ISSN 1725-2598

doi:10.3000/17252598.L_2010.174.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 174

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

53e jaargang
9 juli 2010


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) nr. 599/2010 van de Commissie van 8 juli 2010 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1077/2008 tot vaststelling van voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1966/2006 van de Raad betreffende de elektronische registratie en melding van visserijactiviteiten en een systeem voor teledetectie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1566/2007

1

 

*

Verordening (EU) nr. 600/2010 van de Commissie van 8 juli 2010 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft toevoegingen en wijziging van de voorbeelden van verwante soorten of andere producten waarvoor dezelfde MRL geldt ( 1 )

18

 

 

Verordening (EU) nr. 601/2010 van de Commissie van 8 juli 2010 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

40

 

 

Verordening (EU) nr. 602/2010 van de Commissie van 8 juli 2010 tot vaststelling van de minimumverkoopprijs voor boter voor de derde bijzondere inschrijving in het kader van de bij Verordening (EU) nr. 446/2010 geopende openbare inschrijving

42

 

 

Verordening (EU) nr. 603/2010 van de Commissie van 8 juli 2010 waarbij geen minimumverkoopprijs wordt vastgesteld voor mageremelkpoeder voor de derde bijzondere inschrijving in het kader van de bij Verordening (EU) nr. 447/2010 geopende openbare inschrijving

43

 

 

Verordening (EU) nr. 604/2010 van de Commissie van 8 juli 2010 tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 877/2009 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten uit de sector suiker voor het verkoopseizoen 2009/10

44

 

 

BESLUITEN

 

 

2010/380/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 7 juli 2010 tot wijziging van Beschikking 2008/840/EG wat betreft noodmaatregelen om het binnenbrengen in de Unie van Anoplophora chinensis (Forster) te voorkomen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 4546)

46

 

 

2010/381/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 8 juli 2010 betreffende noodmaatregelen van toepassing op uit India ingevoerde zendingen aquacultuurproducten voor menselijke consumptie (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 4563)  ( 1 )

51

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

9.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 174/1


VERORDENING (EU) Nr. 599/2010 VAN DE COMMISSIE

van 8 juli 2010

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1077/2008 tot vaststelling van voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1966/2006 van de Raad betreffende de elektronische registratie en melding van visserijactiviteiten en een systeem voor teledetectie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1566/2007

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1966/2006 van de Raad betreffende de elektronische registratie en melding van visserijactiviteiten en een systeem voor teledetectie (1), en met name op artikel 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens Verordening (EG) nr. 1966/2006 van de Raad moeten nadere voorschriften worden vastgesteld betreffende de formaten die de bevoegde nationale autoriteiten moeten gebruiken voor de uitwisseling van informatie met het oog op controles en inspecties in de visserijsector.

(2)

Uitgaande van het gebruik van het formaat in de bijlage van de momenteel geldende versie van Verordening (EG) nr. 1077/2008 van de Commissie van 3 november 2008 tot vaststelling van voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1966/2006 van de Raad betreffende de elektronische registratie en melding van visserijactiviteiten en een systeem voor teledetectie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1566/2007 (2), en uitgaande van recente ontwikkelingen in de lidstaten moet worden geconstateerd dat het betrokken formaat dient te worden verbeterd om de uitwisseling van compatibele gegevens overeenkomstig het afgesproken XML-formaat te garanderen. Derhalve moet de bijlage door een nieuwe bijlage worden vervangen. Verordening (EG) nr. 1077/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregel is in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor de visserij en de aquacultuur,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Verordening (EG) nr. 1077/2008

Verordening (EG) nr. 1077/2008 wordt als volgt gewijzigd:

de bijlage ervan wordt vervangen door de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 juli 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 409 van 30.12.2006, blz. 1, als gerectificeerd in PB L 36 van 8.2.2007, blz. 3.

(2)  PB L 340 van 22.12.2007, blz. 46.


BIJLAGE

„BIJLAGE (1)

FORMAAT VOOR DE ELEKTRONISCHE INFORMATIE-UITWISSELING

1.

De tekensetdefinities zijn beschikbaar op http://europa.eu.int/idabc/en/chapter/556used; voor ERS moet gebruik worden gemaakt van Western character set (UTF-8).

2.

Alle codes (of passende verwijzingen) zullen worden vermeld op een nader te bepalen plaats op de visserijwebsite van de Europese Commissie die kan worden geraadpleegd op het volgende adres: http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement_nl.htm (m.i.v. codes voor correcties, havens, visgronden, uitvaarintenties, redenen voor terugkeer naar de haven, typen vissoorten/doelsoorten, codes voor het binnenvaren van inspannings- en instandhoudingsgebieden en andere codes of referenties.

3.

Alle 3-tekencodes zijn XML-elementen (codes van 3 tekens), alle 2-tekencodes zijn XML-kenmerken.

4.

De XML-voorbeeldfiles en de XSD-referentiedefinitie voor de bovenstaande bijlage worden op de website van de Europese Commissie gezet, op een nader te bepalen plaats.

5.

Alle gewichten in de tabel worden uitgedrukt in kilogram, zo nodig tot op 2 decimalen nauwkeurig.”

Overzichtstabel van de handelingen

Nr.

Naam van het element of kenmerk

Code

Omschrijving en inhoud

Verplicht (C)/Voorwaardelijk verplicht (CIF) (2)/Optioneel(O) (3)

1

OPS-ELEMENT

OPS

Handelingselement: hoogste niveau van alle handelingen die met het oog op verzending naar de webdienst worden verricht. Het OPS-element moet één van de volgende subelementen bevatten: DAT, RET, DEL, COR, QUE, RSP.

 

2

Land van bestemming

AD

Bestemming van het bericht (drieletterige ISO-landcode)

C

3

Verzendend land

FR

Land dat de gegevens doorgeeft (drieletterige ISO-landcode)

C

4

Nummer

ON

Uniek identificatienummer (AAAJJJJMMDD999999) dat door de verzender wordt gegenereerd

C

5

Datum

OD

Datum van doorgifte van het bericht (JJJJ-MM-DD)

C

6

Tijdstip

OT

Tijdstip van doorgifte van het bericht (UU:MM in UTC)

C

7

Testvlag

TS

Vermeld „1” als de handeling als een test moet worden beschouwd.

O

8

Gegevens

DAT

(zie details van subelementen en kenmerken van DAT)

CIF

9

Ontvangstbevestiging

RET

(zie details van subelementen en kenmerken van RET)

CIF

10

Schrapping

DEL

(zie details van subelementen en kenmerken van DEL)

CIF

11

Correctie

COR

(zie details van subelementen en kenmerken van COR)

CIF

12

Verzoek

QUE

(zie details van subelementen en kenmerken van QUE)

CIF

13

Antwoord

RSP

(zie details van subelementen en kenmerken van RSP)

CIF

14

 

 

 

 

15

Gegevens

DAT

Doorgifte van gegevens uit logboeken of verkoopdocumentenaan een andere LS

 

16

Elektronisch-meldsysteembericht (ERS-bericht)

ERS

Bevat alle relevante ERS-gegevens, d.w.z. het volledige bericht.

C

17

 

 

 

 

18

Schrapping

DEL

Verzoek aan de ontvangende lidstaat om schrapping van eerder verstuurde gegevens

 

19

Nummer van het record

RN

Nummer van het te schrappen record (AAAJJJJMMDD999999)

C

20

Reden van afwijzing

RE

Vrije tekst met toelichting van de reden van afwijzing

O

21

 

 

 

 

22

Correctie

COR

Verzoek aan een andere LS om correctie van eerder verstuurde gegevens

 

23

Nummer van het oorspronkelijke record

RN

Nummer van het te corrigeren record (formaat AAAJJJJMMDD999999)

C

24

Reden voor correctie

RE

Codelijst te vinden op: http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement/ers_nl.htm. Veld voor vrije tekst

O

25

Nieuwe gecorrigeerde gegevens

ERS

Bevat alle relevante ERS-gegevens, d.w.z. het volledige bericht

C

26

 

 

 

 

27

Ontvangstbevestiging

RET

Ontvangstbevestiging als reactie op een DAT-, DEL- of COR-handeling

 

28

Nummer van het verzonden bericht

ON

Handeling nr. (AAAJJJJMMDD999999) waarvan de ontvangst wordt bevestigd

C

29

Retourstatus

RS

Geeft de status van het ontvangen bericht/verslag aan. Codelijst te vinden op:http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement/ers_nl.htm

C

30

Reden van afwijzing

RE

Vrije tekst met toelichting van de reden van afwijzing

O

31

 

 

 

 

32

Verzoek

QUE

Verzoek tot verstrekking van logboekgegevens door een andere LS

 

33

Uit te voeren opdrachten

CD

Bijvoorbeeld één van de volgende: get_vessel_data / get_historical_data / get_all_vessel_data

C

34

Vaartuigidentificatie

ID

Ten minste één van de volgende: RC/IR/XR/NA

O

35

Vaartuigidentificatiewaarde

IV

Voorbeeld:

O

36

Begindatum

SD

Begindatum van de periode waarop het verzoek betrekking heeft (JJJJ-MM-DD)

CIF get_all_vessel_data

37

Einddatum

ED

Einddatum van de periode waarop het verzoek betrekking heeft (JJJJ-MM-DD)

O

38

 

 

 

 

39

Antwoord

RSP

Antwoord op een QUE-handeling

 

40

Elektronisch-meldsysteembericht (ERS-bericht)

ERS

Bevat alle relevante ERS-gegevens, d.w.z. het volledige bericht.

O

41

Retourstatus

RS

Geeft de status van het ontvangen bericht/verslag aan. Codelijst te vinden op:http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement/ers_nl.htm

C

42

Handeling nr.

ON

Het nummer van de handeling.(AAAJJJJMMDD999999) waarop wordt geantwoord.

C

43

Reden van afwijzing

RE

Bij een negatief antwoord: geef de reden waarom geen gegevens worden verstrekt. Vrije tekst met toelichting van de reden van afwijzing

O

44

 

 

 

 


Overzichtstabel met betrekking tot logboeken en verkoopdocumenten

Nr.

Naam van het element of kenmerk

Code

Omschrijving en inhoud

Verplicht (C)/ Voorwaardelijk verplicht (CIF) (2)/Optioneel(O) (3)

45

Elektronisch-meldsysteembericht (ERS-bericht)

 

 

 

46

Begin bericht

ERS

Markering voor het begin van een ERS-bericht

C

47

Nummer van het bericht (record)

RN

Volgnummer van het bericht (formaat AAAJJJJMMDD999999)

C

48

Datum van het bericht (record)

RD

Datum van doorgifte van het bericht (JJJJ-MM-DD)

C

49

Tijdstip van het bericht (record)

RT

Tijdstip van doorgifte van het bericht (UU:MM in UTC)

C

50

 

 

 

 

51

Logboekaangifte:LOG

 

LOG is een logboekaangifte

 

52

De volgende kenmerken moeten worden gespecificeerd

 

LOG bevat één of meer van de volgende aangiften DEP, FAR, RLC, TRA, COE, COX, ENT, EXI, CRO, TRZ, INS, DIS, PNO, EOF, RTP, LAN

 

53

Begin LOG-record

LOG

Markering voor het begin van een logboek-record

C

54

Nummer van het vaartuig in communautair vlootregister (CFR)

IR

In formaat AAAXXXXXXXXX, waarin A staat voor een hoofdletter die het land van eerste registratie in de EU aanduidt en X staat voor een letter of cijfer.

C

55

Belangrijkste identificatieteken van het vaartuig

RC

Internationale radioroepnaam

CIF CFR niet up to date

56

Identificatietekens op de romp van het vaartuig

XR

Op de romp aangebracht registratienummer van het vaartuig

O

57

Naam van het vaartuig

NA

Naam van het vaartuig

O

58

Naam van de kapitein

MA

Naam van de kapitein (elke wijziging tijdens de vaart mede te delen in de volgende LOG-doorgifte)

C

59

Adres van de kapitein

MD

Adres van de kapitein (elke wijziging tijdens de vaart mede te delen in de volgende LOG-doorgifte)

C

60

Land van registratie

FS

Vlaggenstaat waar het vaartuig is geregistreerd. Drieletterige ISO-landcode

C

61

 

 

 

 

62

DEP:aangifte-element

 

Vereist voor elk vertrek uit een haven, te zenden in het volgende bericht

 

63

Begin vertrekaangifte

DEP

Markering voor het begin van de aangifte van vertrek uit een haven

C

64

Datum

DA

Datum van vertrek (JJJJ-MM-DD)

C

65

Tijdstip

TI

Tijdstip van vertrek (UU:MM in UTC)

C

66

Naam van de haven

PO

Havencode (tweeletterige ISO-landcode + drieletterige ISO-havencode)

Codelijst (LLHHH) te vinden op:http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement/ers_nl.htm

C

67

Geplande activiteiten

AA

Codelijst te vinden op: http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement/ers_nl.htm.

CIF inspanningsrapport vereist voor geplande activiteit

68

Vistuig aan boord

GEA

(zie details van subelementen en kenmerken van GEA)

C

69

Subaangifte vangst aan boord (lijst van subaangiften soorten SPE )

SPE

(zie details van subelementen en kenmerken van SPE)

CIF vangst aan boord van het vaartuig

70

 

 

 

 

71

FAR:aangifte van visserijactiviteit

 

Vereist tegen middernacht op elke zeedag of als antwoord op een verzoek van de vlaggenstaat

 

72

Begin van aangifte van visserijactiviteitenverslag

FAR

Markering voor het begin van een aangifte van visserijactiviteitenverslag

C

73

Markering voor verzending van het laatste verslag

LR

Markering die aangeeft dat dit het laatste FAR-verslag is dat zal worden verzonden (LR=1).

CIF laatste bericht

74

Inspectiemarkering

IS

Markering die aangeeft dat dit visserijactiviteitenverslag is ontvangen na een inspectie aan boord van het vaartuig. (IS=1)

CIF inspectie uitgevoerd

75

Datum

DA

Datum waarvoor visserijactiviteiten werden gemeld terwijl het vaartuig op zee was (JJJJ-MM-DD)

C

76

Tijdstip

TI

Begintijdstip van de visserijactiviteit (UU:MM in UTC)

O

77

Subaangifte betrokken gebied

RAS

Specificeer indien geen vangsten zijn gedaan (voor inspanningsdoeleinden). Codelijst te vinden op: http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement/ers_nl.htm. (zie details van subelementen en kenmerken van RAS)

CIF bij gebrek aan te registreren SPE

78

Visserijactiviteiten

FO

Aantal visserijactiviteiten

O

79

Vistijd

DU

Duur van de visserijactiviteit in minuten – vistijd gelijk aan het aantal uren op zee min de tijd die nodig is voor de vaart naar, tussen en van de visgronden, reven, inactiviteit of wachten op reparatie

CIF vereist (3)

80

Subaangifte vistuig

GEA

(zie details van subelementen en kenmerken van GEA)

CIF

81

Subaangifte verlies vistuig

GLS

(zie details van subelementen en kenmerken van GLS)

CIF vereist volgens de voorschriften (3)

82

Subaangifte vangst (lijst van subaangiften soorten SPE )

SPE

(zie details van subelementen en kenmerken van SPE)

CIF bij vangst

83

 

 

 

 

84

RLC:aangifte van relocatie

 

Gebruikt als de vangst (volledig of gedeeltelijk) wordt overgedragen of verplaatst van gemeenschappelijk vistuig naar een vaartuig of van het ruim van een vaartuig of het vistuig daarvan naar een net, container of hok (buiten het vaartuig), waarin de levende vangst wordt bewaard tot de aanlanding

 

85

Begin aangifte relocatie

RLC

Markering voor het begin van een aangifte relocatie

C

86

Datum

DA

Datum van relocatie van de vangst terwijl het vaartuig op zee is (JJJJ-MM-DD)

C

87

Tijdstip

TI

Tijdstip van relocatie (UU:MM in UTC)

C

88

Nummer van het ontvangende vaartuig in communautair vlootregister

IR

In formaat AAAXXXXXXXXX, waarin A staat voor een hoofdletter die het land van eerste registratie in de EU aanduidt en X staat voor een letter of cijfer.

CIF gezamenlijke visserijactiviteit en EU-vaartuig

89

Radioroepnaam van het ontvangende vaartuig

TT

Internationale radioroepnaam van het ontvangende vaartuig

CIF gezamenlijke visserijactiviteit

90

Vlaggenstaat van het ontvangende vaartuig

TC

Vlaggenstaat van het vaartuig dat de vangst ontvangt (drieletterige ISO-landcode)

CIF gezamenlijke visserijactiviteit

91

Andere nummers van partnervaartuigen in communautair vlootregister

RF

In formaat AAAXXXXXXXXX, waarin A staat voor een hoofdletter die het land van eerste registratie in de EU aanduidt en X staat voor een letter of cijfer.

CIF gezamenlijke visserijactiviteit en EU-vaartuig

92

Andere radioroepnamen van partnervaartuigen

TF

Internationale radioroepnaam van het (de) partnervaartuig(en)

CIF gezamenlijke visserijactiviteit en andere partners

93

Vlaggenstaat (-staten) van ander(e) partnervaartuig(en)

FC

Vlaggenlidstaat van het partnervaartuig (drieletterige ISO-landcode)

CIF gezamenlijke visserijactiviteit en andere partners

94

Relocatie naar

RT

Drielettercode voor relocatiebestemming (bewaarnet: KNE, kooi: CGE, enz.). Codes te vinden op: http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement/ers_nl.htm

CIF

95

Subaangifte POS

POS

Positie van overdracht (zie details van subelementen en kenmerken van POS)

C

96

Subaangifte vangst (lijst van subaangiften soorten SPE )

SPE

Hoeveelheid vis voor relocatie (zie details van subelementen en kenmerken van SPE)

C

97

 

 

 

 

98

TRA:aangifte van overlading

 

Voor elke overlading van de vangst is een aangifte vereist van zowel de overdrager als de ontvanger

 

99

Begin aangifte overlading

TRA

Markering voor het begin van een overladingsaangifte

C

100

Datum

DA

Begindatum TRA (JJJJ-MM-DD)

C

101

Tijdstip

TI

Begintijdstip TRA (UU:MM in UTC)

C

102

Subaangifte betrokken gebied

RAS

Het geografische gebied waar de overlading plaatsvond.

Codelijst te vinden op:http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement/ers_nl.htm (zie details van subelementen en kenmerken van RAS)

CIF vond plaats op zee

103

Naam van de haven

PO

Havencode (tweeletterige ISO-landcode + drieletterige ISO-havencode)

Codelijst (LLHHH) te vinden op: http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement/ers_nl.htm

CIF vond plaats in de haven

104

Nummer van het ontvangende vaartuig in communautair vlootregister

IR

In formaat AAAXXXXXXXXX, waarin A staat voor een hoofdletter die het land van registratie in de EU aanduidt en X staat voor een letter of cijfer.

CIF vissersvaartuig van de Europese Unie

105

Overlading:ontvangend vaartuig

TT

Indien overladend vaartuig: internationale radioroepnaam van het ontvangende vaartuig

C

106

Overlading:vlaggenstaat van het ontvangende vaartuig

TC

Indien overladend vaartuig: vlaggenstaat van het vaartuig dat de overlading ontvangt (drieletterige ISO-landcode)

C

107

Nummer van het overladende vaartuig in communautair vlootregister

RF

In formaat AAAXXXXXXXXX, waarin A staat voor een hoofdletter die het land van eerste registratie in de EU aanduidt en X staat voor een letter of cijfer.

CIF vissersvaartuig van de Europese Unie

108

Overlading:(overladend) vaartuig

TF

Indien ontvangend vaartuig: internationale radioroepnaam van het overladende vaartuig

C

109

Overlading:vlaggenstaat van het overladende vaartuig

FC

Indien ontvangend vaartuig: vlaggenstaat van het overladende vaartuig (drieletterige ISO-landcode)

C

110

Subaangifte POS

POS

(zie details van subelementen en kenmerken van POS)

CIF vereist (3) (NEAFC-, NAFO-wateren of blauwvintonijnvisserij)

111

Overgedragen vangst (lijst van subaangiften soorten SPE)

SPE

(zie details van subelementen en kenmerken van SPE)

C

112

 

 

 

 

113

COE: aangifte van binnenkomst in gebied

 

Indien gevist wordt in herstelgebied voor een bestand of in de westelijke wateren

 

114

Begin inspanningsaangifte:binnenkomst in gebied

COE

Markering voor het begin van een aangifte van binnenkomst in inspanningsgebied

C

115

Datum

DA

Datum van binnenkomst (JJJJ-MM-DD)

C

116

Tijdstip

TI

Tijdstip van binnenkomst (UU:MM in UTC)

C

117

Doelsoort(en)

TS

Doelsoorten in gebied (demersale, pelagische, schelpen, krabben)

Codelijst te vinden op: http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement/ers_nl.htm

C

118

Subaangifte betrokken gebied

RAS

Geografische locatie van het vaartuig.

Codelijst te vinden op:http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement/ers_nl.htm (zie details van subelementen en kenmerken van RAS)

C

119

Subaangifte vangst aan boord (lijst van subaangiften soorten SPE )

SPE

(zie details van subelementen en kenmerken van SPE)

O

120

 

 

 

 

121

COX: aangifte van vertrek uit gebied

 

Indien gevist wordt in herstelgebied voor een bestand of in de westelijke wateren

 

122

Begin inspanningsaangifte:vertrek uit gebied

COX

Markering voor het begin van een aangifte van vertrek uit inspanningsgebied

C

123

Datum

DA

Datum van vertrek (JJJJ-MM-DD)

C

124

Tijdstip

TI

Tijdstip van vertrek (UU:MM in UTC)

C

125

Doelsoort(en)

TS

Doelsoorten in gebied (demersale, pelagische, schelpen, krabben)Codelijst te vinden op: http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement/ers_nl.htm

CIF; verricht geen andere visserijactiviteiten

126

Subaangifte betrokken gebied

RAS

Geografische locatie van het vaartuig.Codelijst te vinden op:http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement/ers_nl.htm (zie details van subelementen en kenmerken van RAS)

CIF; verricht geen andere visserijactiviteiten

127

Subaangifte positie

POS

Positie van vertrek (zie details van subelementen en kenmerken van POS)

C

128

Subaangifte vangst

SPE

Vangst in gebied (zie details van subelementen en kenmerken van SPE)

O

129

 

 

 

 

130

CRO:aangifte van oversteken van gebied

 

Bij oversteken van herstelgebied voor een bestand of van westelijke wateren

 

131

Begin inspanningsaangifte:oversteken van een gebied

CRO

Markering voor het begin van een aangifte van oversteken van het inspanningsgebied (geen visserijactiviteit)Alleen DA TI POS te specificeren in COE-en COX-aangiften

C

132

Aangifte van binnenkomst in gebied

COE

(zie details van subelementen en kenmerken van COE)

C

133

Aangifte van vertrek uit gebied

COX

(zie details van subelementen en kenmerken van COX)

C

134

 

 

 

 

135

TRZ:aangifte van gebiedsoverschrijdend vissen

 

Bij gebiedsoverschrijdende visserijactiviteiten

 

136

Begin inspanningsaangifte:gebiedsoverschrijdend vissen

TRZ

Markering voor het begin van aangifte gebiedsoverschrijdend vissen

C

137

Aangifte van binnenkomst

COE

Eerste binnenkomst (zie details van subelementen en kenmerken van COE)

C

138

Aangifte van vertrek

COX

Laatste vertrek (zie details van subelementen en kenmerken van COX)

C

139

 

 

 

 

140

INS:aangifte van inspectie

 

Te verstrekken door de autoriteiten, niet door de kapitein

 

141

Begin aangifte inspectie

INS

Markering voor het begin van een subaangifte inspectie

O

142

Land van inspectie

IC

Drieletterige ISO-landcode

C

143

Aangewezen inspecteur

IA

Elke staat moet een viercijferig getal ter identificering van de inspecteur aangeven

C

144

Datum

DA

Datum van inspectie (JJJJ-MM-DD)

C

145

Tijdstip

TI

Tijdstip van inspectie (UU:MM in UTC)

C

146

Subaangifte positie

POS

Positie van inspectie (zie details van subelementen en kenmerken van POS)

C

147

 

 

 

 

148

DIS:aangifte van teruggooi

 

 

CIF vereist (3) (NEAFC of NAFO)

149

Begin aangifte teruggooi

DIS

Markering met gegevens over teruggegooide vis

C

150

Datum

DA

Datum van teruggooi (JJJJ-MM-DD)

C

151

Tijdstip

TI

Tijdstip van teruggooi (UU:MM in UTC)

C

152

Subaangifte positie

POS

Positie bij teruggooi (zie details van subelementen en kenmerken van POS)

C

153

Subaangifte teruggegooide vis

SPE

Teruggegooide vis (zie details van subelementen en kenmerken van SPE)

C

154

 

 

 

 

155

PNO:aangifte van voorafgaande aanmelding van terugkeer

 

Te verzenden vóór de terugkeer naar de haven of indien vereist op grond van de communautaire voorschriften

CIF vereist (3)

156

Begin van voorafgaande aanmelding

PNO

Markering voor het begin van een aangifte van voorafgaande aanmelding

C

157

Verwachte datum van aankomst in de haven

PD

Verwachte datum van aankomst/oversteken (JJJJ-MM-DD)

C

158

Verwacht tijdstip van aankomst in de haven

PT

Verwacht tijdstip van aankomst/oversteken (UU:MM in UTC)

C

159

Naam van de haven

PO

Havencode (tweeletterige landcode (tweeletterige ISO-landcode) + drieletterige ISO-havencode).Codelijst (LLHHH) te vinden op: http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement/ers_nl.htm

C

160

Subaangifte betrokken gebied

RAS

Visgebied voor voorafgaande aanmelding van kabeljauw. Lijst van codes van visgebieden en van inspanningsgebieden/instandhoudingsgebieden te vinden op: http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement/ers_nl.htm. (zie details van subelementen en kenmerken van RAS)

CIF in de Oostzee

161

Verwachte datum

DA

Verwachte datum van aanlanding (JJJJ-MM-DD) in de Oostzee met het oog op het verlaten van het gebied

CIF in de Oostzee

162

Verwacht tijdstip

TI

Verwacht tijdstip van aanlanding (UU:MM in UTC) in de Oostzee met het oog op het verlaten van het gebied

CIF in de Oostzee

163

Subaangiften vangst aan boord (lijst van subaangiften soorten SPE )

SPE

Vangst aan boord (indien pelagisch ICES-gebied vereist) (zie details van de subaangifte SPE)

C

164

Subaangifte positie

POS

Positie voor het binnenvaren/verlaten van het gebied/de zone. (zie details van subelementen en kenmerken van POS)

CIF

165

 

 

 

 

166

EOF:einde van visserijaangifte

 

Door te sturen onmiddellijk na de laatste visserijactiviteit en vóór terugkeer naar de haven en het aanlanden van de vis

 

167

Begin van de afmelding van de vangstaangifte

EOF

Markering voor het voltooien van de visserijactiviteiten vóór de terugkeer naar de haven

C

168

Datum

DA

Datum van afmelding (JJJJ-MM-DD)

C

169

Tijdstip

TI

Tijdstip van afmelding (UU:MM in UTC)

C

170

 

 

 

 

171

RTP:aangifte terugkeer naar haven

 

Door te zenden bij aankomst in de haven, na elke PNO-aangifte en vóór het aanlanden van vis

 

172

Begin aangifte van de terugkeer naar haven

RTP

Markering voor de terugkeer naar de haven aan het eind van een visreis

C

173

Datum

DA

Datum van terugkeer (JJJJ-MM-DD)

C

174

Tijdstip

TI

Tijdstip van terugkeer (UU:MM in UTC)

C

175

Naam van de haven

PO

Lijst havencodes (CCPPP) (tweeletterige ISO-landcode + drieletterige ISO-havencode) te vinden op:http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement/ers_nl.htm

C

176

Reden van terugkeer

RE

Reden van terugkeer naar haven (bijv. beschutting, bevoorrading, aanlanding)Lijst van codes voor redenen van terugkeer te vinden op: http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement/ers_nl.htm

CIF

177

Vistuig aan boord

GEA

(zie details van subelementen en kenmerken van GEA)

O

178

 

 

 

 

179

LAN:aangifte van aanlanding

 

Door te zenden na aanlanding van vangst

 

180

Begin aangifte van aanlanding

LAN

Markering voor het begin van een aangifte van aanlanding

C

181

Datum

DA

(JJJJ-MM-DD) – datum van aanlanding

C

182

Tijdstip

TI

(UU:MM in UTC) – tijdstip van aanlanding

C

183

Type verzender

TS

Drieletterige code (MAS: Kapitein, REP: vertegenwoordiger van kapitein, AGE: agent)

C

184

Naam van de haven

PO

Havencode (tweeletterige landcode (tweeletterige ISO-landcode) + drieletterige ISO-havencode).Codelijst havens (LLHHH) te vinden op:http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement/ers_nl.htm

C

185

Subaangifte aangelande vangst (lijst van subaangiften SPE met PRO)

SPE

Soorten, visgebieden, aangeland gewicht, gebruikt vistuig en aanbiedingsvorm (zie details van subelementen en kenmerken van SPE)

C

186

 

 

 

 

187

POS:subaangifte positie

 

 

 

188

Begin subaangifte positie

POS

Markering met coördinaten van de geografische positie

C

189

Breedtegraad (decimaal)

LT

Breedtegraad uitgedrukt overeenkomstig WGS84-formaat voor VMS

C

190

Lengtegraad (decimaal)

LG

Lengtegraad uitgedrukt overeenkomstig WGS84-formaat voor VMS

C

191

 

 

 

 

192

GEA:subaangifte inzet vistuig

 

 

 

193

Begin subaangifte inzet vistuig

GEA

Markering met coördinaten van de geografische positie

C

194

Vistuigtype

GE

Vistuigcode volgens de internationale statistische standaardclassificatie van vistuig van de FAO

C

195

Maaswijdte

ME

Maaswijdte (in millimeters)

CIF vistuig heeft maaswijdte volgens norm

196

Vistuigcapaciteit

GC

Grootte en aantal vistuig

CIF vereist voor type vistuig dat wordt gebruikt

197

Visserijactiviteiten

FO

Aantal visserijactiviteiten (trekken) per 24 uur

CIF indien vaartuig goedgekeurd voor vissen op diepzeebestanden

198

Vistijd

DU

Aantal uren waarin het vistuig is ingezet

CIF indien vaartuig goedgekeurd voor vissen op diepzeebestanden

199

Subaangifte uitgezet vistuig

GES

Subaangifte uitgezet vistuig (zie details van subelementen en kenmerken van GES)

CIF vereist (3) (vaartuig gebruikt staande netten)

200

Subaangifte binnengehaald vistuig

GER

Subaangifte binnengehaald vistuig (zie details van subelementen en kenmerken van GER)

CIF vereist (3) (vaartuig gebruikt staande netten)

201

Subaangifte inzet kieuwnetten

GIL

Subaangifte inzet kieuwnetten (zie details van subelementen en kenmerken van GIL)

CIF vaartuig heeft vergunning voor kieuwnetten in ICES-zones IIIa, IVa, IVb, Vb, VIa, VIb, VIIb, c, j, k en XII

202

Diepten waarop wordt gevist

FD

Afstand tussen het wateroppervlak en het laagst gelegen onderdeel van het vistuig (in meter). Van toepassing op vaartuigen die gesleept vistuig, beuglijnen en staande netten gebruiken

CIF diepzeevissen en vissen in Noorse wateren

203

Gemiddeld aantal haken op beuglijnen

NH

Gemiddeld aantal haken op beuglijnen

CIF diepzeevissen en vissen in Noorse wateren

204

Gemiddelde lengte van de netten

GL

Gemiddelde lengte van de netten bij gebruik van staande netten (in meter)

CIF diepzeevissen en vissen in Noorse wateren

205

Gemiddelde hoogte van de netten

GD

Gemiddelde hoogte van de netten bij gebruik van staande netten (in meter)

CIF diepzeevissen en vissen in Noorse wateren

206

 

 

 

 

207

GES:subaangifte uitgezet vistuig

 

 

CIF vereist volgens de voorschriften (3)

208

Begin subaangifte positie

GES

Markering met informatie uitgezet vistuig

C

209

Datum

DA

Datum van uitzet van vistuig (JJJJ-MM-DD)

C

210

Tijdstip

TI

Tijdstip van uitzet van vistuig (UU:MM in UTC)

C

211

Subaangifte POS

POS

Positie uitzet vistuig (zie details van subelementen en kenmerken van POS)

C

212

 

 

 

 

213

GER:subaangifte binnengehaald vistuig

 

 

CIF vereist volgens de voorschriften (3)

214

Begin subaangifte positie

GER

Markering met informatie binnengehaald vistuig

C

215

Datum

DA

Datum van binnenhalen van vistuig (JJJJ-MM-DD)

C

216

Tijdstip

TI

Tijdstip van binnenhalen van vistuig (UU:MM in UTC)

C

217

Subaangifte POS

POS

Positie van binnenhalen van vistuig (zie details van subelementen en kenmerken van POS)

C

218

 

 

 

 

219

GIL: subaangifte inzet kieuwnetten

 

 

CIF vaartuig heeft vergunning voor kieuwnetten in ICES-zones IIIa, IVa, IVb, Vb, VIa, VIb, VIIb, c, j, k en XII

220

Begin subaangifte kieuwnetten

GIL

Markering begin inzet kieuwnetten

 

221

Nominale lengte van één net

NL

Informatie die tijdens elke visreis moet worden geregistreerd (in meter)

C

222

Aantal netten

NN

Aantal netten per vloot

C

223

Aantal vloten

FL

Aantal ingezette vloten

C

224

Subaangifte POS

POS

Positie van elke vlootinzet (zie details van subelementen en kenmerken van POS)

C

225

Diepte van elke ingezette vloot

FD

Diepte van elke ingezette vloot (afstand tussen het wateroppervlak en het laagst gelegen onderdeel van het vistuig)

C

226

Uitzettijd per ingezette vloot

ST

Uitzettijd per ingezette vloot (in uren)

C

227

 

 

 

 

228

GLS:subaangifte verlies vistuig

 

Verlies van staande netten

CIF vereist volgens de voorschriften (3)

229

Begin subaangifte GLS

GLS

Gegevens over verloren staande netten

 

230

Datum verlies vistuig

DA

Datum verlies vistuig (JJJJ-MM-DD)

C

231

Aantal eenheden

NN

Aantal stuks verloren vistuig

CIF

232

Subaangifte POS

POS

Laatst bekende positie van vistuig (zie details van subelementen en kenmerken van POS)

CIF

233

 

 

 

 

234

RAS subaangifte betrokken gebied

RAS

Betrokken gebied, afhankelijk van het betrokken rapportagevoorschrift-ten minste één veld moet worden ingevuld.De lijst van codes zal op de website van de Europese Commissie worden gezet, op een nader te bepalen plaats.

CIF

235

FAO-gebied

FA

FAO-gebied (bijv. 27)

CIF

236

FAO-(ICES-) deelgebied

SA

FAO-(ICES-) deelgebied (bijv. 3)

CIF

237

FAO-(ICES-) sector

ID

FAO-(ICES-) sector (bijv. d)

CIF

238

FAO-(ICES-) deelsector

SD

FAO-(ICES-) deelsector (bijv. 24) (in combinatie met de bovenstaande codes levert dit 27.3.d.24 op)

CIF

239

Economische zone

EZ

Economische zone

CIF

240

Statistisch ICES-vak

SR

Statistisch ICES-vak (bijv. 49E6)

CIF

241

Visserijinspanningszone

FE

Codelijst te vinden op: http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement/ers_nl.htm

CIF

242

 

 

 

 

243

SPE:subaangifte vissoort

 

Totale hoeveelheid per soort

 

244

Begin subaangifte SPE

SPE

Details van gevangen vis per soort

C

245

Soortnaam

SN

Naam van de vissoort (drielettercode van de FAO)

C

246

Gewicht van de vis

WT

Naar gelang van de context is dit:

1.

Het totaalgewicht van de vis (in kg) in de vangstperiode

2.

Het totaalgewicht van de vis (in kg) aan boord (totaal) of

3.

Het totaalgewicht van de vis (in kg) aangeland

4.

Het totaalgewicht van de teruggegooide of als levend aas gebruikte vis

CIF soorten niet geteld;in de blauwvintonijnvisserij

247

Aantal vissen

NF

Aantal vissen (wanneer de vangst in aantallen moet worden geregistreerd, bijv. bij zalm, tonijn)

CIF zalm-, tonijnvisserij

248

Hoeveelheid in de netten

NQ

Geraamde hoeveelheid in de netten, d.w.z. niet in het ruim

CIF levende tonijn

249

Aantal vissen in de netten

NB

Geraamd aantal vissen in de netten, d.w.z. niet in het ruim

CIF levende tonijn

250

Subaangifte betrokken gebied

RAS

Het geografische gebied waar het grootste deel van de vangst is gedaan.

Codelijst te vinden op:http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement/ers_nl.htm (zie details van subelementen en kenmerken van RAS)

C

251

Vistuigtype

GE

Lettercode volgens de internationale statistische standaardclassificatie van vistuig van de FAO

CIF aangifte van aanlanding alleen voor bepaalde soorten en vangstgebieden

252

Subaangifte verwerking

PRO

(zie details van subelementen en kenmerken van PRO)

CIF aangifte van aanlanding (overlading)

253

 

 

 

 

254

PRO:subaangifte verwerking

 

Verwerking/aanbiedingsvorm voor elke aangelande soort

 

255

Begin subaangifte verwerking

PRO

Markering met details visverwerking

C

256

Versheidscategorie vis

FF

Versheidscategorie van de vis (A, B, E, V, SO)

CIF verkoopdocument

257

Bewaartoestand

PS

Lettercode voor de bewaartoestand van de vis, bijv. levend, bevroren, gezouten.Codelijst te vinden op:http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement/ers_nl.htm

C

258

Aanbiedingsvorm van de vis

PR

Lettercode voor de aanbiedingsvorm van het product (volgens de wijze van verwerking).Codelijst te vinden op:http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement/ers_nl.htm

C

259

Verpakking verwerkte producten

TY

Drielettercode (CRT=dozen, BOX=kisten, BGS=zakken, BLC=blokken)

CIF voor TRA, O voor LAN

260

Aantal verpakte eenheden

NN

Aantal verpakte eenheden:dozen, kisten, zakken, containers, blokken, enz.

CIF voor TRA, O voor LAN

261

Gemiddeld gewicht per verpakkingseenheid

AW

Productgewicht (kg)

CIF voor TRA, O voor LAN

262

Conversiefactor

CF

Een becijferde factor voor de omrekening van in verwerkt gewicht uitgedrukte vis naar in levend gewicht uitgedrukte vis

O

263

 

 

 

 

264

Aangifte verkoopdocument:SAL

 

SAL is een verkoopbericht

 

265

De volgende kenmerken moeten worden gespecificeerd

 

Een verkoopbericht kan een aangifte van een verkoop of van een overname zijn

 

266

Begin verkooprecord

SAL

Markering voor het begin van een verkooprecord

C

267

Nummer van het vaartuig in communautair vlootregister (CFR)

IR

In formaat AAAXXXXXXXXX, waarin A staat voor een hoofdletter die het land van eerste registratie in de EU aanduidt en X staat voor een letter of cijfer.

C

268

Roepnaam van het vaartuig

RC

Internationale radioroepnaam

CIF CFR niet up to date

269

Identificatietekens op de romp van het vaartuig

XR

Op de romp aangebracht registratienummer van het vaartuig dat de vis heeft aangeland

O

270

Land van registratie

FS

Drieletterige ISO-landcode

C

271

Naam van het vaartuig

NA

Naam van het vaartuig dat de vis heeft aangeland

O

272

SLI-aangifte

SLI

(zie details van subelementen en kenmerken van SLI)

CIF verkoop

273

TLI-aangifte

TLI

(zie details van subelementen en kenmerken van TLI)

CIF overname

274

 

 

 

 

275

SLI:aangifte verkoop

 

 

 

276

Begin aangifte verkoop

SLI

Markering met details van verkoop van partij

C

277

Datum

DA

Datum van verkoop (JJJJ-MM-DD)

C

278

Land van verkoop

SC

Land waar de verkoop heeft plaatsgevonden (drieletterige ISO-landcode)

C

279

Plaats van verkoop

SL

Lijst van havencodes (LLHHH) te vinden op: http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement/ers_nl.htm

C

280

Naam van de verkoper

NS

Naam van de visafslag, andere instantie of persoon die de vis verkoopt

C

281

Naam van de koper

NB

Naam van de instantie of persoon die de vis koopt

C

282

Referentienummer verkoopovereenkomst

CN

Referentienummer verkoopovereenkomst

O

283

Subaangifte brondocument

SRC

(zie details van subelementen en kenmerken van SRC)

C

284

Subaangifte verkochte partij

CSS

(zie details van subelementen en kenmerken van CSS)

C

285

 

 

 

 

286

Subaangifte SRC

 

De vlaggenstaatautoriteiten traceren het brondocument aan de hand van de logboekgegevens en de aanlandingsgegevens van het vaartuig.

 

287

Begin subaangifte brondocument

SRC

Markering met details van brondocument voor de verkochte partij

C

288

Datum van aanlanding

DL

Datum van aanlanding (JJJJ-MM-DD)

C

289

Naam van land en haven

PO

Naam van land en haven voor de plaats van aanlanding.Lijst van landen- en havencodes (LLHHH) te vinden op:http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement/ers_nl.htm

C

290

 

 

 

 

291

Subaangifte CSS

 

 

 

292

Begin subaangifte verkochte partij

CSS

Markering met details over verkocht item

C

293

Prijs van de vis

FP

Prijs per kg

C

294

Munteenheid van verkoop

CR

Munteenheid van de prijs van verkoop.- De lijst van monetaire symbolen/codes zal op de website van de Europese Commissie worden gezet, op een nader te bepalen plaats.

C

295

Grootteklasse vis

SF

Grootte van de vis (1-8;één grootte of kg, g, cm, mm of aantal vissen per kg, naar gelang van het geval)

CIF

296

Bestemming van product

PP

Codes voor menselijke consumptie, overdracht, industriële doeleinden

CIF

297

Uit de markt genomen

WD

Uit de markt genomen door een producentenorganisatie (J-ja, N-nee, T-tijdelijk)

C

298

Gebruikscode producentenorganisatie

OP

De lijst van codes zal op de website van de Europese Commissie worden gezet, op een nader te bepalen plaats.

O

299

Soorten in de partij

SPE

(zie details van subelementen en kenmerken van SPE)

C

300

TLI:aangifte van overname

 

 

 

301

Begin aangifte TLI

TLI

Markering met details van overname

C

302

Datum

DA

Datum van overname (JJJJ-MM-DD)

C

303

Land van overname

SC

Land waar de overname heeft plaatsgevonden (drieletterige ISO-landcode)

C

304

Plaats van overname

SL

Code van de haven of de plaats van overname (indien deze niet in een haven heeft plaatsgevonden). Lijsten te vinden op: http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement_nl.htm

C

305

Naam van de overnameorganisatie

NT

Naam van de organisatie die de vis heeft overgenomen

C

306

Referentienummer overnameovereenkomst

CN

Referentienummer overnameovereenkomst

O

307

Subaangifte SRC

SRC

(zie details van subelementen en kenmerken van SRC)

C

308

Subaangifte overgenomen partij

CST

(zie details van subelementen en kenmerken van CST)

C

309

 

 

 

 

310

Subaangifte CST

 

 

 

311

Begin overnamedocument

CST

Markering met details voor elke overgenomen soort

C

312

Grootteklasse vis

SF

Grootte van de vis (1-8;één grootte of kg, g, cm, mm of aantal vissen per kg, naar gelang van het geval)

O

313

Soorten in de partij

SPE

(zie details van subelementen en kenmerken van SPE)

C


(1)  Deze bijlage komt in de plaats van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1566/2007 van de Commissie tot vaststelling van voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1966/2006 van de Raad betreffende de elektronische registratie en melding van visserijactiviteiten en een systeem voor teledetectie.

(2)  Verplicht indien vereist volgens de communautaire voorschriften, of bij internationale of bilaterale overeenkomsten.

(3)  Indien CIF niet van toepassing is, is het kenmerk optioneel.

1.

De tekensetdefinities zijn beschikbaar op http://europa.eu.int/idabc/en/chapter/556used; voor ERS moet gebruik worden gemaakt van Western character set (UTF-8).

2.

Alle codes (of passende verwijzingen) zullen worden vermeld op een nader te bepalen plaats op de visserijwebsite van de Europese Commissie die kan worden geraadpleegd op het volgende adres: http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/control_enforcement_nl.htm (m.i.v. codes voor correcties, havens, visgronden, uitvaarintenties, redenen voor terugkeer naar de haven, typen vissoorten/doelsoorten, codes voor het binnenvaren van inspannings- en instandhoudingsgebieden en andere codes of referenties.

3.

Alle 3-tekencodes zijn XML-elementen (codes van 3 tekens), alle 2-tekencodes zijn XML-kenmerken.

4.

De XML-voorbeeldfiles en de XSD-referentiedefinitie voor de bovenstaande bijlage worden op de website van de Europese Commissie gezet, op een nader te bepalen plaats.

5.

Alle gewichten in de tabel worden uitgedrukt in kilogram, zo nodig tot op 2 decimalen nauwkeurig.”


9.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 174/18


VERORDENING (EU) Nr. 600/2010 VAN DE COMMISSIE

van 8 juli 2010

tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft toevoegingen en wijziging van de voorbeelden van verwante soorten of andere producten waarvoor dezelfde MRL geldt

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (1), en met name op artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verscheidene lidstaten hebben verzocht kleine wijzigingen en toevoegingen aan te brengen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 396/2005 in de kolom „Voorbeelden van verwante soorten of andere producten waarvoor dezelfde MRL geldt”.

(2)

Deze wijzigingen en toevoegingen zijn nodig om in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 396/2005 nieuwe vruchten, groenten en granen op te nemen, die verkrijgbaar zijn op de markt in de lidstaten.

(3)

Het is daarom dienstig de volgende vruchten, groenten, granen en dierlijke producten toe te voegen: mineola, sleepruim, poolbraam, nectarframboos, physalis (Kaapse kruisbes), limequats, mangosteen, drakenvrucht (rode pitaya), tijgernoot (chufa), kiwibes, lavaswortel, engelwortel, gentiaanwortel, boomtomaat, gojibes, wolfsbes, choi sum, Portugese boerenkool, Portugese kool, erwten- en radijsbladeren, Chinese spinazie (amarant) en zaden daarvan, monniksbaard (agretti), zaden van Cucurbitaceae met uitzondering van pompoen, quinoa, vlierbloesem, ginkgobladeren, eetbare bloemen, munt en wild. Vossenbessen worden van de categorie blauwe bessen overgeheveld naar de categorie veenbessen. De Latijnse naam voor druiven wordt gewijzigd overeenkomstig de internationale nomenclatuur.

(4)

Verordening (EG) nr. 396/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, en het Europees Parlement noch de Raad hebben zich daartegen verzet,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 396/2005 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 juli 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1.


BIJLAGE

„BIJLAGE I

Producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong zoals bedoeld in artikel 2, lid 1

Code-nummer (1)

Groepen waarvoor de MRL’s gelden

Voorbeelden van afzonderlijke producten waarvoor de MRL’s gelden

Wetenschappe-lijke naam (2)

Voorbeelden van verwante soorten of andere producten waarvoor dezelfde MRL geldt

Delen van de producten waarvoor de MRL’s gelden

0100000

1.

FRUIT, VERS OF BEVROREN; NOTEN

 

 

 

 

0110000

i)

Citrusvruchten

 

 

 

Het hele product

0110010

 

Grapefruit

Citrus paradisi

Shaddock, pomelo, sweetie, tangelo (met uitzondering van mineola), ugli en andere kruisingen

 

0110020

 

Sinaasappelen

Citrus sinensis

Bergamot, bittere sinaasappel, chinotto en andere kruisingen

 

0110030

 

Citroenen

Citrus limon

Citroen, limoen

 

0110040

 

Lemmetjes

Citrus aurantifolia

 

 

0110050

 

Mandarijnen

Citrus reticulata

Clementine, tangerine, mineola en andere kruisingen

 

0110990

 

Overige (3)

 

 

 

0120000

ii)

Noten (al dan niet in de dop, schil of schaal)

 

 

 

Het hele product zonder dop, schil of schaal (behalve voor kastanjes)

0120010

 

Amandelen

Prunus dulcis

 

 

0120020

 

Paranoten

Bertholletia excelsa

 

 

0120030

 

Cashewnoten

Anacardium occidentale

 

 

0120040

 

Kastanjes

Castanea sativa

 

 

0120050

 

Kokosnoten

Cocos nucifera

 

 

0120060

 

Hazelnoten

Corylus avellana

Lambertsnoot

 

0120070

 

Macadamia

Macadamia ternifolia

 

 

0120080

 

Pecannoten

Carya illinoensis

 

 

0120090

 

Pijnboom-pitten

Pinus pinea

 

 

0120100

 

Pistaches

Pistachia vera

 

 

0120110

 

Walnoten

Juglans regia

 

 

0120990

 

Overige (3)

 

 

 

0130000

iii)

Pitvruchten

 

 

 

Het hele product zonder steeltje

0130010

 

Appelen

Malus domesticus

Wilde appel

 

0130020

 

Peren

Pyrus communis

Japanse peer (nashi)

 

0130030

 

Kweeperen

Cydonia oblonga

 

 

0130040

 

Mispels (4)

Mespilus germanica

 

 

0130050

 

Loquats (Japanse mispels) (4)

Eriobotrya japonica

 

 

0130990

 

Overige (3)

 

 

 

0140000

iv)

Steenvruchten

 

 

 

Het hele product zonder steeltje

0140010

 

Abrikozen

Prunus armeniaca

 

 

0140020

 

Kersen

Prunus cerasus, Prunus avium

Zoete kers, zure kers

 

0140030

 

Perziken

Prunus persica

Nectarines en soortgelijke kruisingen

 

0140040

 

Pruimen

Prunus domestica

Kwets, reine-claude, mirabel, sleepruim

 

0140990

 

Overige (3)

 

 

 

0150000

v)

Besvruchten en kleinfruit

 

 

 

Het hele product zonder kroontje en steeltje; voor aalbessen de vrucht met steeltje

0151000

a)

Tafel- en wijndruiven

 

 

 

 

0151010

 

Tafeldruiven

Vitis vinifera

 

 

0151020

 

Wijndruiven

Vitis vinifera

 

 

0152000

b)

Aardbeien

 

Fragaria spp.

 

 

0153000

c)

Rubussoorten

 

 

 

 

0153010

 

Bramen

Rubus fruticosus

 

 

0153020

 

Dauwbramen

Rubus caesius

Loganbes, boysenbes, kruipbraam

 

0153030

 

Frambozen

Rubus idaeus

Wijnbes, poolbraam/framboos, (Rubus arcticus), nectarframboos (Rubus arcticus x idaeus)

 

0153990

 

Overige (3)

 

 

 

0154000

d)

Ander kleinfruit en besvruchten

 

 

 

 

0154010

 

Blauwe bessen

Vaccinium spp. met uitzondering van V. macrocarpon en V.vitis-idaea

Blauwe bosbes

 

0154020

 

Veenbessen

Vaccinium macrocarpon en V.vitis-idaea

Vossenbes (rode bosbes)

 

0154030

 

Aalbessen (rood, zwart en wit)

Ribes nigrum, Ribes rubrum

 

 

0154040

 

Kruisbessen

Ribes uva-crispa

Kruisingen met andere ribessoorten

 

0154050

 

Rozenbottels

Rosa canina

 

 

0154060

 

Moerbeien (4)

Morus spp.

Aardbeiboomvrucht

 

0154070

 

Azaroles (4) (Middellandse Zeemispels)

Crataegus azarolus

Kiwibes (Actinidia arguta)

 

0154080

 

Vlierbessen (4)

Sambucus nigra

Zwarte appelbes, lijsterbes, duindoorn, meidoorn, peerlijsterbes en andere bessen van bomen

 

0154990

 

Overige (3)

 

 

 

0160000

vi)

Diverse vruchten

 

 

 

Het hele product na verwijdering van het steeltje of (voor ananas) de kroon

0161000

a)

Met eetbare schil

 

 

 

 

0161010

 

Dadels

Phoenix dactylifera

 

 

0161020

 

Vijgen

Ficus carica

 

 

0161030

 

Tafelolijven

Olea europaea

 

 

0161040

 

Kumquats (4)

Fortunella spp.

Marumi-kumquats, nagami-kumquats, limequats (Citrus aurantifolia x Fortunella spp.)

 

0161050

 

Carambola’s, stervrucht (4)

Averrhoa carambola

Bilimbi (blimbing)

 

0161060

 

Kaki’s (4)

Diospyros kaki

 

 

0161070

 

Jambolans (4) (djamblangs)

Syzygium cumini

Djamboe ajer, pommerak, rozenappel, Braziliaanse kers, Surinaamse kers (grumichama Eugenia uniflora)

 

0161990

 

Overige (3)

 

 

 

0162000

b)

Met niet-eetbare schil, klein

 

 

 

 

0162010

 

Kiwi’s

Actinidia deliciosa syn. A. chinensis

 

 

0162020

 

Lychees

Litchi chinensis

Kapulasan, ramboetan, mangosteen

 

0162030

 

Passievruchten

Passiflora edulis

 

 

0162040

 

Woestijnvijgen (cactus-vruchten) (4)

Opuntia ficus-indica

 

 

0162050

 

Sterappelen (4)

Chrysophyllum cainito

 

 

0162060

 

Noord-Amerikaanse persimoenen (4)

Diospyros virginiana

Zwarte zapote, witte zapote, groene zapote, canistel, mamey zapote

 

0162990

 

Overige (3)

 

 

 

0163000

c)

Met niet-eetbare schil, groot

 

 

 

 

0163010

 

Avocado’s

Persea americana

 

 

0163020

 

Bananen

Musa x paradisica

Dwergbanaan, bakbanaan, appelbanaan

 

0163030

 

Mango’s

Mangifera indica

 

 

0163040

 

Papaja’s

Carica papaya

 

 

0163050

 

Granaatappels

Punica granatum

 

 

0163060

 

Cherimoya’s (4)

Annona cherimola

Custardappel, suikerappel (zoetzak), ilama en andere middelgrote Annonaceae

 

0163070

 

Guaves (4)

Psidium guajava

Rode pitaya of drakenvrucht (Hylocereus undatus)

 

0163080

 

Ananassen

Ananas comosus

 

 

0163090

 

Broodvruchten (4)

Artocarpus altilis

Nangka (jackfruit)

 

0163100

 

Doerians (4)

Durio zibethinus

 

 

0163110

 

Zuurzakken (doerian blanda) (4)

Annona muricata

 

 

0163990

 

Overige (3)

 

 

 

0200000

2.

GROENTEN, VERS OF BEVROREN

 

 

 

 

0210000

i)

Wortel- en knolgewassen

 

 

 

Het hele product na verwijdering van eventueel loof en van aanhangende aarde door afspoelen of afborstelen

0211000

a)

Aardappelen

 

Knol van Solanum spp.

 

 

0212000

b)

Tropische wortel- en knolgewassen

 

 

 

 

0212010

 

Cassave

Manihot esculenta

Taro, eddo (eddoe), yautia

 

0212020

 

Bataten (zoete aardappelen)

Ipomoea batatas

 

 

0212030

 

Yams

Dioscorea spp.

Yamboon (jicama)

 

0212040

 

Pijlwortel (4)

Maranta arundinacea

 

 

0212990

 

Overige (3)  (4)

 

 

 

0213000

c)

Andere wortel- en knolgewassen, behalve suikerbiet

 

 

 

 

0213010

 

Rode bieten

Beta vulgaris subsp. vulgaris

 

 

0213020

 

Wortels

Daucus carota

 

 

0213030

 

Knolselderij

Apium graveolens var. rapaceum

 

 

0213040

 

Mierikswortel

Armoracia rusticana

Engelwortel, lavaswortel, gentiaanwortel

 

0213050

 

Aardperen (topinamboers)

Helianthus tuberosus

 

 

0213060

 

Pastinaken

Pastinaca sativa

 

 

0213070

 

Wortelpeterse-lie

Petroselinum crispum

 

 

0213080

 

Radijzen

Raphanus sativus var. sativus

Rammenas, daikon, kleine radijs en dergelijke, tijgernoot (Cyperus esculentus)

 

0213090

 

Schorseneren

Tragopogon porrifolius

Zwarte schorseneer, Spaanse schorseneer (oesterplant)

 

0213100

 

Koolrapen

Brassica napus var. napobrassica

 

 

0213110

 

Rapen

Brassica rapa

 

 

0213990

 

Overige (3)

 

 

 

0220000

ii)

Bolgewassen

 

 

 

Het hele product na verwijdering van gemakkelijk loslatende schil en eventuele aarde (voor droge producten) dan wel wortels en eventuele aarde (voor verse producten)

0220010

 

Knoflook

Allium sativum

 

 

0220020

 

Uien

Allium cepa

Zilveruitjes

 

0220030

 

Sjalotten

Allium ascalonicum (Allium cepa var. aggregatum)

 

 

0220040

 

Bosuien

Allium cepa

Stengelui en dergelijke

 

0220990

 

Overige (3)

 

 

 

0230000

iii)

Vruchtgroenten

 

 

 

Het hele product na verwijdering van het steeltje (voor suikermaïs zonder vliezen en voor physalis (Kaapse kers) zonder kelkbladeren)

0231000

a)

Solanaceae

 

 

 

 

0231010

 

Tomaten

Lycopersicum esculentum

Kerstomaat, boomtomaat, physalis, gojibes, wolfsbes (Lycium barbarum en L. chinense)

 

0231020

 

Pepers (paprika’s)

Capsicum annuum, var. grossum en var. longum

Chilipeper

 

0231030

 

Aubergines

Solanum melongena

Pepino

 

0231040

 

Okra’s, okers

Hibiscus esculentus

 

 

0231990

 

Overige (3)

 

 

 

0232000

b)

Cucurbitaceae met eetbare schil

 

 

 

 

0232010

 

Komkommers

Cucumis sativus

 

 

0232020

 

Augurken

Cucumis sativus

 

 

0232030

 

Courgettes

Cucurbita pepo var. melopepo

Zomerpompoen, patisson

 

0232990

 

Overige (3)

 

 

 

0233000

c)

Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

 

 

 

 

0233010

 

Meloenen

Cucumis melo

Kiwano

 

0233020

 

Pompoenen

Cucurbita maxima

Winterpompoen

 

0233030

 

Watermeloenen

Citrullus lanatus

 

 

0233990

 

Overige (3)

 

 

 

0234000

d)

Suikermais

 

Zea mays var. sacharata

 

Korrels en kolf zonder vliezen

0239000

e)

Andere vruchtgroenten

 

 

 

 

0240000

iv)

Koolsoorten

 

 

 

 

0241000

a)

Bloemkoolachtigen

 

 

 

Uitsluitend inflorescenties

0241010

 

Broccoli

Brassica oleracea

Chinese broccoli, choisum

 

0241020

 

Bloemkool

Brassica oleracea var. botrytis

 

 

0241990

 

Overige (3)

 

 

 

0242000

b)

Sluitkoolachtigen

 

 

 

De hele plant na verwijdering van de wortels en eventuele rotte bladeren

0242010

 

Spruitjes

Brassica oleracea var. gemmifera

 

Alleen de kooltjes

0242020

 

Sluitkool

Brassica oleracea convar capitata

Spitskool, rode kool, savooiekool, wittekool

 

0242990

 

Overige (3)

 

 

 

0243000

c)

Bladkoolachtigen

 

 

 

De hele plant na verwijdering van de wortels en eventuele rotte bladeren

0243010

 

Chinese kool

Brassica rapa subsp. pekinensis

Mosterdkool, paksoi, tatsoi, choi sum, petsai

 

0243020

 

Boerenkool

Brassica oleracea convar. acephalea

Boerenkool (krulkool), Portugese boerenkool, Portugese kool, bladkool

 

0243990

 

Overige (3)

 

 

 

0244000

d)

Koolrabi

 

Brassica oleracea convar. acephala, var. gongylodes

 

Het hele product na verwijdering van de wortels en eventuele aanhangende aarde

0250000

v)

Bladgroenten en verse kruiden

 

 

 

Het hele product na verwijdering van de wortels en eventuele rotte buitenbladeren en aarde

0251000

a)

Slasoorten, met inbegrip van Brassicaceae

 

 

 

 

0251010

 

Veldsla

Valerianella locusta

Italiaanse veldsla

 

0251020

 

Sla

Lactuca sativa

Kropsla, lollo rosso, ijsbergsla, Romaanse sla (bindsla)

 

0251030

 

Andijvie

Cichorium endiva

Wilde cichorei, rode sla (radicchio), krulandijvie, groenlof

 

0251040

 

Tuinkers (4)

Lepidium sativum

 

 

0251050

 

Winterkers (4)

Barbarea verna

 

 

0251060

 

Raketsla, rucola (4)

Eruca sativa (Diplotaxis spp.)

Grote zandkool

 

0251070

 

Rode amsoi (4)

Brassica juncea var. rugosa

 

 

0251080

 

Bladeren en spruiten van Brassica spp. (4), inclusief raapstelen

Brassica spp.

Mizuna, bladeren van erwten en radijzen en andere babyleafkoolgewassen (gewassen die tot het achtbladstadium worden geoogst)

 

0251990

 

Overige (3)

 

 

 

0252000

b)

Spinazie en dergelijke (bladgroente)

 

 

 

 

0252010

 

Spinazie

Spinacia oleracea

Nieuw-Zeelandse spinazie, Chinese spinazie (amarant)

 

0252020

 

Postelein (4)

Portulaca oleracea

Winterpostelein, zomerpostelein, zuring, zeekraal, (Salsola soda) monniksbaard (agretti)

 

0252030

 

Snijbiet

Beta vulgaris

Bladeren van de biet

 

0252990

 

Overige (3)

 

 

 

0253000

c)

Wijnstokbladeren (druiven-bladeren) (4)

 

Vitis vinifera

 

 

0254000

d)

Waterkers

 

Nasturtium officinale

 

 

0255000

e)

Witlof

 

Cichorium intybus. var. Foliosum

 

 

0256000

f)

Kruiden

 

 

 

 

0256010

 

Kervel

Anthriscus cerefolium

 

 

0256020

 

Bieslook

Allium schoenoprasum

 

 

0256030

 

Bladselderij

Apium graveolens var. seccalinum

Venkelblad, korianderblad, dilleblad, karwijblad, lavas, engelwortel, roomse kervel en andere Apiaceae-bladeren

 

0256040

 

Peterselie

Petroselinum crispum

 

 

0256050

 

Salie (4)

Salvia officinalis

Winterbonenkruid, bonenkruid

 

0256060

 

Rozemarijn (4)

Rosmarinus officinalis

 

 

0256070

 

Tijm (4)

Thymus spp.

Marjolein, oregano

 

0256080

 

Basilicum (4)

Ocimum basilicum

Citroenmelisse, munt, pepermunt

 

0256090

 

Laurierblad (4)

Laurus nobilis

 

 

0256100

 

Dragon (4)

Artemisia dracunculus

Hysop

 

0256990

 

Overige (3)

 

Eetbare bloemen

 

0260000

vi)

Peulgroenten (vers)

 

 

 

Het hele product

0260010

 

Bonen (met peul)

Phaseolus vulgaris

Sperzieboon (prinsessenboon, slaboon), pronkboon, snijboon, kousenband

 

0260020

 

Bonen (zonder peul)

Phaseolus vulgaris

Tuinboon, flageolet, zwaardboon, limaboon, zwartogenboon

 

0260030

 

Erwten (met peul)

Pisum sativum

Peultjes (suikererwt)

 

0260040

 

Erwten (zonder peul)

Pisum sativum

Doperwt, groene erwt, keker

 

0260050

 

Linzen (4)

Lens culinaris syn. L. esculenta

 

 

0260990

 

Overige (3)

 

 

 

0270000

vii)

Stengelgroenten (vers)

 

 

 

Het hele product na verwijdering van eventuele rotte bladeren, aarde en wortels

0270010

 

Asperges

Asparagus officinalis

 

 

0270020

 

Kardoen

Cynara cardunculus

 

 

0270030

 

Bleekselderij

Apium graveolens var. dulce

 

 

0270040

 

Knolvenkel

Foeniculum vulgare

 

 

0270050

 

Artisjokken

Cynara scolymus

 

Het hele bloemhoofd, inclusief de bloembodem

0270060

 

Prei

Allium porrum

 

 

0270070

 

Rabarber

Rheum x hybridum

 

Stengels na verwijdering van wortels en bladeren

0270080

 

Bamboe-scheuten (4)

Bambusa vulgaris

 

 

0270090

 

Palmharten (4)

Euterpe oleracea, Cocos nucifera, Bactris gasipaes, Daemonorops schmidtiana

 

 

0270990

 

Overige (3)

 

 

 

0280000

viii)

Fungi

 

 

 

Het hele product na verwijdering van eventuele aarde of teeltmateriaal

0280010

 

Gekweekt

 

Champignon (4), oesterzwam, shii-take (4)

 

0280020

 

Wild (4)

 

Cantharel, truffel, morielje, Eekhoorntjesbrood

 

0280990

 

Overige (3)

 

 

 

0290000

ix)

Zeewier  (4)

 

 

 

Het hele product na verwijdering van rotte bladeren

0300000

3.

PEULVRUCHTEN, GEDROOGD

 

 

 

Droge zaden

0300010

 

Bonen

Phaseolus vulgaris

Tuinboon, witte boon, flageolet, zwaardboon, limaboon, veldboon, zwartogenboon

 

0300020

 

Linzen

Lens culinaris syn. L. esculenta

 

 

0300030

 

Erwten

Pisum sativum

Kekererwt, landbouwerwt, lathyrus

 

0300040

 

Lupines (4)

Lupinus spp.

 

 

0300990

 

Overige (3)

 

 

 

0400000

4.

OLIEHOUDENDE ZADEN EN VRUCHTEN

 

 

 

Het hele product na verwijdering van dop, pit en huid, indien mogelijk

0401000

i)

Oliehoudende zaden

 

 

 

 

0401010

 

Lijnzaad

Linum usitatissimum

 

 

0401020

 

Pinda’s

Arachis hypogaea

 

 

0401030

 

Papaverzaad

Papaver somniferum

 

 

0401040

 

Sesamzaad

Sesamum indicum syn. S. orientale

 

 

0401050

 

Sunflower seed

Helianthus annuus

 

 

0401060

 

Koolzaad

Brassica napus

Voederkoolzaad, raapzaad

 

0401070

 

Sojabonen

Glycine max

 

 

0401080

 

Mosterdzaad

Brassica nigra

 

 

0401090

 

Katoenzaad

Gossypium spp.

 

Niet gescheiden van lint

0401100

 

Pompoenzaad (4)

Cucurbita pepo var. oleifera

Andere zaden van Cucurbitaceae

 

0401110

 

Saffloer (4)

Carthamus tinctorius

 

 

0401120

 

Komkommer-kruid (4)

Borago officinalis

 

 

0401130

 

Huttentut (4)

Camelina sativa

 

 

0401140

 

Hennepzaad (4)

Cannabis sativa

 

 

0401150

 

Wonderboom

Ricinus communis

 

 

0401990

 

Overige (3)

 

 

 

0402000

ii)

Oliehoudende vruchten

 

 

 

 

0402010

 

Olijven voor oliewinning (4)

Olea europaea

 

Het hele product zonder steeltje en na verwijdering van eventuele aarde

0402020

 

Palmnoten (palmpitten) (4)

Elaeis guineensis

 

 

0402030

 

Palmvruchten (4)

Elaeis guineensis

 

 

0402040

 

Kapok (4)

Ceiba pentandra

 

 

0402990

 

Overige (3)

 

 

 

0500000

5.

GRANEN

 

 

 

Het gehele product/korrels

0500010

 

Gerst

Hordeum spp.

 

 

0500020

 

Boekweit

Fagopyrum esculentum

Amarant, quinoa

 

0500030

 

Mais

Zea mays

 

 

0500040

 

Mais (4)

Panicum spp.

Trosgierst, teff

 

0500050

 

Haver

Avena sativa

 

 

0500060

 

Rijst

Oryza sativa

 

 

0500070

 

Rogge

Secale cereale

 

 

050080

 

Sorghum (4)

Sorghum bicolor

 

 

050090

 

Tarwe

Triticum aestivum, T. durum

Spelt, triticale

 

0500990

 

Overige (3)

 

 

 

0600000

6.

THEE, KOFFIE, KRUIDENTHEE EN CACAO

 

 

 

 

0610000

i)

Thee (gedroogde bladeren en stengels, al dan niet gefermenteerd, van Camellia sinensis)

Thee

Camellia sinensis

 

Het hele product

0620000

ii)

Koffiebonen  (4)

 

 

 

Groene bonen

0630000

iii)

Kruidenthee  (4) gedroogd

 

 

 

 

0631000

a)

Bloemen

 

 

 

De hele bloem na verwijdering van de stengels en eventuele rotte bladeren

0631010

 

Kamille (bloem)

Matricaria recutita,,

Chamaemelum nobile

 

 

0631020

 

Hibiscus (bloem)

Hibiscus sabdariffa

 

 

0631030

 

Rozenblaadjes

Rosa spp.

 

 

0631040

 

Jasmijn (bloem)

Jasminum officinal

Vlierbloesem (Sambucus nigra)

 

0631050

 

Lindebloesem

Tilia cordata

 

 

0631990

 

Overige (3)

 

 

 

0632000

b)

Bladeren

 

 

 

Het hele product na verwijdering van de wortels en eventuele rotte bladeren

0632010

 

Aardbei (blad)

Fragaria spp.

 

 

0632020

 

Rooibos (blad)

Aspalathus spp.

Ginkgo (blad)

 

0632030

 

Maté

Ilex paraguariensis

 

 

0632990

 

Overige (3)

 

 

 

0633000

c)

Wortels

 

 

 

Het hele product na verwijdering van het loof en aanhangende grond door afspoelen of afborstelen

0633010

 

Valeriaan-wortel

Valeriana officinalis

 

 

0633020

 

Ginsengwortel

Panax ginseng

 

 

0633990

 

Overige (3)

 

 

 

0639000

d)

Andere kruidenthee

 

 

 

 

0640000

iv)

Cacaobonen  (4) (gefermenteerd of gedroogd)

 

Theobroma cacao

 

De bonen zonder dop

0650000

v)

Carob  (4) (johannesbrood)

 

Ceratonia siliqua

 

Het hele product na verwijdering van het steeltje of de kroon

0700000

7.

HOP (gedroogd), inclusief hoppellets en niet-geconcentreerd poeder

 

Humulus lupulus

 

Gedroogde bellen

0800000

8.

SPECERIJEN (4)

 

 

 

Het hele product, droog

0810000

i)

Zaden

 

 

 

 

0810010

 

Anijs

Pimpinella anisum

 

 

0810020

 

Zwarte komijn

Nigella sativa

 

 

0810030

 

Selderijzaad

Apium graveolens

Lavaszaad

 

0810040

 

Korianderzaad

Coriandrum sativum

 

 

0810050

 

Komijnzaad

Cuminum cyminum

 

 

0810060

 

Dillezaad

Anethum graveolens

 

 

0810070

 

Venkelzaad

Foeniculum vulgare

 

 

0810080

 

Fenegriek

Trigonella foenum-graecum

 

 

0810090

 

Nootmuskaat

Myristica fragans

 

 

0810990

 

Overige (3)

 

 

 

0820000

ii)

Vruchten en bessen

 

 

 

 

0820010

 

Piment

Pimenta dioica

 

 

0820030

 

Anijspeper (Japanse peper)

Zanthooxylum piperitum

 

 

0820040

 

Karwij

Carum carvi

 

 

0820050

 

Kardemom

Elettaria cardamomum

 

 

0820110

 

Jeneverbessen

Juniperus communis

 

 

0820120

 

Peper, zwart en wit

Piper nigrum

Lange peper, roze peper

 

0820130

 

Vanillestokjes

Vanilla fragrans syn. Vanilla planifolia

 

 

0820140

 

Tamarinde

Tamarindus indica

 

 

0820990

 

Overige (3)

 

 

 

0830000

iii)

Bast

 

 

 

 

0830010

 

Kaneel

Cinnamonum verum syn. C. zeylanicum

Cassia

 

0830990

 

Overige (3)

 

 

 

0840000

iv)

Wortels en wortelstokken

 

 

 

 

0840010

 

Zoethout

Glycyrrhiza glabra

 

 

0840020

 

Gember

Zingiber officinale

 

 

0840030

 

Geelwortel

Curcuma spp.

 

 

0840040

 

Mierikswortel

Armoracia rusticana

 

 

0840990

 

Overige (3)

 

 

 

0850000

v)

Knoppen

 

 

 

 

0850010

 

Kruidnagels

Syzygium aromaticum

 

 

0850020

 

Kappertjes

Capparis spinosa

 

 

0850990

 

Overige (3)

 

 

 

0860000

vi)

Stempels

 

 

 

 

0860010

 

Saffraan

Crocus sativus

 

 

0860990

 

Overige (3)

 

 

 

0870000

vii)

Zaadrokken

 

 

 

 

0870010

 

Foelie

Myristica fragrans

 

 

0870990

 

Overige (3)

 

 

 

0900000

9.

SUIKERGEWASSEN (4)

 

 

 

 

0900010

 

Suikerbiet

Beta vulgaris

 

Het hele product na verwijdering van het loof en aanhangende grond door afspoelen of afborstelen

0900020

 

Suikerriet

Saccharum officinarum

 

Het hele product na verwijdering van eventuele rotte bladeren, aarde en wortels

0900030

 

Wortelcichorei (4)

Cichorium intybus

 

Het hele product na verwijdering van het loof en aanhangende grond door afspoelen of afborstelen

0900990

 

Overige (3)

 

 

 

1000000

10.

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG - LANDDIEREN

 

 

 

 

1010000

i)

Vlees, vleesbereidingen, slachtafvallen, bloed, dierlijke vetten, vers, gekoeld of bevroren, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt of verwerkt tot meel of poeder; andere verwerkte producten zoals worst, bereidingen van deze producten voor menselijke consumptie

 

 

 

Het hele product of alleen de vetfractie (5)

1011000

a)

Varkens

 

Sus scrofa

 

 

1011010

 

Vlees

 

 

 

1011020

 

Spek (ander dan doorregen spek) en vet

 

 

 

1011030

 

Lever

 

 

 

1011040

 

Nier

 

 

 

1011050

 

Eetbare slachtafvallen

 

 

 

1011990

 

Overige (3)

 

 

 

1012000

b)

Runderen

 

Bos spp.

 

 

1012010

 

Vlees

 

 

 

1012020

 

Vet

 

 

 

1012030

 

Lever

 

 

 

1012040

 

Nier

 

 

 

1012050

 

Eetbare slachtafvallen

 

 

 

1012990

 

Overige (3)

 

 

 

1013000

c)

Schapen

 

Ovis aries

 

 

1013010

 

Vlees

 

 

 

1013020

 

Vet

 

 

 

1013030

 

Lever

 

 

 

1013040

 

Nier

 

 

 

1013050

 

Eetbare slachtafvallen

 

 

 

1013990

 

Overige (3)

 

 

 

1014000

d)

Geiten

 

Capra hircus

 

 

1014010

 

Vlees

 

 

 

1014020

 

Vet

 

 

 

1014030

 

Lever

 

 

 

1014040

 

Nier

 

 

 

1014050

 

Eetbare slachtafvallen

 

 

 

1014990

 

Overige (3)

 

 

 

1015000

e)

Paarden, ezels, muildieren en muilezels

 

Equus spp.

 

 

1015010

 

Vlees

 

 

 

1015020

 

Vet

 

 

 

1015030

 

Lever

 

 

 

1015040

 

Nier

 

 

 

1015050

 

Eetbare slachtafvallen

 

 

 

1015990

 

Overige (3)

 

 

 

1016000

f)

Pluimvee — kippen, ganzen, eenden, kalkoenen, parelhoenders, struisvogels, duiven

 

Gallus gallus, Anser anser, Anas platyrhynchos, Meleagris gallopavo, Numida meleagris, Coturnix coturnix, Struthio camelus, Columba spp.

 

 

1016010

 

Vlees

 

 

 

1016020

 

Vet

 

 

 

1016030

 

Lever

 

 

 

1016040

 

Nier

 

 

 

1016050

 

Eetbare slachtafvallen

 

 

 

1016990

 

Overige (3)

 

 

 

1017000

g)

Andere landbouw-huisdieren

 

 

Konijn, kangoeroe, wild

 

1017010

 

Vlees

 

 

 

1017020

 

Vet

 

 

 

1017030

 

Lever

 

 

 

1017040

 

Nier

 

 

 

1017050

 

Eetbare slachtafvallen

 

 

 

1017990

 

Overige (3)

 

 

 

1020000

ii)

Melk en room, niet ingedikt, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, boter en andere van melk afkomstige vetstoffen, kaas en wrongel

 

 

 

Het hele product of alleen de vetfractie (6)

1020010

 

Runderen

 

 

 

1020020

 

Schapen

 

 

 

1020030

 

Geiten

 

 

 

1020040

 

Paarden

 

 

 

1020990

 

Overige (3)

 

 

 

1030000

iii)

Vogeleieren, vers, verduurzaamd of gekookt; eieren uit de schaal en eigeel, vers, gedroogd, gestoomd of in water gekookt, in een bepaalde vorm gebracht, bevroren of op andere wijze verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

 

 

 

Het hele product of alleen de vetfractie (7)

1030010

 

Kippen

 

 

 

1030020

 

Eenden

 

 

 

1030030

 

Ganzen

 

 

 

1030040

 

Kwartels

 

 

 

1030990

 

Overige (3)

 

 

 

1040000

iv)

Honing

 

Apis melifera, Melipona spp.

Koninginnengelei, pollen

 

1050000

v)

Amfibieën en reptielen

 

Rana spp. Crocodilia spp.

Kikkerbilletjes, krokodillen

 

1060000

vi)

Slakken

 

Helix spp.

 

Het hele product na verwijdering van de schelp

1070000

vii)

Andere producten van landdieren

 

 

 

 

1100000

11.

VIS, VISPRODUCTEN, SCHAAL- EN SCHELPDIEREN EN ANDERE PRODUCTEN VAN ZOUT- EN ZOETWATERDIEREN (8)

 

 

 

 

1200000

12.

UITSLUITEND VOOR DIERVOEDER GEBRUIKTE GEWASSEN OF DELEN VAN GEWASSEN (8)

 

 

 

 


(1)  De codenummers worden bij deze bijlage ingevoerd en vormen een indeling ten behoeve van deze bijlage en andere hiermee verband houdende bijlagen bij Verordening (EG) nr. 396/2005.

(2)  In deze kolom is, waar mogelijk en relevant, de wetenschappelijke naam vermeld van de producten in de kolom „Voorbeelden van afzonderlijke producten waarvoor de MRL’s gelden”. Hierbij is zo veel mogelijk gebruikgemaakt van de internationale nomenclatuur.

(3)  Het woord „Overige” omvat alle producten die niet uitdrukkelijk worden genoemd onder de andere codes van de desbetreffende groep waarvoor de MRL’s gelden.

(4)  De MRL’s in de bijlagen II en III gelden voor dit product alleen als het voor menselijke consumptie wordt gebruikt. Voor delen van het product die uitsluitend als ingrediënt voor diervoeder worden gebruikt, zullen aparte MRL’s gelden.

(5)  Wanneer het bestrijdingsmiddel en/of metabolieten daarvan (die onder de residudefinitie vallen) oplosbaar is (zijn) in water (log Pow kleiner dan 3) wordt de MRL uitgedrukt in mg/kg vlees (inclusief vet), vleesbereiding, slachtafval en dierlijke vetten. Wanneer het bestrijdingsmiddel en/of metabolieten daarvan (die onder de residudefinitie vallen) oplosbaar is (zijn) in vet (log Pow groter dan of gelijk aan 3) wordt de MRL uitgedrukt in mg/kg vet in het vlees, de vleesbereiding, het slachtafval respectievelijk de dierlijke vetten. Voor levensmiddelen met ten hoogste 10 % (m/m) vet wordt het residu gerelateerd aan het totale gewicht van het uitgebeende product. In dat geval bedraagt het maximumgehalte één tiende van de aan het vetgehalte gerelateerde waarde, maar ten minste 0,01 mg/kg. Dit geldt niet indien de MRL op de LOD is vastgesteld.

(6)  Wanneer het bestrijdingsmiddel en/of metabolieten daarvan (die onder de residudefinitie vallen) oplosbaar is (zijn) in water (log Pow kleiner dan 3) wordt de MRL uitgedrukt in mg/kg melk en melkproducten. Wanneer het bestrijdingsmiddel en/of metabolieten daarvan (die onder de residudefinitie vallen) oplosbaar is (zijn) in vet (log Pow groter dan of gelijk aan 3) wordt de MRL uitgedrukt in mg/kg rauwe en volle koemelk. Bij het bepalen van de residuen in rauwe en volle koemelk wordt uitgegaan van een vetgehalte van 4 % (m/m). Voor van andere dieren afkomstige rauwe en volle melk worden de residuen uitgedrukt op basis van het vetgehalte. Voor de andere vermelde levensmiddelen met een vetgehalte van minder dan 2 % (m/m) is het maximumgehalte gelijk aan de helft van de voor rauwe en volle melk vastgestelde waarde; bij een vetgehalte van 2 % (m/m) of meer wordt het maximumgehalte uitgedrukt in mg/kg vet. In dit geval bedraagt het maximumgehalte 25 maal het voor rauwe en volle melk vastgestelde maximumgehalte. Dit geldt niet indien de MRL op de LOD is vastgesteld.

(7)  Wanneer het bestrijdingsmiddel en/of metabolieten daarvan (die onder de residudefinitie vallen) oplosbaar is (zijn) in water (log Pow kleiner dan 3) wordt de MRL uitgedrukt in mg/kg verse eieren uit de schaal, vogeleieren en eigeel. Wanneer het bestrijdingsmiddel en/of metabolieten daarvan (die onder de residudefinitie vallen) oplosbaar is (zijn) in vet (log Pow groter dan of gelijk aan 3) wordt de MRL ook uitgedrukt in mg/kg verse eieren uit de schaal, vogeleieren en eigeel. Voor eieren en eiproducten met een vetgehalte van meer dan 10 % wordt het maximumgehalte echter in mg/kg vet uitgedrukt. In dat geval bedraagt het maximumgehalte 10 maal het voor verse eieren vastgestelde maximumgehalte. Dit geldt niet indien de MRL op de LOD is vastgesteld.

(8)  De MRL’s gelden pas als de afzonderlijke producten vastgesteld en in de lijst opgenomen zijn.”


9.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 174/40


VERORDENING (EU) Nr. 601/2010 VAN DE COMMISSIE

van 8 juli 2010

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 9 juli 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 juli 2010.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MK

65,6

TR

50,2

ZZ

57,9

0707 00 05

MK

41,0

TR

120,5

ZZ

80,8

0709 90 70

TR

102,1

ZZ

102,1

0805 50 10

AR

104,4

TR

111,6

UY

91,0

ZA

87,2

ZZ

98,6

0808 10 80

AR

118,8

BR

91,1

CA

119,1

CL

104,9

CN

66,0

NZ

115,0

US

110,3

UY

116,3

ZA

98,9

ZZ

104,5

0808 20 50

AR

99,3

CL

110,3

CN

98,4

NZ

148,7

ZA

101,1

ZZ

111,6

0809 10 00

TR

218,9

ZZ

218,9

0809 20 95

TR

287,7

US

511,3

ZZ

399,5

0809 30

AR

137,1

TR

164,8

ZZ

151,0

0809 40 05

IL

131,9

ZZ

131,9


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


9.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 174/42


VERORDENING (EU) Nr. 602/2010 VAN DE COMMISSIE

van 8 juli 2010

tot vaststelling van de minimumverkoopprijs voor boter voor de derde bijzondere inschrijving in het kader van de bij Verordening (EU) nr. 446/2010 geopende openbare inschrijving

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name op artikel 43, onder j), juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 446/2010 van de Commissie (2) is overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2009 van de Commissie van 11 december 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de aankoop en de verkoop van landbouwproducten in het kader van de openbare interventie (3) een openbare inschrijving geopend voor de verkoop van boter.

(2)

Op grond van artikel 46, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1272/2009 moet de Commissie op basis van de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen inschrijvingen een minimumverkoopprijs vaststellen of besluiten geen minimumverkoopprijs vast te stellen.

(3)

Op grond van de voor de derde bijzondere inschrijving ontvangen inschrijvingen moet een minimumverkoopprijs worden vastgesteld.

(4)

Het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de derde bijzondere inschrijving in het kader van de bij Verordening (EU) nr. 446/2010 geopende openbare inschrijving voor de verkoop van boter, waarvoor de termijn voor de indiening van inschrijvingen op 6 juli 2010 is verstreken, wordt de minimumverkoopprijs vastgesteld op 361,00 EUR per 100 kg.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 9 juli 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 juli 2010.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 126 van 22.5.2010, blz. 17.

(3)  PB L 349 van 29.12.2009, blz. 1.


9.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 174/43


VERORDENING (EU) Nr. 603/2010 VAN DE COMMISSIE

van 8 juli 2010

waarbij geen minimumverkoopprijs wordt vastgesteld voor mageremelkpoeder voor de derde bijzondere inschrijving in het kader van de bij Verordening (EU) nr. 447/2010 geopende openbare inschrijving

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name op artikel 43, onder j), juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 447/2010 van de Commissie (2) is overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1272/2009 van de Commissie van 11 december 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de aankoop en de verkoop van landbouwproducten in het kader van de openbare interventie (3) een openbare inschrijving geopend voor de verkoop van mageremelkpoeder.

(2)

Op grond van artikel 46, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1272/2009 moet de Commissie op basis van de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen inschrijvingen een minimumverkoopprijs vaststellen of besluiten geen minimumverkoopprijs vast te stellen.

(3)

Op grond van de voor de derde bijzondere inschrijving ontvangen inschrijvingen hoeft geen minimumverkoopprijs te worden vastgesteld.

(4)

Het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de derde bijzondere inschrijving in het kader van de bij Verordening (EU) nr. 447/2010 geopende openbare inschrijving voor de verkoop van mageremelkpoeder, waarvoor de termijn voor de indiening van inschrijvingen op 6 juli 2010 is verstreken, wordt geen minimumverkoopprijs vastgesteld.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 9 juli 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 juli 2010.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 126 van 22.5.2010, blz. 19.

(3)  PB L 349 van 29.12.2009, blz. 1.


9.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 174/44


VERORDENING (EU) Nr. 604/2010 VAN DE COMMISSIE

van 8 juli 2010

tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 877/2009 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten uit de sector suiker voor het verkoopseizoen 2009/10

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (2), en met name op artikel 36, lid 2, tweede alinea, tweede zin,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2009/10 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 877/2009 van de Commissie (3). Deze prijzen en rechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 592/2010 van de Commissie (4).

(2)

Naar aanleiding van de gegevens waarover de Commissie momenteel beschikt, dienen deze bedragen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 951/2006 te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 951/2006 voor het verkoopseizoen 2009/10 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 36 van Verordening (EG) nr. 877/2009 bedoelde producten worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 9 juli 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 juli 2010.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24.

(3)  PB L 253 van 25.9.2009, blz. 3.

(4)  PB L 170 van 6.7.2010, blz. 33.


BIJLAGE

Gewijzigde bedragen van de representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en producten van GN-code 1702 90 95 die gelden met ingang van 9 juli 2010

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg netto van het betrokken product

Aanvullend recht per 100 kg netto van het betrokken product

1701 11 10 (1)

41,21

0,00

1701 11 90 (1)

41,21

2,54

1701 12 10 (1)

41,21

0,00

1701 12 90 (1)

41,21

2,24

1701 91 00 (2)

47,03

3,36

1701 99 10 (2)

47,03

0,23

1701 99 90 (2)

47,03

0,23

1702 90 95 (3)

0,47

0,23


(1)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt III, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(2)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt II, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(3)  Vaststelling per procent sacharose.


BESLUITEN

9.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 174/46


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 7 juli 2010

tot wijziging van Beschikking 2008/840/EG wat betreft noodmaatregelen om het binnenbrengen in de Unie van Anoplophora chinensis (Forster) te voorkomen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 4546)

(2010/380/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), en met name op artikel 16, lid 3, vierde zin,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Beschikking 2008/840/EG van de Commissie van 7 november 2008 tot vaststelling van noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van Anoplophora chinensis (Forster) te voorkomen (2) schrijft voor dat de lidstaten maatregelen nemen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Anoplophora chinensis (Forster) te voorkomen.

(2)

Door de Commissie is van 9 tot en met 20 februari 2009 in China een inspectiebezoek uitgevoerd waaruit bleek dat de toepassing van de in Beschikking 2008/840/EG vastgestelde noodmaatregelen niet helemaal bevredigend was wat betreft de productie van en het toezicht op planten die onder de werkingssfeer van die beschikking vallen, hierna „nader omschreven planten” genoemd.

(3)

De Commissie heeft op 3 juli 2009 contact met China opgenomen om de op grond van dat inspectiebezoek getrokken conclusies toe te lichten.

(4)

Op 29 september 2009 heeft China een reeks maatregelen gepresenteerd ter verbetering van de bestrijding van Anoplophora chinensis (Forster) wat betreft de productie van voor uitvoer naar de Unie bestemde nader omschreven planten. Met name heeft China een procedure ingevoerd voor de registratie van de plaatsen van productie voor uitvoer naar de Unie. Het heeft het aantal plaatsen van productie waaruit nader omschreven planten naar de Unie mogen worden uitgevoerd, beperkt tot plaatsen van productie die door zijn nationale plantenziektekundige dienst zijn geregistreerd als plaatsen die voldoen aan punt 1, onder b), van sectie I(B) van bijlage I bij Beschikking 2008/840/EG, als gewijzigd. Dit register is op dezelfde dag ter kennis gesteld van de Commissie. China heeft verder de goedkeuring van maatregelen aangekondigd, mocht Anoplophora chinensis (Forster) worden aangetroffen op een van de geregistreerde plaatsen van productie, waaronder de verwijdering van de betrokken plaats van productie uit het register onder bepaalde voorwaarden. De Commissie heeft de van China ontvangen informatie aan de lidstaten meegedeeld.

(5)

Op 23 december 2009 heeft de Commissie China ervan in kennis gesteld dat zij verwachtte dat de vondst van Anoplophora chinensis (Forster) moest leiden tot een automatische verwijdering van de betrokken plaats van productie uit het register.

(6)

Tot eind februari 2010 werd geen melding gemaakt van nieuwe vondsten betreffende uit China ingevoerde nader omschreven planten. Nederland heeft op 1 en 3 maart 2010 echter de vondst gemeld van Anoplophora chinensis (Forster) op nader omschreven planten van oorsprong uit twee in het register opgenomen plaatsen van productie.

(7)

Op 25 maart 2010 heeft China de Commissie meegedeeld dat het zich ertoe had verbonden om het register dat op 29 september 2009 aan de Commissie was meegedeeld bij te werken door onder meer de twee vermelde plaatsen van productie onverwijld uit het register te verwijderen en de bijgewerkte versies van het register ter beschikking te stellen van de Commissie.

(8)

De in Beschikking 2008/840/EG bedoelde maatregelen moeten worden aangepast wat betreft de invoer van nader omschreven planten uit China om met deze ontwikkelingen rekening te houden.

(9)

Aangezien de meeste meldingen van de aanwezigheid van Anoplophora chinensis (Forster) op uit China ingevoerde nader omschreven planten betrekking hadden op planten van de soort Acer spp., moet de invoer daarvan voor een periode van twee jaren worden verboden, rekening houdend met de levenscyclus van het insect.

(10)

Naast de voorschriften die gelden voor nader omschreven planten die worden ingevoerd uit derde landen waar Anoplophora chinensis (Forster) aanwezig is, moet worden bepaald dat nader omschreven planten van oorsprong uit China alleen mogen worden ingevoerd als zij afkomstig zijn uit een plaats van productie die is opgenomen in het register van plaatsen van productie in China, dat door de Chinese nationale plantenziektekundige dienst is opgesteld. De lidstaten moeten door de Commissie op de hoogte worden gehouden van de bijwerkingen van dit register door de Chinese autoriteiten. Wanneer een plaats van productie door de Chinese autoriteiten uit het register wordt verwijderd, mogen op die plaats van productie gekweekte nader omschreven planten niet in de Unie worden ingevoerd gedurende een periode van twee jaren, gerekend vanaf de datum waarop de Commissie de lidstaten in kennis stelt van die bijwerking.

(11)

Wanneer de Commissie beschikt over bewijsmateriaal waaruit blijkt dat een in het register opgenomen plaats van productie niet langer voldoet aan punt 1, onder b), van sectie I(B) van bijlage I bij Beschikking 2008/840/EG of dat Anoplophora chinensis (Forster) is aangetroffen op uit een dergelijke plaats van productie ingevoerde nader omschreven planten, moet zij die informatie aan de lidstaten meedelen. Na die mededeling mogen nader omschreven planten van oorsprong uit die plaats van productie niet in de Unie worden ingevoerd gedurende een periode van twee jaren, gerekend vanaf de datum waarop de Commissie de lidstaten in kennis stelt van de niet-naleving van de maatregelen, ongeacht de door China ondernomen actie om het register bij te werken.

(12)

Het is nodig dat een plaats van productie die is gelegen in een ziektevrij gebied in een derde land, als bedoeld in punt 1, onder a), van sectie I van bijlage I bij Beschikking 2008/840/EG, als gewijzigd, wordt geregistreerd en gecontroleerd door de nationale plantenziektekundige dienst van dat land.

(13)

Rekening houdend met de resultaten van recente inspecties van nader omschreven planten, uitgevoerd op de plaats van binnenkomst of de plaats van bestemming overeenkomstig punt 2 van sectie I van bijlage I bij Beschikking 2008/840/EG, als gewijzigd, is het ook nodig dat een destructieve bemonstering deel uitmaakt van de inspectie in derde landen onmiddellijk vóór de uitvoer en van de inspectie overeenkomstig de bedoelde bepalingen.

(14)

Beschikking 2008/840/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(15)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Artikel 2 van Beschikking 2008/840/EG wordt vervangen door:

„Artikel 2

Invoer van de nader omschreven planten uit derde landen, met uitzondering van China

Wat betreft de invoer uit derde landen waarvan bekend is dat Anoplophora chinensis (Forster) er voorkomt, met uitzondering van China, mogen de nader omschreven planten alleen in de Unie worden binnengebracht als zij aan de volgende voorwaarden voldoen:

a)

zij voldoen aan de specifieke invoervoorschriften van punt 1 van sectie I(A) van bijlage I;

b)

zij worden onverminderd artikel 13 bis, lid 1, van Richtlijn 2000/29/EG bij binnenkomst in de Unie door de verantwoordelijke officiële instantie overeenkomstig punt 2 van sectie I(A) van bijlage I bij dit besluit geïnspecteerd op de aanwezigheid van Anoplophora chinensis (Forster) en er worden geen tekenen van dat organisme gevonden.

Artikel 2 bis

Invoer van de nader omschreven planten uit China

1.1.   Wat de invoer uit China betreft, mogen de nader omschreven planten alleen in de Unie worden binnengebracht, als zij aan de volgende voorwaarden voldoen:

a)

zij voldoen aan de specifieke invoervoorschriften van punt 1 van sectie I(B) van bijlage I;

b)

zij worden onverminderd artikel 13 bis, lid 1, van Richtlijn 2000/29/EG bij binnenkomst in de Unie door de verantwoordelijke officiële instantie overeenkomstig punt 2 van sectie I(B) van bijlage I bij dit besluit geïnspecteerd op de aanwezigheid van Anoplophora chinensis (Forster) en er worden geen tekenen van dat organisme gevonden.

c)

de plaats van productie van die planten:

i)

wordt aangeduid door één registratienummer dat door de nationale plantenziektekundige dienst van China is toegekend;

ii)

is opgenomen in de meest recente versie van het register dat door de Commissie aan de lidstaten overeenkomstig lid 3 is meegedeeld;

iii)

is in de voorgaande twee jaren niet het voorwerp geweest van een mededeling door de Commissie aan de lidstaten betreffende de verwijdering uit het register overeenkomstig lid 3, en

iv)

is in de voorgaande twee jaren niet het voorwerp geweest van een mededeling door de Commissie aan de lidstaten, als bedoeld in lid 4 of lid 5.

2.   Planten van Acer spp. mogen echter tot en met 30 april 2012 niet in de Unie worden binnengebracht.

Vanaf 1 mei 2012 is lid 1 op planten van Acer spp. van toepassing.

3.   De Commissie deelt de lidstaten het register van de plaatsen van productie in China mee, dat de nationale plantenziektekundige dienst overeenkomstig punt 1, onder b), van sectie I(B) van bijlage I heeft opgesteld.

Wanneer die dienst het register bijwerkt door de verwijdering van een plaats van productie, omdat die dienst heeft geconstateerd dat de plaats van productie niet langer voldoet aan punt 1, onder b), van sectie I(B) van bijlage I of omdat de Commissie China bewijsmateriaal heeft verstrekt over de aanwezigheid van Anoplophora chinensis (Forster) bij invoer van de nader omschreven planten uit een van die plaatsen van productie, en China de bijgewerkte versie van het register ter beschikking van de Commissie stelt, deelt de Commissie de bijgewerkte versie van het register via haar internetinformatiepagina's aan de lidstaten mee.

Wanneer die dienst het register bijwerkt door opneming van een plaats van productie, omdat die dienst heeft geconstateerd dat de plaats van productie voldoet aan punt 1, onder b), van sectie I(B) van bijlage I, en China de bijgewerkte versie van het register tezamen met de nodige toelichtingen ter beschikking van de Commissie stelt, deelt de Commissie die bijgewerkte versie en, zo nodig, de toelichtingen via haar internetinformatiepagina's aan de lidstaten mee.

Via haar internetinformatiepagina's maakt de Commissie het register en de bijwerkingen daarvan aan het publiek bekend.

4.   Wanneer de Chinese plantenziektekundige dienst tijdens een inspectie op een geregistreerde plaats van productie, als vastgesteld in de punten ii), iii) en iv) van punt 1, onder b), van sectie I(B) van bijlage I, bewijsmateriaal vindt van de aanwezigheid van Anoplophora chinensis (Forster) en de Commissie door China hiervan in kennis wordt gesteld, deelt de Commissie die informatie via haar internetinformatiepagina's onmiddellijk aan de lidstaten mee.

Via haar internetinformatiepagina's maakt de Commissie deze informatie ook aan het publiek bekend.

5.   Wanneer de Commissie beschikt over bewijsmateriaal uit andere bronnen dan die bedoeld in de leden 3 en 4 waaruit blijkt dat een in het register opgenomen plaats van productie niet voldoet aan punt 1, onder b), van sectie I(B) van bijlage I of dat Anoplophora chinensis (Forster) is aangetroffen op uit een dergelijke plaats van productie ingevoerde nader omschreven planten, deelt zij de informatie betreffende die plaats van productie via haar internetinformatiepagina's aan de lidstaten mee.

Via haar internetinformatiepagina's maakt de Commissie deze informatie ook aan het publiek bekend.”

2.   Bijlage I bij Beschikking 2008/840/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 7 juli 2010.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.

(2)  PB L 300 van 11.11.2008, blz. 36.


BIJLAGE

Sectie I van bijlage I bij Beschikking 2008/840/EG wordt vervangen door:

„I.   Specifieke invoervoorschriften

A —   Invoer uit derde landen met uitzondering van China

1)

Onverminderd de bepalingen van bijlage III, deel A, punten 9, 16 en 18, en bijlage IV, deel A, rubriek I, punten 14, 15, 17, 18, 19.2, 20, 22.1, 22.2, 23.1, 23.2, 32.1, 32.3, 33, 34, 36.1, 39, 40, 43, 44 en 46, bij Richtlijn 2000/29/EG, moeten de nader omschreven planten van oorsprong uit andere derde landen dan China waarvan bekend is dat Anoplophora chinensis (Forster) er voorkomt, vergezeld gaan van een certificaat, als bedoeld in artikel 13, lid 1, van die richtlijn waarin onder de rubriek „aanvullende verklaring” wordt aangegeven:

a)

dat de planten permanent zijn geteeld in een plaats van productie die is geregistreerd en wordt gecontroleerd door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong en is gelegen in een ziektevrij gebied dat door die dienst is vastgesteld overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen. De naam van het ziektevrije gebied wordt vermeld onder de rubriek „plaats van oorsprong”, of

b)

dat de planten gedurende een periode van ten minste twee jaren vóór de uitvoer zijn geteeld in een plaats van productie die vrij van Anoplophora chinensis (Forster) is verklaard overeenkomstig de internationale normen voor fytosanitaire maatregelen en:

i)

die door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong wordt geregistreerd en gecontroleerd, en

ii)

die jaarlijks is onderworpen aan ten minste twee officiële inspecties naar tekenen van Anoplophora chinensis (Forster), die op passende tijdstippen zijn uitgevoerd en waarbij geen tekenen van het organisme zijn gevonden, en

iii)

waar de planten zijn geteeld op een terrein:

dat volledig natuurlijk is beschermd tegen het binnenbrengen Anoplophora chinensis (Forster); of

waar passende preventieve behandelingen worden toegepast en dat is omgeven door een bufferzone met een straal van ten minste twee km, waar jaarlijks op passende tijdstippen officiële onderzoeken naar de aanwezigheid of tekenen van Anoplophora chinensis (Forster) worden uitgevoerd. Ingeval tekenen van Anoplophora chinensis (Forster) worden gevonden, worden onmiddellijk uitroeiingsmaatregelen genomen om de bufferzone opnieuw ziektevrij te maken, en

iv)

waar de zendingen van de planten onmiddellijk vóór de uitvoer zijn onderworpen aan een officiële zorgvuldige inspectie naar de aanwezigheid van Anoplophora chinensis (Forster), met name in de wortels en de stammen van de planten. Deze inspectie moet een doelgerichte destructieve bemonstering omvatten. Het monster voor inspectie moet zodanig groot zijn dat het de detectie van een besmettingsniveau van 1 % met een betrouwbaarheidsniveau van 99 % mogelijk maakt.

2)

De overeenkomstig punt 1 ingevoerde nader omschreven planten moeten zorgvuldig worden geïnspecteerd op de plaats van binnenkomst of de plaats van bestemming, vastgesteld overeenkomstig Richtlijn 2004/103/EG (1). De toegepaste inspectiemethoden moeten ervoor zorgen dat alle tekenen van Anoplophora chinensis (Forster), met name in de wortels en de stammen van de planten, worden opgespoord. Deze inspectie moet een doelgerichte destructieve bemonstering omvatten. Het monster voor inspectie moet zodanig groot zijn dat het de detectie van een besmettingsniveau van 1 % met een betrouwbaarheidsniveau van 99 % mogelijk maakt.

B —   Invoer uit China

1)

Onverminderd de bepalingen van bijlage III, deel A, punten 9, 16 en 18, en bijlage IV, deel A, rubriek I, punten 14, 15, 17, 18, 19.2, 20, 22.1, 22.2, 23.1, 23.2, 32.1, 32.3, 33, 34, 36.1, 39, 40, 43, 44 en 46, bij Richtlijn 2000/29/EG, moeten de nader omschreven planten van oorsprong uit China vergezeld gaan van een certificaat, als bedoeld in artikel 13, lid 1, van die richtlijn waarin onder de rubriek „aanvullende verklaring” wordt aangegeven dat:

a)

de planten permanent zijn geteeld in een plaats van productie die is geregistreerd en wordt gecontroleerd door de nationale plantenziektekundige dienst van China en is gelegen in een ziektevrij gebied dat door die dienst is vastgesteld overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen. De naam van het ziektevrije gebied wordt vermeld onder de rubriek „plaats van oorsprong”, of

b)

de planten gedurende een periode van ten minste twee jaren vóór de uitvoer zijn geteeld in een plaats van productie die vrij van Anoplophora chinensis (Forster) is verklaard overeenkomstig de internationale normen voor fytosanitaire maatregelen en:

i)

die door de nationale plantenziektekundige dienst wordt geregistreerd en gecontroleerd en

ii)

die jaarlijks is onderworpen aan ten minste twee officiële inspecties naar tekenen van Anoplophora chinensis (Forster), die op passende tijdstippen zijn uitgevoerd en waarbij geen tekenen van het organisme zijn gevonden, en

iii)

waar de planten zijn geteeld op een terrein:

dat volledig natuurlijk is beschermd tegen het binnenbrengen Anoplophora chinensis (Forster), of

waar passende preventieve behandelingen worden toegepast en dat is omgeven door een bufferzone met een straal van ten minste twee km, waar jaarlijks op passende tijdstippen officiële onderzoeken naar de aanwezigheid of tekenen van Anoplophora chinensis (Forster) worden uitgevoerd. Ingeval tekenen van Anoplophora chinensis (Forster) worden gevonden, worden onmiddellijk uitroeiingsmaatregelen genomen om de bufferzone opnieuw ziektevrij te maken, en

iv)

waar de zendingen van de planten onmiddellijk vóór de uitvoer zijn onderworpen aan een officiële zorgvuldige inspectie, inclusief een doelgerichte destructieve bemonstering van elke partij, naar de aanwezigheid van Anoplophora chinensis (Forster), met name in de wortels en de stammen van de planten.

Het monster voor inspectie moet zodanig groot zijn dat het ten minste de detectie van een besmettingsniveau van 1 % met een betrouwbaarheidsniveau van 99 % mogelijk maakt.

c)

het registratienummer van de plaats van productie.

2)

De overeenkomstig punt 1 ingevoerde nader omschreven planten moeten zorgvuldig worden geïnspecteerd op de plaats van binnenkomst of de plaats van bestemming, vastgesteld overeenkomstig Richtlijn 2004/103/EG van de Commissie. De toegepaste inspectiemethoden, inclusief doelgerichte destructieve bemonstering van elke partij, moeten ervoor zorgen dat alle tekenen van Anoplophora chinensis (Forster), met name in de wortels en de stammen van de planten, worden opgespoord. Het monster voor inspectie moet zodanig groot zijn dat het ten minste de detectie van een besmettingsniveau van 1 % met een betrouwbaarheidsniveau van 99 % mogelijk maakt.

De in de eerste alinea bedoelde destructieve bemonstering wordt uitgevoerd op het in de volgende tabel vastgestelde niveau:

Aantal planten in de partij

Niveau destructieve bemonstering (aantal te snijden planten)

1 – 4 500

10 % van de partijgrootte

> 4 500

450


(1)  PB L 313 van 12.10.2004, blz. 16.”


9.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 174/51


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 8 juli 2010

betreffende noodmaatregelen van toepassing op uit India ingevoerde zendingen aquacultuurproducten voor menselijke consumptie

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 4563)

(Voor de EER relevante tekst)

(2010/381/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (1), en met name op artikel 53, lid 1, onder b) ii),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 178/2002 zijn de algemene beginselen inzake levensmiddelen en diervoeders in het algemeen en de voedsel- en voederveiligheid in het bijzonder op het niveau van de Unie en op nationaal niveau vastgesteld. De verordening voorziet in noodmaatregelen die moeten worden genomen wanneer blijkt dat een uit een derde land ingevoerd levensmiddel of diervoeder waarschijnlijk een ernstig risico voor de gezondheid van mens, dier of milieu inhoudt en dat het risico niet op afdoende wijze kan worden beheerst met de door de betrokken lidstaat of lidstaten getroffen maatregelen.

(2)

Krachtens Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in dierlijke producten (2) moet op het productieproces van dieren en primaire producten van dierlijke oorsprong toezicht worden gehouden met het oog op de opsporing van bepaalde residuen en stoffen bij levende dieren, in de excreta en biologische vloeistoffen daarvan, alsmede in weefsel, dierlijke producten, diervoeders en drinkwater.

(3)

Bij Beschikking 2002/657/EG van de Commissie van 12 augustus 2002 ter uitvoering van Richtlijn 96/23/EG van de Raad wat de prestaties van analysemethoden en de interpretatie van resultaten betreft (3) zijn voorschriften vastgesteld voor de analysemethoden die moeten worden gebruikt bij het onderzoeken van officiële monsters die zijn genomen krachtens Richtlijn 96/23/EG, en worden gemeenschappelijke criteria gegeven voor de interpretatie van analyseresultaten van laboratoria voor officiële controles betreffende die monsters.

(4)

Bij Verordening (EG) nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot vaststelling van communautaire procedures voor het vaststellen van grenswaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (4) zijn voorschriften en procedures vastgesteld voor de indeling van farmacologisch werkzame stoffen en voor het vaststellen van het maximumgehalte aan residuen van dergelijke stoffen dat toelaatbaar is in levensmiddelen van dierlijke oorsprong.

(5)

Bovendien voorziet Verordening (EG) nr. 470/2009 in voorschriften en procedures voor het vaststellen voor controledoeleinden van het niveau voor residuen van een farmacologisch werkzame stof, voor bepaalde stoffen waarvoor uit hoofde van die verordening geen maximumwaarde voor residuen is vastgesteld.

(6)

Tijdens een inspectiebezoek van de Commissie aan India in september 2009 is gebleken dat het controlesysteem voor residuen in aquacultuurproducten tekortkomingen vertoont en dat het ontbreekt aan adequate laboratoriumcapaciteit om bepaalde farmacologisch werkzame stoffen in dergelijke producten op te sporen overeenkomstig Richtlijn 96/23/EG en Beschikking 2002/657/EG.

(7)

Na dat inspectiebezoek heeft India een actieplan ingediend en garanties verstrekt waarmee gevolg werd gegeven aan de aanbevelingen in het inspectieverslag. Zolang dat plan en die garanties niet volledig ten uitvoer zijn gelegd, blijft het risico bestaan dat aquacultuurproducten van oorsprong uit India residuen van bepaalde farmacologisch werkzame stoffen bevatten. Daarom zijn verdere maatregelen op het niveau van de Unie nodig om dat risico te minimaliseren.

(8)

Beschikking 2009/727/EG van de Commissie van 30 september 2009 betreffende noodmaatregelen van toepassing op uit India ingevoerde schaaldieren bestemd voor menselijke consumptie of voor diervoeding (5) bepaalt reeds dat uit India ingevoerde zendingen schaaldieren afkomstig van aquacultuur die bestemd zijn voor menselijke consumptie of voor diervoeding, moeten worden getest op de aanwezigheid van nitrofuranen of metabolieten daarvan voordat zij in de Unie worden ingevoerd. Bovendien is het bekend dat in India voor andere aquacultuurproducten dan schaaldieren gebruik wordt gemaakt van chlooramfenicol en tetracyclinen.

(9)

Sinds de vaststelling van Beschikking 2009/727/EG zijn door de lidstaten minder gevallen gemeld waarin de aanwezigheid van nitrofuranen of metabolieten daarvan in schaaldieren werd geconstateerd. Daarom is het passend om voor alle uit India ingevoerde en voor menselijke consumptie bestemde aquacultuurproducten soortgelijke maatregelen vast te stellen als de in die beschikking vervatte maatregelen.

(10)

Bovendien moet een aanzienlijk deel van de uit India ingevoerde aquacultuurproducten door de lidstaten verplicht worden getest op de aanwezigheid van farmacologisch werkzame stoffen, als gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 470/2009, voordat die producten in de handel worden gebracht. De resultaten van die verplichte tests moeten preciezere informatie opleveren over de werkelijke besmetting van aquacultuurproducten van oorsprong uit India met die residuen. Voorts moeten die tests de producenten in India ervan weerhouden misbruik te maken van die stoffen.

(11)

Het is passend dat de lidstaten de Commissie in kennis stellen van de resultaten van de uitgevoerde tests als de aanwezigheid wordt aangetoond van de desbetreffende farmacologisch werkzame stoffen die niet voor gebruik bij voedselproducerende dieren zijn toegestaan of die de in de wetgeving van de Unie vastgestelde maximumwaarden voor residuen overschrijden. De lidstaten moeten ook regelmatig verslagen over al de door hen uitgevoerde tests indienen.

(12)

Het toepassingsgebied van dit besluit omvat ook de van aquacultuur afkomstige schaaldieren die momenteel onder Beschikking 2009/727/EG vallen. Derhalve moet die beschikking ter wille van de duidelijkheid en de samenhang van de wetgeving van de Unie worden ingetrokken.

(13)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Dit besluit is van toepassing op uit India ingevoerde zendingen aquacultuurproducten voor menselijke consumptie („zendingen”).

Artikel 2

1.   De lidstaten laten de invoer van zendingen in de Unie toe op voorwaarde dat zij vergezeld gaan van de resultaten van een op de plaats van oorsprong uitgevoerde analytische test om te garanderen dat zij geen gevaar voor de volksgezondheid vormen.

De analytische test moet op een officieel monster zijn uitgevoerd, met name met het oog op de opsporing van chlooramfenicol, tetracycline, oxytetracycline, chloortetracycline en metabolieten van nitrofuranen.

Die monsters moeten zijn geanalyseerd volgens analysemethoden overeenkomstig de artikelen 3 en 4 van Beschikking 2002/657/EG.

2.   In afwijking van lid 1 laten de lidstaten de invoer van zendingen die niet vergezeld gaan van de resultaten van een analytische test, toe op voorwaarde dat de lidstaat van invoer garandeert dat bij aankomst op elke zending dergelijke analytische tests worden uitgevoerd met het oog op de opsporing van chlooramfenicol, tetracycline, oxytetracycline, chloortetracycline en metabolieten van nitrofuranen.

Artikel 3

1.   De lidstaten zorgen er met behulp van adequate bemonsteringsplannen voor dat van minstens 20 % van de zendingen die in grensinspectieposten op hun grondgebied voor invoer worden aangeboden, officiële monsters worden genomen.

2.   Op de overeenkomstig lid 1 genomen officiële monsters worden analytische tests uitgevoerd met het oog op de opsporing van de in artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 470/2009 gedefinieerde residuen van farmacologisch werkzame stoffen, en met name chlooramfenicol, tetracycline, oxytetracycline, chloortetracycline en metabolieten van nitrofuranen.

Artikel 4

De zendingen waarvan overeenkomstig artikel 2, lid 2, en artikel 3, lid 1, officiële monsters zijn genomen, worden door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat in officiële verzekerde bewaring gehouden, totdat de analytische tests zijn voltooid.

Die zendingen mogen alleen in de handel worden gebracht als uit de analytische tests blijkt dat zij aan Verordening (EG) nr. 470/2009 voldoen.

Artikel 5

1.   De lidstaten stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van de resultaten van de analytische tests, als uit die tests de aanwezigheid blijkt van residuen van:

a)

overeenkomstig artikel 14, lid 2, onder a), b) of c), van Verordening (EG) nr. 470/2009 ingedeelde farmacologisch werkzame stoffen die de bij die verordening vastgestelde maximumwaarden voor residuen overschrijden, of

b)

niet overeenkomstig artikel 14, lid 2, onder a), b) of c), van Verordening (EG) nr. 470/2009 ingedeelde farmacologisch werkzame stoffen; de betrokken lidstaat is echter niet verplicht de Commissie onmiddellijk in kennis te stellen van de resultaten van die tests als het gehalte aan residuen lager is dan:

i)

de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 470/2009 voor die stof vastgestelde actiedrempel, of

ii)

de overeenkomstig Beschikking 2002/657/EG voor die stof vastgestelde minimaal vereiste prestatielimiet.

De resultaten van die analytische tests worden via het bij artikel 50 van Verordening (EG) nr. 178/2002 opgezette systeem voor snelle waarschuwingen aan de Commissie meegedeeld.

2.   Om de drie maanden dienen de lidstaten bij de Commissie een verslag in over alle resultaten van de analytische tests die in de voorgaande drie maanden op de zendingen zijn uitgevoerd.

Het eerste verslag wordt uiterlijk op 1 oktober 2010 bij de Commissie ingediend.

Artikel 6

Alle uit de toepassing van dit besluit voortvloeiende uitgaven zijn voor rekening van de verzender, de ontvanger of de gemachtigde van de verzender of de ontvanger.

Artikel 7

Beschikking 2009/727/EG wordt ingetrokken.

Artikel 8

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 8 juli 2010.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

(2)  PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10.

(3)  PB L 221 van 17.8.2002, blz. 8.

(4)  PB L 152 van 16.6.2009, blz. 11.

(5)  PB L 258 van 1.10.2009, blz. 31.