ISSN 1725-2598 doi:10.3000/17252598.L_2009.180.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 180 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
52e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is |
Bladzijde |
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
|
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
|
|
Rectificaties |
|
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is
VERORDENINGEN
11.7.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 180/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 608/2009 VAN DE COMMISSIE
van 10 juli 2009
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 11 juli 2009.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 10 juli 2009.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
MK |
36,3 |
ZZ |
36,3 |
|
0707 00 05 |
TR |
89,1 |
ZZ |
89,1 |
|
0709 90 70 |
TR |
101,9 |
ZZ |
101,9 |
|
0805 50 10 |
AR |
55,8 |
MK |
25,1 |
|
TR |
41,9 |
|
ZA |
64,8 |
|
ZZ |
46,9 |
|
0808 10 80 |
AR |
88,4 |
BR |
75,2 |
|
CL |
86,7 |
|
CN |
90,9 |
|
NZ |
98,4 |
|
US |
98,7 |
|
UY |
116,5 |
|
ZA |
81,3 |
|
ZZ |
92,0 |
|
0808 20 50 |
AR |
91,4 |
CL |
84,4 |
|
NZ |
87,2 |
|
ZA |
100,8 |
|
ZZ |
91,0 |
|
0809 10 00 |
TR |
203,3 |
XS |
107,8 |
|
ZZ |
155,6 |
|
0809 20 95 |
TR |
284,5 |
ZZ |
284,5 |
|
0809 30 |
TR |
124,7 |
ZZ |
124,7 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.
11.7.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 180/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 609/2009 VAN DE COMMISSIE
van 8 juli 2009
tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de statistiek- en tariefnomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name op artikel 9, lid 1, onder a),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 is gevoegd, moeten bepalingen worden vastgesteld voor de indeling van de in de bijlage bij onderhavige verordening vermelde goederen. |
(2) |
Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen op de gecombineerde nomenclatuur is gebaseerd en die bij specifieke Gemeenschapswetgeving is vastgesteld met het oog op de toepassing van tariefmaatregelen en andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer. |
(3) |
Volgens deze algemene regels moeten de in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen worden ingedeeld onder de in kolom 2 vermelde GN-code om de in kolom 3 genoemde redenen. |
(4) |
Er moet worden bepaald dat de houder van een door de douane van een lidstaat afgegeven bindende tariefinlichting inzake de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur die in strijd is met deze verordening, deze inlichting nog drie maanden mag blijven gebruiken op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2). |
(5) |
De in deze verordening vervatte bepalingen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité Douanewetboek, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De goederen die zijn omschreven in kolom 1 van de tabel in de bijlage worden onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-code in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld.
Artikel 2
Op een door de douane van een lidstaat verstrekte bindende tariefinlichting die niet in overeenstemming is met de bepalingen van deze verordening, kan nog gedurende drie maanden een beroep worden gedaan overeenkomstig artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8 juli 2009.
Voor de Commissie
László KOVÁCS
Lid van de Commissie
(1) PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.
(2) PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.
BIJLAGE
Omschrijving |
Indeling (GN-code) |
Motivering |
|||||||||
(1) |
(2) |
(3) |
|||||||||
Product in korrelvorm bestaande uit (in gewichtspercenten):
de rest zijn onzuiverheden. Het product wordt gebruikt in bereidingen die in diervoeder worden gebruikt. |
2923 90 00 |
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 1, onder a) en onder f), op hoofdstuk 29, en de tekst van de GN-codes 2923 en 2923 90 00. Het product bevat naast watervrije betaïne en water enkel calciumstearaat (antiklontermiddel) en onzuiverheden en voldoet bijgevolg aan de tekst van aantekeningen 1 a) en 1 f) op hoofdstuk 29. Betaïne is geen vitamine of provitamine van post 2936. Het is een quaternair intramoleculair ammoniumzout (zie ook de toelichting bij post 2923, vierde alinea, punt 6, van het geharmoniseerd systeem). Het product moet daarom worden ingedeeld onder post 2923. |
11.7.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 180/5 |
VERORDENING (EG) Nr. 610/2009 VAN DE COMMISSIE
van 10 juli 2009
tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor het tariefcontingent voor rundvlees van oorsprong uit Chili
(Gecodificeerde versie)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name op artikel 144, lid 1, en artikel 148 in combinatie met artikel 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 297/2003 van de Commissie van 17 februari 2003 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor het tariefcontingent voor rundvlees van oorsprong uit Chili (2) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (3). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan. |
(2) |
De overeenkomst tot oprichting van een associatie tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Chili, anderzijds (4) bepaalt in artikel 71, lid 5, dat met ingang van 1 februari 2003 een tariefcontingent van 1 000 ton rundvlees wordt geopend dat jaarlijks met 100 ton wordt verhoogd. |
(3) |
Voor het beheer van het betrokken contingent moet gebruik worden gemaakt van invoercertificaten. Daartoe moeten, behoudens andersluidende bepalingen in deze verordening, de voorschriften worden toegepast van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (5), Verordening (EG) nr. 376/2008 van de Commissie van 23 april 2008 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (6), en van Verordening (EG) nr. 382/2008 van de Commissie van 21 april 2008 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer- en uitvoercertificatenregeling in de sector rundvlees (7). |
(4) |
Chili heeft zich ertoe verbonden voor de betrokken producten echtheidscertificaten af te geven waaruit blijkt dat de producten van oorsprong uit Chili zijn. Het model en de gebruikswijze van deze echtheidscertificaten moeten worden vastgesteld. |
(5) |
In Verordening (EG) nr. 810/2008 van de Commissie van 11 augustus 2008 betreffende de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten voor vers, gekoeld of bevroren rundvlees van hoge kwaliteit en voor bevroren buffelvlees (8), zijn voor verscheidene rundvleescontingenten echtheidscertificaten voor telkens op 1 juli ingaande perioden van twaalf maanden voorgeschreven. Met het oog op een uniform beheer moeten soortgelijke uitvoeringsbepalingen voor het contingent van rundvlees uit Chili worden vastgesteld. |
(6) |
Met het oog op een deugdelijk beheer van de invoer van de betrokken producten moet worden bepaald dat de invoercertificaten pas na verificatie van met name de gegevens op de echtheidscertificaten worden afgegeven. |
(7) |
Er dient op gewezen te worden dat ten gevolge van de vrijstelling van rechten vanaf 1 februari 2003, tot de volledige terugbetaling van de invoerrechten wordt overgegaan overeenkomstig het bepaalde in artikel 236 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (9), en het bepaalde in artikel 878 en volgende van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (10). |
(8) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In het kader van het bij artikel 71, lid 5, van de Overeenkomst tot oprichting van een associatie tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Chili, anderzijds vastgestelde tariefcontingent mogen telkens voor een periode van 1 juli tot en met 30 juni van het daaropvolgende jaar de in bijlage I bij deze verordening vermelde producten van oorsprong uit Chili overeenkomstig het bepaalde in deze verordening worden ingevoerd met vrijstelling van de in het gemeenschappelijk douanetarief vastgestelde rechten.
De hoeveelheid in de eerste alinea bedoelde producten wordt in bijlage I voor elke invoerperiode aangegeven.
Artikel 2
Hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1301/2006, Verordening (EG) nr. 376/2008 en Verordening (EG) nr. 382/2008 zijn van toepassing, tenzij in de onderhavige verordening iets anders is bepaald.
Artikel 3
1. De invoercertificaten verplichten tot invoer uit het aangegeven land. In vak 8 van de certificaataanvraag en het certificaat moet het land van oorsprong worden vermeld en moet de vermelding „ja” worden aangekruist.
2. In vak 20 van de invoercertificaataanvraag en het invoercertificaat wordt als volgnummer 09.4181 vermeld en wordt een van de in bijlage II opgenomen vermeldingen aangebracht.
Artikel 4
1. De in artikel 8 bedoelde instantie van afgifte stelt overeenkomstig artikel 7 een echtheidscertificaat op waarin wordt verklaard dat de producten van oorsprong uit Chili zijn.
Het origineel en een naar behoren gewaarmerkt afschrift van dit certificaat worden aan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat (hierna „de bevoegde autoriteit” genoemd) overgelegd bij de eerste aanvraag van een met dit echtheidscertificaat corresponderend invoercertificaat.
2. Binnen de grenzen van de in het echtheidscertificaat vermelde hoeveelheid kan dit certificaat voor de afgifte van meerdere invoercertificaten worden gebruikt. In dat geval wordt het echtheidscertificaat door de bevoegde autoriteit telkens voor de opgenomen hoeveelheid geviseerd.
3. Nadat de bevoegde autoriteit zich ervan vergewist heeft dat alle gegevens op het echtheidscertificaat overeenstemmen met de van de Commissie in de desbetreffende wekelijkse mededelingen ontvangen informatie, geeft zij het invoercertificaat onverwijld af. Wanneer de gegevens niet overeenstemmen, mag het invoercertificaat niet worden afgegeven.
Artikel 5
1. In afwijking van het bepaalde in artikel 4 mag de bevoegde autoriteit een invoercertificaat afgeven in de onderstaande gevallen:
a) |
het origineel van het echtheidscertificaat is overgelegd, maar de informatie van de Commissie over dit certificaat is nog niet ontvangen; |
b) |
het origineel van het echtheidscertificaat is niet overgelegd en de informatie van de Commissie over dit certificaat is nog niet ontvangen; |
c) |
het origineel van het echtheidscertificaat is overgelegd en de informatie van de Commissie over dit certificaat is ontvangen, maar bepaalde gegevens stemmen niet overeen. |
2. In de in lid 1 genoemde gevallen is het bedrag van de voor de invoercertificaten te stellen zekerheid gelijk aan het bedrag dat voor de betrokken producten overeenstemt met het op de dag van de aanvraag van het invoercertificaat geldende volledige recht van het gemeenschappelijk douanetarief.
Nadat, naargelang van het geval, het origineel van het echtheidscertificaat en de informatie van de Commissie over dit certificaat zijn ontvangen en is gecontroleerd of de gegevens overeenstemmen, geven de lidstaten de in de eerste alinea bedoelde zekerheid vrij.
De indiening, bij de bevoegde autoriteit, van het origineel van het echtheidscertificaat vóór het einde van de geldigheidsduur van het betrokken invoercertificaat is voor de in de eerste alinea bedoelde zekerheid een primaire eis in de zin van artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie (11).
De niet-vrijgegeven bedragen van de in de eerste alinea bedoelde zekerheid worden verbeurdverklaard en gelden als betaling van douanerechten.
Artikel 6
De echtheidscertificaten en de invoercertificaten zijn drie maanden geldig vanaf de respectieve data van afgifte.
Zij kunnen echter niet langer geldig zijn dan tot en met 30 juni na de datum van afgifte.
Artikel 7
1. Van het in artikel 4 bedoelde echtheidscertificaat worden overeenkomstig het model in bijlage III een origineel en ten minste één afschrift opgesteld.
Het formaat ervan is circa 210 × 297 mm en het te gebruiken papier moet ten minste 40 g per m2 wegen.
2. De exemplaren worden gedrukt en ingevuld in een van de officiële talen van de Gemeenschap; bovendien mogen zij worden gedrukt en ingevuld in de officiële taal van Chili.
3. Aan elk echtheidscertificaat wordt door de in artikel 8 bedoelde instantie van afgifte een individueel volgnummer toegekend. De afschriften hebben hetzelfde volgnummer als het overeenkomstige origineel.
4. Het origineel en de afschriften van het echtheidscertificaat worden in machineschrift of met de hand ingevuld. Worden zij met de hand ingevuld, dan moet dit met zwarte inkt en in blokletters geschieden.
5. Het echtheidscertificaat is slechts geldig wanneer het naar behoren ingevuld en geviseerd is door de in artikel 8 bedoelde instantie van afgifte.
Het echtheidscertificaat is naar behoren geviseerd wanneer plaats en datum van afgifte zijn vermeld, het stempel van de instantie van afgifte is aangebracht en het is ondertekend door de daartoe gemachtigde personen.
Het stempel op het origineel van het echtheidscertificaat en op de afschriften ervan mag worden vervangen door een gedrukt zegel.
Artikel 8
1. De in bijlage IV vermelde instantie die door Chili gemachtigd is echtheidscertificaten af te geven, hierna „instantie van afgifte” te noemen, moet:
a) |
zich ertoe verbinden de in de echtheidscertificaten vermelde gegevens te verifiëren; |
b) |
zich ertoe verbinden de Commissie ten minste wekelijks alle nodige inlichtingen te verstrekken die nodig zijn voor de verificatie van de in de echtheidscertificaten vermelde gegevens. |
2. De Commissie kan bijlage IV herzien wanneer een instantie van afgifte niet langer erkend is, wanneer zij een van de door haar aangegane verplichtingen niet nakomt of wanneer een nieuwe instantie van afgifte wordt aangewezen.
Artikel 9
Overeenkomstig de door de Chileense autoriteiten meegedeelde informatie verstrekt de Commissie de bevoegde autoriteiten van de lidstaten een specimen van de afdruk van het door de instantie van afgifte gebruikte stempel, alsook naam en handtekening van de voor het ondertekenen van de echtheidscertificaten gemachtigde personen.
Artikel 10
1. In afwijking van artikel 11, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 delen de lidstaten de Commissie de volgende gegevens mee:
a) |
uiterlijk op 31 augustus na afloop van elke invoertariefcontingentsperiode, de hoeveelheden producten, ook als deze nul bedragen, waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven gedurende de voorgaande invoertariefcontingentsperiode; |
b) |
uiterlijk op 31 oktober na afloop van elke invoertariefcontingentsperiode, de hoeveelheden producten, ook als deze nul bedragen, waarvoor de invoercertificaten niet of gedeeltelijk niet zijn gebruikt en die overeenstemmen met het verschil tussen de op de achterzijde van de invoercertificaten afgeschreven hoeveelheden en de hoeveelheden waarvoor die invoercertificaten waren afgegeven. |
2. Uiterlijk op 31 oktober na afloop van elke invoertariefcontingentsperiode delen de lidstaten de Commissie de hoeveelheden producten mee die tijdens de voorgaande invoertariefcontingentsperiode daadwerkelijk in het vrije verkeer zijn gebracht.
Vanaf het begin van de invoertariefcontingentsperiode op 1 juli 2009 verstrekken de lidstaten de Commissie evenwel gegevens over de hoeveelheden producten die met ingang van 1 juli 2009 in het vrije verkeer zijn gebracht overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1301/2006.
3. De in lid 1 en lid 2, eerste alinea, bedoelde mededelingen worden gedaan zoals vermeld in de bijlagen V, VI en VII bij deze verordening en er dient gebruik te worden gemaakt van de in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 382/2008 vermelde productcategorieën.
Artikel 11
Verordening (EG) nr. 297/2003 wordt ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage IX.
Artikel 12
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 10 juli 2009.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 43 van 18.2.2003, blz. 26.
(3) Zie bijlage VIII.
(4) PB L 352 van 30.12.2002, blz. 3.
(5) PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.
(6) PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.
(7) PB L 115 van 29.4.2008, blz. 10.
(8) PB L 219 van 14.8.2008, blz. 3.
(9) PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.
(10) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.
(11) PB L 205 van 3.8.1985, blz. 5.
BIJLAGE I
Producten waarop de in artikel 1 bedoelde tariefconcessie betrekking heeft:
Volgnummer |
GN-code |
Omschrijving |
Verminderingspercentage van de douanerechten % |
Jaarlijkse hoeveelheid van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2010 (in ton nettoproductgewicht) |
Jaarlijkse verhoging vanaf 1 juli 2010 (in ton nettoproductgewicht) |
09.4181 |
0201 20 0201 30 00 0202 20 0202 30 |
Vers, gekoeld of bevroren rundvlees (1) |
100 |
1 650 |
100 |
(1) Als „bevroren vlees” geldt vlees dat in bevroren toestand in het douanegebied van de Gemeenschap wordt binnengebracht met een inwendige temperatuur van ten hoogste –12 °C.
BIJLAGE II
In artikel 3, lid 2, bedoelde vermeldingen
— |
: |
in het Bulgaars |
: |
Регламент (ЕО) № 610/2009 |
— |
: |
in het Spaans |
: |
Reglamento (CE) no 610/2009 |
— |
: |
in het Tsjechisch |
: |
Nařízení (ES) č. 610/2009 |
— |
: |
in het Deens |
: |
Forordning (EF) nr. 610/2009 |
— |
: |
in het Duits |
: |
Verordnung (EG) Nr. 610/2009 |
— |
: |
in het Ests |
: |
Määrus (EÜ) nr 610/2009 |
— |
: |
in het Grieks |
: |
Κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 610/2009 |
— |
: |
in het Engels |
: |
Regulation (EC) No 610/2009 |
— |
: |
in het Frans |
: |
Règlement (CE) no 610/2009 |
— |
: |
in het Italiaans |
: |
Regolamento (CE) n. 610/2009 |
— |
: |
in het Lets |
: |
Regula (EK) Nr. 610/2009 |
— |
: |
in het Litouws |
: |
Reglamentas (EB) Nr. 610/2009 |
— |
: |
in het Hongaars |
: |
610/2009/EK rendelet |
— |
: |
in het Maltees |
: |
Regolament (KE) Nru 610/2009 |
— |
: |
in het Nederlands |
: |
Verordening (EG) nr. 610/2009 |
— |
: |
in het Pools |
: |
Rozporządzenie (WE) nr 610/2009 |
— |
: |
in het Portugees |
: |
Regulamento (CE) n.o 610/2009 |
— |
: |
in het Roemeens |
: |
Regulamentul (CE) nr. 610/2009 |
— |
: |
in het Slowaaks |
: |
Nariadenie (ES) č. 610/2009 |
— |
: |
in het Sloveens |
: |
Uredba (ES) št. 610/2009 |
— |
: |
in het Fins |
: |
Asetus (EY) N:o 610/2009 |
— |
: |
in het Zweeds |
: |
Förordning (EG) nr 610/2009 |
BIJLAGE III
Model van echtheidscertificaat
BIJLAGE IV
Instantie die door Chili tot de afgifte van echtheidscertificaten gemachtigd is:
Asociación Gremial de Plantas Faenadoras Frigoríficas de Carnes de Chile |
Teatinos 20 — Oficina 55 |
Santiago |
Chile |
BIJLAGE V
Mededeling inzake (afgegeven) invoercertificaten — Verordening (EG) nr. 610/2009
Lidstaat: …
Toepassing van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 610/2009
Hoeveelheden producten waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven
Van: … tot: …
Volgnummer |
Productcategorie of -categorieën (1) |
Hoeveelheid (kilogram productgewicht) |
09.4181 |
|
|
(1) Productcategorie of -categorieën zoals vermeld in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 382/2008.
BIJLAGE VI
Mededeling inzake invoercertificaten (niet-gebruikte hoeveelheden) — Verordening (EG) nr. 610/2009
Lidstaat: …
Toepassing van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 610/2009
Hoeveelheden producten waarvoor de invoercertificaten niet zijn gebruikt
Van: … tot: …
Volgnummer |
Productcategorie of -categorieën (1) |
Niet-gebruikte hoeveelheid (kilogram productgewicht) |
09.4181 |
|
|
(1) Productcategorie of -categorieën zoals vermeld in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 382/2008.
BIJLAGE VII
Mededeling inzake de hoeveelheden in het vrije verkeer gebrachte producten — Verordening (EG) nr. 610/2009
Lidstaat: …
Toepassing van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 610/2009
Hoeveelheden in het vrije verkeer gebrachte producten:
Van: … tot: … (invoertariefcontingentsperiode).
Volgnummer |
Productcategorie of -categorieën (1) |
In het vrije verkeer gebrachte hoeveelheid (kilogram productgewicht) |
09.4181 |
|
|
(1) Productcategorie of -categorieën zoals vermeld in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 382/2008.
BIJLAGE VIII
Ingetrokken verordening met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan
Verordening (EG) nr. 297/2003 van de Commissie |
|
Verordening (EG) nr. 1118/2004 van de Commissie |
uitsluitend artikel 9 |
Verordening (EG) nr. 1965/2006 van de Commissie |
uitsluitend artikel 5 en bijlage V |
Verordening (EG) nr. 567/2007 van de Commissie |
|
Verordening (EG) nr. 332/2008 van de Commissie |
|
Verordening (EG) nr. 749/2008 van de Commissie |
uitsluitend artikel 1 en bijlage I |
BIJLAGE IX
Concordantietabel
Verordening (EG) nr. 297/2003 |
De onderhavige verordening |
Artikel 1, lid 1 |
Artikel 1 |
Artikelen 2 tot en met 9 |
Artikelen 2 tot en met 9 |
Artikel 9bis |
Artikel 10 |
— |
Artikel 11 |
Artikel 10, eerste alinea |
Artikel 12 |
Artikel 10, tweede alinea |
— |
Bijlage I |
Bijlage I |
Bijlage IA |
Bijlage II |
Bijlage II |
Bijlage III |
Bijlage III |
Bijlage IV |
Bijlage IV |
Bijlage V |
Bijlage V |
Bijlage VI |
Bijlage VI |
Bijlage VII |
— |
Bijlage VIII |
— |
Bijlage IX |
11.7.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 180/15 |
VERORDENING (EG) Nr. 611/2009 VAN DE COMMISSIE
van 10 juli 2009
houdende rectificatie van Verordening (EG) nr. 1276/2008 inzake de controle aan de hand van fysieke controles bij de uitvoer van landbouwproducten waarvoor restituties of andere bedragen worden toegekend
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name op artikel 170, onder c), en artikel 194, onder a), juncto artikel 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Artikel 11, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1276/2008 van de Commissie (2) en bijlage II bij die verordening komen volgens de concordantietabel in bijlage IX bij die verordening overeen met respectievelijk artikel 3, lid 2, en artikel 1 van Verordening (EG) nr. 3122/94 van de Commissie van 20 december 1994 tot vaststelling van de criteria voor de risicoanalyse inzake landbouwproducten waarvoor restituties worden toegekend (3). Met name komt artikel 11, lid 5, onder a), van Verordening (EG) nr. 1276/2008 overeen met artikel 3, lid 2, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 3122/94. Artikel 3, lid 2, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 3122/94 verwijst evenwel naar criteria die zijn vastgesteld in de hele tweede alinea van artikel 1 van die verordening, terwijl artikel 11, lid 5, onder a), van Verordening (EG) nr. 1276/2008 enkel verwijst naar de in punt 1 van bijlage II bij die verordening vastgestelde criteria. |
(2) |
Aangezien de mededeling betreffende de risicoanalyse alle relevante risico-elementen moet bestrijken, zoals reeds was bepaald in Verordening (EG) nr. 3122/94, dient de verwijzing naar bijlage II, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 1276/2008 in artikel 11, lid 5, onder a), van die verordening dienovereenkomstig te worden gecorrigeerd. |
(3) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 11, lid 5, onder a), van Verordening (EG) nr. 1276/2008 wordt vervangen door:
„a) |
de maatregelen, met inbegrip van de instructies aan de nationale instanties, die zijn vastgesteld voor de toepassing van het selectiesysteem op basis van een risicoanalyse, met inachtneming van de in bijlage II vastgestelde criteria;”. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 10 juli 2009.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 339 van 18.12.2008, blz. 53.
(3) PB L 330 van 21.12.1994, blz. 31.
II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is
BESLUITEN/BESCHIKKINGEN
Raad
11.7.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 180/16 |
BESCHIKKING VAN DE RAAD
van 7 juli 2009
betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten
(2009/536/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 128, lid 2,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),
Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,
Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De in 2005 hernieuwde Lissabonstrategie heeft de nadruk gelegd op groei en werkgelegenheid. De werkgelegenheidsrichtsnoeren van de Europese werkgelegenheidsstrategie en de globale richtsnoeren voor het economisch beleid werden als integraal pakket goedgekeurd, waarbij de Europese werkgelegenheidsstrategie het belangrijkste instrument is voor de tenuitvoerlegging van de werkgelegenheids- en arbeidsmarktdoelstellingen van de Lissabonstrategie. |
(2) |
Uit het onderzoek van de nationale hervormingsprogramma’s van de lidstaten, dat in het gezamenlijke verslag over de werkgelegenheid is opgenomen, blijkt dat de lidstaten alle mogelijke inspanningen moeten blijven richten op de volgende prioritaire gebieden: meer mensen op de arbeidsmarkt krijgen en houden; het arbeidsaanbod vergroten en de sociale zekerheid moderniseren; het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen verbeteren, en investeringen in menselijk kapitaal verhogen door middel van beter onderwijs en verbetering van de vaardigheden. |
(3) |
Gezien de huidige economische crisis moeten de richtsnoeren ook dienen als middel om het hoofd te bieden aan de directe uitdagingen van toenemende werkloosheid en sociale uitsluiting. Het beleid voor de directe termijn omvat een geïntegreerd flexizekerheidsbeleid om de overgang naar werk te vergemakkelijken door een betere afstemming van vraag en aanbod van werk en verbetering van de vaardigheden. |
(4) |
In het licht van het onderzoek van de nationale hervormingsprogramma’s door de Commissie dient het accent te worden gelegd op de doeltreffende en goed getimede uitvoering daarvan, waarbij bijzondere aandacht moet worden besteed aan de overeengekomen doelstellingen en referentiewaarden, en de inschakeling van de sociale partners. |
(5) |
De in 2008 goedgekeurde werkgelegenheidsrichtsnoeren zijn drie jaar geldig en mogen in die tussentijd slechts in zeer beperkte mate worden aangepast. |
(6) |
De lidstaten dienen bij de tenuitvoerlegging van de werkgelegenheidsrichtsnoeren na te gaan in hoeverre van het Europees Sociaal Fonds gebruikgemaakt kan worden. |
(7) |
Gezien het geïntegreerde karakter van het richtsnoerenpakket dienen de lidstaten de globale richtsnoeren voor het economisch beleid volledig ten uitvoer te leggen, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:
Artikel 1
De richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten, als vastgesteld in de bijlage bij Beschikking 2008/618/EG van de Raad van 15 juli 2008 betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (3), worden gehandhaafd voor 2009 en de lidstaten houden er rekening mee in hun werkgelegenheidsbeleid.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 7 juli 2009.
Voor de Raad
De voorzitter
A. BORG
(1) Advies van 11 maart 2009 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) Advies van 13 mei 2009 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(3) PB L 198 van 26.7.2008, blz. 47.
Commissie
11.7.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 180/18 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 8 juli 2009
tot wijziging van het aanhangsel bij bijlage VI bij de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië wat betreft bepaalde melkverwerkingsinrichtingen in Bulgarije
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 5314)
(Voor de EER relevante tekst)
(2009/537/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië, en met name op bijlage VI, hoofdstuk 4, afdeling B, onder f), eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Aan Bulgarije zijn bij de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië overgangsperioden toegekend om bepaalde melkverwerkingsinrichtingen in staat te stellen te voldoen aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (1). |
(2) |
Bulgarije heeft garanties gegeven dat drie melkverwerkingsinrichtingen hun moderniseringsproces hebben voltooid en nu volledig aan de communautaire wetgeving voldoen. Eén van die inrichtingen mag rauwe melk die wel respectievelijk niet aan de voorschriften voldoet, ontvangen en verwerken zonder aparte productielijnen. Daarom moet zij worden toegevoegd aan de lijst van hoofdstuk I van het aanhangsel bij bijlage VI. Eén momenteel in de lijst van hoofdstuk I opgenomen melkverwerkingsinrichting zal alleen rauwe melk verwerken die aan de voorschriften voldoet en zal daarom worden beschouwd als een door de Europese Unie erkende melkverwerkingsinrichting. Die inrichting moet daarom worden geschrapt uit de lijst van hoofdstuk I van het aanhangsel bij bijlage VI. |
(3) |
Het aanhangsel bij bijlage VI bij de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(4) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Het aanhangsel bij bijlage VI bij de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze beschikking.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 8 juli 2009.
Voor de Commissie
Androulla VASSILIOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55.
BIJLAGE
Hoofdstuk I van het aanhangsel bij bijlage VI bij de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De volgende vermelding wordt toegevoegd:
|
2) |
De volgende vermelding wordt geschrapt:
|
11.7.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 180/20 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 10 juli 2009
tot wijziging van Beschikking 2008/456/EG tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het Europees Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemeen programma „Solidariteit en beheer van de migratiestromen” wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het Fonds medegefinancierde projecten
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 5373)
(Slechts de teksten in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal zijn authentiek)
(2009/538/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma „Solidariteit en beheer van de migratiestromen” (1), en met name op artikel 25, en artikel 37, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Gezien de ervaringen sinds de ingebruikneming van het Fonds is het nodig om de subsidiabiliteitsperiode van de jaarprogramma’s te verruimen, zodat de lidstaten het Fonds doeltreffend kunnen gebruiken, en om het tijdschema voor de indiening van het eindverslag over de uitvoering van het jaarprogramma aan te passen. |
(2) |
Tevens dient de procedure voor de indiening van het herziene jaarprogramma te worden aangepast. |
(3) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, heeft Denemarken Beschikking 2007/574/EG omgezet in zijn nationale recht; deze beschikking is derhalve bindend voor Denemarken. |
(4) |
Deze beschikking vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (2) en het daarop volgende Besluit 2004/926/EG van de Raad van 22 december 2004 betreffende de toepassing door het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland van de bepalingen van het Schengenacquis (3). Deze beschikking is derhalve niet bindend voor, noch van toepassing in het Verenigd Koninkrijk. |
(5) |
Deze beschikking vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis. Deze beschikking is derhalve niet bindend voor, noch van toepassing in Ierland. |
(6) |
Wat IJsland en Noorwegen betreft, houdt Beschikking nr. 574/2007/EG een ontwikkeling in van bepalingen van het Schengenacquis, zoals bedoeld in de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (4), die vallen onder de gebieden bedoeld in artikel 1, punten A en B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (5). |
(7) |
Wat Zwitserland betreft, houdt Beschikking nr. 574/2007/EG een ontwikkeling in van bepalingen van het Schengenacquis, zoals bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, die vallen onder de gebieden bedoeld in artikel 4, lid 1, van het Besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, en de voorlopige toepassing van enkele bepalingen van die overeenkomst. |
(8) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het gemeenschappelijk comité „Solidariteit en beheer van de migratiestromen”, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Beschikking 2008/456/EG van de Commissie (6) wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 23, lid 1, wordt vervangen door: „1. Om het overeenkomstig artikel 23, lid 4, van de basisbeschikking door de Commissie goedgekeurde jaarprogramma te herzien, dient de betrokken lidstaat uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de subsidiabiliteitsperiode bij de Commissie een herzien jaarprogramma in. De Commissie onderzoekt en keurt het herziene programma zo snel mogelijk goed overeenkomstig de in artikel 23, lid 4, van de basisbeschikking vastgestelde procedure.”. |
2) |
In punt 4.1 van bijlage V, onder A, wordt „Lijst van alle lopende terugvorderingen op 30 juni van het jaar N + 2 (N = het jaar van dit jaarprogramma)” vervangen door: „Lijst van alle lopende terugvorderingen, zes maanden na de uiterste datum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven”. |
3) |
In bijlage XI komt punt I.4.1 als volgt te luiden:
|
4. |
In bijlage XI komt punt V.3 als volgt te luiden:
|
Artikel 2
Deze beschikking is van toepassing op alle jaarprogramma’s waarvoor het saldo nog niet is betaald op de datum waarop de beschikking is gegeven.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Tsjechische Republiek, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden.
Gedaan te Brussel, 10 juli 2009.
Voor de Commissie
Jacques BARROT
Vicevoorzitter
(1) PB L 144 van 6.6.2007, blz. 22.
(2) PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43.
(3) PB L 395 van 31.12.2004, blz. 70.
(4) PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.
(5) PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31.
(6) PB L 167 van 27.6.2008, blz. 1.
(7) „N” is het jaar waarop het financieringsbesluit, waarbij de jaarprogramma’s van de lidstaten worden goedgekeurd, betrekking heeft.”.
11.7.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 180/22 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 10 juli 2009
tot wijziging van Beschikking 2000/96/EG betreffende de overdraagbare ziekten die geleidelijk door het communautaire netwerk zullen worden bestreken overeenkomstig Beschikking nr. 2119/98/EG van het Europees Parlement en de Raad
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 5457)
(Voor de EER relevante tekst)
(2009/539/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Beschikking nr. 2119/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 1998 tot oprichting van een netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten in de Gemeenschap (1), en met name op artikel 3, onder a),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Beschikking 2000/96/EG van de Commissie van 22 december 1999 betreffende de overdraagbare ziekten die geleidelijk door het communautaire netwerk zullen worden bestreken overeenkomstig Beschikking nr. 2119/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) worden de overdraagbare ziekten vermeld waarop de epidemiologische surveillance via het communautaire netwerk betrekking moet hebben; dit zijn onder meer „door vaccinatie te voorkomen ziekten”. Deze categorie omvat zowel ziekten waarvoor al vaccins beschikbaar zijn als ziekten waarvoor de beschikbare wetenschappelijke en technische kennis beschikbaar is om vrij snel een vaccin te ontwikkelen en te produceren. |
(2) |
In Noord-Amerika is onlangs een nieuw pathogeen influenzavirus opgedoken dat van mens op mens blijkt te kunnen worden overgedragen en zich ook al naar een aantal lidstaten heeft verspreid. Aangezien er een ernstig risico bestaat dat deze nieuwe epidemische situatie tot een influenzapandemie uitgroeit, heeft de Wereldgezondheidsorganisatie de door dat virus veroorzaakte ziekte overeenkomstig de Internationale Gezondheidsregeling van 2005 gekenmerkt als een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid van internationaal belang. |
(3) |
Hoewel er op dit moment nog geen vaccin is om deze nieuwe ziekte te voorkomen, moet zij worden ingedeeld in de categorie „door vaccinatie te voorkomen ziekten” omdat de wetenschappelijke en technische kennis beschikbaar is om een vaccin te ontwikkelen en te produceren zodra de virusstam definitief is vastgesteld. |
(4) |
Het virus valt onder de ziekte „griep” die al in punt 2.1 van bijlage I bij Beschikking 2000/96/EG wordt genoemd. Aangezien dit virus echter tot een pandemie kan leiden en in dat geval onmiddellijke, efficiënte coördinatie tussen de Gemeenschap en de lidstaten nodig is, moet het virus uitdrukkelijk als een van de mogelijke typen van het griepvirus worden vermeld. Op grond van deze uitdrukkelijke vermelding kan dan een specifieke gevalsdefinitie worden vastgesteld krachtens Beschikking 2002/253/EG van de Commissie van 19 maart 2002 tot vaststelling van gevalsdefinities voor het melden van overdraagbare ziekten aan het communautaire netwerk krachtens Beschikking nr. 2119/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (3), zodat de informatieverstrekking via het communautaire netwerk krachtens artikel 4 van Beschikking nr. 2119/98/EG gerichter kan plaatsvinden. |
(5) |
Bij Beschikking 2009/363/EG van de Commissie van 30 april 2009 tot wijziging van Beschikking 2002/253/EG tot vaststelling van gevalsdefinities voor het melden van overdraagbare ziekten aan het communautaire netwerk krachtens Beschikking nr. 2119/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) is al een specifieke gevalsdefinitie voor influenza A(H1N1) in de bijlage bij Beschikking 2002/253/EG opgenomen. Daarom moet aan deze beschikking terugwerkende kracht worden verleend, zodat zij vanaf dezelfde datum als Beschikking 2009/363/EG van toepassing is. |
(6) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 7 van Beschikking nr. 2119/98/EG opgerichte comité, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
In punt 2.1 van bijlage I bij Beschikking 2000/96/EG wordt het woord „Griep” vervangen door „Griep, met inbegrip van influenza A(H1N1)”.
Artikel 2
Deze beschikking is van toepassing met ingang van 30 april 2009.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 10 juli 2009.
Voor de Commissie
Androulla VASSILIOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 268 van 3.10.1998, blz. 1.
(2) PB L 28 van 3.2.2000, blz. 50.
(3) PB L 86 van 3.4.2002, blz. 44.
(4) PB L 110 van 1.5.2009, blz. 58.
11.7.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 180/24 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 10 juli 2009
tot wijziging van Beschikking 2002/253/EG wat betreft gevalsdefinities voor het melden van influenza A(H1N1) aan het communautaire netwerk
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 5465)
(Voor de EER relevante tekst)
(2009/540/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Beschikking nr. 2119/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 1998 tot oprichting van een netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten in de Gemeenschap (1), en met name op artikel 3, onder c),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens artikel 2 van Beschikking 2002/253/EG van de Commissie van 19 maart 2002 tot vaststelling van gevalsdefinities voor het melden van overdraagbare ziekten aan het communautaire netwerk krachtens Beschikking nr. 2119/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) moeten de gevalsdefinities in de bijlage bij die beschikking voor zover nodig worden aangepast aan de laatste wetenschappelijke gegevens. |
(2) |
Bij Beschikking 2009/363/EG van de Commissie van 30 april 2009 tot wijziging van Beschikking 2002/253/EG tot vaststelling van gevalsdefinities voor het melden van overdraagbare ziekten aan het communautaire netwerk krachtens Beschikking nr. 2119/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) is een nieuwe gevalsdefinitie ingevoerd omdat onlangs in Noord-Amerika een nieuw influenzavirus is uitgebroken en zich ook in verscheidene lidstaten een aantal ziektegevallen hebben voorgedaan. |
(3) |
De Wereldgezondheidsorganisatie heeft de desbetreffende ziekte inmiddels officieel omschreven als „influenza A(H1N1)”. Beschikking 2002/253/EG moet daarom worden aangepast zodat deze naam voor het virus gebruikt wordt in plaats van de in Beschikking 2009/363/EG gegeven naam. |
(4) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 7 van Beschikking nr. 2119/98/EG opgerichte comité, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
In de bijlage bij Beschikking 2002/253/EG wordt het opschrift „NIEUW GRIEPVIRUS A(H1N1) (HET ZOGENOEMDE VARKENSGRIEPVIRUS A(H1N1) OF MEXICAANSEGRIEPVIRUS) (1)” vervangen door „INFLUENZA A(H1N1)”.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 10 juli 2009.
Voor de Commissie
Androulla VASSILIOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 268 van 3.10.1998, blz. 1.
(2) PB L 86 van 3.4.2002, blz. 44.
(3) PB L 110 van 1.5.2009, blz. 58.
Rectificaties
11.7.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 180/25 |
Rectificatie van Verordening (EG) nr. 438/2009 van de Commissie van 26 mei 2009 betreffende de opening en de wijze van beheer van communautaire invoertariefcontingenten voor stieren, koeien en vaarzen, niet bestemd voor de slacht, van bepaalde bergrassen
( Publicatieblad van de Europese Unie L 128 van 27 mei 2009 )
Bladzijde 58, artikel 2, lid 2:
in plaats van:
„09.4197”,
te lezen:
„09.0115”.