ISSN 1725-2598

doi:10.3000/17252598.L_2010.190.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 190

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

53e jaargang
22 juli 2010


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

 

 

2010/397/EU

 

*

Besluit van de Raad van 3 juni 2010 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Salomonseilanden

1

Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Salomonseilanden

3

Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende de voorlopige toepassing van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Salomonseilanden

27

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) nr. 621/2010 van de Raad van 3 juni 2010 betreffende de toewijzing van de vangstmogelijkheden in het kader van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Salomonseilanden

29

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

22.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 190/1


BESLUIT VAN DE RAAD

van 3 juni 2010

betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Salomonseilanden

(2010/397/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 43, lid 2, juncto artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Unie heeft met de Salomonseilanden onderhandeld over een partnerschapsovereenkomst inzake visserij waarbij aan vaartuigen van de Unie vangstmogelijkheden worden toegekend in de wateren waarover de Salomonseilanden de soevereiniteit of de jurisdictie voor visserijaangelegenheden bezitten.

(2)

Na afloop van die onderhandelingen is op 26 september 2009 een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij geparafeerd.

(3)

De Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Salomonseilanden inzake de visserij in de visserijzone van de Salomonseilanden (1) moet worden ingetrokken en vervangen door de nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij.

(4)

De nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij moet namens de Unie worden ondertekend.

(5)

Om te garanderen dat de vaartuigen van de Unie kunnen blijven vissen, is het van wezenlijk belang dat de nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij zo spoedig mogelijk wordt toegepast. Daarom hebben de partijen een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling geparafeerd die, in afwachting van de inwerkingtreding van de nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij, voorziet in de voorlopige toepassing ervan met ingang van 9 oktober 2009.

(6)

De Unie heeft er belang bij de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende de voorlopige toepassing van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij goed te keuren,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De ondertekening namens de Unie van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Salomonseilanden wordt, onder voorbehoud van de sluiting ervan, goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon/personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn, de overeenkomst inzake visserij namens de Unie, onder voorbehoud van de sluiting ervan, te ondertekenen.

Artikel 3

De Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende de voorlopige toepassing van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Salomonseilanden wordt namens de Unie goedgekeurd.

De tekst van bedoelde overeenkomst in de vorm van een briefwisseling is aan dit besluit gehecht.

Artikel 4

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon/personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn, de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende de voorlopige toepassing van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij te ondertekenen teneinde daardoor de Unie te binden.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 3 juni 2010.

Voor de Raad

De voorzitster

E. ESPINOSA


(1)  PB L 105 van 13.4.2006, blz. 34.


PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST INZAKE VISSERIJ TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN DE SALOMONSEILANDEN

DE EUROPESE UNIE, hierna „de Europese Unie” genoemd,

alsmede

DE REGERING VAN DE SALOMONSEILANDEN, hierna „de Salomonseilanden” genoemd,

hierna als „de partijen” aangeduid,

GELET OP de nauwe samenwerking en goede werkrelatie tussen de Europese Unie en de Salomonseilanden, met name in het kader van de overeenkomst van Cotonou en de gemeenschappelijke wens om deze betrekkingen te onderhouden en uit te breiden,

GELET OP de wens van beide partijen om de duurzame exploitatie van de visserijrijkdommen te bevorderen door een intensievere samenwerking,

REKENING HOUDEND MET het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee en de Overeenkomst van de Verenigde Naties inzake over grote afstanden trekkende visbestanden,

VASTBESLOTEN om de besluiten en aanbevelingen van de Commissie voor de visserij in de westelijke en centrale Stille Oceaan, hierna de „WCPFC” genoemd, uit te voeren,

ZICH BEWUST van het belang van de beginselen die zijn vastgelegd in de in 1995 tijdens de conferentie van de FAO goedgekeurde Gedragscode voor een verantwoorde visserij,

MET INACHTNEMING VAN de soevereine rechten van de Salomonseilanden overeenkomstig het Verdrag van de Verenigde Naties van 1982 inzake het recht van de zee, de Overeenkomst van de Verenigde Naties van 1995 inzake over grote afstanden trekkende visbestanden, en andere bij internationaal recht vastgestelde beginselen en praktijken, alsmede de soevereine rechten met het oog op het exploreren, exploiteren, instandhouden en beheren van de levende rijkdommen in de EEZ van de Salomonseilanden,

VASTBERADEN om in hun beider belang samen te werken aan de versterking van een verantwoorde visserij ter waarborging van de instandhouding op lange termijn en de duurzame exploitatie van de levende mariene rijkdommen,

ERVAN OVERTUIGD DAT deze samenwerking in het teken moet staan van de complementariteit van de initiatieven en de maatregelen die door beide partijen samen of afzonderlijk worden uitgevoerd, en dat daartoe de coherentie van de beleidslijnen en de synergie van de inspanningen moeten worden gegarandeerd,

VASTBESLOTEN daartoe een dialoog over het door de Salomonseilanden gevoerde sectorale visserijbeleid op gang te brengen en passende middelen te kiezen om ervoor te zorgen dat dit beleid doeltreffend wordt uitgevoerd en dat de economische actoren en het maatschappelijk middenveld bij dit proces worden betrokken,

VERLANGENDE voorwaarden en voorschriften vast te stellen met betrekking tot de visserijactiviteiten van EU-vaartuigen in de wateren van de Salomonseilanden, en met betrekking tot de steun die de Europese Unie verleent ter versterking van een verantwoorde visserij in die wateren,

VASTBERADEN te streven naar nauwere economische samenwerking in de visserijsector en verwante sectoren via de oprichting en ontwikkeling van gemeenschappelijke ondernemingen tussen vennootschappen van beide partijen,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Toepassingsgebied

Bij deze overeenkomst worden de beginselen, regels en procedures vastgesteld inzake:

de economische, financiële, technische en wetenschappelijke samenwerking in de visserijsector, met als doel om, ter bevordering van de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visserijrijkdommen een verantwoorde visserij in de visserijzone van de Salomonseilanden te bevorderen en de visserijsector van de Salomonseilanden te ontwikkelen;

de voorschriften betreffende de toegang van EU-vaartuigen tot de visserijzone van de Salomonseilanden;

de samenwerking betreffende de regelingen voor de controle van de visserij in de visserijzone van de Salomonseilanden, met als doel de naleving van de bovenbedoelde voorschriften te garanderen, ervoor te zorgen dat de maatregelen op het gebied van de instandhouding en het beheer van de visserijrijkdommen hun doel treffen, en illegale, niet-aangegeven en ongereglementeerde visserij te verhinderen;

partnerschappen tussen vennootschappen met het oog op de ontwikkeling, in hun gemeenschappelijk belang, van economische activiteiten in de visserijsector en van daarmee verband houdende activiteiten.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)   „autoriteiten van de Salomonseilanden”: het ministerie van Visserij en Mariene Rijkdommen van de Salomonseilanden;

b)   „autoriteiten van de Europese Unie”: de Commissie;

c)   „visserijzone van de Salomonseilanden”: de wateren waarover de Salomonseilanden op visserijgebied de soevereiniteit of de jurisdictie hebben. De in deze overeenkomst bedoelde visserijactiviteiten van EU-vaartuigen mogen alleen worden uitgeoefend in de zones waarin visserij is toegestaan op grond van de wetgeving van de Salomonseilanden;

d)   „vaartuig van de Europese Unie”: een vissersvaartuig dat de vlag van een lidstaat van de Europese Unie voert en in de Europese Unie is geregistreerd;

e)   „gemeenschappelijke onderneming”: een commerciële vennootschap die op de Salomonseilanden wordt opgericht door reders of nationale ondernemingen van de partijen met het oog op visserij- of verwante activiteiten;

f)   „Gemengd Comité”: een comité van vertegenwoordigers van de Europese Unie en van de Salomonseilanden, als omschreven in artikel 9 van deze overeenkomst;

g)   „visserij”:

i)

het opsporen, vangen of oogsten van vis;

ii)

pogingen om vis op te sporen, te vangen of te oogsten;

iii)

iedere andere activiteit die, naar redelijkerwijs mag worden verwacht, leidt tot het opsporen, vangen of oogsten van vis voor om het even welk doel;

iv)

het plaatsen, opsporen of ophalen van visverzamelinrichtingen of bijbehorende elektronische apparatuur, zoals radiobakens;

v)

alle activiteiten op zee die rechtstreeks dienen ter ondersteuning of voorbereiding van activiteiten als omschreven onder i) tot en met iv);

vi)

het gebruik van enig ander vaartuig of vliegtuig voor activiteiten als omschreven onder i) tot en met v), behalve in noodgevallen waarin de gezondheid en veiligheid van bemanningsleden of de veiligheid van een vaartuig wordt bedreigd;

h)   „vissersvaartuig”: een vaartuig dat wordt gebruikt om te vissen of bedoeld is om te vissen, met inbegrip van ondersteuningsvaartuigen, transportvaartuigen en andere vaartuigen die rechtstreeks bij visserijactiviteiten betrokken zijn;

i)   „visreis”: de periode die ingaat op de datum waarop het vaartuig de EEZ van de Salomonseilanden binnenvaart en afloopt op de datum waarop de lading van dat vaartuig geheel of gedeeltelijk wordt aangeland of wordt overgeladen op een ander vaartuig;

j)   „overlading”: het overbrengen, in of buiten de voorgeschreven haven, van de volledige of gedeeltelijke aan boord van een vissersvaartuig gehouden vangst naar een ander vissersvaartuig;

k)   „abnormale omstandigheden”: andere omstandigheden dan natuurverschijnselen die aan de redelijke controle van een van de partijen ontsnappen en de uitoefening van de visserijactiviteiten in de wateren van de Salomonseilanden verhinderen;

l)   „ACS-zeelieden”: elke zeeman die onderdaan is van een niet-Europees land dat de overeenkomst van Cotonou heeft ondertekend. In die zin is een zeeman van de Salomonseilanden een ACS-zeeman;

m)   „delegatie van de Europese Unie”: de delegatie van de Europese Unie op de Salomonseilanden;

n)   „reder”: elke persoon die juridisch aansprakelijk is voor een vissersvaartuig;

o)   „vismachtiging”: het recht om overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst visserijactiviteiten te verrichten in een bepaalde periode, in een bepaalde zone of in een bepaalde visserijtak. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder „vismachtiging” de visvergunning verstaan als bedoeld in de visserijwet van 1998 van de Salomonseilanden of in Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van uniale vissersvaartuigen buiten de uniale wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de uniale wateren.

Artikel 3

Beginselen en doelstellingen betreffendede uitvoering van deze overeenkomst

1.   De partijen verbinden zich tot het bevorderen van verantwoorde visserij in de visserijzone van de Salomonseilanden zonder onderscheid te maken tussen de verschillende vloten die in de visserijzone van de Salomonseilanden actief zijn en zonder afbreuk te doen aan overeenkomsten tussen ontwikkelingslanden in een bepaald gebied, met inbegrip van wederzijdse visserijovereenkomsten.

2.   De partijen werken samen aan de uitvoering van een door de Salomonseilanden vastgesteld sectoraal visserijbeleid en gaan daartoe een beleidsdialoog aan over de noodzakelijke hervormingen. Zij plegen onderling overleg met het oog op de vaststelling van eventuele maatregelen op dit gebied.

3.   De partijen werken ook samen aan gezamenlijke en unilaterale evaluaties voor, tijdens en na maatregelen, programma’s en acties die op grond van deze overeenkomst worden uitgevoerd.

4.   De partijen verbinden zich ertoe deze overeenkomst uit te voeren volgens de beginselen van goed economisch en sociaal bestuur en daarbij rekening te houden met de toestand van de visserijrijkdommen en/of visbestanden.

5.   Als zeelieden van de Salomonseilanden en/of ACS-landen op EU-vaartuigen worden aangemonsterd, geldt de verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk, die van rechtswege van toepassing is op de overeenkomstige contracten en algemene arbeidsvoorwaarden. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling van werknemers en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep.

Artikel 4

Wetenschappelijke samenwerking

1.   Gedurende de door deze overeenkomst bestreken periode houden de Europese Unie en de Salomonseilanden toezicht op de toestand van de visserijrijkdommen in de visserijzone van de Salomonseilanden.

2.   De twee partijen plegen, op basis van de aanbevelingen en resoluties van alle bevoegde internationale organisaties voor de ontwikkeling en het beheer van de visserij en in het licht van het beste beschikbare wetenschappelijke advies, overleg in het in artikel 9 van deze overeenkomst bedoelde Gemengd Comité en stellen waar nodig maatregelen voor een duurzaam beheer van de visserijrijkdommen vast, met name met betrekking tot de visserijrijkdommen die belangrijk zijn voor de activiteiten van de EU-vaartuigen.

3.   De partijen verbinden zich ertoe om enerzijds, hetzij rechtstreeks, inclusief op subregionaal niveau, hetzij in het kader van bevoegde internationale organisaties, met elkaar overleg te plegen teneinde het beheer en de instandhouding van de levende rijkdommen in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan te garanderen, en anderzijds samen te werken in het kader van het desbetreffende wetenschappelijke onderzoek.

Artikel 5

Toegang van vaartuigen van de Europese Unie tot de visserijin de wateren van de Salomonseilanden

1.   De Salomonseilanden verbinden zich ertoe, EU-vaartuigen toe te staan visserijactiviteiten in hun visserijzone te verrichten overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst en het protocol en de bijlage daarbij.

2.   De visserijactiviteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, worden verricht overeenkomstig de op de Salomonseilanden geldende wetten en voorschriften. De autoriteiten van de Salomonseilanden stellen de autoriteiten van de Europese Unie in kennis van elke wijziging van voornoemde wetgeving. Onverminderd bepalingen die de partijen onder elkaar overeenkomen, nemen de EU-vaartuigen deze wijzigingen van de regelgeving binnen één maand na de kennisgeving ervan in acht.

3.   De Salomonseilanden verbinden zich ertoe, al het nodige te doen voor de doeltreffende toepassing van de in het protocol opgenomen bepalingen inzake visserijtoezicht. De EU-vaartuigen werken samen met de voor de uitvoering van dit toezicht bevoegde autoriteiten van de Salomonseilanden.

4.   De Europese Unie verbindt zich ertoe al het nodige te doen om ervoor te zorgen dat haar vaartuigen deze overeenkomst en de wetgeving inzake de uitoefening van de visserij in de visserijzone van de Salomonseilanden in acht nemen.

Artikel 6

Voorwaarden voor de uitoefening van de visserij — Exclusiviteitsclausule

1.   De EU-vaartuigen mogen slechts in de visserijzone van de Salomonseilanden vissen indien zij in het bezit zijn van een geldige vismachtiging die door de autoriteiten van de Salomonseilanden is afgegeven in het kader van deze overeenkomst en het daaraan gehechte protocol.

2.   De autoriteiten van de Salomonseilanden kunnen vismachtigingen aan EU-vaartuigen afgeven voor niet in het geldende protocol opgenomen visserijtakken en voor de experimentele visserij. Dergelijke machtigingen mogen echter alleen worden afgegeven indien beide partijen daarover gunstig hebben geadviseerd.

3.   De voor de EU-vaartuigen geldende procedure voor het verkrijgen van een vismachtiging, de verschuldigde rechten en de wijze van betaling zijn vastgesteld in de bijlage bij het protocol.

Artikel 7

Financiële bijdrage

1.   De Europese Unie betaalt de Salomonseilanden een financiële tegenprestatie overeenkomstig de in het protocol en de bijlage daarbij vastgestelde voorwaarden. Deze enige financiële tegenprestatie wordt berekend op basis van twee elementen, namelijk:

a)

de toegang van de EU-vaartuigen tot de visserijzone en de visserijrijkdommen van de Salomonseilanden, en

b)

de financiële steun van de Europese Unie voor de uitvoering van een nationaal visserijbeleid dat is gebaseerd op verantwoorde visserij en duurzame exploitatie van de visserijrijkdommen in de wateren van de Salomonseilanden.

2.   Het in lid 1, onder b), bedoelde element van de financiële tegenprestatie wordt bepaald op basis van doelstellingen die de twee partijen in onderlinge overeenstemming en overeenkomstig de bepalingen van het protocol vaststellen en die moeten worden bereikt in het kader van het door de autoriteiten van de Salomonseilanden vastgestelde sectorale visserijbeleid en in het kader van een jaarlijks en een meerjarig programma voor de uitvoering daarvan.

3.   De financiële tegenprestatie van de Europese Unie wordt ieder jaar betaald overeenkomstig de bepalingen van het protocol en onverminderd de bepalingen van deze overeenkomst en van het protocol inzake eventuele wijzigingen van het bedrag van de tegenprestatie op grond van:

a)

abnormale omstandigheden;

b)

een verlaging van de vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen, die in onderlinge overeenstemming wordt vastgesteld met het oog op de toepassing van maatregelen voor het beheer van de betrokken bestanden, voor zover dit op basis van het beste beschikbare wetenschappelijke advies nodig wordt geacht voor de instandhouding en de duurzame exploitatie van de rijkdommen;

c)

een verhoging van de vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen, die in onderlinge overeenstemming door de partijen wordt vastgesteld voor zover dit gezien de toestand van de betrokken visserijrijkdommen volgens het beste beschikbare wetenschappelijke advies mogelijk is;

d)

een gezamenlijke herziening van de voorwaarden inzake de financiële steun voor de uitvoering van een sectoraal visserijbeleid op de Salomonseilanden, voor zover dit gerechtvaardigd is op grond van de door de partijen geconstateerde resultaten van de jaarlijkse en meerjarige programmering;

e)

de schorsing van de toepassing van deze overeenkomst overeenkomstig artikel 13;

f)

de opzegging van deze overeenkomst overeenkomstig artikel 14.

Artikel 8

Bevordering van samenwerkingtussen economische actoren en in het maatschappelijk middenveld

1.   De partijen stimuleren de economische, wetenschappelijke en technische samenwerking in de visserijsector en in de aanverwante sectoren. Zij plegen onderling overleg om de verschillende maatregelen die hiertoe kunnen worden genomen, te coördineren.

2.   De partijen verbinden zich ertoe, de uitwisseling van informatie over visserijtechnieken, vistuig, conserveringsmethoden en procedés voor de verwerking van visserijproducten te bevorderen.

3.   De partijen streven naar gunstige omstandigheden voor het bevorderen van de betrekkingen tussen hun bedrijven op technisch, economisch en commercieel gebied door een voor ondernemingen en investeerders gunstig klimaat te stimuleren.

4.   De partijen stimuleren met name de oprichting van gemeenschappelijke ondernemingen die gericht zijn op het wederzijdse belang en systematisch in overeenstemming zijn met de op de Salomonseilanden en in de Europese Unie vigerende wetgeving.

Artikel 9

Gemengd Comité

1.   Er wordt een Gemengd Comité opgericht dat wordt belast met het toezicht op en de controle van de toepassing en de uitvoering van deze overeenkomst. Het Gemengd Comité heeft de volgende taken:

a)

toezien op de uitvoering, interpretatie, uitvoering en goede werking van de overeenkomst;

b)

toezicht houden op de bijdrage van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij aan de uitvoering van het sectorale visserijbeleid van de Salomonseilanden, en deze evalueren;

c)

optreden als contactorgaan voor vraagstukken van gemeenschappelijk belang op visserijgebied;

d)

fungeren als forum voor de minnelijke schikking van geschillen over de interpretatie, uitvoering of toepassing van de overeenkomst;

e)

indien nodig de vangstmogelijkheden, en naar aanleiding daarvan de financiële tegenprestatie, herzien;

f)

waar nodig de wijze van berekening van de visserijinspanning aanpassen met inachtneming van de op regionaal niveau geldende bepalingen, bijvoorbeeld inzake de regeling voor vaartuigdagen;

g)

elke andere taak vervullen die de partijen dit comité in onderlinge overeenstemming opleggen, inclusief taken in verband met de strijd tegen de illegale, niet-aangegeven en ongereglementeerde visserij.

2.   Het Gemengd Comité komt ten minste eenmaal per jaar bijeen, afwisselend op de Salomonseilanden en in de Europese Unie, of op een andere door de partijen overeengekomen plaats, en wordt voorgezeten door de partij die de vergadering organiseert. Op verzoek van één van beide partijen wordt een buitengewone vergadering belegd.

Waar nodig kunnen de besluiten van het Gemengd Comité op verzoek van één van beide partijen via de schriftelijke procedure worden vastgesteld.

Artikel 10

Geografisch gebied waarop de overeenkomst van toepassing is

Deze overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op de gebieden waarop het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing is, overeenkomstig de in dat verdrag vastgestelde voorwaarden, en, anderzijds, op het grondgebied van de Salomonseilanden.

Artikel 11

Looptijd

Deze overeenkomst blijft, vanaf de datum van haar inwerkingtreding, drie jaar van kracht; zij wordt stilzwijgend verlengd voor een periode van telkens drie jaar, tenzij zij overeenkomstig artikel 14 wordt opgezegd.

Artikel 12

Regeling van geschillen

Bij geschillen betreffende de interpretatie, uitvoering en/of toepassing van deze overeenkomst plegen de partijen overleg.

Artikel 13

Schorsing

1.   Onverminderd artikel 12 kan de toepassing van deze overeenkomst op initiatief van één van beide partijen worden geschorst wanneer tussen de partijen een ernstige onenigheid bestaat over de toepassing van bepalingen van de overeenkomst. De toepassing kan pas worden geschorst indien de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum waarop de schorsing van kracht wordt, meldt. Na ontvangst van deze melding plegen de partijen overleg met het oog op de minnelijke schikking van hun geschil.

2.   De in artikel 7 bedoelde financiële tegenprestatie wordt voor de duur van de schorsing evenredig en pro rata temporis verlaagd.

Artikel 14

Opzegging

1.   Deze overeenkomst kan door elke partij wegens abnormale omstandigheden worden opgezegd, bijvoorbeeld wanneer de toestand van de betrokken visbestanden verslechtert, wanneer een verlaging van de door de Salomonseilanden aan de EU-vaartuigen toegekende vangstmogelijkheden wordt geconstateerd of wanneer de door de partijen aangegane verbintenissen tot het bestrijden van illegale, niet-aangegeven en ongereglementeerde visserij niet worden nagekomen.

2.   De betrokken partij stelt de andere partij ten minste zes maanden voor het einde van de eerste periode of van iedere volgende periode schriftelijk in kennis van haar voornemen om de overeenkomst op te zeggen.

3.   Beide partijen gaan in onderhandeling zodra de in lid 2 bedoelde kennisgeving is verzonden.

4.   De in artikel 7 bedoelde financiële tegenprestatie wordt pro rata temporis evenredig verlaagd voor het jaar waarin de opzegging ingaat.

Artikel 15

Protocol en bijlage

Het protocol en de bijlage daarbij vormen een integrerend deel van deze overeenkomst.

Artikel 16

Nationaal recht

De activiteiten van de EU-vissersvaartuigen die in de wateren van de Salomonseilanden actief zijn, ressorteren onder het op de Salomonseilanden vigerende recht, tenzij anders is bepaald in de overeenkomst of het protocol en de daarbij horende bijlage en aanhangsels.

Artikel 17

Intrekking

De op 9 oktober 2006 in werking getreden Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Salomonseilanden inzake de visserij in de visserijzone van de Salomonseilanden wordt met ingang van de dag van inwerkingtreding van de onderhavige overeenkomst ingetrokken en door deze laatste vervangen.

Artikel 18

Inwerkingtreding

Deze overeenkomst, opgesteld in twee exemplaren in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, treedt in werking op de dag waarop de partijen elkaar schriftelijk ervan in kennis stellen dat hun respectieve daartoe vereiste interne procedures zijn afgewikkeld.

PROTOCOL

tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de voor de periode van 9 oktober 2009 tot en met 8 oktober 2012 geldende Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Salomonseilanden

Artikel 1

Geldigheidsduur en vangstmogelijkheden

1.   Op grond van artikel 5 van de overeenkomst verlenen de Salomonseilanden jaarlijkse vangstmogelijkheden aan EU-vaartuigen voor de tonijnvisserij in overeenstemming met hun nationale tonijnbeheersplan en binnen de grenzen die zijn vastgesteld in het kader van de Palau-regeling voor het beheer van de ringzegenvisserij in het westelijke deel van de Stille Oceaan, hierna „de Palau-regeling” genoemd.

2.   De op grond van artikel 5 van de overeenkomst toegekende vangstmogelijkheden worden voor een op 9 oktober 2009 ingaande periode van drie jaar voor over grote afstanden trekkende soorten (zoals opgenomen in bijlage 1 bij het Verdrag van de Verenigde Naties van 1982 inzake het recht van de zee) als volgt vastgesteld:

vaartuigen voor de visserij met de ringzegen: 4 vaartuigen.

3.   De leden 1 en 2 zijn van toepassing onder voorbehoud van de artikelen 4 en 5 van dit protocol.

4.   Vaartuigen die de vlag van een lidstaat van de Europese Unie voeren, mogen slechts visserijactiviteiten in de visserijzone van de Salomonseilanden uitoefenen indien zij in het bezit zijn van een geldige vismachtiging die door de autoriteiten van de Salomonseilanden is afgegeven in het kader van dit protocol en overeenkomstig de bepalingen in de bijlage bij dit protocol.

Artikel 2

Financiële tegenprestatie — Betalingswijze

1.   De in artikel 7 van de overeenkomst bedoelde financiële tegenprestatie voor de in artikel 1, lid 2, vermelde periode bestaat uit:

een jaarlijks bedrag van 260 000 EUR, dat overeenkomt met een referentietonnage van 4 000 t per jaar, en

een specifiek bedrag van 140 000 EUR per jaar voor de ondersteuning en uitvoering van het sectorale visserijbeleid van de salomonseilanden. Dit specifieke bedrag maakt integrerend deel uit van de in artikel 7 van de overeenkomst vastgestelde enige financiële tegenprestatie.

2.   Lid 1 is van toepassing onder voorbehoud van het bepaalde in de artikelen 4, 5, 6 en 7 van dit protocol.

3.   Het in lid 1 vastgestelde totaalbedrag (i.e. 400 000 EUR) wordt, zolang dit protocol van toepassing is, elk jaar door de Europese Unie betaald.

4.   Indien de totale vangst van de EU-vaartuigen in de visserijzone van de Salomonseilanden meer bedraagt dan de referentietonnage, wordt het bedrag van de jaarlijkse financiële tegenprestatie met 65 EUR per extra gevangen ton verhoogd. De Europese Unie mag jaarlijks in totaal evenwel niet meer betalen dan het dubbele van het in lid 3 vermelde bedrag (d.i. 800 000 EUR). Indien de EU-vaartuigen meer vangen dan de met het dubbele van het jaarlijkse totaalbedrag overeenstemmende hoeveelheid, wordt het voor de extra hoeveelheid verschuldigde bedrag het volgende jaar betaald.

5.   De in lid 1 bedoelde financiële tegenprestatie wordt voor het eerste jaar uiterlijk op 1 december 2010 betaald en voor de volgende jaren uiterlijk op de dag waarop het protocol verjaart.

6.   Onverminderd artikel 7 wordt het besluit over de toewijzing van deze financiële middelen genomen in het kader van de financiële instructies van de Salomonseilanden en staat het de autoriteiten van de Salomonseilanden bijgevolg volledig vrij te beslissen betreffende de benutting van deze middelen.

7.   De in dit artikel bedoelde bedragen worden overgemaakt naar een bij de centrale bank van de Salomonseilanden geopende bankrekening van de openbare schatkist, waarvan de gegevens jaarlijks door de autoriteiten van de Salomonseilanden aan de Europese Unie worden gemeld.

Artikel 3

Samenwerking met het oog op verantwoorde visserij — Wetenschappelijke samenwerking

1.   De partijen verbinden zich tot het bevorderen van verantwoorde visserij in de visserijzone van de Salomonseilanden zonder onderscheid te maken tussen de verschillende vloten die in die wateren actief zijn.

2.   Gedurende de door dit protocol bestreken periode trachten de Europese Unie en de Salomonseilanden toezicht te houden op de toestand van de visserijrijkdommen in de visserijzone van de Salomonseilanden.

3.   De partijen verbinden zich ertoe de subregionale samenwerking op het gebied van verantwoorde visserij te bevorderen, met name in het kader van de Commissie voor de visserij in de westelijke en centrale Stille Oceaan (WCPFC) en iedere andere bevoegde subregionale of internationale organisatie.

4.   Overeenkomstig artikel 4 van de overeenkomst plegen de partijen, op basis van het beste beschikbare wetenschappelijke advies, overleg in het in artikel 9 van de overeenkomst bedoelde Gemengd Comité teneinde waar nodig maatregelen vast te stellen om het duurzame beheer van de visserijrijkdommen te waarborgen, met name met betrekking tot de visserijrijkdommen die belangrijk zijn voor de activiteiten van de EU-vaartuigen.

Artikel 4

Herziening van de vangstmogelijkheden in onderlinge overeenstemming

1.   De in artikel 1 bedoelde vangstmogelijkheden kunnen in onderlinge overeenstemming worden verhoogd voor zover uit de conclusies van de jaarlijkse vergadering van de leden van de Palau-regeling en de jaarlijkse evaluatie van de bestanden door het secretariaat van de Pacifische Gemeenschap blijkt dat een dergelijke verhoging het duurzame beheer van de visserijrijkdommen van de Salomonseilanden niet in gevaar brengt. De in artikel 2, lid 1, bedoelde financiële tegenprestatie wordt dan evenredig en pro rata temporis verhoogd.

2.   Wanneer de partijen daarentegen overeenstemming bereiken over de vaststelling van een verlaging van de in artikel 1 bedoelde vangstmogelijkheden, wordt de financiële tegenprestatie evenredig en pro rata temporis verlaagd.

Artikel 5

Andere vangstmogelijkheden

1.   Indien EU-vaartuigen belangstelling hebben voor andere dan in artikel 1 bedoelde vangstmogelijkheden, streven beide partijen naar een overeenkomst over de aan die nieuwe vangstmogelijkheden verbonden voorwaarden en wijzigen zij waar nodig dit protocol en de bijlage daarbij.

2.   De partijen mogen gezamenlijke experimentele visserijsurveys in de visserijzone van de Salomonseilanden verrichten voor zover daartoe een advies is afgegeven door een door de partijen opgerichte wetenschappelijke vergadering. Daartoe plegen zij overleg op verzoek van een van de partijen en bepalen zij per geval de nieuwe soorten, voorwaarden en andere parameters.

3.   Beide partijen oefenen de experimentele visserijactiviteiten uit in overeenstemming met de in onderlinge overeenstemming vastgestelde wetenschappelijke en administratieve parameters. Machtigingen voor experimentele visserij worden afgegeven voor testdoeleinden en de looptijd en begindatum ervan worden in onderlinge overeenstemming door beide partijen vastgesteld.

4.   Wanneer de partijen vaststellen dat de experimentele surveys positieve resultaten hebben opgeleverd zonder aantasting van de ecosystemen en met instandhouding van de levende mariene rijkdommen, kunnen volgens de in artikel 4 van dit protocol bedoelde overlegprocedure nieuwe vangstmogelijkheden aan de EU-vaartuigen worden toegekend tot het verstrijken van het protocol en overeenkomstig de toegestane visserijinspanning. De financiële tegenprestatie wordt overeenkomstig verhoogd en wordt berekend volgens een afgesproken formule.

Artikel 6

Schorsing en herziening van de betaling van de financiële tegenprestatiein abnormale omstandigheden

1.   Als andere abnormale omstandigheden dan natuurverschijnselen de visserijactiviteiten in de exclusieve economische zone (EEZ) van de Salomonseilanden verhinderen, kan de Europese Unie de betaling van de in artikel 2, lid 1, van dit protocol vastgestelde financiële tegenprestatie schorsen.

2.   Het besluit tot schorsing in de in lid 1 bedoelde gevallen wordt, na overleg tussen beide partijen, genomen binnen twee maanden na het verzoek van een van beide partijen, op voorwaarde dat de Europese Unie op het moment van de schorsing alle verschuldigde bedragen heeft betaald.

3.   De betaling van de financiële tegenprestatie wordt hervat zodra de partijen na overleg in onderlinge overeenstemming constateren dat de omstandigheden die de visserijactiviteiten hebben verhinderd, verdwenen zijn en/of dat de situatie zodanig is veranderd dat weer gevist kan worden.

4.   De duur van de samen met de betaling van de financiële tegenprestatie geschorste geldigheid van de aan EU-vaartuigen verleende machtigingen wordt verlengd met een periode die gelijk is aan de duur van de schorsing van de visserijactiviteiten.

Artikel 7

Bevordering van verantwoorde visserij in de wateren van de Salomonseilanden

1.   De helft van de in dit protocol bedoelde financiële tegenprestatie wordt elk jaar toegewezen voor de ondersteuning en verwezenlijking van doelstellingen die in het kader van het door de autoriteiten van de Salomonseilanden vastgestelde sectorale visserijbeleid worden omschreven en door de twee partijen worden goedgekeurd overeenkomstig de onderstaande bepalingen.

De Salomonseilanden beheren het overeenkomstige bedrag op basis van de doelstellingen die beide partijen in onderlinge overeenstemming en overeenkomstig de geldende, op een duurzaam en verantwoord beheer van de sector gerichte prioriteiten van het visserijbeleid van de Salomonseilanden hebben vastgesteld, en op basis van de daarmee samenhangende jaarlijkse en meerjarige programmering overeenkomstig lid 2.

2.   Op voorstel van de Salomonseilanden en met het oog op de tenuitvoerlegging van het bovenstaande lid, stellen de Europese Unie en de Salomonseilanden in het in artikel 9 van de overeenkomst bedoelde Gemengd Comité uiterlijk drie maanden na de datum van inwerkingtreding van het onderhavige protocol een meerjarig sectoraal programma en de daarbij horende uitvoeringsbepalingen vast, waarin met name de volgende elementen worden opgenomen:

a)

de op jaarlijkse en meerjarige basis vastgestelde richtsnoeren betreffende de benutting van het in lid 1 bedoelde deel van de financiële tegenprestatie voor de tenuitvoerlegging van jaarlijks uit te voeren initiatieven;

b)

de doelstellingen die op jaarlijkse en meerjarige basis moeten worden bereikt om op lange termijn de duurzame en verantwoorde visserij te stimuleren, waarbij rekening wordt gehouden met de prioriteiten die de Salomonseilanden hebben geformuleerd in het kader van hun nationale visserijbeleid en in het kader van andere beleidslijnen die met de bevordering van duurzame en verantwoorde visserij verband houden of deze kunnen beïnvloeden;

c)

de criteria en de procedures voor de jaarlijkse beoordeling van de resultaten.

3.   Beide partijen spreken evenwel af bijzondere nadruk te leggen op alle ondersteuningsmaatregelen voor de tenuitvoerlegging van de strategie voor de oceaanvisserij op tonijn.

4.   Voorstellen tot wijziging van het meerjarige sectorale programma moeten in het Gemengd Comité door beide partijen worden goedgekeurd.

5.   Elk jaar wijzen de Salomonseilanden het met de in lid 1 bedoelde bedragen overeenstemmende aandeel toe voor de tenuitvoerlegging van het meerjarig programma. Voor het eerste jaar van toepassing van het protocol wordt deze toewijzing zo spoedig mogelijk en in elk geval vóór goedkeuring van het meerjarige sectorale programma in het Gemengd Comité, aan de Europese Unie meegedeeld. Voor elk daaropvolgend jaar melden de Salomonseilanden de toewijzing uiterlijk 45 dagen vóór de verjaardagsdatum van het protocol aan de EU.

6.   Wanneer de jaarlijkse gezamenlijke beoordeling van de resultaten van de uitvoering van het meerjarige sectorale programma dat rechtvaardigt, kan de Europese Unie een aanpassing doorvoeren van het voor de ondersteuning en uitvoering van het sectorale visserijbeleid van de Salomonseilanden geoormerkte bedrag dat deel uitmaakt van de in artikel 2, lid 1, van dit protocol bedoelde financiële tegenprestatie teneinde het daadwerkelijk voor de uitvoering van het programma toegewezen bedrag aan die resultaten aan te passen.

7.   De Europese Unie behoudt zich het recht voor de betaling van de in artikel 2, lid 1, derde alinea, van dit protocol vastgestelde specifieke financiële tegenprestatie te schorsen als de resultaten die vanaf het eerste jaar van toepassing van het protocol worden verkregen, na een evaluatie in het Gemengd Comité niet in overeenstemming met de programmering blijken te zijn, tenzij dit te wijten is aan uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde omstandigheden.

Artikel 8

Geschillen — Schorsing van de toepassing van het protocol

1.   De partijen plegen in het in artikel 9 van de overeenkomst bedoelde Gemengd Comité, zo nodig in een bijzondere zitting ervan, overleg over eventuele onderlinge geschillen inzake de interpretatie of de toepassing van de in dit protocol vastgestelde bepalingen.

2.   Onverminderd artikel 9 kan de toepassing van het protocol op initiatief van één van de partijen worden geschorst wanneer het geschil tussen de twee partijen als ernstig wordt beschouwd en het overeenkomstig lid 1 in het Gemengd Comité gevoerde overleg niet is uitgemond in een minnelijke schikking.

3.   De toepassing van het protocol kan pas worden geschorst indien de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum waarop de schorsing ingaat, meldt.

4.   Bij schorsing blijven de partijen in onderling overleg streven naar een minnelijke schikking van het geschil. Zodra een minnelijke schikking is getroffen, wordt de toepassing van het protocol hervat en wordt het bedrag van de financiële tegenprestatie evenredig en pro rata temporis verlaagd voor de duur van de periode waarin de toepassing van het protocol is geschorst.

Artikel 9

Schorsing van de toepassing van het protocol bij niet-betaling

Onverminderd artikel 6 van dit protocol kan, wanneer de Europese Unie de in artikel 2 bedoelde betalingen niet verricht, de toepassing van dit protocol als volgt worden geschorst:

a)

de autoriteiten van de Salomonseilanden stellen de Commissie in kennis van het feit dat de betaling niet heeft plaatsgevonden. De Commissie verricht de nodige verificaties en verricht zo nodig de betaling binnen 60 werkdagen vanaf de datum van ontvangst van de kennisgeving;

b)

indien binnen de in artikel 2, lid 5, van dit protocol gestelde termijn het verschuldigde bedrag niet is betaald of niet naar behoren is gemotiveerd waarom dat niet is gebeurd, hebben de autoriteiten van de Salomonseilanden het recht om de toepassing van het protocol te schorsen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis;

c)

de toepassing van het protocol wordt hervat zodra het betrokken bedrag is betaald.

Artikel 10

Nationaal recht

De activiteiten van de EU-vissersvaartuigen die in de wateren van de Salomonseilanden actief zijn, ressorteren onder het op de Salomonseilanden vigerende recht, tenzij anders is bepaald in de overeenkomst of in dit protocol en de daarbij horende bijlage en aanhangsels.

Artikel 11

Herzieningsclausule

1.   Als de beleidslijnen die tot de sluiting van dit protocol hebben geleid, ingrijpend worden gewijzigd, kan één van de partijen om de herziening van deze bepalingen verzoeken met het oog op de eventuele wijziging daarvan.

2.   De betrokken partij stelt de andere partij schriftelijk in kennis van haar voornemen dit protocol te herzien.

3.   Uiterlijk 60 werkdagen na deze kennisgeving plegen de twee partijen hiertoe overleg. Als er geen overeenstemming over de herziening van de bepalingen wordt bereikt, kan de betrokken partij het protocol opzeggen overeenkomstig artikel 14 van het protocol.

Artikel 12

Intrekking

Het op 9 oktober 2006 in werking getreden Protocol tussen de Europese Unie en de Salomonseilanden inzake visserij voor de kust van de Salomonseilanden wordt ingetrokken en vervangen door het onderhavige protocol en de daarbij horende bijlage.

Artikel 13

Looptijd

Dit protocol en de bijlage daarbij zijn met ingang van 9 oktober 2009 van toepassing voor een periode van drie jaar, tenzij het protocol overeenkomstig artikel 14 wordt opgezegd.

Artikel 14

Opzegging

In geval van opzegging van het protocol stelt de betrokken partij de andere partij ten minste zes maanden vóór de datum waarop de opzegging ingaat, schriftelijk in kennis van haar voornemen om het protocol op te zeggen. Beide partijen gaan in onderhandeling zodra deze kennisgeving is verzonden.

Artikel 15

Inwerkingtreding

1.   Dit protocol en de bijlage daarbij treden in werking op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in dit verband te volgen procedures zijn afgewikkeld.

2.   Het is van toepassing met ingang van 9 oktober 2009.

BIJLAGE

Voorwaarden voor de uitoefening van visserijactiviteiten door vaartuigen van de Europese Unie in de visserijzone van de Salomonseilanden

HOOFDSTUK I

PROCEDURE VOOR HET AANVRAGEN EN HET AFGEVEN VAN VISMACHTIGINGEN

AFDELING 1

Afgifte van vismachtigingen

1.

Alleen vaartuigen die aan bepaalde voorwaarden voldoen, komen in aanmerking voor een machtiging om in de visserijzone van de Salomonseilanden te vissen.

2.

Een vaartuig komt slechts voor een vismachtiging in aanmerking als tegen de reder, de kapitein/vismeester van het vaartuig of tegen het vaartuig zelf geen verbod op de uitoefening van visserijactiviteiten in de visserijzone van de Salomonseilanden is uitgevaardigd. Evenmin mogen zij bij de autoriteiten van de Salomonseilanden verplichtingen hebben uitstaan uit hoofde van eerdere visserijactiviteiten die in de visserijzone van de Salomonseilanden hebben plaatsgevonden in het kader van met de Europese Unie gesloten visserijovereenkomsten.

3.

Alle EU-vaartuigen waarvoor een vismachtiging wordt aangevraagd, moeten worden vertegenwoordigd door een op de Salomonseilanden verblijvende gemachtigde agent. De naam en het adres van deze agent worden in de vismachtigingsaanvraag vermeld.

4.

De ter zake bevoegde autoriteiten van de Europese Unie dienen ten minste 20 dagen vóór het begin van de aangevraagde geldigheidstermijn van de vismachtiging bij het permanent secretariaat van het ministerie van Visserij en Mariene Rijkdommen van de Salomonseilanden (hierna „het permanent secretariaat” genoemd) een aanvraag in voor elk vaartuig dat in het kader van de overeenkomst in de visserijzone van de Salomonseilanden wil vissen, en bezorgen een kopie daarvan aan de delegatie van de Europese Unie op de Salomonseilanden (hierna „de delegatie” genoemd).

5.

Voor het indienen van de aanvragen bij het permanent secretariaat wordt gebruikgemaakt van het formulier volgens het model in aanhangsel I.

6.

De autoriteiten van de Salomonseilanden nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in het kader van de vismachtigingsaanvraag ontvangen gegevens vertrouwelijk worden behandeld. Deze gegevens worden uitsluitend in het kader van de tenuitvoerlegging van de visserijovereenkomst gebruikt.

7.

Elke vismachtigingsaanvraag gaat vergezeld van de volgende gegevens en documenten:

de naam en het adres van de agent;

het bewijs van betaling van het forfaitaire voorschot voor de geldigheidsduur van de vismachtiging;

elk ander document of attest dat op grond van de bijzondere bepalingen voor het betrokken vaartuigtype in het kader van dit protocol vereist is.

8.

De visrechten worden overgemaakt op de door het permanent secretariaat opgegeven rekening (rekening nr. 0260-002 van de regering van de Salomonseilanden bij de centrale bank van de Salomonseilanden in Honiara).

9.

In de visrechten zijn alle nationale en lokale heffingen begrepen, met uitzondering van de havenrechten en de kosten voor dienstverlening.

10.

De vismachtigingen voor alle vaartuigen worden uiterlijk 20 dagen na de datum waarop het permanent secretariaat alle in punt 6 bedoelde gegevens en documenten ontvangt, via de delegatie van de Europese Unie afgegeven aan de reders of hun agenten.

11.

Als de kantoren van de delegatie van de Europese Unie gesloten zijn wanneer de vismachtiging moet worden ondertekend, wordt de vismachtiging rechtstreeks naar de agent van het vaartuig gezonden, met kopie aan de delegatie van de EU.

12.

De vismachtiging wordt afgegeven voor een bepaald vaartuig en is niet overdraagbaar.

13.1.

Wanneer evenwel wordt geconstateerd dat er sprake is van overmacht, kan de vismachtiging van een bepaald vissersvaartuig op verzoek van de Europese Unie worden ingetrokken en vervangen door een nieuwe vismachtiging op naam van een ander, daarom verzoekend vaartuig van dezelfde in artikel 1 van het protocol bedoelde categorie.

13.2.

Aanvragen op grond van punt 13.1 van deze afdeling vallen onder afdeling 1, punt 2, en voor dergelijke aanvragen hoeven niet opnieuw visrechten te worden betaald.

13.3.

Reders van vissersvaartuigen waarvan de vismachtiging is ingetrokken, of hun agenten, sturen bij indiening van een aanvraag om een nieuwe vismachtiging de ingetrokken vismachtiging via de delegatie van de Europese Unie terug aan de autoriteiten van de Salomonseilanden.

13.4.

In dit geval worden de totale vangsten van beide vaartuigen in aanmerking genomen voor het bepalen van de eventueel te verrichten aanvullende betalingen.

14.

De nieuwe vismachtiging treedt in werking op de dag waarop de reder van het betrokken vaartuig de ingetrokken vismachtiging aan het permanent secretariaat terugstuurt en de autoriteiten van de Salomonseilanden dit aan de exploitant/agent van het vaartuig melden. De delegatie van de Europese Unie wordt van de afgifte van de nieuwe vismachtiging in kennis gesteld.

15.

De vismachtiging moet steeds aan boord zijn.

16.

De twee partijen komen overeen de invoering van een vismachtigingssysteem te bevorderen dat uitsluitend is gebaseerd op elektronische uitwisseling van alle hierboven genoemde gegevens en documenten. De twee partijen spreken met elkaar af de snelle vervanging van de papieren vismachtiging door een elektronisch equivalent, bijvoorbeeld de lijst van de in punt 1 bedoelde vaartuigen die in de visserijzone van de Salomonseilanden mogen vissen, te bevorderen.

AFDELING 2

Voorwaarden betreffende de vismachtiging — Visrechten en voorschotten

1.

De vismachtigingen zijn één jaar geldig. De geldigheidsduur kan worden verlengd.

2.

De rechten bedragen 35 EUR per ton vis die in de visserijzone van de Salomonseilanden wordt gevangen.

3.

De vismachtigingen worden afgegeven na overmaking van de volgende forfaitaire bedragen naar rekening nr. 0260-002 van de regering van de Salomonseilanden bij de centrale bank van de Salomonseilanden in Honiara:

13 000 EUR per jaar per vaartuig voor de zegenvisserij op tonijn, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 371 t tonijnachtigen per jaar.

4.

De lidstaten delen de Commissie uiterlijk op 15 juni van elk jaar de in ton uitgedrukte en door de in punt 5 bedoelde wetenschappelijke instellingen bevestigde vangstgegevens over het voorgaande jaar mee.

5.

De definitieve afrekening van de visrechten die voor jaar n verschuldigd zijn, wordt uiterlijk op 31 juli van jaar n + 1 door de Commissie opgemaakt aan de hand van de door de reders opgestelde vangstaangiften, die zijn bevestigd door de voor de verificatie van de vangstgegevens bevoegde wetenschappelijke instellingen van de lidstaten, zoals het Institut de recherche pour le développement (IRD), het Instituto Español de Oceanografía (IEO) en het Instituto Português de Investigação Marítima (IPIMAR). Deze afrekening wordt via de delegatie van de Europese Unie toegezonden.

6.

Deze definitieve afrekening wordt terzelfder tijd aan het permanent secretariaat en aan de reders toegezonden.

7.

Eventuele aanvullende betalingen worden uiterlijk op 31 augustus van jaar n + 1 door de reders ten gunste van de autoriteiten van de Salomonseilanden overgemaakt naar de in punt 8 van afdeling 1 van dit hoofdstuk bedoelde rekening, op basis van het bedrag van 35 EUR per ton.

8.

Als het bedrag van de definitieve afrekening kleiner is dan het in punt 3 van deze afdeling bedoelde voorschot, wordt het verschil echter niet aan de reder terugbetaald.

HOOFDSTUK II

VISSERIJZONES

1.

De in artikel 1 van het protocol bedoelde vaartuigen mogen visserijactiviteiten uitoefenen in de visserijzone van de Salomonseilanden, behalve in het gebied binnen dertig (30) zeemijl rond de hoofdarchipel (Main Group Archipelago, MGA) en de archipelwateren en territoriale wateren van de overige archipels. De coördinaten van de A-wateren van de MGA en de rest van de archipels (d.w.z. B-wateren, C-wateren, D-wateren en E-wateren) worden verstrekt door het permanent secretariaat alvorens de overeenkomst in werking treedt. Het permanent secretariaat stelt de Commissie in kennis van elke eventuele wijziging van voornoemde gesloten visserijzones, en dat ten minste twee maanden voordat ze van toepassing wordt.

2.

In geen geval zijn visserijactiviteiten toegestaan binnen drie zeemijl van geankerde visverzamelinrichtingen waarvan de ligging aan de hand van de geografische coördinaten wordt meegedeeld.

HOOFDSTUK III

REGELING INZAKE DE VANGSTAANGIFTEN

1.

Met het oog op de toepassing van deze bijlage wordt onder de duur van een visreis van een EU-vaartuig in de visserijzone van de Salomonseilanden het volgende verstaan:

de periode die ingaat op de datum waarop het vaartuig de EEZ van de Salomonseilanden binnenvaart en afloopt op de datum waarop de lading van dat vaartuig geheel of gedeeltelijk wordt aangeland of wordt overgeladen op een ander vaartuig.

2.

Alle vaartuigen waaraan in het kader van de overeenkomst een machtiging is verleend om in de wateren van de Salomonseilanden te vissen, moeten hun vangsten ter verificatie aangeven bij de autoriteiten van de Salomonseilanden. De vangsten worden als volgt aangegeven.

2.1.

Gedurende het jaar waarin de vismachtiging geldig is in de zin van hoofdstuk I, afdeling 2, punt 1, van deze bijlage, dienen in de aangiften de vangsten te worden vermeld die het vaartuig tijdens elke visreis in de wateren van de Salomonseilanden heeft bovengehaald. De op een fysieke drager aangebrachte originele aangiften worden binnen 45 dagen na de laatste in die periode gemaakte visreis toegezonden aan de autoriteiten van de Salomonseilanden.

2.2.

Bij wijze van voorlopig verslag worden de aangiften binnen 15 dagen na elke visreis meegedeeld. Deze mededelingen worden verricht per fax (+677 38730 of +677 38106) of per e-mail (logsheets@fisheries.gov.sb).

2.3.

De vaartuigen geven hun vangsten aan op het overeenkomstige formulier in het logboek aan de hand van het model in aanhangsel II. Met betrekking tot de perioden waarin het vaartuig zich niet in de visserijzone van de Salomonseilanden bevond, wordt de vermelding „Buiten de visserijzone van de Salomonseilanden” in het logboek aangebracht.

2.4.

De formulieren moeten leesbaar worden ingevuld en door de kapitein/vismeester van het vaartuig worden ondertekend.

2.5.

De vangstaangiften moeten betrouwbaar zijn met het oog op het toezicht op de toestand van de bestanden.

3.

Wanneer de bepalingen van dit hoofdstuk niet worden nageleefd, behouden de autoriteiten van de Salomonseilanden zich het recht voor om de vismachtiging van het niet-conforme vaartuig te schorsen totdat de formaliteiten zijn vervuld, en om de reder de sanctie op te leggen waarin de geldende regelgeving van de Salomonseilanden voorziet. De Commissie en de betrokken vlaggenstaat worden hierover ingelicht.

4.

De twee partijen komen overeen een systeem voor vangstaangiften te bevorderen dat uitsluitend is gebaseerd op elektronische uitwisseling van alle hierboven bedoelde gegevens en documenten. Voorts komen zij overeen de snelle vervanging van de schriftelijke aangifte (het logboek) door een equivalent in de vorm van een elektronisch bestand te bevorderen.

HOOFDSTUK IV

AANMONSTERING VAN ZEELIEDEN

1.

De reders aan wie in het kader van de overeenkomst een vismachtiging wordt verleend, dragen bij tot de praktische beroepsopleiding van onderdanen van de Salomonseilanden en tot de verbetering van de arbeidsmarkt onder de hierna vastgestelde voorwaarden en binnen de onderstaande grenzen.

2.

De reders verbinden zich ertoe om voor het seizoen waarin in de visserijzone van de Salomonseilanden op tonijn wordt gevist, ten minste 25 % zeelieden uit de ACS-landen aan te monsteren, bij voorkeur zeelieden uit de Salomonseilanden. Als de reders deze bepalingen niet in acht nemen, kunnen zij door de autoriteiten van de Salomonseilanden worden beschouwd als niet in aanmerking komend voor een vismachtiging overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk I, afdeling 1, van deze bijlage.

3.

De reders spannen zich in om bovenop het hierboven bedoelde aantal nog meer zeelieden uit de Salomonseilanden in dienst te nemen.

4.

De reders kiezen de op hun vaartuigen aan te monsteren zeelieden vrij uit op basis van een door het permanent secretariaat overgelegde lijst van zeelieden.

5.

De reder of diens agent deelt aan het permanent secretariaat de namen van de op het betrokken vaartuig aangemonsterde zeelieden van de Salomonseilanden mee, met vermelding van hun functie in de bemanning.

6.

De verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk is van rechtswege van toepassing op zeelieden die zijn aangemonsterd op EU-vaartuigen. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling van werknemers en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep.

7.

De arbeidsovereenkomsten van de ACS-zeelieden worden in overleg met het permanent secretariaat gesloten tussen de agent(en) van de reders en de zeelieden en/of hun vakverenigingen of vertegenwoordigers in overleg met het permanent secretariaat. De ondertekenende partijen krijgen een kopie van deze overeenkomsten. De overeenkomsten garanderen de zeelieden de aansluiting bij de socialezekerheidsregeling die op hen van toepassing is, met inbegrip van een levens-, ziekte- en ongevallenverzekering.

8.

Het loon van de ACS-zeelieden komt ten laste van de reder. Het loon wordt vastgesteld in onderling overleg tussen de reder of zijn agent en de zeelieden en/of hun vakverenigingen of hun vertegenwoordigers. De bezoldigingsvoorwaarden voor de ACS-zeelieden mogen evenwel niet ongunstiger zijn dan die voor bemanningen uit hun land, en mogen in geen geval ongunstiger zijn dan de IAO-normen.

HOOFDSTUK V

TECHNISCHE MAATREGELEN

De vaartuigen nemen de maatregelen en aanbevelingen die de leden van de Palau-regeling, de WCPFC en/of andere subregionale/regionale visserijorganisaties heeft/hebben vastgesteld met betrekking tot het vistuig en de technische specificaties daarvan in acht, alsmede alle andere, voor hun visserijactiviteiten geldende technische maatregelen.

HOOFDSTUK VI

WAARNEMERS

1.

Bij de indiening van een vismachtigingsaanvraag dient elk EU-vaartuig met name ten behoeve van het waarnemersprogramma een bijdrage van 1 500 EUR over te maken op rekening nr. 0260-002 van de regering van de Salomonseilanden bij de centrale bank van de Salomonseilanden in Honiara.

2.

De vaartuigen waaraan op grond van de overeenkomst een machtiging tot uitoefening van visserijactiviteiten in de wateren van de Salomonseilanden is verleend, nemen overeenkomstig de onderstaande bepalingen waarnemers aan boord die door de autoriteiten van de Salomonseilanden zijn aangewezen.

2.1.

Op verzoek van de autoriteiten van de Salomonseilanden nemen de EU-vaartuigen een door de organisatie aangewezen waarnemer aan boord om de in de wateren van de Salomonseilanden gedane vangsten te controleren.

2.2.

De autoriteiten van de Salomonseilanden stellen een lijst van vaartuigen op die zijn aangewezen om een waarnemer aan boord te nemen, alsmede een lijst van de daartoe aangewezen waarnemers. Beide lijsten worden bijgewerkt. Zij worden meteen na de opstelling ervan en vervolgens om de drie maanden na eventuele bijwerking ervan, aan de Commissie toegezonden.

2.3.

Bij de afgifte van de vismachtiging of uiterlijk 15 dagen vóór de datum waarop de waarnemer aan boord moet gaan, delen de autoriteiten van de Salomonseilanden aan de betrokken reder of diens agent de naam van de waarnemer mee die is aangewezen om aan boord te gaan van het desbetreffende vaartuig.

3.

Hoelang de waarnemer aan boord dient te blijven, wordt vastgesteld door de autoriteiten van de Salomonseilanden, maar in het algemeen zal dit niet langer zijn dan nodig is voor de uitvoering van diens taak. De autoriteiten van de Salomonseilanden brengen de reder en diens agent hiervan op de hoogte wanneer zij deze personen in kennis stellen van de naam van de aangewezen waarnemer. Op expliciet verzoek van de autoriteiten van de Salomonseilanden kan de periode aan boord overeenkomstig de verwachte gemiddelde duur van de visreis voor een bepaald vaartuig, evenwel tot meerdere visreizen worden uitgebreid. Een dergelijk verzoek wordt door de autoriteiten van de Salomonseilanden gedaan wanneer zij de naam van de waarnemer melden die is aangewezen om aan boord van het betrokken vaartuig te gaan.

4.

De voorwaarden voor het aan boord nemen van de waarnemer worden door de reder of diens agent en de autoriteiten van de Salomonseilanden in onderlinge overeenstemming vastgesteld.

5.

De wijze waarop de waarnemer aan boord wordt genomen, wordt na bekendmaking van de lijst van aangewezen vaartuigen door de reder bepaald.

6.

De betrokken reder krijgt twee weken de tijd om de data en de havens te melden die voor het aan boord nemen van de waarnemers zijn vastgesteld, met dien verstande dat deze melding ten minste tien dagen vóór de waarnemer aan boord gaat, plaatsvindt.

7.

Indien de waarnemer in een haven van een ander land aan boord gaat, zijn de reiskosten van de waarnemer voor rekening van de reder. Als een vaartuig met een waarnemer van de Salomonseilanden aan boord de visserijzone van de Salomonseilanden verlaat, wordt alles in het werk gesteld om ervoor te zorgen dat de waarnemer zo spoedig mogelijk en op kosten van de reder kan terugkeren.

8.

Als de waarnemer zich binnen twaalf uur na het afgesproken tijdstip nog niet op de afgesproken plaats heeft gemeld, is de reder automatisch ontheven van de verplichting hem aan boord te nemen.

9.

De waarnemer wordt aan boord als een officier behandeld. Wanneer het vaartuig zich in de wateren van de Salomonseilanden bevindt, verricht hij de volgende taken:

9.1.

hij observeert de visserijactiviteiten van de vaartuigen;

9.2.

hij controleert de positie van de vaartuigen die bij visserijactiviteiten betrokken zijn;

9.3.

hij verricht bemonsteringsactiviteiten voor biologische doeleinden in het kader van wetenschappelijke programma’s;

9.4.

hij noteert welk vistuig wordt gebruikt;

9.5.

hij verifieert de in het logboek opgenomen gegevens over de vangsten in de wateren van de Salomonseilanden;

9.6.

hij controleert de percentages bijvangsten en schat de hoeveelheden teruggegooide verhandelbare vis;

9.7.

hij deelt aan zijn bevoegde autoriteit met alle geschikte middelen de visserijgegevens mee, waaronder de aan boord aanwezige hoeveelheden hoofd- en bijvangst.

10.

De kapitein/vismeester neemt binnen de grenzen van zijn bevoegdheid de nodige maatregelen om de fysieke veiligheid en het welzijn van de waarnemer bij de uitoefening van zijn taken te garanderen.

11.

De waarnemer krijgt alle faciliteiten die nodig zijn voor de uitoefening van zijn taken. De kapitein/vismeester laat de waarnemer de communicatiemiddelen gebruiken die deze voor zijn werk nodig heeft, stelt hem de documenten ter beschikking die rechtstreeks met de visserijactiviteit van het vaartuig verband houden, met inbegrip van met name het logboek en het navigatieboek, en verleent hem toegang tot de delen van het vaartuig waar hij dient te zijn voor de uitoefening van zijn taak.

12.

Tijdens zijn verblijf aan boord gedraagt de waarnemer zich als volgt:

12.1.

hij zorgt ervoor dat zijn inscheping en zijn verblijf aan boord de visserijactiviteiten niet onderbreken of hinderen;

12.2.

hij gaat zorgvuldig om met de goederen en de installaties aan boord van het vaartuig, en behandelt alle documenten van het betrokken vaartuig vertrouwelijk.

13.

Aan het einde van de waarnemingsperiode stelt de waarnemer, vóór hij van boord gaat, een verslag van zijn activiteiten op dat wordt overgelegd aan de bevoegde autoriteiten en waarvan een kopie wordt bezorgd aan de Commissie. Hij ondertekent dat verslag in aanwezigheid van de kapitein/vismeester, die er door hem als relevant beschouwde opmerkingen aan kan toevoegen of laten toevoegen en daarbij zijn handtekening plaatst. De waarnemer geeft bij het verlaten van het vaartuig een kopie van het verslag aan de kapitein/vismeester.

14.

De reder zorgt, op zijn kosten en volgens de praktische mogelijkheden van het vaartuig, voor kost en logies van de waarnemer, die op dit punt als officier wordt behandeld.

15.

Het loon en de sociale bijdragen voor de waarnemer zijn voor rekening van de autoriteiten van de Salomonseilanden.

16.

Bij consultaties in het kader van het Forum Fisheries Agency (FFA) en andere bevoegde regionale visserijorganisaties streven beide partijen ernaar elkaar te raadplegen over de ontwikkeling van het regionale of subregionale waarnemersprogramma.

HOOFDSTUK VII

IDENTIFICATIE VAN DE VAARTUIGEN EN HANDHAVING

1.

Voor visserijdoeleinden en omwille van de veiligheid van de zeevaart dient elk vaartuig overeenkomstig de „Approved Standard Specifications for the Marking and Identification of Fishing Vessels” van de Voedsel- en landbouworganisatie (FAO) gemerkt en geïdentificeerd te zijn.

2.

De naam van het vaartuig staat duidelijk in Latijns schrift op de boeg en staart van het vaartuig.

3.

Vaartuigen die hun naam en radioroepnaam of -signaal niet overeenkomstig de voorschriften kenbaar maken, kunnen voor verder onderzoek naar een haven op de Salomonseilanden worden geëscorteerd.

4.

De kapitein/vismeester zorgt ervoor dat de internationale nood- en oproepfrequentie 2 182 kHz (HF) en/of de internationale veiligheids- en oproepfrequentie 156,8 MHz (kanaal 16, VHF-FM) doorlopend bewaakt wordt om communicatie met de openbare beheers-, toezicht- en handhavingsautoriteiten op visserijgebied te vergemakkelijken.

5.

De kapitein/vismeester zorgt ervoor dat een recent en bijgewerkt exemplaar van het internationale seinboek (INTERCO) te allen tijde aan boord beschikbaar is.

HOOFDSTUK VIII

COMMUNICATIE MET CONTROLEVAARTUIGEN VAN DE SALOMONSEILANDEN

De communicatie tussen de vaartuigen met een vismachtiging en de controlevaartuigen van de overheid verloopt door middel van de volgende internationale signalen:

Internationaal signaal — Betekenis:

 

L … Stop onmiddellijk

 

SQ3 … Stop of vertraag, ik wil aan boord komen

 

QN … Gelieve langszij te komen aan stuurboordzijde

 

QN1 … Gelieve langszij te komen aan bakboordzijde

 

TD2 … Bent u een vissersvaartuig?

 

C … Ja

 

N … Neen

 

QR … Wij kunnen niet langszij komen

 

QP … Wij zullen langszij komen

HOOFDSTUK IX

CONTROLE

1.   Binnenvaren en verlaten van de zone

1.1.

EU-vaartuigen die voornemens zijn de visserijzone van de Salomonseilanden binnen te varen of te verlaten, delen dit ten minste 24 uur van tevoren mee aan de autoriteiten van de Salomonseilanden. Zij delen eveneens de gevangen hoeveelheden en aan boord gehouden soorten mee.

1.2.

Wanneer het vaartuig zijn voornemen om de wateren te verlaten meedeelt, geeft het tegelijkertijd zijn positie en de aan boord gehouden gevangen hoeveelheden en soorten door. Deze kennisgevingen dienen bij voorkeur per fax te gebeuren (+677 38730 of +677 38106), maar voor vaartuigen die niet over een fax beschikken, zijn kennisgevingen per e-mail toegestaan (logsheets@fisheries.gov.sb).

1.3.

Vaartuigen die deze rapportagevoorschriften niet in acht nemen, worden beschouwd als vaartuigen die de voorwaarden en bepalingen van de vismachtiging overtreden.

1.4.

De fax- en telefoonnummers en het e-mailadres worden eveneens aan de vaartuigen meegedeeld bij de afgifte van de vismachtiging.

2.   Controleprocedures

2.1.

De kapiteins/vismeesters van de EU-vaartuigen die in de visserijzone van de Salomonseilanden vissen, moeten iedere met de inspectie en controle van de visserij belaste ambtenaar van de Salomonseilanden het aan boord gaan toestaan en vergemakkelijken en hem helpen bij het vervullen van zijn taken.

2.2.

Deze ambtenaren mogen niet langer aan boord blijven dan voor het uitvoeren van hun taken nodig is.

2.3.

Na elke inspectie en controle wordt aan de kapitein/vismeester van het vaartuig een attest afgegeven.

3.   Aanhouding

3.1.

Wanneer een EU-vaartuig in de visserijzone van de Salomonseilanden wordt aangehouden of een sanctie op een dergelijk vaartuig wordt toegepast, stellen de autoriteiten van de Salomonseilanden de vlaggenstaat en de Commissie daarvan binnen 24 uur in kennis.

3.2.

Tezelfdertijd ontvangen de vlaggenstaat en de Commissie een beknopt verslag over de omstandigheden van en de redenen voor de aanhouding.

4.   Proces-verbaal van de aanhouding

4.1.

De kapitein/vismeester van het vaartuig moet het proces-verbaal waarin de geconstateerde feiten door de autoriteiten van de Salomonseilanden zijn opgetekend, ondertekenen.

4.2.

Deze ondertekening heeft geen consequenties ten aanzien van de rechten en de middelen die de kapitein/vismeester te zijner verdediging kan doen gelden met betrekking tot de overtreding die hem ten laste wordt gelegd. Als hij weigert het document te ondertekenen, moet hij dit schriftelijk motiveren en brengt de inspecteur de vermelding „weigert te ondertekenen” aan.

4.3.

De kapitein/vismeester brengt zijn vaartuig naar de door de autoriteiten van de Salomonseilanden opgegeven haven. Bij een lichte overtreding kunnen de autoriteiten van de Salomonseilanden het aangehouden vaartuig toestaan zijn visserijactiviteiten voort te zetten.

5.   Overlegvergadering bij aanhouding

5.1.

Voordat ten aanzien van de kapitein/vismeester, de bemanning van het vaartuig, de lading of de uitrusting van het vaartuig maatregelen in overweging worden genomen — tenzij het maatregelen betreft om bewijsmateriaal over de vermoedelijke overtreding veilig te stellen — wordt één werkdag na ontvangst van de hierboven bedoelde gegevens een overlegvergadering gehouden tussen de Commissie en de autoriteiten van de Salomonseilanden, eventueel in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de betrokken lidstaat.

5.2.

Tijdens deze overlegvergadering verstrekken de partijen elkaar alle documenten of inlichtingen die de omstandigheden van de geconstateerde feiten kunnen helpen ophelderen. De reder of zijn agent wordt in kennis gesteld van de uitkomst van dit overleg en van alle maatregelen die naar aanleiding van de aanhouding kunnen worden getroffen.

6.   Afwikkeling van de aanhouding

6.1.

Vóór een gerechtelijke procedure wordt ingeleid, wordt ernaar gestreefd de vermoedelijke overtreding via een minnelijke schikking af te handelen. Deze procedure moet uiterlijk 15 werkdagen na de aanhouding zijn afgewikkeld.

6.2.

Bij een minnelijke schikking wordt het bedrag van de boete vastgesteld overeenkomstig de regelgeving van de Salomonseilanden.

6.3.

Als de zaak niet via een minnelijke schikking kan worden afgehandeld en door een bevoegde rechterlijke instantie in behandeling moet worden genomen, stelt de reder op rekening nr. 0260-002 van de regering van de Salomonseilanden bij de centrale bank van de Salomonseilanden in Honiara een bankgarantie die wordt vastgesteld met inachtneming van de met de aanhouding gepaard gaande kosten, de boetesom en de vergoedingen die moeten worden betaald door degenen die verantwoordelijk zijn voor de overtreding.

6.4.

De bankgarantie wordt niet vrijgegeven voordat de gerechtelijke procedure is voltooid. Zij wordt vrijgegeven zodra de procedure is beëindigd zonder veroordeling. Als bij veroordeling de boete kleiner is dan de gestelde bankgarantie, geven de autoriteiten van de Salomonseilanden het saldo na de uitspraak vrij.

6.5.

Het vaartuig wordt vrijgegeven en de bemanning wordt gemachtigd de haven te verlaten:

zodra aan de bij de schikkingsprocedure vastgestelde verplichtingen is voldaan, of

zodra, in afwachting van de voltooiing van de gerechtelijke procedure, een bankgarantie als bedoeld in punt 6.3 is gesteld en deze door de autoriteiten van de Salomonseilanden is aanvaard.

7.   Satellietvolgsysteem (VMS)

Elk EU-vaartuig moet voldoen aan de momenteel in de EEZ van de Salomonseilanden geldende vereisten betreffende het regionale satellietvolgsysteem (VMS). Elk EU-vaartuig moet een door de FFA goedgekeurde mobiele transmissie-eenheid (MTU) aan boord hebben, deze onderhouden en te allen tijde operationeel houden.

8.   Overlading

8.1.

EU-vaartuigen die hun vangsten in de wateren van de Salomonseilanden willen overladen, doen dat in door de Salomonseilanden aangewezen haven.

8.2.

De reders van die vaartuigen stellen de autoriteiten van de Salomonseilanden ten minste 48 uur van tevoren in kennis van:

a)

de naam van de vissersvaartuigen waaruit wordt overgeladen;

b)

de naam, het IMO-nummer en de vlag van de transportvaartuigen;

c)

de overgeladen hoeveelheid (in tonnen) van elke soort;

d)

dag en plaats van de overlading.

8.3.

In de wateren van de Salomonseilanden is het verboden vangsten over te laden op een andere plaats dan in de aangewezen havens van de Salomonseilanden. Overtredingen van dit voorschrift worden bestraft met de sancties waarin de regelgeving van de Salomonseilanden voorziet.

9.   De kapitein/vismeester van een EU-vaartuig dat zijn vangst in een aangewezen haven van de Salomonseilanden aanlandt of overlaadt, moet de controle van deze verrichtingen door inspecteurs van de Salomonseilanden toestaan en vergemakkelijken. Na de inspectie in de haven wordt aan de kapitein/vismeester van het vaartuig een attest afgegeven.

AANHANGSEL

I.

Formulier voor de aanvraag van een vismachtiging

II.

Logboek

Aanhangsel I

Image

Image

Image

Aanhangsel II

Image


OVEREENKOMST

in de vorm van een briefwisseling betreffende de voorlopige toepassing van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Salomonseilanden

Geachte heer,

Het doet mij genoegen dat de onderhandelaars van de Salomonseilanden en van de Europese Unie overeenstemming hebben bereikt over een Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Salomonseilanden en de Europese Unie, alsmede over een Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, en de bijlagen daarbij.

Het resultaat van deze onderhandelingen is een verbetering ten opzichte van de vorige overeenkomst en zal onze relaties op visserijgebied intensiveren en leiden tot een volwaardig partnerschapskader voor de ontwikkeling van een duurzaam en verantwoord visserijbeleid in de wateren van de Salomonseilanden. Ik wil u dan ook voorstellen de procedures ter goedkeuring en ratificatie van de teksten van de overeenkomst, het protocol en de bijbehorende bijlage en aanhangsels gelijktijdig te starten overeenkomstig de op de Salomonseilanden en in de Europese Unie geldende procedures voor de inwerkingtreding ervan.

Verwijzend naar de overeenkomst en het protocol die op 26 september 2009 zijn geparafeerd en waarbij de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie voor de periode van 9 oktober 2009 tot en met 8 oktober 2012 zijn vastgesteld, heb ik de eer u mee te delen dat de regering van de Salomonseilanden zich, met het oog op de continuïteit van de visserijactiviteiten van de EU-vaartuigen in de wateren van de Salomonseilanden, bereid verklaart, deze overeenkomst en dit protocol met ingang van 9 oktober 2009 voorlopig toe te passen in afwachting van de inwerkingtreding ervan overeenkomstig artikel 18 van de overeenkomst, op voorwaarde dat de Europese Unie bereid is hetzelfde te doen.

In dat geval dient de eerste tranche van de in artikel 2 van het protocol vastgestelde financiële tegenprestatie te worden betaald vóór 1 december 2010.

Mag ik u vragen te bevestigen dat de Europese Unie met een dergelijke voorlopige toepassing instemt?

Met de meeste hoogachting,

Voor de Salomonseilanden

Geachte heer,

Ik heb de eer u de ontvangst te bevestigen van uw brief van heden welke als volgt luidt:

„Het doet mij genoegen dat de onderhandelaars van de Salomonseilanden en van de Europese Unie overeenstemming hebben bereikt over een Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Salomonseilanden en de Europese Unie, alsmede over een Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, en de bijlagen daarbij.

Het resultaat van deze onderhandelingen is een verbetering ten opzichte van de vorige overeenkomst en zal onze relaties op visserijgebied intensiveren en leiden tot een volwaardig partnerschapskader voor de ontwikkeling van een duurzaam en verantwoord visserijbeleid in de wateren van de Salomonseilanden. Ik wil u dan ook voorstellen de procedures ter goedkeuring en ratificatie van de teksten van de overeenkomst, het protocol en de bijbehorende bijlage en aanhangsels gelijktijdig te starten overeenkomstig de op de Salomonseilanden en in de Europese Unie geldende procedures voor de inwerkingtreding ervan.

Verwijzend naar de overeenkomst en het protocol die op 26 september 2009 zijn geparafeerd en waarbij de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie voor de periode van 9 oktober 2009 tot en met 8 oktober 2012 zijn vastgesteld, heb ik de eer u mee te delen dat de regering van de Salomonseilanden zich, met het oog op de continuïteit van de visserijactiviteiten van de EU-vaartuigen in de wateren van de Salomonseilanden, bereid verklaart, deze overeenkomst en dit protocol met ingang van 9 oktober 2009 voorlopig toe te passen in afwachting van de inwerkingtreding ervan overeenkomstig artikel 18 van de overeenkomst, op voorwaarde dat de Europese Unie bereid is hetzelfde te doen.

In dat geval dient de eerste tranche van de in artikel 2 van het protocol vastgestelde financiële tegenprestatie te worden betaald vóór 1 december 2010.

Mag ik u vragen te bevestigen dat de Europese Unie met een dergelijke voorlopige toepassing instemt?”.

Ik heb de eer u te bevestigen dat de Europese Unie met een dergelijke voorlopige toepassing instemt.

Met de meeste hoogachting,

Voor de Europese Unie


VERORDENINGEN

22.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 190/29


VERORDENING (EU) Nr. 621/2010 VAN DE RAAD

van 3 juni 2010

betreffende de toewijzing van de vangstmogelijkheden in het kader van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Salomonseilanden

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 43, lid 3,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 26 september 2009 is een nieuwe Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Salomonseilanden (hierna „de partnerschapsovereenkomst inzake visserij” genoemd) geparafeerd.

(2)

Op 3 juni 2010 heeft de Raad Besluit 2010/397/EU betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van de nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij (1) vastgesteld.

(3)

De methode voor de toewijzing van de vangstmogelijkheden aan de lidstaten moet worden vastgesteld voor de duur van de nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij, alsmede voor de periode van de voorlopige toepassing ervan.

(4)

Deze verordening dient op de dag volgende op die van haar bekendmaking in werking te treden en met ingang van 9 oktober 2009 van toepassing te zijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De vangstmogelijkheden die zijn vastgesteld in het Protocol bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Salomonseilanden, worden als volgt over de lidstaten verdeeld:

—   Vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen:

Spanje

:

75 % van de beschikbare vangstmogelijkheden

Frankrijk

:

25 % van de beschikbare vangstmogelijkheden

2.   Als met de aanvragen voor vismachtigingen van de in lid 1 vermelde lidstaten niet alle in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, kan de Commissie aanvragen voor vismachtigingen van andere lidstaten in overweging nemen.

3.   Onverminderd de bepalingen van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij en het protocol is Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2008 betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de communautaire wateren (2) van toepassing.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 9 oktober 2009.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 3 juni 2010.

Voor de Raad

De voorzitter

A. PÉREZ RUBALCABA


(1)  Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.

(2)  PB l 286 van 29.10.2008, blz. 33.