ISSN 1725-2598 doi:10.3000/17252598.L_2009.223.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 223 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
52e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is |
Bladzijde |
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
|
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
|
RICHTLIJNEN |
|
|
* |
||
|
* |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is
VERORDENINGEN
26.8.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 223/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 770/2009 VAN DE COMMISSIE
van 25 augustus 2009
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 26 augustus 2009.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 25 augustus 2009.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
MK |
33,6 |
XS |
19,8 |
|
ZZ |
26,7 |
|
0707 00 05 |
MK |
33,2 |
TR |
103,0 |
|
ZZ |
68,1 |
|
0709 90 70 |
TR |
107,8 |
ZZ |
107,8 |
|
0805 50 10 |
AR |
76,0 |
UY |
94,9 |
|
ZA |
67,3 |
|
ZZ |
79,4 |
|
0806 10 10 |
EG |
174,8 |
IL |
86,7 |
|
TR |
106,8 |
|
ZA |
151,7 |
|
ZZ |
130,0 |
|
0808 10 80 |
AR |
114,4 |
BR |
61,1 |
|
CL |
82,9 |
|
NZ |
85,6 |
|
US |
95,4 |
|
UY |
42,1 |
|
ZA |
83,2 |
|
ZZ |
80,7 |
|
0808 20 50 |
AR |
113,9 |
CN |
60,3 |
|
TR |
130,3 |
|
ZA |
102,4 |
|
ZZ |
101,7 |
|
0809 30 |
TR |
123,3 |
ZZ |
123,3 |
|
0809 40 05 |
TR |
90,9 |
ZZ |
90,9 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.
26.8.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 223/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 771/2009 VAN DE COMMISSIE
van 25 augustus 2009
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1580/2007, wat bepaalde handelsnormen voor de sector groenten en fruit betreft
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1), en met name op artikel 103 bis en artikel 121, onder a), in samenhang met artikel 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2) is, met betrekking tot de bepalingen inzake de handelsnormen, met ingang van 1 juli 2009 aanzienlijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1221/2008 van de Commissie (3). Niettemin moet duidelijkheid worden verschaft over een pas ingevoerde bepaling over producten die worden uitgesloten van de toepassing van de algemene handelsnorm. |
(2) |
Krachtens artikel 53, lid 7, van Verordening (EG) nr. 1580/2007 vindt de berekening van de waarde van de in de handel gebrachte productie voor de referentieperiode plaats conform de wetgeving die geldt tijdens de in dat artikel bedoelde referentieperiode. Dit beginsel dient tevens te worden toegepast op de waarde van de in de handel gebrachte productie van producentengroeperingen. |
(3) |
In 2008 heeft de „Working Party on Agricultural Quality Standards” (Werkgroep kwaliteitsnormen voor landbouwproducten) van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (UN/ECE) de normen van de UN/ECE voor sla, krulandijvie, andijvie, peren en tomaten herzien. Om onnodige handelsbelemmeringen te voorkomen dienen de op Gemeenschapsniveau bestaande specifieke handelsnormen voor groenten en fruit dezelfde te zijn als de normen van de UN/ECE. Daarom moeten de bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 vastgestelde specifieke normen voor de hierboven genoemde soorten groenten en fruit in overeenstemming te worden gebracht met de nieuwe normen van de UN/ECE. |
(4) |
Verordening (EG) nr. 1580/2007 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 1580/2007 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 3, lid 3 ter, onder a), wordt vervangen door:
|
2) |
Aan artikel 44 wordt het volgende lid 3 toegevoegd: „3. De waarde van de in de handel gebrachte productie wordt berekend conform de wetgeving die geldt tijdens de periode waarvoor de steun wordt aangevraagd.”; |
3) |
De delen 4, 6 en 10 van deel B van bijlage I worden vervangen door de tekst in de delen A, B en C van de bijlage bij de onderhavige verordening. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 september 2009.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 25 augustus 2009.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.
(3) PB L 336 van 13.12.2008, blz. 1.
BIJLAGE
DEEL A
„Deel 4: Handelsnorm voor sla, krulandijvie en andijvie
I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT
Deze norm heeft betrekking op:
— |
sla van de variëteiten (cultivars) van:
|
— |
kruisingen van deze variëteiten, en
|
die bestemd is voor levering als vers product aan de consument.
Deze norm is niet van toepassing op voor industriële verwerking bestemde producten en op als losse bladeren gepresenteerde producten, noch op sla met kluit en op slaplanten in potten.
II. KWALITEITSVOORSCHRIFTEN
In deze norm wordt aangegeven aan welke kwaliteitseisen de producten na opmaak en verpakking moeten voldoen.
A. Minimumeisen
Onverminderd de voor elke klasse geldende specifieke eisen en toegestane toleranties moeten de producten in alle kwaliteitsklassen als volgt zijn:
— |
intact, |
— |
gezond; geen producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, |
— |
zuiver en gebruiksklaar, dat wil zeggen nagenoeg vrij van grond of ander substraat en van zichtbare vreemde stoffen, |
— |
vers van uiterlijk, |
— |
nagenoeg vrij van plagen, |
— |
nagenoeg vrij van beschadiging door plagen, |
— |
turgescent, |
— |
niet geschoten, |
— |
vrij van abnormaal uitwendig vocht, |
— |
vrij van vreemde geur en/of vreemde smaak. |
Voor sla is een roodachtige verkleuring, veroorzaakt door lage temperaturen tijdens de groeiperiode, toegestaan, tenzij hierdoor het uiterlijk in aanzienlijke mate nadelig wordt beïnvloed.
De stronk moet onmiddellijk onder de onderste bladeren zijn afgesneden en het snijvlak moet glad zijn.
De producten moeten normaal ontwikkeld zijn. De producten moeten zodanig ontwikkeld en in een zodanige conditie zijn dat zij:
— |
bestand zijn tegen vervoer en goederenbehandeling, |
— |
in goede staat op de plaats van bestemming aankomen. |
B. Indeling in klassen
De producten worden ingedeeld in de twee hieronder omschreven klassen:
i) Klasse I
In deze klasse ingedeelde producten moeten van goede kwaliteit zijn. Zij moeten de kenmerken vertonen die eigen zijn aan de variëteit of het handelstype, en met name de typische kleur ervan bezitten.
De producten moeten tevens als volgt zijn:
— |
goed gevormd, |
— |
vast, rekening houdend met de teeltwijze en het soort product, |
— |
vrij van beschadiging of aantasting die de eetbaarheid nadelig beïnvloedt, |
— |
vrij van vorstschade. |
Kropsla van deze klasse moet één enkele, goed gevormde krop hebben. Bij glassla mag de krop minder goed gevormd zijn.
Bindsla moet een hart hebben, dat echter wel kleiner mag zijn.
Bij krulandijvie en andijvie moet het hart geel van kleur zijn.
ii) Klasse II
Tot deze klassen behoren producten die niet in klasse I kunnen worden ingedeeld, maar die wel aan de hierboven omschreven minimumeisen voldoen.
De producten moeten als volgt zijn:
— |
tamelijk goed gevormd, |
— |
vrij van beschadiging of aantasting die de eetbaarheid in ernstige mate nadelig beïnvloedt. |
Op voorwaarde dat de producten nog hun essentiële kenmerken wat betreft kwaliteit, houdbaarheid en presentatie vertonen, zijn de volgende afwijkingen toegestaan:
— |
geringe verkleuring, |
— |
lichte beschadigingen door plagen. |
Kropsla van deze klasse moet een krop hebben, maar deze mag kleiner zijn. Bij glassla mag de krop geheel ontbreken.
Bindsla hoeft geen hart te hebben.
III. SORTERINGSVOORSCHRIFTEN
De sortering geschiedt naar gewicht per eenheid.
A. Minimumgewicht
Voor de klassen I en II bedraagt het minimumgewicht:
|
Vollegrond |
Glasteelt |
Kropsla, met uitzondering van „ijsbergsla”, en bindsla, met uitzondering van „gem-sla” |
150 g |
100 g |
„IJsbergsla” |
300 g |
200 g |
Snijsla en „gem-sla” |
100 g |
100 g |
Krulandijvie en andijvie |
200 g |
150 g |
B. Uniformiteit
a) Sla
In alle klassen mag het grootste verschil in gewicht tussen de lichtste en de zwaarste krop in de verpakking niet meer bedragen dan:
— |
40 g wanneer de lichtste krop minder dan 150 g weegt; |
— |
100 g wanneer de lichtste krop tussen 150 g en 300 g weegt; |
— |
150 g wanneer de lichtste krop tussen 300 g en 450 g weegt; |
— |
300 g wanneer de lichtste krop meer dan 450 g weegt. |
b) Krulandijvie en andijvie
In alle klassen mag het grootste verschil in gewicht tussen de lichtste en de zwaarste krop in de verpakking niet meer bedragen dan 300 g.
IV. TOLERANTIES
In iedere partij zijn voor producten die niet beantwoorden aan de eisen voor de klasse waarin zij zijn ingedeeld, afwijkingen in kwaliteit en grootte toegestaan.
A. Toleranties in kwaliteit
i) Klasse I
In totaal mag 10 % van het aantal stuks bestaan uit producten die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar wel beantwoorden aan die voor klasse II. Niet meer dan in totaal 1 % van het binnen deze tolerantie vallende aantal stuks mogen producten zijn die noch aan de kwaliteiteisen van klasse II, noch aan de minimumeisen voldoen. Producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, zijn uitgesloten.
ii) Klasse II
In totaal mag 10 % van het aantal stuks bestaan uit producten die noch aan de eisen voor deze klasse, noch aan de minimumeisen beantwoorden. Producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, zijn uitgesloten.
B. Toleranties in grootte
Voor alle klassen mag in totaal 10 % van het aantal stuks afwijken van de sorteringsvoorschriften, op voorwaarde dat het gewicht van deze afwijkende kroppen niet meer dan 10 % hoger of lager is dan het vereiste gewicht.
V. VERPAKKINGSVOORSCHRIFTEN
A. Uniformiteit
De inhoud van iedere verpakkingseenheid moet uniform zijn en moet bestaan uit producten van dezelfde oorsprong, dezelfde variëteit of hetzelfde handelstype, dezelfde kwaliteit en dezelfde grootte.
Producten van duidelijk verschillende kleuren, variëteiten en/of handelstypen mogen echter samen in een verkoopeenheid (1) worden verpakt, op voorwaarde dat de producten in het mengsel van uniforme kwaliteit zijn en voor elke betrokken kleur, variëteit en/of handelstype uniform zijn wat de oorsprong betreft.
Het zichtbare gedeelte van de inhoud van de verpakkingseenheid moet representatief zijn voor het geheel.
B. Verpakking
De verpakking moet de producten goed beschermen. De producten moeten met inachtneming van de verpakkingsomvang en -soort zonder bovenmatige leemten of druk zijn verpakt.
Het binnenin de verpakkingseenheid gebruikte materiaal moet schoon zijn en van een zodanige kwaliteit dat de producten niet uitwendig of inwendig worden beschadigd. Er mag materiaal, met name papier of stempels, met handelsaanduidingen worden gebruikt, mits de voor de bedrukking of de etikettering gebruikte inkt of lijm niet giftig is.
De verpakkingen mogen geen vreemde substanties bevatten.
VI. AANDUIDINGSVOORSCHRIFTEN
Op iedere verpakkingseenheid (2) moeten op éénzelfde kant duidelijk leesbaar, onuitwisbaar en van buitenaf zichtbaar de onderstaande gegevens worden vermeld.
A. Identificatie
Verpakker en/of verzender/verscheper:
— |
naam en fysiek adres (bijv. straat/plaats/regio/postcode en, indien verschillend van het land van oorsprong, land) of |
— |
een officieel door de nationale autoriteit erkende code (3). |
B. Aard van het product
— |
„Kropsla”, „bataviasla”, „ijsbergsla”, „bindsla”, „snijsla”, (of bijvoorbeeld, in voorkomend geval: „eikenbladsla”, „lollo bionda”, „lollo rossa”), „krulandijvie”, „andijvie” of een synoniem voor een van deze producten, wanneer de inhoud van buitenaf niet zichtbaar is |
— |
Eventueel de vermelding „gem-sla” of een synoniem |
— |
Eventueel de vermelding „glassla” of een andere passende vermelding |
— |
Naam van de variëteit (facultatief) |
— |
Wanneer het verkoopeenheden betreft met een mengsel van producten van duidelijk verschillende kleuren, variëteiten en/of handelstypen, de vermelding „Mengsel van verschillende soorten sla” of een gelijkwaardige vermelding. Indien het product van buitenaf niet zichtbaar is, moeten de in de verkoopeenheid voorkomende kleuren, variëteiten of handelstypen worden vermeld. |
C. Oorsprong van het product
— |
Land van oorsprong en, eventueel, productiegebied of nationale, regionale of lokale plaatsnaam. |
— |
Wanneer het verkoopeenheden met een mengsel van producten van duidelijk verschillende kleuren, variëteiten en/of handelstypen van verschillende oorsprong betreft, moet dicht bij de betrokken kleur, de betrokken variëteit en/of het betrokken handelstype elk land van oorsprong worden vermeld. |
D. Handelskenmerken
— |
Klasse |
— |
Grootte, door vermelding van een minimumgewicht per stuk of van het aantal stuks |
— |
Nettogewicht (facultatief). |
E. Officieel controlemerk (facultatief)
De in de eerste alinea genoemde gegevens hoeven niet te worden aangebracht op de verpakkingen wanneer deze verkoopverpakkingen bevatten die van buitenaf zichtbaar zijn en elk van die gegevens zijn voorzien. Op deze verpakkingen mag geen enkele aanduiding voorkomen die misverstanden kan veroorzaken. Wanneer deze verpakkingen op een pallet worden aangeboden, moeten de betrokken gegevens zijn aangebracht op een blad dat zichtbaar op ten minste twee zijden van de pallet is bevestigd.”
DEEL B
„Deel 6: Handelsnorm voor peren
I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT
Deze norm heeft betrekking op perenvariëteiten (cultivars) van Pyrus communis L. die bestemd zijn voor levering als vers product aan de consument en niet voor industriële verwerking.
II. KWALITEITSVOORSCHRIFTEN
In de norm wordt aangegeven aan welke kwaliteitseisen peren na opmaak en verpakking moeten voldoen.
A. Minimumeisen
Onverminderd de voor elke klasse geldende specifieke eisen en toegestane toleranties moeten peren van alle kwaliteitsklassen als volgt zijn:
— |
intact, |
— |
gezond; geen producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, |
— |
zuiver, nagenoeg vrij van zichtbare vreemde stoffen, |
— |
nagenoeg vrij van plagen, |
— |
vrij van aantasting van het vruchtvlees door plagen, |
— |
vrij van abnormaal uitwendig vocht, |
— |
vrij van vreemde geur en/of vreemde smaak. |
De peren moeten zodanig ontwikkeld en in een zodanige conditie zijn dat zij:
— |
verder kunnen rijpen totdat ze de juiste, bij de kenmerken van de betrokken variëteit behorende rijpheidsgraad hebben bereikt, |
— |
bestand zijn tegen vervoer en goederenbehandeling, |
— |
in goede staat op de plaats van bestemming aankomen. |
B. Indeling in klassen
Peren worden ingedeeld in de drie hieronder omschreven klassen:
i) Klasse „Extra”
In deze klasse ingedeelde peren moeten van voortreffelijke kwaliteit zijn. Zij moeten de specifieke vorm, grootte en kleur van de variëteit hebben en een intact steeltje hebben.
Het vruchtvlees moet volkomen gaaf zijn, en de schil moet vrij zijn van ruige ruwschilligheid.
De vruchten mogen geen afwijkingen vertonen, afgezien van zeer geringe oppervlakkige afwijkingen aan de schil die het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie van het product in de verpakking niet nadelig beïnvloeden.
De peren mogen niet stenig zijn.
ii) Klasse I
In deze klasse ingedeelde peren moeten van goede kwaliteit zijn. Zij moeten de specifieke vorm, grootte en kleur van de variëteit hebben (4).
Het vruchtvlees moet volkomen gaaf zijn, en de schil moet vrij zijn van ruige ruwschilligheid.
Individuele vruchten mogen evenwel de volgende kleine afwijkingen vertonen, op voorwaarde dat deze afwijkingen het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie van het product in de verpakking niet nadelig beïnvloeden:
— |
een geringe afwijking in vorm, |
— |
een geringe afwijking in ontwikkeling, |
— |
lichte kleurafwijkingen, |
— |
geringe afwijkingen aan de schil, mits deze niet groter zijn dan:
|
— |
lichte kneuzingen die niet groter mogen zijn dan 1 cm2. |
Het steeltje mag licht beschadigd zijn.
De peren mogen niet stenig zijn.
iii) Klasse II
Tot deze klasse behoren peren die niet in een hogere klasse kunnen worden ingedeeld, maar die wel aan de hierboven omschreven minimumeisen voldoen.
Het vruchtvlees moet vrij zijn van ernstige afwijkingen.
Op voorwaarde dat de peren nog hun essentiële kenmerken op het gebied van kwaliteit, houdbaarheid en presentatie bezitten, zijn de volgende afwijkingen toegestaan:
— |
afwijkingen in vorm, |
— |
afwijkingen in ontwikkeling, |
— |
kleurafwijkingen, |
— |
lichte ruige ruwschilligheid, |
— |
afwijkingen aan de schil, mits deze niet groter zijn dan:
|
— |
lichte kneuzingen die niet groter mogen zijn dan 2 cm2. |
III. SORTERINGSVOORSCHRIFTEN
Peren worden gesorteerd naar de maximumdiameter van de dwarsdoorsnede.
Per klasse geldt de volgende minimumgrootte:
|
„Extra” |
Klasse I |
Klasse II |
Variëteiten met grote vruchten |
60 mm |
55 mm |
55 mm |
Overige variëteiten |
55 mm |
50 mm |
45 mm |
In de bijlage bij deze norm opgenomen zomerperen hoeven niet aan de eisen inzake minimumgrootte te voldoen.
Om te garanderen dat de vruchten in één verpakking homogeen van grootte zijn, mag het verschil in diameter tussen die vruchten niet meer bedragen dan:
— |
5 mm voor vruchten van de klasse „Extra” en voor op rijen en in lagen gerangschikte vruchten van de klassen I en II |
— |
10 mm voor los in de verpakking of in de voor de consument bestemde verpakking aangeboden vruchten van klasse I. |
Los in de verpakking of de voor de consument bestemde verpakking aangeboden vruchten van klasse II hoeven qua grootte niet homogeen te zijn.
IV. TOLERANTIES
Er gelden kwaliteits- en groottetoleranties voor elke partij producten die niet beantwoorden aan de eisen voor de klasse waarin zij zijn ingedeeld.
A. Toleranties in kwaliteit
i) Klasse „Extra”
In totaal mag 5 % van het aantal of het gewicht bestaan uit producten die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar wel beantwoorden aan die voor klasse I. Niet meer dan in totaal 0,5 % van de binnen deze tolerantie vallende peren mogen producten zijn die voldoen aan de kwaliteitseisen van klasse II.
ii) Klasse I
In totaal mag 10 % van het aantal of het gewicht bestaan uit producten die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar wel beantwoorden aan die voor klasse II. Niet meer dan in totaal 1 % van de binnen deze tolerantie vallende peren mogen producten zijn die noch aan de kwaliteiteisen van klasse II, noch aan de minimumeisen voldoen. Producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, zijn uitgesloten. Deze tolerantie geldt echter niet voor peren zonder steeltje.
iii) Klasse II
In totaal mag 10 % van het aantal of het gewicht bestaan uit producten die noch aan de eisen voor deze klasse, noch aan de minimumeisen beantwoorden. Producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, zijn uitgesloten.
Binnen deze tolerantie mag ten hoogste 2 % van het aantal of het gewicht de volgende afwijkingen vertonen:
— |
lichte beschadiging of niet-dichtgegroeide scheuren, |
— |
zeer lichte sporen van rot, |
— |
aanwezigheid van levende parasieten in de vrucht en/of aantasting van het vruchtvlees door parasieten. |
B. Toleranties in grootte
Voor alle klassen:
a) |
van de vruchten die aan uniformiteitsregels moeten voldoen, mag 10 % van het aantal of het gewicht voldoen aan de sorteringsvoorschriften van de grootteklasse onmiddellijk boven of beneden de op de verpakking vermelde grootteklasse, waarbij de vruchten in de kleinste toegestane groottesortering maximaal 5 mm kleiner mogen zijn dan het minimum; |
b) |
van de vruchten die niet aan uniformiteitsregels hoeven te voldoen, mag 10 % van het aantal of het gewicht bestaan uit vruchten die kleiner zijn dan de vastgestelde minimumgrootte, waarbij deze vruchten maximaal 5 mm kleiner mogen zijn dan die minimumgrootte. |
V. VERPAKKINGSVOORSCHRIFTEN
A. Uniformiteit
De inhoud van iedere verpakkingseenheid moet uniform zijn en moet bestaan uit peren van dezelfde oorsprong, dezelfde variëteit, dezelfde kwaliteit, dezelfde grootte (wanneer sortering plaatsvindt) en dezelfde rijpingsgraad.
Bovendien moeten de vruchten in de klasse „Extra” uniform van kleur zijn.
Peren van duidelijk verschillende variëteiten mogen echter samen in een verkoopeenheid (5) worden verpakt, op voorwaarde dat de producten in het mengsel van uniforme kwaliteit zijn en voor elke betrokken variëteit homogeen zijn wat de oorsprong betreft.
Het zichtbare gedeelte van de inhoud van de verpakking moet representatief zijn voor het geheel.
B. Verpakking
De verpakking moet de peren goed beschermen.
Het binnenin de verpakkingseenheid gebruikte materiaal moet schoon zijn en van een zodanige kwaliteit dat de producten niet uitwendig of inwendig worden beschadigd. Er mag materiaal, met name papier of stempels, met handelsaanduidingen worden gebruikt, mits de voor de bedrukking of de etikettering gebruikte inkt of lijm niet giftig is.
Het op elk product aangebrachte etiket mag bij het verwijderen ervan geen zichtbaar spoor van lijm achterlaten en de schil niet beschadigen.
De verpakkingen mogen geen vreemde substanties bevatten.
VI. AANDUIDINGSVOORSCHRIFTEN
Op iedere verpakkingseenheid (6) moeten op éénzelfde kant duidelijk leesbaar, onuitwisbaar en van buitenaf zichtbaar de onderstaande gegevens worden vermeld.
A. Identificatie
Verpakker en/of verzender/verscheper:
— |
naam en fysiek adres (bijv. straat/plaats/regio/postcode en, indien verschillend van het land van oorsprong, land) of |
— |
een officieel door de nationale autoriteit erkende code (7). |
B. Aard van het product
— |
„Peren”, indien de inhoud van de verpakking van buitenaf niet zichtbaar is. |
— |
Naam van de variëteit. In het geval van verkoopeenheden die verschillende perenvariëteiten bevatten, de naam van de diverse in de verpakking aanwezige variëteiten. |
C. Oorsprong van het product
— |
Land van oorsprong en, eventueel, productiegebied of nationale, regionale of lokale plaatsnaam. In het geval van verkoopeenheden die duidelijk verschillende perenvariëteiten van verschillende oorsprong bevatten, moet bij de naam van elke betrokken variëteit het land van oorsprong worden vermeld. |
D. Handelskenmerken
— |
Klasse |
— |
Groottesortering of, voor op rijen en in lagen gerangschikte vruchten, aantal stuks. Als de groottesortering wordt vermeld, wordt deze als volgt aangegeven:
|
E. Officieel controlemerk (facultatief)
De in de eerste alinea genoemde gegevens hoeven niet te worden aangebracht op de verpakkingen wanneer deze verkoopverpakkingen bevatten die van buitenaf zichtbaar zijn en elk van die gegevens zijn voorzien. Op deze verpakkingen mag geen enkele aanduiding voorkomen die misverstanden kan veroorzaken. Wanneer deze verpakkingen op een pallet worden aangeboden, moeten de betrokken gegevens zijn aangebracht op een blad dat zichtbaar op ten minste twee zijden van de pallet is bevestigd.
Aanhangsel
Groottesorteringscriteria voor peren
L |
= |
variëteiten met grote vruchten |
SP |
= |
zomerpeer, waarvoor geen minimumgrootte is vereist |
Niet-uitputtende lijst van variëteiten met grote vruchten en zomerperen
De variëteiten met kleine vruchten en de andere variëteiten die niet in de lijst zijn vermeld, mogen in de handel worden gebracht mits zij voldoen aan de in afdeling III van de norm vastgestelde sorteringsvoorschriften.
Bepaalde in de onderstaande lijst vermelde variëteiten mogen in de handel worden gebracht onder handelsbenamingen waarvoor in één of meerdere landen een bescherming is aangevraagd of verkregen. De eerste en de tweede kolom van onderstaande tabel bevatten geen dergelijke namen van handelsmerken. In de derde kolom is, uitsluitend ter informatie, een aantal bekende handelsmerken vermeld.
Variëteit |
Synoniem |
Handelsbenaming |
Grootte |
Abbé Fétel |
Abate Fetel |
|
L |
Abugo o Siete en Boca |
|
|
SP |
Aka |
|
|
SP |
Alka |
|
|
L |
Alsa |
|
|
L |
Amfora |
|
|
L |
Alexandrine Douillard |
|
|
L |
Bergamotten |
|
|
SP |
Beurré Alexandre Lucas |
Lucas |
|
L |
Beurré Bosc |
Bosc, Beurré d’Apremont, Empereur Alexandre, Kaiser Alexander |
|
L |
Beurré Clairgeau |
|
|
L |
Beurré |
Hardenpont |
|
L |
Beurré Giffard |
|
|
SP |
Beurré précoce Morettini |
Morettini |
|
SP |
Blanca de Aranjuez |
Agua de Aranjuez, Espadona, Blanquilla |
|
SP |
Carusella |
|
|
SP |
Castell |
Castell de Verano |
|
SP |
Colorée de Juillet |
Bunte Juli |
|
SP |
Comice rouge |
|
|
L |
Concorde |
|
|
L |
Condoula |
|
|
SP |
Coscia |
Ercolini |
|
SP |
Curé |
Curato, Pastoren, Del cura de Ouro, Espadon de invierno, Bella de Berry, Lombardia de Rioja, Batall de Campana |
|
L |
D’Anjou |
|
|
L |
Dita |
|
|
L |
D. Joaquina |
Doyenné de Juillet |
|
SP |
Doyenné d’hiver |
Winterdechant |
|
L |
Doyenné du Comice |
Comice, Vereinsdechant |
|
L |
Erika |
|
|
L |
Etrusca |
|
|
SP |
Flamingo |
|
|
L |
Forelle |
|
|
L |
Général Leclerc |
|
Amber Grace™ |
L |
Gentile |
|
|
SP |
Golden Russet Bosc |
|
|
L |
Grand champion |
|
|
L |
Harrow Delight |
|
|
L |
Jeanne d’Arc |
|
|
L |
Joséphine |
|
|
L |
Kieffer |
|
|
L |
Klapa Mīlule |
|
|
L |
Leonardeta |
Mosqueruela, Margallon, Colorada de Alcanadre, Leonarda de Magallon |
|
SP |
Lombacad |
|
Cascade® |
L |
Moscatella |
|
|
SP |
Mramornaja |
|
|
L |
Mustafabey |
|
|
SP |
Packham’s Triumph |
Williams d’Automne |
|
L |
Passe Crassane |
Passa Crassana |
|
L |
Perita de San Juan |
|
|
SP |
Pérola |
|
|
SP |
Pitmaston |
Williams Duchesse |
|
L |
Précoce de Trévoux |
Trévoux |
|
SP |
Président Drouard |
|
|
L |
Rosemarie |
|
|
L |
Suvenirs |
|
|
L |
Santa Maria |
Santa Maria Morettini |
|
SP |
Spadoncina |
Agua de Verano, Agua de Agosto |
|
SP |
Taylors Gold |
|
|
L |
Triomphe de Vienne |
|
|
L |
Vasarine Sviestine |
|
|
L |
Williams Bon Chrétien |
Bon Chrétien, Bartlett, Williams, Summer Bartlett |
|
L |
DEEL C
„Deel 10: Handelsnorm voor tomaten
I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT
Deze norm heeft betrekking op tomatenvariëteiten (cultivars) van Lycopersicum esculentum Mill die bestemd zijn voor levering als vers product aan de consument en niet voor industriële verwerking.
Er worden bij tomaten vier handelstypen onderscheiden:
— |
„ronde” tomaten, |
— |
„geribde” tomaten, |
— |
„langwerpige” tomaten, |
— |
„kerstomaten” (inclusief „cocktailtomaten”). |
II. KWALITEITSVOORSCHRIFTEN
In deze norm wordt aangegeven aan welke kwaliteitseisen tomaten na opmaak en verpakking moeten voldoen.
A. Minimumeisen
Onverminderd de voor elke klasse geldende specifieke eisen en toegestane toleranties moeten tomaten in alle kwaliteitsklassen als volgt zijn:
— |
intact, |
— |
gezond; niet toegestaan zijn producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, |
— |
zuiver, nagenoeg vrij van zichtbare vreemde stoffen, |
— |
vers van uiterlijk, |
— |
nagenoeg vrij van plagen, |
— |
vrij van aantasting van het vruchtvlees door plagen, |
— |
vrij van abnormaal uitwendig vocht, |
— |
vrij van vreemde geur en/of vreemde smaak. |
Bij tomaten in trossen moet de steel vers zijn, gezond, zuiver en vrij van bladeren en zichtbare vreemde stoffen.
Tomaten moeten zo ontwikkeld en in een zodanige conditie zijn dat zij:
— |
bestand zijn tegen vervoer en goederenbehandeling, |
— |
in goede staat op de plaats van bestemming aankomen. |
B. Indeling in klassen
Tomaten worden ingedeeld in de drie hieronder omschreven klassen:
i) Klasse „Extra”
In deze klasse ingedeelde tomaten moeten van voortreffelijke kwaliteit zijn. Het vruchtvlees moet stevig zijn, en de vorm, het uiterlijk en de ontwikkeling moeten kenmerkend zijn voor de variëteit.
De kleur van de tomaten, die de rijpheidsgraad aangeeft, moet zodanig zijn dat de tomaten kunnen beantwoorden aan de hierboven onder punt A, laatste alinea, vastgestelde eisen.
Tomaten mogen geen „groene kraag” hebben en geen andere afwijkingen vertonen dan zeer lichte oppervlakkige afwijkingen van de vruchthuid, op voorwaarde dat deze het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie van het product in de verpakking niet nadelig beïnvloeden.
ii) Klasse I
In deze klasse ingedeelde tomaten moeten van goede kwaliteit zijn. Zij moeten voldoende stevig zijn en de voor de variëteit kenmerkende eigenschappen bezitten.
Zij moeten vrij zijn van scheuren en van zichtbare „groene kragen”. De vruchten mogen evenwel de volgende kleine afwijkingen vertonen, op voorwaarde dat deze afwijkingen het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie van het product in de verpakking niet nadelig beïnvloeden:
— |
een geringe afwijking in vorm, |
— |
lichte kleurafwijkingen, |
— |
geringe afwijkingen aan de vruchthuid, |
— |
zeer lichte kneuzingen. |
„Geribde” tomaten mogen bovendien de volgende afwijkingen vertonen:
— |
dichtgegroeide scheurtjes van ten hoogste 1 cm lengte, |
— |
kleine uitwassen, |
— |
geringe navelvorming, zonder verkurking, |
— |
verkurkt navelvormig bloemlitteken met een oppervlakte van ten hoogste 1 cm2, |
— |
zeer smal langwerpig bloemlitteken (gelijkend op een naad), dat evenwel niet langer mag zijn dan 2/3 van de grootste diameter van de vrucht. |
iii) Klasse II
Tot deze klasse behoren tomaten die niet in een hogere klasse kunnen worden ingedeeld, maar die wel aan de hierboven omschreven minimumeisen voldoen.
Zij moeten redelijk stevig zijn (eventueel iets minder stevig dan tomaten van klasse I) en mogen geen scheurtjes vertonen die niet zijn dichtgegroeid.
Op voorwaarde dat de tomaten nog hun kenmerkende eigenschappen inzake kwaliteit, houdbaarheid en presentatie vertonen, zijn evenwel de volgende afwijkingen toegestaan:
— |
afwijkingen in vorm, ontwikkeling en kleur, |
— |
afwijkingen aan de vruchthuid of kneuzingen, op voorwaarde dat deze de vrucht niet ernstig aantasten, |
— |
dichtgegroeide scheurtjes van ten hoogste 3 cm lengte voor ronde, geribde en langwerpige tomaten. |
„Geribde” tomaten mogen bovendien de volgende afwijkingen vertonen:
— |
grotere uitwassen dan voor klasse I, mits er geen sprake is van misvormingen, |
— |
navelvorming, |
— |
verkurkt navelvormig bloemlitteken met een oppervlakte van ten hoogste 2 cm2, |
— |
zeer smal langwerpig bloemlitteken (gelijkend op een naad). |
III. SORTERINGSVOORSCHRIFTEN
Tomaten worden gesorteerd naar de maximumdiameter van de dwarsdoorsnede, naar gewicht of naar aantal stuks.
De onderstaande bepalingen gelden niet voor tomaten in trossen en zijn facultatief voor klasse II.
Om uniformiteit in grootte te garanderen:
a) |
geldt qua verschil in diameter tussen tomaten in dezelfde verpakkingseenheid:
Indien groottesorteringscodes worden toegepast, dienen de in de volgende tabel aangegeven codes en schalen in acht te worden genomen:
|
b) |
Voor naar gewicht of naar aantal stuks gesorteerde tomaten, dient het verschil is grootte in overeenstemming te zijn met het bepaalde onder a). |
IV. TOLERANTIES
Er gelden kwaliteits- en groottetoleranties voor elke partij producten die niet beantwoorden aan de eisen voor de klasse waarin zij zijn ingedeeld.
A. Toleranties in kwaliteit
i) Klasse „Extra”
In totaal mag 5 % van het aantal of het gewicht bestaan uit producten die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar wel beantwoorden aan die voor klasse I. Niet meer dan in totaal 0,5 % van de binnen deze tolerantie vallende tomaten mogen producten zijn die voldoen aan de kwaliteiteisen van klasse II.
ii) Klasse I
In totaal mag 10 % van het aantal of het gewicht bestaan uit producten die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar wel beantwoorden aan die voor klasse II. Niet meer dan in totaal 1 % van de binnen deze tolerantie vallende tomaten mogen producten zijn die noch aan de kwaliteiteisen van klasse II, noch aan de minimumeisen voldoen. Producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, zijn uitgesloten. Voor tomaten in trossen mag 5 % van het aantal of het gewicht bestaan uit tomaten die van de steel zijn losgekomen.
iii) Klasse II
In totaal mag 10 % van het aantal of het gewicht bestaan uit producten die noch aan de eisen voor deze klasse, noch aan de minimumeisen beantwoorden. Producten die zijn aangetast door rot of die een zodanige kwaliteitsvermindering vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie, zijn uitgesloten. Voor tomaten in trossen mag 10 % van het aantal of het gewicht bestaan uit tomaten die van de steel zijn losgekomen.
B. Toleranties in grootte
Voor alle klassen mag 10 % van het aantal of het gewicht de grootte van de sortering onmiddellijk boven of beneden de aangegeven sortering hebben.
V. VERPAKKINGSVOORSCHRIFTEN
A. Uniformiteit
De inhoud van iedere verpakking moet uniform zijn en moet bestaan uit tomaten van dezelfde oorsprong, dezelfde variëteit of hetzelfde handelstype, dezelfde kwaliteit en dezelfde groottesortering (wanneer sortering plaatsvindt).
Tomaten van de klassen „Extra” en I moeten praktisch uniform zijn qua rijpheid en kleur. Bovendien moet voor „langwerpige” tomaten de lengte voldoende uniform zijn.
Tomaten van duidelijk verschillende kleuren, variëteiten en/of handelstypen mogen echter samen in een verkoopeenheid (8) worden verpakt, op voorwaarde dat de producten in het mengsel van uniforme kwaliteit zijn en voor elke betrokken kleur, variëteit en/of handelstype uniform zijn wat de oorsprong betreft.
Het zichtbare gedeelte van de inhoud van de verpakking moet representatief zijn voor het geheel.
B. Verpakking
De verpakking moet de tomaten goed beschermen.
Het binnenin de verpakkingseenheid gebruikte materiaal moet schoon zijn en van een zodanige kwaliteit dat de producten niet uitwendig of inwendig worden beschadigd. Er mag materiaal, met name papier of stempels, met handelsaanduidingen worden gebruikt, mits de voor de bedrukking of de etikettering gebruikte inkt of lijm niet giftig is.
De verpakkingen mogen geen vreemde substanties bevatten.
VI. AANDUIDINGSVOORSCHRIFTEN
Op iedere verpakking (9) moeten, op één kant, duidelijk leesbaar, onuitwisbaar en van buitenaf zichtbaar, de volgende gegevens worden vermeld:
A. Identificatie
Verpakker en/of verzender/verscheper:
— |
naam en fysiek adres (bijv. straat/plaats/regio/postcode en, indien verschillende van het land van oorsprong, land) of |
— |
een officieel door de nationale autoriteit erkende code (10). |
B. Aard van het product
„Tomaten” of „tomaten in trossen” en het handelstype, indien de inhoud van de verpakking van buitenaf niet zichtbaar is. Deze aanduidingen zijn in ieder geval verplicht voor „kerstomaten” (of „cocktailtomaten”), al dan niet in trossen.
— |
Wanneer het verkoopeenheden betreft met een mengsel van producten van duidelijk verschillende kleuren, variëteiten en/of handelstypen, de vermelding „Mengsel van tomaten” of een gelijkwaardige vermelding. Indien het product van buitenaf niet zichtbaar is, moeten de in de verkoopeenheid voorkomende kleuren, variëteiten of handelstypen worden vermeld. |
— |
Naam van de variëteit (facultatief). |
C. Oorsprong van het product
Land van oorsprong en, eventueel, productiegebied of nationale, regionale of lokale plaatsnaam.
Wanneer het verkoopeenheden met een mengsel van producten van duidelijk verschillende kleuren, variëteiten en/of handelstypen van verschillende oorsprong betreft, moet dicht bij de betrokken kleur, de betrokken variëteit en/of het betrokken handelstype elk land van oorsprong worden vermeld.
D. Handelskenmerken
— |
Klasse |
— |
Grootteklasse (wanneer sortering plaatsvindt), aangegeven door middel van de minimum- en maximumdiameter. |
E. Officieel controlemerk (facultatief)
— |
De in de eerste alinea genoemde gegevens hoeven niet te worden aangebracht op de verpakkingen wanneer deze verkoopverpakkingen bevatten die van buitenaf zichtbaar zijn en elk van die gegevens zijn voorzien. Op deze verpakkingen mag geen enkele aanduiding voorkomen die misverstanden kan veroorzaken. Wanneer deze verpakkingen op een pallet worden aangeboden, moeten de betrokken gegevens zijn aangebracht op een blad dat zichtbaar op ten minste twee zijden van de pallet is bevestigd. |
(1) De verkoopeenheid moet voor aankoop in haar geheel zijn ontworpen.
(2) Voor rechtstreekse verkoop aan de consument voorverpakte verpakkingseenheden dienen niet aan deze aanduidingsvoorschriften, maar wel aan de betrokken nationale eisen te voldoen. De bedoelde aanduidingen moeten in elk geval wel voorkomen op de verpakking waarin dergelijke verpakkingseenheden worden vervoerd.
(3) Op grond van de nationale wetgeving van een aantal landen is de expliciete vermelding van naam en adres vereist. Wanneer echter een code wordt gebruikt, dient de vermelding „verpakker en/of verzender (of gelijkwaardige afkortingen)” dicht bij de code te worden aangegeven, waarbij de code moet worden voorafgegaan door de ISO 3166-lettercode voor het land/gebied van het erkennende land, indien dat verschillend is van het land van oorsprong.
(4) De niet-uitputtende lijst van variëteiten met grote vruchten en zomerperen is opgenomen in het aanhangsel bij deze norm.
(5) De verkoopeenheid moet voor aankoop in haar geheel zijn ontworpen.
(6) Voor rechtstreekse verkoop aan de consument voorverpakte verpakkingseenheden dienen niet aan deze aanduidingsvoorschriften, maar wel aan de betrokken nationale eisen te voldoen. De bedoelde aanduidingen moeten in elk geval wel voorkomen op de verpakking waarin dergelijke verpakkingseenheden worden vervoerd.
(7) Op grond van de nationale wetgeving van een aantal landen is de expliciete vermelding van naam en adres vereist. Wanneer echter een code wordt gebruikt, dient de vermelding „verpakker en/of verzender (of gelijkwaardige afkortingen)” dicht bij de code te worden aangegeven, waarbij de code moet worden voorafgegaan door de ISO 3166-lettercode voor het land/gebied van het erkennende land, indien dat verschillend is van het land van oorsprong.
(8) De verkoopeenheid moet voor aankoop in haar geheel zijn ontworpen.
(9) Voor rechtstreekse verkoop aan de consument voorverpakte verpakkingseenheden dienen niet aan deze aanduidingsvoorschriften, maar wel aan de betrokken nationale eisen te voldoen. De bedoelde aanduidingen moeten in elk geval wel voorkomen op de verpakking waarin dergelijke verpakkingseenheden worden vervoerd.
(10) Op grond van de nationale wetgeving van een aantal landen is de expliciete vermelding van naam en adres vereist. Wanneer echter een code wordt gebruikt, dient de vermelding „verpakker en/of verzender (of gelijkwaardige afkortingen)” dicht bij de code te worden aangegeven, waarbij de code moet worden voorafgegaan door de ISO-3166 lettercode voor het land/gebied van het erkennende land, indien dat verschillend is van het land van oorsprong.”
26.8.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 223/20 |
VERORDENING (EG) Nr. 772/2009 VAN DE COMMISSIE
van 25 augustus 2009
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1580/2007 met betrekking tot de drempelvolumes voor de toepassing van de aanvullende rechten voor tomaten
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (1), en met name op artikel 143, onder b), juncto artikel 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2) voorziet in toezicht op de invoer van de in bijlage XVII bij die verordening genoemde producten. Voor dit toezicht gelden de uitvoeringsbepalingen die zijn vastgesteld in artikel 308 quinquies van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (3). |
(2) |
Met het oog op de toepassing van artikel 5, lid 4, van de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde gesloten Overeenkomst inzake de landbouw (4), en op grond van de meest recente beschikbare gegevens over 2006, 2007 en 2008 moeten de drempelvolumes voor de toepassing van de aanvullende rechten voor tomaten worden aangepast. |
(3) |
Verordening (EG) nr. 1580/2007 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 oktober 2009.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 25 augustus 2009.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.
(3) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.
(4) PB L 336 van 23.12.1994, blz. 22.
BIJLAGE
„BIJLAGE XVII
AANVULLENDE INVOERRECHTEN: TITEL IV, HOOFDSTUK II, AFDELING 2
Onverminderd de regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, wordt de tekst van de omschrijving als louter indicatief beschouwd. De werkingssfeer van de aanvullende rechten wordt in het kader van deze bijlage bepaald door de draagwijdte van de GN-codes zoals deze bij de vaststelling van de onderhavige verordening bestaan.
Volgnummer |
GN-code |
Omschrijving |
Toepassingsperiode |
Drempelvolume (in t) |
78.0015 |
0702 00 00 |
Tomaten |
1 oktober tot en met 31 mei |
415 907 |
78.0020 |
1 juni tot en met 30 september |
40 107 |
||
78.0065 |
0707 00 05 |
Komkommers |
1 mei tot en met 31 oktober |
19 309 |
78.0075 |
1 november tot en met 30 april |
17 223 |
||
78.0085 |
0709 90 80 |
Artisjokken |
1 november tot en met 30 juni |
16 421 |
78.0100 |
0709 90 70 |
Courgettes |
1 januari tot en met 31 december |
65 893 |
78.0110 |
0805 10 20 |
Sinaasappelen |
1 december tot en met 31 mei |
700 277 |
78.0120 |
0805 20 10 |
Clementines |
1 november t/m eind februari |
385 569 |
78.0130 |
0805 20 30 0805 20 50 0805 20 70 0805 20 90 |
Mandarijnen (tangerines en satsuma’s daaronder begrepen); wilkings en soortgelijke kruisingen van citrusvruchten |
1 november t/m eind februari |
95 620 |
78.0155 |
0805 50 10 |
Citroenen |
1 juni tot en met 31 december |
329 947 |
78.0160 |
1 januari tot en met 31 mei |
61 422 |
||
78.0170 |
0806 10 10 |
Tafeldruiven |
21 juli tot en met 20 november |
89 140 |
78.0175 |
0808 10 80 |
Appelen |
1 januari tot en met 31 augustus |
824 442 |
78.0180 |
1 september tot en met 31 december |
327 526 |
||
78.0220 |
0808 20 50 |
Peren |
1 januari tot en met 30 april |
223 485 |
78.0235 |
1 juli tot en met 31 december |
70 116 |
||
78.0250 |
0809 10 00 |
Abrikozen |
1 juni tot en met 31 juli |
5 785 |
78.0265 |
0809 20 95 |
Kersen, andere dan zure kersen |
21 mei tot en met 10 augustus |
133 425 |
78.0270 |
0809 30 |
Perziken, nectarines daaronder begrepen |
11 juni tot en met 30 september |
131 459 |
78.0280 |
0809 40 05 |
Pruimen |
11 juni tot en met 30 september |
129 925” |
26.8.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 223/22 |
VERORDENING (EG) Nr. 773/2009 VAN DE COMMISSIE
van 20 augustus 2009
tot vaststelling van een verbod op de visserij op kabeljauw in gebied VI; EG-wateren van Vb; EG-wateren en internationale wateren van XII en XIV door vaartuigen die de vlag van Frankrijk voeren
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 26, lid 4,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (2), en met name op artikel 21, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 43/2009 van de Raad van 16 januari 2009 tot vaststelling, voor 2009, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften (3) zijn quota voor 2009 vastgesteld. |
(2) |
Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, de betrokken, voor 2009 toegewezen quota volledig zijn opgebruikt. |
(3) |
Derhalve moet het worden verboden op dit bestand te vissen en vis uit dit bestand aan boord te houden, over te laden en aan te voeren, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Het opgebruiken van het quotum
Het quotum dat voor 2009 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.
Artikel 2
Verbod
De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Na die datum is het ook verboden om vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, over te laden of aan te voeren.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 20 augustus 2009.
Voor de Commissie
Fokion FOTIADIS
Directeur-generaal Maritieme zaken en visserij
(1) PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.
(2) PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1.
(3) PB L 22 van 26.1.2009, blz. 1.
BIJLAGE
Nr. |
7/T&Q |
Lidstaat |
Frankrijk |
Bestand |
COD/561214 |
Soort |
Kabeljauw (Gadus morhua) |
Gebied |
VI; EG-wateren van Vb; EG wateren en internationale wateren van XII en XIV |
Datum |
1.7.2009 |
26.8.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 223/24 |
VERORDENING (EG) Nr. 774/2009 VAN DE COMMISSIE
van 25 augustus 2009
tot 112e wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al-Qa‘ida-netwerk en de Taliban
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 881/2002 van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al Qa‘ida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad tot instelling van een verbod op de uitvoer van bepaalde goederen en diensten naar Afghanistan, tot versterking van het verbod op vluchten en verlenging van de bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen ten aanzien van de Taliban van Afghanistan (1), en met name op artikel 7, lid 1, eerste streepje,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 worden de personen, groepen en entiteiten opgesomd waarvan de tegoeden en economische middelen krachtens die verordening worden bevroren. |
(2) |
Het Sanctiecomité van de VN-Veiligheidsraad heeft op 10 augustus 2009 besloten tot wijziging van de lijst van personen, groepen en entiteiten waarvan de tegoeden en economische middelen moeten worden bevroren. |
(3) |
Bijlage I moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 25 augustus 2009.
Voor de Commissie
Eneko LANDÁBURU
Directeur-generaal Buitenlandse betrekkingen
(1) PB L 139 van 29.5.2002, blz. 9.
BIJLAGE
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt als volgt gewijzigd:
De volgende vermeldingen worden geschrapt van de lijst „Natuurlijke personen”:
1. |
Ali Ghaleb Himmat. Adres: a) Via Posero 2, CH-6911 Campione D’Italia, Italië, b) andere plaats in Italië, c) Syrië. Geboortedatum: 16.6.1938. Geboorteplaats: Damascus, Syrië. Italiaanse nationaliteit sinds 1990. |
2. |
Mustapha Nasri Ben Abdul Kader Ait El Hadi. Geboortedatum: 5.3.1962. Geboorteplaats: Tunis, Tunesië. Nationaliteit: a) Algerijns, b) Duits. Overige informatie: a) zoon van Abdelkader en Amina Aissaoui; b) verblijft in Bonn, Duitsland, sinds februari 1999. |
RICHTLIJNEN
26.8.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 223/26 |
RICHTLIJN 2009/112/EG VAN DE COMMISSIE
van 25 augustus 2009
tot wijziging van Richtlijn 91/439/EEG van de Raad betreffende het rijbewijs
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 91/439/EEG van de Raad van 29 juli 1991 betreffende het rijbewijs (1), en met name op artikel 7 bis, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De minimumvoorwaarden inzake geschiktheid voor het besturen van een motorvoertuig zijn niet volledig geharmoniseerd. Overeenkomstig bijlage III, punt 5, van Richtlijn 91/439/EEG kunnen de lidstaten strengere normen vaststellen dan de Europese minimumnormen. |
(2) |
Aangezien het bestaan van uiteenlopende normen in verschillende lidstaten een belemmering van het vrije verkeer kan vormen, heeft de Raad in zijn resolutie van 26 juni 2000 aangedrongen op een herziening van de in bijlage III bij Richtlijn 91/439/EEG vastgestelde medische normen voor het rijbewijs. |
(3) |
Overeenkomstig de resolutie van de Raad heeft de Commissie aanbevolen werkzaamheden op korte en lange termijn te ondernemen om bijlage III aan te passen aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang als bedoeld in artikel 7 bis, lid 2, van Richtlijn 91/439/EEG. |
(4) |
Gezichtsvermogen, diabetes en epilepsie werden aangemerkt als medische factoren die de geschiktheid om een motorvoertuig te besturen beïnvloeden en die verder moesten worden onderzocht; daartoe werden werkgroepen opgericht met een aantal deskundigen uit de lidstaten. |
(5) |
Deze werkgroepen hebben een aantal rapporten opgesteld met het oog op de aanpassing van de relevante punten van bijlage III bij Richtlijn 91/439/EEG. |
(6) |
Richtlijn 91/439/EEG dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd. |
(7) |
De maatregelen van deze richtlijn zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het rijbewijs, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage III bij Richtlijn 91/439/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage.
Artikel 2
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 25 augustus 2009.
Voor de Commissie
Antonio TAJANI
Vicevoorzitter
(1) PB L 237 van 24.8.1991, blz. 1.
BIJLAGE
Bijlage III bij Richtlijn 91/439/EEG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Punt 6 komt als volgt te luiden: „GEZICHTSVERMOGEN
Groep 1:
Groep 2:
|
2) |
Punt 10 komt als volgt te luiden: „DIABETES MELLITUS
Groep 1:
Groep 2:
|
3) |
Punt 12 komt als volgt te luiden: „EPILEPSIE
Groep 1:
Groep 2:
|
26.8.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 223/31 |
RICHTLIJN 2009/113/EG VAN DE COMMISSIE
van 25 augustus 2009
tot wijziging van Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het rijbewijs
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (1) en met name op artikel 8,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De minimumvoorwaarden inzake geschiktheid voor het besturen van een motorvoertuig zijn niet volledig geharmoniseerd. Overeenkomstig bijlage III, punt 5, van Richtlijn 2006/126/EG kunnen de lidstaten strengere normen vaststellen dan de Europese minimumnormen. |
(2) |
Aangezien het bestaan van uiteenlopende normen in verschillende lidstaten een belemmering van het vrije verkeer kan vormen, heeft de Raad in zijn resolutie van 26 juni 2000 aangedrongen op een herziening van de medische normen voor het rijbewijs. |
(3) |
Overeenkomstig de resolutie van de Raad heeft de Commissie ervoor gepleit werkzaamheden op korte en lange termijn te ondernemen om bijlage III aan te passen aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang als bedoeld in artikel 8 van Richtlijn 2006/126/EG. |
(4) |
Gezichtsvermogen, diabetes en epilepsie werden aangemerkt als medische factoren die de geschiktheid om een motorvoertuig te besturen beïnvloeden en die verder moesten worden onderzocht; daartoe werden werkgroepen opgericht met een aantal deskundigen uit de lidstaten. |
(5) |
Deze werkgroepen hebben een aantal rapporten opgesteld met het oog op de aanpassing van de relevante punten van bijlage III bij Richtlijn 2006/126/EG. |
(6) |
Richtlijn 2006/126/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(7) |
De maatregelen van deze richtlijn zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het rijbewijs, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage III bij Richtlijn 2006/126/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage.
Artikel 2
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 25 augustus 2009.
Voor de Commissie
Antonio TAJANI
Vicevoorzitter
(1) PB L 403 van 30.12.2006, blz. 18.
BIJLAGE
Bijlage III bij Richtlijn 2006/126/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Punt 6 komt als volgt te luiden: „GEZICHTSVERMOGEN
Groep 1:
Groep 2:
|
2) |
Punt 10 komt als volgt te luiden: „DIABETES MELLITUS
Groep 1:
Groep 2:
|
3) |
Punt 12 komt als volgt te luiden: „EPILEPSIE
Groep 1:
Groep 2:
|