaal per vistuig)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

op zee

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

aan wal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inbreuken (totalen per vistuig)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Augustus

Inspecties (totaal per vistuig)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

op zee

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

aan wal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inbreuken (totalen per vistuig)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

September

Inspecties (totaal per vistuig)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

op zee

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

aan wal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inbreuken (totalen per vistuig)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Oktober

Inspecties (totaal per vistuig)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

op zee

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

aan wal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inbreuken (totalen per vistuig)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

November

Inspecties (totaal per vistuig)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

op zee

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

aan wal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inbreuken (totalen per vistuig)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

December

Inspecties (totaal per vistuig)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

op zee

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

aan wal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inbreuken (totalen per vistuig)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

OPMERKINGEN

 


DEEL B

Beschrijving van inbreuk

Datum

Soort Controle

Gebied

Inspectieverslag nr.

Vlag

ICCAT- (of CFR) nr.

Naam

Vistuig

VRC en RM

Beschrijving

Genomen maatregelen? J/N

Beschrijving van de actie

Stand van zaken

Verwachte duur van onderzoek

Motivering voor niet- ondernemen van actie

Opmerkingen

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

(9)

(10)

(11)

(12)

(13)

(14)

(15)

(16)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


TOELICHTING (voor afdeling B)

Nr.

Veld

Beschrijving

1

DATUM

datum waarop inspectie plaatsvond

2

SOORT CONTROLE

S = zee; P = haven; F = kweek- of mestbedrijf; T = tonnara; O = andere

3

GEBIED

voor „S”: vermeld coördinaten, voor „P, F, T of O”: vermeld naam van gebied of haven.

4

INSPECTIEVERSLAG Nr.

nummer van ICCAT- (of nationaal) inspectieverslag

5

VLAG

vlag van geïnspecteerd vaartuig/geïnspecteerde exploitant

6

ICCAT- (of CFR) Nr.

ICCAT-nummer of CFR-nummer (Vlootregister van de Unie)

7

NAAM

naam van geïnspecteerd vaartuig/geïnspecteerde exploitant

8

VISTUIG

voornaamste bij de inspectie door het vaartuig/de exploitant gebruikte vistuig

9

PNC en SV

mogelijke niet-naleving (Possible Non Compliance — PNC) en ernstige inbreuken (Serious violations — SV): wettelijke referentie aanduiden (EU-wetgeving en/of ICCAT-aanbeveling)

10

BESCHRIJVING

beschrijving van mogelijke niet-naleving en/of ernstige schending

11

GENOMEN MAATREGELEN? J/N

indien JA, vul velden 12-17 in; indien NEEN, ga dan verder naar nummer 16

12

BESCHRIJVING VAN DE ACTIE

(boete/ sanctie/beslag/…)

13

STAND VAN ZAKEN

zaak is in behandeling/zaak wordt behandeld in beroep/onderzoek loopt nog/enz.

14

VERWACHTE DUUR VAN ONDERZOEK

verwachte duur van onderzoek en/of proces

15

MOTIVERING VOOR NIET-ONDERNEMEN VAN ACTIE

volledige motivering ingeval geen actie is ondernomen

16

OPMERKINGEN

algemene opmerkingen


2.4.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 87/29


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 1 april 2011

betreffende een financiële bijdrage van de Unie in de kosten van urgente maatregelen ter bestrijding van de ziekte van Newcastle in Spanje in 2009

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 2062)

(Slechts de tekst in de Spaanse taal is authentiek)

(2011/208/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (1), en met name artikel 6, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De ziekte van Newcastle is een besmettelijke virusziekte die een hoge sterfte onder pluimvee veroorzaakt.

(2)

Bij een uitbraak van de ziekte van Newcastle bestaat het risico dat de ziekteverwekker naar andere pluimveebedrijven in de betrokken lidstaat of via de handel in levend pluimvee of pluimveeproducten naar andere lidstaten en naar derde landen wordt verspreid.

(3)

Een uitbraak van die ziekte kan daarom snel uitgroeien tot een epizoötie die de rentabiliteit van de pluimveehouderij ernstig kan schaden.

(4)

Richtlijn 92/66/EEG van de Raad van 14 juli 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van de ziekte van Newcastle (2) voorziet in maatregelen die bij een uitbraak van de ziekte onmiddellijk door de lidstaten moeten worden toegepast om verdere verspreiding van het virus te voorkomen.

(5)

Beschikking 2009/470/EG stelt de procedures vast voor de financiële bijdrage van de Unie in de kosten van specifieke veterinaire maatregelen, waaronder urgente maatregelen. Ingevolge artikel 3, lid 2, en artikel 6, lid 2, van die beschikking kunnen de lidstaten een financiële bijdrage ontvangen in de kosten van bepaalde maatregelen voor de uitroeiing van de ziekte van Newcastle.

(6)

In artikel 3, lid 6, van Beschikking 2009/470/EG worden de percentages vastgesteld van de door de lidstaat gemaakte kosten die in aanmerking kunnen komen voor de financiële bijdrage van de Unie.

(7)

Voor de betaling van een financiële bijdrage van de Unie in de kosten van urgente maatregelen voor de uitroeiing van de ziekte van Newcastle gelden de voorschriften van Verordening (EG) nr. 349/2005 van de Commissie van 28 februari 2005 tot vaststelling van voorschriften inzake de communautaire financiering van de in Beschikking 90/424/EEG van de Raad bedoelde urgente maatregelen en maatregelen ter bestrijding van bepaalde dierziekten (3).

(8)

Op 26 november 2009 werd een uibraak van de ziekte van Newcastle in Spanje bevestigd. Overeenkomstig Richtlijn 92/66/EEG en artikel 3, lid 2, van Beschikking 2009/470/EG heeft Spanje maatregelen genomen om die uitbraak te bestrijden.

(9)

Spanje heeft volledig voldaan aan zijn technische en administratieve verplichtingen, als vastgesteld in artikel 3, lid 2, van Beschikking 2009/470/EG en artikel 6 van Verordening (EG) nr. 349/2005.

(10)

Op 23 december 2009 en 26 januari en 25 februari 2010 heeft Spanje een raming ingediend van de door het land gemaakte kosten voor maatregelen ter uitroeiing van de ziekte van Newcastle.

(11)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Financiële bijdrage van de Unie aan Spanje

1.   Aan Spanje kan een financiële bijdrage van de Unie worden toegekend in de kosten van maatregelen die het land ingevolge artikel 3, lid 2, en artikel 6, lid 2, van Beschikking 2009/470/EG heeft genomen om in 2009 de ziekte van Newcastle te bestrijden.

2.   De in lid 1 bedoelde financiële bijdrage wordt vastgesteld in een later besluit volgens de procedure van artikel 40, lid 2, van Beschikking 2009/470/EG.

Artikel 2

Adressaat

Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk Spanje.

Gedaan te Brussel, 1 april 2011.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30.

(2)  PB L 260 van 5.9.1992, blz. 1.

(3)  PB L 55 van 1.3.2005, blz. 12.


Rectificaties

2.4.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 87/31


Rectificatie van Besluit 2011/137/GBVB van de Raad van 28 februari 2011 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië

( Publicatieblad van de Europese Unie L 58 van 3 maart 2011 )

Bladzijden 57 en 58, bijlage I:

„QADHAFI” wordt steeds vervangen door „KADHAFI”.

Bladzijde 58, bijlage I, punt 16:

in plaats van:

„16.

AL-SENUSSI, kolonel Abdullah

te lezen:

„16.

AL-SENUSSI, Kolonel Abdullah (Al-Megrahi)”.

Bladzijde 59, bijlage II, punt 6, eerste kolom „Naam”:

in plaats van:

„QADHAF AL-DAM”

te lezen:

„KADHAF AL-DAM”.

Bladzijde 60, bijlage III:

„QADHAFI” wordt steeds vervangen door „KADHAFI”.

Bladzijde 61, bijlage IV, punt 7, tweede kolom „Informatie ter identificatie”:

in plaats van:

„Muammar QADHAFI”

te lezen:

„Muammar KADHAFI”.

Bladzijde 61, bijlage IV, punten 11 en 12, eerste kolom „Naam”:

in plaats van:

„QADHAF AL-DAM”

te lezen:

„KADHAF AL-DAM”.


2.4.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 87/31


Rectificatie van Verordening (EU) nr. 204/2011 van de Raad van 2 maart 2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië

( Publicatieblad van de Europese Unie L 58 van 3 maart 2011 )

Bladzijde 10, bijlage III, punten 11 en 12, eerste kolom „Naam”:

in plaats van:

„QADHAF AL-DAM”

te lezen:

„KADHAF AL-DAM”.