ISSN 1725-2598

doi:10.3000/17252598.L_2010.238.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 238

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

53e jaargang
9 september 2010


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

 

 

2010/482/EU

 

*

Besluit van de Raad van 26 juli 2010 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en IJsland en Noorwegen betreffende de toepassing van sommige bepalingen van Besluit 2008/615/JBZ van de Raad inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, en van Besluit 2008/616/JBZ van de Raad betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, met inbegrip van de bijlage

1

 

 

VERORDENINGEN

 

 

Verordening (EU) nr. 793/2010 van de Commissie van 8 september 2010 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

3

 

 

Verordening (EU) nr. 794/2010 van de Commissie van 8 september 2010 tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 877/2009 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten uit de sector suiker voor het verkoopseizoen 2009/10

5

 

 

RICHTLIJNEN

 

*

Richtlijn 2010/62/EU van de Commissie van 8 september 2010 tot wijziging, met het oog op de aanpassing van hun technische bepalingen, van de Richtlijnen 80/720/EEG en 86/297/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2003/37/EG, 2009/60/EG en 2009/144/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van landbouw- of bosbouwtrekkers ( 1 )

7

 

 

BESLUITEN

 

 

2010/483/EU

 

*

Besluit van de Europese Centrale Bank van 27 juli 2010 tot wijziging van Besluit ECB/2007/5 tot vaststelling van de regels inzake aanbesteding (ECB/2010/8)

14

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

9.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 238/1


BESLUIT VAN DE RAAD

van 26 juli 2010

betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en IJsland en Noorwegen betreffende de toepassing van sommige bepalingen van Besluit 2008/615/JBZ van de Raad inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, en van Besluit 2008/616/JBZ van de Raad betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, met inbegrip van de bijlage

(2010/482/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 82, lid 1, onder d), en artikel 87, lid 2, onder a), in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a),

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 24 oktober 2008 machtigde de Raad het voorzitterschap, bijgestaan door de Commissie, om onderhandelingen te openen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en IJsland en Noorwegen betreffende de toepassing van sommige bepalingen van Besluit 2008/615/JBZ van de Raad inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, en van Besluit 2008/616/JBZ van de Raad betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, met inbegrip van de bijlage („de overeenkomst”).

(2)

Overeenkomstig Besluit 2009/1023/JBZ van de Raad van 21 september 2009 (1), werd de overeenkomst, onder voorbehoud van de sluiting, op 30 november 2009 ondertekend.

(3)

Overeenkomstig artikel 8 van de overeenkomst worden sommige bepalingen ervan voorlopig toegepast vanaf de datum van de ondertekening.

(4)

De overeenkomst is nog niet gesloten. Ingevolge de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 worden de door de Unie voor de sluiting van de overeenkomst toe te passen procedures beheerst door artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

(5)

De overeenkomst moet worden goedgekeurd.

(6)

Overeenkomstig artikel 3 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gehechte Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, hebben deze lidstaten kennis gegeven van hun wens deel te nemen aan de vaststelling en toepassing van dit besluit.

(7)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gehechte Protocol betreffende de positie van Denemarken, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van dit besluit, en derhalve is het niet bindend voor, noch van toepassing in Denemarken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Unie en IJsland en Noorwegen betreffende de toepassing van sommige bepalingen van Besluit 2008/615/JBZ van de Raad inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, en van Besluit 2008/616/JBZ van de Raad betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, met inbegrip van de bijlage (2) („de overeenkomst”), wordt hierbij goedgekeurd namens de Unie.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt hierbij gemachtigd de persoon/personen aan te wijzen die gemachtigd is/zijn om namens de Europese Unie de in artikel 8, lid 1, van de overeenkomst genoemde kennisgeving te doen, teneinde de Unie te binden (3).

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 26 juli 2010.

Voor de Raad

De voorzitter

S. VANACKERE


(1)  PB L 353 van 31.12.2009, blz. 1.

(2)  PB L 353 van 31.12.2009, blz. 3.

(3)  De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst wordt door het secretariaat-generaal van de Raad bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.


VERORDENINGEN

9.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 238/3


VERORDENING (EU) Nr. 793/2010 VAN DE COMMISSIE

van 8 september 2010

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 9 september 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 september 2010.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MK

48,2

XS

50,2

ZZ

49,2

0707 00 05

MK

41,0

TR

154,7

ZZ

97,9

0709 90 70

TR

114,7

ZZ

114,7

0805 50 10

AR

143,3

BR

122,7

CL

134,8

IL

141,4

TR

150,9

UY

77,2

ZA

120,6

ZZ

127,3

0806 10 10

EG

160,9

TR

107,8

US

179,8

ZA

152,0

ZZ

150,1

0808 10 80

AR

109,7

BR

67,1

CL

98,7

CN

57,6

NZ

104,5

US

86,6

ZA

85,0

ZZ

87,0

0808 20 50

AR

80,1

CL

150,5

TR

128,9

ZA

80,0

ZZ

109,9

0809 30

AR

55,2

TR

162,3

ZZ

108,8

0809 40 05

BA

52,6

IL

164,0

XS

52,3

ZZ

89,6


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


9.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 238/5


VERORDENING (EU) Nr. 794/2010 VAN DE COMMISSIE

van 8 september 2010

tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 877/2009 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten uit de sector suiker voor het verkoopseizoen 2009/10

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (2), en met name op artikel 36, lid 2, tweede alinea, tweede zin,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2009/10 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 877/2009 van de Commissie (3). Deze prijzen en rechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 789/2010 van de Commissie (4).

(2)

Naar aanleiding van de gegevens waarover de Commissie momenteel beschikt, dienen deze bedragen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 951/2006 te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 951/2006 voor het verkoopseizoen 2009/10 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 36 van Verordening (EG) nr. 877/2009 bedoelde producten worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 9 september 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 september 2010.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24.

(3)  PB L 253 van 25.9.2009, blz. 3.

(4)  PB L 236 van 7.9.2010, blz. 3.


BIJLAGE

Gewijzigde bedragen van de representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en producten van GN-code 1702 90 95 die gelden met ingang van 9 september 2010

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg netto van het betrokken product

Aanvullend recht per 100 kg netto van het betrokken product

1701 11 10 (1)

49,36

0,00

1701 11 90 (1)

49,36

0,10

1701 12 10 (1)

49,36

0,00

1701 12 90 (1)

49,36

0,00

1701 91 00 (2)

47,61

3,19

1701 99 10 (2)

47,61

0,05

1701 99 90 (2)

47,61

0,05

1702 90 95 (3)

0,48

0,23


(1)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt III, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(2)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt II, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(3)  Vaststelling per procent sacharose.


RICHTLIJNEN

9.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 238/7


RICHTLIJN 2010/62/EU VAN DE COMMISSIE

van 8 september 2010

tot wijziging, met het oog op de aanpassing van hun technische bepalingen, van de Richtlijnen 80/720/EEG en 86/297/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2003/37/EG, 2009/60/EG en 2009/144/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van landbouw- of bosbouwtrekkers

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2003/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de typegoedkeuring van landbouw- of bosbouwtrekkers en aanhangwagens, verwisselbare getrokken machines, systemen, onderdelen en technische eenheden daarvan en tot intrekking van Richtlijn 74/150/EEG van de Raad (1), en met name artikel 19, lid 1, onder a) en b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De technische vooruitgang maakt het mogelijk, de typegoedkeuring van gehele voertuigen voor trekkers van categorie T4.3 (trekkers met geringe hoogte boven het wegdek), zoals gedefinieerd in Richtlijn 2003/37/EG te voltooien. Richtlijn 80/720/EEG van de Raad van 24 juni 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake de bedieningsruimte, de toegankelijkheid van de cabine alsmede deuren en ramen van landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen (2), Richtlijn 2003/37/EG, Richtlijn 2009/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de door de constructie bepaalde maximumsnelheid en de laadplatforms van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (3) en Richtlijn 2009/144/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 betreffende bepaalde onderdelen en kenmerken van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (4) moeten daarom worden gewijzigd om de specifieke eigenschappen van trekkers met geringe hoogte boven het wegdek in aanmerking te nemen.

(2)

Om vooruitgang te boeken bij de voltooiing van de interne markt en de arbeidsveiligheid te verhogen, moeten in Richtlijn 86/297/EEG van de Raad van 26 mei 1986 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake aftakassen en de beveiliging daarvan bij land- en bosbouwtrekkers op wielen (5) voorschriften inzake aftakassen aan de voorzijde worden opgenomen voor alle trekkercategorieën die onder Richtlijn 2003/37/EG vallen.

(3)

De voorschriften inzake de vrije zones en afmetingen van de afschermkap van de aftakas in Richtlijn 86/297/EEG moeten worden gewijzigd, om tot wereldwijde harmonisatie van die vrije zones en afmetingen te komen en daarmee tot versterking van het mondiale concurrentievermogen van de fabrikanten van de Unie.

(4)

ISO 500-1:2004, samen met het technische corrigendum 1:2005, ISO 500-2:2004 en ISO 8759-1:1998 bevatten algemeen erkende voorschriften inzake de aftakassen van alle trekkers die onder Richtlijn 2003/37/EG vallen. Het is daarom wenselijk in Richtlijn 86/297/EEG naar die ISO-normen te verwijzen.

(5)

Richtlijn 2003/37/EG moet worden gewijzigd in verband met de toepassing van Richtlijn 86/297/EEG op trekkers van categorie T5. Richtlijn 2003/37/EG moet ook worden gewijzigd in verband met de toepassing van de Richtlijnen 2009/60/EG en 80/720/EEG op trekkers van categorie T4.3.

(6)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het in artikel 20, lid 1, van Richtlijn 2003/37/EG ingestelde Comité,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 80/720/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1 komt als volgt te luiden:

„Artikel 1

1.   Voor de toepassing van deze richtlijn wordt onder „trekker” verstaan een trekker, zoals gedefinieerd in artikel 2, onder j), van Richtlijn 2003/37/EG van het Europees Parlement en de Raad (6).

Voor de toepassing van deze richtlijn gelden de trekkercategorieën die zijn gedefinieerd in bijlage II bij Richtlijn 2003/37/EG.

2.   Deze richtlijn is van toepassing op trekkers van de categorieën T1, T3, en T4, zoals gedefinieerd in bijlage II bij Richtlijn 2006/37/EG.

Deze richtlijn is niet van toepassing op trekkers van de categorie T4.3 wanneer het referentiepunt van de bestuurderzitplaats, zoals gedefinieerd in bijlage II bij Richtlijn 2009/144/EG van het Europees Parlement en de Raad (7), zich meer dan 100 mm van het middenlangsvlak van de trekker bevindt.

2)

Bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij de onderhavige richtlijn.

Artikel 2

Richtlijn 86/297/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1)

De titel komt als volgt te luiden:

2)

Artikel 1 komt als volgt te luiden:

„Artikel 1

1.   Voor de toepassing van deze richtlijn wordt onder „trekker” verstaan een trekker, zoals gedefinieerd in artikel 2, onder j), van Richtlijn 2003/37/EG van het Europees Parlement en de Raad (8).

2.   Voor de toepassing van deze richtlijn gelden de trekkercategorieën die zijn gedefinieerd in bijlage II bij Richtlijn 2003/37/EG.

3)

Bijlagen I en II worden vervangen door de tekst in bijlage II bij de onderhavige richtlijn.

Artikel 3

Bijlage II bij Richtlijn 2003/37/EG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij de onderhavige richtlijn.

Artikel 4

Richtlijn 2009/60/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1 komt als volgt te luiden:

„Artikel 1

1.   Voor de toepassing van deze richtlijn wordt onder „trekker” verstaan een trekker, zoals gedefinieerd in artikel 2, onder j), van Richtlijn 2003/37/EG.

2.   Voor de toepassing van deze richtlijn gelden de trekkercategorieën die zijn gedefinieerd in bijlage II bij Richtlijn 2003/37/EG.

3.   Deze richtlijn is slechts van toepassing op trekkers die zijn uitgerust met luchtbanden, met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van ten hoogste 40 km/h.”.

2)

Bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage IV bij de onderhavige richtlijn.

Artikel 5

Richtlijn 2009/144/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1 komt als volgt te luiden:

„Artikel 1

1.   Voor de toepassing van deze richtlijn wordt onder „trekker” verstaan een trekker, zoals gedefinieerd in artikel 2, onder j), van Richtlijn 2003/37/EG.

2.   Voor de toepassing van deze richtlijn gelden de trekkercategorieën die zijn gedefinieerd in bijlage II bij Richtlijn 2003/37/EG.

3.   Deze richtlijn is van toepassing op de trekkercategorieën T1, T2, T3 en T4.”.

2)

Bijlage II wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage V bij de onderhavige richtlijn.

Artikel 6

1.   Voor de trekkercategorieën T1, T2 en T3, zoals gedefinieerd in bijlage II bij Richtlijn 2003/37/EG, passen de lidstaten de in artikel 7, lid 1, van de onderhavige richtlijn bedoelde bepalingen voor nieuwe voertuigtypen toe vanaf 29 september 2011 en voor nieuwe voertuigen vanaf 29 september 2012.

2.   Voor trekkers van categorie T4.3, zoals gedefinieerd in bijlage II bij Richtlijn 2003/37/EG, passen de lidstaten de in artikel 7, lid 1, van de onderhavige richtlijn bedoelde bepalingen voor nieuwe voertuigtypen toe vanaf 29 september 2013 en voor nieuwe voertuigen vanaf 29 september 2016.

3.   Voor de voertuigcategorieën T4.1, T4.2, T5, C, R en S, zoals gedefinieerd in bijlage II bij Richtlijn 2003/37/EG, passen de lidstaten de in artikel 7, lid 1, van de onderhavige richtlijn bedoelde bepalingen voor nieuwe voertuigtypen en voor nieuwe voertuigen toe vanaf de in artikel 23, lid 2, van Richtlijn 2003/37/EG bedoelde data.

Artikel 7

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 29 september 2011 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 8

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 9

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 8 september 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 171 van 9.7.2003, blz. 1.

(2)  PB L 194 van 28.7.1980, blz. 1.

(3)  PB L 198 van 30.7.2009, blz. 15.

(4)  PB L 27 van 30.1.2010, blz. 33.

(5)  PB L 186 van 8.7.1986, blz. 19.

(6)  PB L 171 van 9.7.2003, blz. 1.

(7)  PB L 27 van 30.1.2010, blz. 33.”.

(8)  PB L 171 van 9.7.2003, blz. 1.”.


BIJLAGE I

In bijlage I bij Richtlijn 80/720/EEG komt punt I.2. als volgt te luiden:

„I.2.

Voor alle trekkers, met uitzondering van smalspoortrekkers met een spoorbreedte van ≤ 1 150 mm en trekkers die vallen onder categorie T4.3, moet de bedieningsruimte over een hoogte van 400 tot 900 mm boven het referentiepunt en over een lengte van 450 mm vóór dit punt ten minste 900 mm breed zijn (zie figuren 1 en 3).

Voor trekkers van categorie T4.3 moet de bedieningsruimte over een lengte van 450 mm vóór het referentiepunt op een hoogte van 400 mm boven het referentiepunt een totale breedte van tenminste 700 mm hebben en op een hoogte van 900 mm boven het referentiepunt een totale breedte van ten minste 600 mm.”.


BIJLAGE II

BIJLAGE I

Algemene bepalingen en voorschriften voor aftakassen

1.   Definitie en toepassingsgebied

1.1.   Onder „aftakas” wordt verstaan een externe stang van de trekker, bedoeld om rotatie-energie aan werktuigen te leveren.

1.2.   De bepalingen van deze richtlijn zijn uitsluitend van toepassing op aftakassen zoals gedefinieerd in punt 1.1 die zich aan de voor- of achterzijde van de trekker bevinden.

2.   Aanvraag van EG-typegoedkeuring

2.1.   De aanvraag van typegoedkeuring van een trekkertype met betrekking tot de aftakas en de beveiliging daarvan moet worden ingediend door de trekkerfabrikant of zijn gemachtigde met behulp van het inlichtingenformulier, waarvan het model is opgenomen in bijlage II, deel I.

2.2.   De aanvraag moet vergezeld gaan van tekeningen (in drievoud), op een passende en voldoende gedetailleerde schaal, van de delen van de trekker waarop de voorschriften van deze richtlijn betrekking hebben.

2.3.   Een trekker die representatief is voor het type waarvoor goedkeuring is aangevraagd of die delen van de trekker die essentieel worden geacht voor de uitvoering van de door deze richtlijn voorgeschreven tests moeten aan de voor de uitvoering van de typegoedkeuringstests verantwoordelijke technische dienst ter beschikking worden gesteld.

3.   EG-typegoedkeuringsformulier

Voor iedere verleende of geweigerde goedkeuring moet een certificaat worden ingevuld dat overeenkomt met het model in bijlage II, deel 2.

4.   Algemene bepalingen

Wanneer trekkers zijn uitgerust met aftakassen, moeten deze voldoen aan de voorschriften in deze bijlage.

Voor de toepassing van deze richtlijn zijn de in de punten 4.1 en 4.2 genoemde normen van toepassing.

4.1   Bepalingen voor aftakassen aan de achterzijde

De specificaties in ISO 500-1:2004 (inclusief het technisch corrigendum 1:2005) en in ISO 500-2:2004 zijn van toepassing op trekkers met aftakassen aan de achterzijde volgens tabel 1.

Tabel 1

Toepassing van normen voor aftakassen aan de achterzijde van de verschillende trekkercategorieën

Toepasselijke norm

T1

C1

T2

C2

T3

C3

T4.1

C4.1

T4.2

C4.2

T4.3

C4.3

T5

C5

ISO 500-1:2004 (1)  (3)

X

--

X1)

X1)

X1)

X

X1)

ISO 500-2:2004 (2)

--

X

X2)

X2)

X2)

--

X2)

X

Norm van toepassing

--

Norm niet van toepassing

X1)

Norm van toepassing voor trekkers met een spoorbreedte van meer dan 1 150 mm

X2)

Norm van toepassing voor trekkers met een spoorbreedte van 1 150 mm of minder

4.2   Bepalingen voor aftakassen aan de voorzijde

De specificaties in ISO 8759-1:1998 zijn van toepassing op trekkers met aftakassen aan de voorzijde volgens tabel 2.

Tabel 2

Toepassing van normen voor aftakassen aan de voorzijde van de verschillende trekkercategorieën

Toepasselijke norm

T1

C1

T2

C2

T3

C3

T4.1

C4.1

T4.2

C4.2

T4.3

C4.3

T5

C5

ISO 8759-1:1998

X

X

X3)

X4)

X

X4)

X

X

Norm van toepassing

X3)

Norm van toepassing indien de trekker is uitgerust met aftakassen zoals gespecificeerd in deze norm

X4)

Norm van toepassing, met uitzondering van punt 4.2.

BIJLAGE II

Deel 1

INLICHTINGENFORMULIER Nr. […]

overeenkomstig bijlage I bij Richtlijn 2003/37/EG betreffende de EG-typegoedkeuring van een trekker met betrekking tot de aftakassen van trekkers

De onderstaande gegevens worden in voorkomend geval in drievoud verstrekt en gaan vergezeld van een inhoudsopgave.

Eventuele tekeningen worden op een passende schaal met voldoende details in formaat A4 verstrekt. Op eventuele foto's zijn voldoende details te zien.

0.   ALGEMEEN

0.1.

Merk(en) (door de fabrikant geregistreerd handelsmerk):

0.2.

Type (met vermelding van eventuele varianten en uitvoeringen):

0.3.

Middel tot identificatie van het type, indien op het voertuig aangebracht:

0.3.1.

Constructieplaat (plaats en bevestigingswijze):

0.4.

Voertuigcategorie (4):

0.5.

Naam en adres van de fabrikant:

0.8.

Naam en adres van de assemblagefabriek(en):

4.12.

Aftakas(sen) (toerental en verhouding met het motortoerental) (aantal, type en plaats):

4.12.1.

hoofdaftakas(sen):

4.12.2.

andere:

4.12.3.

Bescherming van de aftakas(sen) (beschrijving, afmetingen, tekeningen, foto's):

Deel 2

TYPEGOEDKEURINGSDOCUMENTEN

MODEL

(maximumformaat: A4 (210 × 297 mm))

EG-TYPEGOEDKEURINGSCERTIFICAAT

Mededeling betreffende de

typegoedkeuring (5)

uitbreiding van de typegoedkeuring (5)

weigering van de typegoedkeuring (5)

intrekking van de typegoedkeuring (5)

van een type trekker met betrekking tot Richtlijn 86/297/EEG.

Typegoedkeuringsnummer: …

Reden voor uitbreiding: …

Afdeling I

0.1.

Merk (handelsnaam van de fabrikant):

0.2.

Trekkertype:

0.3.

Middel tot identificatie van het type, indien op de trekker aangebracht (6):

0.3.1.

Plaats van dat identificatiemiddel:

0.4.

Voertuigcategorie (7):

0.5.

Naam en adres van de fabrikant:

0.8.

Naam en adres van de assemblagefabriek(en):

Afdeling II

1.

Eventuele aanvullende informatie: zie addendum.

2.

Technische dienst die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de tests:

3.

Datum van het testrapport:

4.

Nummer van het testrapport:

5.

Eventuele opmerkingen: zie addendum.

6.

Plaats:

7.

Datum:

8.

Handtekening:

9.

Bijgevoegd is de inhoudsopgave van het informatiepakket dat bij de goedkeuringsinstantie is ingediend en dat op verzoek verkrijgbaar is.


(1)  In norm ISO 500-1:2004 is de laatste zin van punt 6.2 niet van toepassing.

(2)  Voor de toepassing van deze richtlijn is deze norm ook van toepassing op trekkers met een aftakas met een vermogen van meer dan 20 kW, gemeten volgens ISO 789-1:1990.

(3)  Voor aftakassen van type 3 en indien het mogelijk is om de afmetingen van de opening van de afschermkap te verkleinen om deze aan te passen aan de te gebruiken koppelingselementen, moet de gebruikershandleiding de volgende elementen bevatten:

een waarschuwing betreffende de gevolgen en de risico's die de kleinere afmetingen van de afschermkap met zich meebrengen;

voorschriften en specifieke waarschuwingen betreffende het koppelen en ontkoppelen van de aftakassen;

instructies en specifieke waarschuwingen betreffende het gebruik van aan de aftakas aan de achterzijde gekoppelde werktuigen of machines.

(4)  Zoals gedefinieerd in bijlage II bij Richtlijn 2003/37/EG.

(5)  Doorhalen wat niet van toepassing is.

(6)  Wanneer het middel tot identificatie van het trekkertype tekens bevat die niet relevant zijn voor de beschrijving van de trekkertypen waarop dit typegoedkeuringscertificaat betrekking heeft, worden deze tekens in de documenten weergegeven door het symbool „?” (bijvoorbeeld ABC?123?).

(7)  Zoals gedefinieerd in bijlage II bij Richtlijn 2003/37/EG.


BIJLAGE III

Bijlage II bij Richtlijn 2003/37/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

In hoofdstuk B, deel I, lijst van bijzondere richtlijnen, wordt in rij 18.1, kolom T5, het teken „(X)” vervangen door „X”.

2)

In hoofdstuk B, aanhangsel 1, wordt deel II als volgt gewijzigd:

a)

in rij 2.2, kolom T4.3, wordt het teken „(X)” vervangen door „X”;

b)

in rij 17.1, kolom T4.3, wordt het teken „(X)” vervangen door „X”.


BIJLAGE IV

In bijlage I bij Richtlijn 2009/60/EG wordt in punt 2.2 de volgende alinea toegevoegd:

„Bij trekkers van categorie T4.3 bedraagt de lengte van het platform niet meer dan 2,5 maal de grootste maximale spoorbreedte (voor of achter).”.


BIJLAGE V

Bijlage II bij Richtlijn 2009/144/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Punt 2.3.2.11 komt als volgt te luiden:

„2.3.2.11.

Smalspoortrekkers en trekkers van categorie T4.3.”.

2)

Punt 2.3.2.11.1 komt als volgt te luiden:

„2.3.2.11.1.

Bij smalspoortrekkers, zoals gedefinieerd in artikel 1, tweede streepje, van Richtlijn 87/402/EEG van de Raad (1) en bij trekkers van categorie T4.3, zoals gedefinieerd in bijlage II, hoofdstuk B, aanhangsel 1, deel I, bij Richtlijn 2003/37/EG, zijn de voorschriften van punt 2.3.2.9 niet van toepassing op de zone die zich onder een 45° naar achteren hellend vlak bevindt dat dwars op de rijrichting door een punt gaat dat zich 230 mm achter het referentiepunt van de zitplaats bevindt (zie figuur 7). Wanneer in deze zone gevaarlijke delen voorkomen, moeten op de trekker desbetreffende waarschuwingen zijn aangebracht.


(1)  PB L 220 van 8.8.1987, blz. 1.”.


BESLUITEN

9.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 238/14


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 27 juli 2010

tot wijziging van Besluit ECB/2007/5 tot vaststelling van de regels inzake aanbesteding

(ECB/2010/8)

(2010/483/EU)

DE DIRECTIE VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid artikel 11.6,

Gezien Besluit ECB/2004/2 van 19 februari 2004 houdende goedkeuring van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank (1), inzonderheid artikel 19,

Overwegende:

(1)

De drempels voor openbare aanbestedingsprocedures zoals omschreven in Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (2) werden gewijzigd door de Verordening (EG) nr. 1177/2009 van de Commissie van 30 november 2009 tot wijziging van de Richtlijnen 2004/17/EG, 2004/18/EG en 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft hun toepassingsdrempels inzake de procedures voor het plaatsen van opdrachten (3). Hoewel de Europese Centrale Bank (ECB) niet onderworpen is aan Richtlijn 2004/18/EG, is zij voornemens dezelfde drempels toe te passen op haar openbare aanbestedingsprocedures.

(2)

Onderzoeks- en ontwikkelingsopdrachten inzake bankbiljettenbeveiliging vereisen specifieke veiligheidsmaatregelen en kunnen derhalve niet aanbesteed worden. Het behoeft verduidelijking dat dergelijke opdrachten onder de in artikel 6, lid 1, onder c), van Besluit ECB/2007/5 (4) vastgelegde uitzondering vallen.

(3)

Luidens een recente uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (5), is het noodzakelijk te verduidelijken dat de uitzonderingen voor samenwerkingsovereenkomsten tussen de ECB en nationale centrale banken (NCB’s), en samenwerkingsovereenkomsten tussen de ECB en andere instellingen en organen van de Unie, internationale organisaties of overheidsagentschappen, niet alleen de samenwerking ter vervulling van overheidstaken betreffen, maar tevens hulpdiensten ter vervulling van overheidstaken.

(4)

Luidens recente uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie (6), dient de termijn voor het aantekenen van bezwaren ten aanzien van de ECB-vereisten nader te worden uitgewerkt.

(5)

Omwille van transparantie, en zonder afbreuk te doen aan Besluit ECB/2004/3 van 4 maart 2004 inzake de toegang van het publiek tot documenten van de Europese Centrale Bank (7), dienen niet-succesvolle gegadigden en inschrijvers het recht te hebben op ontvangst van afschriften van alle interne documenten betreffende de beoordeling van hun aanvraag of inschrijving en, onder bepaalde omstandigheden, afschriften van documenten betreffende de beoordeling van de succesvolle inschrijving.

(6)

Het is noodzakelijk te verduidelijken dat in uitzonderlijke naar behoren gemotiveerde gevallen, opdrachtverlengingen de initiële opdrachtlooptijd te boven mogen gaan.

(7)

Besluit ECB/2007/5 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Besluit ECB/2007/5 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 1 wordt de volgende definitie toegevoegd:

„q)

„Onderzoeks- en ontwikkelingsopdrachten inzake bankbiljettenbeveiliging”: met theoretische activiteiten of praktisch experimenteren, analyse en onderzoek verband houdende onder toezicht uitgevoerde opdrachten hetzij:

ter verkrijging van nieuwe kennis en het uitvinden van nieuwe materialen of verbetering van bestaande, voor productieprocessen of apparatuur voor prepresswerkzaamheden, productie, vervoer, uitgifte, echtheidsbevinding en vernietiging van eurobankbiljetten (waaronder het prepressmateriaal van de eurobankbiljetten);

ter opstarting van de productie van nieuwe of het verbeteren van bestaande materialen, voor producten of apparatuur voor het prepresswerkzaamheden, productie, vervoer, uitgifte, echtheidsbevinding en vernietiging van eurobankbiljetten (waaronder de prepressmateriaal van de eurobankbiljetten);

Opdrachten voor het proefdrukken van eurobankbiljetten vallen niet onder onderzoeks- en ontwikkelingsopdrachten inzake bankbiljettenbeveiliging.”.

2)

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 3, onder a), wordt als volgt vervangen:

„a)

samenwerkingsovereenkomsten tussen de ECB en NCB’s ter vervulling van Eurosysteem-/ESCB-overheidstaken;”,

b)

lid 3, onder c), wordt als volgt vervangen:

„c)

samenwerkingsovereenkomsten tussen de ECB en andere instellingen en organen van de Unie, internationale organisaties of overheidsagentschappen ter vervulling van overheidstaken;”.

3)

Artikel 4, lid 3, wordt als volgt vervangen:

„3.   De volgende drempelbedragen zijn van toepassing:

a)

193 000 EUR voor opdrachten voor leveringen en diensten;

b)

4 845 000 EUR voor opdrachten voor werken.”.

4)

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1, onder c), wordt als volgt vervangen:

„c)

wanneer de ECB de opdracht als geheim heeft geclassificeerd of wanneer de uitvoering van de opdracht gepaard moet gaan met speciale veiligheidsmaatregelen, in overeenstemming met de regels van de ECB inzake veiligheid, of wanneer de bescherming van de wezenlijke belangen van de ECB zulks vereist; onderzoeks- en ontwikkelingsopdrachten inzake bankbiljettenbeveiliging vereisen specifieke veiligheidsmaatregelen en zijn derhalve niet onderworpen aan de in dit besluit vastgelegde vereisten.”,

b)

het volgende lid 2, onder g), wordt toegevoegd:

„g)

Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening.”.

5)

Artikel 7, lid 2, wordt als volgt vervangen:

„2.   In het geval van een opdracht met een vaste looptijd kan de looptijd onder de volgende voorwaarden worden verlengd:

a)

de aankondiging van opdracht of, in het geval van een procedure op grond van hoofdstuk III, het verzoek om een voorstel voorzag in de mogelijkheid van verlenging, en

b)

de mogelijke verlengingen worden naar behoren gemotiveerd;

c)

met de mogelijke verlengingen werd rekening gehouden bij de vaststelling van de toepasselijke procedure overeenkomstig artikel 4.

Het totaal van alle verlengingen overschrijdt normaliter de looptijd van de oorspronkelijke opdracht niet, behalve in naar behoren gemotiveerde gevallen.”.

6)

Artikel 21, lid 2, wordt als volgt vervangen:

„2.   Indien gegadigden of inschrijvers van mening zijn dat de vereisten van de ECB zoals uiteengezet in de aankondiging van opdracht, de uitnodiging tot inschrijving of aanvullende documenten onvolledig, inconsistent of onwettig zijn, of dat de ECB of een andere gegadigde/inschrijver de geldende aanbestedingsvoorschriften geschonden hebben, stellen zij de ECB binnen vijftien dagen in kennis van hun bezwaren. Indien de onregelmatigheden de uitnodiging tot inschrijving dan wel andere door de ECB verzonden documenten betreffen, dan begint de termijn na ontvangst van de documentatie te lopen. In overige gevallen begint de termijn te lopen vanaf het ogenblik dat gegadigden of inschrijvers van de onregelmatigheid kennisnemen of daarvan redelijkerwijze kennis konden nemen. De ECB kan vervolgens zoals verzocht, hetzij de vereisten corrigeren of aanvullen, dan wel de onregelmatigheid verhelpen, hetzij het verzoek gemotiveerd afwijzen. Bezwaren die niet binnen vijftien dagen aan de ECB worden meegedeeld, kunnen later niet worden opgeworpen.”.

7)

Artikel 28, lid 3, wordt als volgt vervangen:

„3.   Binnen 15 dagen na ontvangst van de kennisgeving kunnen gegadigden en inschrijvers de ECB verzoeken de redenen aan te geven voor het afwijzen van hun aanvraag of inschrijving en afschriften te verstrekken van documenten betreffende de beoordeling van hun aanvraag of inschrijving. Niet-succesvolle inschrijvers wier inschrijving aan de eisen beantwoordde, kunnen ook om de naam van de succesvolle inschrijver vragen, alsook om de hoofdkenmerken en relatieve voordelen van diens aanbieding. Zij kunnen tevens afschriften verlangen van alle documenten betreffende de beoordeling van de succesvolle inschrijving, zulks behoudens lid 4.”.

8)

Artikel 30, lid 2, wordt als volgt vervangen:

„2.   Binnen vijftien dagen na ontvangst van de kennisgeving kunnen de inschrijvers de ECB verzoeken, de redenen voor het afwijzen van hun inschrijving aan te geven en afschriften te verstrekken van alle documenten betreffende de beoordeling van hun inschrijving.”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

1.   Dit besluit treedt op 1 oktober 2010 in werking.

2.   Aanbestedingsprocedures die waren aangevangen voordat dit besluit in werking trad, worden afgerond in overeenstemming met de bepalingen van Besluit ECB/2007/5 die op de startdatum van de aanbestedingsprocedure van kracht waren. Voor de toepassing van deze bepaling wordt een aanbestedingsprocedure geacht te zijn aangevangen op de datum waarop de aankondiging van opdracht naar het Publicatieblad van de Europese Unie is gestuurd of, in gevallen waarin een dergelijke aankondiging niet is vereist, op de datum waarop de ECB één of meerdere leveranciers heeft uitgenodigd een inschrijving in te dienen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 27 juli 2010.

De president van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  PB L 80 van 18.3.2004, blz. 33.

(2)  PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114.

(3)  PB L 314 van 1.12.2009, blz. 64.

(4)  PB L 184 van 14.7.2007, blz. 34.

(5)  Zaak C-480/06 Commissie v. Duitsland [2009] ECR I-4747.

(6)  Zaak C-406/08 Uniplex (UK) v. NHS Business Services Authority [2010] ECR I-0000 en C-456/08 Commissie v. Ierland [2010] ECR I-0000.

(7)  PB L 80 van 18.3.2004, blz. 42.