ISSN 1725-2598

doi:10.3000/17252598.L_2009.128.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 128

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

52e jaargang
27 mei 2009


Inhoud

 

I   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EG) nr. 431/2009 van de Raad van 18 mei 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 332/2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten

1

 

 

Verordening (EG) nr. 432/2009 van de Commissie van 26 mei 2009 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

3

 

*

Verordening (EG) nr. 433/2009 van de Commissie van 26 mei 2009 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1282/2006 inzake de uitvoercertificaten en de uitvoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten

5

 

*

Verordening (EG) nr. 434/2009 van de Commissie van 26 mei 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1580/2007 met betrekking tot de drempelvolumes voor de toepassing van de aanvullende rechten voor tomaten, abrikozen, citroenen, pruimen, perziken, met inbegrip van nectarines, peren en tafeldruiven

10

 

*

Verordening (EG) nr. 435/2009 van de Commissie van 26 mei 2009 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (integrale-GMO-verordening) met betrekking tot bepaalde codes van de gecombineerde nomenclatuur

12

 

*

Verordening (EG) nr. 436/2009 van de Commissie van 26 mei 2009 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad met betrekking tot het wijnbouwkadaster, de verplichte opgaven en de samenstelling van gegevens voor het volgen van de markt, de begeleidende documenten voor het vervoer van producten en de bij te houden registers in de wijnsector

15

 

*

Verordening (EG) nr. 437/2009 van de Commissie van 26 mei 2009 betreffende de opening en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor de invoer van jonge mannelijke mestrunderen

54

 

*

Verordening (EG) nr. 438/2009 van de Commissie van 26 mei 2009 betreffende de opening en de wijze van beheer van communautaire invoertariefcontingenten voor stieren, koeien en vaarzen, niet bestemd voor de slacht, van bepaalde bergrassen

57

 

 

III   Besluiten op grond van het EU-Verdrag

 

 

BESLUITEN OP GROND VAN TITEL V VAN HET EU-VERDRAG

 

*

Gemeenschappelijk Optreden 2009/405/GBVB van de Raad van 18 mei 2009 tot wijziging van Gemeenschappelijk Optreden 2008/112/GBVB betreffende de missie van de Europese Unie ter ondersteuning van de hervorming van de veiligheidssector in de Republiek Guinee-Bissau (EU SSR GUINEE-BISSAU)

60

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

VERORDENINGEN

27.5.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 128/1


VERORDENING (EG) Nr. 431/2009 VAN DE RAAD

van 18 mei 2009

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 332/2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 308,

Gezien het voorstel van de Commissie, ingediend na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De reikwijdte en intensiteit van de internationale financiële crisis zijn van invloed op de potentiële vraag naar communautaire financiële ondersteuning op middellange termijn in de lidstaten buiten het eurogebied en vereisen dan ook een aanzienlijke verhoging van 25 miljard EUR tot 50 miljard EUR van het in Verordening (EG) nr. 332/2002 (3) vastgestelde maximum voor het aan hoofdsom uitstaande bedrag van de leningen die aan de betrokken lidstaten kunnen worden toegekend.

(2)

In het licht van de recente ervaring die met de werking van het mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn is opgedaan, dient duidelijkheid te worden verschaft over de taken en verantwoordelijkheden van de Commissie en de betrokken lidstaten bij de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 332/2002. Voorts dienen de voorwaarden voor de verlening van financiële ondersteuning te worden gepreciseerd in een memorandum van overeenstemming tussen de Commissie en de betrokken lidstaat.

(3)

De regels voor sommige aspecten van het financiële beheer van de communautaire financiële ondersteuning dienen te worden verduidelijkt. Om operationele redenen dient van de betrokken lidstaat te worden verlangd dat hij de ontvangen financiële ondersteuning op een speciale rekening bij de nationale centrale bank zet en de verschuldigde bedragen enkele dagen vóór hun respectieve vervaldata op een rekening bij de Europese Centrale Bank stort.

(4)

Het is van essentieel belang dat de ontvangen communautaire financiële ondersteuning goed wordt beheerd. Daarom dient deze verordening te voorzien in de mogelijkheid voor de Europese Rekenkamer en het Europees Bureau voor fraudebestrijding, onverminderd artikel 27 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, om controles uit te voeren in de lidstaat die communautaire financiële ondersteuning op middellange termijn ontvangt, wanneer zij dat noodzakelijk achten; dit is reeds opgenomen in de bestaande leningsovereenkomsten.

(5)

Verordening (EG) nr. 332/2002 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

Deze verordening dient onmiddellijk van toepassing te zijn op alle nieuwe leningsovereenkomsten en op de bestaande leningsovereenkomsten als deze worden herzien,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 332/2002 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1, lid 1, tweede alinea, komt als volgt te luiden:

„Het aan hoofdsom uitstaande bedrag van de leningen die uit hoofde van dit mechanisme aan de lidstaten kunnen worden toegekend, is beperkt tot 50 miljard EUR.”.

2)

Artikel 3, lid 2, komt als volgt te luiden:

„2.   De betrokken lidstaat maakt in overleg met de Commissie een beoordeling van zijn financiële behoeften en legt aan de Commissie en het Economisch en Financieel Comité een ontwerp-herstelprogramma over. Na onderzoek van de situatie van de lidstaat die op de financiële ondersteuning op middellange termijn een beroep wenst te doen en van het herstelprogramma dat hij ter staving van zijn verzoek indient, besluit de Raad, in beginsel op dezelfde vergadering, over:

a)

de toekenning van een lening of een passende financieringsfaciliteit, het bedrag en de gemiddelde looptijd;

b)

de voorwaarden inzake economische politiek die aan de financiële ondersteuning op middellange termijn worden verbonden teneinde een houdbare betalingsbalanssituatie te herstellen of te verzekeren;

c)

de voorwaarden van de lening of financieringsfaciliteit, welke in beginsel in achtereenvolgende gedeelten wordt uitgekeerd of opgenomen, waarbij elk gedeelte pas wordt vrijgegeven nadat is nagegaan in hoeverre de doelstellingen van het programma zijn bereikt.”.

3)

Het volgende artikel 3 bis wordt ingevoegd:

„Artikel 3 bis

De Commissie en de betrokken lidstaat sluiten een memorandum van overeenstemming waarin de door de Raad gestelde voorwaarden overeenkomstig lid 3 worden gepreciseerd. De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van het memorandum van overeenstemming.”.

4)

Artikel 5 komt als volgt te luiden:

„Artikel 5

De Commissie neemt de nodige maatregelen om in samenwerking met het Economisch en Financieel Comité op gezette tijden na te gaan of de economische politiek van de lidstaat die een lening van de Gemeenschap heeft ontvangen, voldoet aan het herstelprogramma, aan de eventuele andere voorwaarden die de Raad op grond van artikel 3 heeft gesteld en aan het in artikel 3 bis genoemde memorandum van overeenstemming. Daartoe stelt de lidstaat alle nodige gegevens ter beschikking van de Commissie en verleent hij deze zijn volledige medewerking. Op grond van de resultaten van deze controle besluit de Commissie op advies van het Economisch en Financieel Comité over de uitbetaling van de achtereenvolgende gedeelten.

De Raad besluit over de eventuele wijzigingen die in de oorspronkelijk vastgestelde voorwaarden inzake economische politiek moeten worden aangebracht.”.

5)

Aan artikel 7 wordt het volgende lid 5 toegevoegd:

„5.   De betrokken lidstaat opent een speciale rekening bij zijn nationale centrale bank voor het beheer van de ontvangen communautaire financiële ondersteuning op middellange termijn. Zeven TARGET2 (4) -werkdagen vóór de overeenkomstige vervaldata stort de betrokken lidstaat eveneens de uit hoofde van de lening verschuldigde aflossingen en rentebetalingen op een rekening bij de Europese Centrale Bank.

6)

Het volgende artikel 9 bis wordt ingevoegd:

„Artikel 9 bis

Onverminderd artikel 27 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en de Europese Centrale Bank heeft de Europese Rekenkamer het recht alle financiële controles of audits in de lidstaat die communautaire financiële ondersteuning op middellange termijn ontvangt uit te voeren die zij in verband met het beheer van deze ondersteuning noodzakelijk acht. De Commissie, met inbegrip van het Europees Bureau voor fraudebestrijding, heeft derhalve het recht eigen controleurs of gemachtigde vertegenwoordigers te sturen om alle technische of financiële controles of audits uit te voeren die zij noodzakelijk acht in lidstaten die communautaire financiële ondersteuning op middellange termijn ontvangen, in verband met die ondersteuning.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 mei 2009.

Voor de Raad

De voorzitter

J. KOHOUT


(1)  Advies van 24 april 2009 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Advies van 20 april 2009 (PB C 106 van 8.5.2009, blz. 1).

(3)  PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1.

(4)  Als omschreven in Richtsnoer ECB/2007/2 van de Europese Centrale Bank van 26 april 2007 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees realtime-brutovereveningssysteem (TARGET2) (PB L 237 van 8.9.2007, blz. 1).”.


27.5.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 128/3


VERORDENING (EG) Nr. 432/2009 VAN DE COMMISSIE

van 26 mei 2009

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 27 mei 2009.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 mei 2009.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MA

48,8

MK

43,9

TN

105,3

TR

58,5

ZZ

64,1

0707 00 05

JO

156,8

MK

27,4

TR

130,0

ZZ

104,7

0709 90 70

TR

117,1

ZZ

117,1

0805 10 20

EG

40,6

IL

62,9

MA

45,3

TN

108,2

US

42,1

ZA

63,5

ZZ

60,4

0805 50 10

AR

53,0

TR

50,2

ZA

63,7

ZZ

55,6

0808 10 80

AR

83,6

BR

78,1

CL

76,5

CN

90,0

NZ

99,9

US

110,4

UY

71,7

ZA

80,8

ZZ

86,4

0809 20 95

US

449,0

ZZ

449,0


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


27.5.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 128/5


VERORDENING (EG) Nr. 433/2009 VAN DE COMMISSIE

van 26 mei 2009

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1282/2006 inzake de uitvoercertificaten en de uitvoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1), en met name op de artikelen 170 en 171, juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 1, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 376/2008 van de Commissie van 23 april 2008 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (2) moeten voor bepaalde producten uitvoercertificaten worden overgelegd. In het belang van de duidelijkheid moet de overeenkomstige bepaling in artikel 3, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1282/2006 van de Commissie van 17 augustus 2006 tot vaststelling van de specifieke bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad inzake de uitvoercertificaten en de uitvoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten (3) worden geschrapt.

(2)

Met ingang van 23 januari 2009 is krachtens Verordening (EG) nr. 57/2009 van de Commissie van 22 januari 2009 tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten (4) niet langer voorzien in restituties voor uitvoer als bedoeld in artikel 36, lid 1, van Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie van 15 april 1999 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwproducten (5). Artikel 3, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1282/2006 is bijgevolg achterhaald en dient te worden geschrapt.

(3)

Artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (6) heeft betrekking op de documenten die moeten worden overgelegd als bewijs van handel met derde landen. Met het oog op de harmonisatie en de coherentie dient naar dat artikel te worden verwezen in de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1282/2006 die betrekking hebben op regelingen in het kader waarvan de handel moet worden aangetoond. Artikel 24, lid 3, en artikel 30, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1282/2006 moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

Krachtens artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1282/2006 van de Commissie zijn certificaten die overeenkomstig die bepalingen worden afgegeven, slechts geldig voor uitvoer naar de Verenigde Staten van Amerika. Met het oog daarop en met het oog op de maximale benutting van het contingent mag de zekerheid pas worden vrijgegeven na overlegging van een in artikel 16, lid 3, van Verordening (EG) nr. 800/1999 bedoeld vervoersdocument. Artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1282/2006 moet dienovereenkomstig worden vervolledigd. In het belang van de harmonisatie, de vereenvoudiging en de verlichting van de administratieve belasting voor de exporteur dient te worden bepaald dat de zekerheden die worden gesteld in het kader van certificaten voor uitvoer naar de Dominicaanse Republiek, pas na overlegging van het in artikel 16, lid 3, van Verordening (EG) nr. 800/1999 bedoelde vervoersdocument mogen worden vrijgegeven. Artikel 34, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1282/2006 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

Bijlage I, tweede deel, afdeling I, hoofdstuk 4, van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (7) is gewijzigd. Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1282/2006 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

In artikel 16 en aanhangsel 2 van bijlage III bij de Economische partnerschapsovereenkomst tussen de CARIFORUM-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (8), waarvan de ondertekening en de voorlopige toepassing zijn goedgekeurd bij Besluit 2008/805/EG van de Raad (9), zijn de tariefcontingenten voor melkpoeder vastgesteld die voorheen waren opgenomen in het Memorandum van overeenstemming tussen de Europese Gemeenschap en de Dominicaanse Republiek betreffende beschermende maatregelen ten aanzien van de invoer van melkpoeder in de Dominicaanse Republiek (10), goedgekeurd bij Besluit 98/486/EG van de Raad (11). Bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1282/2006 moet dienovereenkomstig worden geactualiseerd.

(7)

Verordening (EG) nr. 1282/2006 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

Vastgesteld moet worden dat sommige gewijzigde bepalingen niet van toepassing zijn op reeds afgegeven certificaten.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1282/2006 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 3, lid 1, wordt geschrapt.

2.

Aan artikel 24, lid 3, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Het bewijs van de handel als bedoeld in de eerste alinea, wordt geleverd overeenkomstig artikel 5, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (12).

3.

Aan artikel 27 wordt het volgende lid toegevoegd:

„De zekerheden voor de uitvoercertificaten worden vrijgegeven na gelijktijdige overlegging van het in artikel 32, lid 2, van Verordening (EG) nr. 376/2008 van de Commissie (13) bedoelde bewijs en het in artikel 16, lid 3, van Verordening (EG) nr. 800/1999 bedoelde vervoersdocument waarin de Verenigde Staten van Amerika als bestemming worden vermeld.

4.

Artikel 30, lid 1, tweede alinea, wordt vervangen door:

„Het bewijs van de handel als bedoeld in de eerste alinea, wordt geleverd overeenkomstig artikel 5, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1301/2006.”.

5.

Artikel 34, lid 3, onder a), wordt vervangen door:

„a)

na gelijktijdige overlegging van het in artikel 32, lid 2, van Verordening (EG) nr. 376/2008 bedoelde bewijs en het in artikel 16, lid 3, van Verordening (EG) nr. 800/1999 bedoelde vervoersdocument waarin de Dominicaanse Republiek als bestemming wordt vermeld;”.

6.

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

a)

in groep 7 worden de codes „0402 91 11 9370, 0402 91 31 9300” vervangen door „0402 91 10 9370, 0402 91 30 9300”;

b)

in groep 9 worden de codes „0402 99 11 9350, 0402 99 31 9150, 0402 99 31 9300” vervangen door „0402 99 10 9350, 0402 99 31 9300”;

c)

de groepen 8 en 10 worden geschrapt.

7.

Bijlage IV wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 1, lid 3, is van toepassing op uitvoercertificaten die worden afgegeven voor contingentjaar 2010 en volgende.

Artikel 1, lid 5, is van toepassing op uitvoercertificaten die worden afgegeven voor het contingentjaar dat op 1 juli 2009 begint.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 mei 2009.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.

(3)  PB L 234 van 29.8.2006, blz. 4.

(4)  PB L 19 van 23.1.2009, blz. 5.

(5)  PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11.

(6)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.

(7)  PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

(8)  PB L 289 van 30.10.2008, blz. 3.

(9)  PB L 289 van 30.10.2008, blz. 1.

(10)  PB L 218 van 6.8.1998, blz. 46.

(11)  PB L 218 van 6.8.1998, blz. 45.

(12)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.”.

(13)  PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.”.


BIJLAGE

„BIJLAGE IV

In artikel 32, onder c), bedoelde vermeldingen

—   in het Bulgaars: Глава III, раздел 3 от Регламент (ЕО) № 1282/2006:

тарифна квота за периода 1.7… г. — 30.6… г., за мляко на прах, съгласно допълнение II към приложение III към Споразумението за икономическо партньорство между държавите от КАРИФОРУМ, от една страна, и Европейската общност и нейните държави-членки, от друга страна, чието подписване и временно прилагане е одобрено с Решение 2008/805/ЕО на Съвета.

—   in het Spaans: Capítulo III, sección 3, del Reglamento (CE) no 1282/2006:

contingente arancelario de leche en polvo del año 1.7.…-30.6.…, con arreglo al apéndice 2 del anexo III del Acuerdo de Asociación Económica entre los Estados del CARIFORUM, por una parte, y la Comunidad Europea y sus Estados miembros, por otra, cuya firma y aplicación provisional han sido aprobadas mediante la Decisión 2008/805/CE del Consejo.

—   in het Tsjechisch: kapitola III oddíl 3 nařízení (ES) č. 1282/2006:

celní kvóta na období od 1. 7. … do 30. 6. … pro sušené mléko podle dodatku 2 přílohy III Dohody o hospodářském partnerství mezi státy CARIFORA na jedné straně a Evropským společenstvím a jeho členskými státy na straně druhé, jejíž podpis a prozatímní uplatňování byly schváleny rozhodnutím Rady 2008/805/ES.

—   in het Deens: Kapitel III, afdeling 3, i forordning (EF) nr. 1282/2006:

toldkontingent for 1.7…-30.6… for mælkepulver i overensstemmelse med bilag III, tillæg 2, til den økonomiske partnerskabsaftale mellem Cariforumlandene på den ene side og Det Europæiske Fællesskab og dets medlemsstater på den anden side, hvis undertegnelse og midlertidige anvendelse blev godkendt ved Rådets afgørelse 2008/805/EF.

—   in het Duits: Kapitel III Abschnitt 3 der Verordnung (EG) Nr. 1282/2006:

Milchpulverkontingent für den Zeitraum 1.7.…-30.6.… gemäß Anhang III Anlage 2 des Wirtschaftspartnerschaftsabkommens zwischen den CARIFORUM-Staaten einerseits und der Europäischen Gemeinschaft und ihren Mitgliedstaaten andererseits, dessen Unterzeichnung und vorläufige Anwendung mit dem Beschluss 2008/805/EG des Rates genehmigt wurde.

—   in het Ests: määruse (EÜ) nr 1282/2006 III peatüki 3. jagu:

ühelt poolt CARIFORUMi riikide ning teiselt poolt Euroopa Ühenduse ja selle liikmesriikide vahelise majanduspartnerluslepingu (mille allakirjutamine ja esialgne kohaldamine on heaks kiidetud nõukogu otsusega 2008/805/EÜ) III lisa 2. liites on sätestatud piimapulbri tariifikvoot ajavahemikuks 1.7…–30.6….

—   in het Grieks: κεφάλαιο III, τμήμα 3 του κανονισμού (EΚ) αριθ. 1282/2006:

δασμολογική ποσόστωση 1.7…-30.6…, για τη σκόνη γαλάκτος σύμφωνα με το προσάρτημα 2 του παραρτήματος III της συμφωνίας οικονομικής σύμπραξης μεταξύ των κρατών CARIFORUM, αφενός, και της Ευρωπϊκής Κοινότητας και των κρατών μελών, αφετέρου, της οποίας η υπογραφή και η προσωρινή αφαρμογή εγκρίθηκε με την απόφαση 2008/805/EΚ του Συμβουλίου.

—   in het Engels: Chapter III, Section 3 of Regulation (EC) No 1282/2006:

tariff quota for 1.7…-30.6…, for milk powder according to Appendix 2 of Annex III to the Economic Partnership Agreement between the CARIFORUM States, of the one part, and the European Community and its Member States, of the other part, the signature and provisional application of which has been approved by Council Decision 2008/805/EC.

—   in het Frans: Chapitre III, Section 3, du règlement (CE) no 1282/2006:

contingent tarifaire pour la période du 1.7… au 30.6…, pour le lait en poudre conformément à l'appendice 2 de l'annexe III de l'accord de partenariat économique entre les États du Cariforum, d'une part, et la Communauté européenne et ses États membres, d'autre part, dont la signature et l'application provisoire ont été approuvées par la décision 2008/805/CE du Conseil.

—   in het Italiaans: capo III, sezione 3 del regolamento (CE) n. 1282/2006:

contingente tariffario per l'anno 1.7…-30.6…, per il latte in polvere ai sensi dell'appendice 2 dell'allegato III dell'accordo di partenariato economico tra gli Stati del CARIFORUM, da una parte, e la Comunità europea e i suoi Stati membri, dall'altra, la cui firma e la cui applicazione provvisoria sono state approvate con decisione 2008/805/CE del Consiglio.

—   in het Lets: Regulas (EK) Nr. 1282/2006 III nodaļas 3. iedaļā:

Tarifa kvota no 1. jūlija līdz 30. jūnijam piena pulverim saskaņā ar III pielikuma 2. papildinājumu Ekonomisko partnerattiecību nolīgumā starp CARIFORUM valstīm no vienas puses un Eiropas Kopienu un tās dalībvalstīm no otras puses, kura parakstīšana un provizoriska piemērošana apstiprināta ar Padomes Lēmumu 2008/805/EK.

—   in het Litouws: Reglamento (EB) Nr. 1282/2006 III skyriaus 3 skirsnyje:

tarifinė kvota nuo … metų liepos 1 dienos iki … metų birželio 30 dienos pieno milteliams, numatyta CARIFORUM valstybių ir Europos bendrijos bei jos valstybių narių Ekonominės partnerystės susitarimo, kurio pasirašymas ir laikinas taikymas patvirtinti Tarybos sprendimu 2008/805/EB, III priedo 2 priedėlyje.

—   in het Hongaars: Az 1282/2006/EK rendelet III. fejezetének 3. szakasza:

az egyrészről a CARIFORUM-államok másrészről az Európai Közösség és tagállamai közötti gazdasági partnerségi megállapodás – amelynek aláírását és ideiglenes alkalmazását a 2008/805/EK tanácsi határozat hagyta jóvá – III. mellékletének 2. függeléke szerinti tejporra […] július 1-től […] június 30-ig vonatkozó vámkontingens.

—   in het Maltees: Il-Kaptiolu III, it-Taqsima 3 tar-Regolament (KE) Nru 1282/2006:

kwota tariffarja għal 1.7…-30.6…, għat-trab tal-ħalib skont l-Appendiċi 2 tal-Anness III għall-Ftehim ta' Sħubija Ekonomika bejn l-Istati CARIFORUM, minn naħa waħda, u l-Komunità Ewropea u l-Istati Membri tagħha, min-naħa l-oħra, li l-iffirmar u l-applikazzjoni provviżorja tiegħu kienu approvati bid-Deċiżjoni tal-Kunsill 2008/805/KE.

—   in het Nederlands: hoofdstuk III, afdeling 3 van Verordening (EG) nr. 1282/2006:

tariefcontingent melkpoeder voor het jaar van 1.7.… t/m 30.6.… overeenkomstig aanhangsel 2 van bijlage III bij de economische partnerschapsovereenkomst tussen de CARIFORUM-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, waarvan de ondertekening en de voorlopige toepassing zijn goedgekeurd bij Besluit 2008/805/EG van de Raad.

—   in het Pools: rozdział III sekcja 3 rozporządzenia (WE) nr 1282/2006:

kontyngent taryfowy na okres od 1.7.… do 30.6.… na mleko w proszku zgodnie z dodatkiem 2 do załącznika III do Umowy o partnerstwie gospodarczym między państwami CARIFORUM z jednej strony, a Wspólnotą Europejską i jej państwami członkowskimi z drugiej strony, której podpisanie i tymczasowe stosowanie zostało zatwierdzone decyzją Rady 2008/805/WE.

—   in het Portugees: Secção 3 do capítulo III do Regulamento (CE) n.o 1282/2006:

Contingente pautal de leite em pó do ano 1.7.…-30.6.…, ao abrigo do apêndice 2 do anexo III do Acordo de Parceria Económica entre os Estados do Cariforum, por um lado, e a Comunidade Europeia e os seus Estados-Membros, por outro, cuja assinatura e aplicação a título provisório foram aprovadas pela Decisão 2008/805/CE do Conselho.

—   in het Roemeens: capitolul III secțiunea 3 din Regulamentul (CE) nr. 1282/2006:

contingent tarifar pentru anul 1.7…-30.6, pentru lapte praf în conformitate cu apendicele 2 din anexa III la Acordul de parteneriat economic între statele CARIFORUM, pe de o parte, și Comunitatea Europeană și statele membre ale acesteia, pe de altă parte, ale cărui semnare și aplicare provizorie au fost aprobate prin Decizia 2008/805/CE a Consiliului.

—   in het Slowaaks: kapitola III oddiel 3 nariadenia (ES) č. 1282/2006:

colná kvóta na obdobie od 1. júla … do 30. júna … na sušené mlieko podľa dodatku 2 k prílohe III k Dohode o hospodárskom partnerstve medzi štátmi fóra CARIFORUM na jednej strane a Európskym spoločenstvom a jeho členskými štátmi na strane druhej, ktorej podpísanie a predbežné vykonávanie sa schválilo rozhodnutím Rady 2008/805/ES.

—   in het Sloveens: poglavje III, oddelek 3 Uredbe (ES) št. 1282/2006:

Tarifna kvota za obdobje 1.7…–30.6… za mleko v prahu v skladu z Dodatkom 2 k Prilogi III k Sporazumu o gospodarskem partnerstvu med državami CARIFORUMA na eni strani ter Evropsko skupnostjo in njenimi državami članicami na drugi strani, katerega podpis in začasno uporabo je Svet odobril s Sklepom 2008/805/ES.

—   in het Fins: asetuksen (EY) N:o 1282/2006 III luvun 3 jaksossa:

Euroopan yhteisön ja sen jäsenvaltioiden sekä CARIFORUM-valtioiden talouskumppanuussopimuksen, jonka allekirjoittaminen ja väliaikainen soveltaminen on hyväksytty neuvoston päätöksellä 2008/805/EY, liitteessä III olevan lisäyksen 2 mukainen maitojauheen tariffikiintiö 1.7…–30.6… välisenä aikana.

—   in het Zweeds: Kapitel III, avsnitt 3 i förordning (EG) nr 1282/2006:

tullkvot för 1.7…–30.6… för mjölkpulver enligt tillägg 2 till bilaga III till avtalet om ekonomiskt partnerskap mellan Cariforum-staterna, å ena sidan, och Europeiska gemenskapen och dess medlemsstater, å andra sidan, vars undertecknande och provisoriska tillämpning godkändes genom rådets beslut 2008/805/EG.”


27.5.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 128/10


VERORDENING (EG) Nr. 434/2009 VAN DE COMMISSIE

van 26 mei 2009

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1580/2007 met betrekking tot de drempelvolumes voor de toepassing van de aanvullende rechten voor tomaten, abrikozen, citroenen, pruimen, perziken, met inbegrip van nectarines, peren en tafeldruiven

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1), en met name op artikel 143, onder b), juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2) voorziet in toezicht op de invoer van de in bijlage XVII bij die verordening genoemde producten. Voor dit toezicht gelden de uitvoeringsbepalingen die zijn vastgesteld in artikel 308 quinquies van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (3).

(2)

Met het oog op de toepassing van artikel 5, lid 4, van de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde gesloten Overeenkomst inzake de landbouw (4), en op grond van de meest recente beschikbare gegevens over 2006, 2007 en 2008 moeten de drempelvolumes voor de toepassing van de aanvullende rechten voor tomaten, abrikozen, citroenen, pruimen, perziken, met inbegrip van nectarines, peren en tafeldruiven worden aangepast.

(3)

Verordening (EG) nr. 1580/2007 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juni 2009.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 mei 2009.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.

(3)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.

(4)  PB L 336 van 23.12.1994, blz. 22.


BIJLAGE

„BIJLAGE XVII

AANVULLENDE INVOERRECHTEN: TITEL IV, HOOFDSTUK II, AFDELING 2

Onverminderd de regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, wordt de tekst van de omschrijving als louter indicatief beschouwd. De werkingssfeer van de aanvullende rechten wordt in het kader van deze bijlage bepaald door de draagwijdte van de GN-codes zoals deze bij de vaststelling van de onderhavige verordening bestaan.

Volgnummer

GN-code

Omschrijving

Toepassingsperiode

Drempelvolume

(in ton)

78.0015

0702 00 00

Tomaten

Van 1 oktober tot en met 31 mei

415 817

78.0020

Van 1 juni tot en met 30 september

40 105

78.0065

0707 00 05

Komkommers

Van 1 mei tot en met 31 oktober

19 309

78.0075

Van 1 november tot en met 30 april

17 223

78.0085

0709 90 80

Artisjokken

Van 1 november tot en met 30 juni

16 421

78.0100

0709 90 70

Courgettes

Van 1 januari tot en met 31 december

65 893

78.0110

0805 10 20

Sinaasappelen

Van 1 december tot en met 31 mei

700 277

78.0120

0805 20 10

Clementines

Van 1 november tot eind februari

385 569

78.0130

0805 20 30

0805 20 50

0805 20 70

0805 20 90

Mandarijnen (tangerines en satsuma’s daaronder begrepen); wilkings en soortgelijke kruisingen van citrusvruchten

Van 1 november tot eind februari

95 620

78.0155

0805 50 10

Citroenen

Van 1 juni tot en met 31 december

329 947

78.0160

Van 1 januari tot en met 31 mei

61 422

78.0170

0806 10 10

Tafeldruiven

Van 21 juli tot en met 20 november

89 140

78.0175

0808 10 80

Appelen

Van 1 januari tot en met 31 augustus

876 665

78.0180

Van 1 september tot en met 31 december

106 465

78.0220

0808 20 50

Peren

Van 1 januari tot en met 30 april

223 485

78.0235

Van 1 juli tot en met 31 december

70 116

78.0250

0809 10 00

Abrikozen

Van 1 juni tot en met 31 juli

5 785

78.0265

0809 20 95

Kersen, andere dan zure kersen

Van 21 mei tot en met 10 augustus

133 425

78.0270

0809 30

Perziken, nectarines daaronder begrepen

Van 11 juni tot en met 30 september

131 459

78.0280

0809 40 05

Pruimen

Van 11 juni tot en met 30 september

129 925”


27.5.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 128/12


VERORDENING (EG) Nr. 435/2009 VAN DE COMMISSIE

van 26 mei 2009

tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad („integrale-GMO-verordening”) met betrekking tot bepaalde codes van de gecombineerde nomenclatuur

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 234/79 van de Raad van 5 februari 1979 inzake de procedure voor aanpassingen van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief voor landbouwproducten (1), en met name op artikel 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De sedert 1 januari 2009 geldende gecombineerde nomenclatuur (GN) is vastgesteld in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (2).

(2)

Sommige GN-codes en omschrijvingen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (3) zijn niet meer in overeenstemming met de GN.

(3)

Verordening (EG) nr. 1234/2007 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 mei 2009.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 34 van 9.2.1979, blz. 2.

(2)  PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

(3)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.


BIJLAGE

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Deel I (granen) wordt als volgt gewijzigd:

a)

de GN-codes 1702 30 91 en 1702 30 99 en de overeenkomstige omschrijvingen worden vervangen door:

„ex 1702 30 50

– – andere:

– – – in wit kristallijn poeder, ook indien geagglomereerd, bevattende, in droge toestand, minder dan 99 gewichtspercenten glucose

ex 1702 30 90

– – – andere, bevattende, in droge toestand, minder dan 99 gewichtspercenten glucose”;

b)

de omschrijving in kolom 2 voor de GN-codes 2309 10 11 tot en met 2309 10 53 wordt vervangen door:

„– – bevattende zetmeel, glucose (druivensuiker), glucosestroop, maltodextrine of maltodextrinestroop, bedoeld bij de onderverdelingen 1702 30 50, 1702 30 90, 1702 40 90, 1702 90 50 en 2106 90 55, of zuivelproducten”;

c)

de omschrijving in kolom 2 voor de GN-codes ex 2309 90 tot en met 2309 90 53 wordt vervangen door:

„andere:

– producten bedoeld bij aanvullende aantekening 5 bij hoofdstuk 23 van de gecombineerde nomenclatuur

– andere, zogenaamde „premelanges” daaronder begrepen:

– – bevattende zetmeel, glucose (druivensuiker), glucosestroop, maltodextrine of maltodextrinestroop, bedoeld bij de onderverdelingen 1702 30 50, 1702 30 90, 1702 40 90, 1702 90 50 en 2106 90 55, of zuivelproducten:”.

2)

Deel III (suiker) wordt als volgt gewijzigd:

a)

in kolom 1 wordt „1702 60 95 en 1702 90 99” vervangen door „1702 60 95 en 1702 90 95”;

b)

GN-code „1702 90 60” en de overeenkomstige omschrijving worden geschrapt.

3)

Deel X (verwerkte groenten en fruit) wordt als volgt gewijzigd:

a)

in de productomschrijving voor GN-code ex 2001, zesde streepje, wordt GN-code „ex 2001 90 99” vervangen door GN-code „ex 2001 90 97”;

b)

In de productomschrijving voor GN-code ex 2007, tweede streepje, wordt GN-code „ex 2007 99 57” vervangen door GN-code „ex 2007 99 50” en GN-code „ex 2007 99 98” door GN-code „ex 2007 99 97”.

4)

In deel XI (bananen), kolom 1, wordt GN-code „ex 2007 99 57” vervangen door GN-code „ex 2007 99 50” en GN-code „ex 2007 99 98” door GN-code „ex 2007 99 97”.

5)

Deel XV (rundvlees), kolom 1, onder b), wordt als volgt gewijzigd:

a)

de GN-codes „0206 10 91” en „0206 10 99” worden vervangen door GN-code „0206 10 98”;

b)

de GN-codes „1602 50 31 tot en met 1602 50 80” worden vervangen door de GN-codes „1602 50 31 en 1602 50 95”.

6)

In deel XX (slachtpluimvee), kolom 1, onder f), worden de GN-codes „1602 20 11” en „1602 20 19” vervangen door GN-code „1602 20 10”.

7)

Deel XXI (andere producten) wordt als volgt gewijzigd:

a)

de GN-codes „ex 0206 49” en „ex 0206 49 20” en de overeenkomstige omschrijvingen worden vervangen door:

„ex 0206 49 00

– – andere

– – – van als huisdier gehouden varkens:

– – – – bestemd voor de vervaardiging van farmaceutische producten (c)”;

b)

GN-code „0206 49 80” wordt geschrapt;

c)

GN-code „1602 90 41” en de overeenkomstige omschrijving worden geschrapt;

d)

in kolom 1 wordt GN-code „1602 90 98” vervangen door GN-code „1602 90 99”.


27.5.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 128/15


VERORDENING (EG) Nr. 436/2009 VAN DE COMMISSIE

van 26 mei 2009

houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad met betrekking tot het wijnbouwkadaster, de verplichte opgaven en de samenstelling van gegevens voor het volgen van de markt, de begeleidende documenten voor het vervoer van producten en de bij te houden registers in de wijnsector

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad van 29 april 2008 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1493/1999, (EG) nr. 1782/2003, (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 3/2008 en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 2392/86 en (EG) nr. 1493/1999 (1), en met name op artikel 115, lid 2, en artikel 121,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 479/2008 is de eerdere regeling die voor de wijnsector was ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (2) gewijzigd en is Verordening (EEG) nr. 2392/86 van de Raad van 24 juli 1986 tot instelling van het communautaire wijnbouwkadaster (3) met ingang van 1 augustus 2009 ingetrokken.

(2)

Momenteel is in Verordening (EEG) nr. 2392/86 bepaald welke gegevens het wijnbouwkadaster moet bevatten en hoe dat kadaster moet worden bijgewerkt en gecontroleerd, en zijn de uitvoeringsvoorschriften betreffende de instelling van het wijnbouwkadaster opgenomen in Verordening (EEG) nr. 649/87 van de Commissie (4).

(3)

In artikel 108 van Verordening (EG) nr. 479/2008 is bepaald dat sommige lidstaten een wijnbouwkadaster met bijgewerkte gegevens over het productiepotentieel moeten bijhouden.

(4)

Derhalve dient Verordening (EEG) nr. 649/87 te worden ingetrokken en dienen de uitvoeringsbepalingen betreffende het wijnbouwkadaster te worden vastgesteld.

(5)

De voornaamste doelstellingen van het wijnbouwkadaster zijn het volgen en de controle van het productiepotentieel. In artikel 116 van Verordening (EG) nr. 479/2008 is bepaald dat de lidstaten erop moeten toezien dat de beheers- en controleprocedures die betrekking hebben op de oppervlakten, compatibel zijn met het geintegreerde beheers- en controlesysteem (GBCS). Met name dient de identificatie van de exploitant en van de geëxploiteerde wijnbouwpercelen compatibel te zijn met het GBCS.

(6)

Om een administratieve overbelasting te voorkomen zonder dat de verwezenlijking van de doelstellingen van het wijnbouwkadaster in gevaar komt, is het belangrijk te bepalen dat de gegevens niet hoeven te worden verzameld bij de exploitanten met een zeer beperkte productie.

(7)

Met het oog op de praktische bruikbaarheid van het wijnbouwkadaster dienen de in dat kadaster op te nemen gegevens aan te sluiten bij de gegevens die worden verlangd in het kader van titel IV „Productiepotentieel” van Verordening (EG) nr. 555/2008 van de Commissie (5), waarbij uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 479/2008 zijn vastgesteld wat de steunprogramma's, de handel met derde landen, het productiepotentieel en de controles in de wijnsector betreft.

(8)

Met het oog op samenhang tussen de beschikbare gegevens over de wijnbouw dienen bepaalde gegevens die worden verzameld op grond van Verordening (EEG) nr. 357/79 van de Raad van 5 februari 1979 betreffende de statistische enquêtes naar de wijnbouwoppervlakten (6), en met name de gegevens over het jaar van aanplant van het wijnbouwperceel, ook te worden opgenomen in het wijnbouwkadaster.

(9)

Om te garanderen dat de in het kadaster opgenomen gegevens voortdurend beantwoorden aan de werkelijke situatie in de wijnbouw, dient te worden voorzien in een permanente bijwerking en een regelmatige verificatie van het kadaster.

(10)

In artikel 111 van Verordening (EG) nr. 479/2008 is bepaald dat de producenten van voor wijnbereiding bestemde druiven en de producenten van druivenmost en wijn jaarlijks moeten opgeven welke hoeveelheden de meest recente oogst heeft opgeleverd, en dat de producenten van druivenmost en wijn en de andere handelaren dan kleinhandelaren jaarlijks moeten opgeven hoe groot hun voorraden zijn. In dat artikel is tevens bepaald dat de lidstaten de druivenhandelaren mogen vragen op te geven welke hoeveelheden druiven in de handel zijn gebracht.

(11)

Om de verwerking van de gegevens uit de opgaven te vergemakkelijken is het dienstig om elke opgave die in de bevoegde administratieve eenheid is ingediend, te beschouwen als losstaand van andere opgaven die dezelfde producent eventueel in andere administratieve eenheden van de lidstaat heeft ingediend.

(12)

Het is niet nodig een dubbele opgave te verlangen van de producenten voor wie geldt dat alle benodigde gegevens kunnen worden verstrekt in het kader van alleen de opgave van de wijnproductie. De zeer kleine producenten kunnen worden vrijgesteld omdat het totaal van hun productie een betrekkelijk geringe hoeveelheid uitmaakt van de communautaire productie.

(13)

De verplichting bepaalde opgaven te doen dient ook te gelden voor de marktdeelnemers die wijnbouwproducten overdragen vóór de uiterste data die voor de indiening van die opgaven zijn vastgesteld.

(14)

Ter vergemakkelijking van het marktbeheer moet worden bepaald wanneer de opgaven moeten worden ingediend. Omdat wijndruiven in de lidstaten in verschillende perioden worden geoogst, dient te worden voorzien in een spreiding van de uiterste data waarop de producenten hun opgaven moeten indienen.

(15)

Om de toepassing van deze verordening te vergemakkelijken verdient het aanbeveling de gegevens die in de opgaven moeten voorkomen, in formulieren vast te stellen, maar daarbij de lidstaten de vorm te laten kiezen waarin de marktdeelnemers die gegevens moeten verstrekken.

(16)

Bij allerlei administratieve werkzaamheden wordt het handmatig invoeren van gegevens geleidelijk vervangen door het gebruik van computertoepassingen. Derhalve is het wenselijk ook bij het gebruik van verplichte opgaven met computer- en elektronische toepassingen te kunnen werken.

(17)

De lidstaten die over een volledig wijnbouwkadaster beschikken, moeten gebruik kunnen maken van sommige gegevens uit dat kadaster zoals de oppervlakte. Het is derhalve wenselijk de producenten onder bepaalde omstandigheden vrij te stellen van het opgeven van de oppervlakte.

(18)

De lidstaten die een wijnbouwareaal van niet meer dan 500 ha of een wijnproductie van niet meer 50 000 hl hebben, dienen onder nader aan te geven voorwaarden te kunnen besluiten tot weglating van sommige gegevens uit de opgaven en de producenten te kunnen vrijstellen van de indiening van de een of andere van de opgaven.

(19)

Bepaald dient te worden tegen welke data bepaalde verzamelde gegevens op nationaal niveau moeten worden gecentraliseerd.

(20)

Een grondige kennis van de productie en de voorraden in de wijnsector kan bij de huidige stand van zaken alleen op basis van door de verschillende betrokkenen ingediende oogst- en voorraadopgaven worden verkregen. Derhalve dienen passende maatregelen te worden genomen om te garanderen dat die opgaven door de betrokkenen worden ingediend en dat zij volledig en juist zijn, waarbij moet worden voorzien in sancties voor het geval dat geen of een onjuiste of onvolledige opgave wordt ingediend.

(21)

Om dezelfde reden dient te worden bepaald tegen welke data en in welke vorm bepaalde gegevens die via de verplichte opgaven zijn verzameld, aan de Commissie moeten worden meegedeeld.

(22)

Voor het volgen van de wijnmarkt moeten bepaalde gegevens over die markt beschikbaar zijn. Het wordt noodzakelijk geacht om behalve over de gegevens die via samenvattingen van de verschillende opgaven worden verstrekt, ook te beschikken over gegevens inzake de beschikbaarheid en het gebruik van wijn en inzake de wijnprijzen. Derhalve dient te worden bepaald dat de lidstaten die gegevens moeten samenstellen en tegen bepaalde vaste data aan de Commissie moeten meedelen.

(23)

Sommige lidstaten kunnen worden vrijgesteld van de mededeling van de prijzen omdat hun totale productie een betrekkelijk geringe hoeveelheid van de communautaire productie uitmaakt.

(24)

Derhalve dient Verordening (EG) nr. 1282/2001 van de Commissie (7), waarbij uitvoeringsbepalingen betreffende de samenstelling van gegevens ten behoeve van het kennen van de producten en het volgen van de markt in de wijnsector zijn vastgesteld, te worden ingetrokken.

(25)

In het licht van het feit dat binnen de Gemeenschap één markt tot stand is gebracht, dienen de instanties die zijn belast met het toezicht op het in voorraad hebben en het op de markt brengen van wijnbouwproducten, de nodige instrumenten te worden gegeven om een doeltreffende controle te kunnen uitvoeren volgens uniforme voorschriften die in de hele Gemeenschap gelden.

(26)

In artikel 112, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2008 is bepaald dat wijnbouwproducten zich alleen met een officieel goedgekeurd begeleidend document binnen de Gemeenschap in het verkeer mogen bevinden. In lid 2 van dat artikel is bepaald dat natuurlijke of rechtspersonen die wijnbouwproducten in hun bezit hebben, registers moeten bijhouden waarin met name de in- en de uitslag van dergelijke producten worden vermeld.

(27)

In de Gemeenschap is vooruitgang op weg naar fiscale harmonisatie geboekt dankzij Richtlijn 92/12/EEG van de Raad van 25 februari 1992 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop (8). Om tot uniforme voorschriften in de Gemeenschap te komen en om de administratieve formaliteiten voor het bedrijfsleven en de burgers te vereenvoudigen, verdient het met name aanbeveling de documenten die transporten van wijnbouwproducten vergezellen ten behoeve van de toepassing van de fiscale regelgeving, eveneens als erkende begeleidende documenten te beschouwen.

(28)

Voor het vervoer van wijnbouwproducten waarop de genoemde fiscale bepalingen niet van toepassing zijn, en voor het vervoer van wijnbouwproducten die afkomstig zijn van kleine producenten, dient een begeleidend document te worden ingesteld om de bevoegde instanties in staat te stellen toezicht op het verkeer van dergelijke producten uit te oefenen. Daartoe kan elk handelsdocument worden erkend dat ten minste de gegevens bevat die nodig zijn om het betrokken product te kunnen identificeren en om te kunnen volgen langs welk traject het wordt vervoerd.

(29)

Om de administratieve formaliteiten voor de vervoerders niet onnodig zwaar te maken, dient geen enkel begeleidend document te worden verlangd voor het vervoer van bepaalde wijnbouwproducten over een beperkte afstand of in kleine recipiënten in beperkte hoeveelheden.

(30)

Bij de administratieve werkzaamheden van de marktdeelnemers worden documenten op papier geleidelijk vervangen door het gebruik van computertoepassingen. Het is derhalve wenselijk eveneens computertoepassingen te kunnen gebruiken bij de opstelling en het gebruik van de begeleidende documenten en de registers.

(31)

Voor de uitvoer van wijnbouwproducten worden documenten ter aanvulling van de begeleidende documenten, en met name de aangifte ten uitvoer, verlangd. Derhalve dienen aanvullende procedures voor de opstelling en de validering van die documenten te worden vastgesteld.

(32)

Aan het toezicht op het vervoer van onverpakte wijnbouwproducten dient bijzondere aandacht te worden geschonken omdat dergelijke producten meer aan frauduleuze manipulaties zijn blootgesteld dan producten die reeds zijn verpakt in flessen die zijn voorzien van een niet voor hergebruik geschikte sluiting en van etiketten. In dergelijke gevallen dienen aanvullende gegevens en een voorafgaande validering van het begeleidende document te worden verlangd.

(33)

Om de controle door de bevoegde autoriteiten te vergemakkelijken moet worden verlangd dat in de begeleidende documenten voor het vervoer van een in het vrije verkeer gebracht product uit een derde land naar het document VI 1 wordt verwezen.

(34)

In de bepalingen betreffende de opstelling van de administratieve geleidedocumenten en het vereenvoudigde geleidedocument wordt verwezen naar voorschriften om de beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding van bepaalde categorieën wijn te bevestigen. Derhalve dienen de voor die bevestiging benodigde voorschriften te worden vastgesteld. Tevens moeten voorschriften voor de bevestiging van de oorsprong van bepaalde wijnen worden vastgesteld voor vervoer waarvoor geen fiscale formaliteiten gelden, met name in het geval van uitvoer. Om de administratieve formaliteiten voor de burgers te vereenvoudigen en de bevoegde instanties van routinewerkzaamheden te bevrijden, dienen de voorschriften te worden vastgesteld volgens welke die instanties afzenders die aan bepaalde voorwaarden voldoen, kunnen toestaan om zelf de vermeldingen ter bevestiging van de oorsprong van de wijn op het begeleidende document aan te brengen, onverminderd de uitoefening van passende controles.

(35)

Bepaald dient te worden welke maatregelen de bevoegde autoriteiten moeten nemen in geval van vervoer door een afzender die een ernstige overtreding heeft begaan, of in geval van door onregelmatigheden gekenmerkt vervoer, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat dergelijk vervoer door de regularisatie ervan niet langer wordt vertraagd dan strikt noodzakelijk is.

(36)

Om ervoor te zorgen dat raadpleging van de registers het de bevoegde instanties mogelijk maakt een doeltreffend toezicht uit te oefenen op het verkeer en het bezit van wijnbouwproducten, met name in het kader van de samenwerking op communautair niveau tussen die instanties, dienen de voorschriften inzake het bijhouden van de registers op dat niveau te worden geharmoniseerd.

(37)

De verplichtingen inzake de registers kunnen voor sommige marktdeelnemers een onevenredige administratieve last betekenen. Daarom moeten de lidstaten die marktdeelnemers kunnen vrijstellen van de nakoming van bepaalde verplichtingen.

(38)

De grondstoffen die worden gebruikt bij bepaalde oenologische procedés, met name verrijking, aanzuring en verzoeting, zijn bijzonder onderhevig aan het risico van frauduleus gebruik. Daarom dient het bezit van dergelijke grondstoffen te verplichten tot het bijhouden van registers die het de bevoegde instanties mogelijk maken toezicht uit te oefenen op het verkeer en het gebruik ervan.

(39)

Aan de controle van mousserende wijnen en likeurwijnen moet bijzondere aandacht worden besteed omdat aan die wijnen andere producten worden toegevoegd. Derhalve moet worden verlangd dat daarover aanvullende gegevens worden opgenomen in de registers.

(40)

Het bij de communautaire regelgeving voorgeschreven begeleidende document voor het vervoer van wijnbouwproducten is een zeer nuttige informatiebron voor de instanties die moeten toezien op de naleving van de communautaire en de nationale bepalingen in de wijnsector. Het dient de lidstaten mogelijk te worden gemaakt aanvullende bepalingen voor de toepassing van deze verordening vast te stellen voor vervoer dat op hun eigen grondgebied begint.

(41)

Artikel 18, lid 1, van Verordening (EG) nr. 884/2001 van de Commissie van 24 april 2001 houdende uitvoeringsbepalingen betreffende de begeleidende documenten voor het vervoer van wijnbouwproducten en de in de wijnsector bij te houden registers (9) biedt de lidstaten de mogelijkheid aanvullende of specifieke bepalingen vast te stellen voor de betrokken producten die zich op hun grondgebied in het verkeer bevinden. Zo kunnen de lidstaten onder meer bepalen dat tot en met 31 juli 2010 voor druivenmost de dichtheid in Oechslegraden mag worden vermeld in plaats van de volumieke massa. Deze traditionele werkwijze wordt vooral gebruikt door kleine landbouwproducenten die nog enkele jaren nodig hebben om zich aan de nieuwe regels betreffende de vermelding van de volumieke massa te kunnen aanpassen. Het is derhalve nuttig om, terwijl Verordening (EG) nr. 884/2001 wordt ingetrokken, de geldigheidsduur van die afwijking te verlengen.

(42)

Het is wenselijk dat de lidstaten de Commissie de naam en het adres meedelen van de instanties die bevoegd zijn voor de toepassing van de titel betreffende de begeleidende documenten en de registers, opdat de Commissie die informatie aan de andere lidstaten kan doorgeven.

(43)

De lidstaten dienen de voor de controle en de audit van de toepassing van deze verordening benodigde gegevens gedurende een passende periode voor inspectiedoeleinden te bewaren.

(44)

Om een billijke behandeling van de vervoerders te garanderen dienen bepalingen te worden vastgesteld voor de gevallen waarin klaarblijkelijk sprake is van een kennelijke fout, overmacht of andere uitzonderlijke omstandigheden. Ook dienen regels inzake kunstmatig gecreëerde situaties te worden vastgesteld om het onmogelijk te maken dat van dergelijke situaties voordeel wordt getrokken.

(45)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

TITEL I

WIJNBOUWKADASTER

Artikel 1

Onderwerp

Bij deze titel worden uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 479/2008 met betrekking tot het wijnbouwkadaster vastgesteld.

Artikel 2

Begripsomschrijvingen

Voor de doeleinden van deze titel wordt verstaan onder:

a)   „exploitant”: een natuurlijk of rechtspersoon dan wel een groepering van natuurlijke of rechtspersonen, ongeacht de rechtspositie van de groepering en haar leden volgens het nationale recht, waarvan het bedrijf zich bevindt op het grondgebied van de Gemeenschap zoals gedefinieerd in artikel 299 van het Verdrag en die een met wijnstokken beplante oppervlakte exploiteert;

b)   „wijnbouwperceel”: een met wijnstokken beplant perceel landbouwgrond zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1 bis, van Verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie (10);

c)   „verlaten beplante oppervlakte”: totale oppervlakte die met wijnstokken is beplant, maar waarop niet langer regelmatig teeltwerkzaamheden ter verkrijging van een marktbaar product worden verricht.

Artikel 3

In het wijnbouwkadaster op te nemen gegevens

1.   Om een wijnbouwkadaster op te zetten en bij te houden, verzamelen de lidstaten de volgende gegevens:

a)

voor elke exploitant die een met wijnstokken beplante oppervlakte van ten minste 0,1 ha heeft of op grond van de communautaire of de nationale regelgeving een opgave moet indienen, de gegevens over:

i)

zijn identificatie;

ii)

de ligging van de wijnbouwpercelen;

iii)

de oppervlakte van de wijnbouwpercelen;

iv)

de kenmerken van de op de wijnbouwpercelen aangeplante wijnstokken;

v)

de onrechtmatige aanplant, de aanplantrechten en de rooiregeling als bedoeld in titel V van Verordening (EG) nr. 479/2008;

vi)

de steun voor herstructurering, omschakeling en groen oogsten als bedoeld in de artikelen 11 en 12 van Verordening (EG) nr. 479/2008;

b)

de oppervlakten van de niet onder a) vallende wijnbouwpercelen;

c)

voor elke natuurlijke of rechtspersoon dan wel groepering van natuurlijke of rechtspersonen die een productieopgave als bedoeld in artikel 9 moet doen, de gegevens over:

i)

zijn identificatie;

ii)

de verplichte opgaven als bedoeld in titel II.

2.   De gegevens over de kenmerken van de wijnbouwpercelen worden voor elk dergelijk perceel afzonderlijk in het dossier over de exploitant opgenomen. Indien de wijnbouwpercelen homogeen genoeg zijn, kunnen de gegevens echter betrekking hebben op een geheel dat uit verscheidene aan elkaar grenzende (delen van) percelen bestaat, mits de identificatie van elk perceel gegarandeerd blijft.

3.   Het wijnbouwkadaster bevat ten minste de overeenkomstig lid 1 verzamelde gegevens, zulks met toepassing van de details en de nadere voorschriften die voor die gegevens zijn opgenomen in bijlage I bij deze verordening.

4.   De volgende gegevens hoeven echter door sommige lidstaten niet te worden verzameld en evenmin in het wijnbouwkadaster te worden opgenomen:

a)

de gegevens als bedoeld in punt 1.1, onderdeel (3), en punt 1.2, onderdelen (5), (6) en (7), van bijlage I voor de lidstaten die overeenkomstig artikel 95 van Verordening (EG) nr. 479/2008 niet onder de overgangsregeling inzake aanplantrechten vallen;

b)

de gegevens als bedoeld in punt 1.2, onderdelen (9) en (10), van bijlage I voor de lidstaten die overeenkomstig artikel 105 van Verordening (EG) nr. 479/2008 niet onder de rooiregeling vallen;

c)

de gegevens als bedoeld in punt 1.2, onderdeel (3), onder b) en c), van bijlage I voor de lidstaten die overeenkomstig artikel 24, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2008 zijn vrijgesteld van het indelen van de wijndruivenrassen.

Artikel 4

Bewaring en bijwerking van de gegevens

De lidstaten bewaren de in het wijnbouwkadaster opgenomen gegevens gedurende de tijd die nodig is voor het volgen van de voortgang van en de controle inzake de betrokken maatregelen, en in ieder geval gedurende ten minste de vijf wijnoogstjaren die volgen op het wijnoogstjaar waarop die gegevens betrekking hebben.

De lidstaten werken het wijnbouwkadaster regelmatig bij naarmate de verzamelde gegevens beschikbaar komen.

Artikel 5

Controle van de gegevens

Ten minste om de vijf jaar verifiëren de lidstaten voor elke exploitant en elke natuurlijke of rechtspersoon dan wel groepering van natuurlijke of rechtspersonen die een productieopgave als bedoeld in artikel 9 moeten doen, of de structurele situatie die volgens de dossiers over de exploitant en over de productie bestaat, in overeenstemming is met de werkelijke situatie. De dossiers worden op basis van die verificatie aangepast.

TITEL II

VERPLICHTE OPGAVEN EN SAMENSTELLING VAN GEGEVENS VOOR HET VOLGEN VAN DE MARKT IN DE WIJNSECTOR

Artikel 6

Onderwerp

Deze titel betreft uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 479/2008 met betrekking tot de verplichte opgaven en de samenstelling van gegevens voor het volgen van de markt in de wijnsector.

Artikel 7

Begripsomschrijvingen

Voor de doeleinden van deze titel wordt verstaan onder:

a)   „druivenoogsters”: de natuurlijke of rechtspersonen dan wel groeperingen van natuurlijke of rechtspersonen die druiven produceren;

b)   „kleinhandelaren”: de natuurlijke of rechtspersonen dan wel groeperingen van natuurlijke of rechtspersonen die beroepshalve een handelsactiviteit verrichten welke rechtstreekse verkoop aan de consument in kleine hoeveelheden inhoudt, en die door elke lidstaat worden bepaald met inachtneming van de bijzondere kenmerken van de handel en de distributiesector, met uitzondering van degenen die gebruikmaken van ruimten met voorzieningen voor de opslag en de verpakking van wijnen in belangrijke hoeveelheden.

HOOFDSTUK I

Verplichte opgaven

Artikel 8

Oogstopgaven

1.   De druivenoogsters dienen jaarlijks bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaten in de vastgestelde administratieve eenheid een oogstopgave in die ten minste de in bijlage II vermelde gegevens en in voorkomend geval de in bijlage III vermelde gegevens bevat.

De lidstaten kunnen bepalen dat één opgave per bedrijf wordt ingediend.

2.   Van indiening van de oogstopgave zijn vrijgesteld:

a)

de druivenoogsters van wie de totale druivenproductie is bestemd om in ongewijzigde staat te worden verbruikt, te worden gedroogd of rechtstreeks tot druivensap te worden verwerkt;

b)

de druivenoogsters van wie het bedrijf minder dan 0,1 ha wijnstokken omvat en bij wie geen enkel deel van de oogst in welke vorm dan ook in de handel is of zal worden gebracht;

c)

de druivenoogsters van wie het bedrijf minder dan 0,1 ha wijnstokken omvat en die hun totale oogst leveren aan een wijncoöperatie of een groepering waarvan zij lid zijn.

In het in de eerste alinea, onder c), bedoelde geval moeten de druivenoogsters aan de aldaar bedoelde wijncoöperatie of groepering een verklaring afgeven waarin zijn vermeld:

a)

de naam, de voornaam en het adres van de wijnbouwer;

b)

de geleverde hoeveelheid druiven;

c)

de oppervlakte en de ligging van de betrokken wijngaard.

De wijncoöperatie of de groepering gaat aan de hand van de gegevens waarover zij beschikt, na of de in die verklaring vermelde gegevens juist zijn.

3.   In afwijking van lid 1 en onverminderd de verplichtingen die uit artikel 9 voortvloeien, kunnen de lidstaten van indiening van de oogstopgaven vrijstellen:

a)

de druivenoogsters die hun totale druivenoogst zelf tot wijn verwerken of voor hun rekening tot wijn laten verwerken;

b)

de druivenoogsters die lid zijn van een wijncoöperatie of een groepering en die hun totale oogst in de vorm van druiven en/of druivenmost aan die wijncoöperatie of die groepering leveren, met inbegrip van de in artikel 9, lid 3, bedoelde druivenoogsters.

Artikel 9

Productieopgaven

1.   De natuurlijke of rechtspersonen dan wel groeperingen van natuurlijke of rechtspersonen, met inbegrip van coöperaties voor wijnbereiding, die uit de oogst van het lopende wijnoogstjaar wijn en/of most hebben geproduceerd, dienen elk jaar bij de door de lidstaten aangewezen bevoegde autoriteiten een productieopgave in die ten minste de in bijlage IV vermelde gegevens bevat.

De lidstaten kunnen bepalen dat één opgave per installatie voor wijnbereiding wordt ingediend.

2.   Van indiening van de productieopgave zijn vrijgesteld de in artikel 8, lid 2, bedoelde druivenoogsters alsmede producenten die door verwerking van aangekochte producten in hun installaties een hoeveelheid wijn verkrijgen die kleiner is dan 10 hl en die niet in welke vorm dan ook in de handel is of zal worden gebracht.

3.   Van indiening van de productieopgave zijn eveneens vrijgesteld de druivenoogsters die lid zijn van een opgaveplichtige wijncoöperatie en die hun druivenproductie aan die coöperatie leveren, maar zich daarbij het recht voorbehouden een voor hun gezinsverbruik bestemde hoeveelheid wijn te bereiden die kleiner is dan 10 hl.

4.   Voor het geval dat natuurlijke of rechtspersonen dan wel groeperingen van natuurlijke of rechtspersonen producten overdragen die bestemd zijn voor wijnbereiding maar nog geen wijn zijn, nemen de lidstaten de nodige maatregelen om het de producenten die daarop betrekking hebbende opgaven moeten indienen, mogelijk te maken te beschikken over de verschillende gegevens die zij in die opgaven moeten opnemen.

Artikel 10

Opgaven van behandeling en/of afzet

1.   De lidstaten kunnen bepalen dat natuurlijke of rechtspersonen dan wel groeperingen van natuurlijke of rechtspersonen, met inbegrip van wijncoöperaties, die vóór de in artikel 16, lid 1, bedoelde datum voor wijnbereiding bestemde maar nog geen wijn zijnde producten van het lopende wijnoogstjaar hebben behandeld en/of afgezet, bij de bevoegde autoriteiten een opgave van behandeling en/of afzet indienen.

2.   Van indiening van de opgave van behandeling en/of afzet zijn vrijgesteld de druivenoogsters die lid zijn van een opgaveplichtige wijncoöperatie en die hun druivenproductie aan die coöperatie leveren, maar zich daarbij het recht voorbehouden een voor hun gezinsverbruik bestemde hoeveelheid wijn te bereiden die kleiner is dan 10 hl.

Artikel 11

Voorraadopgaven

De natuurlijke of rechtspersonen dan wel groeperingen van natuurlijke of rechtspersonen, andere dan particuliere consumenten en kleinhandelaren, dienen jaarlijks bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaten een opgave in van de hoeveelheden druivenmost, geconcentreerde druivenmost, gerectificeerde geconcentreerde druivenmost en wijn die zij op 31 juli in voorraad hebben, welke opgave ten minste de in bijlage V vermelde gegevens bevat. Wat communautaire wijnbouwproducten betreft, bevat deze opgave geen dergelijke producten die zijn verkregen uit druiven die in het lopende kalenderjaar zijn geoogst.

De lidstaten die een wijnproductie van niet meer dan 50 000 hl per jaar hebben, kunnen evenwel de geen kleinhandelaar zijnde handelaren die beperkte hoeveelheden in voorraad hebben, van indiening van de in de eerste alinea bedoelde opgaven vrijstellen op voorwaarde dat de bevoegde autoriteiten de Commissie een statistische raming van die in de lidstaat aanwezige voorraden kunnen verstrekken.

HOOFDSTUK II

Gemeenschappelijke bepalingen

Artikel 12

Formulieren

1.   De lidstaten stellen de modelformulieren voor de verschillende opgaven vast en zorgen ervoor dat die formulieren ten minste de in de bijlagen II, III, IV en V vermelde gegevens bevatten.

De formulieren kunnen volgens de door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten vastgestelde nadere bepalingen door middel van computersystemen worden toegezonden en gebruikt.

2.   In de genoemde formulieren hoeft niet uitdrukkelijk naar de oppervlakte te worden gevraagd indien de lidstaat dat gegeven met zekerheid kan bepalen dankzij de kennis van andere gegevens die in de opgave voorkomen, met name de in productie zijnde oppervlakte en de totale oogst van het bedrijf, of van in het wijnbouwkadaster aanwezige gegevens.

3.   De gegevens die zijn opgenomen in de in lid 1 bedoelde opgaven, worden op nationaal niveau gecentraliseerd.

Artikel 13

Verband met het wijnbouwkadaster

In afwijking van de artikelen 8 en 9 van en de bijlagen II en IV bij de onderhavige verordening kunnen de lidstaten die overeenkomstig artikel 108 van Verordening (EG) nr. 479/2008 een jaarlijks bijgewerkt wijnbouwkadaster of een vergelijkbaar administratief controle-instrument hebben opgezet, de in die artikelen 8 en 9 bedoelde natuurlijke of rechtspersonen dan wel groeperingen van natuurlijke of rechtspersonen dan wel druivenoogsters vrijstellen van het opgeven van de oppervlakte.

In dat geval vullen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de opgaven zelf aan door de oppervlakte te vermelden op basis van de in dat kadaster opgenomen gegevens.

Artikel 14

Vrijstellingen

1.   De lidstaten die een wijnbouwareaal van niet meer dan 500 ha hebben en die langs andere administratieve kanalen beschikken over sommige van de gegevens die in de in de artikelen 8, 9 en 10 bedoelde opgaven moeten worden opgenomen, kunnen besluiten tot weglating van die gegevens uit die opgaven.

De lidstaten die een wijnbouwareaal van niet meer dan 500 ha hebben en die langs andere administratieve kanalen beschikken over alle gegevens die in de in de artikelen 8, 9 en 10 bedoelde opgaven moeten worden opgenomen, kunnen de marktdeelnemers vrijstellen van de indiening van de een of andere van die opgaven.

2.   De lidstaten die een wijnproductie van niet meer dan 50 000 hl per wijnoogstjaar hebben en die langs andere administratieve kanalen beschikken over sommige van de gegevens die in de in artikel 11 bedoelde opgave moeten worden opgenomen, kunnen besluiten tot weglating van die gegevens uit die opgave.

De lidstaten die een wijnproductie van niet meer dan 50 000 hl per wijnoogstjaar hebben en die langs andere administratieve kanalen beschikken over alle gegevens die in de in artikel 11 bedoelde opgave moeten worden opgenomen, kunnen de marktdeelnemers vrijstellen van de indiening van die opgave.

3.   De lidstaten die beschikken over een computersysteem waarmee het verband kan worden gelegd tussen de indiener van de opgave, de opgegeven productie en de percelen waarop de betrokken wijngaarden liggen, kunnen besluiten dat de producenten de perceelscodes die overeenkomstig artikel 8 in bijlage II zijn voorgeschreven, niet hoeven te vermelden. Het verband kan met name worden vastgesteld aan de hand van de bedrijfscode, de referentie naar een blok percelen of een in het wijnbouwkadaster opgenomen referentie.

Artikel 15

In acht te nemen criteria

1.   Voor de omrekening van de hoeveelheden andere producten dan wijn in hl wijn kunnen de lidstaten coëfficiënten vaststellen die kunnen worden gedifferentieerd volgens de verschillende objectieve criteria die voor die omrekening van belang zijn. De lidstaten delen de coëfficiënten aan de Commissie mee tegelijk met de in artikel 19, lid 1, bedoelde samenvatting.

2.   De hoeveelheid wijn die moet worden vermeld in de in artikel 9 bedoelde productieopgave, is de totale hoeveelheid die na afloop van de eerste alcoholische gisting is verkregen, met inbegrip van de wijnmoer.

Artikel 16

Uiterste data voor de indiening van de opgaven

1.   De in de artikelen 8 en 9 bedoelde opgaven worden uiterlijk op 15 januari ingediend. De lidstaten kunnen echter één of meer eerdere data vaststellen. Zij kunnen bovendien een datum vaststellen waarvoor geldt dat de op die datum in voorraad zijnde hoeveelheden in aanmerking worden genomen voor de opstelling van de opgaven.

2.   De in artikel 11 bedoelde opgaven worden uiterlijk op 10 september ingediend voor de op 31 juli in voorraad zijnde hoeveelheden. De lidstaten kunnen echter één of meer eerdere data vaststellen.

Artikel 17

Controles

De lidstaten stellen controles en nuttige maatregelen in om ervoor te zorgen dat die opgaven aan de werkelijkheid beantwoorden.

Artikel 18

Sancties

1.   Degenen die oogst-, productie- of voorraadopgaven moeten indienen en dit op de in artikel 16 van de onderhavige verordening bedoelde data nog niet hebben gedaan, worden behoudens overmacht voor het betrokken wijnoogstjaar en ook voor het daaropvolgende wijnoogstjaar uitgesloten van de voordelen die worden geboden door de bij de artikelen 12, 15, 17, 18 en 19 van Verordening (EG) nr. 479/2008 vastgestelde maatregelen.

Een overschrijding van de in artikel 16 van de onderhavige verordening bedoelde termijnen met niet meer dan tien werkdagen leidt echter slechts tot een evenredige verlaging van de voor het lopende wijnoogstjaar te betalen bedragen met een percentage dat de bevoegde instantie vaststelt naargelang van de opgelopen vertraging, onverminderd de nationale sancties.

2.   Behoudens overmacht wordt, indien de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de in lid 1 bedoelde opgave onvolledig of onjuist vinden en indien de kennis van de ontbrekende of onjuiste gegevens van essentieel belang is voor een correcte toepassing van de bij de artikelen 12, 15, 17, 18 en 19 van Verordening (EG) nr. 479/2008 vastgestelde maatregelen, de te betalen steun evenredig verlaagd met een bedrag dat de bevoegde instantie vaststelt naargelang van de ernst van de begane overtreding, onverminderd de nationale sancties.

HOOFDSTUK III

Door de lidstaten te verstrekken gegevens

Artikel 19

Mededelingen door de lidstaten

1.   De lidstaten delen de Commissie langs elektronische weg mee:

a)

voor het lopende wijnoogstjaar:

i)

uiterlijk op 15 september, de ramingen inzake de hoeveelheden producten van de wijnsector die naar verwachting op hun grondgebied zullen worden verkregen;

ii)

uiterlijk op 30 november, de ramingen inzake de beschikbaarheid en het gebruik van wijnbouwproducten op hun grondgebied;

iii)

uiterlijk op 15 april, het definitieve resultaat van de productieopgaven;

b)

voor de afgelopen wijnoogstjaren:

i)

uiterlijk op 30 november, de samenvatting van de opgaven van de eindvoorraden van het wijnoogstjaar;

ii)

uiterlijk op 15 december, de voorlopige voorzieningsbalans voor het voorgaande wijnoogstjaar;

iii)

uiterlijk op 15 maart, de definitieve voorzieningsbalans voor het eervorige wijnoogstjaar.

2.   De voorzieningsbalansen moeten worden toegezonden aan het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen (Eurostat).

De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elk belangrijk nieuw feit dat de op de definitieve gegevens over de afgelopen jaren gebaseerde raming inzake de beschikbaarheid en het gebruik van wijnbouwproducten sterk kan wijzigen.

3.   Met het oog op het constateren van de ontwikkeling van de prijzen delen de lidstaten die in de afgelopen vijf jaar gemiddeld meer dan 5 % van de totale communautaire wijnproductie voor hun rekening namen, de Commissie voor de in punt 1 van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde wijnen mee:

a)

uiterlijk op de 15e van elke maand, een samenvatting van de prijsnoteringen in de voorgaande maand, of

b)

op 1 augustus 2009, de openbare informatiebronnen die zij als geloofwaardig voor het constateren van de prijzen beschouwen.

De lidstaten vergewissen zich ervan dat de Commissie het recht heeft de gegevens die zijn opgenomen in de in de eerste alinea, onder b), bedoelde informatiebronnen, bekend te maken.

De lidstaten kiezen een beperkt aantal te volgen markten en bepalen in totaal acht te noteren prijzen, waarbij het gaat om de prijsnoteringen die het meest representatief zijn voor de op hun grondgebied geproduceerde witte en rode wijnen.

De prijzen hebben betrekking op een onverpakt product af bedrijf van de producent en worden uitgedrukt in euro per graad/hectoliter of per hectoliter.

HOOFDSTUK IV

Algemene en slotbepalingen

Artikel 20

Algemene bepaling

Deze verordening doet geen afbreuk aan bepalingen van de lidstaten waarbij een regeling inzake opgaven van oogst, productie, behandeling en/of afzet dan wel voorraden is ingesteld die de verstrekking van vollediger gegevens voorschrijft met name wegens het feit dat die regeling betrekking heeft op bredere categorieën opgaveplichtigen dan die welke in de artikelen 8, 9 en 11 worden bedoeld.

TITEL III

BEGELEIDENDE DOCUMENTEN VOOR HET VERVOER VAN WIJNBOUWPRODUCTEN EN IN DE WIJNSECTOR BIJ TE HOUDEN REGISTERS

HOOFDSTUK I

Onderwerp, toepassingsgebied en begripsomschrijvingen

Artikel 21

Onderwerp en toepassingsgebied

1.   Bij deze titel worden uitvoeringsbepalingen van artikel 112 van Verordening (EG) nr. 479/2008 vastgesteld met betrekking tot begeleidende documenten voor de in deel XII van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (11) genoemde producten van de wijnsector, onverminderd de toepassing van Richtlijn 92/12/EEG. Deze titel bevat:

a)

regels voor de opstelling van begeleidende documenten voor het vervoer van wijnbouwproducten:

i)

binnen een lidstaat, voor zover dat vervoer niet vergezeld gaat van een document dat is voorgeschreven bij de communautaire bepalingen die zijn gebaseerd op Richtlijn 92/12/EEG;

ii)

met het oog op uitvoer naar een derde land;

iii)

in het intracommunautaire handelsverkeer:

in het geval dat het vervoer wordt verzorgd door een kleine producent die door de lidstaat waar het vervoer begint, is vrijgesteld van de opstelling van een vereenvoudigd geleidedocument, of

in het geval dat het vervoerde wijnbouwproduct geen accijnsproduct is;

b)

aanvullende bepalingen voor de opstelling van:

i)

het administratieve geleidedocument of het ter vervanging daarvan gebruikte handelsdocument;

ii)

het vereenvoudigde geleidedocument of het ter vervanging daarvan gebruikte handelsdocument;

c)

regels om de oorsprong van wijnen met beschermde oorsprongsbenaming (BOB) of beschermde geografische aanduiding (BGA) te bevestigen in de begeleidende documenten voor het vervoer van dergelijke wijnen.

2.   Voorts bevat deze titel regels voor het bijhouden van in- en uitslagregisters door degenen die beroepshalve wijnbouwproducten in hun bezit hebben.

Artikel 22

Begripsomschrijvingen

Voor de doeleinden van deze titel wordt verstaan onder:

a)   „producenten”: natuurlijke of rechtspersonen dan wel groeperingen van natuurlijke of rechtspersonen die over verse druiven, druivenmost of jonge, nog gistende wijn beschikken of hebben beschikt en die deze producten tot wijn verwerken of laten verwerken;

b)   „kleine producenten”: producenten die gemiddeld minder dan 1 000 hl wijn per jaar produceren;

c)   „kleinhandelaren”: natuurlijke of rechtspersonen dan wel groeperingen van natuurlijke of rechtspersonen die beroepshalve een handelsactiviteit verrichten welke rechtstreekse verkoop aan de consument in kleine hoeveelheden inhoudt, en die door elke lidstaat worden bepaald met inachtneming van de bijzondere kenmerken van de handel en de distributiesector, met uitzondering van degenen die gebruikmaken van ruimten met voorzieningen voor de opslag en, in voorkomend geval, installaties voor de verpakking van wijnen in belangrijke hoeveelheden of die onverpakt vervoerde wijn ambulant verkopen;

d)   „administratief geleidedocument”: een document dat voldoet aan het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2719/92 van de Commissie (12);

e)   „vereenvoudigd geleidedocument”: een document dat voldoet aan het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 3649/92 van de Commissie (13);

f)   „handelaar zonder pakhuis”: een natuurlijk of rechtspersoon dan wel een groepering van natuurlijke of rechtspersonen die beroepshalve wijnbouwproducten koopt of verkoopt zonder over installaties voor de opslag van die producten te beschikken;

g)   „sluiting”: een wijze van sluiting voor recipiënten met een nominaal volume van niet meer dan vijf liter;

h)   „botteling”: het voor commerciële doeleinden verpakken van het betrokken product in recipiënten met een inhoud van niet meer dan 60 liter;

i)   „bottelaar”: een natuurlijk of rechtspersoon dan wel een groepering van natuurlijke of rechtspersonen die het betrokken product bottelt of voor eigen rekening laat bottelen.

Voor de toepassing van de eerste alinea, onder b), baseren de lidstaten zich op de gemiddelde jaarproductie in ten minste drie opeenvolgende wijnoogstjaren. De lidstaten hebben de mogelijkheid producenten die verse druiven of druivenmost kopen om deze tot wijn te verwerken, niet als kleine producenten te beschouwen.

HOOFDSTUK II

Begeleidende documenten voor het vervoer van wijnbouwproducten

Artikel 23

Onderwerp

Ook wanneer geautomatiseerde procedures worden gebruikt, moeten alle in het douanegebied van de Gemeenschap gevestigde natuurlijke of rechtspersonen en groeperingen van personen, met inbegrip van handelaren zonder pakhuis, die een wijnbouwproduct vervoeren of laten vervoeren, onder hun verantwoordelijkheid een document opstellen dat het betrokken transport vergezelt, hierna „begeleidend document” genoemd.

Artikel 24

Erkende begeleidende documenten

1.   Als begeleidend document worden erkend:

a)

voor producten waarvoor de formaliteiten voor het verkeer als bedoeld in Richtlijn 92/12/EEG gelden:

i)

als het product onder schorsing van accijnzen in het verkeer wordt gebracht, een overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2719/92 opgesteld administratief geleidedocument of handelsdocument;

ii)

als het intracommunautair verkeer betreft en het product in de lidstaat van verzending tot verbruik wordt uitgeslagen, een overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 3649/92 opgesteld vereenvoudigd geleidedocument of handelsdocument;

b)

voor producten waarvoor de formaliteiten voor het verkeer als bedoeld in Richtlijn 92/12/EEG niet gelden, in voorkomend geval met inbegrip van door kleine producenten geproduceerde wijn, welk document dan ook dat ten minste de in bijlage VI, punt C, bedoelde gegevens en de eventueel door de lidstaten voorgeschreven aanvullende vermeldingen bevat en dat overeenkomstig de onderhavige verordening is opgesteld.

2.   In afwijking van lid 1, onder b), kunnen de lidstaten:

a)

voor vervoer van producten dat op hun grondgebied begint, bepalen dat het begeleidende document wordt opgesteld overeenkomstig het in bijlage VII opgenomen model;

b)

voor vervoer van producten dat op hun grondgebied begint en eindigt, bepalen dat voor het begeleidende document niet wordt gewerkt met de onderverdeling in vakken en de nummering van de voorgeschreven gegevens zoals aangegeven in het in bijlage VII opgenomen model.

Artikel 25

Vrijstellingen

In afwijking van artikel 23 is in de volgende gevallen geen begeleidend document vereist:

a)

voor wijnbouwproducten in recipiënten met een nominaal volume van meer dan 60 liter:

i)

bij vervoer van al dan niet gekneusde druiven of van druivenmost door de druivenproducent zelf voor eigen rekening vanaf zijn eigen wijngaard of een andere aan hem toebehorende installatie, indien de totale over de weg af te leggen afstand niet meer dan 40 km bedraagt en indien het gaat om vervoer:

in het geval van een niet bij een groepering aangesloten producent, naar de installatie voor wijnbereiding van die producent;

in het geval van een bij een groepering aangesloten producent, naar de installatie voor wijnbereiding van die groepering;

ii)

bij vervoer van al dan niet gekneusde druiven door de druivenproducent zelf of voor zijn rekening door een derde die niet de geadresseerde is, vanaf zijn eigen wijngaard:

indien de bestemming van dit vervoer de in dezelfde wijnbouwzone gelegen installatie voor wijnbereiding van de geadresseerde is, en

indien de in totaal af te leggen afstand niet meer dan 40 km bedraagt; in uitzonderingsgevallen kunnen de bevoegde instanties deze afstand verhogen tot 70 km;

iii)

bij vervoer van wijnazijn;

iv)

bij vervoer binnen dezelfde plaatselijke administratieve eenheid of naar een aangrenzende administratieve eenheid voor zover de bevoegde instantie dit heeft toegestaan, of bij vervoer binnen dezelfde regionale administratieve eenheid voor zover daartoe een individuele machtiging is verleend, indien:

het product bij toepassing van artikel 38, lid 2, onder a), tussen twee installaties van eenzelfde onderneming wordt vervoerd, of

het product niet van eigenaar verandert en het vervoer plaatsvindt met het oog op wijnbereiding, behandeling, opslag of botteling;

v)

bij vervoer van druivendraf en wijnmoer:

naar een distilleerderij, indien het transport vergezeld gaat van een pakbon die is voorgeschreven door de bevoegde instanties van de lidstaat waar het vervoer begint, of

indien het vervoer plaatsvindt om die producten overeenkomstig artikel 22 van Verordening (EG) nr. 555/2008 onder toezicht aan de wijnbereiding te onttrekken;

b)

voor producten in recipiënten met een nominaal volume van niet meer dan 60 liter, met inachtneming van het bepaalde in Richtlijn 92/12/EEG:

i)

bij vervoer van producten in recipiënten met een nominaal volume van niet meer dan 5 liter die zijn geëtiketteerd en voorts zijn voorzien van een sluiting die niet opnieuw kan worden gebruikt, indien de totale vervoerde hoeveelheid niet groter is dan:

5 liter in het geval van al dan niet gerectificeerde geconcentreerde druivenmost,

100 liter voor alle overige producten;

ii)

bij vervoer van wijn die of druivensap dat is bestemd voor diplomatieke vertegenwoordigingen, consulaire posten en daarmee gelijkgestelde instanties, binnen de grenzen van de hun toegekende vrijstellingen;

iii)

bij vervoer van wijn of druivensap:

die of dat deel uitmaakt van goederen die worden vervoerd in verband met een verhuizing van particulieren, en die of dat niet voor verkoop is bestemd,

die of dat zich aan boord van schepen, luchtvaartuigen en treinen bevindt om daar te worden verbruikt;

iv)

bij niet onder a) vallend vervoer door een particulier van voor gezinsverbruik bij de geadresseerde bestemde wijn en gedeeltelijk gegiste druivenmost, indien de vervoerde hoeveelheid niet meer dan 30 liter bedraagt;

v)

bij vervoer van een voor wetenschappelijke of technische proeven bestemd product, indien de totale vervoerde hoeveelheid niet meer dan één hectoliter bedraagt;

vi)

bij vervoer van handelsmonsters;

vii)

bij vervoer van voor een officiële dienst of een officieel laboratorium bestemde monsters.

In uitzonderingsgevallen kunnen de bevoegde instanties de in de eerste alinea, onder a), i), vastgestelde afstand van 40 km verhogen tot 70 km.

In de in de eerste alinea, onder b), i) tot en met v), bedoelde gevallen van vrijstelling van de overlegging van welk begeleidend document dan ook moeten andere afzenders dan kleinhandelaren of dan particulieren die incidenteel het betrokken product aan andere particulieren overdragen, evenwel te allen tijde in staat zijn de juistheid te bewijzen van alle in hoofdstuk III voorgeschreven aantekeningen in registers en van de gegevens in andere, door de betrokken lidstaat ingestelde registers.

Artikel 26

Opstelling van een begeleidend document

1.   Het begeleidende document wordt als naar behoren opgesteld beschouwd indien het de in bijlage VI voorgeschreven gegevens bevat.

2.   Het begeleidende document mag voor slechts één enkel transport worden gebruikt.

3.   De in artikel 24, lid 1, onder b), en lid 2, bedoelde begeleidende documenten kunnen volgens de door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten vastgestelde nadere bepalingen door middel van computersystemen worden opgesteld en toegezonden.

De inhoud van de begeleidende documenten verschilt niet naargelang van de aard van de informatiedrager, een elektronische informatiedrager of papier, waarop die inhoud wordt opgesteld.

Artikel 27

Gebruik van een begeleidend document bij uitvoer

1.   Indien de geadresseerde buiten het douanegebied van de Gemeenschap is gevestigd, worden het origineel en een kopie van het begeleidende document, in voorkomend geval de exemplaren nr. 1 en nr. 2, aan het bevoegde douanekantoor van de lidstaat van uitvoer overgelegd ter ondersteuning van de aangifte ten uitvoer. Dit douanekantoor ziet erop toe dat, enerzijds, op de aangifte ten uitvoer het documenttype, de datum en het nummer van het overgelegde document en, anderzijds, op het origineel en de kopie van het begeleidende document, in voorkomend geval op de twee exemplaren van het begeleidende document, het documenttype, de datum en het nummer van de aangifte ten uitvoer worden vermeld.

Het douanekantoor van uitgang uit het douanegebied van de Gemeenschap brengt op de voornoemde twee exemplaren een van de in bijlage IX opgenomen vermeldingen aan en waarmerkt die vermelding door middel van zijn stempel. Het douanekantoor geeft die van zijn stempel en de passende vermelding voorziene exemplaren van het begeleidende document aan de exporteur of diens vertegenwoordiger terug. De exporteur of diens vertegenwoordiger moet ervoor zorgen dat een exemplaar het uitgevoerde product vergezelt.

2.   De in lid 1, eerste alinea, bedoelde vermeldingen omvatten ten minste het documenttype, de datum en het nummer van het document alsmede, wat de aangifte ten uitvoer betreft, de naam en de vestigingsplaats van de voor de uitvoer bevoegde instantie.

3.   Wanneer een wijnbouwproduct in het kader van de regeling passieve veredeling zoals bepaald in de Verordeningen (EEG) nr. 2913/92 van de Raad (14) en (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (15) tijdelijk naar een land van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) wordt uitgevoerd met het oog op opslag, rijping en/of verpakking aldaar, wordt behalve het begeleidende document ook een blad met de in de aanbeveling van de Internationale Douaneraad van 3 december 1963 bedoelde inlichtingen opgesteld. In de voor de omschrijving van de goederen bestemde vakken van dat blad worden de omschrijving overeenkomstig de communautaire en de nationale bepalingen en de hoeveelheden van de vervoerde wijnen vermeld.

Deze gegevens worden overgenomen uit het origineel van het begeleidende document onder dekking waarvan deze wijnen zijn vervoerd tot het douanekantoor waar het inlichtingenblad wordt afgegeven. Op dat blad worden voorts de aard, de datum en het nummer genoteerd van het voornoemde document dat het vervoer eerder heeft vergezeld.

In het geval dat in de eerste alinea bedoelde producten weer in het douanegebied van de Gemeenschap worden binnengebracht, wordt het inlichtingenblad naar behoren aangevuld door het bevoegde douanekantoor van de EVA. Dat document geldt als begeleidend document voor het vervoer tot het douanekantoor van bestemming van de Gemeenschap of het douanekantoor waar de producten tot verbruik in de handel worden gebracht, op voorwaarde dat in het voor de omschrijving van de goederen bestemde vak van dat document de in de eerste alinea voorgeschreven gegevens zijn opgenomen.

Het betrokken douanekantoor in de Gemeenschap viseert een door de geadresseerde of diens vertegenwoordiger bezorgde kopie of fotokopie van dat document en geeft die kopie of fotokopie dan met het oog op toepassing van de onderhavige verordening aan de geadresseerde of diens vertegenwoordiger terug.

4.   Ten aanzien van naar een derde land uitgevoerde wijnen met BOB of BGA waarvoor overeenkomstig de onderhavige verordening een begeleidend document voor het vervoer is gebruikt, geldt dat bij het in de Gemeenschap in het vrije verkeer brengen van dergelijke wijnen dat document moet worden overgelegd ter ondersteuning van welk ander bewijsstuk ten genoegen van de bevoegde instantie dan ook, indien het niet gaat om producten die voldoen aan de in lid 3 gestelde voorwaarden, en evenmin om terugkerende goederen als bedoeld in de Verordeningen (EEG) nr. 2913/92 en (EEG) nr. 2454/93. Voor zover de bewijsstukken toereikend werden geacht, viseert het betrokken douanekantoor een door de geadresseerde of diens vertegenwoordiger bezorgde kopie of fotokopie van de bevestiging van de beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding en geeft het die kopie of fotokopie dan met het oog op toepassing van de onderhavige verordening aan de geadresseerde of diens vertegenwoordiger terug.

Artikel 28

Vervoer als onverpakt product

1.   Indien het begeleidende document wordt opgesteld voor het vergezellen van het vervoer van een wijnbouwproduct in recipiënten met een nominaal volume van meer dan 60 liter, moet het referentienummer ervan worden toegekend door de bevoegde instantie waarvan de naam en de vestigingsplaats op dat begeleidende document zijn vermeld. Deze instantie kan een met belastingcontrole belaste instantie zijn.

2.   Het referentienummer moet:

a)

deel uitmaken van een doorlopende reeks, en

b)

vooraf zijn opgedrukt.

Van toepassing van de onder b) bepaalde voorwaarde kan worden afgezien wanneer een computersysteem wordt gebruikt.

3.   In het in lid 1 bedoelde geval worden bij elk transport het naar behoren ingevulde originele begeleidende document en een kopie daarvan vooraf gevalideerd:

a)

door middel van het visum van de bevoegde instantie van de lidstaat op het grondgebied waarvan het vervoer begint, of

b)

door de afzender, die daartoe op die stukken het zegel aanbrengt dat door de onder a) bedoelde bevoegde instantie is voorgeschreven, dan wel die stukken van een stempel voorziet met behulp van een door die instantie goedgekeurd stempelapparaat.

4.   Indien een administratief geleidedocument of een handelsdocument dat voldoet aan het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2719/92, dan wel een vereenvoudigd geleidedocument of een handelsdocument dat voldoet aan het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 3649/92, wordt gebruikt, worden de exemplaren nr. 1 en nr. 2 vooraf gevalideerd volgens de in lid 3 vastgestelde procedure.

Artikel 29

Vervoer van een hoeveelheid van meer dan 60 liter

Bij vervoer van een hoeveelheid van meer dan 60 liter van een van de hierna genoemde wijnbouwproducten is in het geval dat het product niet is verpakt, niet alleen een voor het betrokken vervoer voorgeschreven document vereist, maar ook een kopie daarvan van een door de bevoegde instantie toegestaan type:

a)

producten van oorsprong uit de Gemeenschap:

i)

wijn die bestemd is om tot wijn met BOB te worden verwerkt;

ii)

gedeeltelijk gegiste druivenmost;

iii)

al dan niet gerectificeerde geconcentreerde druivenmost;

iv)

verse druivenmost waarvan de gisting door toevoeging van alcohol is gestuit;

v)

druivensap;

vi)

geconcentreerd druivensap;

b)

producten die niet van oorsprong uit de Gemeenschap zijn:

i)

verse druiven, met uitzondering van tafeldruiven;

ii)

druivenmost;

iii)

geconcentreerde druivenmost;

iv)

gedeeltelijk gegiste druivenmost;

v)

al dan niet gerectificeerde geconcentreerde druivenmost;

vi)

verse druivenmost waarvan de gisting door toevoeging van alcohol is gestuit;

vii)

druivensap;

viii)

geconcentreerd druivensap;

ix)

likeurwijn voor de bereiding van andere producten dan producten van GN-code 2204.

De eerste alinea geldt eveneens voor de volgende producten, ongeacht de oorsprong ervan en ongeacht de vervoerde hoeveelheid, onverminderd de bij artikel 25 vastgestelde vrijstellingen:

a)

wijnmoer;

b)

druivendraf, bestemd voor een distilleerderij of voor een andere vorm van industriële verwerking;

c)

piquette;

d)

distillatiewijn;

e)

wijn van druiven van rassen die voor de administratieve eenheid waar deze druiven zijn geoogst, niet als wijndruivenrassen zijn opgenomen in de overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EG) nr. 479/2008 door de lidstaten vastgestelde indeling;

f)

producten die niet voor rechtstreekse menselijke consumptie mogen worden aangeboden of geleverd.

De afzender zendt de in de eerste alinea bedoelde kopie uiterlijk op de eerste werkdag na die waarop het product is vertrokken, langs de snelst mogelijke weg aan de autoriteit die territoriaal bevoegd is voor de plaats van lading. Deze autoriteit zendt deze kopie uiterlijk op de eerste werkdag na de bezorging ervan, of na het maken ervan indien zij dat zelf doet, langs de snelst mogelijke weg aan de autoriteit die territoriaal bevoegd is voor de plaats van lossing.

Artikel 30

Vervoer van een in het vrije verkeer gebracht product uit een derde land

Bij elk vervoer, binnen het douanegebied van de Gemeenschap, van in het vrije verkeer gebrachte producten uit een derde land zijn in het begeleidende document vermeld:

a)

het nummer van het overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EG) nr. 555/2008 opgestelde document VI 1;

b)

de datum waarop dat document is opgesteld;

c)

de naam en de vestigingsplaats van de instantie van het derde land die dat document heeft opgesteld of toestemming heeft verleend voor de opstelling van dat document door een producent.

Artikel 31

Bevestiging van een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding

1.   Het begeleidende document geldt als bevestiging van een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding indien het naar behoren is opgesteld:

a)

door een afzender die zelf de producent van de betrokken vervoerde wijn is en die geen wijnbouwproducten koopt of verkoopt die zijn verkregen uit druiven die zijn geoogst in andere regio's dan die waarvan hij de namen gebruikt om de wijnen van zijn eigen productie aan te duiden,

b)

door een niet onder a) vallende afzender, mits de bevoegde instantie op het begeleidende document de juistheid van de betrokken vermeldingen heeft gecertificeerd op basis van de gegevens in de begeleidende documenten die de eerdere transporten van het betrokken product hebben vergezeld,

c)

overeenkomstig artikel 33, lid 1, mits de volgende voorwaarden zijn vervuld:

i)

het begeleidende document is opgesteld volgens het model dat is vastgesteld voor:

het administratieve geleidedocument, of

het vereenvoudigde geleidedocument, of

het begeleidende document waarvan het model is opgenomen in bijlage VII, of

het in artikel 24, lid 2, onder b), bedoelde document;

ii)

de volgende vermelding is aangebracht op de daartoe bestemde plaats van het begeleidende document:

voor wijnen met BOB: „Dit document geldt als bevestiging van een beschermde oorsprongsbenaming voor de erop vermelde wijnen.”;

voor wijnen met BGA: „Dit document geldt als bevestiging van een beschermde geografische aanduiding voor de erop vermelde wijnen.”;

iii)

de bevoegde instantie heeft de in punt ii) bedoelde vermelding door middel van haar stempel, vermelding van de datum en de handtekening van de verantwoordelijke persoon gewaarmerkt op, naargelang van het geval:

de exemplaren nr. 1 en nr. 2 bij gebruik van het in punt i), eerste en tweede streepje, bedoelde model, of

het origineel en een kopie van het begeleidende document bij gebruik van het in punt i), derde en vierde streepje, bedoelde model;

iv)

het referentienummer van het begeleidende document is door de bevoegde instantie toegekend;

v)

bij verzending vanuit een andere lidstaat dan die van productie geldt, bevat het begeleidende document de volgende gegevens:

het referentienummer,

de datum waarop het is opgesteld,

de naam en de vestigingsplaats van de bevoegde instantie die voorkomen op de documenten onder dekking waarvan het product is vervoerd alvorens opnieuw te worden verzonden en waarop de oorsprongsbenaming of de geografische aanduiding is gecertificeerd.

2.   Een lidstaat kan de bevestiging van de beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding voor de op zijn grondgebied geproduceerde wijnen verplicht stellen.

3.   De bevoegde instanties van elke lidstaat kunnen de afzenders die aan de in lid 4 bepaalde voorwaarden voldoen, toestaan om de vermeldingen betreffende de bevestiging van een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding zelf op de formulieren voor het begeleidende document aan te brengen of om die formulieren met die vermeldingen te laten voorbedrukken op voorwaarde dat:

a)

de vermeldingen vooraf door middel van het stempel van de bevoegde instantie, de handtekening van de verantwoordelijke persoon en vermelding van de datum worden gewaarmerkt, of

b)

de vermeldingen door de afzenders zelf worden gewaarmerkt door middel van een speciaal stempel dat door de bevoegde instanties is goedgekeurd en in overeenstemming is met het in bijlage VIII opgenomen model; de formulieren mogen met dat stempel zijn voorbedrukt mits het drukken plaatsvindt bij een daartoe erkende drukkerij.

4.   De in lid 3 bedoelde toestemming wordt slechts verleend aan afzenders die gewoonlijk wijn met BOB of BGA verzenden en bij wie in het kader van een eerste aanvraag is geconstateerd dat de in- en uitslagregisters overeenkomstig hoofdstuk III worden bijgehouden en zo een controle op de juistheid van de op de documenten voorkomende vermeldingen mogelijk maken.

De bevoegde instanties kunnen de toestemming weigeren aan afzenders die niet alle door hen nuttig geachte garanties bieden. Zij kunnen de toestemming intrekken, met name wanneer de afzenders niet langer aan de in de eerste alinea bepaalde voorwaarden voldoen of niet langer de verlangde garanties bieden.

5.   De afzenders aan wie de in lid 3 bedoelde toestemming is verleend, moeten alle nodige maatregelen nemen om de speciale stempel of de formulieren die zijn voorzien van de afdruk van de stempel van de bevoegde instantie of de afdruk van de speciale stempel, veilig te bewaren.

6.   In het handelsverkeer met derde landen gelden voor wijnen met BOB of BGA alleen begeleidende documenten die overeenkomstig lid 1 in het kader van uitvoer uit de lidstaat van productie zijn opgesteld, als bevestiging dat de beschermde oorsprongsbenaming of de beschermde geografische aanduiding van het product in overeenstemming is met de toepasselijke communautaire en nationale bepalingen. Bij uitvoer uit een lidstaat die niet de lidstaat van productie is, geldt het overeenkomstig lid 1 opgestelde begeleidende document onder dekking waarvan het product wordt uitgevoerd, evenwel als bevestiging van een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding indien het de volgende gegevens bevat:

a)

het referentienummer;

b)

de datum waarop het is opgesteld;

c)

de naam en de vestigingsplaats van de in lid 1 bedoelde instantie die voorkomen op de documenten onder dekking waarvan het product is vervoerd alvorens te worden uitgevoerd en waarop de beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding is gecertificeerd.

7.   Voor ingevoerde wijn geldt het begeleidende document als bevestiging van een oorsprongsbenaming of geografische aanduiding van een derde land, indien dat document overeenkomstig het onderhavige artikel is opgesteld met gebruikmaking van een van de in lid 1, onder c), i), bedoelde modellen.

Artikel 32

Weigering door de geadresseerde

Indien een deel of de totale hoeveelheid van een product dat onder dekking van een begeleidend document wordt vervoerd, wordt geweigerd door de geadresseerde, brengt deze op de achterzijde van het document de vermelding „geweigerd door de geadresseerde” alsmede de datum en zijn handtekening aan, in voorkomend geval aangevuld met de geweigerde hoeveelheid in liter of in kilogram.

In dat geval kan het betrokken product aan de afzender worden teruggezonden onder dekking van hetzelfde begeleidende document voor het vervoer dan wel bij de vervoerder worden bewaard totdat een nieuw begeleidend document is opgesteld om het product bij het opnieuw verzenden ervan te vergezellen.

Artikel 33

Vervoer door een afzender die een ernstige overtreding heeft begaan

1.   Indien de bevoegde instantie heeft geconstateerd dat een natuurlijk of rechtspersoon dan wel een groepering van natuurlijke of rechtspersonen die een wijnbouwproduct vervoert of laat vervoeren, een ernstige overtreding van de communautaire bepalingen in de wijnsector of van de ter uitvoering daarvan vastgestelde nationale bepalingen heeft begaan, dan wel indien die instantie een gegrond vermoeden van een dergelijke overtreding heeft, kan zij voorschrijven dat de afzender het begeleidende document opstelt en om haar visum verzoekt.

Indien dat visum wordt toegekend, wordt het eventueel afhankelijk gesteld van de naleving van voorwaarden inzake het verdere gebruik van het product. Het visum bevat het stempel van de bevoegde instantie, de handtekening van de verantwoordelijke persoon van die instantie en de datum.

2.   Lid 1 geldt ook voor het vervoer van producten waarvan de productiewijze of de samenstelling niet in overeenstemming is met de communautaire of de nationale bepalingen.

Artikel 34

Door onregelmatigheden gekenmerkt vervoer

1.   Indien wordt geconstateerd dat een transport waarvoor een begeleidend document is voorgeschreven, plaatsvindt zonder een dergelijk document of onder dekking van een document dat valse, onjuiste of onvolledige gegevens bevat, neemt de bevoegde instantie van de lidstaat waar dit wordt geconstateerd, of enige andere dienst die is belast met controle betreffende de communautaire en de nationale bepalingen in de wijnsector, passende maatregelen:

a)

om dat transport te regulariseren hetzij door materiële fouten te corrigeren, hetzij door een nieuw document op te stellen;

b)

in voorkomend geval, om de geconstateerde onregelmatigheid te bestraffen naar evenredigheid van de ernst ervan, met name door toepassing van het bepaalde in artikel 33, lid 1.

De in de eerste alinea bedoelde bevoegde instantie of dienst brengt haar of zijn stempel aan op de documenten die overeenkomstig die bepaling werden gecorrigeerd of opgesteld. De regularisatie van onregelmatigheden mag het betrokken transport niet langer ophouden dan strikt noodzakelijk is.

In geval van ernstige of herhaalde onregelmatigheden informeert de autoriteit die territoriaal bevoegd is voor de plaats van lossing, de autoriteit die territoriaal bevoegd is voor de plaats van verzending. Gaat het om communautair vervoer, dan wordt deze informatie doorgegeven overeenkomstig Verordening (EG) nr. 555/2008.

2.   Blijkt regularisatie van een transport in de zin van lid 1, eerste alinea, onmogelijk, dan wordt dit transport geblokkeerd door de bevoegde instantie of de dienst die de onregelmatigheid heeft geconstateerd. Deze instantie of dienst stelt de afzender in kennis van de blokkering van dat transport en van de gevolgen daarvan. Die maatregelen kunnen een verbod op het in de handel brengen van het product inhouden.

Artikel 35

Toeval of overmacht

Indien een lading waarvoor een begeleidend document is voorgeschreven, tijdens het vervoer als gevolg van toeval of van overmacht wordt gesplitst dan wel gedeeltelijk of volledig verloren gaat, verzoekt de vervoerder de bevoegde autoriteit binnen wier ambtsgebied het toeval of de overmacht zich heeft voorgedaan, de feiten vast te leggen in een proces-verbaal.

Voor zover het hem mogelijk is, waarschuwt de vervoerder ook de bevoegde instantie die het dichtst bij de plaats van het toeval of de overmacht is gevestigd, met als doel dat die instantie de nodige maatregelen neemt om het betrokken vervoer te regulariseren.

HOOFDSTUK III

Registers

Artikel 36

Onderwerp

1.   De natuurlijke of rechtspersonen en de groeperingen van personen die, in welke hoedanigheid dan ook, beroepshalve of voor handelsdoeleinden een wijnbouwproduct in hun bezit hebben, zijn verplicht tot het bijhouden van registers waarin met name elke in- of uitslag van dat product wordt vermeld, hierna „registers” genoemd.

2.   De lidstaten kunnen bepalen dat handelaren zonder pakhuis registers moeten bijhouden volgens regels en nadere bepalingen die de lidstaten vaststellen.

3.   De personen die registers moeten bijhouden, vermelden daarin elke in- of uitslag van een partij in lid 1 bedoelde producten in of uit hun installaties en ook de verrichte behandelingen als bedoeld in artikel 41, lid 1. Voorts moeten zij voor elke aantekening in de in- en uitslagregisters een begeleidend document dat het betrokken transport heeft vergezeld, of een ander bewijsstuk, met name een handelsdocument, kunnen overleggen.

Artikel 37

Vrijstellingen

1.   De verplichting registers bij te houden geldt niet voor:

a)

kleinhandelaren;

b)

verkopers van uitsluitend voor verbruik ter plaatse bestemde dranken.

2.   Wijnazijn hoeft niet in een register te worden geboekt.

3.   De lidstaten kunnen bepalen dat de verplichting registers bij te houden niet geldt voor natuurlijke en rechtspersonen en groeperingen van personen die uitsluitend wijnbouwproducten in kleine recipiënten in een aanbiedingsvorm die voldoet aan het bepaalde in artikel 25, onder b), i), in hun bezit hebben of te koop aanbieden, mits de in- en de uitgeslagen hoeveelheden en de voorraden te allen tijde kunnen worden gecontroleerd aan de hand van andere bewijsstukken, waaronder met name voor de financiële boekhouding gebruikte handelsdocumenten.

Artikel 38

Samenstelling van de registers

1.   De registers worden als volgt samengesteld:

a)

ofwel worden zij tot stand gebracht door middel van een computersysteem overeenkomstig de door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten vastgestelde nadere bepalingen; de inhoud van geautomatiseerde registers moet dezelfde zijn als die van registers op papier;

b)

ofwel bestaan zij uit doorlopend genummerde vaste bladen;

c)

ofwel bestaan zij uit passende elementen van een moderne boekhouding die door de bevoegde instanties is goedgekeurd, op voorwaarde dat de vermeldingen die in de registers moeten voorkomen, in die elementen te vinden zijn.

De lidstaten kunnen evenwel bepalen dat:

a)

de registers die worden bijgehouden door handelaren die geen enkele van de in artikel 41, lid 1, genoemde behandelingen uitvoeren en geen enkel oenologisch procedé toepassen, bestaan uit het geheel van de begeleidende documenten;

b)

de door de producenten bijgehouden registers bestaan uit aantekeningen op de achterzijde van of in een bijlage bij de in titel II voorgeschreven oogst-, productie- of voorraadopgaven.

2.   De registers worden per onderneming bijgehouden op de plaatsen zelf waar de producten zijn opgeslagen.

Evenwel kunnen de bevoegde instanties op voorwaarde dat de in- en de uitgeslagen hoeveelheden en de voorraden te allen tijde op de plaatsen zelf waar de producten zijn opgeslagen, aan de hand van andere bewijsstukken kunnen worden gecontroleerd, in voorkomend geval onder het geven van instructies toestaan dat:

a)

de registers in de hoofdvestiging van de onderneming worden bewaard in het geval dat de producten zijn opgeslagen in verschillende pakhuizen van de onderneming die in dezelfde of een aangrenzende plaatselijke administratieve eenheid liggen;

b)

het bijhouden van de registers wordt opgedragen aan een op dat gebied gespecialiseerde onderneming.

Indien kleinhandelszaken die rechtstreeks aan de eindverbruiker verkopen, tot eenzelfde onderneming behoren en worden bevoorraad door één of meer centrale pakhuizen die tot die onderneming behoren, zijn die centrale pakhuizen, onverminderd artikel 37, lid 3, verplicht registers bij te houden; in die registers worden de leveringen die zijn bestemd voor de voornoemde zaken die als kleinhandelaar optreden, als uitgeslagen hoeveelheden geboekt.

Artikel 39

In te boeken producten

1.   Wat de in de registers te boeken producten betreft, worden afzonderlijke rekeningen bijgehouden voor:

a)

elk van de in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 479/2008 genoemde categorieën;

b)

elke wijn met BOB en de voor verwerking tot een dergelijke wijn bestemde producten;

c)

elke wijn met BGA en de voor verwerking tot een dergelijke wijn bestemde producten;

d)

elke cépagewijn zonder BOB/BGA en de voor verwerking tot dergelijke wijn bestemde producten.

Van een derde gekochte en met het oog op verkoop opgeslagen wijnen met BOB van verschillende oorsprong die zijn verpakt in recipiënten van niet meer dan 60 liter die overeenkomstig de communautaire bepalingen zijn geëtiketteerd, mogen in dezelfde rekening worden geboekt, mits de bevoegde instantie of een door die instantie gemachtigde dienst of organisatie daarmee heeft ingestemd en mits de in- en de uitgeslagen hoeveelheden van elke wijn met BOB afzonderlijk in die rekening te vinden zijn; hetzelfde geldt voor wijnen met BGA.

Indien de beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding niet langer mag worden gebruikt, moet dit in de registers worden genoteerd.

2.   De lidstaten bepalen de wijze waarop in de registers rekening wordt gehouden met:

a)

het gezinsverbruik bij de producent;

b)

de eventueel door een ongeluk veroorzaakte veranderingen van de hoeveelheid van de producten.

Artikel 40

Vermeldingen in de registers

1.   Bij elke inslag en elke uitslag worden in de registers vermeld:

a)

het controlenummer van het product indien een dergelijk nummer bij communautaire of nationale bepalingen is voorgeschreven;

b)

de datum van de in- of uitslag;

c)

de werkelijke in- of uitgeslagen hoeveelheid;

d)

het betrokken product, omschreven overeenkomstig de geldende communautaire en nationale bepalingen;

e)

een verwijzing naar het begeleidende document dat het betrokken transport vergezelt of heeft vergezeld.

2.   Voor de in de punten 1 tot en met 9, 15 en 16 van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde wijnen omvat de omschrijving in de door de marktdeelnemers bijgehouden registers de in artikel 60 van die verordening bedoelde facultatieve aanduidingen voor zover die aanduidingen voorkomen in de etikettering of het de bedoeling is ze daarin op te nemen.

In de registers die worden bijgehouden door andere personen dan de producenten, kunnen de in de eerste alinea bedoelde facultatieve aanduidingen worden vervangen door het nummer van het begeleidende document en de datum waarop dat document is opgesteld.

3.   De recipiënten voor de opslag van de in lid 2 bedoelde wijnen worden in de registers geïdentificeerd en ook het nominale volume van die recipiënten wordt vermeld. Voorts komen op die recipiënten de aanduidingen voor die daartoe door de lidstaten zijn voorgeschreven en die het de met de controle belaste organisatie mogelijk maken de inhoud ervan te identificeren aan de hand van de registers of van de documenten die de registers vervangen.

Voor recipiënten met een volume van niet meer dan 600 liter die met hetzelfde product zijn gevuld en samen in dezelfde partij zijn opgeslagen, mag de vermelding van de recipiënten in de registers evenwel worden vervangen door een vermelding van de hele partij, op voorwaarde dat die partij duidelijk van de andere partijen is gescheiden.

4.   In de in artikel 31, lid 6, bedoelde gevallen wordt in het uitslagregister verwezen naar het document onder dekking waarvan het product eerder is vervoerd.

Artikel 41

In de registers te vermelden behandelingen

1.   De volgende behandelingen worden in de registers vermeld:

a)

verhoging van het alcoholgehalte;

b)

aanzuring;

c)

ontzuring;

d)

verzoeting;

e)

versnijding;

f)

botteling;

g)

distillatie;

h)

bereiding van mousserende wijn van alle categorieën, van parelwijn en van parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd;

i)

bereiding van likeurwijn;

j)

bereiding van geconcentreerde druivenmost, al dan niet gerectificeerd;

k)

behandeling met actieve kool voor oenologische doeleinden;

l)

behandeling met kaliumferrocyanide;

m)

bereiding van distillatiewijn;

n)

andere gevallen van toevoeging van alcohol;

o)

verwerking tot een product van een andere categorie, met name tot gearomatiseerde wijn;

p)

behandeling door elektrodialyse of kationenwisseling om de wijnsteen in wijn te stabiliseren;

q)

toevoeging van dimethyldicarbonaat (DMDC) aan wijn;

r)

gebruik van stukken eikenhout bij de wijnbereiding;

s)

onttrekking van een deel van de alcohol aan wijn;

t)

experimentele toepassing van nieuwe oenologische procedés, waarbij een passende verwijzing moet worden opgenomen naar de door de betrokken lidstaat gegeven toestemming;

u)

toevoeging van zwaveldioxide, kaliumbisulfiet of kaliummetabisulfiet.

Indien een onderneming de in artikel 38, lid 1, eerste alinea, onder c), van de onderhavige verordening bedoelde registers op vereenvoudigde wijze mag bijhouden, kan de bevoegde instantie het duplicaat van de in punt D.4 van bijlage V bij Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde meldingen erkennen als gelijkwaardig aan de in de registers op te nemen gegevens over verhoging van het alcoholgehalte, aanzuring en ontzuring.

2.   Voor elk van de in lid 1 genoemde behandelingen worden in de andere registers dan die welke in artikel 42 worden bedoeld, vermeld:

a)

de uitgevoerde behandeling en de datum waarop deze heeft plaatsgevonden;

b)

de aard en de hoeveelheden van de gebruikte producten;

c)

de door deze behandeling verkregen hoeveelheid product, met inbegrip van de alcohol die afkomstig is van de onttrekking van een deel van de alcohol aan wijn;

d)

de hoeveelheid van het product dat is gebruikt voor verhoging van het alcoholgehalte, aanzuring, ontzuring, verzoeting of verwerking tot distillatiewijn;

e)

de omschrijving, overeenkomstig de geldende communautaire en nationale bepalingen, van de producten vóór en na deze behandeling;

f)

de aanduidingen op de recipiënten waarin de in de registers opgenomen producten zich vóór de behandeling bevonden, en die op de recipiënten waarin zij zich na de behandeling bevinden;

g)

in het geval van botteling, het aantal gevulde flessen en de hoeveelheid welke die flessen kunnen bevatten;

h)

in het geval van botteling door een loonbedrijf, de naam en het adres van de bottelaar.

In het geval dat een product in een andere categorie terechtkomt door een verwerking die niet het resultaat is van behandelingen als bedoeld in lid 1, eerste alinea, en met name in het geval dat druivenmost wordt vergist, wordt in de registers melding gemaakt van de hoeveelheid en de aard van het na de verwerking verkregen product.

Artikel 42

Registers van mousserende wijnen en van likeurwijnen

1.   Wat de bereiding van mousserende wijnen betreft, moeten in cuvéeregisters voor elk van de bereide cuvées worden vermeld:

a)

de datum van bereiding;

b)

de datum van botteling („tirage”) voor alle categorieën mousserende kwaliteitswijn;

c)

het volume van de cuvée en de aard, het volume, het effectieve alcoholgehalte en het potentiële alcoholgehalte van elk van de bestanddelen van de cuvée;

d)

het volume van de gebruikte „liqueur de tirage”;

e)

het volume van de dosagelikeur;

f)

het aantal verkregen flessen en, in voorkomend geval, het type mousserende wijn, omschreven aan de hand van een term die betrekking heeft op het suikerresidugehalte ervan, voor zover die term is opgenomen in de etikettering.

2.   Wat de bereiding van likeurwijnen betreft, moeten voor elke partij likeurwijn die wordt bereid, in de registers worden vermeld:

a)

de datum van toevoeging van een van de in punt 3, onder e) en f), van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 479/2008 genoemde producten;

b)

de aard en het volume van het toegevoegde product.

Artikel 43

Registers of speciale rekeningen

1.   De houders van registers moeten registers of speciale rekeningen bijhouden van de in- of uitslag van de volgende producten die zij in welke hoedanigheid dan ook, mede voor gebruik in hun eigen installaties, in hun bezit hebben:

a)

sacharose;

b)

geconcentreerde druivenmost;

c)

gerectificeerde geconcentreerde druivenmost;

d)

voor aanzuring gebruikte producten;

e)

voor ontzuring gebruikte producten;

f)

alcohol en eau de vie van wijn.

Het bijhouden van de registers of speciale rekeningen ontslaat de betrokkenen niet van de meldplicht als bedoeld in punt D.4 van bijlage V bij Verordening (EG) nr. 479/2008.

2.   In de in lid 1 bedoelde registers of speciale rekeningen worden voor elk product afzonderlijk vermeld:

a)

in het geval van inslag:

i)

de naam of firmanaam en het adres van de leverancier, in voorkomend geval onder verwijzing naar het begeleidende document dat het vervoer van het product heeft vergezeld;

ii)

de hoeveelheid product;

iii)

de datum van inslag;

b)

in het geval van uitslag:

i)

de hoeveelheid product;

ii)

de datum van gebruik of uitslag;

iii)

in voorkomend geval, de naam of firmanaam en het adres van de geadresseerde.

Artikel 44

Verliezen

De lidstaten stellen een maximumpercentage vast voor de verliezen die het gevolg zijn van verdamping tijdens de opslag of van diverse behandelingen dan wel die verband houden met een verandering van categorie van het product.

De houder van de registers stelt de territoriaal bevoegde instantie daar binnen een door de lidstaten vastgestelde termijn schriftelijk van in kennis indien de werkelijke verliezen groter zijn dan:

a)

tijdens het vervoer, de in deel B, punt 1.3, van bijlage VI vastgestelde toleranties;

b)

in de in de eerste alinea bedoelde gevallen, de door de lidstaten vastgestelde maximumpercentages.

De in de tweede alinea bedoelde bevoegde instantie neemt de nodige maatregelen.

Artikel 45

Termijnen voor de boekingen in de registers

1.   In de registers of speciale rekeningen:

a)

vinden de in de artikelen 39, 40 en 44 bedoelde boekingen in het geval van inslag plaats uiterlijk op de werkdag na die van de ontvangst, en in het geval van uitslag uiterlijk op de derde werkdag na die van de verzending;

b)

vinden de in artikel 41 bedoelde boekingen plaats uiterlijk op de eerste werkdag na die van de behandeling, maar wordt verrijking op de dag zelf van de verrijking geboekt;

c)

vinden de in artikel 43 bedoelde boekingen in het geval van in- en uitslag plaats uiterlijk op de werkdag na die van de ontvangst of de verzending, en in het geval van gebruik op de dag zelf van het gebruik.

De lidstaten kunnen evenwel langere termijnen van niet meer dan 30 dagen toestaan, met name in het geval dat een geautomatiseerde voorraadboekhouding wordt gebruikt, mits een controle van de in- en uitslag en van de in artikel 41 bedoelde behandelingen te allen tijde mogelijk blijft aan de hand van andere bewijsstukken die door de bevoegde instantie of een door die instantie gemachtigde dienst of organisatie als betrouwbaar worden beschouwd.

2.   In afwijking van lid 1, eerste alinea, en behoudens maatregelen die de lidstaten nemen op grond van artikel 47, lid 1, onder j) en k), kunnen de verzendingen van eenzelfde product maandelijks in het uitslagregister worden geboekt indien dat product uitsluitend wordt verpakt in recipiënten als bedoeld in artikel 25, onder b), i).

Artikel 46

Afsluiting van de registers

De in- en uitslagregisters moeten eenmaal per jaar worden afgesloten (jaarbalans) op een datum die door de lidstaten kan worden vastgesteld. In het kader van de jaarbalans dient de voorraadinventaris te worden opgemaakt. De bestaande voorraden moeten in de registers worden opgenomen als ingeslagen op een datum na die van de jaarbalans. Indien de jaarbalans verschillen aan het licht brengt tussen de theoretische voorraad en de werkelijke voorraad, moet daarvan melding worden gemaakt in de afgesloten boeken.

HOOFDSTUK IV

Bepalingen die gemeenschappelijk zijn voor de hoofdstukken II en III

Artikel 47

Algemene en overgangsbepalingen

1.   De lidstaten kunnen:

a)

voorschrijven dat een voorraadboekhouding wordt bijgehouden voor de sluitingen die worden gebruikt voor de verpakking van de in artikel 25, onder b), i), bedoelde producten in recipiënten met een nominaal volume van niet meer dan vijf liter die op hun grondgebied te koop worden aangeboden, en dat op die sluitingen speciale vermeldingen worden aangebracht;

b)

verlangen dat aanvullende gegevens worden vermeld op de begeleidende documenten die bestemd zijn om vervoer van op hun grondgebied verkregen wijnbouwproducten te vergezellen, voor zover die gegevens nodig zijn voor de controle;

c)

om redenen die verband houden met de toepassing van computermethoden voor de voorraadboekhouding, voorschrijven op welke plaats bepaalde verplichte vermeldingen moeten worden aangebracht op de begeleidende documenten die bestemd zijn om vervoer van wijnbouwproducten te vergezellen dat op hun eigen grondgebied begint, op voorwaarde dat de presentatie van de in artikel 31, lid 1, onder c), i), bedoelde modellen niet wordt gewijzigd;

d)

toestaan dat gedurende een overgangsperiode die op 31 juli 2015 afloopt, in het geval van vervoer dat op hun grondgebied begint en eindigt zonder dat de route over het grondgebied van een andere lidstaat of van een derde land loopt, voor druivenmost de dichtheid in Oechslegraden wordt vermeld in plaats van de volumieke massa;

e)

voor de op hun grondgebied opgestelde begeleidende documenten voor het vervoer van wijnbouwproducten bepalen dat de datum waarop het vervoer begint, moet worden aangevuld met het uur van vertrek van het vervoer;

f)

ter aanvulling van artikel 25, onder a), i), bepalen dat geen begeleidend document is vereist voor het vervoer van al dan niet gekneusde druiven of van druivenmost hetzij door een bij een producentengroepering aangesloten producent die deze producten zelf heeft geproduceerd, of door een producentengroepering die over deze producten beschikt, hetzij voor rekening van een van die twee, naar een verzamelcentrum of de installaties voor wijnbereiding van die groepering, op voorwaarde dat dit vervoer begint en eindigt binnen dezelfde wijnbouwzone en, indien het gaat om een product dat is bestemd voor verwerking tot wijn met BOB, binnen de betrokken afgebakende regio, met inbegrip van een aangrenzend gebied;

g)

onder vermelding van het van de kopieën te maken gebruik bepalen dat:

i)

in het geval van een begeleidend document dat vervoer vergezelt dat op hun grondgebied begint, de afzender één of meer kopieën van dat document moet maken;

ii)

in het geval van een begeleidend document dat vervoer vergezelt dat in een andere lidstaat of in een derde land is begonnen en op hun grondgebied eindigt, de geadresseerde één of meer kopieën van dat document moet maken;

h)

bepalen dat de bij artikel 25, onder a), ii), vastgestelde afwijkende bepaling die voor bepaalde druiventransporten vrijstelling van het gebruik van een begeleidend document verleent, niet geldt voor transporten die op hun grondgebied beginnen en eindigen;

i)

voor de in artikel 29 bedoelde transporten die op hun grondgebied beginnen en op dat van een andere lidstaat eindigen, voorschrijven dat de afzender bij de toezending van de overeenkomstig dat artikel gemaakte kopieën de naam en het adres van de voor de plaats van lossing bevoegde instantie meedeelt;

j)

een aanpassing van de bestaande registers toestaan en aanvullende regels of strengere eisen inzake het bijhouden en de controle van de registers vaststellen;

k)

bepalen dat in het geval dat artikel 33, lid 1, wordt toegepast, de bevoegde instantie de registers zelf kan bijhouden of die taak kan opdragen aan een daartoe gemachtigde dienst of organisatie.

In het onder j) bedoelde geval kunnen de lidstaten met name bepalen dat afzonderlijke rekeningen in de registers moeten worden bijgehouden voor de door hen aangewezen producten of dat afzonderlijke registers moeten worden bijgehouden voor bepaalde categorieën producten of voor bepaalde in artikel 41, lid 1, genoemde behandelingen.

2.   Onverminderd Richtlijn 92/12/EEG mogen de lidstaten niet om redenen die verband houden met de gebruikte sluitingen, het verkeer verbieden of belemmeren van in artikel 25, onder b), i), bedoelde producten in recipiënten met een nominaal volume van niet meer dan vijf liter.

Voor op hun eigen grondgebied verpakte producten kunnen de lidstaten evenwel verbieden dat bepaalde sluitingen of soorten verpakkingen worden gebruikt, dan wel voorwaarden verbinden aan het gebruik van bepaalde sluitingen.

Artikel 48

Bewaring van de begeleidende documenten en van de registers

1.   Onverminderd strengere bepalingen die door de lidstaten zijn vastgesteld ten behoeve van de toepassing van hun wetgeving of van nationale procedures waarmee andere doeleinden worden beoogd, moeten de begeleidende documenten en de voorgeschreven kopieën daarvan worden bewaard gedurende ten minste vijf jaar te rekenen vanaf het einde van het kalenderjaar waarin zij zijn opgesteld, respectievelijk gemaakt.

2.   De registers en de documenten over de in de registers vermelde verrichtingen moeten worden bewaard gedurende ten minste vijf jaar nadat de in de registers opgenomen rekeningen zijn leeggeboekt. In het geval dat in een register één of meer rekeningen overblijven die niet zijn leeggeboekt maar waarop nog slechts een geringe hoeveelheid wijn staat, kan voor die rekeningen een overdracht naar een ander register plaatsvinden onder vermelding van die overdracht in het oorspronkelijke register. In dat geval begint de bovengenoemde periode van vijf jaar op de dag van de overdracht.

Artikel 49

Mededelingen

1.   Elke lidstaat deelt de Commissie mee:

a)

de naam en het adres van de voor de toepassing van deze titel bevoegde instantie of instanties;

b)

in voorkomend geval, de naam en het adres van de diensten of organisaties die zijn gemachtigd door een voor de toepassing van deze titel bevoegde instantie.

2.   Elke lidstaat deelt de Commissie ook mee:

a)

de latere wijzigingen met betrekking tot de bevoegde instanties en de diensten of organisaties als bedoeld in lid 1;

b)

de maatregelen die hij voor de toepassing van deze titel heeft genomen, voor zover die maatregelen van specifiek belang zijn voor de in Verordening (EG) nr. 555/2008 bedoelde samenwerking tussen de lidstaten.

3.   Aan de hand van de door de lidstaten meegedeelde gegevens wordt door de Commissie een lijst opgesteld en bijgehouden waarin de namen en de adressen zijn bijeengebracht van de bevoegde instanties en, in voorkomend geval, de gemachtigde diensten of organisaties. De Commissie maakt deze lijst bekend op het internet.

TITEL IV

ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 50

Mededelingen

1.   Onverminderd de bijzondere bepalingen van de onderhavige verordening nemen de lidstaten alle maatregelen die nodig zijn om de bij de onderhavige verordening vastgestelde termijnen voor mededelingen te kunnen naleven.

2.   De lidstaten bewaren de ter uitvoering van de onderhavige verordening geregistreerde gegevens gedurende ten minste de vijf wijnoogstjaren die volgen op het wijnoogstjaar waarin die gegevens werden geregistreerd.

3.   De bij de onderhavige verordening voorgeschreven mededelingen doen niets af aan de verplichtingen die de lidstaten zijn opgelegd bij Verordening (EEG) nr. 357/79 betreffende de statistische enquêtes naar de wijnbouwoppervlakten.

Artikel 51

Kennelijke fouten

Elke op grond van deze verordening bij een lidstaat ingediende mededeling of aanvraag kan na de indiening ervan te allen tijde worden aangepast in geval van kennelijke fouten die de bevoegde autoriteit als zodanig erkent.

Artikel 52

Overmacht en uitzonderlijke omstandigheden

De bij de onderhavige verordening vastgestelde sancties gelden niet in geval van overmacht of uitzonderlijke omstandigheden in de zin van artikel 31 van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (16).

Artikel 53

Intrekkingen en verwijzingen

De Verordeningen (EEG) nr. 649/87, (EG) nr. 884/2001 en (EG) nr. 1282/2001 worden ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordeningen gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabellen in bijlage X.

Artikel 54

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 augustus 2009.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 mei 2009.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 148 van 6.6.2008, blz. 1.

(2)  PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1.

(3)  PB L 208 van 31.7.1986, blz. 1.

(4)  PB L 62 van 5.3.1987, blz. 10.

(5)  PB L 170 van 30.6.2008, blz. 1.

(6)  PB L 54 van 5.3.1979, blz. 124.

(7)  PB L 176 van 29.6.2001, blz. 14.

(8)  PB L 76 van 23.3.1992, blz. 1.

(9)  PB L 128 van 10.5.2001, blz. 32.

(10)  PB L 141 van 30.4.2004, blz. 18.

(11)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(12)  PB L 276 van 19.9.1992, blz. 1.

(13)  PB L 369 van 18.12.1992, blz. 17.

(14)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.

(15)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.

(16)  PB L 30 van 19.1.2009, blz. 16.


BIJLAGE I

Minimaal in het wijnbouwkadaster op te nemen gegevens en in artikel 3 bedoelde nadere voorschriften inzake die gegevens

1.   DOSSIER OVER DE EXPLOITANT

1.1.   Identificatie en ligging

(1)

Identificatie van de exploitant (moet compatibel zijn met het in artikel 15, lid 1, onder f), van Verordening (EG) nr. 73/2009 bedoelde systeem om de identiteit van elke landbouwer te registreren).

(2)

Lijst en ligging van de geëxploiteerde wijnbouwpercelen (de identificatie moet compatibel zijn met het in artikel 15, lid 1, onder b), en artikel 17 van Verordening (EG) nr. 73/2009 bedoelde systeem voor de identificatie van de landbouwpercelen).

(3)

Toegekende maar nog niet gebruikte aanplantrechten en herbeplantingsrechten waarover de producenten beschikken (de gegevens moeten compatibel zijn met de mededelingen als bedoeld in artikel 74 en tabel 15 van bijlage XIII bij Verordening (EG) nr. 555/2008).

1.2.   Kenmerken van het wijnbouwperceel

(1)

Identificatie van het wijnbouwperceel: het systeem voor de identificatie van de wijnbouwpercelen wordt opgezet op basis van kaarten of kadastrale documenten of andere cartografische gegevens. Daarbij wordt gebruikgemaakt van technieken op basis van een geautomatiseerd geografisch informatiesysteem, bij voorkeur inclusief orthobeelden van lucht- of satellietopnamen, met een homogene norm die een precisie waarborgt die ten minste overeenkomt met die van kaarten op de schaal 1:10 000.

(2)

Oppervlakte van het wijnbouwperceel

In het geval dat wijnstokken met andere gewassen worden gecombineerd:

a)

totale oppervlakte van het betrokken perceel;

b)

met wijnstokken beplante oppervlakte, bepaald door omrekening in zuivere teelt (voor de omrekening worden door de lidstaat vastgestelde passende coëfficiënten gebruikt).

(3)

Oppervlakte van het wijnbouwperceel of, in voorkomend geval, door omrekening in zuivere teelt bepaalde oppervlakte, uitgesplitst volgens de kenmerken van de wijnstokken:

a)

oppervlakte die is beplant met wijndruivenrassen die (de gegevens moeten compatibel zijn met de mededelingen als bedoeld in artikel 74 en tabel 14 van bijlage XIII bij Verordening (EG) nr. 555/2008):

i)

geschikt zijn voor de productie van wijn met beschermde oorsprongsbenaming

wit

rood/rosé

ii)

geschikt zijn voor de productie van wijn met beschermde geografische aanduiding

wit

rood/rosé

iii)

geschikt zijn voor de productie van wijn zonder BOB/BGA

wit

rood/rosé

b)

oppervlakte die is beplant met rassen die in de overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EG) nr. 479/2008 door de lidstaten vastgestelde indeling van de wijnstokrassen voor dezelfde administratieve eenheid tegelijkertijd voorkomen als wijndruivenras en, naargelang van het geval, als tafeldruivenras, druivenras voor de productie van rozijnen en krenten of druivenras voor de bereiding van eau de vie van wijn;

c)

oppervlakte die is beplant met wijndruivenrassen die niet zijn of kunnen worden opgenomen in de overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EG) nr. 479/2008 door de lidstaten vastgestelde indeling;

d)

oppervlakte die is beplant met druivenrassen voor de productie van rozijnen en krenten;

e)

beplante oppervlakte die uitsluitend is bestemd voor de productie van vegetatief teeltmateriaal (wijnstokken voor de productie van enten);

f)

oppervlakte die is beplant met wijnstokken die ongeënt zijn, maar bestemd zijn om van een ent te worden voorzien;

g)

verlaten beplante oppervlakte;

h)

andere.

(4)

Wijndruivenrassen, oppervlakten die er naar schatting mee zijn beplant, en aandelen daarvan in het betrokken wijnbouwperceel (de gegevens moeten compatibel zijn met de mededelingen als bedoeld in artikel 74 en tabel 16 van bijlage XIII bij Verordening (EG) nr. 555/2008).

(5)

Oppervlakte waarop na 31 augustus 1998 wijnstokken zijn aangeplant zonder de nodige aanplantrechten (de gegevens moeten compatibel zijn met de mededelingen als bedoeld in artikel 58 en de tabellen 2 en 3 van bijlage XIII bij Verordening (EG) nr. 555/2008).

(6)

Oppervlakte die is beplant als gevolg van onrechtmatige aanplant die heeft plaatsgevonden vóór 1 september 1998 (de gegevens moeten compatibel zijn met de mededelingen als bedoeld in artikel 58 en de tabellen 4 tot en met 7 van bijlage XIII bij Verordening (EG) nr. 555/2008).

(7)

Oppervlakte waarvoor nieuweaanplantrechten zijn toegekend (de gegevens moeten compatibel zijn met de mededelingen als bedoeld in artikel 61 en tabel 8 van bijlage XIII bij Verordening (EG) nr. 555/2008).

(8)

Beplante oppervlakte waarvoor een aanvraag voor de rooipremie is goedgekeurd (de gegevens moeten compatibel zijn met de mededelingen als bedoeld in artikel 73 en tabel 11 van bijlage XIII bij Verordening (EG) nr. 555/2008).

(9)

Oppervlakte die is gerooid en waarvoor de desbetreffende premie is toegekend (de gegevens moeten compatibel zijn met de mededelingen als bedoeld in de artikelen 68 en 73 en tabel 12 van bijlage XIII bij Verordening (EG) nr. 555/2008).

(10)

Beplante oppervlakte waarop overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 479/2008 een herstructurering of een omschakeling plaatsvindt (de gegevens moeten compatibel zijn met de mededelingen als bedoeld in de tabellen van de bijlagen VII en VIII bis bij Verordening (EG) nr. 555/2008).

(11)

Beplante oppervlakte die overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 479/2008 groen wordt geoogst (de gegevens moeten compatibel zijn met de mededelingen als bedoeld in de tabellen van de bijlagen VII en VIII ter bij Verordening (EG) nr. 555/2008).

(12)

Jaar van aanplant of, als dat niet bekend is, geschatte leeftijd van het betrokken wijnbouwperceel (de gegevens moeten compatibel zijn met die welke worden verstrekt op grond van Verordening (EEG) nr. 357/79).

1.3.   Verplichte opgaven

(1)

Oogstopgave (de gegevens moeten compatibel zijn met de oogstopgaven als bedoeld in artikel 8 en de tabellen van de bijlagen II en III).

(2)

Productieopgave (de gegevens moeten compatibel zijn met de productieopgaven als bedoeld in artikel 9 en de tabel van bijlage IV).

(3)

Voorraadopgave (de gegevens moeten compatibel zijn met de voorraadopgaven als bedoeld in artikel 11 en de tabel van bijlage V).

2.   DOSSIER OVER DE PRODUCTIE

2.1.   Identificatie

Identificatie van de natuurlijke of rechtspersoon dan wel de groepering van natuurlijke of rechtspersonen die een productieopgave als bedoeld in artikel 9 moet doen.

2.2.   Verplichte opgaven

(1)

Productieopgave (de gegevens moeten compatibel zijn met de productieopgaven als bedoeld in artikel 9 en de tabel van bijlage IV).

(2)

Voorraadopgave (de gegevens moeten compatibel zijn met de voorraadopgaven als bedoeld in artikel 11 en de tabel van bijlage V).

3.   ANDERE GEGEVENS

Totale met wijnstokken beplante oppervlakte die niet in het dossier over de exploitant is opgenomen, te vermelden overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder b), van de onderhavige verordening.


BIJLAGE II

Opgave van de druivenoogst (overeenkomstig artikel 8)

Indiener:

Geëxploiteerde met wijnstokken beplante oppervlakte (ha): …

Oppervlakte in productie

Geoogste hoeveelheid druiven

(hl of 100 kg)

Bestemming van de druiven (hl)

Door de indiener tot wijn verwerkt

Geleverd aan een wijncoöperatie (1)

Verkocht aan een wijnbereider (1)

Andere bestemmingen (1)

Ha (2)

Perceelscodes

Blauw

Wit

Blauw

Wit

Druiven

Most

Druiven

Most

Blauw

Wit

Blauw

Wit

Blauw

Wit

Blauw

Wit

 

1.

Wijngaarden voor wijnen met beschermde oorsprongsbenaming

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.

Wijngaarden voor wijnen met beschermde geografische aanduiding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.

Wijngaarden voor cépagewijnen zonder beschermde oorsprongsbenaming/geografische aanduiding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4.

Wijngaarden voor wijnen zonder beschermde oorsprongsbenaming/ geografische aanduiding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5.

Wijngaarden voor andere wijnen (3)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


(1)  De te vermelden hoeveelheden zijn de totale hoeveelheden druiven die de indiener heeft geleverd of verkocht. De uitsplitsing van die hoeveelheden wordt vermeld in bijlage III.

(2)  De in de opgave te vermelden oppervlakte is de oppervlakte van de in productie zijnde wijngaarden in de door de lidstaat bepaalde administratieve eenheid.

(3)  Als „andere wijnen” worden beschouwd wijnen die zijn verkregen uit druivenrassen die in de overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EG) nr. 479/2008 door de lidstaten vastgestelde indeling van de wijnstokrassen voor dezelfde administratieve eenheid, in voorkomend geval, tegelijkertijd voorkomen als wijndruivenras en, naargelang van het geval, als tafeldruivenras, druivenras voor de productie van rozijnen en krenten of druivenras voor de bereiding van eau de vie van wijn.


BIJLAGE III

Opgave van de druivenoogst (overeenkomstig artikel 8)

(Voor de producten die vóór de indiening van de productieopgave zijn verkocht of geleverd)

Geadresseerde

Aard van de aan een wijnbereider verkochte of aan een wijncoöperatie geleverde producten (hl of 100 kg)

Druiven en/of most voor

Wijnen met BOB

Wijnen met BGA

Cépagewijnen zonder BOB/BGA

Wijnen zonder BOB/BGA

Andere wijnen

Blauw

Wit

Blauw

Wit

Blauw

Wit

Blauw

Wit

Blauw

Wit

1.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BOB — beschermde oorsprongsbenaming; BGA — beschermde geografische aanduiding.


BIJLAGE IV

Productieopgave (overeenkomstig artikel 9)

BOB – beschermde oorsprongsbenaming; BGA – beschermde geografische aanduiding; r/r – rood/rosé; w – wit.

A.

Gegevens over de indiener (1)

B.

Plaats waar de producten zijn opgeslagen


Categorie gebruikte producten (2)

Naam en adres van de leveranciers en verwijzing naar het leveringsdocument

(begeleidend of ander document)

Oppervlakte van de in productie zijnde wijngaarden waarvan de gebruikte producten afkomstig zijn

Druiven

(hl of 100 kg)

Sinds het begin van het wijnoogstjaar verkregen producten en op de opgavedatum in voorraad zijnde andere producten dan wijn

(hl)

Producten met BOB

Producten met BGA

Cépageproducten zonder BOB/BGA

Producten zonder BOB/BGA

Andere (3)

Most (4)

Wijn (5)

Most (4)

Wijn (5)

Most (4)

Wijn (5)

Most (4)

Wijn (5)

Most

Wijn (5)

r/r

w

r/r

w

r/r

w

r/r

w

r/r

w

r/r

w

r/r

w

r/r

w

r/r

w

r/r

w

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


(1)  In het geval van wijncoöperaties moet de lijst van de leden die hun totale oogst aan de coöperatie leveren, gescheiden worden gehouden van de lijsten van de overige leden.

(2)  Druiven, druivenmost (geconcentreerde most, gerectificeerde geconcentreerde most, gedeeltelijk gegiste most), jonge, nog gistende wijn.

(3)  In deze rubriek worden alle andere producten van het wijnoogstjaar opgegeven dan die welke in de voorgaande kolommen zijn opgegeven, alsmede de op de opgavedatum in voorraad zijnde geconcentreerde most en gerectificeerde geconcentreerde most. De hoeveelheden worden vermeld per productcategorie.

(4)  Inclusief gedeeltelijk gegiste most en exclusief geconcentreerde most en gerectificeerde geconcentreerde most.

(5)  Inclusief jonge, nog gistende wijn.


BIJLAGE V

Opgave van de voorraden wijn en most (overeenkomstig artikel 11)

In voorraad op 31 juli (in hl)

Indiener: …

Plaats waar het product is opgeslagen: …


Productcategorie

Totaale voorraad

Waarvan rood en rosé

Waarvan wit

Opmerkingen

Wijn

1.

Voorraden bij de producenten:

wijnen met beschermde oorsprongsbenaming (BOB) (1)

wijnen met beschermde geografische aanduiding (BGA) (2)

cépagewijnen zonder BOB/BGA

wijnen zonder BOB/BGA (3)

andere wijnen (4)

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

2.

Voorraden bij de handel:

a)

wijnen van oorsprong uit de Gemeenschap:

wijnen met beschermde oorsprongsbenaming (BOB) (1)

wijnen met beschermde geografische aanduiding (BGA) (2)

cépagewijnen zonder BOB/BGA

wijnen zonder BOB/BGA (3)

b)

wijnen van oorsprong uit derde landen

 

 

 

Totaal

 

 

 

3.

Samengevat (1+2)

 

 

 

Must

1.

Voorraden bij de producenten:

geconcentreerde druivenmost

gerectificeerde geconcentreerde druivenmost

andere most (5)

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

2.

Voorraden bij de handel:

geconcentreerde druivenmost

gerectificeerde geconcentreerde druivenmost

andere most (5)

 

 

 

Totaal

 

 

 

3.

Samengevat (1+2)

 

 

 


(1)  Inclusief v.q.p.r.d.'s.

(2)  Inclusief tafelwijnen met geografische aanduiding.

(3)  Inclusief tafelwijnen zonder geografische aanduiding.

(4)  In deze rubriek worden alle andere wijnen opgegeven dan die welke op de voorgaande regels zijn opgegeven. De hoeveelheden worden vermeld per productcategorie.

(5)  Inclusief druivenmost, gedeeltelijk gegiste druivenmost en gedeeltelijk gegiste druivenmost van ingedroogde druiven.


BIJLAGE VI

Aanwijzingen voor het invullen van de in artikel 26 bedoelde begeleidende documenten

A.   Algemene regels

1.

De vermeldingen die op het begeleidende document worden aangebracht, moeten leesbaar en onuitwisbaar zijn.

2.

Het begeleidende document mag doorhalingen noch verbeteringen bevatten. Elke vergissing bij het opstellen van het begeleidende document heeft tot gevolg dat het document onbruikbaar is.

3.

Elke voorgeschreven kopie van een begeleidend document moet zijn voorzien van de vermelding „kopie” of van een gelijkwaardige vermelding.

4.

In het geval dat een formulier volgens het model in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2719/92 (administratief geleidedocument of handelsdocument) of volgens het model in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 3649/92 (vereenvoudigd geleidedocument of handelsdocument) wordt gebruikt als begeleidend document voor een wijnbouwproduct waarvoor de bij Richtlijn 92/12/EEG voorgeschreven formaliteiten niet gelden, wordt in de vakken voor de niet vereiste vermeldingen een diagonale streep getrokken over het hele vak.

5.

In het geval dat de geadresseerde op het grondgebied van de Gemeenschap is gevestigd, gelden de volgende regels voor het gebruik van het begeleidende document:

a)

bij vervoer van een product onder schorsing van de accijnzen, de algemene opmerkingen die zijn opgenomen in punt 1.5 van de toelichting in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2719/92;

b)

bij intracommunautair vervoer van een accijnsproduct dat reeds in de lidstaat van verzending tot verbruik is uitgeslagen, de algemene opmerkingen die zijn opgenomen in punt 1.5 van de toelichting in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 3649/92;

c)

bij niet onder a) en b) vallend vervoer:

i)

als een begeleidend document wordt gebruikt dat is voorgeschreven voor vervoer als bedoeld onder a) en b):

exemplaar nr. 1 wordt bewaard door de afzender,

exemplaar nr. 2 vergezelt het product vanaf de plaats van lading tot de plaats van lossing en wordt bezorgd aan de geadresseerde of aan diens vertegenwoordiger;

ii)

als een ander begeleidend document wordt gebruikt:

het origineel van het begeleidende document vergezelt het product vanaf de plaats van lading en wordt bezorgd aan de geadresseerde of aan diens vertegenwoordiger,

een kopie wordt bewaard door de afzender.

6.

Eén enkel begeleidend document kan worden opgesteld om vanaf eenzelfde afzender naar eenzelfde geadresseerde te vervoeren:

a)

verscheidene partijen die tot dezelfde productcategorie behoren, of

b)

verscheidene partijen die tot verschillende productcategorieën behoren, voor zover die partijen zich bevinden in recipiënten met een nominaal volume van niet meer dan 60 liter die zijn geëtiketteerd en voorts zijn voorzien van een sluiting die niet opnieuw kan worden gebruikt.

7.

In het in artikel 33, lid 1, bedoelde geval of in het geval dat de bevoegde instantie het begeleidende document voor het vervoer opstelt, is het document slechts geldig indien het vervoer begint uiterlijk op de vijfde werkdag die volgt op, naargelang van het geval, de datum van validering of de dag waarop het document is opgesteld.

8.

In het geval dat producten in gescheiden compartimenten van dezelfde vervoersrecipiënt worden vervoerd of bij een transport worden vermengd, moet voor elk deel een begeleidend document worden opgesteld, ongeacht of dat deel afzonderlijk wordt vervoerd dan wel wordt opgenomen in een mengsel. Volgens nadere voorschriften die elke lidstaat vaststelt, wordt in dat document melding gemaakt van het gebruik van het betrokken product als bestanddeel van een mengsel.

De lidstaten kunnen de afzenders of een gemachtigde echter toestaan slechts één enkel begeleidend document op te stellen voor de totale door de menging verkregen hoeveelheid product. In dat geval bepaalt de bevoegde instantie op welke wijze het bewijs moet worden geleverd van de categorie, de oorsprong en de hoeveelheid van de verschillende geladen producten.

B.   Bijzondere regels

1.

Vermeldingen die tot de omschrijving van het product behoren:

1.1.

Soort product

Beschrijf zo nauwkeurig mogelijk het soort product aan de hand van een vermelding die in overeenstemming is met de communautaire voorschriften, bijvoorbeeld:

a)

wijn zonder BOB/BGA,

b)

cépagewijn zonder BOB/BGA,

c)

wijn met BOB of BGA,

d)

druivenmost,

e)

druivenmost voor wijn met BOB,

f)

ingevoerde wijn.

1.2.

In het geval dat wijnen als bedoeld in de punten 1 tot en met 9, 15 en 16 van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 479/2008 onverpakt worden vervoerd, omvat de omschrijving van het product de in artikel 60 van die verordening bedoelde facultatieve aanduidingen voor zover die aanduidingen voorkomen in de etikettering of het de bedoeling is ze daarin op te nemen.

1.3.

Alcoholgehalte en dichtheid in het geval van producten die onverpakt of in niet-geëtiketteerde recipiënten met een nominaal volume van niet meer dan 60 liter worden vervoerd:

a)

het effectieve alcoholgehalte van andere wijnen dan jonge, nog gistende wijnen, respectievelijk het totale alcoholgehalte van jonge, nog gistende wijnen en van gedeeltelijk gegiste druivenmost wordt vermeld en wordt daarbij uitgedrukt in % vol. en tienden van een % vol.;

b)

de brekingsindex van druivenmost wordt bepaald volgens de door de Gemeenschap erkende meetmethode. Vermeld wordt het resultaat daarvan, uitgedrukt als potentieel alcoholgehalte in % vol. In plaats van dit gegeven kan de volumieke massa worden vermeld, uitgedrukt in gram per kubieke centimeter;

c)

in het geval van verse druivenmost waarvan de gisting door toevoeging van alcohol is gestuit, worden de volumieke massa, uitgedrukt in gram per kubieke centimeter, en het effectieve alcoholgehalte, uitgedrukt in % vol. en tienden van een % vol., vermeld;

d)

het suikergehalte van geconcentreerde druivenmost, gerectificeerde geconcentreerde druivenmost en geconcentreerd druivensap wordt vermeld, waarbij het gaat om het gehalte aan totale suikers, uitgedrukt in gram per liter en per kilogram;

e)

facultatief wordt het effectieve alcoholgehalte van druivendraf en wijnmoer vermeld, uitgedrukt in liter zuivere alcohol per 100 kg.

Deze gegevens worden uitgedrukt met gebruikmaking van de overeenstemmingstabellen die door de Gemeenschap zijn erkend in de voorschriften betreffende de analysemethoden.

Onverminderd de communautaire bepalingen waarbij grenswaarden voor bepaalde producten zijn vastgesteld, worden de volgende toleranties gehanteerd:

a)

voor de vermelding van het effectieve of het totale alcoholgehalte, een tolerantie van ± 0,2 % vol.,

b)

voor de vermelding van de volumieke massa, een tolerantie van 6 tienduizendsten (± 0,0006),

c)

voor de vermelding van het suikergehalte, een tolerantie van 3 %.

1.4.

Andere vermeldingen voor onverpakt vervoerde wijn en most:

a)   Wijnbouwzone

De wijnbouwzone van oorsprong van het vervoerde product wordt overeenkomstig de in bijlage IX bij Verordening (EG) nr. 479/2008 opgenomen definities vermeld met gebruikmaking van de volgende afkortingen: A, B, C I, C II, C III a en C III b.

b)   Uitgevoerde behandelingen

De behandelingen die het vervoerde product heeft ondergaan, worden vermeld aan de hand van de volgende tussen haakjes geplaatste cijfers:

0

:

het product heeft geen enkele van de hierna genoemde behandelingen ondergaan,

1

:

het product is verrijkt,

2

:

het product is aangezuurd,

3

:

het product is ontzuurd,

4

:

het product is verzoet,

5

:

het product is het resultaat van een verwerking tot distillatiewijn,

6

:

aan het product is een product toegevoegd dat van oorsprong is uit een andere geografische eenheid dan de in de omschrijving vermelde eenheid,

7

:

aan het product is een product toegevoegd dat afkomstig is van een ander wijnstokras dan het in de omschrijving vermelde ras,

8

:

aan het product is een product toegevoegd dat is geoogst in een ander jaar dan het in de omschrijving vermelde jaar,

9

:

het product is bereid met gebruikmaking van stukken eikenhout,

10

:

bij de bereiding van het product is op experimentele basis een nieuw oenologisch procedé toegepast,

11

:

aan het product is een deel van de alcohol onttrokken,

12

:

andere, die moeten worden gepreciseerd.

Voorbeelden:

a)

voor een wijn van oorsprong uit zone B die is verrijkt, wordt vermeld: B (1),

b)

voor druivenmost van oorsprong uit zone C III b die is aangezuurd, wordt vermeld: C III b (2).

De vermeldingen over de wijnbouwzone en over de uitgevoerde behandelingen vormen een aanvulling op de andere vermeldingen die tot de omschrijving van het product behoren, en worden in hetzelfde gezichtsveld aangebracht als die andere vermeldingen.

2.

Vermeldingen over de nettohoeveelheid:

De nettohoeveelheid wordt als volgt uitgedrukt:

a)

voor druiven, geconcentreerde druivenmost, gerectificeerde geconcentreerde druivenmost en geconcentreerd druivensap en voor druivendraf en wijnmoer: in ton of in kilogram, aangegeven met het symbool „t” respectievelijk „kg”;

b)

voor andere producten: in hectoliter of in liter, aangegeven met het symbool „hl” respectievelijk „l”.

Voor de vermelding van de hoeveelheid van onverpakt vervoerde producten geldt een tolerantie van 1,5 % van de totale nettohoeveelheid.

C.   Aanwijzingen voor het opstellen van een begeleidend document volgens het in bijlage VII opgenomen model

Opmerking vooraf:

De opmaak van het in bijlage VII opgenomen model voor begeleidende documenten moet strikt in acht worden genomen. De grootte van de afgelijnde vakken in dat model die bestemd zijn voor de voorgeschreven vermeldingen, heeft echter slechts indicatieve waarde.

 

Nummer van het vak in het in bijlage VII opgenomen model

Afzender: volledige naam en volledig adres, met inbegrip van de postcode

1

Referentienummer: aan elke zending moet een referentienummer worden toegekend dat het mogelijk maakt die zending in de boeken van de afzender te identificeren (bijvoorbeeld: nummer van de factuur)

2

Geadresseerde: volledige naam en volledig adres, met inbegrip van de postcode

3

Bevoegde autoriteit van de plaats van vertrek: naam en adres van de bevoegde autoriteit die is belast met de controle op de opstelling van het handelsdocument op de plaats van vertrek. Dit gegeven hoeft alleen bij verzending naar een andere lidstaat en bij uitvoer te worden vermeld

4

Vervoerder: naam en adres van de persoon die verantwoordelijk is voor het eerste vervoer (indien het een andere persoon dan de afzender betreft)

Andere gegevens betreffende het vervoer:

a)de aard van het vervoermiddel (vrachtwagen, bestelwagen, tankwagen, personenwagen, wagon, tankwagon, vliegtuig)b)het kenteken of, voor vaartuigen, de naam (facultatieve vermeldingen)

5

De datum waarop het vervoer begint en, indien voorgeschreven door de lidstaat op het grondgebied waarvan het vervoer begint, het uur van vertrek.

Bij verandering van vervoermiddel vermeldt de vervoerder die het product inlaadt, de volgende gegevens op de achterzijde van het document:

de datum van vertrek van het transport

de aard van het vervoermiddel en het kenteken in het geval van een voertuig of de naam in het geval van een vaartuig

zijn familienaam en voornaam of zijn firmanaam, alsmede zijn postadres, met inbegrip van de postcode

6

Plaats van levering: de plaats waar de goederen daadwerkelijk worden geleverd in het geval dat zij niet op het vermelde adres van de geadresseerde worden geleverd. Voor goederen die worden uitgevoerd, moet een van de in bijlage IX opgenomen vermeldingen worden aangebracht

7

Omschrijving van het product overeenkomstig Verordening (EG) nr. 479/2008 en de geldende nationale bepalingen, en met name de verplichte aanduidingen

Beschrijving van de colli met goederen: identificatienummers en aantal van de colli, aantal verpakkingen binnen de colli

De beschrijving kan worden vervolgd op een afzonderlijk blad dat aan elk exemplaar wordt gehecht. Daartoe kan een paklijst worden gebruikt

In het geval van onverpakte producten:

voor wijnen, het effectieve alcoholgehalte

voor ongegiste producten, de brekingsindex of de volumieke massa

voor nog gistende producten, het totale alcoholgehalte

voor wijnen met een gehalte aan suikerresidu dat meer dan 4 g per liter bedraagt, behalve het effectieve alcoholgehalte ook het totale alcoholgehalte

8

Hoeveelheid:

in het geval van onverpakte producten, de totale nettohoeveelheid

in het geval van verpakte producten, het aantal en het nominale volume van de recipiënten die het product bevatten

9

Door de lidstaat van verzending voorgeschreven aanvullende vermeldingen:

zijn aanvullende vermeldingen voorgeschreven, dan moeten de instructies van de betrokken lidstaat worden gevolgd; is dit niet het geval, dan wordt in dit vak een diagonale streep getrokken

10

Bevestiging van een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding: zie artikel 31.

11


BIJLAGE VII

In artikel 24, lid 2, onder a), bedoeld begeleidend document voor het vervoer van wijnbouwproducten

Image


BIJLAGE VIII

In artikel 31, lid 3, onder b), bedoeld speciaal stempel

Image


BIJLAGE IX

In artikel 27, lid 1, tweede alinea, bedoelde vermeldingen

:

In het Bulgaars

:

И3HECEHO

:

In het Spaans

:

EXPORTADO

:

In het Tsjechisch

:

VYVEZENO

:

In het Deens

:

UDFØRSEL

:

In het Duits

:

AUSGEFÜHRT

:

In het Ests

:

EKSPORDITUD

:

In het Grieks

:

ΕΞΑΧΘΕΝ

:

In het Engels

:

EXPORTED

:

In het Frans

:

EXPORTÉ

:

In het Italiaans

:

ESPORTATO

:

In het Lets

:

EKSPORTĒTS

:

In het Litouws

:

EKSPORTUOTA

:

In het Hongaars

:

EXPORTÁLVA

:

In het Maltees

:

ESPORTAT

:

In het Nederlands

:

UITGEVOERD

:

In het Pools

:

WYWIEZIONO

:

In het Portugees

:

EXPORTADO

:

In het Roemeens

:

EXPORTAT

:

In het Slowaaks

:

VYVEZENÉ

:

In het Sloveens

:

IZVOŽENO

:

In het Fins

:

VIETY

:

In het Zweeds

:

EXPORTERAD


BIJLAGE X

In artikel 53, tweede alinea, bedoelde concordantietabellen

1.   Verordening (EEG) nr. 649/87

Verordening (EEG) nr. 649/87

De onderhavige verordening

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 2

Artikel 3, lid 1

Artikel 3, lid 3

Artikel 3, lid 2

Bijlage I, punt 1.2 (2)

Artikel 3, lid 3

Artikel 3, lid 2

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7, lid 1

Artikel 7, lid 2

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Bijlage I

Bijlage I

Bijlage II


2.   Verordening (EG) nr. 884/2001

Verordening (EG) nr. 884/2001

De onderhavige verordening

Artikel 1

Artikel 21

Artikel 2

Artikel 22

Artikel 3, lid 1

Artikel 23

Artikel 3, leden 2 en 3

Artikel 24

Artikel 3, lid 4

Artikel 28

Artikel 4

Artikel 25

Artikel 5, lid 1

Artikel 33

Artikel 5, lid 2

Artikel 30

Artikel 6, leden 1 en 2

Artikel 26

Artikel 6, leden 3 en 4

Bijlage VI

Artikel 6, leden 5 en 6

Artikel 34

Artikel 6, lid 7

Artikel 32

Artikel 7

Artikel 31

Artikel 8, lid 1

Bijlage VI

Artikel 8, leden 2 tot en met 5

Artikel 27

Artikel 9

Artikel 35

Artikel 10

Artikel 29

Artikel 11, lid 1, eerste alinea, en lid 3

Artikel 36

Artikel 11, lid 1, onder a) en b)

Artikel 37

Artikel 12, leden 1 en 2

Artikel 38

Artikel 12, lid 3

Artikel 39, lid 1

Artikel 12, lid 4, eerste alinea

Artikel 44

Artikel 12, lid 4, derde alinea

Artikel 39, lid 2

Artikel 13, lid 1

Artikel 40, leden 1 en 4

Artikel 13, lid 2

Artikel 46

Artikel 14, leden 1 en 2

Artikel 41

Artikel 14, leden 3 en 4

Artikel 42

Artikel 15

Artikel 43

Artikel 16

Artikel 45

Artikel 17

Artikel 47, lid 1, onder j) en k)

Artikel 18

Artikel 47, lid 1, onder a) tot en met i)

Artikel 19

Artikel 48

Artikel 20

Artikel 49

Artikel 21

Artikel 22


3.   Verordening (EG) nr. 1282/2001

Verordening (EG) nr. 1282/2001

De onderhavige verordening

Artikel 1

Artikel 6

Artikel 2

Artikel 8

Artikel 3

Bijlage II

Artikel 4, leden 1, 3, 4 en 5

Artikel 9

Artikel 4, lid 2

Artikel 10

Artikel 5

Artikel 13

Artikel 6

Artikel 11

Artikel 7, lid 1, eerste, tweede en derde alinea

Artikel 12, lid 1

Artikel 7, lid 1, vierde alinea

Artikel 17

Artikel 7, lid 2

Artikel 14

Artikel 8

Bijlage II

Artikel 9

Artikel 15

Artikel 10

Artikel 20

Artikel 11

Artikel 16

Artikel 12

Artikel 18, lid 1

Artikel 13, lid 2, eerste alinea

Artikel 18, lid 2

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16, lid 1

Artikel 19, lid 1 en lid 2, eerste alinea

Artikel 17

Artikel 19, lid 2, tweede alinea

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20


27.5.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 128/54


VERORDENING (EG) Nr. 437/2009 VAN DE COMMISSIE

van 26 mei 2009

betreffende de opening en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor de invoer van jonge mannelijke mestrunderen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1), en met name op artikel 144, lid 1, en artikel 148, juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens lijst CXL van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) moet de Gemeenschap jaarlijks een tariefcontingent openen voor de invoer van 169 000 jonge mannelijke mestrunderen. Als gevolg van de onderhandelingen die hebben geleid tot de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika in het kader van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) 1994 (2), die is goedgekeurd bij Besluit 2006/333/EG van de Raad (3), heeft de Gemeenschap zich er evenwel toe verbonden het aantal in dat invoercontingent opgenomen dieren aan te passen tot 24 070 en te integreren in haar lijst voor alle lidstaten.

(2)

Bij Verordening (EG) nr. 558/2007 van de Commissie van 23 mei 2007 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van jonge mannelijke mestrunderen (4) zijn de uitvoeringsbepalingen voor de wijze van beheer van dit invoercontingent vastgesteld voor jaarlijkse perioden van 1 juli tot en met 30 juni van het volgende jaar.

(3)

De toepassing van het beginsel „wie het eerst komt, het eerst maalt” heeft gunstige resultaten opgeleverd in andere landbouwsectoren en met het oog op administratieve vereenvoudiging moet het invoercontingent voor jonge mannelijke mestrunderen voortaan worden beheerd volgens de in artikel 144, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 genoemde methode. Dit dient te gebeuren overeenkomstig artikel 308 bis, artikel 308 ter en artikel 308 quater, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (5).

(4)

Wegens de bijzondere omstandigheden die gepaard gaan met het overschakelen van de ene beheersmethode op de andere, mag het in de onderhavige verordening bedoelde contingent niet als kritiek in de zin van artikel 308 quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93 worden beschouwd.

(5)

In artikel 166 van Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) (6) is bepaald dat goederen die op grond van hun bijzondere bestemming met toepassing van een verlaagd recht in het vrije verkeer worden gebracht, onder douanetoezicht blijven. Om te garanderen dat de dieren die in het kader van het in de onderhavige verordening vastgestelde tariefcontingent worden ingevoerd, gedurende ten minste 120 dagen in de aangewezen productie-eenheden worden gemest, moeten die dieren gedurende een voldoende lange periode onder toezicht staan.

(6)

Er moet een zekerheid worden gesteld om de inachtneming van deze verplichte mestperiode te garanderen. Het bedrag van de zekerheid moet op de datum waarop de betrokken dieren in het vrije verkeer worden gebracht, het verschil dekken tussen het recht van het gemeenschappelijk douanetarief en het toe te passen verlaagde recht.

(7)

Verordening (EG) nr. 558/2007 moet derhalve worden ingetrokken en door een nieuwe verordening worden vervangen.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Voor de periode van 1 juli tot en met 30 juni van het volgende jaar (hierna „invoercontingentperiode” genoemd) wordt jaarlijks een tariefcontingent geopend voor de invoer van 24 070 jonge mannelijke runderen van de GN-codes 0102 90 05, 0102 90 29 of 0102 90 49, bestemd om in de Gemeenschap te worden gemest.

Dit tariefcontingent heeft het volgnummer 09.0113.

2.   Het in lid 1 van dit artikel bedoelde contingent wordt beheerd overeenkomstig artikel 308 bis, artikel 308 ter en artikel 308 quater, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2454/93. Artikel 308 quater, leden 2 en 3, van die verordening is niet van toepassing.

3.   Voor het in lid 1 bedoelde tariefcontingent geldt een invoerrecht van 16 % ad valorem, vermeerderd met 582 EUR per ton nettogewicht.

Het in de eerste alinea vastgestelde recht geldt op voorwaarde dat de ingevoerde dieren gedurende ten minste 120 dagen worden gemest in de lidstaat waar zij zijn ingevoerd.

Artikel 2

1.   Op grond van artikel 166 van Verordening (EG) nr. 450/2008 worden de ingevoerde dieren onder toezicht geplaatst om te garanderen dat zij gedurende ten minste 120 dagen worden gemest in de productie-eenheden die door de importeur moeten worden aangewezen in de maand die volgt op die waarin de dieren in het vrije verkeer zijn gebracht.

2.   Om te garanderen dat de in lid 1 bedoelde verplichte mestperiode wordt nageleefd en de niet-geïnde rechten bij niet-naleving van die verplichting toch kunnen worden geïnd, moet door de importeur bij de bevoegde douaneautoriteiten een zekerheid worden gesteld. Het bedrag van deze zekerheid is voor elke toegestane GN-code vastgesteld in de bijlage.

3.   Behoudens overmacht wordt de in lid 2 bedoelde zekerheid slechts vrijgegeven indien aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat het bewijs wordt geleverd dat de jonge runderen:

a)

op het/de overeenkomstig lid 1 aangewezen bedrijf/bedrijven zijn gemest;

b)

niet binnen 120 dagen na de dag van invoer zijn geslacht, of

c)

binnen die periode om gezondheidsredenen zijn geslacht of als gevolg van een ziekte of een ongeval zijn gestorven.

Artikel 3

Verordening (EG) nr. 558/2007 wordt ingetrokken. Zij blijft evenwel van toepassing voor de rechten die voortvloeien uit certificaten die vóór 1 juli 2009 zijn afgegeven, zolang die certificaten geldig zijn.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2009.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 mei 2009.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 124 van 11.5.2006, blz. 15.

(3)  PB L 124 van 11.5.2006, blz. 13.

(4)  PB L 132 van 24.5.2007, blz. 21.

(5)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.

(6)  PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1.


BIJLAGE

ZEKERHEIDSBEDRAGEN

Mannelijke mestrunderen (GN-code)

Bedrag EUR/per dier

0102 90 05

28

0102 90 29

56

0102 90 49

105


27.5.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 128/57


VERORDENING (EG) Nr. 438/2009 VAN DE COMMISSIE

van 26 mei 2009

betreffende de opening en de wijze van beheer van communautaire invoertariefcontingenten voor stieren, koeien en vaarzen, niet bestemd voor de slacht, van bepaalde bergrassen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1), en met name op artikel 144, lid 1, en artikel 148, juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Gemeenschap heeft zich er in het kader van de Wereldhandelsorganisatie toe verbonden jaarlijks invoertariefcontingenten voor stieren, koeien en vaarzen, niet bestemd voor de slacht, van bepaalde bergrassen te openen. Bij Verordening (EG) nr. 659/2007 van de Commissie van 14 juni 2007 betreffende de opening en de wijze van beheer van invoertariefcontingenten voor stieren, koeien en vaarzen, niet bestemd voor de slacht, van bepaalde bergrassen (2) zijn de uitvoeringsbepalingen voor de wijze van beheer van deze invoercontingenten vastgesteld.

(2)

De toepassing van het beginsel „wie het eerst komt, het eerst maalt” heeft gunstige resultaten opgeleverd in andere landbouwsectoren en met het oog op administratieve vereenvoudiging moeten deze invoercontingenten voortaan worden beheerd volgens de in artikel 144, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 genoemde methode. Dit dient te gebeuren overeenkomstig artikel 308 bis, artikel 308 ter en artikel 308 quater, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (3).

(3)

Wegens de bijzondere omstandigheden die gepaard gaan met het overschakelen van de ene beheersmethode op de andere, mag het in de onderhavige verordening bedoelde contingent niet als kritiek in de zin van artikel 308 quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93 worden beschouwd.

(4)

In artikel 166 van Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (4) is bepaald dat goederen die op grond van hun bijzondere bestemming met toepassing van een verlaagd recht in het vrije verkeer worden gebracht, onder douanetoezicht blijven. De dieren die in het kader van de in deze verordening vastgestelde tariefcontingenten worden ingevoerd, moeten gedurende een voldoende lange periode onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze gedurende die periode niet worden geslacht.

(5)

Hiertoe moet een zekerheid worden gesteld, waarvan het bedrag op de datum waarop de betrokken dieren in het vrije verkeer worden gebracht, het verschil moet dekken tussen het recht van het gemeenschappelijk douanetarief en het toe te passen verlaagde recht.

(6)

Verordening (EG) nr. 659/2007 moet derhalve worden ingetrokken en door een nieuwe verordening worden vervangen.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Bij deze verordening worden de in de bijlage genoemde invoertariefcontingenten voor stieren, koeien en vaarzen, niet bestemd voor de slacht, van bepaalde bergrassen geopend.

2.   De in de bijlage bij de onderhavige verordening vastgestelde contingenten worden beheerd overeenkomstig artikel 308 bis, artikel 308 ter en artikel 308 quater, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2454/93. Artikel 308 quater, leden 2 en 3, van die verordening is niet van toepassing.

3.   De in lid 1 bedoelde contingenten worden jaarlijks geopend voor de periode van 1 juli tot en met 30 juni van het volgende jaar (hierna „invoercontingentperiode” genoemd).

Artikel 2

1.   Voor de toepassing van deze verordening worden de in artikel 1, lid 1, bedoelde dieren als niet bestemd voor de slacht beschouwd wanneer zij niet worden geslacht binnen een termijn van vier maanden, te rekenen vanaf de datum van aanvaarding van de aangifte voor het vrije verkeer.

In naar behoren gestaafde gevallen van overmacht kunnen afwijkingen worden toegestaan.

2.   Om in aanmerking te komen voor het invoertariefcontingent met volgnummer 09.4197, moeten de volgende documenten worden overgelegd:

a)

voor stieren: een afstammingsbewijs;

b)

voor koeien en vaarzen: een afstammingsbewijs of een bewijs van inschrijving in het rundveestamboek, waaruit blijkt dat de dieren raszuiver zijn.

Artikel 3

1.   Op grond van artikel 166 van Verordening (EG) nr. 450/2008 worden de ingevoerde dieren onder toezicht geplaatst om te garanderen dat zij niet worden geslacht binnen vier maanden na de datum waarop zij in het vrije verkeer zijn gebracht.

2.   Om te garanderen dat de in lid 1 bedoelde verplichting tot het aanhouden van de dieren wordt nageleefd en de niet-geïnde rechten bij niet-naleving van die verplichting toch kunnen worden geïnd, moet bij de bevoegde douaneautoriteiten een zekerheid worden gesteld. Deze zekerheid is gelijk aan het verschil tussen de in het gemeenschappelijk douanetarief vastgestelde douanerechten en de in de bijlage opgenomen rechten die gelden op de datum waarop de betrokken dieren in het vrije verkeer worden gebracht.

3.   De in lid 2 bedoelde zekerheid wordt onmiddellijk vrijgegeven wanneer aan de betrokken douaneautoriteiten het bewijs wordt geleverd dat de dieren:

a)

niet zijn geslacht binnen vier maanden na de datum waarop zij in het vrije verkeer zijn gebracht, of

b)

binnen die periode wegens overmacht of om gezondheidsredenen zijn geslacht dan wel als gevolg van een ziekte of een ongeval zijn gestorven.

Artikel 4

Verordening (EG) nr. 659/2007 wordt ingetrokken. Zij blijft evenwel van toepassing voor de rechten die voortvloeien uit certificaten die vóór 1 juli 2009 zijn afgegeven, zolang die certificaten geldig zijn.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2009.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 mei 2009.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 155 van 15.6.2007, blz. 20.

(3)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.

(4)  PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1.


BIJLAGE

Onverminderd de regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur dient de omschrijving van de goederen slechts als indicatief te worden beschouwd, aangezien de toepassing van de preferentiële regeling, in het kader van deze bijlage, afhangt van de draagwijdte van de GN-codes. Wanneer „ex” GN-codes zijn vermeld, is de GN-code tezamen met de daarbij horende omschrijving bepalend voor de toepassing van de preferentiële regeling.

Volgnummer

GN-code

Taric-code

Omschrijving

Contingent

(aantal dieren)

Recht

09.0114

ex 0102 90 05

01029005*20

*40

Koeien en vaarzen, niet bestemd voor de slacht, van de volgende bergrassen: het grijze, het bruine, het gele en het bonte Simmentalerras en het Pinzgauerras

710

6 %

ex 0102 90 29

01029029*20

*40

ex 0102 90 49

01029049*20

*40

ex 0102 90 59

01029059*11

*19

*31

*39

ex 0102 90 69

01029069*10

*30

09.0115

ex 0102 90 05

01029005*30

*40

*50

Stieren, koeien en vaarzen, niet bestemd voor de slacht, van het bonte Simmentalerras, het Schwyzerras en het Freiburgerras

711

4 %

ex 0102 90 29

01029029*30

*40

*50

ex 0102 90 49

01029049*30

*40

*50

ex 0102 90 59

01029059*21

*29

*31

*39

ex 0102 90 69

01029069*20

*30

ex 0102 90 79

01029079*21

*29


III Besluiten op grond van het EU-Verdrag

BESLUITEN OP GROND VAN TITEL V VAN HET EU-VERDRAG

27.5.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 128/60


GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2009/405/GBVB VAN DE RAAD

van 18 mei 2009

tot wijziging van Gemeenschappelijk Optreden 2008/112/GBVB betreffende de missie van de Europese Unie ter ondersteuning van de hervorming van de veiligheidssector in de Republiek Guinee-Bissau (EU SSR GUINEE-BISSAU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 12 februari 2008 Gemeenschappelijk Optreden 2008/112/GBVB vastgesteld, betreffende de missie van de Europese Unie ter ondersteuning van de hervorming van de veiligheidssector in de Republiek Guinee-Bissau (EU SSR GUINEE-BISSAU) (1). Dit gemeenschappelijk optreden is van toepassing tot en met 31 mei 2009.

(2)

Bij brief van 14 april 2009 heeft Guinee-Bissau de Europese Unie gevraagd de missie met zes maanden te verlengen, tot en met 30 november 2009.

(3)

Gemeenschappelijk Optreden 2008/112/GBVB moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:

Artikel 1

Gemeenschappelijk Optreden 2008/112/GBVB wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   De Europese Unie (hierna „de Europese Unie” genoemd) stelt hierbij een missie van de Europese Unie ter ondersteuning van de hervorming van de veiligheidssector in Guinee-Bissau in (hierna „EU SSR GUINEE-BISSAU” of „de missie” genoemd), bestaande uit een voorbereidende fase die op 26 februari 2008 begint en een uitvoeringsfase die uiterlijk op 1 mei 2008 begint. De duur van de missie bedraagt maximaal 18 maanden vanaf de datum van verklaring van initieel operationeel vermogen.”.

2)

Artikel 17, tweede alinea, wordt vervangen door:

„Het is van toepassing tot en met 30 november 2009.”.

Artikel 2

Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Artikel 3

Dit gemeenschappelijk optreden wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 18 mei 2009.

Voor de Raad

De voorzitter

J. KOHOUT


(1)  PB L 40 van 14.2.2008, blz. 11.