ISSN 1725-2598

doi:10.3000/17252598.L_2010.142.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 142

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

53e jaargang
10 juni 2010


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) nr. 498/2010 van de Commissie van 9 juni 2010 tot vaststelling van een verbod op de visserij op blauwvintonijn in de Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en in de Middellandse Zee door ringzegenvaartuigen die de vlag voeren van of zijn geregistreerd in Frankrijk of Griekenland

1

 

 

Verordening (EU) nr. 499/2010 van de Commissie van 9 juni 2010 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

3

 

 

Verordening (EU) nr. 500/2010 van de Commissie van 9 juni 2010 tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 877/2009 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten uit de sector suiker voor het verkoopseizoen 2009/10

5

 

 

BESLUITEN

 

 

2010/316/EU

 

*

Besluit van de Raad van 3 juni 2010 tot vaststelling van het in het Comité voor voedselhulp namens de Europese Unie in te nemen standpunt met betrekking tot de verlenging van het Voedselhulpverdrag 1999

7

 

 

2010/317/GBVB

 

*

Besluit Atalanta/3/2010 van het Politiek en Veiligheidscomité van 28 mei 2010 tot benoeming van de operationeel commandant van de EU voor de militaire operatie van de Europese Unie teneinde bij te dragen tot het ontmoedigen, voorkomen en bestrijden van piraterij en gewapende overvallen voor de Somalische kust (Atalanta)

9

 

 

2010/318/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 9 juni 2010 betreffende de begunstigde landen die in aanmerking komen voor de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur voor de periode van 1 juli 2010 tot en met 31 december 2011, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 3639)

10

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

10.6.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 142/1


VERORDENING (EU) Nr. 498/2010 VAN DE COMMISSIE

van 9 juni 2010

tot vaststelling van een verbod op de visserij op blauwvintonijn in de Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en in de Middellandse Zee door ringzegenvaartuigen die de vlag voeren van of zijn geregistreerd in Frankrijk of Griekenland

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, (1) en met name op artikel 36, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De hoeveelheid blauwvintonijn die vaartuigen van de Europese Unie in 2010 mogen vangen in de Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en in de Middellandse Zee, is vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 53/2010 van de Raad van 14 januari 2010 tot vaststelling, voor 2010, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de EU en, voor vaartuigen van de EU, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1359/2008, Verordening (EG) nr. 754/2009, Verordening (EG) nr. 1226/2009 en Verordening (EG) nr. 1287/2009 (2).

(2)

Krachtens Verordening (EG) nr. 302/2009 van de Raad van 6 april 2009 betreffende een meerjarig herstelplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 43/2009 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1559/2007 (3) dienen de lidstaten de Commissie in kennis te stellen van de individuele quota die aan hun vaartuigen van meer dan 24 meter zijn toegewezen.

(3)

Het gemeenschappelijk visserijbeleid heeft tot doel de langetermijnlevensvatbaarheid van de visserijsector te garanderen aan de hand van een op de voorzorgsbenadering gebaseerde duurzame exploitatie van de levende aquatische rijkdommen.

(4)

Overeenkomstig artikel 36, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 moet de Commissie, wanneer zij op basis van de door de lidstaten te verstrekken gegevens of naar eigen inzicht van oordeel is dat ervan moet worden uitgegaan dat de voor de Europese Unie, een lidstaat of een groep lidstaten beschikbare vangstmogelijkheden zijn opgebruikt, de betrokken lidstaten daarvan in kennis stellen en moet zij de visserijactiviteiten voor het gebied, het vistuig, het bestand, de groep bestanden of de vloot die bij die specifieke visserijactiviteiten zijn betrokken, verbieden.

(5)

Uit de gegevens waarover de Commissie beschikt blijkt dat de aan ringzegenvaartuigen die de vlag voeren van of zijn geregistreerd in Frankrijk of Griekenland toegewezen vangstmogelijkheden voor blauwvintonijn in de Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en in de Middellandse Zee op 9 juni 2010 als opgebruikt moeten worden beschouwd.

(6)

Daarom moet de Commissie met ingang van 10 juni 2010 om 00.00 uur een verbod instellen op de visserij op blauwvintonijn in de Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en in de Middellandse Zee door ringzegenvaartuigen die de vlag voeren van of zijn geregistreerd in Frankrijk of Griekenland.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De visserij op blauwvintonijn in de Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en in de Middellandse Zee door ringzegenvaartuigen die de vlag voeren van of zijn geregistreerd in Frankrijk of Griekenland, wordt met ingang van 10 juni 2010 om 00.00 uur verboden.

Met ingang van die datum is het tevens verboden om vis van dat bestand die door die vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, te kooien voor afmesten of voor de viskweek, over te laden, over te hevelen of aan te landen.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 juni 2010.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Maria DAMANAKI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

(2)  PB L 21 van 26.1.2010, blz. 1.

(3)  PB L 96 van 15.4.2009, blz. 1.


10.6.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 142/3


VERORDENING (EU) Nr. 499/2010 VAN DE COMMISSIE

van 9 juni 2010

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 10 juni 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 juni 2010.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MA

44,4

MK

50,2

TR

53,9

ZZ

49,5

0707 00 05

MA

37,3

MK

41,0

TR

92,9

ZZ

57,1

0709 90 70

MA

68,1

TR

101,9

ZZ

85,0

0805 50 10

AR

108,9

BR

112,1

TR

98,6

ZA

103,6

ZZ

105,8

0808 10 80

AR

100,1

BR

79,2

CA

103,3

CL

90,8

CN

66,0

IL

49,0

NZ

108,6

US

120,1

UY

116,3

ZA

91,4

ZZ

92,5

0809 10 00

TN

380,0

TR

185,0

ZZ

282,5

0809 20 95

TR

489,4

US

586,5

ZZ

538,0


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


10.6.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 142/5


VERORDENING (EU) Nr. 500/2010 VAN DE COMMISSIE

van 9 juni 2010

tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 877/2009 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten uit de sector suiker voor het verkoopseizoen 2009/10

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (2), en met name op artikel 36, lid 2, tweede alinea, tweede zin,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2009/10 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 877/2009 van de Commissie (3). Deze prijzen en rechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 496/2010 van de Commissie (4).

(2)

Naar aanleiding van de gegevens waarover de Commissie momenteel beschikt, dienen deze bedragen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 951/2006 te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 951/2006 voor het verkoopseizoen 2009/10 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 36 van Verordening (EG) nr. 877/2009 bedoelde producten worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 10 juni 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 juni 2010.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24.

(3)  PB L 253 van 25.9.2009, blz. 3.

(4)  PB L 140 van 8.6.2010, blz. 23.


BIJLAGE

Gewijzigde bedragen van de representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en producten van GN-code 1702 90 95 die gelden met ingang van 10 juni 2010

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg netto van het betrokken product

Aanvullend recht per 100 kg netto van het betrokken product

1701 11 10 (1)

39,44

0,00

1701 11 90 (1)

39,44

3,07

1701 12 10 (1)

39,44

0,00

1701 12 90 (1)

39,44

2,78

1701 91 00 (2)

41,01

5,17

1701 99 10 (2)

41,01

2,03

1701 99 90 (2)

41,01

2,03

1702 90 95 (3)

0,41

0,27


(1)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt III, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(2)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt II, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(3)  Vaststelling per procent sacharose.


BESLUITEN

10.6.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 142/7


BESLUIT VAN DE RAAD

van 3 juni 2010

tot vaststelling van het in het Comité voor voedselhulp namens de Europese Unie in te nemen standpunt met betrekking tot de verlenging van het Voedselhulpverdrag 1999

(2010/316/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 214, lid 4, en artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Voedselhulpverdrag 1999 is bij Besluit 2000/421/EG van de Raad (1) namens de Europese Gemeenschap gesloten en de geldigheidsduur ervan is in juni 2003, juni 2005, juni 2007, juni 2008 en juni 2009 bij besluiten van het Comité voor voedselhulp verlengd, zodat het Verdrag van kracht blijft tot en met 30 juni 2010.

(2)

Het Graanhandelsverdrag 1995 blijft van kracht tot en met 30 juni 2011.

(3)

Het Voedselhulpverdrag 1999 vervalt op 30 juni 2010, en de kwestie van een verlenging komt formeel aan de orde op de 102e vergadering van het Comité voor voedselhulp op 4 juni 2010.

(4)

Tijdens de 101e vergadering van het Comité voor voedselhulp van 9 december 2009 hebben enkele leden zich bereid getoond om het Voedselhulpverdrag 1999 nogmaals met een jaar te verlengen tot 30 juni 2011. De Europese Unie heeft zich toen op het standpunt gesteld dat zij ernaar zou streven in juni 2010 een besluit over de toekomst van het Voedselhulpverdrag 1999 te nemen en dat met onmiddellijke ingang met de voorbereidingen kon worden begonnen, onverminderd het formele standpunt dat tijdens de 102e vergadering van de Commissie inzake voedselhulp in juni 2010 zou worden bekendgemaakt.

(5)

Er zijn twee mogelijke scenario’s waarvoor de Europese Unie voor de 102e vergadering van het Comité voor voedselhulp een standpunt moet voorbereiden:

a)

tijdens de besprekingen tussen de leden van het Comité voor voedselhulp over de toekomst van het Voedselhulpverdrag 1999 is vóór de 102e vergadering van de Commissie significante vooruitgang geboekt (d.w.z. er is een gerede verwachting dat de heronderhandeling van het Voedselhulpverdrag 1999/de onderhandelingen over een toekomstig verdrag in de loop van 2010 van start kunnen gaan): in dat geval is een verlenging van het Voedselhulpverdrag 1999 met een jaar het meest aangewezen. De Commissie zou dan de procedure van artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie inleiden en de Raad aanbevelen machtiging te geven tot het openen van onderhandelingen en onderhandelingsrichtsnoeren vast te stellen, of

b)

tijdens de besprekingen tussen de leden van het Comité voor voedselhulp over de toekomst van het Voedselhulpverdrag 1999 is vóór de 102e vergadering van de Commissie geen significante vooruitgang geboekt: in dat geval is een verlenging van het Voedselhulpverdrag 1999 met een jaar niet aangewezen en zou de Commissie, namens de Europese Unie en haar lidstaten, zich formeel moeten verzetten tegen het bereiken van een consensus in het Comité voor voedselhulp over een verlenging van het Voedselhupverdrag 1999.

(6)

De Commissie, die de Europese Unie in het Comité voor voedselhulp vertegenwoordigt, dient derhalve bij besluit van de Raad te worden gemachtigd hetzij de verlenging van het Voedselhulpverdrag 1999 met één jaar, tot en met 30 juni 2011, te steunen indien aan de voorwaarde in overweging 5, onder a), is voldaan, hetzij, indien zulks niet het geval is, zich te verzetten tegen het bereiken van een consensus binnen het Comité voor voedselhulp over een verlenging van het Voedselhulpverdrag,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt van de Europese Unie binnen het Comité voor voedselhulp is: een verlenging van het Voedselhulpverdrag 1999 met een periode van één jaar, tot en met 30 juni 2011, te steunen indien tijdens de besprekingen tussen de leden van het Comité voor voedselhulp over de toekomst van het Voedselhulpverdrag 1999 vóór de 102e vergadering van het Comité voor voedselhulp op 4 juni 2010 significante vooruitgang is geboekt (d.w.z. dat er een gerede verwachting is dat de heronderhandeling van het Voedselhulpverdrag 1999/de onderhandelingen over een toekomstig verdrag in de loop van 2010 van start kunnen gaan).

Indien aan die voorwaarde niet is voldaan, is het standpunt van de Europese Unie binnen het Comité voor voedselhulp: overeenkomstig regel 13 van het reglement van orde van het Comité voor voedselhulp zich formeel te verzetten tegen het bereiken van een consensus binnen het Comité voor voedselhulp over een verlenging van het Voedselhulpverdrag 1999.

Artikel 2

De Commissie wordt hierbij gemachtigd een van de in artikel 1 uiteengezette standpunten in het Comité voor voedselhulp naar voren te brengen.

Gedaan te Luxemburg, 3 juni 2010.

Voor de Raad

De voorzitter

A. PÉREZ RUBALCABA


(1)  PB L 163 van 4.7.2000, blz. 37.


10.6.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 142/9


BESLUIT ATALANTA/3/2010 VAN HET POLITIEK EN VEILIGHEIDSCOMITÉ

van 28 mei 2010

tot benoeming van de operationeel commandant van de EU voor de militaire operatie van de Europese Unie teneinde bij te dragen tot het ontmoedigen, voorkomen en bestrijden van piraterij en gewapende overvallen voor de Somalische kust (Atalanta)

(2010/317/GBVB)

HET POLITIEK EN VEILIGHEIDSCOMITÉ,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 38,

Gelet op Gemeenschappelijk Optreden 2008/851/GBVB van de Raad van 10 november 2008 inzake de militaire operatie van de Europese Unie teneinde bij te dragen tot het ontmoedigen, het voorkomen en bestrijden van piraterij en gewapende overvallen voor de Somalische kust (Atalanta) (1), en met name op artikel 6, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 6, lid 1, van Gemeenschappelijk Optreden 2008/851/GBVB heeft de Raad het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) gemachtigd besluiten te nemen inzake de benoeming van de operationeel commandant van de EU.

(2)

Het Verenigd Koninkrijk heeft voorgesteld dat generaal-majoor Buster HOWE vice-admiraal Peter HUDSON vervangt als operationeel commandant van de EU.

(3)

Het Militair Comité van de EU spreekt zijn steun uit voor deze aanbeveling.

(4)

Overeenkomstig artikel 5 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de uitwerking en uitvoering van besluiten en acties van de Unie die gevolgen hebben op defensiegebied,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Generaal-majoor Buster HOWE wordt benoemd tot operationeel commandant van de EU voor de militaire operatie van de Europese Unie teneinde bij te dragen tot het ontmoedigen, voorkomen en bestrijden van piraterij en gewapende overvallen voor de Somalische kust.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op 14 juni 2010.

Gedaan te Brussel, 28 mei 2010.

Voor het Politiek en Veiligheidscomité

De voorzitter

C. FERNÁNDEZ-ARIAS


(1)  PB L 301 van 12.11.2008, blz. 33.


10.6.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 142/10


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 9 juni 2010

betreffende de begunstigde landen die in aanmerking komen voor de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur voor de periode van 1 juli 2010 tot en met 31 december 2011, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 3639)

(2010/318/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad van 22 juli 2008 betreffende de toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2011 en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 552/97 en (EG) nr. 1933/2006 van de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 1100/2006 en (EG) nr. 964/2007 van de Commissie (1), en met name op artikel 10, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 732/2008 voorziet in de toekenning van een bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur aan ontwikkelingslanden die voldoen aan de in de artikelen 8 en 9 vastgestelde voorschriften.

(2)

Ieder ontwikkelingsland dat met ingang van 1 juli 2010 van de bijzondere stimuleringsregeling wilde gebruikmaken, moest daartoe uiterlijk op 30 april 2010 een verzoek indienen, vergezeld van uitgebreide informatie over de ratificatie van de desbetreffende verdragen, de wetten en maatregelen om de bepalingen van deze verdragen effectief ten uitvoer te leggen en de toezegging om de in de desbetreffende verdragen en gerelateerde instrumenten vastgelegde toezicht- en evaluatiemechanismen te aanvaarden en onverkort te respecteren. Bovendien kon het verzoek alleen worden ingewilligd wanneer het verzoekende land wordt beschouwd als een kwetsbaar land in de zin van artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 732/2008.

(3)

De Commissie had op 30 april 2010 een verzoek van de Republiek Panama (hierna „Panama”) ontvangen om met ingang van 1 juli 2010 in aanmerking te komen voor de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur.

(4)

Het verzoek is overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 732/2008 onderzocht.

(5)

Uit het onderzoek is gebleken dat Panama voldoet aan alle voorschriften van de artikelen 8 en 9 van Verordening (EG) nr. 732/2008. Bijgevolg moet aan Panama de bijzondere stimuleringsregeling van 1 juli 2010 tot en met 31 december 2011 worden toegekend.

(6)

Krachtens artikel 10, lid 3, van Verordening (EG) nr. 732/2008 moet Panama van dit besluit in kennis worden gesteld.

(7)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité algemene preferenties.

(8)

Dit besluit doet geen afbreuk aan de begunstigdenstatus van de landen die zijn opgenomen in de lijst van Beschikking 2008/938/EG van de Commissie van 9 december 2008 tot vaststelling van de lijst van begunstigde landen die in aanmerking komen voor de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur overeenkomstig Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad betreffende de toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2011 (2),

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Republiek Panama komt van 1 juli 2010 tot en met 31 december 2011 in aanmerking voor de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 732/2008.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Republiek Panama.

Gedaan te Brussel, 9 juni 2010.

Voor de Commissie

Karel DE GUCHT

Lid van de Commissie


(1)  PB L 211 van 6.8.2008, blz. 1.

(2)  PB L 334 van 12.12.2008, blz. 90.