ISSN 1725-2598 doi:10.3000/17252598.L_2010.063.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
53e jaargang |
Inhoud |
|
II Niet-wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
* |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
BESLUITEN |
|
|
|
2010/152/EU |
|
|
* |
||
|
|
2010/153/EU |
|
|
* |
Besluit van de Commissie van 11 maart 2010 tot verlenging van de geldigheidsduur van Beschikking 2009/251/EG houdende de verplichting voor de lidstaten ervoor te zorgen dat producten die het biocide dimethylfumaraat bevatten niet in de handel worden gebracht of op de markt worden aangeboden (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 1337) ( 1 ) |
|
|
|
RICHTSNOEREN |
|
|
|
2010/154/EU |
|
|
* |
|
|
IV Handelingen die vóór 1 december 2009 zijn aangenomen krachtens het EG-Verdrag, het EU-Verdrag en het Euratom-Verdrag |
|
|
|
2010/155/EG |
|
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
12.3.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63/1 |
VERORDENING (EU) Nr. 207/2010 VAN DE COMMISSIE
van 10 maart 2010
tot 121e wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al-Qa’ida-netwerk en de Taliban
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gelet op Verordening (EG) nr. 881/2002 van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al Qa’ida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad tot instelling van een verbod op de uitvoer van bepaalde goederen en diensten naar Afghanistan, tot versterking van het verbod op vluchten en verlenging van de bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen ten aanzien van de Taliban van Afghanistan (1), en met name op artikel 7, lid 1, onder a),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 worden de personen, groepen en entiteiten opgesomd waarvan de tegoeden en economische middelen krachtens die verordening worden bevroren. |
(2) |
Het Sanctiecomité van de VN-Veiligheidsraad heeft op 1 maart 2010 besloten twee vermeldingen te schrappen van de lijst van personen, groepen en entiteiten waarvan de tegoeden en economische middelen moeten worden bevroren. |
(3) |
Bijlage I moet daarom dienovereenkomstig worden aangepast, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 10 maart 2010.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
João VALE DE ALMEIDA
Directeur-generaal Buitenlandse betrekkingen
(1) PB L 139 van 29.5.2002, blz. 9.
BIJLAGE
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt als volgt gewijzigd:
De volgende vermeldingen worden geschrapt van de lijst „Rechtspersonen, groepen en entiteiten”:
a) |
„BA Taqwa for Commerce en Real Estate Company Limited (alias Hochburg AG), Vaduz, Liechtenstein (voormalig c/o Astat Trust reg.).” |
b) |
„Nada International Anstalt. Adres: Vaduz, Liechtenstein (voorheen c/o Asat Trust reg.). Overige informatie: opgeheven en verwijderd uit het handelsregister. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 3.9.2002.” |
12.3.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63/3 |
VERORDENING (EU) Nr. 208/2010 VAN DE COMMISSIE
van 11 maart 2010
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 12 maart 2010.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 11 maart 2010.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
IL |
174,7 |
JO |
62,0 |
|
MA |
129,8 |
|
TN |
160,4 |
|
TR |
132,6 |
|
ZZ |
131,9 |
|
0707 00 05 |
EG |
227,8 |
JO |
138,7 |
|
MK |
134,1 |
|
TR |
143,9 |
|
ZZ |
161,1 |
|
0709 90 70 |
JO |
80,1 |
MA |
200,7 |
|
TR |
128,7 |
|
ZZ |
136,5 |
|
0709 90 80 |
EG |
32,4 |
ZZ |
32,4 |
|
0805 10 20 |
CL |
52,4 |
EG |
45,2 |
|
IL |
52,1 |
|
MA |
57,0 |
|
TN |
55,1 |
|
TR |
61,5 |
|
ZZ |
53,9 |
|
0805 50 10 |
EG |
76,3 |
IL |
72,8 |
|
TR |
65,4 |
|
ZZ |
71,5 |
|
0808 10 80 |
CA |
102,4 |
CN |
73,4 |
|
MK |
24,7 |
|
US |
108,0 |
|
UY |
70,1 |
|
ZZ |
75,7 |
|
0808 20 50 |
AR |
98,3 |
CL |
108,7 |
|
CN |
64,4 |
|
US |
95,6 |
|
ZA |
92,2 |
|
ZZ |
91,8 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.
12.3.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63/5 |
VERORDENING (EU) Nr. 209/2010 VAN DE COMMISSIE
van 11 maart 2010
tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 877/2009 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten uit de sector suiker voor het verkoopseizoen 2009/10
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (2), en met name op artikel 36, lid 2, tweede alinea, tweede zin,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2009/10 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 877/2009 van de Commissie (3). Deze prijzen en rechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 205/2010 van de Commissie (4). |
(2) |
Naar aanleiding van de gegevens waarover de Commissie momenteel beschikt, dienen deze bedragen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 951/2006 te worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bij Verordening (EG) nr. 951/2006 voor het verkoopseizoen 2009/10 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 36 van Verordening (EG) nr. 877/2009 bedoelde producten worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 12 maart 2010.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 11 maart 2010.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24.
(3) PB L 253 van 25.9.2009, blz. 3.
(4) PB L 61 van 11.3.2010, blz. 33.
BIJLAGE
Gewijzigde bedragen van de representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en producten van GN-code 1702 90 95 die gelden met ingang van 12 maart 2010
(EUR) |
||
GN-code |
Representatieve prijs per 100 kg netto van het betrokken product |
Aanvullend recht per 100 kg netto van het betrokken product |
1701 11 10 (1) |
37,60 |
0,01 |
1701 11 90 (1) |
37,60 |
3,62 |
1701 12 10 (1) |
37,60 |
0,00 |
1701 12 90 (1) |
37,60 |
3,33 |
1701 91 00 (2) |
39,49 |
5,62 |
1701 99 10 (2) |
39,49 |
2,49 |
1701 99 90 (2) |
39,49 |
2,49 |
1702 90 95 (3) |
0,39 |
0,29 |
(1) Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt III, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.
(2) Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt II, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.
(3) Vaststelling per procent sacharose.
BESLUITEN
12.3.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63/7 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 11 maart 2010
houdende onttrekking aan EU-financiering van bepaalde uitgaven die de lidstaten in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) of in het kader van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), hebben verricht
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 1317)
(Slechts de teksten in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Slowaakse, de Spaanse en de Zweedse taal zijn authentiek)
(2010/152/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (1), en met name op artikel 7, lid 4,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (2), en met name op artikel 31,
Na raadpleging van het Comité voor de landbouwfondsen,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 7, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1258/1999 en in artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 is bepaald dat de Commissie de nodige verificaties verricht, de resultaten daarvan aan de lidstaten meedeelt, kennis neemt van de door de lidstaten gemaakte opmerkingen, bilaterale besprekingen voert om overeenstemming te bereiken met de betrokken lidstaten en haar conclusies formeel aan deze laatste meedeelt. |
(2) |
De lidstaten konden verzoeken een bemiddelingsprocedure in te leiden. In sommige gevallen is van deze mogelijkheid gebruikgemaakt en zijn de aan het einde van de procedure uitgebrachte rapporten door de Commissie onderzocht. |
(3) |
Op grond van Verordening (EG) nr. 1258/1999 en Verordening (EG) nr. 1290/2005 mogen uitsluitend landbouwuitgaven worden gefinancierd die zijn verricht op een wijze die niet in strijd is met de EU-voorschriften. |
(4) |
Uit de verrichte verificaties, de resultaten van de bilaterale besprekingen en de bemiddelingsprocedures is gebleken dat een deel van de door de lidstaten gedeclareerde uitgaven niet aan die voorwaarde voldoet en derhalve niet kan worden gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Garantie, het Europees Landbouwgarantiefonds, hierna ELGF genoemd, of het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling, hierna ELFPO genoemd. |
(5) |
Aangegeven moet worden welke bedragen niet als ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie, het ELGF of het ELFPO worden erkend. Het gaat daarbij niet om uitgaven die zijn gedaan vóór de periode van 24 maanden die voorafging aan het tijdstip waarop de Commissie de resultaten van de verificaties schriftelijk aan de lidstaten heeft meegedeeld. |
(6) |
Voor de gevallen waarop het onderhavige besluit betrekking heeft, heeft de Commissie de lidstaten in een syntheseverslag de raming meegedeeld van de uitgaven die aan financiering moeten worden onttrokken omdat zij niet overeenkomstig de EU-voorschriften zijn verricht. |
(7) |
Met het onderhavige besluit wordt niet vooruitgelopen op de financiële consequenties die de Commissie zou kunnen trekken uit arresten van het Hof van Justitie in zaken die op 30 september 2009 aanhangig waren en aangelegenheden betreffen waarop het onderhavige besluit betrekking heeft, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie, het ELGF of het ELFPO gedeclareerde uitgaven van erkende betaalorganen van de lidstaten die in de bijlage zijn vermeld, worden aan EU-financiering onttrokken omdat zij niet overeenkomstig de EU-voorschriften zijn verricht.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.
Gedaan te Brussel, 11 maart 2010.
Voor de Commissie
Dacian CIOLOŞ
Lid van de Commissie
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103.
(2) PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1.
BIJLAGE
BEGROTINGSPOST
LS |
Maatregel |
BJ |
Reden voor de correctie |
Aard |
% |
Valuta |
Bedrag |
Reeds afgetrokken |
Financiële gevolgen |
BE |
Financiële audit — Overschrijding |
2008 |
Overschrijding van financiële maxima |
eenmalig |
|
EUR |
– 593,30 |
– 593,30 |
0,00 |
Totaal BE |
– 593,30 |
– 593,30 |
0,00 |
||||||
BG |
Financiële audit — Betalingstermijnen |
2008 |
Niet-naleving van betalingstermijnen |
eenmalig |
|
EUR |
–10 969,94 |
–10 969,94 |
0,00 |
Totaal BG |
–10 969,94 |
–10 969,94 |
0,00 |
||||||
CY |
Rechtstreekse betalingen |
2005 |
Geringe kwaliteit van en onjuist tijdschema voor controles ter plaatse. Tekortkomingen in controles van criteria voor goede landbouw- en milieuconditie. Gebrekkige controleomgeving. |
forfaitair |
10,00 |
EUR |
– 756 946,49 |
0,00 |
– 756 946,49 |
Totaal CY |
– 756 946,49 |
0,00 |
– 756 946,49 |
||||||
DE |
Rechtstreekse betalingen |
2006 |
Verkeerde toepassing van verlagingen en uitsluitingen |
eenmalig |
|
EUR |
–6 712 699,14 |
0,00 |
–6 712 699,14 |
DE |
Financiële audit — Betalingstermijnen |
2008 |
Niet-naleving van betalingstermijnen |
eenmalig |
|
EUR |
–37 390,29 |
–37 390,29 |
0,00 |
Totaal DE |
–6 750 089,43 |
–37 390,29 |
–6 712 699,14 |
||||||
DK |
Randvoorwaarden |
2006 |
Ontoereikende kwaliteit en kwantiteit van essentiële en aanvullende controles |
forfaitair |
5,00 |
DKK |
–10 302 438,99 |
0,00 |
–10 302 438,99 |
DK |
Randvoorwaarden |
2006 |
Ontoereikende kwaliteit en kwantiteit van essentiële en aanvullende controles |
eenmalig |
|
DKK |
– 495 596,61 |
0,00 |
– 495 596,61 |
DK |
Randvoorwaarden |
2007 |
Vergoeding na aanpassingen door de lidstaat in jaarlijkse aangiften |
|
|
DKK |
16 823,86 |
0,00 |
16 823,86 |
DK |
Randvoorwaarden |
2007 |
Ontoereikende kwaliteit en kwantiteit van essentiële en aanvullende controles |
forfaitair |
5,00 |
EUR |
–2 912 878,81 |
0,00 |
–2 912 878,81 |
DK |
Vleespremies — Runderen |
2003 |
Ontoereikende kwantiteit van controles ter plaatse |
forfaitair |
2,00 |
DKK |
–8 883 403,83 |
0,00 |
–8 883 403,83 |
DK |
Vleespremies — Runderen |
2005 |
Ontoereikende kwantiteit van controles ter plaatse |
forfaitair |
2,00 |
DKK |
–40 706,28 |
0,00 |
–40 706,28 |
DK |
Vleespremies — Runderen |
2005 |
Niet-inachtneming van definitie zoogkoe |
eenmalig |
|
EUR |
– 229 600,00 |
0,00 |
– 229 600,00 |
DK |
Vleespremies — Runderen |
2004 |
Ontoereikende kwantiteit van controles ter plaatse |
forfaitair |
2,00 |
DKK |
–7 410,47 |
0,00 |
–7 410,47 |
DK |
Vleespremies — Runderen |
2004 |
Vergoeding na aanpassingen door de lidstaat in jaarlijkse aangiften |
|
|
EUR |
1 363,55 |
0,00 |
1 363,55 |
DK |
Vleespremies — Runderen |
2004 |
Niet-inachtneming van definitie zoogkoe |
eenmalig |
|
EUR |
– 164 800,00 |
0,00 |
– 164 800,00 |
DK |
Vleespremies — Runderen |
2005 |
Vergoeding na aanpassingen door de lidstaat in jaarlijkse aangiften |
|
|
EUR |
2 519,93 |
0,00 |
2 519,93 |
DK |
Vleespremies — Runderen |
2006 |
Vergoeding na aanpassingen door de lidstaat in jaarlijkse aangiften |
|
|
DKK |
9 238,20 |
0,00 |
9 238,20 |
Totaal DK (in EUR) |
–3 303 395,33 |
0,00 |
–3 303 395,33 |
||||||
Totaal DK (in DKK) |
–19 703 494,12 |
0,00 |
–19 703 494,12 |
||||||
EE |
Financiële audit — Overschrijding |
2008 |
Overschrijding van financiële maxima |
eenmalig |
|
EUR |
–30 242,24 |
–30 242,24 |
0,00 |
Totaal EE |
–30 242,24 |
–30 242,24 |
0,00 |
||||||
ES |
Goedkeuring van de rekeningen |
2004 |
Oninbare vordering |
eenmalig |
|
EUR |
–12 466,39 |
0,00 |
–12 466,39 |
ES |
Randvoorwaarden |
2006 |
Gebrek aan controles ter plaatse |
forfaitair |
10,00 |
EUR |
–2 226 313,51 |
0,00 |
–2 226 313,51 |
ES |
Randvoorwaarden |
2007 |
Gebrek aan controles ter plaatse |
forfaitair |
10,00 |
EUR |
–18 615,65 |
0,00 |
–18 615,65 |
ES |
Financiële audit — Betalingstermijnen |
2008 |
Niet-naleving van betalingstermijnen |
eenmalig |
|
EUR |
–3 919 231,56 |
–4 103 814,39 |
184 582,83 |
ES |
Financiële audit — Overschrijding |
2008 |
Niet-subsidiabele uitgaven, melkheffing en niet-terugbetaling van bedragen in verband met randvoorwaarden |
eenmalig |
|
EUR |
8 318,45 |
8 318,45 |
0,00 |
ES |
Financiële audit — Overschrijding |
2008 |
Overschrijding van financiële maxima |
eenmalig |
|
EUR |
– 823 800,98 |
– 823 800,98 |
0,00 |
ES |
Groenten en fruit — Operationele programma's |
2004 |
Niet-subsidiabele kosten van milieubeheer van verpakkingen |
eenmalig |
|
EUR |
–3 929 919,02 |
0,00 |
–3 929 919,02 |
ES |
Groenten en fruit — Operationele programma's |
2005 |
Niet-subsidiabele kosten van milieubeheer van verpakkingen |
eenmalig |
|
EUR |
–14 719 270,21 |
0,00 |
–14 719 270,21 |
ES |
Groenten en fruit — Operationele programma's |
2006 |
Niet-subsidiabele kosten van milieubeheer van verpakkingen |
eenmalig |
|
EUR |
–17 337 716,29 |
0,00 |
–17 337 716,29 |
ES |
Groenten en fruit — Producentengroeperingen |
2003 |
Niet-subsidiabele kosten van milieubeheer van verpakkingen |
eenmalig |
|
EUR |
–1 243 226,69 |
0,00 |
–1 243 226,69 |
ES |
Groenten en fruit — Producentengroeperingen |
2003 |
Zwakke punten in de essentiële controles (ontoereikende controles op dubbele steunverlening) |
forfaitair |
5,00 |
EUR |
–2 130 607,74 |
0,00 |
–2 130 607,74 |
ES |
Groenten en fruit — Producentengroeperingen |
2004 |
Niet-subsidiabele kosten van milieubeheer van verpakkingen |
eenmalig |
|
EUR |
–1 096 997,97 |
0,00 |
–1 096 997,97 |
ES |
Groenten en fruit — Producentengroeperingen |
2004 |
Zwakke punten in de essentiële controles (ontoereikende controles op dubbele steunverlening) |
forfaitair |
5,00 |
EUR |
–2 496 111,63 |
0,00 |
–2 496 111,63 |
ES |
Groenten en fruit — Producentengroeperingen |
2005 |
Zwakke punten in de essentiële controles (ontoereikende controles op dubbele steunverlening) |
forfaitair |
5,00 |
EUR |
–2 359 546,06 |
0,00 |
–2 359 546,06 |
ES |
Groenten en fruit — Producentengroeperingen |
2006 |
Zwakke punten in de essentiële controles (ontoereikende controles op dubbele steunverlening) |
forfaitair |
5,00 |
EUR |
–2 148 564,48 |
0,00 |
–2 148 564,48 |
ES |
Hennep — Productiesteun |
1997 |
Terugbetaling na arrest Hof van Justitie in zaak T-259/05 |
forfaitair |
10,00 |
EUR |
112 677,49 |
0,00 |
112 677,49 |
ES |
Hennep — Productiesteun |
1998 |
Terugbetaling na arrest Hof van Justitie in zaak T-259/05 |
forfaitair |
10,00 |
EUR |
290 132,36 |
0,00 |
290 132,36 |
ES |
Hennep — Productiesteun |
1999 |
Terugbetaling na arrest Hof van Justitie in zaak T-259/05 |
forfaitair |
10,00 |
EUR |
220,24 |
0,00 |
220,24 |
ES |
Hennep — Productiesteun |
1999 |
Terugbetaling na arrest Hof van Justitie in zaak T-259/05 |
forfaitair |
25,00 |
EUR |
3 135 672,08 |
0,00 |
3 135 672,08 |
ES |
Hennep — Productiesteun |
2000 |
Terugbetaling na arrest Hof van Justitie in zaak T-259/05 |
forfaitair |
25,00 |
EUR |
1 417 423,82 |
0,00 |
1 417 423,82 |
ES |
Hennep — Productiesteun |
2001 |
Terugbetaling na arrest Hof van Justitie in zaak T-259/05 |
forfaitair |
25,00 |
EUR |
331 466,05 |
0,00 |
331 466,05 |
ES |
Hennep — Productiesteun |
2002 |
Terugbetaling na arrest Hof van Justitie in zaak T-259/05 |
forfaitair |
25,00 |
EUR |
–1 014,83 |
0,00 |
–1 014,83 |
Totaal ES |
–49 167 492,52 |
–4 919 296,92 |
–44 248 195,60 |
||||||
FI |
Financiële audit — Overschrijding |
2008 |
Overschrijding van financiële maxima |
eenmalig |
|
EUR |
–2 432,42 |
–2 432,42 |
0,00 |
Totaal FI |
–2 432,42 |
–2 432,42 |
0,00 |
||||||
FR |
Goedkeuring van de rekeningen |
2002 |
Beheer van vorderingen: niet-inning van vorderingen |
eenmalig |
|
EUR |
– 256 801,47 |
0,00 |
– 256 801,47 |
FR |
Goedkeuring van de rekeningen |
2002 |
Overschrijding van maxima |
eenmalig |
|
EUR |
– 464 310,98 |
0,00 |
– 464 310,98 |
FR |
Goedkeuring van de rekeningen |
2004 |
Meest waarschijnlijke fout |
eenmalig |
|
EUR |
– 178 075,49 |
0,00 |
– 178 075,49 |
FR |
Goedkeuring van de rekeningen |
2005 |
Beheer van vorderingen: niet-inning van vorderingen |
eenmalig |
|
EUR |
–66 012,51 |
0,00 |
–66 012,51 |
FR |
Goedkeuring van de rekeningen |
2005 |
Systematische fout |
eenmalig |
|
EUR |
–62 342,03 |
0,00 |
–62 342,03 |
FR |
Gedroogde voedergewassen |
2005 |
Ontoereikende kwaliteit van monstername en geringe kwaliteit van monsteranalyse |
forfaitair |
2,00 |
EUR |
– 680 596,08 |
0,00 |
– 680 596,08 |
FR |
Gedroogde voedergewassen |
2006 |
Ontoereikende kwaliteit van monstername en geringe kwaliteit van monsteranalyse |
forfaitair |
2,00 |
EUR |
–1 514 646,79 |
0,00 |
–1 514 646,79 |
FR |
Gedroogde voedergewassen |
2007 |
Ontoereikende kwaliteit van monstername en geringe kwaliteit van monsteranalyse |
forfaitair |
2,00 |
EUR |
– 849 968,48 |
0,00 |
– 849 968,48 |
FR |
Groenten en fruit — Operationele programma's |
2006 |
Niet-subsidiabele kosten van milieubeheer van verpakkingen. Personeelskosten te hoog. Ontoereikende motivering voor specifieke kosten van gecertificeerde planten. |
eenmalig |
|
EUR |
– 205 654,66 |
0,00 |
– 205 654,66 |
FR |
Groenten en fruit — Operationele programma's |
2007 |
Niet-subsidiabele kosten van milieubeheer van verpakkingen. Personeelskosten te hoog. Ontoereikende motivering voor specifieke kosten van gecertificeerde planten. |
eenmalig |
|
EUR |
–4 402 146,53 |
0,00 |
–4 402 146,53 |
FR |
Groenten en fruit — Operationele programma's |
2008 |
Niet-subsidiabele kosten van milieubeheer van verpakkingen. Personeelskosten te hoog. Ontoereikende motivering voor specifieke kosten van gecertificeerde planten. |
eenmalig |
|
EUR |
–2 250 805,13 |
0,00 |
–2 250 805,13 |
FR |
Vleespremies — Runderen |
2003 |
Zwakke punten in de toepassing van sancties op nationaal niveau |
eenmalig |
|
EUR |
–2 175 736,00 |
0,00 |
–2 175 736,00 |
FR |
Vleespremies — Runderen |
2004 |
Zwakke punten in de toepassing van sancties op nationaal niveau |
eenmalig |
|
EUR |
–1 586 850,00 |
0,00 |
–1 586 850,00 |
FR |
Vleespremies — Runderen |
2004 |
Zeer gebrekkige controleomgeving en geen zoogkoeienstatus van de veestapel |
forfaitair |
25,00 |
EUR |
–1 825 745,07 |
0,00 |
–1 825 745,07 |
FR |
Vleespremies — Runderen |
2004 |
Zeer gebrekkige controleomgeving |
forfaitair |
10,00 |
EUR |
– 161 858,24 |
0,00 |
– 161 858,24 |
FR |
Vleespremies — Runderen |
2005 |
Zeer gebrekkige controleomgeving en geen zoogkoeienstatus van de veestapel |
forfaitair |
25,00 |
EUR |
–1 835 682,64 |
0,00 |
–1 835 682,64 |
FR |
Vleespremies — Runderen |
2005 |
Zeer gebrekkige controleomgeving |
forfaitair |
10,00 |
EUR |
– 171 143,00 |
0,00 |
– 171 143,00 |
FR |
Vleespremies — Runderen |
2006 |
Zeer gebrekkige controleomgeving |
forfaitair |
25,00 |
EUR |
–8 361,56 |
0,00 |
–8 361,56 |
FR |
Vleespremies — Runderen |
2006 |
Zeer gebrekkige controleomgeving |
forfaitair |
5,00 |
EUR |
–86 986,20 |
0,00 |
–86 986,20 |
FR |
Vleespremies — Runderen |
2006 |
Zeer gebrekkige controleomgeving |
forfaitair |
10,00 |
EUR |
– 722 979,52 |
0,00 |
– 722 979,52 |
Totaal FR |
–19 506 702,38 |
0,00 |
–19 506 702,38 |
||||||
GB |
Rechtstreekse betalingen |
2006 |
Onjuiste toepassing van verlagingen en uitsluitingen |
eenmalig |
|
GBP |
–8 122,33 |
0,00 |
–8 122,33 |
GB |
Rechtstreekse betalingen |
2007 |
Onjuiste toepassing van verlagingen en uitsluitingen |
eenmalig |
|
GBP |
–9 623,98 |
0,00 |
–9 623,98 |
GB |
Financiële audit — Betalingstermijnen |
2008 |
Niet-naleving van betalingstermijnen |
eenmalig |
|
EUR |
–14 180 950,72 |
–14 311 495,63 |
130 544,91 |
GB |
Financiële audit — Overschrijding |
2008 |
Overschrijding van financiële maxima |
eenmalig |
|
EUR |
– 262 732,55 |
– 262 732,55 |
0,00 |
GB |
Plattelandsontwikkeling EOGFL As 2 |
2005 |
Zwakke punten in essentiële en in administratieve controles. Ontoereikende controles van criteria voor goede landbouw- en milieuconditie en kruiscontroles met diergegevensbestand. |
forfaitair |
5,00 |
GBP |
–36 364,00 |
0,00 |
–36 364,00 |
GB |
Plattelandsontwikkeling EOGFL As 2 |
2006 |
Zwakke punten in essentiële en in administratieve controles. Ontoereikende controles van criteria voor goede landbouw- en milieuconditie en kruiscontroles met diergegevensbestand. |
forfaitair |
5,00 |
GBP |
–3 254 010,00 |
0,00 |
–3 254 010,00 |
Totaal GB (in GBP) |
–3 308 120,31 |
0,00 |
–3 308 120,31 |
||||||
Totaal GB (in EUR) |
–14 443 683,27 |
–14 574 228,18 |
130 544,91 |
||||||
GR |
Voedselhulp binnen de Gemeenschap |
2005 |
Niet-subsidiabele kosten als gevolg van een te laat uit de markt nemen en een te late uitreiking |
eenmalig |
|
EUR |
–1 310 306,02 |
0,00 |
–1 310 306,02 |
GR |
Voedselhulp binnen de Gemeenschap |
2006 |
Niet-subsidiabele kosten als gevolg van een te laat uit de markt nemen en een te late uitreiking |
eenmalig |
|
EUR |
–6 799 511,68 |
0,00 |
–6 799 511,68 |
GR |
Voedselhulp binnen de Gemeenschap |
2007 |
Niet-subsidiabele opslagkosten als een te laat uit de markt nemen en een te late uitreiking |
eenmalig |
|
EUR |
– 220 830,34 |
0,00 |
– 220 830,34 |
GR |
Groenten en fruit — Operationele programma's |
2005 |
Voor de berekening van Gemeenschapssteun gebruikte waarde van de in de handel gebrachte productie (WHP) verkeerd vastgesteld |
eenmalig |
|
EUR |
–38 933,40 |
0,00 |
–38 933,40 |
GR |
Groenten en fruit — Operationele programma's |
2006 |
Voor de berekening van Gemeenschapssteun gebruikte waarde van de in de handel gebrachte productie (WHP) verkeerd vastgesteld |
eenmalig |
|
EUR |
– 127 757,63 |
0,00 |
– 127 757,63 |
GR |
Groenten en fruit — Operationele programma's |
2007 |
Voor de berekening van Gemeenschapssteun gebruikte waarde van de in de handel gebrachte productie (WHP) verkeerd vastgesteld |
eenmalig |
|
EUR |
– 148 714,80 |
0,00 |
– 148 714,80 |
GR |
Katoen |
2004 |
Gebrekkig controlesysteem. Tekortkomingen in de controle van oppervlakten en milieumaatregelen. |
forfaitair |
5,00 |
EUR |
–12 022,67 |
0,00 |
–12 022,67 |
GR |
Katoen |
2004 |
Overschrijding van de bij de verordeningen toegestane productiehoeveelheden |
eenmalig |
|
EUR |
–37 392,00 |
0,00 |
–37 392,00 |
GR |
Katoen |
2005 |
Gebrekkig controlesysteem. Tekortkomingen in de controle van oppervlakten en milieumaatregelen. |
forfaitair |
5,00 |
EUR |
–34 573 887,48 |
0,00 |
–34 573 887,48 |
GR |
Katoen |
2005 |
Overschrijding van de bij de verordeningen toegestane productiehoeveelheden |
eenmalig |
|
EUR |
–1 284 276,00 |
0,00 |
–1 284 276,00 |
GR |
Katoen |
2006 |
Gebrekkig controlesysteem. Tekortkomingen in de controle van oppervlakten en milieumaatregelen. |
forfaitair |
5,00 |
EUR |
–68 134 305,29 |
0,00 |
–68 134 305,29 |
GR |
Katoen |
2006 |
Gebrekkig controlesysteem. Tekortkomingen in de controle van oppervlakten en milieumaatregelen. |
eenmalig |
|
EUR |
–1 411 287,00 |
0,00 |
–1 411 287,00 |
GR |
Olijfolie — Consumptiesteun |
1996 |
Terugbetaling na arrest Hof van Justitie in zaak T-243/05 |
eenmalig |
|
EUR |
67 626,66 |
0,00 |
67 626,66 |
GR |
Olijfolie — Consumptiesteun |
1997 |
Terugbetaling na arrest Hof van Justitie in zaak T-243/05 |
eenmalig |
|
EUR |
116 091,92 |
0,00 |
116 091,92 |
GR |
Olijfolie — Consumptiesteun |
1998 |
Terugbetaling na arrest Hof van Justitie in zaak T-243/05 |
eenmalig |
|
EUR |
16 428,10 |
0,00 |
16 428,10 |
GR |
PO Garantie (oppervlaktegebonden maatregelen) |
2005 |
Structureel zwakke punten in GBCS. Tekortkomingen in controleverslagen. Te late controles ter plaatse. |
forfaitair |
10,00 |
EUR |
–8 498 907,00 |
0,00 |
–8 498 907,00 |
GR |
PO Garantie (oppervlaktegebonden maatregelen) |
2006 |
Structureel zwakke punten in GBCS. Tekortkomingen in controleverslagen. Te late controles ter plaatse. |
forfaitair |
5,00 |
EUR |
– 349 453,00 |
0,00 |
– 349 453,00 |
GR |
PO Garantie (oppervlaktegebonden maatregelen) |
2006 |
Structureel zwakke punten in GBCS. Tekortkomingen in controleverslagen. Te late controles ter plaatse. |
forfaitair |
10,00 |
EUR |
–6 168 408,00 |
0,00 |
–6 168 408,00 |
GR |
PO Garantie, nieuwe maatregelen |
2005 |
Structureel zwakke punten in GBCS. Tekortkomingen in controleverslagen. Te late controles ter plaatse. |
forfaitair |
10,00 |
EUR |
– 690 219,00 |
0,00 |
– 690 219,00 |
GR |
PO Garantie, nieuwe maatregelen |
2006 |
Structureel zwakke punten in GBCS. Tekortkomingen in controleverslagen. Te late controles ter plaatse. |
forfaitair |
10,00 |
EUR |
–2 816 729,00 |
0,00 |
–2 816 729,00 |
Totaal GR |
– 132 422 793,63 |
0,00 |
– 132 422 793,63 |
||||||
HU |
Plattelandsontwikkeling Garantie |
2005 |
Terugbetaling in verband met dubbele correctie (in het kader van Beschikking 2009/721/EG van de Commissie en de opdracht tot terugbetaling GFO.09.025 inzake het overgangsinstrument voor plattelandsontwikkeling 2004HU06GDO001) |
eenmalig |
|
HUF |
42 638 662,00 |
0,00 |
42 638 662,00 |
Totaal HU |
42 638 662,00 |
0,00 |
42 638 662,00 |
||||||
IE |
Zuivelpremie |
2005 |
Niet-toepassing van steunverlagingen bij boeren die hun steunaanvragen na afloop van de termijn indienen |
eenmalig |
|
EUR |
– 367 181,29 |
0,00 |
– 367 181,29 |
IE |
Financiële audit — Betalingstermijnen |
2008 |
Niet-naleving van betalingstermijnen |
eenmalig |
|
EUR |
– 152 676,24 |
– 152 676,24 |
0,00 |
Totaal IE |
– 519 857,53 |
– 152 676,24 |
– 367 181,29 |
||||||
IT |
Financiële audit — Betalingstermijnen |
2008 |
Niet-subsidiabele uitgaven |
eenmalig |
|
EUR |
–9 345,00 |
–9 345,00 |
0,00 |
IT |
Financiële audit — Betalingstermijnen |
2008 |
Niet-naleving van betalingstermijnen |
eenmalig |
|
EUR |
–1 877 812,65 |
–1 877 812,65 |
0,00 |
IT |
Groenten en fruit — Operationele programma's |
2007 |
Niet-subsidiabele uitgaven |
|
|
EUR |
–18 750,00 |
0,00 |
–18 750,00 |
Totaal IT |
–1 905 907,65 |
–1 887 157,65 |
–18 750,00 |
||||||
LU |
Financiële audit — Overschrijding |
2008 |
Overschrijding van financiële maxima |
eenmalig |
|
EUR |
–1 273,90 |
–1 273,90 |
0,00 |
LU |
Vleespremies — Runderen |
2001 |
Gebrek aan administratieve controles inzake aanhoudperiode. Gebrek aan controles ter plaatse. Onjuiste berekening van sancties. |
eenmalig |
|
EUR |
–18 292,47 |
0,00 |
–18 292,47 |
LU |
Vleespremies — Runderen |
2002 |
Gebrek aan administratieve controles inzake aanhoudperiode. Gebrek aan controles ter plaatse. Onjuiste berekening van sancties. |
eenmalig |
|
EUR |
–3 973,52 |
0,00 |
–3 973,52 |
LU |
Vleespremies — Runderen |
2003 |
Gebrek aan controles inzake aanhoudperiode. Gebrek aan controles ter plaatse. Onjuiste berekening van sancties. |
eenmalig |
|
EUR |
– 150 184,70 |
0,00 |
– 150 184,70 |
LU |
Vleespremies — Runderen |
2004 |
Gebrek aan controles inzake aanhoudperiode. Gebrek aan controles ter plaatse. Onjuiste berekening van sancties. |
eenmalig |
|
EUR |
– 190 950,23 |
0,00 |
– 190 950,23 |
Totaal LU |
– 364 674,82 |
–1 273,90 |
– 363 400,92 |
||||||
NL |
Goedkeuring van de rekeningen |
2000-04 |
Fouten voor de gecontroleerde populatie |
eenmalig |
|
EUR |
– 481 542,94 |
0,00 |
– 481 542,94 |
NL |
Goedkeuring van de rekeningen |
2004 |
Fouten voor de gecontroleerde populatie |
eenmalig |
|
EUR |
–46 697,81 |
0,00 |
–46 697,81 |
NL |
Goedkeuring van de rekeningen |
2005 |
Fouten voor de gecontroleerde populatie |
eenmalig |
|
EUR |
– 402 695,00 |
0,00 |
– 402 695,00 |
NL |
Uitvoerrestituties |
2003 |
Ontoereikend aantal verrichte substitutiecontroles |
forfaitair |
2,00 |
EUR |
–4 037 899,76 |
0,00 |
–4 037 899,76 |
NL |
Uitvoerrestituties |
2003 |
Ontoereikend aantal verrichte substitutiecontroles |
forfaitair |
5,00 |
EUR |
–4 083 396,09 |
0,00 |
–4 083 396,09 |
NL |
Uitvoerrestituties |
2004 |
Ontoereikend aantal verrichte substitutiecontroles |
forfaitair |
2,00 |
EUR |
–1 062 605,20 |
0,00 |
–1 062 605,20 |
NL |
Uitvoerrestituties |
2004 |
Ontoereikend aantal verrichte substitutiecontroles |
forfaitair |
5,00 |
EUR |
–1 193 119,34 |
0,00 |
–1 193 119,34 |
NL |
Uitvoerrestituties |
2005 |
Ontoereikend aantal verrichte substitutiecontroles |
forfaitair |
5,00 |
EUR |
–31 195,10 |
0,00 |
–31 195,10 |
NL |
Financiële audit — Overschrijding |
2007 |
Overschrijding van financiële maxima |
eenmalig |
|
EUR |
– 914,70 |
0,00 |
– 914,70 |
NL |
Financiële audit — Overschrijding |
2008 |
Niet-subsidiabele uitgaven |
eenmalig |
|
EUR |
–91 807,12 |
–91 807,12 |
0,00 |
NL |
Vleespremies — Runderen |
2004 |
Zwakke punten in het beheer van de bedrijfsregisters en van de ondersteunende documenten |
forfaitair |
2,00 |
EUR |
–3 214 925,84 |
0,00 |
–3 214 925,84 |
NL |
Vleespremies — Runderen |
2005 |
Zwakke punten in het beheer van de bedrijfsregisters en van de ondersteunende documenten |
forfaitair |
2,00 |
EUR |
–3 559 908,74 |
0,00 |
–3 559 908,74 |
NL |
Vleespremies — Runderen |
2006 |
Zwakke punten in het beheer van de bedrijfsregisters en van de ondersteunende documenten |
forfaitair |
2,00 |
EUR |
–19 171,10 |
0,00 |
–19 171,10 |
Totaal NL |
–18 225 878,74 |
–91 807,12 |
–18 134 071,62 |
||||||
PL |
Rechtstreekse betalingen |
2005 |
Systeem voor de identificatie van de percelen landbouwgrond niet volledig gevectoriseerd. Niet-subsidiabele grond geaccepteerd voor betalingen. Te laag aantal controles ter plaatse in regio's met hoge foutenpercentages. Onjuiste toepassing van bepalingen inzake opzettelijke niet-naleving. |
forfaitair |
5,00 |
PLN |
–1 408 667,08 |
0,00 |
–1 408 667,08 |
PL |
Rechtstreekse betalingen |
2006 |
Systeem voor de identificatie van de percelen landbouwgrond niet volledig gevectoriseerd. Niet-subsidiabele grond geaccepteerd voor betalingen. Te laag aantal controles ter plaatse in regio's met hoge foutenpercentages. Onjuiste toepassing van bepalingen inzake opzettelijke niet-naleving. |
eenmalig |
2,70 |
PLN |
–18 510 167,85 |
0,00 |
–18 510 167,85 |
PL |
Rechtstreekse betalingen |
2006 |
Systeem voor de identificatie van de percelen landbouwgrond niet volledig gevectoriseerd. Niet-subsidiabele grond geaccepteerd voor betalingen. Te laag aantal controles ter plaatse in regio's met hoge foutenpercentages. Onjuiste toepassing van bepalingen inzake opzettelijke niet-naleving. |
eenmalig |
3,00 |
PLN |
–87 534 475,32 |
0,00 |
–87 534 475,32 |
PL |
Rechtstreekse betalingen |
2006 |
Systeem voor de identificatie van de percelen landbouwgrond niet volledig gevectoriseerd. Niet-subsidiabele grond geaccepteerd voor betalingen. Te laag aantal controles ter plaatse in regio's met hoge foutenpercentages. Onjuiste toepassing van bepalingen inzake opzettelijke niet-naleving. |
forfaitair |
5,00 |
PLN |
–80 963 313,58 |
0,00 |
–80 963 313,58 |
PL |
Rechtstreekse betalingen |
2007 |
Systeem voor de identificatie van de percelen landbouwgrond niet volledig gevectoriseerd. Niet-subsidiabele grond geaccepteerd voor betalingen. Te laag aantal controles ter plaatse in regio's met hoge foutenpercentages. Onjuiste toepassing van bepalingen inzake opzettelijke niet-naleving. |
eenmalig |
2,20 |
PLN |
–12 919 019,99 |
0,00 |
–12 919 019,99 |
PL |
Rechtstreekse betalingen |
2007 |
Systeem voor de identificatie van de percelen landbouwgrond niet volledig gevectoriseerd. Niet-subsidiabele grond geaccepteerd voor betalingen. Te laag aantal controles ter plaatse in regio's met hoge foutenpercentages. Onjuiste toepassing van bepalingen inzake opzettelijke niet-naleving. |
eenmalig |
2,50 |
EUR |
–23 256 069,07 |
0,00 |
–23 256 069,07 |
PL |
Rechtstreekse betalingen |
2007 |
Systeem voor de identificatie van de percelen landbouwgrond niet volledig gevectoriseerd. Niet-subsidiabele grond geaccepteerd voor betalingen. Te laag aantal controles ter plaatse in regio's met hoge foutenpercentages. Onjuiste toepassing van bepalingen inzake opzettelijke niet-naleving. |
eenmalig |
2,70 |
PLN |
–24 369,25 |
0,00 |
–24 369,25 |
PL |
Rechtstreekse betalingen |
2007 |
Systeem voor de identificatie van de percelen landbouwgrond niet volledig gevectoriseerd. Niet-subsidiabele grond geaccepteerd voor betalingen. Te laag aantal controles ter plaatse in regio's met hoge foutenpercentages. Onjuiste toepassing van bepalingen inzake opzettelijke niet-naleving. |
eenmalig |
3,00 |
EUR |
–34 508,87 |
0,00 |
–34 508,87 |
PL |
Rechtstreekse betalingen |
2007 |
Systeem voor de identificatie van de percelen landbouwgrond niet volledig gevectoriseerd. Niet-subsidiabele grond geaccepteerd voor betalingen. Te laag aantal controles ter plaatse in regio's met hoge foutenpercentages. Onjuiste toepassing van bepalingen inzake opzettelijke niet-naleving. |
forfaitair |
5,00 |
EUR |
–2 293 418,87 |
0,00 |
–2 293 418,87 |
PL |
Rechtstreekse betalingen |
2007 |
Systeem voor de identificatie van de percelen landbouwgrond niet volledig gevectoriseerd. Niet-subsidiabele grond geaccepteerd voor betalingen. Te laag aantal controles ter plaatse in regio's met hoge foutenpercentages. Onjuiste toepassing van bepalingen inzake opzettelijke niet-naleving. |
forfaitair |
5,00 |
PLN |
–78 434 429,08 |
0,00 |
–78 434 429,08 |
PL |
Financiële audit — Overschrijding |
2008 |
Overschrijding van financiële maxima |
eenmalig |
|
EUR |
0,00 |
–1 894 213,61 |
1 894 213,61 |
Totaal PL (in PLN) |
– 279 794 442,15 |
0,00 |
– 279 794 442,15 |
||||||
Totaal PL (in EUR) |
–25 583 996,81 |
–1 894 213,61 |
–23 689 783,20 |
||||||
SE |
Randvoorwaarden |
2006 |
Ontoereikende kwaliteit en kwantiteit van essentiële en aanvullende controles |
forfaitair |
5,00 |
SEK |
–9 218 825,98 |
0,00 |
–9 218 825,98 |
SE |
Randvoorwaarden |
2007 |
Ontoereikende kwaliteit en kwantiteit van essentiële en aanvullende controles |
forfaitair |
5,00 |
EUR |
–2 137 710,17 |
0,00 |
–2 137 710,17 |
SE |
Financiële audit — Betalingstermijnen |
2008 |
Niet-naleving van betalingstermijnen |
eenmalig |
|
EUR |
–35 584,38 |
–35 584,38 |
0,00 |
SE |
Financiële audit — Overschrijding |
2008 |
Overschrijding van financiële maxima |
eenmalig |
|
EUR |
–44,84 |
–44,84 |
0,00 |
Totaal SE (in SEK) |
–9 218 825,98 |
0,00 |
–9 218 825,98 |
||||||
Totaal SE (in EUR) |
–2 173 339,39 |
–35 629,22 |
–2 137 710,17 |
BEGROTINGSPOST
LS |
Programma |
BJ |
Reden voor de correctie |
Aard |
% |
Valuta |
Bedrag |
Reeds afgetrokken |
Financiële gevolgen |
SK |
PO Garantie (programma 2004 SK 06 GDO 001) |
2005 |
Onjuiste controleprocedure met als gevolg ontoereikende controles binnen de gekozen steekproeven |
forfaitair |
2,00 |
EUR |
–1 249 561,00 |
0,00 |
–1 249 561,00 |
SK |
PO Garantie (programma 2004 SK 06 GDO 001) |
2006 |
Onjuiste controleprocedure met als gevolg ontoereikende controles binnen de gekozen steekproeven |
forfaitair |
2,00 |
EUR |
–1 784 419,00 |
0,00 |
–1 784 419,00 |
SK |
PO Garantie (programma 2004 SK 06 GDO 001) |
2007 |
Onjuiste controleprocedure met als gevolg ontoereikende controles binnen de gekozen steekproeven |
forfaitair |
2,00 |
EUR |
– 933,00 |
0,00 |
– 933,00 |
Totaal SK |
–3 034 913,00 |
0,00 |
–3 034 913,00 |
BEGROTINGSPOST
LS |
Programma |
BJ |
Reden voor de correctie |
Aard |
% |
Valuta |
Bedrag |
Reeds afgetrokken |
Financiële gevolgen |
GB |
Programma voor plattelandsontwikkeling 2007UK06RPO001 |
2007 |
Zwakke punten in essentiële en in administratieve controles. Ontoereikende controles van criteria voor goede landbouw- en milieuconditie en kruiscontroles met diergegevensbestand. |
forfaitair |
5,00 |
EUR |
–39 244,00 |
0,00 |
–39 244,00 |
Totaal GB |
–39 244,00 |
0,00 |
–39 244,00 |
BEGROTINGSPOST 05 07 01 07
LS |
Programma |
BJ |
Reden voor de correctie |
Aard |
% |
Valuta |
Bedrag |
Reeds afgetrokken |
Financiële gevolgen |
HU |
Financiële audit — Overschrijding |
2008 |
Niet-subsidiabele uitgaven |
eenmalig |
|
EUR |
–5 622,81 |
–5 622,81 |
0,00 |
HU |
Financiële audit — Overschrijding |
2008 |
Overschrijding van financiële maxima |
eenmalig |
|
EUR |
21 511,01 |
–5 432,55 |
26 943,56 |
Totaal HU |
15 888,20 |
–11 055,36 |
26 943,56 |
||||||
PT |
Rechtstreekse betalingen |
2004 |
Terugbetaling na arrest Hof van Justitie in zaak T-50/07 |
eenmalig |
|
EUR |
1 983 698,00 |
0,00 |
1 983 698,00 |
PT |
Vlas — Productiesteun |
2001 |
Terugbetaling na arrest Hof van Justitie in zaak T-183/06 |
eenmalig |
|
EUR |
3 135 348,71 |
|
3 135 348,71 |
Totaal PT |
5 119 046,71 |
0,00 |
5 119 046,71 |
12.3.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63/21 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 11 maart 2010
tot verlenging van de geldigheidsduur van Beschikking 2009/251/EG houdende de verplichting voor de lidstaten ervoor te zorgen dat producten die het biocide dimethylfumaraat bevatten niet in de handel worden gebracht of op de markt worden aangeboden
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 1337)
(Voor de EER relevante tekst)
(2010/153/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gelet op Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 december 2001 inzake algemene productveiligheid (1), en met name op artikel 13,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens Beschikking 2009/251/EG (2) moeten de lidstaten ervoor zorgen dat producten die het biocide dimethylfumaraat (DMF) bevatten niet in de handel worden gebracht of op de markt worden aangeboden. |
(2) |
Beschikking 2009/251/EG is vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 13 van Richtlijn 2001/95/EG, waarbij de geldigheidsduur van de beschikking tot ten hoogste één jaar wordt beperkt maar telkens met ten hoogste één jaar verlengd kan worden. |
(3) |
Gezien de ervaringen tot nu toe en het feit dat er geen permanente maatregel geldt voor consumentenproducten die DMF bevatten, moet de geldigheidsduur van Beschikking 2009/251/EG met twaalf maanden worden verlengd en moet die beschikking dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(4) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij Richtlijn 2001/95/EG opgerichte comité, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De tekst van artikel 4 van Beschikking 2009/251/EG wordt vervangen door:
„Deze beschikking is van toepassing tot en met 15 maart 2011.”.
Artikel 2
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om uiterlijk op 15 maart 2010 aan dit besluit te voldoen en maken die maatregelen bekend. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 11 maart 2010.
Voor de Commissie
John DALLI
Lid van de Commissie
(1) PB L 11 van 15.1.2002, blz. 4.
(2) PB L 74 van 20.3.2009, blz. 32.
RICHTSNOEREN
12.3.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63/22 |
RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 4 maart 2010
tot wijziging van Richtsnoer ECB/2000/7 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem
(ECB/2010/1)
(2010/154/EU)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, inzonderheid op het eerste streepje van artikel 127, lid 2,
Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (de „ESCB-statuten”), inzonderheid op artikel 12.1 en artikel 14.3 junctis het eerste streepje van artikel 3.1, artikel 18.2 en de eerste alinea van artikel 20,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het verwezenlijken van een gemeenschappelijk monetair beleid en de uniforme uitvoering ervan in alle deelnemende lidstaten vereist gedefiniëerde instrumenten en procedures voor het Eurosysteem, dat bestaat uit de nationale centrale banken (NCB’s) van de lidstaten die de euro hebben aangenomen (de „deelnemende lidstaten”) en de Europese Centrale Bank (ECB). |
(2) |
Recente marktontwikkelingen voor effecten op onderpand van activa vereisten een gewijzigd „Eurosystem Credit Assessment Framework” (ECAF) opdat al het beleenbare onderpand voldoet aan de hoge kredietstandaarden van het Eurosysteem. Met name zijn gewijzigde ratingvereisten voor effecten op onderpand van activa noodzakelijk voor gebruik in krediettransacties van het Eurosysteem opdat voldaan wordt aan het vereiste van artikel 18.1 van de ESCB-statuten dat krediettransacties met kredietinstellingen en andere marktpartijen gezien het monetaire beleid van het Eurosysteem zijn gebaseerd op toereikend onderpand. Daarenboven beogen de wijzigingen het herstel van de goede werking van de markt voor effecten op onderpand van activa te bevorderen. |
(3) |
Ter implementatie van het Besluit van de Raad van bestuur van de ECB van 22 oktober 2009, is wijziging van Richtsnoer ECB/2000/7 van 31 augustus 2000 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem vereist (1), |
HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2000/7
In afdeling 6.3.2 wordt na het eerste streepje het volgende streepje inzake „EKBI-kredietbeoordeling” ingevoegd:
„— |
EKBI-kredietbeoordeling van effecten op onderpand van activa: Voor op of na 1 maart 2010 uitgegeven effecten op onderpand van activa, vereist het Eurosysteem ten minste twee kredietbeoordelingen van aanvaarde EKBI’s voor de uitgifte. Om de beleenbaarheid van deze effecten op onderpand van activa te bepalen, wordt de „op-één-na-beste”-regel („second-best rule”) toegepast, hetgeen inhoudt dat niet alleen de beste, maar ook de op één na beste beschikbare EKBI-kredietbeoordeling moet voldoen aan de kredietkwaliteitsdrempel voor effecten op onderpand van activa. Voor de beleenbaarheid van deze effecten vereist het Eurosysteem bij hun uitgifte op basis van deze regel voor beide kredietbeoordelingen een „AAA”-/„Aaa”-niveau, alsook een „single A”-niveau gedurende de looptijd van het effect. Met ingang van 1 maart 2011 zijn voor alle effecten op onderpand van activa, ongeacht de uitgiftedatum, minstens twee kredietbeoordelingen van aanvaarde EKBI’s vereist voor de uitgifte en is voldaan aan de „op-één-na-beste”-regel opdat de effecten beleenbaar blijven. Inzake vóór 1 maart 2010 uitgegeven effecten op onderpand van activa met slechts één kredietbeoordeling, is vóór 1 maart 2011 een aanvullende tweede kredietbeoordeling vereist. Aangaande vóór 1 maart 2009 uitgegeven effecten op onderpand van activa hebben beide kredietbeoordelingen het „single A”-niveau gedurende de looptijd van het effect. De eerste kredietbeoordeling van tussen 1 maart 2009 en 28 februari 2010 uitgegeven effecten op onderpand van activa heeft bij uitgifte het „AAA”/„Aaa”-niveau en het „single A”-niveau gedurende de looptijd van het effect, terwijl bij uitgifte (2) van de tweede kredietbeoordeling, alsook gedurende de looptijd van het effect het „single A”-niveau vereist is. De ECB maakt de kredietkwaliteitsdrempel voor aanvaarde EKBI’s bekend zoals in afdeling 6.3.1. is bepaald (3). |
Artikel 2
Inwerkingtreding
Dit richtsnoer treedt op 1 maart 2010 in werking.
Artikel 3
Geadresseerden
1. Dit richtsnoer is gericht tot de NCB’s van de deelnemende lidstaten.
2. De in lid 1 genoemde NCB’s stellen de ECB tegen 11 maart 2010 in kennis van de maatregelen waarmee zij voornemens zijn te voldoen aan dit richtsnoer.
Gedaan te Frankfurt am Main, 4 maart 2010.
Namens de Raad van bestuur van de ECB
De president van de ECB
Jean-Claude TRICHET
(1) PB L 310 van 11.12.2000, blz. 1.
(2) Aangaandede vereiste tweede EKBI-kredietbeoordeling voor die effecten op onderpand van activa, betreft de „kredietbeoordeling bij uitgifte” de eerste door de EKBI uitgegeven of bekendgemaakte kredietbeoordeling.
(3) Dezeinformatie is bekendgemaakt op de ECB-website (www.ecb.europa.eu).”.
IV Handelingen die vóór 1 december 2009 zijn aangenomen krachtens het EG-Verdrag, het EU-Verdrag en het Euratom-Verdrag
12.3.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 63/24 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 28 oktober 2009
inzake de steunmaatregel van artikel 99, lid 2, onder a) (wat de landbouwsector betreft) en (gewijzigd) artikel 124, leden 1 en 2, van regionale wet nr. 32 van Sicilië van 23 december 2000 houdende bepalingen voor de uitvoering het POR (operationeel meerfondsenprogramma) 2000-2006 en tot aanpassing van de steunregelingen voor bedrijven (Steunmaatregel C 21/04 — ex N 590/B/01)
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 8064)
(Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek)
(2010/155/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 88, lid 2, eerste alinea,
Nadat de belanghebbenden overeenkomstig voornoemd artikel zijn uitgenodigd om opmerkingen te maken,
Overwegende hetgeen volgt:
I. PROCEDURE
(1) |
Bij brief van 28 augustus 2001, geregistreerd op 29 augustus 2001, deed de Permanente Vertegenwoordiging van Italië bij de Europese Unie overeenkomstig artikel 88, lid 3, van het Verdrag, kennisgeving aan de Commissie van de bepalingen van de artikelen 99, 107, 110, 111, 112, 120, 122, 123, 124 en 135, leden 3 en 4, van de regionale wet nr. 32 van Sicilië van 23 december 2000 houdende bepalingen voor de uitvoering van het POR (operationeel meerfondsenprogramma) 2000-2006 en tot herordening van de steunregelingen voor ondernemingen (hierna genoemd „wet nr. 32/2000”). |
(2) |
Bij brief van 17 mei 2002, geregistreerd op 21 mei 2002, en bij brief van 10 oktober 2002, geregistreerd op 11 oktober 2002, heeft de Permanente Vertegenwoordiging van Italië bij de Europese Unie de Commissie de nadere informatie, die bij brieven van 24 oktober 2001 en 18 juli 2002 aan de Italiaanse autoriteiten was gevraagd, ter kennis gebracht. |
(3) |
In de brief van 10 oktober 2002 hebben de Italiaanse autoriteiten, vanwege de spoedeisende aard van de steunmaatregel van artikel 123 van wet nr. 32/2000, uitsluitend aanvullende gegevens ten aanzien van die maatregel verstrekt. |
(4) |
De in artikel 123 van wet nr. 32/2000 vermelde steunmaatregel is gescheiden van de andere steunmaatregelen van de aangemelde artikelen in behandeling genomen en is in het kader van steunregeling N 590/A/2001 als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt aangemerkt (1). |
(5) |
Aangezien de brief van de Italiaanse autoriteiten van 10 oktober 2002 uitsluitend betrekking had op artikel 123 van voornoemde regionale wet, hebben de diensten van de Commissie de Italiaanse autoriteiten een herinneringsbrief gedateerd 11 februari 2003 toegezonden waarmee zij hen verzochten de overige, in de brief van 18 juli 2002 voorgelegde vragen te beantwoorden. |
(6) |
De Permanente Vertegenwoordiging van Italië bij de Europese Unie heeft de Commissie bij brief van 5 maart 2003, geregistreerd op 6 maart 2003, het antwoord van de Italiaanse autoriteiten op de vragen van de brief van 18 juli 2002 kenbaar gemaakt. |
(7) |
Na bestudering van dat antwoord heeft de Commissie de Italiaanse autoriteiten bij brief van 2 mei 2003 om nadere inlichtingen verzocht. |
(8) |
De Permanente Vertegenwoordiging van Italië bij de Europese Unie heeft de Commissie bij brief van 13 augustus 2003, geregistreerd op 18 augustus 2003, het antwoord van de Italiaanse autoriteiten op de brief van 2 mei 2003 meegedeeld. In dat schrijven hebben de Italiaanse autoriteiten aangekondigd dat zij artikel 111 van wet nr. 32/2000 zouden intrekken en hebben zij de Commissie verzocht een separate beschikking voor bepaalde artikelen van de wet te geven. |
(9) |
Bij brief van 1 oktober 2003 heeft de Commissie de Italiaanse autoriteiten uitgelegd dat de beschikking betrekking zou hebben op de gehele steunregeling (steunmaatregel N 590/B/2001) en heeft zij hen gevraagd om een toelichting op een van de artikelen van wet nr. 32/2000. |
(10) |
De Permanente Vertegenwoordiging van Italië bij de Europese Unie heeft de Commissie bij brief van 7 januari 2004, geregistreerd op 14 januari 2004, het antwoord van de Italiaanse autoriteiten op de brief van 1 oktober 2003 ter kennis gebracht. |
(11) |
Bij brief van 10 maart 2004, heeft de Commissie de Italiaanse autoriteiten formeel verzocht de nadere toelichting te geven die reeds tijdens informele contacten was gevraagd. |
(12) |
Bij schrijven van 20 april 2004, geregistreerd op 21 april 2004, en van 24 mei 2004, geregistreerd op 25 mei 2004, hebben de Italiaanse autoriteiten de Commissie de in overweging 11 bedoelde toelichting ter kennis gebracht. |
(13) |
Bij de brieven van 21 juni 2004 (2) en van 10 september 2004 (een rectificatie van de eerstgenoemde brief, naar aanleiding van opmerkingen die de Italiaanse autoriteiten hadden geformuleerd in de brief die de Permanente Vertegenwoordiging van Italië bij de Europese Unie op 7 juli 2004 had toegezonden en die op 12 juli 2004 was geregistreerd) (3), heeft de Commissie Italië op de hoogte gesteld van haar besluit geen bezwaar te maken tegen artikel 99, lid 2, onder b) (wat de landbouwsector betreft) en de artikelen 107, 110 (4), 112, 120, 122 en 135 van wet nr. 32/2000, alsmede van haar besluit de procedure van artikel 88, lid 2 van het Verdrag in te leiden voor artikel 99, lid 2, onder a) (voor de landbouwsector) en voor artikel 124, leden 1 en 2 (voor sommige telersverenigingen) van de regionale wet (5). |
(14) |
De door de Commissie gegeven beschikking tot inleiding van de procedure is bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (6). De Commissie heeft de belanghebbenden uitgenodigd hun opmerkingen over de betrokken steunmaatregelen in te dienen. |
(15) |
De Commissie heeft daarover geen opmerkingen van belanghebbenden ontvangen. |
II. OMSCHRIJVING
(16) |
Artikel 99, lid 2, onder a) van wet nr. 32/2000 bepaalt dat eerste- en tweedegraadsgarantieconsortia (met andere woorden, garantieconsortia en groeperingen daarvan) in aanmerking kunnen komen voor subsidie voor de oprichting of aanvulling van fondsen die zekerheden verstrekken opdat financieringen kunnen worden verkregen van kredietmaatschappijen en -instellingen, maatschappijen voor financiële lease, maatschappijen voor de verschaffing van bedrijfskrediet en semibancaire instellingen (7). |
(17) |
Dergelijke subsidies, die niet met andere steunmaatregelen met soortgelijke doelen mogen worden gecumuleerd en worden gefinancierd met een deel van het budget van 20 000 000 EUR dat beschikbaar is voor alle maatregelen die bij artikel 99 zijn ingesteld, worden verleend aan de garantieconsortia die daarvoor een aanvraag hebben ingediend. Het bedrag van de steun mag niet hoger zijn dan het totaalbedrag waarop de leden en de ondersteunende instanties van die consortia hebben ingetekend. |
(18) |
Door middel van dergelijke garanties zouden de begunstigden gemakkelijker toegang tot het krediet moeten krijgen (aangezien ongeveer 70 % van de Siciliaanse bedrijven in de landbouwsector tot het kleinbedrijf behoort, zouden sommige ondernemingen niet in staat zijn voldoende zekerheid voor een lening te stellen of een waarborg te krijgen). De garanties hebben de volgende kenmerken:
|
(19) |
Artikel 124, leden 1 en 2, van wet nr. 32/2000 voorziet in aanloopsteun ten gunste van telersverenigingen die zijn erkend krachtens Verordening (EEG) nr. 1035/72 van de Raad van 18 mei 1972 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (11). De steun, die voor een periode van vijf jaar wordt verleend, dekt in het eerste jaar 100 % van de uitgaven van de vereniging en moet in de daaropvolgende jaren met telkens 20 % worden verminderd zodat ze aan het einde van de steunperiode nihil is. Bovendien mag er na het vijfde jaar, en hoe dan ook na zeven jaar na de erkenning van de telersvereniging, niet langer steun worden verleend. Deze maatregel moet worden gefinancierd uit een deel van het totale budget van 3 615 198 EUR dat voor alle in artikel 124 vastgestelde steunmaatregelen beschikbaar is. |
(20) |
In de brief van 13 augustus 2003 deelden de Italiaanse autoriteiten mee dat zij voornemens waren de wet te wijzigen teneinde de regels voor de steunverlening in overeenstemming te brengen met die van Verordening (EEG) nr. 1035/72. Zij benadrukten bovendien dat uitsluitend de volgende verenigingen van de steun zouden kunnen profiteren:
|
III. INLEIDING VAN DE PROCEDURE VAN ARTIKEL 88, LID 2, VAN HET VERDRAG
(21) |
De Commissie heeft de procedure van artikel 88, lid 2, van het Verdrag ingeleid ten aanzien van de steun zoals vermeld in artikel 99, lid 2, onder a), en in artikel 124, leden 1 en 2, van wet nr. 32/2000 (in het eerste geval wat de landbouwsector betreft en in het tweede geval wat de verenigingen ASPROSUD, Sicilia Verde en APRO FRUS betreft), aangezien zij betwijfelde of die steunmaatregelen verenigbaar waren met de gemeenschappelijke markt. |
(22) |
Ten aanzien van de steun voor de landbouwsector, waarin artikel 99, lid 2, onder a) van wet nr. 32/2000 voorziet, moet worden opgemerkt dat er in geval van een waarborg per definitie sprake is van een lening. Blijkens de door de Italiaanse autoriteiten aan de Commissie toegezonden lijst van regelingen die voor zekerheidsstelling in aanmerking komen, kon er gezien de aard van de voorgenomen maatregelen binnen die regelingen moeilijk sprake zijn van een financiering door middel van leningen (zo is het niet aannemelijk dat steun voor verzekeringspremies in de landbouwsector wordt verleend in de vorm van een lening). |
(23) |
Een ander element dat bij de Commissie twijfel heeft opgeroepen over de verenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt van de steun als bepaald in artikel 99, lid 2, onder a), van wet nr. 32/2000, is het feit dat die steun kon worden verleend in combinatie met de maatregelen van artikel 124, leden 1 en 2, van voormelde wet. Het feit dat er ook met betrekking tot de bij artikel 124, leden 1 en 2, ingestelde steunregelingen voorbehoud betreffende de verenigbaarheid bestonden, rechtvaardigde de twijfels van Commissie over de verenigbaarheid daarvan. |
(24) |
Ten slotte beschikte de Commissie niet over informatie met betrekking tot de wijze waarop de Italiaanse autoriteiten zouden toetsen of cumulatie van een steunregeling met het potentiële steunelement dat aan een zekerheidsstelling verbonden is, niet dreigde te leiden tot overschrijding van het voor die steunregeling toegestane steunniveau. |
(25) |
De Italiaanse autoriteiten hebben ten aanzien van de steunmaatregel als bedoeld in artikel 124, leden 1 en 2, van wet nr. 32/2000, toegelicht dat deze uitsluitend bedoeld was voor het uitkeren van achterstallige steun aan volgens Verordening (EEG) nr. 1035/72 erkende telersverenigingen. De betreffende bijdragen hadden al betaald moeten worden, maar dit was niet gebeurd omdat het EOGFL de financiële dekking van de in Italië aangegane verbintenissen niet had gegarandeerd. |
(26) |
De Italiaanse autoriteiten voegden daaraan toe dat uitsluitend bedrijven die al vóór 21 november 1996 (de datum van inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 betreffende de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (12), waarbij Verordening (EEG) nr. 1035/72 was ingetrokken) recht op steun hadden en waarvan de rechten op die steun niet waren vervallen, van de steunmaatregelen konden profiteren. |
(27) |
Tijdens het onderzoek van het dossier is de Commissie op basis van de bepalingen van artikel 53 van Verordening (EG) nr. 2200/96 tot de bevinding gekomen dat rechten die uit hoofde van artikel 14 en van Titel II bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 door telersverenigingen zijn verworven, gehandhaafd blijven tot de datum waarop zij verstrijken en dat, indien aan alle eisen van artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 1035/72 is voldaan, alle eventueel op grond van dat artikel verleende staatssteun van rechtswege verenigbaar zou zijn met de voorschriften voor de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit en het niet nodig zou zijn deze in het licht van de toepasselijke voorschriften voor staatssteun te analyseren (13). |
(28) |
Op basis van dergelijke overwegingen hebben de Italiaanse autoriteiten toegezegd dat zij de regels voor de toekenning van de voorgenomen steun zouden aanpassen aan de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1035/72 (zie de overwegingen 19 en 20). Aan de hand van de door de Italiaanse autoriteiten verstrekte lijst van begunstigden heeft de Commissie echter geconstateerd dat de betrokken steun aan de onder overweging 21 vermelde verenigingen geruime tijd na de periode van zeven jaar na de erkenning van die telersverenigingen zou zijn toegekend, wat betekent dat niet is voldaan aan alle voorwaarden van artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 1035/72 (aangezien daarin met name is bepaald dat de steun in vijf jaartranches binnen zeven jaar na de erkenning van de telersvereniging moet worden uitbetaald) en de steun derhalve had moeten worden geanalyseerd in het licht van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag. |
(29) |
In het kader van de analyse aan de hand van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag heeft de Commissie, aangezien Verordening (EEG) nr. 1035/72 was ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 2200/96, geconstateerd dat steun die op grond van een regeling die niet langer bestaat, is verleend aan telersverenigingen waarvan de rechten op die steun zijn komen te vervallen (waardoor het in overweging 27 genoemde artikel 53 van Verordening (EG) nr. 2200/96 geen toepassing kon vinden), een verstorende werking zou hebben op het functioneren van de mechanismen van de bij Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad ingestelde gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit. Krachtens punt 3.2 van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouwsector kan de Commissie in geen geval steun goedkeuren die met de bepalingen inzake een gemeenschappelijke marktordening onverenigbaar is of die een belemmering voor het naar behoren functioneren van een gemeenschappelijke marktordening zou vormen. |
(30) |
Dientengevolge lag het voor de hand dat de Commissie twijfels had over de verenigbaarheid van de steun met de gemeenschappelijke markt. |
(31) |
Dergelijke twijfels werden versterkt door het feit dat steun die onder de beschreven omstandigheden wordt verleend, achteraf toegekende steun zou zijn, die bij punt 3.6 van de richtsnoeren uitdrukkelijk verboden is omdat het stimulerende element ontbreekt dat aanwezig moet zijn in steunmaatregelen voor de landbouwsector, daarvan uitgezonderd steun die compenserend van aard is. |
(32) |
Ten slotte twijfelde de Commissie aan de gegrondheid van het argument dat het EOGFL de financiële dekking van de in Italië aangegane verbintenissen niet zou hebben gegarandeerd, omdat medefinanciering van de oprichting van telersverenigingen immers inhoudt dat het EOGFL automatisch een deel vergoedt van het steunbedrag dat in het kader van de gemeenschappelijke marktordening is goedgekeurd. |
IV. OPMERKINGEN VAN DE ITALIAANSE AUTORITEITEN
(33) |
Bij schrijven van 26 augustus 2004, geregistreerd op 30 augustus 2004, van 24 november 2004, geregistreerd op 26 november 2004 en van 26 oktober 2005, geregistreerd op 28 oktober 2005, heeft de Permanente Vertegenwoordiging van Italië bij de Europese Unie de Commissie het antwoord van de Italiaanse autoriteiten op de inleiding van de procedure van artikel 88, lid 2, van het Verdrag voor de steunmaatregelen van artikel 99, lid 2, onder a), en artikel 124, leden 1 en 2, van wet nr. 32/2000 ter kennis gebracht (in het eerste geval wat de landbouwsector betreft en in het tweede geval wat de verenigingen ASPROSUD, Sicilia Verde en APRO FRUS betreft). |
(34) |
In de brief van 26 augustus 2004 hebben de Italiaanse autoriteiten de volgende verzoeken en opmerkingen met betrekking tot de steunmaatregelen van artikel 99, lid 2, onder a), van wet nr. 32/2000 ingediend:
|
(35) |
In diezelfde brief hebben de Italiaanse autoriteiten de volgende opmerkingen gemaakt over de geplande steun voor de drie, in overweging 21 en in artikel 124, leden 1 en 2, van wet nr. 32/2000 genoemde verenigingen:
|
(36) |
Bij de op 24 november 2004 ontvangen brief, hebben de Italiaanse autoriteiten een kopie van artikel 12 van regionale wet nr. 15 van 5 november 2004 toegezonden (hierna „wet nr. 15/2004”genoemd), waarbij onder meer de artikelen 99 en 124 van wet nr. 32/2000 zijn gewijzigd. |
(37) |
Artikel 99 van wet nr. 32/2000 is gewijzigd bij de punten 2 en 4 van artikel 12 van wet nr. 15/2004, die bepalen dat het aantal potentiële begunstigden van de voorziene steunmaatregelen is uitgebreid met niet-aangesloten telers die bereid zijn de administratieve kosten voor de garantieverlening op zich nemen en dat er voor de periode 2000-2006 een maximaal steunbedrag van 20 miljoen EUR voor de in voornoemd artikel vermelde maatregelen beschikbaar is. |
(38) |
Artikel 124 van wet nr. 32/2000 is gewijzigd bij punt 8 van artikel 12 van wet nr. 15/2004, dat een nieuw lid 2 invoert waarmee de regels voor de toekenning van de onder overweging 19 omschreven steun worden vervangen door regels die overeenstemmen met die van artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 1035/72. |
(39) |
Het nieuwe lid 2 van artikel 124 van wet nr. 32/2000 tot vervanging van het bestaande lid dat de Italiaanse autoriteiten hadden toegezegd te wijzigen (zie overweging 20), luidt als volgt: „in overeenstemming met artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 1035/72, is het maximumbedrag van deze steun voor het eerste, het tweede, het derde, het vierde en het vijfde jaar respectievelijk 5 procent, 5 procent, 4 procent, 3 procent en 2 procent van de waarde van de in de handel gebrachte productie waarop de werkzaamheden van de telersvereniging betrekking hebben. Het steunbedrag mag in geen geval hoger zijn dan de werkelijke uitgaven voor de oprichting en het administratieve beheer van de telersvereniging. Er mag geen steun worden verleend voor kosten die na het vijfde jaar, en hoe dan ook na het zevende jaar na de erkenning van de telersvereniging, zijn gemaakt.”. |
(40) |
In de op 26 oktober 2005 ontvangen brief hebben de Italiaanse autoriteiten meegedeeld dat artikel 99, lid 2, onder a), van wet nr. 32/2000 was ingetrokken bij artikel 23 van regionale wet nr. 11 van 21 september 2005 en hebben zij tevens de intrekking van de daarvoor gedane aanmelding aangekondigd. |
V. BEOORDELING
(41) |
Krachtens artikel 87, lid 1, van het Verdrag zijn steunmaatregelen van de staten of in welke vorm dan ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt. |
(42) |
De onderzochte steunmaatregelen voldoen aan die definitie, in die zin dat ze met overheidsgelden worden gefinancierd, bepaalde producties begunstigen (bijvoorbeeld, de sector groenten en fruit) en, gezien de positie van Italië op de betrokken markt, de mededinging kunnen vervalsen (Italië produceerde in 2005 11,443 miljoen ton fruit — citrusvruchten daarvan uitgezonderd — en was daarmee de grootste fruitproducent van de Europese Unie). |
(43) |
Desalniettemin kunnen dergelijke maatregelen in de gevallen als vermeld in artikel 87, leden 2 en 3, van het Verdrag, bij wijze van uitzondering verenigbaar zijn met de interne markt. |
(44) |
In het onderhavige geval is de enige afwijking waarop men zich met betrekking tot de eerder genoemde maatregelen kan beroepen, de uitzonderingsbepaling van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag, volgens welke steunmaatregelen verenigbaar met de gemeenschappelijke markt worden geacht indien deze erop zijn gericht de ontwikkeling van bepaalde vormen van economische bedrijvigheid of van bepaalde regionale economieën te vergemakkelijken, mits de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt daardoor niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad. |
(45) |
De Commissie constateert in de eerste plaats dat punt a) van het tweede lid van artikel 99 van wet nr. 32/2000 is ingetrokken voordat het toepassing kon vinden (vanwege de opschortende werking van de inleiding van de procedure van artikel 88, lid 2, van het Verdrag) en dat de Italiaanse autoriteiten de daarvoor gedane aanmelding hebben ingetrokken. Dientengevolge is een onderzoek van de toepasbaarheid van de bepalingen ten aanzien van de afwijking van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag overbodig geworden. |
(46) |
Met betrekking tot de steunmaatregelen van artikel 124, leden 1 en 2, van wet nr. 32/2000, constateert de Commissie dat de regels voor de steunverlening bij de bepalingen van het nieuwe lid 2 van artikel 124 van wet nr. 32/2000, dat door artikel 12 van wet nr. 15/2004 is ingevoerd, zijn aangepast aan de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1035/72, gewijzigd bij artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 3284/83 van de Raad van 14 november 1983 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1035/72 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (14). |
(47) |
Op de datum waarop die wet werd vastgesteld, viel de steun aan telersverenigingen onder Verordening (EG) nr. 2200/96. |
(48) |
Zoals gesteld in overweging 27, bepaalt artikel 53 van Verordening (EG) nr. 2200/96 dat de rechten die door de telersverenigingen vóór de inwerkingtreding van de verordening zijn verworven, krachtens artikel 14 en Titel II bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 gehandhaafd blijven tot de datum waarop zij verstrijken, op voorwaarde dat aan de voorwaarden van voormeld artikel 14 is voldaan. |
(49) |
De bepalingen van het nieuwe lid 2 van artikel 124 van wet nr. 32/2000, ingevoerd bij artikel 12 van wet nr. 15/2004, tonen aan dat de voorwaarden van genoemd artikel 14 zijn nageleefd en garanderen dat telersverenigingen die niet aan die voorwaarden voldoen, niet voor de steun in aanmerking komen. Aangezien de regels voor staatssteun van Verordening (EEG) nr. 1035/72 uitsluitend toepassing konden vinden binnen de door de Raad vastgestelde beperkingen en die Verordening, in artikel 14, een rechtstreeks toepasselijke bepaling bevatte op grond waarvan staatssteun mocht worden verleend nadat aan bepaalde voorwaarden was voldaan, is het niet nodig de betrokken steunmaatregelen te onderzoeken in het kader van de regels voor staatssteun. |
(50) |
Dientengevolge is ook de basis van de andere twijfels die de Commissie bij de inleiding van de procedure naar voren heeft gebracht, komen te vervallen. |
VI. CONCLUSIE
(51) |
Aangezien punt a) van het tweede lid van artikel 99 van wet nr. 32/2000 is ingetrokken, hoeft de Commissie zich niet uit te spreken over de verenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt van de daarin voorziene steun. Derhalve kan de procedure die ten aanzien van die bepalingen is ingeleid en nu zonder voorwerp is geraakt, worden beëindigd. |
(52) |
Aangezien de steunmaatregelen voor telersverenigingen bij artikel 124, tweede lid, van regionale wet nr. 32/2000, gewijzigd door artikel 12 van wet nr. 15/2004, in overeenstemming zijn gebracht met de bepalingen van artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 1035/72 en dat ze bijgevolg automatisch verenigbaar worden geacht met de regels voor de gemeenschappelijke ordening van de markten en niet langer hoeven te worden onderzocht in het kader van de regels voor staatssteun, kan ook de daarvoor ingeleide en nu zonder voorwerp geraakte procedure worden beëindigd, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De procedure van artikel 88, lid 2, van het Verdrag die is ingeleid met betrekking tot de steunmaatregelen van artikel 99, lid 2, onder a) (wat de landbouwsector betreft) van regionale wet nr. 32 van Sicilië van 23 december 2000, wordt beëindigd omdat deze, nadat Italië de aanmelding heeft ingetrokken, zonder voorwerp is geworden.
Artikel 2
De procedure van artikel 88, lid 2, van het Verdrag, die met betrekking tot de steunmaatregelen van (gewijzigd) artikel 124, leden 1 en 2, van regionale wet nr. 32 van Sicilië van 23 december 2000 is ingeleid maar zonder voorwerp is geraakt, wordt beëindigd.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de Italiaanse Republiek.
Gedaan te Brussel, 28 oktober 2009.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) Brief SG (2002) D/233133 van 18.12.2002.
(2) Brief SG-Greffe (2004) D/202440 van 21.6.2004.
(3) Brief SG-Greffe (2004) D/203974 van 10.9.2004.
(4) Het besluit bevat niettemin aanbevelingen ten aanzien van dit artikel.
(5) Artikel 124 van wet nr. 32/2000 bevatte nog een andere, in lid 3 vastgestelde steunmaatregel. De Commissie is echter tot de bevinding gekomen dat dit een nationale steunmaatregel betreft, die expliciet was goedgekeurd bij een besluit waarmee een gemeenschappelijke marktorganisatie werd ingericht en waarvoor analyse derhalve achterwege kon blijven.
(6) PB C 52 van 2.3.2005, blz. 23.
(7) Dergelijke bepalingen gelden zowel voor de landbouw- als de visserijsector. De reden waarom in de beschikking tot inleiding van de procedure van artikel 88, lid 2, van het Verdrag en in deze beschikking uitsluitend naar de landbouwsector wordt verwezen, is gelegen in het feit dat de Siciliaanse regionale minister van Visserij bij de in overweging 12 vermelde brief van 24 mei 2005 heeft meegedeeld dat er voor de visserijsector apart kennisgeving zou worden gedaan.
(8) PB C 71 van 11.3.2000, blz. 14.
(9) PB C 232 van 12.8.2000, blz. 17.
(10) Deze bepaling is niet vermeld in artikel 99, maar is opgenomen in de aanvullende gegevens die door de Italiaanse autoriteiten zijn verstrekt.
(11) PB L 118 van 20.5.1972, blz. 1.
(12) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1.
(13) Een dergelijke benaderingswijze is eerder gevolgd ten aanzien van staatssteun voor telersverenigingen overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 1035/72 van de Raad (zie steundossier N 157/2000, dat is gesloten met brief SG (2001) D/288558 van 16.5.2001).
(14) PB L 325 van 22.11.1983, blz. 1.