ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 59 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
51e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is |
Bladzijde |
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
* |
||
|
|
||
|
* |
||
|
* |
|
|
II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is |
|
|
|
BESLUITEN/BESCHIKKINGEN |
|
|
|
Raad |
|
|
|
2008/180/EG |
|
|
* |
||
|
|
2008/181/EG |
|
|
* |
||
|
|
2008/182/Euratom |
|
|
* |
||
|
|
2008/183/EG |
|
|
* |
||
|
|
2008/184/EG |
|
|
* |
||
|
|
Commissie |
|
|
|
2008/185/EG |
|
|
* |
Beschikking van de Commissie van 21 februari 2008 betreffende aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky voor het intracommunautaire handelsverkeer van varkens, en betreffende criteria voor de over deze ziekte te verstrekken gegevens (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 669) (Gecodificeerde versie) ( 1 ) |
|
|
III Besluiten op grond van het EU-Verdrag |
|
|
|
BESLUITEN OP GROND VAN TITEL V VAN HET EU-VERDRAG |
|
|
* |
||
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is
VERORDENINGEN
4.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 59/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 195/2008 VAN DE RAAD
van 3 maart 2008
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1210/2003 betreffende bepaalde specifieke restricties op de economische en financiële betrekkingen met Irak
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 60 en 301,
Gelet op Gemeenschappelijk Standpunt 2008/186/GBVB van 3 maart 2008 tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2003/495/GBVB inzake Irak (1),
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig Resolutie 1483 (2003) van de VN-Veiligheidsraad werden in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1210/2003 van de Raad betreffende bepaalde specifieke restricties op de economische en financiële betrekkingen met Irak (2) specifieke regelingen vastgesteld voor de betaling van de uitvoer van aardolie, aardolieproducten en aardgas uit Irak. In artikel 10 van dezelfde verordening werden specifieke regelingen vastgesteld betreffende de vrijwaring van juridische procedures van bepaalde activa van Irak. De specifieke regeling voor de betalingen is nog steeds geldig, terwijl de specifieke vrijwaringsregeling van toepassing was tot en met 31 december 2007. |
(2) |
Op grond van Resolutie 1790 (2007) van de VN-Veiligheidsraad en Gemeenschappelijk Standpunt 2008/186/GBVB gelden beide bovengenoemde regelingen tot en met 31 december 2008. Verordening (EG) nr. 1210/2003 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(3) |
Verordening (EG) nr. 1210/2003 moet ook worden aangepast aan recente ontwikkelingen op het gebied van sancties, namelijk met betrekking tot de aanduiding van de bevoegde autoriteiten, de aansprakelijkheid in geval van overtreding en de rechtsbevoegdheid. Voor de toepassing van deze verordening wordt het grondgebied van de Gemeenschap geacht te omvatten de grondgebieden van de lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de daarin vastgestelde voorwaarden. |
(4) |
Teneinde de effectiviteit van de maatregelen waarin deze verordening voorziet te waarborgen, dient de verordening onmiddellijk in werking te treden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 1210/2003 wordt als volgt gewijzigd:
1. |
artikel 2 wordt vervangen door: „Artikel 2 Alle opbrengsten van de uitvoer van aardolie, aardolieproducten en aardgas uit Irak, als bedoeld in bijlage I, worden vanaf 22 mei 2003 overgedragen aan het Ontwikkelingsfonds voor Irak onder de voorwaarden van Resolutie 1483 (2003) van de VN-Veiligheidsraad, en met name van de punten 20 en 21.”; |
2. |
het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 4 bis De verboden in artikel 4, lid 3, en artikel 4, lid 4, van deze verordening mogen geen aanleiding geven tot enigerlei aansprakelijkheid van de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen of entiteiten, indien deze niet wisten en geen gegronde reden hadden om te vermoeden dat hun acties een inbreuk zouden zijn op deze verboden.”; |
3. |
artikel 6 wordt vervangen door: „Artikel 6 1. In afwijking van artikel 4 kunnen de op de websites van bijlage V genoemde bevoegde autoriteiten toestaan dat de bevroren tegoeden of economische middelen worden aangewend als aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
2. In alle andere gevallen worden tegoeden, economische middelen en opbrengsten uit economische middelen die op grond van artikel 4 zijn bevroren, slechts vrijgegeven met het oog op overdracht, aan het Ontwikkelingsfonds voor Irak, dat wordt beheerd door de Centrale Bank van Irak, onder de voorwaarden die zijn neergelegd in Resolutie 1483 (2003) van de VN-Veiligheidsraad.”; |
4. |
artikel 7 wordt vervangen door: „Artikel 7 1. Het is verboden om bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat, direct of indirect, de bepalingen van artikel 4 worden ontdoken of de in de artikelen 2 en 3 bedoelde transacties worden bevorderd. 2. Alle informatie waaruit blijkt dat de bepalingen van deze verordening worden of zijn ontdoken, dient ter kennis te worden gebracht van de op de websites van bijlage V genoemde bevoegde autoriteiten, alsmede, direct of via deze bevoegde autoriteiten, van de Commissie.”; |
5. |
artikel 8 wordt vervangen door: „Artikel 8 1. Onverminderd de toepasselijke voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim en onverminderd artikel 284 van het Verdrag, dienen natuurlijke en rechtspersonen, entiteiten en lichamen:
2. De overeenkomstig dit artikel verstrekte of ontvangen informatie wordt alleen gebruikt voor de doeleinden waarvoor zij verstrekt of ontvangen is.”; |
6. |
het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 15 bis 1. De lidstaten wijzen de in de artikelen 6, 7 en 8 van deze verordening bedoelde bevoegde autoriteiten aan en identificeren hen op of door middel van de in bijlage V genoemde websites. 2. Voor 15 maart 2008 stellen de lidstaten de Commissie in kennis van hun bevoegde autoriteiten en brengen haar op de hoogte van elke daaropvolgende wijziging.”; |
7. |
artikel 16 wordt vervangen door: „Artikel 16 Deze verordening is van toepassing:
|
8. |
in artikel 18 wordt lid 3 vervangen door: „3. De artikelen 2 en 10 zijn van toepassing tot en met 31 december 2008.”; |
9. |
bijlage V wordt vervangen door de bijlage bij deze verordening. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 3 maart 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
J. PODOBNIK
(1) Zie bladzijde 31 van dit Publicatieblad.
(2) PB L 169 van 8.7.2003, blz. 6. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).
BIJLAGE
„BIJLAGE V
Websites voor informatie over de in de artikelen 6, 7 en 8 bedoelde bevoegde autoriteiten en adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie
A. Websites voor informatie over de bevoegde autoriteiten
BELGIË
http://www.diplomatie.be/eusanctions
BULGARIJE
http://www.mfa.government.bg
TSJECHIË
http://www.mfcr.cz/mezinarodnisankce
DENEMARKEN
http://www.um.dk/da/menu/Udenrigspolitik/FredSikkerhedOgInternationalRetsorden/Sanktioner/
DUITSLAND
http://www.bmwi.de/BMWi/Navigation/Aussenwirtschaft/Aussenwirtschaftsrecht/embargos.html
ESTLAND
http://www.vm.ee/est/kat_622/
IERLAND
http://www.dfa.ie/home/index.aspx?id=28519
GRIEKENLAND
hhttp://www.ypex.gov.gr/www.mfa.gr/en-US/Policy/Multilateral+Diplomacy/International+Sanctions/
SPANJE
www.mae.es/es/MenuPpal/Asuntos/Sanciones+Internacionales
FRANKRIJK
http://www.diplomatie.gouv.fr/autorites-sanctions/
ITALIË
http://www.esteri.it/UE/deroghe.html
CYPRUS
http://www.mfa.gov.cy/sanctions
LETLAND
http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539
LITOUWEN
http://www.urm.lt
LUXEMBURG
http://www.mae.lu/sanctions
HONGARIJE
http://www.kulugyminiszterium.hu/kum/hu/bal/Kulpolitikank/nemzetkozi_szankciok/
MALTA
http://www.doi.gov.mt/EN/bodies/boards/sanctions_monitoring.asp
NEDERLAND
http://www.minbuza.nl/sancties
OOSTENRIJK
http://www.bmeia.gv.at/view.php3?f_id=12750&LNG=en&version=
POLEN
http://www.msz.gov.pl
PORTUGAL
http://www.min-nestrangeiros.pt
ROEMENIË
http://www.mae.ro/index.php?unde=doc&id=32311&idlnk=1&cat=3
SLOVENIË
http://www.mzz.gov.si/si/zunanja_politika/mednarodna_varnost/omejevalni_ukrepi/
SLOWAKIJE
http://www.foreign.gov.sk
FINLAND
http://formin.finland.fi/kvyhteistyo/pakotteet
ZWEDEN
http://www.ud.se/sanktioner
VERENIGD KONINKRIJK
http://www.fco.gov.uk/competentauthorities
B. Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:
Commissie van de Europese Gemeenschappen |
Directoraat-generaal Buitenlandse Betrekkingen |
Directoraat A: Crisisplatform en beleidscoördinatie in het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid |
Eenheid A.2. Crisisbeheersing en vredesopbouw |
CHAR 12/106 |
B-1049 Brussel |
Tel. (32-2) 295 5585 |
Fax (32-2) 299 0873” |
4.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 59/6 |
VERORDENING (EG) Nr. 196/2008 VAN DE COMMISSIE
van 3 maart 2008
tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (1), en met name op artikel 138, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 4 maart 2008.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 3 maart 2008.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 3 maart 2008 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
JO |
69,6 |
MA |
51,6 |
|
TN |
120,5 |
|
TR |
143,2 |
|
ZZ |
96,2 |
|
0707 00 05 |
EG |
244,4 |
JO |
190,5 |
|
MA |
114,7 |
|
TR |
168,8 |
|
ZZ |
179,6 |
|
0709 90 70 |
MA |
82,8 |
TR |
160,7 |
|
ZZ |
121,8 |
|
0709 90 80 |
EG |
54,8 |
ZZ |
54,8 |
|
0805 10 20 |
EG |
44,7 |
IL |
54,4 |
|
MA |
56,2 |
|
TN |
50,5 |
|
TR |
89,7 |
|
ZZ |
59,1 |
|
0805 50 10 |
IL |
109,4 |
SY |
56,4 |
|
TR |
124,9 |
|
ZZ |
96,9 |
|
0808 10 80 |
AR |
102,3 |
CA |
53,7 |
|
CN |
97,0 |
|
MK |
42,4 |
|
US |
109,6 |
|
UY |
89,9 |
|
ZZ |
82,5 |
|
0808 20 50 |
AR |
82,0 |
CL |
63,2 |
|
CN |
80,3 |
|
US |
123,2 |
|
ZA |
102,3 |
|
ZZ |
90,2 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.
4.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 59/8 |
VERORDENING (EG) Nr. 197/2008 VAN DE COMMISSIE
van 3 maart 2008
houdende niet-minimale wijzigingen van het productdossier van een benaming die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Queijo Serra da Estrela (BOB))
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name op artikel 7, lid 4, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 9, lid 1, eerste alinea, en ter uitvoering van artikel 17, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 heeft de Commissie de aanvraag van Portugal onderzocht voor de goedkeuring van wijzigingen van het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming „Queijo Serra da Estrela”, die bij Verordening (EG) nr. 1107/96 van de Commissie (2) is geregistreerd. |
(2) |
Aangezien de betrokken wijzigingen niet minimaal zijn in de zin van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 510/2006, heeft de Commissie de wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, eerste alinea, van die verordening bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (3). Aangezien aan de Commissie geen enkel bezwaar overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 is meegedeeld, moeten de wijzigingen worden goedgekeurd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte wijzigingen van het productdossier met betrekking tot de in de bijlage bij deze verordening vermelde benaming worden goedgekeurd.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 3 maart 2008.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).
(2) PB L 148 van 21.6.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2156/2005 (PB L 342 van 24.12.2005, blz. 54).
(3) PB C 127 van 8.6.2007, blz. 10.
BIJLAGE
In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie:
Categorie 1.3 |
Kaas |
PORTUGAL
Queijo Serra da Estrela (BOB)
4.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 59/10 |
VERORDENING (EG) Nr. 198/2008 VAN DE COMMISSIE
van 3 maart 2008
tot 92e wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al Qaida-netwerk en de Taliban
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al Qaida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad tot instelling van een verbod op de uitvoer van bepaalde goederen en diensten naar Afghanistan, tot versterking van het verbod op vluchten en verlenging van de bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen ten aanzien van de Taliban van Afghanistan (1), en met name op artikel 7, lid 1, eerste streepje,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 worden personen, groepen en entiteiten opgesomd wier tegoeden en economische middelen krachtens die verordening worden bevroren. |
(2) |
Het Sanctiecomité van de VN-Veiligheidsraad heeft op 20 februari 2008 besloten tot wijziging van de lijst van personen, groepen en entiteiten wier tegoeden en economische middelen moeten worden bevroren. Bijlage I moet dus dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag die volgt op haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 3 maart 2008.
Voor de Commissie
Eneko LANDÁBURU
Directeur-generaal Buitenlandse betrekkingen
(1) PB L 139 van 29.5.2002, blz. 9. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 59/2008 van de Commissie (PB L 22 van 25.1.2008, blz. 4).
BIJLAGE
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt als volgt gewijzigd:
(1) |
De vermelding „Islamic Jihad Group (ook bekend als a) Jama’at al-Jihad, b) Libyan Society, c) Kazakh Jama’at, d) Jamaat Mojahedin, e) Jamiyat, f) Jamiat al-Jihad al-Islami, g) Dzhamaat Modzhakhedov, h) Islamic Jihad Group of Uzbekistan, i) al-Djihad al-Islami, j) Zamaat Modzhakhedov Tsentralnoy Asii).” op de lijst „Rechtspersonen, groepen en entiteiten” wordt vervangen door: „Islamic Jihad Group (ook bekend als a) Jama’at al-Jihad, b) Libyan Society, c) Kazakh Jama’at, d) Jamaat Mojahedin, e) Jamiyat, f) Jamiat al-Jihad al-Islami, g) Dzhamaat Modzhakhedov, h) Islamic Jihad Group of Uzbekistan, i) al-Djihad al-Islami, j) Zamaat Modzhakhedov Tsentralnoy Asii), k) Islamic Jihad Union.” |
(2) |
De vermelding „Fahd Muhammad ‘Abd Al-‘Aziz Al-Khashiban (ook bekend als a) Fahad H. A. Khashayban, b) Fahad H. A. al-Khashiban, c) Fahad H. A. Kheshaiban, d) Fahad H. A. Kheshayban, e) Fahad H. A. al-Khosiban, f) Fahad H. A. Khasiban, g) Fahd Muhammad ‘Abd Al-‘Aziz al-Khashayban, h) Fahd Muhammad’Abd al-‘Aziz al-Khushayban, i) Fahad al-Khashiban, j) Fahd Khushaiban, k) Fahad Muhammad A. al-Khoshiban, l) Fahad Mohammad A. al-Khoshiban, m) Abu Thabit, n) Shaykh Abu Thabit, o) Shaykh Thabet, p) Abu Abdur Rahman, q) Abdur Abu Rahman). Geboortedatum: 16.10.1966. Geboorteplaats: ‘Aniza, Saudi-Arabië. Overige informatie: betrokken bij de financiële en verdere steunverlening aan de groep Abu Sayyaf.” op de lijst „Natuurlijke personen” wordt vervangen door: „Fahd Muhammad ‘Abd Al-‘Aziz Al-Khashiban (ook bekend als a) Fahad H.A. Khashayban, b) Fahad H.A. al-Khashiban, c) Fahad H.A. Kheshaiban, d) Fahad H.A. Kheshayban, e) Fahad H.A. al-Khosiban, f) Fahad H.A. Khasiban, g) Fahd Muhammad ‘Abd Al-‘Aziz al-Khashayban, h) Fahd Muhammad ‘Abd al-‘Aziz al-Khushayban, i) Fahad al-Khashiban, j) Fahd Khushaiban, k) Fahad Muhammad A. al-Khoshiban, l) Fahad Mohammad A. al-Khoshiban, m) Fahad Mohammad Abdulaziz Alkhoshiban, n) Abu Thabit, o) Shaykh Abu Thabit, p) Shaykh Thabet, q) Abu Abdur Rahman, r) Abdur Abu Rahman). Geboortedatum: 16.10.1966. Geboorteplaats: Oneiza, Saudi-Arabië. Paspoort nr.: G477835 (afgegeven op 26.6.2006, vervalt op 3.5.2011). Nationaliteit: Saudi-Arabisch. Overige informatie: betrokken bij de financiële en verdere steunverlening aan de groep Abu Sayyaf.” |
(3) |
De vermelding „Abdul Rahim Al-Talhi (ook bekend als a) ‘Abdul-Rahim Hammad al-Talhi, b) Abd’ Al-Rahim Hamad al-Tahi, c) Abdulrheem Hammad A Altalhi, d) Abe Al-Rahim al-Talahi, e) Abd Al-Rahim Al Tahli, f) ‘Abd al-Rahim al-Talhi, g) Abdulrahim Al Tahi, h) Abdulrahim al-Talji, i) ‘Abd-Al-Rahim al Talji, j) Abdul Rahim, k) Abu Al Bara’a Al Naji, l) Shuwayb Junayd. Adres: Buraydah, Saudi-Arabië. Geboortedatum: 8.12.1961. Geboorteplaats: Al-Taif, Saudi-Arabië. Paspoort nr.: F275043, afgegeven op 29.5.2004, vervalt op 5.4.2009. Nationaliteit: Saudi-Arabisch. Overige informatie: betrokken bij de financiering van, wapenleveringen en verdere steunverlening aan de groep Abu Sayyaf.” op de lijst „Natuurlijke personen” wordt vervangen door: „Abdul Rahim Al-Talhi (ook bekend als a) ‘Abdul-Rahim Hammad al-Talhi, b) Abd’ Al-Rahim Hamad al-Tahi, c) Abdulrheem Hammad A Altalhi, d) Abe Al-Rahim al-Talahi, e) Abd Al-Rahim Al Tahli, f) ‘Abd al-Rahim al-Talhi, g) Abdulrahim Al Tahi, h) Abdulrahim al-Talji, i) ‘Abd-Al-Rahim al Talji, j) Abdul Rahim Hammad Ahmad Al-Talhi, k) Abdul Rahim, l) Abu Al Bara’a Al Naji, m) Shuwayb Junayd. Adres: Buraydah, Saudi-Arabië. Geboortedatum: 8.12.1961. Geboorteplaats: Al-Shefa, Al-Taif, Saudi-Arabië. Paspoort nr.: F275043 (afgegeven op 29.5.2004, vervalt op 5.4.2009). Nationaliteit: Saudi-Arabisch. Overige informatie: betrokken bij de financiering van, wapenleveringen aan en verdere steunverlening aan de groep Abu Sayyaf.” |
(4) |
De vermelding „Muhammad ‘Abdallah Salih Sughayr (ook bekend als a) Muhammad’ Abdallah Salih Al-Sughayir, b) Muhammad’ Abdallah Salih Al-Sughaier, c) Muhammad’ Abdallah Salih Al-Sughayer, d) Mohd Al-Saghir, e) Muhammad Al-Sugayer, f) Muhammad ’Abdallah Salih Al-Sughair, g) Muhammad ‘Abdallah Salih Al-Sugair, h) Muhammad’ Abdallah Salih Al-Suqayr, i) Abu Bakr, j) Abu Abdullah. Geboortedatum: a) 20.8.1972, b) 10.8.1972. Geboorteplaats: Al-Karawiya, Saudi-Arabië. Overige informatie: betrokken bij de financiering van, wapenleveringen aan, rekrutering voor en verdere steunverlening aan de groep Abu Sayyaf.” op de lijst „Natuurlijke personen” wordt vervangen door: „Muhammad ‘Abdallah Salih Sughayr (ook bekend als a) Muhammad ‘Abdallah Salih Al-Sughayir, b) Muhammad ‘Abdallah Salih Al-Sughaier, c) Muhammad ‘Abdallah Salih Al-Sughayer, d) Mohd Al-Saghir, e) Muhammad Al-Sugayer, f) Muhammad ‘Abdallah Salih Al-Sughair, g) Muhammad ‘Abdallah Salih Al-Sugair, h) Muhammad ‘Abdallah Salih Al-Suqayr, i) Mohammad Abdullah S Ssughayer, j) Abu Bakr, k) Abu Abdullah. Geboortedatum: a) 20.8.1972, b) 10.8.1972. Geboorteplaats: Al-Karawiya, Oneiza, Saudi-Arabië. Paspoort nr.: E864131 (afgegeven op 30.12.2001, vervalt op 6.11.2006). Nationaliteit: Saudi-Arabisch. Overige informatie: betrokken bij de financiering van, wapenleveringen aan, rekrutering voor en verdere steunverlening aan de groep Abu Sayyaf.” |
II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is
BESLUITEN/BESCHIKKINGEN
Raad
4.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 59/12 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 25 februari 2008
tot sluiting van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte
(2008/180/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 170 in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en lid 3, eerste alinea,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Commissie heeft namens de Gemeenschap met Egypte onderhandeld over een overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte („de overeenkomst”). |
(2) |
Onder voorbehoud van de eventuele sluiting op een later tijdstip is de op 4 maart 2004 geparafeerde overeenkomst op 21 juni 2005 ondertekend, met voorlopige toepassing bij ondertekening. |
(3) |
De overeenkomst is gebaseerd op de beginselen van wederzijds voordeel, mogelijkheden tot toegang tot elkaars programma’s en activiteiten die relevant zijn voor het doel van de overeenkomst, non-discriminatie, een doeltreffende bescherming van de intellectuele eigendom en een eerlijke verdeling van intellectuele-eigendomsrechten. Deelname aan werkzaamheden onder contract van in de Arabische Republiek Egypte gevestigde juridische entiteiten is onderworpen aan de voorwaarden voor juridische entiteiten in derde landen die zijn neergelegd in het besluit dat is vastgesteld door het Europees Parlement en de Raad overeenkomstig artikel 167 van het Verdrag, Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2) en andere toepasselijke communautaire wetgeving. |
(4) |
De overeenkomst moet op zodanige wijze worden gesloten dat de versies in de talen van alle lidstaten authentiek zijn. Dit zal gebeuren in de vorm van een briefwisseling. |
(5) |
Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd, |
BESLUIT:
Artikel 1
De Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (3) wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad verricht namens de Gemeenschap de in artikel 7 van de overeenkomst bedoelde kennisgeving en wordt gemachtigd met de Arabische Republiek Egypte via een briefwisseling overeen te komen dat de tekst van de overeenkomst in alle talen van de lidstaten na de toetredingen van 2004 en 2007 authentiek is.
Gedaan te Brussel, 25 februari 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
A. VIZJAK
(1) Advies van 29 november 2007 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1525/2007 (PB L 343 van 27.12.2007, blz. 9).
(3) PB L 182 van 13.7.2005, blz. 12.
4.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 59/14 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 25 februari 2008
betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de staat Israël
(2008/181/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 170, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Commissie heeft namens de Gemeenschap met de staat Israël onderhandeld over de verlenging van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technische samenwerking („de overeenkomst”). |
(2) |
Onder voorbehoud van de mogelijke sluiting van de overeenkomst op een later tijdstip werd deze overeenkomst namens de Gemeenschap op 16 juli 2007 te Brussel ondertekend. |
(3) |
Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd, |
BESLUIT:
Artikel 1
De Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de staat Israël (2) wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad gaat namens de Gemeenschap over tot de in artikel 5, lid 2, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving.
Gedaan te Brussel, 25 februari 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
A. VIZJAK
(1) Advies van 25 september 2007 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) PB L 220 van 25.8.2007, blz. 5.
4.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 59/15 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 25 februari 2008
tot wijziging van het besluit van de Raad van 16 december 1980 inzake de oprichting van het Raadgevend Comité voor het fusieprogramma
(2008/182/Euratom)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 7, vierde alinea,
Gelet op Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (1), dat tevens bijdraagt tot de totstandbrenging van een kennismaatschappij, voortbouwend op de Europese onderzoeksruimte,
Gelet op Beschikking 2006/976/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (2), en met name op artikel 7, lid 2, waarin wordt bepaald dat de Commissie voor de uitvoering van het specifieke programma wordt bijgestaan door een raadgevend comité en dat, wat de kernfusieaspecten betreft, de samenstelling en de interne regels en procedures van dit comité die zijn vastgesteld in het besluit van de Raad van 16 december 1980 (3) (hierna respectievelijk „het besluit van de Raad van 16 december 1980” en „het CCE-FU” genoemd),
Gelet op de Toetredingsakte van 2005, en met name op artikel 50,
Gelet op het besluit van de Raad van 16 december 1980, en met name op punt 14, waarbij een systeem van stemmen voor dit comité is vastgesteld,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het CCE-FU maakt gebruik van een systeem van gewogen stemmen wanneer het, met betrekking tot punt 5, onder g), van het besluit van de Raad van 16 december 1980 adviezen geeft inzake „de vaststelling van prioritaire acties met het oog op het verlenen van preferentiële steun”. |
(2) |
Het CCE-FU heeft op 21 maart 2007 met eenparigheid van stemmen aanbevolen zijn systeem van gewogen stemmen, dat binnen het in punt 14 van het besluit van de Raad van 16 december 1980 bedoelde comité moet worden gehanteerd wanneer aspecten in verband met kernfusie worden behandeld, te actualiseren om er de stemrechten van de nieuwe lidstaten na hun toetreding in op te nemen. |
(3) |
Gezien het bovenstaande is het nu passend het besluit van de Raad van 16 december 1980 inzake de oprichting van het Raadgevend Comité voor het fusieprogramma dienovereenkomstig te wijzigen, |
BESLUIT:
Enig artikel
In punt 14 van het besluit van de Raad van 16 december 1980 worden de laatste twee zinnen vervangen door de volgende tekst:
„Adviezen met betrekking tot punt 5, onder g), worden aangenomen met het volgende systeem van gewogen stemmen:
België |
2 |
Bulgarije |
2 |
Tsjechië |
2 |
Denemarken |
2 |
Duitsland |
5 |
Estland |
1 |
Griekenland |
2 |
Spanje |
3 |
Frankrijk |
5 |
Ierland |
2 |
Italië |
5 |
Cyprus |
1 |
Letland |
1 |
Litouwen |
2 |
Luxemburg |
1 |
Hongarije |
2 |
Malta |
1 |
Nederland |
2 |
Oostenrijk |
2 |
Polen |
3 |
Portugal |
2 |
Roemenië |
2 |
Slovenië |
1 |
Slowakije |
2 |
Finland |
2 |
Zweden |
2 |
Verenigd Koninkrijk |
5 |
Zwitserland |
2 |
Totaal |
64 |
Adviezen worden aangenomen met een meerderheid van 33 stemmen, van ten minste vijftien delegaties.”.
Gedaan te Brussel, 25 februari 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
A. VIZJAK
(1) PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60, gerectificeerd in PB L 54 van 22.2.2007, blz. 21.
(2) PB L 400 van 30.12.2006, blz. 405, gerectificeerd in PB L 54 van 22.2.2007, blz. 139.
(3) Niet gepubliceerd, maar laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2005/336/Euratom van de Raad (PB L 108 van 29.4.2005, blz. 64).
4.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 59/17 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 28 februari 2008
houdende benoeming van een Italiaans plaatsvervanger van het Comité van de Regio’s
(2008/183/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 263,
Gezien de voordracht van de Italiaanse regering,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 24 januari 2006 heeft de Raad Besluit 2006/116/EG aangenomen houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2006 tot en met 25 januari 2010 (1). |
(2) |
In het Comité van de Regio’s is als gevolg van het verstrijken van de ambtstermijn van de heer CONDORELLI de zetel van een plaatsvervanger vrijgekomen, |
BESLUIT:
Artikel 1
De heer Giovanni SPERANZA, Sindaco del Comune di Lamezia Terme, wordt voor het resterende deel van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2010, tot plaatsvervanger van het Comité van de Regio’s benoemd.
Artikel 2
Dit besluit wordt van kracht op de dag waarop het wordt aangenomen.
Gedaan te Brussel, 28 februari 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
A. VIZJAK
(1) PB L 56 van 25.2.2006, blz. 75.
4.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 59/18 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 29 februari 2008
houdende benoeming van een nieuw lid van de Commissie van de Europese Gemeenschappen
(2008/184/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 215, tweede alinea,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 128, tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
Bij brief van 28 februari 2008, verduidelijkt met een schrijven van 29 februari 2008, heeft de heer Markos KYPRIANOU ontslag genomen als lid van de Commissie met ingang van 2 maart 2008 om middernacht. Hij moet worden vervangen voor de resterende duur van zijn ambstermijn,
BESLUIT:
Artikel 1
Mevrouw Androula VASSILIOU wordt benoemd tot lid van de Commissie voor de periode van 3 maart 2008 tot en met 31 oktober 2009.
Artikel 2
Dit besluit wordt van kracht op 3 maart 2008.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 29 februari 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
M. COTMAN
Commissie
4.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 59/19 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 21 februari 2008
betreffende aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky voor het intracommunautaire handelsverkeer van varkens, en betreffende criteria voor de over deze ziekte te verstrekken gegevens
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 669)
(Gecodificeerde versie)
(Voor de EER relevante tekst)
(2008/185/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (1) en met name op artikel 8, artikel 9, lid 2, en artikel 10, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Beschikking 2001/618/EG van de Commissie van 23 juli 2001 betreffende aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky voor het intracommunautaire handelsverkeer van varkens, betreffende criteria voor de over deze ziekte te verstrekken gegevens en houdende intrekking van de Beschikkingen 93/24/EEG en 93/244/EEG (2) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (3). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze beschikking te worden overgegaan. |
(2) |
Het Internationaal Bureau voor Besmettelijke Veeziekten (OIE) is een internationale organisatie die in het kader van de op grond van de GATT 1994 gesloten overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen is aangewezen om internationale veterinaire voorschriften voor de handel in dieren en dierlijke producten vast te stellen. Die voorschriften zijn gepubliceerd in de Internationale Diergezondheidscode. |
(3) |
Het hoofdstuk over de ziekte van Aujeszky in de Internationale Diergezondheidscode is grondig gewijzigd. |
(4) |
De aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky die voor varkens in het intracommunautaire handelsverkeer vereist zijn, dienen te worden gewijzigd om ze in overeenstemming te brengen met de internationale voorschriften ter zake en om de ziekte in de Gemeenschap efficiënter te bestrijden. |
(5) |
Voor de door de lidstaten overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 64/432/EEG te verstrekken gegevens over de ziekte van Aujeszky moeten criteria worden vastgesteld. |
(6) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Fok- of gebruiksvarkens die bestemd zijn voor de in de lijst van bijlage I vermelde lidstaten of regio’s die vrij zijn van de ziekte van Aujeszky, en die uit een niet in die bijlage opgenomen lidstaat of regio afkomstig zijn, mogen worden verzonden als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
1. |
voor de ziekte van Aujeszky geldt in de lidstaat van oorsprong een aangifteplicht; |
2. |
een plan voor de bestrijding en de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky, dat beantwoordt aan de criteria van artikel 9, lid 1, van Richtlijn 64/432/EEG, wordt uitgevoerd onder toezicht van de bevoegde autoriteit. Voor het vervoer en de verplaatsing van varkens moeten passende maatregelen overeenkomstig dit plan worden toegepast om te voorkomen dat de ziekte wordt overgebracht tussen bedrijven met een verschillende status; |
3. |
inzake het bedrijf van oorsprong van de varkens:
|
4. |
de te verplaatsen varkens:
|
Artikel 2
Slachtvarkens die bestemd zijn voor de in de lijst van bijlage I vermelde lidstaten of regio’s die vrij zijn van de ziekte van Aujeszky, en die uit een niet in die bijlage opgenomen lidstaat of regio afkomstig zijn, mogen worden verzonden als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
1. |
voor de ziekte van Aujeszky geldt in de lidstaat van oorsprong een aangifteplicht; |
2. |
in de lidstaat of regio van oorsprong moet een plan voor de bestrijding en de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky dat beantwoordt aan de criteria van artikel 1, punt 2, worden uitgevoerd; |
3. |
alle betrokken varkens moeten rechtstreeks naar het slachthuis van bestemming worden vervoerd en
|
Artikel 3
Fokvarkens die bestemd zijn voor de in bijlage II vermelde lidstaten of regio’s waar goedgekeurde programma’s voor de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky worden uitgevoerd, moeten:
1. |
afkomstig zijn uit in bijlage I vermelde lidstaten of regio’s, of |
2. |
afkomstig zijn uit:
|
3. |
aan de volgende voorwaarden voldoen:
|
Artikel 4
Gebruiksvarkens die bestemd zijn voor de in bijlage II vermelde lidstaten of regio’s, waar goedgekeurde programma’s voor de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky worden uitgevoerd, moeten:
1. |
afkomstig zijn uit in bijlage I vermelde lidstaten of regio’s, of |
2. |
afkomstig zijn uit:
|
3. |
aan de volgende voorwaarden voldoen:
|
Artikel 5
De serologische tests die overeenkomstig deze beschikking worden uitgevoerd om de ziekte van Aujeszky bij varkens te controleren of op te sporen, moeten voldoen aan de in bijlage III vastgestelde normen.
Artikel 6
Onverminderd artikel 10, lid 3, van Richtlijn 64/432/EEG moeten gegevens over het optreden van de ziekte van Aujeszky, met inbegrip van gegevens over de programma’s voor de controle op en de uitroeiing van de ziekte die in de in bijlage II vermelde lidstaten en in andere, niet in die bijlage vermelde lidstaten en regio’s ten uitvoer worden gelegd, ten minste één keer per jaar door elke lidstaat worden ingediend overeenkomstig de in bijlage IV vastgestelde uniforme criteria.
Artikel 7
1. Onverminderd de communautaire regelgeving inzake gezondheidscertificaten moet de officiële dierenarts, voordat hij afdeling C van het bij Richtlijn 64/432/EEG vereiste gezondheidscertificaat invult voor varkens die voor in bijlage I of II vermelde lidstaten of regio’s bestemd zijn:
a) |
de gezondheidsstatus ten aanzien van de ziekte van Aujeszky aangeven van het bedrijf en van de lidstaat of de regio van oorsprong van de betrokken varkens; |
b) |
voor varkens die niet uit een ziektevrije lidstaat of regio afkomstig zijn, de gezondheidsstatus ten aanzien van de ziekte van Aujeszky aangeven van het bedrijf en van de lidstaat of de regio van bestemming van de betrokken varkens; |
c) |
aangeven of de betrokken varkens voldoen aan de in deze beschikking vastgestelde voorwaarden. |
2. Voor varkens die voor in bijlage I of II vermelde lidstaten of regio’s bestemd zijn, moet de verklaring in afdeling C, punt 4, van het in lid 1 bedoelde gezondheidscertificaat als volgt worden ingevuld en aangevuld:
a) |
bij het eerste streepje moet na het woord „ziekte:”„Aujeszky” worden toegevoegd; |
b) |
bij het tweede streepje moet worden verwezen naar deze beschikking. Op dezelfde regel moet tussen haakjes het voor de betrokken varkens geldende artikel van deze beschikking worden vermeld. |
Artikel 8
De lidstaten moeten ervoor zorgen dat varkens die voor in bijlage I of II vermelde lidstaten of regio’s bestemd zijn, tijdens het vervoer niet in contact komen met varkens met een andere of een onbekende gezondheidsstatus ten aanzien van de ziekte van Aujeszky.
Artikel 9
Beschikking 2001/618/EG wordt ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken beschikking gelden als verwijzingen naar de onderhavige beschikking en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage VI.
Artikel 10
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 21 februari 2008.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB 121 van 29.7.1964, blz. 1977/64. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 200/729/EG van de Commissie (PB L 294 van 13.11.2007, blz. 26).
(2) PB L 215 van 9.8.2001, blz. 48. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2007/729/EG.
(3) Zie bijlage V.
BIJLAGE I
Lidstaten of regio’s daarvan die vrij zijn van de ziekte van Aujeszky en waar vaccinatie niet is toegestaan
ISO-code |
Lidstaat |
Regio’s |
CZ |
Tsjechië |
Alle regio’s |
DK |
Denemarken |
Alle regio’s |
DE |
Duitsland |
Alle regio’s |
FR |
Frankrijk |
De departementen Ain, Aisne, Allier, Alpes-de-Haute-Provence, Alpes-Maritimes, Ardèche, Ardennes, Ariège, Aube, Aude, Aveyron, Bas-Rhin, Bouches-du-Rhône, Calvados, Cantal, Charente, Charente-Maritime, Cher, Corrèze, Côte-d’Or, Creuse, Deux-Sèvres, Dordogne, Doubs, Drôme, Essonne, Eure, Eure-et-Loir, Gard, Gers, Gironde, Hautes-Alpes, Hauts-de-Seine, Haute Garonne, Haute-Loire, Haute-Marne, Hautes-Pyrénées, Haut-Rhin, Haute-Saône, Haute-Savoie, Haute-Vienne, Hérault, Indre, Indre-et-Loire, Isère, Jura, Landes, Loire, Loire-Atlantique, Loir-et-Cher, Loiret, Lot, Lot-et-Garonne, Lozère, Maine-et-Loire, Manche, Marne, Mayenne, Meurthe-et-Moselle, Meuse, Moselle, Nièvre, Oise, Orne, Paris, Pas-de-Calais, Pyrénées-Atlantiques, Pyrénées-Orientales, Puy-de-Dôme, Réunion, Rhône, Sarthe, Saône-et-Loire, Savoie, Seine-et-Marne, Seine-Maritime, Seine-Saint-Denis, Somme, Tarn, Tarn-et-Garonne, Territoire de Belfort, Val-de-Marne, Val-d’Oise, Var, Vaucluse, Vendée, Vienne, Vosges, Yonne, Yvelines |
CY |
Cyprus |
Het hele grondgebied |
LU |
Luxemburg |
Alle regio’s |
AT |
Oostenrijk |
Het hele grondgebied |
SK |
Slowakije |
Alle regio’s |
FI |
Finland |
Alle regio’s |
SE |
Zweden |
Alle regio’s |
UK |
Verenigd Koninkrijk |
Alle regio’s in Engeland, Schotland en Wales |
BIJLAGE II
Lidstaten of regio’s daarvan waar goedgekeurde ziektebestrijdingsprogramma’s ten uitvoer worden gelegd
ISO-code |
Lidstaat |
Regio’s |
BE |
België |
Het hele grondgebied |
ES |
Spanje |
Het grondgebied van de autonome gemeenschappen Galicia, País Vasco, Asturias, Cantabria, Navarra, La Rioja Het grondgebied van de provincies León, Zamora, Palencia, Burgos, Valladolid en Ávila in de autonome gemeenschap Castilla y León Het grondgebied van de provincie Las Palmas op de Canarische eilanden |
FR |
Frankrijk |
De departementen Côtes-d’Armor, Finistère, Ille-et-Vilaine, Morbihan en Nord |
IT |
Italië |
De provincie Bolzano |
NL |
Nederland |
Het hele grondgebied |
BIJLAGE III
Normen voor de serologische tests ten aanzien van de ziekte van Aujeszky — Protocol voor de Enzyme Linked Immunosorbent Assay (Elisa) voor de opsporing van antilichamen tegen het virus van de ziekte van Aujeszky (volledig virus), tegen glycoproteïne B (ADV-gB), tegen glycoproteïne D (ADV-gD) of tegen glycoproteïne E (ADV-gE)
1. |
De in punt 2, onder d), genoemde instituten dienen de Elisa ADV-gE-tests en -testkits te evalueren op basis van de in punt 2, onder a), b) en c), vastgestelde criteria. De bevoegde autoriteit in elke lidstaat ziet erop toe dat alleen Elisa ADV-gE-testkits die aan deze normen voldoen, worden geregistreerd. De in punt 2, onder a) en b), bedoelde toetsing moet worden uitgevoerd voordat de test wordt goedgekeurd, en nadien moet voor elke batch ten minste de in punt 2, onder c), genoemde toetsing worden uitgevoerd. |
2. |
Standaardisering, gevoeligheid en specificiteit van de test
|
BIJLAGE IV
Criteria voor de overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 64/432/EEG van de Raad te verstrekken gegevens over het optreden van de ziekte van Aujeszky en over de plannen voor de controle op en uitroeiing van de ziekte
1. |
Lidstaat: … |
2. |
Datum: … |
3. |
Verslagperiode: … |
4. |
Aantal bedrijven waar de ziekte is ontdekt via klinisch, serologisch of virologisch onderzoek: … |
5. |
Informatie over vaccinatie tegen de ziekte van Aujeszky, serologisch onderzoek en indeling van de bedrijven (onderstaande tabel invullen):
|
6. |
Aanvullende informatie over serologische controle in K.I.-centra, voor uitvoerdoeleinden, in het kader van andere bewakingsregelingen, enz.: … … … … |
(1) Programma onder het toezicht van de bevoegde autoriteit.
(2) Varkensbedrijven waar overeenkomstig een officieel programma ten aanzien van de ziekte van Aujeszky serologische tests op die ziekte zijn verricht met negatief resultaat en waar in de voorbije twaalf maanden gevaccineerd.
(3) Een bedrijf dat voldoet aan de vereisten van artikel 1, punt 3.
BIJLAGE V
INGETROKKEN BESCHIKKING MET OVERZICHT VAN DE ACHTEREENVOLGENDE WIJZIGINGEN ERVAN
Beschikking 2001/618/EG van de Commissie |
|
Beschikking 2001/746/EG van de Commissie |
Uitsluitend wat de verwijzing naar Beschikking 2001/618/EG in artikel 1 betreft |
Beschikking 2001/905/EG van de Commissie |
Uitsluitend wat de verwijzing naar Beschikking 2001/618/EG in artikel 2 betreft |
Beschikking 2002/270/EG van de Commissie |
Uitsluitend artikel 3 |
Beschikking 2003/130/EG van de Commissie |
|
Beschikking 2003/575/EG van de Commissie |
|
Beschikking 2004/320/EG van de Commissie |
Uitsluitend artikel 2 en bijlage II |
Beschikking 2005/768/EG van de Commissie |
|
Beschikking 2006/911/EG van de Commissie |
Uitsluitend wat de verwijzing naar Beschikking 2001/618/EG in artikel 1 en punt 12 van de bijlage betreft |
Beschikking 2007/603/EG van de Commissie |
|
Beschikking 2007/729/EG van de Commissie |
Uitsluitend wat de verwijzing naar Beschikking 2001/618/EG in artikel 1 en punt 10 van de bijlage betreft |
BIJLAGE VI
Concordantietabel
Beschikking 2001/618/EG |
De onderhavige beschikking |
Artikel 1, onder a) en b) |
Artikel 1, punten 1 en 2 |
Artikel 1, onder c), eerste tot en met vijfde streepje |
Artikel 1, punt 3, onder a) tot en met e) |
Artikel 1, onder d), eerste tot en met vierde streepje |
Artikel 1, punt 4, onder a) tot en met d) |
Artikel 2, onder a) en b) |
Artikel 2, punten 1 en 2 |
Artikel 2, onder c), eerste tot en met derde streepje |
Artikel 2, punt 3, onder a) tot en met c) |
Artikel 3, onder a) |
Artikel 3, punt 1 |
Artikel 3, onder b), eerste en tweede streepje |
Artikel 3, punt 2, onder a) en b) |
Artikel 3, onder c), eerste tot en met zesde streepje |
Artikel 3, punt 3, onder a) tot en met f) |
Artikel 4, onder a) |
Artikel 4, punt 1 |
Artikel 4, onder b), eerste en tweede streepje |
Artikel 4, punt 2, onder a) en b) |
Artikel 4, onder c), eerste tot en met vijfde streepje |
Artikel 4, punt 3, onder a) tot en met e) |
Artikelen 5 tot en met 8 |
Artikelen 5 tot en met 8 |
Artikel 9 |
— |
Artikel 10 |
— |
— |
Artikel 9 |
Artikel 11 |
Artikel 10 |
Bijlagen I tot en met IV |
Bijlagen I tot en met IV |
— |
Bijlage V |
— |
Bijlage VI |
III Besluiten op grond van het EU-Verdrag
BESLUITEN OP GROND VAN TITEL V VAN HET EU-VERDRAG
4.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 59/31 |
GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 2008/186/GBVB VAN DE RAAD
van 3 maart 2008
houdende wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2003/495/GBVB inzake Irak
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 15,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 7 juli 2003 heeft de Raad Gemeenschappelijk Standpunt 2003/495/GBVB (1) inzake Irak vastgesteld ter uitvoering van Resolutie 1483 (2003) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. |
(2) |
Op 18 december 2007 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 1790 (2007) aangenomen, waarbij hij onder meer besluit dat specifieke regelingen betreffende opbrengsten van de Iraakse uitvoer van aardolie, aardolieproducten en aardgas, en betreffende vrijwaring van bepaalde Iraakse activa van juridische procedures, zoals bedoeld in Resolutie 1483 (2003) en in Resolutie 1546 (2004) van de VN-Veiligheidsraad, tot en met 31 december 2008 moeten worden voortgezet. |
(3) |
Gemeenschappelijk Standpunt 2003/495/GBVB dient derhalve te worden gewijzigd. |
(4) |
Een optreden van de Gemeenschap is nodig om bepaalde maatregelen uit te voeren, |
HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VASTGESTELD:
Artikel 1
Gemeenschappelijk Standpunt 2003/495/GBVB wordt als volgt gewijzigd:
1. |
artikel 4 wordt vervangen door: „Artikel 4 Alle opbrengsten van de uitvoer van aardolie, aardolieproducten en aardgas uit Irak worden vanaf 22 mei 2003 overgedragen aan het Ontwikkelingsfonds voor Irak onder de voorwaarden van Resolutie 1483(2003) van de VN-Veiligheidsraad.”; |
2. |
in artikel 5 wordt het volgende lid ingevoegd: „4. De voorrechten en immuniteiten waarin artikel 5, leden 1, 2, onder a), en 2, onder b), voorziet, gelden niet met betrekking tot in kracht van gewijsde gegane beslissingen die voortvloeien uit contractuele verplichtingen welke door Irak na 30 juni 2004 zijn aangegaan.”; |
3. |
in artikel 7 wordt de tweede alinea vervangen door de volgende tekst: „De artikelen 4 en 5 van Gemeenschappelijk Standpunt 2003/495/GBVB zijn van toepassing tot en met 31 december 2008.”. |
Artikel 2
Artikel 2 van Gemeenschappelijk Standpunt 2004/553/GBVB wordt ingetrokken.
Artikel 3
Dit gemeenschappelijk standpunt wordt van kracht op de datum van vaststelling.
Artikel 4
Dit gemeenschappelijk standpunt wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 3 maart 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
J. PODOBNIK
(1) PB L 169 van 8.7.2003, blz. 72. Gemeenschappelijk standpunt laatstelijk gewijzigd bij Gemeenschappelijk Standpunt 2004/553/GBVB (PB L 246 van 20.7.2004, blz. 32).
4.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 59/32 |
GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 2008/187/GBVB VAN DE RAAD
van 3 maart 2008
betreffende beperkende maatregelen tegen de onwettige regering van Anjouan in de Unie der Comoren
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 15,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij brief d.d. 25 oktober 2007 aan de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger heeft de voorzitter van de Commissie van de Afrikaanse Unie (AU) verzocht om steun van de Europese Unie en haar lidstaten voor de sancties die de Raad voor Vrede en Veiligheid van de Afrikaanse Unie op 10 oktober 2007 heeft afgekondigd tegen de onwettige autoriteiten van Anjouan in de Unie der Comoren, na de aldaar in onbevredigende omstandigheden gehouden presidentsverkiezingen. |
(2) |
De Europese Unie dient ondersteuning te verlenen voor het besluit om sancties tegen de onwettige regering van Anjouan en de daarmee geassocieerde personen toe te passen als reactie op hun aanhoudende weigering om mee te werken aan het scheppen van omstandigheden die bevorderlijk zijn voor stabiliteit en verzoening op de Comoren, en met als doel om de onwettige autoriteiten van Anjouan ertoe te bewegen in te stemmen met het houden van nieuwe verkiezingen die geloofwaardig en transparant moeten zijn en ordelijk dienen te verlopen. |
(3) |
Een optreden van de Gemeenschap is nodig om bepaalde maatregelen uit te voeren, |
HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied te beletten van de leden van de onwettige regering van Anjouan in de Unie der Comoren (hierna „Anjouan” genoemd) en daarmee geassocieerde personen, als vermeld in de bijlage.
2. Lid 1 houdt niet in dat de lidstaten verplicht zijn de binnenkomst op hun grondgebied van hun eigen onderdanen te beletten.
3. Lid 1 laat de gevallen onverlet waarin lidstaten uit hoofde van het internationale recht gebonden zijn, en wel:
a) |
als gastland van een internationale intergouvernementele organisatie; |
b) |
als gastland van een internationale conferentie die is bijeengeroepen door, of plaatsvindt onder auspiciën van de Verenigde Naties; |
c) |
krachtens een multilaterale overeenkomst die voorrechten en immuniteiten verleent; of |
d) |
krachtens het Concordaat (Verdrag van Lateranen) van 1929 dat werd gesloten tussen de Heilige Stoel (Vaticaanstad) en Italië. |
4. Lid 3 is ook van toepassing op gevallen waarin een lidstaat optreedt als gastland van de Organisatie voor veiligheid en samenwerking in Europa (OVSE).
5. De Raad wordt naar behoren geïnformeerd in elk van de gevallen waarin een lidstaat krachtens lid 3 of lid 4 een vrijstelling verleent.
6. De lidstaten kunnen vrijstellingen van de krachtens lid 1 opgelegde maatregelen verlenen voor reizen die plaatsvinden op grond van dringende humanitaire noden, of om vergaderingen van intergouvernementele instanties, met inbegrip van door de EU geïnitieerde vergaderingen, bij te wonen, wanneer een politieke dialoog wordt gevoerd waarbij de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat in Anjouan rechtstreeks worden bevorderd.
7. Een lidstaat die de in lid 6 bedoelde vrijstellingen wil verlenen, brengt zulks schriftelijk ter kennis van de Raad. De vrijstelling wordt geacht te zijn toegestaan, tenzij één of meer leden van de Raad binnen twee werkdagen na ontvangst van de kennisgeving van de voorgestelde vrijstelling, schriftelijk bezwaar maken bij de Raad. Indien één of meer leden van de Raad bezwaar maken, kan de Raad met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten de voorgestelde vrijstelling te verlenen.
8. Wanneer een lidstaat krachtens de leden 3, 4, 6 en 7 een machtiging verleent tot binnenkomst op of doorreis via zijn grondgebied van de in de bijlage vermelde personen, dan geldt deze machtiging uitsluitend voor het doel waarvoor ze is verleend en voor de daarbij betrokken personen.
Artikel 2
1. Alle tegoeden en economische middelen die gehouden worden door, in bezit zijn of onder controle staan van individuele leden van de onwettige regering van Anjouan van alle in de bijlage genoemde met hen geassocieerde natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, worden bevroren.
2. Er worden geen tegoeden of economische middelen direct of indirect aan of ten behoeve van de in de bijlage genoemde natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen ter beschikking gesteld.
3. De bevoegde autoriteit kan op door haar passend geachte voorwaarden het vrijgeven van bepaalde bevroren tegoeden of andere economische middelen of het ter beschikking stellen van bepaalde tegoeden of andere economische middelen toestaan, nadat zij heeft vastgesteld dat die tegoeden of andere economische middelen:
a) |
noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in de bijlage genoemde personen en de leden van hun gezin die van hen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare voorzieningen; |
b) |
uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten; |
c) |
uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het loutere houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen; |
d) |
noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de betrokken lidstaat de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken voor hij de toestemming geeft, in kennis heeft gesteld van de redenen waarom hij meent dat specifieke toestemming moet worden gegeven. |
4. Lid 2 is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:
a) |
rente of andere inkomsten op deze rekeningen; of |
b) |
betalingen die verschuldigd zijn krachtens contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop beperkende maatregelen op deze rekeningen van toepassing werden, |
mits deze rente, andere inkomsten en betalingen onder lid 1 blijven vallen.
Artikel 3
De Raad neemt met eenparigheid van stemmen op voorstel van een lidstaat of van de Commissie de wijzigingen van de lijst in de bijlage aan die op grond van de politieke ontwikkelingen in Anjouan nodig zijn.
Artikel 4
Dit gemeenschappelijk standpunt is van toepassing gedurende een periode van twaalf maanden. Het wordt voortdurend getoetst. Het wordt in het licht van politieke ontwikkelingen in Anjouan, naar gelang van het geval, ingetrokken, verlengd of gewijzigd.
Artikel 5
Dit gemeenschappelijk standpunt treedt in werking op de dag van zijn vaststelling.
Artikel 6
Dit Gemeenschappelijk Standpunt wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 3 maart 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
J. PODOBNIK
BIJLAGE
Lijst van leden van de onwettige regering van Anjouan van alle in de bijlage genoemde met hen geassocieerde natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, bedoeld in de artikelen 1 en 2
Naam |
Mohamed Bacar |
Geslacht |
M |
Functie |
Zelfverklaard president |
Titel |
Generaal |
Geboorteplaats |
Barakani |
Geboortedatum |
5.5.1962 |
Nummer paspoort |
01AB01951/06/160, datum uitgifte: 1.12.2006 |
Naam |
Jaffar Salim |
Geslacht |
M |
Functie |
„Minister van Binnenlandse Zaken” |
Geboorteplaats |
Mutsamudu |
Geboortedatum |
26.6.1962 |
Nummer paspoort |
06BB50485/20 950, datum afgifte: 1.2.2007 |
Naam |
Mohamed Abdou Madi |
Geslacht |
M |
Functie |
„Minister van Samenwerking” |
Geboorteplaats |
Mjamaoué |
Geboortedatum |
1956 |
Nummer paspoort |
05BB39478, datum afgifte: 1.8.2006 |
Naam |
Ali Mchindra |
Geslacht |
M |
Functie |
„Minister van Onderwijs” |
Geboorteplaats |
Cuvette |
Geboortedatum |
20.11.1958 |
Nummer paspoort |
03819, datum afgifte: 3.7.2004 |
Naam |
Houmadi Souf |
Geslacht |
M |
Functie |
„Minister van Ambtenarenzaken” |
Geboorteplaats |
Sima |
Geboortedatum |
1963 |
Nummer paspoort |
51427, datum afgifte: 4.3.2007 |
Naam |
Rehema Boinali |
Geslacht |
M |
Functie |
„Minister van Energie” |
Geboorteplaats |
|
Geboortedatum |
1967 |
Nummer paspoort |
540355, datum afgifte: 7.4.2007 |
Naam |
Shoihirou Halidi |
Geslacht |
M |
Titel |
Kabinetsdirecteur |
Functie |
Persoon die is geassocieerd met de onwettige regering van Anjouan |
Geboorteplaats |
Bambao Msanga |
Geboortedatum |
8.3.1965 |
Nummer paspoort |
64528, datum afgifte: 19.9.2007 |
Naam |
Abdou Bacar |
Geslacht |
M |
Titel |
Luitenant-kolonel |
Functie |
Persoon die is geassocieerd met de onwettige regering van Anjouan |
Geboorteplaats |
Barakani |
Geboortedatum |
2.5.1954 |
Nummer paspoort |
54621, datum afgifte: 23.4.2007 |