ISSN 1725-2598

doi:10.3000/17252598.L_2010.226.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 226

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

53e jaargang
28 augustus 2010


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) nr. 765/2001 van de Commissie van 25 augustus 2010 tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van chloorthalonil, clothianidin, difenoconazool, fenhexamide, flubendiamide, nicotine, spirotetramat, thiacloprid en thiamethoxam in of op bepaalde producten ( 1 )

1

 

 

Verordening (EU) nr. 766/2010 van de Commissie van 27 augustus 2010 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

38

 

 

Verordening (EU) nr. 767/2010 van de Commissie van 27 augustus 2010 tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 877/2009 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten uit de sector suiker voor het verkoopseizoen 2009/10

40

 

 

BESLUITEN

 

 

2010/467/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 17 augustus 2010 tot wijziging van Beschikking 2007/365/EG wat betreft de gevoelige planten en de te nemen maatregelen wanneer Rhynchophorus ferrugineus (Olivier) wordt aangetroffen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 5640)

42

 

 

2010/468/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 27 augustus 2010 betreffende het tijdelijk in de handel brengen van rassen van Avena strigosa Schreb. die niet zijn opgenomen in de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen of in de nationale rassenlijsten van de lidstaten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 5835)  ( 1 )

46

 

 

2010/469/EU

 

*

Besluit van de Europese Centrale Bank van 19 augustus 2010 inzake niet-naleving van statistische rapportagevereisten (ECB/2010/10)

48

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

28.8.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 226/1


VERORDENING (EU) Nr. 765/2001 VAN DE COMMISSIE

van 25 augustus 2010

tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van chloorthalonil, clothianidin, difenoconazool, fenhexamide, flubendiamide, nicotine, spirotetramat, thiacloprid en thiamethoxam in of op bepaalde producten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (1), en met name op artikel 14, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Voor chloorthalonil, fenhexamide en thiacloprid zijn maximumresidugehalten (MRL's) vastgesteld in bijlage II en deel B van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 396/2005. Voor clothianidin, difenoconazool, flubendiamide, spirotetramat en thiamethoxam zijn MRL's vastgesteld in deel A van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 396/2005. Tot nu toe zijn voor nicotine zijn geen specifieke MRL's vastgesteld en de stof is niet opgenomen in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 396/2005.

(2)

In de context van een procedure, overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (2), voor de toelating van een gewasbeschermingsmiddel dat de werkzame stof difenoconazool bevat, voor gebruik op koolrapen en rapen is uit hoofde van artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een aanvraag tot wijziging van de bestaande MRL's ingediend.

(3)

Met betrekking tot chloorthalonil is een dergelijke aanvraag ingediend voor gebruik op gerst. Met het oog op die aanvraag moeten MRL's voor vlees, vet, lever, nieren en melk van runderen, schapen en geiten worden vastgesteld, aangezien graangewassen als diervoeder worden gebruikt en residuen op voeder voor deze dieren kunnen terechtkomen. Met betrekking tot fenhexamide is een dergelijke aanvraag ingediend voor gebruik op sla. Met betrekking tot flubendiamide is een dergelijke aanvraag ingediend voor gebruik op aubergines, Cucurbitaceae en bonen met peul. Met betrekking tot spirotetramat is een dergelijke aanvraag ingediend voor gebruik op uien. Met betrekking tot thiacloprid is een dergelijke aanvraag ingediend voor gebruik op aardbeien, terwijl ook een Codex-MRL voor die combinatie bestaat. Met betrekking tot thiamethoxam is een dergelijke aanvraag ingediend voor wortelen. Met het oog op de door het gebruik van thiamethoxam veroorzaakte residuen van clothianidin is het ook nodig dat de MRL voor clothianidin op wortelen wordt gewijzigd.

(4)

Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 396/2005 hebben de betrokken lidstaten deze aanvragen geëvalueerd en zijn de evaluatieverslagen bij de Commissie ingediend.

(5)

Met betrekking tot nicotine in wilde fungi heeft de Commissie van de lidstaten en exploitanten van bedrijven informatie ontvangen waaruit blijkt dat de aanwezigheid van nicotine in wilde fungi leidt tot hogere residuen dan de standaard-MRL van 0,01 mg/kg, als vastgesteld in die verordening.

(6)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft de aanvragen en de evaluatieverslagen beoordeeld, waarbij zij bijzondere aandacht heeft besteed aan de risico's voor de consument en, indien relevant, voor dieren en zij heeft met redenen omklede adviezen over de voorgestelde MRL's uitgebracht (3). Voor nicotine heeft de Commissie de EFSA verzocht een advies uit te brengen over de risico's voor de volksgezondheid van nicotineresiduen in paddenstoelen. Gezien de urgentie heeft de EFSA in plaats van een met redenen omkleed advies een „verklaring” afgegeven waarin wordt verwezen naar verscheidene nog bestaande onzekerheden (4). Zij heeft deze adviezen en die verklaring naar de Commissie en de lidstaten gestuurd en bekendgemaakt.

(7)

De EFSA heeft in haar met redenen omklede adviezen geconcludeerd dat aan alle vereisten met betrekking tot de gegevens was voldaan en dat de door de aanvragers gevraagde wijzigingen van de MRL's op grond van een consumentenblootstellingsbeoordeling voor 27 specifieke Europese consumentengroepen uit het oogpunt van de consumentenveiligheid aanvaardbaar waren. Zij heeft rekening gehouden met de meest recente informatie over de toxicologische eigenschappen van de stoffen. Noch uit de gegevens over de levenslange blootstelling aan deze stoffen via de consumptie van alle levensmiddelen die deze stoffen kunnen bevatten, noch uit de gegevens over de blootstelling op korte termijn door extreme consumptie van de desbetreffende gewassen is gebleken dat er een risico bestaat dat de aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) of de acute referentiedosis (ARfD) wordt overschreden.

(8)

Wat nicotine op wilde fungi betreft, wijst de EFSA erop dat voor haar verklaring nog een aantal onzekerheden en beperkingen geldt. Naast die verklaring zijn in 2009 monitoringgegevens verzameld om de aanwezigheid van deze stof in wilde paddenstoelen te onderzoeken. Uit die gegevens, die door de lidstaten, exploitanten van levensmiddelenbedrijven en de Chinese regering zijn verstrekt, is gebleken dat nicotine in wilde paddenstoelen aanwezig is in gehalten die variëren afhankelijk van de bron en de soort, maar die in bijna alle monsters de standaard-MRL van 0,01 mg/kg overschrijden. Deze bevindingen leveren het bewijs van de onvermijdelijke aanwezigheid van nicotine in wilde fungi, met name eekhoorntjesbrood (Boletus edulis). Daarom moeten tijdelijke MRL's voor nicotine in wilde fungi worden vastgesteld, gebaseerd op de beschikbare monitoringgegevens en het advies van de EFSA. Die tijdelijke MRL's moeten binnen twee jaar worden herzien met het oog op de evaluatie van de nieuwe gegevens en de informatie die beschikbaar zal komen, inclusief wetenschappelijk bewijsmateriaal over het natuurlijk voorkomen of de vorming van nicotine in wilde fungi.

(9)

Op grond van de met redenen omklede adviezen en de verklaring van de EFSA en rekening houdend met de ter zake relevante factoren voldoen de wijzigingen van de MRL's aan de vereisten van artikel 14, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 396/2005.

(10)

Verordening (EG) nr. 396/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, en het Europees Parlement noch de Raad hebben zich daartegen verzet,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 augustus 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1.

(2)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(3)  De wetenschappelijke verslagen van de EFSA zijn te vinden op http://www.efsa.europa.eu:

 

Reasoned opinion of EFSA prepared by the Pesticides Unit (PRAPeR) on the modification of existing MRL for chlorothalonil in barley and several commodities of animal origin, EFSA Journal 2010; 8(3):1524.

 

Reasoned opinion of EFSA prepared by the Pesticides Unit (PRAPeR) on the modification of existing MRL for thiacloprid in strawberries, EFSA Journal 2010; 8(1):1498.

 

Reasoned opinion of EFSA prepared by the Pesticides Unit (PRAPeR) on the modification of existing MRL for clothianidin in carrots, EFSA Journal 2010; 8(2):1515.

 

Reasoned opinion of EFSA prepared by the Pesticides Unit (PRAPeR) on the modification of existing MRL for difenoconazole in swedes and turnips, EFSA Journal 2010; 8(2):1510.

 

Reasoned opinion of EFSA prepared by the Pesticides Unit (PRAPeR) on the modification of existing MRL for flubendiamide in cucurbits edible and inedible peel, aubergines and beans with pods, EFSA Journal 2010; 8(3):1527.

 

Reasoned opinion of EFSA prepared by the Pesticides Unit (PRAPeR) on the modification of existing MRL fenhexamid in various leafy crops, EFSA Journal 2010; 8(11):1455.

 

Reasoned opinion of EFSA prepared by the Pesticides Unit (PRAPeR) on the modification of existing MRL for spirotetramat in onions and the setting of new MRLs in kidney, EFSA Journal 2010; 8(2):1511.

 

Reasoned opinion of EFSA prepared by the Pesticides Unit (PRAPeR) on the modification of existing MRL for thiamethoxam in carrots, EFSA Journal 2009; 7(9):1307.

(4)  EFSA Statement. Potential risks for public health due to the presence of nicotine in wild mushrooms, EFSA Journal 2009; RN-286, 1-47.


BIJLAGE

De bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden als volgt gewijzigd:

1)

In bijlage II worden de kolommen voor chloorthalonil, fenhexamide en thiacloprid vervangen door:

Bestrijdingsmiddelenresiduen en maximumresidugehalten (mg/kg)

Code-nummer

Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarvoor de MRL's gelden (1)

Chloorthalonil (R)

Fenhexamide

Thiacloprid (F)

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

0100000

1.

FRUIT, VERS OF BEVROREN; NOTEN

 

 

 

0110000

i)

Citrusvruchten

0,01 (2)

0,05 (2)

0,02 (2)

0110010

Grapefruits

 

 

 

0110020

Sinaasappelen

 

 

 

0110030

Citroenen

 

 

 

0110040

Lemmetjes

 

 

 

0110050

Mandarijnen

 

 

 

0110990

Overige

 

 

 

0120000

ii)

Noten (al dan niet in de dop, schil of schaal)

0,01 (2)

0,05 (2)

0,02 (2)

0120010

Amandelen

 

 

 

0120020

Paranoten

 

 

 

0120030

Cashewnoten

 

 

 

0120040

Kastanjes

 

 

 

0120050

Kokosnoten

 

 

 

0120060

Hazelnoten

 

 

 

0120070

Macadamia

 

 

 

0120080

Pecannoten

 

 

 

0120090

Pijnboompitten

 

 

 

0120100

Pistaches

 

 

 

0120110

Walnoten

 

 

 

0120990

Overige

 

 

 

0130000

iii)

Pitvruchten

1

0,05 (2)

0,3

0130010

Appelen

 

 

 

0130020

Peren

 

 

 

0130030

Kweeperen

 

 

 

0130040

Mispels

 (3)

 (3)

 (3)

0130050

Loquats (Japanse mispels)

 (3)

 (3)

 (3)

0130990

Overige

 

 

 

0140000

iv)

Steenvruchten

 

 

 

0140010

Abrikozen

1

5

0,3

0140020

Kersen

0,01 (2)

5

0,3

0140030

Perziken

1

5

0,3

0140040

Pruimen

0,01 (2)

1

0,1

0140990

Overige

0,01 (2)

0,05 (2)

0,02 (2)

0150000

v)

Besvruchten en kleinfruit

 

 

 

0151000

a)

Tafel- en wijndruiven

 

5

0,02 (2)

0151010

Tafeldruiven

1

 

 

0151020

Wijndruiven

3

 

 

0152000

b)

Aardbeien

3

5

1

0153000

c)

Rubussoorten

0,01 (2)

10

 

0153010

Bramen

 

 

3

0153020

Dauwbramen

 

 

1

0153030

Frambozen

 

 

3

0153990

Overige

 

 

1

0154000

d)

Ander kleinfruit en besvruchten

 

 

1

0154010

Blauwe bessen

0,01 (2)

5

 

0154020

Veenbessen

2

5

 

0154030

Aalbessen (rood, zwart en wit)

10

5

 

0154040

Kruisbessen

10

5

 

0154050

Rozenbottels

 (3)

 (3)

 (3)

0154060

Moerbeien

 (3)

 (3)

 (3)

0154070

Azaroles (Middellandse-zeemispels)

 (3)

 (3)

 (3)

0154080

Vlierbessen

 (3)

 (3)

 (3)

0154990

Overige

0,01 (2)

5

 

0160000

vi)

Diverse vruchten

 

 

 

0161000

a)

Met eetbare schil

0,01 (2)

0,05 (2)

 

0161010

Dadels

 

 

0,02 (2)

0161020

Vijgen

 

 

0,02 (2)

0161030

Tafelolijven

 

 

4

0161040

Kumquats

 

 

0,02 (2)

0161050

Carambola′s, stervrucht

 (3)

 (3)

 (3)

0161060

Kaki′s

 (3)

 (3)

 (3)

0161070

Jambolans (djamblangs)

 (3)

 (3)

 (3)

0161990

Overige

 

 

0,02 (2)

0162000

b)

Met niet-eetbare schil, klein

0,01 (2)

 

0,02 (2)

0162010

Kiwi′s

 

10

 

0162020

Lychees

 

0,05 (2)

 

0162030

Passievruchten

 

0,05 (2)

 

0162040

Woestijnvijgen (cactusvruchten)

 (3)

 (3)

 (3)

0162050

Sterappelen

 (3)

 (3)

 (3)

0162060

Noord-Amerikaanse persimoenen

 (3)

 (3)

 (3)

0162990

Overige

 

0,05 (2)

 

0163000

c)

Met niet-eetbare schil, groot

 

0,05 (2)

 

0163010

Avocado′s

0,01 (2)

 

0,02 (2)

0163020

Bananen

0,2

 

0,02 (2)

0163030

Mango′s

0,01 (2)

 

0,02 (2)

0163040

Papaja′s

20

 

0,5

0163050

Granaatappels

0,01 (2)

 

0,02 (2)

0163060

Cherimoya′s

 (3)

 (3)

 (3)

0163070

Guaves

 (3)

 (3)

 (3)

0163080

Ananassen

0,01 (2)

 

0,02 (2)

0163090

Broodvruchten

 (3)

 (3)

 (3)

0163100

Doerians

 (3)

 (3)

 (3)

0163110

Zuurzakken (doerian blanda)

 (3)

 (3)

 (3)

0163990

Overige

0,01 (2)

 

0,02 (2)

0200000

2.

GROENTEN, VERS OF BEVROREN

 

 

 

0210000

i)

Wortel- en knolgewassen

 

0,05 (2)

 

0211000

a)

Aardappelen

0,01 (2)

 

0,02 (2)

0212000

b)

Tropische wortel- en knolgewassen

0,01 (2)

 

0,02 (2)

0212010

Cassave

 

 

 

0212020

Bataten (zoete aardappelen)

 

 

 

0212030

Yams

 

 

 

0212040

Pijlwortel

 (3)

 (3)

 (3)

0212990

Overige

 

 

 

0213000

c)

Andere wortel- en knolgewassen, behalve suikerbiet

 

 

 

0213010

Rode bieten

0,01 (2)

 

0,05

0213020

Wortelen

1

 

0,05

0213030

Knolselderij

1

 

0,1

0213040

Mierikswortel

0,01 (2)

 

0,05

0213050

Aardperen (topinamboers)

0,01 (2)

 

0,02 (2)

0213060

Pastinaken

0,01 (2)

 

0,05

0213070

Wortelpeterselie

0,01 (2)

 

0,05

0213080

Radijzen

0,01 (2)

 

0,02 (2)

0213090

Schorseneren

0,01 (2)

 

0,05

0213100

Koolrapen

0,01 (2)

 

0,02 (2)

0213110

Rapen

0,01 (2)

 

0,02 (2)

0213990

Overige

0,01 (2)

 

0,02 (2)

0220000

ii)

Bolgewassen

 

0,05 (2)

 

0220010

Knoflook

0,5

 

0,02 (2)

0220020

Uien

0,5

 

0,02 (2)

0220030

Sjalotten

0,5

 

0,02 (2)

0220040

Bosuien

10

 

0,1

0220990

Overige

0,01 (2)

 

0,02 (2)

0230000

iii)

Vruchtgroenten

 

 

 

0231000

a)

Solanaceae

2

 

 

0231010

Tomaten

 

1

0,5

0231020

Pepers (paprika′s)

 

2

1

0231030

Aubergines

 

1

0,5

0231040

Okra′s, okers

 

0,05 (2)

0,02 (2)

0231990

Overige

 

0,05 (2)

0,02 (2)

0232000

b)

Cucurbitaceae met eetbare schil

 

1

0,3

0232010

Komkommers

1

 

 

0232020

Augurken

5

 

 

0232030

Courgettes

0,01 (2)

 

 

0232990

Overige

0,01 (2)

 

 

0233000

c)

Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

1

0,05 (2)

 

0233010

Meloenen

 

 

0,2

0233020

Pompoenen

 

 

0,02 (2)

0233030

Watermeloenen

 

 

0,2

0233990

Overige

 

 

0,02 (2)

0234000

d)

Suikermaïs

0,01 (2)

0,05 (2)

0,1

0239000

e)

Andere vruchtgroenten

0,01 (2)

0,05 (2)

0,02 (2)

0240000

iv)

Koolsoorten

 

0,05 (2)

 

0241000

a)

Bloemkoolachtigen

3

 

0,1

0241010

Broccoli

 

 

 

0241020

Bloemkool

 

 

 

0241990

Overige

 

 

 

0242000

b)

Sluitkoolachtigen

 

 

 

0242010

Spruitjes

3

 

0,05

0242020

Sluitkool

3

 

0,2

0242990

Overige

0,01 (2)

 

0,02 (2)

0243000

c)

Bladkoolachtigen

0,01 (2)

 

1

0243010

Chinese kool

 

 

 

0243020

Boerenkool

 

 

 

0243990

Overige

 

 

 

0244000

d)

Koolrabi

0,01 (2)

 

0,05

0250000

v)

Bladgroenten en verse kruiden

 

 

 

0251000

a)

Slasoorten, met inbegrip van Brassicaceae

 

 

 

0251010

Veldsla

0,01 (2)

30

5

0251020

Sla

0,01 (2)

40

2

0251030

Andijvie

0,01 (2)

30

2

0251040

Tuinkers

0,01 (2)

30

2

0251050

Winterkers

 (3)

 (3)

 (3)

0251060

Raketsla, rucola

0,01 (2)

30

3

0251070

Rode amsoi

 (3)

 (3)

 (3)

0251080

Bladeren en spruiten van Brassica spp.

0,01 (2)

30

2

0251990

Overige

0,01 (2)

30

2

0252000

b)

Spinazie en dergelijke (bladgroente)

 

0,05 (2)

0,02 (2)

0252010

Spinazie

0,01 (2)

 

 

0252020

Postelein

 (3)

 (3)

 (3)

0252030

Snijbiet

0,01 (2)

 

 

0252990

Overige

0,01 (2)

 

 

0253000

c)

Wijnstokbladeren (druivenbladeren)

 (3)

 (3)

 (3)

0254000

d)

Waterkers

0,01 (2)

0,05 (2)

0,02 (2)

0255000

e)

Witlof

0,01 (2)

0,05 (2)

0,02 (2)

0256000

f)

Kruiden

5

30

5

0256010

Kervel

 

 

 

0256020

Bieslook

 

 

 

0256030

Bladselderij

 

 

 

0256040

Peterselie

 

 

 

0256050

Salie

 (3)

 (3)

 (3)

0256060

Rozemarijn

 (3)

 (3)

 (3)

0256070

Tijm

 (3)

 (3)

 (3)

0256080

Basilicum

 (3)

 (3)

 (3)

0256090

Laurierblad

 (3)

 (3)

 (3)

0256100

Dragon

 (3)

 (3)

 (3)

0256990

Overige

 

 

 

0260000

vi)

Peulgroenten (vers)

 

 

 

0260010

Bonen (met peul)

5

2

1

0260020

Bonen (zonder peul)

2

0,05 (2)

0,02 (2)

0260030

Erwten (met peul)

2

0,05 (2)

0,02 (2)

0260040

Erwten (zonder peul)

0,3

0,05 (2)

0,2

0260050

Linzen

0,01 (2)

0,05 (2)

0,02 (2)

0260990

Overige

0,01 (2)

0,05 (2)

0,02 (2)

0270000

vii)

Stengelgroenten (vers)

 

0,05 (2)

 

0270010

Asperges

0,01 (2)

 

0,02 (2)

0270020

Kardoen

0,01 (2)

 

0,02 (2)

0270030

Bleekselderij

10

 

0,5

0270040

Knolvenkel

0,01 (2)

 

0,5

0270050

Artisjokken

0,01 (2)

 

0,02 (2)

0270060

Prei

10

 

0,1

0270070

Rabarber

0,01 (2)

 

0,02 (2)

0270080

Bamboescheuten

 (3)

 (3)

 (3)

0270090

Palmharten

 (3)

 (3)

 (3)

0270990

Overige

0,01 (2)

 

0,02 (2)

0280000

viii)

Fungi

 

0,05 (2)

0,02 (2)

0280010

Gekweekt

2

 

 

0280020

Wild

0,01 (2)

 

 

0280990

Overige

0,01 (2)

 

 

0290000

ix)

Zeewier

 (3)

 (3)

 (3)

0300000

3.

PEULVRUCHTEN, GEDROOGD

0,01 (2)

0,05 (2)

0,1

0300010

Bonen

 

 

 

0300020

Linzen

 

 

 

0300030

Erwten

 

 

 

0300040

Lupines

 

 

 

0300990

Overige

 

 

 

0400000

4.

OLIEHOUDENDE ZADEN EN VRUCHTEN

 

 

 

0401000

i)

Oliehoudende zaden

 

0,1 (2)

 

0401010

Lijnzaad

0,01 (2)

 

0,05 (2)

0401020

Pinda′s

0,05

 

0,05 (2)

0401030

Papaverzaad

0,01 (2)

 

0,3

0401040

Sesamzaad

0,01 (2)

 

0,05 (2)

0401050

Zonnebloempitten

0,01 (2)

 

0,05 (2)

0401060

Koolzaad

0,01 (2)

 

0,3

0401070

Sojabonen

0,01 (2)

 

0,05 (2)

0401080

Mosterdzaad

0,01 (2)

 

0,2

0401090

Katoenzaad

0,01 (2)

 

0,05 (2)

0401100

Pompoenzaad

0,01 (2)

 

0,05 (2)

0401110

Saffloer

 (3)

 (3)

 (3)

0401120

Komkommerkruid

 (3)

 (3)

 (3)

0401130

Huttentut

 (3)

 (3)

 (3)

0401140

Hennepzaad

0,01 (2)

 

0,05 (2)

0401150

Wonderboom

 (3)

 (3)

 (3)

0401990

Overige

0,01 (2)

 

0,05 (2)

0402000

ii)

Oliehoudende vruchten

0,01 (2)

 

 

0402010

Olijven voor oliewinning

 

0,05 (2)

4

0402020

Palmnoten (palmpitten)

 (3)

 (3)

 (3)

0402030

Palmvruchten

 (3)

 (3)

 (3)

0402040

Kapok

 (3)

 (3)

 (3)

0402990

Overige

 

0,1 (2)

0,05 (2)

0500000

5.

GRANEN

 

0,05 (2)

 

0500010

Gerst

0,3

 

1

0500020

Boekweit

0,01 (2)

 

0,05

0500030

Maïs

0,01 (2)

 

0,05

0500040

Gierst

0,01 (2)

 

0,05

0500050

Haver

0,1

 

1

0500060

Rijst

0,01 (2)

 

0,05

0500070

Rogge

0,1

 

0,05

0500080

Sorghum

0,01 (2)

 

0,05

0500090

Tarwe

0,1

 

0,1

0500990

Overige

0,01 (2)

 

0,05

0600000

6.

THEE, KOFFIE, KRUIDENTHEE EN CACAO

0,1 (2)

0,1 (2)

 

0610000

i)

Thee (gedroogde bladeren en stengels, al dan niet gefermenteerd, van Camellia sinensis)

 

 

10

0620000

ii)

Koffiebonen

 (3)

 (3)

 (3)

0630000

iii)

Kruidenthee7 (gedroogd)

 (3)

 (3)

 (3)

0631000

a)

Bloemen

 (3)

 (3)

 (3)

0631010

Kamille (bloem)

 (3)

 (3)

 (3)

0631020

Hibiscus (bloem)

 (3)

 (3)

 (3)

0631030

Rozenblaadjes

 (3)

 (3)

 (3)

0631040

Jasmijn (bloem)

 (3)

 (3)

 (3)

0631050

Lindebloesem

 (3)

 (3)

 (3)

0631990

Overige

 (3)

 (3)

 (3)

0632000

b)

Bladeren

 (3)

 (3)

 (3)

0632010

Aardbei (blad)

 (3)

 (3)

 (3)

0632020

Rooibos (blad)

 (3)

 (3)

 (3)

0632030

Maté

 (3)

 (3)

 (3)

0632990

Overige

 (3)

 (3)

 (3)

0633000

c)

Wortels

 (3)

 (3)

 (3)

0633010

Valeriaanwortel

 (3)

 (3)

 (3)

0633020

Ginsengwortel

 (3)

 (3)

 (3)

0633990

Overige

 (3)

 (3)

 (3)

0639000

d)

Andere kruidenthee

 (3)

 (3)

 (3)

0640000

iv)

Cacaobonen (gefermenteerd)

 (3)

 (3)

 (3)

0650000

v)

Carob (johannesbrood)

 (3)

 (3)

 (3)

0700000

7.

HOP (gedroogd), inclusief hoppellets en niet-geconcentreerd poeder

50

0,1 (2)

0,1

0800000

8.

SPECERIJEN

 (3)

 (3)

 (3)

0810000

i)

Zaden

 (3)

 (3)

 (3)

0810010

Anijs

 (3)

 (3)

 (3)

0810020

Zwarte komijn

 (3)

 (3)

 (3)

0810030

Selderijzaad

 (3)

 (3)

 (3)

0810040

Korianderzaad

 (3)

 (3)

 (3)

0810040

Komijnzaad

 (3)

 (3)

 (3)

0810060

Dillezaad

 (3)

 (3)

 (3)

0810070

Venkelzaad

 (3)

 (3)

 (3)

0810080

Fenegriek

 (3)

 (3)

 (3)

0810090

Nootmuskaat

 (3)

 (3)

 (3)

0810990

Overige

 (3)

 (3)

 (3)

0820000

ii)

Vruchten en bessen

 (3)

 (3)

 (3)

0820010

Piment

 (3)

 (3)

 (3)

0820020

Anijspeper (Japanse peper)

 (3)

 (3)

 (3)

0820030

Karwij

 (3)

 (3)

 (3)

0820040

Kardemom

 (3)

 (3)

 (3)

0820050

Jeneverbessen

 (3)

 (3)

 (3)

0820060

Peper, zwart en wit

 (3)

 (3)

 (3)

0820070

Vanillestokjes

 (3)

 (3)

 (3)

0820080

Tamarinde

 (3)

 (3)

 (3)

0820990

Overige

 (3)

 (3)

 (3)

0830000

iii)

Bast

 (3)

 (3)

 (3)

0830010

Kaneel

 (3)

 (3)

 (3)

0830990

Overige

 (3)

 (3)

 (3)

0840000

iv)

Wortels en wortelstokken

 (3)

 (3)

 (3)

0840010

Zoethout

 (3)

 (3)

 (3)

0840020

Gember

 (3)

 (3)

 (3)

0840030

Geelwortel

 (3)

 (3)

 (3)

0840040

Mierikswortel

 (3)

 (3)

 (3)

0840990

Overige

 (3)

 (3)

 (3)

0850000

v)

Knoppen

 (3)

 (3)

 (3)

0850010

Kruidnagels

 (3)

 (3)

 (3)

0850020

Kappertjes

 (3)

 (3)

 (3)

0850990

Overige

 (3)

 (3)

 (3)

0860000

vi)

Stempels

 (3)

 (3)

 (3)

0860010

Saffraan

 (3)

 (3)

 (3)

0860990

Overige

 (3)

 (3)

 (3)

0870000

vii)

Zaadrokken

 (3)

 (3)

 (3)

0870010

Foelie

 (3)

 (3)

 (3)

0870990

Overige

 (3)

 (3)

 (3)

0900000

9.

SUIKERGEWASSEN

 (3)

 (3)

 (3)

0900010

Suikerbiet

 (3)

 (3)

 (3)

0900020

Suikerriet

 (3)

 (3)

 (3)

0900030

Wortelcichorei

 (3)

 (3)

 (3)

0900990

Overige

 (3)

 (3)

 (3)

1000000

10.

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG – LANDDIEREN

 

 

 

1010000

i)

Vlees, vleesbereidingen, slachtafvallen, bloed, dierlijke vetten, vers, gekoeld of bevroren, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt of verwerkt tot meel of poeder, andere verwerkte producten zoals worst, bereidingen van deze producten voor menselijke consumptie

 

0,05 (2)

 

1011000

a)

Varkens

0,01 (2)

 

 

1011010

Vlees

 

 

0,05

1011020

Spek (ander dan doorregen spek) en vet

 

 

0,05

1011030

Lever

 

 

0,3

1011040

Nier

 

 

0,3

1011050

Eetbare slachtafvallen

 

 

0,01 (2)

1011990

Overige

 

 

0,01 (2)

1012000

b)

Runderen

 

 

 

1012010

Vlees

0,05

 

0,05

1012020

Vet

0,1

 

0,05

1012030

Lever

0,1

 

0,3

1012040

Nier

0,3

 

0,3

1012050

Eetbare slachtafvallen

0,01 (2)

 

0,01 (2)

1012990

Overige

0,01 (2)

 

0,01 (2)

1013000

c)

Schapen

 

 

 

1013010

Vlees

0,05

 

0,05

1013020

Vet

0,1

 

0,05

1013030

Lever

0,1

 

0,3

1013040

Nier

0,3

 

0,3

1013050

Eetbare slachtafvallen

0,01 (2)

 

0,01 (2)

1013990

Overige

0,01 (2)

 

0,01 (2)

1014000

d)

Geiten

 

 

 

1014010

Vlees

0,05

 

0,05

1014020

Vet

0,01

 

0,05

1014030

Lever

0,1

 

0,3

1014040

Nier

0,3

 

0,3

1014050

Eetbare slachtafvallen

0,01 (2)

 

0,01 (2)

1014990

Overige

0,01 (2)

 

0,01 (2)

1015000

e)

Paarden, ezels, muildieren en muilezels

 (3)

 (3)

 (3)

1015010

Vlees

 (3)

 (3)

 (3)

1015020

Vet

 (3)

 (3)

 (3)

1015030

Lever

 (3)

 (3)

 (3)

1015040

Nier

 (3)

 (3)

 (3)

1015050

Eetbare slachtafvallen

 (3)

 (3)

 (3)

1015990

Overige

 (3)

 (3)

 (3)

1016000

f)

Pluimvee – kippen, ganzen, eenden, kalkoenen, parelhoenders, struisvogels, duiven

0,01 (2)

 

 

1016010

Vlees

 

 

0,05

1016020

Vet

 

 

0,05

1016030

Lever

 

 

0,3

1016040

Nier

 

 

0,3

1016050

Eetbare slachtafvallen

 

 

0,01 (2)

1016990

Overige

 

 

0,01 (2)

1017000

g)

Andere landbouwhuisdieren

 (3)

 (3)

 (3)

1017010

Vlees

 (3)

 (3)

 (3)

1017020

Vet

 (3)

 (3)

 (3)

1017030

Lever

 (3)

 (3)

 (3)

1017040

Nier

 (3)

 (3)

 (3)

1017050

Eetbare slachtafvallen

 (3)

 (3)

 (3)

1017990

Overige

 (3)

 (3)

 (3)

1020000

ii)

Melk en room, niet ingedikt, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, boter en andere van melk afkomstige vetstoffen, kaas en wrongel

0,1

0,05 (2)

0,03

1020010

Runderen

 

 

 

1020020

Schapen

 

 

 

1020030

Geiten

 

 

 

1020040

Paarden

 

 

 

1020990

Overige

 

 

 

1030000

iii)

Vogeleieren, vers, verduurzaamd of gekookt; eieren uit de schaal en eigeel, vers, gedroogd, gestoomd of in water gekookt, in een bepaalde vorm gebracht, bevroren of op andere wijze verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

0,01 (2)

0,05 (2)

0,01 (2)

1030010

Kippen

 

 

 

1030020

Eenden

 (3)

 (3)

 (3)

1030030

Ganzen

 (3)

 (3)

 (3)

1030040

Kwartels

 (3)

 (3)

 (3)

1030990

Overige

 (3)

 (3)

 (3)

1040000

iv)

Honing

 (3)

 (3)

 (3)

1050000

v)

Amfibieën en reptielen

 (3)

 (3)

 (3)

1060000

vi)

Slakken

 (3)

 (3)

 (3)

1070000

vii)

Andere producten van landdieren

 (3)

 (3)

 (3)

(F)

=

Vetoplosbaar

(R)

=

Voor de volgende combinaties van bestrijdingsmiddel en codenummer geldt een andere residudefinitie:

 

Chloorthalonil (R) — code 1012000: SDS-3701

 

Chloorthalonil (R) — code 1013000: SDS-3701

 

Chloorthalonil (R) — code 1014000: SDS-3701”

2)

Bijlage III, deel A, wordt als volgt gewijzigd:

a)

De kolommen voor clothianidin, difenoconazool, flubendiamide, spirotetramat en thiamethoxam worden vervangen door:

Bestrijdingsmiddelenresiduen en maximumresidugehalten (mg/kg)

Code-nummer

Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarvoor de MRL's gelden (4)

Clothianidin

Difenoconazool

Flubendiamide

Spirotetramat en de vier metabolieten BYI08330-enol, BYI08330-ketohydroxy, BYI08330-monohydroxy en BYI08330 enol-glucoside, uitgedrukt als spirotetramat (R)

Thiametoxam (som van thiametoxam en clothianidine, uitgedrukt als thiametoxam)

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

0100000

1.

FRUIT, VERS OF BEVROREN; NOTEN

 

 

0,01 (5)

 

 

0110000

i)

Citrusvruchten

0,1

0,1

 

1

0,2

0110010

Grapefruits

 

 

 

 

 

0110020

Sinaasappelen

 

 

 

 

 

0110030

Citroenen

 

 

 

 

 

0110040

Lemmetjes

 

 

 

 

 

0110050

Mandarijnen

 

 

 

 

 

0110990

Overige

 

 

 

 

 

0120000

ii)

Noten (al dan niet in de dop, schil of schaal)

0,02 (5)

0,05 (5)

 

0,1 (5)

0,05 (5)

0120010

Amandelen

 

 

 

 

 

0120020

Paranoten

 

 

 

 

 

0120030

Cashewnoten

 

 

 

 

 

0120040

Kastanjes

 

 

 

 

 

0120050

Kokosnoten

 

 

 

 

 

0120060

Hazelnoten

 

 

 

 

 

0120070

Macadamia

 

 

 

 

 

0120080

Pecannoten

 

 

 

 

 

0120090

Pijnboompitten

 

 

 

 

 

0120100

Pistaches

 

 

 

 

 

0120110

Walnoten

 

 

 

 

 

0120990

Overige

 

 

 

 

 

0130000

iii)

Pitvruchten

0,05

 

 

1

 

0130010

Appelen

 

0,5

 

 

0,2

0130020

Peren

 

0,5

 

 

0,2

0130030

Kweeperen

 

0,2

 

 

0,1

0130040

Mispels

 

0,5

 

 

0,1

0130050

Loquats (Japanse mispels)

 

0,5

 

 

0,1

0130990

Overige

 

0,2

 

 

0,1

0140000

iv)

Steenvruchten

 

 

 

3

 

0140010

Abrikozen

0,1

0,5

 

 

0,3

0140020

Kersen

0,1

0,3

 

 

0,5

0140030

Perziken

0,1

0,5

 

 

0,3

0140040

Pruimen

0,02 (5)

0,5

 

 

0,3

0140990

Overige

0,02 (5)

0,1

 

 

0,3

0150000

v)

Besvruchten en kleinfruit

 

 

 

 

 

0151000

a)

Tafel- en wijndruiven

 

0,5

 

2

0,5

0151010

Tafeldruiven

0,6

 

 

 

 

0151020

Wijndruiven

0,05

 

 

 

 

0152000

b)

Aardbeien

0,02 (5)

0,1

 

0,1 (5)

0,05 (5)

0153000

c)

Rubussoorten

0,02 (5)

 

 

0,1 (5)

0,05 (5)

0153010

Bramen

 

0,3

 

 

 

0153020

Dauwbramen

 

0,1

 

 

 

0153030

Frambozen

 

0,3

 

 

 

0153990

Overige

 

0,1

 

 

 

0154000

d)

Ander kleinfruit en besvruchten

0,02 (5)

 

 

0,1 (5)

0,05 (5)

0154010

Blauwe bessen

 

0,1

 

 

 

0154020

Veenbessen

 

0,1

 

 

 

0154030

Aalbessen (rood, zwart en wit)

 

0,2

 

 

 

0154040

Kruisbessen

 

0,1

 

 

 

0154050

Rozenbottels

 

0,1

 

 

 

0154060

Moerbeien

 

0,1

 

 

 

0154070

Azaroles (Middellandse-zeemispels)

 

0,1

 

 

 

0154080

Vlierbessen

 

0,1

 

 

 

0154990

Overige

 

0,1

 

 

 

0160000

vi)

Diverse vruchten

0,02 (5)

 

 

0,1 (5)

 

0161000

a)

Met eetbare schil

 

 

 

 

0,05 (5)

0161010

Dadels

 

0,1

 

 

 

0161020

Vijgen

 

0,1

 

 

 

0161030

Tafelolijven

 

2

 

 

 

0161040

Kumquats

 

0,1

 

 

 

0161050

Carambola′s, stervrucht

 

0,1

 

 

 

0161060

Kaki′s

 

0,1

 

 

 

0161070

Jambolans (djamblangs)

 

0,1

 

 

 

0161990

Overige

 

0,1

 

 

 

0162000

b)

Met niet-eetbare schil, klein

 

0,1

 

 

 

0162010

Kiwi′s

 

 

 

 

0,2

0162020

Lychees

 

 

 

 

0,05 (5)

0162030

Passievruchten

 

 

 

 

0,05 (5)

0162040

Woestijnvijgen (cactusvruchten)

 

 

 

 

0,05 (5)

0162050

Sterappelen

 

 

 

 

0,05 (5)

0162060

Noord-Amerikaanse persimoenen

 

 

 

 

0,05 (5)

0162990

Overige

 

 

 

 

0,05 (5)

0163000

c)

Met niet-eetbare schil, groot

 

0,1

 

 

 

0163010

Avocado′s

 

 

 

 

0,05 (5)

0163020

Bananen

 

 

 

 

0,05 (5)

0163030

Mango′s

 

 

 

 

0,5

0163040

Papaja′s

 

 

 

 

0,05 (5)

0163050

Granaatappels

 

 

 

 

0,05 (5)

0163060

Cherimoya′s

 

 

 

 

0,05 (5)

0163070

Guaves

 

 

 

 

0,05 (5)

0163080

Ananassen

 

 

 

 

0,05 (5)

0163090

Broodvruchten

 

 

 

 

0,05 (5)

0163100

Doerians

 

 

 

 

0,05 (5)

0163110

Zuurzakken (doerian blanda)

 

 

 

 

0,05 (5)

0163990

Overige

 

 

 

 

0,05 (5)

0200000

2.

GROENTEN, VERS OF BEVROREN

 

 

 

 

 

0210000

i)

Wortel- en knolgewassen

 

 

0,01 (5)

 

 

0211000

a)

Aardappelen

0,05

0,1

 

0,8

0,1

0212000

b)

Tropische wortel- en knolgewassen

0,02 (5)

0,1

 

0,1 (5)

0,05 (5)

0212010

Cassave

 

 

 

 

 

0212020

Bataten (zoete aardappelen)

 

 

 

 

 

0212030

Yams

 

 

 

 

 

0212040

Pijlwortel

 

 

 

 

 

0212990

Overige

 

 

 

 

 

0213000

c)

Andere wortel- en knolgewassen, behalve suikerbiet

 

 

 

0,1 (5)

 

0213010

Rode bieten

0,02 (5)

0,2

 

 

0,05 (5)

0213020

Wortelen

0,05

0,3

 

 

0,3

0213030

Knolselderij

0,02 (5)

2

 

 

0,05 (5)

0213040

Mierikswortel

0,02 (5)

0,2

 

 

0,05 (5)

0213050

Aardperen (topinamboers)

0,02 (5)

0,1

 

 

0,05 (5)

0213060

Pastinaken

0,02 (5)

0,3

 

 

0,05 (5)

0213070

Wortelpeterselie

0,02 (5)

0,2

 

 

0,05 (5)

0213080

Radijzen

0,02 (5)

0,05 (5)

 

 

0,05 (5)

0213090

Schorseneren

0,02 (5)

0,2

 

 

0,05 (5)

0213100

Koolrapen

0,05 (5)

0,4

 

 

0,05 (5)

0213110

Rapen

0,02 (5)

0,4

 

 

0,05 (5)

0213990

Overige

0,02 (5)

0,05 (5)

 

 

0,05 (5)

0220000

ii)

Bolgewassen

0,02 (5)

 

0,01 (5)

 

 

0220010

Knoflook

 

0,05 (5)

 

0,1 (5)

0,05 (5)

0220020

Uien

 

0,05 (5)

 

0,3

0,1

0220030

Sjalotten

 

0,05 (5)

 

0,1 (5)

0,05 (5)

0220040

Bosuien

 

0,1

 

0,1 (5)

0,05 (5)

0220990

Overige

 

0,05 (5)

 

0,1 (5)

0,05 (5)

0230000

iii)

Vruchtgroenten

 

 

 

 

 

0231000

a)

Solanaceae

 

 

 

 

 

0231010

Tomaten

0,05

2

0,2

2

0,2

0231020

Pepers (paprika′s)

0,05

0,05 (5)

0,2

2

0,5

0231030

Aubergines

0,05

0,05 (5)

0,2

2

0,2

0231040

Okra′s, okers

0,02 (5)

0,05 (5)

0,01 (5)

1

0,05 (5)

0231990

Overige

0,02 (5)

0,05 (5)

0,01 (5)

1

0,05 (5)

0232000

b)

Cucurbitaceae met eetbare schil

0,02 (5)

0,1

0,15

0,2

 

0232010

Komkommers

 

 

 

 

0,3

0232020

Augurken

 

 

 

 

0,2

0232030

Courgettes

 

 

 

 

0,3

0232990

Overige

 

 

 

 

0,1

0233000

c)

Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

0,02 (5)

0,05 (5)

0,06

0,2

 

0233010

Meloenen

 

 

 

 

0,2

0233020

Pompoenen

 

 

 

 

0,1

0233030

Watermeloenen

 

 

 

 

0,2

0233990

Overige

 

 

 

 

0,1

0234000

d)

Suikermaïs

0,02 (5)

0,05 (5)

0,01 (5)

0,1 (5)

0,05 (5)

0239000

e)

Andere vruchtgroenten

0,02 (5)

0,05 (5)

0,01 (5)

0,1 (5)

0,05 (5)

0240000

iv)

Koolsoorten

0,02 (5)

 

0,01 (5)

 

0,2

0241000

a)

Bloemkoolachtigen

 

 

 

1

 

0241010

Broccoli

 

0,2

 

 

 

0241020

Bloemkool

 

0,2

 

 

 

0241990

Overige

 

0,05 (5)

 

 

 

0242000

b)

Sluitkoolachtigen

 

0,2

 

 

 

0242010

Spruitjes

 

 

 

0,3

 

0242020

Sluitkool

 

 

 

2

 

0242990

Overige

 

 

 

0,1 (5)

 

0243000

c)

Bladkoolachtigen

 

2

 

7

 

0243010

Chinese kool

 

 

 

 

 

0243020

Boerenkool

 

 

 

 

 

0243990

Overige

 

 

 

 

 

0244000

d)

Koolrabi

 

0,05 (5)

 

2

 

0250000

v)

Bladgroenten en verse kruiden

 

 

0,01 (5)

 

 

0251000

a)

Slasoorten, met inbegrip van Brassicaceae

0,1

 

 

7

5

0251010

Veldsla

 

0,05 (5)

 

 

 

0251020

Sla

 

3

 

 

 

0251030

Andijvie

 

0,05 (5)

 

 

 

0251040

Tuinkers

 

0,05 (5)

 

 

 

0251050

Winterkers

 

0,05 (5)

 

 

 

0251060

Raketsla, rucola

 

2

 

 

 

0251070

Rode amsoi

 

0,05 (5)

 

 

 

0251080

Bladeren en spruiten van Brassica spp.

 

0,05 (5)

 

 

 

0251990

Overige

 

0,05 (5)

 

 

 

0252000

b)

Spinazie en dergelijke (bladgroente)

0,02 (5)

 

 

7

0,05 (5)

0252010

Spinazie

 

2

 

 

 

0252020

Postelein

 

2

 

 

 

0252030

Snijbiet

 

0,05 (5)

 

 

 

0252990

Overige

 

0,05 (5)

 

 

 

0253000

c)

Wijnstokbladeren (druivenbladeren)

0,02 (5)

0,05 (5)

 

0,1 (5)

0,05 (5)

0254000

d)

Waterkers

0,02 (5)

0,5

 

7

0,05 (5)

0255000

e)

Witlof

0,02 (5)

0,05 (5)

 

0,1 (5)

0,05 (5)

0256000

f)

Kruiden

0,02 (5)

 

 

0,1 (5)

0,05 (5)

0256010

Kervel

 

10

 

 

 

0256020

Bieslook

 

2

 

 

 

0256030

Bladselderij

 

10

 

 

 

0256040

Peterselie

 

10

 

 

 

0256050

Salie

 

2

 

 

 

0256060

Rozemarijn

 

2

 

 

 

0256070

Tijm

 

2

 

 

 

0256080

Basilicum

 

2

 

 

 

0256090

Laurierblad

 

2

 

 

 

0256100

Dragon

 

2

 

 

 

0256990

Overige

 

2

 

 

 

0260000

vi)

Peulgroenten (vers)

 

 

 

0,1 (5)

 

0260010

Bonen (met peul)

0,2

1

0,4

 

0,05 (5)

0260020

Bonen (zonder peul)

0,02 (5)

1

0,01 (5)

 

0,05 (5)

0260030

Erwten (met peul)

0,2

1

0,01 (5)

 

0,2

0260040

Erwten (zonder peul)

0,02 (5)

1

0,01 (5)

 

0,2

0260050

Linzen

0,02 (5)

0,05 (5)

0,01 (5)

 

0,05 (5)

0260990

Overige

0,02 (5)

0,05 (5)

0,01 (5)

 

0,05 (5)

0270000

vii)

Stengelgroenten (vers)

0,02 (5)

 

0,01 (5)

 

0,05 (5)

0270010

Asperges

 

0,05 (5)

 

0,1 (5)

 

0270020

Kardoen

 

0,3

 

0,1 (5)

 

0270030

Bleekselderij

 

5

 

4

 

0270040

Knolvenkel

 

5

 

0,1 (5)

 

0270050

Artisjokken

 

0,05 (5)

 

0,1 (5)

 

0270060

Prei

 

0,5

 

0,1 (5)

 

0270070

Rabarber

 

0,3

 

0,1 (5)

 

0270080

Bamboescheuten

 

0,05 (5)

 

0,1 (5)

 

0270090

Palmharten

 

0,05 (5)

 

0,1 (5)

 

0270990

Overige

 

0,05 (5)

 

0,1 (5)

 

0280000

viii)

Fungi

0,02 (5)

0,05 (5)

0,01 (5)

0,1 (5)

0,05 (5)

0280010

Gekweekt

 

 

 

 

 

0280020

Wild

 

 

 

 

 

0280990

Overige

 

 

 

 

 

0290000

ix)

Zeewier

0,02 (5)

0,05 (5)

0,01 (5)

0,1 (5)

0,05 (5)

0300000

3.

PEULVRUCHTEN, GEDROOGD

0,02 (5)

 

0,01 (5)

0,1 (5)

 

0300010

Bonen

 

0,05 (5)

 

 

0,05 (5)

0300020

Linzen

 

0,05 (5)

 

 

0,05 (5)

0300030

Erwten

 

0,1

 

 

0,2

0300040

Lupines

 

0,05 (5)

 

 

0,05 (5)

0300990

Overige

 

0,05 (5)

 

 

0,05 (5)

0400000

4.

OLIEHOUDENDE ZADEN EN VRUCHTEN

 

 

0,01 (5)

0,1 (5)

0,05 (5)

0401000

i)

Oliehoudende zaden

 

 

 

 

 

0401010

Lijnzaad

0,02 (5)

0,2

 

 

 

0401020

Pinda′s

0,02 (5)

0,05 (5)

 

 

 

0401030

Papaverzaad

0,02 (5)

0,05 (5)

 

 

 

0401040

Sesamzaad

0,02 (5)

0,05 (5)

 

 

 

0401050

Zonnebloempitten

0,02 (5)

0,05 (5)

 

 

 

0401060

Koolzaad

0,02 (5)

0,5

 

 

 

0401070

Sojabonen

0,02 (5)

0,05 (5)

 

 

 

0401080

Mosterdzaad

0,02 (5)

0,2

 

 

 

0401090

Katoenzaad

0,05

0,05 (5)

 

 

 

0401100

Pompoenzaad

0,02 (5)

0,05 (5)

 

 

 

0401110

Saffloer

0,02 (5)

0,05 (5)

 

 

 

0401120

Komkommerkruid

0,02 (5)

0,05 (5)

 

 

 

0401130

Huttentut

0,02 (5)

0,05 (5)

 

 

 

0401140

Hennepzaad

0,02 (5)

0,05 (5)

 

 

 

0401150

Wonderboom

0,02 (5)

0,05 (5)

 

 

 

0401990

Overige

0,02 (5)

0,05 (5)

 

 

 

0402000

ii)

Oliehoudende vruchten

0,02 (5)

 

 

 

 

0402010

Olijven voor oliewinning

 

2

 

 

 

0402020

Palmnoten (palmpitten)

 

0,05 (5)

 

 

 

0402030

Palmvruchten

 

0,05 (5)

 

 

 

0402040

Kapok

 

0,05 (5)

 

 

 

0402990

Overige

 

0,05 (5)

 

 

 

0500000

5.

GRANEN

0,02 (5)

 

0,01 (5)

0,1 (5)

0,05 (5)

0500010

Gerst

 

0,05 (5)

 

 

 

0500020

Boekweit

 

0,05 (5)

 

 

 

0500030

Maïs

 

0,05 (5)

 

 

 

0500040

Gierst

 

0,05 (5)

 

 

 

0500050

Haver

 

0,05 (5)

 

 

 

0500060

Rijst

 

0,05 (5)

 

 

 

0500070

Rogge

 

0,1

 

 

 

0500080

Sorghum

 

0,05 (5)

 

 

 

0500090

Tarwe

 

0,1

 

 

 

0500990

Overige

 

0,05 (5)

 

 

 

0600000

6.

THEE, KOFFIE, KRUIDENTHEE EN CACAO

0,05 (5)

 

0,02 (5)

0,1 (5)

 

0610000

i)

Thee (gedroogde bladeren en stengels, al dan niet gefermenteerd, van Camellia sinensis)

 

0,05 (5)

 

 

0,1

0620000

ii)

Koffiebonen

 

0,05 (5)

 

 

0,05 (5)

0630000

iii)

Kruidenthee7 (gedroogd)

 

20

 

 

0,1

0631000

a)

Bloemen

 

 

 

 

 

0631010

Kamille (bloem)

 

 

 

 

 

0631020

Hibiscus (bloem)

 

 

 

 

 

0631030

Rozenblaadjes

 

 

 

 

 

0631040

Jasmijn (bloem)

 

 

 

 

 

0631050

Lindebloesem

 

 

 

 

 

0631990

Overige

 

 

 

 

 

0632000

b)

Bladeren

 

 

 

 

 

0632010

Aardbei (blad)

 

 

 

 

 

0632020

Rooibos (blad)

 

 

 

 

 

0632030

Maté

 

 

 

 

 

0632990

Overige

 

 

 

 

 

0633000

c)

Wortels

 

 

 

 

 

0633010

Valeriaanwortel

 

 

 

 

 

0633020

Ginsengwortel

 

 

 

 

 

0633990

Overige

 

 

 

 

 

0639000

d)

Andere kruidenthee

 

 

 

 

 

0640000

iv)

Cacaobonen (gefermenteerd)

 

0,05 (5)

 

 

0,05 (5)

0650000

v)

Carob (johannesbrood)

 

0,05 (5)

 

 

0,05 (5)

0700000

7.

HOP (gedroogd), inclusief hoppellets en niet-geconcentreerd poeder

0,05 (5)

0,05 (5)

0,02 (5)

15

0,1

0800000

8.

SPECERIJEN

0,05 (5)

0,3

0,02 (5)

0,1 (5)

0,05 (5)

0810000

i)

Zaden

 

 

 

 

 

0810010

Anijs

 

 

 

 

 

0810020

Zwarte komijn

 

 

 

 

 

0810030

Selderijzaad

 

 

 

 

 

0810040

Korianderzaad

 

 

 

 

 

0810040

Komijnzaad

 

 

 

 

 

0810060

Dillezaad

 

 

 

 

 

0810070

Venkelzaad

 

 

 

 

 

0810080

Fenegriek

 

 

 

 

 

0810090

Nootmuskaat

 

 

 

 

 

0810990

Overige

 

 

 

 

 

0820000

ii)

Vruchten en bessen

 

 

 

 

 

0820010

Piment

 

 

 

 

 

0820020

Anijspeper (Japanse peper)

 

 

 

 

 

0820030

Karwij

 

 

 

 

 

0820040

Kardemom

 

 

 

 

 

0820050

Jeneverbessen

 

 

 

 

 

0820060

Peper, zwart en wit

 

 

 

 

 

0820070

Vanillestokjes

 

 

 

 

 

0820080

Tamarinde

 

 

 

 

 

0820990

Overige

 

 

 

 

 

0830000

iii)

Bast

 

 

 

 

 

0830010

Kaneel

 

 

 

 

 

0830990

Overige

 

 

 

 

 

0840000

iv)

Wortels en wortelstokken

 

 

 

 

 

0840010

Zoethout

 

 

 

 

 

0840020

Gember

 

 

 

 

 

0840030

Geelwortel

 

 

 

 

 

0840040

Mierikswortel

 

 

 

 

 

0840990

Overige

 

 

 

 

 

0850000

v)

Knoppen

 

 

 

 

 

0850010

Kruidnagels

 

 

 

 

 

0850020

Kappertjes

 

 

 

 

 

0850990

Overige

 

 

 

 

 

0860000

vi)

Stempels

 

 

 

 

 

0860010

Saffraan

 

 

 

 

 

0860990

Overige

 

 

 

 

 

0870000

vii)

Zaadrokken

 

 

 

 

 

0870010

Foelie

 

 

 

 

 

0870990

Overige

 

 

 

 

 

0900000

9.

SUIKERGEWASSEN

0,02 (5)

 

0,01 (5)

0,1 (5)

0,05 (5)

0900010

Suikerbiet

 

0,2

 

 

 

0900020

Suikerriet

 

0,05 (5)

 

 

 

0900030

Wortelcichorei

 

0,1

 

 

 

0900990

Overige

 

0,05 (5)

 

 

 

1000000

10.

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG – LANDDIEREN

 

 

0,01 (5)

 

 

1010000

i)

Vlees, vleesbereidingen, slachtafvallen, bloed, dierlijke vetten, vers, gekoeld of bevroren, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt of verwerkt tot meel of poeder, andere verwerkte producten zoals worst, bereidingen van deze producten voor menselijke consumptie

 

 

 

 

0,01 (5)

1011000

a)

Varkens

 

 

 

 

 

1011010

Vlees

0,01 (5)

0,02 (5)

 

0,01 (5)

 

1011020

Spek (ander dan doorregen spek) en vet

0,01 (5)

0,05

 

0,01 (5)

 

1011030

Lever

0,05

0,2

 

0,03

 

1011040

Nier

0,01 (5)

0,05

 

0,03

 

1011050

Eetbare slachtafvallen

0,01 (5)

0,1

 

0,03

 

1011990

Overige

0,01 (5)

0,1

 

0,01 (5)

 

1012000

b)

Runderen

 

 

 

 

 

1012010

Vlees

0,01 (5)

0,02 (5)

 

0,01 (5)

 

1012020

Vet

0,01 (5)

0,05

 

0,01 (5)

 

1012030

Lever

0,05

0,2

 

0,03

 

1012040

Nier

0,01 (5)

0,05

 

0,03

 

1012050

Eetbare slachtafvallen

0,01 (5)

0,1

 

0,03

 

1012990

Overige

0,01 (5)

0,1

 

0,01 (5)

 

1013000

c)

Schapen

 

 

 

 

 

1013010

Vlees

0,01 (5)

0,02 (5)

 

0,01 (5)

 

1013020

Vet

0,01 (5)

0,05

 

0,01 (5)

 

1013030

Lever

0,05

0,2

 

0,03

 

1013040

Nier

0,01 (5)

0,05

 

0,03

 

1013050

Eetbare slachtafvallen

0,01 (5)

0,1

 

0,03

 

1013990

Overige

0,01 (5)

0,1

 

0,01 (5)

 

1014000

d)

Geiten

 

 

 

 

 

1014010

Vlees

0,01 (5)

0,02 (5)

 

0,01 (5)

 

1014020

Vet

0,01 (5)

0,05

 

0,01 (5)

 

1014030

Lever

0,05

0,2

 

0,03

 

1014040

Nier

0,01 (5)

0,05

 

0,03

 

1014050

Eetbare slachtafvallen

0,01 (5)

0,1

 

0,03

 

1014990

Overige

0,01 (5)

0,1

 

0,01 (5)

 

1015000

e)

Paarden, ezels, muildieren en muilezels

 

 

 

 

 

1015010

Vlees

0,01 (5)

0,02 (5)

 

0,01 (5)

 

1015020

Vet

0,01 (5)

0,05

 

0,01 (5)

 

1015030

Lever

0,05

0,2

 

0,03

 

1015040

Nier

0,01 (5)

0,05

 

0,03

 

1015050

Eetbare slachtafvallen

0,01 (5)

0,1

 

0,03

 

1015990

Overige

0,01 (5)

0,1

 

0,01 (5)

 

1016000

f)

Pluimvee – kippen, ganzen, eenden, kalkoenen, parelhoenders, struisvogels, duiven

0,01 (5)

0,1

 

0,01 (5)

 

1016010

Vlees

 

 

 

 

 

1016020

Vet

 

 

 

 

 

1016030

Lever

 

 

 

 

 

1016040

Nier

 

 

 

 

 

1016050

Eetbare slachtafvallen

 

 

 

 

 

1016990

Overige

 

 

 

 

 

1017000

g)

Andere landbouwhuisdieren

 

0,1

 

 

 

1017010

Vlees

0,01 (5)

 

 

0,01 (5)

 

1017020

Vet

0,01 (5)

 

 

0,01 (5)

 

1017030

Lever

0,05

 

 

0,03

 

1017040

Nier

0,01 (5)

 

 

0,03

 

1017050

Eetbare slachtafvallen

0,01 (5)

 

 

0,03

 

1017990

Overige

0,01 (5)

 

 

0,01 (5)

 

1020000

ii)

Melk en room, niet ingedikt, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, boter en andere van melk afkomstige vetstoffen, kaas en wrongel

0,01 (5)

0,01 (5)

 

0,005 (5)

0,02

1020010

Runderen

 

 

 

 

 

1020020

Schapen

 

 

 

 

 

1020030

Geiten

 

 

 

 

 

1020040

Paarden

 

 

 

 

 

1020990

Overige

 

 

 

 

 

1030000

iii)

Vogeleieren, vers, verduurzaamd of gekookt; eieren uit de schaal en eigeel, vers, gedroogd, gestoomd of in water gekookt, in een bepaalde vorm gebracht, bevroren of op andere wijze verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

0,01 (5)

0,05 (5)

 

0,01 (5)

0,01 (5)

1030010

Kippen

 

 

 

 

 

1030020

Eenden

 

 

 

 

 

1030030

Ganzen

 

 

 

 

 

1030040

Kwartels

 

 

 

 

 

1030990

Overige

 

 

 

 

 

1040000

iv)

Honing

0,01 (5)

0,05 (5)

 

0,01 (5)

0,01 (5)

1050000

v)

Amfibieën en reptielen

0,01 (5)

0,05 (5)

 

0,01 (5)

0,01 (5)

1060000

vi)

Slakken

0,01 (5)

0,05 (5)

 

0,01 (5)

0,01 (5)

1070000

vii)

Andere producten van landdieren

0,01 (5)

0,05 (5)

 

0,01 (5)

0,01 (5)

(F)

=

Vetoplosbaar

(R)

=

Voor de volgende combinaties van bestrijdingsmiddel en codenummer geldt een andere residudefinitie:

Spirotetramat - code 1000000: Spirotetramat en zijn metaboliet BYI08330-enol, uitgedrukt als spirotetramat”

(b)

The following column for nicotine is added:

Bestrijdingsmiddelenresiduen en maximumresidugehalten (mg/kg)

Code-nummer

Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarvoor de MRL's gelden (6)

Nicotine

(1)

(2)

(3)

0100000

1.

FRUIT, VERS OF BEVROREN; NOTEN

 

0110000

i)

Citrusvruchten

 

0110010

Grapefruits

 

0110020

Sinaasappelen

 

0110030

Citroenen

 

0110040

Lemmetjes

 

0110050

Mandarijnen

 

0110990

Overige

 

0120000

ii)

Noten (al dan niet in de dop, schil of schaal)

 

0120010

Amandelen

 

0120020

Paranoten

 

0120030

Cashewnoten

 

0120040

Kastanjes

 

0120050

Kokosnoten

 

0120060

Hazelnoten

 

0120070

Macadamia

 

0120080

Pecannoten

 

0120090

Pijnboompitten

 

0120100

Pistaches

 

0120110

Walnoten

 

0120990

Overige

 

0130000

iii)

Pitvruchten

 

0130010

Appelen

 

0130020

Peren

 

0130030

Kweeperen

 

0130040

Mispels

 

0130050

Loquats (Japanse mispels)

 

0130990

Overige

 

0140000

iv)

Steenvruchten

 

0140010

Abrikozen

 

0140020

Kersen

 

0140030

Perziken

 

0140040

Pruimen

 

0140990

Overige

 

0150000

v)

Besvruchten en kleinfruit

 

0151000

a)

Tafel- en wijndruiven

 

0151010

Tafeldruiven

 

0151020

Wijndruiven

 

0152000

b)

Aardbeien

 

0153000

c)

Rubussoorten

 

0153010

Bramen

 

0153020

Dauwbramen

 

0153030

Frambozen

 

0153990

Overige

 

0154000

d)

Ander kleinfruit en besvruchten

 

0154010

Blauwe bessen

 

0154020

Veenbessen

 

0154030

Aalbessen (rood, zwart en wit)

 

0154040

Kruisbessen

 

0154050

Rozenbottels

 

0154060

Moerbeien

 

0154070

Azaroles (Middellandse-zeemispels)

 

0154080

Vlierbessen

 

0154990

Overige

 

0160000

vi)

Diverse vruchten

 

0161000

a)

Met eetbare schil

 

0161010

Dadels

 

0161020

Vijgen

 

0161030

Tafelolijven

 

0161040

Kumquats

 

0161050

Carambola′s, stervrucht

 

0161060

Kaki′s

 

0161070

Jambolans (djamblangs)

 

0161990

Overige

 

0162000

b)

Met niet-eetbare schil, klein

 

0162010

Kiwi′s

 

0162020

Lychees

 

0162030

Passievruchten

 

0162040

Woestijnvijgen (cactusvruchten)

 

0162050

Sterappelen

 

0162060

Noord-Amerikaanse persimoenen

 

0162990

Overige

 

0163000

c)

Met niet-eetbare schil, groot

 

0163010

Avocado′s

 

0163020

Bananen

 

0163030

Mango′s

 

0163040

Papaja′s

 

0163050

Granaatappels

 

0163060

Cherimoya′s

 

0163070

Guaves

 

0163080

Ananassen

 

0163090

Broodvruchten

 

0163100

Doerians

 

0163110

Zuurzakken (doerian blanda)

 

0163990

Overige

 

0200000

2.

GROENTEN, VERS OF BEVROREN

 

0210000

i)

Wortel- en knolgewassen

 

0211000

a)

Aardappelen

 

0212000

b)

Tropische wortel- en knolgewassen

 

0212010

Cassave

 

0212020

Bataten (zoete aardappelen)

 

0212030

Yams

 

0212040

Pijlwortel

 

0212990

Overige

 

0213000

c)

Andere wortel- en knolgewassen, behalve suikerbiet

 

0213010

Rode bieten

 

0213020

Wortelen

 

0213030

Knolselderij

 

0213040

Mierikswortel

 

0213050

Aardperen (topinamboers)

 

0213060

Pastinaken

 

0213070

Wortelpeterselie

 

0213080

Radijzen

 

0213090

Schorseneren

 

0213100

Koolrapen

 

0213110

Rapen

 

0213990

Overige

 

0220000

ii)

Bolgewassen

 

0220010

Knoflook

 

0220020

Uien

 

0220030

Sjalotten

 

0220040

Bosuien

 

0220990

Overige

 

0230000

iii)

Vruchtgroenten

 

0231000

a)

Solanaceae

 

0231010

Tomaten

 

0231020

Pepers (paprika′s)

 

0231030

Aubergines

 

0231040

Okra′s, okers

 

0231990

Overige

 

0232000

b)

Cucurbitaceae met eetbare schil

 

0232010

Komkommers

 

0232020

Augurken

 

0232030

Courgettes

 

0232990

Overige

 

0233000

c)

Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

 

0233010

Meloenen

 

0233020

Pompoenen

 

0233030

Watermeloenen

 

0233990

Overige

 

0234000

d)

Suikermaïs

 

0239000

e)

Andere vruchtgroenten

 

0240000

iv)

Koolsoorten

 

0241000

a)

Bloemkoolachtigen

 

0241010

Broccoli

 

0241020

Bloemkool

 

0241990

Overige

 

0242000

b)

Sluitkoolachtigen

 

0242010

Spruitjes

 

0242020

Sluitkool

 

0242990

Overige

 

0243000

c)

Bladkoolachtigen

 

0243010

Chinese kool

 

0243020

Boerenkool

 

0243990

Overige

 

0244000

d)

Koolrabi

 

0250000

v)

Bladgroenten en verse kruiden

 

0251000

a)

Slasoorten, met inbegrip van Brassicaceae

 

0251010

Veldsla

 

0251020

Sla

 

0251030

Andijvie

 

0251040

Tuinkers

 

0251050

Winterkers

 

0251060

Raketsla, rucola

 

0251070

Rode amsoi

 

0251080

Bladeren en spruiten van Brassica spp.

 

0251990

Overige

 

0252000

b)

Spinazie en dergelijke (bladgroente)

 

0252010

Spinazie

 

0252020

Postelein

 

0252030

Snijbiet

 

0252990

Overige

 

0253000

c)

Wijnstokbladeren (druivenbladeren)

 

0254000

d)

Waterkers

 

0255000

e)

Witlof

 

0256000

f)

Kruiden

 

0256010

Kervel

 

0256020

Bieslook

 

0256030

Bladselderij

 

0256040

Peterselie

 

0256050

Salie

 

0256060

Rozemarijn

 

0256070

Tijm

 

0256080

Basilicum

 

0256090

Laurierblad

 

0256100

Dragon

 

0256990

Overige

 

0260000

vi)

Peulgroenten (vers)

 

0260010

Bonen (met peul)

 

0260020

Bonen (zonder peul)

 

0260030

Erwten (met peul)

 

0260040

Erwten (zonder peul)

 

0260050

Linzen

 

0260990

Overige

 

0270000

vii)

Stengelgroenten (vers)

 

0270010

Asperges

 

0270020

Kardoen

 

0270030

Bleekselderij

 

0270040

Knolvenkel

 

0270050

Artisjokken

 

0270060

Prei

 

0270070

Rabarber

 

0270080

Bamboescheuten

 

0270090

Palmharten

 

0270990

Overige

 

0280000

viii)

Fungi

 

0280010

Gekweekt

 

0280020

Wild

0,04 (+)

0280990

Overige

 

0290000

ix)

Zeewier

 

0300000

3.

PEULVRUCHTEN, GEDROOGD

 

0300010

Bonen

 

0300020

Linzen

 

0300030

Erwten

 

0300040

Lupines

 

0300990

Overige

 

0400000

4.

OLIEHOUDENDE ZADEN EN VRUCHTEN

 

0401000

i)

Oliehoudende zaden

 

0401010

Lijnzaad

 

0401020

Pinda′s

 

0401030

Papaverzaad

 

0401040

Sesamzaad

 

0401050

Zonnebloempitten

 

0401060

Koolzaad

 

0401070

Sojabonen

 

0401080

Mosterdzaad

 

0401090

Katoenzaad

 

0401100

Pompoenzaad

 

0401110

Saffloer

 

0401120

Komkommerkruid

 

0401130

Huttentut

 

0401140

Hennepzaad

 

0401150

Wonderboom

 

0401990

Overige

 

0402000

ii)

Oliehoudende vruchten

 

0402010

Olijven voor oliewinning

 

0402020

Palmnoten (palmpitten)

 

0402030

Palmvruchten

 

0402040

Kapok

 

0402990

Overige

 

0500000

5.

GRANEN

 

0500010

Gerst

 

0500020

Boekweit

 

0500030

Maïs

 

0500040

Gierst

 

0500050

Haver

 

0500060

Rijst

 

0500070

Rogge

 

0500080

Sorghum

 

0500090

Tarwe

 

0500990

Overige

 

0600000

6.

THEE, KOFFIE, KRUIDENTHEE EN CACAO

 

0610000

i)

Thee (gedroogde bladeren en stengels, al dan niet gefermenteerd, van Camellia sinensis)

 

0620000

ii)

Koffiebonen

 

0630000

iii)

Kruidenthee7 (gedroogd)

 

0631000

a)

Bloemen

 

0631010

Kamille (bloem)

 

0631020

Hibiscus (bloem)

 

0631030

Rozenblaadjes

 

0631040

Jasmijn (bloem)

 

0631050

Lindebloesem

 

0631990

Overige

 

0632000

b)

Bladeren

 

0632010

Aardbei (blad)

 

0632020

Rooibos (blad)

 

0632030

Maté

 

0632990

Overige

 

0633000

c)

Wortels

 

0633010

Valeriaanwortel

 

0633020

Ginsengwortel

 

0633990

Overige

 

0639000

d)

Andere kruidenthee

 

0640000

iv)

Cacaobonen (gefermenteerd)

 

0650000

v)

Carob (johannesbrood)

 

0700000

7.

HOP (gedroogd), inclusief hoppellets en niet-geconcentreerd poeder

 

0800000

8.

SPECERIJEN

 

0810000

i)

Zaden

 

0810010

Anijs

 

0810020

Zwarte komijn

 

0810030

Selderijzaad

 

0810040

Korianderzaad

 

0810040

Komijnzaad

 

0810060

Dillezaad

 

0810070

Venkelzaad

 

0810080

Fenegriek

 

0810090

Nootmuskaat

 

0810990

Overige

 

0820000

ii)

Vruchten en bessen

 

0820010

Piment

 

0820020

Anijspeper (Japanse peper)

 

0820030

Karwij

 

0820040

Kardemom

 

0820050

Jeneverbessen

 

0820060

Peper, zwart en wit

 

0820070

Vanillestokjes

 

0820080

Tamarinde

 

0820990

Overige

 

0830000

iii)

Bast

 

0830010

Kaneel

 

0830990

Overige

 

0840000

iv)

Wortels en wortelstokken

 

0840010

Zoethout

 

0840020

Gember

 

0840030

Geelwortel

 

0840040

Mierikswortel

 

0840990

Overige

 

0850000

v)

Knoppen

 

0850010

Kruidnagels

 

0850020

Kappertjes

 

0850990

Overige

 

0860000

vi)

Stempels

 

0860010

Saffraan

 

0860990

Overige

 

0870000

vii)

Zaadrokken

 

0870010

Foelie

 

0870990

Overige

 

0900000

9.

SUIKERGEWASSEN

 

0900010

Suikerbiet

 

0900020

Suikerriet

 

0900030

Wortelcichorei

 

0900990

Overige

 

1000000

10.

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG – LANDDIEREN

 

1010000

i)

Vlees, vleesbereidingen, slachtafvallen, bloed, dierlijke vetten, vers, gekoeld of bevroren, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt of verwerkt tot meel of poeder, andere verwerkte producten zoals worst, bereidingen van deze producten voor menselijke consumptie

 

1011000

a)

Varkens

 

1011010

Vlees

 

1011020

Spek (ander dan doorregen spek) en vet

 

1011030

Lever

 

1011040

Nier

 

1011050

Eetbare slachtafvallen

 

1011990

Overige

 

1012000

b)

Runderen

 

1012010

Vlees

 

1012020

Vet

 

1012030

Lever

 

1012040

Nier

 

1012050

Eetbare slachtafvallen

 

1012990

Overige

 

1013000

c)

Schapen

 

1013010

Vlees

 

1013020

Vet

 

1013030

Lever

 

1013040

Nier

 

1013050

Eetbare slachtafvallen

 

1013990

Overige

 

1014000

d)

Geiten

 

1014010

Vlees

 

1014020

Vet

 

1014030

Lever

 

1014040

Nier

 

1014050

Eetbare slachtafvallen

 

1014990

Overige

 

1015000

e)

Paarden, ezels, muildieren en muilezels

 

1015010

Vlees

 

1015020

Vet

 

1015030

Lever

 

1015040

Nier

 

1015050

Eetbare slachtafvallen

 

1015990

Overige

 

1016000

f)

Pluimvee – kippen, ganzen, eenden, kalkoenen, parelhoenders, struisvogels, duiven

 

1016010

Vlees

 

1016020

Vet

 

1016030

Lever

 

1016040

Nier

 

1016050

Eetbare slachtafvallen

 

1016990

Overige

 

1017000

g)

Andere landbouwhuisdieren

 

1017010

Vlees

 

1017020

Vet

 

1017030

Lever

 

1017040

Nier

 

1017050

Eetbare slachtafvallen

 

1017990

Overige

 

1020000

ii)

Melk en room, niet ingedikt, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, boter en andere van melk afkomstige vetstoffen, kaas en wrongel

 

1020010

Runderen

 

1020020

Schapen

 

1020030

Geiten

 

1020040

Paarden

 

1020990

Overige

 

1030000

iii)

Vogeleieren, vers, verduurzaamd of gekookt; eieren uit de schaal en eigeel, vers, gedroogd, gestoomd of in water gekookt, in een bepaalde vorm gebracht, bevroren of op andere wijze verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

 

1030010

Kippen

 

1030020

Eenden

 

1030030

Ganzen

 

1030040

Kwartels

 

1030990

Overige

 

1040000

iv)

Honing

 

1050000

v)

Amfibieën en reptielen

 

1060000

vi)

Slakken

 

1070000

vii)

Andere producten van landdieren

 

(F)

=

Vetoplosbaar

(+)

=

De volgende MRĹs zijn van toepassing op gedroogde wilde fungi: 2,3 mg/kg voor eekhoorntjesbrood, 1,2 mg/kg voor gedroogde wilde fungi met uitzondering van eekhoorntjesbrood. Die MRĹs moeten binnen twee jaar worden herzien met het oog op de evaluatie van de nieuwe gegevens en de informatie die beschikbaar zal komen, inclusief wetenschappelijk bewijsmateriaal over het natuurlijk voorkomen of de vorming van nicotine in wilde fungi.”


(1)  Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL's gelden, zie bijlage I.

(2)  Bepaalbaarheidsgrens

(3)  Combinatie van bestrijdingsmiddel en code waarvoor de MRL in bijlage III, deel B, geldt.

(F)

=

Vetoplosbaar

(R)

=

Voor de volgende combinaties van bestrijdingsmiddel en codenummer geldt een andere residudefinitie:

 

Chloorthalonil (R) — code 1012000: SDS-3701

 

Chloorthalonil (R) — code 1013000: SDS-3701

 

Chloorthalonil (R) — code 1014000: SDS-3701”

(4)  Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL's gelden, zie bijlage I.

(5)  Bepaalbaarheidsgrens

(F)

=

Vetoplosbaar

(R)

=

Voor de volgende combinaties van bestrijdingsmiddel en codenummer geldt een andere residudefinitie:

Spirotetramat - code 1000000: Spirotetramat en zijn metaboliet BYI08330-enol, uitgedrukt als spirotetramat”

(6)  Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL's gelden, zie bijlage I.

(7)  Bepaalbaarheidsgrens

(F)

=

Vetoplosbaar

(+)

=

De volgende MRĹs zijn van toepassing op gedroogde wilde fungi: 2,3 mg/kg voor eekhoorntjesbrood, 1,2 mg/kg voor gedroogde wilde fungi met uitzondering van eekhoorntjesbrood. Die MRĹs moeten binnen twee jaar worden herzien met het oog op de evaluatie van de nieuwe gegevens en de informatie die beschikbaar zal komen, inclusief wetenschappelijk bewijsmateriaal over het natuurlijk voorkomen of de vorming van nicotine in wilde fungi.”


28.8.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 226/38


VERORDENING (EU) Nr. 766/2010 VAN DE COMMISSIE

van 27 augustus 2010

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 28 augustus 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 augustus 2010.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MK

38,5

TR

103,0

ZZ

70,8

0707 00 05

TR

137,2

ZZ

137,2

0709 90 70

TR

124,6

ZZ

124,6

0805 50 10

AR

153,3

CL

145,6

TR

158,2

UY

108,2

ZA

119,1

ZZ

136,9

0806 10 10

EG

153,8

TR

112,6

ZZ

133,2

0808 10 80

AR

106,6

BR

70,4

CL

107,3

CN

65,6

NZ

96,3

US

127,5

UY

95,9

ZA

90,2

ZZ

95,0

0808 20 50

AR

115,4

CL

150,5

CN

76,3

TR

133,1

ZA

95,6

ZZ

114,2

0809 30

TR

146,7

ZZ

146,7

0809 40 05

BA

55,5

IL

161,0

XS

52,3

ZZ

89,6


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


28.8.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 226/40


VERORDENING (EU) Nr. 767/2010 VAN DE COMMISSIE

van 27 augustus 2010

tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 877/2009 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten uit de sector suiker voor het verkoopseizoen 2009/10

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (2), en met name op artikel 36, lid 2, tweede alinea, tweede zin,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2009/10 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 877/2009 van de Commissie (3). Deze prijzen en rechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 764/2010 van de Commissie (4).

(2)

Naar aanleiding van de gegevens waarover de Commissie momenteel beschikt, dienen deze bedragen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 951/2006 te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 951/2006 voor het verkoopseizoen 2009/10 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 36 van Verordening (EG) nr. 877/2009 bedoelde producten worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 28 augustus 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 augustus 2010.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24.

(3)  PB L 253 van 25.9.2009, blz. 3.

(4)  PB L 225 van 27.8.2010, blz. 3.


BIJLAGE

Gewijzigde bedragen van de representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en producten van GN-code 1702 90 95 die gelden met ingang van 28 augustus 2010

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg netto van het betrokken product

Aanvullend recht per 100 kg netto van het betrokken product

1701 11 10 (1)

46,63

0,00

1701 11 90 (1)

46,63

0,92

1701 12 10 (1)

46,63

0,00

1701 12 90 (1)

46,63

0,62

1701 91 00 (2)

44,97

3,98

1701 99 10 (2)

44,97

0,85

1701 99 90 (2)

44,97

0,85

1702 90 95 (3)

0,45

0,24


(1)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt III, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(2)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt II, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(3)  Vaststelling per procent sacharose.


BESLUITEN

28.8.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 226/42


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 17 augustus 2010

tot wijziging van Beschikking 2007/365/EG wat betreft de gevoelige planten en de te nemen maatregelen wanneer Rhynchophorus ferrugineus (Olivier) wordt aangetroffen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 5640)

(2010/467/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), en met name artikel 16, lid 3, vierde zin,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens Beschikking 2007/365/EG (2) van de Commissie moeten de lidstaten maatregelen nemen om het binnenbrengen en de verspreiding van Rhynchophorus ferrugineus (Olivier) te voorkomen (hierna „het nader omschreven organisme”). Bovendien moeten de lidstaten op hun grondgebied een officieel jaarlijks onderzoek uitvoeren naar de aanwezigheid van het nader omschreven organisme of bewijzen van besmetting van planten van de familie Palmae met het nader omschreven organisme en de Commissie en de andere lidstaten in kennis stellen van de resultaten van dat onderzoek.

(2)

Uit de door de lidstaten in 2009 uitgevoerde officiële jaarlijkse onderzoeken blijkt dat het nader omschreven organisme ook planten behorend tot de familie Palmae heeft besmet die in Beschikking 2007/365/EG niet als gevoelige planten worden omschreven. Daarom moeten de tot Palmae behorende plantensoorten worden opgenomen in de lijst van gevoelige planten van Beschikking 2007/365/EG om het mogelijk te maken dat de in die beschikking vastgestelde noodmaatregelen ook op die soorten worden toegepast.

(3)

Uit de met name in 2009 door de Commissie in de lidstaten uitgevoerde inspectiebezoeken blijkt dat de resultaten van de toepassing van Beschikking 2007/365/EG niet volledig bevredigend zijn wat betreft de te nemen maatregelen wanneer het nader omschreven organisme wordt aangetroffen. Naast de bevindingen van die inspectiebezoeken heeft de Commissie verdere informatie over de methoden voor de bestrijding, inperking of uitroeiing van het nader omschreven organisme ontvangen, en wel in januari 2010 van een groep van deskundigen die door de Commissie is opgericht om haar in deze context bij te staan en die is samengesteld uit deskundigen van alle lidstaten die door het nader omschreven organisme worden getroffen, en in mei 2010 naar aanleiding van een internationale conferentie over het nader omschreven organisme, die in Spanje plaatsvond. Rekening houdend met de resultaten van die inspectiebezoeken en de in 2010 ontvangen informatie moeten bepaalde wijzigingen in Beschikking 2007/365/EG worden vastgesteld.

(4)

Uit de in 2009 en 2010 ontvangen informatie blijkt dat het risico van de mogelijke verspreiding van het nader omschreven organisme via de invoer van gevoelige planten uit derde landen of gebieden in derde landen, die niet vrij zijn van het nader omschreven organisme, wegens de verborgen biologie van het nader omschreven organisme niet op passende wijze door geschikte preventieve behandelingen kan worden beperkt. Dergelijke behandelingen voorkomen niet voldoende de verspreiding van het nader omschreven organisme vanuit gevoelige planten die zijn besmet maar geen symptomen vertonen. Daarom moeten uit die derde landen of uit die gebieden in derde landen ingevoerde gevoelige planten worden geplaatst op een terrein in de Unie dat volledig natuurlijk is beschermd.

(5)

Wanneer het nader omschreven organisme wordt aangetroffen in een lidstaat of een deel van een lidstaat waarin het voorheen niet voorkwam, moet de betrokken lidstaat de Commissie en de andere lidstaten daarvan onmiddellijk, en in elk geval binnen vijf dagen, in kennis stellen. Daartoe moet ervoor worden gezorgd dat de verantwoordelijke officiële instantie van die lidstaat onmiddellijk wordt geïnformeerd. In de meeste gevallen moet de betrokken lidstaat verder een afgebakend gebied instellen, een actieplan opstellen en dat actieplan uitvoeren. Om een geïntegreerde aanpak van de uitroeiing van het organisme te vergemakkelijken moet het actieplan alle maatregelen, de redenen voor die maatregelen, een beschrijving van de situatie en de wetenschappelijke gegevens en criteria op grond waarvan die maatregelen zijn gekozen, bevatten.

(6)

In sommige gevallen kan het echter voorkomen dat alleen planten behorende tot één bepaalde zending besmet bleken in een gebied waarin het nader omschreven organisme vroeger niet werd aangetroffen binnen een straal van 10 km rond die besmette planten, dat de besmetting verband houdt met een zending die recent in dat gebied is gebracht en dat die zending daarvóór reeds met het nader omschreven organisme besmet was. In die gevallen en alleen wanneer er een risico van verspreiding van het nader omschreven organisme bestaat, moeten de lidstaten de mogelijkheid hebben om te besluiten dat geen afgebakend gebied wordt ingesteld en de officiële maatregelen te beperken tot de vernietiging van het besmette materiaal, de uitvoering van een geïntensifieerd onderzoek naar de aanwezigheid van het nader omschreven organisme en de tracering van het desbetreffende plantenmateriaal.

(7)

Om de Commissie en de andere lidstaten gedetailleerde informatie te verstrekken over de verspreiding van het nader omschreven organisme en de genomen officiële maatregelen om het in te perken en uit te roeien, moeten de betrokken lidstaten de officiële jaarlijkse onderzoeken bij de Commissie indienen, tezamen met bijgewerkte actieplannen en, indien van toepassing, een bijgewerkte lijst van de afgebakende gebieden met een beschrijving en de ligging van die gebieden.

(8)

Beschikking 2007/365/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2007/365/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1, onder b), wordt vervangen door:

„b)

„gevoelige planten”: planten, met uitzondering van vruchten en zaden, met een diameter aan de voet van de stam van meer dan 5 cm van Areca catechu, Arecastrum romanzoffianum (Cham) Becc, Arenga pinnata, Borassus flabellifer, Brahea armata, Butia capitata, Calamus merillii, Caryota maxima, Caryota cumingii, Chamaerops humilis, Cocos nucifera, Corypha gebanga, Corypha elata, Elaeis guineensis, Howea forsteriana, Jubea chilensis, Livistona australis, Livistona decipiens, Metroxylon sagu, Oreodoxa regia, Phoenix canariensis, Phoenix dactylifera, Phoenix theophrasti, Phoenix sylvestris, Sabal umbraculifera, Trachycarpus fortunei en Washingtonia spp.;”.

2)

Artikel 5 wordt vervangen door:

„Artikel 5

Onderzoeken en kennisgevingen

1.   De lidstaten voeren op hun grondgebied een officieel jaarlijks onderzoek uit naar de aanwezigheid van het nader omschreven organisme of bewijzen van besmetting van planten van Palmae met het nader omschreven organisme.

Onverminderd artikel 16, lid 2, van Richtlijn 2000/29/EG worden de Commissie en de andere lidstaten elk jaar vóór 28 februari in kennis gesteld van de resultaten van die onderzoeken. In de lidstaten waarin het nader omschreven organisme voorkomt, gaat die kennisgeving vergezeld van:

a)

een bijgewerkte versie van de overeenkomstig artikel 6, lid 1, goedgekeurde actieplannen;

b)

een bijgewerkte lijst van de afgebakende gebieden, vastgesteld overeenkomstig artikel 6, lid 1, met bijgewerkte informatie over de beschrijving en de ligging daarvan (inclusief kaarten).

2.   De lidstaten zorgen ervoor dat van elk vermoedelijk of daadwerkelijk voorkomen van het nader omschreven organisme in een gebied op hun grondgebied onmiddellijk bij de verantwoordelijke officiële instantie van de betrokken lidstaat kennisgeving wordt gedaan.

3.   Onverminderd artikel 16, lid 2, van Richtlijn 2000/29/EG stellen de lidstaten in elk geval en binnen vijf dagen de Commissie en de andere lidstaten schriftelijk in kennis van het daadwerkelijke voorkomen van het nader omschreven organisme in een gebied op hun grondgebied waar het voorheen niet werd aangetroffen.”.

3)

Artikel 6 wordt vervangen door:

„Artikel 6

Uitroeiingsmaatregelen, afgebakende gebieden en actieplannen

1.   Wanneer uit de resultaten van de in artikel 5, lid 1, bedoelde onderzoeken, de in artikel 5, lid 2, bedoelde kennisgevingen of de informatie uit andere bronnen blijkt dat het nader omschreven organisme aanwezig is op het grondgebied van een lidstaat, moet de lidstaat onverwijld:

a)

een afgebakend gebied instellen overeenkomstig punt 1 van bijlage II;

b)

een actieplan voor dat afgebakende gebied vaststellen en uitvoeren overeenkomstig punt 3 van bijlage II, waaronder officiële maatregelen overeenkomstig punt 2 van bijlage II.

2.   Wanneer een lidstaat een afgebakend gebied instelt en een actieplan vaststelt overeenkomstig lid 1, stelt hij de Commissie en de andere lidstaten hiervan binnen een maand na de kennisgeving in kennis overeenkomstig artikel 5, lid 3. Deze kennisgeving omvat een beschrijving van dat afgebakende gebied, een kaart en dat actieplan.

3.   De lidstaten zorgen ervoor dat het actieplan en de technische maatregelen, bedoeld in lid 1, onder b), worden uitgevoerd door technisch gekwalificeerde en daartoe gemachtigde ambtenaren en/of door gekwalificeerde diensten of actoren die ten minste onder het directe toezicht van de verantwoordelijke officiële instanties staan.

4.   De lidstaten kunnen afwijken van de verplichting tot instelling van een afgebakend gebied, als bedoeld in lid 1, onder a), wanneer uit de in artikel 5, lid 1, bedoelde onderzoeken, de in artikel 5, lid 2, bedoelde kennisgevingen of de informatie uit andere bronnen blijkt dat:

a)

alleen planten behorende tot één bepaalde zending gevoelige planten besmet bleken te zijn in een gebied met een straal van 10 km rond die besmette planten, in welk gebied het nader omschreven organisme voorheen niet voorkwam;

b)

die zending minder dan vijf maanden geleden in het betrokken gebied was binnengebracht en reeds daarvóór was besmet, en

c)

rekening houdend met deugdelijke wetenschappelijke beginselen, de biologie van het nader omschreven organisme, het besmettingsniveau, de periode van het jaar en de specifieke verspreiding van de gevoelige planten in de betrokken lidstaat, zich sinds het binnenbrengen van de besmette zending in het gebied geen risico van verspreiding van het nader omschreven organisme heeft voorgedaan.

In dergelijke gevallen stellen de lidstaten een actieplan op overeenkomstig punt 3 van bijlage II, maar zij kunnen besluiten geen afgebakend gebied in te stellen en de in punt 3 van bijlage II bedoelde officiële maatregelen te beperken tot de vernietiging van het besmette materiaal, de uitvoering van een geïntensifieerd onderzoek naar de aanwezigheid van het nader omschreven organisme in een gebied dat ten minste 10 km rond de besmetting is gelegen en de tracering van het desbetreffende plantenmateriaal.”.

4)

De bijlagen bij Beschikking 2007/365/EG worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 17 augustus 2010.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.

(2)  PB L 139 van 31.5.2007, blz. 24.


BIJLAGE

De bijlagen bij Beschikking 2007/365/EG worden als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage I, punt 2, onder d), wordt vervangen door:

„d)

indien zij zijn ingevoerd overeenkomstig punt 1, onder c), van deze bijlage, sinds het binnenbrengen in de Unie in een plaats van productie in een lidstaat zijn geteeld gedurende een periode van ten minste één jaar vóór het vervoer, tijdens welke:

i)

de gevoelige planten op een terrein zijn geplaatst dat volledig natuurlijk is beschermd tegen het binnenbrengen en/of verspreiden van het nader omschreven organisme, en

ii)

geen tekenen van het nader omschreven organisme zijn geconstateerd bij de ten minste elke drie maanden uitgevoerde inspecties.”.

2)

Bijlage II, punt 2, wordt vervangen door:

„2.   Officiële maatregelen in afgebakende gebieden

De in artikel 6, lid 1, onder b), bedoelde officiële maatregelen die in de afgebakende gebieden moeten worden genomen, omvatten:

a)

passende maatregelen met het oog op de uitroeiing van het nader omschreven organisme, omvattende:

i)

vernietiging of, in voorkomend geval, mechanische verwijdering van aangetaste delen van de besmette gevoelige planten;

ii)

maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het nader omschreven organisme tijdens de vernietigings- of verwijderingsacties door toepassing van chemische behandelingen in de onmiddellijke nabijheid;

iii)

passende behandeling van besmette gevoelige planten;

iv)

indien van toepassing, plaatsing van een grote hoeveelheid feromoonvallen in besmette gebieden;

v)

indien van toepassing, vervanging van gevoelige planten door niet-gevoelige planten;

vi)

andere maatregelen die bijdragen aan de uitroeiing van het nader omschreven organisme;

b)

maatregelen in verband met de intensieve monitoring van de aanwezigheid van het nader omschreven organisme door passende inspecties en methoden, waaronder ten minste feromoonvallen in besmette gebieden;

c)

zo nodig, specifieke maatregelen in geval er bijzonderheden of complicaties redelijkerwijs kunnen worden verwacht die de uitvoering van de maatregelen kunnen tegenhouden, belemmeren of vertragen, met name maatregelen met betrekking tot de toegang tot en de passende uitroeiing van alle gevoelige planten, besmet of verdacht van besmetting, ongeacht ligging, publiek of particulier eigendom of de daarvoor verantwoordelijke persoon of instantie.

3.   Opstelling en uitvoering van actieplannen

Het in artikel 6, lid 1, onder b), bedoelde actieplan bevat een gedetailleerde beschrijving van de officiële maatregelen die de betrokken lidstaat heeft genomen of voornemens is te nemen voor de uitroeiing van het nader omschreven organisme. In het actieplan wordt een termijn voor de uitvoering van elk van die maatregelen vastgesteld. Het actieplan houdt rekening met de International Standard for Phytosanitary Measures nr. 9 (1) en is gebaseerd op een geïntegreerde aanpak overeenkomstig de beginselen van de International Standard for Phytosanitary Measures nr. 14 (2).

In de afgebakende gebieden, als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder a), waarvoor uit de resultaten van de jaarlijkse onderzoeken over een periode van ten minste drie jaar blijkt dat de uitroeiing van het nader omschreven organisme binnen één extra jaar niet mogelijk is, zijn het actieplan en de uitvoering daarvan in de eerste plaats gericht op de inperking en onderdrukking van het nader omschreven organisme in het besmette gebied, waarbij uitroeiing een doel op de langere termijn is.

Het actieplan heeft ten minste betrekking op de in punt 2 bedoelde officiële maatregelen. Wat punt 2, onder a), betreft, houdt het actieplan rekening met alle daarin vermelde maatregelen en stelt het de redenen voor de uit te voeren maatregelen vast, waarbij een beschrijving wordt gegeven van de situatie en de wetenschappelijke gegevens en criteria op grond waarvan de maatregelen zijn gekozen.


(1)  Guidelines for pest eradication programmes — Reference Standard ISPM No. 9 by the Secretariat of the International Plant Protection Convention, Rome.

(2)  The use of integrated measures in a systems approach for pest risk management — Reference Standard ISPM No. 14 by the Secretariat of the International Plant Protection Convention, Rome.”.


28.8.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 226/46


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 27 augustus 2010

betreffende het tijdelijk in de handel brengen van rassen van Avena strigosa Schreb. die niet zijn opgenomen in de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen of in de nationale rassenlijsten van de lidstaten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 5835)

(Voor de EER relevante tekst)

(2010/468/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (1), en met name artikel 17, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2009/74/EG van de Commissie van 26 juni 2009 tot wijziging van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/55/EG en 2002/57/EG wat betreft de botanische namen van planten, de wetenschappelijke namen van andere organismen en bepaalde bijlagen bij de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG en 2002/57/EG in het licht van de ontwikkeling van de wetenschappelijke en technische kennis (2) heeft de soort Avena strigosa Schreb. (hierna „A. strigosa” genoemd) geïdentificeerd als een zelfstandige soort die moet worden opgenomen in de lijst van onder Richtlijn 66/402/EEG vallende soorten.

(2)

A. strigosa is een gewas waarvan is gebleken dat het een van de meest doeltreffende gewassen is voor de vermindering van de bodemerosie en de stikstofuitspoeling, met name de uitspoeling van nitraten uit agrarische bronnen, en het is een belangrijk bestanddeel van zaaizaadmengsels voor voedergewassen. Overeenkomstig de door de autoriteiten van zes lidstaten (België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje en Portugal) verstrekte informatie is de vraag naar zaaizaad van deze soort de laatste jaren in de Unie en met name in deze lidstaten aanzienlijk gestegen.

(3)

Vóór de inwerkingtreding van Richtlijn 2009/74/EG en de daaropvolgende opneming van A. strigosa in de lijst van onder Richtlijn 66/402/EEG vallende soorten werd de levering aan de markt verzekerd door nationale productie en hoofdzakelijk door invoer uit derde landen van zaaizaad van deze soort overeenkomstig de toen geldende nationale wetgeving. Ingevolge de opneming van A. strigosa in de lijst van onder Richtlijn 66/402/EEG vallende soorten, mag alleen zaaizaad van in de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen geregistreerde soorten in de handel worden gebracht en worden ingevoerd.

(4)

Sinds de opneming van de soort A. strigosa in de lijst van onder Richtlijn 66/402/EEG vallende soorten zijn slechts twee rassen van die soort in de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen geregistreerd.

(5)

In het licht van deze omstandigheden zijn tijdelijke moeilijkheden bij de algemene levering van A. strigosa opgetreden en deze zullen naar verwachting blijven bestaan. Deze moeilijkheden kunnen niet anders worden overwonnen dan wanneer de lidstaten het in de handel brengen van rassen van A. strigosa die niet zijn opgenomen in de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen of in de nationale rassenlijsten van de lidstaten, voor een nader omschreven periode en voor een passende maximumhoeveelheid toestaan.

(6)

De lidstaten moeten daarom worden gemachtigd om het in de handel brengen van dergelijk zaaizaad tijdelijk toe te staan, en wel onder bepaalde voorwaarden en met bepaalde beperkingen en zonder afbreuk te doen aan de meer stringente bepalingen betreffende de aanwezigheid van Avena fatua in zaaigranen, die Denemarken, Estland, Finland, Ierland, Letland, Litouwen, Malta, Nederland, het Verenigd Koninkrijk ten aanzien van Noord-Ierland, en Zweden kunnen toepassen overeenkomstig de desbetreffende beschikkingen en besluiten van de Commissie.

(7)

Uit de door de lidstaten aan de Commissie verstrekte informatie blijkt dat in totaal een hoeveelheid van 4 970 ton nodig is om deze leveringsmoeilijkheden op te lossen (België 300 ton, Frankrijk 3 700 ton, Duitsland 200 ton, Italië 220 ton, Spanje 300 ton en Portugal 250 ton) voor een periode die verstrijkt op 31 december 2010. Om ervoor te zorgen dat dit zaaizaad van toereikende kwaliteit is, moet het ten minste voldoen aan de voorschriften van bijlage II bij Richtlijn 66/402/EEG wat betreft kiemkracht, mechanische zuiverheid en het gehalte aan zaden van andere plantensoorten voor de categorie gecertificeerd zaad van de tweede nabouw van A. strigosa.

(8)

Het is dienstig dat één lidstaat ervoor zorgt dat de hoeveelheid zaaizaad die door de lidstaten overeenkomstig dit besluit in de handel mag worden gebracht, niet de totale maximale hoeveelheid van 4 970 ton overschrijdt, die nodig is om de leveringsmoeilijkheden op te lossen. In lijn met de verzoeken van de zes lidstaten moet Frankrijk daarom als enige coördinator optreden. Om ervoor te zorgen dat het in dit besluit vastgestelde systeem goed functioneert, is het verder nodig dat de coördinerende lidstaat, de andere lidstaten en de Commissie de relevante informatie over aanvragen en de verlening van vergunningen voor het in de handel brengen onmiddellijk delen.

(9)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Het in de handel brengen in de Unie van zaaizaad van de rassen van A. strigosa die niet zijn opgenomen in de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen of in de nationale rassenlijsten van de lidstaten wordt toegestaan voor een periode die verstrijkt op 31 december 2010 en onder de in de leden 2 tot en met 5 bedoelde voorwaarden.

2.   De totale hoeveelheid zaaizaad die in de Unie overeenkomstig dit besluit in de handel mag worden gebracht, mag niet meer bedragen dan 4 970 ton.

3.   Het in lid 1 bedoelde zaaizaad moet voldoen aan de voorschriften van bijlage II bij Richtlijn 66/402/EEG wat betreft de voorwaarden met betrekking tot kiemkracht, mechanische zuiverheid en het gehalte aan zaden van andere plantensoorten waaraan het zaaizaad voor de categorie gecertificeerd zaad van de tweede nabouw van A. strigosa moet voldoen.

4.   Onverminderd de in Richtlijn 66/402/EEG voorgeschreven etikettering bevat het officiële etiket de verklaring dat het zaaizaad in kwestie van een categorie is die voldoet aan minder stringente voorschriften dan die van die richtlijn, en dat deze categorie lager is dan de categorie gecertificeerd zaad van de tweede nabouw. De kleur van het etiket moet bruin zijn.

5.   Het in de handel brengen van het in lid 1 bedoelde zaaizaad is toegestaan onder toepassing van het bepaalde in artikel 2.

Artikel 2

Een zaaizaadleverancier die het in artikel 1, lid 1, bedoelde zaaizaad in de handel wil brengen, dient een aanvraag daartoe in bij de lidstaat waarin hij is gevestigd of bij de lidstaat waarin hij het zaaizaad in de handel wil brengen. In de aanvraag wordt de hoeveelheid zaaizaad aangegeven die de leverancier in de handel wil brengen.

De betrokken lidstaat verleent aan de leverancier een vergunning om de in de aanvraag vermelde hoeveelheid zaaizaad in de handel te brengen, tenzij:

a)

er voldoende bewijs bestaat om te betwijfelen of de leverancier in staat is en voornemens is de in zijn aanvraag vermelde hoeveelheid zaaizaad in de handel te brengen, of

b)

gelet op de informatie die is verstrekt door de in artikel 3, derde alinea, bedoelde coördinerende lidstaat, de verlening van de vergunning zou leiden tot een overschrijding van de totale maximumhoeveelheid zaaizaad, bedoeld in artikel 1, lid 2, of

c)

niet wordt voldaan aan de in artikel 1, lid 3, bedoelde voorwaarden betreffende kiemkracht, mechanische zuiverheid en het gehalte aan zaden van andere plantensoorten.

Wat onder b) betreft, mag de betrokken lidstaat, ingeval de totale maximumhoeveelheid alleen de verlening van een vergunning voor een gedeelte van de in de aanvraag vermelde hoeveelheid mogelijk zou maken, de leverancier een vergunning verlenen voor het in de handel brengen van die kleinere hoeveelheid.

Artikel 3

De lidstaten verlenen elkaar administratieve bijstand bij de toepassing van dit besluit.

Voor de periode die loopt van de inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2010 treedt Frankrijk op als coördinerende lidstaat om ervoor te zorgen dat de hoeveelheid zaaizaad die overeenkomstig dit besluit door de lidstaten in de Unie in de handel mag worden gebracht, de totale maximumhoeveelheid zaaizaad, als bedoeld in artikel 1, lid 2, niet overschrijdt.

Wanneer een lidstaat een aanvraag overeenkomstig artikel 2 ontvangt, stelt hij de coördinerende lidstaat onmiddellijk in kennis van de in die aanvraag vermelde hoeveelheid. De coördinerende lidstaat stelt die lidstaat er onmiddellijk van in kennis of en in welke mate de verlening van een vergunning op grond van die aanvraag zal leiden tot een overschrijding van de totale maximumhoeveelheid zaaizaad.

Artikel 4

De lidstaten delen de Commissie en de overige lidstaten onmiddellijk de hoeveelheden mee waarvoor zij overeenkomstig dit besluit een vergunning voor het in de handel brengen hebben verleend.

Artikel 5

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 27 augustus 2010.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie


(1)  PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309/66.

(2)  PB L 166 van 27.6.2009, blz. 40.


28.8.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 226/48


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 19 augustus 2010

inzake niet-naleving van statistische rapportagevereisten

(ECB/2010/10)

(2010/469/EU)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op artikel 5.1 en artikel 34.1,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank (1), inzonderheid op artikel 7,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2532/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot de bevoegdheid van de Europese Centrale Bank om sancties op te leggen (2), inzonderheid op artikel 6, lid 2,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2157/1999 van de Europese Centrale Bank van 23 september 1999 met betrekking tot de bevoegdheid van de Europese Centrale Bank om sancties op te leggen (ECB/1999/4) (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 25/2009 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2008 met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (herschikking) (ECB/2008/32) (4) en Verordening (EG) nr. 63/2002 van de Europese Centrale Bank van 20 december 2001 met betrekking tot statistieken van door monetaire financiële instellingen ten aanzien van huishoudens en niet-financiële vennootschappen gehanteerde rentetarieven op deposito’s en leningen (ECB/2001/18) (5) stipuleren de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank (ECB) waaraan informatieplichtigen moeten voldoen.

(2)

Artikel 7, lid 1 van Verordening (EG) nr. 2533/98 bepaalt dat de ECB bevoegd is sancties op te leggen aan informatieplichtigen die niet voldoen aan de in ECB-verordeningen of -besluiten vastgelegde statistische rapportageverplichtingen.

(3)

Om de gelijke behandeling van informatieplichtigen te verzekeren, dient de ECB voor de berekening van sancties wegens niet-nageleefde rapportagevereisten, voor de niet-nalevingsprocedure en enige voorafgaande fase een geharmoniseerde aanpak te hanteren,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

In dit besluit wordt bedoeld met:

1.   „informatieplichtige”: heeft dezelfde betekenis als in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2533/98;

2.   „monetaire financiële instelling” (MFI): heeft dezelfde betekenis als in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 25/2009 (ECB/2008/32);

3.   „niet-naleving” en „sanctie”: hebben dezelfde betekenis als in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2532/98;

4.   „ernstig tekortschieten”: omvat de volgende vormen van niet-naleving van rapportagevereisten door informatieplichtigen:

5.   „bevoegde nationale centrale bank” (bevoegde NCB): de NCB van de lidstaat in wiens jurisdictie de niet-naleving plaatsvond;

6.   „uiterste termijn van de NCB”: de door iedere NCB vastgestelde datum voor het ontvangen van gegevens zijdens de informatieplichtingen.

Artikel 2

Werkingssfeer

1.   De ECB en de NCB’s zien toe op naleving door informatieplichtigen van de minimumnormen ter vervulling van hun rapportageverplichtingen, zoals vastgelegd in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 25/2009 (ECB/2008/32) en bijlage III bij Verordening (EG) nr. 63/2002 (ECB/2001/18). Niet-naleving kan de ECB en de bevoegde NCB doen besluiten een controle uit te voeren en/of een niet-nalevingsprocedure te initiëren, zoals bedoeld in artikel 3, leden 1 en 2. Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2533/98 kan de ECB na een niet-nalevingsprocedure sancties opleggen.

2.   Sancties kunnen worden opgelegd na een niet-nalevingsprocedure indien niet wordt voldaan aan de minimumnormen voor indiening (in verband met eisen inzake tijdigheid en technische rapportage), nauwkeurigheid (in verband met lineaire beperkingen en verplicht consistente gegevens van de verschillende perioden) en conceptuele naleving (in verband met definities en classificaties). Ook indien ernstig tekort wordt geschoten, worden sancties opgelegd.

Artikel 3

Controle en niet-nalevingsprocedure

1.   Voor de initiatie van een niet-nalevingsprocedure luidens Verordening (EG) 2532/98 en Verordening (EG) nr. 2157/1999 (ECB/1999/4):

a)

kan de bevoegde NCB, indien de bank niet-naleving van de rapportagevereisten heeft geregistreerd, de betrokken informatieplichtige verwittigen van de aard van de geregistreerde niet-naleving en corrigerende maatregelen aanbevelen ter vermijding van herhaalde niet-naleving;

b)

kunnen de ECB of de bevoegde NCB krachtens artikel 2, lid 2 van Verordening (EG) nr. 2157/1999 (ECB/1999/4) van de betrokken informatieplichtige elke informatie inzake niet-naleving verlangen;

c)

krijgt de informatieplichtige de gelegenheid tot uitleg, indien deze meent dat deze niet-naleving niet aan hem toerekenbaar was.

2.   Hetzij de ECB of de betrokken NCB kunnen overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2532/98 en artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2157/1999 (ECB/1999/4) een niet-nalevingsprocedure initiëren. Tevens zijn de volgende regels van toepassing:

a)

ingeval van ernstig tekortschieten wordt zonder controle een niet-nalevingsprocedure geïnitieerd;

b)

onverminderd punt a) wordt een niet-nalevingsprocedure geïnitieerd nadat de bevoegde NCB herhaalde niet-naleving heeft geregistreerd, tenzij:

i)

de ECB of de bevoegde NCB menen dat een niet-nalevingsprocedure niet dient te worden geïnitieerd, aangezien één of meer van de geregistreerde gevallen van niet-naleving niet aan de informatieplichtige kan worden toegerekend, of

ii)

de potentiële boete onder de minimumdrempel voor sanctieoplegging blijft.

3.   Indien de ECB of de bevoegde NCB een niet-nalevingsprocedure initiëert, wordt de procedure overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2532/98 uitgevoerd, waaronder het uitvaardigen van een schriftelijke kennisgeving en de vaststelling van een met redenen omkleed besluit door de ECB.

Artikel 4

Sanctietoepassing

1.   Sancties worden volgens een tweefaseprocedure berekend: Ten eerste wordt een op kwantitatieve aspecten baserend basisbedrag berekend. Vervolgens wordt rekening gehouden met de in artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2532/98 bedoelde omstandigheden van het geval die het uiteindelijke sanctiebedrag kunnen beïnvloeden.

2.   De ernst van niet-naleving inzake tijdigheid hangt af van het aantal werkdagen vertraging ten aanzien van de uiterste termijn van de NCB.

3.   De ernst van niet-naleving inzake nauwkeurigheid en/of conceptuele naleving hangt af van de omvang van de fout. De ECB houdt geen rekening met afrondings- of verwaarloosbare fouten. Inzake conceptuele naleving worden bovendien gewone herzieningen, d.w.z. niet-systematische herzieningen van de reeksen die binnen de periode (maand of kwartaal) volgende op de eerste rapportage worden gerapporteerd, niet beschouwd als gevallen van conceptuele niet-naleving.

4.   Artikel 7, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2533/98 somt de maximumsancties op die de ECB informatieplichtigen kan opleggen.

5.   Indien niet-naleving van statische rapportagevereisten ook resulteert in niet-naleving van reserveverplichtingen, wordt geen sanctie opgelegd voor de niet-naleving van de statistische rapportagevereisten.

Artikel 5

Slotbepaling

Dit besluit treedt op 1 september 2010 in werking. Het is van toepassing vanaf de referentieperiode december 2010 voor maandelijkse en jaarlijkse rapportagevereisten en het vierde kwartaal van 2010 voor kwartaalrapportagevereisten.

Gedaan te Frankfurt am Main, 19 augustus 2010.

De president van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  PB L 318 van 27.11.1998, blz. 8.

(2)  PB L 318 van 27.11.1998, blz. 4.

(3)  PB L 264 van 12.10.1999, blz. 21.

(4)  PB L 15 van 20.1.2009, blz. 14.

(5)  PB L 10 van 12.1.2002, blz. 24.