ISSN 1725-2598 doi:10.3000/17252598.L_2010.173.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 173 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
53e jaargang |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
8.7.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 173/1 |
VERORDENING (EU) Nr. 595/2010 VAN DE COMMISSIE
van 2 juli 2010
tot wijziging van de bijlagen VIII, X en XI bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (1), en met name op artikel 32, lid 1, eerste en tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 zijn dier- en volksgezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten vastgesteld. In die verordening wordt bepaald dat verwerkte dierlijke eiwitten en andere verwerkte producten die gebruikt kunnen worden als voedermiddelen slechts in de handel mogen worden gebracht, indien zij zijn verwerkt overeenkomstig bijlage VII bij die verordening. Bovendien bepaalt Verordening (EG) nr. 1774/2002 dat voeder voor gezelschapsdieren, hondenkluiven en technische producten en de in bijlage VIII genoemde dierlijke bijproducten slechts in de handel worden mogen gebracht, indien zij voldoen aan de in die bijlage vastgestelde specifieke eisen. |
(2) |
Hoofdstuk V van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 stelt momenteel geharmoniseerde eisen vast voor het in de handel brengen en de invoer van serum van paardachtigen. In bepaalde lidstaten hebben handelspartners en economische actoren hun belangstelling geuit voor het gebruik van bloed en een hele reeks bloedproducten van paardachtigen, van oorsprong uit zowel de EU als derde landen, voor technische doeleinden in de EU. Om het gebruik van dergelijk bloed en dergelijke bloedproducten te vergemakkelijken moeten diergezondheidsvoorschriften voor het technisch gebruik daarvan worden vastgesteld. Dergelijke voorschriften moeten de potentiële risico's van de overdracht van bepaalde meldingsplichtige ziekten, opgenomen in Richtlijn 90/426/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen (2), op grond van beschikbaar wetenschappelijk bewijsmateriaal verminderen. Met name moet het bloed afkomstig zijn van slachthuizen die zijn erkend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (3) of van voorzieningen die zijn erkend door en onder het toezicht staan van de bevoegde autoriteit van het derde land voor de inzameling van bloed, zoals bedrijven waar de dieren onder speciale gezondheidsvoorwaarden worden gehouden. |
(3) |
Hoofdstuk X van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 stelt voorschriften vast voor de invoer van hoorn en producten uit hoorn (met uitzondering van hoornmeel) en hoeven en producten uit hoeven (met uitzondering van meel van hoeven), niet bestemd voor gebruik als voedermateriaal, organische meststof of bodemverbeteraar. |
(4) |
Economische actoren hebben hun belangstelling geuit voor het gebruik van dergelijke dierlijke bijproducten voor de productie van organische meststoffen of grondverbeteraars. Het in de handel brengen, inclusief de invoer van dergelijke dierlijke bijproducten, mag echter alleen worden toegestaan als zij afkomstig zijn van dieren die geschikt zijn om voor menselijke consumptie te worden geslacht of die geen klinische tekenen van overdraagbare ziekten vertoonden en indien er een behandeling op is toegepast die potentiële gezondheidsrisico's vermindert. |
(5) |
Voor hoorn moeten passende maatregelen worden genomen om de overdracht van overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE’s) te voorkomen, wanneer de hoorns van de schedel worden verwijderd. De wetenschappelijke stuurgroep heeft een advies uitgebracht over de verdeling van de TSE-infectiviteit over weefsels van herkauwers (4). Overeenkomstig dat advies moeten de hoorns worden verwijderd zonder opening van de schedelholte om kruisbesmetting met TSE-agentia te voorkomen. |
(6) |
Dienovereenkomstig moet aan bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 een nieuw hoofdstuk XV worden toegevoegd, waarin de gezondheidsvoorwaarden worden vastgesteld voor het in de handel brengen, inclusief de invoer, van hoorn en producten uit hoorn, met uitzondering van hoornmeel, en hoeven en producten uit hoeven, met uitzondering van meel van hoeven, die bestemd zijn voor de productie van organische meststoffen of bodemverbeteraars. |
(7) |
In bijlage X bij Verordening (EG) nr. 1774/2002, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 437/2008 van de Commissie (5), wordt een enkel model van gezondheidscertificaat voor niet voor menselijke consumptie bestemde melk en melkproducten, van oorsprong uit derde landen voor verzending naar of doorvoer door de EU vastgesteld. Hoofdstuk V van bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 stelt specifieke eisen vast voor het in de handel brengen en de invoer van melk, melkproducten en biest. Punt 3 van deel A en punt 1.5 van deel B van dat hoofdstuk stellen de eisen vast voor wei die wordt gebruikt als voeder voor dieren van soorten die gevoelig zijn voor mond-en-klauwzeer. Het model van gezondheidscertificaat voor de invoer van niet voor menselijke consumptie bestemde melk en melkproducten is vastgesteld in hoofdstuk 2 van bijlage X bij Verordening (EG) nr. 1774/2002. De in dat modelcertificaat vastgestelde eisen voor wei zijn stringenter dan de overeenkomstige eisen voor wei in de handel binnen de EU, vastgesteld in hoofdstuk V van bijlage VII bij die verordening. Dat modelcertificaat moet dienovereenkomstig worden gewijzigd zodat de eisen voor de invoer van wei niet minder gunstig zijn dan die welke gelden voor de productie en het in de handel brengen van wei in de handel binnen de EU. Het model van gezondheidscertificaat in hoofdstuk 2 van bijlage X bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 moet daarom worden gewijzigd. |
(8) |
Bijlage XI bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 stelt lijsten van derde landen vast waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van bepaalde dierlijke bijproducten, niet bestemd voor menselijke consumptie, onder verwijzing naar Beschikking 79/542/EEG van de Commissie (6), Beschikking 97/296/EG van de Commissie (7), Beschikking 94/85/EEG van de Commissie (8), Beschikking 94/984/EG van de Commissie (9), Beschikking 2000/585/EG van de Commissie (10), Beschikking 2000/609/EG van de Commissie (11), Beschikking 2004/211/EG van de Commissie (12), Beschikking 2004/438/EG van de Commissie (13) en Beschikking 2006/696/EG van de Commissie (14). Deze rechtsbesluiten zijn aanzienlijk gewijzigd of vervangen. Bijlage XI moet worden gewijzigd om rekening te houden met de in die EU-rechtsbesluiten aangebrachte wijzigingen. |
(9) |
Er moet worden voorzien in een overgangsperiode na de datum van inwerkingtreding van deze verordening om de belanghebbenden de nodige tijd te geven om aan de nieuwe voorschriften te voldoen en om ervoor te zorgen dat de invoer in de EU van dierlijke bijproducten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1774/2002, voordat die bij deze verordening werd gewijzigd, kan worden voortgezet. |
(10) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen VIII, X en XI bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Voor een overgangsperiode tot en met 31 augustus 2010 aanvaarden de lidstaten zendingen van melk en melkproducten, serum van paardachtigen en behandelde bloedproducten, met uitzondering van die van paardachtigen, voor de vervaardiging van technische producten, die vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat dat voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening is ingevuld en ondertekend overeenkomstig de desbetreffende modelcertificaten, vastgesteld in respectievelijk hoofdstuk 2, hoofdstuk 4 (A) en hoofdstuk 4 (D) van bijlage X bij Verordening (EG) nr. 1774/2002.
Tot en met 30 oktober 2010 aanvaarden de lidstaten dergelijke zendingen, als de begeleidende gezondheidscertificaten vóór 1 september 2010 zijn ingevuld en ondertekend.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking en is van toepassing op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 2 juli 2010.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 273 van 10.10.2002, blz. 1.
(2) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 42.
(3) PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55.
(4) Advies van de wetenschappelijke stuurgroep, goedgekeurd tijdens de vergadering van 10 en 11 januari 2002 en gewijzigd tijdens de vergadering van 7 en 8 november 2002.
(5) PB L 132 van 22.5.2008, blz. 7.
(6) PB L 146 van 14.6.1979, blz. 15.
(7) PB L 122 van 14.5.1997, blz. 21.
(8) PB L 44 van 17.2.1994, blz. 31.
(9) PB L 378 van 31.12.1994, blz. 11.
(10) PB L 251 van 6.10.2000, blz. 1.
(11) PB L 258 van 12.10.2000, blz. 49.
(12) PB L 73 van 11.3.2004, blz. 1.
(13) PB L 154 van 30.4.2004, blz. 72.
(14) PB L 295 van 25.10.2006, blz. 1.
BIJLAGE
De bijlagen VIII, X en XI bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 worden als volgt gewijzigd:
1) |
Bijlage VIII wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Bijlage X wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Bijlage XI wordt vervangen door: „BIJLAGE XI Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van dierlijke bijproducten die niet bestemd zijn voor menselijke consumptie Opname van een derde land in een van de onderstaande lijsten is een noodzakelijke maar niet voldoende voorwaarde om de betrokken producten uit dat derde land te mogen invoeren. Bij invoer moet tevens worden voldaan aan de voorschriften inzake diergezondheid en volksgezondheid. De volgende beschrijvingen verwijzen naar de gebieden of delen daarvan waaruit de invoer van bepaalde dierlijke bijproducten is toegestaan, als aangegeven in het desbetreffende certificaat of de desbetreffende verklaring betreffende de diergezondheid in bijlage X. DEEL I Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van melk en melkproducten (gezondheidscertificaat, hoofdstuk 2) Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in bijlage I bij Beschikking 2004/438/EG (1). DEEL II Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van verwerkte dierlijke eiwitten (met uitzondering van vismeel) (gezondheidscertificaat, hoofdstuk 1) Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie (2). DEEL III Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van vismeel en visolie (gezondheidscertificaat, hoofdstukken 1 en 9) Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in bijlage II bij Beschikking 2006/766/EG van de Commissie (3). DEEL IV Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van gesmolten vet (met uitzondering van visolie) (gezondheidscertificaat, hoofdstukken 10 (A) en 10 (B)) Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010. DEEL V Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van bloedproducten voor voedermiddelen (gezondheidscertificaat, hoofdstuk 4 (B)) A. Bloedproducten van hoefdieren Derde landen of delen van derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 en waaruit invoer toegestaan is van alle categorieën vers vlees van de betrokken soorten. B. Bloedproducten van andere diersoorten Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010. DEEL VI Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van dierlijke bijproducten en bloedproducten (met uitzondering van bloedproducten van paardachtigen) voor technisch of farmaceutisch gebruik (gezondheidscertificaat, hoofdstukken 4 (C) en 8)
DEEL VII (A) Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van dierlijke bijproducten voor de vervaardiging van voeder voor gezelschapsdieren (gezondheidscertificaat, hoofdstuk 3 (F))
DEEL VII (B) Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van rauw voeder voor gezelschapsdieren, bestemd voor verzending naar de Europese Unie voor rechtstreekse verkoop of dierlijke bijproducten die als voeder voor gekweekte pelsdieren worden gebruikt (gezondheidscertificaat, hoofdstuk 3 (D)) Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 of in deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 en waaruit de lidstaten de invoer van vers vlees van dezelfde soorten toestaan en waar alleen vlees met been is toegestaan. In geval van materiaal van vis, derde landen die zijn opgenomen in de lijst in bijlage II bij Beschikking 2006/766/EG. DEEL VII (C) Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van smaakgevende ingewanden voor gebruik bij de vervaardiging van voeder voor gezelschapsdieren, bestemd voor verzending naar de Europese Unie (gezondheidscertificaat, hoofdstuk 3 (E)) Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 of in deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 en waaruit de lidstaten de invoer van vers vlees van dezelfde soorten toestaan en waar alleen vlees met been is toegestaan. In geval van smaakgevende ingewanden uit materiaal van vis, derde landen die zijn opgenomen in de lijst in bijlage II bij Beschikking 2006/766/EG. DEEL VIII Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van varkenshaar (gezondheidscertificaat, hoofdstukken 7 (A) en 7 (B))
DEEL IX Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van verwerkte mest en verwerkte producten uit mest voor bodemverbetering (gezondheidscertificaat, hoofdstuk 17) Voor verwerkte mest en verwerkte producten uit mest, de derde landen die zijn opgenomen in:
DEEL X Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van voeder voor gezelschapsdieren en hondenkluiven (gezondheidscertificaat, hoofdstukken 3 (A), 3 (B) en 3 (C)) Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 en de volgende derde landen:
DEEL XI Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van gelatine, gehydrolyseerde eiwitten, collageen, dicalciumfosfaat en tricalciumfosfaat (gezondheidscertificaat, hoofdstukken 11 en 12) Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 en de volgende derde landen:
DEEL XII Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van producten van de bijenteelt (gezondheidscertificaat, hoofdstuk 13) Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010. DEEL XIII Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van bloed en bloedproducten van paardachtigen (gezondheidscertificaat, hoofdstuk 4 (A))
DEEL XIV Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van huiden van hoefdieren (gezondheidscertificaat, hoofdstukken 5 (A), 5 (B) en 5 (C))
DEEL XV Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van jachttrofeeën (gezondheidscertificaat, hoofdstukken 6 (A) en 6 (B))
DEEL XVI Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van niet voor menselijke consumptie bestemde eiproducten die als voedermiddel kunnen worden gebruikt (gezondheidscertificaat, hoofdstuk 15) Derde landen die zijn opgenomen in deel 1 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 en derde landen of delen van derde landen waaruit de landen de invoer van vers vlees van pluimvee toestaan en die zijn opgenomen in deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008. DEEL XVII Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van beenderen en producten uit beenderen (met uitzondering van beendermeel), hoorn en producten uit hoorn (met uitzondering van hoornmeel) en hoeven en producten uit hoeven (met uitzondering van meel van hoeven), niet bestemd voor gebruik als voedermateriaal, organische meststof of bodemverbeteraar (verklaring, hoofdstuk 16) Alle derde landen. DEEL XVIII Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van hoorn en producten uit hoorn (met uitzondering van hoornmeel) en hoeven en producten uit hoeven (met uitzondering van meel van hoeven), bestemd voor de productie van organische meststoffen of bodemverbeteraars (gezondheidscertificaat, hoofdstuk 18) Alle derde landen. |
(1) PB L 154 van 30.4.2004, blz. 72.
(2) PB L 73 van 20.3.2010, blz. 1.
(3) PB L 320 van 18.11.2006, blz. 53.
(4) PB L 226 van 23.8.2008, blz. 1.
(5) PB L 39 van 10.2.2009, blz. 12.
(6) PB L 73 van 11.3.2004, blz. 1.
(7) Alleen van vis afkomstig voeder voor gezelschapsdieren.
(8) Alleen van huiden van hoefdieren gemaakte hondenkluiven.
(9) Alleen verwerkt voer voor siervissen.
(10) Alleen gelatine.”
8.7.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 173/27 |
VERORDENING (EU) Nr. 596/2010 VAN DE COMMISSIE
van 7 juli 2010
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1019/2002 betreffende de handelsnormen voor olijfolie wegens de toetreding van Bulgarije en Roemenië
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië,
Gelet op de Toetredingsakte van Bulgarije en Roemenië, en met name op artikel 56,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Naar aanleiding van de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie moet in Verordening (EG) nr. 1019/2002 van de Commissie (1) een technische wijziging worden aangebracht. |
(2) |
In artikel 9, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1019/2002 is bepaald dat de lidstaten de maatregelen om de inachtneming van die verordening te garanderen, ook ten aanzien van de sanctieregeling, uiterlijk op 31 december 2002 aan de Commissie moeten meedelen. Om ervoor te zorgen dat Bulgarije en Roemenië aan die verplichting kunnen voldoen, moet voor die lidstaten een uiterste datum worden vastgesteld die na hun toetreding valt. |
(3) |
Verordening (EG) nr. 1019/2002 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Aan artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1019/2002 wordt de volgende alinea toegevoegd:
„Bulgarije en Roemenië delen de Commissie de in de eerste alinea bedoelde maatregelen uiterlijk op 31 december 2010 mee, en de wijzigingen van die maatregelen vóór het einde van de maand na die van de goedkeuring ervan.”.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 7 juli 2010.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 155 van 14.6.2002, blz. 27.
8.7.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 173/28 |
VERORDENING (EU) Nr. 597/2010 VAN DE COMMISSIE
van 7 juli 2010
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 8 juli 2010.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 7 juli 2010.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
MA |
56,2 |
MK |
65,6 |
|
TR |
50,2 |
|
ZZ |
57,3 |
|
0707 00 05 |
MK |
41,0 |
TR |
121,6 |
|
ZZ |
81,3 |
|
0709 90 70 |
TR |
104,4 |
ZZ |
104,4 |
|
0805 50 10 |
AR |
86,0 |
TR |
111,6 |
|
UY |
91,0 |
|
ZA |
101,7 |
|
ZZ |
97,6 |
|
0808 10 80 |
AR |
91,2 |
BR |
73,4 |
|
CA |
83,2 |
|
CL |
87,1 |
|
CN |
68,9 |
|
NZ |
116,0 |
|
US |
111,3 |
|
UY |
116,3 |
|
ZA |
96,8 |
|
ZZ |
93,8 |
|
0808 20 50 |
AR |
88,4 |
CL |
132,0 |
|
CN |
98,4 |
|
NZ |
189,1 |
|
ZA |
106,8 |
|
ZZ |
122,9 |
|
0809 10 00 |
TR |
222,5 |
ZZ |
222,5 |
|
0809 20 95 |
TR |
302,3 |
US |
512,6 |
|
ZZ |
407,5 |
|
0809 30 |
AR |
137,1 |
TR |
164,8 |
|
ZZ |
151,0 |
|
0809 40 05 |
IL |
132,2 |
US |
110,3 |
|
ZZ |
121,3 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.
8.7.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 173/30 |
VERORDENING (EU) Nr. 598/2010 VAN DE COMMISSIE
van 7 juli 2010
houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 576/2010 tot vaststelling van de invoerrechten in de sector granen van toepassing vanaf 1 juli 2010
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1249/96 van de Commissie van 28 juni 1996 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen (2), en met name op artikel 2, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De invoerrechten in de sector granen die van toepassing zijn vanaf 1 juli 2010, zijn vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 576/2010 van de Commissie (3). |
(2) |
Aangezien het berekende gemiddelde van de invoerrechten 5 EUR/t verschilt van het vastgestelde recht, moet een overeenkomstige aanpassing van de bij Verordening (EU) nr. 576/2010 vastgestelde invoerrechten plaatsvinden. |
(3) |
Verordening (EU) nr. 576/2010 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen I en II bij Verordening (EU) nr. 576/2010 worden vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 8 juli 2010.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 7 juli 2010.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 161 van 29.6.1996, blz. 125.
(3) PB L 166 van 1.7.2010, blz. 11.
BIJLAGE I
Vanaf 8 juli 2010 geldende invoerrechten voor de in artikel 136, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde producten
GN-code |
Omschrijving |
Invoerrecht (1) (EUR/t) |
1001 10 00 |
HARDE TARWE van hoge kwaliteit |
0,00 |
van gemiddelde kwaliteit |
0,00 |
|
van lage kwaliteit |
0,00 |
|
1001 90 91 |
ZACHTE TARWE, zaaigoed |
0,00 |
ex 1001 90 99 |
ZACHTE TARWE van hoge kwaliteit, andere dan zaaigoed |
0,00 |
1002 00 00 |
ROGGE |
23,38 |
1005 10 90 |
MAÏS, zaaigoed, ander dan hybriden |
5,34 |
1005 90 00 |
MAÏS, andere dan zaaigoed (2) |
5,34 |
1007 00 90 |
GRAANSORGHO, andere dan hybriden bestemd voor zaaidoeleinden |
23,38 |
(1) Voor producten die via de Atlantische Oceaan of het Suezkanaal in de Gemeenschap worden aangevoerd, komt de importeur op grond van artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1249/96 in aanmerking voor een verlaging van het invoerrecht met:
— |
3 EUR/t als de loshaven aan de Middellandse Zee of de Zwarte Zee ligt, |
— |
2 EUR/t als de loshaven in Denemarken, Estland, Ierland, Letland, Litouwen, Polen, Finland, Zweden, het Verenigd Koninkrijk of aan de Atlantische kust van het Iberisch Schiereiland ligt. |
(2) De importeur komt in aanmerking voor een forfaitaire verlaging van het invoerrecht met 24 EUR/t als aan de in artikel 2, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1249/96 vastgestelde voorwaarden is voldaan.
BIJLAGE II
Elementen voor de berekening van de in bijlage I vastgestelde rechten
30.6.2010-6.7.2010
1. |
Gemiddelden over de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96 bedoelde referentieperiode:
|
2. |
Gemiddelden over de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96 bedoelde referentieperiode:
|
(1) Premie van 14 EUR/t inbegrepen (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).
(2) Korting van 10 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).
(3) Korting van 30 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).
RICHTLIJNEN
8.7.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 173/33 |
RICHTLIJN 2010/47/EU VAN DE COMMISSIE
van 5 juli 2010
aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 2000/30/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen die in de Gemeenschap deelnemen aan het verkeer
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gelet op Richtlijn 2000/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juni 2000 betreffende de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen die in de Gemeenschap deelnemen aan het verkeer (1), en met name op artikel 8, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In het belang van de verkeersveiligheid, de milieubescherming en de eerlijke concurrentie, is het belangrijk dat bedrijfsvoertuigen in het verkeer correct worden onderhouden en gecontroleerd zodat zij veilige verkeersprestaties in de Europese Unie kunnen blijven leveren. |
(2) |
Normen en methoden die in Richtlijn 2000/30/EG zijn vastgesteld, moeten worden aangepast aan de technische vooruitgang. Dit moet leiden tot betere technische controles langs de weg in de Europese Unie. |
(3) |
Om de kosten en het tijdverlies voor bestuurders en ondernemingen tot een minimum te beperken, mogen controles niet onnodig lang duren. |
(4) |
Om het verband tussen de testresultaten, de defecten en de specifieke kenmerken van elk gecontroleerd voertuig duidelijk te maken, moet een meer gedetailleerd standaardcontrolerapport, waarnaar in artikel 5, lid 1, wordt verwezen, worden afgegeven. |
(5) |
De technische eisen zijn afhankelijk van de voertuigcategorieën die zijn bepaald in de wetgeving betreffende de typegoedkeuring (2). Het controlerapport moet ook een onderscheid maken tussen deze voertuigcategorieën. |
(6) |
Om de identificatie van voertuigen betrouwbaarder te maken, moet op het controlerapport, naast het kentekennummer van het voertuig, ook het voertuigidentificatienummer (VIN) worden vermeld. |
(7) |
Op de achterzijde van het controlerapport moeten alle controlepunten worden opgesomd zodat de controleurs de vastgestelde gebreken gemakkelijker kunnen noteren. |
(8) |
Om technische controles langs de weg beter af te stemmen op de technische vooruitgang, moeten controlemethoden worden ingevoerd voor al de punten die in bijlage II worden opgesomd. |
(9) |
De controle mag niet alleen betrekking hebben op veiligheid en milieubescherming, maar ook op de identificatie van het voertuig, zodat de juiste controles en normen kunnen worden toegepast, de controleresultaten kunnen worden vastgelegd en andere wettelijke eisen kunnen worden nageleefd. |
(10) |
De maatregelen in deze richtlijn zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 7 van Richtlijn 2009/40/EG ingestelde comité voor de aanpassing aan de technische vooruitgang van de richtlijn betreffende de technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlagen I en II bij Richtlijn 2000/30/EG worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.
Artikel 2
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 januari 2012 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst mee van de bepalingen van nationaal recht die zij vaststellen binnen de werkingssfeer van deze richtlijn.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 5 juli 2010.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 203 van 10.8.2000, blz. 1. Richtlijn 2000/30/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen die in de Gemeenschap deelnemen aan het verkeer, zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/26/EG van de Commissie (PB L 90 van 8.4.2003, blz. 37).
(2) Bijlage II bij Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (PB L 263 van 9.10.2007, blz. 1).
BIJLAGE
Bijlagen I en II bij Richtlijn 2000/30/EG worden als volgt gewijzigd:
1) |
Bijlage I wordt vervangen door: „BIJLAGE I (voorzijde) MODEL VAN EEN RAPPORT VAN TECHNISCHE CONTROLE LANGS DE WEG MET EEN LIJST VAN DE TE CONTROLEREN PUNTEN
Opmerkingen:
(achterzijde) 0. IDENTIFICATIE VAN HET VOERTUIG
1. REMUITRUSTING
2. STUURINRICHTING
3. ZICHT
4. LICHTEN, REFLECTERENDE INRICHTINGEN EN ELEKTRISCHE INSTALLATIES
5. ASSEN, WIELEN, BANDEN EN VERING
6. CHASSIS EN MET HET CHASSIS VERBONDEN DELEN
7. DIVERSE UITRUSTINGEN
8. OVERLASTFACTOREN
|
2) |
Bijlage II wordt vervangen door: „BIJLAGE II INHOUDSOPGAVE
1. INLEIDING Deze bijlage bevat de details van de tests en/of controles van de remmen en de uitlaatemissies tijdens een technische controle langs de weg. Voor de controles langs de weg is het niet verplicht apparatuur te gebruiken, maar het komt wel de kwaliteit van de controles ten goede. Het gebruik van apparatuur is dan ook, waar mogelijk, aanbevolen. Punten die slechts met apparatuur kunnen worden gecontroleerd, zijn met een (E) aangeduid. Indien als controlemethode „visueel” vermeld is, impliceert dit dat de controleur niet alleen naar de punten moet kijken, maar ook, indien nodig, de punten moet bedienen, het geluid moet beoordelen of andere geschikte controlemethoden moet toepassen zonder apparatuur te gebruiken. 2. CONTROLEVEREISTEN De punten die bij technische controles langs de weg aan bod komen en de methoden die worden gebruikt, staan hieronder opgesomd. Gebreken zijn voorbeelden van defecten die kunnen worden vastgesteld.
|
(1) 48 % voor voertuigen die niet zijn uitgerust met ABS of die vóór 1 oktober 1991 zijn goedgekeurd.
(2) 45 % voor de voertuigen die werden ingeschreven na 1988 of vanaf de datum in verordeningen () afhankelijk van de vraag welke van deze data het laatste valt.
(3) 43 % voor opleggers en aanhangwagens met trekstang die zijn ingeschreven na 1988 of vanaf de datum in verordeningen () afhankelijk van de vraag welke van deze data het laatste valt.
(4) 2,2 m/s2 voor N1-, N2- en N3-voertuigen.
(5) Goedgekeurd overeenkomstig de grenswaarden in rij A of B van hoofdstuk 5.3.1.4 van bijlage I bij Richtlijn 70/220/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/69/EG of later, of voor het eerst ingeschreven of in gebruik genomen na 1 juli 2002.
(6) Goedgekeurd volgens de grenswaarden in rij B van hoofdstuk 5.3.1.4 van bijlage I bij Richtlijn 70/220/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/69/EG of later; rij B1, B2 of C van hoofdstuk 6.2.1 van bijlage I bij Richtlijn 88/77/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 1999/96/EG of later of voor het eerst ingeschreven of in gebruik genomen na 1 juli 2008..
(7) Deze „vereisten” zijn vastgelegd in de typegoedkeuringseisen op de datum van de eerste inschrijving of de eerste ingebruikneming, alsook in aanpassingsverplichtingen of nationale wetgevingen in het land van inschrijving.”
8.7.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 173/47 |
RICHTLIJN 2010/48/EU VAN DE COMMISSIE
van 5 juli 2010
houdende aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 2009/40/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gelet op Richtlijn 2009/40/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende de technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens (1), en met name op artikel 6, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Met het oog op de verkeersveiligheid, de milieubescherming en de eerlijke concurrentie is het belangrijk dat voertuigen in het verkeer correct worden onderhouden en gecontroleerd zodat zij tijdens hun volledige levensduur de tijdens de typegoedkeuring vastgestelde prestaties op hetzelfde niveau of bijna hetzelfde niveau kunnen blijven leveren. |
(2) |
De normen en methoden in artikel 6, lid 1, van Richtlijn 2009/40/EG moeten verder worden omschreven en aangepast in functie van de technische vooruitgang met als doel de technische controles van motorvoertuigen in de Europese Unie op een kosteneffectieve manier te verbeteren. |
(3) |
Er moet rekening worden gehouden met Autofore (2) en Idelsy (3), twee recente projecten over opties voor technische controles, en de resultaten van een open en op feiten gebaseerde dialoog met belanghebbenden. |
(4) |
Door de huidige technologische ontwikkelingen op het gebied van voertuigen moeten moderne elektronische systemen op de lijst met controlepunten worden opgenomen. |
(5) |
Om de technische controles verder te harmoniseren, moeten voor alle controlepunten controlemethodes worden ingevoerd. |
(6) |
Voor een betere harmonisatie en voor de eenvormigheid van normen moet een niet-limitatieve lijst met de voornaamste redenen voor afkeuring, die al bestaat voor remsystemen, voor alle controlepunten worden opgesteld. |
(7) |
Technische controles moeten betrekking hebben op alle punten die relevant zijn voor het specifieke ontwerp, de constructie en de inrichting van het gecontroleerde voertuig. Daarom moeten, waar nodig, specifieke vereisten voor bepaalde voertuigcategorieën worden toegevoegd. |
(8) |
De lidstaten hebben de verplichte periodieke technische controle in overeenstemming met artikel 5, onder e), van Richtlijn 2009/40/EG uitgebreid tot andere categorieën voertuigen. Om de controles nog meer te harmoniseren, moeten methoden en normen voor deze voertuigcategorieën worden opgenomen. De controles moeten worden uitgevoerd met de beschikbare technieken en uitrusting en zonder gereedschap om voertuigonderdelen te ontmantelen of te verwijderen. |
(9) |
De controle mag niet alleen betrekking hebben op veiligheid en milieubescherming, maar moet ook aandacht schenken aan de identificatie van het voertuig om ervoor te kunnen zorgen dat de juiste controles en normen worden toegepast, dat de resultaten van de controle kunnen worden vastgelegd en dat andere wettelijke eisen kunnen worden nageleefd. |
(10) |
Om de werking van de interne markt te bevorderen en de methoden voor technische controle te verbeteren, moeten de resultaten van een controle worden genoteerd op een technisch certificaat dat alle belangrijke elementen bevat. |
(11) |
Er moet meer werk worden gemaakt van alternatieve controleprocedures om de onderhoudstoestand van dieselvoertuigen te controleren, met name wat stikstofoxide en fijne deeltjes betreft, rekening houdend met nieuwe nabehandelingssystemen van uitlaatgassen. |
(12) |
De maatregelen in deze richtlijn zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 7 van Richtlijn 2009/40/EG ingestelde comité voor de aanpassing aan de technische vooruitgang van de richtlijn betreffende de technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage II bij Richtlijn 2009/40/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.
Artikel 2
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2011 aan deze richtlijn te voldoen, met uitzondering van de bepalingen in lid 3 van bijlage II, die pas op 31 december 2013 in werking treden. Zij brengen de Commissie en de andere lidstaten onverwijld van deze maatregelen op de hoogte.
Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 5 juli 2010.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 141 van 6.6.2009, blz. 12.
(2) „Autofore study on the Future Options for Roadworthiness Enforcement in the European Union” (Onderzoek Autofore over de opties voor technische naleving in de Europese Unie), http://ec.europa.eu/transport/roadsafety/publications/projectfiles/autofore_en.htm
(3) IDELSY Initiative for Diagnosis of Electronic Systems in Motor Vehicles for PTI (IDELSY-initiatief voor de diagnose van elektrische systemen in motorvoertuigen voor permanente identificatie van aanhangwagens), http://ec.europa.eu/transport/roadsafety/publications/projectfiles/idelsy_en.htm
BIJLAGE
Bijlage II bij Richtlijn 2009/40/EG wordt vervangen door:
„BIJLAGE II
VERPLICHTE CONTROLEPUNTEN
INHOUDSOPGAVE
1. |
Inleiding |
2. |
Toepassingsgebied van de controle |
3. |
Technisch certificaat |
4. |
Minimumcontrolevereisten |
0. |
Identificatie van het voertuig |
1. |
Remuitrusting |
2. |
Stuurinrichting |
3. |
Zicht |
4. |
Lichten, reflecterende inrichtingen en elektrische installaties |
5. |
Assen, wielen, banden en vering |
6. |
Chassis en met het chassis verbonden delen |
7. |
Diverse uitrustingen |
8. |
Overlastfactoren |
9. |
Aanvullende controles voor passagiersvoertuigen M2, M3 |
1. INLEIDING
In deze bijlage worden de voertuigsystemen en -onderdelen besproken die moeten worden gecontroleerd, alsook de controlemethoden en de criteria aan de hand waarvan moet worden bepaald of de toestand van het voertuig aanvaardbaar is.
Indien het voertuig gebreken vertoont met betrekking tot de opgesomde controlepunten, stellen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten in een procedure de voorwaarden vast waaronder het voertuig aan het verkeer mag deelnemen totdat het voldoet aan een nieuwe technische keuring.
De controle moet op zijn minst betrekking hebben op de onderstaande punten, mits deze de uitrusting betreffen van het voertuig dat in de betrokken lidstaat wordt goedgekeurd.
De controle moet worden uitgevoerd met de beschikbare technieken en uitrusting en zonder gereedschap om voertuigonderdelen te ontmantelen of verwijderen.
Alle opgesomde punten moeten verplicht worden gecontroleerd bij de periodieke controle van voertuigen, behalve de punten die met een (X) zijn aangeduid. Dit zijn punten die betrekking hebben op de toestand van het voertuig en zijn geschiktheid om deel te nemen aan het verkeer, maar die niet essentieel zijn bij een periodieke controle.
„Redenen voor afkeuring” zijn niet van toepassing indien zij verwijzen naar vereisten die nog niet in de relevante typegoedkeuringswetgeving voor het voertuig werden voorgeschreven op het moment van de eerste registratie of de eerste ingebruikname, of indien zij verwijzen naar retrofiteisen.
Indien als controlemethode „visueel” staat, impliceert dit dat de controleur niet alleen naar de punten moet kijken, maar ook, indien nodig, de punten moet bedienen, het geluid moet beoordelen of andere geschikte controlemethoden moet toepassen zonder apparatuur te gebruiken.
2. TOEPASSINGSGEBIED VAN DE CONTROLE
De controle heeft op zijn minst betrekking op de onderstaande punten, mits deze de geïnstalleerde uitrusting betreffen van het voertuig dat wordt gecontroleerd.
0. |
Identificatie van het voertuig; |
1. |
Remuitrusting; |
2. |
Stuurinrichting; |
3. |
Zicht; |
4. |
Verlichtingsinstallatie en onderdelen van elektrische installaties; |
5. |
Assen, wielen, banden en vering; |
6. |
Chassis en met het chassis verbonden delen; |
7. |
Diverse uitrustingen; |
9. |
Overlastfactoren; |
9. |
Aanvullende controles voor passagiersvoertuigen M2 en M3. |
3. TECHNISCH CERTIFICAAT
De onderneming of de bestuurder van het voertuig moet schriftelijk op de hoogte worden gebracht van de defecten, de resultaten van de controle en de wettelijke gevolgen.
Technische certificaten die bij verplichte periodieke voertuigcontroles worden uitgereikt, bevatten minstens de volgende elementen:
1. |
voertuigidentificatienummer (VIN) |
2. |
kentekennummer en kenletters van het land van registratie |
3. |
plaats en datum van controle |
4. |
odometer die op het moment van de controle wordt afgelezen (indien beschikbaar) |
5. |
voertuigcategorie (indien beschikbaar) |
6. |
vastgestelde defecten (het is aanbevolen de numerieke volgorde van lid 5 van deze bijlage te volgen) en hun categorie |
7. |
algemene beoordeling van het voertuig |
8. |
datum van de volgende periodieke controle (indien deze informatie niet via andere kanalen wordt gegeven) |
9. |
naam van de controleorganisatie en handtekening of identificatie van de controleur die de controle heeft uitgevoerd |
4. MINIMUMCONTROLEVEREISTEN
De punten die bij de controles aan bod komen en de minimumnormen en methoden die worden toegepast, staan hieronder opgesomd. „Redenen voor afkeuring” zijn voorbeelden van defecten die worden vastgesteld.
Punt |
Methode |
Redenen voor afkeuring |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
0. IDENTIFICATIE VAN HET VOERTUIG |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. REMUITRUSTING |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle van de onderdelen terwijl de reminstallatie in werking is. Opmerking: Voor de controle van voertuigen met een bekrachtigde reminstallatie, moet de motor worden uitgeschakeld. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle van de onderdelen terwijl de reminstallatie in werking is. Opmerking: Voor de controle van voertuigen met een bekrachtigde reminstallatie, moet de motor worden uitgeschakeld. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle van de onderdelen bij normale werkdruk. Nodige controletijd vereist zodat de vacuüm- of luchtdruk veilige werkwaarden bereikt en het waarschuwingssignaal, de veiligheidsklep voor dubbel remcircuit en de overdrukklep functioneren. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Functionele controle |
Verklikker of manometer werkt slecht of is defect. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle van de onderdelen terwijl de reminstallatie in werking is. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle van de onderdelen terwijl de reminstallatie in werking is. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle van de onderdelen terwijl de reminstallatie in werking is. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Koppel de koppelingskoppen van de reminstallatie tussen het trekkende voertuig en de aanhangwagen los en weer vast. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle van de onderdelen terwijl de reminstallatie in werking is. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle van de onderdelen terwijl de reminstallatie in werking is. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle van de onderdelen terwijl de reminstallatie in werking is. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle van de onderdelen terwijl de reminstallatie in werking is. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle van de onderdelen terwijl de reminstallatie in werking is. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle van de onderdelen terwijl de reminstallatie in werking is. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Koppel de remkoppelingskoppen tussen het trekkende voertuig en de aanhangwagen los. |
De rem voor de aanhangwagen wordt niet automatisch aangetrokken wanneer de koppelingskop losgekoppeld is. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Trek de rem geleidelijk aan tot de maximale opgevoerde kracht tijdens een test op een statische remtestmachine, of indien mogelijk tijdens een test op de weg. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Test met een statische remtestmachine of, indien door technische redenen dergelijke machine niet kan worden gebruikt, een test op de weg met een registrerende vertragingsmeter. Voertuigen of aanhangwagens met een toegestane maximummassa van meer dan 3 500 kg moeten overeenkomstig de ISO 21069-normen of gelijkwaardige methoden worden gecontroleerd. Testen op de weg moeten worden uitgevoerd onder droge weersomstandigheden op een vlakke, rechte baan. |
Levert niet minstens de volgende waarden op:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Indien de hulprem een afzonderlijk werkend systeem is dan de bedrijfsreminstallatie, gebruik de methode in 1.2.1. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Indien de hulprem een afzonderlijk werkend systeem is dan de bedrijfsreminstallatie, gebruik de methode in 1.2.2. |
De remkracht is kleiner dan 50 % (5) van de in punt 1.2.2 beschreven remkracht van de bedrijfsrem bij de maximaal toegestane massa of, in het geval van opleggers, bij de som van de toegestane belasting op de assen. (met uitzondering van L1e en L3e). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Trek de rem aan tijdens een test op een statische remtestmachine en/of tijdens een test op de weg met een vertragingsmeter. |
Rem werkt niet aan één kant of het voertuig wijkt te veel van een rechte lijn af in het geval van een test op de weg. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Test met een statische remtestmachine of een test op de weg met een vertragingsmeter die slechts aanduidt of ook registreert, of met het voertuig op een helling met een gekende hellingsgraad. Voertuigen voor goederenvervoer moeten, indien mogelijk, in geladen toestand worden gecontroleerd. |
Geeft niet voor minstens alle categorieën voertuigen een rempercentage van 16 % bij de maximaal toegestane massa, of, voor motorvoertuigen, 12 % bij de maximummassa van de voertuigcombinatie, waarbij moet worden uitgegaan van de grootste waarde. (met uitzondering van L1e en L3e). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en, indien mogelijk, testen of de installatie werkt. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle van het waarschuwingssignaal. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle van waarschuwingssignaal. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. STUURINRICHTING |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Plaats het voertuig over een smeerkuil of bevestig het aan een hijstoestel en draai met de wielen van de grond of op draaischijven het stuurwiel om. Visuele controle van werking van de stuurinrichting. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Plaats het voertuig over een smeerkuil of bevestig het aan een hijstoestel met het gewicht van de wielen van het voertuig op de grond en draai aan het stuur/beweeg de wielstang met de wijzers van de klok mee en tegen de wijzers van de klok in of gebruik een speciaal toestel om de speling van het wiel vast te stellen. Visuele controle van de bevestiging van het stuurhuis aan het chassis. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Plaats het voertuig over een smeerkuil of bevestig het aan een hijstoestel en draai met de wielen op de grond het stuurwiel met de wijzers van de klok mee en tegen de wijzers van de klok in of gebruik een speciaal toestel om de speling van het wiel vast te stellen. Visuele controle of de stuuronderdelen geen slijtage, breuken of veiligheidsproblemen vertonen. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Plaats het voertuig over een smeerkuil of bevestig het aan een hijstoestel met de wielen op de grond en de motor aan (stuurbekrachtiging) en draai het stuurwiel om. Visuele controle van de beweging van de overbrengingen. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Contoleer of er lekken zijn in de stuurinrichting en controleer het peil van de hydraulische vloeistof in het reservoir (indien zichtbaar). Plaats de wielen op de grond, zet de motor aan en controleer of de stuurbekrachtiging werkt. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Plaats de wielen op de grond, draai het stuur volledig om in rechte hoeken ten opzichte van de stuurkolom en oefen lichte opwaartse en neerwaartse druk uit. Visuele controle van de speling. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Plaats het voertuig over een smeerkuil of bevestig het aan een hijstoestel met het volledige gewicht van het voertuig op de grond, duw en trek het stuurwiel in lijn met de stuurkolom, duw het stuurwiel/de bedieningsstang in verschillende richtingen met rechte hoeken ten opzichte van de kolom/de vorken. Visuele controle van de speling en de toestand van flexibele koppelingskoppen of universele verbindingen. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Plaats het voertuig over een smeerkuil of bevestig het aan een hijstoestel met het volledige gewicht van het voertuig op de wielen en met de motor aan voor voertuigen met stuurbekrachtiging en met de wielen in rechte positie. Draai het stuurwiel licht en zo ver mogelijk met de wijzers van de klok mee en tegen de wijzers van de klok in zonder de wielen te bewegen. Visuele controle van de vrije beweging. |
Te veel speling bij het sturen (een bepaald punt op de velg overschrijdt bij beweging bijvoorbeeld een vijfde van de diameter van het stuurwiel of beweegt niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Controleer de uitlijning van de bestuurde wielen met de juiste apparatuur. |
Uitlijning niet in overeenstemming met de informatie of de vereisten van de fabrikant (8). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle of met gebruik van een speciaal toestel om de speling van het wiel vast te stellen. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle van de consistentie tussen de hoek van het stuurwiel en de hoek van de wielen bij het aan- en uitzetten van de motor. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. ZICHT |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle vanop de bestuurderszitplaats. |
Obstakel in het gezichtsveld van de bestuurder dat zijn zicht vooraan of aan de zijkanten aanzienlijk belemmert. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
Sproeiers werken niet behoorlijk. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
Systeem werkt niet of is duidelijk defect. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. LICHTEN, REFLECTERENDE INRICHTINGEN EN ELEKTRISCHE INSTALLATIES |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Bepaal het horizontale eindpunt van elke koplamp bij gedimd licht met behulp van een speciaal hiervoor bestemd toestel of een scherm. |
Het eindpunt van de koplamp ligt niet binnen de grenzen die in de vereisten zijn bepaald (8). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en indien mogelijk controle door bediening. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en indien mogelijk controle door bediening. |
Wisser werkt niet. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
Lamp, lichtkleur, positie of intensiteit zijn niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
Schakelaar werkt niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
Lamp, lichtkleur, positie of intensiteit zijn niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
Knippersnelheid is niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Door bediening en met het gebruik van een toestel om het eindpunt van de koplamp te bepalen. |
Mistlicht vooraan schijnt niet meer horizontaal wanneer het lichtpatroon een afbakeningslijn heeft. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
Schakelaar werkt niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
Schakelaar werkt niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
Inrichting werkt niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
Toestel, gereflecteerde kleur of positie is niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
Werkt niet. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
Is niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle: onderzoek indien mogelijk de elektrische continuïteit van de verbinding. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle met het voertuig over een smeerkuil of bevestigd aan een hijstoestel, in sommige gevallen ook in de motor. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. ASSEN, WIELEN, BANDEN EN VERING |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle met het voertuig over een smeerkuil of bevestigd aan een hijstoestel. Toestellen om de speling van een wiel vast te stellen kunnen worden gebruikt en zijn aanbevolen voor voertuigen met een brutomassa van meer dan 3,5 t. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle met het voertuig over een smeerkuil of bevestigd aan een hijstoestel. Toestellen om de speling van een wiel vast te stellen kunnen worden gebruikt en zijn aanbevolen voor voertuigen met een brutomassa van meer dan 3,5 t. Druk een verticale of zijdelingse kracht uit op elk wiel en noteer de mate van beweging tussen het ashuis en de stuurpen. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle met het voertuig over een smeerkuil of bevestigd aan een hijstoestel. Toestellen om de speling van een wiel vast te stellen kunnen worden gebruikt en zijn aanbevolen voor voertuigen met een brutomassa van meer dan 3,5 t. Draai het wiel of druk een zijdelingse kracht uit op elk wiel en noteer de mate van opwaartse beweging van het wiel ten opzichte van de stuurpen. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle van beide zijden van elk wiel met het voertuig over een smeerkuil of bevestigd aan een hijstoestel. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle van de volledige band door ofwel het wiel te draaien met het voertuig van de grond boven een smeerkuil of bevestigd aan een hijstoestel of door het voertuig achteruit en vooruit over een smeerkuil te rijden. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle met het voertuig over een smeerkuil of bevestigd aan een hijstoestel. Toestellen om de speling van een wiel vast te stellen kunnen worden gebruikt en zijn aanbevolen voor voertuigen met een brutomassa van meer dan 3,5 t. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle met het voertuig over een smeerkuil of bevestigd aan een hijstoestel, of, indien beschikbaar, met het gebruik van speciale apparatuur. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Gebruik speciale apparatuur en vergelijk de verschillen tussen links/rechts en/of vergelijk met absolute waarden die door de fabrikanten werden gegeven. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle met het voertuig over een smeerkuil of bevestigd aan een hijstoestel. Toestellen om de speling van een wiel vast te stellen kunnen worden gebruikt en zijn aanbevolen voor voertuigen met een brutomassa van meer dan 3,5 t. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle met het voertuig over een smeerkuil of bevestigd aan een hijstoestel. Toestellen om de speling van een wiel vast te stellen kunnen worden gebruikt en zijn aanbevolen voor voertuigen met een brutomassa van meer dan 3,5 t. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. CHASSIS EN MET HET CHASSIS VERBONDEN DELEN |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle met het voertuig over een smeerkuil of bevestigd aan een hijstoestel. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle met het voertuig over een smeerkuil of bevestigd aan een hijstoestel. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle met het voertuig over een smeerkuil of bevestigd aan een hijstoestel, gebruik van apparatuur voor het vaststellen van lekken in het geval van LPG/CNG-systemen. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle op slijtage en correcte bediening met speciale aandacht voor aanwezige veiligheidsvoorzieningen en/of het gebruik van meetapparatuur. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle hoeft niet over een smeerkuil of aan een hijstoestel te worden uitgevoerd. |
Bevestigingen zijn stuk, duidelijk en ernstig beschadigd, zitten los of zijn gebroken. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle over een smeerkuil of bevestigd aan een hijstoestel. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle over een smeerkuil of bevestigd aan een hijstoestel. |
Bodem zit los of is stuk. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
Bedieningsapparatuur die nodig is voor de veilige besturing van het voertuig werkt niet correct. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. DIVERSE UITRUSTINGEN |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle |
Belastingsbeperker ontbreekt duidelijk of is niet aan het voertuig aangepast. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle |
Spanner ontbreekt duidelijk of is niet aan het voertuig aangepast. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle van het waarschuwingslampje |
Het waarschuwingslampje van het SRS wijst op een defect in het systeem. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
Ontbreekt, is onvolledig of is niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
Ontbreekt of is niet in goede toestand. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle of door bediening tijdens een test op de weg of door middel van elektronica. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en, indien uitrusting beschikbaar is, controle door bediening. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8. OVERLASTFACTOREN |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Subjectieve beoordeling (tenzij de controleur van mening is dat het geluidsniveau dubieus is. In dat geval mag een geluidstest met een geluidsmeter worden uitgevoerd). |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Meting met een uitlaatgasanalysator in overeenstemming met de vereisten (8). Bij voertuigen die met een geschikt eigendiagnosesysteem (OBD-systeem) zijn uitgerust, mag de correcte werking van het emissiesysteem ook worden gecontroleerd door de relevante gegevens uit het OBD-systeem uit te lezen en de correcte werking van het OBD-systeem te controleren in plaats van emissiemetingen bij stationaire motor in overeenstemming met de door de fabrikant aanbevolen warmloopperiode en andere vereisten (8). |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voertuigen die vóór 1 januari 1980 werden geregistreerd of in gebruik genomen, moeten niet aan deze vereiste voldoen. |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Radiostoring (X) (9) |
Visueel onderzoek. |
Niet in overeenstemming met alle vereisten (8). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visueel onderzoek. |
Te veel vloeistoflekken die het milieu zouden kunnen schaden of een gevaar zouden kunnen vormen voor de veiligheid van andere weggebruikers. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9. AANVULLENDE CONTROLES VOOR PASSAGIERSVOERTUIGEN M2, M3 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening (indien van toepassing). |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening |
Apparatuur is defect of niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening (indien van toepassing). |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening. |
Systeem is defect. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle |
Bescherming van portieren niet in overeenstemming met de vereisten (8) voor dit vervoer. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle |
Signaleerinrichtingen en speciale uitrusting is niet aanwezig of is niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en controle door bediening |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle en, indien van toepassing, controle door bediening |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle |
Signaleerinrichtingen en speciale uitrusting is niet aanwezig of is niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle |
Installatie is niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Visuele controle |
Niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) „vereisten” zijn bepaald in de vereisten betreffende de typegoedkeuring op de datum van goedkeuring, de eerste inschrijving of de eerste ingebruikneming, alsook aanpassingsverplichtingen of nationale wetgevingen in het land van inschrijving.
(2) 48 % voor voertuigen zonder ABS of goedgekeurd in een typegoedkeuring vóór 1 oktober 1991.
(3) 45 % voor voertuigen die zijn geregistreerd na 1988 of vanaf de datum in de vereisten afhankelijk van de vraag welke van deze data het laatste valt.
(4) 43 % voor opleggers en aanhangwagens met trekstang die zijn ingeschreven na 1988 of vanaf de datum in de vereisten afhankelijk van de vraag welke van deze data het laatste valt.
(5) 2,2m/s2 voor N1-, N2- en N3-voertuigen.
(6) Goedgekeurd overeenkomstig de grenswaarden in rij A of B van hoofdstuk 5.3.1.4. van bijlage I bij Richtlijn 70/220/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/69/EG of later, of voor het eerst ingeschreven of in gebruik genomen na 1 juli 2002.
(7) Goedgekeurd volgens de grenswaarden in rij B van hoofdstuk 5.3.1.4. van bijlage I bij Richtlijn 70/220/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/69/EG of later; rij B1, B2 of C van hoofdstuk 6.2.1 van bijlage I bij Richtlijn 88/77/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 1999/96/EG of later of voor het eerst ingeschreven of in gebruik genomen na 1 juli 2008.
(8) „vereisten” zijn bepaald in de vereisten betreffende de typegoedkeuring op de datum van goedkeuring, de eerste inschrijving of de eerste ingebruikneming, alsook aanpassingsverplichtingen of nationale wetgevingen in het land van inschrijving.
(9) (X) wijst op punten die betrekking hebben op de toestand van het voertuig en zijn geschiktheid voor gebruik op de weg, maar die niet belangrijk zijn bij een periodieke controle.
(10) (XX) Deze reden voor afkeuring is slechts van toepassing indien de controle door de nationale wetgeving is vereist.”
BESLUITEN
8.7.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 173/73 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 7 juli 2010
tot vrijstelling van Estland van bepaalde verplichtingen om de Richtlijnen 66/402/EEG en 2002/57/EG van de Raad toe te passen ten aanzien van Avena strigosa Schreb., Brassica nigra (L.) Koch en Helianthus annuus L.
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 4526)
(Slechts de tekst in de Estse taal is authentiek)
(Voor de EER relevante tekst)
(2010/377/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gelet op Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (1), en met name op artikel 23 bis,
Gelet op Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (2), en met name op artikel 28,
Gezien de door Estland ingediende aanvraag,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In de Richtlijnen 66/402/EEG en 2002/57/EG worden bepalingen voor het in de handel brengen van zaaigranen en zaaizaden van oliehoudende planten en vezelgewassen vastgesteld. In die richtlijnen is ook bepaald dat lidstaten onder bepaalde voorwaarden geheel of gedeeltelijk van de toepassing van die richtlijnen ten aanzien van bepaalde soorten kunnen worden vrijgesteld. |
(2) |
Estland heeft gevraagd om vrijstelling van zijn verplichtingen ten aanzien van Avena strigosa Schreb., Brassica nigra (L.) Koch en Helianthus annuus L. |
(3) |
Het zaad van Avena strigosa Schreb, Brassica nigra (L.) Koch en Helianthus annuus L. wordt normaliter niet in Estland vermeerderd en verhandeld. Bovendien is het economische belang van dit zaad in deze lidstaat niet significant. |
(4) |
Zolang die voorwaarden gelden, moet deze lidstaat daarom worden vrijgesteld van de verplichting de Richtlijnen 66/402/EEG en 2002/57/EG ten aanzien van de betreffende soorten toe te passen. |
(5) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Estland wordt vrijgesteld van de verplichting om Richtlijn 66/402/EEG, met uitzondering van artikel 14, lid 1, toe te passen ten aanzien van de soort Avena strigosa Schreb.
Artikel 2
Estland wordt vrijgesteld van de verplichting om Richtlijn 2002/57/EG, met uitzondering van artikel 17, toe te passen ten aanzien van de soorten Brassica nigra (L.) Koch en Helianthus annuus L.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot de Republiek Estland.
Gedaan te Brussel, 7 juli 2010.
Voor de Commissie
John DALLI
Lid van de Commissie
(1) PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309/66.
(2) PB L 193 van 20.7.2002, blz. 74.
AANBEVELINGEN
8.7.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 173/74 |
AANBEVELING VAN DE COMMISSIE
van 5 juli 2010
inzake de beoordeling van gebreken die worden vastgesteld tijdens technische controles overeenkomstig Richtlijn 2009/40/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens
(2010/378/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 292,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Met het oog op de verkeersveiligheid, de milieubescherming en de eerlijke concurrentie is het belangrijk dat voertuigen in het verkeer correct worden onderhouden en gecontroleerd zodat zij tijdens hun volledige levensduur de bij de typegoedkeuring vastgestelde prestaties op hetzelfde of bijna hetzelfde niveau kunnen blijven leveren. |
(2) |
Naast de normen en methoden waarnaar wordt verwezen in Richtlijn 2009/40/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende de technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens (1), moeten de inspecteurs die de controles uitvoeren ook richtsnoeren krijgen om te garanderen dat de in bijlage II bij die richtlijn opgesomde gebreken op geharmoniseerde wijze worden beoordeeld. |
(3) |
Er is rekening gehouden met Autofore (2) en IDELSY (3), twee recente projecten over opties voor technische controles, en met de resultaten van een open en op feiten gebaseerde dialoog met belanghebbenden. |
(4) |
Er worden drie categorieën gebreken ingevoerd, naargelang van de ernst van het gebrek. |
(5) |
Elke categorie omvat een beschrijving van de gevolgen voor het verdere gebruik van het voertuig in die toestand. |
(6) |
Deze aanbeveling is een eerste stap op weg naar een uniforme beoordeling van de gebreken die worden vastgesteld tijdens technische controles in de Unie, |
HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:
De lidstaten moeten de gebreken die tijdens technische controles van voertuigen worden vastgesteld, beoordelen overeenkomstig de richtsnoeren in de bijlage bij deze aanbeveling.
Gedaan te Brussel, 5 juli 2010.
Voor de Commissie
Siim KALLAS
Vicevoorzitter
(1) PB L 141 van 6.6.2009, blz. 12.
(2) „Autofore study on the Future Options for Roadworthiness Enforcement in the European Union” (Autofore-studie over de toekomstige opties voor de handhaving van technische normen in de Europese Unie), http://ec.europa.eu/transport/roadsafety/publications/projectfiles/autofore_en.htm
(3) IDELSY Initiative for Diagnosis of Electronic Systems in Motor Vehicles for PTI (IDELSY-initiatief voor de diagnose van elektronische systemen in motorvoertuigen met het oog op de permanente identificatie van aanhangwagens), http://ec.europa.eu/transport/roadsafety/publications/projectfiles/idelsy_en.htm
BIJLAGE
1. Beoordeling van gebreken en definities
In het kader van de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2009/40/EG wordt in deze aanbeveling een lijst vastgesteld van de voertuigsystemen en onderdelen die moeten worden getest, en worden richtsnoeren vastgesteld aan de hand waarvan de lidstaten tijdens technische controles kunnen bepalen of de toestand van het voertuig aanvaardbaar is.
2. Richtsnoeren voor de beoordeling van gebreken en definities
De richtsnoeren voor het beoordelen van gebreken, inclusief technische defecten en andere gevallen van niet-naleving die worden vastgesteld tijdens de periodieke controle van voertuigen, worden ingedeeld in drie groepen:
|
KLEINE GEBREKEN |
|
GROTE GEBREKEN |
|
GEVAARLIJKE GEBREKEN |
Elke categorie wordt gedefinieerd door te verwijzen naar de toestand van het voertuig:
KLEINE GEBREKEN
Technische gebreken die geen belangrijke gevolgen hebben voor de veiligheid van het voertuig en andere kleine gevallen van niet-naleving. Het voertuig hoeft niet noodzakelijk opnieuw te worden gecontroleerd, aangezien redelijkerwijs mag worden aangenomen dat de vastgestelde gebreken onmiddellijk zullen worden rechtgezet.
GROTE GEBREKEN
Gebreken die de veiligheid van het voertuig of van andere weggebruikers in gevaar brengen en andere belangrijke gevallen van niet-naleving. Het verdere gebruik van het voertuig op de weg, zonder herstelling van de vastgestelde gebreken, is alleen toegestaan wanneer bepaalde voorwaarden worden nageleefd. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten moeten een procedure vaststellen om te bepalen onder welke voorwaarden het voertuig verder mag worden gebruikt alvorens opnieuw te worden gecontroleerd.
GEVAARLIJKE GEBREKEN
Gebreken die een direct en onmiddellijk gevaar vormen voor de verkeersveiligheid; het voertuig mag in geen geval verder worden gebruikt in het verkeer.
Een voertuig dat gebreken vertoont die in meer dan één categorie vallen, worden ingedeeld volgens het ergste gebrek. Wanneer voertuigen verscheidene gebreken uit dezelfde categorie vertonen, kunnen ze in de volgende hogere categorie worden ingedeeld als het gecombineerde effect van de gebreken het voertuig gevaarlijker maakt.
Met betrekking tot gebreken die in meer dan één categorie vallen, is het de verantwoordelijkheid van de inspecteur die de controle uitvoert om de gebreken in te delen volgens hun ernst, overeenkomstig de nationale wetgeving.
Bij de beoordeling van gebreken moet rekening worden gehouden met de typegoedkeuringseisen op het ogenblik van de eerste goedkeuring, de eerste registratie of de eerste ingebruikname. Voor sommige punten gelden echter retrofiteisen.
Richtsnoeren voor de beoordeling van gebreken
Punt |
Redenen voor afkeuring |
Richtsnoeren voor de beoordeling van gebreken |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Klein gebrek |
Groot gebrek |
Gevaarlijk gebrek |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
0. IDENTIFICATIE VAN HET VOERTUIG |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. REMUITRUSTING |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Verklikker of manometer werkt slecht of is defect. |
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Aanhangwagen remt niet automatisch als de koppeling is losgekoppeld. |
|
|
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Haalt niet minstens de hieronder vermelde minimumwaarden: –
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
De remkracht is kleiner dan 50 % (5) van de in punt 1.2.2 beschreven remkracht van de bedrijfsrem bij de maximaal toegestane massa of, in het geval van opleggers, bij de som van de toegestane belasting op de assen. (met uitzondering van L1e en L3e). |
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Rem werkt niet aan één kant of het voertuig wijkt te veel van een rechte lijn af in het geval van een test op de weg. |
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Geeft niet voor minstens alle categorieën voertuigen een rempercentage van 16 % bij de maximaal toegestane massa, of, voor motorvoertuigen, 12 % bij de maximummassa van de voertuigcombinatie, waarbij moet worden uitgegaan van de grootste waarde. (met uitzondering van L1e en L3e). |
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. STUURINRICHTING |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Te veel speling bij het sturen (bijvoorbeeld: een punt op het stuurwiel overschrijdt bij beweging meer dan een vijfde van de diameter van het stuurwiel, of niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Uitlijning niet in overeenstemming met de gegevens of de vereisten (8) van de fabrikant |
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. ZICHT |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Obstakel in het gezichtsveld van de bestuurder dat zijn zicht vooraan of aan de zijkanten aanzienlijk belemmert. |
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Sproeiers werken niet behoorlijk. |
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Systeem werkt niet of is duidelijk defect. |
X |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. LAMPEN, REFLECTERENDE INRICHTINGEN EN ELEKTRISCHE APPARATUUR |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Het mikpunt van de koplamp ligt niet binnen de grenzen die in de vereisten (8) zijn bepaald. |
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Inrichting werkt niet. |
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Lamp, lichtkleur, positie of intensiteit zijn niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Schakelaar werkt niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Lamp, lichtkleur, positie of intensiteit zijn niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Knippersnelheid is niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Mistlicht vooraan schijnt niet meer horizontaal wanneer het lichtpatroon een afbakeningslijn heeft. |
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Schakelaar werkt niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Schakelaar werkt niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Inrichting werkt niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
X |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Toestel, gereflecteerde kleur of positie is niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Werkt niet. |
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
X |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. ASSEN, WIELEN, BANDEN EN VERING |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. CHASSIS EN MET HET CHASSIS VERBONDEN DELEN |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Bevestigingen zijn stuk, duidelijk en ernstig beschadigd, zitten los of zijn gebroken. |
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Bodem zit los of is stuk. |
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Bedieningsapparatuur die nodig is voor de veilige bediening van het voertuig werkt niet correct. |
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. DIVERSE UITRUSTINGEN |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Krachtbegrenzer ontbreekt of is niet aangepast aan het voertuig. |
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Spanner duidelijk of is niet aangepast aan het voertuig. |
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Het waarschuwingslampje van het SRS wijst op een defect in het systeem. |
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Ontbreekt, is onvolledig of is niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
X |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Ontbreken of bevinden zich in slechte staat. |
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8. OVERLASTFACTOREN |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voertuigen die vóór 1 januari 1980 werden geregistreerd of in gebruik genomen, moeten niet aan deze vereiste voldoen. |
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Radiostoring (X) (9) |
Niet in overeenstemming met alle vereisten (8). |
X |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Te veel vloeistoflekken die het milieu zouden kunnen schaden of een gevaar zouden kunnen vormen voor de veiligheid van andere weggebruikers. |
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9. AANVULLENDE CONTROLES VOOR PASSAGIERSVOERTUIGEN M2, M3 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Apparatuur is defect of niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
X |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Systeem is defect. |
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Bescherming van portieren niet in overeenstemming met de vereisten (8) voor dit type vervoer. |
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Signaleerinrichtingen en speciale uitrusting zijn niet aanwezig of zijn niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Signaleerinrichtingen en speciale uitrusting zijn niet aanwezig of zijn niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
X |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Installatie is niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Niet in overeenstemming met de vereisten (8). |
X |
X |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) Ongepaste herstelling of wijziging betekent een herstelling of wijziging die de wegveiligheid van het voertuig vermindert of die een negatieve invloed op het milieu heeft.
(2) 48 % voor voertuigen zonder ABS of voertuigen waarvoor typegoedkeuring is verleend vóór 1 oktober 1991.
(3) 45 % voor voertuigen die zijn geregistreerd na 1988 of vanaf de datum in de vereisten, indien dit later is.
(4) 43 % voor opleggers en aanhangwagens met trekstang die zijn geregistreerd na 1988 of vanaf de datum in de vereiste, indien dit later is.
(5) 2,2m/s2 voor voertuigen van de categorieën N1, N2 en N3.
(6) Typegoedkeuring verleend overeenkomstig de grenswaarden in rij A of B van punt 5.3.1.4 van bijlage I bij Richtlijn 70/220/EEG van de Raad (PB L 76 van 6.4.1970, blz. 1) of latere wijzigingen, of voor het eerst ingeschreven of in gebruik genomen na 1 juli 2002.
(7) Typegoedkeuring verleend overeenkomstig de grenswaarden in rij B van punt 5.3.1.4 van bijlage I bij Richtlijn 70/220/EEG of latere wijzigingen, rij B1, B2 of C van punt 6.2.1 van bijlage I bij Richtijn 88/77/EEG van de Raad (PB L 36 van 9.2.1988, blz. 33) of latere wijzigingen, of voor het eerst ingeschreven of in gebruik genomen na 1 juli 2008.
(8) „Vereisten” zijn vastgesteld in de typegoedkeuringseisen op de datum van goedkeuring eerste inschrijving of eerste ingebruikneming, alsook in aanpassingsverplichtingen of in de nationale wetgeving van het land van inschrijving.
(9) (X) wijst op punten die betrekking hebben op de toestand van het voertuig en de geschiktheid ervan voor gebruik op in het verkeer, maar die niet belangrijk zijn bij een periodieke controle.
(10) (XX) Deze reden voor afkeuring is slechts van toepassing indien de controle door de nationale wetgeving is vereist.
8.7.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 173/97 |
AANBEVELING VAN DE COMMISSIE
van 5 juli 2010
inzake de risicobeoordeling van gebreken die worden vastgesteld tijdens technische controles langs de weg (van bedrijfsvoertuigen), overeenkomstig Richtlijn 2000/30/EG van het Europees Parlement en de Raad
(2010/379/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 292,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het is belangrijk voor de verkeersveiligheid, milieubescherming en eerlijke concurrentie dat in het verkeer gebrachte bedrijfsvoertuigen goed worden onderhouden en gecontroleerd, zodat ze veilig aan het verkeer in de Unie kunnen blijven deelnemen. |
(2) |
Om het controlesysteem beter te harmoniseren en ongelijke behandeling tijdens technische controles langs de weg te vermijden, moeten naast de normen en methoden die vermeld zijn in Richtlijn 2000/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juni 2000 betreffende de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen die in de Gemeenschap deelnemen aan het verkeer (1), richtsnoeren worden vastgesteld voor de beoordeling van de in bijlage II bij die richtlijn opgesomde gebreken. |
(3) |
De gebreken moeten worden ingedeeld in drie categorieën, naargelang van de ernst van het gebrek. |
(4) |
Elke categorie moet een omschrijving omvatten van de gevolgen die verbonden zijn aan het gebruik van het voertuig in die toestand, |
HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:
De lidstaten moeten gebreken aan voertuigen die tijdens technische controles langs de weg zijn vastgesteld, beoordelen overeenkomstig de richtsnoeren in de bijlage bij deze aanbeveling.
Gedaan te Brussel, 5 juli 2010.
Voor de Commissie
Siim KALLAS
Vicevoorzitter
(1) PB L 203 van 10.8.2000, blz. 1.
BIJLAGE
Richtsnoeren voor de beoordeling van gebreken
In het kader van Uitvoeringsrichtlijn 2000/30/EG bevat dit document de aan de lidstaten aanbevolen richtsnoeren voor de beoordeling van gebreken (zowel technische gebreken als andere vormen van niet-naleving) die worden vastgesteld tijdens technische controles langs de weg van voertuigen.
De gebreken worden in de volgende categorieën ingedeeld:
|
KLEINE GEBREKEN |
|
GROTE GEBREKEN |
|
GEVAARLIJKE GEBREKEN |
Elke categorie gebreken wordt gedefinieerd door te verwijzen naar de toestand van het voertuig.
KLEINE GEBREKEN
Technische gebreken die geen belangrijke gevolgen hebben voor de veiligheid van het voertuig en andere kleine vormen van niet-naleving. Aangezien redelijkerwijs mag worden verwacht dat de vastgestelde gebreken onmiddellijk zullen worden verholpen, hoeft het voertuig niet opnieuw te worden gecontroleerd.
GROTE GEBREKEN
Gebreken die de veiligheid van het voertuig en/of andere weggebruikers in gevaar kunnen brengen en andere belangrijke vormen van niet-naleving. Het voertuig moet zo snel mogelijk worden hersteld en verder gebruik kan afhankelijk worden gesteld van beperkingen en voorwaarden, bijvoorbeeld het voertuig opnieuw ter controle aanbieden.
GEVAARLIJKE GEBREKEN
Gebreken die een rechtstreekse en onmiddellijke bedreiging vormen voor de verkeersveiligheid. Verder gebruik van het voertuig in het verkeer is niet toegestaan, maar in sommige gevallen mag het voertuig naar een specifieke plaats worden gereden, bijvoorbeeld voor onmiddellijke herstelling of inbeslagname.
Een voertuig met gebreken die in meer dan een categorie vallen, wordt ingedeeld volgens het ergste gebrek. Een voertuig met verscheidene gebreken uit dezelfde categorie kan in een hogere categorie worden ingedeeld als het gecombineerde effect van de gebreken het voertuig gevaarlijker maakt.
Als de gebreken in meer dan een categorie kunnen worden ingedeeld, is het de verantwoordelijkheid van de inspecteur die de controle uitvoert om de gebreken volgens hun ernst in te delen overeenkomstig de nationale wetgeving.
Tijdens de beoordeling van de gebreken moet rekening worden gehouden met de typegoedkeuringseisen die van toepassing waren op het ogenblik van de eerste registratie of de eerste ingebruikname van het voertuig. Voor sommige items gelden echter retrofit-eisen.
Beoordelingseisen
Gebreken zijn voorbeelden van technische defecten of andere vormen van niet-naleving die kunnen worden vastgesteld.
Item |
Gebrek |
Richtsnoeren voor de beoordeling van het gebrek |
|||||||||||||||||||
|
Klein gebrek |
Groot gebrek |
Gevaarlijk gebrek |
||||||||||||||||||
1. REMUITRUSTING |
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
|||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
|||||||||||||||||
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||
|
X |
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||
|
Verklikker of manometer werkt slecht of is defect. |
X |
X |
|
|||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
|||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
|||||||||||||||||
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||
|
X |
|
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
|||||||||||||||||
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||
|
X |
|
|
||||||||||||||||||
|
X |
|
|
||||||||||||||||||
|
X |
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||
|
|
|
X |
||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||
|
|
|
X |
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
|||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||
|
|
|
X |
||||||||||||||||||
|
X |
|
|
||||||||||||||||||
|
X |
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
|||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
De rem voor de aanhangwagen wordt niet automatisch aangetrokken wanneer de koppelingskop losgekoppeld is. |
|
|
X |
|||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
|||||||||||||||||
|
X |
X |
|
||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
Levert niet minstens de volgende waarden op:
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
X |
|||||||||||||||||
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||
|
De remkracht is kleiner dan 50 % (5) van de in punt 1.2.2 beschreven remkracht van de bedrijfsrem bij de maximaal toegestane massa of, in het geval van opleggers, bij de som van de toegestane belasting op de assen (met uitzondering van L1e en L3e). |
|
X |
X |
|||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|
Rem werkt niet aan één kant of het voertuig wijkt te veel van een rechte lijn af in het geval van een test op de weg. |
|
X |
X |
|||||||||||||||||
|
Geeft niet voor minstens alle categorieën voertuigen een rempercentage van 16 % bij de maximaal toegestane massa, of, voor motorvoertuigen, 12 % bij de maximummassa van de voertuigcombinatie, waarbij moet worden uitgegaan van de grootste waarde. |
|
X |
X |
|||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
|||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
|||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
|||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
8. OVERLASTFACTOREN |
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
|||||||||||||||||
|
|
X |
X |
||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
|||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|
|
X |
X |
|
|||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
|
X |
|
|||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|
X |
|
||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|
Te veel vloeistoflekken die het milieu zouden kunnen schaden of een gevaar zouden kunnen vormen voor de veiligheid van andere weggebruikers. |
|
X |
X |
|||||||||||||||||
(1) „Vereisten” zijn bepaald in de vereisten betreffende de typegoedkeuring op de datum van goedkeuring, de eerste inschrijving of de eerste ingebruikneming, alsook aanpassingsverplichtingen of nationale wetgevingen in het land van inschrijving.
(2) 48 % voor voertuigen zonder ABS of goedgekeurd in een typegoedkeuring vóór 1 oktober 1991.
(3) 45 % voor voertuigen die zijn geregistreerd na 1988 of vanaf de datum in de vereisten afhankelijk van de vraag welke van deze data het laatste valt.
(4) 43 % voor opleggers en aanhangwagens met trekstang die zijn ingeschreven na 1988 of vanaf de datum in de vereisten afhankelijk van de vraag welke van deze data het laatste valt.
(5) 2,2 m/s2 voor N1-, N2- en N3-voertuigen.
(6) Goedgekeurd overeenkomstig de grenswaarden in rij A of B van hoofdstuk 5.3.1.4 van bijlage I bij Richtlijn 70/220/EEG van de Raad (PB L 76 van 6.4.1970, blz. 1), of later, of voor het eerst ingeschreven of in gebruik genomen na 1 juli 2002.
(7) Goedgekeurd volgens de grenswaarden in rij B van hoofdstuk 5.3.1.4. van bijlage I bij Richtlijn 70/220/EEG, of later; rij B1, B2 of C van hoofdstuk 6.2.1 van bijlage I bij Richtlijn 88/77/EEG van de Raad PB L 36 van 9.2.1988, blz. 33), of later, of voor het eerst ingeschreven of in gebruik genomen na 1 juli 2008.
(8) „Vereisten” zijn bepaald in de vereisten betreffende de typegoedkeuring op de datum van goedkeuring, de eerste inschrijving of de eerste ingebruikneming, alsook aanpassingsverplichtingen of nationale wetgevingen in het land van inschrijving.
(9) (E) Voor het testen van dit item is apparatuur nodig.