ISSN 1725-2598

doi:10.3000/17252598.L_2010.103.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 103

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

53e jaargang
23 april 2010


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

 

*

Reglement van orde van de Rekenkamer van de Europese Unie

1

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

23.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 103/1


REGLEMENT VAN ORDE VAN DE REKENKAMER VAN DE EUROPESE UNIE

INHOUD

TITEL I —   ORGANISATIE VAN DE REKENKAMER

HOOFDSTUK I:

SAMENSTELLING VAN DE REKENKAMER

Artikel 1

Collegiaal karakter

AFDELING 1:

DE LEDEN

Artikel 2

Aanvang van de ambtsperiode

Artikel 3

Verplichtingen en uitoefening van de bevoegdheden van de leden

Artikel 4

Ontslag ambtshalve en verval van het recht op pensioen of van andere daarvoor in de plaats tredende voordelen

Artikel 5

Rangorde

Artikel 6

Tijdelijke vervanging van een lid

AFDELING 2:

DE PRESIDENT

Artikel 7

Verkiezing van de president

Artikel 8

Tijdelijke vervanging van de president

Artikel 9

Taken van de president

AFDELING 3:

KAMERS EN COMITÉS

Artikel 10

Vorming van kamers

Artikel 11

Verantwoordelijkheden van de kamers

Artikel 12

Comités

AFDELING 4:

DE SECRETARIS-GENERAAL

Artikel 13

Secretaris-generaal

HOOFDSTUK II:

UITOEFENING VAN DE BEVOEGDHEDEN VAN DE REKENKAMER

Artikel 14

Delegatie

Artikel 15

Ordonnateursfunctie

Artikel 16

Organisatorische structuur van de Rekenkamer

TITEL II —   WERKWIJZE VAN DE REKENKAMER

HOOFDSTUK I:

VERGADERINGEN VAN DE REKENKAMER EN VAN DE KAMERS

AFDELING 1:

DE REKENKAMER

Artikel 17

Rooster van de vergaderingen

Artikel 18

Vaststelling van de agenda

Artikel 19

Besluitvorming

Artikel 20

Leiding van de vergaderingen

Artikel 21

Quorum

Artikel 22

Openbaarheid van de vergaderingen

Artikel 23

Notulen van de vergaderingen

AFDELING 2:

DE KAMERS

Artikel 24

De vergaderingen van de kamers

HOOFDSTUK II:

BESLUITEN VAN DE REKENKAMER, DE KAMERS EN DE COMITÉS

Artikel 25

Besluiten van de Rekenkamer

Artikel 26

Besluiten van de kamers

Artikel 27

Besluiten van de comités

Artikel 28

Regeling van het taalgebruik en waarmerking

Artikel 29

Toezending en publicatie

HOOFDSTUK III:

CONTROLES EN DE VOORBEREIDING VAN VERSLAGEN, ADVIEZEN, OPMERKINGEN EN BETROUWBAARHEIDSVERKLARINGEN

Artikel 30

Wijze van uitvoering van de controles

Artikel 31

Rapporteurs

TITEL III —   ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 32

In breuken uitgedrukte aantallen

Artikel 33

Genderspecifieke uitdrukkingen

Artikel 34

Uitvoeringsbepalingen

Artikel 35

Toegang tot documenten

Artikel 36

Inwerkingtreding

Artikel 37

Bekendmaking

DE REKENKAMER VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 287, lid 4, vijfde alinea,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 106 bis, lid 1,

Na goedkeuring door de Raad op 22 februari 2010,

STELT HET VOLGENDE REGLEMENT VAN ORDE VAST:

TITEL I

ORGANISATIE VAN DE REKENKAMER

HOOFDSTUK I

Samenstelling van de Rekenkamer

Artikel 1

Collegiaal karakter

Overeenkomstig de bepalingen van de Verdragen en het Financieel Reglement is de Rekenkamer volgens de voorschriften van het onderhavige reglement van orde opgezet als een college en treedt zij als zodanig op.

Afdeling 1

De leden

Artikel 2

Aanvang van de ambtsperiode

De ambtsperiode van de leden van de Rekenkamer neemt een aanvang op de datum die daartoe is vastgesteld in de benoemingsakte of, indien geen datum is genoemd, op de datum waarop die akte is opgemaakt.

Artikel 3

Verplichtingen en uitoefening van de bevoegdheden van de leden

De leden oefenen hun ambt uit overeenkomstig artikel 286, leden 1, 3 en 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Artikel 4

Ontslag ambtshalve en verval van het recht op pensioen of van andere daarvoor in de plaats tredende voordelen

1.   Wanneer de Rekenkamer bij meerderheid van stemmen van haar leden van oordeel is dat op grond van de haar verstrekte informatie kan worden vastgesteld dat een lid heeft opgehouden aan de eisen voor de uitoefening van zijn ambt of aan de uit zijn taak voortvloeiende verplichtingen te voldoen (artikel 286, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie), belast zij de president of, indien de president het betrokken lid is, het lid dat krachtens artikel 5 van dit reglement van orde in rangorde volgt op de president, met de opstelling van een voorbereidend verslag.

2.   Het voorbereidend verslag wordt, vergezeld van bewijsstukken, toegezonden aan alle leden, met inbegrip van het betrokken lid, dat in antwoord daarop binnen een redelijke termijn, gesteld door de president of, indien de president het betrokken lid is, door het lid dat in rangorde op hem volgt, zijn schriftelijke opmerkingen indient.

3.   Het betrokken lid zal ook worden uitgenodigd om zijn zaak mondeling voor de Rekenkamer toe te lichten.

4.   Het besluit om zich tot het Hof te wenden om het betrokken lid van zijn ambt te ontheffen en/of hem van zijn recht op pensioen of andere daarvoor in de plaats tredende voordelen vervallen te verklaren, wordt bij geheime stemming met een meerderheid van vier vijfde van de leden van de Rekenkamer genomen. Het betrokken lid neemt niet aan de stemming deel.

Artikel 5

Rangorde

1.   De leden nemen na de president een rangorde in naargelang van hun anciënniteit. Bij een nieuwe benoeming, ook al vindt deze niet onmiddellijk daarna plaats, wordt de duur van de eerdere ambtsperiode in aanmerking genomen.

2.   Voor leden met gelijke anciënniteit is de leeftijd bepalend.

Artikel 6

Tijdelijke vervanging van een lid

1.   Ingeval de zetel van een lid vacant is, wijst de Rekenkamer het lid of de leden aan, dat/die in afwachting van de benoeming van een nieuw lid, belast is/zijn met de tijdelijke vervulling van diens functies.

2.   Ingeval een lid afwezig of verhinderd is, wordt in zijn tijdelijke vervanging voorzien door een of meer leden volgens de in de uitvoeringsbepalingen vastgestelde regels.

Afdeling 2

De president

Artikel 7

Verkiezing van de president

1.   Vóór het einde van de ambtsperiode van de zittende president kiest de Rekenkamer een nieuwe president. Indien de afloop van de ambtsperiode van de president echter samenvalt met een gedeeltelijke vernieuwing van de Rekenkamer overeenkomstig artikel 286, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, vindt de verkiezing van de president onmiddellijk daarna plaats en wel uiterlijk binnen 15 werkdagen nadat de Rekenkamer in haar nieuwe samenstelling in functie is getreden.

2.   De president wordt bij geheime stemming gekozen. De kandidaat die in de eerste stemronde een meerderheid van twee derde van de stemmen van de leden van de Rekenkamer behaalt, wordt tot president gekozen. Indien geen enkele kandidaat een dergelijke meerderheid van stemmen behaalt, wordt onverwijld een tweede stemronde gehouden en wordt de kandidaat gekozen die een meerderheid van stemmen van de leden van de Rekenkamer behaalt. Indien in de tweede stemronde geen enkele kandidaat een meerderheid van stemmen van de leden van de Rekenkamer heeft behaald, worden verdere stemrondes gehouden volgens de in de uitvoeringsbepalingen vastgestelde procedure.

Artikel 8

Tijdelijke vervanging van de president

1.   Wanneer de presidentszetel vacant is, wordt het presidentschap waargenomen door de voormalige president, mits hij nog steeds de hoedanigheid van lid van de Rekenkamer heeft, behalve in geval van onbekwaamheid. In alle andere gevallen wordt het presidentschap van de Rekenkamer waargenomen door het lid dat krachtens artikel 5 de hoogste rangorde heeft.

2.   Tijdens de interim-periode draagt de waarnemend president zorg voor het dagelijks beheer van de instelling en organiseert hij de verkiezing van de nieuwe president overeenkomstig artikel 7. Indien de presidentszetel minder dan zes maanden vóór het verstrijken van zijn ambtsperiode vacant wordt, wordt de president vervangen door het lid dat krachtens artikel 5 de hoogste rangorde heeft.

3.   Ingeval de president afwezig of verhinderd is, wordt in zijn tijdelijke vervanging voorzien door het lid dat krachtens artikel 5 de hoogste rangorde heeft.

Artikel 9

Taken van de president

1.   De president:

a)

belegt de vergaderingen van het college, zit ze voor en zorgt voor een goed verloop van de beraadslagingen;

b)

ziet toe op de uitvoering van de besluiten van de Rekenkamer;

c)

vergewist zich ervan dat de diensten goed functioneren en dat de werkzaamheden van de Rekenkamer goed worden geleid;

d)

wijst de persoon aan die de Rekenkamer vertegenwoordigt in alle rechtsgedingen waarbij zij is betrokken;

e)

vertegenwoordigt de Rekenkamer in haar externe betrekkingen, met name in de betrekkingen met de kwijtingverlenende instantie, de andere instellingen van de Unie en de controle instanties van de lidstaten.

2.   De president kan zijn taken gedeeltelijk delegeren aan een of meer leden.

Afdeling 3

Kamers en comités

Artikel 10

Vorming van kamers

1.   De Rekenkamer vormt kamers om overeenkomstig artikel 287, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalde soorten verslagen en adviezen aan te nemen.

2.   De verantwoordelijkheidsterreinen worden door de Rekenkamer op voorstel van de president onder de kamers verdeeld.

3.   Op voorstel van de president wordt elk lid door de Rekenkamer aan een kamer toegewezen.

4.   Iedere kamer kiest overeenkomstig de in de uitvoeringsbepalingen neergelegde voorwaarden een van haar leden als deken.

Artikel 11

Verantwoordelijkheden van de kamers

1.   De kamers nemen overeenkomstig de regels vervat in de uitvoeringsbepalingen verslagen en adviezen aan, met uitzondering van het jaarverslag over de algemene begroting van de Europese Unie en het jaarverslag over de Europese ontwikkelingsfondsen.

2.   De kamer die ingevolge lid 1 verantwoordelijk is voor het vaststellen van een document, kan de vaststelling ervan overeenkomstig de in de uitvoeringsbepalingen neergelegde voorwaarden naar de Rekenkamer verwijzen.

3.   De kamers zijn verantwoordelijk voor de voorbereiding van documenten ter vaststelling door de Rekenkamer, waaronder ontwerpopmerkingen en -adviezen, voorgestelde werkprogramma's en andere documenten op het gebied van de controle, behalve van die, waarvoor de krachtens artikel 12 ingestelde comités een voorbereidende verantwoordelijkheid hebben.

4.   De kamers verdelen hun taken onder hun leden overeenkomstig de in de uitvoeringsbepalingen neergelegde voorwaarden.

5.   De leden zijn over de uitvoering van de hun opgedragen taken verantwoording schuldig aan de kamer en aan de Rekenkamer.

Artikel 12

Comités

1.   Overeenkomstig de regels vervat in de uitvoeringsbepalingen worden er comités ingesteld en wordt de samenstelling ervan bepaald.

2.   De comités zijn overeenkomstig de in de uitvoeringsbepalingen neergelegde voorwaarden verantwoordelijk voor aangelegenheden die niet ingevolge artikel 11 onder het ressort van de kamers vallen.

Afdeling 4

De secretaris-generaal

Artikel 13

Secretaris generaal

1.   De Rekenkamer benoemt haar secretaris generaal bij geheime stemming volgens de in de uitvoeringsbepalingen vastgestelde procedure.

2.   De secretaris generaal is de Rekenkamer verantwoording schuldig en legt haar op gezette tijden rekenschap af van zijn taakuitoefening.

3.   Onder het gezag van de Rekenkamer draagt de secretaris generaal zorg voor het secretariaat van de Rekenkamer.

4.   De secretaris generaal oefent de aan het tot aanstelling bevoegde gezag toekomende bevoegdheden uit als bedoeld in artikel 2 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, alsmede de aan het tot sluiting van aanstellingsovereenkomsten bevoegde gezag toekomende bevoegdheden als bedoeld in artikel 6 van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, voor zover het besluit van de Rekenkamer inzake de uitoefening van de bevoegdheden toekomend aan het tot aanstelling bevoegde gezag en aan het tot sluiting van aanstellingsovereenkomsten bevoegde gezag niet anders bepaalt.

5.   De secretaris generaal is verantwoordelijk voor het personeelsbeheer en voor de administratie van de Rekenkamer, alsmede voor elke andere taak die de Rekenkamer hem opdraagt.

6.   Ingeval de secretaris generaal afwezig of verhinderd is, wordt in zijn tijdelijke vervanging voorzien overeenkomstig de regels vervat in de uitvoeringsbepalingen.

HOOFDSTUK II

Uitoefening van de bevoegdheden van de Rekenkamer

Artikel 14

Delegatie

1.   Mits het beginsel van collegiale verantwoordelijkheid in acht wordt genomen, kan de Rekenkamer een of meer leden machtigen om namens haar en onder haar toezicht duidelijk omschreven beheers en bestuursmaatregelen te treffen, en met name besluiten te nemen ter voorbereiding van een nadien door de leden van de Rekenkamer te nemen besluit. De betrokken leden leggen aan het college rekenschap af van de aldus getroffen maatregelen.

2.   De leden kunnen overeenkomstig de regels vervat in de uitvoeringsbepalingen een of meer ambtenaren of andere personeelsleden machtigen, de onder hun verantwoordelijkheid vallende documenten te ondertekenen.

Artikel 15

Ordonnateursfunctie

1.   De ordonnateursfunctie wordt uitgeoefend door de leden van de Rekenkamer en, als gedelegeerd ordonnateur, door de secretaris generaal overeenkomstig de interne regels voor de uitvoering van de begroting.

2.   De Rekenkamer stelt nadere regels vast voor de controle van de uitoefening van de functies van ordonnateur en gedelegeerd ordonnateur in een besluit betreffende de interne regels voor de uitvoering van de begroting.

Artikel 16

Organisatorische structuur van de Rekenkamer

1.   De Rekenkamer stelt haar organisatorische structuur vast.

2.   Op voorstel van de secretaris generaal verdeelt de Rekenkamer de op de lijst van het aantal ambten voorkomende posten overeenkomstig de in de uitvoeringsbepalingen neergelegde voorwaarden.

TITEL II

WERKWIJZE VAN DE REKENKAMER

HOOFDSTUK I

Vergaderingen van de Rekenkamer en van de kamers

Afdeling 1

De Rekenkamer

Artikel 17

Rooster van de vergaderingen

1.   De Rekenkamer stelt het voorlopige rooster van haar vergaderingen eenmaal per jaar vast, en wel vóór het einde van het voorafgaande jaar.

2.   Buitengewone vergaderingen kunnen worden belegd op initiatief van de president of op verzoek van ten minste een vierde van het aantal leden van de Rekenkamer.

Artikel 18

Vaststelling van de agenda

1.   De president stelt voor elke vergadering de ontwerpagenda vast.

2.   De ontwerpagenda en eventuele wijzigingsvoorstellen worden aan de Rekenkamer voorgelegd, die de agenda vaststelt bij de aanvang van elke vergadering.

De termijnen voor de toezending van de agenda en de vergaderstukken worden vastgesteld in de uitvoeringsbepalingen.

Artikel 19

Besluitvorming

De Rekenkamer besluit staande de vergadering, tenzij zij de schriftelijke procedure als bedoeld in artikel 25, lid 5, van dit reglement van orde toepast.

Artikel 20

Leiding van de vergaderingen

De vergaderingen van de Rekenkamer worden geleid door de president. Bij verhindering of afwezigheid van de president worden zij voorgezeten door het lid dat de president tijdelijk vervangt in de zin van artikel 8 van dit reglement van orde.

Artikel 21

Quorum

De Rekenkamer kan slechts geldig beraadslagen indien ten minste twee derde van haar leden aanwezig is.

Artikel 22

Openbaarheid van de vergaderingen

De vergaderingen van de Rekenkamer zijn niet openbaar, tenzij de Rekenkamer anders beslist.

Artikel 23

Notulen van de vergaderingen

Van iedere vergadering van de Rekenkamer worden notulen opgesteld.

Afdeling 2

De kamers

Artikel 24

De vergaderingen van de kamers

Tenzij in de uitvoeringsbepalingen anders bepaald, zijn de bepalingen van afdeling 1 van toepassing op de vergaderingen van de kamers.

HOOFDSTUK II

Besluiten van de Rekenkamer, de kamers en de comités

Artikel 25

Besluiten van de Rekenkamer

1.   De Rekenkamer neemt haar besluiten als college na een voorafgaand onderzoek door een kamer of een comité, met uitzondering van de besluiten die moeten worden genomen in haar hoedanigheid van tot aanstelling bevoegd gezag of tot sluiting van aanstellingsovereenkomsten bevoegd gezag.

2.   De documenten, genoemd in artikel 287, lid 4, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie die niet ingevolge artikel 11, lid 1, door de kamers worden aangenomen, en de betrouwbaarheidsverklaring, bedoeld in artikel 287, lid 1, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, worden bij meerderheid van stemmen van haar leden door de Rekenkamer vastgesteld.

3.   Onverminderd de artikelen 4, lid 4, en 7, lid 2, worden de overige besluiten genomen bij meerderheid van stemmen van de ter vergadering aanwezige leden van de Rekenkamer. Op voorstel van een lid kan de Rekenkamer evenwel bij meerderheid van stemmen van de ter vergadering aanwezige leden verklaren dat een besluit over een bepaalde aan haar voorgelegde kwestie bij meerderheid van stemmen van de leden van de Rekenkamer dient te worden genomen.

4.   Wanneer voor het nemen van een besluit een meerderheid van stemmen van de ter vergadering van de Rekenkamer aanwezige leden is vereist, geeft bij staking van stemmen de stem van de president de doorslag.

5.   De Rekenkamer bepaalt van geval tot geval welke besluiten volgens de schriftelijke procedure worden genomen. In de uitvoeringsbepalingen worden nadere regels voor deze procedure gesteld.

Artikel 26

Besluiten van de kamers

1.   Een kamer neemt besluiten bij meerderheid van stemmen van haar leden. Bij staking van stemmen geeft de stem van de deken of het lid dat de deken tijdelijk vervangt de doorslag.

2.   Alle leden van de Rekenkamer mogen de vergaderingen van de kamers bijwonen, maar zij mogen alleen stemmen in de kamers waarvan zij lid zijn. Wanneer leden echter een document voorleggen aan een kamer waarvan zij geen lid zijn, hebben zij over dat document stemrecht in die kamer.

3.   De deken geeft overeenkomstig de in de uitvoeringsbepalingen neergelegde voorwaarden aan alle leden van de Rekenkamer kennis van documenten die ingevolge artikel 11, lid 1, door de kamer zijn aangenomen.

4.   De aanneming van een document door een kamer ingevolge artikel 11, lid 1, wordt definitief na vijf werkdagen volgende op de datum van de in lid 3 van dit artikel bedoelde kennisgeving, tenzij een in de uitvoeringsbepalingen aangegeven aantal leden binnen dat tijdsbestek bij de president een met redenen omkleed verzoek heeft ingediend om het betrokken document te bespreken en erover te beslissen in de Rekenkamer.

5.   Een kamer kan van geval tot geval bepalen dat besluiten worden genomen bij wege van de schriftelijke procedure. Nadere regels voor deze procedure worden gesteld in de uitvoeringsbepalingen.

Artikel 27

Besluiten van de comités

Tenzij anders bepaald in de uitvoeringsbepalingen, zijn de bepalingen van artikel 26 van toepassing op de besluitvormingsprocedure van de comités.

Artikel 28

Regeling van het taalgebruik en waarmerking

1.   De verslagen, adviezen, opmerkingen, betrouwbaarheidsverklaringen en overige documenten die worden gepubliceerd, worden opgesteld in alle officiële talen.

2.   De waarmerking van de documenten geschiedt door ondertekening van alle taalversies door de president.

Artikel 29

Toezending en publicatie

In het kader van de Verdragen en met name van het bepaalde in artikel 287, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en onverminderd de toepasselijke bepalingen van het Financieel Reglement, worden in de uitvoeringsbepalingen regels gesteld inzake de toezending en publicatie van de verslagen, adviezen, opmerkingen, betrouwbaarheidsverklaringen en andere besluiten van de Rekenkamer.

HOOFDSTUK III

Controles en de voorbereiding van verslagen, adviezen, opmerkingen en betrouwbaarheidsverklaringen

Artikel 30

Wijze van uitvoering van de controles

1.   De Rekenkamer stelt nadere regels vast voor de uitvoering van de haar krachtens de Verdragen opgedragen controletaken.

2.   De Rekenkamer voert haar controles uit overeenkomstig de doelstellingen van haar werkprogramma.

Artikel 31

Rapporteurs

1.   Voor elke te vervullen taak wijst de kamer het lid/de leden aan dat/die als rapporteur gaat/gaan optreden. Voor elke taak die het specifieke kader van een kamer te buiten gaat, wordt/worden de rapporteur(s) van geval tot geval aangewezen door de Rekenkamer.

2.   Zodra de Rekenkamer een verzoek om advies wordt voorgelegd overeenkomstig de artikelen 287, 322 of 325 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, of wanneer zij opmerkingen wenst te maken ingevolge artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wijst zij onder haar leden de rapporteur aan die met de behandeling van het dossier en de voorbereiding van het ontwerp wordt belast.

TITEL III

ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 32

In breuken uitgedrukte aantallen

Voor de toepassing van dit reglement van orde wordt een door middel van een breuk uitgedrukt aantal naar boven afgerond naar het eerstvolgende gehele getal.

Artikel 33

Genderspecifieke uitdrukkingen

Het gebruik van genderspecifieke uitdrukkingen in de tekst van dit reglement van orde moet worden geacht, zowel het vrouwelijk als het mannelijk geslacht te omvatten.

Artikel 34

Uitvoeringsbepalingen

1.   De Rekenkamer stelt bij meerderheid van stemmen van haar leden de uitvoeringsbepalingen bij dit reglement van orde vast.

2.   De uitvoeringsbepalingen worden bekendgemaakt op de website van de Rekenkamer.

Artikel 35

Toegang tot documenten

Overeenkomstig de beginselen van doorzichtigheid en goede administratie, en onverminderd de artikelen 143, lid 2, en 144, lid 1, van het Financieel Reglement, heeft elke burger van de Unie en elke natuurlijke of rechtspersoon die in een lidstaat woonachtig of gevestigd is, recht op toegang tot de documenten van de Rekenkamer onder de voorwaarden gesteld bij het Besluit houdende interne regels betreffende de behandeling van verzoeken om toegang tot de documenten waarover de Rekenkamer beschikt.

Artikel 36

Inwerkingtreding

Het reglement van orde vastgesteld door de Rekenkamer op 8 december 2004 wordt ingetrokken en vervangen door dit reglement.

Dit reglement van orde treedt in werking op 1 juni 2010.

Artikel 37

Bekendmaking

Dit reglement van orde wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 11 maart 2010.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President