ISSN 1725-2598

doi:10.3000/17252598.L_2010.034.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 34

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

53e jaargang
5 februari 2010


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) nr. 96/2010 van de Commissie van 4 februari 2010 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1982/2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 638/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de communautaire statistieken van het goederenverkeer tussen de lidstaten, wat de vereenvoudigingsdrempel, de handel naar bedrijfskenmerken, bijzondere goederen en bewegingen en de codes voor de aard van de transactie betreft

1

 

*

Verordening (EU) nr. 97/2010 van de Commissie van 4 februari 2010 houdende inschrijving van een benaming in het register van gegarandeerde traditionele specialiteiten [Pizza Napoletana (GTS)]

7

 

 

Verordening (EU) nr. 98/2010 van de Commissie van 4 februari 2010 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

17

 

 

Verordening (EU) nr. 99/2010 van de Commissie van 4 februari 2010 tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 877/2009 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten uit de sector suiker voor het verkoopseizoen 2009/10

19

 

 

Verordening (EU) nr. 100/2010 van de Commissie van 4 februari 2010 houdende het besluit om geen uitvoerrestitutie toe te kennen voor boter in het kader van de in Verordening (EG) nr. 619/2008 bedoelde permanente inschrijving

21

 

 

Verordening (EU) nr. 101/2010 van de Commissie van 4 februari 2010 houdende het besluit om geen uitvoerrestitutie toe te kennen voor mageremelkpoeder in het kader van de in Verordening (EG) nr. 619/2008 bedoelde permanente inschrijving

22

 

 

Verordening (EU) nr. 102/2010 van de Commissie van 4 februari 2010 tot vaststelling van de toewijzingscoëfficiënt die moet worden toegepast op de invoercertificaataanvragen voor olijfolie die zijn ingediend op 1 en 2 februari 2010 in het kader van het tariefcontingent voor Tunesië en houdende schorsing van de afgifte van invoercertificaten voor de maand februari 2010

23

 

 

BESLUITEN

 

 

2010/58/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 1 februari 2010 tot goedkeuring van de rekeningen van bepaalde betaalorganen in Griekenland, Portugal en Finland betreffende de door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2007 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 425)

24

 

 

2010/59/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 1 februari 2010 tot goedkeuring van de rekeningen van bepaalde betaalorganen in België, Duitsland, Spanje, Portugal en Slowakije betreffende de door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2008 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 426)

26

 

 

2010/60/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 2 februari 2010 inzake de goedkeuring van de rekeningen van het betaalorgaan van Malta betreffende de door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) gefinancierde uitgaven op het gebied van maatregelen voor plattelandsontwikkeling over het begrotingsjaar 2007 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 459)

30

 

 

2010/61/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 2 februari 2010 inzake de goedkeuring van de rekeningen van bepaalde betaalorganen in Duitsland en Portugal betreffende de door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2006 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 470)

33

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

5.2.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 34/1


VERORDENING (EU) Nr. 96/2010 VAN DE COMMISSIE

van 4 februari 2010

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1982/2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 638/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de communautaire statistieken van het goederenverkeer tussen de lidstaten, wat de vereenvoudigingsdrempel, de handel naar bedrijfskenmerken, bijzondere goederen en bewegingen en de codes voor de aard van de transactie betreft

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 638/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de communautaire statistieken van het goederenverkeer tussen de lidstaten en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 3330/91 van de Raad (1), en met name op artikel 3, lid 4, artikel 9, lid 1, artikel 10, lid 4, artikel 12, leden 1, 2 en 4, en artikel 13, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 638/2004 werd uitgevoerd door Verordening (EG) nr. 1982/2004 van de Commissie (2).

(2)

Er moet een vereenvoudigingsdrempel worden vastgesteld waaronder partijen slechts een beperkte dataset hoeven in te dienen, teneinde de responslast voor verstrekkers van statistische informatie te verlichten.

(3)

Met het oog op de geharmoniseerde opstelling van handelsstatistieken naar bedrijfskenmerken moeten de methoden voor de productie van deze statistieken worden vastgesteld.

(4)

De bepalingen betreffende bijzondere goederen en bewegingen moeten om methodologische redenen worden aangepast.

(5)

Om ervoor te zorgen dat de gegevens over de hoeveelheid volledig zijn, moeten de bij de Commissie (Eurostat) ingediende statistieken schattingen van de nettomassa bevatten wanneer hierover geen gegevens worden verzameld.

(6)

De codes voor de aard van de transactie moeten worden herzien om goederen die na loonveredeling terugkeren naar de aanvankelijke lidstaat van verzending, te kunnen identificeren.

(7)

Verordening (EG) nr. 1982/2004 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de statistiek van het goederenverkeer tussen lidstaten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1982/2004 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 13 wordt het volgende lid 3 bis ingevoegd:

„3 bis.   De lidstaten die in overeenstemming met artikel 10, lid 4, van Verordening (EG) nr. 638/2004 vereenvoudigingsdrempels toepassen, zien erop toe dat de waarde van de handel van de informatieplichtigen voor wie de vereenvoudiging geldt, niet meer dan 6 % van de waarde van hun totale handel bedraagt.”.

2)

Het volgende hoofdstuk 4 bis wordt ingevoegd:

„HOOFDSTUK 4 bis

HANDEL NAAR BEDRIJFSKENMERKEN

Artikel 13 bis

Opstelling van handelsstatistieken naar bedrijfskenmerken

1.   De nationale diensten stellen jaarstatistieken van de handel naar bedrijfskenmerken op.

2.   De statistische eenheden zijn de ondernemingen zoals gedefinieerd in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 696/93 van de Raad (3).

3.   De statistische eenheden worden gevormd door het in artikel 9, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 638/2004 bedoelde identificatienummer dat aan de informatieplichtige is toegekend, te koppelen aan de juridische eenheid in het ondernemingsregister in overeenstemming met variabele 1.7a in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 177/2008 van het Europees Parlement en de Raad (4).

4.   Er worden statistieken opgesteld over de volgende kenmerken:

a)

handelsstroom;

b)

statistische waarde;

c)

partnerlidstaat;

d)

goederencode, op sectieniveau of op tweecijferniveau zoals vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 451/2008 van het Europees Parlement en de Raad (5);

e)

aantal ondernemingen;

f)

door de onderneming verrichte activiteit, op sectieniveau of op tweecijferniveau van de statistische classificatie van economische activiteiten (NACE) zoals vastgesteld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad (6);

g)

grootteklasse, gemeten als het aantal werknemers volgens de definities van kenmerken voor de structurele bedrijfsstatistieken zoals vastgelegd in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 250/2009 van de Commissie (7).

5.   Er worden statistieken opgesteld over de volgende datasets:

a)

mate van koppeling tussen handels- en ondernemingsregisters;

b)

handel naar activiteit en grootteklasse van de onderneming;

c)

aandeel van de grootste ondernemingen in de waarde van de handel naar activiteit;

d)

handel naar partnerlidstaat en activiteit;

e)

handel naar aantal partnerlidstaten en activiteit;

f)

handel naar goederen en activiteit.

6.   Het eerste referentiejaar waarvoor jaarstatistieken worden opgesteld, is 2009. De lidstaten verstrekken vervolgens gegevens voor elk kalenderjaar.

7.   De statistieken worden binnen 18 maanden na het einde van het referentiejaar ingediend.

8.   De lidstaten zien erop toe dat de statistieken op dusdanige wijze worden verstrekt dat bij verspreiding door de Commissie (Eurostat) geen ondernemingen of handelaren kunnen worden geïdentificeerd. De nationale diensten geven aan op welke gegevens de geheimhoudingsbepalingen van toepassing zijn.

3)

Artikel 16, lid 2, komt als volgt te luiden:

„2.   De referentieperiode voor de aankomsten of de verzendingen van deelzendingen mag worden aangepast, zodat de gegevens in één keer, in de maand waarin de laatste deelzending aankomt of wordt verzonden, kunnen worden ingediend.”.

4)

Artikel 17 komt als volgt te luiden:

„Artikel 17

Schepen en luchtvaartuigen

1.   Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

a)   „schip”: een overeenkomstig hoofdstuk 89 van de GN als zeeschip beschouwd vaartuig, alsmede sleepboten, oorlogsschepen en drijvend materieel;

b)   „luchtvaartuig”: een onder GN-code 8802 30 of 8802 40 begrepen vliegtuig;

c)   „economische eigendom”: het recht van een belastingplichtige op de vruchten van het gebruik van een schip of luchtvaartuig bij een economische activiteit met aanvaarding van de daaraan verbonden risico’s.

2.   De statistiek van het goederenverkeer tussen de lidstaten omvat voor schepen en luchtvaartuigen uitsluitend de volgende verzendingen en aankomsten:

a)

de overdracht van de economische eigendom van een schip of van een luchtvaartuig door een in een andere lidstaat gevestigde belastingplichtige aan een in de meldende lidstaat gevestigde belastingplichtige. Deze transactie wordt als aankomst behandeld;

b)

de overdracht van de economische eigendom van een schip of van een luchtvaartuig door een in de meldende lidstaat gevestigde belastingplichtige aan een in een andere lidstaat gevestigde belastingplichtige. Deze transactie wordt als verzending behandeld. Wanneer het om een nieuw schip of luchtvaartuig gaat, wordt de verzending geregistreerd in de lidstaat waar het schip of het luchtvaartuig werd gebouwd;

c)

aankomsten en verzendingen van schepen of van luchtvaartuigen vóór dan wel na loonveredeling, als omschreven in bijlage III, voetnoot 2.

3.   De lidstaten passen voor schepen en luchtvaartuigen de volgende bijzondere bepalingen toe op de statistiek van het goederenverkeer tussen de lidstaten:

a)

de hoeveelheid wordt voor schepen uitgedrukt in aantal stuks en in andere in de GN genoemde bijzondere maatstaven, en voor luchtvaartuigen in nettomassa en in bijzondere maatstaven;

b)

de statistische waarde is het totale bedrag dat, exclusief de kosten voor vervoer en verzekering, bij verkoop of bij aankoop van het gehele schip of het gehele luchtvaartuig in rekening wordt gebracht;

c)

de partnerlidstaat is:

i)

wat de in lid 2, onder a) en b), bedoelde bewegingen betreft, bij aankomst, de lidstaat waar de belastingplichtige die de economische eigendom van het schip of van het luchtvaartuig overdraagt, gevestigd is, of bij verzending, de lidstaat waar de belastingplichtige aan wie de economische eigendom van het schip of van het luchtvaartuig wordt overgedragen, gevestigd is;

ii)

bij aankomst, wanneer het schip of het luchtvaartuig nieuw is, de lidstaat waar het is gebouwd;

iii)

wat de in lid 2, onder c), bedoelde bewegingen betreft, bij aankomst, de lidstaat waar de belastingplichtige die het schip of het luchtvaartuig in economische eigendom heeft, gevestigd is, of bij verzending, de lidstaat waar de loonveredeling plaatsheeft;

d)

de referentieperiode voor de in lid 2, onder a) en b), bedoelde aankomsten en verzendingen is de maand waarin de overdracht van de economische eigendom plaatsheeft.

4.   Op verzoek van de nationale diensten verstrekken de voor het beheer van het scheepsregister en luchtvaartuigregister verantwoordelijke instanties alle beschikbare informatie die nodig is om vast te stellen dat de economische eigendom van een schip of luchtvaartuig is overgedragen tussen in de lidstaten van aankomst en verzending gevestigde belastingplichtigen.”.

5)

In artikel 19, lid 1, komt b) als volgt te luiden:

„b)

een schip of een luchtvaartuig geacht te behoren tot de lidstaat waar de belastingplichtige die het schip of het luchtvaartuig in economische eigendom heeft, zoals bedoeld in artikel 17, lid 1, onder c), gevestigd is.”.

6)

Artikel 20 komt als volgt te luiden:

„Artikel 20

Aan of door offshore-installaties geleverde goederen

1.   Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

a)   „offshore-installaties”: de inrichtingen en het materieel die stationair op zee buiten het statistische registratiegebied van een land zijn geïnstalleerd;

b)   „aan offshore-installaties geleverde goederen”: voor de bemanning en voor de werking van motoren, machines en andere uitrusting op offshore-installaties geleverde producten;

c)   „van offshore-installaties verkregen of door hen geproduceerde goederen”: producten, gewonnen van of uit de zeebodem of vervaardigd door de offshore-installatie.

2.   In de statistiek van het goederenverkeer tussen de lidstaten wordt:

a)

een aankomst geregistreerd wanneer goederen worden geleverd:

i)

uit een andere lidstaat aan een offshore-installatie die zich bevindt in een gebied waar de meldende lidstaat exclusieve exploitatierechten over de zeebodem heeft,

ii)

door een offshore-installatie die zich bevindt in een gebied waar een andere lidstaat exclusieve exploitatierechten over de zeebodem heeft, aan de meldende lidstaat,

iii)

door een offshore-installatie die zich bevindt in een gebied waar een andere lidstaat exclusieve exploitatierechten over de zeebodem heeft, aan een offshore-installatie die zich bevindt in een gebied waar de ontvangende lidstaat exclusieve exploitatierechten over de zeebodem heeft;

b)

een verzending geregistreerd wanneer goederen worden geleverd:

i)

aan een andere lidstaat door een offshore-installatie die zich bevindt in een gebied waar de meldende lidstaat exclusieve exploitatierechten over de zeebodem heeft,

ii)

aan een offshore-installatie die zich bevindt in een gebied waar een andere lidstaat exclusieve exploitatierechten over de zeebodem heeft, door de meldende lidstaat,

iii)

aan een offshore-installatie die zich bevindt in een gebied waar een andere lidstaat exclusieve exploitatierechten over de zeebodem heeft, door een offshore-installatie die zich bevindt in een gebied waar de verzendende lidstaat exclusieve exploitatierechten over de zeebodem heeft.

3.   De lidstaten gebruiken de volgende goederencodes voor de aan offshore-installaties geleverde goederen:

9931 24 00: voor goederen van hoofdstuk 1 tot en met 24 van de GN;

9931 27 00: voor goederen van hoofdstuk 27 van de GN;

9931 99 00: voor elders ingedeelde goederen.

Behalve voor goederen van hoofdstuk 27 van de GN is voor die leveringen de indiening van gegevens over de hoeveelheid facultatief en mag voor de partnerlidstaat de vereenvoudigde code „QV” worden gebruikt.”.

7)

Artikel 21 komt als volgt te luiden:

„Artikel 21

Producten van de zee

1.   Voor de toepassing van dit artikel wordt:

a)

verstaan onder „producten van de zee”: visserijproducten, mineralen, geborgen goederen en alle andere producten die nog niet door zeeschepen aan land zijn gebracht;

b)

een schip geacht te behoren tot de lidstaat waar de belastingplichtige die het schip in economische eigendom heeft zoals bedoeld in artikel 17, lid 1, onder c), gevestigd is.

2.   De statistiek van het goederenverkeer tussen de lidstaten omvat voor producten van de zee de volgende verzendingen en aankomsten:

a)

het aan land brengen van producten van de zee in een haven van de meldende lidstaat, of de verwerving ervan door een schip dat behoort tot de meldende lidstaat van een schip dat behoort tot een andere lidstaat. Deze transacties worden als aankomsten behandeld;

b)

het aan land brengen van producten van de zee in een haven van een andere lidstaat door een schip dat behoort tot de meldende lidstaat, of de verwerving ervan door een schip dat behoort tot een andere lidstaat van een schip dat behoort tot de meldende lidstaat. Deze transacties worden als verzendingen behandeld.

3.   De partnerlidstaat is bij aankomst de lidstaat waar de belastingplichtige die het schip dat de vangst verricht in economische eigendom heeft, gevestigd is en bij verzending een andere lidstaat waar de producten van de zee aan land worden gebracht of waar de belastingplichtige die het schip dat de producten van de zee verwerft in economische eigendom heeft, gevestigd is.

4.   Tenzij andere EU-wetgeving zich ertegen verzet, gebruiken de nationale diensten naast de bronnen van het Intrastat-systeem en de douaneaangiften alle beschikbare gegevensbronnen die voor de toepassing van dit artikel noodzakelijk zijn.”.

8)

Artikel 22 komt als volgt te luiden:

„Artikel 22

Ruimtevaartuigen

1.   Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

a)   „ruimtevaartuig”: een voertuig dat zich buiten de aardatmosfeer kan voortbewegen;

b)   „economische eigendom”: het recht van een belastingplichtige op de vruchten van het gebruik van een ruimtevaartuig bij een economische activiteit met aanvaarding van de daaraan verbonden risico’s.

2.   De lancering van een ruimtevaartuig waarvan de economische eigendom is overgedragen tussen een belastingplichtige in een lidstaat en een belastingplichtige in een andere lidstaat wordt geregistreerd:

a)

als verzending in de lidstaat waar het voltooide ruimtevaartuig is gebouwd;

b)

als aankomst in de lidstaat waar de nieuwe eigenaar gevestigd is.

3.   Op de in lid 2 bedoelde statistieken zijn de volgende bijzondere bepalingen van toepassing:

a)

de gegevens over de statistische waarde worden gedefinieerd als de waarde van het ruimtevaartuig, exclusief de kosten voor vervoer en verzekering;

b)

de gegevens over de partnerlidstaat hebben bij aankomst betrekking op de lidstaat waar het voltooide ruimtevaartuig is gebouwd, en bij verzending de lidstaat waar de nieuwe eigenaar gevestigd is.

4.   Tenzij andere EU-wetgeving zich ertegen verzet, gebruiken de nationale diensten naast de bronnen van het Intrastat-systeem en de douaneaangiften alle beschikbare gegevensbronnen die voor de toepassing van dit artikel noodzakelijk zijn.”.

9)

Artikel 25 komt als volgt te luiden:

„Artikel 25

1.   De in artikel 12, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 638/2004 bedoelde geaggregeerde gegevens worden voor iedere stroom gedefinieerd als de totale waarde van de handel met andere lidstaten. Daarnaast verstrekken de lidstaten die tot de eurozone behoren, van hun handel buiten de eurozone een indeling naar product overeenkomstig de secties van de van kracht zijnde Standard International Trade Classification.

2.   De lidstaten nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de handelsgegevens die overeenkomstig artikel 13 boven de vastgestelde drempels bij bedrijven worden verzameld, volledig zijn en aan de in artikel 13 van Verordening (EG) nr. 638/2004 genoemde kwaliteitscriteria voldoen.

3.   Aanpassingen ingevolge artikel 12 van Verordening (EG) nr. 638/2004 worden bij de Commissie (Eurostat) ingediend met ten minste een indeling naar partnerlidstaat en goederencode op hoofdstukniveau van de GN.

4.   Wanneer de lidstaten geen gegevens over de statistische waarde van de goederen verzamelen, schatten zij deze waarde.

5.   Wanneer de lidstaten bij de informatieplichtigen ingevolge artikel 9, lid 1, geen gegevens over de nettomassa verzamelen, schatten zij deze. De Commissie (Eurostat) verstrekt de lidstaten de coëfficiënten om de nettomassa te kunnen schatten.

6.   Lidstaten die de referentieperiode overeenkomstig artikel 3, lid 1, hebben aangepast, zien erop toe dat maandstatistieken bij de Commissie (Eurostat) worden ingediend, waarbij zij, wanneer de referentieperiode voor fiscale doeleinden niet overeenkomt met een kalendermaand, zo nodig gebruikmaken van schattingen.

7.   De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) hun vertrouwelijke gegevens zodat deze, mits de geheimhouding hierbij verzekerd is, ten minste op hoofdstukniveau van de GN kunnen worden gepubliceerd.

8.   Wanneer al bij de Commissie (Eurostat) ingediende maandstatistieken worden herzien, verstrekken de lidstaten de herziene resultaten uiterlijk in de maand nadat deze beschikbaar zijn.”.

10)

Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1982/2004 wordt vervangen door de tekst van de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 februari 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 102 van 7.4.2004, blz. 1.

(2)  PB L 343 van 19.11.2004, blz. 3.

(3)  PB L 76 van 30.3.1993, blz. 1.

(4)  PB L 61 van 5.3.2008, blz. 6.

(5)  PB L 145 van 4.6.2008, blz. 65.

(6)  PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1.

(7)  PB L 86 van 31.3.2009, blz. 1.”.


BIJLAGE

„BIJLAGE III

LIJST VAN CODES VOOR DE AARD VAN DE TRANSACTIE

A

B

1.

Transacties die gepaard gaan met een feitelijke of beoogde eigendomsoverdracht van ingezetenen aan niet-ingezetenen met financiële of andere tegenprestatie (m.u.v. de onder 2, 7 en 8 vermelde transacties)

1.

Definitieve aankoop/verkoop

2.

Zicht- of proefzending, levering in consignatie of via een commissionair

3.

Ruilhandel (tegenprestatie in natura)

4.

Financiële lease (huurkoop) (1)

9.

Andere

2.

Retourzendingen en gratis vervanging van goederen na registratie van de oorspronkelijke transactie

1.

Retourzendingen van goederen

2.

Vervanging van teruggezonden goederen

3.

Vervanging (bv. onder garantie) van goederen die niet zijn teruggezonden

9.

Andere

3.

Transacties die gepaard gaan met een eigendomsoverdracht zonder financiële tegenprestatie of tegenprestatie in natura (bv. verzending van hulpgoederen)

 

4.

Verrichtingen met het oog op loonveredeling (2) (zonder eigendomsoverdracht aan de bewerker)

1.

Goederen waarvan wordt verwacht dat zij terugkeren naar de aanvankelijke lidstaat van verzending

2.

Goederen waarvan niet wordt verwacht dat zij terugkeren naar de aanvankelijke lidstaat van verzending

5.

Verrichtingen na loonveredeling (zonder eigendomsoverdracht aan de bewerker)

1.

Goederen die terugkeren naar de aanvankelijke lidstaat van verzending

2.

Goederen die niet terugkeren naar de aanvankelijke lidstaat van verzending

6.

Bijzondere voor nationale doeleinden geregistreerde transacties

 

7.

Verrichtingen in verband met gezamenlijke defensieprojecten of andere intergouvernementele programma’s voor gezamenlijke fabricage

 

8.

Transacties die gepaard gaan met de levering van bouwmaterialen en technisch materieel in het kader van een contract voor algemene bouwwerken of voor weg- en waterbouwwerken waarbij de goederen niet afzonderlijk hoeven te worden gefactureerd en een factuur voor het gehele contract wordt opgemaakt

 

9.

Overige transacties die niet onder andere codes kunnen worden ingedeeld

1.

Huur, bruikleen en operationele lease gedurende meer dan 24 uur

9.

Andere


(1)  Financiële lease omvat verrichtingen waarbij de leasesom zo wordt berekend dat de waarde van de goederen volledig of bijna volledig wordt gedekt. De risico’s en de winsten in verband met het bezit van de goederen gaan over op de leasenemer. Bij het einde van de overeenkomst wordt de lessee eigenaar van de goederen.

(2)  Onder veredeling vallen verrichtingen (transformatie, bouw, montage, verbetering, renovatie enz.) die ten doel hebben een nieuw of een werkelijk verbeterd product te vervaardigen. Dit hoeft niet altijd tot een wijziging van de productclassificatie te leiden. Veredelingsactiviteiten die de bewerker voor eigen rekening verricht, vallen niet onder deze rubrieken, maar moeten in rubriek 1 van kolom A worden opgetekend.”


5.2.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 34/7


VERORDENING (EU) Nr. 97/2010 VAN DE COMMISSIE

van 4 februari 2010

houdende inschrijving van een benaming in het register van gegarandeerde traditionele specialiteiten [Pizza Napoletana (GTS)]

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name op artikel 9, lid 5, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 8, lid 2, eerste alinea, en artikel 19, lid 3, van Verordening (EG) nr. 509/2006 is de door Italië ingediende aanvraag tot registratie van de benaming „Pizza Napoletana” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. (2)

(2)

Duitsland en Polen hebben overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 509/2006 bezwaar tegen de registratie aangetekend. Dit bezwaar werd ontvankelijk verklaard op basis van artikel 9, lid 3, eerste alinea, onder a), van vorengenoemde verordening.

(3)

Het bezwaarschrift van Duitsland hield met name verband met de vrees dat de registratie nadelige gevolgen zou hebben voor Duitse tarwebloem aangezien volgens het productdossier slechts één enkele soort tarwebloem, die slechts in één enkele lidstaat, namelijk Italië, verkrijgbaar is, mag worden gebruikt.

(4)

Het bezwaarschrift van Polen hield met name verband met het feit dat de benaming op zich niet specifiek is en dat in de aanvraag tot registratie, in de vorm waarin deze werd bekendgemaakt, geen degelijke verklaring hieromtrent is opgenomen.

(5)

Bij schrijven van 17 september 2008 heeft de Commissie de betrokken lidstaten verzocht om in overeenstemming met hun interne procedures met elkaar tot een akkoord te komen.

(6)

Op 24 februari 2009, binnen een termijn van zes maanden, hebben Italië en Duitsland de Commissie gemeld dat zij tot een akkoord waren gekomen. Dit akkoord behelst dat de beperkingen met betrekking tot het gebruik van bepaalde soorten tarwebloem zijn opgeheven.

(7)

Aangezien Italië en Polen geen akkoord hebben bereikt binnen de vastgestelde termijn, moet de Commissie een besluit nemen overeenkomstig de in artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 509/2006 bedoelde procedure.

(8)

In deze context en ten gevolge van het bezwaarschrift van Polen werd de tekst waarin wordt verklaard waarom de benaming waarvoor een aanvraag tot registratie is ingediend op zich specifiek is, aan het productdossier toegevoegd.

(9)

In het licht van deze elementen moet de benaming „Pizza Napoletana” derhalve worden ingeschreven in het „Register van gegarandeerde traditionele specialiteiten”. Er is niet om de in artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 509/2006 bedoelde bescherming verzocht.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor gegarandeerde traditionele specialiteiten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in bijlage I bij deze verordening vermelde benaming wordt geregistreerd.

Artikel 2

Het geconsolideerde productdossier wordt opgenomen in bijlage II bij deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 februari 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 1.

(2)  PB C 40 van 14.2.2008, blz. 17.


BIJLAGE I

In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 509/2006 bedoelde levensmiddelen

Categorie 2.3.   Suikerwerk, brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren

ITALIË

Pizza Napoletana (GTS)


BIJLAGE II

AANVRAAG TOT REGISTRATIE VAN EEN GTS

Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen

„PIZZA NAPOLETANA”

EG-nummer: IT/TSG/007/0031/9.2.2005

1.   NAAM EN ADRES VAN DE AANVRAGENDE GROEPERING

Naam

:

Associazione Verace Pizza Napoletana

Adres

:

Via S. Maria La Nova 49, Napoli

Tel.

:

081/4201205

Fax

:

081/4201205

E-mail

:

info@pizzanapoletana.org

Naam

:

Associazione Pizzaiuoli Napoletani

Adres

:

Corso S. Giovanni a Teduccio, 55 Napoli

Tel.

:

081.559.07.81

Fax

:

081.559.07.81

E-mail

:

info@pizzaiuolinapoletani.it

direttivo@pizzaiuolinapoletani.it

2.   LIDSTAAT OF DERDE LAND

Italië

3.   PRODUCTDOSSIER

3.1.   Benaming waarvoor de registratie wordt aangevraagd

„Pizza Napoletana”

De registratie is alleen in het Italiaans aangevraagd.

De tekst „Prodotta secondo la Tradizione napoletana” en het acroniem „STG” in het logo/op het etiket van de „Pizza Napoletana STG”, worden vertaald in de taal van het productieland („vervaardigd op traditionele Napolitaanse wijze”, respectievelijk „Pizza Napoletana” GTS).

3.2.   Geef aan of de naam

X

zelf specifiek is

de specificiteit van het landbouwproduct of het levensmiddel tot uitdrukking brengt

De benaming „Pizza Napoletana” wordt van oudsher gebruikt om dit product aan te duiden zoals blijkt uit de verschillende bronnen die zijn vermeld in punt 3.8.

3.3.   Aanvraag tot registratie met of zonder reservering overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 509/2006

Registratie met reservering van de benaming

X

Registratie zonder reservering van de benaming

3.4.   Productcategorie:

Categorie 2.3.

Brood, gebak, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren

3.5.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel waarvoor de in punt 3.1 vermelde benaming geldt

De „Pizza Napoletana” GTS is een rond product met een hogere rand en met een variërende diameter van maximaal 35 cm dat in een oven wordt gebakken en waarvan het centrale gedeelte wordt gevuld. Dat centrale gedeelte heeft een dikte van 0,4 cm — waarbij een tolerantie van ± 10 % is toegestaan — en de rand een dikte van 1 à 2 cm. De pizza in zijn geheel is bijtzacht, soepel en gemakkelijk dubbel te vouwen.

Typisch voor de „Pizza Napoletana” GTS zijn de zacht aanvoelende, heerlijk smakende, hogere rand met de voor ovenproducten kenmerkende goudbruine kleur, het gevulde centrale gedeelte met het opvallende rood van de tomaten dat zich perfect met de olie en — afhankelijk van de gebruikte ingrediënten — met het groen van de oregano en het wit van de knoflook heeft gemengd, het wit van de plakken mozzarella die, losjes naast elkaar, over de pizzabodem zijn uitgestrooid en het groen van de basilicumblaadjes dat door het bakken enigszins is verdonkerd.

Wat de consistentie betreft, moet de „Pizza Napoletana” bijtzacht, soepel, gemakkelijk dubbel te vouwen en gemakkelijk te snijden zijn. Zijn karakteristieke, volle smaak dankt de pizza aan zijn hogere rand met zijn smaak van goed gerezen en goed doorbakken brood die zich mengt met het zurige van de tomaten, het aroma van de oregano, de knoflook of het basilicum en het smeuïge van de gebakken mozzarella.

Wanneer hij uit de oven komt, verspreidt de pizza een karakteristieke, hartige en heerlijke geur; de tomaten, die alleen hun overtollige vocht hebben afgegeven, zijn vast en stevig gebleven; de Mozzarella di Bufala Campana BOB of de Mozzarella GTS zorgen voor een smeuïge bovenlaag; het basilicum evenals de knoflook en de oregano zorgen voor intense geuren zonder er verschroeid uit te zien.

3.6.   Beschrijving van de productiemethode van het landbouwproduct of levensmiddel waarvoor de in punt 3.1 vermelde benaming geldt

De grondstoffen die typisch zijn voor de „Pizza Napoletana” zijn: bloem van zachte tarwe, biergist, natuurlijk drinkwater, gepelde en/of kleine verse tomaten (pomodorini), zeezout of keukenzout en extra olijfolie van de eerste persing. Andere ingrediënten die bij de bereiding van de „Pizza Napoletana” kunnen worden gebruikt zijn: knoflook en oregano; Mozzarella di Bufala Campana BOB, vers basilicum en Mozzarella GTS.

De bloem heeft de volgende kenmerken:

:

W

:

220-380

:

P/L

:

0,50-0,70

:

Absorptie

:

55-62

:

Stabiliteit

:

4-12

:

Sedimentatiewaarde E10

:

max. 60

:

Valgetal volgens de Hagbergmethode

:

300-400

:

Droge gluten

:

9,5-11 g %

:

Eiwitgehalte

:

11-12,5 g %

Bij de bereiding van de „Pizza Napoletana” vinden uitsluitend de volgende bewerkingen, in continubedrijf, plaats:

De bereiding van het deeg

Bloem, water en gist worden met elkaar vermengd. Er wordt een liter water in de kneedmachine gegoten en daaraan worden 50 à 55 gr. opgelost zeezout en 10 % van de voorziene totale hoeveelheid bloem toegevoegd; vervolgens wordt 3 gr. biergist toegevoegd en wordt de kneedmachine gestart; nadien wordt geleidelijk 1,8 kg bloem W 220-380 toegevoegd tot het deeg de gewenste consistentie, de zogenaamde „punto di pasta”, heeft bereikt. Deze bewerkingen moeten 10 minuten in beslag nemen.

Het deeg moet, bij voorkeur met een vorkkneder, gedurende 20 minuten aan een lage snelheid in de kneedmachine worden gekneed tot er één compacte massa ontstaat. Voor een optimale consistentie van het deeg is de hoeveelheid water die de bloem kan opnemen van groot belang. Het deeg mag niet plakken maar moet zacht en soepel aanvoelen.

Het deeg moet — met een tolerantie van telkens ± 10 % — aan de volgende criteria voldoen:

:

rijstemperatuur

:

25 °C

:

Eind-pH

:

5,87

:

Totaal titreerbaar zuurgehalte

:

0,14

:

Dichtheid

:

0,79 g/cm3 (+ 34 %)

Het rijzen van het deeg

Eerste fase: als het deeg uit de kneedmachine is gehaald, wordt het in de pizzeria op een werkvlak gelegd waar men het 2 uur onder een vochtige doek laat rusten om te voorkomen dat de bovenlaag van het deeg verhardt en er zich door de verdamping van het vocht in het deeg, een soort korst vormt. Na 2 uur rijzen worden er door de pizzabakker — die dit uitsluitend met de hand mag doen — kleine deegballen gevormd. Met een spatel worden op het werkvlak stukken van het gerezen deeg afgesneden en de vorm gegeven van een klein broodje. Voor „Pizza Napoletana” moeten de deegballen een gewicht hebben van 180 à 250 gr.

Tweede fase: als de deegballen gevormd zijn, laat men ze nogmaals 4 tot 6 uur rijzen in kratten voor voedingsmiddelen. Dit deeg, dat op kamertemperatuur wordt bewaard, is klaar om tot zes uur later te worden gebruikt.

Het vormen van de pizzabodem

Na afloop van de rijstijd wordt de deegbal met behulp van een spatel uit de krat gehaald en op het werkvlak van de pizzeria op een dunne laag bloem gelegd om te voorkomen dat hij aan het werkvlak zou kleven. De pizzabakker drukt nu met de vingers van beide handen het deeg van het midden van de bal naar de buitenkant en draait hierbij het deeg ook meerdere keren om; hij vormt op deze wijze een ronde deeglap waarvan het centrale gedeelte maximaal 0,4 cm — met een toegestane tolerantie van ± 10 % — en de rand maximaal 1 à 2 cm dik — en dus verhoogd — is.

Bij het bereiden van de „Pizza Napoletana” GTS zijn geen andere werkwijzen toegestaan; met name het gebruik van een deegrol en/of van een mechanische pers is uit den boze.

De vulling

De „Pizza Napoletana” wordt op de volgende wijze op smaak gebracht:

met een lepel wordt 70 tot 100 gr. gepelde tomaat in stukjes midden op de pizzabodem gelegd;

met een spiraalvormige beweging wordt de tomaat over heel het centrale deel uitgesmeerd;

met een spiraalvormige beweging wordt er zout op de tomaatstukjes gestrooid;

op dezelfde wijze wordt er een snuifje oregano over gestrooid;

een teentje gepelde en in kleine schijfjes gesneden knoflook wordt op de tomaatstukjes gelegd;

met een van een tuit voorziene oliefles wordt met een spiraalvormige beweging, vertrekkend van het midden, 4 à 5 gr. extra olijfolie van de eerste persing — met een tolerantie van + 20 % — over het mengsel gespreid.

Of:

met een lepel wordt 60 tot 80 gr. gepelde tomaten in stukjes en/of verse, gesneden tomaten midden op de pizzabodem gelegd;

met een spiraalvormige beweging wordt de tomaat over heel het centrale deel uitgesmeerd;

met een spiraalvormige beweging wordt er zout op de tomaatstukjes gestrooid;

er wordt 80 à 100 gr. Mozzarella di Bufala Campana BOB in plakjes op de tomaat gelegd;

er worden een aantal verse basilicumblaadjes op de pizza gelegd;

met een van een tuit voorziene oliefles wordt met een spiraalvormige beweging, vertrekkend van het midden, 4 à 5 gr. extra olijfolie van de eerste persing — met een tolerantie van + 20 % — over het oppervlak verspreid.

Of:

met een lepel wordt 60 tot 80 gr. gepelde tomaten in stukjes midden op de pizzabodem gelegd;

met een spiraalvormige beweging wordt de tomaat over heel het centrale deel uitgesmeerd;

met een spiraalvormige beweging wordt er zout op de tomaatstukjes gestrooid;

er wordt 80 à 100 gr. in plakjes gesneden Mozzarella GTS op de tomaat gelegd;

er worden een aantal verse basilicumblaadjes op de pizza gelegd;

met een van een tuit voorziene oliefles wordt met een spiraalvormige beweging, vertrekkend van het midden, 4 à 5 gr. extra olijfolie van de eerste persing — met een tolerantie van + 20 % — over het oppervlak verspreid.

Het bakken

De pizzabakker („pizzaiolo”) brengt de gevulde pizza, met behulp van wat bloem, met een draaiende beweging over op een houten (of aluminium) ovenpaal en schuift hem vervolgens met een snelle polsbeweging, zodat de vulling netjes op haar plaats blijft, op de vloer van de oven. De „Pizza Napoletana” GTS wordt uitsluitend in houtovens gebakken, waarmee een temperatuur van 485 °C kan worden bereikt hetgeen voor de „Pizza Napoletana” GTS van essentieel belang is.

De pizzabakker moet controleren of de pizza voldoende gebakken is door er met een metalen ovenpaal een zijde van op te lichten en de pizza naar het vuur te draaien; de pizza moet hierbij op de ovenvloer in de oorspronkelijke bakzone blijven, om te voorkomen dat hij ten gevolge van temperatuurverschillen zou verbranden. Het is belangrijk dat de pizza over heel zijn omtrek op gelijkmatige wijze wordt gebakken.

Als de pizza gebakken is, haalt de pizzabakker hem met dezelfde metalen ovenpaal uit de oven en plaatst hem op het bord. De baktijd mag niet meer bedragen dan 60 à 90 seconden.

Eenmaal gebakken ziet de pizza eruit als volgt: de tomaten hebben hun overtollige vocht afgegeven maar zijn nog steeds vast en stevig; de Mozzarella di Bufala Campana BOB of de Mozzarella GTS heeft zich smeuïg over de pizza verspreid; het basilicum en de knoflook verspreiden een intense geur maar zien er niet verschroeid uit.

Baktemperatuur op de vloer van de oven: ongeveer 485 °C

Temperatuur ter hoogte van de ovenkoepel: ongeveer 430 °C

Baktijd: 60 à 90 seconden

Temperatuur van het deeg: 60 à 65 °C

Temperatuur van de tomaat: 75 à 80 °C

Temperatuur van de olie: 75 à 85 °C

Temperatuur van de mozzarella: 65 à 70 °C

Het bewaren

De „Pizza Napoletana” moet bij voorkeur meteen nadat hij uit de oven is gehaald, worden gegeten op de plaats waar hij is bereid. Indien hij niet wordt gegeten op de plaats waar hij werd gebakken, mag hij ook niet worden ingevroren, diepgevroren of vacuüm verpakt met het oog op verkoop op een latere datum.

3.7.   Specificiteit van het landbouwproduct of het levensmiddel

Talrijke essentiële elementen zijn bepalend voor het specifieke karakter van dit product en houden verband met de duur en de wijze van bereiding van de pizza en met de handigheid en de ervaring van de ambachtsman.

Kenmerkend voor de wijze van bereiding van de „Pizza Napoletana” zijn met name: de wijze van kneden, de consistentie en de soepelheid van het deeg („reologia”) en de specifieke wijze waarop het deeg rijst (in twee afzonderlijke fasen met elk een specifieke temperatuur en rijstijd); het voorbereiden en het vormen van de kleine deegballen; het manipuleren en de bewerken van de ronde deeglap nadat het deeg is gerezen; het klaarmaken van de oven, de typische bakwijze (duur/temperatuur), en de eigenschappen van de oven, die alleen op hout mag worden gestookt.

Zo moet bijvoorbeeld het belang worden onderstreept van de tweede rijsfase, van de wijze waarop het deeg wordt bewerkt en van het gebruikte gereedschap, namelijk de houtoven (verplicht) en de ovenpalen.

Na de tweede rijsfase is de deegbal groter en bevat hij meer vocht dan na de eerste rijsfase. Door de drukkracht die met de vingers van beide handen op het deeg wordt uitgeoefend, wordt de lucht uit de luchtbellen die zich in het deeg bevinden, van het midden naar de buitenkant van de deeglap geduwd zodat de verhoogde pizzarand wordt gevormd. Deze techniek is bij de „Pizza Napoletana” GTS van fundamenteel belang omdat de verhoogde rand ervoor zorgt dat de ingrediënten van de vulling niet van de pizza glijden. Opdat de pizzabodem een grotere diameter zou krijgen laat de pizzabakker het deeg ook met een draaiende beweging van de ene in de andere hand overgaan, waarbij hij zijn rechterhand schuin, in een hoek van 45 à 60° ten opzichte van het werkvlak, houdt. Op dat werkvlak komt de pizzabodem, dankzij een synchrone beweging van de linkerhand, weer draaiend terecht.

Met andere bewerkingswijzen, met name die waarbij gebruik wordt gemaakt van een deegrol of een machine (een soort mechanische pers), lukt het niet om de lucht uit de luchtbellen op gelijkmatige wijze naar de buitenkant te duwen om een eenvormige ronde pizzabodem te vormen. Met deze andere bewerkingswijzen ontstaat in het centrale gedeelte van de ronde pizzabodem een gelaagde zone, waarvan de tussenruimten met lucht zijn gevuld. Met dergelijke bewerkingswijzen heeft de pizza dus na het bakken niet zijn typische verhoogde rand die net een van de belangrijkste kenmerken is van de „Pizza Napoletana” GTS.

Volgens de Napolitaanse techniek brengt de pizzabakker bovendien, wanneer een drie- à zestal gevulde pizzabodems klaarstaan, de pizza’s heel behendig — met snelle en precieze handbewegingen, zodat de pizza zijn oorspronkelijke ronde vorm behoudt — over van het werkvlak op de ovenpaal (daarbij neemt hij de pizza met beide handen vast, laat hem vervolgens 90° op zijn eigen as draaien en deponeert hem dan op de klaarstaande ovenpaal). De pizzabakker strooit eerst wat bloem op de ovenpaal, om ervoor te zorgen dat de pizza makkelijk van de ovenpaal in de oven schuift. Hij doet dit met een snelle polsbeweging en houdt de ovenpaal in een hoek van 20 à 25° ten opzichte van de ovenvloer zodat het vulsel niet van de pizza glijdt.

Er mag niet anders te werk worden gegaan dan volgens deze beschrijving, want indien de pizza rechtstreeks met de ovenpaal van de werktafel wordt gehaald, is niet gegarandeerd dat hij ongeschonden in de oven belandt.

De houtoven is van essentieel belang voor het bakken en voor de kwaliteit van de „Pizza Napoletana”. De specifieke technische elementen van de oven zijn van essentieel belang om bij de klassieke „Pizza Napoletana” een goed resultaat te boeken. De Napolitaanse pizzaoven bestaat uit een basis van tufsteen, met daarop een rond vlak — de „vloer” — en daarboven een koepel. Het gewelf van de oven is van hittebestendig materiaal dat voorkomt dat de warmte verloren gaat. De verhoudingen tussen de verschillende delen van de oven zijn namelijk van essentieel belang voor een goed bakresultaat. De pizzaoven dankt zijn naam aan de omvang van zijn vloer die bestaat uit vier hittebestendige ronde bakzones. De pizza wordt opgetild met een ovenpaal van staal en/of aluminium en naar de ovenmond gebracht waar hij wordt neergezet en vervolgens 180° wordt gedraaid. Hij wordt in dezelfde bakzone gedraaid zodat hij bij de verlaagde basistemperatuur — die is ontstaan doordat de pizza tijdens het bakken reeds warmte heeft geabsorbeerd — verder bakt.

Als de pizza in een andere bakzone zou worden geplaatst, zou hij weer aan de begintemperatuur worden blootgesteld en zou de onderkant verbranden.

Al deze specifieke elementen zorgen voor het „luchtband-effect” en bepalen hoe het eindproduct eruit ziet: een „Pizza Napoletana” die eigenlijk soepel en compact is, een hogere rand heeft, bereid is van gerezen deeg, bijzonder zacht is en gemakkelijk dubbel gevouwen kan worden. Het moet onderstreept worden dat alle andere soortgelijke producten die met andere werkwijzen dan die welke hier zijn beschreven, worden verkregen, niet dezelfde uiterlijke en organoleptische eigenschappen kunnen vertonen als de „Pizza Napoletana”.

3.8.   Traditioneel karakter van het landbouwproduct of het levensmiddel

Er was voor het eerst sprake van de „Pizza Napoletana” in een periode in de geschiedenis die van 1715 tot 1725 moet worden gesitueerd. Vincenzo Corrado, de chef-kok van Prins Emanuele di Francavilla, vermeldt in een verhandeling over de meest bereide spijzen in Napels dat de tomaat wordt gebruikt om de pizza en de macaroni op smaak te brengen, en hij brengt zo twee producten met elkaar in verband die destijds in Napels gretig aftrek vonden en de stad op de culinaire kaart plaatsten. Dat wordt gezien als het ogenblik waarop de „Pizza Napoletana” een met tomaat gevulde deeglap, het licht zag.

Talrijk zijn de documenten waaruit de Napolitaanse oorsprong van deze culinaire specialiteit blijkt. Zo bevestigt de schrijver Franco Salerno dat dit product één van de grote uitvindingen is van de Napolitaanse keuken.

Ook in Italiaanse woordenboeken en in de encyclopedie Treccani wordt de „Pizza Napoletana” specifiek vermeld. De uitdrukking „Pizza Napoletana” komt zelfs voor in vele literaire teksten.

Het lijdt geen twijfel dat de eerste pizzeria's in Napels zijn ontstaan; tot in de helft van de XXe eeuw werd dit product uitsluitend in de Napolitaanse pizzeria’s geserveerd. Vanaf de XVIIIe eeuw waren verschillende pizzarestaurants, „pizzeria’s” genaamd, in de stad aan de slag. De faam van deze pizzeria’s kwam zelfs de koning van Napels, Ferdinand van Bourbon, ter ore die, om dit typische, traditionele Napolitaanse gerecht te proeven, de hofetiquette aan zijn laars lapte en een van de befaamdste pizzeria's binnenstapte. Vanaf dat moment veranderde de „pizzeria” in een modieuze eetgelegenheid, een plaats waar uitsluitend „pizza” wordt bereid. De populairste en beroemdste pizza's in Napels waren de „Marinara”, die in 1734 op de kaart werd gezet, en de „Margherita” uit 1796-1810. Deze laatste werd — net omwille van de kleuren van de vulling (tomaat, mozzarella en basilicum), die aan de Italiaanse vlag doen denken — aangeboden aan de koningin van Italië toen die Napels bezocht in 1889.

In de loop der jaren rezen „pizzeria’s” in alle Italiaanse steden en zelfs in het buitenland uit de grond. Elk van die pizzeria’s, zelfs indien ze in een andere stad dan Napels werd geopend, voerde de term „pizzeria napoletana” in haar vaandel of maakte gebruik van een term die op een of andere wijze een associatie opriep met Napels waar dit product al bijna 300 jaar in al zijn authenticiteit is bewaard.

In mei 1984 hebben bijna alle oude Napolitaanse pizzabakkers een klein productdossier opgesteld, dat door allen werd ondertekend en door notaris Antonio Carannante in Napels als notariële akte werd geregistreerd.

De term „Pizza Napoletana” heeft zich in de loop der eeuwen zodanig verspreid dat het product overal — ook buiten Europa, namelijk in Noord- en Midden-Amerika (bijvoorbeeld in Mexico en Guatemala) en in Azië (bijvoorbeeld in Thailand en Maleisië) — onder de benaming „Pizza Napoletana” ingang heeft gevonden, ook al weten de plaatselijke bewoners vaak niet eens waar de stad Napels zich bevindt.

3.9.   Minimumeisen en procedures voor de controle van de specificiteit

De controles van de „Pizza Napoletana” hebben betrekking op de volgende aspecten:

in de bedrijven wordt tijdens de fasen van het kneden, rijzen en bereiden, nagegaan of de beschreven fasen correct en in de juiste volgorde worden uitgevoerd; de kritische punten van het bedrijf worden nauwgezet gecontroleerd; er wordt nagegaan of de gebruikte grondstoffen stroken met de in het productdossier vermelde grondstoffen; er wordt gecontroleerd of de grondstoffen die zullen worden gebruikt, perfect worden bewaard en opgeslagen en of de eigenschappen van het eindproduct conform het productdossier zijn.

3.10.   Logo

Het acroniem STG (GTS), en de uitdrukkingen „Specialità Tradizionale Garantita” (Gegarandeerde traditionele specialiteit) en „Prodotta secondo la Tradizione napoletana” (Vervaardigd op traditionele Napolitaanse wijze) worden vertaald in de officiële talen van het productieland.

Het logo van de „Pizza Napoletana” is een ovale, horizontale, witte vorm met een lichtgrijze rand, die het bord voorstelt waarop de pizza — op realistische maar tezelfdertijd grafisch gestileerde wijze — met alle respect voor de traditie, en dus met alle klassieke ingrediënten zoals de tomaat, de mozzarella, de basilicumblaadjes en het scheutje olijfolie, wordt afgebeeld.

Iets lager dan het bord is een groene schaduw aangebracht die, in combinatie met de andere kleuren, de Italiaanse kleuren van het product sterker tot uiting laat komen.

Iets onder het bord met de pizza bevat de voorstelling een rood, rechthoekig venster met sterk afgeronde hoeken waarin, in zwartomrande witte letters met daaronder een witomrande groene schaduw, de tekst „PIZZA NAPOLETANA STG” is aangebracht. Boven deze tekst, iets meer naar rechts staat in kleinere witte letters en in een ander lettertype, de vermelding „Specialità Tradizionale Garantita”. Onder vorengenoemde tekst in het midden staat in kleine, witte, zwartomrande hoofdletters van hetzelfde lettertype als het logo PIZZA NAPOLETANA STG, de vermelding: „Prodotta secondo la Tradizione napoletana”.

Vermeldingen

Lettertype

PIZZA NAPOLETANA STG

Varga

Specialità Tradizionale Garantita

Alternate Gothic

Prodotta secondo la Tradizione napoletana

Varga


De kleuren van de pizza

PantoneProSim

C

M

Y

K

Donkerbeige van de rand

466

11

24

43

0 %

Rood van de bodem met de tomatensaus

703

0 %

83

65

18

Basilicumblaadjes

362

76

0 %

100

11

Bladnerven basilicum

562

76

0 %

100

11

Rood van de tomaten

032

0 %

91

87

0 %

Straaltje olijfolie

123

0 %

31

94

0 %

Mozzarella

600

0 %

0 %

11

0 %

Glans op de mozzarella

5 807

0 %

0%

11

9


De kleuren van het grafisch gedeelte en van de letters

PantoneProSim

C

M

Y

K

Het grijs van het ovale bord

P.Grey — 3CV

0 %

0 %

0 %

18

Het groen van de schaduw van het ovale bord

362

76

0 %

100

11

Het rood van de rechthoek met de afgeronde hoeken

032

0 %

91

87

0 %

De tekst in zwartomrande, witte letters: „PIZZA NAPOLETANA STG”

 

0 %

0 %

0 %

0 %

De tekst in zwartomrande, witte letters „Prodotta secondo la Tradizione napoletana”

 

0 %

0 %

0 %

0 %

De tekst, in witte letters: „Specialità Tradizionale Garantita”

 

0 %

0 %

0 %

0 %

Image

4.   AUTORITEITEN OF ORGANISMEN DIE DE NALEVING VAN DIT PRODUCTDOSSIER CONTROLEREN

4.1.   Naam en adres

Naam

:

Certiquality SRL

Adres

:

Via Gaetano Giardino, 4 — 20123 Milano

Tel.

:

02/8069171

Fax

:

02/86465295

E-mail

:

certiquality@certiquality.it

Openbaar

X

Privé

Naam

:

DNV Det Norske Veritas Italia

Adres

:

Centro Direzionale Colleoni Viale Colleoni, 9 Palazzo Sirio 2 — 20041 Agrate Brianza (MI)

Tel.

:

+39 039 6899 905

Fax

:

+39 039 6899 930

e-mail

:

Openbaar

X

Privé

Naam

:

ISMECERT

Adres

:

Corso Meridionale, 6 — 80143 NAPOLI

Tel.

:

081-5636647

Fax

:

081-5534019

e-mail

:

info@ismecert.com

Openbaar

X

Privé

4.2.   Specifieke taken van de autoriteit of het orgaan

De drie bovengenoemde controleorganen voeren de diverse controles uit in de verschillende delen van het nationale grondgebied.


5.2.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 34/17


VERORDENING (EU) Nr. 98/2010 VAN DE COMMISSIE

van 4 februari 2010

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 5 februari 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 februari 2010.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

IL

106,9

JO

75,8

MA

63,8

TN

122,7

TR

96,1

ZZ

93,1

0707 00 05

MA

71,3

TR

132,6

ZZ

102,0

0709 90 70

MA

137,6

TR

139,0

ZZ

138,3

0709 90 80

EG

85,3

ZZ

85,3

0805 10 20

EG

52,6

IL

56,7

MA

52,4

TN

44,6

TR

49,6

ZZ

51,2

0805 20 10

IL

163,0

MA

85,4

TR

62,0

ZZ

103,5

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

CN

56,4

EG

61,9

IL

68,9

JM

92,4

MA

126,2

PK

45,1

TR

68,7

ZZ

74,2

0805 50 10

EG

82,4

IL

89,4

TR

73,7

ZZ

81,8

0808 10 80

CA

95,3

CL

60,1

CN

66,9

MK

24,7

US

124,9

ZZ

74,4

0808 20 50

CN

46,8

TR

84,8

US

134,5

ZA

105,0

ZZ

92,8


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


5.2.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 34/19


VERORDENING (EU) Nr. 99/2010 VAN DE COMMISSIE

van 4 februari 2010

tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 877/2009 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten uit de sector suiker voor het verkoopseizoen 2009/10

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (2), en met name op artikel 36, lid 2, tweede alinea, tweede zin,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2009/10 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 877/2009 van de Commissie (3). Deze prijzen en rechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 90/2010 van de Commissie (4).

(2)

Naar aanleiding van de gegevens waarover de Commissie momenteel beschikt, dienen deze bedragen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 951/2006 te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 951/2006 voor het verkoopseizoen 2009/10 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 36 van Verordening (EG) nr. 877/2009 bedoelde producten worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 5 februari 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 februari 2010.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24.

(3)  PB L 253 van 25.9.2009, blz. 3.

(4)  PB L 29 van 2.2.2010, blz. 3.


BIJLAGE

Gewijzigde bedragen van de representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en producten van GN-code 1702 90 95 die gelden met ingang van 5 februari 2010

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg netto van het betrokken product

Aanvullend recht per 100 kg netto van het betrokken product

1701 11 10 (1)

48,11

0,00

1701 11 90 (1)

48,11

0,47

1701 12 10 (1)

48,11

0,00

1701 12 90 (1)

48,11

0,17

1701 91 00 (2)

53,29

1,48

1701 99 10 (2)

53,29

0,00

1701 99 90 (2)

53,29

0,00

1702 90 95 (3)

0,53

0,20


(1)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt III, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(2)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt II, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(3)  Vaststelling per procent sacharose.


5.2.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 34/21


VERORDENING (EU) Nr. 100/2010 VAN DE COMMISSIE

van 4 februari 2010

houdende het besluit om geen uitvoerrestitutie toe te kennen voor boter in het kader van de in Verordening (EG) nr. 619/2008 bedoelde permanente inschrijving

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (1), en met name op artikel 164, lid 2, juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 619/2008 van de Commissie van 27 juni 2008 tot opening van een permanente inschrijving voor de vaststelling van de uitvoerrestituties voor bepaalde zuivelproducten (2) voorziet in een permanente inschrijving.

(2)

Krachtens artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1454/2007 van de Commissie van 10 december 2007 houdende gemeenschappelijke bepalingen betreffende inschrijvingen voor de vaststelling van uitvoerrestituties voor bepaalde landbouwproducten (3) en na bestudering van de offertes die in het kader van de inschrijving zijn ingediend, dient te worden besloten geen restitutie toe te kennen voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 2 februari 2010.

(3)

Het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In het kader van de bij Verordening (EG) nr. 619/2008 geopende permanente inschrijving wordt voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 2 februari 2010, geen restitutie toegekend voor de in artikel 1, onder a) en b), respectievelijk artikel 2 van die verordening bedoelde producten en bestemmingen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 5 februari 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 februari 2010.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 168 van 28.6.2008, blz. 20.

(3)  PB L 325 van 11.12.2007, blz. 69.


5.2.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 34/22


VERORDENING (EU) Nr. 101/2010 VAN DE COMMISSIE

van 4 februari 2010

houdende het besluit om geen uitvoerrestitutie toe te kennen voor mageremelkpoeder in het kader van de in Verordening (EG) nr. 619/2008 bedoelde permanente inschrijving

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (1), en met name op artikel 164, lid 2, juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 619/2008 van de Commissie van 27 juni 2008 tot opening van een permanente inschrijving voor de vaststelling van de uitvoerrestituties voor bepaalde zuivelproducten (2) voorziet in een permanente inschrijving.

(2)

Krachtens artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1454/2007 van de Commissie van 10 december 2007 houdende gemeenschappelijke bepalingen betreffende inschrijvingen voor de vaststelling van uitvoerrestituties voor bepaalde landbouwproducten (3) en na bestudering van de offertes die in het kader van de inschrijving zijn ingediend, dient te worden besloten geen restitutie toe te kennen voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 2 februari 2010.

(3)

Het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In het kader van de bij Verordening (EG) nr. 619/2008 geopende permanente inschrijving wordt voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 2 februari 2010, geen restitutie toegekend voor de in artikel 1, onder c), respectievelijk artikel 2 van die verordening bedoelde producten en bestemmingen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 5 februari 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 februari 2010.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 168 van 28.6.2008, blz. 20.

(3)  PB L 325 van 11.12.2007, blz. 69.


5.2.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 34/23


VERORDENING (EU) Nr. 102/2010 VAN DE COMMISSIE

van 4 februari 2010

tot vaststelling van de toewijzingscoëfficiënt die moet worden toegepast op de invoercertificaataanvragen voor olijfolie die zijn ingediend op 1 en 2 februari 2010 in het kader van het tariefcontingent voor Tunesië en houdende schorsing van de afgifte van invoercertificaten voor de maand februari 2010

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (2), en met name op artikel 7, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij artikel 3, leden 1 en 2, van Protocol nr. 1 (3) bij de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds (4), is een tariefcontingent, tegen nulrecht, geopend voor de invoer van geheel in Tunesië verkregen en rechtstreeks van dit land naar de Europese Unie vervoerde ruwe olijfolie van de GN-codes 1509 10 10 en 1509 10 90, binnen een per jaar vastgestelde maximumhoeveelheid.

(2)

In artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1918/2006 van de Commissie van 20 december 2006 inzake de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor olijfolie van oorsprong uit Tunesië (5) is voorzien in maandelijkse maximumhoeveelheden waarvoor invoercertificaten mogen worden afgegeven.

(3)

Overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1918/2006 zijn bij de bevoegde autoriteiten invoercertificaataanvragen ingediend voor een hoeveelheid die het in artikel 2, lid 2, van die verordening voor de maand februari vastgestelde maximum overschrijdt.

(4)

De Commissie moet derhalve een toewijzingscoëfficiënt vaststellen voor de afgifte van de invoercertificaten naar rato van de beschikbare hoeveelheid.

(5)

Aangezien de voor de maand februari vastgestelde maximumhoeveelheid is bereikt, mogen voor de betrokken maand geen invoercertificaten meer worden afgegeven,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Op de invoercertificaataanvragen die op 1 en 2 februari 2010 zijn ingediend overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1918/2006, wordt een toewijzingscoëfficiënt van 77,509766 % toegepast.

De afgifte van invoercertificaten voor hoeveelheden die zijn gevraagd met ingang van 8 februari 2010 wordt geschorst voor de maand februari 2010.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 5 februari 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 februari 2010.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.

(3)  PB L 97 van 30.3.1998, blz. 57.

(4)  PB L 97 van 30.3.1998, blz. 2.

(5)  PB L 365 van 21.12.2006, blz. 84.


BESLUITEN

5.2.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 34/24


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 1 februari 2010

tot goedkeuring van de rekeningen van bepaalde betaalorganen in Griekenland, Portugal en Finland betreffende de door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2007

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 425)

(Slechts de teksten in de Finse, de Griekse, de Portugese en de Zweedse taal zijn authentiek)

(2010/58/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (1), en met name op de artikelen 30 en 33,

Na raadpleging van het Comité voor de landbouwfondsen,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij de Beschikkingen 2008/397/EG (2) en 2009/86/EG (3) van de Commissie zijn voor het begrotingsjaar 2007 de rekeningen van alle betaalorganen goedgekeurd, behalve die van het Griekse betaalorgaan OPEKEPE, het Portugese betaalorgaan IFAP en het Finse betaalorgaan MAVI.

(2)

Nadat nieuwe gegevens zijn verstrekt en aanvullende controles zijn verricht, kan de Commissie nu een besluit nemen waarbij de rekeningen die met betrekking tot de door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) gefinancierde uitgaven zijn ingediend door het Griekse betaalorgaan OPEKEPE, het Portugese betaalorgaan IFAP en het Finse betaalorgaan MAVI, als volledig, juist en waarheidsgetrouw worden aangemerkt.

(3)

Overeenkomstig artikel 30, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 staat dit besluit niet in de weg aan latere besluiten van de Commissie waarbij uitgaven die niet overeenkomstig de communautaire voorschriften blijken te zijn gedaan, alsnog aan communautaire financiering worden onttrokken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De rekeningen van het Griekse betaalorgaan OPEKEPE, het Portugese betaalorgaan IFAP en het Finse betaalorgaan MAVI betreffende de door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2007 worden goedgekeurd.

De bedragen die op grond van dit besluit in het kader van elk programma voor plattelandsontwikkeling moeten worden ingevorderd bij of betaald aan elke lidstaat, met inbegrip van de bedragen die voortvloeien uit de toepassing van artikel 33, lid 8, van Verordening (EG) nr. 1290/2005, worden vastgesteld in de bijlage.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Helleense Republiek, de Portugese Republiek en de Republiek Finland.

Gedaan te Brussel, 1 februari 2010.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1.

(2)  PB L 139 van 29.5.2008, blz. 40.

(3)  PB L 33 van 3.2.2009, blz. 35.


BIJLAGE

Goedgekeurde ELFPO-uitgaven in het begrotingsjaar 2007 per programma voor plattelandsontwikkeling en per maatregel

Bij de lidstaat in te vorderen of aan de lidstaat te betalen bedrag per programma

(in EUR)

Maatregel

Uitgaven 2007

Correcties

Totaal

Niet opnieuw te gebruiken bedragen

Voor het begrotingsjaar 2007 goedgekeurd bedrag

Tussentijdse betalingen aan de lidstaat voor het begrotingsjaar

Via de volgende declaratie bij de lidstaat in te vorderen (–) of aan de lidstaat te betalen (+) bedrag

GR: 2007GR06RPO001

i

ii

iii = i + ii

iv

v = iii – iv

vi

vii = v – vi

211

83 342 228,55

0,00

83 342 228,55

0,00

83 342 228,55

83 342 228,55

0,00

212

32 123 903,36

0,00

32 123 903,36

0,00

32 123 903,36

32 123 903,36

0,00

214

61 783 222,40

0,00

61 783 222,40

0,00

61 783 222,40

61 783 222,40

0,00

221

16 765 452,61

0,00

16 765 452,61

0,00

16 765 452,61

16 765 452,61

0,00

Totaal

194 014 806,92

0,00

194 014 806,92

0,00

194 014 806,92

194 014 806,92

0,00

PT: 2007PT06RPO001

i

ii

iii = i + ii

iv

v = iii – iv

vi

vii = v – vi

113

1 429 348,64

0,00

1 429 348,64

0,00

1 429 348,64

1 429 348,64

0,00

212

483 629,57

0,00

483 629,57

0,00

483 629,57

483 629,57

0,00

213

4 360 765,91

0,00

4 360 765,91

0,00

4 360 765,91

4 360 765,91

0,00

221

730 820,23

0,00

730 820,23

0,00

730 820,23

730 820,23

0,00

Totaal

7 004 564,35

0,00

7 004 564,35

0,00

7 004 564,35

7 004 564,35

0,00

PT: 2007PT06RPO002

i

ii

iii = i + ii

iv

v = iii – iv

vi

vii = v – vi

113

3 266 789,56

0,00

3 266 789,56

0,00

3 266 789,56

3 266 789,56

0,00

211

4 097 213,53

0,00

4 097 213,53

0,00

4 097 213,53

4 097 213,53

0,00

212

1 723 170,65

0,00

1 723 170,65

0,00

1 723 170,65

1 723 170,65

0,00

214

48 341 911,66

0,00

48 341 911,66

0,00

48 341 911,66

48 341 911,66

0,00

221

25 542 706,82

0,00

25 542 706,82

0,00

25 542 706,82

25 542 706,82

0,00

511

285 000,00

0,00

285 000,00

0,00

285 000,00

285 000,00

0,00

Totaal

83 256 792,22

0,00

83 256 792,22

0,00

83 256 792,22

83 256 792,22

0,00

FI: 2007FI06RPO001

i

ii

iii = i + ii

iv

v = iii – iv

vi

vii = v – vi

111

83 036,13

0,00

83 036,13

0,00

83 036,13

83 036,13

0,00

113

9 302 896,89

0,00

9 302 896,89

0,00

9 302 896,89

9 240 576,62

62 320,27

123

48 210,89

0,00

48 210,89

0,00

48 210,89

48 210,89

0,00

211

65 633 160,53

12 860,21

65 620 300,32

0,00

65 620 300,32

65 620 300,32

0,00

212

52 090 453,86

–8 927,92

52 099 381,78

0,00

52 099 381,78

52 099 381,78

0,00

214

87 503 613,64

201 327,95

87 302 285,69

0,00

87 302 285,69

87 302 285,69

0,00

221

1 097 959,60

0,00

1 097 959,60

0,00

1 097 959,60

1 097 959,60

0,00

311

345 766,76

0,00

345 766,76

0,00

345 766,76

345 766,76

0,00

313

62 252,31

0,00

62 252,31

0,00

62 252,31

62 252,31

0,00

321

175 571,99

0,00

175 571,99

0,00

175 571,99

175 571,99

0,00

322

13 200,31

0,00

13 200,31

0,00

13 200,31

13 200,31

0,00

411

10 253,00

0,00

10 253,00

0,00

10 253,00

10 253,00

0,00

413

243 625,99

0,00

243 625,99

0,00

243 625,99

242 561,41

1 064,58

Totaal

216 610 001,90

205 260,24

216 404 741,66

0,00

216 404 741,66

216 341 356,81

63 384,85

FI: 2007FI06RPO002

i

ii

iii = i + ii

iv

v = iii – iv

vi

vii = v – vi

212

773,68

0,00

773,68

0,00

773,68

773,68

0,00

214

4 010,84

0,00

4 010,84

0,00

4 010,84

4 010,84

0,00

Totaal

4 784,52

0,00

4 784,52

0,00

4 784,52

4 784,52

0,00


5.2.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 34/26


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 1 februari 2010

tot goedkeuring van de rekeningen van bepaalde betaalorganen in België, Duitsland, Spanje, Portugal en Slowakije betreffende de door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2008

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 426)

(Slechts de teksten in de Duitse, de Franse, de Nederlandse, de Portugese, de Slowaakse en de Spaanse taal zijn authentiek)

(2010/59/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (1), en met name op de artikelen 30 en 33,

Na raadpleging van het Comité voor de landbouwfondsen,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Beschikking 2009/373/EG van de Commissie (2) zijn de rekeningen van alle betaalorganen over het begrotingsjaar 2008 goedgekeurd, behalve die van het Belgische betaalorgaan ALV, de Duitse betaalorganen Bayern, Brandenburg, Niedersachsen en Schleswig-Holstein, het Griekse betaalorgaan OPEKEPE, het Spaanse betaalorgaan Galicia, het Franse betaalorgaan ODARC, het Italiaanse betaalorgaan ARBEA, het Portugese betaalorgaan IFAP en het Slowaakse betaalorgaan APA.

(2)

Naar aanleiding van nieuwe informatie en aanvullende controles kan de Commissie nu een besluit vaststellen waarbij de rekeningen die met betrekking tot de door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) gefinancierde uitgaven zijn ingediend door het Belgische betaalorgaan ALV, de Duitse betaalorganen Brandenburg, Niedersachsen en Schleswig-Holstein, het Spaanse betaalorgaan Galicia, het Portugese betaalorgaan IFAP en het Slowaakse betaalorgaan APA als volledig, juist en waarheidsgetrouw worden aangemerkt.

(3)

Overeenkomstig artikel 30, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 staat de onderhavige beschikking niet in de weg aan latere beschikkingen van de Commissie waarbij uitgaven die niet overeenkomstig de communautaire voorschriften blijken te zijn gedaan, alsnog aan communautaire financiering worden onttrokken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De rekeningen van het Belgische betaalorgaan ALV, de Duitse betaalorganen Brandenburg, Niedersachsen en Schleswig-Holstein, het Spaanse betaalorgaan Galicia, het Portugese betaalorgaan IFAP en het Slowaakse betaalorgaan APA betreffende de door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2008, worden hierbij goedgekeurd.

De bedragen die op grond van dit besluit in het kader van elk programma voor plattelandsontwikkeling moeten worden ingevorderd bij of betaald aan elke lidstaat, met inbegrip van de bedragen die voortvloeien uit de toepassing van artikel 33, lid 8, van Verordening (EG) nr. 1290/2005, worden vastgesteld in de bijlage.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Portugese Republiek en de Slowaakse Republiek.

Gedaan te Brussel, 1 februari 2010.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1.

(2)  PB L 116 van 9.5.2009, blz. 21.


BIJLAGE

GOEDKEURING VAN DE REKENINGEN BETREFFENDE DE ELFPO-UITGAVEN (AFGESPLITSTE UITGAVEN) OVER HET BEGROTINGSJAAR 2008 PER PLATTELANDSONTWIKKELINGSPROGRAMMA EN -MAATREGEL

BIJ DE LIDSTAAT IN TE VORDEREN OF AAN DE LIDSTAAT TE BETALEN BEDRAG PER PROGRAMMA

(in Euro)

CCI: programma/maatregel

Uitgaven 2008

Correcties

Totaal

Niet-herbruikbare bedragen

Met het oog op de goedkeuring over het begrotingsjaar 2008 aanvaard bedrag

Voor het begrotingsjaar aan de lidstaat gedane tussentijdse betalingen

In het kader van de volgende declaratie bij de lidstaat in te vorderen (–) of aan de lidstaat te betalen (+) bedrag

BE: 2007BE06RPO001

i

ii

iii = i + ii

iv

v = iii – iv

vi

vii = v – vi

111

1 597 041,76

0,00

1 597 041,76

0,00

1 597 041,76

1 597 041,67

0,09

112

2 710 657,12

0,00

2 710 657,12

0,00

2 710 657,12

2 710 657,12

0,00

114

575 329,00

0,00

575 329,00

0,00

575 329,00

575 328,99

0,01

121

12 825 365,38

0,00

12 825 365,38

0,00

12 825 365,38

12 825 361,81

3,57

123

124 643,21

0,00

124 643,21

0,00

124 643,21

124 643,20

0,01

125

23 547,15

0,00

23 547,15

0,00

23 547,15

23 547,15

0,00

213

26 188,00

0,00

26 188,00

0,00

26 188,00

26 188,00

0,00

214

8 665 113,41

0,00

8 665 113,41

0,00

8 665 113,41

8 665 102,34

11,07

221

145 606,16

0,00

145 606,16

0,00

145 606,16

145 605,16

1,00

227

132 869,36

0,00

132 869,36

0,00

132 869,36

132 869,29

0,07

311

628 265,92

0,00

628 265,92

0,00

628 265,92

628 265,72

0,20

313

544 626,92

0,00

544 626,92

0,00

544 626,92

544 626,88

0,04

321

105 664,47

0,00

105 664,47

0,00

105 664,47

105 664,48

–0,01

322

210 076,67

0,00

210 076,67

0,00

210 076,67

210 076,69

–0,02

323

184 432,86

0,00

184 432,86

0,00

184 432,86

184 432,85

0,01

331

134 385,93

0,00

134 385,93

0,00

134 385,93

134 385,92

0,01

431

152 947,76

0,00

152 947,76

0,00

152 947,76

152 947,75

0,01

511

172 698,36

0,00

172 698,36

0,00

172 698,36

172 698,27

0,09

Totaal

28 959 459,44

0,00

28 959 459,44

0,00

28 959 459,44

28 959 443,29

16,15

DE: 2007DE06RPO007

i

ii

iii = i + ii

iv

v = iii – iv

vi

vii = v – vi

111

157 797,77

0,00

157 797,77

0,00

157 797,77

157 797,77

0,00

121

4 501 551,97

0,00

4 501 551,97

0,00

4 501 551,97

4 501 551,97

0,00

125

7 619 684,31

0,00

7 619 684,31

0,00

7 619 684,31

7 619 684,32

–0,01

213

2 179 031,99

0,00

2 179 031,99

0,00

2 179 031,99

2 179 031,98

0,01

214

28 674 920,38

0,00

28 674 920,38

0,00

28 674 920,38

28 674 980,61

–60,23

226

33 360,00

0,00

33 360,00

0,00

33 360,00

33 360,00

0,00

311

208 321,39

0,00

208 321,39

0,00

208 321,39

208 321,19

0,20

312

386 419,72

0,00

386 419,72

0,00

386 419,72

386 419,72

0,00

313

868 451,26

0,00

868 451,26

0,00

868 451,26

868 451,26

0,00

322

165 495,71

0,00

165 495,71

0,00

165 495,71

165 495,71

0,00

323

884 937,57

0,00

884 937,57

0,00

884 937,57

884 937,57

0,00

331

147 099,50

0,00

147 099,50

0,00

147 099,50

147 099,50

0,00

412

28 793,54

0,00

28 793,54

0,00

28 793,54

28 793,54

0,00

413

791 191,26

0,00

791 191,26

0,00

791 191,26

791 191,26

0,00

431

409 078,08

0,00

409 078,08

0,00

409 078,08

409 078,08

0,00

511

78 954,86

0,00

78 954,86

0,00

78 954,86

78 954,86

0,00

Totaal

47 135 089,31

0,00

47 135 089,31

0,00

47 135 089,31

47 135 149,34

–60,03

DE: 2007DE06RPO012

i

ii

iii = i + ii

iv

v = iii – iv

vi

vii = v – vi

111

460 830,04

0,00

460 830,04

0,00

460 830,04

460 830,04

0,00

114

775 059,50

0,00

775 059,50

0,00

775 059,50

775 059,50

0,00

121

20 043 827,24

0,00

20 043 827,24

0,00

20 043 827,24

20 043 827,24

0,00

123

5 570 699,64

0,00

5 570 699,64

0,00

5 570 699,64

5 570 699,64

0,00

125

11 805 894,52

0,00

11 805 894,52

0,00

11 805 894,52

11 805 894,51

0,01

126

4 869 388,43

0,00

4 869 388,43

0,00

4 869 388,43

4 869 388,43

0,00

213

1 193 318,68

0,00

1 193 318,68

0,00

1 193 318,68

1 193 318,68

0,00

214

17 132 919,63

0,00

17 132 919,63

0,00

17 132 919,63

17 132 919,62

0,01

221

380 164,52

0,00

380 164,52

0,00

380 164,52

380 164,52

0,00

223

1 701,15

0,00

1 701,15

0,00

1 701,15

1 701,15

0,00

225

–10 222,50

0,00

–10 222,50

0,00

–10 222,50

–10 222,50

0,00

227

4 272 821,30

0,00

4 272 821,30

0,00

4 272 821,30

4 272 821,30

0,00

313

11 065,50

0,00

11 065,50

0,00

11 065,50

11 065,50

0,00

322

652 879,51

0,00

652 879,51

0,00

652 879,51

652 879,51

0,00

323

1 910 623,38

0,00

1 910 623,38

0,00

1 910 623,38

1 910 623,37

0,01

331

34 513,45

0,00

34 513,45

0,00

34 513,45

34 513,45

0,00

341

14 250,00

0,00

14 250,00

0,00

14 250,00

14 250,00

0,00

413

263 116,00

0,00

263 116,00

0,00

263 116,00

263 116,00

0,00

431

28 150,00

0,00

28 150,00

0,00

28 150,00

28 150,00

0,00

511

359 491,01

0,00

359 491,01

0,00

359 491,01

359 491,00

0,01

Totaal

69 770 491,00

0,00

69 770 491,00

0,00

69 770 491,00

69 770 490,96

0,04

DE: 2007DE06RPO021

i

ii

iii = i + ii

iv

v = iii – iv

vi

vii = v – vi

111

113 768,17

0,00

113 768,17

0,00

113 768,17

113 768,18

–0,01

121

2 177 500,00

0,00

2 177 500,00

0,00

2 177 500,00

2 177 500,00

0,00

123

1 262 577,50

0,00

1 262 577,50

0,00

1 262 577,50

1 262 577,50

0,00

125

1 139 103,86

0,00

1 139 103,86

0,00

1 139 103,86

1 139 103,89

–0,03

126

5 030 000,00

0,00

5 030 000,00

0,00

5 030 000,00

5 030 000,04

–0,04

212

635 866,57

0,00

635 866,57

0,00

635 866,57

635 868,26

–1,69

213

363 677,09

0,00

363 677,09

0,00

363 677,09

363 680,13

–3,04

214

8 620 523,50

0,00

8 620 523,50

0,00

8 620 523,50

8 620 572,16

–48,66

221

428 197,36

0,00

428 197,36

0,00

428 197,36

428 198,99

–1,63

313

1 351 218,17

0,00

1 351 218,17

0,00

1 351 218,17

1 351 218,20

–0,03

321

2 393 791,15

0,00

2 393 791,15

0,00

2 393 791,15

2 393 791,16

–0,01

322

1 308 239,92

0,00

1 308 239,92

0,00

1 308 239,92

1 308 239,95

–0,03

323

3 718 261,01

0,00

3 718 261,01

0,00

3 718 261,01

3 718 261,19

–0,18

341

152 637,26

0,00

152 637,26

0,00

152 637,26

152 637,29

–0,03

511

108 883,85

0,00

108 883,85

0,00

108 883,85

108 883,88

–0,03

Totaal

28 804 245,41

0,00

28 804 245,41

0,00

28 804 245,41

28 804 300,82

–55,41

ES: 2007ES06RPO011

i

ii

iii = i + ii

iv

v = iii – iv

vi

vii = v – vi

112

532 913,94

0,00

532 913,94

0,00

532 913,94

532 913,94

0,00

113

14 053 064,08

0,00

14 053 064,08

0,00

14 053 064,08

14 053 106,99

–42,91

121

1 931 683,50

0,00

1 931 683,50

0,00

1 931 683,50

1 931 683,46

0,04

124

318 885,95

0,00

318 885,95

0,00

318 885,95

318 885,97

–0,02

133

642 735,46

0,00

642 735,46

0,00

642 735,46

642 735,45

0,01

211

4 204 390,32

0,00

4 204 390,32

0,00

4 204 390,32

4 204 390,47

–0,15

212

3 393 059,43

0,00

3 393 059,43

0,00

3 393 059,43

3 393 059,01

0,42

214

3 017 633,62

0,00

3 017 633,62

0,00

3 017 633,62

3 017 631,67

1,95

221

1 024 794,25

0,00

1 024 794,25

0,00

1 024 794,25

1 024 794,26

–0,01

223

1 092 653,11

0,00

1 092 653,11

0,00

1 092 653,11

1 092 653,10

0,01

226

5 919 058,83

0,00

5 919 058,83

0,00

5 919 058,83

5 919 076,00

–17,17

311

10 845,72

0,00

10 845,72

0,00

10 845,72

10 845,72

0,00

312

2 202 494,09

0,00

2 202 494,09

0,00

2 202 494,09

2 202 494,08

0,01

321

1 202 567,16

0,00

1 202 567,16

0,00

1 202 567,16

1 202 567,14

0,02

323

401 805,62

0,00

401 805,62

0,00

401 805,62

401 805,63

–0,01

Totaal

39 948 585,08

0,00

39 948 585,08

0,00

39 948 585,08

39 948 642,89

–57,81

PT: 2007PT06RPO001

i

ii

iii = i + ii

iv

v = iii – iv

vi

vii = v – vi

113

1 522 534,84

0,00

1 522 534,84

0,00

1 522 534,84

1 522 533,98

0,86

212

14 517 046,43

0,00

14 517 046,43

0,00

14 517 046,43

14 517 041,11

5,32

214

6 973 557,48

0,00

6 973 557,48

0,00

6 973 557,48

6 973 555,89

1,59

221

623 710,55

0,00

623 710,55

0,00

623 710,55

623 799,88

–89,33

Totaal

23 636 849,30

0,00

23 636 849,30

0,00

23 636 849,30

23 636 930,86

–81,56

PT: 2007PT06RPO002

i

ii

iii = i + ii

iv

v = iii – iv

vi

vii = v – vi

113

4 361 413,63

0,00

4 361 413,63

0,00

4 361 413,63

4 361 413,63

0,00

211

91 079 593,39

0,00

91 079 593,39

0,00

91 079 593,39

91 079 593,39

0,00

212

14 706 382,90

0,00

14 706 382,90

0,00

14 706 382,90

14 706 382,90

0,00

214

81 764 281,33

0,00

81 764 281,33

0,00

81 764 281,33

81 764 281,33

0,00

221

34 827 903,60

0,00

34 827 903,60

0,00

34 827 903,60

34 827 903,60

0,00

225

116 377,00

0,00

116 377,00

0,00

116 377,00

116 377,00

0,00

511

1 617 408,55

0,00

1 617 408,55

0,00

1 617 408,55

2 693 094,53

–1 075 685,98

Totaal

228 473 360,40

0,00

228 473 360,40

0,00

228 473 360,40

229 549 046,38

–1 075 685,98

PT: 2007PT06RPO003

i

ii

iii = i + ii

iv

v = iii – iv

vi

vii = v – vi

113

9 496,90

0,00

9 496,90

0,00

9 496,90

9 496,92

–0,02

212

6 900,32

0,00

6 900,32

0,00

6 900,32

6 900,26

0,06

214

1 411 149,58

0,00

1 411 149,58

0,00

1 411 149,58

1 411 149,34

0,24

221

130,87

0,00

130,87

0,00

130,87

130,87

0,00

Totaal

1 427 677,67

0,00

1 427 677,67

0,00

1 427 677,67

1 427 677,39

0,28

SK: 2007SK06RPO001

i

ii

iii = i + ii

iv

v = iii – iv

vi

vii = v – vi

211

44 391 735,28

0,00

44 391 735,28

0,00

44 391 735,28

44 391 735,18

0,10

212

31 308 747,96

0,00

31 308 747,96

0,00

31 308 747,96

31 312 565,46

–3 817,50

214

22 085 790,81

0,00

22 085 790,81

0,00

22 085 790,81

22 085 792,09

–1,28

Totaal

97 786 274,05

0,00

97 786 274,05

0,00

97 786 274,05

97 790 092,73

–3 818,68


5.2.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 34/30


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 2 februari 2010

inzake de goedkeuring van de rekeningen van het betaalorgaan van Malta betreffende de door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) gefinancierde uitgaven op het gebied van maatregelen voor plattelandsontwikkeling over het begrotingsjaar 2007

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 459)

(Slechts de tekst in de Maltese taal is authentiek)

(2010/60/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (1), en met name op de artikelen 30 en 39,

Na raadpleging van het Comité voor de landbouwfondsen,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij de Beschikkingen 2008/395/EG (2) en 2009/85/EG (3) werden voor het begrotingsjaar 2007 de rekeningen van alle betaalorganen goedgekeurd, behalve die van het Maltese betaalagentschap MRAE.

(2)

Nadat nieuwe gegevens zijn verstrekt en aanvullende controles zijn verricht, kan de Commissie nu een besluit nemen waarbij de door het Maltese betaalorgaan MRAE ingediende rekeningen betreffende uitgaven op het gebied van maatregelen voor plattelandsontwikkeling als volledig, juist en waarheidsgetrouw worden aangemerkt.

(3)

Overeenkomstig artikel 30, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 staat dit besluit niet in de weg aan latere besluiten van de Commissie waarbij uitgaven die niet overeenkomstig de communautaire voorschriften blijken te zijn gedaan, alsnog aan communautaire financiering worden onttrokken,

HEEFT DE VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De rekeningen van het Maltese betaalorgaan MRAE betreffende de door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) gefinancierde uitgaven op het gebied van maatregelen voor plattelandsontwikkeling over het begrotingsjaar 2007 worden goedgekeurd.

De bedragen die op grond van dit besluit moeten worden ingevorderd bij of betaald aan de lidstaat in het kader van de in Malta toegepaste maatregelen voor plattelandsontwikkeling, worden vastgesteld in de bijlagen I en II.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Republiek Malta.

Gedaan te Brussel, 2 februari 2010.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1.

(2)  PB L 139 van 29.5.2008, blz. 25.

(3)  PB L 33 van 3.2.2009, blz. 31.


BIJLAGE I

GOEDKEURING VAN DE JAARREKENINGEN VAN DE BETAALORGANEN

BEGROTINGSJAAR 2007 — DOOR HET ELGF GEFINANCIERDE UITGAVEN VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING IN DE NIEUWE LIDSTATEN

BIJ DE LIDSTAAT IN TE VORDEREN OF AAN DE LIDSTAAT TE BETALEN BEDRAG

LS

 

2007 — Uitgaven van de betaalorganen waarvan de rekeningen zijn

Totaal a + b

Verlagingen

Totaal

Voor het begrotingsjaar aan de lidstaat gedane tussentijdse betalingen

Van de lidstaat terug te vorderen (–) of aan de lidstaat te betalen (+) bedrag

goedgekeurd

uitgesplitst

= in de jaarlijkse declaratie gedeclareerde uitgaven

= totaal voor het begrotingsjaar aan de lidstaat gedane tussentijdse betalingen

 

 

a

b

c = a + b

d

e = c + d

f

g = e – f

MT

EUR

4 148 025,92

0,00

4 148 025,92

0,00

4 148 025,92

4 148 025,00

0,92


BIJLAGE II

GOEDGEKEURDE UITGAVEN IN HET BEGROTINGSJAAR 2007 IN DE NIEUWE LIDSTATEN PER DOOR HET ELGF GEFINANCIERDE MAATREGEL VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING

VERSCHILLEN TUSSEN DE JAARREKENINGEN EN DE UITGAVENDECLARATIES

LS

Nr.

Maatregel

Uitgaven 2007

Bijlage I, kolom „a”

Verlagingen

Bijlage I, kolom „d”

Voor 2007 goedgekeurd bedrag

Bijlage I, kolom e

MT

Nr.

Maatregel

i

ii

iii = i + ii

 

1

Probleemgebieden

1 720 811,99

0,00

1 720 811,99

 

2

Agromilieumaatregelen

602 487,79

0,00

602 487,79

 

3

Voldoen aan normen

151 000,30

0,00

151 000,30

 

4

Producentengroeperingen

0,00

0,00

0,00

 

5

Technische ondersteuning

101 978,48

0,00

101 978,48

 

6

Aanvulling staatssteun

0,00

0,00

0,00

 

7

Ad-hocmaatregel

1 571 747,36

0,00

1 571 747,36

 

 

Totaal

4 148 025,92

0,00

4 148 025,92


5.2.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 34/33


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 2 februari 2010

inzake de goedkeuring van de rekeningen van bepaalde betaalorganen in Duitsland en Portugal betreffende de door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2006

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 470)

(Slechts de teksten in de Duitse en de Portugese taal zijn authentiek)

(2010/61/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (1), en met name op artikel 7, lid 3,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (2), en met name op artikel 32,

Na raadpleging van het Comité voor de Landbouwfondsen,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij de Beschikkingen 2007/327/EG (3) en 2008/394/EG (4) van de Commissie zijn voor het begrotingsjaar 2006 de rekeningen van alle betaalorganen goedgekeurd, behalve die van het Duitse betaalorgaan Bayern-Umwelt, het Italiaanse betaalorgaan ARBEA en het Portugese betaalorgaan IFADAP.

(2)

Nadat nieuwe gegevens zijn verstrekt en aanvullende controles zijn verricht, kan de Commissie nu een besluit nemen over de volledigheid, de juistheid en de waarheidsgetrouwheid van de rekeningen die zijn ingediend door het Duitse betaalorgaan Bayern-Umwelt en het Portugese betaalorgaan IFADAP.

(3)

In artikel 7, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1663/95 van de Commissie van 7 juli 1995 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 729/70 van de Raad aangaande de procedure inzake de goedkeuring van de rekeningen van het EOGFL, afdeling Garantie (5), is bepaald dat de bedragen die overeenkomstig de in de eerste alinea bedoelde beschikking tot goedkeuring van de rekeningen moeten worden ingevorderd bij of betaald aan elke lidstaat, worden vastgesteld door de voorschotten die tijdens het desbetreffende begrotingsjaar, in dit geval 2006, zijn betaald, af te trekken van de overeenkomstig de eerste alinea voor datzelfde jaar erkende uitgaven. Deze bedragen worden afgetrokken van of opgeteld bij de voorschotten op de uitgaven van de tweede maand na de maand waarin de beschikking tot goedkeuring van rekeningen is gegeven.

(4)

Krachtens artikel 32, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 worden de financiële gevolgen van de niet-invordering van in verband met onregelmatigheden verschuldigde bedragen voor 50 % door de betrokken lidstaat en voor 50 % door de Gemeenschapsbegroting gedragen als de invordering niet heeft plaatsgevonden binnen vier jaar na de datum van het eerste administratieve of gerechtelijke proces-verbaal, of binnen acht jaar na die datum als over de terugvordering een zaak is aangespannen bij een nationale rechtbank. In artikel 32, lid 3, van die verordening is bepaald dat de lidstaten de Commissie bij de indiening van de jaarrekeningen een samenvattend overzicht van de in verband met onregelmatigheden ingeleide terugvorderingsprocedures moeten bezorgen. De bepalingen over de manier waarop de lidstaten de terug te vorderen bedragen moeten rapporteren, zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 885/2006 van de Commissie van 21 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot de erkenning van de betaalorganen en andere instanties en de goedkeuring van de rekeningen inzake het ELGF en het ELFPO (6). In bijlage III bij die verordening zijn de modellen opgenomen voor de tabellen 1 en 2 die de lidstaten in 2007 moesten indienen. Op basis van de door de lidstaten ingevulde tabellen moet de Commissie een besluit vaststellen over de financiële gevolgen van het na respectievelijk vier of acht jaar nog steeds achterwege blijven van invordering van in verband met onregelmatigheden terug te betalen bedragen. Een dergelijk besluit staat niet in de weg aan latere conformiteitsbesluiten op grond van artikel 32, lid 8, van Verordening (EG) nr. 1290/2005.

(5)

Overeenkomstig artikel 32, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 kunnen de lidstaten besluiten de terugvordering niet voort te zetten. Een dergelijk besluit kan alleen worden genomen indien het totaal van de reeds gemaakte en de nog te verwachten terugvorderingskosten hoger is dan het terug te vorderen bedrag of indien de invordering onmogelijk blijkt als gevolg van de overeenkomstig het nationale recht geconstateerde en erkende insolventie van de debiteur of van de personen die juridisch aansprakelijk zijn voor de onregelmatigheid. Als dat besluit is genomen binnen vier jaar na de datum van het eerste administratieve of gerechtelijke proces-verbaal, of binnen acht jaar na die datum indien over de terugvordering een zaak is aangespannen bij nationale rechtbanken, worden de financiële gevolgen van het achterwege blijven van de invordering voor 100 % door de Gemeenschapsbegroting gedragen. De bedragen waarvoor de lidstaten hebben besloten de terugvordering niet voort te zetten, en de redenen voor dat besluit moeten worden vermeld in het in artikel 32, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde samenvattende overzicht. Die bedragen worden niet ten laste van de betrokken lidstaten gebracht en worden bijgevolg gedragen door de Gemeenschapsbegroting. Dit besluit staat niet in de weg aan latere conformiteitsbesluiten op grond van artikel 32, lid 8, van de genoemde verordening.

(6)

Bij de goedkeuring van de rekeningen van de betrokken betaalorganen moet de Commissie rekening houden met de bedragen die op grond van haar Beschikkingen 2007/327/EG en 2008/394/EG reeds zijn ingehouden op de betalingen aan de betrokken lidstaten.

(7)

Overeenkomstig artikel 7, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1258/1999 en artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1663/95 staat dit besluit niet in de weg aan latere besluiten van de Commissie waarbij uitgaven die niet overeenkomstig de communautaire voorschriften blijken te zijn gedaan, alsnog aan communautaire financiering worden onttrokken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De rekeningen van het Duitse betaalorgaan Bayern-Umwelt en het Portugese betaalorgaan IFADAP betreffende de door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2006 worden goedgekeurd.

De bedragen die op grond van dit besluit bij de betrokken lidstaten moeten worden ingevorderd of aan hen moeten worden betaald, met inbegrip van de bedragen die voortvloeien uit de toepassing van artikel 32, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1290/2005, worden vastgesteld in de bijlage.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland en de Portugese Republiek.

Gedaan te Brussel, 2 februari 2010.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103.

(2)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1.

(3)  PB L 122 van 11.5.2007, blz. 51.

(4)  PB L 139 van 29.5.2008, blz. 22.

(5)  PB L 158 van 8.7.1995, blz. 6.

(6)  PB L 171 van 23.6.2006, blz. 90.


BIJLAGE

GOEDKEURING VAN DE REKENINGEN VAN DE BETAALORGANEN

BEGROTINGSJAAR 2006

Bij de lidstaat in te vorderen of aan de lidstaat te betalen bedrag

NB: Nomenclatuur 2010: 05 07 01 06, 05 02 16 02, 67 01, 67 02, 68 03.

LS

 

2006 — Uitgaven / bestemmingsontvangsten van de betaalorganen waarvan de rekeningen zijn

Totaal a + b

Verlagingen en schorsingen voor het hele begrotingsjaar (1)

Verlagingen overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EG) nr. 1290/2005

Totaal na verlagingen en schorsingen

Betalingen aan de lidstaat voor het begrotingsjaar

Bij de lidstaat in te vorderen (–) of aan de lidstaat te betalen (+) bedrag

Op grond van Beschikking 2007/327/EG bij de lidstaat ingevorderd (–) of aan de lidstaat betaald (+) bedrag

Op grond van Beschikking 2008/394/EG bij de lidstaat ingevorderd (–) of aan de lidstaat betaald (+) bedrag

Op grond van dit besluit bij de lidstaat in te vorderen (–) of aan de lidstaat te betalen (+) bedrag (2)

goedgekeurd

afgesplitst

= in de jaarlijkse declaratie opgenomen uitgaven/bestemmingsontvangsten

= totaal van de in de maandelijkse declaraties opgenomen uitgaven/bestemmingsontvangsten

 

 

a

b

c = a + b

d

e

f = c + d + e

g

h = f – g

i

i'

j = h – i – i'

DE

EUR

6 543 354 057,67

0,00

6 543 354 057,67

–15 751,26

–22 076 833,17

6 521 261 473,24

6 543 392 477,21

–22 131 003,97

–22 062 685,96

–68 318,01

0,00

PT

EUR

948 006 804,65

0,00

948 006 804,65

–79 408,17

–1 169 114,34

946 758 282,14

946 441 751,51

316 530,63

704 425,08

0,00

– 387 894,45


LS

 

Uitgaven (3)

Bestemmingsontvangsten (3)

Suikerfonds

Artikel 32 (= e)

Totaal (= j)

Uitgaven (4)

Bestemmingsontvangsten (4)

05 07 01 06

67 01

05 02 16 02

68 03

67 02

k

l

m

n

o

p = k + l + m + n + o

DE

EUR

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

PT

EUR

– 279 281,98

0,00

0,00

0,00

– 108 612,47

– 387 894,45


(1)  De verlagingen en schorsingen omvatten die welke in het kader van de regeling voor de betalingen zijn verricht, en voorts met name de correcties wegens de overschrijdingen van de betalingstermijn die plaatsvonden in de maanden augustus, september en oktober 2006.

(2)  Het bedrag waarvan is uitgegaan bij de berekening van het bij de lidstaat in te vorderen of aan de lidstaat te betalen bedrag, is het totaal van de jaarlijkse declaratie in het geval van de goedgekeurde uitgaven (kolom a), respectievelijk het totaal van de maandelijkse declaraties in het geval van de afgesplitste uitgaven (kolom b).

Toe te passen wisselkoers: artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 883/2006.

(3)  Een eventuele aanpassing van de bestemmingsontvangsten in het voordeel van de lidstaat moet worden gedeclareerd ten laste van post 05 07 01 06.

(4)  Een eventuele aanpassing van de bestemmingsontvangsten voor het Suikerfonds in het voordeel van de lidstaat moet worden gedeclareerd ten laste van post 05 02 16 02.

NB: Nomenclatuur 2010: 05 07 01 06, 05 02 16 02, 67 01, 67 02, 68 03.