ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 286

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

51e jaargang
29 oktober 2008


Inhoud

 

I   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999

1

 

*

Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2008 betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de communautaire wateren, en houdende wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93 en (EG) nr. 1627/94 en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 3317/94

33

 

 

II   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

 

 

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

 

 

Raad

 

*

Besluit van de Raad van 8 juli 2008 betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van een Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie

45

Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie

46

 

 

 

*

Bericht aan de lezers (zie bladzijde 3 van de omslag)

s3

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

VERORDENINGEN

29.10.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 286/1


VERORDENING (EG) Nr. 1005/2008 VAN DE RAAD

van 29 september 2008

houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Gemeenschap is verdragsluitende partij bij het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 („UNCLOS”), heeft de Overeenkomst van de Verenigde Naties voor de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 die betrekking hebben op de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden van 4 augustus 1995 („VN-Visbestandenovereenkomst”) bekrachtigd en heeft ingestemd met de Overeenkomst om te bevorderen dat vissersvaartuigen op de volle zee de internationale maatregelen voor instandhouding en beheer van de visbestanden naleven van 24 november 1993 van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties („FAO-Nalevingsovereenkomst”). In die bepalingen is hoofdzakelijk het beginsel neergelegd dat alle staten een plicht hebben om passende maatregelen voor een duurzaam beheer van de mariene hulpbronnen vast te stellen en om daartoe met elkaar samen te werken.

(2)

Het doel van het gemeenschappelijk visserijbeleid zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (3) is een exploitatie van de levende aquatische hulpbronnen die voor duurzame omstandigheden op economisch, ecologisch en sociaal gebied zorgt, te garanderen.

(3)

Illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij) vormt een van de ernstigste bedreigingen voor de duurzame exploitatie van de levende aquatische hulpbronnen, namelijk een bedreiging die het fundament zelf van het gemeenschappelijk visserijbeleid en van de internationale inspanningen ter bevordering van een betere „governance” van de oceanen in gevaar brengt. Ook voor de mariene biodiversiteit betekent IOO-visserij een grote bedreiging die moet worden aangepakt in overeenstemming met de doelstellingen zoals omschreven in de mededeling van de Commissie „Het biodiversiteitsverlies tegen 2010 — en daarna — tot staan brengen”.

(4)

De FAO heeft in 2001 een internationaal actieplan om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen aangenomen, dat door de Gemeenschap is bekrachtigd. Regionale visserijorganisaties hebben voorts met de actieve steun van de Gemeenschap een reeks maatregelen vastgesteld die erop gericht zijn illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij tegen te gaan.

(5)

De Gemeenschap dient in overeenstemming met de door haar in internationaal verband aangegane verbintenissen, en gezien de omvang en urgentie van het probleem, haar optreden tegen IOO-visserij aanzienlijk uit te breiden en nieuwe regelgevende maatregelen vast te stellen om alle aspecten van het fenomeen te bestrijken.

(6)

Het optreden van de Gemeenschap moet hoofdzakelijk gericht zijn tegen de onder de definitie van IOO-visserij vallende gedragingen en die de ernstigste schade toebrengen aan het mariene milieu, aan de duurzaamheid van de visbestanden en aan de sociaaleconomische positie van de vissers die zich aan de regels inzake de instandhouding en het beheer van de visserijhulpbronnen houden.

(7)

In overeenstemming met de definitie van IOO-visserij dient de werkingssfeer van deze verordening zich uit te strekken tot de visserijactiviteiten die worden verricht op volle zee en in de zeewateren onder de jurisdictie of soevereiniteit van de kuststaten, met inbegrip van de zeewateren onder de jurisdictie of soevereiniteit van de lidstaten.

(8)

Met het oog op een behoorlijke aanpak van de interne dimensie van IOO-visserij is het voor de Gemeenschap van essentieel belang de nodige maatregelen vast te stellen om de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid te verbeteren. In afwachting van de herziening van Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (4) dienen daartoe bepalingen te worden opgenomen in de onderhavige verordening.

(9)

De communautaire voorschriften, en in het bijzonder titel II van Verordening (EEG) nr. 2847/93, voorzien in een alomvattend systeem om toezicht te houden op het legale karakter van de vangsten van communautaire vissersvaartuigen. Het systeem dat momenteel geldt voor visserijproducten die door vissersvaartuigen van derde landen zijn gevangen en in de Gemeenschap worden ingevoerd, garandeert geen gelijkwaardig controleniveau. Deze tekortkoming vormt voor buitenlandse marktdeelnemers die IOO-visserij bedrijven een belangrijke drijfveer om hun producten in de Gemeenschap te verhandelen en zo hun activiteiten winstgevender te maken. De Gemeenschap heeft als grootste afzetgebied voor en grootste importeur van visserijproducten ter wereld een specifieke verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de in haar grondgebied ingevoerde visserijproducten niet van IOO-visserij afkomstig zijn. Daarom dient een nieuwe regeling te worden ingesteld om te zorgen voor een behoorlijke controle van de aanbodketen van in de Gemeenschap ingevoerde visserijproducten.

(10)

De communautaire voorschriften betreffende de toegang tot de communautaire havens voor vissersvaartuigen die de vlag van een derde land voeren, dienen te worden aangescherpt om te zorgen voor een adequate controle op het legale karakter van de door dergelijke vaartuigen aangelande visserijproducten. Dit moet met name inhouden dat vissersvaartuigen die de vlag van een derde land voeren, slechts toegang tot de communautaire havens krijgen als zij in staat zijn om precieze en door hun vlaggenstaat gevalideerde informatie te verstrekken over het legale karakter van hun vangsten.

(11)

Overladingen op zee ontsnappen aan elke behoorlijke controle door vlaggen- of kuststaten en zijn voor marktdeelnemers die IOO-visserij bedrijven een gebruikelijke manier om de illegale aard van hun vangsten te verhullen. Het is daarom gerechtvaardigd dat de Gemeenschap overladingen slechts toestaat indien deze plaatsvinden in aangewezen havens van de lidstaten, in havens van derde landen tussen communautaire vissersvaartuigen, of buiten de communautaire wateren tussen communautaire vissersvaartuigen en vissersvaartuigen die geregistreerd zijn als vrachtvaartuigen onder het toezicht van een regionale visserijorganisatie.

(12)

Bepaald dient te worden onder welke voorwaarden, volgens welke procedure en met welke frequentie de lidstaten controles, inspecties en verificaties moeten verrichten op basis van risicobeheer.

(13)

De handel met de Gemeenschap in visserijproducten die afkomstig zijn van IOO-visserij, moet worden verboden. Om dat verbod doeltreffend te maken en te garanderen dat alle verhandelde visserijproducten die worden ingevoerd in of uitgevoerd uit de Gemeenschap zijn geoogst in overeenstemming met de internationale instandhoudings- en beheersmaatregelen en, in voorkomend geval, de andere relevante voorschriften die voor het betrokken vissersvaartuig gelden, dient een certificeringsregeling te worden ingesteld die geldt voor elke handel in visserijproducten met de Gemeenschap.

(14)

De Gemeenschap moet bij de uitvoering van de certificeringsregeling rekening houden met de capaciteitsbeperkingen in de ontwikkelingslanden.

(15)

In het kader van die regeling dient aan de invoer van visserijproducten in de Gemeenschap de voorwaarde te worden verbonden dat een certificaat wordt overgelegd. Dat certificaat moet informatie bevatten waarmee het legale karakter van de betrokken producten wordt aangetoond. Het moet door de vlaggenstaat van de vissersvaartuigen die de betrokken vis hebben gevangen, zijn gevalideerd; die staat heeft immers op grond van het internationale recht de plicht ervoor te zorgen dat vissersvaartuigen die zijn vlag voeren de internationale regels betreffende de instandhouding en het beheer van de visserijhulpbronnen naleven.

(16)

Het is van essentieel belang dat die certificeringsregeling geldt voor alle invoer in en uitvoer uit de Gemeenschap van producten van de zeevisserij. De regeling dient ook te gelden voor visserijproducten die in een ander land dan de vlaggenstaat zijn vervoerd of be- of verwerkt voordat zij het grondgebied van de Gemeenschap bereiken. Daarom moeten voor deze laatste producten specifieke eisen gelden om te garanderen dat op het grondgebied van de Gemeenschap geen andere producten aankomen dan die waarvan het legale karakter door de vlaggenstaat is gevalideerd.

(17)

Het is van belang om te garanderen dat voor alle ingevoerde visserijproducten een gelijk controleniveau geldt, ongeacht het volume of de frequentie van de handel, door specifieke procedures in te voeren voor de toekenning van de status van „erkend marktdeelnemer”.

(18)

De uitvoer van vangsten van de vlag van een lidstaat voerende vissersvaartuigen moet eveneens aan de certificeringsregeling worden onderworpen in het kader van de samenwerking met derde landen.

(19)

Wanneer het voornemen bestaat de bedoelde producten in te voeren in een lidstaat, moet die lidstaat de geldigheid kunnen controleren van de vangstcertificaten waarvan de betrokken zending vergezeld gaat, en moet hij het recht hebben invoer te weigeren als de in deze verordening met betrekking tot het vangstcertificaat gestelde voorwaarden niet vervuld zijn.

(20)

Het is van belang dat controle-, inspectie- en verificatieactiviteiten met betrekking tot visserijproducten bij doorvoer of overlading in de eerste plaats worden verricht door de lidstaat van eindbestemming, teneinde de doeltreffendheid ervan te verbeteren.

(21)

Om de controleautoriteiten in de lidstaten te helpen bij hun taak toezicht te houden op het legale karakter van de visserijproducten die met de Gemeenschap worden verhandeld en ook om de communautaire marktdeelnemers te kunnen waarschuwen, dient een communautair alarmeringssysteem te worden opgezet om, in voorkomend geval, informatie te verspreiden over gegronde twijfel aan de naleving door bepaalde derde landen van de geldende instandhoudings- en beheersregels.

(22)

Het is van essentieel belang dat de Gemeenschap afschrikkende maatregelen vaststelt tegen vissersvaartuigen die IOO-visserij bedrijven zonder dat hun vlaggenstaat wegens die IOO-visserij passende maatregelen tegen hen treft.

(23)

Daartoe moet de Commissie in samenwerking met de lidstaten, het Communautair Bureau voor visserijcontrole, derde landen en andere instanties op basis van risicobeheer onderzoeken welke vissersvaartuigen vermoedelijk IOO-visserij bedrijven en moet zij de bevoegde vlaggenstaat om informatie over de juistheid van de bevindingen verzoeken.

(24)

Om onderzoeken te vergemakkelijken die betrekking hebben op vissersvaartuigen waarvan wordt vermoed dat zij IOO-visserij hebben bedreven, en om te voorkomen dat de vermeende inbreuk wordt voortgezet, moeten die vissersvaartuigen door de lidstaten aan specifieke controle- en inspectie-eisen worden onderworpen.

(25)

Wanneer er op basis van de verkregen informatie voldoende gronden zijn om te oordelen dat een vissersvaartuig dat de vlag van een derde land voert IOO-visserij heeft bedreven en dat de bevoegde vlaggenstaat niet doeltreffend tegen die IOO-visserij is opgetreden, plaatst de Commissie dat vaartuig op de communautaire lijst van IOO-vaartuigen.

(26)

Wanneer er op basis van de verkregen informatie voldoende gronden zijn om te oordelen dat een communautair vissersvaartuig IOO-visserij heeft bedreven en dat de bevoegde vlaggenlidstaat niet doeltreffend tegen die IOO-visserij is opgetreden overeenkomstig deze verordening en Verordening (EEG) nr. 2847/93, plaatst de Commissie dat vaartuig op de communautaire lijst van IOO-vaartuigen.

(27)

Als tegenwicht voor het ontbreken van een effectief optreden van vlaggenstaten tegen vissersvaartuigen die hun vlag voeren en op de communautaire lijst van IOO-vaartuigen zijn geplaatst, en ter beperking van verdere visserijactiviteiten door die vaartuigen, treffen de lidstaten tegen die vaartuigen passende maatregelen.

(28)

Ter vrijwaring van de rechten van de op de communautaire lijst van IOO-vissersvaartuigen geplaatste vaartuigen en van hun vlaggenstaten dient de procedure voor plaatsing op die lijst de mogelijkheid te behelzen dat de vlaggenstaat de Commissie op de hoogte brengt van de genomen maatregelen en, waar mogelijk, dat de betrokken eigenaar of de betrokken exploitanten in elk stadium van de procedure worden gehoord en dat een vissersvaartuig van die lijst wordt geschrapt wanneer de criteria voor opneming van dat vissersvaartuig in die lijst niet langer vervuld zijn.

(29)

Om binnen de Gemeenschap één enkel kader te bieden en proliferatie van lijsten van bij IOO-visserij betrokken vissersvaartuigen te voorkomen, dienen vissersvaartuigen die op door regionale visserijorganisaties opgestelde IOO-lijsten staan, automatisch op de overeenkomstige door de Commissie op te stellen lijst te worden geplaatst.

(30)

Het feit dat sommige staten verzaken aan de krachtens internationaal recht op hen rustende plicht als vlaggen-, haven-, kust- of afzetstaat passende maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat hun vissersvaartuigen of onderdanen de regels betreffende de instandhouding en het beheer van de visserijbestanden naleven, is een van de belangrijkste oorzaken van IOO-visserij en dat verzuim dient door de Gemeenschap te worden aangepakt.

(31)

Daartoe dient de Gemeenschap ter aanvulling van haar optreden op internationaal en regionaal niveau het recht te hebben om aan de hand van transparante, duidelijke, objectieve, op internationale normen berustende criteria na te gaan welke staten niet meewerken en om ten aanzien van die staten, na hun voldoende tijd te hebben geboden om te reageren op een voorafgaande kennisgeving, niet-discriminerende, legitieme en evenredige maatregelen, met inbegrip van handelsmaatregelen, te nemen.

(32)

Het komt de Raad toe handelsmaatregelen te nemen ten aanzien van andere staten. Aangezien de vaststelling van de lijst van niet-meewerkende landen tot gevolg zal hebben dat tegenmaatregelen op handelsgebied ten aanzien van de betrokken landen worden getroffen, is het aangewezen dat de Raad zich het recht voorbehoudt in dit geval de uitvoeringsbevoegdheden rechtstreeks uit te oefenen.

(33)

Onverminderd de primaire verantwoordelijkheid van de vlaggenstaat, is het van essentieel belang dat onderdanen van de lidstaten effectief worden weerhouden van medewerking aan of ondersteuning van IOO-visserij door vissersvaartuigen die de vlag van een derde land voeren en vissen buiten de Gemeenschap. Daarom is het noodzakelijk dat de lidstaten de nodige maatregelen nemen en onderling en met derde landen samenwerken om na te gaan welke van hun onderdanen IOO-visserij verrichten, ervoor zorgen dat de betrokken onderdanen op gepaste wijze worden gestraft, en de activiteiten van hun onderdanen die buiten de Gemeenschap bemoeienis hebben met vissersvaartuigen van derde landen, verifiëren.

(34)

Dat nog steeds zeer veel ernstige inbreuken op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden begaan binnen de communautaire wateren of door communautaire marktdeelnemers, is in belangrijke mate te wijten aan het feit dat de in de wetgeving van de lidstaten opgenomen sancties bij ernstige inbreuken op die regels niet voldoende afschrikkend zijn. Hierbij komt nog dat de hoogte van de sancties van lidstaat tot lidstaat sterk verschilt, wat illegale exploitanten ertoe aanspoort hun illegale activiteiten te verrichten in de maritieme wateren of op het grondgebied van de lidstaten waar de sancties het laagst zijn. Om dit zwakke punt aan te pakken is het dienstig om, voortbouwend op de bepalingen van de Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EEG) nr. 2847/93, de administratieve maximumsancties bij ernstige inbreuken op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid binnen de Gemeenschap te harmoniseren, rekening houdend met de waarde van de visserijproducten die door het plegen van de ernstige inbreuk zijn verkregen, de eventuele herhaling van de inbreuken en de waarde van de schade die is berokkend aan de betrokken visbestanden en het betrokken mariene milieu, en tevens te voorzien in maatregelen tot onmiddellijke tenuitvoerlegging en aanvullende maatregelen.

(35)

Naast de gedragingen die een ernstige inbreuk op de regels betreffende visserijactiviteiten vormen, moeten ook het verrichten van zakelijke activiteiten die rechtstreeks samenhangen met IOO-visserij, onder meer de handel in of de invoer van visserijproducten die afkomstig zijn van IOO-visserij, of de vervalsing van documenten, worden beschouwd als ernstige inbreuken die de vaststelling van geharmoniseerde administratieve maximumsancties door de lidstaten vereisen.

(36)

De sancties voor ernstige inbreuken op deze verordening dienen ook ten aanzien van rechtspersonen te gelden, aangezien dergelijke inbreuken voor een groot deel in het belang of ten bate van rechtspersonen worden begaan.

(37)

De bepalingen betreffende waarnemingen van vissersvaartuigen op zee die binnen bepaalde regionale visserijorganisaties zijn vastgesteld, dienen in de Gemeenschap op geharmoniseerde wijze ten uitvoer te worden gelegd.

(38)

Samenwerking tussen de lidstaten, de Commissie en derde landen is van essentieel belang om ervoor te zorgen dat gevallen van IOO-visserij naar behoren worden onderzocht en bestraft en dat de bij deze verordening vastgestelde maatregelen kunnen worden toegepast. Ter verbetering van die samenwerking moet een systeem voor wederzijdse bijstand worden opgezet.

(39)

Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel is het, teneinde de fundamentele doelstelling — een einde te maken aan IOO-visserij — te verwezenlijken, noodzakelijk en passend regels vast te stellen met betrekking tot de maatregelen waarin deze verordening voorziet. Deze verordening gaat overeenkomstig artikel 5, derde alinea, van het Verdrag niet verder dan nodig is om de beoogde doelstellingen te verwezenlijken.

(40)

De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (5).

(41)

Uitgangspunt bij deze verordening is dat het bij IOO-visserij gaat om overtredingen van geldende wet- of regelgeving die bijzonder ernstig zijn omdat zij de verwezenlijking van de doelstellingen van de geschonden regels sterk bemoeilijken en de duurzaamheid van de betrokken visbestanden of de instandhouding van het mariene milieu in gevaar brengen. Gezien de beperkte werkingssfeer van deze verordening, moet de uitvoering ervan voortbouwen en een aanvulling vormen op de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2847/93, die het basiskader biedt voor de controle en het toezicht op de visserijactiviteiten in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid. In overeenstemming daarmee versterkt de onderhavige verordening de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2847/93 op het gebied van de inspectie in de haven van vissersvaartuigen van derde landen, die nu worden ingetrokken en vervangen door de in hoofdstuk II van de onderhavige verordening opgenomen regeling betreffende de inspectie in de haven. Bovendien bevat hoofdstuk IX van de onderhavige verordening een sanctieregeling die specifiek geldt voor IOO-visserijactiviteiten. De bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2847/93 die betrekking hebben op sancties, blijven derhalve van toepassing op andere overtredingen van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid dan die waarop de onderhavige verordening betrekking heeft.

(42)

De bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens is geregeld bij Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (6), welke verordening volledig van toepassing is op de verwerking van persoonsgegevens voor de doeleinden van de onderhavige verordening, in het bijzonder ten aanzien van de rechten van de betrokkenen op het gebied van de toegang tot en de rectificatie, afscherming en wissing van gegevens en de kennisgeving van deze laatste handelingen aan derden, welke rechten derhalve niet nader zijn uitgewerkt in de onderhavige verordening.

(43)

De inwerkingtreding van bepalingen van deze verordening betreffende aangelegenheden die zijn geregeld bij de Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1093/94 (7), (EG) nr. 1447/1999 (8), (EG) nr. 1936/2001 (9) en (EG) nr. 601/2004 (10) van de Raad, dient te leiden tot de gedeeltelijke of volledige intrekking van die verordeningen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Onderwerp en werkingssfeer

1.   Bij deze verordening wordt een communautair systeem vastgesteld om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij) te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen.

2.   Voor de toepassing van lid 1 neemt elke lidstaat overeenkomstig het Gemeenschapsrecht passende maatregelen om de doeltreffendheid van dat systeem te waarborgen. Elke lidstaat stelt voldoende middelen beschikbaar aan zijn bevoegde autoriteiten om deze in staat te stellen hun taken zoals vastgesteld bij deze verordening te verrichten.

3.   Het in lid 1 vastgestelde systeem geldt voor alle IOO-visserij en daarmee verbonden activiteiten die worden verricht op het grondgebied van de lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, in de communautaire wateren, in de zeewateren onder de soevereiniteit of de jurisdictie van derde landen en in volle zee. IOO-visserij in de maritieme wateren van de in bijlage II bij het Verdrag vermelde landen en gebieden overzee dienen te worden behandeld als IOO-visserij in de maritieme wateren van derde landen.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1.

„illegale, ongemelde of ongereglementeerde visserij” of „IOO-visserij”: visserijactiviteiten die illegaal, ongemeld of ongereglementeerd zijn;

2.

„illegale visserij”: visserijactiviteiten die:

a)

door nationale of buitenlandse vissersvaartuigen in wateren onder de jurisdictie van een staat worden verricht zonder de toestemming van die staat of in strijd met zijn wet- en regelgeving;

b)

worden verricht door vissersvaartuigen die de vlag van een bij een bevoegde regionale visserijorganisatie aangesloten staat voeren, maar handelen in strijd met instandhoudings- en beheersmaatregelen die door die organisatie zijn aangenomen en waaraan die staat is gebonden, of in strijd met toepasselijke bepalingen van het geldende internationale recht, of

c)

in strijd zijn met het nationale recht of internationale verplichtingen, met inbegrip van die welke zijn aangegaan door staten die samenwerken met een bevoegde regionale visserijorganisatie;

3.

„ongemelde visserij”: visserijactiviteiten die:

a)

in strijd met nationale wet- en regelgeving niet of onjuist zijn gemeld bij de bevoegde nationale autoriteit, of

b)

zijn ondernomen in het gebied waarvoor een regionale visserijorganisatie bevoegd is, en in strijd met de meldprocedures van die organisatie niet of onjuist zijn gemeld;

4.

„ongereglementeerde visserij”: visserijactiviteiten die:

a)

in het werkgebied van een bevoegde regionale visserijorganisatie door vissersvaartuigen zonder nationaliteit of door vissersvaartuigen die de vlag voeren van een staat die geen partij is bij die organisatie, of door een visserijentiteit worden verricht op een wijze die niet in overeenstemming is of in strijd is met de instandhoudings- en beheersmaatregelen van die organisatie, of

b)

in gebieden of op visbestanden waarvoor geen instandhoudings- of beheersmaatregelen gelden, worden verricht door vissersvaartuigen op een wijze die niet in overeenstemming is met de verantwoordelijkheid die staten op grond van het internationale recht dragen voor de instandhouding van levende mariene hulpbronnen;

5.

„vissersvaartuig”: elk vaartuig, ongeacht de omvang, dat wordt ingezet of is bedoeld om te worden ingezet voor de commerciële exploitatie van visbestanden, met inbegrip van ondersteuningsvaartuigen, vaartuigen voor visverwerking, vaartuigen waarop vangsten worden overgeladen en transportvaartuigen die zijn uitgerust voor het vervoer van visserijproducten, met uitzondering van containerschepen;

6.

„communautair vissersvaartuig”: een vissersvaartuig onder de vlag van een lidstaat en geregistreerd in de Gemeenschap;

7.

„vismachtiging”: recht om visserijactiviteiten te verrichten gedurende een bepaalde periode, in een bepaald gebied of voor een bepaalde soort van visserij;

8.

„visserijproducten”: alle producten van hoofdstuk 03 of post 1604 of 1605 van de gecombineerde nomenclatuur die is vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (11), met uitzondering van de in bijlage I bij onderhavige verordening vermelde producten;

9.

„instandhoudings- en beheersmaatregelen”: maatregelen voor de instandhouding en het beheer van een of meer soorten van de levende mariene hulpbronnen die worden vastgesteld en die van kracht zijn overeenkomstig de toepasselijke regels van het internationale recht en/of het Gemeenschapsrecht;

10.

„overlading”: het lossen van alle visserijproducten aan boord van een vissersvaartuig of een gedeelte daarvan in een ander vissersvaartuig;

11.

„invoer”: het binnenbrengen in het grondgebied van de Gemeenschap van visserijproducten, ook met het oog op overlading in havens op dat grondgebied;

12.

„onrechtstreekse invoer”: invoer in de Gemeenschap van op het grondgebied van een ander derde land dan de vlaggenstaat van het vissersvaartuig dat de vangst verricht heeft;

13.

„uitvoer”: elke verplaatsing van visserijproducten die zijn geoogst door vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, naar een derde land, ongeacht of het een verplaatsing vanaf het grondgebied van de Gemeenschap, vanuit derde landen of vanaf visgronden betreft;

14.

„wederuitvoer”: elke verplaatsing van eerder in het grondgebied van de Gemeenschap ingevoerde visserijproducten vanaf dat grondgebied naar elders;

15.

„regionale visserijorganisatie”: een subregionale, regionale of soortgelijke organisatie met een krachtens internationaal recht erkende bevoegdheid om instandhoudings- en beheersmaatregelen vast te stellen voor levende mariene hulpbronnen waarvoor zij verantwoordelijkheid draagt op grond van het verdrag of de overeenkomst waarbij zij is opgericht of ingesteld;

16.

„verdrag- of overeenkomstsluitende partij”: een verdrag- of overeenkomstsluitende partij bij het internationale verdrag of de internationale overeenkomst tot oprichting van een regionale visserijorganisatie, alsmede elk van de staten, visserijentiteiten of andere entiteiten die met die organisatie samenwerken en waaraan in het kader van die organisatie de status van samenwerkende niet-verdrag- of overeenkomstsluitende partij is toegekend;

17.

„waarneming”: elke waarneming van een vissersvaartuig dat onder een of meer van de in artikel 3, lid 1, bepaalde criteria kan vallen, door een met inspectie op zee belaste bevoegde autoriteit van een lidstaat, of door de kapitein van een communautair vissersvaartuig of een vissersvaartuig van een derde land;

18.

„gezamenlijke visserijactiviteit”: elke activiteit van twee of meer vissersvaartuigen waarbij vangst vanuit het vistuig van een vissersvaartuig aan boord van een ander vissersvaartuig wordt gebracht, of waarbij de door de vissersvaartuigen gebruikte techniek één gemeenschappelijk vistuig vereist;

19.

„rechtspersoon”: elke juridische entiteit die deze hoedanigheid krachtens het toepasselijke nationale recht bezit, met uitzondering van staten of andere publiekrechtelijke lichamen bij de uitoefening van hun openbare macht, en van publiekrechtelijke organisaties;

20.

„risico”: de kans dat zich bij de invoer in of de uitvoer uit het grondgebied van de Gemeenschap van visserijproducten een gebeurtenis voordoet die de correcte toepassing van deze verordening of van de instandhoudings- en beheersmaatregelen in de weg staat;

21.

„risicobeheer”: het systematisch in kaart brengen van risico’s en het toepassen van alle maatregelen die vereist zijn om de blootstelling aan risico’s te beperken. Dit omvat activiteiten zoals het verzamelen van gegevens en informatie, het analyseren en beoordelen van risico’s, het voorschrijven en ondernemen van actie, en het regelmatig toezien op en herzien van het proces en de procesresultaten, op basis van internationale, communautaire of nationale bronnen of strategieën;

22.

„volle zee”: alle delen van de zee als omschreven in artikel 86 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee („UNCLOS”);

23.

„zending”: producten die gelijktijdig van één exporteur naar één geadresseerde worden verzonden of die vergezeld gaan van één vervoersdocument dat de verzending van de exporteur naar de geadresseerde dekt.

Artikel 3

Vissersvaartuigen die IOO-visserij bedrijven

1.   Van een vissersvaartuig wordt aangenomen dat het IOO-visserij heeft bedreven indien wordt aangetoond dat het, in strijd met de instandhoudings- en beheersmaatregelen die gelden in het gebied waar het die activiteiten heeft verricht:

a)

heeft gevist zonder een geldige visvergunning of vismachtiging of een geldig visdocument, afgegeven door de vlaggenstaat of de betrokken kuststaat, of

b)

zijn verplichtingen inzake het registreren en melden van vangstgegevens of met de vangst verband houdende gegevens, waaronder gegevens die middels systeem van de controle op vissersvaartuigen via satelliet moeten worden verzonden of voorafgaande kennisgevingen overeenkomstig artikel 6, niet heeft vervuld, of

c)

heeft gevist in een gesloten gebied, tijdens een gesloten seizoen, zonder quotum of na volledige benutting van het quotum of onder een gestelde dieptegrens, of

d)

gerichte visserij heeft bedreven op een bestand waarvoor een vangstmoratorium of -verbod geldt, of

e)

gebruik heeft gemaakt van vistuig dat verboden of niet conform de voorschriften is, of

f)

zijn kentekens, de identiteit of de registratie heeft vervalst of verborgen heeft gehouden, of

g)

bewijsmateriaal dat van belang is in het kader van een onderzoek, verborgen heeft gehouden, met dergelijk bewijsmateriaal heeft geknoeid of dergelijk bewijsmateriaal heeft doen verdwijnen, of

h)

de werkzaamheden heeft bemoeilijkt van functionarissen bij het uitvoeren van hun taak van controle op de naleving van de geldende instandhoudings- en beheersmaatregelen, of van waarnemers bij het uitvoeren van hun taak, namelijk de naleving van de geldende communautaire regels na te gaan, of

i)

ondermaatse vis aan boord heeft genomen, heeft overgeladen of heeft aangeland, in strijd met de geldende wetgeving, of

j)

vangsten heeft overgeladen op of heeft deelgenomen aan gezamenlijke visserijactiviteiten met, of heeft gezorgd voor ondersteuning of bevoorrading van andere vissersvaartuigen waarvan is geconstateerd dat zij IOO-visserij als bedoeld in deze verordening hebben bedreven, in het bijzonder vaartuigen die zijn opgenomen in de communautaire lijst van IOO-vaartuigen of in de lijst van IOO-vaartuigen van een regionale visserijorganisatie, of

k)

in het gebied van een regionale visserijorganisatie visserijactiviteiten heeft verricht op een wijze die onverenigbaar is met of indruist tegen de instandhoudings- en beheersmaatregelen van die organisatie, en de vlag voert van een staat die geen partij is bij die organisatie, of die niet samenwerkt met die organisatie zoals door die organisatie is vastgesteld, of

l)

geen nationaliteit heeft en derhalve een staatloos vaartuig is, overeenkomstig de internationale wetgeving.

2.   De in lid 1 vermelde activiteiten worden beschouwd als ernstige inbreuken overeenkomstig artikel 42, naargelang van de ernst van de betrokken inbreuk, welke wordt beoordeeld door de bevoegde autoriteit van de lidstaat, op grond van criteria als aangerichte schade, waarde, omvang van de inbreuk of herhaling.

HOOFDSTUK II

INSPECTIE VAN VISSERSVAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN IN HAVENS VAN LIDSTATEN

AFDELING 1

voorwaarden waaronder vissersvaartuigen van derde landen toegang hebben tot een haven

Artikel 4

Regelingen inzake inspectie in de haven

1.   Met als doel IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, wordt een doeltreffende regeling inzake inspectie in de haven voor vissersvaartuigen van derde landen die de havens van de lidstaten aandoen, nageleefd.

2.   De toegang tot de havens van de lidstaten, de toegang tot havendiensten en het in die havens verrichten van activiteiten op het gebied van aanlanding of overlading zijn verboden voor vissersvaartuigen van derde landen, tenzij deze vaartuigen voldoen aan de in deze verordening gestelde eisen, met uitzondering van situaties van overmacht of noodsituaties in de zin van artikel 18 van het UNCLOS („overmacht of noodsituaties”) voor het verlenen van diensten die strikt noodzakelijk zijn om die situaties te verhelpen.

3.   Overladingen tussen vissersvaartuigen van derde landen of tussen die vaartuigen en vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, zijn in de communautaire wateren verboden en mogen uitsluitend in een haven plaatsvinden, overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk.

4.   Buiten de communautaire wateren is het vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, niet toegestaan om op zee overladingen van vangsten van vissersvaartuigen van derde landen te verrichten, tenzij de vissersvaartuigen onder auspiciën van een regionale visserijorganisatie als transportvaartuig zijn geregistreerd.

Artikel 5

Aangewezen havens

1.   De lidstaten wijzen havens of plaatsen dicht bij de kust aan waar aanlandingen of overladingen van visserijproducten en havendiensten als bedoeld in artikel 4, lid 2, zijn toegestaan.

2.   Vissersvaartuigen van derde landen krijgen uitsluitend in aangewezen havens toegang tot havendiensten en mogen alleen in dergelijke havens activiteiten op het gebied van aanlanding of overlading verrichten.

3.   De lidstaten doen de Commissie jaarlijks uiterlijk op 15 januari een lijst van de aangewezen havens toekomen. Eventuele latere wijzigingen van die lijst worden de Commissie meegedeeld ten minste 15 dagen voordat de wijziging van kracht wordt.

4.   De Commissie maakt de lijst van de aangewezen havens onverwijld bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie en op haar website.

Artikel 6

Voorafgaande kennisgeving

1.   De kapiteins van vissersvaartuigen van derde landen of hun vertegenwoordigers doen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waarvan zij een aangewezen haven of aanlandingsvoorzieningen wensen te gebruiken, ten minste 3 werkdagen vóór de geschatte tijd van aankomst in de haven de volgende gegevens toekomen:

a)

de identificatiegegevens van het vaartuig;

b)

de naam van de aangewezen haven van bestemming en de met het aandoen van die haven beoogde doeleinden, zoals aanlanding, overlading of toegang tot diensten;

c)

de vismachtiging of, in voorkomend geval, machtiging tot het ondersteunen van visserijactiviteiten of tot het overladen van visserijproducten;

d)

data waarop de visreis heeft plaatsgevonden;

e)

geschatte datum en tijd van aankomst in de haven;

f)

de hoeveelheden van elke soort die zich aan boord bevinden of, in voorkomend geval, een negatieve vangstmelding;

g)

de zone of zones waar de vangsten zijn gedaan of waar overlading heeft plaatsgevonden, ongeacht of dat in de communautaire wateren, in zones onder de jurisdictie of soevereiniteit van een derde land of op volle zee was;

h)

de aan te landen of over te laden hoeveelheden van elke soort.

De kapitein van een vissersvaartuig van een derde land of zijn vertegenwoordiger is ontheven van de toezending van de onder a), c), d), g) en h) bedoelde gegevens wanneer een vangstcertificaat overeenkomstig hoofdstuk III is gevalideerd voor de aanlanding of overlading van de gehele vangst op het grondgebied van de Gemeenschap.

2.   De in lid 1 bedoelde aanmelding gaat vergezeld van een overeenkomstig hoofdstuk III gevalideerd vangstcertificaat indien het vissersvaartuig van een derde land visserijproducten aan boord heeft. Het bepaalde in artikel 14 betreffende de erkenning van vangstdocumenten of havenstaatcontroleformulieren die deel uitmaken van door regionale visserijorganisaties vastgestelde vangstdocumentatie- of havenstaatcontroleregelingen, is van overeenkomstige toepassing.

3.   De Commissie kan, volgens de in artikel 54, lid 2, bedoelde procedure, bepaalde categorieën vissersvaartuigen van derde landen voor een beperkte, verlengbare periode ontheffing van de in lid 1 bepaalde verplichting verlenen of een andere aanmeldingstermijn stellen met inaanmerkingneming van, onder meer, het soort visserijproduct, de afstand tussen de visgronden, de aanlandingsplaatsen en de havens waar de betrokken vaartuigen zijn geregistreerd of in een lijst zijn opgenomen.

4.   Dit artikel geldt onverminderd de bijzondere bepalingen die zijn vastgesteld in tussen de Gemeenschap en derde landen gesloten visserijovereenkomsten.

Artikel 7

Toestemming

1.   Onverminderd artikel 37, punt 5), krijgt een vissersvaartuig van een derde land pas toestemming om de haven binnen te varen indien de in artikel 6, lid 1, bedoelde gegevens volledig zijn en, wanneer dat vissersvaartuig visserijproducten aan boord heeft, vergezeld gaan van het vangstcertificaat als bedoeld in artikel 6, lid 2.

2.   Toestemming om in de haven activiteiten op het gebied van aanlanding of overlading aan te vangen kan pas worden verleend na de in lid 1 voorgeschreven controle van de volledigheid van de verstrekte gegevens en, in voorkomend geval, na een overeenkomstig afdeling 2 verrichte inspectie.

3.   In afwijking van de leden 1 en 2 van dit artikel kan de havenlidstaat toestemming tot het binnenvaren van de haven en tot volledige of gedeeltelijke aanlanding verlenen wanneer de in artikel 6, lid 1, bedoelde gegevens niet volledig zijn of de controle of verificatie ervan nog hangende is, maar in dergelijke gevallen houdt hij de betrokken visserijproducten in opslag onder controle van de bevoegde autoriteiten. De visserijproducten worden pas vrijgegeven om te worden verkocht, overgenomen of vervoerd zodra de in artikel 6, lid 1, bedoelde informatie is ontvangen of het controle- of verificatieproces is voltooid. Wordt dit proces niet binnen 14 dagen na de aanlanding voltooid, dan kan de havenlidstaat de visserijproducten in beslag nemen en zich ervan ontdoen overeenkomstig de nationale voorschriften. De opslagkosten worden gedragen door de marktdeelnemers.

Artikel 8

Registratie van activiteiten op het gebied van aanlanding of overlading

1.   De kapiteins van vissersvaartuigen van derde landen of hun vertegenwoordigers dienen bij de autoriteiten van de lidstaat waarvan zij de aangewezen havens of de aanlandings- of overladingsvoorzieningen gebruiken, vóór de aanvang van de aanlandings- of overladingsactiviteiten indien mogelijk langs elektronische weg een aangifte in die de voor aanlanding of overlading bestemde hoeveelheden visserijproducten per soort vermeldt, alsmede de datum en plaats van elke vangst. De kapiteins en hun vertegenwoordigers zijn verantwoordelijk voor de juistheid van deze aangiften.

2.   De lidstaten bewaren het origineel van de in lid 1 bedoelde aangiften of een afdruk indien zij langs elektronische weg zijn toegezonden, gedurende drie jaar of langer overeenkomstig de nationale voorschriften.

3.   De procedures en de formulieren voor de aangifte van aanlandingen en overladingen worden vastgesteld volgens de in artikel 54, lid 2, bedoelde procedure.

4.   Vóór het einde van de eerste maand van elk kalenderkwartaal delen de lidstaten de Commissie door elektronische transmissie mee welke hoeveelheden door vissersvaartuigen van derde landen tijdens het voorgaande kwartaal in hun havens zijn aangeland en/of overgeladen.

AFDELING 2

Inspecties in de havens

Artikel 9

Algemene beginselen

1.   De lidstaten inspecteren in hun aangewezen havens jaarlijks ten minste 5 % van de aanlandings- en overladingsactiviteiten die door vissersvaartuigen van derde landen worden verricht, zulks overeenkomstig de benchmarks die volgens de in artikel 54, lid 2, bedoelde procedure worden vastgesteld op basis van risicobeheer en onverminderd hogere percentages die door regionale visserijorganisaties zijn vastgesteld.

2.   De volgende vissersvaartuigen worden in ieder geval geïnspecteerd:

a)

overeenkomstig artikel 48 waargenomen vissersvaartuigen;

b)

vissersvaartuigen die gesignaleerd zijn in een overeenkomstig hoofdstuk IV in het kader van het communautaire alarmeringssysteem gepubliceerd bericht;

c)

vissersvaartuigen waarvan de Commissie overeenkomstig artikel 25 heeft geconstateerd dat zij vermoedelijk IOO-visserij hebben bedreven;

d)

vissersvaartuigen die vermeld zijn op een door een regionale visserijorganisatie opgestelde lijst van IOO-vaartuigen waarvan overeenkomstig artikel 30 kennis is gegeven aan de lidstaten.

Artikel 10

Inspectieprocedure

1.   De met de inspecties belaste functionarissen (hierna „de functionarissen” genoemd) zijn bevoegd tot het onderzoeken van alle relevante zones, dekken en ruimten van het vissersvaartuig, de al dan niet be- of verwerkte vangsten, de netten of het andere vistuig, de uitrusting en alle relevante documenten die naar hun oordeel onderzocht moeten worden om de naleving van de geldende wet- en regelgeving en de internationale beheers- en instandhoudingsmaatregelen te controleren. De functionarissen kunnen ook eenieder ondervragen die geacht wordt over informatie betreffende de te inspecteren materie te beschikken.

2.   De inspecties behelzen het toezicht op de volledige aanlandings- of overladingsactiviteiten en een kruiscontrole van de in de vooraf toegezonden aanlandingsmelding vermelde hoeveelheden per soort en de aangelande of overgeladen hoeveelheden per soort.

3.   De functionarissen ondertekenen hun inspectieverslag in aanwezigheid van de kapitein van het vissersvaartuig, die het recht heeft alle door hem relevant geachte informatie toe te voegen of te laten toevoegen. De functionarissen vermelden in het logboek dat een inspectie heeft plaatsgevonden.

4.   Een kopie van het inspectieverslag wordt aan de kapitein van het vissersvaartuig overhandigd en kunnen door de kapitein van het vaartuig aan de eigenaar van het vaartuig worden toegezonden.

5.   De kapitein verleent medewerking en assistentie bij de inspecties van het vissersvaartuig en mag de functionarissen bij de uitoefening van hun taken niet hinderen, intimideren of proberen te beïnvloeden.

Artikel 11

Procedure in het geval van inbreuken

1.   Indien de functionaris het op grond van de bij de inspectie verzamelde informatie bewezen acht dat een vissersvaartuig volgens de in artikel 3 bepaalde criteria IOO-visserij heeft bedreven, handelt hij als volgt:

a)

hij noteert de vermoedelijke inbreuk in het inspectieverslag;

b)

hij neemt alle nodige maatregelen voor een veilige bewaring van het bewijsmateriaal betreffende die vermoedelijke inbreuk;

c)

hij zendt het inspectieverslag onmiddellijk toe aan de bevoegde autoriteit.

2.   Indien de resultaten van de inspectie bewijs opleveren dat een vissersvaartuig van een derde land volgens de in artikel 3 bepaalde criteria IOO-visserij heeft bedreven, verleent de bevoegde autoriteit van de havenlidstaat dit vaartuig geen toestemming zijn vangst aan te landen of over te laden.

3.   De inspecterende lidstaat die overeenkomstig lid 2 geen toestemming verleent tot het verrichten van activiteiten op het gebied van aanlanding of overlading, doet zijn besluit, vergezeld van een kopie van het inspectieverslag, onmiddellijk toekomen aan de Commissie of een door haar aangewezen instantie, die het onmiddellijk doorzendt aan de bevoegde autoriteit van de vlaggenstaat van het geïnspecteerde vissersvaartuig met kopie aan de vlaggenstaat of -staten van de overladende vaartuigen indien het geïnspecteerde vissersvaartuig heeft deelgenomen aan overladingsactiviteiten. In voorkomend geval wordt er tevens een kopie van het besluit toegezonden aan de uitvoerend secretaris van de regionale visserijorganisatie in wier werkgebied de vangst is gedaan.

4.   Wanneer de vermoedelijke inbreuk op volle zee heeft plaatsgevonden, werkt de havenlidstaat met de vlaggenstaat samen bij het onderzoeken van de vermoedelijke inbreuk en past hij in voorkomend geval de sancties toe waarin zijn recht voorziet, op voorwaarde dat de vlaggenstaat overeenkomstig het internationale recht uitdrukkelijk heeft ingestemd met de overdracht van zijn jurisdictie. Wanneer de vermoedelijke inbreuk heeft plaatsgevonden in de maritieme wateren van een derde land, werkt de havenlidstaat tevens samen met de kuststaat bij het onderzoeken van de vermoedelijke inbreuk en past hij in voorkomend geval de sancties toe waarin zijn recht voorziet, op voorwaarde dat de kuststaat overeenkomstig het internationale recht uitdrukkelijk heeft ingestemd met de overdracht van zijn jurisdictie.

HOOFDSTUK III

VANGSTCERTIFICERINGSREGELING VOOR DE INVOER EN DE UITVOER VAN VISSERIJPRODUCTEN

Artikel 12

Vangstcertificaten

1.   De invoer in de Gemeenschap van visserijproducten die zijn verkregen door IOO-visserij, is verboden.

2.   Om het bij lid 1 ingestelde verbod doeltreffend te maken, mogen visserijproducten slechts in de Gemeenschap worden ingevoerd indien zij vergezeld gaan van een vangstcertificaat overeenkomstig deze verordening.

3.   Het in lid 2 bedoelde vangstcertificaat wordt gevalideerd door de vlaggenstaat van het vissersvaartuig dat of de vissersvaartuigen die de vangsten heeft, respectievelijk hebben gedaan waarvan de visserijproducten afkomstig zijn. Het wordt gebruikt om te certificeren dat die vangsten zijn gedaan overeenkomstig de geldende wet- en regelgeving en de geldende internationale instandhoudings- en beheersmaatregelen.

4.   Het vangstcertificaat bevat alle gegevens die zijn gespecificeerd in het in bijlage II opgenomen model, en wordt gevalideerd door een overheidsinstantie van de vlaggenstaat die gemachtigd is om te bevestigen dat de gegevens accuraat zijn. Met instemming van de vlaggenstaten en in het kader van de bij artikel 20, lid 4, ingestelde samenwerking, mag het vangstcertificaat elektronisch worden opgesteld, gevalideerd of ingediend of worden vervangen door elektronische traceerbaarheidssystemen die hetzelfde niveau van controle door de autoriteiten bieden.

5.   De in bijlage I opgenomen lijst van producten die worden uitgesloten van het toepassingsgebied van het vangstcertificaat kan jaarlijks worden geëvalueerd op basis van de resultaten van de overeenkomstig de hoofdstukken II, III, IV, V, VIII, X en XII verzamelde informatie en kan volgens de in artikel 54, lid 2, bedoelde procedure worden gewijzigd.

Artikel 13

In het kader van een regionale visserijorganisatie overeengekomen en van kracht zijnde vangstdocumentatieregelingen

1.   De vangstdocumenten en welke daarmee samenhangende documenten dan ook die zijn gevalideerd overeenkomstig door een regionale organisatie voor visserijbeheer vastgestelde vangstdocumentatieregelingen ten aanzien waarvan door de Commissie is erkend dat zij voldoen aan de in deze verordening gestelde eisen, worden aanvaard als vangstcertificaten voor de visserijproducten die afkomstig zijn van de soorten waarvoor die vangstdocumentatieregelingen gelden, en zijn onderworpen aan de controle- en verificatievoorschriften waaraan de lidstaat van invoer overeenkomstig artikel 16 en artikel 17 moet voldoen, en aan de bij artikel 18 vastgestelde bepalingen inzake de weigering van invoer. De lijst van die vangstdocumentatieregelingen wordt vastgesteld volgens de in artikel 54, lid 2, bedoelde procedure.

2.   Lid 1 geldt onverminderd de specifieke van kracht zijnde verordeningen waarbij de betrokken vangstdocumentatieregelingen in Gemeenschapsrecht zijn omgezet.

Artikel 14

Indirecte invoer van visserijproducten

1.   Om visserijproducten die één enkele zending vormen en die in dezelfde vorm naar de Gemeenschap worden vervoerd vanuit een derde land dat niet de vlaggenstaat is in te voeren, moet de importeur bij de autoriteiten van de lidstaten van invoer het volgende indienen:

a)

het door de vlaggenstaat gevalideerde vangstcertificaat, respectievelijk vangstcertificaten, en

b)

het gedocumenteerde bewijs dat de visserijproducten geen andere behandelingen hebben ondergaan dan lossen, opnieuw laden of een behandeling om ze in goede oorspronkelijke staat te bewaren, en dat ze in het derde land onder toezicht van de bevoegde autoriteiten zijn gebleven.

Het gedocumenteerde bewijs wordt geleverd door middel van:

i)

in voorkomend geval, het enig vervoersdocument dat het vervoer vanaf het grondgebied van de vlaggenstaat via het derde land dekt, of

ii)

een door de bevoegde autoriteiten van het derde land afgegeven document:

met een exacte omschrijving van de visserijproducten, de data waarop de producten gelost en opnieuw geladen zijn en, in voorkomend geval, de namen van de schepen of andere vervoermiddelen waarvan gebruik is gemaakt, en

met een beschrijving van de voorwaarden waaronder de visserijproducten in dat derde land verbleven.

Wanneer voor de betrokken soorten een door een regionale visserijorganisatie vastgestelde vangstdocumentatieregeling geldt die overeenkomstig artikel 13 is erkend, kan bovenbedoeld document worden vervangen door het wederuitvoercertificaat in het kader van de vangstdocumentatieregeling, mits het derde land heeft voldaan aan de in dat verband geldende eisen inzake kennisgeving.

2.   Om visserijproducten die één enkele zending vormen en die zijn be- of verwerkt in een derde land dat niet de vlaggenstaat is in te voeren, moet de importeur bij de autoriteiten van de lidstaten van invoer een overeenkomstig het model in bijlage IV door het be- of verwerkingsbedrijf in dat derde land opgestelde en door de bevoegde autoriteiten van dat land bekrachtigde verklaring indienen:

a)

met een exacte vermelding van de niet be- of verwerkte producten, de be- of verwerkte producten en de respectieve hoeveelheden;

b)

met de vermelding dat de be- of verwerkte producten in het derde land zijn verkregen door be- of verwerking van vangsten die vergezeld gingen van door de vlaggenstaat gevalideerde vangstcertificaten, en

c)

vergezeld van:

i)

het oorspronkelijke vangstcertificaat, respectievelijk de oorspronkelijke vangstcertificaten, wanneer de betrokken vangsten volledig zijn gebruikt voor de be- of verwerking van de visserijproducten die in één enkele zending zijn uitgevoerd, of

ii)

een kopie van het oorspronkelijke vangstcertificaat, respectievelijk de oorspronkelijke vangstcertificaten, wanneer de betrokken vangsten gedeeltelijk zijn gebruikt voor de be- of verwerking van de visserijproducten die in één enkele zending zijn uitgevoerd.

Wanneer voor de betrokken soorten een door een regionale visserijorganisatie vastgestelde vangstdocumentatieregeling geldt die overeenkomstig artikel 13 is erkend, kan de verklaring worden vervangen door het wederuitvoercertificaat in het kader van de vangstdocumentatieregeling, mits het derde land van be- of verwerking heeft voldaan aan de in dat verband geldende eisen inzake kennisgeving.

3.   De in lid 1, onder b), respectievelijk lid 2 van dit artikel bedoelde documenten en verklaring kunnen langs elektronische weg worden ingediend in het kader van de bij artikel 20, lid 4, ingestelde samenwerking.

Artikel 15

Uitvoer van vangsten die zijn gedaan door vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren

1.   Vangsten van vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, mogen slechts worden uitgevoerd met een vangstcertificaat dat overeenkomstig artikel 12, lid 4, door de bevoegde autoriteiten van de vlaggenlidstaat is gevalideerd, indien zulks vereist is in het kader van de bij artikel 20, lid 4, ingestelde samenwerking.

2.   De vlaggenlidstaten stellen de Commissie in kennis van hun autoriteiten die bevoegd zijn voor de validering van de in lid 1 bedoelde vangstcertificaten.

Artikel 16

Indiening en controle van de vangstcertificaten

1.   Het gevalideerde vangstcertificaat wordt door de importeur aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin het product moet worden ingevoerd, overgelegd ten minste drie werkdagen vóór de geschatte tijd van aankomst op de plaats van binnenkomst op het grondgebied van de Gemeenschap. De termijn van drie werkdagen kan worden aangepast naar gelang het soort visserijproduct, de afstand tot de plaats van binnenkomst op het grondgebied van de Gemeenschap of het gebruikte vervoermiddel. De bevoegde autoriteiten controleren het vangstcertificaat op basis van risicobeheer in het licht van de informatie die is vervat in de kennisgeving welke overeenkomstig de artikelen 20 en 22 van de vlaggenstaat is ontvangen.

2.   In afwijking van lid 1 kunnen importeurs waaraan de status van „erkend marktdeelnemer” is verleend, de bevoegde autoriteiten van de lidstaat in kennis stellen van de aankomst van de producten binnen de in lid 1 bedoelde termijn, en het gevalideerde vangstcertificaat en de gerelateerde documenten als bedoeld in artikel 14 ter beschikking van de autoriteiten houden met het oog op de controle overeenkomstig lid 1 of verificaties overeenkomstig artikel 17.

3.   De criteria voor de toekenning van de status van „erkend marktdeelnemer” aan een importeur door de bevoegde autoriteiten van een lidstaat omvatten onder meer de volgende elementen:

a)

de importeur moet gevestigd zijn op het grondgebied van die lidstaat;

b)

hij moet een toereikend aantal invoeroperaties met een toereikend volume verrichten om te rechtvaardigen dat de in lid 2 bedoelde procedure wordt toegepast;

c)

hij moet een passende staat van dienst hebben op het gebied van de naleving van de vereisten van instandhoudings- en beheersmaatregelen;

d)

hij moet een toereikend systeem hebben voor het beheer van commerciële, en, in voorkomend geval, vervoers- en be- en verwerkingsregisters, waardoor passende controles en verificaties voor de doelstellingen van deze verordening mogelijk zijn;

e)

er moeten voorzieningen zijn wat betreft de verrichting van die controles en verificaties;

f)

in voorkomend geval, praktische vakbekwaamheid of beroepskwalificaties die rechtstreeks samenhangen met de verrichte activiteit, en

g)

in voorkomend geval, aangetoonde financiële solvabiliteit.

De lidstaten delen de Commissie zo spoedig mogelijk na de toekenning van de status van „erkend marktdeelnemer” de namen en adressen mee van de „erkende marktdeelnemers”. De Commissie stelt deze informatie langs elektronische weg ter beschikking van de lidstaten.

De regels met betrekking tot de status van „erkend marktdeelnemer” worden vastgesteld volgens de in artikel 54, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 17

Verificaties

1.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten kunnen alle verificaties uitvoeren die zij nodig achten om ervoor te zorgen dat de bepalingen van deze verordening correct worden toegepast.

2.   Verificaties kunnen met name bestaan in het onderzoeken van de producten, het verifiëren van de gegevens in de aangifte en van het bestaan en de echtheid van documenten, het onderzoeken van de boekhouding van marktdeelnemers en van andere bescheiden, het inspecteren van de vervoermiddelen, inclusief containers, en opslagplaatsen die voor de producten worden gebruikt, en het verrichten van officiële onderzoeken en andere soortgelijke handelingen naast het inspecteren van de vissersvaartuigen in de haven overeenkomstig hoofdstuk II.

3.   De verificaties worden toegespitst op de risico’s die zijn geïdentificeerd op basis van de criteria die in het kader van het risicobeheer op nationaal of communautair niveau zijn ontwikkeld. De lidstaten stellen de Commissie binnen 30 werkdagen na 29 oktober 2008 van hun nationale criteria in kennis en werken deze informatie bij. De communautaire criteria worden bepaald volgens de in artikel 54, lid 2, bedoelde procedure.

4.   Er worden verificaties verricht in de volgende gevallen:

a)

de verifiërende autoriteit van de lidstaat heeft redenen om de echtheid in twijfel te trekken van het vangstcertificaat zelf of van het valideringsstempel of van de valideringshandtekening van de betrokken autoriteit van de vlaggenstaat, of

b)

de verifiërende autoriteit van de lidstaat bezit informatie die eraan doet twijfelen of het vissersvaartuig de geldende wet- en regelgeving en de geldende instandhoudings- en beheersmaatregelen naleeft dan wel of is voldaan aan andere in deze verordening gestelde eisen, of

c)

de vissersvaartuigen, de visserijondernemingen of andere marktdeelnemers zijn gesignaleerd in verband met vermoedelijke IOO-visserij, inclusief de vissersvaartuigen die bij een regionale visserijorganisatie zijn gesignaleerd uit hoofde van een instrument dat die organisatie heeft vastgesteld met het oog op de vaststelling van lijsten van vaartuigen die vermoedelijk IOO-visserij hebben verricht, of

d)

vlaggenstaten of landen van wederuitvoer zijn bij een regionale visserijorganisatie gesignaleerd uit hoofde van een instrument dat die organisatie heeft vastgesteld met het oog op de tenuitvoerlegging van handelsmaatregelen ten aanzien van vlaggenstaten, of

e)

een alarmeringsbericht is bekendgemaakt overeenkomstig artikel 23, lid 1.

5.   De lidstaten kunnen besluiten om willekeurige verificaties uit te voeren, naast de in lid 3 en lid 4 bedoelde verificaties.

6.   Voor verificatiedoeleinden kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat de bijstand inroepen van de bevoegde autoriteiten van de vlaggenstaat of van een ander derde land dan de in artikel 14 bedoelde vlaggenstaat, in welk geval:

a)

in het bijstandsverzoek de redenen worden vermeld waarom de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat gegronde twijfel koesteren wat betreft de geldigheid van het certificaat of van de daarin opgenomen verklaringen en/of aan de overeenstemming van de producten met instandhoudings- en beheersmaatregelen. Een kopie van het vangstcertificaat, alsmede informatie of documenten waaruit zou blijken dat de gegevens in het certificaat onjuist zijn, worden toegezonden ter staving van het bijstandsverzoek. Het verzoek wordt onverwijld aan de bevoegde autoriteiten van de vlaggenstaat of van een ander derde land dan de in artikel 14 bedoelde vlaggenstaat gezonden;

b)

de verificatieprocedure wordt voltooid binnen 15 dagen na de datum van het verificatieverzoek. Indien de bevoegde autoriteiten van de betrokken vlaggenstaat deze termijn niet in acht kunnen nemen, kunnen de verifiërende autoriteiten in de lidstaat op verzoek van de vlaggenstaat of van een ander derde land dan de in artikel 14 bedoelde vlaggenstaat een verlenging van de antwoordtermijn met ten hoogste nogmaals 15 dagen toestaan.

7.   De vrijgave en het in de handel brengen van de producten worden opgeschort in afwachting van de resultaten van de verificatieprocedures als bedoeld in de leden 1 tot en met 6. De opslagkosten worden gedragen door de marktdeelnemer.

8.   De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de bevoegde autoriteiten die belast zijn met de controles en verificaties van de vangstcertificaten overeenkomstig artikel 16 en de leden 1 tot en met 6 van onderhavig artikel.

Artikel 18

Weigering van invoer

1.   In de volgende gevallen weigeren de bevoegde autoriteiten van de lidstaten indien nodig de invoer in de Gemeenschap van visserijproducten zonder dat zij enig aanvullend bewijs hoeven te verlangen of een bijstandsverzoek aan de vlaggenstaat hoeven te zenden:

a)

de importeur heeft geen vangstcertificaat voor de betrokken producten kunnen overleggen of heeft zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 16, lid 1 of lid 2, niet kunnen nakomen;

b)

de in te voeren producten zijn niet dezelfde als die welke in het vangstcertificaat zijn vermeld;

c)

het vangstcertificaat is niet gevalideerd door de overheid van de in artikel 12, lid 3, bedoelde vlaggenstaat;

d)

het vangstcertificaat bevat niet alle vereiste gegevens;

e)

de importeur is niet in staat te bewijzen dat de visserijproducten voldoen aan de in artikel 14, lid 1 of lid 2, gestelde voorwaarden;

f)

een vissersvaartuig dat in het vangstcertificaat is vermeld als vaartuig waarvan de vangsten afkomstig zijn, is opgenomen op de communautaire lijst van IOO-vaartuigen of op de in artikel 30 bedoelde lijst van IOO-vaartuigen;

g)

het vangstcertificaat is gevalideerd door de autoriteiten van een vlaggenstaat die overeenkomstig artikel 31 is aangemerkt als niet-meewerkend land.

2.   In voorkomend geval weigeren de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, na een bijstandsverzoek zoals bedoeld in artikel 17, lid 6, de invoer in de Gemeenschap van welke visserijproducten dan ook in de volgende gevallen:

a)

zij hebben een antwoord ontvangen waarin staat dat de exporteur niet gerechtigd was om de validering van een vangstcertificaat te verzoeken, of

b)

zij hebben een antwoord ontvangen waarin staat dat de producten niet aan de instandhoudings- en beheersmaatregelen voldoen of dat andere voorwaarden van dit hoofdstuk niet zijn vervuld, of

c)

zij hebben binnen de gestelde termijn geen antwoord ontvangen, of

d)

zij hebben een antwoord ontvangen dat de in het verzoek gestelde vragen niet afdoende beantwoordt.

3.   Indien de invoer van visserijproducten overeenkomstig lid 1 of lid 2 wordt geweigerd, kunnen de lidstaten die visserijproducten in beslag nemen en vernietigen, zich ervan ontdoen of verkopen overeenkomstig de nationale wetgeving. De opbrengsten van de verkoop mogen voor liefdadigheidsdoeleinden worden gebruikt.

4.   Elke persoon heeft het recht beroep aan te tekenen tegen de overeenkomstig lid 1, lid 2 of lid 3 door de bevoegde autoriteiten genomen besluiten die hem aangaan. Het recht van beroep wordt uitgeoefend overeenkomstig de in de betrokken lidstaat geldende bepalingen.

5.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten geven kennis van de weigeringen van invoer aan de vlaggenstaat en, in voorkomend geval, aan het andere derde land dan de in artikel 14 bedoelde vlaggenstaat. Een kopie van de kennisgeving wordt aan de Commissie gezonden.

Artikel 19

Doorvoer en overlading

1.   Wanneer visserijproducten op de plaats van binnenkomst op het grondgebied van de Europese Gemeenschap onder een regeling inzake douanevervoer worden geplaatst en worden vervoerd naar een andere lidstaat waar ze onder een andere douaneregeling zullen worden geplaatst, worden in die lidstaat de bepalingen van de artikelen 17 en 18 toegepast.

2.   Wanneer visserijproducten op de plaats van binnenkomst op het grondgebied van de Europese Gemeenschap onder een regeling inzake douanevervoer worden geplaatst en worden vervoerd naar een andere plaats in dezelfde lidstaat waar ze onder een andere douaneregeling zullen worden geplaatst, kan die lidstaat de bepalingen van de artikelen 16, 17 en 18 toepassen op de plaats van binnenkomst of op de plaats van bestemming. De lidstaten brengen de Commissie zo spoedig mogelijk de maatregelen ter kennis die voor de toepassing van dit lid zijn aangenomen, en werken die informatie bij. De Commissie maakt deze kennisgevingen bekend op haar website.

3.   Wanneer visserijproducten op de plaats van binnenkomst op het grondgebied van de Gemeenschap worden overgeladen en over zee worden vervoerd naar een andere lidstaat, worden in die lidstaat de bepalingen van de artikelen 17 en 18 toegepast.

4.   De lidstaten van overlading delen aan de lidstaten van bestemming de op de vervoersdocumenten vermelde informatie mee betreffende de aard van de visserijproducten, het gewicht ervan, de laadhaven en de bevrachter in het derde land, de namen van de transportvaartuigen en de havens van overlading en bestemming, zulks zodra die informatie bekend is en vóór de verwachte datum van aankomst in de haven van bestemming.

Artikel 20

Mededelingen door de vlaggenstaten en samenwerking met derde landen

1.   Vangstcertificaten die door een bepaalde vlaggenstaat voor de doeleinden van deze verordening zijn gevalideerd, kunnen slechts worden aanvaard indien de Commissie een kennisgeving van die vlaggenstaat heeft ontvangen waarin wordt gecertificeerd dat:

a)

hij nationale regelingen heeft ingesteld voor de tenuitvoerlegging van, de controle inzake en de handhaving van de door zijn vissersvaartuigen na te leven wet- en regelgeving en instandhoudings- en beheersmaatregelen;

b)

zijn overheidsinstanties gemachtigd zijn om de waarheidsgetrouwheid van de in de vangstcertificaten opgenomen gegevens te bevestigen en om op verzoek van de lidstaten verificaties betreffende die certificaten te verrichten. De kennisgeving bevat ook de nodige informatie ter identificatie van die instanties.

2.   De gegevens die moeten worden verstrekt in de in lid 1 bedoelde kennisgeving zijn aangegeven in bijlage III.

3.   De Commissie stelt de vlaggenstaat in kennis van de ontvangst van de overeenkomstig lid 1 toegezonden kennisgeving. Indien de vlaggenstaat niet alle in lid 1 genoemde gegevens heeft verstrekt, deelt de Commissie de vlaggenstaat mee welke gegevens ontbreken en verzoekt zij hem een nieuwe kennisgeving te bezorgen.

4.   De Commissie werkt, waar dat passend is, administratief samen met derde landen op gebieden in verband met de uitvoering van de vangstcertificeringsbepalingen van deze verordening, onder meer inzake het gebruik van elektronische media voor het opstellen, valideren of indienen van de vangstcertificaten, en, waar dat passend is, voor de documenten als bedoeld in artikel 14, leden 1 en 2.

Die samenwerking strekt ertoe:

a)

ervoor te zorgen dat de in de Gemeenschap ingevoerde visserijproducten afkomstig zijn van vangsten die in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving of instandhoudings- en beheersmaatregelen zijn gedaan;

b)

de vervulling door de vlaggenstaten van de formaliteiten die zijn verbonden aan de toegang voor vissersvaartuigen tot havens, de invoer van visserijproducten en de in hoofdstukken II en III gestelde eisen inzake de verificatie van vangstcertificaten te faciliteren;

c)

te voorzien in de uitvoering van audits ter plaatse door de Commissie of een door haar aangewezen instantie om na te gaan of de samenwerkingsregeling daadwerkelijk wordt uitgevoerd;

d)

te voorzien in het scheppen van een kader voor de uitwisseling van informatie tussen de twee partijen ter ondersteuning van de uitvoering van de samenwerkingsregeling.

5.   De in lid 4 vastgestelde samenwerking mag echter niet worden opgevat als een voorafgaande voorwaarde voor de toepassing van dit hoofdstuk op invoer die afkomstig is van vangsten die zijn gedaan door vissersvaartuigen die de vlag voeren van ongeacht welke staat.

Artikel 21

Wederuitvoer

1.   Wederuitvoer van producten die overeenkomstig dit hoofdstuk onder dekking van een vangstcertificaat zijn ingevoerd, is toegestaan, op voorwaarde dat de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waaruit de wederuitvoer moet plaatsvinden de afdeling „wederuitvoer” van het vangstcertificaat invullen, of van een kopie van dat vangstcertificaat wanneer de visserijproducten die bestemd zijn voor wederuitvoer slechts een gedeelte vormen van de ingevoerde producten.

2.   De in artikel 16, lid 2, omschreven procedure is van overeenkomstige toepassing wanneer de wederuitvoer van de visserijproducten door een erkende marktdeelnemer wordt verricht.

3.   De lidstaten melden hun voor de validering en de verificatie van het gedeelte „wederuitvoer” van vangstcertificaten bevoegde nationale autoriteiten overeenkomstig de in artikel 15 bedoelde procedure bij de Commissie aan.

Artikel 22

Bijhouden van een register en verspreiding van informatie

1.   De Commissie houdt een register bij van staten en hun overeenkomstig dit hoofdstuk aangemelde bevoegde autoriteiten; dat register bevat gegevens betreffende:

a)

de lidstaten die overeenkomstig respectievelijk artikel 15, artikel 16, artikel 17 en artikel 21, hun autoriteiten die bevoegd zijn voor de validering, de controle en de verificatie van vangstcertificaten en wederuitvoercertificaten hebben aangemeld;

b)

de vlaggenstaten waarvoor overeenkomstig artikel 20, lid 1, kennisgevingen zijn ontvangen, onder vermelding van die staten waarvoor overeenkomstig artikel 20, lid 4, een samenwerking met derde landen is aangegaan.

2.   De Commissie maakt de lijst van de staten en hun bevoegde autoriteiten als bedoeld in lid 1 bekend op haar website en in het Publicatieblad van de Europese Unie en werkt die informatie regelmatig bij. De Commissie stelt de nadere gegevens betreffende de met de validering en de verificatie van vangstcertificaten belaste autoriteiten van de vlaggenstaten langs elektronische weg ter beschikking van de voor de validering en verificatie van vangstcertificaten verantwoordelijke autoriteiten in de lidstaten.

3.   De Commissie maakt de lijst van de overeenkomstig artikel 13 erkende vangstdocumentatieregelingen bekend op haar website en in het Publicatieblad van de Europese Unie en werkt deze lijst op regelmatige basis bij.

4.   De lidstaten bewaren de originelen van de vangstcertificaten die met het oog op invoer zijn ingediend, de vangstcertificaten die met het oog op uitvoer zijn gevalideerd en de gevalideerde gedeelten voor wederuitvoer van vangstcertificaten gedurende drie jaar of langer, overeenkomstig de nationale voorschriften.

5.   Erkende marktdeelnemers bewaren het origineel van de in lid 4 bedoelde documenten gedurende drie jaar of langer, overeenkomstig de nationale voorschriften.

HOOFDSTUK IV

COMMUNAUTAIR ALARMERINGSSYSTEEM

Artikel 23

Alarmering

1.   Wanneer overeenkomstig hoofdstuk II, III, V, VI, VII, VIII, X of XI verkregen informatie aanleiding geeft tot gegronde twijfel over de naleving, door vissersvaartuigen of visserijproducten uit bepaalde derde landen, van de geldende wet- en regelgeving, inclusief de geldende wet- en regelgeving die door derde landen in het kader van de in artikel 20, lid 4, bedoelde administratieve samenwerking is medegedeeld, of van internationale instandhoudings- en beheersmaatregelen, maakt de Commissie op haar website en in het Publicatieblad van de Europese Unie (C-reeks) een alarmeringsbericht bekend om de marktdeelnemers te waarschuwen en om ervoor te zorgen dat de lidstaten overeenkomstig dit hoofdstuk passende maatregelen nemen ten aanzien van de betrokken derde landen.

2.   De Commissie deelt de in lid 1 bedoelde informatie onverwijld mee aan de autoriteiten van de lidstaten en aan de betrokken vlaggenstaat en, in voorkomend geval, aan een ander derde land dan de in artikel 14 bedoelde vlaggenstaat.

Artikel 24

Reactie op een alarmering

1.   Bij ontvangst van de krachtens artikel 23, lid 2, medegedeelde informatie handelen de lidstaten in voorkomend geval en op basis van risicobeheer als volgt:

a)

zij identificeren de voor invoer bestemde zendingen visserijproducten die onderweg zijn en die onder het alarmeringsbericht vallen, en volgen een verificatie van het vangstcertificaat en, in voorkomend geval, van de in artikel 14 bedoelde documenten overeenkomstig het bepaalde in artikel 18;

b)

zij nemen maatregelen om ervoor te zorgen dat toekomstige voor invoer bestemde zendingen visserijproducten die onder het alarmeringsbericht vallen, worden onderworpen aan de verificatie van het vangstcertificaat en, in voorkomend geval, van de in artikel 14 bedoelde documenten overeenkomstig het bepaalde in artikel 17;

c)

zij identificeren de eerdere zendingen van visserijproducten die onder het alarmeringsbericht vallen, en verrichten de passende verificaties, met inbegrip van de verificatie van eerder overgelegde vangstcertificaten;

d)

overeenkomstig de regels van het internationale recht winnen zij de nodige inlichtingen in over de vissersvaartuigen die onder het alarmeringsbericht vallen, of onderwerpen zij die vaartuigen aan de nodige onderzoeken of inspecties op zee, in havens of op welke andere aanlandingsplaatsen dan ook.

2.   De lidstaten delen de Commissie zo spoedig mogelijk de conclusies van hun verificaties en verificatieverzoeken en de acties die zijn ondernomen in het geval dat vast is komen te staan dat geldende wet- en regelgeving of internationale instandhoudings- en beheersmaatregelen niet werd of werden nageleefd.

3.   Indien de Commissie in het licht van de conclusies die kunnen worden getrokken uit de overeenkomstig lid 1 verrichte verificaties, besluit dat de gegronde twijfel die aanleiding gaf tot het alarmeringsbericht niet langer bestaat, handelt zij onverwijld als volgt:

a)

zij maakt op haar website en in het Publicatieblad van de Europese Unie een daartoe strekkend bericht bekend dat het eerdere alarmeringsbericht intrekt;

b)

zij informeert de vlaggenstaat en in voorkomend geval het andere derde land dan de in artikel 14 bedoelde vlaggenstaat over de intrekking, en

c)

zij informeert de lidstaten langs passende kanalen.

4.   Indien de Commissie in het licht van de conclusies die kunnen worden getrokken uit de overeenkomstig lid 1 verrichte verificaties, besluit dat de gegronde twijfel die aanleiding gaf tot het alarmeringsbericht blijft bestaan, handelt zij onverwijld als volgt:

a)

zij actualiseert het alarmeringsbericht door een nieuwe bekendmaking op haar website en in het Publicatieblad van de Europese Unie;

b)

zij informeert de vlaggenstaat en in voorkomend geval het andere derde land dan de in artikel 14 bedoelde vlaggenstaat;

c)

zij informeert de lidstaten langs passende kanalen, en

d)

in voorkomend geval, legt zij de zaak voor aan de regionale visserijorganisatie wier instandhoudings- en beheersmaatregelen mogelijk zijn overtreden.

5.   Indien de Commissie in het licht van de conclusies die kunnen worden getrokken uit de overeenkomstig lid 1 verrichte verificaties, besluit dat er voldoende gronden zijn om aan te nemen dat de geconstateerde feiten een geval van niet-naleving van geldende wet- en regelgeving of internationale instandhoudings- en beheersmaatregelen zouden kunnen vormen, handelt zij onverwijld als volgt:

a)

zij maakt op haar website en in het Publicatieblad van de Europese Unie een nieuw, daartoe strekkend alarmeringsbericht bekend;

b)

zij informeert de vlaggenstaat en volgt de passende procedures en/of neemt de passende maatregelen, overeenkomstig de hoofdstukken V en VI;

c)

zij informeert in voorkomend geval het andere derde land dan de in artikel 14 bedoelde vlaggenstaat;

d)

zij informeert de lidstaten langs passende kanalen, en

e)

in voorkomend geval, legt zij de zaak voor aan de regionale visserijorganisatie wier instandhoudings- en beheersmaatregelen mogelijk zijn overtreden.

HOOFDSTUK V

IDENTIFICATIE VAN DE VISSERSVAARTUIGEN DIE IOO-VISSERIJ BEDRIJVEN

Artikel 25

Vermeende IOO-visserij

1.   De Commissie of een door haar aangewezen instantie verzamelt en analyseert:

a)

alle informatie over IOO-visserij verkregen overeenkomstig de hoofdstukken II, III, IV, VIII, X en XI, en/of

b)

naargelang van het geval, alle andere relevante informatie, zoals:

i)

de vangstgegevens;

ii)

de uit de nationale statistieken en andere betrouwbare bronnen afkomstige handelsinformatie;

iii)

de op vaartuigen betrekking hebbende registers en databases;

iv)

de informatie die beschikbaar is in het kader van de programma’s betreffende vangstdocumenten of statistische documenten van regionale visserijorganisaties;

v)

de verslagen over waarnemingen of andere activiteiten met betrekking tot vissersvaartuigen waarvan wordt aangenomen dat zij IOO-visserij bedrijven als bedoeld in artikel 3 en de door regionale visserijorganisaties onder de aandacht gebrachte of vastgestelde lijsten van IOO-vaartuigen;

vi)

de verslagen uit hoofde van Verordening (EEG) nr. 2847/93 over vissersvaartuigen waarvan wordt aangenomen dat zij IOO-visserijbedrijven als bedoeld in artikel 3;

vii)

alle andere relevante informatie die is verkregen onder meer in de havens en op de visgronden.

2.   De lidstaten kunnen de Commissie op elk moment alle aanvullende informatie verstrekken die relevant zou kunnen zijn voor de vaststelling van de communautaire lijst van IOO-vaartuigen. De Commissie of een door haar aangewezen instantie geeft de informatie samen met al het verstrekte bewijsmateriaal door aan de lidstaten en aan de betrokken vlaggenstaten.

3.   De Commissie of een door haar aangewezen instantie houdt een dossier bij over elk vissersvaartuig met een vermeende betrokkenheid bij IOO-visserij, en werkt het dossier bij telkens wanneer nieuwe informatie wordt verkregen.

Artikel 26

Vermoedelijke IOO-visserij

1.   De Commissie gaat na voor welke vissersvaartuigen overeenkomstig artikel 25 voldoende informatie is verkregen om aan te nemen dat die vissersvaartuigen mogelijk IOO-visserij bedrijven, en of die informatie een officiële navraag bij de betrokken vlaggenstaat rechtvaardigt.

2.   De Commissie stelt de vlaggenstaten waarvan vissersvaartuigen overeenkomstig lid 1 zijn geïdentificeerd daarvan in kennis, waarbij zij officieel worden verzocht een onderzoek in te stellen naar de vermeende IOO-visserij van de betrokken vaartuigen die hun vlag voeren. In die kennisgeving:

a)

wordt alle door de Commissie verzamelde informatie met betrekking tot vermeende IOO-visserij aan de vlaggenstaat verstrekt;

b)

wordt de vlaggenstaat officieel verzocht alle nodige maatregelen te nemen om een onderzoek naar de vermeende IOO-visserij in te stellen en om de resultaten van dat onderzoek tijdig aan de Commissie mee te delen;

c)

wordt de vlaggenstaat officieel verzocht onmiddellijk handhavingsmaatregelen te nemen mochten de ten aanzien van het betrokken vissersvaartuig geformuleerde beweringen gegrond blijken te zijn, en de Commissie over de genomen maatregelen te informeren;

d)

wordt de vlaggenstaat verzocht de eigenaar en, in voorkomend geval, de exploitant van het betrokken vissersvaartuig in kennis te stellen van de gedetailleerde motivering voor de voorgenomen opneming in de communautaire lijst van IOO-vaartuigen en van de gevolgen die de opneming van het vissersvaartuig in die lijst overeenkomstig artikel 37 zou hebben. De vlaggenstaten wordt tevens verzocht de Commissie informatie over de eigenaren of, in voorkomend geval, de exploitanten van de betrokken vissersvaartuigen te verstrekken om ervoor te zorgen dat die personen overeenkomstig artikel 27, lid 2, kunnen worden gehoord;

e)

wordt de vlaggenstaat in kennis gesteld van de bepalingen van de hoofdstukken VI en VII.

3.   De Commissie stelt de vlaggenlidstaten waarvan vissersvaartuigen overeenkomstig lid 1 zijn geïdentificeerd in kennis van een officieel verzoek een onderzoek in te stellen naar de vermeende IOO-visserij van de betrokken vaartuigen die hun vlag voeren. Door middel van die kennisgeving:

a)

wordt alle door de Commissie verzamelde informatie met betrekking tot vermeende IOO-visserij aan de vlaggenstaat verstrekt;

b)

wordt een officieel verzoek tot de vlaggenlidstaat gericht om overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2847/93 alle nodige maatregelen te nemen met het oog op het onderzoek van de vermeende IOO-visserij of, in voorkomend geval, verslag uit te brengen over alle maatregelen die reeds zijn genomen om die visserij te onderzoeken en om de resultaten van dat onderzoek tijdig aan de Commissie mee te delen;

c)

wordt de vlaggenlidstaat officieel verzocht tijdig handhavingsmaatregelen te nemen mochten de ten aanzien van het betrokken vissersvaartuig geformuleerde beweringen gegrond blijken te zijn, en de Commissie over de genomen maatregelen te informeren;

d)

wordt de vlaggenlidstaat verzocht de eigenaar en, in voorkomend geval, de exploitant van het vissersvaartuig in kennis te stellen van de gedetailleerde motivering voor de voorgenomen opneming in de communautaire lijst van IOO-vaartuigen en van de gevolgen die de opneming van het vaartuig in die lijst overeenkomstig artikel 37 zou hebben. De vlaggenlidstaten wordt tevens verzocht de Commissie informatie over de eigenaren en, in voorkomend geval, de exploitanten van de betrokken vissersvaartuigen te verstrekken om ervoor te zorgen dat die personen overeenkomstig artikel 27, lid 2, kunnen worden gehoord.

4.   De Commissie geeft de informatie over de vissersvaartuigen waarvan wordt aangenomen dat zij IOO-visserij bedrijven door aan alle lidstaten om de toepassing van Verordening (EEG) nr. 2847/93 te vergemakkelijken.

Artikel 27

Vaststelling van de communautaire lijst van IOO-vaartuigen

1.   De Commissie stelt overeenkomstig de procedure als bedoeld in artikel 54, lid 2, de communautaire lijst van IOO-vaartuigen vast. Deze lijst bevat de vissersvaartuigen waarvoor, na de overeenkomstig de artikelen 25 en 26 genomen maatregelen, aan de hand van de overeenkomstig deze verordening verkregen informatie vast is komen te staan dat zij IOO-visserij bedrijven, en waarvan de vlaggenstaten geen gevolg hebben gegeven aan de officiële verzoeken als bedoeld in artikel 26, lid 2, onder b) en onder c), en artikel 26, lid 3, onder b) en c), in antwoord op die IOO-visserij.

2.   Alvorens een vissersvaartuig op de communautaire lijst van IOO-vaartuigen te plaatsen, verstrekt de Commissie de eigenaar en, in voorkomend geval, de exploitanten van het betrokken vissersvaartuig een gedetailleerde motivering voor de opneming in de lijst, alsmede alle gegevens die het vermoeden staven dat het vissersvaartuig IOO-visserij heeft bedreven. De motivering maakt melding van het recht op het verzoeken om of het verstrekken van aanvullende informatie en biedt de eigenaar en, in voorkomend geval, de exploitanten de mogelijkheid te worden gehoord en hun zaak te bepleiten; zij dienen daartoe over toereikende tijd en middelen te beschikken.

3.   Wanneer wordt besloten een vissersvaartuig op de communautaire lijst van IOO-vaartuigen te plaatsen, deelt de Commissie dat besluit en de redenen ervoor aan de eigenaar en, in voorkomend geval, de exploitanten van het vissersvaartuig mee.

4.   De verplichtingen die de leden 2 en 3 de Commissie opleggen, gelden onverminderd de primaire verantwoordelijkheid van de vlaggenstaat voor het vissersvaartuig, en slechts voor zover de Commissie over de relevante informatie ter identificatie van de eigenaar en de exploitanten van het vissersvaartuig beschikt.

5.   De Commissie stelt de vlaggenstaat in kennis van de opneming van het vissersvaartuig in de communautaire lijst van IOO-vaartuigen en verstrekt de vlaggenstaat een gedetailleerde motivering voor de opneming in de lijst.

6.   De Commissie verzoekt de vlaggenstaten met vissersvaartuigen op de communautaire lijst van IOO-vaartuigen:

a)

de eigenaren van de vissersvaartuigen in kennis te stellen van de opneming van die vaartuigen in de communautaire lijst van IOO-vaartuigen, van de redenen voor de opneming in die lijst en van de gevolgen die de opneming in die lijst overeenkomstig artikel 37 zal hebben, en

b)

alle nodige maatregelen te nemen om de IOO-visserij te beëindigen, waaronder zo nodig de intrekking van de registratie of de visvergunningen van de betrokken vissersvaartuigen, en de Commissie over de genomen maatregelen te informeren.

7.   Dit artikel is niet van toepassing op communautaire vissersvaartuigen indien de vlaggenlidstaat maatregelen heeft genomen overeenkomstig lid 8.

8.   Communautaire vissersvaartuigen worden niet opgenomen in de communautaire lijst van IOO-vaartuigen indien de vlaggenlidstaat overeenkomstig deze verordening en overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2847/93 maatregelen heeft genomen tegen overtredingen die ernstige inbreuken als bedoeld in artikel 3, lid 2, vormen, onverminderd de maatregelen die door regionale visserijorganisaties zijn genomen.

Artikel 28

Schrapping van vissersvaartuigen van de communautaire lijst van IOO-vaartuigen

1.   De Commissie schrapt een vissersvaartuig van de communautaire lijst van IOO-vaartuigen volgens de procedure als bedoeld in artikel 54, lid 2, indien de vlaggenstaat van het vissersvaartuig aantoont dat:

a)

het vaartuig geen enkele van de IOO-visserijactiviteiten waarvoor het op de lijst is geplaatst, heeft verricht, of

b)

doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties zijn opgelegd als reactie op de betrokken IOO-visserijactiviteiten, met name wat betreft vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2847/93.

2.   De eigenaar of, in voorkomend geval, de exploitant van een op de communautaire lijst van IOO-vaartuigen geplaatst vissersvaartuig kan bij de Commissie een verzoek tot herziening van de status van dat vaartuig indienen wanneer de vlaggenstaat nalaat om overeenkomstig lid 1 te handelen.

De Commissie overweegt schrapping van het vissersvaartuig van de lijst slechts indien:

a)

de eigenaar of de exploitant het bewijs verstrekt dat het vissersvaartuig niet langer IOO-visserij bedrijft, of

b)

het in de lijst opgenomen vissersvaartuig is gezonken of gesloopt.

3.   In alle andere gevallen overweegt de Commissie de schrapping van het vissersvaartuig van de lijst slechts indien de volgende voorwaarden zijn vervuld:

a)

sinds de opneming van het vissersvaartuig in de lijst is een periode van ten minste twee jaar verstreken waarin de Commissie met betrekking tot het vaartuig geen verdere meldingen van vermeende IOO-visserij als bedoeld in artikel 25 heeft ontvangen, of

b)

de eigenaar verstrekt informatie over de huidige activiteiten van het vissersvaartuig waaruit blijkt dat het zijn activiteiten verricht in volledige overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving en/of instandhoudings- en beheersmaatregelen voor de takken van visserij waaraan het deelneemt, of

c)

het betrokken vissersvaartuig of de eigenaar of exploitant ervan heeft geen directe of indirecte operationele of financiële banden met andere vaartuigen, eigenaren of exploitanten ten aanzien waarvan wordt aangenomen of is bevestigd dat zij IOO-visserij bedrijven.

Artikel 29

Inhoud, bekendmaking en bijhouden van de communautaire lijst van IOO-vaartuigen

1.   De communautaire lijst van IOO-vaartuigen bevat voor elk vissersvaartuig de volgende gegevens:

a)

de naam en eventuele eerdere namen;

b)

de vlag en eventuele eerdere vlaggen;

c)

de eigenaar en indien relevant eventuele eerdere eigenaren, met inbegrip van economische eigenaren;

d)

de exploitant en indien relevant eventuele eerdere exploitanten;

e)

de roepnaam en eventuele eerdere roepnamen;

f)

het Lloyds/IMO-nummer (indien voorhanden);

g)

foto’s, indien voorhanden;

h)

de datum van de eerste opneming in de lijst van IOO-vaartuigen;

i)

een samenvatting van de activiteiten die opneming van het vaartuig in de lijst rechtvaardigen, samen met verwijzingen naar alle relevante documenten die informatie over en bewijzen voor die activiteiten bevatten.

2.   De Commissie maakt de communautaire lijst van IOO-vaartuigen bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie en neemt alle nodige maatregelen om bekendheid te geven aan de lijst, waaronder plaatsing ervan op haar website.

3.   De Commissie werkt de communautaire lijst van IOO-vaartuigen om de drie maanden bij en zorgt voor een systeem om de bijwerkingen automatisch ter kennis te brengen van de lidstaten, de regionale visserijorganisaties en elk lid van de civiele samenleving dat daarom verzoekt. Voorts doet de Commissie de lijst toekomen aan de FAO en aan de regionale visserijorganisaties met het oog op versterking van de op het voorkomen, tegengaan en beëindigen van IOO-visserij gerichte samenwerking tussen de Gemeenschap en die organisaties.

Artikel 30

Door regionale visserijorganisaties vastgestelde lijsten van IOO-vaartuigen

1.   Behalve de in artikel 27 bedoelde vissersvaartuigen worden ook de vissersvaartuigen die zijn opgenomen in de door regionale visserijorganisaties vastgestelde lijsten van IOO-vaartuigen, opgenomen in de communautaire lijst van IOO-vaartuigen, overeenkomstig de in artikel 54, lid 2, bedoelde procedure. Die vaartuigen worden van de communautaire lijst van IOO-vaartuigen geschrapt overeenkomstig de besluiten die de betrokken regionale visserijorganisatie over hen neemt.

2.   De Commissie ontvangt jaarlijks van regionale visserijorganisaties de lijsten van de vissersvaartuigen waarvan wordt aangenomen dat zij bij IOO-visserij zijn betrokken, en de vissersvaartuigen waarvoor een dergelijke betrokkenheid is bevestigd, en deelt die lijsten aan de lidstaten mee.

3.   Telkens wanneer de in lid 2 bedoelde lijsten worden aangevuld, vaartuigen van die lijsten worden geschrapt en/of die lijsten worden gewijzigd, deelt de Commissie dit onmiddellijk aan de lidstaten mee. Artikel 37 geldt voor de vaartuigen die voorkomen op de aldus gewijzigde lijsten van IOO-vaartuigen van de regionale visserijorganisaties, vanaf het tijdstip waarop die gewijzigde lijsten aan de lidstaten zijn meegedeeld.

HOOFDSTUK VI

NIET-MEEWERKENDE DERDE LANDEN

Artikel 31

Identificatie van niet-meewerkende derde landen

1.   De Commissie identificeert volgens de in artikel 54, lid 2, bedoelde procedure de derde landen die naar haar mening niet meewerken bij de bestrijding van IOO-visserij.

2.   De in lid 1 bedoelde identificatie is gebaseerd op de beoordeling van alle overeenkomstig de hoofdstukken II, III, IV, V, VIII, X en XI verkregen informatie of, naargelang van het geval, alle andere relevante informatie zoals de vangstgegevens, de uit de nationale statistieken en andere betrouwbare bronnen afkomstige handelsinformatie, de op vaartuigen betrekking hebbende registers en databases, de informatie die beschikbaar is in het kader van de programma’s betreffende vangstdocumenten of statistische documenten van regionale visserijorganisaties, en de door regionale visserijorganisaties vastgestelde lijsten van IOO-vaartuigen, alsmede alle andere informatie die is verkregen in de havens en op de visgronden.

3.   Een derde land kan als niet-meewerkend derde land worden geïdentificeerd indien het zich niet kwijt van de taken die het krachtens internationaal recht als vlaggen-, haven-, kust- of marktstaat dient te vervullen wat betreft de te ondernemen actie om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen.

4.   Voor de doeleinden van lid 3 baseert de Commissie zich hoofdzakelijk op het onderzoek van de maatregelen die het betrokken derde land heeft genomen ten aanzien van:

a)

herhaalde IOO-visserij waarvoor genoegzaam is gedocumenteerd dat deze zijn verricht of ondersteund door vissersvaartuigen die de vlag van het betrokken land voeren, door onderdanen van het betrokken land of door vissersvaartuigen die in zijn maritieme wateren bedrijvig zijn of zijn havens gebruiken, of

b)

de toegang die van IOO-visserij afkomstige visserijproducten hebben tot zijn markt.

5.   Voor de toepassing van lid 3 houdt de Commissie rekening met de volgende elementen:

a)

de omstandigheid of het betrokken derde land doeltreffend met de Gemeenschap samenwerkt door te reageren op verzoeken van de Commissie om IOO-visserij en daarmee verband houdende activiteiten te onderzoeken, bevindingen over dergelijke activiteiten mee te delen of vervolgactie ten aanzien van dergelijke activiteiten te ondernemen;

b)

de omstandigheid of het betrokken derde land doeltreffende handhavingsmaatregelen heeft genomen ten aanzien van de voor IOO-visserij verantwoordelijke marktdeelnemers, en met name of sancties zijn toegepast die streng genoeg waren om de overtreders de uit IOO-visserij voortvloeiende voordelen te ontnemen;

c)

de voorgeschiedenis en de aard van, de omstandigheden bij en de omvang en de ernst van de betrokken gebeurtenissen die duiden op IOO-visserij;

d)

in het geval van ontwikkelingslanden, de bestaande capaciteit van hun bevoegde autoriteiten.

6.   Voor de toepassing van artikel 3 betrekt de Commissie ook de volgende elementen in de overweging:

a)

de bekrachtiging door de betrokken derde landen van of hun toetreding tot internationale visserij-instrumenten, waaronder met name UNCLOS, de VN-Visbestandenovereenkomst en de FAO-Nalevingsovereenkomst;

b)

de status van het betrokken derde land als verdrag- of overeenkomstsluitende partij bij regionale visserijorganisaties of zijn akkoord om de door deze organisaties vastgestelde instandhoudings- en beheersmaatregelen toe te passen;

c)

elk handelen of nalaten van het betrokken derde land dat geldende wet- en regelgeving of internationale instandhoudings- en beheersmaatregelen minder doeltreffend kan hebben gemaakt.

7.   Waar dat passend is, worden specifieke beperkingen waarmee ontwikkelingslanden te kampen hebben, in het bijzonder wat het toezicht, de controle en de bewaking met betrekking tot visserijactiviteiten betreft, naar behoren in aanmerking genomen bij de toepassing van dit artikel.

Artikel 32

Stappen met betrekking tot landen die zijn aangemerkt als niet-meewerkend derde land

1.   De Commissie geeft de betrokken landen onverwijld kennis van de mogelijkheid dat zij op grond van de bij artikel 31 vastgestelde criteria als niet-meewerkend derde land kunnen worden aangemerkt. Zij vermeldt in die kennisgeving het volgende:

a)

de reden of redenen voor die aanmerking met al het ondersteunende bewijsmateriaal dat beschikbaar is;

b)

de gelegenheid die wordt geboden om de Commissie een schriftelijk antwoord met betrekking tot het aanmerkingsbesluit en andere relevante informatie te bezorgen, bijvoorbeeld bewijsmateriaal dat de argumenten voor de aanmerking weerlegt of, indien van toepassing, een actieplan met het oog op verbetering en de maatregelen die zijn genomen om de situatie te verhelpen;

c)

het recht op het verzoeken om of het verstrekken van aanvullende informatie;

d)

de in artikel 38 aangegeven gevolgen van hun aanmerking als niet-meewerkend derde land.

2.   De Commissie richt in de in lid 1 bedoelde kennisgeving ook een verzoek tot het betrokken derde land om alle nodige maatregelen te nemen teneinde de betrokken IOO-visserijactiviteiten te beëindigen en eventuele toekomstige activiteiten van die aard te voorkomen, alsmede om elk handelen of nalaten zoals bedoeld in artikel 31, lid 6, onder c), te verhelpen.

3.   De Commissie doet haar kennisgeving en verzoek door middel van meer dan één communicatiemiddel aan het betrokken derde land toekomen. De Commissie poogt van dat land de bevestiging te verkrijgen dat het de kennisgeving heeft ontvangen.

4.   De Commissie geeft het betrokken derde land voldoende tijd om op de kennisgeving te antwoorden, alsmede een redelijke termijn om de situatie te verhelpen.

Artikel 33

Vaststelling van een lijst van niet-meewerkende derde landen

1.   De Raad neemt, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit inzake de lijst van niet-meewerkende derde landen.

2.   De Commissie stelt het betrokken land onverwijld in kennis van zijn aanmerking als niet-meewerkend derde land en van de overeenkomstig artikel 38 toegepaste maatregelen, waarbij zij het land verzoekt de bestaande situatie te verhelpen en informatie te verstrekken over de maatregelen die worden genomen om naleving van de instandhoudings- en beheersmaatregelen door zijn vissersvaartuigen te waarborgen.

3.   Na een overeenkomstig lid 1 genomen besluit stelt de Commissie de lidstaten daarvan onverwijld in kennis en verzoekt hen te zorgen voor de onmiddellijke toepassing van de bij artikel 38 vastgestelde maatregelen. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van alle maatregelen die zij in antwoord op dat verzoek hebben genomen.

Artikel 34

Schrapping van de lijst van niet-meewerkende derde landen

1.   Op voorstel van de Commissie en met gekwalificeerde meerderheid van stemmen schrapt de Raad een derde land van de lijst van niet-meewerkende derde landen indien het betrokken derde land aantoont dat de situatie die zijn opneming in de lijst rechtvaardigde, is verholpen. Bij het nemen van een besluit tot schrapping wordt ook in aanmerking genomen of het betrokken derde land concrete maatregelen heeft genomen die een blijvende verbetering van de situatie kunnen bewerkstelligen.

2.   Na een overeenkomstig lid 1 genomen besluit stelt de Commissie de lidstaten onverwijld in kennis van de opheffing van de in artikel 38 bedoelde maatregelen ten aanzien van het betrokken land.

Artikel 35

Bekendmaking van de lijst van niet-meewerkende derde landen

De Commissie maakt de lijst van niet-meewerkende derde landen bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie en neemt alle nodige maatregelen om bekendheid te geven aan deze lijst, waaronder plaatsing ervan op haar website. De Commissie werkt de lijst regelmatig bij en zorgt voor een systeem om de bijwerkingen automatisch ter kennis te brengen van de lidstaten, de regionale visserijorganisaties en elk lid van de civiele samenleving dat daarom verzoekt. Voorts doet de Commissie de lijst van niet-meewerkende derde landen toekomen aan de FAO en aan de regionale visserijorganisaties met het oog op versterking van de op het voorkomen, tegengaan en beëindigen van IOO-visserij gerichte samenwerking tussen de Gemeenschap en die organisaties.

Artikel 36

Noodmaatregelen

1.   Indien er bewijs is dat de door een derde land vastgestelde maatregelen afbreuk doen aan de door een regionale visserijorganisatie aangenomen instandhoudings- en beheersmaatregelen, kan de Commissie in overeenstemming met haar internationale verplichtingen noodmaatregelen vaststellen met een geldigheidsduur van ten hoogste zes maanden. De Commissie kan een nieuw besluit nemen om de geldigheidsduur van de noodmaatregelen met ten hoogste zes maanden te verlengen.

2.   De in lid 1 bedoelde noodmaatregelen kunnen onder meer het volgende inhouden:

a)

vissersvaartuigen die zijn gemachtigd om te vissen en die de vlag van het betrokken derde land voeren, wordt geen toegang tot de havens van de lidstaten verleend, behalve in geval van overmacht of in noodsituaties als bedoeld in artikel 4, lid 2, voor het verlenen van diensten die strikt noodzakelijk zijn om die situaties te verhelpen;

b)

vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, wordt niet toegestaan deel te nemen aan gezamenlijke visserijactiviteiten met vaartuigen die de vlag van het betrokken land voeren;

c)

vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, wordt niet toegestaan te vissen in maritieme wateren onder de jurisdictie van het betrokken derde land, onverminderd de bepalingen van bilaterale visserijovereenkomsten;

d)

de levering van levende vis ten behoeve van de visteelt in maritieme wateren onder de jurisdictie van de betrokken staat wordt niet toegestaan;

e)

levende vis die is gevangen door vissersvaartuigen die de vlag van het betrokken derde land voeren, wordt niet aanvaard voor de visteelt in maritieme wateren onder de jurisdictie van een lidstaat.

3.   De noodmaatregelen zijn onmiddellijk van kracht. Zij worden ter kennis van de lidstaten en van het betrokken derde land gebracht en bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

4.   De betrokken lidstaten kunnen het in lid 1 bedoelde besluit van de Commissie binnen 10 werkdagen nadat zij de kennisgeving hebben ontvangen, voorleggen aan de Raad.

5.   De Raad kan binnen één maand na de datum van ontvangst van het schrijven waarbij een besluit aan hem is voorgelegd, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen.

HOOFDSTUK VII

MAATREGELEN TEN AANZIEN VAN VISSERSVAARTUIGEN EN STATEN DIE BIJ IOO-VISSERIJ ZIJN BETROKKEN

Artikel 37

Optreden ten aanzien van vissersvaartuigen die zijn opgenomen in de communautaire lijst van IOO-vaartuigen

Ten aanzien van vissersvaartuigen die zijn opgenomen in de communautaire lijst van IOO-vaartuigen („IOO-vissersvaartuigen”) gelden de volgende maatregelen:

1.

de vlaggenlidstaten dienen geen verzoeken om vismachtigingen voor IOO-vissersvaartuigen bij de Commissie in;

2.

de lopende vismachtigingen of speciale visdocumenten die door vlaggenlidstaten zijn afgegeven voor IOO-vissersvaartuigen, worden ingetrokken;

3.

de IOO-vissersvaartuigen die de vlag van een derde land voeren, worden niet gemachtigd tot vissen in de communautaire wateren en het is verboden dergelijke vaartuigen te charteren;

4.

de vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, mogen op geen enkele wijze bijstand verlenen voor of zich bezighouden met activiteiten op het gebied van de be- of verwerking van vis waarbij ook IOO-vissersvaartuigen betrokken zijn, of samen met dergelijke vaartuigen deelnemen aan overladingsactiviteiten of gezamenlijke visserijactiviteiten;

5.

de IOO-vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, mogen behalve in geval van overmacht of in noodsituaties alleen hun thuishavens en geen enkele andere communautaire haven binnenvaren. De IOO-vissersvaartuigen die de vlag van een derde land voeren, mogen behalve in geval van overmacht of in noodsituaties niet een haven van een lidstaat binnenvaren. Als alternatieve maatregel mag een lidstaat een IOO-vissersvaartuig toestemming verlenen om zijn havens binnen te varen met dien verstande dat de vangsten die zich aan boord bevinden, en in voorkomend geval het vistuig dat op grond van door regionale visserijorganisaties vastgestelde instandhoudings- en beheersmaatregelen is verboden, in beslag zullen worden genomen. De lidstaten leggen ook beslag op de vangsten en, in voorkomend geval, op het op grond van die maatregelen verboden vistuig aan boord van de IOO-vissersvaartuigen die wegens een overmacht- of noodsituatie toestemming hebben gekregen om hun havens binnen te varen;

6.

de IOO-vissersvaartuigen die de vlag van een derde land voeren, worden in havens niet van proviand of brandstof voorzien of door andere dienstverlening geholpen, behalve in geval van overmacht of in noodsituaties;

7.

de IOO-vissersvaartuigen die de vlag van een derde land voeren, krijgen geen toestemming om de bemanning te vervangen, behalve voor zover dat in een overmachtsituatie of een noodsituatie noodzakelijk is;

8.

de lidstaten staan IOO-vissersvaartuigen niet toe hun vlag te voeren;

9.

de invoer van door IOO-vissersvaartuigen gevangen visserijproducten is verboden en derhalve worden de vangstcertificaten die dergelijke producten begeleiden, aanvaard noch gevalideerd;

10.

de uitvoer of wederuitvoer, voor be- of verwerking, van visserijproducten die afkomstig zijn van IOO-vissersvaartuigen, is verboden;

11.

IOO-vissersvaartuigen die noch vis, noch een bemanning aan boord hebben, mogen een haven binnenvaren om te worden gesloopt, onverminderd mogelijke vervolging en sancties tegen dat vaartuig en de betrokken rechtspersonen of natuurlijke personen.

Artikel 38

Optreden ten aanzien van niet-meewerkende derde landen

Ten aanzien van niet-meewerkende derde landen gelden de volgende maatregelen:

1.

de invoer in de Gemeenschap van visserijproducten die zijn gevangen door vissersvaartuigen die de vlag van een niet-meewerkend derde land voeren, is verboden en derhalve worden vangstcertificaten die dergelijke producten begeleiden, niet aanvaard. wanneer de aanmerking als niet-meewerkend derde land overeenkomstig artikel 31 is gerechtvaardigd door het feit dat dat land geen passende maatregelen heeft vastgesteld ten aanzien van IOO-visserij die een bepaald bestand of een bepaalde soort treffen, kan het invoerverbod tot dat bestand of die soort beperkt blijven;

2.

de aankoop door communautaire marktdeelnemers van een vissersvaartuig dat de vlag van een niet-meewerkend derde land voert, is verboden;

3.

het omvlaggen van vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, naar de vlag van een niet-meewerkend derde land is verboden;

4.

de lidstaten staan niet toe dat vissersvaartuigen die hun vlag voeren, charterovereenkomsten met niet-meewerkende derde landen sluiten;

5.

de uitvoer van communautaire vissersvaartuigen naar niet-meewerkende derde landen is verboden;

6.

particuliere handelsregelingen tussen onderdanen van een lidstaat en niet-meewerkende derde landen die tot doel hebben dat een vissersvaartuig dat de vlag van die lidstaat voert, de vangstmogelijkheden van niet-meewerkende derde landen benut, zijn verboden;

7.

gezamenlijke visserijactiviteiten waarbij vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, samenwerken met een vissersvaartuig dat de vlag van een niet-meewerkend derde land voert, zijn verboden;

8.

de Commissie stelt de opzegging voor van alle bestaande bilaterale visserijovereenkomsten of partnerschapsovereenkomsten inzake visserij met niet-meewerkende derde landen die voorzien in de beëindiging van de overeenkomst wanneer het derde land zijn verplichtingen inzake de bestrijding van IOO-visserij niet nakomt;

9.

de Commissie begint geen onderhandelingen om bilaterale visserijovereenkomsten of partnerschapsovereenkomsten inzake visserij met niet-meewerkende derde landen te sluiten.

HOOFDSTUK VIII

ONDERDANEN

Artikel 39

Onderdanen die IOO-visserij bedrijven of ondersteunen

1.   De aan de jurisdictie van lidstaten onderworpen onderdanen van lidstaten („onderdanen”) ondersteunen noch bedrijven IOO-visserij, wat onder meer inhoudt dat zij niet aanmonsteren op of geen exploitant of economische eigenaar zijn van vissersvaartuigen.

2.   Onverminderd de primaire verantwoordelijkheid van de vlaggenstaat, werken de lidstaten onderling en met derde landen samen en nemen zij in overeenstemming met het nationale recht en het Gemeenschapsrecht alle passende maatregelen om de onderdanen te identificeren die IOO-visserij ondersteunen of bedrijven.

3.   Onverminderd de primaire verantwoordelijkheid van de vlaggenstaat, nemen de lidstaten binnen de grenzen van en in overeenstemming met hun geldende wet- en regelgeving passende maatregelen ten aanzien van onderdanen van wie is vastgesteld dat zij IOO-visserij ondersteunen of bedrijven.

4.   De lidstaten delen de Commissie de namen mee van de bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de coördinatie van het verzamelen en verifiëren van gegevens over de activiteiten van de in dit hoofdstuk bedoelde onderdanen en voor de verslaglegging aan en de samenwerking met de Commissie.

Artikel 40

Preventie en sancties

1.   De lidstaten moedigen hun onderdanen aan om alle gegevens mee te delen betreffende de juridische, economische of financiële belangen die zij hebben bij of betreffende de controle die zij voeren over vissersvaartuigen die de vlag van een derde land voeren, alsmede de namen van de betrokken vaartuigen.

2.   De onderdanen verkopen geen enkel vissersvaartuig aan en voeren geen enkel vissersvaartuig uit naar marktdeelnemers die zijn betrokken bij de exploitatie, het beheer of de eigendom van vissersvaartuigen die zijn opgenomen in de communautaire lijst van IOO-vaartuigen.

3.   Onverminderd de andere in het Gemeenschapsrecht vastgestelde bepalingen betreffende financiële middelen van de overheid, verlenen de lidstaten geen enkele overheidssteun in het kader van nationale steunregelingen of uit communautaire fondsen aan marktdeelnemers die zijn betrokken bij de exploitatie, het beheer of de eigendom van vissersvaartuigen die zijn opgenomen in de communautaire lijst van IOO-vaartuigen.

4.   De lidstaten streven ernaar inlichtingen in te winnen over het bestaan van regelingen tussen hun onderdanen en een derde land die het mogelijk maken om vissersvaartuigen die hun vlag voeren, naar dat derde land om te vlaggen. Zij informeren de Commissie daarover door haar een lijst van de betrokken vissersvaartuigen te bezorgen.

HOOFDSTUK IX

MAATREGELEN TOT ONMIDDELLIJKE TENUITVOERLEGGING, SANCTIES EN BEGELEIDENDE SANCTIES

Artikel 41

Werkingssfeer

Dit hoofdstuk geldt in het geval van:

1.

ernstige inbreuken die gepleegd zijn binnen het grondgebied van lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, of binnen de maritieme wateren onder hun soevereiniteit of jurisdictie, met uitzondering van de wateren die grenzen aan de in bijlage II bij het Verdrag vermelde landen en gebieden, of

2.

ernstige inbreuken die gepleegd zijn door vissersvaartuigen van de Gemeenschap of door onderdanen van de lidstaten;

3.

ernstige inbreuken die geconstateerd zijn binnen het grondgebied of binnen de wateren als bedoeld in punt 1 van dit artikel maar die gepleegd zijn op de volle zee of binnen de jurisdictie van een derde land en die bestraft worden overeenkomstig artikel 11, lid 4.

Artikel 42

Ernstige inbreuken

1.   Voor de doeleinden van deze verordening wordt onder „ernstige inbreuk” verstaan:

a)

de activiteiten die op grond van de in artikel 3 bepaalde criteria worden beschouwd als IOO-visserij;

b)

het verrichten van zakelijke activiteiten die rechtstreeks samenhangen met IOO-visserij, onder meer de handel in of de invoer van visserijproducten;

c)

de vervalsing van documenten als bedoeld in deze verordening of het gebruik van dergelijke valse of ongeldige documenten.

2.   De ernst van de inbreuk wordt beoordeeld door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, op grond van de criteria omschreven in artikel 3, lid 2.

Artikel 43

Maatregelen tot onmiddellijke tenuitvoerlegging

1.   Wanneer een natuurlijke persoon ervan wordt verdacht een ernstige inbreuk in de zin van artikel 42 te hebben gepleegd of op heterdaad is betrapt bij het plegen van een dergelijke inbreuk of een rechtspersoon ervan wordt verdacht voor dergelijke inbreuk aansprakelijk te zijn, beginnen de lidstaten een volledig onderzoek naar de inbreuk en nemen zij overeenkomstig hun nationale recht en afhankelijk van de ernst van de inbreuk maatregelen tot onmiddellijke tenuitvoerlegging, zoals met name:

a)

de visserijactiviteiten onmiddellijk doen stopzetten;

b)

het vissersvaartuig koers doen zetten naar een haven;

c)

het vervoermiddel zich met het oog op inspectie naar een andere plaats doen begeven;

d)

een zekerheidstelling verlangen;

e)

vistuig, vangsten of visserijproducten in beslag nemen;

f)

het betrokken vissersvaartuig of vervoermiddel tijdelijk stilleggen;

g)

de vismachtiging opschorten.

2.   De maatregelen tot tenuitvoerlegging zijn van dien aard dat voortzetting van de betrokken ernstige inbreuk wordt voorkomen en het de bevoegde autoriteiten mogelijk wordt gemaakt het onderzoek ernaar te voltooien.

Artikel 44

Sancties bij ernstige inbreuken

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat een natuurlijke persoon die een ernstige inbreuk heeft gepleegd, of een rechtspersoon die aansprakelijk is voor een ernstige inbreuk, kan worden gestraft met doeltreffende, evenredige en afschrikkende administratieve sancties.

2.   De lidstaten leggen een maximumstraf op van ten minste vijf keer de waarde van de visserijproducten die door het plegen van de ernstige inbreuk zijn verkregen.

Bij herhaling van een ernstige inbreuk binnen een periode van 5 jaar leggen de lidstaten een maximumstraf op van ten minste acht keer de waarde van de visserijproducten die door het plegen van de ernstige inbreuk zijn verkregen.

Bij het opleggen van deze straffen houden de lidstaten tevens rekening met de waarde van de schade die is berokkend aan de betrokken visbestanden en het betrokken mariene milieu.

3.   De lidstaten kunnen daarnaast of als alternatieve maatregel doeltreffende, evenredige en afschrikkende strafrechtelijke sancties opleggen.

Artikel 45

Begeleidende sancties

De in dit hoofdstuk bedoelde sancties kunnen gepaard gaan met andere sancties of maatregelen, en met name:

1.

de inbeslagneming van het bij de inbreuk betrokken vissersvaartuig;

2.

de tijdelijke stillegging van het vissersvaartuig;

3.

de inbeslagneming van verboden vistuig, vangsten of visserijproducten;

4.

de schorsing of intrekking van de vismachtiging;

5.

de vermindering of intrekking van visserijrechten;

6.

de tijdelijke of permanente uitsluiting van het recht nieuwe visserijrechten te verkrijgen;

7.

een tijdelijke of permanente ontzegging van toegang tot overheidssteun of -subsidies;

8.

de schorsing of intrekking van de status van „erkend marktdeelnemer” die is verleend overeenkomstig artikel 16, lid 3.

Artikel 46

Totale niveau van de sancties en de begeleidende sancties

Het totale niveau van de sancties en de begeleidende sancties wordt zo berekend dat wordt zeker gesteld dat de verantwoordelijke personen de economische voordelen die zij aan hun ernstige inbreuken te danken hebben, daadwerkelijk kwijtraken, onverminderd het legitieme recht hun beroep uit te oefenen. Daartoe moet ook rekening worden gehouden met de uit hoofde van artikel 43 genomen maatregelen tot onmiddellijke tenuitvoerlegging.

Artikel 47

Aansprakelijkheid van rechtspersonen

1.   Rechtspersonen worden aansprakelijk gesteld voor ernstige inbreuken die in hun belang gepleegd zijn door een natuurlijke persoon die hetzij als individu, hetzij als lid van een orgaan van de rechtspersoon handelt en die binnen de rechtspersoon een beslissende positie bekleedt op basis van:

a)

de bevoegdheid om de rechtspersoon te vertegenwoordigen, of

b)

de bevoegdheid om namens de rechtspersoon beslissingen te nemen, of

c)

de bevoegdheid om binnen de rechtspersoon controle uit te oefenen.

2.   Een rechtspersoon kan mogelijk aansprakelijk worden gesteld indien een gebrek aan toezicht of controle door een natuurlijke persoon als bedoeld in lid 1 het mogelijk heeft gemaakt dat in het belang van die rechtspersoon een ernstige inbreuk is gepleegd door een onder het gezag van die rechtspersoon staande natuurlijke persoon.

3.   De aansprakelijkheid van een rechtspersoon sluit niet uit dat procedures worden gevoerd tegen natuurlijke personen die de betrokken inbreuken hebben gepleegd, ertoe hebben aangezet of er medeplichtig aan zijn.

HOOFDSTUK X

UITVOERING VAN DE BINNEN SOMMIGE REGIONALE VISSERIJORGANISATIES VASTGESTELDE BEPALINGEN BETREFFENDE WAARNEMINGEN VAN VISSERSVAARTUIGEN

Artikel 48

Waarneming op zee

1.   De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de visserijactiviteiten die zijn onderworpen aan de regels betreffende waarneming op zee welke zijn aangenomen in regionale visserijorganisaties en welke bindend zijn voor de Gemeenschap.

2.   Wanneer een bevoegde autoriteit van een lidstaat die verantwoordelijk is voor inspecties op zee een vissersvaartuig waarneemt dat activiteiten verricht die als IOO-visserij kunnen worden beschouwd, stelt zij onmiddellijk een verslag over die waarneming op. Deze verslagen en de resultaten van de door die lidstaat op dat vissersvaartuig ingestelde onderzoeken worden beschouwd als bewijsmateriaal voor gebruik bij de toepassing van de identificatie- en handhavingsmechanismen waarin deze verordening voorziet.

3.   Indien de kapitein van een communautair vissersvaartuig of van een vissersvaartuig van een derde land een vissersvaartuig waarneemt dat activiteiten zoals bedoeld in lid 2 verricht, kan die kapitein die waarneming met zo veel mogelijk informatie documenteren, zoals:

a)

de naam en een beschrijving van het vissersvaartuig;

b)

de roepnaam van het vissersvaartuig;

c)

het registratienummer en, in voorkomend geval, het Lloyds/IMO-nummer van het vissersvaartuig;

d)

de vlaggenstaat van het vissersvaartuig;

e)

de positie (breedte, lengte) ten tijde van de eerste identificatie;

f)

de datum/UTC-tijd ten tijde van de eerste identificatie;

g)

een foto of foto’s van het vissersvaartuig ter staving van de waarneming;

h)

alle andere relevante informatie over de waargenomen activiteiten van het betrokken vissersvaartuig.

4.   Waarnemingsverslagen worden onverwijld toegezonden aan de bevoegde autoriteit van de vlaggenstaat van het vissersvaartuig dat de waarneming heeft verricht, welke autoriteit deze verslagen zo spoedig mogelijk doorzendt aan de Commissie of de door deze aangewezen instantie. De Commissie of de door de Commissie aangewezen instantie informeert dan onmiddellijk de vlaggenstaat van het waargenomen vissersvaartuig. De Commissie of de door de Commissie aangewezen instantie zendt het waarnemingsverslag vervolgens door aan alle lidstaten en, waar dat passend is, aan de uitvoerend secretaris van de relevante regionale visserijorganisaties met het oog op verdere maatregelen in overeenstemming met de door die organisaties vastgestelde maatregelen.

5.   Een lidstaat die van de bevoegde autoriteit van een verdrag- of overeenkomstsluitende partij bij een regionale visserijorganisatie een waarnemingsverslag ontvangt waarin de activiteiten worden gemeld van een vissersvaartuig dat zijn vlag voert, verstrekt dat verslag en alle relevante informatie zo spoedig mogelijk aan de Commissie of de door de Commissie aangewezen instantie, die deze informatie vervolgens doorzendt aan de uitvoerend secretaris van de betrokken regionale visserijorganisatie met het oog op verdere maatregelen in overeenstemming met de door die organisatie vastgestelde maatregelen, naargelang van het geval.

6.   Dit artikel geldt onverminderd strengere bepalingen die zijn vastgesteld door regionale visserijorganisaties waarbij de Gemeenschap een verdrag- of overeenkomstsluitende partij is.

Artikel 49

Verstrekking van informatie over waargenomen vissersvaartuigen

1.   De lidstaten die genoegzaam gedocumenteerde informatie over waargenomen vissersvaartuigen verkrijgen, zenden die informatie onverwijld door aan de Commissie of aan de door haar aangewezen instantie in het formaat dat is vastgesteld overeenkomstig de in artikel 54, lid 2, bedoelde procedure.

2.   De Commissie of de door haar aangewezen instantie onderzoekt ook naar behoren gedocumenteerde informatie over waargenomen vissersvaartuigen die is verstrekt door burgers, door organisaties van de civiele samenleving, met inbegrip van milieuorganisaties, of door vertegenwoordigers van belanghebbenden in de visserijsector of de handel in visserijproducten.

Artikel 50

Onderzoek betreffende waargenomen vissersvaartuigen

1.   De lidstaten openen zo spoedig mogelijk een onderzoek naar de activiteiten van de hun vlag voerende vissersvaartuigen die overeenkomstig artikel 49 zijn waargenomen.

2.   De lidstaten stellen de Commissie of de door haar aangewezen instantie zo spoedig mogelijk en in elk geval binnen twee maanden na de kennisgeving van het waarnemingsverslag overeenkomstig artikel 48, lid 4, indien mogelijk langs elektronische weg, gedetailleerd in kennis van de opening van het onderzoek en van de maatregelen die zij ten aanzien van de hun vlag voerende waargenomen vissersvaartuigen hebben genomen of voornemens zijn te nemen. Aan de Commissie of de door haar aangewezen instantie wordt met passende regelmaat verslag uitgebracht over de vorderingen bij het onderzoek naar de activiteiten van het waargenomen vissersvaartuig. Na afloop van het onderzoek wordt de Commissie of de door haar aangewezen instantie een eindverslag over het resultaat bezorgd.

3.   De andere lidstaten dan de betrokken vlaggenlidstaat verifiëren in voorkomend geval of de gemelde waargenomen vissersvaartuigen in maritieme wateren onder hun jurisdictie activiteiten hebben verricht dan wel of van die vaartuigen afkomstige visserijproducten op hun grondgebied zijn aangeland of ingevoerd, en onderzoeken de gegevens betreffende de naleving van de relevante instandhoudings- en beheersmaatregelen door die vaartuigen. De lidstaten stellen de Commissie of de door haar aangewezen instantie en de betrokken vlaggenlidstaat onverwijld in kennis van het resultaat van hun verificaties en onderzoeken.

4.   De Commissie of de door haar aangewezen instantie deelt alle lidstaten de overeenkomstig de leden 2 en 3 ontvangen informatie mee.

5.   Dit artikel geldt onverminderd de bepalingen van hoofdstuk V van Verordening (EG) nr. 2371/2002 en onverminderd de bepalingen die zijn vastgesteld door regionale visserijorganisaties waarbij de Gemeenschap verdrag- of overeenkomstsluitende partij is.

HOOFDSTUK XI

WEDERZIJDSE BIJSTAND

Artikel 51

Wederzijdse bijstand

1.   De administratieve autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van deze verordening in de lidstaten, werken onderling en met de administratieve autoriteiten van derde landen en met de Commissie samen om de naleving van deze verordening te waarborgen.

2.   Voor de toepassing van lid 1 wordt een systeem voor wederzijdsebijstandsverlening ingesteld dat onder meer bestaat in een door de Commissie of een door haar aangewezen instantie te beheren geautomatiseerd informatiesysteem, het „informatiesysteem over IOO-visserij”, om de bevoegde autoriteiten bij te staan bij het voorkomen, onderzoeken en vervolgen van IOO-visserij.

3.   Uitvoeringsbepalingen voor dit hoofdstuk worden vastgesteld volgens de in artikel 54, lid 2, bedoelde procedure.

HOOFDSTUK XII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 52

Uitvoering

De voor de uitvoering van deze verordening benodigde maatregelen worden vastgesteld volgens de in artikel 54, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 53

Financiering

De lidstaten kunnen verlangen dat de betrokken exploitanten bijdragen in de aan de uitvoering van deze verordening verbonden kosten.

Artikel 54

Comitéprocedure

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 30 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 opgerichte comité.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op één maand.

Artikel 55

Verplichtingen inzake verslaglegging

1.   De lidstaten dienen om de twee jaar en telkens uiterlijk op 30 april van het volgende kalenderjaar bij de Commissie een verslag in over de toepassing van deze verordening.

2.   De Commissie stelt op basis van de door de lidstaten ingediende verslagen en haar eigen constateringen om de drie jaar een verslag op dat wordt voorgelegd aan het Europees Parlement en aan de Raad.

3.   Uiterlijk op 29 oktober 2013 verricht de Commissie een evaluatie van het effect van deze verordening op IOO-visserij.

Artikel 56

Intrekkingen

Artikel 28 ter, lid 2, de artikelen 28 sexies, 28 septies en 28 octies en artikel 31, lid 2, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2847/93, Verordening (EG) nr. 1093/94, Verordening (EG) nr. 1447/1999, de artikelen 8, 19 bis, 19 ter, 19 quater, 21, 21 ter en 21 quater van Verordening (EG) nr. 1936/2001 en de artikelen 26 bis, 28, 29, 30 en 31 van Verordening (EG) nr. 601/2004 worden ingetrokken met ingang van 1 januari 2010.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordeningen gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening.

Artikel 57

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 29 september 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

M. BARNIER


(1)  Advies uitgebracht op 23 mei 2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Advies uitgebracht op 29 mei 2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Advies uitgebracht na niet verplichte raadpleging.

(3)  PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.

(4)  PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1.

(5)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(6)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

(7)  Verordening (EG) nr. 1093/94 van de Raad van 6 mei 1994 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder vissersvaartuigen van derde landen vangsten rechtstreeks mogen aanlanden en verkopen in de havens van de Gemeenschap (PB L 121 van 12.5.1994, blz. 3).

(8)  Verordening (EG) nr. 1447/1999 van de Raad van 24 juni 1999 tot vaststelling van een lijst van gedragingen die een ernstige inbreuk vormen op de voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 167 van 2.7.1999, blz. 5).

(9)  Verordening (EG) nr. 1936/2001 van de Raad van 27 september 2001 tot vaststelling van technische maatregelen voor de instandhouding van bepaalde over grote afstanden trekkende visbestanden (PB L 263 van 3.10.2001, blz. 1).

(10)  Verordening (EG) nr. 601/2004 van de Raad van 22 maart 2004 tot vaststelling van bepaalde controlemaatregelen voor de visserij in het verdragsgebied van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (PB L 97 van 1.4.2004, blz. 16).

(11)  PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.


BIJLAGE I

Lijst van producten die zijn uitgesloten van de definitie van „visserijproducten” in artikel 2, punt 8

Producten van de zoetwatervisserij

Aquacultuurproducten verkregen uit pootvis of larven

Siervissen

Oesters, levend

Kamschelpen, inclusief wijde mantels, van de geslachten Pecten, Chlamys of Placopecten, levend, vers of gekoeld

Jakobsschelpen (Pecten maximus), bevroren

Andere kamschelpen, vers of gekoeld

Mosselen

Andere dan uit zee verkregen slakken

Toebereide en geconserveerde weekdieren


BIJLAGE II

Vangstcertificaat en wederuitvoercertificaat van de Europese Gemeenschap

Image

Image

Image

Aanhangsel

Gegevens in verband met het vervoer

Image


BIJLAGE III

Kennisgevingen door de vlaggenstaten

1.

Inhoud van de in artikel 20 bedoelde kennisgevingen door de vlaggenstaten

De Commissie verzoekt de vlaggenstaten haar in kennis te stellen van de namen, adressen en officiële stempelafdrukken van de overheidsinstanties op hun grondgebied die zijn gemachtigd om:

a)

vissersvaartuigen onder hun vlag te registreren;

b)

visvergunningen te verlenen aan hun vaartuigen en die vergunningen te schorsen en in te trekken;

c)

de waarheidsgetrouwheid van de gegevens in de in artikel 13 bedoelde vangstcertificaten te bevestigen en dergelijke certificaten te valideren;

d)

de door hun vissersvaartuigen na te leven wet- en regelgeving en instandhoudings- en beheersmaatregelen ten uitvoer te leggen en te handhaven en controles in dat verband te verrichten;

e)

verificaties betreffende de genoemde vangstcertificaten te verrichten om de bevoegde autoriteiten van de lidstaten in het kader van de in artikel 20, lid 4, bedoelde administratieve samenwerking bij te staan;

f)

specimina van hun vangstcertificaat overeenkomstig het in bijlage II opgenomen model mee te delen, en

g)

deze kennisgevingen te actualiseren.

2.

Door regionale visserijorganisaties vastgestelde vangstdocumentatieregelingen als bedoeld in artikel 13

Indien een door een regionale visserijorganisatie vastgestelde vangstdocumentatieregeling voor de toepassing van deze verordening als een vangstcertificeringsregeling is erkend, worden kennisgevingen door vlaggenstaten in het kader van die vangstdocumentatieregeling geacht kennisgevingen overeenkomstig punt 1 van deze bijlage te zijn en worden de bepalingen van deze bijlage geacht van overeenkomstige toepassing te zijn.


BIJLAGE IV

Verklaring overeenkomstig artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen

Hierbij wordt bevestigd dat de be- of verwerkte visserijproducten … (omschrijving product en code gecombineerde nomenclatuur) zijn verkregen uit vangsten die zijn ingevoerd onder dekking van onderstaand vangstcertificaat/onderstaande vangstcertificaten:

Image

Naam en adres van het be- of verwerkingsbedrijf:

Naam en adres van de exporteur (indien verschillend van het be- of verwerkingsbedrijf):

Erkenningsnummer van het be- of verwerkingsbedrijf:

Nummer en datum gezondheidscertificaat:

Image

Bekrachtiging door de bevoegde autoriteit:

Image


29.10.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 286/33


VERORDENING (EG) Nr. 1006/2008 VAN DE RAAD

van 29 september 2008

betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de communautaire wateren, en houdende wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93 en (EG) nr. 1627/94 en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 3317/94

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 3317/94 van de Raad van 22 december 1994 tot vaststelling van algemene bepalingen inzake machtiging tot het verrichten van visserijactiviteiten in de wateren van een derde land in het kader van een visserijovereenkomst (1) is de procedure vastgesteld voor de machtiging van communautaire vissersvaartuigen tot het verrichten van visserijactiviteiten in de onder de jurisdictie van derde landen vallende wateren in het kader van visserijovereenkomsten tussen de Gemeenschap en derde landen. De in die verordening vastgestelde procedure wordt geacht niet langer te voldoen aan de behoeften met betrekking tot de internationale verplichtingen die voortvloeien uit de bilaterale visserijovereenkomsten en uit de multilaterale overeenkomsten en verdragen die in het kader van regionale organisaties voor visserijbeheer (ROVB’s) of soortgelijke regelingen zijn goedgekeurd. Bovendien volstaat die verordening niet langer om de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) te realiseren, vooral niet wat betreft de duurzame visserij en de controle.

(2)

Naar aanleiding van het „Actieplan 2006-2008 voor een vereenvoudiging en verbetering van het gemeenschappelijk visserijbeleid”, naar voren gebracht in de mededeling van 8 december 2005 van de Commissie aan de Raad en de gewijzigde omstandigheden waarin de visserij buiten de communautaire wateren wordt uitgeoefend sinds de goedkeuring van Verordening (EG) nr. 3317/94, en om aan de internationale verplichtingen te voldoen, is het nodig een algemene communautaire regeling in te stellen voor de machtiging tot alle visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren. Daarnaast moeten ook de regels inzake de toegang van de onder de vlag van een derde land varende vissersvaartuigen tot de communautaire wateren, die momenteel in verschillende andere rechtsteksten zijn vastgesteld, opnieuw worden omschreven en, voor zover dat dienstig is, worden afgestemd op de regels die gelden voor de communautaire vissersvaartuigen.

(3)

De communautaire vissersvaartuigen zouden uitsluitend toestemming mogen krijgen om buiten de communautaire wateren visserijactiviteiten te verrichten nadat zij daartoe zijn gemachtigd door de bevoegde instantie die verantwoordelijk is voor de machtiging tot het verrichten van de betrokken visserijactiviteiten, zoals de bevoegde instantie van het derde land in de wateren waarvan de activiteiten plaatsvinden, de instantie die bevoegd is om te machtigen tot het verrichten van visserijactiviteiten in internationale wateren waarvoor in het kader van een ROVB of soortgelijke regeling vastgestelde bepalingen gelden, of, wanneer het gaat om visserijactiviteiten in volle zee die onder geen enkele overeenkomst vallen, de bevoegde instanties van de lidstaten, onverminderd specifieke communautaire wetgeving betreffende visserijactiviteiten in volle zee.

(4)

Het is van belang de bevoegdheden van de Commissie en de lidstaten met betrekking tot de procedure voor het machtigen van communautaire vissersvaartuigen om visserijactiviteiten buiten de communautaire wateren te verrichten, duidelijk te omschrijven; in dit verband zou de Commissie moeten kunnen garanderen dat aan de internationale verplichtingen en de GVB-voorschriften wordt voldaan, dat de verzoeken om aanvragen door te sturen volledig zijn en dat zij worden doorgestuurd binnen de in de betrokken overeenkomsten vastgestelde termijnen.

(5)

Communautaire vissersvaartuigen zouden alleen in aanmerking mogen komen voor het verkrijgen van een machtiging om buiten de communautaire wateren visserijactiviteiten te verrichten voor zover een aantal criteria met betrekking tot de internationale verplichtingen van de Gemeenschap en met betrekking tot de voorschriften en doelstellingen van het GVB vervuld zijn.

(6)

Indien de procedure van de Raad tot vaststelling van het besluit over de voorlopige toepassing van een nieuw protocol bij een bilaterale visserijovereenkomst met een derde land, waarin onder meer de verdeling van de vangstmogelijkheden over de lidstaten wordt vastgesteld, niet vóór de datum van deze voorlopige toepassing kan worden beëindigd, moet het, teneinde iedere onderbreking van de visserijactiviteiten van communautaire vaartuigen te vermijden, de Commissie op tijdelijke basis worden toegestaan om, gedurende een periode van zes maanden na het verstrijken van het vorige protocol, aanvragen voor vismachtigingen naar het betrokken derde land door te sturen.

(7)

Om ervoor te zorgen dat de vangstmogelijkheden waarover de Gemeenschap in het kader van de partnerschapsovereenkomsten op visserijgebied beschikt, volledig worden benut, moet de Commissie worden gemachtigd om de vangstmogelijkheden die de ene lidstaat niet gebruikt, tijdelijk toe te wijzen aan een andere lidstaat, onverlet de verdeling van de vangstmogelijkheden over of de uitwisseling van vangstmogelijkheden tussen de lidstaten krachtens het betrokken protocol.

(8)

Onder partnerschapsovereenkomsten op visserijgebied worden de overeenkomsten verstaan die zijn bedoeld in de Raadsconclusies van 15 juli 2004 en die op het moment van hun sluiting of voorlopige toepassing als zodanig door de Raad zijn omschreven.

(9)

De bepalingen inzake de controle op het gebruik van de aan communautaire vissersvaartuigen toegewezen vangstmogelijkheden buiten de communautaire wateren en van de aan derde landen toegewezen vangstmogelijkheden binnen de communautaire wateren moeten op elkaar worden afgestemd en moeten het mogelijk maken dat tijdig wordt opgetreden om te voorkomen dat lidstaten of derde landen hun vangstmogelijkheden overschrijden.

(10)

Met het oog op de consequente en doeltreffende vervolging van inbreuken moet de mogelijkheid worden geboden om ten volle gebruik te maken van de inspectie- en toezichtrapporten die worden opgesteld door de inspecteurs van de Commissie, de inspecteurs van de Gemeenschap, de inspecteurs van de lidstaten en de inspecteurs van derde landen.

(11)

Alle gegevens over de krachtens visserijovereenkomsten verrichte visserijactiviteiten van de communautaire vissersvaartuigen die buiten de communautaire wateren vissen, zouden actueel moeten zijn en, voor zover dienstig, toegankelijk moeten zijn voor de betrokken lidstaten en derde landen. Hiertoe moet een communautair informatiesysteem voor vismachtigingen worden opgezet.

(12)

De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (2). Deze bepalingen kunnen ook voorzien in vrijstellingen ten aanzien van de in deze verordening vastgestelde verplichtingen als die verplichtingen een last zouden vormen die onevenredig zwaar is in vergelijking met het economische belang van de activiteit; de efficiëntie gebiedt dat die vrijstellingen worden vastgesteld volgens de beheersprocedure van artikel 4 van Besluit 1999/468/EG.

(13)

Verordening (EG) nr. 3317/94 en de bepalingen inzake de toegang van vissersvaartuigen van derde landen tot de communautaire wateren die zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1627/94 van de Raad van 27 juni 1994 tot vaststelling van algemene bepalingen inzake speciale visdocumenten (3) en Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (4), moeten worden ingetrokken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Toepassingsgebied en doelstellingen

Deze verordening bevat bepalingen met betrekking tot:

a)

de machtiging van communautaire vissersvaartuigen om:

i)

in de wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van een derde land vallen, visserijactiviteiten te verrichten in het kader van een visserijovereenkomst tussen de Gemeenschap en dat land, of

ii)

visserijactiviteiten te verrichten waarvoor instandhoudings- en beheersmaatregelen zijn getroffen in het kader van een regionale organisatie voor visserijbeheer of soortgelijke regeling waarbij de Gemeenschap verdrag- of overeenkomstsluitende partij of samenwerkende niet-verdrag- of overeenkomstsluitende partij is (hierna „ROVB” genoemd), of

iii)

buiten de communautaire wateren visserijactiviteiten te verrichten waarvoor geen visserijovereenkomst of een ROVB is gesloten;

b)

de machtiging van vissersvaartuigen van derde landen om in de communautaire wateren visserijactiviteiten te verrichten;

en de verplichting tot rapportering over de activiteiten waarvoor machtiging is gegeven.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)

„overeenkomst”: een visserijovereenkomst die is gesloten of waarvoor een voorlopige toepassing is aangenomen overeenkomstig artikel 300 van het Verdrag;

b)

„regionale organisatie voor visserijbeheer”: een subregionale of regionale organisatie of soortgelijke regeling met een krachtens internationaal recht erkende bevoegdheid om instandhoudings- en beheersmaatregelen vast te stellen voor levende mariene rijkdommen waarvoor zij op grond van het verdrag of de overeenkomst waarbij zij is opgericht of ingesteld, verantwoordelijkheid draagt;

c)

„visserijactiviteiten”: het vangen, aan boord houden, verwerken of overladen van vis;

d)

„communautair vissersvaartuig”: een communautair vissersvaartuig in de zin van artikel 3, onder d), van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (5);

e)

„communautair vlootregister”: het communautaire gegevensbestand over de vissersvloot als bedoeld in artikel 15, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2371/2002;

f)

„vangstmogelijkheid”: de vangstmogelijkheid in de zin van artikel 3, onder q), van Verordening (EG) nr. 2371/2002;

g)

„machtigende instantie”: instantie die bevoegd is om communautaire vissersvaartuigen te machtigen tot het verrichten van visserijactiviteiten in het kader van een overeenkomst, of vissersvaartuigen uit derde landen die in de communautaire wateren vissen;

h)

„vismachtiging”: recht om visserijactiviteiten te verrichten gedurende een bepaalde periode, in een bepaald gebied of voor een bepaalde soort van visserij;

i)

„visserijinspanning”: de visserijinspanning in de zin van artikel 3, onder h), van Verordening (EG) nr. 2371/2002;

j)

„elektronische transmissie”: het elektronisch versturen van gegevens, waarbij inhoud, formaat en protocol door de Commissie zijn vastgesteld of door de overeenkomstsluitende partijen zijn overeengekomen;

k)

„type visserij”: een onderverdeling van de vloot op basis van criteria zoals met name de soort van vaartuigen, de soort van visserijactiviteiten en het gebruikte vistuig;

l)

„ernstige inbreuk”: een ernstige inbreuk als omschreven in Verordening (EG) nr. 1447/1999 van de Raad van 24 juni 1999 tot vaststelling van een lijst van gedragingen die een ernstige inbreuk vormen op de voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid (6) of een ernstige inbreuk op of ernstige schending van de betrokken overeenkomst;

m)

„IUU-lijst”: lijst van vissersvaartuigen waarvan in het kader van een ROVB of krachtens Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (7) door de Commissie is vastgesteld dat zij betrokken waren bij illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij;

n)

„communautair informatiesysteem voor vismachtigingen”: het informatiesysteem dat door de Commissie wordt opgezet overeenkomstig artikel 12;

o)

„vissersvaartuigen van een derde land”:

vaartuigen, ongeacht van welke afmeting, waarvan de hoofd- of nevenactiviteit bestaat in de vangst van visserijproducten;

vaartuigen die, ook indien zij de visserijactiviteit niet zelf beoefenen, visserijproducten van andere vaartuigen overladen;

vaartuigen aan boord waarvan visserijproducten vóór het verpakken één of meer van de volgende bewerkingen ondergaan: fileren, versnijden tot moten, onthuiden, fijnmaken, bevriezen en/of verwerken;

en die de vlag voeren van en/of geregistreerd zijn in een derde land.

HOOFDSTUK II

VISSERIJACTIVITEITEN VAN COMMUNAUTAIRE VISSERSVAARTUIGEN BUITEN DE COMMUNAUTAIRE WATEREN

DEEL I

Algemene bepalingen

Artikel 3

Algemene bepaling

Alleen communautaire vissersvaartuigen waarvoor overeenkomstig deze verordening een vismachtiging is afgegeven, hebben het recht visserijactiviteiten te verrichten buiten de communautaire wateren.

DEEL II

Machtigingen voor visserijactiviteiten in het kader van overeenkomsten

Artikel 4

Indiening van verzoeken

1.   Uiterlijk vijf werkdagen vóór de in de betrokken overeenkomst vastgestelde uiterste datum voor het doorsturen van de aanvragen, of, als er geen uiterste datum in de overeenkomst is vastgesteld, overeenkomstig de in de overeenkomst vervatte regeling en onverminderd specifieke bepalingen in de communautaire wetgeving, dienen de lidstaten via elektronische transmissie bij de Commissie vismachtigingsaanvragen voor de betrokken vissersvaartuigen in.

2.   De in lid 1 bedoelde aanvragen bevatten het identificatienummer in het communautaire vlootregister en de internationale radioroepnaam van het vaartuig, alsmede alle andere gegevens die vereist zijn krachtens de betrokken overeenkomst of die volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure worden voorgeschreven.

Artikel 5

Machtigingscriteria

1.   De lidstaten dienen bij de Commissie alleen aanvragen in om vismachtigingen voor onder hun vlag varende vissersvaartuigen:

a)

voor vissersvaartuigen die reeds visserijactiviteiten uitvoeren en die in de voorgaande twaalf maanden gedurende welke zij, krachtens de betrokken overeenkomst of, in het geval van een nieuwe overeenkomst, krachtens de aan die overeenkomst voorafgaande overeenkomst, visserijactiviteiten uitvoerden, in voorkomend geval aan de voorwaarden voldeden die in die overeenkomst voor die periode waren vastgesteld,

b)

die conform het nationale recht van de lidstaat gedurende de twaalf maanden voorafgaand aan de vismachtigingsaanvraag op grond van een ernstige inbreuk aan een sanctieprocedure onderworpen waren of als verdachte van een ernstige inbreuk werden beschouwd en/of wanneer het vaartuig een nieuwe eigenaar heeft die kan garanderen dat aan de voorwaarden zal worden voldaan,

c)

die niet op de IOO-lijst staan, en

d)

waarvoor de gegevens in het communautaire vlootregister en het communautaire informatiesysteem voor vismachtigingen volledig en juist zijn, en

e)

die een visvergunning hebben als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1281/2005 van de Commissie van 3 augustus 2005 betreffende het beheer van de visvergunningen en de minimuminformatie welke deze moeten bevatten (8), en

f)

waarvoor de krachtens de betrokken overeenkomst vereiste gegevens beschikbaar en toegankelijk zijn voor de machtigende instantie, en

g)

waarvoor de vismachtigingsverzoeken in overeenstemming zijn met de betrokken overeenkomst en met deze verordening.

2.   Elke lidstaat ziet erop toe dat de aanvragen voor vismachtigingen waarvoor hij om doorsturing verzoekt, in verhouding staan tot de vangstmogelijkheden waarover die lidstaat in het kader van de betrokken overeenkomst beschikt.

Artikel 6

Het doorsturen van aanvragen

1.   Binnen vijf werkdagen nadat de Commissie het verzoek van de lidstaat heeft ontvangen, stuurt zij de aanvragen overeenkomstig dit artikel door naar de betrokken machtigende instantie.

2.   De Commissie onderzoekt de verzoeken voor het doorsturen van de aanvragen en houdt daarbij rekening met:

a)

de vangstmogelijkheden die de Raad aan elke lidstaat heeft toegewezen op grond van artikel 20 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 of artikel 37 van het Verdrag, en

b)

de in de betrokken overeenkomst en in de onderhavige verordening vastgestelde voorwaarden.

3.   De Commissie gaat na:

a)

of aan de voorwaarden van artikel 5 wordt voldaan, en

b)

of de aanvragen voor vismachtigingen waarvoor de betrokken lidstaten om doorsturing hebben verzocht, stroken met de krachtens de betrokken overeenkomst beschikbare vangstmogelijkheden, rekening houdend met de aanvragen van alle lidstaten.

Artikel 7

Niet-doorsturing van aanvragen

1.   De Commissie stuurt aanvragen niet aan de machtigende instantie door als:

a)

de door de lidstaat verstrekte in artikel 4, lid 2, bedoelde gegevens over het betrokken vaartuig onvolledig zijn;

b)

de vangstmogelijkheden voor de betrokken lidstaat, de technische specificaties in overweging nemende, niet volstaan voor de aanvragen die de lidstaat indient;

c)

niet wordt voldaan aan de voorwaarden van de betrokken overeenkomst en van deze verordening.

2.   Als de Commissie één of meer aanvragen niet doorstuurt, stelt zij de betrokken lidstaat daarvan onverwijld in kennis, met opgave van redenen.

Indien de lidstaat het oneens is met de redenen van de Commissie, stuurt hij binnen vijf werkdagen de Commissie gegevens of documenten toe ter staving van zijn bezwaren. De Commissie herbekijkt de aanvraag aan de hand van die informatie.

Artikel 8

Gegevensverstrekking

1.   De Commissie stelt de vlaggenlidstaat er onverwijld via elektronische transmissie van in kennis dat de machtigende instantie een vismachtiging heeft verleend dan wel heeft besloten een bepaald vissersvaartuig geen vismachtiging te verlenen.

Als dit in of op grond van de betrokken overeenkomst vereist is, worden de begeleidende en originele documenten op papier en/of langs elektronische weg toegestuurd.

2.   De vlaggenlidstaten delen de eigenaars van de betrokken vissersvaartuigen de overeenkomstig lid 1 ontvangen informatie onmiddellijk mee.

3.   Als een machtigende instantie de Commissie meedeelt dat zij heeft besloten een vismachtiging die in het kader van een overeenkomst voor een communautair vissersvaartuig is afgegeven, te schorsen of in te trekken, stelt de Commissie de vlaglidstaat van dat vaartuig onmiddellijk via elektronische transmissie daarvan in kennis. De vlaggenlidstaat stuurt de informatie onmiddellijk door naar de eigenaar van dat vaartuig.

4.   De Commissie verricht in overleg met de vlaggenlidstaat en de betrokken machtigende instantie controles om na te gaan of de beslissing om de machtiging te schorsen of in te trekken in overeenstemming is met de betrokken overeenkomst, en informeert beiden over de resultaten daarvan.

Artikel 9

Continuïteit van visserijactiviteiten

1.   Indien

het protocol bij een bilaterale visserijovereenkomst met een derde land dat de vangstmogelijkheden verdeelt waarin die overeenkomst voorziet, is verstreken, en

door de Commissie een nieuw protocol is geparafeerd maar nog geen besluit is genomen over de sluiting of voorlopige toepassing ervan,

kan de Commissie, gedurende een periode van zes maanden na het verstrijken van het oude protocol en onverminderd de bevoegdheid van de Raad om te beslissen over de sluiting of de voorlopige toepassing van het nieuwe protocol, aanvragen voor vismachtigingen naar het betrokken derde land doorzenden overeenkomstig deze verordening.

2.   Communautaire vaartuigen die in het kader van een visserijovereenkomst gemachtigd zijn te vissen, mogen, na het verstrijken van de geldigheid van de vismachtigingen, gedurende maximaal zes maanden na de datum van verstrijken, krachtens die overeenkomst blijven vissen in overeenstemming met de voorschriften van de overeenkomst, mits het wetenschappelijke advies zulks toestaat.

3.   In dat verband past de Commissie de verdeelsleutel voor de vangstmogelijkheden van het vorige protocol voor lid 1 en van het bestaande protocol voor lid 2 toe.

Artikel 10

Onderbenutting van de vangstmogelijkheden in de context van partnerschapsovereenkomsten op visserijgebied

1.   Als, in de context van een partnerschapsovereenkomst op visserijgebied, op basis van het in artikel 4 van deze verordening bedoelde verzoek voor het doorsturen van de aanvragen blijkt dat de vismachtigingen of de vangstmogelijkheden die krachtens een overeenkomst aan de Gemeenschap zijn toegewezen, niet volledig worden benut, stelt de Commissie de betrokken lidstaten daarvan in kennis en verzoekt zij hen te bevestigen dat zij niet volledig gebruikmaken van die vangstmogelijkheden. Indien niet wordt geantwoord binnen de termijnen waartoe bij de sluiting van de partnerschapsovereenkomst op visserijgebied wordt besloten, wordt dit beschouwd als een bevestiging dat de vaartuigen van de betrokken lidstaat hun vangstmogelijkheden in de gegeven periode niet volledig benutten.

2.   Na bevestiging door de betrokken lidstaat maakt de Commissie een raming van de niet benutte vangstmogelijkheden en stelt zij die raming ter beschikking van de lidstaten.

3.   De lidstaten die van de in lid 2 bedoelde niet benutte vangstmogelijkheden wensen gebruik te maken, doen bij de Commissie een lijst toekomen van alle vaartuigen waarvoor zij van plan zijn een vismachtigingsaanvraag in te dienen, alsmede, overeenkomstig artikel 4, het verzoek voor het doorsturen van de aanvragen voor elk van die vaartuigen.

4.   De Commissie beslist, in nauw overleg met de betrokken lidstaten, over de nieuwe toewijzing.

Als een lidstaat bezwaar maakt tegen deze nieuwe toewijzing, neemt de Commissie volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure een besluit, waarbij zij rekening houdt met de in bijlage I vastgestelde criteria, en stelt zij de betrokken lidstaten daarvan in kennis.

5.   Het doorsturen van de aanvragen overeenkomstig dit artikel laat de verdeling van de vangstmogelijkheden over of de uitwisseling van vangstmogelijkheden tussen de lidstaten, overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG) nr. 2371/2002, onverlet.

6.   Zolang de in lid 1 bedoelde termijnen niet zijn vastgesteld, mag de Commissie niet worden belet om het in de leden 1 tot en met 4 beschreven mechanisme toe te passen.

DEEL III

Visserijactiviteiten die niet onder een overeenkomst vallen

Artikel 11

Algemene bepalingen

1.   Een exploitant van een communautair vissersvaartuig die van plan is visserijactiviteiten in volle zee uit te voeren in wateren die niet onder een overeenkomst of een ROVB vallen, brengt de autoriteiten van de vlaggenlidstaat van die visserijactiviteiten op de hoogte.

Onverminderd communautaire wetgeving betreffende visserijactiviteiten in volle zee, zijn communautaire vissersvaartuigen enkel gerechtigd visserijactiviteiten in volle zee uit te voeren in wateren die niet onder een overeenkomst of een ROVB vallen indien hun vlaggenlidstaat hen daartoe overeenkomstig de nationale voorschriften heeft gemachtigd.

De lidstaten stellen de Commissie tien dagen vóór het begin van de in de eerste alinea bedoelde visserijactiviteiten in kennis van de vaartuigen die overeenkomstig genoemde alinea zijn gemachtigd om te vissen, en vermelden daarbij de vissoorten, het vistuig, de periode en het gebied waarvoor de machtiging geldt.

2.   Iedere lidstaat streeft ernaar inlichtingen in te winnen over het bestaan van regelingen tussen zijn onderdanen en een derde land in het kader waarvan vissersvaartuigen die zijn vlag voeren, visserijactiviteiten mogen uitvoeren in de wateren onder de jurisdictie of de soevereiniteit van een derde land, en doet de Commissie via elektronische transmissie een lijst van de betrokken vaartuigen toekomen.

3.   Dit deel is alleen van toepassing op vaartuigen met een totale lengte van meer dan 24 m.

DEEL IV

Rapporteringsverplichtingen en sluiting van visserijactiviteiten

Artikel 12

Communautair informatiesysteem voor vismachtigingen

1.   De Commissie zet een communautair informatiesysteem voor vismachtigingen op dat gegevens bevat over de machtigingen die krachtens deze verordening worden afgegeven. Zij creëert daarvoor een beveiligde website.

2.   De lidstaten zien erop toe dat de in het kader van een overeenkomst of een ROVB vereiste gegevens met betrekking tot vismachtigingen in het communautaire informatiesysteem voor vismachtigingen worden opgenomen. Zij zien erop toe dat deze gegevens voortdurend worden bijgewerkt.

Artikel 13

Rapportering van vangst- en visserijinspanningsgegevens

1.   Communautaire vissersvaartuigen waarvoor krachtens deel II of deel III een vismachtiging is afgegeven, sturen elke week hun bevoegde nationale instantie de gegevens toe over hun vangsten en, indien voorgeschreven, hun visserijinspanning. Deze gegevens zijn toegankelijk voor de Commissie, als zij daarom vraagt.

Niettegenstaande de eerste alinea, sturen de communautaire vissersvaartuigen met een totale lengte van meer dan 24 m met ingang van 1 januari 2010 elke dag de gegevens over hun vangsten en, indien voorgeschreven, over hun visserijinspanning naar hun bevoegde nationale instantie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1566/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1966/2006 van de Raad betreffende de elektronische registratie en melding van visserijactiviteiten en een systeem voor teledetectie (9). Met ingang van 1 januari 2011 geldt hetzelfde voor communautaire vissersvaartuigen met een totale lengte van meer dan 15 m.

2.   De lidstaten verzamelen de in lid 1 van dit artikel bedoelde gegevens en delen de Commissie, of een daartoe door de Commissie aangewezen instantie, voor de 15e van elke kalendermaand via elektronische transmissie de gevangen hoeveelheden mee voor elk bestand, elke groep bestanden of elk type visserij, en als dit krachtens de betrokken overeenkomst of een verordening ter uitvoering van die overeenkomst vereist is, delen zij ook mee hoe groot de visserijinspanning was die de onder hun vlag varende vaartuigen hebben geleverd in de voorafgaande maand in de wateren die onder een overeenkomst vallen, of in de voorafgaande zes maanden bij visserijactiviteiten buiten de communautaire wateren die niet onder een overeenkomst vallen.

3.   De Commissie beslist volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure in welke vorm de in lid 1 van dit artikel bedoelde gegevens doorgestuurd moeten worden.

Artikel 14

Controle op de vangsten en op de visserijinspanning

Onverminderd de bepalingen van hoofdstuk V van Verordening (EG) nr. 2371/2002 zien de lidstaten erop toe dat wordt voldaan aan de in de betrokken overeenkomst vastgestelde verplichtingen met betrekking tot de rapportering van vangstgegevens en, indien voorgeschreven, visserijinspanningsgegevens.

Artikel 15

Sluiting van de visserij

1.   Onverminderd artikel 26, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 en artikel 21, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 2847/93 verbiedt een lidstaat, wanneer hij van mening is dat zijn beschikbare vangstmogelijkheden worden geacht te zijn opgebruikt, onmiddellijk de visserijactiviteiten voor het betrokken gebied, vistuig of bestand of de betrokken groep bestanden. Deze bepaling geldt onverminderd specifieke bepalingen van de betrokken overeenkomst.

2.   Als de beschikbare vangstmogelijkheden van een lidstaat zowel in vangstbeperkingen als in visserijinspanningsbeperkingen zijn uitgedrukt, verbiedt de lidstaat de visserijactiviteiten voor het betrokken gebied, vistuig of bestand of de betrokken groep bestanden zodra een van deze vangstmogelijkheden wordt geacht te zijn opgebruikt. Teneinde de visserij te kunnen voortzetten in verband met niet-opgebruikte vangstmogelijkheden die zich ook richt op de opgebruikte vangstmogelijkheden, stellen de lidstaten de Commissie in kennis van technische maatregelen die geen negatief effect hebben op de opgebruikte vangstmogelijkheden. Deze bepaling geldt onverminderd specifieke bepalingen van de betrokken overeenkomst.

3.   De lidstaten stellen de Commissie onverwijld in kennis van elk verbod op visserijactiviteiten waartoe overeenkomstig dit artikel is besloten.

4.   Als de Commissie van oordeel is dat de voor de Gemeenschap of een lidstaat beschikbare vangstmogelijkheden worden geacht te zijn opgebruikt, stelt zij de betrokken lidstaten daarvan in kennis en verzoekt zij hen de visserijactiviteiten te verbieden overeenkomstig de leden 1, 2 en 3.

5.   Zodra de visserijactiviteiten overeenkomstig lid 1 of lid 2 verboden zijn, worden de vismachtigingen voor het visbestand of de groepen visbestanden in kwestie geschorst.

Artikel 16

Schorsing van vismachtigingen

1.   Indien een machtigende instantie in het kader van een visserijovereenkomst de Commissie ervan in kennis stelt dat zij besloten heeft een vismachtiging voor een onder de vlag van een lidstaat varend vissersvaartuig te schorsen of in te trekken, doet de Commissie hiervan onverwijld mededeling aan de vlaggenlidstaat. In voorkomend geval voert de Commissie, volgens de procedures van de betrokken overeenkomst, in overleg met de vlaggenlidstaat en met de machtigende instantie van het betrokken derde land de nodige verificaties uit en legt zij de resultaten aan die vlaggenlidstaat en eventueel aan de machtigende instantie van het derde land voor.

2.   De schorsing door een machtigende instantie van een derde land van een door dat land aan het betrokken communautaire vissersvaartuig verleende vismachtiging heeft tot gevolg dat het visdocument in het kader van de overeenkomst door de vlaggenlidstaat voor de gehele periode van de schorsing van de vismachtiging voor het betrokken vaartuig wordt geschorst.

Bij definitieve intrekking van de vismachtiging door de machtigende instantie van een derde land trekt de vlaggenlidstaat het aan het betrokken vaartuig in het kader van de betrokken overeenkomst verleende visdocument onverwijld in.

3.   De inspectie- en toezichtrapporten die worden opgesteld door de inspecteurs van de Commissie, de inspecteurs van de Gemeenschap, de inspecteurs van de lidstaten of de inspecteurs van een derde land dat partij is bij de betrokken overeenkomst, vormen in alle lidstaten toelaatbaar bewijsmateriaal bij administratieve of gerechtelijke procedures. Voor de vaststelling van feiten worden zij op dezelfde voet behandeld als inspectie- en toezichtrapporten van de lidstaten.

DEEL V

Toegang tot gegevens

Artikel 17

Toegang tot gegevens

1.   Onverminderd de verplichtingen op grond van Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie (10), worden de gegevens die de lidstaten overeenkomstig dit hoofdstuk aan de Commissie of aan een door de Commissie aangewezen instantie overleggen, op de beveiligde website die aan het communautaire informatiesysteem voor vismachtigingen gekoppeld is, ter beschikking gesteld aan alle betrokken gebruikers die geautoriseerd zijn door:

a)

de lidstaten;

b)

de Commissie, of een door de Commissie aangewezen instantie, voor wat betreft controle en inspectie.

Voor deze gebruikers zijn alleen die gegevens toegankelijk die zij nodig hebben in het kader van de verlening van de vismachtigingen en/of hun inspectieactiviteiten, en waarvoor de regels gelden inzake de geheimhouding;

2.   De eigenaar van een vaartuig dat in het communautaire informatiesysteem voor vismachtigingen is geregistreerd, of zijn vertegenwoordiger, kan een elektronische kopie krijgen van de in het register opgenomen gegevens als hij daartoe via zijn nationale bestuursdiensten een officieel verzoek bij de Commissie indient.

HOOFDSTUK III

VISSERIJACTIVITEITEN VAN VAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN IN DE COMMUNAUTAIRE WATEREN

Artikel 18

Algemene bepalingen

1.   Vissersvaartuigen van derde landen mogen:

a)

visserijactiviteiten in de communautaire wateren verrichten op voorwaarde dat overeenkomstig dit hoofdstuk een vismachtiging voor die vaartuigen is afgegeven;

b)

vis aanlanden, overladen in havens of verwerken op voorwaarde dat zij daarvoor van tevoren een machtiging hebben gekregen van de lidstaat in de wateren waarvan de activiteit zal plaatsvinden.

2.   Vissersvaartuigen van derde landen die krachtens een overeenkomst per 31 december van een bepaald kalenderjaar zijn gemachtigd om visserijactiviteiten te verrichten, mogen die activiteiten krachtens die overeenkomst voortzetten vanaf 1 januari van het daaropvolgende jaar totdat de Commissie overeenkomstig artikel 20 een besluit heeft genomen inzake de afgifte van een vismachtiging voor die vaartuigen voor dat laatstbedoelde jaar.

Artikel 19

Toesturing van de aanvragen van derde landen

1.   Het betrokken derde land dient, op de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst waarbij aan dat land vangstmogelijkheden in de communautaire wateren zijn toegekend, via elektronische transmissie bij de Commissie een lijst in van de vaartuigen die zijn vlag voeren en/of daar zijn geregistreerd en voornemens zijn van die vangstmogelijkheden gebruik te maken.

2.   Binnen de in de betrokken overeenkomst of door de Commissie vastgestelde termijn dienen de bevoegde instanties van het derde land via elektronische transmissie bij de Commissie de aanvragen in voor vismachtigingen voor de vissersvaartuigen die de vlag van dat land voeren, en delen daarbij de internationale radioroepnaam van de vaartuigen en alle andere gegevens mee die vereist zijn krachtens de betrokken overeenkomst of die volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure worden voorgeschreven.

Artikel 20

Afgifte van vismachtigingen

1.   De Commissie onderzoekt de aanvragen voor vismachtigingen, rekening houdend met de aan het derde land toegekende vangstmogelijkheden en geeft de vismachtigingen af overeenkomstig de door de Raad vastgestelde maatregelen en met inachtneming van de in de betrokken overeenkomst vastgestelde bepalingen.

2.   De Commissie stelt de bevoegde instanties van het derde land en de lidstaten in kennis van de afgegeven vismachtigingen.

Artikel 21

Machtigingscriteria

De Commissie geeft slechts vismachtigingen af voor vissersvaartuigen van derde landen als:

a)

die vaartuigen voor een vismachtiging krachtens de betrokken overeenkomst in aanmerking komen en, in voorkomend geval, zijn opgenomen in de lijst van vaartuigen waarvoor gemeld is dat zij visserijactiviteiten zullen uitvoeren krachtens die overeenkomst;

b)

die vaartuigen in de voorgaande twaalf maanden gedurende welke zij, krachtens de betrokken overeenkomst of, in het geval van een nieuwe overeenkomst, krachtens de aan die overeenkomst voorafgaande overeenkomst, visserijactiviteiten uitvoerden, in voorkomend geval aan de voorwaarden voldeden die in de overeenkomst voor die periode waren vastgesteld;

c)

die vaartuigen conform het nationale recht van de lidstaat gedurende de twaalf maanden voorafgaand aan de vismachtigingsaanvraag, op grond van een ernstige inbreuk aan een sanctieprocedure onderworpen waren of als verdachte van een ernstige inbreuk werden beschouwd en/of wanneer het vaartuig een nieuwe eigenaar heeft die kan garanderen dat aan de voorwaarden zal worden voldaan, en

d)

die niet op de IUU-lijst staan, en

e)

voor die vaartuigen de op grond van de betrokken overeenkomst vereiste gegevens beschikbaar zijn, en

f)

de aanvragen voor die vaartuigen voldoen aan de betrokken overeenkomst en dit hoofdstuk.

Artikel 22

Algemene verplichtingen

Vissersvaartuigen van derde landen waarvoor overeenkomstig dit hoofdstuk een vismachtiging is afgegeven, moeten voldoen aan de bepalingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid inzake instandhoudings- en controlemaatregelen en aan de bepalingen inzake de visserij door communautaire vissersvaartuigen in de visserijzone waar zij hun activiteiten verrichten, alsmede aan de bepalingen van de betrokken overeenkomst.

Artikel 23

Rapportering van en controle op de vangsten en de visserijinspanning

1.   De vissersvaartuigen van derde landen die visserijactiviteiten verrichten in de communautaire wateren sturen hun nationale autoriteiten en de Commissie, of een door de Commissie aangewezen instantie, elke week de gegevens toe die:

a)

vereist zijn op grond van de betrokken overeenkomst;

b)

door de Commissie worden vastgesteld volgens de in de betrokken overeenkomst vastgestelde procedure, of

c)

worden vastgesteld volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure.

Niettegenstaande de eerste alinea sturen vissersvaartuigen uit derde landen met een totale lengte van meer dan 24 m deze gegevens met ingang van 1 januari 2010 elke dag elektronisch. Met ingang van 1 januari 2011 geldt hetzelfde voor vissersvaartuigen uit derde landen met een totale lengte van meer dan 15 m.

2.   Voor zover dit op grond van de betrokken overeenkomst vereist is, verzamelen de derde landen de vangstgegevens die hun vaartuigen overeenkomstig lid 1 hebben doorgestuurd, en vóór de 15de van elke kalendermaand sturen zij via elektronische transmissie de Commissie, of een door de Commissie aangewezen instantie, voor elk bestand, elke groep bestanden of elk type visserij, de hoeveelheden door die alle onder hun vlag varende vaartuigen in de voorbije maand in de communautaire wateren hebben gevangen.

3.   De in lid 2 vermelde vangstgegevens zijn voor de lidstaat op diens verzoek toegankelijk en onderworpen aan de regels inzake de geheimhouding bij de verwerking van dergelijke gegevens.

Artikel 24

Sluiting van de visserij

1.   Als de aan het betrokken derde land toegekende vangstmogelijkheden worden geacht te zijn opgebruikt, stelt de Commissie het betrokken derde land en de bevoegde controle-instanties van de lidstaten daarvan onmiddellijk in kennis. Om het voortzetten mogelijk te maken van visserijactiviteiten op niet-opgebruikte vangstmogelijkheden die ook gericht zijn op de opgebruikte vangstmogelijkheden, stellen de derde landen de Commissie technische maatregelen voor die geen negatief effect hebben op de opgebruikte vangstmogelijkheden. Deze bepaling geldt onverminderd specifieke bepalingen van de betrokken overeenkomst.

2.   Vanaf de datum van de kennisgeving van de Commissie worden de vismachtigingen die zijn afgegeven voor de vaartuigen die de vlag van dat land voeren, geacht te zijn geschorst voor de betrokken visserijactiviteiten en mogen de vaartuigen die visserijactiviteiten niet langer verrichten.

3.   Als een schorsing van visserijactiviteiten overeenkomstig lid 2 betrekking heeft op alle activiteiten waarvoor de vismachtigingen zijn verleend, worden deze vismachtigingen geacht te zijn ingetrokken.

4.   Het derde land ziet erop toe dat de betrokken vissersvaartuigen onverwijld in kennis worden gesteld van de toepassing van dit artikel en dat zij alle betrokken visserijactiviteiten stopzetten.

5.   Zodra de visserijactiviteiten overeenkomstig lid 1 of lid 2 zijn verboden, worden de vismachtigingen voor elk betrokken bestand of elke betrokken groep bestanden geschorst.

Artikel 25

Niet-naleving

1.   Onverminderd gerechtelijke procedures uit hoofde van het nationaal recht, stellen de lidstaten de Commissie onverwijld in kennis van elke inbreuk die met betrekking tot een vissersvaartuig van een derde land wordt vastgesteld en verband houdt met visserijactiviteiten die krachtens de betrokken overeenkomst in de communautaire wateren worden verricht.

2.   Voor vissersvaartuigen van derde landen die de in de betrokken overeenkomst vastgestelde verplichtingen niet zijn nagekomen, worden gedurende een periode van ten hoogste twaalf maanden geen visvergunningen of speciale visdocumenten afgegeven.

De Commissie stelt de autoriteiten van het betrokken derde land in kennis van de naam en de kenmerken van de vissersvaartuigen van derde landen die naar aanleiding van een inbreuk op de voorschriften van de betrokken overeenkomst de volgende maand of maanden niet meer in het visserijgebied van de Gemeenschap mogen vissen.

3.   De Commissie stelt de controle-instanties van de lidstaten in kennis van de maatregelen die zij op grond van lid 2 heeft genomen.

HOOFDSTUK IV

UITVOERINGSMAATREGELEN

Artikel 26

Uitvoeringsbepalingen

De bepalingen voor de uitvoering van deze verordening kunnen worden vastgesteld volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure. Deze bepalingen kunnen ook voorzien in vrijstellingen ten aanzien van de in deze verordening vastgestelde verplichtingen als die verplichtingen een last zouden vormen die onevenredig zwaar is in vergelijking met het economische belang van de activiteit.

Artikel 27

Comitéprocedure

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het in artikel 30 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 bedoelde Comité voor de visserij en de aquacultuur.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op twintig werkdagen.

HOOFDSTUK V

GEMEENSCHAPPELIJKE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 28

Internationale verplichtingen

Deze verordening laat de in de betrokken overeenkomsten vastgestelde bepalingen en de bepalingen die de Gemeenschap voor de uitvoering daarvan heeft vastgesteld, onverlet.

Artikel 29

Wijzigingen en intrekkingen

1.   In Verordening (EEG) nr. 2847/93 worden de artikelen 18, 28 ter, 28 quater en 28 quinquies geschrapt.

2.   In Verordening (EG) nr. 1627/94 worden artikel 3, lid 2, artikel 4, lid 2, artikel 9 en artikel 10 geschrapt.

3.   Verordening (EG) nr. 3317/94 wordt ingetrokken.

4.   Verwijzingen naar de geschrapte bepalingen gelden als verwijzingen naar de bepalingen van de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.

Artikel 30

Inwerkingtreding

1.   Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.   Artikel 18 van Verordening (EEG) nr. 2847/93 blijft van toepassing totdat de verordening tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen bedoeld in artikel 13 van de onderhavige verordening in werking is getreden.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 29 september 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

M. BARNIER


(1)  PB L 350 van 31.12.1994, blz. 13

(2)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(3)  PB L 171 van 6.7.1994, blz. 7.

(4)  PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1.

(5)  PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.

(6)  PB L 167 van 2.7.1999, blz. 5.

(7)  Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.

(8)  PB L 203 van 4.8.2005, blz. 3.

(9)  PB L 340 van 22.12.2007, blz. 46.

(10)  PB L 41 van 14.2.2003, blz. 26.


BIJLAGE I

Criteria voor de in artikel 10 bedoelde nieuwe toewijzing

Voor de nieuwe toewijzing van de vangstmogelijkheden houdt de Commissie met name rekening met:

de datum van elk van de ontvangen verzoeken;

de voor de nieuwe toewijzing beschikbare vangstmogelijkheden;

het aantal ontvangen verzoeken;

het aantal verzoekende lidstaten;

als de vangstmogelijkheden volledig of gedeeltelijk gebaseerd zijn op de visserijinspanning of de vangsten: de verwachte visserijinspanning of verwachte vangsten van elk van de betrokken vaartuigen.


BIJLAGE II

Verordening (EG) nr. 1627/94

Overeenkomstige bepaling in deze verordening

Artikel 3, lid 2

Hoofdstuk III

Artikel 4, lid 2

Hoofdstuk III

Artikel 9

Artikelen 19-21

Artikel 10

Artikel 25

Verordening (EEG) nr. 2847/93

Overeenkomstige bepaling in deze verordening

Artikel 18

Artikel 13

Artikel 28 ter

Artikel 18

Artikel 28 quater

Artikel 22

Artikel 28 quinquies

Artikel 24


II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

Raad

29.10.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 286/45


BESLUIT VAN DE RAAD

van 8 juli 2008

betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van een Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie

(2008/800/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 310 in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, tweede zin,

Gelet op de aan het Toetredingsakte van Bulgarije en Roemenië, en met name op artikel 6, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 23 oktober 2006 heeft de Raad de Commissie gemachtigd namens de Gemeenschap en haar lidstaten onderhandelingen te openen met de Republiek Kroatië met het oog op de sluiting van een Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie.

(2)

Deze onderhandelingen zijn met succes afgerond, en onder voorbehoud van de sluiting ervan op een later tijdstip, dient het protocol namens de Gemeenschap te worden ondertekend.

(3)

Het protocol is voorlopig van toepassing met ingang van 1 augustus 2007,

BESLUIT:

Artikel 1

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon of de personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn namens de Europese Gemeenschap over te gaan tot ondertekening van het Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, zulks onder voorbehoud van sluiting ervan op een later tijdstip.

Artikel 2

In afwachting van zijn inwerkingtreding is het protocol met ingang van 1 augustus 2007 voorlopig van toepassing.

De tekst van het protocol is aan dit besluit gehecht.

Gedaan te Brussel, 8 juli 2008.

Voor de Raad

De voorzitster

C. LAGARDE


PROTOCOL

bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie

HET KONINKRIJK BELGIË,

DE REPUBLIEK BULGARIJE,

DE TSJECHISCHE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK DENEMARKEN,

DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,

DE REPUBLIEK ESTLAND,

IERLAND,

DE HELLEENSE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK SPANJE,

DE FRANSE REPUBLIEK,

DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK CYPRUS,

DE REPUBLIEK LETLAND,

DE REPUBLIEK LITOUWEN,

HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,

DE REPUBLIEK HONGARIJE,

MALTA,

HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,

DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,

DE REPUBLIEK POLEN,

DE PORTUGESE REPUBLIEK,

ROEMENIË,

DE REPUBLIEK SLOVENIË,

DE SLOWAAKSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK FINLAND,

HET KONINKRIJK ZWEDEN,

HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,

hierna „de lidstaten” genoemd, vertegenwoordigd door de Raad van de Europese Unie, en

DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE,

hierna „de Gemeenschappen” genoemd, vertegenwoordigd door de Raad van de Europese Unie en de Commissie,

enerzijds, en

DE REPUBLIEK KROATIË,

anderzijds,

GELET OP de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië (hierna „de nieuwe lidstaten” genoemd) tot de Europese Unie en daarmee tot de Gemeenschap op 1 januari 2007,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds, (hierna „de SAO” genoemd), is op 29 oktober 2001 te Luxemburg ondertekend en op 1 februari 2005 in werking getreden.

(2)

Het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie (hierna „het Toetredingsverdrag” genoemd) is op 25 april 2005 te Luxemburg ondertekend.

(3)

De Republiek Bulgarije en Roemenië zijn op 1 januari 2007 tot de Europese Unie toegetreden.

(4)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de aan het Toetredingsverdrag gehechte Toetredingsakte wordt de toetreding van de nieuwe lidstaten tot de SAO geregeld door sluiting van een protocol bij de SAO.

(5)

Overeenkomstig artikel 36, lid 3, van de SAO heeft overleg plaatsgevonden om ervoor te zorgen dat rekening wordt gehouden met de in deze overeenkomst vastgestelde wederzijdse belangen van de Gemeenschap en Kroatië,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT DE VOLGENDE BEPALINGEN:

AFDELING I

OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN

Artikel 1

De Republiek Bulgarije en Roemenië worden partij bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds, die op 29 oktober 2001 te Luxemburg is ondertekend, en dienen, op dezelfde wijze als de andere lidstaten, de tekst van de overeenkomst en die van de gemeenschappelijke verklaringen, en de unilaterale verklaringen die aan de op diezelfde datum ondertekende slotakte zijn gehecht goed te keuren dan wel er nota van te nemen.

AANPASSINGEN VAN DE TEKST VAN DE SAO EN DE BIJLAGEN EN PROTOCOLLEN DAARBIJ

AFDELING II

LANDBOUWPRODUCTEN

Artikel 2

Landbouwproducten in strikte zin

1.   Bijlage IV a) en bijlage IV c) bij de SAO worden vervangen door de tekst van bijlage I bij dit protocol.

2.   Bijlage IV b) en bijlage IV d) bij de SAO worden vervangen door de tekst van bijlage II bij dit protocol.

3.   Bijlage IV e) bij de SAO wordt vervangen door de tekst van bijlage III bij dit protocol.

4.   Bijlage IV f) bij de SAO wordt vervangen door de tekst van bijlage IV bij dit protocol.

5.   Bijlage IV g) bij de SAO wordt vervangen door de tekst van bijlage V bij dit protocol.

Artikel 3

Visserijproducten

1.   Bijlage V a) bij de SAO wordt vervangen door de tekst van bijlage VI bij dit protocol.

2.   Bijlage V b) bij de SAO wordt vervangen door de tekst van bijlage VII bij dit protocol.

Artikel 4

Verwerkte landbouwproducten

Bijlage I en bijlage II bij protocol nr. 3 van de SAO worden vervangen door de tekst van bijlage VIII bij dit protocol.

Artikel 5

Wijnovereenkomst

Bijlage I (Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kroatië betreffende wederzijdse preferentiële handelsconcessies voor bepaalde wijnen, als bedoeld in artikel 27, lid 4, van de SAO) bij het Aanvullend Protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de SAO, om rekening te houden met de uitkomst van de onderhandelingen tussen de partijen over wederzijdse preferentiële handelsconcessies voor bepaalde wijnen, de wederzijdse erkenning, bescherming en controle van wijnbenamingen en de wederzijdse erkenning, bescherming en controle van benamingen van gedistilleerde dranken en gearomatiseerde dranken, wordt vervangen door de tekst van bijlage IX bij dit protocol.

AFDELING III

OORSPRONGSREGELS

Artikel 6

Protocol nr. 4 bij de SAO wordt vervangen door de tekst van bijlage X bij dit protocol.

OVERGANGSBEPALINGEN

AFDELING IV

Artikel 7

WTO

De Republiek Kroatie verbindt zich ertoe geen claim, verzoek of beroep in te dienen, noch concessies te wijzigen of in te trekken op grond van de artikelen XXIV.6 en XXVIII van de GATT 1994 naar aanleiding van de uitbreiding van de Gemeenschap in 2007.

Artikel 8

Bewijs van oorsprong en administratieve samenwerking

1.   Bewijzen van oorsprong die op de juiste wijze door de Republiek Kroatië of een nieuwe lidstaat worden afgegeven in het kader van preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen die deze landen onderling toepassen, moeten in de betrokken landen worden aanvaard, mits:

a)

de aanvaarding van het bewijs van oorsprong betekent dat een preferentieel tarief wordt gehanteerd overeenkomstig de in de SAO opgenomen preferentiële tariefmaatregelen;

b)

het bewijs van oorsprong en de vervoersdocumenten uiterlijk op de dag vóór de datum van toetreding zijn afgegeven;

c)

het bewijs van oorsprong binnen een periode van vier maanden na de toetreding bij de douaneautoriteiten is ingediend.

Indien goederen vóór de datum van toetreding zijn aangegeven voor invoer in de Republiek Kroatië of een nieuwe lidstaat op grond van op dat moment tussen de Republiek Kroatië en die nieuwe lidstaat geldende preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen, kunnen op grond van die overeenkomsten of regelingen nadien afgegeven bewijzen van oorsprong ook worden aanvaard, mits het bewijs binnen vier maanden na de datum van toetreding aan de douaneautoriteiten wordt overgelegd.

2.   De Republiek Kroatië en de nieuwe lidstaten mogen vergunningen waarmee de status van „toegelaten exporteur” is verleend in het kader van preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen die zij onderling toepassen, blijven gebruiken, mits:

a)

een dergelijke bepaling ook is opgenomen in de door Kroatië vóór de toetredingsdatum met de Gemeenschap gesloten overeenkomst, en

b)

de toegelaten exporteurs de op grond van die overeenkomst geldende oorsprongsregels toepassen.

Deze vergunningen moeten uiterlijk één jaar na de datum van toetreding worden vervangen door nieuwe vergunningen die onder de voorwaarden van de SAO zijn afgegeven.

3.   Verzoeken om controle achteraf van bewijzen van oorsprong die zijn afgegeven op grond van de preferentiële overeenkomsten en autonome regelingen als bedoeld in de leden 1 en 2, moeten gedurende een periode van drie jaar na de afgifte van het betrokken bewijs van oorsprong worden aanvaard door de bevoegde douaneautoriteiten van de Republiek Kroatië en de lidstaten, en kunnen gedurende een periode van drie jaar vanaf de aanvaarding van het bewijs van oorsprong nog worden gedaan door die autoriteiten ter rechtvaardiging van een invoeraangifte.

Artikel 9

Goederen in doorvoer

1.   De bepalingen van de SAO kunnen worden toegepast op goederen die van de Republiek Kroatië naar een van de nieuwe lidstaten of van een van de nieuwe lidstaten naar de Republiek Kroatië worden geëxporteerd, welke goederen voldoen aan de bepalingen van protocol nr. 4 bij de SAO en die op de datum van toetreding ofwel onderweg zijn of in tijdelijke opslag zijn in een douane-entrepot of in een vrije zone in de Republiek Kroatië of in die nieuwe lidstaat.

2.   In dergelijke gevallen mag preferentiële behandeling worden verleend, mits binnen vier maanden na de datum van toetreding bij de douaneautoriteiten van het land van invoer een bewijs van oorsprong wordt ingediend dat achteraf is afgegeven door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer.

Artikel 10

Tariefcontingenten in 2007

Voor het jaar 2007 moeten de hoeveelheden van de nieuwe tariefcontingenten en de toename van de hoeveelheden van de bestaande tariefcontingenten worden berekend naar rata van de basishoeveelheden, rekening houdend met de vóór 1 augustus 2007 verstreken periode.

ALGEMENE BEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN

AFDELING V

Artikel 11

Dit protocol en de bijbehorende bijlagen vormen een integrerend onderdeel van de SAO.

Artikel 12

1.   Dit protocol wordt door de Gemeenschap, door de Raad van de Europese Unie namens de lidstaten, en door de Republiek Kroatië volgens hun eigen procedures goedgekeurd.

2.   De partijen stellen elkaar in kennis van de voltooiing van de in lid 1 bedoelde procedures. De akten van goedkeuring worden nedergelegd bij het Secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie.

Artikel 13

1.   Dit protocol treedt in werking op de eerste dag van de eerste maand volgende op de datum waarop de laatste akte van goedkeuring is nedergelegd.

2.   Indien niet alle akten van goedkeuring van dit protocol vóór 1 augustus 2007 zijn nedergelegd, is dit protocol voorlopig van toepassing met ingang van 1 augustus 2007.

Artikel 14

Dit protocol is opgesteld in tweevoud in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Kroatische taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Artikel 15

De tekst van de SAO, de bijlagen en de protocollen die daarvan een integrerend onderdeel vormen, de slotakte en de daaraan gehechte verklaringen worden opgemaakt in de Bulgaarse en de Roemeense taal. De teksten in deze talen zijn evenzeer authentiek als de oorspronkelijke teksten (1). De Stabilisatie- en associatieraad moet deze teksten goedkeuren.

Съставено в Брюксел на петнадесети юли две хиляди и осма година.

Hecho en Bruselas, el quince de julio de dos mil ocho.

V Bruselu dne patnáctého července dva tisíce osm.

Udfærdiget i Bruxelles den femtende juli to tusind og otte.

Geschehen zu Brüssel am fünfzehnten Juli zweitausendacht.

Kahe tuhande kaheksanda aasta juulikuu viieteistkümnendal päeval Brüsselis.

Έγινε στις Βρυξέλλες, στις δέκα πέντε Ιουλίου δύο χιλιάδες οκτώ.

Done at Brussels on the fifteenth day of July in the year two thousand and eight.

Fait à Bruxelles, le quinze juillet deux mille huit.

Fatto a Bruxelles, addì quindici luglio duemilaotto.

Briselē, divtūkstoš astotā gada piecpadsmitajā jūlijā.

Priimta du tūkstančiai aštuntų metų liepos penkioliktą dieną Briuselyje.

Kelt Brüsszelben, a kétezer-nyolcadik év július tizenötödik napján.

Magħmul fi Brussell, fil-ħmistax-il jum ta' Lulju tas-sena elfejn u tmienja.

Gedaan te Brussel, de vijftiende juli tweeduizend acht.

Sporządzono w Brukseli dnia piętnastego lipca roku dwa tysiące ósmego.

Feito em Bruxelas, em quinze de Julho de dois mil e oito.

Întocmit la Bruxelles, la data de cincisprezece iulie 2008.

V Bruseli dňa pätnásteho júla dvetisícosem.

V Bruslju, dne petnajstega julija leta dva tisoč osem.

Tehty Brysselissä viidentenätoista päivänä heinäkuuta vuonna kaksituhattakahdeksan.

Som skedde i Bryssel den femtonde juli tjugohundraåtta.

Sastavljeno u Bruxellesu, dana petnaestog srpnja godine dvije tisuće osme.

За държавите-членки

Por los Estados miembros

Za členské státy

For medlemsstaterne

Für die Mitgliedstaaten

Liikmesriikide nimel

Για τα κράτη μέλη

For the Member States

Pour les États membres

Per gli Stati membri

Dalībvalstu vārdā

Valstybių narių vardu

A tagállamok részéről

Għall-Istati Membri

Voor de lidstaten

W imieniu Państw Członkowskich

Pelos Estados-Membros

Pentru statele membre

Za členské štáty

Za države članice

Jäsenvaltioiden puolesta

På medlemsstaternas vägnar

Za države članice

Image

За Европейската общност

Por las Comunidades Europeas

Za Evropská společenství

For De Europæiske Fællesskaber

Für die Europäischen Gemeinschaften

Euroopa ühenduste nimel

Για τις Ευρωπαϊκές Κοινότητες

For the European Communities

Pour les Communautés européennes

Per le Comunità europee

Eiropas Kopienu vārdā

Europos Bendrijų vardu

Az Európai Közösségek részéről

Għall-Komunitajiet Ewropej

Voor de Europese Gemeenschappen

W imieniu Wspólnot Europejskich

Pelas Comunidades Europeias

Pentru Comunitatea Europeană

Za Európske spoločenstvá

Za Evropski skupnosti

Euroopan yhteisöjen puolesta

På europeiska gemenskapernas vägnar

Za Europske zajednice

Image

За Република Хърватия

Por la República de Croacia

Za Chorvatskou republiku

For Republikken Kroatien

Für die Republik Kroatien

Horvaatia Vabariigi nimel

Για τη Δημοκρατία της Κροατίας

For the the Republic of Croatia

Pour la République de Croatie

Per la Repubblica di Croazia

Horvātijas Republikas vārdā

Kroatijos Respublikos vārdu

a Horvát Köztársaság részéről

r-Repubblika tal-Kroazja

Voor de Republiek Kroatië

W imieniu Republiki Chorwacji

Pela República da Croácia

Pentru Republica Croaţia

Za Chorvátsku republiku

Za Republiko Hrvaško

Kroatian tasavallan puolesta

På Republiken Kroatiens vägnar

Za Republiku Hrvatsku

Image


(1)  De Bulgaarse en de Roemeense versie van de overeenkomst worden later in de bijzondere uitgave van het Publicatieblad bekendgemaakt.

BIJLAGE I

BIJLAGE IV a) EN IV c)

Tariefconcessies van Kroatië voor landbouwproducten (met nulrecht voor onbeperkte hoeveelheden) bedoeld in artikel 27, lid 3, onder a), i) en artikel 27, lid 3, onder b), i)

Kroatische tariefcode (1)

0105 19 20

1001 10 00

2005 60 00

2009 80 99 10

0105 19 90

1002 00 00 10

2007 91

2009 80 99 20

0106 90 00 10

1003 00 10

2008 19

2009 90 11

0205 00

1004 00 00 10

2008 20

2009 90 19

0206

1005 10

2008 30

2009 90 21

0208

1006

2008 80

2009 90 29

0407 00 30

1007 00

2008 99 36

2009 90 39 10

0407 00 90

1008

2008 99 38

2009 90 49 10

0410 00 00

1106

2008 99 49 10

2009 90 59 10

0504 00 00

1108

2008 99 67 10

2009 90 79 10

0604

1109 00 00

2008 99 99 10

2009 90 97 10

0714

1209

2009 11

2009 90 98 10

0801

1210

2009 19 11

2301

0802

1211

2009 19 19

2302 10

0803 00

1212 99 30

2009 19 98 10

2302 40

0804 10 00

1212 99 41

2009 29 11

2303 10

0804 30 00

1212 99 49

2009 29 19

2303 20

0805 40 00

1212 99 70

2009 29 99 10

2303 30 00

0805 50

1213 00 00

2009 39 11

2304 00 00

0805 90 00

1214

2009 39 19

2305 00 00

0806 20

1301

2009 39 39 10

2306 41 00

0807 20 00

1302

2009 49 11

2306 49 00

0811

1501 00 11

2009 49 19

2306 90 05

0812

1501 00 19 10

2009 49 99 10

2307 00

0813

1501 00 90

2009 79 11

2308 00

0814 00 00

1502 00

2009 79 19

2309 10

0901 11 00

1503 00

2009 79 99 10

 

0901 12 00

1504

2009 80 11

 

0902

1516 10

2009 80 19

 

0904

1603 00

2009 80 34

 

0905 00 00

1702 11 00

2009 80 35

 

0906

1702 19 00

2009 80 36

 

0907 00 00

1702 60

2009 80 38

 

0908

1703 10 00

2009 80 69 10

 

0909

2003 10

2009 80 96 10

 

0910

2003 20 00

2009 80 97 10

 


(1)  Zoals vastgesteld in het Kroatische douanetarief — gepubliceerd in NN 134/2006, zoals gewijzigd.

BIJLAGE II

BIJLAGE IV b) EN IV d)

Tariefconcessies van Kroatië voor landbouwproducten (met nulrecht binnen een contingent, vanaf 1 augustus 2007) bedoeld in artikel 27, lid 3, onder a), ii) en artikel 27, lid 3, onder c), i)

Kroatische tariefcode

Omschrijving

Jaarlijks contingent (in t)

Jaarlijkse toename (in t)

0103 91

0103 92

Levende varkens, andere dan fokdieren van zuiver ras

625

25

0104

Levende schapen en geiten

1 500

0201

Vlees van runderen, vers of gekoeld

200

0204

Vlees van schapen of van geiten, vers, gekoeld of bevroren

1 325

5

0207

Vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee (bedoeld bij post 0105), vers, gekoeld of bevroren

870

30

0210

Vlees en eetbare slachtafvallen, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt; meel en poeder van vlees of van eetbare slachtafvallen

545

15

0401

Melk en room, niet ingedikt, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

17 250

150

0402

Melk en room, ingedikt of met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

17 750

700

0405 10

Boter

330

10

0406

Kaas en wrongel

2 500

100

0406 excl 0406 90 78

Kaas en wrongel, andere dan Gouda

800

0406 90 78

Gouda

350

0409 00 00

Natuurhonig

20

0602

Andere levende planten (wortels daaronder begrepen), stekken en enten; champignonbroed

12

0602 90 10

Champignonbroed

9 400

0701 90 10

Aardappelen, vers of gekoeld, bestemd voor de vervaardiging van zetmeel

1 000

0702 00 00

Tomaten, vers of gekoeld

9 375

375

0703 20 00

Knoflook, vers of gekoeld

1 250

50

0712

Gedroogde groenten, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poedervorm, doch niet op andere wijze bereid

1 050

0805 10

Sinaasappelen, vers of gedroogd

31 250

1 250

0805 20

Mandarijnen (tangerines en satsuma’s daaronder begrepen); clementines, wilkings en dergelijke kruisingen van citrusvruchten, vers of gedroogd

3 000

120

0806 10

Druiven, vers

10 000

400

0808 10 (1)

Appelen, vers

5 800

 

0809 10 00

Abrikozen, vers

1 250

50

0810 10 00

Aardbeien, vers

250

10

1002 00 00

Rogge

1 000

100

1101 00

Meel van tarwe of van mengkoren

250

1103

Gries, griesmeel en pellets van granen

100

1206 00

Zonnebloempitten, ook indien gebroken

125

5

1507

Sojaolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

1 230

10

1509

Olijfolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

450

20

1514 19

1514 99

Koolzaad-, raapzaad-, en mosterdzaadolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd, andere dan ruwe olie

100

1602 41

1602 42

1602 49

Andere bereidingen en conserven, van vlees, van slachtafvallen of van bloed, van varkens

375

15

1701

Rietsuiker en beetwortelsuiker, alsmede chemisch zuivere sacharose, in vaste vorm

7 125

285

2002

Tomaten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur

6 150

240

2004 90

Andere groenten en mengsels van groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren

125

5

2005 91 00

2005 99

Andere groenten en mengsels van groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren

200

2007 99

Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, andere dan gehomogeniseerde bereidingen of van citrusvruchten

130

2009 12 00

2009 19 91

2009 19 98

Sinaasappelsap, niet bevroren, met een brixwaarde van niet meer dan 67

2 250

90

2009 71

2009 79

2009 80

2009 90

Appelsap, sap van andere vruchten of groenten, mengsels van sappen

200

2009 80 50

2009 80 61

2009 80 63

2009 80 69

2009 80 71

2009 80 73

2009 80 79

 

 

 

 

Sap van andere vruchten of groenten, met een brixwaarde van niet meer dan 67

375

15

2009 80 85

2009 80 86

2009 80 88

2009 80 89

2009 80 95

2009 80 96

2009 80 97

2009 80 99

 

 

 

2106 90 30

2106 90 51

2106 90 55

2106 90 59

Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen: suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen

550

2302 30

Zemelen, slijpsel en andere resten van het zeven, van het malen of van andere bewerkingen van tarwe, ook indien in pellets

6 200

2309 90

Bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren, andere dan honden- en kattenvoer, opgemaakt voor de verkoop in het klein

1 350


(1)  Het contingent wordt toegewezen in de periode van 21 februari-14 september.

BIJLAGE III

BIJLAGE IV e)

Tariefconcessies van Kroatië voor landbouwproducten (50 % van het meestbegunstigingsrecht, voor onbeperkte hoeveelheden) bedoeld in artikel 27, lid 3, onder c), ii)

Kroatische tariefcode

Omschrijving

0104

Levende schapen en geiten

0105

Levend pluimvee (hanen, kippen, eenden, ganzen, kalkoenen en parelhoenders):

 

met een gewicht van niet meer dan 185 g:

0105 12 00

– –

kalkoenen

 

andere:

0105 94 00

– –

hanen en kippen:

0105 94 00 30

– – –

opfokhennen

0105 94 00 40

– – –

jonge leghennen

0209 00

Spek (ander dan doorregen spek), alsmede varkensvet en vet van gevogelte, niet gesmolten noch anderszins geëxtraheerd, vers, gekoeld, bevroren, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt

0404

Wei, ook indien ingedikt of met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen; producten bestaande uit natuurlijke bestanddelen van melk, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, elders genoemd noch elders onder begrepen

0407 00

Vogeleieren in de schaal, vers, verduurzaamd of gekookt:

 

van pluimvee:

0407 00 30

– –

andere:

0407 00 30 40

– – –

kalkoeneieren

0601

Bollen, knollen en wortelstokken, ook indien in blad of in bloei; cichoreiplanten en -wortels, andere dan die bedoeld bij post 1212

0602

Andere levende planten (wortels daaronder begrepen), stekken en enten; champignonbroed

0603

Afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen, voor bloemstukken of voor versiering, vers, gedroogd, gebleekt, geverfd, geïmpregneerd of op andere wijze geprepareerd

0708

Peulgroenten, ook indien gedopt, vers of gekoeld

0710

Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren

0711

Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie

0712

Gedroogde groenten, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poedervorm, doch niet op andere wijze bereid

0713

Gedroogde zaden van peulgroenten, ook indien gepeld (bijvoorbeeld spliterwten)

0901

Koffie, cafeïnevrije koffie daaronder begrepen, ook indien gebrand; bolsters en schillen, van koffie; koffiesurrogaten die koffie bevatten, ongeacht de mengverhouding:

 

koffie, gebrand:

0901 21 00

– –

waaruit geen cafeïne is verwijderd

0901 22 00

– –

waaruit cafeïne is verwijderd

1003 00

Gerst:

1003 00 90

andere:

1003 00 90 10

– –

voor het brouwen

1004 00 00

Haver

1005

Mais:

1005 90 00

andere

1104

Op andere wijze bewerkte granen (bijvoorbeeld gepeld, geplet, in vlokken, gepareld, gesneden of gebroken), andere dan rijst bedoeld bij post 1006; graankiemen, ook indien geplet, in vlokken of gemalen

1105

Meel, gries, poeder, vlokken, korrels en pellets, van aardappelen

1702

Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamel:

1702 30

glucose en glucosestroop, in droge toestand geen of minder dan 20 gewichtspercenten fructose bevattend

1702 40

glucose en glucosestroop, in droge toestand 20 of meer doch minder dan 50 gewichtspercenten fructose bevattend, met uitzondering van invertsuiker:

2005

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006:

2005 40 00

erwten (Pisum sativum)

 

bonen (Vigna spp., Phaseolus spp.):

2005 51 00

– –

bonen, gedopt

2008

Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen:

2008 50

abrikozen

2008 70

perziken, nectarines daaronder begrepen

2009

Ongegiste vruchtensappen (druivenmost daaronder begrepen) en ongegiste groentesappen, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen:

 

ananassap

2009 41

– –

met een brixwaarde van niet meer dan 20:

2009 41 10

– – –

met een waarde van meer dan 30 EUR per 100 kg nettogewicht, toegevoegde suiker bevattend

 

druivensap (druivenmost daaronder begrepen):

2009 69

– –

andere

2206 00

Andere gegiste dranken (bijvoorbeeld appelwijn, perenwijn, honigdrank); mengsels van gegiste dranken en mengsels van gegiste dranken met alcoholvrije dranken, elders genoemd noch elders onder begrepen

2302

Zemelen, slijpsel en andere resten van het zeven, van het malen of van andere bewerkingen van granen of van peulvruchten, ook indien in pellets:

2302 30

van tarwe

2306

Perskoeken en andere vaste afvallen, verkregen bij de winning van plantaardige vetten of oliën, ook indien fijngemaakt of in pellets, andere dan die bedoeld bij post 2304 of 2305:

2306 90

andere

2309

Bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren:

2309 90

andere

BIJLAGE IV

BIJLAGE IV f)

Tariefconcessies van Kroatië voor landbouwproducten (50 % van het meestbegunstigingsrecht binnen een contingent, vanaf 1 augustus 2007) bedoeld in artikel 27, lid 3, onder c), iii)

Kroatische tariefcode

Omschrijving

Jaarlijks contingent

(in t)

Jaarlijkse toename

(in t)

0102 90

Levende runderen, andere dan fokdieren van zuiver ras

250

10

0202

Vlees van runderen, bevroren

3 750

150

0203

Vlees van varkens, vers, gekoeld of bevroren

9 125

365

0701

Aardappelen, vers of gekoeld

15 000

600

0703 10

0703 90 00

Uien, sjalotten, prei en andere eetbare looksoorten, vers of gekoeld

12 790

500

0704 90 10

Wittekool en rodekool, vers of gekoeld

160

0706 10 00

Wortelen en rapen, vers of gekoeld

140

0706 90 30

0706 90 90

Mierikswortel (Cochlearia armoracia), wortelen, rapen, kroten, schorseneren, knolselderij, radijs en dergelijke eetbare wortelen en knollen, vers of gekoeld

110

0807 11 00

0807 19 00

Meloenen (watermeloenen daaronder begrepen), vers

7 035

275

0808 10

Appelen, vers

6 900

300

1101 00

Meel van tarwe of van mengkoren

1 025

45

1103

Gries, griesmeel en pellets van granen

9 750

390

1107

Mout, ook indien gebrand

19 750

750

1517 10 90

Margarine, andere dan vloeibare margarine, met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercenten

150

1601 00

Worst van alle soorten, van vlees, van slachtafvallen of van bloed; bereidingen van deze producten, voor menselijke consumptie

2 250

90

1602 10 t/m

1602 39,

1602 50 t/m

1602 90

Andere bereidingen en conserven, van vlees, van slachtafvallen of van bloed, andere dan van varkens

650

30

2009 50

2009 90

Tomatensap; mengsels van sappen

100

2401

Ruwe en niet tot verbruik bereide tabak; afvallen van tabak

250

10

BIJLAGE V

BIJLAGE IV g)

Tariefconcessies van Kroatië voor landbouwproducten bedoeld in artikel 27, lid 3, onder g)

De douanerechten voor de goederen in deze bijlage worden met ingang van 1 augustus 2007 toegepast zoals hier aangegeven

Kroatische tariefcode

Omschrijving

Jaarlijks contingent (in t)

Recht binnen contingent

0102 90 05

0102 90 21

0102 90 29

0102 90 41

0102 90 49

0102 90 71

Levende runderen (huisdieren) met een gewicht van niet meer dan 300 kg en slachtdieren met een gewicht van meer dan 300 kg, andere dan fokdieren van zuiver ras

9 000

15 %

0103 91

0103 92

Levende varkens, andere dan fokdieren van zuiver ras

2 550

15 %

ex ex 0105 94 00

Levende hanen en kippen, met een gewicht van meer dan 185 g doch niet meer dan 2 000 g

90

10 %

0203

Vlees van varkens, vers, gekoeld of bevroren

3 570

25 %

0401

Melk en room, niet ingedikt, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

12 600

EUR 4,2/100 kg

0707 00

Komkommers of augurken, vers of gekoeld

200

10 %

0709 51 00

0709 59 10

0709 59 30

0709 59 90

Champignons, vers of gekoeld

400

10 %

0709 60 10

Niet-scherpsmakende pepers, vers of gekoeld

400

12 %

0710 21 00

0710 22 00

0710 90 00

Erwten (Pisum sativum), peultjes en bonen (Vigna spp., Phaseolus spp.) en mengsels van groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren

1 500

7 %

1001 90 99

Spelt, zachte tarwe en mengkoren, niet bestemd voor zaaidoeleinden

20 800

15 %

1005 90 00

Mais, met uitzondering van zaden

20 000

9 %

1206 00 91

1206 00 99

Zonnebloempitten, ook indien gebroken, andere dan voor zaaidoeleinden

2 160

6 %

1517 10 90

Margarine, andere dan vloeibare margarine, met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercenten

1 200

20 %

1601 00

Worst van alle soorten, van vlees, van slachtafvallen of van bloed; bereidingen van deze producten, voor menselijke consumptie

1 900

10 %

1602 10 00 t/m 1602 39

Andere bereidingen en conserven, van vlees, van slachtafvallen of van bloed:

gehomogeniseerde bereidingen;

van levers van dieren van alle soorten;

van pluimvee bedoeld bij post 0105

240

10 %

1602 41

1602 42

1602 49

Andere bereidingen en conserven, van vlees, van slachtafvallen of van bloed, van varkens

180

10 %

1702 40

Glucose en glucosestroop, in droge toestand 20 of meer doch minder dan 50 gewichtspercenten fructose bevattend, met uitzondering van invertsuiker

1 000

5 %

1703 90 00

Melasse verkregen bij de extractie of de raffinage van suiker, andere dan van rietsuiker

14 500

14 %

2001

Groenten, vruchten en andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur

1 740

15 %

2008 50

2008 60

2008 70

Abrikozen, kersen en perziken, met inbegrip van nectarines, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol

22

6 %

BIJLAGE VI

BIJLAGE V a)

Producten bedoeld in artikel 28, lid 1

Voor invoer van de volgende producten van oorsprong uit Kroatië in de Europese Gemeenschap gelden onderstaande concessies.

GN-code

Omschrijving

Jaarlijks contingent

0301 91 10

0301 91 90

0302 11 10

0302 11 20

0302 11 80

0303 21 10

0303 21 20

0303 21 80

0304 19 15

0304 19 17

ex 0304 19 19

ex 0304 19 91

0304 29 15

0304 29 17

ex 0304 29 19

ex 0304 99 21

ex 0305 10 00

ex 0305 30 90

0305 49 45

ex 0305 59 80

ex 0305 69 80

Forel (Salmo trutta, Oncorhynchus mykiss, Oncorhynchus clarki, Oncorhynchus aguabonita, Oncorhynchus gilae, Oncorhynchus apache en Oncorhynchus chrysogaster): levend; vers of gekoeld; bevroren; gedroogd, gezouten of gepekeld, gerookt; filets en ander visvlees; meel, poeder en pellets, geschikt voor menselijke consumptie

TC: 30 t tegen 0 %

Boven het TC: 70 % van meestbegunstigingsrecht

0301 93 00

0302 69 11

0303 79 11

ex 0304 19 19

ex 0304 19 91

ex 0304 29 19

ex 0304 99 21

ex 0305 10 00

ex 0305 30 90

ex 0305 49 80

ex 0305 59 80

ex 0305 69 80

Karper: levend; vers of gekoeld; bevroren; gedroogd, gezouten of gepekeld, gerookt; filets en ander visvlees; meel, poeder en pellets, geschikt voor menselijke consumptie

TC: 210 t tegen 0 %

Boven het TC: 70 % van meestbegunstigingsrecht

ex 0301 99 80

0302 69 61

0303 79 71

ex 0304 19 39

ex 0304 19 99

ex 0304 29 99

ex 0304 99 99

ex 0305 10 00

ex 0305 30 90

ex 0305 49 80

ex 0305 59 80

ex 0305 69 80

Zeebrasem (Dentex dentex en Pagellus spp.): levend; vers, gekoeld of bevroren; gedroogd, gezouten of gepekeld, gerookt; filets en ander visvlees; meel, poeder en pellets, geschikt voor menselijke consumptie

TC: 35 t tegen 0 %

Boven het TC: 30 % van meestbegunstigingsrecht

ex 0301 99 80

0302 69 94

ex 0303 77 00

ex 0304 19 39

ex 0304 19 99

ex 0304 29 99

ex 0304 99 99

ex 0305 10 00

ex 0305 30 90

ex 0305 49 80

ex 0305 59 80

ex 0305 69 80

Zeebaars (Dicentrarchus labrax): levend; vers of gekoeld; bevroren; gedroogd, gezouten of gepekeld, gerookt; filets en ander visvlees; meel, poeder en pellets, geschikt voor menselijke consumptie

TC: 650 t tegen 0 %

Boven het TC: 30 % van meestbegunstigingsrecht

1604

Bereidingen en conserven van vis; kaviaar en kaviaarsurrogaten bereid uit kuit

TC: 1 585 t tegen 0 %

Boven het TC: verlaagd tarief, zie hieronder

Boven het tariefcontingent zijn de rechten voor alle producten van post 1604, met uitzondering van bereidingen en conserven van sardines en bereidingen en conserven van ansjovis, 50 % van het meestbegunstigingsrecht. Voor bereidingen en conserven van sardines en ansjovis boven het tariefcontingent is het volledige meestbegunstigingsrecht van toepassing.

BIJLAGE VII

BIJLAGE V b)

Producten bedoeld in artikel 28, lid 2

Voor invoer van de volgende producten van oorsprong uit de Europese Gemeenschap in Kroatië gelden onderstaande concessies.

GN-code

Omschrijving

Jaarlijks contingent

0301 91 10

0301 91 90

0302 11 10

0302 11 20

0302 11 80

0303 21 10

0303 21 20

0303 21 80

0304 19 15

0304 19 17

ex 0304 19 19

ex 0304 19 91

0304 29 15

0304 29 17

ex 0304 29 19

ex 0304 99 21

ex 0305 10 00

ex 0305 30 90

0305 49 45

ex 0305 59 80

ex 0305 69 80

Forel (Salmo trutta, Oncorhynchus mykiss, Oncorhynchus clarki, Oncorhynchus aguabonita, Oncorhynchus gilae, Oncorhynchus apache en Oncorhynchus chrysogaster): levend; vers of gekoeld; bevroren; gedroogd, gezouten of gepekeld, gerookt; filets en ander visvlees; meel, poeder en pellets, geschikt voor menselijke consumptie

TC: 25 t tegen 0 %

Boven het TC: 70 % van meestbegunstigingsrecht

0301 93 00

0302 69 11

0303 79 11

ex 0304 19 19

ex 0304 19 91

ex 0304 29 19

ex 0304 99 21

ex 0305 10 00

ex 0305 30 90

ex 0305 49 80

ex 0305 59 80

ex 0305 69 80

Karper: levend; vers of gekoeld; bevroren; gedroogd, gezouten of gepekeld, gerookt; filets en ander visvlees; meel, poeder en pellets, geschikt voor menselijke consumptie

TC: 30 t tegen 0 %

Boven het TC: 70 % van meestbegunstigingsrecht

ex 0301 99 80

0302 69 61

0303 79 71

ex 0304 19 39

ex 0304 19 99

ex 0304 29 99

ex 0304 99 99

ex 0305 10 00

ex 0305 30 90

ex 0305 49 80

ex 0305 59 80

ex 0305 69 80

Zeebrasem (Dentex dentex en Pagellus spp.): levend; vers, gekoeld of bevroren; gedroogd, gezouten of gepekeld, gerookt; filets en ander visvlees; meel, poeder en pellets, geschikt voor menselijke consumptie

TC: 35 t tegen 0 %

Boven het TC: 30 % van meestbegunstigingsrecht

ex 0301 99 80

0302 69 94

ex 0303 77 00

ex 0304 19 39

ex 0304 19 99

ex 0304 29 99

ex 0304 99 99

ex 0305 10 00

ex 0305 30 90

ex 0305 49 80

ex 0305 59 80

ex 0305 69 80

Zeebaars (Dicentrarchus labrax): levend; vers of gekoeld; bevroren; gedroogd, gezouten of gepekeld, gerookt; filets en ander visvlees; meel, poeder en pellets, geschikt voor menselijke consumptie

TC: 60 t tegen 0 %

Boven het TC: 30 % van meestbegunstigingsrecht

1604

Bereidingen en conserven van vis; kaviaar en kaviaarsurrogaten bereid uit kuit

TC: 315 t tegen 0 %

Boven het TC: verlaagd tarief, zie hieronder

Boven het tariefcontingent zijn de rechten voor alle producten van post 1604, met uitzondering van bereidingen en conserven van sardines en bereidingen en conserven van ansjovis, 50 % van het meestbegunstigingsrecht. Voor bereidingen en conserven sardines en ansjovis boven het tariefcontingent is het volledige meestbegunstigingsrecht van toepassing.

BIJLAGE VIII

BIJLAGE I

Rechten die bij invoer in de Gemeenschap van toepassing zijn op goederen van oorsprong uit Kroatië

(producten bedoeld in artikel 25 van de SAO)

De rechten bij invoer in de Gemeenschap zijn nul voor de hierna genoemde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Kroatië.

GN-code

Omschrijving

0403

Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao:

0403 10

yoghurt:

 

– –

gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao:

 

– – –

in poeder, in korrels of in andere vaste vorm en met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen:

0403 10 51

– – – –

van niet meer dan 1,5 gewichtspercent

0403 10 53

– – – –

van meer dan 1,5 doch niet meer dan 27 gewichtspercenten

0403 10 59

– – – –

van meer dan 27 gewichtspercenten

 

– – –

andere, met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen:

0403 10 91

– – – –

van niet meer dan 3 gewichtspercenten

0403 10 93

– – – –

van meer dan 3 doch niet meer dan 6 gewichtspercenten

0403 10 99

– – – –

van meer dan 6 gewichtspercenten

0403 90

andere:

 

– –

gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao

 

– – –

in poeder, in korrels of in andere vaste vorm en met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen:

0403 90 71

– – – –

van niet meer dan 1,5 gewichtspercent

0403 90 73

– – – –

van meer dan 1,5 doch niet meer dan 27 gewichtspercenten

0403 90 79

– – – –

van meer dan 27 gewichtspercenten

 

– – –

andere, met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen:

0403 90 91

– – – –

van niet meer dan 3 gewichtspercenten

0403 90 93

– – – –

van meer dan 3 doch niet meer dan 6 gewichtspercenten

0403 90 99

– – – –

van meer dan 6 gewichtspercenten

0405

Boter en andere van melk afkomstige vetstoffen; zuivelpasta’s:

0405 20

zuivelpasta’s:

0405 20 10

– –

met een vetgehalte van 39 of meer gewichtspercenten doch minder dan 60 gewichtspercenten

0405 20 30

– –

met een vetgehalte van 60 of meer gewichtspercenten doch niet meer dan 75 gewichtspercenten

0511

Producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen; dode dieren van de soorten bedoeld bij hoofdstuk 1 of 3, niet geschikt voor menselijke consumptie:

 

andere:

0511 99

– –

andere:

 

– – –

echte sponzen:

0511 99 39

– – – –

andere

0710

Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren:

0710 40 00

suikermais

0711

Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie:

0711 90

andere groenten; mengsels van groenten:

 

– –

groenten:

0711 90 30

– – –

suikermais

1302

Plantensappen en plantenextracten; pectinestoffen, pectinaten en pectaten; agaragar en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd:

 

plantensappen en plantenextracten:

1302 12 00

– –

van zoethout

1302 13 00

– –

van hop

1302 20

pectinestoffen, pectinaten en pectaten:

1302 20 10

– –

in droge toestand

1302 20 90

– –

andere

1505 00

Wolvet en daaruit verkregen vetstoffen, lanoline daaronder begrepen:

1505 00 10

ruw wolvet

1516

Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid:

1516 20

plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan:

1516 20 10

– –

gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde „opal wax”

1517

Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516:

1517 10

margarine, andere dan vloeibare margarine:

1517 10 10

– –

met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercenten

1517 90

andere:

1517 90 10

– –

met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercenten

 

– –

andere:

1517 90 93

– – –

mengsels en bereidingen voor menselijke consumptie van de soorten gebruikt als preparaten voor het insmeren van bakvormen

1518 00

Standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën, alsmede fracties daarvan, gekookt, geoxideerd, gedehydreerd, gezwaveld, geblazen of op andere wijze chemisch gewijzigd, andere dan die bedoeld bij post 1516; mengsels en bereidingen van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, niet geschikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:

1518 00 10

ynoxine

 

andere:

1518 00 91

– –

Standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën, alsmede fracties daarvan, gekookt, geoxideerd, gedehydreerd, gezwaveld, geblazen of op andere wijze chemisch gewijzigd, andere dan die bedoeld bij post 1516

 

– –

andere:

1518 00 95

– – –

mengsels en bereidingen van dierlijke vetten en oliën of van dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, niet geschikt voor menselijke consumptie

1518 00 99

– – –

andere

1521

Plantaardige was (andere dan triglyceriden), bijenwas, was van andere insecten, alsmede walschot (spermaceti), ook indien geraffineerd of gekleurd:

1521 90

andere:

 

– –

bijenwas, was van andere insecten, ook indien geraffineerd of gekleurd:

1521 90 99

– – –

andere

1522 00

Dégras; afvallen, afkomstig van de behandeling van vetstoffen of van dierlijke of plantaardige was:

1522 00 10

dégras

1704

Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen)

1803

Cacaopasta, ook indien ontvet

1804 00 00

Cacaoboter, cacaovet en cacao-olie

1805 00 00

Cacaopoeder, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

1806

Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten

1901

Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 40 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 5 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen

1902

Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden) dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; couscous, ook indien bereid:

 

deegwaren, niet gekookt, noch gevuld of op andere wijze bereid:

1902 11 00

– –

waarin ei is verwerkt

1902 19

– –

andere

1902 20

gevulde deegwaren (ook indien gekookt of op andere wijze bereid):

 

– –

andere:

1902 20 91

– – –

gekookt of gebakken

1902 20 99

– – –

andere

1902 30

andere deegwaren

1902 40

couscous

1903 00 00

Tapioca en soortgelijke producten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke

1904

Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld cornflakes); granen (andere dan mais) in de vorm van korrels of in de vorm van vlokken of van andere bewerkte korrels (met uitzondering van meel, gries en griesmeel), voorgekookt of op andere wijze bereid, elders genoemd noch elders onder begrepen

1905

Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel

2001

Groenten, vruchten en andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur:

2001 90

andere:

2001 90 30

– –

suikermais (Zea mays var. saccharata)

2001 90 40

– –

broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten

2001 90 60

– –

palmharten

2004

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006:

2004 10

aardappelen:

 

– –

andere:

2004 10 91

– – –

in de vorm van meel, gries, griesmeel of vlokken

2004 90

andere groenten en mengsels van groenten:

2004 90 10

– –

suikermais (Zea mays var. saccharata)

2005

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006:

2005 20

aardappelen:

2005 20 10

– – –

in de vorm van meel, gries, griesmeel of vlokken

2005 80 00

suikermais (Zea mays var. saccharata)

2008

Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

noten, grondnoten en andere zaden, ook indien onderling vermengd:

2008 11

– –

grondnoten:

2008 11 10

– – –

pindakaas

 

andere, mengsels, andere dan die bedoeld bij onderverdeling 2008 19, daaronder begrepen:

2008 91 00

– –

palmharten

2008 99

– –

andere:

 

– – –

zonder toegevoegde alcohol:

 

– – – –

zonder toegevoegde suiker:

2008 99 85

– – – – –

mais, andere dan suikermais (Zea mays var. saccharata)

2008 99 91

– – – – –

broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten

2101

Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté, en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie, van thee of van maté; gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan

2102

Gist, ook indien inactief; andere eencellige micro-organismen, dood (andere dan de vaccins bedoeld bij post 3002); samengesteld bakpoeder:

2102 10

levende gist

2102 20

inactieve gist; andere eencellige micro-organismen, dood:

 

– –

inactieve gist:

2102 20 11

– – –

in tabletten, in blokken of in dergelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van niet meer dan 1 kg

2102 20 19

– – –

andere

2102 30 00

samengesteld bakpoeder

2103

Sausen en preparaten voor sausen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten; mosterdmeel en bereide mosterd:

2103 10 00

sojasaus

2103 20 00

tomatenketchup en andere tomatensausen

2103 30

mosterdmeel en bereide mosterd:

2103 30 90

– –

bereide mosterd

2103 90

andere:

2103 90 90

– –

andere

2104

Preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon; samengestelde gehomogeniseerde producten voor menselijke consumptie

2105 00

Consumptie-ijs, ook indien cacao bevattend

2106

Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:

2106 10

proteïneconcentraten en getextureerde proteïnestoffen

2106 90

andere

2106 90 20

– –

samengestelde alcoholhoudende preparaten, andere dan op basis van reukstoffen, van de soort gebruikt voor de vervaardiging van dranken

 

– –

andere:

2106 90 92

– – –

bevattende geen van melk afkomstige vetstoffen, sacharose, isoglucose, zetmeel, of bevattende minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, minder dan 5 gewichtspercenten sacharose of isoglucose, minder dan 5 gewichtspercenten glucose of zetmeel

2106 90 98

– – –

andere

2202

Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentesappen bedoeld bij post 2009

2203 00

Bier van mout

2205

Vermout en andere wijn van verse druiven, bereid met aromatische planten of met aromatische stoffen

2207

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80 % vol. of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte

2208

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80 % vol.; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten:

2208 40

rum en andere gedistilleerde dranken verkregen door het distilleren van gegiste suikerrietproducten

2208 90

andere

 

– –

ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80 % vol., in verpakkingen inhoudende:

2208 90 91

– – –

niet meer dan 2 l

2208 90 99

– – –

meer dan 2 l

2402

Sigaren, cigarillo’s en sigaretten, van tabak of van tabakssurrogaten

2403

Andere tabak en tabakssurrogaten, tot verbruik bereid; „gehomogeniseerde” en „gereconstitueerde” tabak; tabaksextracten en tabakssauzen

2905

Acyclische alcoholen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

 

andere meerwaardige alcoholen:

2905 43 00

– –

mannitol

2905 44

– –

D-glucitol (sorbitol)

2905 45 00

– –

glycerol

3301

Etherische oliën (ook indien daaruit de terpenen zijn afgesplitst), vast of vloeibaar; harsaroma’s; door extractie verkregen oleoharsen; geconcentreerde oplossingen van etherische oliën in vet, in vette oliën, in was of in dergelijke stoffen, verkregen door enfleurage of door maceratie; terpeenhoudende bijproducten, afgesplitst uit etherische oliën; gedistilleerd aromatisch water en waterige oplossingen van etherische oliën:

3301 90

andere:

 

– –

door extractie verkregen oleoharsen:

3301 90 21

– – –

van zoethout en van hop

3302

Mengsels van reukstoffen en mengsels (oplossingen in alcohol daaronder begrepen) op basis van één of meer van deze zelfstandigheden met andere stoffen, van de soort gebruikt als grondstof voor de industrie; andere bereidingen op basis van reukstoffen, van de soort gebruikt voor de vervaardiging van dranken:

3302 10

van de soort gebruikt in de voedingsmiddelen- en drankenindustrie:

 

– –

van de soort gebruikt in de drankenindustrie:

 

– – –

bereidingen die alle essentiële aromatische stoffen van een bepaalde drank bevatten:

3302 10 10

– – – –

met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 0,5 % vol.

 

– – – –

andere:

3302 10 21

– – – – –

bevattende geen van melk afkomstige vetstoffen, sacharose, isoglucose, glucose of zetmeel, of bevattende minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, minder dan 5 gewichtspercenten sacharose of isoglucose, minder dan 5 gewichtspercenten glucose of zetmeel

3302 10 29

– – – – –

andere

3501

Caseïne, caseïnaten en andere derivaten van caseïne; lijm van caseïne:

3501 10

caseïne:

3501 10 50

– –

bestemd voor andere industriële doeleinden dan voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie of van veevoeder

3501 10 90

– –

andere

3501 90

andere:

3501 90 90

– –

andere

3505

Dextrine en ander gewijzigd zetmeel (bijvoorbeeld voorgegelatineerd of veresterd zetmeel); lijm op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel:

3505 10

dextrine en ander gewijzigd zetmeel:

3505 10 10

– –

dextrine

 

– –

ander gewijzigd zetmeel:

3505 10 90

– – –

andere

3505 20

lijm

3809

Appreteermiddelen, middelen voor het versnellen van het verfproces of van het fixeren van kleurstoffen, alsmede andere producten en preparaten (bijvoorbeeld preparaten voor het beitsen), van de soort gebruikt in de textielindustrie, in de papierindustrie, in de lederindustrie of in dergelijke industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen:

3809 10

op basis van zetmeel of van zetmeelhoudende stoffen

3823

Industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid oils; industriële vetalcoholen:

 

industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid oils:

3823 11 00

– –

stearinezuur

3823 12 00

– –

oliezuur

3823 13 00

– –

tallvetzuren

3823 19

– –

andere

3823 70 00

industriële vetalcoholen

3824

Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen; chemische producten en preparaten van de chemische of van aanverwante industrieën (mengsels van natuurlijke producten daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen:

3824 60

sorbitol, andere dan die bedoeld bij onderverdeling 2905 44

BIJLAGE II

Lijst 1: Goederen van oorsprong uit de Gemeenschap waarvoor Kroatië de rechten afschaft

GN-code

Omschrijving

0501 00 00

Mensenhaar, onbewerkt, ook indien gewassen of ontvet; afval van mensenhaar

0502

Haar van varkens of van wilde zwijnen; dassenhaar en ander dierlijk haar, voor borstelwerk; afval van dit haar

0505

Vogelhuiden en andere delen van vogels, met veren of dons bezet, veren en delen van veren (ook indien bijgesneden) en dons, ruw, gereinigd, ontsmet of op andere wijze behandeld ter voorkoming van bederf, doch niet verder bewerkt; poeder en afval, van veren of van delen van veren:

0506

Beenderen en hoornpitten, ruw, ontvet of eenvoudig voorbehandeld (doch niet in vorm gesneden), met zuur behandeld of ontdaan van gelatine; poeder en afval van deze stoffen

0507

Ivoor, schildpad, walvisbaarden (walvisbaardhaar daaronder begrepen), horens, geweien, hoeven, nagels, klauwen en snavels, ruw of eenvoudig voorbehandeld, doch niet in vorm gesneden; poeder en afval van deze stoffen

0508 00 00

Koraal en dergelijke stoffen, ruw of eenvoudig voorbehandeld, doch niet verder bewerkt; schelpen en schalen, van schaaldieren, van weekdieren of van stekelhuidigen, alsmede rugplaten van inktvissen, ruw of eenvoudig voorbehandeld, doch niet in vorm gesneden, alsmede poeder en afval van deze stoffen

0510 00 00

Grijze amber, bevergeil, civet en muskus; Spaanse vlieg; gal, ook indien gedroogd; klieren en andere stoffen van dierlijke oorsprong, die worden gebruikt voor het bereiden van farmaceutische producten, vers, gekoeld, bevroren of anderszins voorlopig geconserveerd

0511

Producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen; dode dieren van de soorten bedoeld bij hoofdstuk 1 of 3, niet geschikt voor menselijke consumptie:

 

andere:

0511 99

– –

andere:

 

– – –

echte sponzen:

0511 99 31

– – – –

ruw

0511 99 39

– – – –

andere

0511 99 85

– – –

andere:

ex 0511 99 85

– – – –

paardenhaar (crin) en afval van paardenhaar, ook indien in vliezen, al dan niet op een onderlaag

0710

Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren:

0710 40 00

suikermais

0711

Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie:

0711 90

andere groenten; mengsels van groenten:

 

– –

groenten:

0711 90 30

– – –

suikermais

0903 00 00

Maté

1212

Sint-jansbrood, zeewier en andere algen, suikerbieten en suikerriet, vers, gekoeld, bevroren of gedroogd, ook indien in poedervorm; vruchtenpitten, ook indien in de steen en andere plantaardige producten (ongebrande cichoreiwortels van de variëteit Cichorium intybus sativum daaronder begrepen) hoofdzakelijk gebruikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:

1212 20 00

zeewier en andere algen

1302

Plantensappen en plantenextracten; pectinestoffen, pectinaten en pectaten; agaragar en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd:

 

plantensappen en plantenextracten:

1302 12 00

– –

van zoethout

1302 13 00

– –

van hop

1302 19

– –

andere

1302 20

pectinestoffen, pectinaten en pectaten

 

plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd, verkregen uit plantaardige producten:

1302 31 00

– –

agaragar

1302 32

– –

plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd, uit sint-jansbrood, uit sint-jansbroodpitten of uit guarzaden:

1302 32 10

– – –

uit sint-jansbrood of uit sint-jansbroodpitten

1401

Plantaardige stoffen van de soort hoofdzakelijk gebruikt in de mandenmakerij of voor vlechtwerk (bijvoorbeeld bamboe, rotting, riet, bies, teen, raffia, lindebast, alsmede gezuiverd, gebleekt of geverfd stro van graangewassen)

1404

Plantaardige producten, elders genoemd noch elders onder begrepen

1505 00

Wolvet en daaruit verkregen vetstoffen, lanoline daaronder begrepen

1506 00 00

Andere dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

1515

Andere plantaardige vetten en vette oliën (jojobaolie daaronder begrepen), alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd:

1515 90

andere:

1515 90 11

– –

tungolie; jojobaolie, oiticicaolie; myricawas en japanwas; fracties van deze producten:

ex 1515 90 11

– – –

jojobaolie en fracties daarvan

1516

Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid:

1516 20

plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan:

1516 20 10

– –

gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde „opal wax”

1518 00

Standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën, alsmede fracties daarvan, gekookt, geoxideerd, gedehydreerd, gezwaveld, geblazen of op andere wijze chemisch gewijzigd, andere dan die bedoeld bij post 1516; mengsels en bereidingen van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, niet geschikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:

1518 00 10

linoxyne

 

andere:

1518 00 91

– –

standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën, alsmede fracties daarvan, gekookt, geoxideerd, gedehydreerd, gezwaveld, geblazen of op andere wijze chemisch gewijzigd, andere dan die bedoeld bij post 1516

 

– –

andere:

1518 00 95

– – –

mengsels en bereidingen van dierlijke vetten en oliën of van dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, niet geschikt voor menselijke consumptie

1518 00 99

– – –

andere

1520 00 00

Ruwe glycerol; glycerolwater en glycerollogen

1521

Plantaardige was (andere dan triglyceriden), bijenwas, was van andere insecten, alsmede walschot (spermaceti), ook indien geraffineerd of gekleurd

1522 00

Dégras; afvallen, afkomstig van de behandeling van vetstoffen of van dierlijke of plantaardige was:

1522 00 10

dégras

1702

Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamel:

1702 50 00

chemisch zuivere fructose

1702 90

andere, daaronder begrepen invertsuiker en andere suiker en suikerstropen die in droge toestand 50 gewichtspercenten fructose bevatten:

1702 90 10

– –

chemisch zuivere maltose

1704

Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen):

1704 10

kauwgom, ook indien bedekt met een laagje suiker

1803

Cacaopasta, ook indien ontvet

1804 00 00

Cacaoboter, cacaovet en cacao-olie

1805 00 00

Cacaopoeder, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

1901

Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 40 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 5 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen:

1901 10 00

bereidingen voor de voeding van kinderen, opgemaakt voor de verkoop in het klein

1901 20 00

mengsels en deeg, voor de bereiding van bakkerswaren bedoeld bij post 1905

1901 90

andere

1902

Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden) dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; couscous, ook indien bereid:

 

deegwaren, niet gekookt, noch gevuld of op andere wijze bereid:

1902 11 00

– –

waarin ei is verwerkt

1902 19

– –

andere

1902 20

gevulde deegwaren (ook indien gekookt of op andere wijze bereid):

 

– –

andere:

1902 20 91

– – –

gekookt of gebakken

1902 20 99

– – –

andere

1902 30

andere deegwaren

1902 40

couscous

1903 00 00

Tapioca en soortgelijke producten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke

1904

Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld cornflakes); granen (andere dan mais) in de vorm van korrels of in de vorm van vlokken of van andere bewerkte korrels (met uitzondering van meel, gries en griesmeel), voorgekookt of op andere wijze bereid, elders genoemd noch elders onder begrepen

2001

Groenten, vruchten en andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur:

2001 90

andere:

2001 90 30

– –

suikermais (Zea mays var. saccharata)

2001 90 40

– –

broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten

2001 90 60

– –

palmharten

2004

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006:

2004 10

aardappelen:

 

– –

andere:

2004 10 91

– – –

in de vorm van meel, gries, griesmeel of vlokken

2004 90

andere groenten en mengsels van groenten:

2004 90 10

– –

suikermais (Zea mays var. saccharata)

2005

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006:

2005 20

aardappelen:

2005 20 10

– –

in de vorm van meel, gries, griesmeel of vlokken

2005 80 00

suikermais (Zea mays var. saccharata)

2008

Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

noten, grondnoten en andere zaden, ook indien onderling vermengd:

2008 11

– –

grondnoten:

2008 11 10

– – –

pindakaas

 

andere, mengsels met andere dan die van post 2008 19 daaronder begrepen:

2008 91 00

– –

palmharten

2008 99

– –

andere:

 

– – –

zonder toegevoegde alcohol:

 

– – – –

zonder toegevoegde suiker:

2008 99 85

– – – – –

mais, andere dan suikermais (Zea mays var. saccharata)

2008 99 91

– – – – –

broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten

2101

Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté, en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie, van thee of van maté; gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan

2102

Gist, ook indien inactief; andere eencellige micro-organismen, dood (andere dan de vaccins bedoeld bij post 3002); samengesteld bakpoeder

2103

Sausen en preparaten voor sausen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten; mosterdmeel en bereide mosterd

2104

Preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon; samengestelde gehomogeniseerde producten voor menselijke consumptie

2106

Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:

2106 10

proteïneconcentraten en getextureerde proteïnestoffen

2106 90

andere:

2106 90 20

– –

samengestelde alcoholhoudende preparaten, andere dan op basis van reukstoffen, van de soort gebruikt voor de vervaardiging van dranken

 

– –

andere:

2106 90 92

– – –

bevattende geen van melk afkomstige vetstoffen, sacharose, isoglucose of zetmeel, of bevattende minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, minder dan 5 gewichtspercenten sacharose of isoglucose, minder dan 5 gewichtspercenten glucose of zetmeel

2106 90 98

– – –

andere

2201

Water, natuurlijk of kunstmatig mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, noch gearomatiseerd; ijs en sneeuw:

2201 90 00

andere

2203 00

Bier van mout

2207

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80 % vol. of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte

2208

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80 % vol.; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten:

2208 20

dranken, gedistilleerd uit wijn of druivenmoer

2208 30

whisky

2208 40

rum en andere gedistilleerde dranken verkregen door het distilleren van gegiste suikerrietproducten

2208 50

gin en jenever

2208 60

wodka

2208 70

likeuren

2208 90

andere:

 

– –

arak, in verpakkingen inhoudende:

2208 90 11

– – –

niet meer dan 2 l

2208 90 19

– – –

meer dan 2 l

 

– –

pruimenbrandewijn, perenbrandewijn en kersenbrandewijn, in verpakkingen inhoudende:

2208 90 33

– – –

niet meer dan 2 l

ex 2208 90 33

– – – –

perenbrandewijn en kersenbrandewijn, doch geen pruimenbrandewijn (slivovitz of šljivovica)

2208 90 38

– – –

meer dan 2 l

ex 2208 90 38

– – – –

perenbrandewijn en kersenbrandewijn, doch geen pruimenbrandewijn (slivovitz of šljivovica)

 

– –

andere gedistilleerde dranken en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten, in verpakkingen inhoudende:

 

– – –

niet meer dan 2 l

2208 90 41

– – – –

ouzo

 

– – – –

andere:

 

– – – – –

gedistilleerde dranken:

 

– – – – –

uit fruit:

2208 90 45

– – – – – – –

calvados

2208 90 48

– – – – – – –

andere

 

– – – – – –

andere:

2208 90 52

– – – – – – –

zogenaamde „Korn”

2208 90 54

– – – – – – –

tequila

2208 90 56

– – – – – – –

andere

2208 90 69

– – – – –

andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten

 

– – –

meer dan 2 l

 

– – – –

gedistilleerde dranken:

2208 90 71

– – – – –

uit fruit

2208 90 75

– – – – –

tequila

2208 90 77

– – – – –

andere

2208 90 78

– – – –

andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten

 

– –

ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80 % vol., in verpakkingen inhoudende:

2208 90 91

– – –

niet meer dan 2 l

2208 90 99

– – –

meer dan 2 l

2402

Sigaren, cigarillo’s en sigaretten, van tabak of van tabakssurrogaten:

2402 10 00

sigaren en cigarillo’s, tabak bevattend

2403

Andere tabak en tabakssurrogaten, tot verbruik bereid; „gehomogeniseerde” en „gereconstitueerde” tabak; tabaksextracten en tabakssausen:

 

andere:

2403 91 00

– –

„gehomogeniseerde” en „gereconstitueerde” tabak;

2403 99

– –

andere

2905

Acyclische alcoholen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

 

andere meerwaardige alcoholen:

2905 43 00

– –

mannitol

2905 44

– –

D-glucitol (sorbitol)

2905 45 00

– –

glycerol

3301

Etherische oliën (ook indien daaruit de terpenen zijn afgesplitst), vast of vloeibaar; harsaroma’s; door extractie verkregen oleoharsen; geconcentreerde oplossingen van etherische oliën in vet, in vette oliën, in was of in dergelijke stoffen, verkregen door enfleurage of door maceratie; terpeenhoudende bijproducten, afgesplitst uit etherische oliën; gedistilleerd aromatisch water en waterige oplossingen van etherische oliën:

3301 90

andere:

 

– –

door extractie verkregen oleoharsen:

3301 90 21

– – –

van zoethout en van hop

3301 90 30

– – –

andere

3302

Mengsels van reukstoffen en mengsels (oplossingen in alcohol daaronder begrepen) op basis van één of meer van deze zelfstandigheden met andere stoffen, van de soort gebruikt als grondstof voor de industrie; andere bereidingen op basis van reukstoffen, van de soort gebruikt voor de vervaardiging van dranken:

3302 10

van de soort gebruikt in de voedingsmiddelen- en drankenindustrie:

 

– –

van de soort gebruikt in de drankenindustrie:

 

– – –

bereidingen die alle essentiële aromatische stoffen van een bepaalde drank bevatten:

3302 10 10

– – – –

met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 0,5 % vol.

 

– – – –

andere:

3302 10 21

– – – – –

bevattende geen van melk afkomstige vetstoffen, sacharose, isoglucose, glucose of zetmeel, of bevattende minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, minder dan 5 gewichtspercenten sacharose of isoglucose, minder dan 5 gewichtspercenten glucose of zetmeel

3302 10 29

– – – – –

andere

3501

Caseïne, caseïnaten en andere derivaten van caseïne; lijm van caseïne:

3501 10

caseïne

3501 90

andere:

3501 90 90

– –

andere

3505

Dextrine en ander gewijzigd zetmeel (bijvoorbeeld voorgegelatineerd of veresterd zetmeel); lijm op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel:

3505 10

dextrine en ander gewijzigd zetmeel:

3505 10 10

– –

dextrine

 

– –

ander gewijzigd zetmeel:

3505 10 90

– – –

andere

3505 20

lijm

3809

Appreteermiddelen, middelen voor het versnellen van het verfproces of van het fixeren van kleurstoffen, alsmede andere producten en preparaten (bijvoorbeeld preparaten voor het beitsen), van de soort gebruikt in de textielindustrie, in de papierindustrie, in de lederindustrie of in dergelijke industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen:

3809 10

op basis van zetmeel of van zetmeelhoudende stoffen

3823

Industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid oils; industriële vetalcoholen:

 

industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid oils:

3823 11 00

– –

stearinezuur

3823 12 00

– –

oliezuur

3823 13 00

– –

tallvetzuren

3823 19

– –

andere

3823 70 00

industriële vetalcoholen

3824

Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen; chemische producten en preparaten van de chemische of van aanverwante industrieën (mengsels van natuurlijke producten daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen:

3824 60

sorbitol andere dan die bedoeld bij onderverdeling 2905 44

Lijst 2: Contingenten en rechten die bij invoer in Kroatië van toepassing zijn op goederen van oorsprong uit de Gemeenschap

Aantekening: De producten in deze tabel komen binnen de hieronder vermelde contingenten voor een nulrecht in aanmerking. Het toepasselijk recht voor hoeveelheden boven deze contingenten bedraagt 50 % van het meestbegunstigingsrecht.

GN-code

Omschrijving

Jaarlijks contingent

0403 10 51

0403 10 53

0403 10 59

0403 10 91

0403 10 93

0403 10 99

0403 90 71

0403 90 73

0403 90 79

0403 90 91

0403 90 93

0403 90 99

Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao

2 390 t

0405 20 10

0405 20 30

Zuivelpasta’s met een vetgehalte van 39 of meer gewichtspercenten doch niet meer dan 75 gewichtspercenten

68 t

1517 10 10

1517 90 10

1517 90 93

Margarine en mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën, met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercenten; mengsels en bereidingen voor menselijke consumptie van de soorten gebruikt als preparaten voor het insmeren van bakvormen

700 t

2201 10 11

2201 10 19

2201 10 90

Mineraalwater en spuitwater

16 907 t

2205 10 10

2205 10 90

2205 90 10

2205 90 90

Vermout en andere wijn van verse druiven, bereid met aromatische planten of met aromatische stoffen

420 hl

ex 2208 90 33

ex 2208 90 38

Pruimenbrandewijn (slivovitz of šljivovica), met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80 % vol.

170 hl

2402 20 10

2402 20 90

2402 90 00

Sigaretten, tabak bevattend; sigaren, cigarillo’s en sigaretten, van tabakssurrogaten

35 t

2403 10 10

2403 10 90

Rooktabak, ook indien tabakssurrogaten bevattend, ongeacht in welke verhouding

42 t

Lijst 3: Contingenten en rechten die bij invoer in Kroatië van toepassing zijn op goederen van oorsprong uit de Gemeenschap

Aantekening: De producten in deze tabel komen binnen de hieronder vermelde contingenten voor een nulrecht in aanmerking. Het toepasselijk recht voor hoeveelheden boven deze contingenten bedraagt 40 % van het meestbegunstigingsrecht.

GN-code

Omschrijving

Jaarlijks contingent (in t)

1704 90 10

1704 90 30

1704 90 51

1704 90 55

1704 90 61

1704 90 65

1704 90 71

1704 90 75

1704 90 81

1704 90 99

Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen), andere dan kauwgom, geen cacao bevattend

1 250

1806

Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten

2 410

1905

Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel

4 390

2105 00

Consumptie-ijs, ook indien cacao bevattend

1 430

2202

Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentesappen bedoeld bij post 2009

18 100

Lijst 4: Contingenten en rechten die bij invoer in Kroatië van toepassing zijn op goederen van oorsprong uit de Gemeenschap

Aantekening: De producten in deze tabel komen binnen de hieronder vermelde jaarlijkse contingenten voor een nulrecht in aanmerking. Voor de hoeveelheden boven de contingenten gelden de voorwaarden van bijlage II, lijst 1, bij protocol nr. 3.

GN-code

Omschrijving

Jaarlijks contingent (in t)

2103 90 30

2103 90 90

Aromatische bitters met een alcoholvolumegehalte van 44,2 of meer doch niet meer dan 49,2 % vol., bevattende 1,5 of meer doch niet meer dan 6 gewichtspercenten gentianine, kruiden en diverse ingrediënten en met een suikergehalte van 4 of meer doch niet meer dan 10 gewichtspercenten, in verpakkingen met een inhoudsruimte van niet meer dan 0,5 l; andere sausen en preparaten voor sausen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten, tomatenketchup en andere tomatensausen; mangochutney, vloeibaar

300

BIJLAGE IX

BIJLAGE I

OVEREENKOMST

TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE REPUBLIEK KROATIË BETREFFENDE WEDERZIJDSE PREFERENTIËLE HANDELSCONCESSIES VOOR BEPAALDE WIJNEN

1.

Concessies van toepassing op de invoer van producten van oorsprong uit Kroatië in de Gemeenschap met ingang van 1 augustus 2007:

GN-code

Omschrijving

Recht

Jaarlijkse hoeveelheid (hl)

Jaarlijkse toename (hl)

Bijzondere bepalingen

ex 2204 10

ex 2204 21

Mousserende kwaliteitswijn

Wijn van verse druiven

vrijstelling

44 000

10 000

(1)(2)

ex 2204 29

Wijn van verse druiven

vrijstelling

29 000

0

(2)

(1)

Op voorwaarde dat in het voorgaande jaar ten minste 80 % van de in aanmerking komende hoeveelheid is gebruikt, wordt de jaarlijkse verhoging toegepast totdat de som van de contingenten voor de posten ex 2204 10, ex 2204 21 en ex 2204 29 maximaal 98 000 hl bereikt.

(2)

Op verzoek van een van de overeenkomstsluitende partijen kan overleg worden gevoerd om de contingenten aan te passen door hoeveelheden van het contingent voor post ex 2204 29 over te hevelen naar de contingenten voor de posten ex 2204 10 en ex 2204 21.

2.

De Gemeenschap past een preferentieel nulrecht toe binnen de in punt 1 genoemde tariefcontingenten, op voorwaarde dat de Republiek Kroatië geen exportsubsidie verleent voor de uitvoer van deze hoeveelheden.

3.

Voor invoer in de Republiek Kroatië van de volgende producten van oorsprong uit de Gemeenschap gelden met ingang van 1 augustus 2007 de volgende concessies:

Kroatische tariefcode

Omschrijving

Recht

Jaarlijkse hoeveelheden (hl)

Jaarlijkse toename (hl)

Bijzondere bepalingen

ex 2204 10

ex 2204 21

Mousserende kwaliteitswijn

Wijn van verse druiven

vrijstelling

14 000

800

(1)

ex 2204 29

Wijn van verse druiven

vrijstelling

8 000

0

 

ex 2204

Wijn van verse druiven, wijn waaraan alcohol is toegevoegd daaronder begrepen; druivenmost, andere dan bedoeld bij post 2009

50 % van het meest-begunsti-gingsrecht

900

0

 

(1)

Op voorwaarde dat in het voorgaande jaar ten minste 80 % van de in aanmerking komende hoeveelheid is gebruikt, wordt de jaarlijkse verhoging toegepast totdat een maximum van 18 000 hl is bereikt.

4.

De Republiek Kroatië past een preferentieel nulrecht toe binnen de in punt 3 genoemde tariefcontingenten, op voorwaarde dat de Gemeenschap geen exportsubsidie verleent voor de uitvoer van deze hoeveelheden.

5.

Deze overeenkomst is van toepassing op wijn die

a)

is geproduceerd van verse druiven die alle op het grondgebied van die overeenkomstsluitende partij zijn geoogst, en,

b)

i)

indien van oorsprong uit de Europese Unie, is geproduceerd overeenkomstig de regels inzake oenologische procedés en behandelingen, zoals bedoeld in titel V van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad;

ii)

indien van oorsprong uit de Republiek Kroatië, is geproduceerd overeenkomstig de regels inzake oenologische procedés en behandelingen, zoals geformuleerd in de Kroatische wetgeving. Deze oenologische regels moeten in overeenstemming zijn met de communautaire wetgeving.

6.

Voor de invoer van wijn in het kader van de in deze overeenkomst vastgestelde concessies moet een certificaat worden afgegeven door een wederzijds erkend officieel orgaan dat op de gezamenlijk opgestelde lijsten voorkomt, om ervoor te zorgen dat de wijn voldoet aan het bepaalde in punt 5, onder b).

7.

De overeenkomstsluitende partijen onderzoeken uiterlijk in het eerste kwartaal van 2005 de mogelijkheden om elkaar verdere concessies te verlenen, rekening houdend met de ontwikkeling van de handel in wijn tussen de overeenkomstsluitende partijen.

8.

De overeenkomstsluitende partijen zorgen ervoor dat de wederzijds verleende voordelen niet door andere maatregelen worden doorkruist.

9.

Op verzoek van een der overeenkomstsluitende partijen vindt overleg plaats over elk probleem in verband met de werking van deze overeenkomst.

10.

Deze overeenkomst is enerzijds van toepassing op het grondgebied waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is, onder de in dat Verdrag neergelegde voorwaarden, en anderzijds op het grondgebied van de Republiek Kroatië.

BIJLAGE X

PROTOCOL 4

betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en administratieve samenwerking met het oog op de toepassing van de bepalingen van deze overeenkomst tussen de Gemeenschap en Kroatië

INHOUDSOPGAVE

TITEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Definities

TITEL II

DEFINITIE VAN HET BEGRIP „PRODUCTEN VAN OORSPRONG”

Artikel 2

Algemene voorwaarden

Artikel 3

Cumulatie in de Gemeenschap

Artikel 4

Cumulatie in Kroatië

Artikel 5

Geheel en al verkregen producten

Artikel 6

Toereikende bewerking of verwerking

Artikel 7

Ontoereikende bewerking of verwerking

Artikel 8

Determinerende eenheid

Artikel 9

Accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen

Artikel 10

Stellen en assortimenten

Artikel 11

Neutrale elementen

TITEL III

TERRITORIALE VOORWAARDEN

Artikel 12

Territorialiteitsbeginsel

Artikel 13

Rechtstreeks vervoer

Artikel 14

Tentoonstellingen

TITEL IV

TERUGGAVE EN VRIJSTELLING VAN RECHTEN

Artikel 15

Verbod op de teruggave of vrijstelling van douanerechten

TITEL V

BEWIJS VAN OORSPRONG

Artikel 16

Algemene voorwaarden

Artikel 17

Procedure voor de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

Artikel 18

Afgifte achteraf van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

Artikel 19

Afgifte van een duplicaat van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

Artikel 20

Afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 aan de hand van een eerder opgesteld of afgegeven bewijs van oorsprong

Artikel 21

Gescheiden boekhouding

Artikel 22

Voorwaarden voor het opstellen van een factuurverklaring

Artikel 23

Toegelaten exporteurs

Artikel 24

Geldigheid van bewijzen van oorsprong

Artikel 25

Overlegging van bewijzen van oorsprong

Artikel 26

Invoer in deelzendingen

Artikel 27

Vrijstelling van bewijs van oorsprong

Artikel 28

Bewijsstukken

Artikel 29

Bewaring van bewijzen van oorsprong en andere bewijsstukken

Artikel 30

Verschillen en vormfouten

Artikel 31

Bedragen in euro

TITEL VI

ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING

Artikel 32

Wederzijdse bijstand

Artikel 33

Controle van bewijzen van oorsprong

Artikel 34

Beslechting van geschillen

Artikel 35

Sancties

Artikel 36

Vrije zones

TITEL VII

CEUTA EN MELILLA

Artikel 37

Toepassing van het protocol

Artikel 38

Bijzondere voorwaarden

TITEL VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 39

Wijzigingen van het protocol

Lijst van bijlagen

Bijlage I:

Aantekeningen bij de lijst in bijlage II

Bijlage II:

Lijst van oorsprongverlenende be- of verwerkingen

Bijlage III:

Modellen van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 en aanvraag van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

Bijlage IV:

Tekst van de factuurverklaring

TITEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van dit protocol wordt verstaan onder:

a)

„vervaardiging”: elke soort be- of verwerking, met inbegrip van assemblage of speciale behandelingen;

b)

„materiaal”: alle ingrediënten, grondstoffen, componenten, delen en dergelijke die bij de vervaardiging van het product worden gebruikt;

c)

„product”: het verkregen product, ook indien dit bestemd is om later bij de vervaardiging van een ander product te worden gebruikt;

d)

„goederen”: zowel materialen als producten;

e)

„douanewaarde”: de waarde zoals bepaald bij de overeenkomst inzake de toepassing van artikel VII van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel van 1994 (Overeenkomst inzake de douanewaarde van de WTO);

f)

„prijs af fabriek”: de prijs die voor het product af fabriek is betaald aan de fabrikant in de Gemeenschap of in Kroatië in wiens bedrijf de laatste be- of verwerking is verricht, mits in die prijs de waarde van alle gebruikte materialen is inbegrepen, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen product wordt uitgevoerd;

g)

„waarde van de materialen”: de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in de Gemeenschap of in Kroatië is betaald;

h)

„waarde van de materialen van oorsprong”: de waarde van deze materialen als omschreven onder g), welke omschrijving van dienovereenkomstige toepassing is;

i)

„toegevoegde waarde”: de prijs af fabriek verminderd met de douanewaarde van alle gebruikte materialen van oorsprong uit de andere in de artikelen 3 en 4 genoemde landen of, indien de douanewaarde niet bekend is of niet kan worden vastgesteld, de eerste verifieerbare prijs die in de Gemeenschap of in Kroatië voor deze materialen werd betaald;

j)

„hoofdstukken” en „posten”: de hoofdstukken en posten (viercijfercodes) van de nomenclatuur die het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en codering van goederen vormt, in dit protocol „het geharmoniseerde systeem” of „GS” genoemd;

k)

„ingedeeld”: de indeling van een product of materiaal onder een bepaalde post;

l)

„zending”: producten die gelijktijdig van één exporteur naar één geadresseerde worden verzonden of vergezeld gaan van één vervoersdocument dat de verzending van de exporteur naar de geadresseerde dekt, of bij gebreke daarvan, één factuur;

m)

„gebieden”: ook de territoriale wateren.

TITEL II

DEFINITIE VAN HET BEGRIP „PRODUCTEN VAN OORSPRONG”

Artikel 2

Algemene voorwaarden

1.   Voor de toepassing van deze overeenkomst worden de volgende producten beschouwd als van oorsprong uit de Gemeenschap:

a)

geheel en al in de Gemeenschap verkregen producten in de zin van artikel 5;

b)

in de Gemeenschap verkregen producten, waarin materialen zijn verwerkt die daar niet geheel en al zijn verkregen, mits deze materialen in de Gemeenschap een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 6.

2.   Voor de toepassing van deze overeenkomst worden de volgende producten beschouwd als van oorsprong uit Kroatië:

a)

geheel en al in Kroatië verkregen producten in de zin van artikel 5;

b)

in Kroatië verkregen producten, waarin materialen zijn verwerkt die daar niet geheel en al zijn verkregen, mits deze materialen in Kroatië een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 6.

Artikel 3

Bilaterale cumulatie in de Gemeenschap

Materialen van oorsprong uit Kroatië worden beschouwd als materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, indien ze in een aldaar verkregen product zijn opgenomen. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan, mits ze een be- of verwerking hebben ondergaan die meer omvat dan de in artikel 7, lid 1, genoemde be- of verwerkingen.

Artikel 4

Bilaterale cumulatie in Kroatië

Materialen van oorsprong uit de Gemeenschap worden beschouwd als materialen van oorsprong uit Kroatië, indien ze in een aldaar verkregen product zijn opgenomen. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan, mits ze een be- of verwerking hebben ondergaan die meer omvat dan de in artikel 7, lid 1, genoemde be- of verwerkingen.

Artikel 5

Geheel en al verkregen producten

1.   Als geheel en al in de Gemeenschap of in Kroatië verkregen worden beschouwd:

a)

aldaar uit de bodem of zeebodem gewonnen minerale producten;

b)

aldaar geoogste producten van het plantenrijk;

c)

aldaar geboren en gehouden levende dieren;

d)

producten afkomstig van aldaar gehouden levende dieren;

e)

producten van de aldaar bedreven jacht en visserij;

f)

producten van de zeevisserij en andere buiten de territoriale wateren van de Gemeenschap of van Kroatië door hun schepen uit de zee gewonnen producten;

g)

producten die uitsluitend uit de onder f) bedoelde producten aan boord van hun fabrieksschepen zijn vervaardigd;

h)

aldaar verzamelde gebruikte artikelen die slechts voor de terugwinning van grondstoffen kunnen dienen, met inbegrip van gebruikte banden die uitsluitend geschikt zijn om van een nieuw loopvak te worden voorzien of slechts als afval kunnen worden gebruikt;

i)

afval en schroot afkomstig van aldaar verrichte fabrieksbewerkingen;

j)

producten, gewonnen uit de zeebodem of -ondergrond buiten de territoriale wateren, mits zij alleen het recht hebben op ontginning van deze bodem of ondergrond;

k)

goederen die aldaar uitsluitend uit de onder a) tot en met j) bedoelde producten zijn vervaardigd.

2.   De termen „hun schepen” en „hun fabrieksschepen” in lid 1, onder f) en g), zijn slechts van toepassing op schepen en fabrieksschepen:

a)

die in een lidstaat van de Gemeenschap of in Kroatië zijn ingeschreven of geregistreerd;

b)

die de vlag van een lidstaat van de Gemeenschap of van Kroatië voeren;

c)

die voor ten minste 50 % toebehoren aan onderdanen van lidstaten van de Gemeenschap of onderdanen van Kroatië of aan een vennootschap die haar hoofdkantoor in een van deze staten heeft en waarvan de bedrijfsvoerder(s), de voorzitter van de raad van bestuur of van toezicht en de meerderheid van de leden van deze raden onderdaan zijn van een lidstaat van de Gemeenschap of onderdaan van Kroatië en waarvan bovendien, in het geval van personenvennootschappen of vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, ten minste de helft van het kapitaal toebehoort aan deze staten of aan openbare lichamen of onderdanen van deze staten;

d)

waarvan de kapitein en de officieren onderdaan zijn van een lidstaat van de Gemeenschap of onderdaan van Kroatië,

en

e)

waarvan de bemanning voor ten minste 75 % bestaat uit onderdanen van lidstaten van de Gemeenschap of van Kroatië.

Artikel 6

Toereikende bewerking of verwerking

1.   Voor de toepassing van artikel 2 worden producten die niet geheel en al verkregen zijn, geacht een toereikende bewerking of verwerking te hebben ondergaan indien aan de voorwaarden van de lijst in bijlage II is voldaan.

Die voorwaarden geven voor alle onder de overeenkomst vallende producten aan welke be- of verwerkingen niet van oorsprong zijnde materialen moeten ondergaan om het karakter van product van oorsprong te verkrijgen, en zijn slechts op die materialen van toepassing. Dit betekent dat indien een product dat de oorsprong heeft verkregen doordat het aan de voorwaarden in die lijst voor dat product voldoet als materiaal wordt gebruikt bij de vervaardiging van een ander product, de voorwaarden die van toepassing zijn op het product waarin het wordt verwerkt daarvoor niet gelden. Er wordt dan geen rekening gehouden met de niet van oorsprong zijnde materialen die bij de vervaardiging ervan zijn gebruikt.

2.   In afwijking van lid 1 kunnen niet van oorsprong zijnde materialen die, volgens de voorwaarden in de lijst, bij de vervaardiging van een product niet mogen worden gebruikt, toch worden gebruikt, indien:

a)

de totale waarde ervan niet hoger is dan 10 % van de prijs af fabriek van het product;

b)

wanneer in de lijst één of meer percentages zijn gegeven voor de maximumwaarde van de materialen die niet van oorsprong zijn, en deze percentages door de toepassing van dit lid niet worden overschreden.

Dit lid is niet van toepassing op de producten die onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerde systeem zijn ingedeeld.

3.   De leden 1 en 2 zijn van toepassing onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 7.

Artikel 7

Ontoereikende bewerking of verwerking

1.   Behoudens het bepaalde in lid 2 worden de volgende be- of verwerkingen als ontoereikend beschouwd om de oorsprong te verlenen, ongeacht of aan de voorwaarden van artikel 6 is voldaan:

a)

behandelingen om de producten tijdens vervoer en opslag in goede staat te bewaren;

b)

splitsen en samenvoegen van colli;

c)

wassen, schoonmaken; stofvrij maken, verwijderen van roest, olie, verf of dergelijke;

d)

strijken of persen van textiel;

e)

eenvoudig schilderen of polijsten;

f)

ontvliezen of doppen, geheel of gedeeltelijk bleken, polijsten of vlampolijsten van granen of rijstdoppen;

g)

kleuren van suiker of vormen van suikerklonten;

h)

pellen, ontpitten of schillen van noten, vruchten of groenten;

i)

aanscherpen, eenvoudig vermalen of eenvoudig versnijden;

j)

zeven, sorteren, classificeren, assorteren; (daaronder begrepen het samenstellen van stellen of assortimenten van artikelen);

k)

eenvoudig plaatsen in flessen, flacons, blikken, zakken, kratten of dozen, bevestigen op kaarten of platen en alle andere eenvoudige handelingen in verband met de opmaak;

l)

aanbrengen of opdrukken van merken, etiketten, beeldmerken of andere soortgelijke onderscheidingstekens op de producten zelf of op de verpakking;

m)

eenvoudig mengen van producten, ook van verschillende soorten;

n)

eenvoudig samenvoegen van delen van artikelen tot een volledig artikel dan wel het uit elkaar nemen van artikelen in onderdelen;

o)

twee of meer van de onder a) tot en met n) vermelde behandelingen tezamen;

p)

slachten van dieren.

2.   Om te bepalen of de be- of verwerkingen die een bepaald product heeft ondergaan ontoereikend zijn in de zin van lid 1, worden alle be- of verwerkingen die dit product in de Gemeenschap of in Kroatië heeft ondergaan tezamen genomen.

Artikel 8

Determinerende eenheid

1.   De determinerende eenheid voor de toepassing van de bepalingen van dit protocol is het product dat volgens de nomenclatuur van het geharmoniseerde systeem als de basiseenheid wordt beschouwd.

Hieruit volgt:

a)

wanneer een product, bestaande uit een groep of verzameling van artikelen, onder een enkele post van het geharmoniseerde systeem wordt ingedeeld, het geheel de in aanmerking te nemen eenheid vormt;

b)

wanneer een zending bestaat uit een aantal eendere producten die onder dezelfde post van het geharmoniseerde systeem worden ingedeeld, elk product voor de toepassing van de bepalingen van dit protocol afzonderlijk moet worden genomen.

2.   Wanneer volgens algemene regel 5 voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem de verpakking meetelt voor het vaststellen van de indeling, telt deze ook mee voor het vaststellen van de oorsprong.

Artikel 9

Accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen

Accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen die samen met materieel, machines, apparaten of voertuigen worden geleverd en deel uitmaken van de normale uitrusting daarvan en in de prijs daarvan zijn begrepen of niet afzonderlijk in rekening worden gebracht, worden geacht één geheel te vormen met het materieel, de machines, apparaten of voertuigen in kwestie.

Artikel 10

Stellen en assortimenten

Stellen of assortimenten in de zin van algemene regel 3 voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem, worden als van oorsprong beschouwd indien alle samenstellende delen van oorsprong zijn. Een stel of assortiment bestaande uit producten van oorsprong en producten die niet van oorsprong zijn, wordt als van oorsprong beschouwd indien de waarde van de producten die niet van oorsprong zijn niet meer dan 15 % van de prijs af fabriek van het stel of assortiment bedraagt.

Artikel 11

Neutrale elementen

Om te bepalen of een product van oorsprong is, is het niet noodzakelijk de oorsprong na te gaan van:

a)

energie en brandstof;

b)

fabrieksuitrusting;

c)

machines en werktuigen;

d)

goederen die in de uiteindelijke samenstelling van het product niet voorkomen en ook niet bedoeld waren om daarin voor te komen.

TITEL III

TERRITORIALE VOORWAARDEN

Artikel 12

Territorialiteitsbeginsel

1.   Aan de in titel II genoemde voorwaarden voor het verkrijgen van de oorsprong moet zonder onderbreking in de Gemeenschap of in Kroatië zijn voldaan, behoudens het bepaalde in de artikelen 3 en 4, en in lid 3 van dit artikel.

2.   Behoudens het bepaalde in de artikelen 3 en 4 worden producten van oorsprong die uit de Gemeenschap of Kroatië naar een ander land worden uitgevoerd en vervolgens opnieuw worden ingevoerd, als niet van oorsprong beschouwd, tenzij ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat:

a)

de terugkerende goederen dezelfde zijn als de eerder uitgevoerde goederen,

en

b)

de goederen tijdens de periode dat zij waren uitgevoerd geen andere be- of verwerkingen hebben ondergaan dan die welke noodzakelijk waren om ze in goede staat te bewaren.

3.   Een buiten de Gemeenschap of Kroatië verrichte be- of verwerking van de uit de Gemeenschap of Kroatië uitgevoerde en later wederingevoerde materialen ontneemt niet het karakter van product van oorsprong overeenkomstig het bepaalde in titel II indien:

a)

deze materialen geheel en al in de Gemeenschap of Kroatië zijn verkregen dan wel, voorafgaand aan de uitvoer, aldaar be- of verwerkingen hebben ondergaan die meer inhouden dan die welke in artikel 7 zijn genoemd,

en

b)

ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:

i)

de wederingevoerde goederen het resultaat zijn van de be- of verwerking van de uitgevoerde materialen,

en

ii)

de totale buiten de Gemeenschap of Kroatië toegevoegde waarde niet meer dan 10 % bedraagt van de prijs af fabriek van het als product van oorsprong aangemerkte eindproduct.

4.   Voor de toepassing van lid 3 is het bepaalde in titel II betreffende het verlenen van de oorsprong niet van toepassing op buiten de Gemeenschap of Kroatië verrichte be- of verwerkingen. Wanneer evenwel, in de lijst van bijlage II, voor de vaststelling van het karakter van product van oorsprong van het betrokken eindproduct een regel is opgenomen die de maximumwaarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen vaststelt, mogen de totale waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die in de betrokken partij worden verwerkt en de totale buiten de Gemeenschap of Kroatië overeenkomstig dit artikel toegevoegde waarde het vermelde percentage niet overschrijden.

5.   Voor de toepassing van het bepaalde in de leden 3 en 4 wordt onder „totale toegevoegde waarde” verstaan alle buiten de Gemeenschap of Kroatië gemaakte kosten, met inbegrip van de waarde van de toegevoegde materialen.

6.   De leden 3 en 4 zijn niet van toepassing op producten die niet aan de voorwaarden van de lijst in bijlage II voldoen of die slechts kunnen worden aangemerkt als toereikend te zijn be- of verwerkt door toepassing van de algemene tolerantieregel van artikel 6, lid 2.

7.   De leden 3 en 4 zijn niet van toepassing op producten van de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerde systeem.

8.   Buiten de Gemeenschap of Kroatië verrichte be- of verwerkingen als bedoeld in dit artikel vinden plaats in het kader van de regeling passieve veredeling of een soortgelijke regeling.

Artikel 13

Rechtstreeks vervoer

1.   De bij deze overeenkomst vastgestelde preferentiële regeling is uitsluitend van toepassing op producten die aan de voorwaarden van dit protocol voldoen en die rechtstreeks tussen de Gemeenschap en Kroatië zijn vervoerd. Goederen die een enkele zending vormen, kunnen via een ander grondgebied worden vervoerd, eventueel met overslag of tijdelijke opslag op dit grondgebied, voor zover ze in het land van doorvoer of opslag onder toezicht van de douane blijven en aldaar geen andere behandelingen ondergaan dan lossen en opnieuw laden of behandelingen om ze in goede staat te bewaren.

Producten van oorsprong mogen via een pijpleiding door een ander grondgebied dan dat van de Gemeenschap of van Kroatië worden vervoerd.

2.   Het bewijs dat aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden is voldaan, wordt geleverd door overlegging van de volgende stukken aan de douane van het land van invoer:

a)

een enkel vervoerdocument dat het vervoer dekt van het land van uitvoer door het land van doorvoer, of

b)

een door de douaneautoriteiten van het land van doorvoer afgegeven certificaat:

i)

met een nauwkeurige omschrijving van de goederen;

ii)

met de data waarop de producten gelost en opnieuw geladen zijn, in voorkomend geval onder vermelding van de gebruikte schepen of andere vervoermiddelen;

en

iii)

met een verklaring betreffende de voorwaarden waarop de goederen in het land van doorvoer verbleven, of

c)

bij gebreke van bovengenoemde stukken, enig ander bewijsstuk.

Artikel 14

Tentoonstellingen

1.   Deze overeenkomst is van toepassing bij invoer van producten van oorsprong die naar een tentoonstelling in een ander land dan een lidstaat van de Gemeenschap of Kroatië zijn verzonden en die na de tentoonstelling voor invoer in de Gemeenschap of Kroatië zijn verkocht, mits ten genoegen van de douane van het land van invoer wordt aangetoond dat:

a)

een exporteur deze producten vanuit de Gemeenschap of Kroatië naar het land van de tentoonstelling heeft verzonden en daar heeft tentoongesteld;

b)

deze exporteur de producten heeft verkocht of op andere wijze afgestaan aan een geadresseerde in de Gemeenschap of Kroatië;

c)

de producten tijdens of onmiddellijk na de tentoonstelling in dezelfde staat als waarin zij naar de tentoonstelling zijn gegaan zijn verzonden,

en

d)

de producten vanaf het moment dat zij naar de tentoonstelling werden verzonden, niet voor andere doeleinden zijn gebruikt dan om op die tentoonstelling te worden vertoond.

2.   Een bewijs van de oorsprong wordt overeenkomstig de bepalingen van titel V afgegeven of opgesteld en op de normale wijze bij de douane van het land van invoer ingediend. Op dit bewijs zijn de naam en het adres van de tentoonstelling vermeld. Indien nodig kunnen aanvullende bewijsstukken worden verlangd ten aanzien van de aard van de producten en de voorwaarden waarop zij waren tentoongesteld.

3.   Lid 1 is van toepassing op alle tentoonstellingen, beurzen of soortgelijke openbare evenementen met een commercieel, industrieel, agrarisch of ambachtelijk karakter die niet voor particuliere doeleinden in winkels of bedrijfsruimten met het oog op de verkoop van buitenlandse producten worden gehouden en gedurende welke de producten onder douanetoezicht zijn gebleven.

TITEL IV

TERUGGAVE EN VRIJSTELLING VAN RECHTEN

Artikel 15

Verbod op de teruggave of vrijstelling van douanerechten

1.   Niet van oorsprong zijnde materialen die gebruikt zijn bij de vervaardiging van producten van oorsprong uit de Gemeenschap of Kroatië waarvoor overeenkomstig de bepalingen van titel V een bewijs van oorsprong is afgegeven of opgesteld, komen in de Gemeenschap of in Kroatië niet in aanmerking voor de teruggave of vrijstelling van douanerechten in welke vorm dan ook.

2.   Het verbod in lid 1 is van toepassing op elke regeling voor terugbetaling of algehele of gedeeltelijke vrijstelling van douanerechten of heffingen van gelijke werking die in de Gemeenschap of in Kroatië van toepassing is op materialen die bij de vervaardiging zijn gebruikt, indien een dergelijke terugbetaling of vrijstelling uitdrukkelijk of feitelijk wordt toegekend indien de producten die uit genoemde materialen zijn verkregen worden uitgevoerd, doch niet van toepassing is indien deze producten voor binnenlands gebruik zijn bestemd.

3.   De exporteur van producten die door een bewijs van oorsprong zijn gedekt, moet op verzoek van de douane steeds alle stukken overleggen waaruit blijkt dat geen teruggave of vrijstelling van rechten is verkregen ten aanzien van de bij de vervaardiging van de betrokken producten gebruikte, niet van oorsprong zijnde materialen en dat alle douanerechten en heffingen van gelijke werking die op deze materialen van toepassing zijn, daadwerkelijk zijn betaald.

4.   De leden 1, 2 en 3 zijn ook van toepassing op de verpakking in de zin van artikel 8, lid 2, op accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen in de zin van artikel 9 en op producten die deel uitmaken van een stel of assortiment in de zin van artikel 10, wanneer dergelijke producten niet van oorsprong zijn.

5.   De leden 1 tot en met 4 zijn uitsluitend van toepassing op materialen van de soort waarop de overeenkomst van toepassing is. Zij doen geen afbreuk aan het systeem van restituties bij de uitvoer van landbouwproducten overeenkomstig de bepalingen van de overeenkomst.

TITEL V

BEWIJS VAN OORSPRONG

Artikel 16

Algemene voorwaarden

1.   Deze overeenkomst is van toepassing op producten van oorsprong uit de Gemeenschap die in Kroatië worden ingevoerd en op producten van oorsprong uit Kroatië die in de Gemeenschap worden ingevoerd, op vertoon van:

a)

een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, waarvan het model in bijlage III is opgenomen, of

b)

in de in artikel 22, lid 1, bedoelde gevallen, een verklaring van de exporteur (hierna „factuurverklaring” genoemd) op een factuur, pakbon of een ander handelsdocument, waarin de producten duidelijk genoeg zijn omschreven om geïdentificeerd te kunnen worden; de tekst van deze factuurverklaring is opgenomen in bijlage IV.

2.   In afwijking van lid 1 vallen producten van oorsprong in de zin van dit protocol in de in artikel 27 bedoelde gevallen onder de toepassing van de overeenkomst zonder dat een van de hierboven genoemde documenten behoeft te worden overgelegd.

Artikel 17

Procedure voor de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

1.   Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt afgegeven door de douane van het land van uitvoer op schriftelijke aanvraag van de exporteur of, onder diens verantwoordelijkheid, van zijn gemachtigde vertegenwoordiger.

2.   Te dien einde vult de exporteur of diens gemachtigde vertegenwoordiger zowel het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 als het aanvraagformulier in. Modellen van beide formulieren zijn in bijlage III opgenomen. Deze formulieren worden ingevuld in een van de talen waarin deze overeenkomst is opgesteld overeenkomstig het nationale recht van het land van uitvoer. Indien de formulieren met de hand worden ingevuld, dient dit met inkt en in hoofdletters te gebeuren. De producten moeten worden omschreven in het daartoe bestemde vak en er mogen geen regels worden opengelaten. Indien dit vak niet volledig is ingevuld, wordt onder de laatste regel een horizontale lijn getrokken en het niet-ingevulde gedeelte doorgekruist.

3.   De exporteur die om de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 verzoekt, dient op verzoek van de douane van het land van uitvoer waar dit certificaat wordt afgegeven, steeds de nodige documenten over te leggen waaruit blijkt dat de betrokken producten van oorsprong zijn en dat aan alle andere voorwaarden van dit protocol is voldaan.

4.   Het EUR.1-certificaat wordt afgegeven door de douane van een lidstaat van de Gemeenschap of van Kroatië indien de uit te voeren goederen kunnen worden beschouwd als producten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Kroatië en aan de andere voorwaarden van dit protocol is voldaan.

5.   De met de afgifte van certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 belaste douaneautoriteiten nemen alle nodige maatregelen om te controleren of de producten daadwerkelijk van oorsprong zijn, en gaan na of aan alle andere voorwaarden van dit protocol is voldaan. Met het oog hierop zijn zij gerechtigd bewijsstukken op te vragen, de administratie van de exporteur in te zien en alle andere controles te verrichten die zij dienstig achten. Zij zien er ook op toe dat de in lid 2 bedoelde formulieren correct zijn ingevuld. Met name wordt nagegaan of het voor de omschrijving van de goederen bestemde vak zodanig is ingevuld dat frauduleuze toevoegingen niet mogelijk zijn.

6.   De datum van afgifte van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt vermeld in vak 11 van het certificaat.

7.   Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt door de douane afgegeven en ter beschikking van de exporteur gesteld zodra de goederen werkelijk worden uitgevoerd of wanneer het zeker is dat zij zullen worden uitgevoerd.

Artikel 18

Afgifte achteraf van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

1.   In afwijking van artikel 17, lid 7, kan een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 bij wijze van uitzondering na de uitvoer van de goederen waarop het betrekking heeft, worden afgegeven, indien

a)

dit door een vergissing, onopzettelijk verzuim of bijzondere omstandigheden niet bij de uitvoer is gebeurd,

of

b)

ten genoegen van de douane is aangetoond dat het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wel is afgegeven, maar bij invoer om technische redenen niet is aanvaard.

2.   Met het oog op de toepassing van lid 1 dient de exporteur in zijn aanvraag de plaats en de datum van uitvoer te vermelden van de producten waarop het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 betrekking heeft, onder opgave van de redenen van zijn aanvraag.

3.   Vóór de douane tot afgifte achteraf van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 overgaat, dient zij te hebben vastgesteld dat de gegevens in de aanvraag van de exporteur overeenstemmen met die in het desbetreffende dossier.

4.   Op een achteraf afgegeven certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt in de Engelse taal de volgende aantekening aangebracht:

„ISSUED RETROSPECTIVELY”.

5.   De in lid 4 bedoelde aantekening wordt aangebracht in het vak „Opmerkingen” van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.

Artikel 19

Afgifte van een duplicaat van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

1.   In geval van diefstal, verlies of vernietiging van een EUR.1-certificaat, kan de exporteur de douaneautoriteiten die dit certificaat hadden afgegeven, verzoeken een duplicaat op te maken aan de hand van de uitvoerdocumenten die in hun bezit zijn.

2.   Op het aldus afgegeven duplicaat wordt in de Engelse taal de volgende aantekening aangebracht:

„DUPLICATE”.

3.   De in lid 2 bedoelde aantekening wordt aangebracht in het vak „Opmerkingen” van het duplicaat van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.

4.   Het duplicaat, dat dezelfde datum van afgifte draagt als het oorspronkelijke certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, geldt vanaf die datum.

Artikel 20

Afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 aan de hand van een eerder opgesteld of afgegeven bewijs van oorsprong

Voor producten van oorsprong die in de Gemeenschap of in Kroatië onder toezicht van een douanekantoor zijn geplaatst, kan het oorspronkelijke bewijs van oorsprong door één of meer certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 worden vervangen bij verzending van deze producten of een gedeelte daarvan naar een andere plaats in de Gemeenschap of Kroatië. Dit certificaat wordt of deze certificaten worden afgegeven door het douanekantoor dat op de producten toezicht houdt.

Artikel 21

Gescheiden boekhouding

1.   Wanneer het met aanzienlijke kosten of moeilijkheden gepaard gaat om afzonderlijke voorraden aan te houden van identieke en onderling verwisselbare materialen die van oorsprong en die niet van oorsprong zijn, kunnen de douaneautoriteiten, op schriftelijk verzoek van de betrokkene, toestaan dat voor het beheer van deze voorraden de methode van de gescheiden boekhouding wordt gebruikt.

2.   Met behulp van deze gescheiden boekhouding moet het mogelijk zijn dat in een bepaalde referentieperiode eenzelfde aantal producten „van oorsprong” wordt verkregen als verkregen zou zijn indien de voorraden fysiek waren gescheiden.

3.   De douaneautoriteiten kunnen vergunning verlenen voor het gebruik van deze methode op de door hen wenselijk geachte voorwaarden.

4.   Deze methode wordt geregistreerd en toegepast op basis van de algemene boekhoudbeginselen die van toepassing zijn in het land waar het product is vervaardigd.

5.   Het bedrijf dat deze vergunning heeft verkregen, kan bewijzen van de oorsprong afgeven of aanvragen, al naargelang van het geval, voor de hoeveelheid producten die als van oorsprong kunnen worden beschouwd. De vergunninghouder verstrekt op verzoek van de douaneautoriteiten een verklaring over de wijze waarop de hoeveelheden zijn beheerd.

6.   De douaneautoriteiten houden toezicht op het gebruik van de vergunning en kunnen deze steeds intrekken wanneer de vergunninghouder deze niet correct gebruikt of niet aan een van de andere in dit protocol omschreven voorwaarden voldoet.

Artikel 22

Voorwaarden voor het opstellen van een factuurverklaring

1.   De in artikel 16, lid 1, onder b), genoemde factuurverklaring kan worden opgesteld door:

a)

toegelaten exporteurs in de zin van artikel 23,

of

b)

een willekeurige exporteur, voor zendingen bestaande uit één of meer colli met producten van oorsprong waarvan de totale waarde niet meer dan 6 000 EUR bedraagt.

2.   Een factuurverklaring kan worden opgesteld indien de producten als van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Kroatië kunnen worden beschouwd en aan de andere voorwaarden van dit protocol voldoen.

3.   De exporteur die de factuurverklaring opstelt, moet op verzoek van de douane van het land van uitvoer steeds de nodige documenten kunnen overleggen waaruit blijkt dat de betrokken producten van oorsprong zijn en dat aan de andere voorwaarden van dit protocol is voldaan.

4.   Deze factuurverklaring, waarvan de tekst in bijlage IV is opgenomen, wordt door de exporteur op de factuur, de pakbon of een ander handelsdocument getypt, gestempeld of gedrukt in een van de in die bijlage opgenomen talenversies, overeenkomstig de bepalingen van het nationale recht van het land van uitvoer. De factuurverklaring kan ook met de hand, met inkt en in hoofdletters, worden opgesteld.

5.   De factuurverklaring wordt door de exporteur eigenhandig ondertekend. Een toegelaten exporteur in de zin van artikel 23 behoeft deze verklaring echter niet te ondertekenen, mits hij de douane een schriftelijke verklaring doet toekomen waarin hij de volle verantwoordelijkheid op zich neemt voor alle factuurverklaringen waaruit zijn identiteit blijkt, alsof hij deze eigenhandig had ondertekend.

6.   Een factuurverklaring kan door de exporteur worden opgesteld bij de uitvoer van de producten waarop zij betrekking heeft of later, maar moet uiterlijk twee jaar na de invoer van de producten waarop zij betrekking heeft in het land van invoer worden aangeboden.

Artikel 23

Toegelaten exporteurs

1.   De douane van het land van uitvoer kan exporteurs, hierna „toegelaten exporteurs” genoemd, die veelvuldig producten verzenden waarop deze overeenkomst van toepassing is, vergunning verlenen factuurverklaringen op te stellen, ongeacht de waarde van de betrokken producten. Om voor een dergelijke vergunning in aanmerking te komen, moet de exporteur naar het oordeel van de douane de nodige waarborgen bieden met betrekking tot de controle op de oorsprong van de producten en de naleving van alle andere voorwaarden van dit protocol.

2.   De douaneautoriteiten kunnen het verlenen van de status van toegelaten exporteur afhankelijk stellen van door hen noodzakelijk geachte voorwaarden.

3.   De douane kent de toegelaten exporteur een nummer toe, dat op de factuurverklaringen moet worden vermeld.

4.   De douane houdt toezicht op het gebruik van de vergunning door de toegelaten exporteur.

5.   De douaneautoriteiten kunnen de vergunning te allen tijde intrekken. Zij zijn verplicht dit te doen wanneer de toegelaten exporteur niet meer de in lid 1 bedoelde garanties biedt, niet meer aan de in lid 2 bedoelde voorwaarden voldoet, of de vergunning oneigenlijk gebruikt.

Artikel 24

Geldigheid van bewijzen van oorsprong

1.   Een bewijs van oorsprong is vier maanden geldig vanaf de datum van afgifte in het land van uitvoer. Het moet binnen deze periode worden ingediend bij de douane van het land van invoer.

2.   Bewijzen van oorsprong die na het verstrijken van de in lid 1 genoemde termijn bij de douane van het land van invoer worden ingediend, kunnen met het oog op de toepassing van de preferentiële behandeling worden aanvaard wanneer de verlate indiening het gevolg is van overmacht of buitengewone omstandigheden.

3.   In andere gevallen van verlate indiening kan de douane van het land van invoer de bewijzen van oorsprong aanvaarden indien de producten vóór het verstrijken van genoemde termijn bij haar zijn aangebracht.

Artikel 25

Overlegging van bewijzen van oorsprong

Bewijzen van oorsprong worden bij de douane van het land van invoer ingediend overeenkomstig de aldaar geldende procedures. Deze autoriteiten kunnen om een vertaling van dit bewijs vragen. Zij kunnen voorts eisen dat de aangifte ten invoer vergezeld gaat van een verklaring van de importeur dat de producten aan de voorwaarden voor de toepassing van de overeenkomst voldoen.

Artikel 26

Invoer in deelzendingen

Wanneer, op verzoek van de importeur en op de door de douane van het land van invoer vastgestelde voorwaarden, gedemonteerde of niet-gemonteerde producten in de zin van algemene regel 2 a) voor de interpretatie van het geharmoniseerd systeem, vallende onder de afdelingen XVI en XVII of de posten 7308 en 9406 van het geharmoniseerd systeem, in deelzendingen worden ingevoerd, wordt één enkel bewijs van oorsprong bij de douane ingediend bij de invoer van de eerste deelzending.

Artikel 27

Vrijstelling van bewijs van oorsprong

1.   Goederen die in kleine zendingen door particulieren aan particulieren worden verzonden of die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers worden als producten van oorsprong toegelaten zonder dat een bewijs van oorsprong behoeft te worden overgelegd, voor zover aan zulke goederen ieder handelskarakter vreemd is en verklaard wordt dat zij aan de voorwaarden voor de toepassing van dit protocol voldoen en er over de juistheid van deze verklaring geen twijfel bestaat. Voor postzendingen kan deze verklaring op het douaneaangifteformulier CN22/CN23 of op een daaraan gehecht blad worden gesteld.

2.   Als invoer waaraan ieder handelskarakter vreemd is, wordt beschouwd de invoer van incidentele aard van goederen die uitsluitend bestemd zijn voor persoonlijk gebruik door de geadresseerde, de reiziger of de leden van hun gezin, mits noch de aard, noch de hoeveelheid van de goederen op commerciële doeleinden wijzen.

3.   Voorts mag de totale waarde van deze producten niet meer bedragen dan 500 EUR voor kleine zendingen of 1 200 EUR voor producten die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers.

Artikel 28

Bewijsstukken

De in artikel 17, lid 3, en artikel 22, lid 3, bedoelde documenten aan de hand waarvan wordt aangetoond dat producten die door een EUR.1-certificaat of een factuurverklaring worden gedekt, producten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Kroatië zijn en aan de andere voorwaarden van dit protocol voldoen, kunnen onder meer de volgende zijn:

a)

een rechtstreeks bewijs, bijvoorbeeld aan de hand van de boekhouding of de interne administratie van de exporteur of leverancier, van de door deze uitgevoerde be- of verwerkingen om de producten te verkrijgen;

b)

in de Gemeenschap of in Kroatië afgegeven of opgestelde en volgens het nationale recht gebruikte documenten waaruit de oorsprong van de gebruikte materialen blijkt;

c)

in de Gemeenschap of in Kroatië afgegeven of opgestelde en volgens het nationale recht gebruikte documenten waaruit be- of verwerking in de Gemeenschap of in Kroatië blijkt;

d)

certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 of factuurverklaringen waaruit blijkt dat de gebruikte materialen van oorsprong zijn, die overeenkomstig dit protocol in de Gemeenschap of in Kroatië zijn afgegeven of opgesteld;

e)

passende bewijsstukken inzake be- of verwerking buiten de Gemeenschap of Kroatië overeenkomstig artikel 12, waaruit blijkt dat aan de eisen van dat artikel is voldaan.

Artikel 29

Bewaring van bewijzen van oorsprong en andere bewijsstukken

1.   Exporteurs die om de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 verzoeken, dienen de in artikel 17, lid 3, bedoelde documenten ten minste drie jaar te bewaren.

2.   De exporteur die een factuurverklaring heeft opgesteld, bewaart een kopie van deze factuurverklaring en van de in artikel 22, lid 3, bedoelde documenten gedurende ten minste drie jaar.

3.   De douane van het land van uitvoer die een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 afgeeft, bewaart het in artikel 17, lid 2, bedoelde aanvraagformulier ten minste drie jaar.

4.   De douane van het land van invoer bewaart de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 en factuurverklaringen die bij haar werden ingediend gedurende ten minste drie jaar.

Artikel 30

Verschillen en vormfouten

1.   Geringe verschillen tussen de gegevens op het bewijs van oorsprong en de gegevens op de documenten die voor het vervullen van de invoerformaliteiten bij het douanekantoor worden ingediend, maken het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of de factuurverklaring niet automatisch ongeldig, indien blijkt dat het document wel degelijk met de aangebrachte goederen overeenstemt.

2.   Kennelijke vormfouten, zoals typefouten, op het bewijs van oorsprong leiden niet tot weigering van dit document indien deze fouten niet van dien aard zijn dat zij twijfel doen rijzen over de juistheid van de daarin vermelde gegevens.

Artikel 31

Bedragen in euro

1.   Voor de toepassing van artikel 22, lid 1, onder b), en artikel 27, lid 3, wordt, wanneer de producten gefactureerd zijn in een andere valuta dan de euro, de tegenwaarde in de nationale valuta van de lidstaten of van Kroatië die overeenstemt met de in euro uitgedrukte bedragen, jaarlijks door elk van de betrokken landen vastgesteld.

2.   Artikel 22, lid 1, onder b), en artikel 27, lid 3, zijn van toepassing op zendingen op basis van de valuta waarin de factuur is opgesteld, overeenkomstig het bedrag dat door het betrokken land is vastgesteld.

3.   De in een bepaalde nationale valuta te gebruiken bedragen zijn de tegenwaarde in die valuta van de in euro uitgedrukte bedragen op de eerste werkdag van oktober. De bedragen worden de Commissie van de Europese Gemeenschap uiterlijk op 15 oktober medegedeeld en zijn van toepassing vanaf 1 januari van het daaropvolgende jaar. De Commissie van de Europese Gemeenschappen stelt alle betrokken landen in kennis van de desbetreffende bedragen.

4.   Een land mag het bedrag dat is verkregen door omrekening van een in euro uitgedrukt bedrag in de nationale valuta naar boven of naar beneden afronden. Het afgeronde bedrag mag niet meer dan 5 procent afwijken van het door omrekening verkregen bedrag. Een land kan de tegenwaarde in zijn nationale valuta van een in euro uitgedrukt bedrag ongewijzigd handhaven, indien bij de omrekening van dit bedrag, ten tijde van de in lid 3 bedoelde jaarlijkse aanpassing, vóór afronding, een stijging van minder dan 15 procent van die tegenwaarde wordt verkregen. De tegenwaarde in nationale valuta kan ongewijzigd blijven, indien de omrekening tot een daling van de tegenwaarde leidt.

5.   De in euro uitgedrukte bedragen worden door het Stabilisatie- en associatiecomité op verzoek van de Gemeenschap of Kroatië herzien. Bij deze herziening onderzoekt het comité of het wenselijk is de betreffende limieten in reële termen te handhaven. Het kan te dien einde besluiten de in euro uitgedrukte bedragen te wijzigen.

TITEL VI

ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING

Artikel 32

Wederzijdse bijstand

1.   De douaneautoriteiten van de lidstaten van de Gemeenschap en van Kroatië doen elkaar via de Commissie afdrukken toekomen van de stempels die in hun douanekantoren worden gebruikt bij de afgifte van certificaten inzake goederenverkeer EUR.1, alsmede de adressen van de douanediensten die belast zijn met de controle van deze certificaten en de factuurverklaringen.

2.   Met het oog op de correcte toepassing van dit protocol verlenen de Gemeenschap en Kroatië elkaar via de bevoegde douane-instanties bijstand bij de controle op de echtheid van certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 en factuurverklaringen en de juistheid van de daarop vermelde gegevens.

Artikel 33

Controle van bewijzen van oorsprong

1.   Bewijzen van oorsprong worden achteraf steekproefsgewijs gecontroleerd, alsmede wanneer de douaneautoriteiten van het land van invoer redenen hebben om te twijfelen aan de echtheid van deze documenten, de oorsprong van de betrokken producten of de naleving van de andere voorwaarden van dit protocol.

2.   Voor de toepassing van lid 1 zendt de douane van het land van invoer het EUR.1-certificaat en de factuur, indien deze werd voorgelegd, de factuurverklaring of een kopie van deze documenten, terug aan de douane van het land van uitvoer, eventueel onder vermelding van de redenen waarom een onderzoek wordt aangevraagd. Zij verstrekken bij deze aanvraag om controle alle documenten en gegevens die het vermoeden hebben doen rijzen dat de gegevens op het bewijs van oorsprong onjuist zijn.

3.   De controle wordt verricht door de douane van het land van uitvoer. Met het oog hierop zijn zij gerechtigd bewijsstukken op te vragen, de administratie van de exporteur in te zien en alle andere controles te verrichten die zij dienstig achten.

4.   Indien de douane van het land van invoer besluit de preferentiële behandeling niet toe te kennen zolang de uitslag van de controle niet bekend is, doet zij de importeur het voorstel de producten vrij te geven onder voorbehoud van de noodzakelijk geachte conservatoire maatregelen.

5.   De resultaten van de controle worden zo spoedig mogelijk medegedeeld aan de douanedienst die de controle heeft aangevraagd. In deze mededeling moet duidelijk worden aangegeven of de documenten al dan niet echt zijn, of de betrokken producten als producten van oorsprong uit de Gemeenschap of Kroatië beschouwd kunnen worden en of aan de andere voorwaarden van dit protocol is voldaan.

6.   Indien bij gegronde twijfel binnen tien maanden na het verzoek om controle geen antwoord is ontvangen of indien het antwoord niet voldoende gegevens bevat om de echtheid van het betrokken document of de werkelijke oorsprong van de producten vast te stellen, kent de aanvragende douanedienst de preferentiële behandeling niet toe, behoudens buitengewone omstandigheden.

Artikel 34

Beslechting van geschillen

Geschillen ten aanzien van de in artikel 33 bedoelde controles die niet onderling geregeld kunnen worden tussen de douaneautoriteiten die de controle hebben aangevraagd en de douaneautoriteiten die deze hebben moeten uitvoeren, en problemen in verband met de interpretatie van dit protocol worden aan het Stabilisatie- en associatiecomité voorgelegd.

In alle gevallen is de wetgeving van het land van invoer van toepassing op de beslechting van geschillen tussen een importeur en de douane van het land van invoer.

Artikel 35

Sancties

Sancties worden getroffen tegen eenieder die een document met onjuiste gegevens opstelt of doet opstellen met het doel producten onder de preferentiële regeling te doen vallen.

Artikel 36

Vrije zones

1.   De Gemeenschap en Kroatië nemen alle nodige maatregelen om te voorkomen dat producten die onder geleide van een bewijs van oorsprong worden verhandeld en die tijdens het vervoer in een op hun grondgebied gelegen vrije zone verblijven, door andere goederen worden vervangen of andere behandelingen ondergaan dan die welke gebruikelijk zijn om ze in goede staat te bevaren.

2.   In afwijking van het bepaalde in lid 1 geven de bevoegde autoriteiten, wanneer producten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Kroatië die onder dekking van een bewijs van oorsprong in een vrije zone zijn ingevoerd, een be- of verwerking ondergaan, op verzoek van de exporteur een nieuw EUR.1-certificaat af, mits deze be- of verwerking in overeenstemming is met de bepalingen van dit protocol.

TITEL VII

CEUTA EN MELILLA

Artikel 37

Toepassing van het protocol

1.   De in artikel 2 gebruikte term „Gemeenschap” heeft geen betrekking op Ceuta en Melilla.

2.   Producten van oorsprong uit Kroatië die in Ceuta of Melilla worden ingevoerd, vallen in elk opzicht onder dezelfde douaneregeling als de regeling die op grond van protocol nr. 2 bij de Akte van toetreding van het Koninkrijk Spanje en de Republiek Portugal tot de Europese Gemeenschappen van toepassing is op producten van oorsprong uit het douanegebied van de Gemeenschap. Kroatië past op onder de overeenkomst vallende producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla dezelfde regeling toe als op producten van oorsprong uit de Gemeenschap die uit de Gemeenschap worden ingevoerd.

3.   Bij toepassing van lid 2 op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla is dit protocol van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van de bijzondere voorwaarden van artikel 38.

Artikel 38

Bijzondere voorwaarden

1.   Mits zij rechtstreeks zijn vervoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 13, worden beschouwd als:

1)

producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla:

a)

geheel en al in Ceuta en Melilla verkregen producten;

b)

in Ceuta en Melilla verkregen producten bij de vervaardiging waarvan andere dan de onder a) bedoelde producten zijn gebruikt, voor zover:

i)

die producten be- of verwerkingen hebben ondergaan die toereikend zijn in de zin van artikel 6,

of voor zover

ii)

die producten van oorsprong zijn uit Kroatië of uit de Gemeenschap, en be- of verwerkingen hebben ondergaan die meer omvatten dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen;

2)

producten van oorsprong uit Kroatië:

a)

geheel en al in Kroatië verkregen producten;

b)

in Kroatië verkregen producten bij de vervaardiging waarvan andere dan de onder a) bedoelde producten zijn gebruikt, voor zover:

i)

die producten be- of verwerkingen hebben ondergaan die toereikend zijn in de zin van artikel 6,

of voor zover

ii)

die producten van oorsprong zijn uit Ceuta en Melilla of uit de Gemeenschap, en be- of verwerkingen hebben ondergaan die meer omvatten dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen.

2.   Ceuta en Melilla worden als een enkel grondgebied beschouwd.

3.   De exporteur of zijn gemachtigde vertegenwoordiger vermeldt „Kroatië” en „Ceuta en Melilla” in vak 2 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of op de factuurverklaring. Voor producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla wordt dit bovendien vermeld in vak 4 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of op de factuurverklaring.

4.   De Spaanse douaneautoriteiten zijn belast met de toepassing van dit protocol in Ceuta en Melilla.

TITEL VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 39

Wijzigingen van het protocol

De Stabilisatie- en Associatieraad kan besluiten bepalingen van dit protocol te wijzigen.

BIJLAGE I

AANTEKENINGEN BIJ DE LIJST IN BIJLAGE II

Aantekening 1:

In deze lijst is vermeld aan welke voorwaarden een product moet voldoen om als voldoende be- of verwerkt in de zin van artikel 6 van het protocol te worden beschouwd.

Aantekening 2:

2.1.

De eerste twee kolommen van de lijst geven het verkregen product aan. In kolom 1 is het nummer van de post of het hoofdstuk volgens het geharmoniseerde systeem vermeld en kolom 2 bevat de omschrijving van de goederen die volgens dat systeem onder die post of dat hoofdstuk vallen. Voor ieder product dat in de kolommen 1 en 2 is omschreven, wordt in kolom 3 en/of 4 een regel gegeven. Een nummer in kolom 1 voorafgegaan door „ex” betekent dat de regel in kolom 3 of 4 alleen geldt voor het gedeelte van die post of dat hoofdstuk dat in kolom 2 is omschreven.

2.2.

Wanneer in kolom 1 verscheidene postnummers zijn gegroepeerd of wanneer een hoofdstuknummer is vermeld en de omschrijving van het product in kolom 2 derhalve in algemene bewoordingen is gesteld, dan is de regel daarnaast in kolom 3 of 4 van toepassing op alle producten die volgens het geharmoniseerd systeem onder de posten van het hoofdstuk of onder elk van de in kolom 1 gegroepeerde posten zijn ingedeeld.

2.3.

Wanneer in de lijst verschillende regels worden gegeven voor verschillende producten die onder dezelfde post vallen, wordt na elk streepje dat deel van de post omschreven waarop de daarnaast, in kolom 3 of 4, vermelde voorwaarde van toepassing is.

2.4.

Wanneer voor een in kolommen 1 en 2 vermeld product zowel in kolom 3 als in kolom 4 een regel wordt gegeven, kan de exporteur kiezen welke regel, die in kolom 3 of die in kolom 4, wordt toegepast. Indien in kolom 4 geen oorsprongsregel wordt gegeven, moet de regel in kolom 3 worden toegepast.

Aantekening 3:

3.1.

Op producten die de oorsprong hebben verkregen en die bij de vervaardiging van andere producten worden gebruikt, is artikel 6 van het protocol van toepassing, ongeacht of de oorsprong verkregen werd in de fabriek waar deze producten worden gebruikt of in een andere fabriek in een overeenkomstsluitende partij.

Voorbeeld:

Een motor van post 8407 waarvoor de regel geldt dat de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die daarin worden verwerkt niet meer mag bedragen dan 40 % van de prijs af fabriek, is vervaardigd van „ander gelegeerd staal, enkel ruw voorgesmeed” van post ex ex 7224.

Indien dit smeedijzer in de Gemeenschap van niet van oorsprong zijnde ingots werd vervaardigd, heeft het reeds de oorsprong verkregen krachtens de regel voor post ex ex 7224. Bij de waardeberekening van de motor telt het dan als materiaal van oorsprong, of het nu in dezelfde fabriek werd vervaardigd of in een andere fabriek in de Gemeenschap. De waarde van de niet van oorsprong zijnde ingots wordt dus niet meegerekend bij het berekenen van de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn.

3.2.

De regel in de lijst geeft de minimumbewerking of -verwerking aan die vereist is; meer be- of verwerking verleent eveneens de oorsprong; omgekeerd kan minder be- of verwerking geen oorsprong verlenen. Is volgens de regel het gebruik van niet van oorsprong zijnd materiaal in een bepaald productiestadium toegestaan, dan is het gebruik van dit materiaal in een vroeger productiestadium wel, maar in een later productiestadium niet toegestaan.

3.3.

In afwijking van aantekening 3.2 mogen, wanneer volgens de regel „materialen van een willekeurige post” gebruikt mogen worden, materialen van dezelfde post en met dezelfde omschrijving als het product worden gebruikt, onder voorbehoud evenwel van eventuele in die regel opgenomen beperkingen.

„Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, waaronder andere materialen van post nr. …” of „Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, waaronder andere materialen van dezelfde post als het product” betekent evenwel dat materialen van willekeurige posten mogen worden gebruikt, behalve die welke dezelfde omschrijving hebben als het in kolom 2 van de lijst omschreven product.

3.4.

Wanneer volgens een regel in de lijst een product van meer dan één materiaal mag worden vervaardigd, betekent dit dat één of meer van deze materialen kunnen worden gebruikt. Het is niet noodzakelijk dat zij alle worden gebruikt.

Voorbeeld:

Volgens de regel voor weefsels van de posten 5208 tot en met 5212 mogen natuurlijke vezels en andere materialen, waaronder chemische, worden gebruikt. Dit betekent niet dat beide moeten worden gebruikt; het ene of het andere materiaal of beide kunnen worden gebruikt.

3.5.

Wanneer volgens een regel in de lijst een product van een bepaald materiaal vervaardigd moet worden, betekent dit evenwel niet dat geen andere materialen mogen worden gebruikt die vanwege hun aard niet aan de regel kunnen voldoen. (Zie ook aantekening 6.2 met betrekking tot textielstoffen.)

Voorbeeld:

De regel voor post 1904 sluit nadrukkelijk het gebruik van granen en derivaten daarvan uit. Minerale zouten, chemicaliën en andere additieven die niet van granen zijn vervaardigd, mogen evenwel worden gebruikt.

Dit geldt evenwel niet voor producten die, hoewel zij niet kunnen worden vervaardigd van het in de lijst genoemde materiaal, wel vervaardigd kunnen worden van een materiaal van dezelfde aard in een vroeger productiestadium.

Voorbeeld:

Indien voor een kledingstuk van ex hoofdstuk 62, van gebonden textielvlies, slechts het gebruik van garen dat niet van oorsprong is, is toegestaan, is het niet mogelijk uit te gaan van stof van gebonden textielvlies — zelfs al kan gebonden textielvlies normalerwijze niet van garen worden vervaardigd. In een dergelijk geval dient het uitgangsmateriaal zich in het stadium vóór garen te bevinden, dat wil zeggen in het vezelstadium.

3.6.

Indien een regel in de lijst twee of meer percentages geeft als maximumwaarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die kunnen worden gebruikt, dan mogen deze percentages niet bij elkaar worden opgeteld. De maximumwaarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, mag het hoogste van de opgegeven percentages nooit overschrijden. Bovendien mogen de afzonderlijke percentages met betrekking tot bepaalde materialen niet worden overschreden.

Aantekening 4:

4.1.

De term „natuurlijke vezels” in de lijst heeft betrekking op andere dan kunstmatige of synthetische vezels. Tenzij anders vermeld, omvat de term „natuurlijke vezels” vezels die zijn gekaard, gekamd of anderszins bewerkt, doch niet gesponnen.

4.2.

De term „natuurlijke vezels” omvat paardenhaar van post 0503, zijde van de posten 5002 en 5003, wol, fijn of grof haar van de posten 5101 tot en met 5105, katoen van de posten 5201 tot en met 5203 en andere plantaardige vezels van de posten 5301 tot en met 5305.

4.3.

De termen „textielmassa”, „chemische stoffen” en „materialen voor het vervaardigen van papier” in de lijst hebben betrekking op materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 vallen, maar die gebruikt kunnen worden bij de vervaardiging van kunstmatige, synthetische of papieren vezels of garens.

4.4.

De term „synthetische en kunstmatige stapelvezels” in de lijst heeft betrekking op kabel van synthetische of kunstmatige filamenten, op synthetische of kunstmatige stapelvezels en op synthetisch of kunstmatig afval van de posten 5501 tot en met 5507.

Aantekening 5:

5.1.

Indien voor een bepaald product in de lijst naar deze aantekening wordt verwezen, zijn de in kolom 3 van de lijst genoemde voorwaarden niet van toepassing op basistextielmaterialen die bij de vervaardiging zijn gebruikt en die, samen genomen, ten hoogste 10 % van het totale gewicht van alle gebruikte basistextielmaterialen uitmaken. (Zie ook de aantekeningen 5.3 en 5.4.)

5.2.

De in punt 5.1 genoemde tolerantie is evenwel slechts van toepassing op gemengde producten die van twee of meer basistextielmaterialen zijn vervaardigd.

Basistextielmaterialen zijn:

zijde,

wol,

grof haar,

fijn haar,

paardenhaar (crin),

katoen,

papier en materiaal voor het vervaardigen van papier,

vlas,

hennep,

jute en andere bastvezels,

sisal en andere textielvezels van het geslacht „Agave”,

kokosvezels, abaca, ramee en andere plantaardige textielvezels,

synthetische filamenten,

kunstmatige filamenten,

filamenten die elektriciteit geleiden,

synthetische stapelvezels van polypropyleen,

synthetische stapelvezels van polyester,

synthetische stapelvezels van polyamide,

synthetische stapelvezels van polyacrylonitryl,

synthetische stapelvezels van polyimide,

synthetische stapelvezels van polytetrafluorethyleen,

synthetische stapelvezels van poly(fenyleensulfon),

synthetische stapelvezels van poly(vinylchloride),

andere synthetische stapelvezels,

kunstmatige stapelvezels van viscose,

andere kunstmatige stapelvezels,

garen van polyurethaan met soepele segmenten van polyether, al dan niet omwoeld,

garen van polyurethaan met soepele segmenten van polyester, al dan niet omwoeld,

producten van post 5605 (metaalgarens) met strippen bestaande uit een kern van aluminiumfolie of een kern van kunststoffolie, al dan niet bedekt met aluminiumpoeder, met een breedte van niet meer dan 5 mm, welke kern met behulp van een doorzichtig of gekleurd kleefmiddel tussen twee strippen kunststof is aangebracht,

andere producten van post 5605.

Voorbeeld:

Garen van post 5205, gemaakt van katoenvezels van post 5203 en van synthetische stapelvezels van post 5506, is een gemengd garen. Derhalve mogen niet van oorsprong zijnde synthetische stapelvezels die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke een vervaardiging uit chemische stoffen of textielmassa is vereist) worden gebruikt tot 10 % van het gewicht van het garen.

Voorbeeld:

Een weefsel van wol van post 5112, gemaakt van garens van wol van post 5107 en van synthetische garens van stapelvezels van post 5509, is een gemengd weefsel. Derhalve mogen synthetische garens die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke een vervaardiging uit chemische stoffen of textielmassa is vereist) of garens van wol die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke een vervaardiging is vereist uit natuurlijke vezels die niet gekaard zijn of gekamd, noch anderszins met het oog op het spinnen bewerkt) of een combinatie van deze twee soorten garens worden gebruikt, mits het totale gewicht ervan niet hoger is dan 10 % van het gewicht van het weefsel.

Voorbeeld:

Getuft textielweefsel van post 5802, gemaakt van garens van katoen van post 5205 en van weefsels van katoen van post 5210, is slechts een gemengd product wanneer het katoenweefsel zelf een gemengd product is, vervaardigd van onder twee verschillende posten ingedeelde garens, of wanneer de gebruikte katoengarens zelf gemengde garens zijn.

Voorbeeld:

Indien het betrokken getufte textielweefsel was gemaakt van katoengarens van post 5205 en van synthetisch weefsel van post 5407, dan zijn de gebruikte garens gemaakt van twee verschillende soorten basistextielmateriaal en is het getufte textielweefsel bijgevolg een gemengd product.

5.3.

Voor producten die garens bevatten „gemaakt van polyurethaan, met soepele segmenten van polyether, ook indien omwoeld”, bedraagt de tolerantie voor dit garen ten hoogste 20 %.

5.4.

Voor producten met „strippen bestaande uit een kern van aluminiumfolie of een kern van kunststoffolie, al dan niet bedekt met aluminiumpoeder, met een breedte van niet meer dan 5 mm, welke kern met behulp van een doorzichtig of gekleurd kleefmiddel tussen twee lagen kunststof is aangebracht” bedraagt de tolerantie voor de strippen ten hoogste 30 %.

Aantekening 6:

6.1.

Voor textielproducten die in de lijst van een voetnoot zijn voorzien die naar deze aantekening verwijst, mogen textielmaterialen, met uitzondering van voeringen en tussenvoeringen, die niet voldoen aan de regel in kolom 3 van de lijst voor het betrokken geconfectioneerde product, worden gebruikt voor zover deze onder een andere post vallen dan het product en de waarde niet meer bedraagt dan 8 % van de prijs af fabriek van het product.

6.2.

Onverminderd aantekening 6.3 mogen materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld vrij worden gebruikt, ongeacht of zij textiel bevatten.

Voorbeeld:

Wanneer volgens een regel in de lijst voor een bepaald textielartikel, zoals een broek, garen moet worden gebruikt, dan sluit dit het gebruik van artikelen van metaal, zoals knopen, niet uit, omdat deze niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld. Om dezelfde reden is het gebruik van bijvoorbeeld ritssluitingen toegelaten, al bevatten deze normalerwijze ook textiel.

6.3.

Wanneer een percentageregel van toepassing is, moet met de waarde van materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld, rekening worden gehouden bij de berekening van de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn.

Aantekening 7:

7.1.

Onder „specifieke behandeling” in de zin van de posten ex ex 2707, 2713 tot en met 2715, ex ex 2901, ex ex 2902 en ex ex 3403 wordt verstaan:

a)

vacuümdistillatie;

b)

herdistillatie volgens een proces van ver doorgevoerde splitsing;

c)

kraken;

d)

reforming;

e)

extractie met behulp van selectieve oplosmiddelen;

f)

een bewerking bestaande uit alle navolgende behandelingen: behandelen met geconcentreerd zwavelzuur, met rokend zwavelzuur of met zwavelzuuranhydride, neutraliseren met behulp van alkalische stoffen; ontkleuren en zuiveren met behulp van van nature actieve aarde, van geactiveerde aarde, van actieve koolstof of van bauxiet;

g)

polymeriseren;

h)

alkyleren;

i)

isomeriseren.

7.2.

Onder „specifieke behandeling” in de zin van de posten 2710, 2711 en 2712 wordt verstaan:

a)

vacuümdistillatie;

b)

herdistillatie volgens een proces van ver doorgevoerde splitsing;

c)

kraken;

d)

reforming;

e)

extractie met behulp van selectieve oplosmiddelen;

f)

een bewerking bestaande uit alle navolgende behandelingen: behandelen met geconcentreerd zwavelzuur, met rokend zwavelzuur of met zwavelzuuranhydride, neutraliseren met behulp van alkalische stoffen; ontkleuren en zuiveren met behulp van van nature actieve aarde, van geactiveerde aarde, van actieve koolstof of van bauxiet;

g)

polymeriseren;

h)

alkyleren;

i)

isomeriseren;

j)

uitsluitend voor de zware oliën van post ex ex 2710: ontzwavelen met gebruikmaking van waterstof, waardoor het zwavelgehalte van de behandelde producten met ten minste 85 % wordt verlaagd (methode ASTM D 1266-59 T);

k)

uitsluitend voor de producten van post 2710: ontparaffineren, anders dan door enkel filtreren;

l)

uitsluitend voor de zware oliën van post ex ex 2710: behandelen met waterstof, uitgezonderd ontzwavelen, waarbij de waterstof actief deelneemt aan een scheikundige reactie die, met behulp van een katalysator, onder een druk van meer dan 20 bar en bij een temperatuur van meer dan 250 oC wordt teweeggebracht. Eindbehandeling met waterstof van smeeroliën van post ex ex 2710 die in het bijzonder verbetering van de kleur of de stabiliteit ten doel heeft (bijvoorbeeld „hydrofinishing” of ontkleuren), wordt daarentegen niet als een aangewezen behandeling aangemerkt;

m)

uitsluitend voor stookolie van post ex ex 2710: atmosferische distillatie, mits deze producten, distillatieverliezen inbegrepen, voor minder dan 30 % van het volume ervan overdistilleren bij 300 oC, een en ander bepaald volgens de methode ASTM D 86;

n)

uitsluitend voor andere zware oliën dan gasolie of stookolie van post ex ex 2710: behandelen met gebruikmaking van hoogfrequente glimontlading;

o)

uitsluitend voor de producten van ex ex 2712, andere dan vaseline, ozokeriet, montaanwas, turfwas en paraffine, met een oliegehalte van minder dan 0,75 gewichtspercenten: olieafscheiding door gefractioneerde kristallisatie.

7.3.

Wat de posten ex ex 2707, 2713 tot en met 2715, ex ex 2901, ex ex 2902 en ex ex 3403 betreft, wordt geen oorsprong verleend door eenvoudige behandelingen zoals reinigen, decanteren, ontzouten, afsplitsen van water, filtreren, kleuren, merken, het verkrijgen van een bepaald zwavelgehalte door het mengen van producten met uiteenlopende zwavelgehaltes, alle combinaties van die behandelingen of soortgelijke behandelingen

BIJLAGE II

Lijst van oorsprongverlenende be- of verwerkingen

Niet alle in de lijst genoemde producten vallen onder de overeenkomst. de lijst dient daarom samen met de andere delen van de overeenkomst te worden gelezen.

GS-post

Omschrijving

Oorsprongverlenende be- of verwerkingen

(1)

(2)

(3) of (4)

Hoofdstuk 1

Levende dieren

Alle dieren van hoofdstuk 1 moeten geheel en al verkregen zijn

 

Hoofdstuk 2

Vlees en eetbare slachtafvallen

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 1 en 2 geheel en al verkregen zijn

 

Hoofdstuk 3

Vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al verkregen zijn

 

ex ex Hoofdstuk 4

Melk en zuivelproducten; vogeleieren; natuurhonig; eetbare producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen; met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 geheel en al verkregen zijn

 

0403

Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao

Vervaardiging waarbij:

alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 geheel en al verkregen zijn,

alle gebruikte vruchtensappen (met uitzondering van vruchtensappen van ananassen, lemmetjes, pompelmoezen of pomelo’s) bedoeld bij post 2009 van oorsprong zijn, en

de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex Hoofdstuk 5

Andere producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen; met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 5 geheel en al verkregen zijn

 

ex ex 0502

Bereid haar van varkens of van wilde zwijnen

Reinigen, ontsmetten, sorteren en rechtstrijken van haar

 

Hoofdstuk 6

Levende planten en producten van de bloementeelt

Vervaardiging waarbij:

alle gebruikte materialen van hoofdstuk 6 geheel en al verkregen zijn, en

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

Hoofdstuk 7

Groenten, planten, wortels en knollen, voor voedingsdoeleinden

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 7 geheel en al verkregen zijn

 

Hoofdstuk 8

Fruit; schillen van citrusvruchten en van meloenen

Vervaardiging waarbij:

alle gebruikte vruchten geheel en al verkregen zijn, en

de waarde van de gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex Hoofdstuk 9

Koffie, thee, maté en specerijen, met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 9 geheel en al verkregen zijn

 

0901

Koffie, cafeïnevrije koffie daaronder begrepen, ook indien gebrand; bolsters en schillen, van koffie; koffiesurrogaten die koffie bevatten, ongeacht de mengverhouding

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post

 

0902

Thee, ook indien gearomatiseerd

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post

 

ex ex 0910

Mengsels van specerijen

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post

 

Hoofdstuk 10

Granen

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 10 geheel en al verkregen zijn

 

ex ex Hoofdstuk 11

Producten van de meelindustrie; mout; zetmeel; inuline; tarwegluten; met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij alle gebruikte granen, groenten en planten voor voedingsdoeleinden, knollen en wortels van post 0714 of vruchten geheel en al verkregen zijn

 

ex ex 1106

Meel, gries en poeder van gedroogde zaden van peulgroenten bedoeld bij post 0713

Drogen en malen van peulgroenten van post 0708

 

Hoofdstuk 12

Oliehoudende zaden en vruchten; allerlei zaden, zaaigoed en vruchten; planten voor industrieel en voor geneeskundig gebruik; stro en voeder

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 12 geheel en al verkregen zijn

 

1301

Gomlak (schellak); gommen, harsen, gomharsen en oleoharsen (bijvoorbeeld balsems), van natuurlijke oorsprong

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 1301 niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

1302

Plantensappen en plantenextracten; pectinestoffen, pectinaten en pectaten; agaragar en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd:

 

 

plantenslijmen en bindmiddelen, gewijzigd, verkregen uit plantaardige producten

Vervaardiging uit niet gewijzigde plantenslijmen en bindmiddelen

 

andere

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

Hoofdstuk 14

Stoffen voor het vlechten en andere producten van plantaardige oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 14 geheel en al verkregen zijn

 

ex ex Hoofdstuk 15

Vetten en oliën (dierlijke en plantaardige) en dissociatieproducten daarvan; bewerkt spijsvet; was van dierlijke of van plantaardige oorsprong; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

1501

Varkensvet (reuzel daaronder begrepen) en vet van gevogelte, ander dan dat bedoeld bij post 0209 of 1503:

 

 

beendervet of afvalvet

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van post 0203, 0206 of 0207 of van beenderen van post 0506

 

andere

Vervaardiging uit vlees of eetbare slachtafvallen van varkens bedoeld bij post 0203 of 0206 of uit vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee van post 0207

 

1502

Rund-, schapen- of geitenvet, ander dan dat bedoeld bij post 1503

 

 

beendervet of afvalvet

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van post 0201, 0202, 0204 of 0206 of van beenderen van post 0506

 

andere

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 2 geheel en al verkregen zijn

 

1504

Vetten en oliën, van vis of van zeezoogdieren, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd:

 

 

vaste fracties

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 1504

 

andere

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2 en 3 geheel en al verkregen zijn

 

ex ex 1505

Geraffineerde lanoline

Vervaardiging uit ruw wolvet van post 1505

 

1506

Andere dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd:

 

 

vaste fracties

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 1506

 

andere

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 2 geheel en al verkregen zijn

 

1507 t/m 1515

Plantaardige vette oliën en fracties daarvan:

 

 

sojaolie, grondnotenolie, palmolie, kokosolie (kopraolie), palmpittenolie, babassunotenolie, tungolie, aleuritisolie, oiticicaolie, myricawas, japanwas, fracties van jojobaolie en oliën voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

vaste fracties, met uitzondering van die van jojobaolie

Vervaardiging uit andere materialen van de posten 1507 tot en met 1515

 

andere

Vervaardiging waarbij alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al verkregen zijn

 

1516

Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid

Vervaardiging waarbij:

alle gebruikte materialen van hoofdstuk 2 geheel en al verkregen zijn, en

alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al verkregen zijn. Materialen van de posten 1507, 1508, 1511 en 1513 mogen evenwel worden gebruikt

 

1517

Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516

Vervaardiging waarbij:

alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2 en 4 geheel en al verkregen zijn, en

alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al verkregen zijn. Materialen van de posten 1507, 1508, 1511 en 1513 mogen evenwel worden gebruikt

 

Hoofdstuk 16

Bereidingen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren

Vervaardiging:

uit dieren van hoofdstuk 1, en/of

waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al verkregen zijn

 

ex ex Hoofdstuk 17

Suiker en suikerwerk; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 1701

Rietsuiker en beetwortelsuiker, alsmede chemisch zuivere sacharose, in vaste vorm, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

1702

Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamel:

 

 

chemisch zuivere maltose en chemisch zuivere fructose

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 1702

 

andere suiker, in vaste vorm, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

andere

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van oorsprong zijn

 

ex ex 1703

Melasse verkregen bij de extractie of de raffinage van suiker, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

1704

Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen)

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

Hoofdstuk 18

Cacao en bereidingen daarvan

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

1901

Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 40 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 5 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

 

 

moutextract

Vervaardiging uit granen van hoofdstuk 10

 

 

andere

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

1902

Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden) dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; couscous, ook indien bereid:

 

 

bevattende niet meer dan 20 gewichtspercenten vlees, eetbare slachtafvallen, vis, schaal- of weekdieren

Vervaardiging waarbij alle gebruikte granen en graanderivaten (met uitzondering van harde tarwe en derivaten daarvan) geheel en al verkregen zijn

 

bevattende meer dan 20 gewichtspercenten vlees, eetbare slachtafvallen, vis, schaal- of weekdieren

Vervaardiging waarbij:

alle gebruikte granen en graanderivaten (met uitzondering van harde tarwe en derivaten daarvan) geheel en al verkregen zijn, en

alle materialen van de hoofdstukken 2 en 3 geheel en al verkregen zijn

 

1903

Tapioca en soortgelijke producten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van aardappelzetmeel van post 1108

 

1904

Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld cornflakes); granen (andere dan mais) in de vorm van korrels of in de vorm van vlokken of van andere bewerkte korrels (met uitzondering van meel, gries en griesmeel), voorgekookt of op andere wijze bereid, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen bedoeld bij post 1806,

waarbij het gebruikte graan of meel (met uitzondering van harde tarwe en mais van de soort Zea indurata, en derivaten van deze beide granen) geheel en al verkregen zijn, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

1905

Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van hoofdstuk 11

 

ex ex Hoofdstuk 20

Bereidingen van groenten, van vruchten en van andere plantendelen; met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij alle gebruikte groenten en vruchten geheel en al verkregen zijn

 

ex ex 2001

Broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 2004 en

ex ex 2005

Aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

2006

Groenten, vruchten, vruchtenschillen en andere plantendelen, gekonfijt met suiker (uitgedropen, geglaceerd of uitgekristalliseerd)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

2007

Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 2008

Noten, zonder toegevoegde suiker of alcohol

Vervaardiging waarbij de waarde van alle van oorsprong zijnde gebruikte noten en oliehoudende zaden, bedoeld bij de posten 0801, 0802 en 1202 tot en met 1207, meer bedraagt dan 60 % van de prijs af fabriek van het product

 

pindakaas; mengsels op basis van graan; palmharten; mais

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

andere, met uitzondering van vruchten (noten daaronder begrepen), anders gekookt dan in water of stoom, zonder toegevoegde suiker, bevroren

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

2009

Ongegiste vruchtensappen (druivenmost daaronder begrepen) en ongegiste groentesappen, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex Hoofdstuk 21

Diverse producten voor menselijke consumptie; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

2101

Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté, en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie, van thee of van maté; gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij alle gebruikte cichorei geheel en al verkregen is

 

2103

Sausen en preparaten voor sausen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten; mosterdmeel en bereide mosterd:

 

 

sausen en preparaten voor sausen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Mosterdmeel en bereide mosterd mogen evenwel worden gebruikt.

 

mosterdmeel en bereide mosterd

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post

 

ex ex 2104

Preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van groenten, bereid of verduurzaamd, van de posten 2002 tot en met 2005

 

2106

Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex Hoofdstuk 22

Dranken, alcoholhoudende vloeistoffen en azijn; met uitzondering van:

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij alle gebruikte druiven of van druiven afkomstige materialen geheel en al verkregen zijn

 

2202

Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentesappen bedoeld bij post 2009

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product,

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product, en

waarbij alle gebruikte vruchtensappen (met uitzondering van vruchtensappen van ananassen, lemmetjes, pompelmoezen of pomelo's) van oorsprong zijn

 

2207

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80 % vol. of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van post 2207 of 2208, en

waarbij alle druiven of de van druiven afkomstige materialen geheel en al verkregen zijn of waarbij, indien alle andere gebruikte materialen reeds van oorsprong zijn, arak gebruikt mag worden tot ten hoogste 5 % vol.

 

2208

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80 % vol.; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van post 2207 of 2208, en

waarbij alle druiven of de van druiven afkomstige materialen geheel en al verkregen zijn of waarbij, indien alle andere gebruikte materialen reeds van oorsprong zijn, arak gebruikt mag worden tot ten hoogste 5 % vol.

 

ex ex Hoofdstuk 23

Resten en afval van de voedselindustrie; bereid voedsel voor dieren; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 2301

Walvismeel; meel, poeder en pellets, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren, ongeschikt voor menselijke consumptie

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2 en 3 geheel en al verkregen zijn

 

ex ex 2303

Afvallen van maiszetmeelfabrieken (met uitzondering van ingedikt zwelwater), met een gehalte aan proteïnen, berekend op basis van de droge stof, van meer dan 40 gewichtspercenten

Vervaardiging waarbij alle gebruikte mais geheel en al verkregen is

 

ex ex 2306

Perskoeken en andere vaste afvallen, verkregen bij de winning van olijfolie, met een gehalte aan olijfolie van meer dan 3 %

Vervaardiging waarbij alle gebruikte olijven geheel en al verkregen zijn

 

2309

Bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren

Vervaardiging waarbij:

alle gebruikte granen, suiker of melasse, vlees of melk van oorsprong zijn, en

alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al verkregen zijn

 

ex ex Hoofdstuk 24

Tabak en tot verbruik bereide tabakssurrogaten; met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 24 geheel en al verkregen zijn

 

2402

Sigaren, cigarillo’s en sigaretten, van tabak of van tabakssurrogaten

Vervaardiging waarbij ten minste 70 gewichtspercenten van de ruwe en niet tot verbruik bereide tabak of afvallen van tabak van post 2401 van oorsprong zijn

 

ex ex 2403

Rooktabak

Vervaardiging waarbij ten minste 70 gewichtspercenten van de ruwe en niet tot verbruik bereide tabak of afvallen van tabak van post 2401 van oorsprong zijn

 

ex ex Hoofdstuk 25

Zout; zwavel; aarde en steen; gips, kalk en cement; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 2504

Natuurlijk kristallijn grafiet, met koolstof verrijkt, gezuiverd en gemalen

Verrijking van het koolstofgehalte, het zuiveren en malen van ruw kristallijn grafiet

 

ex ex 2515

Marmer, enkel gesneden door zagen, splijten en dergelijke, in blokken of platen van vierkante of rechthoekige vorm, met een dikte van niet meer dan 25 cm

Zagen, splijten of dergelijke van marmer (zelfs indien reeds gezaagd) met een dikte van meer dan 25 cm

 

ex ex 2516

Graniet, porfier, basalt, zandsteen en andere natuursteen voor de steenhouwerij of voor het bouwbedrijf, in blokken of platen van vierkante of rechthoekige vorm, enkel gesneden door zagen, splijten of op dergelijke wijze, met een dikte van niet meer dan 25 cm

Zagen, splijten of dergelijke van natuursteen (zelfs indien reeds gezaagd) met een dikte van meer dan 25 cm

 

ex ex 2518

Dolomiet, gesinterd of gebrand

Sinteren of branden van niet gesinterd of gebrand dolomiet

 

ex ex 2519

Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet), fijngemaakt, in hermetisch gesloten recipiënten, en magnesiumoxide, ook indien zuiver, met uitzondering van gesmolten magnesia of doodgebrande magnesia (gesinterd)

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet) mag evenwel worden gebruikt

 

ex ex 2520

Tandtechnisch gips

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 2524

Asbestvezels

Vervaardiging uit asbestmineralen (asbestconcentraat)

 

ex ex 2525

Micapoeder

Malen van mica of van afval van mica

 

ex ex 2530

Verfaarden, gebrand of fijngemaakt

Branden of malen van verfaarden

 

Hoofdstuk 26

Ertsen, slakken en assen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex Hoofdstuk 27

Minerale brandstoffen, aardolie en distillatieproducten daarvan; bitumineuze stoffen; minerale was; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 2707

Oliën waarin het gewicht van de aromatische bestanddelen dat van de niet-aromatische bestanddelen overtreft, zijnde soortgelijke producten als minerale oliën verkregen bij het distilleren van hogetemperatuursteenkoolteer, die voor 65 % of meer van hun volume overdistilleren bij een temperatuur van 250 oC of minder (mengsels van benzol en van benzine daaronder begrepen), bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof

Raffinage en/of één of meer specifieke behandelingen (1)

of

andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 2709

Ruwe oliën uit bitumineuze mineralen

Droge distillatie van bitumineuze mineralen

 

2710

Aardolie en olie uit bitumineuze mineralen, andere dan ruwe; preparaten die 70 of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten en waarvan het karakter door deze olie wordt bepaald, elders genoemd noch elders onder begrepen; afvalolie

Raffinage en/of één of meer specifieke behandelingen (2)

of

andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

2711

Aardgas en andere gasvormige koolwaterstoffen

Raffinage en/of één of meer specifieke behandelingen (2)

of

andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

2712

Vaseline; paraffine, microkristallijne was uit aardolie, „slack wax”, ozokeriet, montaanwas, turfwas, andere minerale was en dergelijke door synthese of op andere wijze verkregen producten, ook indien gekleurd

Raffinage en/of één of meer specifieke behandelingen (2)

of

andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

2713

Petroleumcokes, petroleumbitumen en andere residuen van aardolie of van olie uit bitumineuze materialen

Raffinage en/of één of meer specifieke behandelingen (1)

of

andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

2714

Natuurlijk bitumen en natuurlijk asfalt; bitumineuze leisteen en bitumineus zand; asfaltiet en asfaltsteen

Raffinage en/of één of meer specifieke behandelingen (1)

of

andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

2715

Bitumineuze mengsels van natuurlijk asfalt, van natuurlijk bitumen, van petroleumbitumen, van minerale teer of van minerale teerpek (bijvoorbeeld bitumineuze mastiek, vloeibitumen of koudasfalt („cut-back”))

Raffinage en/of één of meer specifieke behandelingen (1)

of

andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex Hoofdstuk 28

Anorganische chemische producten; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, van radioactieve elementen, van zeldzame aardmetalen en van isotopen; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 2805

„Mischmetall”

Vervaardiging door elektrolytische of thermische behandeling waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 2811

Zwaveltrioxide

Vervaardiging uit zwaveldioxide

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 2833

Aluminiumsulfaat

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 2840

Natriumperboraat

Vervaardiging uit dinatriumtetraboraatpentahydraat

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 2852

Kwikverbindingen van verzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van de gebruikte materialen van de posten 2852, 2915 en 2916 mag evenwel niet meer bedragen dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

Kwikverbindingen van inwendige ethers, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van alle gebruikte materialen van post 2909 mag evenwel niet meer bedragen dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

Kwikverbindingen van heterocyclische verbindingen met uitsluitend één of meer stikstofatomen als heteroatoom

[2933]

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van de gebruikte materialen van de posten 2852, 2932 en 2933 mag evenwel niet meer bedragen dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

Kwikverbindingen van nucleïnezuren en zouten daarvan, al dan niet chemisch welbepaald; andere heterocyclische verbindingen

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van de gebruikte materialen van de posten 2852, 2932, 2933 en 2934 mag evenwel niet meer bedragen dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

Kwikverbindingen van nafteenzuren, niet in water oplosbare zouten van nafteenzuren en esters van nafteenzuren

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

Andere kwikverbindingen van bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen; chemische producten en preparaten van de chemische of van aanverwante industrieën (mengsels van natuurlijke producten daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex Hoofdstuk 29

Organische chemische producten; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 2901

Acyclische koolwaterstoffen bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof

Raffinage en/of één of meer specifieke behandelingen (1)

of

 

 

andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 2902

Cycloalkanen en cycloalkenen (andere dan azulenen), benzeen, tolueen, xylenen, bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof

Raffinage en/of één of meer specifieke behandelingen (1)

of

andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 2905

Metaalalcoholaten van alcohol bedoeld bij deze post en van ethanol

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 2905. Metaalalcoholaten van deze post mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

2915

Verzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van alle gebruikte materialen van de posten 2915 en 2916 mag evenwel niet meer bedragen dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 2932

inwendige ethers, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van alle gebruikte materialen van post 2909 mag evenwel niet meer bedragen dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

cyclische acetalen en inwendige hemiacetalen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

2933

Heterocyclische verbindingen met uitsluitend één of meer stikstofatomen als heteroatoom

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van alle gebruikte materialen van de posten 2932 en 2933 mag evenwel niet meer bedragen dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

2934

Nucleïnezuren en zouten daarvan, al dan niet chemisch welbepaald; andere heterocyclische verbindingen

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van de gebruikte materialen van de posten 2932, 2933 en 2934 mag evenwel niet meer bedragen dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 2939

Concentraten van papaverbolkaf met een gehalte aan alkaloïden van 50 gewichtspercenten of meer

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex Hoofdstuk 30

Farmaceutische producten; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

3002

Menselijk bloed; dierlijk bloed bereid voor therapeutisch of profylactisch gebruik of voor het stellen van diagnosen; sera van geïmmuniseerde dieren of personen, alsmede andere bloedfracties en gewijzigde immunologische producten, al dan niet verkregen door middel van biotechnologische processen; vaccins, toxinen, culturen van micro-organismen (andere dan gist) en dergelijke producten:

 

 

 

producten bestaande uit twee of meer bestanddelen die voor therapeutisch of profylactisch gebruik zijn vermengd of ongemengde producten voor dit gebruik, aangeboden in afgemeten hoeveelheden of gereed voor de verkoop in het klein

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 3002. De materialen van deze omschrijving mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

andere

 

 

 

– –

menselijk bloed

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 3002. De materialen van deze omschrijving mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

– –

dierlijk bloed, bereid voor therapeutisch of profylactisch gebruik

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 3002. De materialen van deze omschrijving mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

– –

bloedfracties, andere dan sera van geïmmuniseerde dieren of personen, hemoglobine, bloedglobuline en serumglobuline

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 3002. De materialen van deze omschrijving mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

– –

hemoglobine, bloedglobuline en serumglobuline

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 3002. De materialen van deze omschrijving mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

– –

andere

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 3002. De materialen van deze omschrijving mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

3003 en 3004

Geneesmiddelen (andere dan de producten bedoeld bij de posten 3002, 3005 en 3006):

 

 

verkregen uit amikacine bedoeld bij post 2941

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van post 3003 of 3004 mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

andere

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van post 3003 of 3004 mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 3006

farmaceutische afvallen, bedoeld bij aantekening 4 k) op dit hoofdstuk

De oorsprong van het product in zijn oorspronkelijke staat zal behouden blijven

 

steriele barrièremiddelen tegen het verkleven, voor de chirurgie of voor de tandheelkunde, ook indien zij door het lichaam kunnen worden geabsorbeerd:

 

 

van kunstmatige plastische stoffen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product (3)

 

van kunstmatige weefsels

Vervaardiging uit (4):

natuurlijke vezels

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, of op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen,

of

chemische materialen of textielmassa

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

hulpmiddelen die herkenbaar zijn voor gebruik in de stomazorg

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex Hoofdstuk 31

Meststoffen; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 3105

Minerale of chemische meststoffen die twee of drie van de vruchtbaarmakende elementen stikstof, fosfor en kalium bevatten; andere meststoffen; producten bedoeld bij dit hoofdstuk, in tabletten of in dergelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een brutogewicht van niet meer dan 10 kg; met uitzondering van:

natriumnitraat

calciumcyaanamide

kaliumsulfaat

kaliummagnesiumsulfaat

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex Hoofdstuk 32

Looi- en verfextracten; looizuur (tannine) en derivaten daarvan; pigmenten en andere kleur- en verfstoffen; verf en vernis; mastiek; inkt; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 3201

Tannine (looizuur), alsmede zouten, ethers, esters en andere derivaten daarvan

Vervaardiging uit looi-extracten van plantaardige oorsprong

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

3205

Verflakken; preparaten bedoeld bij aantekening 3 op dit hoofdstuk, op basis van verflakken (5)

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van de materialen van de posten 3203, 3204 en 3205. Materialen van post 3205 mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex Hoofdstuk 33

Etherische oliën en harsaroma’s; parfumerieën, toiletartikelen en cosmetische producten; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

3301

Etherische oliën (ook indien daaruit de terpenen zijn afgesplitst), vast of vloeibaar; harsaroma’s; door extractie verkregen oleoharsen; geconcentreerde oplossingen van etherische oliën in vet, in vette oliën, in was of in dergelijke stoffen, verkregen door enfleurage of door maceratie; terpeenhoudende bijproducten, afgesplitst uit etherische oliën; gedistilleerd aromatisch water en waterige oplossingen van etherische oliën

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, materialen van een andere groep (6) van deze post daaronder begrepen. Materialen van dezelfde groep als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex Hoofdstuk 34

Zeep, organische tensioactieve producten, wasmiddelen, smeermiddelen, kunstwas, bereide was, poets- en onderhoudsmiddelen, kaarsen en dergelijke artikelen, modelleerpasta’s, tandtechnische waspreparaten en tandtechnische preparaten op basis van gebrand gips; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 3403

Smeermiddelen, minder dan 70 gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevattende

Raffinage en/of één of meer specifieke behandelingen (1)

of

andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3404

Kunstwas en bereide was:

 

 

op basis van paraffine, van was uit aardolie of uit bitumineuze mineralen, uit „slack wax” of uit „scale wax”

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

andere

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van:

gehydrogeneerde oliën die het karakter hebben van was van post 1516,

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

chemisch niet welbepaalde vetzuren of industriële vetalcoholen met het karakter van was van post 3823, en

 

 

materialen van post 3404

 

 

Deze materialen mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex Hoofdstuk 35

Eiwitstoffen; gewijzigd zetmeel; lijm; enzymen; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

3505

Dextrine en ander gewijzigd zetmeel (bijvoorbeeld voorgegelatineerd of veresterd zetmeel); lijm op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel:

 

 

door ethervorming of door verestering gewijzigd zetmeel

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 3505

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

andere

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van post 1108

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 3507

Bereidingen van enzymen, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

Hoofdstuk 36

Kruit en springstoffen; pyrotechnische artikelen; lucifers; vonkende legeringen; ontvlambare stoffen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex Hoofdstuk 37

Producten voor fotografie en cinematografie; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

3701

Fotografische platen en vlakfilm, lichtgevoelig, onbelicht, van andere stoffen dan papier, karton of textiel; vlakfilm voor directklaarfotografie, lichtgevoelig, onbelicht, ook indien in cassette:

 

 

filmpakken voor directklaarfotografie in kleur, in cassette

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van post 3701 of 3702. Materialen van post 3702 mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

andere

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van post 3701 of 3702. Materialen van post 3701 of 3702 mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

3702

Fotografische film, lichtgevoelig, onbelicht, op rollen, van andere stoffen dan papier, karton of textiel; film voor directklaarfotografie, op rollen, lichtgevoelig, onbelicht

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van de posten 3701 en 3702

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

3704

Fotografische platen, film, papier, karton en textiel, belicht doch niet ontwikkeld

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van de posten 3701 tot en met 3704

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex Hoofdstuk 38

Diverse producten van de chemische industrie; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 3801

colloïdaal grafiet, gedispergeerd in olie, en semicolloïdaal grafiet; koolstofpasta’s voor elektroden

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

grafiet in de vorm van pasta’s, bestaande uit een mengsel van meer dan 30 gewichtspercenten grafiet en minerale olie

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 3403 niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 3803

Geraffineerde tallolie

Raffineren van ruwe tallolie

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 3805

Sulfaatterpentijnolie, gezuiverd

Zuivering, inhoudende het distilleren of het raffineren van ruwe sulfaatterpentijnolie

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 3806

Gomesters

Vervaardiging uit harszuren

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 3807

Houtteerpek

Distillatie van houtteer

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

3808

Insectendodende middelen, rattenbestrijdingsmiddelen, schimmelwerende middelen, onkruidbestrijdingsmiddelen, middelen om het kiemen tegen te gaan, middelen om de plantengroei te regelen, desinfecteermiddelen en dergelijke producten, opgemaakt in vormen of verpakkingen voor de verkoop in het klein, dan wel voorkomend als bereidingen of in de vorm van artikelen zoals zwavelbanden, zwavellonten, zwavelkaarsen en vliegenvangers

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3809

Appreteermiddelen, middelen voor het versnellen van het verfproces of van het fixeren van kleurstoffen, alsmede andere producten en preparaten (bijvoorbeeld preparaten voor het beitsen), van de soort gebruikt in de textielindustrie, de papierindustrie, de lederindustrie of in dergelijke industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3810

Preparaten voor het beitsen van metalen; vloeimiddelen en andere hulpmiddelen voor het solderen en het lassen van metalen; soldeer- en laspoeder en soldeer- en laspasta’s, samengesteld uit metaal en andere stoffen; preparaten van de soort gebruikt voor het bekleden of het vullen van elektroden en van soldeer- en lasstaafjes

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3811

Dopes (antiklopmiddelen, oxidatievertragers, peptisatiemiddelen, middelen ter verbetering van de viscositeit, corrosievertragers en dergelijke preparaten), voor minerale olie (benzine daaronder begrepen) of voor andere vloeistoffen die voor dezelfde doeleinden worden gebruikt als minerale olie:

 

 

bereide additieven voor smeerolie, bevattende aardolie of olie uit bitumineuze mineralen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 3811 niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

andere

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3812

Bereide rubbervulcanisatie-versnellers; weekmakers van gemengde samenstelling voor rubber of voor kunststof, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereide antioxidanten en andere stabilisatiemiddelen van gemengde samenstelling, voor rubber of voor kunststof

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3813

Preparaten en ladingen, voor brandblusapparaten; brandblusbommen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3814

Organische oplosmiddelen en verdunners, van gemengde samenstelling, elders genoemd noch elders onder begrepen; preparaten voor het verwijderen van verf en vernis

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3818

Chemische elementen, gedoopt met het oog op hun gebruik voor elektronische doeleinden, in de vorm van schijven, plaatjes of dergelijke vormen; chemische verbindingen, gedoopt met het oog op hun gebruik voor elektronische doeleinden

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3819

Remvloeistoffen en andere vloeibare preparaten voor hydraulische krachtoverbrenging, die geen of minder dan 70 gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3820

Antivriespreparaten en vloeibare ontdooiingspreparaten

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 3821

Bereide voedingsbodems voor het onderhouden van micro-organismen (waaronder virussen en dergelijke) of van planten-, menselijke of dierlijke cellen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3822

Reageermiddelen voor diagnose of voor laboratoriumgebruik, op een drager, alsmede bereide reageermiddelen voor diagnose of voor laboratoriumgebruik, al dan niet op een drager, andere dan die bedoeld bij post 3002 of 3006; gecertificeerde referentiematerialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3823

Industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid oils; industriële vetalcoholen:

 

 

industriële eenwaardige vetzuren, bij raffinage verkregen acid oils

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

industriële vetalcoholen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 3823

 

3824

Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen; chemische producten en preparaten van de chemische of van aanverwante industrieën (mengsels van natuurlijke producten daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

 

 

de volgende producten van deze post:

– –

bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen, op basis van natuurlijke harshoudende producten

– –

nafteenzuren, niet in water oplosbare zouten van nafteenzuren en esters van nafteenzuren

– –

sorbitol, andere dan die bedoeld bij post 2905

– –

petroleumsulfonaten, met uitzondering van petroleumsulfonaten van alkalimetalen, ammonium of ethanolaminen; thiofeenhoudende sulfonzuren van oliën uit bitumineuze mineralen, alsmede zouten daarvan

– –

ionenwisselaars

– –

gasbinders (getters) voor elektrische lampen en vacuümbuizen

– –

gealkaliseerde ijzeroxiden voor het zuiveren van gas

– –

ammoniakwaters en gaszuiveringsmassa, verkregen bij het zuiveren van lichtgas

– –

sulfonafteenzuren en niet in water oplosbare zouten daarvan; esters van sulfonafteenzuren

– –

foezelolie en dippelolie

– –

mengsels van zouten met verschillende anionen

– –

kopieerpasta’s op basis van gelatine, ook indien op een onderlaag van papier of textiel

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

andere

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3901 t/m 3915

Kunststof in primaire vormen, resten en afval van kunststof; met uitzondering van de producten van de posten ex ex 3907 en 3912 waarvoor de regels hierna worden uiteengezet:

 

 

toegevoegde homopolymerisatieproducten waarin een enkel monomeer voor meer dan 99 gewichts-percenten van het totale polymeergehalte aanwezig is

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product (3)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

andere

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product (3)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 3907

copolymeer, vervaardigd uit polycarbonaat en acrylonitril-butadieen-styreencopolymeer (ABS)

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product (3)

 

polyester

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product en/of vervaardiging uit tetrabroompolycarbonaat (bisfenol A)

 

3912

Cellulose en chemische derivaten daarvan, elders genoemd noch elders onder begrepen, in primaire vormen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle materialen van dezelfde post als het product niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

3916 t/m 3921

Halffabrikaten en artikelen van kunststof; met uitzondering van de producten van de posten ex ex 3916, ex ex 3917, ex ex 3920 en ex ex 3921, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet:

 

 

platte producten, verder bewerkt dan alleen aan de oppervlakte of in andere dan rechthoekige of vierkante vorm gesneden; andere producten, verder bewerkt dan alleen aan de oppervlakte

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

andere:

 

 

– –

toegevoegde homopolymerisatieproducten waarin één enkel monomeer voor meer dan 99 gewichtspercenten van het totale polymeergehalte aanwezig is

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product (3)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

– –

andere

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product (3)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 3916 en

ex ex 3917

Profielen en buizen

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van dezelfde post als het product niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 3920

ionomeervellen of -foliën

Vervaardiging uit een thermoplastisch partieel zout, een copolymeer van ethyleen en metacrylzuur, gedeeltelijk geneutraliseerd met metaalionen, voornamelijk zink en natrium

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

vellen van geregenereerd cellulose, van polyamide of van polyethyleen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle materialen van dezelfde post als het product niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 3921

Kunststoffolie, gemetalliseerd

Vervaardiging uit zeer transparant polyesterfolie met een dikte van minder dan 23 micron (7)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

3922 t/m 3926

Artikelen van kunststof

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex Hoofdstuk 40

Rubber en werken daarvan; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 4001

Gelamineerde platen van crêperubber voor zolen

Lamineren van vellen natuurlijke crêperubber

 

4005

Bereide rubber, niet gevulkaniseerd, in primaire vormen of in platen, vellen of strippen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen, met uitzondering van natuurlijke rubber, niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

4012

Gebruikte of van een nieuw loopvlak voorziene luchtbanden van rubber; massieve of halfmassieve banden, loopvlakken voor banden en velglinten, van rubber:

 

 

luchtbanden, massieve of halfmassieve banden, van rubber, voorzien van een nieuw loopvlak

Van een nieuw loopvlak voorzien van gebruikte banden

 

andere

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van de posten 4011 en 4012

 

ex ex 4017

Werken van geharde rubber

Vervaardiging uit geharde rubber

 

ex ex Hoofdstuk 41

Huiden en vellen (andere dan pelterijen), alsmede leder; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 4102

Onthaarde huiden en vellen van schapen

Schapenhuiden en -vellen ontdoen van hun wol

 

4104 t/m 4106

Gelooide onthaarde huiden en vellen en niet afgewerkt leder („crust”), alsmede gelooide huiden en vellen en niet afgewerkt leder („crust”) van niet-behaarde dieren, ook indien gesplit, maar niet verder bewerkt

Herlooien van voorgelooid leder

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

4107, 4112 en

4113

Leder dat na het looien of het drogen verder is bewerkt, alsmede tot perkament verwerkte huiden en vellen, van niet-behaarde dieren, ook indien gesplit, andere dan de producten bedoeld bij post 4114

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van de posten 4104 tot en met 4113

 

ex ex 4114

Lakleder en gelamineerd lakleder; gemetalliseerd leder

Vervaardiging uit leder van de posten 4104 tot en met 4106, 4107, 4112 of 4113 op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

Hoofdstuk 42

Lederwaren; zadel- en tuigmakerswerk; reisartikelen, handtassen en dergelijke bergingsmiddelen; werken van darmen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex Hoofdstuk 43

Pelterijen en bontwerk; namaakbont; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 4302

Pelterijen, gelooid of anderszins bereid, samengevoegd:

 

 

banen, zakken, vierkanten, kruisen en dergelijke vormen

Bleken of verven, naast snijden en samenvoegen van niet-samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen

 

andere

Vervaardiging uit niet-samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen

 

4303

Kleding, kledingtoebehoren en andere artikelen, van bont

Vervaardiging uit niet- samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen van post 4302

 

ex ex Hoofdstuk 44

Hout, houtskool en houtwaren; houtskool; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 4403

Hout, enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd

Vervaardiging uit hout, onbewerkt, ook indien ontschorst of ruw behakt of ontdaan van het spint

 

ex ex 4407

Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, geschaafd, geschuurd of met stuikverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm

Schaven, schuren of aaneenvoegen door middel van een stuikverbinding

 

ex ex 4408

Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen) en platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout, met een dikte van niet meer dan 6 mm, met verbinding aan de randen, alsmede ander hout, overlangs gezaagd dan wel gesneden of geschild, met een dikte van niet meer dan 6 mm, geschaafd, geschuurd of met stuikverbinding

Aaneenvoegen door verbinding aan de randen, schaven, schuren of aaneenvoegen door middel van een stuikverbinding

 

ex ex 4409

Hout waarvan ten minste één zijde of uiteinde is geprofileerd, ook indien geschaafd, geschuurd of met stuikverbinding:

 

 

geschuurd of met stuikverbinding

Schuren of aaneenvoegen door middel van een stuikverbinding

 

staaflijsthout

In profiel frezen of vormen

 

ex ex 4410 t/m

ex ex 4413

Staaflijst van hout, voor meubelen, voor lijsten, voor binnenhuisversiering, voor het wegwerken van elektrische leidingen (groeflatjes en afdekprofielen) en voor dergelijke doeleinden

In profiel frezen of vormen

 

ex ex 4415

Pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen, van hout

Vervaardiging uit niet op maat gezaagde planken

 

ex ex 4416

Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van hout

Vervaardiging uit duighout, ook indien gezaagd op beide hoofdvlakken, doch niet verder bewerkt

 

ex ex 4418

schrijn- en timmerwerk voor bouwwerken, van hout

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Panelen met cellenstructuur en dakspanen („shingles” en „shakes”) mogen evenwel worden gebruikt

 

staaflijsthout

In profiel frezen of vormen

 

ex ex 4421

Hout geschikt gemaakt voor de vervaardiging van lucifers; houten schoenpinnen

Vervaardiging uit hout van om het even welke post, met uitzondering van houtdraad van post 4409

 

ex ex Hoofdstuk 45

Kurk en kurkwaren; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

4503

Werken van natuurkurk

Vervaardiging uit natuurkurk van post 4501

 

Hoofdstuk 46

Vlechtwerk en mandenmakerswerk

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

Hoofdstuk 47

Houtpulp en pulp van andere cellulosehoudende vezelstoffen; papier en karton voor het terugwinnen (resten en afval)

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex Hoofdstuk 48

Papier en karton; cellulose-, papier- en kartonwaren; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 4811

Papier en karton, enkel gelijnd, gelinieerd of geruit

Vervaardiging uit materialen voor het vervaardigen van papier van hoofdstuk 47

 

4816

Carbonpapier, zelfkopiërend papier en ander papier voor het maken van doorslagen en overdrukken (ander dan dat van post 4809), complete stencils en offsetplaten, van papier, ook indien verpakt in dozen

Vervaardiging uit materialen voor het vervaardigen van papier van hoofdstuk 47

 

4817

Enveloppen, postbladen, briefkaarten (andere dan prentbriefkaarten) en correspondentiekaarten, van papier of van karton; assortimenten van papierwaren voor correspondentie in dozen, in omslagen en in dergelijke verpakkingen, van papier of van karton

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 4818

Closetpapier

Vervaardiging uit materialen voor het vervaardigen van papier van hoofdstuk 47

 

ex ex 4819

Dozen, zakken, hoezen en andere verpakkingsmiddelen van papier, van karton, van cellulosewatten of van vliezen van cellulosevezels

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 4820

Blocnotes

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 4823

Ander papier en karton, alsmede andere cellulosewatten en vliezen van cellulosevezels, op maat gesneden

Vervaardiging uit materialen voor het vervaardigen van papier van hoofdstuk 47

 

ex ex Hoofdstuk 49

Artikelen van de uitgeverij, van de pers of van een andere grafische industrie; geschreven of getypte teksten en plannen; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

4909

Prentbriefkaarten en andere gedrukte briefkaarten; gedrukte kaarten met persoonlijke wensen of mededelingen, ook indien geïllustreerd of met garneringen, al dan niet met enveloppe

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van de posten 4909 en 4911

 

4910

Kalenders van alle soorten, gedrukt, kalenderblokken daaronder begrepen:

 

 

 

kalenders van de „eeuwigdurende” soort en kalenders met een verwisselbaar blok op voetstuk van ander materiaal dan papier of karton

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

andere

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van de posten 4909 en 4911

 

ex ex Hoofdstuk 50

Zijde; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 5003

Afval van zijde (cocons ongeschikt om te worden afgehaspeld, afval van garen en rafelingen daaronder begrepen), gekaard of gekamd

Kaarden of kammen van afval van zijde

 

5004 t/m ex ex 5006

Garens van zijde en garens van afval van zijde

Vervaardiging uit (4):

ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd, of anderszins bewerkt voor het spinnen,

andere natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

materialen voor het vervaardigen van papier

 

5007

Weefsels van zijde of van afval van zijde:

 

 

elastische weefsels voorzien van rubberdraad

Vervaardiging uit eendraadsgaren (4)

 

andere

Vervaardiging uit (4):

kokosgaren,

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

papier,

of

bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex Hoofdstuk 51

Wol, fijn haar en grof haar; garens en weefsels van paardenhaar (crin); met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

5106 t/m 5110

Garens van wol, van fijn haar of grof haar, of van paardenhaar (crin)

Vervaardiging uit (4):

ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd, of anderszins bewerkt voor het spinnen,

natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

materialen voor het vervaardigen van papier

 

5111 t/m 5113

Weefsels van wol, van fijn haar of grof haar, of van paardenhaar (crin):

 

 

elastische weefsels voorzien van rubberdraad

Vervaardiging uit eendraadsgaren (4)

 

andere

Vervaardiging uit (4):

kokosgaren,

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

papier,

of

bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex Hoofdstuk 52

Katoen; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

5204 t/m 5207

Garens van katoen

Vervaardiging uit (4):

ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd, of anderszins bewerkt voor het spinnen,

natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

materialen voor het vervaardigen van papier

 

5208 t/m 5212

Weefsels van katoen:

 

 

 

elastische weefsels voorzien van rubberdraad

Vervaardiging uit eendraadsgaren (4)

 

 

andere

Vervaardiging uit (4):

kokosgaren,

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

papier,

of

bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex Hoofdstuk 53

Andere plantaardige textielvezels; papiergarens en weefsels daarvan; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

5306 t/m 5308

Garens van andere plantaardige textielvezels; papiergarens

Vervaardiging uit (4):

ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd, of anderszins bewerkt voor het spinnen,

natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

materialen voor het vervaardigen van papier

 

5309 t/m 5311

Weefsels van andere plantaardige textielvezels; weefsels van papiergarens:

 

 

 

elastische weefsels voorzien van rubberdraad

Vervaardiging uit eendraadsgaren (4)

 

 

andere

Vervaardiging uit (4):

kokosgaren,

jutegaren,

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

papier,

 

 

 

of

bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

5401 t/m 5406

Garens, monofilamenten en draad van synthetische of kunstmatige filamenten

Vervaardiging uit (4):

ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd, of anderszins bewerkt voor het spinnen,

natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

materialen voor het vervaardigen van papier

 

5407 en 5408

Weefsels van synthetische of kunstmatige filamentgarens:

 

 

elastische weefsels voorzien van rubberdraad

Vervaardiging uit eendraadsgaren (4)

 

andere

Vervaardiging uit (4):

kokosgaren,

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

papier,

of

bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

5501 t/m 5507

Synthetische of kunstmatige stapelvezels

Vervaardiging uit chemische materialen of textielmassa

 

5508 t/m 5511

Garens en naaigarens

Vervaardiging uit (4):

ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd, of anderszins bewerkt voor het spinnen,

natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

materialen voor het vervaardigen van papier

 

5512 t/m 5516

Weefsels van synthetische of kunstmatige stapelvezels:

 

 

elastische weefsels voorzien van rubberdraad

Vervaardiging uit eendraadsgaren (4)

 

andere

Vervaardiging uit (4):

kokosgaren,

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

papier,

of

bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex Hoofdstuk 56

Watten, vilt en gebonden textielvlies; speciale garens; bindgaren, touw en kabel, alsmede werken daarvan; met uitzondering van:

Vervaardiging uit (4):

kokosgaren,

natuurlijke vezels,

chemische materialen of textielmassa, of

materialen voor het vervaardigen van papier

 

5602

Vilt, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen:

 

 

naaldgetouwvilt

Vervaardiging uit (4):

natuurlijke vezels, of

chemische materialen of textielmassa

echter:

polypropyleenfilamentgarens van post 5402,

polypropyleenvezels van post 5503 of 5506, of

polypropyleenkabels van post 5501,

waarvan de titer van elk filament of elke vezel minder dan 9 decitex bedraagt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

andere

Vervaardiging uit (4):

natuurlijke vezels,

uit caseïnevezels vervaardigde kunstmatige stapelvezels, of

chemische materialen of textielmassa

 

5604

Draad en koord van rubber, omwoeld of omvlochten met textiel; textielgarens, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405, geïmpregneerd, bekleed, bedekt of ommanteld met rubber of kunststof:

 

 

draad en koord van rubber, omwoeld of omvlochten met textiel

Vervaardiging uit niet-omwoelde of -omvlochten draad en koord, van rubber

 

andere

Vervaardiging uit (4):

natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

materialen voor het vervaardigen van papier

 

5605

Metaalgarens, ook indien omwoeld, bestaande uit textielgarens of uit strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405, verbonden met metaaldraad, -strippen of -poeder, dan wel bedekt met metaal

Vervaardiging uit (4):

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

materialen voor het vervaardigen van papier

 

5606

Omwoeld garen, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405, omwoeld, andere dan die bedoeld bij post 5605 en andere dan omwoeld paardenhaar (crin); chenillegaren; kettingsteekgaren (zogeheten chainettegaren)

Vervaardiging uit (4):

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

materialen voor het vervaardigen van papier

 

Hoofdstuk 57

Tapijten:

 

 

 

van naaldgetouwvilt

Vervaardiging uit (4):

natuurlijke vezels, of

chemische materialen of textielmassa

echter:

 

 

 

polypropyleenfilamentgarens van post 5402,

polypropyleenvezels van post 5503 of 5506, of

polypropyleenkabels van post 5501,

waarvan de titer van elk filament of elke vezel minder dan 9 decitex bedraagt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Juteweefsel mag als rug worden gebruikt

 

 

van ander vilt

Vervaardiging uit (4):

natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of

chemische materialen of textielmassa

 

 

andere

Vervaardiging uit (4):

garens van kokos of jute,

synthetische of kunstmatige filamentgarens,

natuurlijke vezels, of

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen

Juteweefsel mag als rug worden gebruikt

 

ex ex Hoofdstuk 58

Speciale weefsels; getufte textielstoffen; kant; tapisserieën; passementwerk; borduurwerk; met uitzondering van:

 

 

elastische weefsels (met rubberdraad verbonden)

Vervaardiging uit eendraadsgaren (4)

 

andere

Vervaardiging uit (4):

 

 

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of

chemische materialen of textielmassa

of

bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

5805

Tapisserieën, met de hand geweven (zoals gobelins, Vlaamse tapisserieën, aubussons, beauvais en dergelijke) of met de naald vervaardigd (bijvoorbeeld halve kruissteek, kruissteek), ook indien geconfectioneerd

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

5810

Borduurwerk, aan het stuk, in banden of in de vorm van motieven

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

5901

Weefsels bedekt met lijm of met zetmeelachtige stoffen, van de soort gebruikt voor het boekbinden, voor het kartonneren, voor foedraalwerk of voor dergelijk gebruik; calqueerlinnen en tekenlinnen; schilderdoek; stijflinnen (buckram) en dergelijke weefsels voor steunvormen van hoeden

Vervaardiging uit garen

 

5902

Bandenkoordweefsel („tyre cord fabric”) van garens met een hoge sterktegraad, van nylon of van andere polyamiden, van polyesters of van viscoserayon:

 

 

minder dan 90 gewichtspercenten textielstoffen bevattende

Vervaardiging uit garen

 

andere

Vervaardiging uit chemische materialen of textielmassa

 

5903

Weefsels, geïmpregneerd, bekleed of bedekt met, dan wel met inlagen van kunststof, andere dan die bedoeld bij post 5902

Vervaardiging uit garen

of

bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

5904

Linoleum, ook indien in bepaalde vorm gesneden; vloerbedekking, bestaande uit een deklaag of een bekleding op een drager van textiel, ook indien in bepaalde vorm gesneden

Vervaardiging uit garen (4)

 

5905

Wandbekleding van textielstof:

 

 

geïmpregneerd, bekleed of bedekt met, dan wel met inlagen van rubber, kunststoffen of andere materialen

Vervaardiging uit garen

 

andere

Vervaardiging uit (4):

 

 

kokosgaren,

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of

chemische materialen of textielmassa

of

bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

5906

Gegummeerde weefsels, andere dan die bedoeld bij post 5902:

 

 

brei- en haakwerk aan het stuk

Vervaardiging uit (4):

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of

chemische materialen of textielmassa

 

andere weefsels, vervaardigd uit synthetische filamentgarens, bevattende meer dan 90 gewichtspercenten textielstoffen

Vervaardiging uit chemische materialen

 

andere

Vervaardiging uit garen

 

5907

Weefsels, anderszins geïmpregneerd, bekleed of bedekt; beschilderd doek voor theatercoulissen, voor achtergronden van studio’s of voor dergelijk gebruik

Vervaardiging uit garen

of

bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

5908

Kousen, pitten en wieken, voor lampen, voor komforen, voor aanstekers, voor kaarsen en dergelijke, geweven, gevlochten of gebreid; gloeikousjes en rond gebreide buisjes voor het vervaardigen van gloeikousjes, ook indien geïmpregneerd:

 

 

gloeikousjes, geïmpregneerd

Vervaardiging uit rond gebreide buisjes

 

andere

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

5909 t/m 5911

Artikelen voor technisch gebruik, van textielstoffen:

 

 

 

polijstschijven, andere dan die van vilt bedoeld bij post 5911

Vervaardiging uit garen of uit afval van weefsels of lompen en vodden van post 6310

 

 

al dan niet vervilte weefsels, van de soort gewoonlijk gebruikt voor papiermachines of voor ander technisch gebruik, ook indien geïmpregneerd of bekleed, rondgeweven of eindloos met enkelvoudige of meervoudige ketting en/of inslag, dan wel plat geweven met meervoudige ketting en/of inslag bedoeld bij post 5911

Vervaardiging uit (4):

kokosgaren,

de volgende materialen:

– –

polytetrafluorethyleengaren (8),

– –

getwijnd polyamidegaren, geïmpregneerd, bekleed of bedekt met fenolhars,

– –

aromatisch polyamidegaren verkregen door polycondensatie van metafenyleendiamine en isoftaalzuur,

 

 

 

– –

polytetrafluorethyleengaren (8),

– –

garen van synthetische textielvezels van poly-p-fenyleentereftalamide,

– –

garens van glasvezel, met fenoplasthars bedekt en met acrylvezels omwoeld (8),

 

 

 

– –

monofilament van copolyester van een polyester, een tereftaalzuurhars, van 1,4-cyclohexaandiëthanol en isoftaalzuur,

– –

natuurlijke vezels,

– –

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of

– –

chemische materialen of textielmassa

 

 

andere

Vervaardiging uit (8):

kokosgaren,

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of

chemische materialen of textielmassa

 

Hoofdstuk 60

Brei- en haakwerk aan het stuk

Vervaardiging uit (4):

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of

chemische materialen of textielmassa

 

Hoofdstuk 61

Kleding en kledingtoebehoren, van brei- of haakwerk:

 

 

verkregen door het aaneennaaien of op andere wijze samenvoegen van twee of meer stukken brei- of haakwerk die in vorm zijn gesneden of rechtstreeks in vorm zijn gebracht

Vervaardiging uit garen (4)  (9)

 

andere

Vervaardiging uit (4):

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of

chemische materialen of textielmassa

 

ex ex Hoofdstuk 62

Kleding en kledingtoebehoren, andere dan van brei- of haakwerk; met uitzondering van:

Vervaardiging uit garen (4)  (9)

 

ex ex 6202, ex ex 6204,

ex ex 6206, ex ex 6209

en ex ex 6211

Dames-, meisjes- en babykleding, alsmede ander geconfectioneerd kledingtoebehoren voor baby’s, geborduurd

Vervaardiging uit garen (9)

of

vervaardiging uit niet-geborduurde weefsels waarvan de waarde niet meer dan 40 % bedraagt van de prijs af fabriek van het product (9)

 

ex ex 6210 en

ex ex 6216

Vuurbestendige uitrustingen van weefsel bedekt met een folie van met aluminium verbonden polyester

Vervaardiging uit garen (9)

of

vervaardiging uit weefsel zonder deklaag met een waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product (9)

 

6213 en 6214

Zakdoeken, sjaals, sjerpen, hoofddoeken en halsdoeken, mantilles, sluiers, voiles en dergelijke artikelen:

 

 

geborduurd

Vervaardiging uit garen (4)  (9)

of

vervaardiging uit niet-geborduurde weefsels waarvan de waarde niet meer dan 40 % bedraagt van de prijs af fabriek van het product (9)

 

andere

Vervaardiging uit garen (4)  (9)

of

confectie gevolgd door bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de totale waarde van de gebruikte niet-bedrukte goederen van de posten 6213 en 6214 niet meer bedraagt dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

6217

Ander geconfectioneerd kledingtoebehoren; delen (andere dan die bedoeld bij post 6212) van kleding of van kledingtoebehoren:

 

 

geborduurd

Vervaardiging uit garen (9)

of

vervaardiging uit niet-geborduurde weefsels waarvan de waarde niet meer dan 40 % bedraagt van de prijs af fabriek van het product (9)

 

vuurbestendige uitrustingen van weefsel bedekt met een folie van met aluminium verbonden polyester

Vervaardiging uit garen (9)

of

vervaardiging uit weefsel zonder deklaag met een waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product (9)

 

tussenvoeringen voor kragen en omslagen, uitgesneden

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

andere

Vervaardiging uit garen (9)

 

ex ex Hoofdstuk 63

Andere geconfectioneerde artikelen van textiel; stellen; oude kleren en dergelijke; lompen en vodden; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

6301 t/m 6304

Dekens, beddenlinnen en dergelijke; gordijnen en dergelijke; andere artikelen voor stoffering:

 

 

van vilt of gebonden textielvlies

Vervaardiging uit (4):

natuurlijke vezels, of

chemische materialen of textielmassa

 

andere:

 

 

– –

geborduurd

Vervaardiging uit garen (9)  (10)

of

vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel (ander dan van brei- of haakwerk), op voorwaarde dat de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

– –

andere

Vervaardiging uit garen (9)  (10)

 

6305

Zakken voor verpakkingsdoeleinden

Vervaardiging uit (4):

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of

chemische materialen of textielmassa

 

6306

Dekkleden en zonneschermen voor winkelpuien en dergelijke; tenten; zeilen voor schepen, zeilplanken, zeilwagens en zeilsleden; kampeerartikelen:

 

 

van gebonden textielvlies

Vervaardiging uit (4)  (9):

natuurlijke vezels, of

chemische materialen of textielmassa

 

andere

Vervaardiging uit garen (4)  (9)

 

6307

Andere geconfectioneerde artikelen, patronen voor kleding daaronder begrepen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

6308

Stellen of assortimenten, bestaande uit weefsel en garen, ook indien met toebehoren, voor de vervaardiging van tapijten, van tapisserieën, van geborduurde tafelkleden en servetten of van dergelijke artikelen van textiel, opgemaakt voor de verkoop in het klein

Elk artikel in het assortiment moet beantwoorden aan de regel die ervoor zou gelden indien het niet in het assortiment was opgenomen. Niet van oorsprong zijnde artikelen mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 15 % van de prijs af fabriek van het assortiment

 

ex ex Hoofdstuk 64

Schoeisel, beenkappen en dergelijke artikelen; delen daarvan; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van de samenvoegingen van bovendelen met een binnenzool of met andere binnendelen van post 6406

 

6406

Delen van schoeisel (daaronder begrepen bovendelen, al dan niet voorzien van zolen, andere dan buitenzolen); inlegzolen, hielkussens en dergelijke artikelen; slobkousen, beenkappen en dergelijke artikelen, alsmede delen daarvan

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex Hoofdstuk 65

Hoofddeksels en delen daarvan; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

6505

Hoeden en andere hoofddeksels, van brei- of haakwerk of vervaardigd van kant, van vilt of van andere textielproducten, aan het stuk, (maar niet in stroken), ook indien gegarneerd; haarnetjes, ongeacht van welke stof, ook indien gegarneerd

Vervaardiging uit garen of textielvezels (9)

 

ex ex Hoofdstuk 66

Paraplu’s, parasols, wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen, alsmede delen daarvan; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

6601

Paraplu’s en parasols (wandelstokparaplu’s, tuinparasols en dergelijke artikelen daaronder begrepen)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

Hoofdstuk 67

Geprepareerde veren en geprepareerd dons en artikelen van veren of van dons; kunstbloemen; werken van mensenhaar

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex Hoofdstuk 68

Werken van steen, van gips, van cement, van asbest, van mica en van dergelijke stoffen; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 6803

Werken van leisteen of van samengekit leigruis

Vervaardiging uit bewerkte leisteen

 

ex ex 6812

Werken van asbest; werken van mengsels samengesteld met asbest of met asbest en magnesiumcarbonaat

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post

 

ex ex 6814

Werken van mica, geagglomereerd of gereconstitueerd mica daaronder begrepen, op een drager van papier, van karton of van andere stoffen

Vervaardiging uit bewerkt mica (met inbegrip van geagglomereerd of gereconstitueerd mica)

 

Hoofdstuk 69

Keramische producten

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex Hoofdstuk 70

Glas en glaswerk; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 7003, ex ex 7004

en ex ex 7005

Glas met niet-reflecterende lagen

Vervaardiging uit materialen van post 7001

 

7006

Glas bedoeld bij post 7003, 7004 of 7005, gebogen, met schuin geslepen randen, gegraveerd, van gaten voorzien, geëmailleerd of op andere wijze bewerkt, doch niet omlijst noch met andere stoffen verbonden:

 

 

platen van glas (substraten), bekleed met een diëlektrische metaallaag, halfgeleidend volgens de normen van SEMII (11)

Vervaardiging uit platen van glas (substraten) van post 7006

 

andere

Vervaardiging uit materialen van post 7001

 

7007

Veiligheidsglas, bestaande uit geharde glasplaten (hardglas) of uit opeengekitte glasplaten

Vervaardiging uit materialen van post 7001

 

7008

Meerwandig glas voor isoleringsdoeleinden

Vervaardiging uit materialen van post 7001

 

7009

Spiegels van glas, ook indien omlijst, achteruitkijkspiegels daaronder begrepen

Vervaardiging uit materialen van post 7001

 

7010

Flessen, flacons, bokalen, potten, buisjes, ampullen en andere bergingsmiddelen, van glas, voor vervoer of voor verpakking; weckglazen; stoppen, deksels en andere sluitingen, van glas

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

slijpen van glaswerk, op voorwaarde dat de totale waarde van het gebruikte niet-geslepen glaswerk niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

7013

Glaswerk voor tafel-, keuken-, toilet- of kantoorgebruik, voor binnenhuisversiering of voor dergelijk gebruik (ander dan bedoeld bij post 7010 of 7018)

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

slijpen van glaswerk, op voorwaarde dat de totale waarde van het gebruikte niet-geslepen glaswerk niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

of

versieren met de hand (met uitzondering van zijdezeefdruk) van met de hand geblazen glaswerk, op voorwaarde dat de totale waarde van het gebruikte met de hand geblazen glaswerk niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 7019

Werken (andere dan garen) van glasvezels

Vervaardiging uit:

ongekleurde lonten, rovings en garens, ook indien gesneden, of

glaswol

 

ex ex Hoofdstuk 71

Echte en gekweekte parels, edelstenen en halfedelstenen, edele metalen en metalen geplateerd met edele metalen, alsmede werken daarvan; fancybijouterieën; munten; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 7101

Echte of gekweekte parels, in stellen, tijdelijk aaneengeregen met het oog op het vervoer

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 7102, ex ex 7103

en ex ex 7104

Bewerkte natuurlijke, synthetische of gereconstrueerde edelstenen of halfedelstenen

Vervaardiging uit onbewerkte edelstenen of halfedelstenen

 

7106, 7108

en 7110

Edele metalen:

 

 

onbewerkt

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van de posten 7106, 7108 en 7110

of

elektrolytische, thermische of chemische scheiding van edele metalen van post 7106, 7108 of 7110

of

legering van edele metalen van post 7106, 7108 of 7110, onderling of met onedele metalen

 

halfbewerkt of in poedervorm

Vervaardiging uit onbewerkte edele metalen

 

ex ex 7107, ex ex 7109

en ex ex 7111

Metalen geplateerd met edele metalen, halfbewerkt

Vervaardiging uit metalen geplateerd met edele metalen, onbewerkt

 

7116

Werken van echte of gekweekte parels, van natuurlijke, synthetische of gereconstrueerde edelstenen of halfedelstenen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

7117

Fancybijouterieën

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

vervaardiging uit delen van onedel metaal, niet geplateerd of bedekt met edele metalen, op voorwaarde dat de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex Hoofdstuk 72

Gietijzer, ijzer en staal; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

7207

Halffabrikaten van ijzer of van niet-gelegeerd staal

Vervaardiging uit materialen van post 7201, 7202, 7203, 7204 of 7205

 

7208 t/m 7216

Gewalste platte producten, walsdraad, staven en profielen, van ijzer of van niet-gelegeerd staal

Vervaardiging uit roestvrij staal, in ingots of in andere primaire vormen, van post 7206

 

7217

Draad van ijzer of van niet-gelegeerd staal

Vervaardiging uit halffabrikaten van ander gelegeerd staal van post 7207

 

ex ex 7218, 7219 t/m

7222

Halffabrikaten, gewalste platte producten, walsdraad, staven en profielen, van roestvrij staal

Vervaardiging uit roestvrij staal, in ingots of in andere primaire vormen, van post 7218

 

7223

Draad van roestvrij staal

Vervaardiging uit halffabrikaten van ander gelegeerd staal van post 7218

 

ex ex 7224, 7225 t/m

7228

Halffabrikaten, gewalste platte producten, walsdraad, staven en profielen, van ander gelegeerd staal; staven en profielen van ander gelegeerd staal; holle staven voor boringen, van gelegeerd of niet-gelegeerd staal

Vervaardiging uit staal, in ingots of in andere primaire vormen, van post 7206, 7218 of 7224

 

7229

Draad van ander gelegeerd staal

Vervaardiging uit halffabrikaten van ander gelegeerd staal van post 7224

 

ex ex Hoofdstuk 73

Werken van gietijzer, van ijzer en van staal; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 7301

Damwandprofielen

Vervaardiging uit materialen van post 7206

 

7302

Bestanddelen van spoorbanen, van gietijzer, van ijzer of van staal: spoorstaven (rails), contrarails en heugels voor tandradbanen, wisseltongen, puntstukken, wisselstangen en andere bestanddelen van kruisingen en wissels, dwarsliggers, lasplaten, spoorstoelen, wiggen, onderlegplaten, klemplaten, dwarsplaten en dwarsstangen en andere bestanddelen, voor het leggen, het verbinden of het bevestigen van rails

Vervaardiging uit materialen van post 7206

 

7304, 7305

en 7306

Buizen, pijpen en holle profielen, van ijzer (ander dan gietijzer) of van staal

Vervaardiging uit materialen van post 7206, 7207, 7218 of 7224

 

ex ex 7307

Hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van roestvrij staal (ISO nr. X5CrNiMo 1712), bestaande uit verschillende delen

Draaien, boren, ruimen, draadsnijden, afbramen en zandstralen van gesmede onbewerkte stukken waarvan de waarde niet meer bedraagt dan 35 % van de prijs af fabriek van het product

 

7308

Constructiewerken en delen van constructiewerken (bijvoorbeeld bruggen, brugdelen, sluisdeuren, vakwerkmasten en andere masten, pijlers, kolommen, kapconstructies, deuren en ramen, alsmede kozijnen daarvoor, drempels, luiken, balustrades), van gietijzer, van ijzer of van staal, andere dan de geprefabriceerde bouwwerken bedoeld bij post 9406; platen, staven, profielen, buizen en dergelijke, van gietijzer, van ijzer of van staal, gereedgemaakt voor gebruik in constructiewerken

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Gelaste profielen van post 7301 mogen evenwel niet worden gebruikt

 

ex ex 7315

Sneeuwkettingen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 7315 niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex Hoofdstuk 74

Koper en werken van koper; met uitzondering van:

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

7401

Kopersteen of ruwsteen; cementkoper (neergeslagen koper)

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

7402

Niet-geraffineerd koper; anoden van koper voor het elektrolytisch raffineren

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

7403

Geraffineerd koper en koperlegeringen, ruw:

 

 

geraffineerd koper

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

koperlegeringen en geraffineerd koper dat andere elementen bevat

Vervaardiging uit geraffineerd koper, ruw, of uit resten en afval van koper

 

7404

Resten en afval, van koper

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

7405

Toeslaglegeringen van koper

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex Hoofdstuk 75

Nikkel en werken van nikkel; met uitzondering van:

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

7501 t/m 7503

Nikkelmatte, nikkeloxidesinters en andere tussenproducten van de nikkelmetallurgie; ruw nikkel; resten en afval, van nikkel

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex Hoofdstuk 76

Aluminium en werken van aluminium; met uitzondering van:

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

7601

Ruw aluminium

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging door thermische of elektrolytische behandeling, uit niet-gelegeerd aluminium of uit resten en afval van aluminium

 

7602

Resten en afval, van aluminium

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 7616

Werken van aluminium andere dan metaaldoek (metaaldoek zonder eind daaronder begrepen), metaalgaas en traliewerk, van aluminiumdraad, uit plaatgaas, verkregen door het uitrekken van plaat- of bandaluminium

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Metaaldoek (metaaldoek zonder eind daaronder begrepen), metaalgaas en traliewerk, van aluminiumdraad, uit plaatgaas, verkregen door het uitrekken van plaat- of bandaluminium mogen echter worden gebruikt; en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

Hoofdstuk 77

Gereserveerd voor een mogelijk toekomstig gebruik in het geharmoniseerde systeem

 

 

ex ex Hoofdstuk 78

Lood en werken van lood; met uitzondering van:

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

7801

Ruw lood:

 

 

geraffineerd lood

Vervaardiging uit werklood

 

andere

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Resten en afval van post 7802 mogen evenwel niet worden gebruikt

 

7802

Resten en afval, van lood

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex Hoofdstuk 79

Zink en werken van zink; met uitzondering van:

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

7901

Ruw zink

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Resten en afval van post 7902 mogen evenwel niet worden gebruikt

 

7902

Resten en afval, van zink

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex Hoofdstuk 80

Tin en werken van tin; met uitzondering van:

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

8001

Ruw tin

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Resten en afval van post 8002 mogen evenwel niet worden gebruikt

 

8002 en 8007

Resten en afval, van tin; andere werken van tin

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

Hoofdstuk 81

Andere onedele metalen; cermets; werken van deze stoffen:

 

 

andere onedele metalen, bewerkt; werken van deze stoffen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle materialen van dezelfde post als het product niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

andere

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex Hoofdstuk 82

Gereedschap, messenmakerswerk, lepels en vorken, van onedel metaal; delen van deze artikelen van onedel metaal; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

8206

Stellen, bestaande uit gereedschap van twee of meer van de posten 8202 tot en met 8205, opgemaakt voor de verkoop in het klein

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van de posten 8202 tot en met 8205. Gereedschap van de posten 8202 tot en met 8205 mag evenwel in het stel worden opgenomen, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 15 % van de prijs af fabriek van het stel

 

8207

Verwisselbaar gereedschap voor al dan niet mechanisch handgereedschap of voor gereedschapswerktuigen (bijvoorbeeld voor het stampen, stansen, draadtappen, draadsnijden, boren, ruimen, kotteren, frezen, draaien, vastschroeven), daaronder begrepen trekstenen of trekmatrijzen en pers- of extrusiematrijzen voor het bewerken van metalen, alsmede grond- en gesteenteboren

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8208

Messen en snijbladen, voor machines en voor mechanische toestellen

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 8211

Messen (andere dan die bedoeld bij post 8208), ook indien getand, zaksnoeimessen daaronder begrepen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Lemmeten en handvatten van onedel metaal mogen evenwel worden gebruikt

 

8214

Ander messenmakerswerk (bijvoorbeeld tondeuses, hakmessen en dergelijke slagers- en keukenmessen, briefopeners); gereedschap (nagelvijltjes daaronder begrepen) voor manicure of voor pedicure, ook indien in stellen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Handvatten van onedel metaal mogen evenwel worden gebruikt

 

8215

Lepels, vorken, pollepels, schuimspanen, taartscheppen, vismessen en botermesjes, suikertangen en dergelijke artikelen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Handvatten van onedel metaal mogen evenwel worden gebruikt

 

ex ex Hoofdstuk 83

Allerlei werken van onedele metalen; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 8302

Andere garnituren, beslag en dergelijke artikelen, voor gebouwen, en automatische deursluiters

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. De andere materialen van post 8302 mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 8306

Beeldjes en andere versieringsvoorwerpen van onedel metaal

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. De andere materialen van post 8306 mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex Hoofdstuk 84

Kernreactoren, stoomketels, machines, toestellen en mechanische werktuigen, alsmede delen daarvan; met uitzondering van:

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 8401

Splijtstofelementen

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product (12)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8402

Stoomketels (stoomgeneratoren), andere dan ketels voor centrale verwarming die zowel heet water als lagedrukstoom kunnen produceren; ketels voor oververhit water

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8403 en ex ex 8404

Ketels voor centrale verwarming, andere dan die bedoeld bij post 8402 en hulptoestellen voor ketels voor centrale verwarming

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van de posten 8403 en 8404

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

8406

Stoomturbines en andere dampturbines

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8407

Zuigermotoren met vonkontsteking, wankelmotoren daaronder begrepen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8408

Zuigermotoren met zelfontsteking (diesel- en semi-dieselmotoren)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8409

Delen waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor motoren bedoeld bij post 8407 of 8408

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8411

Turbinestraalmotoren; schroefturbines en andere gasturbines

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8412

Andere motoren en andere krachtmachines

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 8413

Roterende verdringerpompen

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 8414

Ventilatoren voor industriële of dergelijke doeleinden

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8415

Machines en apparaten voor de regeling van het klimaat in besloten ruimten, bestaande uit een door een motor aangedreven ventilator en elementen voor het wijzigen van de temperatuur en de vochtigheid van de lucht, die waarmee de vochtigheid van de lucht niet afzonderlijk kan worden geregeld daaronder begrepen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8418

Koelkasten, vrieskasten en andere machines, apparaten en toestellen voor de koeltechniek, al dan niet elektrisch werkend; warmtepompen, andere dan klimaatregelingstoestellen bedoeld bij post 8415

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product,

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 8419

Machines voor de hout-, papierstof-, papier en kartonindustrieën

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van dezelfde post als het product niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8420

Kalanders en walsmachines, andere dan voor metalen of voor glas, alsmede cilinders daarvoor

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van dezelfde post als het product niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8423

Weegtoestellen en weeginrichtingen, tel- en controletoestellen waarvan de werking op weging berust daaronder begrepen, doch met uitzondering van precisiebalansen met een gevoeligheid van 5 cg of beter; gewichten voor weegtoestellen van alle soorten

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8425 t/m 8428

Hef-, hijs-, laad- en losmachines en -toestellen, alsmede andere machines en toestellen voor het hanteren van goederen

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van post 8431 niet meer bedraagt dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8429

Bulldozers, angledozers, egaliseermachines, schrapers, mechanische schoppen, excavateurs (emmergravers), laadschoppen, wegwalsen, schapenpootwalsen en andere bodemverdichtingsmachines, met eigen beweegkracht:

 

 

wegwalsen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

andere

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van post 8431 niet meer bedraagt dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8430

Andere machines en toestellen voor het afgraven, egaliseren, schrapen, delven, aanstampen of boren van of in grond, mineralen of ertsen; heimachines en machines voor het uittrekken van heipalen; sneeuwruimers

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van post 8431 niet meer bedraagt dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 8431

Delen waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor wegwalsen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8439

Machines en toestellen voor het vervaardigen van pulp van cellulosehoudende vezelstoffen of voor het vervaardigen of afwerken van papier of van karton

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van dezelfde post als het product niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8441

Andere machines en toestellen voor de bewerking van papierstof, van papier of van karton, snijmachines van alle soorten daaronder begrepen

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van dezelfde post als het product niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 8443

Afdrukkers, voor kantoormachines (bijvoorbeeld automatische gegevensverwerkende machines, tekstverwerkende machines, enz.)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8444 t/m 8447

Machines van deze posten, bestemd om te worden gebruikt in de textielindustrie

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 8448

Hulpmachines en hulptoestellen voor de machines bedoeld bij de posten 8444 en 8445

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8452

Naaimachines, andere dan de naaimachines voor het boekbindersbedrijf bedoeld bij post 8440; meubelen, onderstellen en kappen, speciaal ontworpen voor naaimachines; naalden voor naaimachines:

 

 

 

naaimachines die uitsluitend stiksteken kunnen vormen, waarvan de kop zonder de motor niet meer dan 16 kg of met de motor niet meer dan 17 kg weegt

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product,

de waarde van alle niet van oorsprong zijnde materialen die bij het monteren van de kop (zonder motor) zijn gebruikt, niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong, en

de draadspannings-, haak- en zigzagmechanismen van oorsprong zijn

 

 

andere

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8456 t/m 8466

Gereedschapswerktuigen en machines en hun delen en toebehoren, bedoeld bij de posten 8456 tot en met 8466

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8469 t/m 8472

Kantoormachines en -toestellen (bijvoorbeeld schrijfmachines, rekenmachines, automatische gegevensverwerkende machines, duplicators, hechtmachines)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8480

Vormkasten voor gieterijen; modelplaten voor gietvormen; modellen voor gietvormen; gietvormen en andere vormen voor metalen (andere dan gietvormen voor ingots), voor metaalcarbiden, voor glas, voor minerale stoffen, voor rubber of voor kunststof

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

8482

Kogellagers, rollagers, naaldlagers en dergelijke lagers

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8484

Metalloplastische pakking; stellen of assortimenten van pakkingringen en andere pakkingstukken, van verschillende samenstelling, in zakjes, in enveloppen of in dergelijke bergingsmiddelen; mechanische afdichtingen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 8486

Gereedschapswerktuigen voor het bewerken van ongeacht welke stof waarbij materiaal wordt weggenomen, met behulp van laser- of andere licht- of fotonenstralen, van ultrasone trillingen, van elektro-erosie (vonkerosie), van elektrochemische procedés, van elektronenstralen, van ionenstralen of van plasmastralen

machines (persen daaronder begrepen) voor het buigen, het vouwen, het strekken, het vlakken, het afknippen, het ponsen of het inkepen van metaal

gereedschapswerktuigen voor het bewerken van steen, van keramische producten, van beton, van asbestcement en van dergelijke minerale stoffen, alsmede voor het koud bewerken van glas

delen en toebehoren, waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor de machines bedoeld bij de posten 8456, 8462 en 8464

aftekeninstrumenten zijnde patroongeneratoren van de soort gebruikt voor het vervaardigen van maskers of systeemrasters („reticles”) op substraten voorzien van een lichtgevoelige laag; delen en toebehoren daarvan

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

vormen, voor het spuitgieten of het persgieten

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

andere hef-, hijs-, laad- en losmachines en -toestellen, alsmede andere machines en toestellen voor het hanteren van goederen

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

delen waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor de machines bedoeld bij post 8428

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

fototoestellen van de soort gebruikt voor het vervaardigen van clichés of van drukcilinders, zijnde patroongeneratoren van de soort gebruikt voor het vervaardigen van maskers of systeemrasters („reticles”) op substraten voorzien van een lichtgevoelige laag; delen en toebehoren daarvan

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product,

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8487

Delen van machines of van toestellen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk en niet voorzien van elektrische verbindingsstukken, van elektrisch geïsoleerde delen, van spoelen, van contacten of van andere elektrotechnische delen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex Hoofdstuk 85

Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen; met uitzondering van:

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8501

Elektromotoren en elektrische generatoren, andere dan generatoraggregaten

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van post 8503 niet meer bedraagt dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8502

Elektrische generatoraggregaten en roterende omvormers

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van de posten 8501 en 8503 niet meer bedraagt dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 8504

Elektrische voedingseenheden van de soort gebruikt voor automatische gegevensverwerkende machines

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 8517

Andere toestellen voor het zenden of ontvangen van spraak, van beelden of van andere gegevens, daaronder begrepen toestellen voor de overdracht in een draadloos netwerk (zoals een lokaal netwerk of een uitgestrekt netwerk), andere dan toestellen voor het zenden of ontvangen van de posten 8443, 8525, 8527 of 8528

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 8518

Microfoons en statieven daarvoor; luidsprekers, ook indien gemonteerd in een klankkast; elektrische audiofrequentversterkers; elektrische geluidversterkers

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8519

Toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8521

Video-opname- en videoweergaveapparaten, ook indien met ingebouwde videotuner

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8522

Delen en toebehoren, waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk zijn bestemd voor de toestellen en apparaten bedoeld bij de posten 8519 tot en met 8521

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8523

niet-opgenomen grammofoonplaten, banden en niet-vluchtige geheugens op basis van halfgeleiders en andere dragers voor het opnemen van geluid en voor dergelijke doeleinden, galvanische vormen en matrijzen voor het maken van platen daaronder begrepen, andere dan de goederen van hoofdstuk 37;

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

opgenomen grammofoonplaten, banden en niet-vluchtige geheugens op basis van halfgeleiders en andere dragers voor het opnemen van geluid en voor dergelijke doeleinden, galvanische vormen en matrijzen voor het maken van platen daaronder begrepen, andere dan de goederen van hoofdstuk 37

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van post 8523 niet meer bedraagt dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

naderingskaarten en smartcards met twee of meer elektronisch geïntegreerde schakelingen

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van de posten 8541 en 8542 niet meer bedraagt dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

of

de diffusie (waar geïntegreerde schakelingen worden gevormd op een halfgeleidersubstraat door de selectieve inbrenging van een geschikt doteringsmateriaal), al of niet geassembleerd en/of getest in een ander land dan die genoemd in de artikelen 3 en 4

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

smartcards met één elektronisch geïntegreerde schakeling

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8525

Zendtoestellen voor radio-omroep of televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel of toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid; televisiecamera’s, digitale fotocamera’s en videocamera-opnametoestellen

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8526

Radartoestellen, toestellen voor radionavigatie en toestellen voor radioafstandsbediening

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8527

Ontvangtoestellen voor radio-omroep, ook indien in dezelfde kast gecombineerd met een toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid of met een uurwerk

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8528

monitors en projectietoestellen, niet uitgerust met ontvangtoestel voor televisie, van de soort die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem als bedoeld bij post 8471

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

andere monitors en projectietoestellen, niet uitgerust met ontvangtoestel voor televisie; ontvangtoestellen voor televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel voor radio-omroep of toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid of van beelden;

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8529

Delen waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor de toestellen bedoeld bij de posten 8525 tot en met 8528:

 

 

uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd voor video-opname- en videoweergaveapparaten

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

geschikt voor gebruik uitsluitend of hoofdzakelijk met monitors en projectietoestellen, niet uitgerust met ontvangtoestel voor televisie, van de soort die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem als bedoeld bij post 8471

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

andere

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8535

Toestellen voor het inschakelen, uitschakelen, omschakelen, aansluiten of verdelen van of voor het beveiligen tegen elektrische stroom, voor een spanning van meer dan 1 000 V

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van post 8538 niet meer bedraagt dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8536

toestellen voor het inschakelen, uitschakelen, omschakelen, aansluiten of verdelen van of voor het beveiligen tegen elektrische stroom, voor een spanning van niet meer dan 1 000 V

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van post 8538 niet meer bedraagt dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

verbindingsstukken voor optische vezels, optischevezelbundels of optischevezelkabels

 

 

– –

van kunststof

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

– –

van keramiek, van ijzer en staal

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

– –

van koper

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

8537

Borden, panelen, kasten en dergelijke, voorzien van twee of meer toestellen bedoeld bij post 8535 of 8536, voor elektrische bediening of voor het verdelen van elektrische stroom, ook indien voorzien van instrumenten of toestellen bedoeld bij hoofdstuk 90, alsmede toestellen voor numerieke besturing, andere dan de schakelapparaten bedoeld bij post 8517

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van post 8538 niet meer bedraagt dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 8541

Dioden, transistors en dergelijke halfgeleiderelementen, met uitzondering van nog niet tot chips gesneden wafers

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 8542

Elektronische geïntegreerde schakelingen en microassemblages:

 

 

monolithische geïntegreerde schakelingen

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van de posten 8541 en 8542 niet meer bedraagt dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

of

de diffusie (waar geïntegreerde schakelingen worden gevormd op een halfgeleidersubstraat door de selectieve inbrenging van een geschikt doteringsmateriaal), al of niet geassembleerd en/of getest in een ander land dan die genoemd in de artikelen 3 en 4

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

multichips die deel uitmaken van machines, van apparaten of van toestellen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

andere

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van de posten 8541 en 8542 niet meer bedraagt dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8544

Draad, kabels (coaxiale kabels daaronder begrepen) en andere geleiders van elektriciteit, geïsoleerd (ook indien gevernist of gelakt — zogenaamd emaildraad — of anodisch geoxideerd), ook indien voorzien van verbindingsstukken; optischevezelkabel bestaande uit individueel omhulde vezels, ook indien elektrische geleiders bevattend of voorzien van verbindingsstukken

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8545

Koolelektroden, koolborstels, koolspitsen voor lampen, koolstaven voor elementen of batterijen en andere artikelen van grafiet of andere koolstof, ook indien verbonden met metaal, voor elektrisch gebruik

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8546

Isolatoren voor elektriciteit, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8547

Isolerende werkstukken, geheel van isolerend materiaal dan wel voorzien van daarin bij het gieten, persen, enz. aangebrachte eenvoudige metalen verbindingsstukken (bijvoorbeeld nippels met schroefdraad), voor elektrische machines, toestellen of installaties, andere dan de isolatoren bedoeld bij post 8546; isolatiebuizen en verbindingsstukken daarvoor, van onedel metaal, inwendig geïsoleerd

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8548

Resten en afval, van elektrische elementen, van elektrische batterijen en van elektrische accumulatoren; gebruikte elektrische elementen, gebruikte elektrische batterijen en gebruikte elektrische accumulatoren; elektrische delen van machines, van apparaten of van toestellen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex Hoofdstuk 86

Rollend en ander materieel voor spoor- en tramwegen, alsmede delen daarvan; mechanische (elektromechanische daaronder begrepen) signaal- en waarschuwingstoestellen voor het verkeer; met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8608

Vast materieel voor spoor- en tramwegen; mechanische (elektromechanische daaronder begrepen) signaal-, veiligheids-, controle- en bedieningstoestellen voor spoor- en tramwegen, voor verkeers- en waterwegen, voor parkeerterreinen, voor havens en voor vliegvelden; delen daarvan

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex Hoofdstuk 87

Automobielen, tractors, rijwielen, motorrijwielen en andere voertuigen voor vervoer over land, alsmede delen en toebehoren daarvan; met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8709

Transportwagens met eigen beweegkracht, niet voorzien van een hefsysteem, van de soort gebruikt in fabrieken, in opslagplaatsen, op haventerreinen of op vliegvelden, voor het vervoer van goederen over korte afstanden; trekkers van de soort gebruikt voor het trekken van perronwagentjes; delen daarvan

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8710

Gevechtswagens en pantserauto’s, ook indien met bewapening; delen daarvan

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8711

Motorrijwielen en rijwielen met hulpmotor, ook indien met zijspan; zijspanwagens:

 

 

met motor met op- en neergaande zuigers, met een cilinderinhoud:

 

 

– –

van niet meer dan 50 cm3

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

– –

van meer dan 50 cm3

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

andere

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 8712

Rijwielen zonder kogellagers

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van post 8714

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8715

Kinderwagens en delen daarvan

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8716

Aanhangwagens en opleggers; andere voertuigen zonder eigen beweegkracht; en delen daarvan

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex Hoofdstuk 88

Luchtvaart en ruimtevaart; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 8804

Rotochutes

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 8804

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

8805

Lanceertoestellen voor luchtvaartuigen; deklandingstoestellen en dergelijke; toestellen voor vliegoefeningen op de grond; delen daarvan

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 89

Scheepvaart

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Scheepsrompen van post 8906 mogen evenwel niet worden gebruikt

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex Hoofdstuk 90

Optische instrumenten, apparaten en toestellen; instrumenten, apparaten en toestellen, voor de fotografie en de cinematografie; meet-, verificatie-, controle- en precisie-instrumenten, -apparaten en -toestellen; medische en chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen; delen en toebehoren daarvan; met uitzondering van:

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9001

Optische vezels en optischevezelbundels; optischevezelkabels, andere dan die bedoeld bij post 8544; platen of bladen van polariserende stoffen; lenzen (contactlenzen daaronder begrepen), prisma’s, spiegels en andere optische elementen, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd, niet gemonteerd, andere dan die van niet-optisch bewerkt glas

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9002

Lenzen, prisma’s, spiegels en andere optische elementen, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd, gemonteerd, voor instrumenten, apparaten en toestellen, andere dan die van niet-optisch bewerkt glas

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9004

Brillen (voor de verbetering van de gezichtsscherpte, voor het beschermen van de ogen en andere) en dergelijke artikelen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 9005

Binocles, verrekijkers, alsmede onderstellen daarvoor, met uitzondering van astronomische refractietelescopen en onderstellen daarvoor

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product,

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product; en

waarbij de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 9006

Fototoestellen; flitstoestellen en flitslampen en -buizen, voor de fotografie, andere dan flitslampen met elektrische ontsteking

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product,

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9007

Filmcamera’s en filmprojectietoestellen, ook indien met ingebouwde geluidsopname- en -weergavetoestellen

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product,

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9011

Optische microscopen, toestellen voor fotomicrografie, cinefotomicrografie en microprojectie daaronder begrepen

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product,

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 9014

Andere instrumenten, apparaten en toestellen voor de navigatie

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9015

Instrumenten, apparaten en toestellen voor de geodesie, voor de topografie, voor het landmeten, voor de fotogrammetrie, voor de hydrografie, voor de oceanografie, voor de hydrologie, voor de meteorologie of voor de geofysica, andere dan kompassen; afstandmeters

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9016

Precisiebalansen met een gewichtsgevoeligheid van 5 cg of beter, ook indien met gewichten

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9017

Tekeninstrumenten, aftekeninstrumenten en rekeninstrumenten (bijvoorbeeld tekenmachines, pantografen, gradenbogen, passerdozen, rekenlinialen, rekenschijven); handinstrumenten voor lengtemeting (bijvoorbeeld maatstokken, micrometers, schuifmaten, kalibers), niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9018

Instrumenten, apparaten en toestellen voor de geneeskunde, voor de chirurgie, voor de tandheelkunde of voor de veeartsenijkunde, daaronder begrepen scintigrafische en andere elektromedische apparaten en toestellen, alsmede apparaten en toestellen voor onderzoek van het gezichtsvermogen:

 

 

tandartsstoelen met ingebouwde tandheelkundige apparatuur, alsmede spuwbakken voor behandelkamers van tandartsen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 9018

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

andere

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

9019

Toestellen voor mechanische therapie; toestellen voor massage; toestellen voor psychotechniek; toestellen voor ozontherapie, voor oxygeentherapie, voor aerosoltherapie; toestellen voor kunstmatige ademhaling en andere therapeutische ademhalingstoestellen

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

9020

Andere ademhalingstoestellen en gasmaskers, andere dan beschermingsmaskers zonder mechanische delen of vervangbare filters

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

9024

Machines, apparaten en toestellen voor onderzoek van de hardheid, de trekvastheid, de samendrukbaarheid, de rekbaarheid of andere mechanische eigenschappen van materialen (bijvoorbeeld metaal, hout, textiel, papier, kunststof)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9025

Densimeters, areometers, vochtwegers en dergelijke drijvende instrumenten, thermometers, pyrometers, barometers, hygrometers en psychrometers, ook indien zelfregistrerend; combinaties van deze instrumenten

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9026

Instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van de doorstroming, het peil, de druk of andere variabele karakteristieken van vloeistoffen of van gassen (bijvoorbeeld doorstromings-meters, peiltoestellen, manometers, warmteverbruiks-meters), andere dan instrumenten, apparaten en toestellen, bedoeld bij de posten 9014, 9015, 9028 en 9032

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9027

Instrumenten, apparaten en toestellen voor natuurkundige of scheikundige analyse (bijvoorbeeld polarimeters, refractometers, spectrometers, analysetoestellen voor gassen of voor rook); instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van de viscositeit, de poreusheid, de uitzetting, de oppervlakte-spanning en dergelijke; instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van hoeveelheden warmte, geluid of licht (belichtingsmeters daaronder begrepen); microtomen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9028

Verbruiksmeters en productiemeters voor gassen, voor vloeistoffen of voor elektriciteit, standaardmeters daaronder begrepen:

 

 

delen en toebehoren

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

andere

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9029

Toerentellers, productietellers, taximeters, kilometertellers, schredentellers en dergelijke; snelheidsmeters en tachometers, andere dan die bedoeld bij de posten 9014 en 9015; stroboscopen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9030

Oscilloscopen, spectrumanalysetoestellen en andere instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van elektrische grootheden, met uitzondering van meters bedoeld bij post 9028; meet- en detectietoestellen en -instrumenten voor alfa-, bèta- en gammastralen, röntgenstralen, kosmische stralen en andere ioniserende stralen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9031

Meet- of verificatie-instrumenten, -apparaten, -toestellen en -machines, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk; profielprojectietoestellen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9032

Automatische regelaars

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9033

Delen en toebehoren (niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk) van machines, apparaten, toestellen, instrumenten of artikelen bedoeld bij dit hoofdstuk

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex Hoofdstuk 91

Uurwerken; met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9105

Wekkers, pendules, klokken en dergelijke artikelen met ander uurwerk dan horloge-uurwerk

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9109

Uurwerken, compleet en gemonteerd, andere dan horloge-uurwerken

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9110

Complete uurwerken, niet gemonteerd of gedeeltelijk gemonteerd (stellen onderdelen); niet-complete uurwerken, gemonteerd; onvolledige, onafgewerkte uurwerken („ébauches”)

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van post 9114 niet meer bedraagt dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9111

Kasten voor horloges bedoeld bij de posten 9101 en 9102, alsmede delen daarvan

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9112

Kasten voor klokken, voor pendules, enz., alsmede delen daarvan

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9113

Horlogebanden en delen daarvan:

 

 

van onedel metaal, ook indien verguld of verzilverd, of van metaal geplateerd met edel metaal

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

andere

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

Hoofdstuk 92

Muziekinstrumenten; delen en toebehoren van muziekinstrumenten

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

Hoofdstuk 93

Wapens en munitie; delen en toebehoren daarvan

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex Hoofdstuk 94

Meubelen (ook voor medisch of voor chirurgisch gebruik); artikelen voor bedden en dergelijke artikelen; verlichtingstoestellen, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen; geprefabriceerde bouwwerken; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 9401 en

ex ex 9403

Meubelen van onedele metalen met delen van niet-opgevulde katoenstof met een gewicht van niet meer dan 300 g per m2

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

vervaardiging uit reeds in een gebruiksklare vorm geconfectioneerde katoenstof van post 9401 of 9403, op voorwaarde dat:

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

de waarde ervan niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product, en

alle gebruikte andere materialen reeds van oorsprong zijn en onder een andere post dan post 9401 of 9403 worden ingedeeld

 

9405

Verlichtingstoestellen (zoeklichten en schijnwerpers daaronder begrepen) en delen daarvan, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen, voorzien van een vast aangebrachte lichtbron, alsmede elders genoemde noch elders onder begrepen delen daarvan

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

9406

Geprefabriceerde bouwwerken

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex Hoofdstuk 95

Speelgoed, spellen, artikelen voor ontspanning en sportartikelen; delen en toebehoren daarvan; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 9503

Ander speelgoed; modellen op schaal en dergelijke modellen voor ontspanning, ook indien bewegend; puzzels van alle soorten

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 9506

Golfstokken en delen van golfstokken

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Ruw gevormde blokken voor het maken van golfstokken mogen evenwel worden gebruikt

 

ex ex Hoofdstuk 96

Diverse werken; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 9601 en

ex ex 9602

Werken van dierlijke, plantaardige of minerale stoffen, geschikt om te worden gesneden

Vervaardiging uit „bewerkte” materialen van dezelfde post

 

ex ex 9603

Bezems en borstels (met uitzondering van bezems, heiboenders en dergelijk borstelwerk, bestaande uit samengebonden materialen, ook indien met steel, alsmede borstels vervaardigd uit marter- of eekhoornhaar), met de hand bediende mechanische vegers zonder motor, penselen, kwasten en plumeaus, verfkussens en verfrollen, wissers van rubber en zwabbers

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

9605

Reisassortimenten voor de lichaamsverzorging van personen, voor het schoonmaken van schoeisel of van kleding en reisnaaigarnituren

Elk artikel in het assortiment moet beantwoorden aan de regel die ervoor zou gelden indien het niet in het assortiment was opgenomen. Niet van oorsprong zijnde artikelen mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 15 % van de prijs af fabriek van het assortiment

 

9606

Knopen en drukknopen; knoopvormen en andere delen van knopen of van drukknopen; knopen in voorwerpsvorm

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

9608

Kogelpennen; vilt- en merkstiften en andere pennen met poreuze punt; vulpennen doorschrijfpennen; vulpotloden; penhouders, potloodhouders en dergelijke artikelen; delen (puntbeschermers en klemmen daaronder begrepen) van deze artikelen, andere dan die bedoeld bij post 9609

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Pennen en penpunten van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt

 

9612

Inktlinten voor schrijfmachines en dergelijke inktlinten, geïnkt of op andere wijze geprepareerd voor het maken van afdrukken, ook indien op spoelen of in cassettes; stempelkussens, ook indien geïnkt, met of zonder doos

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 9613

Aanstekers met piëzo-ontstekingsmechanisme

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 9613 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 9614

Tabakspijpen, pijpenkoppen daaronder begrepen

Vervaardiging uit ébauchons

 

Hoofdstuk 97

Kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

BIJLAGE III

Modellen van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 en aanvraag van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

Instructies voor de drukker

1.

De afmetingen van het certificaat inzake goederenverkeer zijn 210 × 297 mm, waarbij in de lengte een afwijking van ten hoogste 5 mm minder of 8 mm meer is toegestaan. Het te gebruiken papier is wit, goed beschrijfbaar, houtvrij, met een gewicht van ten minste 25 g/m2. Het is voorzien van een groene geguillocheerde onderdruk die vervalsingen met behulp van mechanische of chemische middelen zichtbaar maakt.

2.

De bevoegde instanties van de overeenkomstsluitende partijen kunnen zich het recht voorbehouden de certificaten zelf te drukken of te laten drukken door erkende drukkerijen. In het laatste geval wordt op ieder formulier van deze erkenning melding gemaakt. Op elk certificaat worden bovendien de naam en het adres van de drukker vermeld of wordt een merkteken ter identificatie van de drukker aangebracht. De certificaten worden van een al dan niet gedrukt volgnummer voorzien.

Image

Image

Image

Image

BIJLAGE IV

Tekst van de factuurverklaring

Bij het opstellen van de factuurverklaring, waarvan de tekst hieronder is weergegeven, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. De tekst van de voetnoten behoeft echter niet te worden overgenomen.

Bulgaarse versie

Износителят на продуктите, обхванати от този документ (митническо разрешение № … (13)) декларира, че освен където ясно е отбелязано друго, тези продукти са с …. (14) преференциален произход.

Spaanse versie

El exportador de los productos incluidos en el presente documento [autorización aduanera no ... (13)] declara que, salvo indicación en sentido contrario, estos productos gozan de un origen preferencial... (14).

Tsjechische versie

Vývozce výrobků uvedených v tomto dokumentu (číslo povolení … (13)) prohlašuje, že kromě zřetelně označených, mají tyto výrobky preferenční původ v … (14).

Deense versie

Eksportøren af varer, der er omfattet af nærværende dokument, (toldmyndighedernes tilladelse nr. ... (13)), erklærer, at varerne, medmindre andet tydeligt er angivet, har præferenceoprindelse i ... (14).

Duitse versie

Der Ausführer (Ermächtigter Ausführer; Bewilligungsnr. ... (13)) der Waren, auf die sich dieses Handelspapier bezieht, erklärt, dass diese Waren, soweit nicht anders angegeben, präferenzbegünstigte ... (14) Ursprungswaren sind.

Estse versie

Käesoleva dokumendiga hõlmatud toodete eksportija (tolli kinnitus nr ... (13)) deklareerib, et need tooted on ... (14) sooduspäritoluga, välja arvatud juhul, kui on selgelt näidatud teisiti.

Griekse versie

Ο εξαγωγέας των προϊόντων που καλύπτονται από το παρόν έγγραφο [άδεια τελωνείου υπ' αριθ. ... (13)] δηλώνει ότι, εκτός εάν δηλώνεται σαφώς άλλως, τα προϊόντα αυτά είναι προτιμησιακής καταγωγής ... (14).

Engelse versie

The exporter of the products covered by this document (customs authorization No ... (13)) declares that, except where otherwise clearly indicated, these products are of ... (14) preferential origin.

Franse versie

L'exportateur des produits couverts par le présent document [autorisation douanière no ... (13)] déclare que, sauf indication claire du contraire, ces produits ont l'origine préférentielle ... (14).

Italiaanse versie

L'esportatore delle merci contemplate nel presente documento [autorizzazione doganale n. ... (13)] dichiara che, salvo indicazione contraria, le merci sono di origine preferenziale… (14).

Letse versie

To produktu eksportētājs, kuri ietverti šajā dokumentā (muitas atļauja Nr. … (13)), deklarē, ka, izņemot tur, kur ir citādi skaidri noteikts, šiem produktiem ir preferenciāla izcelsme … (14).

Litouwse versie

Šiame dokumente išvardytų prekių eksportuotojas (muitinės liudijimo Nr … (13)) deklaruoja, kad, jeigu kitaip nenurodyta, tai yra … (14) preferencinės kilmės prekės.

Hongaarse versie

A jelen okmányban szereplő áruk exportőre (vámfelhatalmazási szám: ... (13)) kijelentem, hogy eltérő egyértelmű jelzés hiányában az áruk preferenciális ... (14) származásúak.

Maltese versie

L-esportatur tal-prodotti koperti b'dan id-dokument (awtorizzazzjoni tad-dwana nru. … (13)) jiddikjara li, ħlief fejn indikat b'mod ċar li mhux hekk, dawn il-prodotti huma ta' oriġini preferenzjali … (14).

Nederlandse versie

De exporteur van de goederen waarop dit document van toepassing is (douanevergunning nr. ... (13)), verklaart dat, behoudens uitdrukkelijke andersluidende vermelding, deze goederen van preferentiële ... oorsprong zijn (14).

Poolse versie

Eksporter produktów objętych tym dokumentem (upoważnienie władz celnych nr … (13)) deklaruje, że z wyjątkiem gdzie jest to wyraźnie określone, produkty te mają … (14) preferencyjne pochodzenie.

Portugese versie

O abaixo assinado, exportador dos produtos abrangidos pelo presente documento [autorização aduaneira n.o ... (13)], declara que, salvo indicação expressa em contrário, estes produtos são de origem preferencial ... (14).

Roemeense versie

Exportatorul produselor ce fac obiectul acestui document (autorizaţia vamală nr. … (13)) declară că, exceptând cazul în care în mod expres este indicat altfel, aceste produse sunt de origine preferenţială … (14).

Slowaakse versie

Vývozca výrobkov uvedených v tomto dokumente (číslo povolenia … (13)) vyhlasuje, že okrem zreteľne označených, majú tieto výrobky preferenčný pôvod v … (14).

Sloveense versie

Izvoznik blaga, zajetega s tem dokumentom (pooblastilo carinskih organov št … (13)) izjavlja, da, razen če ni drugače jasno navedeno, ima to blago preferencialno … (14) poreklo.

Finse versie

Tässä asiakirjassa mainittujen tuotteiden viejä (tullin lupa n:o ... (13)) ilmoittaa, että nämä tuotteet ovat, ellei toisin ole selvästi merkitty, etuuskohteluun oikeutettuja ... alkuperätuotteita (14).

Zweedse versie

Exportören av de varor som omfattas av detta dokument (tullmyndighetens tillstånd nr. ... (13)) försäkrar att dessa varor, om inte annat tydligt markerats, har förmånsberättigande ... ursprung (14).

Kroatische versie

Izvoznik proizvoda obuhvaćenih ovom ispravom (carinsko ovlaštenje br. ... (13)) izjavljuje da su, osim ako je drukčije izričito navedeno, ovi proizvodi ... (14) preferencijalnog podrijetla.


(1)  Bijzondere voorwaarden inzake specifieke behandelingen zijn opgenomen in de aantekeningen 7.1 en 7.3.

(2)  Bijzondere voorwaarden inzake specifieke behandelingen zijn opgenomen in aantekening 7.2.

(3)  Volgens aantekening 3 bij hoofdstuk 32 behoren tot deze post preparaten op basis van kleurstoffen van de soort gebruikt voor het kleuren van stoffen of als bestanddeel bij het vervaardigen van kleurpreparaten, mits zij niet onder een andere post van hoofdstuk 32 zijn ingedeeld.

(4)  Als groep wordt beschouwd: ieder deel van de omschrijving van de post die van de rest door een puntkomma is gescheiden.

(5)  In het geval van producten die bestaan uit enerzijds materialen van de posten 3901 tot en met 3906 en anderzijds materialen van de posten 3907 tot en met 3911 geldt deze beperking alleen voor de groep materialen met het hoogste gewichtspercentage in het product.

(6)  Als zeer transparant wordt beschouwd: folie waarvan het doorzichtigheidsverlies, gemeten met een nefolometer van Gardner volgens ASTM-D 1003-16 (troebelingsfactor), minder dan 2 % bedraagt.

(7)  Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.

(8)  Dit product kan slechts worden gebruikt bij de vervaardiging van weefsels van de soort gebruikt voor papiermachines.

(9)  Zie aantekening 6.

(10)  Zie aantekening 6 voor artikelen van brei- of haakwerk, niet elastisch of gegummeerd, verkregen door het aaneennaaien of op andere wijze samenvoegen van stukken brei- of haakwerk die in vorm zijn gesneden of rechtstreeks in vorm zijn gebracht.

(11)  SEMII Semiconductor Equipment and Materials Institute Incorporated.

(12)  Deze regel is van toepassing tot en met 31.12.2005.

(13)  Indien de factuurverklaring door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden ingevuld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, wordt het gedeelte tussen haakjes weggelaten of wordt niets ingevuld.

(14)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld.


29.10.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 286/s3


BERICHT AAN DE LEZERSDe instellingen hebben besloten in hun teksten niet langer te verwijzen naar de laatste wijziging van de aangehaalde besluiten.Tenzij anders vermeld, zijn de besluiten waarnaar in de hierin gepubliceerde teksten wordt verwezen, de besluiten zoals die momenteel van kracht zijn.