ISSN 1725-2598

doi:10.3000/17252598.L_2010.283.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 283

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

53e jaargang
29 oktober 2010


Inhoud

 

I   Wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

RICHTLIJNEN

 

*

Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG ( 1 )

1

 

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

 

 

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

 

 

2010/652/EU

 

*

Besluit van de Raad van 11 maart 2010 betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van de Samenwerkingsovereenkomst inzake satellietnavigatie tussen de Europese Unie en haar lidstaten en het Koninkrijk Noorwegen

11

Samenwerkingsovereenkomst inzake satellietnavigatie tussen de Europese Unie en haar lidstaten en het Koninkrijk Noorwegen

12

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) nr. 970/2010 van de Commissie van 28 oktober 2010 houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Lapin Poron kuivaliha (BOB))

21

 

*

Verordening (EU) nr. 971/2010 van de Commissie van 28 oktober 2010 houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Vastedda della valle del Belìce (BOB))

23

 

 

Verordening (EU) nr. 972/2010 van de Commissie van 28 oktober 2010 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

25

 

 

RICHTLIJNEN

 

*

Richtlijn 2010/70/EU van de Commissie van 28 oktober 2010 tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad wat betreft de geldigheidsduur van de opneming van de werkzame stof carbendazim in bijlage I ( 1 )

27

 

 

BESLUITEN

 

 

2010/653/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 21 oktober 2010 tot wijziging van bijlage II bij Beschikking 2009/861/EG tot vaststelling van overgangsmaatregelen uit hoofde van Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de verwerking van rauwe melk die niet aan de voorschriften voldoet in bepaalde melkverwerkingsinrichtingen in Bulgarije (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 7153)  ( 1 )

28

 

 

2010/654/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 27 oktober 2010 tot wijziging van Beschikking 2009/852/EG wat betreft de lijst van bepaalde melkverwerkingsinrichtingen in Roemenië waarvoor bepaalde overgangsmaatregelen gelden (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 7258)  ( 1 )

34

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Besluit 2010/651/EU van de Commissie van 26 oktober 2010 tot wijziging van Besluit 2010/89/EU wat betreft de lijst van bepaalde inrichtingen voor vlees, visserijproducten en eiproducten, en koelhuizen in Roemenië waarvoor overgangsmaatregelen betreffende de toepassing van bepaalde structurele voorschriften gelden (PB L 282 van 28.10.2010)

40

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Wetgevingshandelingen

RICHTLIJNEN

29.10.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 283/1


RICHTLIJN 2010/65/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 20 oktober 2010

betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 100, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Gezien het advies van het Comité van de Regio’s (2),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uit hoofde van Richtlijn 2002/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 februari 2002 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten van de Gemeenschap (4) zijn de lidstaten gehouden bepaalde gestandaardiseerde formulieren (FAL-formulieren) te aanvaarden om het verkeer te vergemakkelijken, zoals bepaald is in het Verdrag inzake het vergemakkelijken van het internationale verkeer ter zee van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) (FAL-Verdrag) van 9 april 1965, zoals gewijzigd.

(2)

Om het zeevervoer te vergemakkelijken en de administratieve lasten voor de scheepvaartmaatschappijen te verminderen, moeten de meldingsformaliteiten die in de rechtshandelingen van de Unie en de lidstaten worden voorgeschreven, zoveel mogelijk worden vereenvoudigd en geharmoniseerd. Deze richtlijn moet de aard en de inhoud van de gevraagde gegevens evenwel onverlet laten, en mag geen aanvullende meldingsverplichtingen invoeren voor schepen die niet reeds krachtens het in de lidstaten toepasselijke recht onder die verplichtingen vallen. In de richtlijn moet alleen worden geregeld hoe de informatieprocedures kunnen worden vereenvoudigd en geharmoniseerd, en hoe de gegevens doeltreffender kunnen worden verzameld.

(3)

De overdracht van informatie bij aankomst in en/of vertrek uit havens uit hoofde van Richtlijn 2000/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2000 betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen (5), Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart (6), Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (7), Richtlijn 2009/16/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende havenstaatcontrole (8), en, indien van toepassing, de in 1965 vastgestelde Internationale Code voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over zee, inclusief de vastgestelde en in werking getreden wijzigingen daarvan, heeft betrekking op de gegevens die in de FAL-formulieren worden verlangd. Indien die gegevens voldoen aan de in bovengenoemde rechtshandelingen neergelegde vereisten, moeten de FAL-formulieren dus worden aanvaard, omdat ze de benodigde gegevens bevatten.

(4)

Gezien de mondiale dimensie van de scheepvaart, moet er in de rechtshandelingen van de Unie rekening worden gehouden met de IMO vereisten om een vereenvoudiging te verzekeren.

(5)

Daartoe moeten de lidstaten de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten, zoals douane-, grenscontrole-, volksgezondheids- en transportautoriteiten, verdiepen om de meldingsformaliteiten in de Unie verder te vereenvoudigen en te harmoniseren, en om elektronische systemen voor gegevensoverdracht en informatieuitwisseling zo optimaal mogelijk te gebruiken, met het oog op een voor zover mogelijk gelijktijdige verwijdering van belemmeringen voor het zeevervoer en de instelling van een Europese maritieme ruimte zonder grenzen.

(6)

Er moeten gedetailleerde statistieken over zeevervoer beschikbaar komen om de doelmatigheid en de noodzaak te kunnen beoordelen van beleidsmaatregelen gericht op vergemakkelijking van het scheepvaartverkeer binnen de Unie, waarbij er rekening mee moet worden gehouden dat er geen onnodige extra vereisten rond de verzameling van statistische gegevens door de lidstaten mogen worden ingevoerd, en dat ten volle van Eurostat gebruik moet worden gemaakt. In het kader van deze richtlijn is het van belang, dat relevante gegevens worden verzameld omtrent het scheepsverkeer binnen de Unie en/of schepen die havens in derde landen of vrije zones aandoen.

(7)

Het moet voor scheepvaartbedrijven gemakkelijker worden om de status te verkrijgen van „toegelaten lijndienst”, overeenkomstig de bedoeling van de mededeling van de Commissie van 21 januari 2009 getiteld „Mededeling en actieplan met het oog op de instelling van een Europese maritieme ruimte zonder grenzen”.

(8)

Systemen voor de elektronische overdracht van gegevens moeten zo spoedig mogelijk en in ieder geval vanaf 1 juni 2015 worden gebruikt voor alle meldingsformaliteiten; waar mogelijk moet daarbij worden voortgebouwd op de internationale normen die in het kader van het FAL-Verdrag zijn ontwikkeld. Om de overdracht van soms zeer grote hoeveelheden informatie te stroomlijnen en te versnellen, moeten de meldingsformaliteiten waar mogelijk elektronisch worden vervuld. Binnen de Unie moet de aanlevering van gegevens via FAL-formulieren op papier voortaan tot de uitzonderingen behoren en mag deze alleen nog worden aanvaard gedurende een beperkte periode. De lidstaten worden aangemoedigd administratieve middelen te gebruiken, zoals economische stimuleringsmaatregelen, om het gebruik van melding in elektronische vorm meer ingang te doen vinden. Om bovenstaande redenen moet de informatie-uitwisseling tussen de bevoegde instanties van de lidstaten in elektronische vorm gebeuren. Om deze ontwikkeling te versnellen, moeten elektronische systemen in grotere mate technisch interoperabel zijn, en wel zo mogelijk vanaf hetzelfde moment, met het oog op een soepele werking van de Europese maritieme ruimte zonder grenzen.

(9)

De partijen bij handel en vervoer moeten gestandaardiseerde informatie en documenten via één elektronisch platform kunnen indienen om aan de meldingsformaliteiten te voldoen. Afzonderlijke gegevens hoeven slechts eenmaal te worden ingediend.

(10)

De SafeSeaNet-systemen die op nationaal en Unieniveau zijn opgezet, moeten de ontvangst, de uitwisseling en de verspreiding van de informatie met betrekking tot maritieme activiteiten tussen de informatiesystemen van de lidstaten bevorderen. Om het zeevervoer te vergemakkelijken en de administratieve lasten voor zeevervoer te verminderen, moet het SafeSeaNet-systeem interoperabel zijn met andere systemen van de Unie voor meldingsformaliteiten. Het SafeSeaNet-systeem moet worden gebruikt voor aanvullende informatie-uitwisseling om het zeevervoer te vergemakkelijken. Meldingsformaliteiten in verband met informatie voor louter nationale doeleinden dienen niet in het SafeSeaNet-systeem te worden opgenomen.

(11)

Bij de vaststelling van nieuwe Uniemaatregelen moet ervoor worden gezorgd dat de lidstaten kunnen vasthouden aan elektronische overdracht van gegevens, en niet verplicht worden om gebruik te maken van papier.

(12)

Van het elektronisch verzenden van data kan enkel optimaal worden geprofiteerd als er tussen SafeSeaNet, e-douane en de elektronische systemen waarmee gegevens worden ingevoerd of opgevraagd, vlotte en effectieve communicatie bestaat. Hierbij moeten in eerste instantie de toepasselijke standaarden gebruikt worden teneinde administratieve rompslomp te beperken.

(13)

De FAL-formulieren worden regelmatig geactualiseerd. Deze richtlijn moet derhalve verwijzen naar de geldende versie van deze formulieren. Gegevens die vereist zijn volgens wetgeving van lidstaten die verder gaat dan de vereisten van het FAL-Verdrag, moeten worden toegezonden in een vorm die op basis van normen van het FAL-Verdrag moet worden ontwikkeld.

(14)

Deze richtlijn doet geen afbreuk aan Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (9), Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (10), Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (11), of nationale wetgeving inzake de grenscontroles voor de lidstaten die het Schengenacquis betreffende grenscontroles niet toepassen, en Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautaire douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) (12).

(15)

Ter wille van de standaardisatie van elektronische overdracht van gegevens, en om het zeevervoer te vergemakkelijken, dienen de lidstaten het gebruik van elektronische middelen voor het verzenden van gegevens uit te breiden volgens een passend tijdschema, en dienen zij in samenwerking met de Commissie na te gaan hoe het gebruik van elektronische middelen voor het verzenden van gegevens kan worden geharmoniseerd. Daartoe dient rekening te worden gehouden met het werk van de Stuurgroep op hoog niveau voor het SafeSeaNet-systeem wat betreft de SafeSeaNet-routekaart, zodra die is aangenomen, met de financiële middelen die concreet nodig zijn, en met de respectieve toewijzing van financiële middelen van de Unie voor de ontwikkeling van elektronische overdracht van gegevens.

(16)

Schepen die opereren tussen havens binnen het douanegebied van de Unie moeten worden vrijgesteld van de verplichting tot het indienen van de in de FAL-formulieren bedoelde informatie, wanneer deze schepen niet afkomstig zijn uit een haven buiten dit gebied of uit een vrije zone die onderworpen is aan de controleprocedure type I in de zin van de douanewetgeving, er niet aanmeren of er niet naar terugkeren, onverminderd de geldende rechtshandelingen van de Unie en het recht van de lidstaten om informatie te verlangen voor de bescherming van de binnenlandse orde en veiligheid en voor de handhaving van douane-, belasting-, immigratie-, milieu- en gezondheidswetgeving.

(17)

Vrijstellingen voor administratieve formaliteiten moeten ook toegelaten worden op basis van de lading van het schip, en niet enkel op basis van de bestemming en/of plaats van vertrek van dat schip. Dit is nodig om te kunnen zorgen dat de extra formaliteiten voor schepen die een haven in een derde land of vrije zone aandoen, tot een minimum beperkt blijven. De Commissie dient dit punt na te gaan in het kader van het verslag aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de werking van deze richtlijn.

(18)

Er moet een nieuw tijdelijk formulier worden ingevoerd teneinde de in de voorafgaande veiligheidsverklaring als bepaald in Verordening (EG) nr. 725/2004 vereiste informatie te harmoniseren.

(19)

Nationale taalvereisten zijn vaak een beletsel voor de ontwikkeling van het kustvaartnetwerk. De lidstaten doen al het nodige om de schriftelijke en mondelinge communicatie in het scheepvaartverkeer tussen de lidstaten te vergemakkelijken, overeenkomstig de internationale praktijk, met als doel gemeenschappelijke communicatiemiddelen te vinden.

(20)

De Commissie dient de bevoegdheid te krijgen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gedelegeerde handelingen vast te stellen ten aanzien van de bijlage bij deze richtlijn. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden passend overleg pleegt, onder meer met deskundigen.

(21)

De verschillende rechtshandelingen van de Unie die bijvoorbeeld formaliteiten inzake voorafgaande aanmelding bij aankomst in de haven voorschrijven, zoals Richtlijn 2009/16/EG, kunnen verschillende termijnen voorschrijven waarbinnen deze formaliteiten moeten worden vervuld. De Commissie moet nagaan of deze termijnen kunnen worden ingekort en geharmoniseerd, waarbij profijt moet worden getrokken uit de vorderingen die momenteel met elektronische gegevensverwerking worden gemaakt, in het kader van het verslag aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de werking van deze richtlijn dat zo nodig een wetgevingsvoorstel moet bevatten.

(22)

De Commissie dient in het kader van verslag aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de werking van deze richtlijn te onderzoeken in welke mate het doel van deze richtlijn, met name de vereenvoudiging van de administratieve formaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit een haven van de lidstaten, niet dient te worden uitgebreid tot het gebied in het achterland van die havens, met name tot de riviervaart, met het oog op een snellere en vlottere doorstroming van het maritiem verkeer naar het binnenland en een duurzame oplossing van de congestie in en rond de zeehavens.

(23)

Aangezien de doelstellingen van deze richtlijn, waaronder met name het vergemakkelijken van het zeevervoer in de gehele Unie op een geharmoniseerde wijze, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang en de gevolgen van het optreden beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(24)

Overeenkomstig de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie is omzetting van de richtlijn, wanneer dat om geografische redenen zinloos is, niet verplicht. Daarom zijn bepalingen in deze richtlijn niet van belang voor lidstaten die geen havens hebben waarin onder de werkingssfeer van de richtlijn vallende schepen kunnen aanmeren.

(25)

De in deze richtlijn bepaalde maatregelen dragen bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Lissabon-agenda.

(26)

De toegang tot SafeSeaNet en tot andere elektronische systemen moet worden gereguleerd om commerciële en vertrouwelijke gegevens te beschermen, onverminderd de toepasselijke wetgeving inzake de bescherming van commerciële gegevens, en met betrekking tot persoonsgegevens, onverminderd Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (13) en onverminderd Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (14). De lidstaten en de instellingen en organen van de Unie moeten bijzondere aandacht schenken aan de nodige bescherming van commerciële en vertrouwelijke gegevens door middel van deugdelijke systemen voor toegangscontrole.

(27)

Overeenkomstig punt 34 van het Interinstitutioneel Akkoord „Beter wetgeven” (15) worden de lidstaten ertoe aangespoord voor zichzelf en in het belang van de Gemeenschap hun eigen tabellen op te stellen, en daarin, voor zover mogelijk, het verband weer te geven tussen deze richtlijn en de omzettingsmaatregelen, en deze tabellen openbaar te maken.

(28)

Ter wille van de duidelijkheid dient Richtlijn 2002/6/EG door deze richtlijn te worden vervangen,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Voorwerp en toepassingsgebied

1.   Deze richtlijn heeft ten doel de administratieve procedures die van toepassing zijn op het zeevervoer te vereenvoudigen en te harmoniseren door de algemene invoering van de elektronische overdracht van gegevens en door rationalisering van de meldingsformaliteiten.

2.   Deze richtlijn is van toepassing op de meldingsformaliteiten betreffende het zeevervoer voor schepen die aankomen in en vertrekken uit havens van de lidstaten.

3.   Deze richtlijn is niet van toepassing op schepen die zijn vrijgesteld van de meldingsformaliteiten.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:

a)   „meldingsformaliteiten”: de in de bijlage bedoelde informatie die overeenkomstig het in een lidstaat toepasselijke recht voor administratieve en procedurele doeleinden moet worden verstrekt wanneer een schip in een haven van deze lidstaat aankomt of eruit vertrekt;

b)   „FAL-Verdrag”: het Verdrag van de IMO inzake het vergemakkelijken van het internationale verkeer ter zee, vastgesteld op 9 april 1965, als gewijzigd;

c)   „FAL-formulieren”: gestandaardiseerde formulieren, als bepaald in het FAL-Verdrag;

d)   „schip”: zeeschip of -vaartuig;

e)   „SafeSeaNet”: het systeem voor de uitwisseling van maritieme informatie van de Unie, als omschreven in Richtlijn 2002/59/EG;

f)   „elektronische overdracht van gegevens”: het verzenden van digitaal gecodeerde gegevens, met gebruik van een wijzigbaar gestructureerd formaat dat rechtstreeks gebruikt kan worden voor opslag en verwerking door computers.

Artikel 3

Harmonisatie en coördinatie van de meldingsformaliteiten

1.   Elke lidstaat neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de meldingsformaliteiten op een geharmoniseerde en gecoördineerde wijze in die lidstaat worden toegepast.

2.   De Commissie ontwikkelt samen met de lidstaten mechanismen voor het harmoniseren en coördineren van meldingsformaliteiten binnen de Unie.

Artikel 4

Aanmelding vóór het aankomen in havens

Onverminderd specifieke bepalingen betreffende aanmelding opgenomen in de toepasselijke rechtshandelingen van de Unie of die krachtens internationale, voor de lidstaten bindende rechtsinstrumenten betreffende het zeevervoer, inclusief bepalingen over personen- en goederencontrole, van toepassing zijn, zorgen de lidstaten ervoor dat de kapitein of een door de exploitant van het schip naar behoren gemachtigd persoon, voordat het schip in de haven van een lidstaat aankomt, de in het kader van de meldingsformaliteiten vereiste informatie verstrekt aan de door die lidstaat aangewezen bevoegde instantie:

a)

ten minste 24 uur voor aankomst; of

b)

uiterlijk op het tijdstip waarop het schip de vorige haven verlaat, indien de reisduur minder dan 24 uur bedraagt; of

c)

indien de aanloophaven nog niet bekend is of tijdens de reis wordt gewijzigd, zodra deze informatie bekend is.

Artikel 5

Elektronische verzending van data

1.   De lidstaten aanvaarden zo spoedig mogelijk, en in ieder geval vanaf 1 juni 2015, dat de meldingsformaliteiten langs elektronische weg via één elektronisch platform worden vervuld.

Dit elektronische platform, waarin SafeSeaNet, e-douane en andere elektronische systemen worden gekoppeld, is de plaats waar overeenkomstig deze richtlijn alle informatie eenmaal wordt gemeld en vervolgens beschikbaar wordt gesteld voor de verschillende bevoegde autoriteiten en de lidstaten.

2.   Onverminderd de in het FAL-Verdrag bedoelde vorm moet de in lid 1 bedoelde vorm voldoen aan artikel 6.

3.   Waar de rechtshandelingen van de Unie meldingsformaliteiten voorschrijft, en voor zover dit nodig is voor de goede werking van het ingevolge lid 1 ingestelde elektronische platform, moeten de in lid 1 bedoelde elektronische systemen interoperabel, toegankelijk en verenigbaar zijn met het overeenkomstig Richtlijn 2002/59/EG ingestelde SafeSeaNet-systeem en, indien van toepassing, met de bij Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven (16) ingevoerde informaticasystemen.

4.   Onverminderd de specifieke bepalingen inzake douane- en grenscontroles als geregeld in Verordening (EEG) nr. 2913/92 respectievelijk Verordening (EG) nr. 562/2006 raadplegen de lidstaten het bedrijfsleven en stellen zij de Commissie in kennis van de vooruitgang die volgens de in Beschikking nr. 70/2008/EG bepaalde modaliteiten wordt geboekt.

Artikel 6

Uitwisseling van gegevens

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat informatie die wordt ontvangen in het kader van de door een rechtshandeling van de Unie voorgeschreven meldingsformaliteiten in hun nationale SafeSeaNet-systemen wordt opgenomen en zij stellen relevante delen van die informatie ter beschikking van de andere lidstaten via het SafeSeaNet-systeem. Tenzij een lidstaat anders bepaalt, geldt dit niet voor informatie die is ontvangen overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2913/92, Verordening (EEG) nr. 2454/93, Verordening (EG) nr. 562/2006 en Verordening (EG) nr. 450/2008.

2.   De lidstaten zorgen ervoor dat de informatie, ontvangen overeenkomstig lid 1, desgevraagd toegankelijk is voor de bevoegde nationale instanties.

3.   De onderliggende digitale vorm van de berichten die overeenkomstig lid 1 in de nationale SafeSeaNet-systemen worden opgenomen, wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 22 bis van Richtlijn 2002/59/EG.

4.   De lidstaten kunnen passende toegang tot de in lid 1 bedoelde informatie verschaffen middels een nationale éénloketdienst, waarbij gebruik wordt gemaakt van een elektronisch informatieuitwisselingssysteem, of middels de nationale SafeSeaNet-systemen.

Artikel 7

Informatie in FAL-formulieren

De lidstaten aanvaarden FAL-formulieren voor het voldoen aan de meldingsformaliteiten. De lidstaten kunnen alleen tot 1 juni 2015 aanvaarden dat de bij rechtshandeling van de Unie voorgeschreven informatie op papier wordt aangeleverd.

Artikel 8

Vertrouwelijkheid

1.   De lidstaten nemen overeenkomstig de toepasselijke rechtshandelingen van de Unie of het nationale recht de nodige maatregelen om de vertrouwelijkheid van de overeenkomstig deze richtlijn uitgewisselde commerciële en andere vertrouwelijke informatie te waarborgen.

2.   De lidstaten dragen er in het bijzonder zorg voor dat commerciële gegevens die uit hoofde van deze Richtlijn worden verzameld worden beschermd. Waar het gaat om persoonsgegevens zien de lidstaten erop toe dat wordt voldaan aan Richtlijn 95/46/EG. De instellingen en organen van de Unie zien erop toe dat wordt voldaan aan Verordening (EG) nr. 45/2001.

Artikel 9

Vrijstellingen

De lidstaten zien erop toe dat schepen die vallen onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2002/59/EG en die opereren tussen havens binnen het douanegebied van de Unie, maar niet afkomstig zijn uit, niet aanmeren in of niet terugkeren naar een haven buiten dit gebied, of een vrije zone die onderworpen is aan de controleprocedure type I in de zin van de douanewetgeving, worden vrijgesteld van de verplichting om de FAL-formulieren in te dienen, onverminderd de toepasselijke rechtshandelingen van de Unie en het recht van de lidstaten om in de FAL-formulieren informatie te verlangen als bedoeld in de punten 1 tot en met 6 van deel B van de bijlage bij deze richtlijn die nodig is voor de bescherming van de binnenlandse orde en veiligheid en voor de handhaving van douane-, belasting-, immigratie-, milieu- en gezondheidswetgeving.

Artikel 10

Wijzigingsprocedure

1.   De Commissie kan gedelegeerde handelingen vatstellen, overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, met betrekking tot de bijlage bij deze richtlijn, om ervoor te zorgen dat rekening gehouden wordt met alle relevante wijzigingen die door de IMO in de FAL-formulieren worden aangebracht. Zulke wijzigingen mogen niet tot gevolg hebben dat het toepassingsgebied van deze richtlijn wordt uitgebreid.

2.   Op de in dit artikel bedoelde gedelegeerde handelingen zijn de procedures van de artikelen 11, 12 en 13 van toepassing.

Artikel 11

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.   De bevoegdheid om de in artikel 10 bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend voor een periode van vijf jaar na 18 november 2010. De Commissie stelt uiterlijk zes maanden voor het einde van de periode van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt automatisch verlengd met dezelfde periode, tenzij het Europees Parlement of de Raad de bevoegdheid intrekt overeenkomstig artikel 12.

2.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.

3.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend onder de voorwaarden van de artikelen 12 en 13.

Artikel 12

Intrekking van de bevoegdheidsdelegatie

1.   De in artikel 10 bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken.

2.   De instelling die een interne procedure is begonnen om te besluiten of zij de bevoegdheidsdelegatie wenst in te trekken, streeft ernaar de andere instelling en de Commissie hiervan binnen een redelijke tijd voordat het definitieve besluit wordt genomen op de hoogte te brengen en geeft daarbij aan welke gedelegeerde bevoegdheden mogelijk worden ingetrokken en waarom.

3.   Het besluit tot intrekking maakt een einde aan de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheden. Het besluit treedt onmiddellijk of op een in dat besluit bepaalde latere datum in werking. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. Het besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 13

Bezwaar tegen gedelegeerde handelingen

1.   Het Europees Parlement of de Raad kunnen tegen een gedelegeerde handeling bezwaar maken binnen een termijn van twee maanden na de datum van kennisgeving.

Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad wordt deze termijn met twee maanden verlengd.

2.   Indien het Europees Parlement noch de Raad bij het verstrijken van de oorspronkelijke termijn van twee maanden of, in voorkomend geval, de verlengde termijn bezwaar heeft gemaakt tegen de gedelegeerde handeling, wordt deze bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en treedt zij in werking op de daarin vermelde datum.

De gedelegeerde handeling kan worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en vóór het verstrijken van de oorspronkelijke termijn van twee maanden of, in voorkomend geval, de verlengde termijn in werking treden indien het Europees Parlement en de Raad beide de Commissie hebben doen weten geen bezwaar te zullen maken.

3.   Indien het Europees Parlement of de Raad bezwaar aantekent tegen de gedelegeerde handeling, treedt deze niet in werking. De instelling die bezwaar maakt, motiveert haar bezwaar tegen de gedelegeerde handeling.

Artikel 14

Omzetting

1.   De lidstaten stellen uiterlijk 19 mei 2012 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.

Zij passen die bepalingen toe met ingang van 19 mei 2012.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 15

Verslag

De Commissie brengt uiterlijk 19 november 2013 aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de werking van deze richtlijn, waarin zij ook ingaat op de volgende punten:

a)

mogelijkheid van uitbreiding van de door deze richtlijn ingevoerde vereenvoudigingen tot het binnenvaartvervoer;

b)

de vraag of het River Information System compatibel is met de in deze richtlijn bedoelde elektronische systemen voor doorgifte van gegevens;

c)

de voortgang die is gemaakt met de harmonisatie en coördinatie van de meldingsformaliteiten ingevolge artikel 3;

d)

de haalbaarheid van vermijding of vereenvoudiging van formaliteiten voor schepen die een haven in een derde land of vrije zone hebben aangedaan;

e)

beschikbare gegevens omtrent het scheepsverkeer binnen de Unie en/of naar havens in derde landen of vrije zones.

Voor zover nodig zal het verslag vergezeld gaan van een wetgevingsvoorstel.

Artikel 16

Intrekking van Richtlijn 2002/6/EG

Richtlijn 2002/6/EG wordt ingetrokken met ingang van 19 mei 2012. Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn.

Artikel 17

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Straatsburg, 20 oktober 2010.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

J. BUZEK

Voor de Raad

De voorzitter

O. CHASTEL


(1)  PB C 128 van 18.5.2010, blz. 131.

(2)  PB C 211 van 4.9.2009, blz. 65.

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 6 juli 2010 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 12 oktober 2010.

(4)  PB L 67 van 9.3.2002, blz. 31.

(5)  PB L 332 van 28.12.2000, blz. 81.

(6)  PB L 208 van 5.8.2002, blz. 10.

(7)  PB L 129 van 29.4.2004, blz. 6.

(8)  PB L 131 van 28.5.2009, blz. 57.

(9)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.

(10)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.

(11)  PB L 105 van 13.4.2006, blz. 1.

(12)  PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1.

(13)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

(14)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

(15)  PB C 321 van 31.12.2003, blz. 1.

(16)  PB L 23 van 26.1.2008, blz. 21.


BIJLAGE

LIJST VAN DE IN DEZE RICHTLIJN BEDOELDE MELDINGSFORMALITEITEN

A.   Uit rechtshandelingen van de Unie voortvloeiende meldingsformaliteiten

Deze categorie meldingsformaliteiten betreft de informatie die overeenkomstig onderstaande bepalingen wordt verstrekt.

1.

Aanmelding voor schepen die havens van de lidstaten binnenlopen en deze havens verlaten

Artikel 4 van Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring en informatiesysteem voor de zeescheepvaart (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 10).

2.

Grenscontrole op personen

Artikel 7 van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB L 105 van 13.4.2006, blz. 1).

3.

Aanmelding van gevaarlijke of verontreinigende stoffen aan boord

Artikel 13 van Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring en informatiesysteem voor de zeescheepvaart.

4.

Aanmelding van afval en residuen

Artikel 6 van Richtlijn 2000/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 November 2000 betreffende de invoering van een communautair monitoring en informatiesysteem voor de zeescheepvaart (PB L 332 van 28.12.2000, blz. 81).

5.

Verschaffing van veiligheidsinlichtingen

Artikel 6 van Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PB L 129 van 29.4.2004, blz. 6).

Totdat er een op internationaal niveau geharmoniseerd formulier komt, wordt het formulier in het aanhangsel bij deze bijlage gebruikt voor de overdracht van de inlichtingen zoals vereist volgens artikel 6 van Verordening (EG) nr. 725/2004. Het formulier kan elektronisch worden verzonden.

6.

Summiere aangifte bij binnenbrengen

Artikel 36 bis van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1) en artikel 87 van Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) (PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1).

B.   FAL-formulieren en uit internationale juridische instrumenten voortvloeiende formaliteiten

Deze categorie meldingsformaliteiten betreft de informatie die overeenkomstig het FAL-Verdrag en andere desbetreffende internationale juridische instrumenten wordt verstrekt.

1.

FAL-formulier 1: Algemene melding

2.

FAL-formulier 2: Melding van de lading

3.

FAL-formulier 3: Melding van de scheepsvoorraden

4.

FAL-formulier 4: Melding van de bezittingen en goederen van de bemanningsleden

5.

FAL-formulier 5: Bemanningslijst

6.

FAL-formulier 6: Passagierslijst

7.

FAL-formulier 7: Gevaarlijke goederen

8.

Maritieme gezondheidsverklaring

C.   Desbetreffende nationale wetgeving

De lidstaten kunnen in deze categorie de overeenkomstig het nationale recht te verstrekken informatie opnemen. Deze informatie moet langs elektronische weg worden verzonden.

Aanhangsel

FORMULIER BEVEILIGINGSINFORMATIE VOOR SCHEPEN VÓÓR AANKOMST VOOR ALLE SCHEPEN VOORAFGAAND AAN DE AANKOMST IN EEN HAVEN VAN EEN EU-LIDSTAAT

(Voorschrift 9 van hoofdstuk XI-2 van het Internationaal Verdrag voor de Beveiliging van Mensenlevens op Zee van 1974 (SOLAS) en Artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 725/2004)

Inlichtingen over het schip en contactgegevens

IMO-nummer

 

Naam van het schip

 

Haven van registratie

 

Vlaggenstaat

 

Scheepstype

 

Roepnaam

 

Brutotonnage

 

Inmarsat-oproepnummers (indien beschikbaar)

 

Naam en identificatie-nummer van de maatschappij

 

Naam en 24-uurscontactgegevens van de BBF

 

Aankomsthaven

 

Aankomsthavenfaciliteit (indien gekend)

 

Haven- en havenfaciliteitsinformatie

Verwachte datum en tijd van aankomst van het schip in de haven (ETA)

 

Voornaamste doel van de aanloop

 

Volgens SOLAS-voorschrift 9.2.1 van hoofdstuk XI-2 vereiste informatie

Heeft het schip een geldig internationaal scheepsbeveiligings certificaat (ISSC)?

JA

ISSC

NEE — waarom niet?

Afgegeven door (naam, instantie of EBB)

Vervaldatum (dd/mm/jjjj)

Heeft het schip een goedgekeurd scheepsbeveiligingsplan aan boord?

JA

NEE

Huidig beveiligings niveau van het schip

Beveiliging Niveau 1

Beveiliging Niveau 2

Beveiliging Niveau 3

Locatie van het schip op het tijdstip waarop het verslag wordt opgemaakt

 

Vermeld de laatste tien aanlopen in havenfaciliteiten in chronologische volgorde (meest recente aanloop eerst):

Nr.

Van (dd/mm/jjjj)

Tot (dd/mm/jjjj)

Haven

Land

UN/LOCODE

(indien voorhanden)

Haven faciliteit

Beveiligingsniveau

1

 

 

 

 

 

 

BN =

2

 

 

 

 

 

 

BN =

3

 

 

 

 

 

 

BN =

4

 

 

 

 

 

 

BN =

5

 

 

 

 

 

 

BN =

6

 

 

 

 

 

 

BN =

7

 

 

 

 

 

 

BN =

8

 

 

 

 

 

 

BN =

9

 

 

 

 

 

 

BN =

10

 

 

 

 

 

 

BN =

Zijn er voor het schip speciale of aanvullende beveiligingsmaatregelen genomen, behalve die van het goedgekeurde scheepsbeveiligingsplan?

Zo JA, vermeld hieronder de speciale of aanvullende beveiligingsmaatregelen voor het schip.

JA

NEE

Nr.

(zoals hierboven)

Speciale of aanvullende beveiligingsmaatregelen voor het schip

1

 

2

 

3

 

4

 

5

 

6

 

7

 

8

 

9

 

10

 

Vermeld de schip-tot-schipactiviteiten, in chronologische volgorde (meest recente eerst), die tijdens de laatste tien aanlopen in de bovenvermelde havenfaciliteiten werden uitgevoerd. Breid de tabel hieronder zo nodig uit of ga verder op een afzonderlijke pagina — vermeld het totale aantal schip-tot-schipactiviteiten:

Werden de in het goedgekeurde beveiligingsplan bepaalde beveiligingsprocedures gehandhaafd tijdens elk van deze schip-tot-schipactiviteiten?

Zo NEE, verstrek in de laatste kolom details van de toegepaste beveiligingsmaatregelen.

JA

NEE

Nr.

Van (dd/mm/jjjj)

Tot (dd/mm/jjjj)

Locatie of lengte- en breedtegraad

Schip-tot-schipactiviteit

Ter plaatse toegepaste beveiligingsmaatregelen

1

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

4

 

 

 

 

 

5

 

 

 

 

 

6

 

 

 

 

 

7

 

 

 

 

 

8

 

 

 

 

 

9

 

 

 

 

 

10

 

 

 

 

 

Algemene omschrijving van de lading aan boord van het schip

 

Bevat het schip gevaarlijke substanties die behoren tot de klassen 1, 2.1, 2.3, 3, 4.1, 5.1, 6.1, 6.2, 7 of 8 van de IMDG-code?

JA

NEE

Zo JA, bevestig dat het Dangerous Goods Manifest (of het relevante uittreksel) als bijlage is toegevoegd

Bevestig dat een exemplaar van de bemanningslijst van het schip als bijlage is toegevoegd

JA

Bevestig dat een exemplaar van de passagierslijst van het schip als bijlage is toegevoegd

JA

Andere veiligheidsinformatie

Wenst u enige andere beveiligingskwesties te melden?

JA

Verstrek details:

NEE

Agent van het schip in de vooropgestelde aankomsthaven

Naam:

Contactgegevens (telefoonnr.):

Identificatie van de persoon die de informatie verstrekt

Titel of functie (schrappen wat niet past):

Kapitein/SBF/BBF/agent van het schip (als bovenvermeld)

Naam:

Handtekening:

Datum/tijdstip/plaats waar het verslag werd opgemaakt

 


II Niet-wetgevingshandelingen

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

29.10.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 283/11


BESLUIT VAN DE RAAD

van 11 maart 2010

betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van de Samenwerkingsovereenkomst inzake satellietnavigatie tussen de Europese Unie en haar lidstaten en het Koninkrijk Noorwegen

(2010/652/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 172, in samenhang met artikel 218, lid 5 en lid 8, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Commissie heeft met het Koninkrijk Noorwegen onderhandeld over de Samenwerkingsovereenkomst inzake satellietnavigatie (hierna „de overeenkomst” genoemd), die op 17 juli 2009 is geparafeerd.

(2)

De overeenkomst moet ook door de lidstaten worden bekrachtigd.

(3)

Overeenkomstig haar artikel 12, lid 4, dient de overeenkomst door de Europese Unie, voor onderdelen die binnen haar bevoegdheid vallen, en door het Koninkrijk Noorwegen, in afwachting van haar inwerkingtreding voorlopig te worden toegepast,

(4)

De overeenkomst dient namens de Europese Unie te worden ondertekend en voorlopig te worden toegepast zoals bepaald in dit besluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De ondertekening van de Samenwerkingsovereenkomst inzake satellietnavigatie tussen de Europese Unie en haar lidstaten en het Koninkrijk Noorwegen wordt, onder voorbehoud van sluiting, namens de Unie goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon/personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn namens de Unie de Samenwerkingsovereenkomst inzake satellietnavigatie tussen de Europese Unie en haar lidstaten en het Koninkrijk Noorwegen te ondertekenen, onder voorbehoud van sluiting.

Artikel 3

Overeenkomstig artikel 12, lid 4, van de overeenkomst, wordt zij, voor onderdelen die binnen de bevoegdheid van de Unie vallen, in afwachting van haar inwerkingtreding voorlopig toegepast. De Commissie zal in het Publicatieblad van de Europese Unie een bericht publiceren met informatie over de datum van voorlopige toepassing van de overeenkomst.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 11 maart 2010.

Voor de Raad

De voorzitter

J. BLANCO


SAMENWERKINGSOVEREENKOMST

inzake satellietnavigatie tussen de Europese Unie en haar lidstaten en het Koninkrijk Noorwegen

DE EUROPESE UNIE, hierna „de Unie” of „de EU” genoemd,

alsmede

HET KONINKRIJK BELGIË,

DE REPUBLIEK BULGARIJE,

DE TSJECHISCHE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK DENEMARKEN,

DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,

DE REPUBLIEK ESTLAND,

IERLAND,

DE HELLEENSE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK SPANJE,

DE FRANSE REPUBLIEK,

DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK CYPRUS,

DE REPUBLIEK LETLAND,

DE REPUBLIEK LITOUWEN,

HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,

DE REPUBLIEK HONGARIJE,

MALTA,

HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,

DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,

DE REPUBLIEK POLEN,

DE PORTUGESE REPUBLIEK,

ROEMENIË,

DE REPUBLIEK SLOVENIË,

DE SLOWAAKSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK FINLAND,

HET KONINKRIJK ZWEDEN,

HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,

de partijen bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, hierna „de lidstaten” genoemd,

enerzijds, alsmede

HET KONINKRIJK NOORWEGEN, hierna „Noorwegen” genoemd,

anderzijds,

De Europese Unie, de lidstaten en Noorwegen, hierna gezamenlijk „de partijen” genoemd,

ERKENNENDE de nauwe deelname van Noorwegen aan de Galileo- en EGNOS-programma’s sinds de definitiefasen van die programma’s,

ZICH BEWUST van de ontwikkeling in het bestuur, de eigendom en de financiering van de Europese GNSS-programma’s krachtens Verordening (EG) nr. 1321/2004 van de Raad van 12 juli 2004 inzake de beheerstructuren van de Europese programma’s voor radionavigatie per satelliet (1), de wijzigingen ervan en Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende de voortzetting van de uitvoering van de Europese programma’s voor navigatie per satelliet (EGNOS en Galileo) (2),

OVERWEGENDE de voordelen van een gelijkwaardig niveau van bescherming van Europese GNSS en de diensten ervan op de grondgebieden van de partijen,

ERKENNENDE het voornemen van Noorwegen om binnen zijn rechtsgebied tijdig maatregelen vast te stellen en te handhaven die voorzien in een gelijkwaardig niveau van beveiliging en veiligheid als die welke in de Europese Unie van toepassing zijn,

ERKENNENDE de verplichtingen van de partijen volgens het internationaal recht,

ERKENNENDE de belangstelling van Noorwegen voor alle Galileo-diensten, inclusief de publiek gereguleerde dienst („public regulated service” (PRS)),

ERKENNENDE de Overeenkomst tussen Noorwegen en de Europese Unie inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling van gerubriceerde informatie,

WENSENDE formeel nauwe samenwerking wat alle aspecten van de Europese GNSS-programma’s betreft tot stand te brengen,

BESCHOUWENDE de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna de„EER-overeenkomst” genoemd) als een geschikte wettelijke en institutionele basis om samenwerking tussen de Europese Unie en Noorwegen op het gebied van satellietnavigatie tot stand te brengen,

WENSENDE de bepalingen van de EER-overeenkomst aan te vullen door middel van een bilaterale overeenkomst inzake satellietnavigatie in aangelegenheden die specifiek relevant zijn voor Noorwegen, de Unie en haar lidstaten,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT DE VOLGENDE BEPALINGEN:

Artikel 1

Doel van de overeenkomst

Het hoofddoel van deze overeenkomst is de samenwerking tussen de partijen verder te versterken door de op satellietnavigatie toepasselijke bepalingen van de EER-overeenkomst aan te vullen.

Artikel 2

Definities

In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)   „European Global navigation satellite systems (GNSS)”: onder meer het Galileo-systeem en het European Geostationary Navigation Overlay System (EGNOS);

b)   „Augmentatie”: regionale mechanismen zoals EGNOS. Die mechanismen stellen de gebruikers van GNSS in staat een verbeterde prestatie te verkrijgen, zoals verhoogde nauwkeurigheid, beschikbaarheid, integriteit en betrouwbaarheid;

c)   „Galileo”: een autonoom civiel Europees mondiaal satellietnavigatie- en tijdbepalingssysteem onder civiele leiding, voor de aanbieding van GNSS-diensten die zijn ontworpen en ontwikkeld door de Unie en haar lidstaten. De exploitatie van Galileo kan aan een private partij worden overgedragen;

Galileo voorziet in open diensten, commerciële diensten, diensten voor beveiliging van mensenlevens en opsporings- en reddingsdiensten naast een beveiligde publiek gereguleerde dienst („public regulated service” (PRS)) met beperkte toegang om te voldoen aan de behoeften van geautoriseerde gebruikers uit de overheidssector;

d)   „Regulerende maatregel”: een wet, regeling, beleid, regel, procedure, beslissing of soortgelijke administratieve handeling door een partij;

e)   „Gerubriceerde informatie”: informatie in welke vorm ook die bescherming vereist tegen onbevoegde openbaarmaking waardoor de wezenlijke belangen, waaronder de nationale veiligheid, van de partijen of van afzonderlijke lidstaten in verschillende mate zouden kunnen worden geschaad. De rubricering ervan wordt aangeduid met een rubriceringsmarkering. Dergelijke informatie wordt door de partijen gerubriceerd in overeenstemming met de van toepassing zijnde wet- en regelgeving en moet tegen elk verlies van vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid worden beschermd.

Artikel 3

Beginselen van de samenwerking

1.   De partijen komen overeen de volgende beginselen op onder deze overeenkomst vallende samenwerkingsactiviteiten toe te passen:

a)

de EER-overeenkomst vormt de basis voor samenwerking op het gebied van satellietnavigatie tussen de partijen;

b)

vrijheid om satellietnavigatiediensten te verlenen op de grondgebieden van de partijen;

c)

vrijheid om alle Galileo- en EGNOS-diensten, inclusief PRS, te gebruiken, met inachtneming van de voorwaarden die op het gebruik ervan van toepassing zijn;

d)

nauwe samenwerking in GNSS-beveiligingsaangelegenheden door het nemen en handhaven van gelijkwaardige GNSS-beveiligingsmaatregelen zowel in de Unie als in Noorwegen;

e)

passende inachtneming van de internationale verplichtingen van de partijen met betrekking tot grondfaciliteiten van Europese GNSS.

2.   Deze overeenkomst is niet van invloed op de ten behoeve van de activiteiten van het Galileo-programma krachtens het recht van de Europese Unie ingestelde institutionele structuur. Deze overeenkomst is evenmin van invloed op de toepasselijke regulerende maatregelen ter uitvoering van non-proliferatieverbintenissen en exportcontrole, controles van immateriële overdrachten van technologie, noch op nationale veiligheidsmaatregelen.

Artikel 4

Radiospectrum

1.   De partijen komen overeen in de Internationale Telecommunicatie-unie (ITU) samen te werken op het gebied van radiospectrumkwesties betreffende Europese satellietnavigatiesystemen, rekening houdend met het op 5 november 2004 ondertekende „Memorandum of Understanding on the Management of ITU filings of the Galileo radio-navigation satellite service system”.

2.   In deze context beschermen de partijen adequate frequentietoewijzingen voor Europese satellietnavigatiesystemen om de beschikbaarheid van de diensten van deze systemen ten voordele van de gebruikers te verzekeren.

3.   Bovendien erkennen de partijen het belang om het radionavigatiespectrum te beschermen tegen verstoring en interferentie. Daartoe sporen zij bronnen van interferentie op en streven zij wederzijds aanvaardbare oplossingen na om interferentie te bestrijden.

4.   Niets in deze overeenkomst mag aldus worden geïnterpreteerd dat afbreuk wordt gedaan aan de toepasselijke bepalingen van de ITU, inclusief de ITU-radioreglementen.

Artikel 5

Grondfaciliteiten van Europese GNSS

1.   Noorwegen neemt alle praktisch uitvoerbare maatregelen om de ontplooiing, het onderhoud en de vervanging van grondfaciliteiten van Europese GNSS („grondfaciliteiten”) op de onder zijn jurisdictie vallende grondgebieden te vergemakkelijken.

2.   Noorwegen neemt alle praktisch uitvoerbare maatregelen om de bescherming en de ononderbroken en ongestoorde werking van grondfaciliteiten op zijn grondgebieden te verzekeren inclusief, in voorkomend geval, door het inzetten van zijn rechtshandhavingsinstanties. Noorwegen zet alle praktisch uitvoerbare middelen in om de faciliteiten vrij te houden van lokale radio-interferentie, hacking en pogingen tot afluisteren.

3.   De contractuele relaties betreffende de grondfaciliteiten zullen worden overeengekomen tussen de Commissie en de houder van de eigendomsrechten. De Noorse autoriteiten zullen ten volle de speciale status van de grondfaciliteiten respecteren en streven telkens wanneer mogelijk voorafgaande overeenstemming met de Commissie na alvorens enige maatregel betreffende grondfaciliteiten wordt genomen.

4.   Noorwegen staat ononderbroken en ongehinderde toegang tot de grondfaciliteiten toe aan alle aangewezen of op andere wijze door de Europese Unie gemachtigde personen. Daartoe richt Noorwegen een aanspreekpunt op dat informatie ontvangt over naar de grondfaciliteiten reizende personen en op andere wijze het verkeer en de activiteiten van dergelijke personen in de praktijk vergemakkelijkt.

5.   De archieven en uitrusting van de grondfaciliteiten en documenten in doorvoer, ongeacht de vorm ervan, die een officieel zegel of merk dragen, worden niet onderworpen aan inspecties door douane of politie.

6.   In geval van een bedreiging of gevaar voor de beveiliging van grondfaciliteiten of hun werking informeren Noorwegen en de Commissie elkaar zonder uitstel van de gebeurtenis en de stappen om de situatie te verhelpen. De Commissie kan een andere vertrouwensentiteit aanwijzen om voor dergelijke informatieverstrekking als aanspreekpunt met Noorwegen op te treden.

7.   De partijen stellen in een afzonderlijke regeling nadere procedures vast betreffende de kwesties waarvan sprake in de leden 1 tot en met 6. Dergelijke procedures hebben onder meer betrekking op verduidelijkingen betreffende inspecties, taken van de aanspreekpunten, eisen voor koeriers en maatregelen tegen lokale radiofrequentie-interferentie en vijandige aanvallen.

Artikel 6

Beveiliging

1.   De partijen zijn overtuigd van de noodzaak om mondiale navigatiesatellietsystemen te beschermen tegen bedreigingen zoals misbruik, interferentie, verstoring en vijandige handelingen. Dientengevolge doen de partijen alle praktisch uitvoerbare stappen, inclusief in voorkomend geval het sluiten van afzonderlijke overeenkomsten, om de continuïteit, veiligheid en beveiliging van de satellietnavigatiediensten en gerelateerde infrastructuur en kritieke voorzieningen op hun grondgebieden te verzekeren.

De Commissie is voornemens maatregelen te ontwikkelen om gevoelige voorzieningen, informatie en technologieën van de Europese GNSS-programma’s te beschermen, te controleren en te beheren wat betreft dergelijke bedreigingen en ongewenste proliferatie.

2.   In deze context bevestigt Noorwegen zijn voornemen om binnen zijn rechtsgebied tijdig maatregelen te nemen en te handhaven die in een gelijkwaardig niveau van beveiliging en veiligheid voorzien als die welke in de Europese Unie van toepassing zijn.

Met het oog hierop behandelen de partijen GNSS-beveiligingskwesties inclusief accreditatie in de relevante comités van de bestuursstructuur van Europese GNSS. De praktische regelingen en procedures moeten in de reglementen van orde van de relevante comités worden vastgesteld; hierbij wordt mede rekening gehouden met het raamwerk van de EER-overeenkomst.

3.   Mocht zich een gebeurtenis voordoen waarbij een dergelijk gelijkwaardig niveau van beveiliging en veiligheid niet kan worden bereikt, dat voeren de partijen overleg om de situatie te verhelpen. In voorkomend geval kan de reikwijdte van de samenwerking in deze sector dienovereenkomstig worden aangepast.

Artikel 7

Uitwisselingen van gerubriceerde informatie

1.   De uitwisseling en bescherming van gerubriceerde informatie van de Unie gebeurt overeenkomstig de op 22 november 2004 ondertekende Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling van gerubriceerde gegevens (3) alsook de uitvoeringsregelingen van die overeenkomst.

2.   Noorwegen kan gerubriceerde informatie met een nationaal rubriceringsmerk betreffende Galileo uitwisselen met die lidstaten waarmee het met het oog daarop bilaterale overeenkomsten heeft gesloten.

3.   De partijen streven ernaar een algemeen en coherent rechtskader in te stellen op grond waarvan uitwisselingen van gerubriceerde informatie betreffende het Galileo-programma tussen hen mogelijk zijn.

Artikel 8

Exportcontrole

1.   Om de toepassing van een uniform beleid van exportcontroles en non-proliferatie betreffende Galileo tussen de partijen te verzekeren, bevestigt Noorwegen zijn voornemen om binnen zijn rechtsgebied tijdig maatregelen te nemen en te handhaven die een gelijkwaardig niveau van exportcontrole en niet-proliferatie van Galileo-technologieën, -data en -artikelen verzekeren als die welke in de Unie en haar lidstaten van toepassing zijn.

2.   Mocht zich een gebeurtenis voordoen waarbij een dergelijk gelijkwaardig niveau van exportcontrole en non-proliferatie niet kan worden bereikt, dan voeren de partijen overleg om de situatie te verhelpen. In voorkomend geval kan de reikwijdte van de samenwerking in deze sector dienovereenkomstig worden aangepast.

Artikel 9

Publiek gereguleerde dienst (PRS)

Noorwegen heeft belangstelling getoond voor de PRS van Galileo en beschouwt deze als een belangrijk element van zijn deelname aan de Europese GNSS-programma’s. De partijen komen overeen deze kwestie te behandelen zodra de beleidslijnen en operationele regelingen betreffende toegang tot de PRS zijn vastgesteld.

Artikel 10

Internationale samenwerking

1.   De partijen erkennen de betekenis van het coördineren van de benaderingen in internationale normalisatie- en certificeringsforums betreffende mondiale satellietnavigatiediensten. Met name zullen de partijen gezamenlijk de ontwikkeling van Galileo-normen steunen en bevorderen zij gezamenlijk de toepassing ervan wereldwijd, waarbij zij de interoperabiliteit met andere GNSS benadrukken.

2.   Bijgevolg werken de partijen, ter bevordering en implementatie van de doelstellingen van deze overeenkomst, waar passend samen inzake alle GNSS-aangelegenheden die met name aan de orde komen in de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, de Internationale Maritieme Organisatie en de ITU.

Artikel 11

Overleg en oplossing van geschillen

De partijen voeren, op verzoek van een van hen, onmiddellijk overleg over elk punt van discussie dat voortkomt uit de interpretatie of toepassing van deze overeenkomst. Alle geschillen betreffende de interpretatie of de toepassing van deze overeenkomst worden beslecht door middel van overleg tussen de partijen.

Artikel 12

Inwerkingtreding en beëindiging

1.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

De kennisgevingen worden gezonden aan het secretariaat-generaal van de Raad, dat de depositaris van deze overeenkomst is.

2.   Het verstrijken of opzeggen van deze overeenkomst heeft geen invloed op de geldigheid of duur van in het kader van deze overeenkomst getroffen regelingen of op specifieke rechten en verplichtingen die op het gebied van intellectuele-eigendomsrechten zijn ontstaan.

3.   Deze overeenkomst kan worden gewijzigd wanneer de partijen daarover schriftelijk onderlinge overeenstemming bereiken. Wijzigingen treden in werking op de datum van ontvangst van de laatste diplomatieke nota waarin de andere partij wordt geïnformeerd dat hun respectieve voor de inwerkingtreding van bedoelde wijzigingen noodzakelijke interne procedures zijn voltooid.

4.   Onverminderd lid 1, stemmen Noorwegen en de Europese Unie, wat betreft onderdelen die binnen haar bevoegdheid vallen, ermee in deze overeenkomst voorlopig toe te passen vanaf de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop zij elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

5.   Elke partij kan, doordat zij de andere partij daarvan zes maanden van tevoren schriftelijk in kennis stelt, deze overeenkomst opzeggen.

Deze overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Noorse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Voor het Koninkrijk België

Pour le Royaume de Belgique

Für das Königreich Belgien

Image

За Република България

Image

Za Českou republiku

Image

På Kongeriget Danmarks vegne

Image

Für die Bundesrepublik Deutschland

Image

Eesti Vabariigi nimel

Image

Thar cheann Na hÉireann

For Ireland

Image

Για την Ελληνική Δημοκρατία

Image

Por el Reino de España

Image

Pour la République française

Image

Per la Repubblica italiana

Image

Για την Κυπριακή Δημοκρατία

Image

Latvijas Republikas vārdā

Image

Lietuvos Respublikos vardu

Image

Pour le Grande-Duché de Luxembourg

Image

A Magyar Köztársaság részéről

Image

Għal Malta

Image

Voor het Koninkrijk der Nederlanden

Image

Für die Republik Österreich

Image

W imieniu Rzeczypospolitej Polskiej

Image

Pela República Portuguesa

Image

Pentru România

Image

Za Republiko Slovenijo

Image

Za Slovenskú republiku

Image

Suomen tasavallan puolesta

För Republiken Finland

Image

För Konungariket Sverige

Image

For the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland

Image

За Европейския съюз

Por la Unión Europea

Za Evropskou unii

For Den Europæiske Union

Für die Europäische Union

Euroopa Liidu nimel

Για την Ευρωπαϊκή Ένωση

For the European Union

Pour l'Union européenne

Per l'Unione europea

Eiropas Savienības vārdā

Europos Sąjunga vardu

Az Európai Unió részéről

Għall-Unjoni Ewropea

Voor de Europese Unie

W imieniu Unii Europejskiej

Pela União Europeia

Pentru Uniunea Europeană

Za Európsku úniu

Za Evropsko unijo

Euroopan unionin puolesta

För Europeiska unionen

Image

For Kongeriket Norge

Image


(1)  PB L 246 van 20.7.2004, blz. 1.

(2)  PB L 196 van 24.7.2008, blz. 1.

(3)  PB L 362 van 9.12.2004, blz. 29.


VERORDENINGEN

29.10.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 283/21


VERORDENING (EU) Nr. 970/2010 VAN DE COMMISSIE

van 28 oktober 2010

houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Lapin Poron kuivaliha (BOB))

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 7, lid 4, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, eerste alinea, en artikel 17, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 is de door Finland ingediende aanvraag tot registratie van de benaming „Lapin Poron kuivaliha” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (2).

(2)

Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006, moet deze benaming worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de bijlage vermelde benaming wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 oktober 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.

(2)  PB C 42 van 19.2.2010, blz. 12.


BIJLAGE

In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie

Categorie 1.2.   Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt, enz.)

FINLAND

Lapin Poron kuivaliha (BOB)


29.10.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 283/23


VERORDENING (EU) Nr. 971/2010 VAN DE COMMISSIE

van 28 oktober 2010

houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Vastedda della valle del Belìce (BOB))

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 7, lid 4, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 510/2006 is de door Italië ingediende aanvraag tot registratie van de benaming „Vastedda della valle del Belìce” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (2).

(2)

Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006, moet deze benaming worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de bijlage vermelde benaming wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 oktober 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.

(2)  PB C 42 van 19.2.2010, blz. 16.


BIJLAGE

In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie:

Categorie 1.3.   Kaas

ITALIË

Vastedda della valle del Belìce (BOB)


29.10.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 283/25


VERORDENING (EU) Nr. 972/2010 VAN DE COMMISSIE

van 28 oktober 2010

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 29 oktober 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 oktober 2010.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

AR

51,6

MA

79,3

MK

62,0

TR

77,0

XS

73,2

ZZ

68,6

0707 00 05

EG

140,6

MK

59,4

TR

154,7

ZZ

118,2

0709 90 70

TR

140,9

ZZ

140,9

0805 50 10

AR

75,5

BR

68,9

CL

67,3

TR

86,9

UY

61,0

ZA

70,8

ZZ

71,7

0806 10 10

BR

217,5

TR

134,0

US

217,9

ZA

62,8

ZZ

158,1

0808 10 80

AR

75,7

BR

64,9

CL

113,3

CN

85,1

MK

26,7

NZ

104,8

ZA

76,7

ZZ

78,2

0808 20 50

CN

67,5

ZZ

67,5


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


RICHTLIJNEN

29.10.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 283/27


RICHTLIJN 2010/70/EU VAN DE COMMISSIE

van 28 oktober 2010

tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad wat betreft de geldigheidsduur van de opneming van de werkzame stof carbendazim in bijlage I

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name artikel 6, lid 1, tweede alinea, tweede streepje,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Richtlijn 2006/135/EG (2) van de Commissie is carbendazim als werkzame stof opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Die opneming verstrijkt op 31 december 2010.

(2)

Op verzoek kan de opneming van een werkzame stof voor een periode van maximaal tien jaar worden verlengd. Op 6 augustus 2007 heeft de Commissie een verzoek van de kennisgever ontvangen betreffende de verlenging van de opneming voor deze stof.

(3)

Op 10 januari 2008 heeft de kennisgever ter staving van zijn verzoek bij de als rapporteur optredende lidstaat Duitsland een technisch dossier ingediend. Duitsland heeft zijn ontwerp-reëvaluatieverslag op 27 juli 2009 overgelegd. De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vervolgens een intercollegiale toetsing uitgevoerd, die op 30 april 2010 is voltooid.

(4)

Aangezien het niet mogelijk is de verlengingsprocedure af te ronden vóór de datum waarop de opneming van carbendazim verstrijkt en aangezien het verzoek om verlenging tijdig is ingediend, moet overeenkomstig artikel 5, lid 5, van Richtlijn 91/414/EEG een verlenging worden toegekend voor de periode die nodig is voor de voltooiing van die procedure.

(5)

Richtlijn 91/414/EEG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG wordt in rij nr. 149 (carbendazim (niet-gespecificeerde stereochemie) CAS-nr. 10605-21-7 CIPAC-nr. 263) in de zesde kolom (geldigheidsduur) „31 december 2010” vervangen door „13 juni 2011”.

Artikel 2

De lidstaten dienen uiterlijk op 31 december 2010 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Zij passen die bepalingen toe vanaf 1 januari 2011.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publikatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 28 oktober 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(2)  PB L 349 van 12.12.2006, blz. 37.


BESLUITEN

29.10.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 283/28


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 21 oktober 2010

tot wijziging van bijlage II bij Beschikking 2009/861/EG tot vaststelling van overgangsmaatregelen uit hoofde van Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de verwerking van rauwe melk die niet aan de voorschriften voldoet in bepaalde melkverwerkingsinrichtingen in Bulgarije

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 7153)

(Voor de EER relevante tekst)

(2010/653/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (1), en met name artikel 9, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 853/2004 zijn voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong vastgesteld. Die voorschriften omvatten onder meer hygiënevoorschriften voor rauwe melk en zuivelproducten.

(2)

Beschikking 2009/861/EG (2) van de Commissie voorziet voor de in die beschikking opgenomen melkverwerkingsinrichtingen in Bulgarije in bepaalde afwijkingen van de voorschriften van bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, subhoofdstukken II en III, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(3)

Bijgevolg mogen bepaalde in bijlage II bij die beschikking opgenomen melkverwerkingsinrichtingen melk die niet aan de voorschriften voldoet tot en met 31 december 2011 zonder afzonderlijke productielijnen verwerken.

(4)

Bulgarije heeft de Commissie op 25 februari 2010 een herziene en geactualiseerde lijst van die melkverwerkingsinrichtingen toegezonden. Daarom moet de lijst van inrichtingen in bijlage II bij Beschikking 2009/861/EG worden gewijzigd.

(5)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Beschikking 2009/861/EG wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 21 oktober 2010.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55.

(2)  PB L 314 van 1.12.2009, blz. 83.


BIJLAGE

„BIJLAGE II

Lijst van de melkverwerkingsinrichtingen die melk mogen verwerken die niet aan de voorschriften voldoet, als bedoeld in artikel 3

Nr.

Veterinair nr.

Naam inrichting

Stad/straat of dorp/regio

1

BG 2412037

„Stelimeks” EOOD

s. Asen

2

0912015

„Anmar” OOD

s. Padina

obsht. Ardino

3

0912016

OOD „Persenski”

s. Zhaltusha

obsht. Ardino

4

1012014

ET „Georgi Gushterov DR”

s. Yahinovo

5

1012018

„Evro miyt end milk” EOOD

gr. Kocherinovo

obsht. Kocherinovo

6

1112004

„Matev-Mlekoproduct” OOD

s. Goran

7

1112017

ET „Rima-Rumen Borisov”

s. Vrabevo

8

1312023

„Inter-D” OOD

s. Kozarsko

9

1612049

„Alpina-Milk” EOOD

s. Zhelyazno

10

1612064

OOD „Ikay”

s. Zhitnitsa

obsht. Kaloyanovo

11

2112008

MK „Rodopa milk”

s. Smilyan

obsht. Smolyan

12

2412039

„Penchev” EOOD

gr. Chirpan

ul. „Septemvriytsi” 58

13

2512021

„Keya-Komers-03” EOOD

s. Svetlen

14

1312002

„Milk Grup” EOOD

s. Yunacite

15

0112014

ET „Veles-Kostadin Velev”

gr. Razlog

ul. „Golak” 14

16

2312041

„Danim-D.Stoyanov” EOOD

gr. Elin Pelin

m-st Mansarovo

17

2712010

„Kamadzhiev-milk” EOOD

s. Kriva reka

obsht. N.Kozlevo

18

BG 1212029

SD „Voynov i sie”

gr. Montana

ul. „N.Yo.Vaptsarov” 8

19

0712001

„Ben Invest” OOD

s. Kostenkovtsi

obsht. Gabrovo

20

1512012

ET „Ahmed Tatarla”

s. Dragash voyvoda,

obsht. Nikopol

21

2212027

„Ekobalkan” OOD

gr. Sofia

bul „Evropa” 138

22

2312030

ET „Favorit-D.Grigorov”

s. Aldomirovtsi

23

2312031

ET „Belite kamani”

s. Dragotintsi

24

BG 1512033

ET „Voynov-Ventsislav Hristakiev”

s. Milkovitsa

obsht. Gulyantsi

25

BG 1612020

ET „Bor-Chvor”

s. Dalbok izvor

obsht. Parvomay

26

BG 1512029

„Lavena” OOD

s. Dolni Dębnik

obl. Pleven

27

BG 1612028

ET „Slavka Todorova”

s. Trud

obsht. Maritsa

28

BG 1612051

ET „Radev-Radko Radev”

s. Kurtovo Konare

obl. Plovdiv

29

BG 1612066

„Lakti ko” OOD

s. Bogdanitza

30

BG 2112029

ET „Karamfil Kasakliev”

gr. Dospat

31

BG 0912004

„Rodopchanka” OOD

s. Byal izvor

obsht. Ardino

32

0112003

ET „Vekir”

s. Godlevo

33

0112013

ET „Ivan Kondev”

gr. Razlog

Stopanski dvor

34

0212037

„Megakomers” OOD

s. Lyulyakovo

obsht. Ruen

35

0512003

SD „LAF-Velizarov i sie”

s. Dabravka

obsht. Belogradchik

36

0612035

OOD „Nivego”

s. Chiren

37

0612041

ET „Ekoproduct-Megiya- Bogorodka Dobrilova”

gr. Vratsa

ul. „Ilinden” 3

38

0612042

ET „Mlechen puls-95-Tsvetelina Tomova”

gr. Krivodol

ul. „Vasil Levski”

39

1012008

„Kentavar” OOD

s. Konyavo

obsht. Kyustendil

40

1212022

„Milkkomm”

EOOD

gr. Lom

ul. „Al.Stamboliyski” 149

41

1212031

„ADL” OOD

s. Vladimirovo

obsht. Boychinovtsi

42

1512006

„Mandra” OOD

s. Obnova

obsht. Levski

43

1512008

ET „Petar Tonovski-Viola”

gr. Koynare

ul. „Hr.Botev” 14

44

1512010

ET „Militsa Lazarova-90”

gr. Slavyanovo,

ul. „Asen Zlatarev” 2

45

1612024

SD „Kostovi-EMK”

gr. Saedinenie

ul. „L.Karavelov” 5

46

1612043

ET „Dimitar Bikov”

s. Karnare

obsht. „Sopot”

47

1712046

ET „Stem-Tezdzhan Ali”

gr. Razgrad

ul. „Knyaz Boris” 23

48

2012012

ET „Olimp-P.Gurtsov”

gr. Sliven

m-t „Matsulka”

49

2112003

„Milk- inzhenering” OOD

gr.Smolyan

ul. „Chervena skala” 21

50

2112027

„Keri” OOD

s. Borino,

obsht. Borino

51

2312023

„Mogila” OOD

gr. Godech,

ul. „Ruse” 4

52

2512018

„Biomak” EOOD

gr. Omurtag

ul. „Rodopi” 2

53

2712013

„Ekselans” OOD

s. Osmar,

obsht. V. Preslav

54

2812018

ET „Bulmilk-Nikolay Nikolov”

s. General Inzovo,

obl. Yambolska

55

2812010

ET „Mladost-2-Yanko Yanev”

gr. Yambol,

ul. „Yambolen” 13

56

BG 1012020

ET „Petar Mitov-Universal”

s. Gorna Grashtitsa

obsht. Kyustendil

57

BG 1112016

Mandra „IPZHZ”

gr. Troyan

ul. „V.Levski” 281

58

BG 1712042

ET „Madar”

s. Terter

59

BG 2612042

„Bulmilk” OOD

s. Konush

obl. Haskovska

60

BG 0912011

ET „Alada-Mohamed Banashak”

s. Byal izvor

obsht. Ardino

61

1112026

„ABLAMILK” EOOD

gr. Lukovit,

ul. „Yordan Yovkov” 13

62

1312005

„Ravnogor” OOD

s. Ravnogor

63

1712010

„Bulagrotreyd-chastna kompaniya” EOOD

s. Yuper

Industrialen kvartal

64

1712013

ET „Deniz”

s. Ezerche

65

2012011

ET „Ivan Gardev 52”

gr. Kermen

ul. „Hadzhi Dimitar” 2

66

2012024

ET „Denyo Kalchev 53”

gr. Sliven

ul. „Samuilovsko shose” 17

67

2112015

OOD „Rozhen Milk”

s. Davidkovo,

obsht. Banite

68

2112026

ET „Vladimir Karamitev”

s. Varbina

obsht. Madan

69

2312007

ET „Agropromilk”

gr. Ihtiman,

ul. „P.Slaveikov” 19

70

2412041

„Mlechen svyat 2003” OOD

s. Bratya Daskalovi

obsht. Bratya Daskalovi

71

2612038

„Bul Milk” EOOD

gr. Haskovo

Sev. industr. zona

72

2612049

ET.„Todorovi-53”

gr. Topolovgrad

ul. „Bulgaria” 65

73

BG 1812008

„Vesi” OOD

s. Novo selo

74

BG 2512003

„Si Vi Es” OOD

gr. Omurtag

Promishlena zona

75

BG 2612034

ET „Eliksir-Petko Petev”

s. Gorski izvor

76

BG 1812003

„Sirma Prista” AD

gr. Ruse

bul. „3-ti mart” 51

77

BG 2512001

„Mladost -2002” OOD

gr. Targovishte

bul.„29-ti yanuari” 7

78

0312002

ET „Mario”

gr. Suvorovo

79

0712015

„Rosta” EOOD

s. M. Varshets

80

0812030

„FAMA” AD

gr. Dobrich

bul. „Dobrudzha” 2

81

0912003

„Koveg-mlechni producti” OOD

gr. Kardzhali

Promishlena zona

82

1412015

ET „Boycho Videnov - Elbokada 2000”

s. Stefanovo

obsht. Radomir

83

1712017

„Diva 02” OOD

gr. Isperih

ul. „An.Kanchev”

84

1712019

ET „Ivaylo-Milena Stancheva”

gr. Isperih

Parvi stopanski dvor

85

1712037

ET „Ali Isliamov”

s. Yasenovets

86

1712043

„Maxima milk” OOD

s. Samuil

87

1812005

„DAV — Viktor Simonov” EOOD

gr. Vetovo

ul. „Han Kubrat” 52

88

2012010

„Saray” OOD

s. Mokren

89

2012032

„Kiveks” OOD

s.Kovachite

90

2012036

„Minchevi” OOD

s. Korten

91

2212009

„Serdika -94” OOD

gr. Sofia

kv. Zheleznitza

92

2212023

„EL BI BULGARIKUM” EAD

gr. Sofia

ul. „Malashevska” 12 A

93

2312028

ET „Sisi Lyubomir Semkov”

s. Anton

94

2312033

„Balkan spetsial” OOD

s. Gorna Malina

95

2312039

EOOD „Laktoni”

s. Ravno pole,

obl. Sofiyska

96

2412040

„Inikom” OOD

gr. Galabovo

ul. „G.S.Rakovski” 11

97

2512011

ET „Sevi 2000- Sevie Ibryamova”

s. Krepcha

obsht. Opaka

98

2612015

ET „Detelina 39”

s. Brod

99

2812002

„Arachievi” OOD

s. Kirilovo,

obl. Yambolska

100

BG 1612021

ET „Deni-Denislav Dimitrov-Ilias Islamov”

s. Briagovo

obsht. Gulyantsi

101

BG 2012019

„Hemus-Milk komers” OOD

gr. Sliven

Promishlena zona Zapad

102

2012008

„Raftis” EOOD

s. Byala

103

2112023

ET „Iliyan Isakov”

s. Trigrad

obsht. Devin

104

2312020

„MAH 2003” EOOD

gr. Etropole

bul. „Al. Stamboliyski” 21

105

2712005

„Nadezhda” OOD

s. Kliment”


29.10.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 283/34


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 27 oktober 2010

tot wijziging van Beschikking 2009/852/EG wat betreft de lijst van bepaalde melkverwerkingsinrichtingen in Roemenië waarvoor bepaalde overgangsmaatregelen gelden

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 7258)

(Voor de EER relevante tekst)

(2010/654/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (1), en met name artikel 12, tweede alinea,

Gezien Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (2), en met name artikel 9,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens Beschikking 2009/852/EG van de Commissie (3) zijn de structurele voorschriften van Verordening (EG) nr. 852/2004, bijlage II, hoofdstuk II, en van Verordening (EG) nr. 853/2004, bijlage III, sectie I, hoofdstukken II en III, sectie II, hoofdstukken II en III, en sectie V, hoofdstuk I, tot en met 31 december 2011 niet van toepassing op de in bijlage I bij die beschikking opgenomen melkverwerkingsinrichtingen in Roemenië.

(2)

In juli 2010 hebben de Roemeense autoriteiten de Commissie officieel meegedeeld dat sinds de inwerkingtreding van Beschikking 2009/852/EG vijf inrichtingen in bijlage I bij die beschikking zijn gesloten en één inrichting is erkend; één inrichting in bijlage II bij die beschikking melk die wel en melk die niet aan de voorschriften voldoet, niet langer in afzonderlijke productielijnen verwerkt en naar bijlage III bij die beschikking moet worden overgeheveld; vijf inrichtingen in bijlage III bij die beschikking voor handel binnen de Europese Unie zijn erkend, één inrichting is toegevoegd en één inrichting is gesloten.

(3)

In het licht van de aanhoudende structurele verbeteringen moeten de in de bijlagen I, II en III bij Beschikking 2009/852/EG opgenomen lijsten van inrichtingen dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de bijlagen I, II en III bij Beschikking 2009/852/EG opgenomen lijsten van melkverwerkingsinrichtingen in Roemenië („de inrichtingen”) worden vervangen door de lijsten van inrichtingen in de bijlagen I, II en III bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 27 oktober 2010.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1.

(2)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55.

(3)  PB L 312 van 27.11.2009, blz. 59.


BIJLAGE I

„BIJLAGE I

LIJST VAN INRICHTINGEN ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, VAN BESCHIKKING 2009/852/EG

Nr.

Veterinair nr.

Naam van de inrichting

Stad/straat of dorp/regio

1

AB 641

SC Biomilk SRL

Lopadea Nouă, județul Alba, 517395

2

AB 1256

SC Binal Mob SRL

Râmetea, județul Alba, 517610

3

AB 3386

SC Lactate C.H. SRL

Sânmiclăuș, județul Alba, 517761

4

AR 563

SC Silmar Prod SRL

Sântana, județul Arad, 317280

5

AG 11

SC Agrolact Cosesti

Cosești, județul Argeș, 115202

6

BC 2519

SC Marlact SRL

Buhoci, județul Bacău, 607085

7

BH 4020

SC Moisi Serv Com SRL

Borșa, nr. 8, județul Bihor, 417431

8

BN 2120

SC Eliezer SRL

Lunca Ilvei, județul Bistrița-Năsăud, 427125

9

BN 2192

SC Simcodrin Com SRL

Budești-Fânațe, județul Bistrița-Năsăud, 427021

10

BN 2399

SC Carmo-Lact Prod SRL

Monor, județul Bistrița-Năsăud, 427175

11

BN 209

SC Calatis Group Prod SRL

Bistrița, județul Bistrița-Năsăud, 427006

12

BN 2125

SC Sinelli SRL

Milaș, județul Bistrița-Năsăud, 427165

13

BT 8

SC General Suhardo SRL

Păltiniș, județul Botoșani, 717295

14

BT 11

SC Portas Com SRL

Vlăsinești, județul Botoșani, 717465

15

BT 109

SC Lacto Mac SRL

Bucecea, județul Botoșani, 717045

16

BT 115

SC Comintex SRL

Dărăbani, județul Botoșani, 715100

17

BT 263

SC Cosmi SRL

Săveni, județul Botoșani 715300

18

BT 50

SC Pris Com Univers SRL

Flămânzi, județul Botoșani, 717155

19

BV 8

SC Prodlacta SA Homorod

Homorod, județul Brașov, 507105

20

BV 2451

SC Prodlacta SA Fagaras

Făgăraș, județul Brașov, 505200

21

BR 36

SC Hatman SRL

Vădeni, județul Brăila, 817200

22

BR 63

SC Cas SRL

Brăila, județul Brăila, 810224

23

BZ 0098

SC Meridian Agroind

Râmnicu Sărat, județul Buzău, 125300

24

BZ 0627

SC Ianis Cos Lact SRL

C.A. Rosetti, județul Buzău, 127120

25

BZ 2012

SC Zguras Lacto SRL

Pogoanele, județul Buzău, 25200

26

CL 0044

SC Ianis Dim SRL

Lehliu Gară, județul Călărași, 915300

27

CL 0368

SC Lacto GMG SRL

Jegălia, județul Călărași, 917145

28

CJ 41

SC Kazal SRL

Dej, județul Cluj, 405200

29

CJ 7584

SC Aquasala SRL

Bobâlna, județul Cluj, 407085

30

CT 04

SC Lacto Baneasa SRL

Băneasa, județul Constanța, 907035

31

CT 15

SC Nic Costi Trade SRL

Dorobanțu, județul Constanța, 907211

32

CT 225

SC Mih Prod SRL

Cobadin, județul Constanța, 907065

33

CT 256

SC Ian Prod SRL

Târgușor, județul Constanța, 907275

34

CT 258

SC Binco Lact SRL

Săcele, județul Constanța, 907260

35

CT 311

SC Alltocs Market SRL

Pietreni, județul Constanța, 907112

36

CT 12203

SC Lacto Genimico SRL

Hârșova, județul Constanța, 905400

37

CT 30

SC Eastern European Foods SRL

Mihail Kogălniceanu, județul Constanța, 907195

38

CT 294

SC Suflaria Import Export SRL

Cheia, județul Constanța, 907277

39

L9

SC Covalact SA

Sfântu Gheorghe, județul Covasna, 520076

40

CV 2451

SC Agro Pan Star SRL

Sfântu Gheorghe, județul Covasna, 520020

41

DJ 80

SC Duvadi Prod Com SRL

Breasta, județul Dolj, 207115

42

DJ 730

SC Lactido SA

Craiova, județul Dolj, 200378

43

GL 4136

SC Galmopan SA

Galați, județul Galați, 800506

44

GR 5610

SC Lacta SA

Giurgiu, județul Giurgiu, 080556

45

GJ 231

SC Sekam Prod SRL

Novaci, județul Gorj, 215300

46

GJ 2202

SC Arte Import Export

Târgu Jiu, județul Gorj, 210112

47

HR 383

SC Lactate Harghita SA

Cristuru Secuiesc, județul Harghita, 535400

48

HR 119

SC Bomilact SRL

Mădăraș, județul Harghita, 537071

49

HR 213

SC Paulact SA

Mărtiniș, județul Harghita, 537175

50

HR 625

SC Lactis SRL

Odorheiu Secuiesc, județul Harghita, 535600

51

HD 1014

SC Sorilact SA

Râșculița, județul Hunedoara, 337012

52

IL 0750

SC Balsam Med SRL

Țăndărei, județul Ialomița, 925200

53

IL 1167

SC Sanalact SRL

Slobozia, județul Ialomița, 920002

54

IS 1540

SC Promilch SRL

Podu Iloaiei, județul Iași, 707365

55

MM 793

SC Wromsal SRL

Satulung, județul Maramureș, 437270

56

MM 6325

SC Ony SRL

Larga, județul Maramureș, 437317

57

MM 1795

SC Calitatea SRL

Tăuții Măgherăuș, județul Maramureș, 437349

58

MM 4714

SC Saturil SRL

Giulești, județul Maramureș, 437162

59

MH 1304

SC IL SA Mehedinti

Drobeta Turnu Severin, județul Mehedinți, 220167

60

MS 297

SC Rodos SRL

Fărăgău, județul Mureș, 547225

61

MS 483

SC Heliantus Prod

Reghin, județul Mureș, 545300

62

MS 532

SC Horuvio Service SRL

Lunca Sântu, județul Mureș, 547375

63

MS 2462

SC Lucamex Com SRL

Gornești, județul Mureș, 547280

64

MS 5554

SC Globivetpharm SRL

Batoș, județul Mureș, 547085

65

L12

SC Camytex Prod SRL

Târgu Neamț, județul Neamț, 615200

66

NT 900

SC Complex Agroalimentar SRL

Bicaz, județul Neamț, 615100

67

PH 212

SC Vitoro SRL

Ploiești, județul Prahova, 100537

68

SM 4189

SC Primalact SRL

Satu Mare, județul Satu Mare, 440089

69

SV 1085

SC Bucovina SA Falticeni

Fălticeni, județul Suceava, 725200

70

SV 1562

SC Bucovina SA Suceava

Suceava, județul Suceava, 720290

71

SV 1888

SC Tocar Prod SRL

Frătăuții Vechi, județul Suceava, 727255

72

SV 4909

SC Zada Prod SRL

Horodnic de Jos, județul Suceava, 727301

73

SV 6159

SC Ecolact SRL

Milișăuți, județul Suceava, 727360

74

TR 78

SC Interagro SRL

Zimnicea, județul Teleorman, 145400

75

TR 27

SC Violact SRL

Putineiu, județul Teleorman, 147285

76

TR 81

SC Big Family SRL

Videle, județul Teleorman, 145300

77

TR 239

SC Comalact SRL

Nanov, județul Teleorman, 147215

78

TR 241

SC Investrom SRL

Sfințești, județul Teleorman, 147340

79

TL 965

SC Mineri SRL

Mineri, județul Tulcea, 827211

80

VN 231

SC Vranlact SA

Focșani, județul Vrancea, 620122

81

VN 348

SC Stercus Lacto SRL

Ciorăști, județul Vrancea, 627082

82

VN 35

SC Monaco SRL

Vrâncioaia, județul Vrancea, 627445”


BIJLAGE II

„BIJLAGE II

LIJST VAN INRICHTINGEN ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 3 VAN BESCHIKKING 2009/852/EG

Nr.

Veterinair nr.

Naam van de inrichting

Stad/straat of dorp/regio

1

L35

SC Danone PDPA Romania SRL

București, 032451”


BIJLAGE III

„BIJLAGE III

LIJST VAN INRICHTINGEN ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 VAN BESCHIKKING 2009/852/EG

Nr.

Veterinair nr.

Naam van de inrichting

Stad/straat of dorp/regio

1

L18

SC Depcoinf MBD SRL

Târgu Trotuș, județul Bacău, 607630

2

L72

SC Lactomuntean SRL

Teaca, județul Bistrița-Năsăud, 427345

3

L78

SC Romfulda Prod SRL

Beclean, județul Bistrița-Năsăud, 425100

4

L107

SC Bendear Cris Prod Com SRL

Șieu Măgheruș, județul Bistrița-Năsăud, 427295

5

L109

SC G&B Lumidan SRL

Rodna, județul Bistrița-Năsăud, 427245

6

L110

SC Lech Lacto SRL

Lechința, județul Bistrița-Năsăud, 427105

7

L3

SC Aby Impex SRL

Șendriceni, județul Botoșani, 717380

8

L4

SC Spicul 2 SRL

Dorohoi, județul Botoșani, 715200

9

L116

SC Ram SRL

Ibănești, județul Botoșani, 717215

10

L73

SC Eurocheese Productie SRL

București, 030608

11

L97

SC Terra Valahica SRL

Berca, județul Buzău, 127035

12

L129

SC Bonas Import Export SRL

Dezmir, județul Cluj, 407039

13

L84

SC Picolact Prodcom SRL

Iclod, județul Cluj, 407335

14

L122

SC Napolact SA

Cluj-Napoca, județul Cluj, 400236

15

L43

SC Lactocorv SRL

Ion Corvin, județul Constanța, 907150

16

L40

SC Betina Impex SRL

Ovidiu, județul Constanța, 905900

17

L41

SC Elda Mec SRL

Topraisar, județul Constanța, 907210

18

L87

SC Niculescu Prod SRL

Cumpăna, județul Constanța, 907105

19

L118

SC Assla Kar SRL

Medgidia, județul Constanța, 905600

20

L130

SC Muntina Prod SRL

Constanța, județul Constanța, 900735

21

L58

SC Lactate Natura SA (SC Industrializarea Laptelui SA)

Târgoviște, județul Dâmbovița, 130062

22

L82

SC Totallact Group SA

Dragodana, județul Dâmbovița, 137200

23

L91

SC Cosmilact SRL

Schela, județul Galați, 807265

24

L55

SC Gordon Prod SRL

Bisericani, județul Harghita, 535062

25

L65

SC Karpaten Milk

Suseni, județul Harghita, 537305

26

L124

SC Primulact SRL

Miercurea Ciuc, județul Harghita, 530242

27

L15

SC Teletext SRL

Slobozia, județul Ialomița, 920066

28

L99

SC Valizvi Prod Com SRL

Gârbovi, județul Ialomița, 927120

29

L47

SC Oblaza SRL

Bârsana, județul Maramureș, 437035

30

L85

SC Avi-Seb Impex SRL

Copalnic Mănăștur, județul Maramureș, 437103

31

L86

SC Zea SRL

Boiu Mare, județul Maramureș, 437060

32

L16

SC Roxar Prod Com SRL

Cernești, județul Maramureș, 437085

33

L54

SC Rodlacta SRL

Fărăgău, județul Mureș, 547225

34

L21

SC Industrializarea Laptelui Mures SA

Târgu Mureș, județul Mureș, 540390

35

L108

SC Lactex Reghin SRL

Solovăstru, județul Mureș, 547571

36

L121

SC Mirdatod Prod SRL

Ibănești, județul Mureș, 547325

37

L96

SC Prod A.B.C. Company SRL

Grumăzești, județul Neamț, 617235

38

L101

SC 1 Decembrie SRL

Târgu Neamț, județul Neamț, 615235

39

L106

SC Rapanu SR. COM SRL

Petricani, județul Neamț, 617315

40

L6

SC Lacta Han Prod SRL

Urecheni, județul Neamt, 617490

41

L123

SC ProCom Pascal SRL

Păstrăveni, județul Neamț, 617300

42

L63

SC Zoe Gab SRL

Fulga, județul Prahova, 107260

43

L100

SC Alto Impex SRL

Provița de Jos, județul Prahova, 107477

44

L53

SC Friesland Romania SA

Carei, județul Satu Mare, 445100

45

L93

SC Agrostar Company Lyc SRL

Ciuperceni, județul Satu Mare, 447067

46

L88

SC Agromec Crasna SA

Crasna, județul Sălaj, 457085

47

L89

SC Ovinex SRL

Sărmășag, județul Sălaj, 457330

48

L71

SC Lacto Sibiana SA

Șura Mică, județul Sibiu, 557270

49

L5

SC Niro Serv Com SRL

Gura Humorului, județul Suceava, 725300

50

L36

SC Prolact Prod Com SRL

Vicovu de Sus, județul Suceava, 727610

51

L83

SC Balaceana Prod SRL

Bălăceana, județul Suceava, 727125

52

L128

SC Tudia SRL

Grămești, județul Suceava, 727285

53

L68

SC Aida SRL

Gălănești, județul Suceava, 727280

54

L80

SC Industrial Marian SRL

Drănceni, județul Vaslui, 737220

55

L 136

SC Campaei Prest SRL

Hidișeul de Sus, județul Bihor, 417277

56

L135

SC Multilact SRL

Baia Mare, județul Maramureș, 430015

57

L81

SC Raraul SA

Câmpulung Moldovenesc, județul Suceava, 727100

58

L146

SC Napolact SA

Țaga, județul Cluj, 407565”


Rectificaties

29.10.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 283/40


Rectificatie van Besluit 2010/651/EU van de Commissie van 26 oktober 2010 tot wijziging van Besluit 2010/89/EU wat betreft de lijst van bepaalde inrichtingen voor vlees, visserijproducten en eiproducten, en koelhuizen in Roemenië waarvoor overgangsmaatregelen betreffende de toepassing van bepaalde structurele voorschriften gelden

( Publicatieblad van de Europese Unie L 282 van 28 oktober 2010 )

Bladzijde 43, na bijlage I wordt de volgende bijlage II ingevoegd:

„BIJLAGE II

„BIJLAGE II

LIJST VAN VISSERIJPRODUCTINRICHTINGEN

Nr.

Veterinair nr.

Naam van de inrichting

Stad/straat of dorp/regio

Activiteiten

VB

VVVB

1

BR 184

SC ROFISH GROUP SRL (SC TAZZ TRADE SRL) (1)

Brăila, str. Fata Portului nr. 2, jud. Brăila, 810529

X

 

2

BR 185

SC ROFISH GROUP SRL (SC TAZZ TRADE SRL) (1)

Brăila, str. Fata Portului nr. 2, jud. Brăila, 810529

X

 

3

PH1817

SC DIVERTAS S.R.L.

Comuna Fântânele nr. 578, jud. Prahova, 107240

X

X

VB

=

verwerkingsbedrijf

VVVB

=

versevisverwerkingsbedrijf”


(1)  SC. TAZZ TRADE SRL heeft zijn naam veranderd in SC. ROFISH GROUP SRL.