|
ISSN 1725-2598 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 11 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
51e jaargang |
|
Inhoud |
|
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is |
Bladzijde |
|
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
|
|
|
|
|
II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is |
|
|
|
|
BESLUITEN/BESCHIKKINGEN |
|
|
|
|
Raad |
|
|
|
|
2008/41/EG, Euratom |
|
|
|
* |
Besluit van de Raad van 10 december 2007 houdende benoeming van zeven leden van de Rekenkamer |
|
|
|
|
2008/42/EG, Euratom |
|
|
|
* |
||
|
|
|
2008/43/EG |
|
|
|
* |
||
|
|
|
2008/44/EG |
|
|
|
* |
||
|
|
|
2008/45/EG |
|
|
|
* |
||
|
|
|
Commissie |
|
|
|
|
2008/46/EG |
|
|
|
* |
Besluit van de Commissie van 14 december 2007 tot oprichting, ingevolge Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad, van het Uitvoerend Agentschap Onderzoek voor het beheer van bepaalde gebieden van de communautaire specifieke programma’s Mensen, Capaciteiten en Samenwerking inzake onderzoek ( 1 ) |
|
|
|
|
2008/47/EG |
|
|
|
* |
Beschikking van de Commissie van 20 december 2007 tot goedkeuring van de aan de uitvoer voorafgaande controles die door de Verenigde Staten van Amerika worden verricht op grondnoten en afgeleide producten daarvan wat de aanwezigheid van aflatoxinen betreft (Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 6451) ( 1 ) |
|
|
|
|
2008/48/EG |
|
|
|
* |
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
|
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is
VERORDENINGEN
|
15.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 11/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 25/2008 VAN DE COMMISSIE
van 14 januari 2008
tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (1), en met name op artikel 138, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
In Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
|
(2) |
Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 15 januari 2008.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 14 januari 2008.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 14 januari 2008 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
|
(EUR/100 kg) |
||
|
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
|
0702 00 00 |
IL |
148,6 |
|
MA |
56,2 |
|
|
TN |
129,8 |
|
|
TR |
110,2 |
|
|
ZZ |
111,2 |
|
|
0707 00 05 |
JO |
190,5 |
|
MA |
68,3 |
|
|
TR |
108,1 |
|
|
ZZ |
122,3 |
|
|
0709 90 70 |
MA |
107,0 |
|
TR |
127,7 |
|
|
ZZ |
117,4 |
|
|
0709 90 80 |
EG |
63,7 |
|
ZZ |
63,7 |
|
|
0805 10 20 |
EG |
42,8 |
|
IL |
46,8 |
|
|
MA |
62,1 |
|
|
TR |
65,9 |
|
|
ZA |
15,3 |
|
|
ZZ |
46,6 |
|
|
0805 20 10 |
MA |
78,8 |
|
TR |
101,8 |
|
|
ZZ |
90,3 |
|
|
0805 20 30 , 0805 20 50 , 0805 20 70 , 0805 20 90 |
CN |
60,5 |
|
IL |
64,3 |
|
|
JM |
97,0 |
|
|
PK |
42,8 |
|
|
TR |
86,2 |
|
|
ZZ |
70,2 |
|
|
0805 50 10 |
EG |
86,2 |
|
IL |
149,9 |
|
|
TR |
126,7 |
|
|
ZA |
76,9 |
|
|
ZZ |
109,9 |
|
|
0808 10 80 |
CA |
96,2 |
|
CN |
88,1 |
|
|
MK |
42,9 |
|
|
TR |
118,1 |
|
|
US |
112,6 |
|
|
ZA |
159,1 |
|
|
ZZ |
102,8 |
|
|
0808 20 50 |
CN |
62,2 |
|
US |
103,6 |
|
|
ZZ |
82,9 |
|
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ ZZ ” staat voor „andere oorsprong”.
II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is
BESLUITEN/BESCHIKKINGEN
Raad
|
15.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 11/3 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 10 december 2007
houdende benoeming van zeven leden van de Rekenkamer
(2008/41/EG, Euratom)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 247, lid 3,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 160 B, lid 3,
Gezien de adviezen van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op 31 december 2007 verstrijken de ambtstermijnen van de heer Jean François BERNICOT, de heer David BOSTOCK, de heer François COLLING, de heer Maarten B. ENGWIRDA, de heer Ioannis SARMAS, mevrouw Hedda VON WEDEL en de heer Hubert WEBER. |
|
(2) |
Er moet derhalve worden overgegaan tot nieuwe benoemingen, |
BESLUIT:
Artikel 1
Voor de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2013 worden tot lid van de Rekenkamer benoemd:
|
— |
de heer David BOSTOCK, |
|
— |
de heer Michel CRETIN, |
|
— |
de heer Maarten B. ENGWIRDA, |
|
— |
de heer Henri GRETHEN, |
|
— |
de heer Harald NOACK, |
|
— |
de heer Ioannis SARMAS, |
|
— |
de heer Hubert WEBER. |
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 10 december 2007.
Voor de Raad
De voorzitter
L. AMADO
(1) Adviezen uitgebracht op 28 en 29 november 2007 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
|
15.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 11/5 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 10 december 2007
tot benoeming van een Italiaans lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité
(2008/42/EG, Euratom)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 259,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 167,
Gelet op Besluit 2006/524/EG, Euratom van 11 juli 2006 tot benoeming van de Tsjechische, Duitse, Estse, Spaanse, Franse, Italiaanse, Letse, Litouwse, Luxemburgse, Hongaarse, Maltese, Oostenrijkse, Sloveense en Slowaakse leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Gezien het voorstel van de Italiaanse regering,
Gezien het advies van de Commissie,
Overwegende dat in het Comité een vacature voor een Italiaans lid is ontstaan door het aftreden van de heer Paolo BEDONI,
BESLUIT:
Artikel 1
De heer Maurizio REALE wordt benoemd tot lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité, ter vervanging van de heer Paolo BEDONI, voor de verdere duur van diens ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 20 september 2010.
Artikel 2
Dit besluit wordt van kracht op de dag van de aanneming ervan.
Gedaan te Brussel, 10 december 2007.
Voor de Raad
De voorzitter
L. AMADO
|
15.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 11/6 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 20 december 2007
houdende benoeming van een Litouws lid en een Litouwse plaatsvervanger in het Comité van de Regio’s
(2008/43/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 263,
Gezien de voordracht van de Litouwse regering,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op 24 januari 2006 heeft de Raad Besluit 2006/116/EG aangenomen, houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2006 tot en met 25 januari 2010 (1). |
|
(2) |
In het Comité van de Regio’s is een zetel van lid vrijgekomen door het verstrijken van de ambtstermijn van de heer Gediminas PAVIRŽIS. Een zetel van plaatsvervanger is vrijgekomen door het verstrijken van de ambtstermijn van de heer Edmundas ČESNA, |
BESLUIT:
Artikel 1
In het Comité van de Regio’s worden de volgende personen benoemd voor de verdere duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2010:
|
a) |
tot lid: de heer Gediminas PAVIRŽIS, lid van de gemeenteraad van het district Vilnius (wijziging van het mandaat), en |
|
b) |
tot plaatsvervanger: de heer Andrius KUPČINSKAS, burgemeester van de gemeente Kaunas. |
Artikel 2
Dit besluit wordt van kracht op de dag van zijn aanneming.
Gedaan te Brussel, 20 december 2007.
Voor de Raad
De voorzitter
F. NUNES CORREIA
|
15.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 11/7 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 20 december 2007
houdende benoeming van een Grieks lid van het Comité van de Regio’s
(2008/44/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 263,
Gezien de voordracht van de Griekse regering,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op 24 januari 2006 heeft de Raad Besluit 2006/116/EG aangenomen houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2006 tot en met 25 januari 2010 (1). |
|
(2) |
Door het aftreden van mevrouw Fofi GENNIMATA is in het Comité van de Regio’s een zetel van lid vrijgekomen. |
BESLUIT:
Artikel 1
In het Comité van de Regio’s wordt de volgende persoon voor de verdere duur van de ambtstermijn, dit wil zeggen tot en met 25 januari 2010, tot lid benoemd:
Mevrouw Evangelia SCHINARAKI-ILIAKI, Prefect van de stad Heraklion op Kreta.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.
Gedaan te Brussel, 20 december 2007.
Voor de Raad
De voorzitter
F. NUNES CORREIA
|
15.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 11/8 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 20 december 2007
houdende benoeming van een Duits lid en een Duitse plaatsvervanger in het Comité van de Regio’s
(2008/45/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 263,
Gezien de voordracht van de Duitse regering,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op 24 januari 2006 heeft de Raad Besluit 2006/116/EG aangenomen, houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2006 tot en met 25 januari 2010 (1). |
|
(2) |
In het Comité van de Regio’s is een zetel van lid vrijgekomen door het ontslag van mevrouw Emilia MÜLLER. In het Comité van de Regio’s is een zetel van plaatsvervanger vrijgekomen door het ontslag van de heer Edmund STOIBER, |
BESLUIT:
Artikel 1
In het Comité van de Regio’s worden de volgende personen benoemd voor de verdere duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2010:
|
a) |
tot lid: de heer Markus SÖDER, onderminister van Federale en Europese Zaken bij de Staatskanselarij van de Vrijstaat Beieren, en |
|
b) |
tot plaatsvervanger: de heer Günther BECKSTEIN, minister-president van de Vrijstaat Beieren. |
Artikel 2
Dit besluit wordt van kracht op de dag van zijn aanneming.
Gedaan te Brussel, 20 december 2007.
Voor de Raad
De voorzitter
F. NUNES CORREIA
Commissie
|
15.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 11/9 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 14 december 2007
tot oprichting, ingevolge Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad, van het „Uitvoerend Agentschap Onderzoek” voor het beheer van bepaalde gebieden van de communautaire specifieke programma’s Mensen, Capaciteiten en Samenwerking inzake onderzoek
(Voor de EER relevante tekst)
(2008/46/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (1), en met name op artikel 3, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Verordening (EG) nr. 58/2003 verleent de Commissie de bevoegdheid om uitvoerende agentschappen op te richten, overeenkomstig het bij die Verordening vastgestelde algemene statuut, en om aan deze agentschappen bepaalde taken in verband met het beheer van een of meer communautaire programma’s toe te vertrouwen. |
|
(2) |
Aan de Commissie wordt bevoegdheid verleend voor het oprichten van uitvoerende agentschappen om haar in staat te stellen zich op kernactiviteiten en kernfuncties te concentreren die niet kunnen worden uitbesteed, zonder afstand te doen van de zeggenschap over of eindverantwoordelijkheid voor de door die uitvoerende agentschappen beheerde activiteiten. |
|
(3) |
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (2) brengt de uitvoering van projecten voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie binnen het kader van de specifieke programma’s Mensen, Capaciteiten en Samenwerking met zich mee, welke uitvoering geen politieke besluitvorming en de hele projectcyclus door een hoog niveau van technische en financiële expertise vereist. |
|
(4) |
Krachtens het zevende kaderprogramma gesloten subsidieovereenkomsten kunnen verschillende jaren lopen, en een groot aantal subsidies wordt van kracht in 2014 en blijft onder actief beheer in 2017 en daarna. |
|
(5) |
Het delegeren van taken in verband met de uitvoering van een programma aan een uitvoerend agentschap is mogelijk wanneer een duidelijke scheiding wordt aangebracht tussen de fase van programmering, die door de Commissie wordt verricht, en de uitvoering van een project, die aan het uitvoerend agentschap wordt toevertrouwd. |
|
(6) |
Het specifiek programma Mensen en het onderdeel Onderzoek ten behoeve van kmo’s van het specifiek programma Capaciteiten worden gekenmerkt door projecten die een groot aantal kleine activiteiten genereren. |
|
(7) |
Veiligheid en ruimtevaart uit het specifiek progamma Samenwerking zijn nieuwe gebieden waarvoor de Commissie nog niet over degelijke interne expertise beschikt en zouden als proefgebieden kunnen fungeren voor de uitvoering door een uitvoerend agentschap van complexere collaboratieve onderzoeksprojecten. |
|
(8) |
Een uitvoerend agentschap zou eveneens taken in verband met centraal administratieve en logistieke ondersteuning op andere gebieden van het kaderprogramma kunnen uitvoeren. |
|
(9) |
Het agentschap moet haar huishoudelijke begroting uitvoeren in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1653/2004 van de Commissie van 21 september 2004 houdende een model voor het financieel reglement van de uitvoerende agentschappen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (3). |
|
(10) |
Uit een met dat doel uitgevoerde kosten-batenanalyse is gebleken dat de oprichting van een uitvoerend agentschap voor onderzoek zowel in financiële als in niet-financiële termen nuttig zou zijn. |
|
(11) |
De maatregelen waarin dit besluit voorziet, zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de uitvoerende agentschappen, |
BESLUIT:
Artikel 1
Oprichting van het agentschap
1. Er wordt voor het beheer van de communautaire activiteiten op het gebied van onderzoek een uitvoerend agentschap (hierna „het agentschap”) opgericht, waarvan het statuut wordt geregeld bij Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad.
2. De naam van het agentschap is het „Uitvoerend Agentschap onderzoek”.
Artikel 2
Locatie
Het agentschap is gevestigd in Brussel.
Artikel 3
Duur
Het agentschap wordt opgericht voor een periode die begint op 1 januari 2008 en eindigt op 31 december 2017.
Artikel 4
Doelstellingen en taken
1. Aan het agentschap worden, binnen het kader van het bij Besluit nr. 1982/2006/EG vastgestelde zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (hierna het Kaderprogamma genoemd), de volgende taken toevertrouwd:
|
a) |
beheer van fasen in de levensduur van specifieke projecten in de context van uitvoering van bepaalde gebieden van het specifiek programma Mensen op basis van Beschikking 2006/973/EG van de Raad (4) en het door de Commissie aangenomen werkprogramma alsmede de met het oog daarop noodzakelijke controles, en aanneming van de relevante besluiten voor zover de Commissie het agentschap daartoe bevoegdheid heeft verleend; |
|
b) |
beheer van fasen in de levensduur van specifieke projecten in de context van uitvoering van de regelingen binnen het onderdeel Onderzoek ten behoeve van kmo’s van het specifiek programma Capaciteiten op basis van Beschikking 2006/974/EG van de Raad (5) en het door de Commissie aangenomen werkprogramma alsmede de met het oog daarop noodzakelijke controles, en aanneming van de relevante besluiten voor zover de Commissie het agentschap daartoe bevoegdheid heeft verleend; |
|
c) |
beheer van fasen in de levensduur van specifieke projecten in de context van uitvoering van bepaalde gebieden binnen de thema’s Ruimte en Veiligheid van het specifiek programma Samenwerking op basis van Beschikking 2006/971/EG van de Raad (6) en het door de Commissie aangenomen werkprogramma alsmede de met het oog daarop noodzakelijke controles, en aanneming van de relevante besluiten voor zover de Commissie het agentschap daartoe bevoegdheid heeft verleend; |
|
d) |
aanneming van de instrumenten van de begrotingsuitvoering aan de ontvangsten- en de uitgavenzijde en uitvoering, voor zover de Commissie het agentschap daartoe bevoegdheid heeft verleend, van alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor het beheer van de onderdelen van communautaire programma’s vermeld onder a, b en c en met name die welke verband houden met de toekenning van subsidies en contracten; |
|
e) |
verzamelen, analyseren en aan de Commissie doorgeven van alle informatie die nodig is om de uitvoering van de hierboven onder a, b en c vermelde onderdelen van communautaire programma’s te sturen; |
|
f) |
verlenen van logistieke en administratieve ondersteuning van de specifieke programma’s Capaciteiten, Samenwerking en Mensen, met name op het gebied van publicatie van uitnodigingen, ontvangst en evaluatie van voorstellen, contracteren van evaluatoren, gereedmaken van de betaling van evaluatoren en controle van de financiële levensvatbaarheid. |
2. De Commissie kan, na ontvangst van het advies van het krachtens artikel 24 van Verordening (EG) nr. 58/2003 opgerichte Comité voor de uitvoerende agentschappen, het agentschap bevoegdheid verlenen om uit hoofde van het Kaderprogramma soortgelijke andere taken dan de in lid 1 bedoelde uit te voeren.
3. In het besluit van de Commissie tot het verlenen van delegatie aan het agentschap worden alle aan het agentschap toevertrouwde taken nauwkeurig omschreven; het besluit wordt aangepast wanneer extra taken aan het agentschap worden toevertrouwd. Het besluit wordt ter informatie aan het Comité voor de uitvoerende agentschappen gezonden.
Artikel 5
Organisatiestructuur
1. Het agentschap wordt bestuurd door een directiecomité en een directeur, die door de Commissie worden benoemd.
2. De leden van het directiecomité worden benoemd voor twee jaar.
3. De directeur van het agentschap wordt benoemd voor vier jaar.
4. De benoemingen van de leden van het directiecomité en de directeur kunnen worden verlengd.
Artikel 6
Subsidies
Het agentschap ontvangt in de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen opgenomen subsidies die afkomstig zijn van de middelen welke zijn toegewezen aan de in artikel 4, lid 1, genoemde programma’s en — voor zover passend — afkomstig zijn van de middelen die zijn toegewezen aan andere onderdelen van het Kaderprogramma, met de uitvoering waarvan het agentschap krachtens artikel 4, lid 2, belast is.
Artikel 7
Controle en verslag over de uitvoering
Het agentschap is onderworpen aan de controle van de Commissie en brengt regelmatig verslag uit over de voortgang in de uitvoering van de programma’s waarvoor het verantwoordelijk is, op de wijze en met de frequentie die in het delegatiebesluit is vermeld.
Artikel 8
Uitvoering van de huishoudelijke begroting
Het agentschap voert zijn huishoudelijke begroting uit overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1653/2004.
Gedaan te Brussel, 14 december 2007.
Voor de Commissie
Janez POTOČNIK
Lid van de Commissie
(1) PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1.
(2) PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1.
(3) PB L 297 van 22.9.2004, blz. 6. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1821/2005 (PB L 293 van 9.11.2005, blz. 10).
(4) PB L 400 van 30.12.2006, blz. 272.
|
15.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 11/12 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 20 december 2007
tot goedkeuring van de aan de uitvoer voorafgaande controles die door de Verenigde Staten van Amerika worden verricht op grondnoten en afgeleide producten daarvan wat de aanwezigheid van aflatoxinen betreft
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 6451)
(Voor de EER relevante tekst)
(2008/47/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (1), en met name op artikel 23,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (2) stelt toelaatbare maximumgehalten voor aflatoxinen in levensmiddelen vast. Alleen levensmiddelen die aan de bepalingen betreffende de maximumgehalten voldoen, mogen in de handel worden gebracht. |
|
(2) |
In Verordening (EG) nr. 882/2004 wordt bepaald dat de lidstaten ervoor zorgen dat regelmatig officiële controles op basis van een risicobeoordeling en met een passende frequentie worden verricht om de doelstellingen van de verordening te bereiken, onder meer het voorkomen, wegnemen of tot een aanvaardbaar niveau terugbrengen van risico’s voor mens en dier. |
|
(3) |
Artikel 23 van Verordening (EG) nr. 882/2004 bepaalt dat goedkeuring mag worden verleend aan de aan de uitvoer voorafgaande controles die derde landen verrichten op diervoeders en levensmiddelen onmiddellijk vóór de uitvoer ervan naar de Gemeenschap om na te gaan of de geëxporteerde producten voldoen aan de communautaire eisen. |
|
(4) |
Een dergelijke goedkeuring mag alleen worden verleend nadat uit een communautaire audit is gebleken dat de naar de Gemeenschap uitgevoerde diervoeders of levensmiddelen voldoen aan de communautaire of daaraan gelijkwaardige vereisten en dat de in het derde land vóór de verzending verrichte controles als voldoende doeltreffend en efficiënt worden beschouwd om de door de communautaire wetgeving voorgeschreven documenten-, overeenstemmings- en materiële controles te vervangen of te beperken. |
|
(5) |
De Verenigde Staten van Amerika hebben in april 2005 bij de Commissie een aanvraag ingediend ter verkrijging van een goedkeuring voor de door de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika verrichte aan de uitvoer voorafgaande controles op verontreiniging met aflatoxinen van voor uitvoer naar de Gemeenschap bestemde grondnoten en afgeleide producten daarvan. |
|
(6) |
Het Voedsel- en Veterinair Bureau („VVB”) van de Commissie heeft van 18 tot en met 22 september 2006 een inspectie in de Verenigde Staten van Amerika uitgevoerd om de bestaande systemen ter preventie van de verontreiniging van grondnoten en afgeleide producten daarvan met aflatoxinen te beoordelen en om na te gaan of de aan de uitvoer voorafgaande controles voor deze naar de Gemeenschap uitgevoerde producten ervoor zorgen dat deze producten aan de communautaire vereisten voldoen. Het VVB heeft geconcludeerd dat de Verenigde Staten van Amerika beschikken over een welomschreven controlesysteem voor aflatoxinegehalten in grondnoten en goed functionerende erkende laboratoria. De bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika hebben zich ertoe verbonden en hebben actie ondernomen om de geconstateerde kleinere tekortkomingen te verhelpen. |
|
(7) |
Daarom is het dienstig dat goedkeuring wordt verleend aan de aan de uitvoer voorafgaande controles die door Verenigde Staten van Amerika worden verricht om te voldoen aan de communautaire maximumgehalten aan aflatoxinen. |
|
(8) |
De lidstaten moeten overeenkomstig artikel 16, lid 2, van Verordening (EG) nr. 882/2004 de frequentie van de materiële controles op de invoer aanpassen aan de risico’s die zijn verbonden aan de verschillende types levensmiddelen en onder meer rekening houden met de waarborgen die zijn verstrekt door de bevoegde autoriteit van het derde land van oorsprong van de desbetreffende levensmiddelen. De systematische aan de uitvoer voorafgaande controles die onder het gezag van het USDA overeenkomstig de communautaire goedkeuring uit hoofde van artikel 23 van Verordening (EG) nr. 882/2004 worden verricht, bieden de autoriteiten van de lidstaten stevige waarborgen. Bijgevolg moeten de lidstaten de frequentie van de materiële controles op deze waren beperken tot een voor deze waarborgen passend niveau. |
|
(9) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Goedkeuring van de aan de uitvoer voorafgaande controles
De aan de uitvoer voorafgaande controles op aflatoxinen die door het United States Department of Agriculture (USDA) van de Verenigde Staten van Amerika onmiddellijk vóór de uitvoer naar de Gemeenschap worden verricht, worden goedgekeurd voor de volgende levensmiddelen en afgeleide producten daarvan (hierna „levensmiddelen” genoemd):
|
a) |
grondnoten van GN-code 1202 10 90 of 1202 20 00 ; |
|
b) |
grondnoten van GN-code 2008 11 94 (in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van meer dan 1 kg) of van GN-code 2008 11 98 (in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van niet meer dan 1 kg); |
|
c) |
gebrande grondnoten van GN-code 2008 11 92 (in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van meer dan 1 kg) of van GN-code 2008 11 96 (in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van niet meer dan 1 kg). |
De goedkeuring van de aan de uitvoer voorafgaande controles geldt alleen voor in de eerste alinea genoemde grondnoten die op het grondgebied van de Verenigde Staten van Amerika zijn geproduceerd.
Artikel 2
Voorwaarden voor de goedkeuring van de aan de uitvoer voorafgaande controles
1. De zending gaat vergezeld van:
|
a) |
de resultaten van de bemonstering en analyse, uitgevoerd door een door het USDA erkend laboratorium in overeenstemming met of gelijkwaardig aan de bepalingen van Verordening (EG) nr. 401/2006 van de Commissie van 23 februari 2006 tot vaststelling van bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de officiële controle op het mycotoxinegehalte in levensmiddelen (3); |
|
b) |
een in de bijlage vastgesteld certificaat (4), ingevuld, ondertekend en geverifieerd door een daartoe gemachtigde vertegenwoordiger van het USDA voor levensmiddelen uit de Verenigde Staten van Amerika. |
2. Elke zending levensmiddelen wordt voorzien van een code die overeenkomt met de code op het verslag over de bemonsterings- en analyseresultaten en op het certificaat, als bedoeld in lid 1, onder b). Die code wordt op elke afzonderlijke zak of andere soort verpakking van de zending aangegeven.
3. Het in lid 1, onder b), bedoelde certificaat is alleen geldig voor de invoer van levensmiddelen in de Gemeenschap tot uiterlijk vier maanden na de datum van afgifte van het certificaat.
Artikel 3
Splitsing van zendingen
Indien een zending wordt gesplitst, gaat elk deel van de gesplitste zending tot en met het groothandelsstadium vergezeld van kopieën van het in artikel 2, lid 1, onder b), bedoelde certificaat, die zijn gewaarmerkt door de bevoegde instantie van de lidstaat op het grondgebied waarvan de splitsing heeft plaatsgevonden. Er kunnen ook gewaarmerkte kopieën van het certificaat door de bevoegde autoriteit worden verstrekt op het ogenblik dat de levensmiddelen in het vrije verkeer worden gebracht, ingeval de exploitant van het levensmiddelenbedrijf aangeeft dat hij voornemens is de zending te splitsen.
Artikel 4
Officiële controles
De documentencontrole, als bedoeld in artikel 16, lid 1, van Verordening (EG) nr. 882/2004, wordt verricht op het punt van eerste binnenkomst in de Gemeenschap en het bewijs van deze controle zal de zending vergezellen.
Overeenkomstig artikel 16, lid 2, onder d), en artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 882/2004 wordt de frequentie van de door de lidstaten verrichte materiële controles op de zendingen levensmiddelen, als bedoeld in artikel 1 van deze beschikking, aanzienlijk verlaagd, op voorwaarde dat aan de bepalingen van artikel 2 van deze beschikking wordt voldaan.
Artikel 5
Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 december 2007.
Artikel 6
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 20 december 2007.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 van de Raad (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).
(2) PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1126/2007 (PB L 255 van 29.9.2007, blz. 14).
(3) PB L 70 van 9.3.2006, blz. 12.
(4) Certificaat gebaseerd op het standaardmodel van bijlage I bij Beschikking 2007/240/EG van de Commissie van 16 april 2007 tot vaststelling van nieuwe veterinaire certificaten voor levende dieren, sperma, embryo’s, eicellen en producten van dierlijke oorsprong die in de Gemeenschap worden binnengebracht (PB L 104 van 21.4.2007, blz. 37). De toelichtingen bij het certificaat in bijlage I bij voornoemde beschikking zijn ook relevant voor het in de bijlage bij deze beschikking vastgestelde certificaat. Overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 882/2004 mag de certificering in de toekomst elektronisch geschieden nadat de praktische modaliteiten zijn overeengekomen.
|
15.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 11/17 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 20 december 2007
tot wijziging van Beschikking 2004/407/EG inzake overgangsbepalingen op het gebied van hygiëne en certificatie krachtens Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de invoer van fotografische gelatine uit bepaalde derde landen
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 6487)
(Slechts de teksten in de Engelse, de Franse en de Nederlandse taal zijn authentiek)
(2008/48/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (1), en met name op artikel 4, lid 4, en artikel 32, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 zijn de invoer in en doorvoer door de Gemeenschap van dierlijke bijproducten en verwerkte producten verboden, tenzij zij overeenkomstig die verordening zijn toegestaan. |
|
(2) |
In afwijking van dat verbod in Verordening (EG) nr. 1774/2002 bepaalt Beschikking 2004/407/EG van de Commissie (2) dat België, Frankrijk, Luxemburg, Nederland en het Verenigd Koninkrijk moeten toestaan dat uitsluitend voor de fotografische industrie bestemde gelatine (hierna „fotografische gelatine” genoemd), bereid uit materiaal dat wervelkolom van runderen bevat die krachtens die verordening als categorie 1-materiaal wordt ingedeeld, overeenkomstig die beschikking wordt ingevoerd. |
|
(3) |
Frankrijk heeft de Commissie meegedeeld dat de Kodakfabriek in Chalon-sur-Saône geen fotografische gelatine uit Japan en de Verenigde Staten van Amerika meer invoert overeenkomstig Beschikking 2004/407/EG. |
|
(4) |
Bovendien moet het formaat van het model van het veterinair certificaat in Beschikking 2004/407/EG compatibel worden gemaakt met het geïntegreerde veterinaire computersysteem TRACES, dat bij Beschikking 2004/292/EG van de Commissie (3) is ingevoerd. |
|
(5) |
Beschikking 2004/407/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(6) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Beschikking 2004/407/EG wordt als volgt gewijzigd:
|
1. |
Artikel 1 komt als volgt te luiden: „Artikel 1 Afwijking betreffende de invoer van fotografische gelatine In afwijking van artikel 29, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1774/2002 staan België, Luxemburg, Nederland en het Verenigd Koninkrijk toe dat uitsluitend voor de fotografische industrie bestemde gelatine (hierna „fotografische gelatine” genoemd), bereid uit materiaal dat wervelkolom van runderen bevat die krachtens die verordening als categorie 1-materiaal wordt ingedeeld, overeenkomstig deze beschikking wordt ingevoerd.”; |
|
2. |
Artikel 7 komt als volgt te luiden: „Artikel 7 Naleving van deze beschikking door de betrokken lidstaten De betrokken lidstaten treffen onverwijld de nodige maatregelen om aan deze beschikking te voldoen en maken die maatregelen bekend. Ze stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.”; |
|
3. |
De bijlagen I en III worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze beschikking. |
Artikel 2
Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 januari 2008.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk België, de Franse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.
Gedaan te Brussel, 20 december 2007.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 273 van 10.10.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1432/2007 van de Commissie (PB L 320 van 6.12.2007, blz. 13).
(2) PB L 151 van 30.4.2004, blz. 11, gerectificeerd in PB L 208 van 10.6.2004, blz. 9. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 2006/311/EG (PB L 115 van 28.4.2006, blz. 40).
(3) PB L 94 van 31.3.2004, blz. 63. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2005/515/EG (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 29).
BIJLAGE
De bijlagen I en III worden als volgt gewijzigd:
|
1) |
Bijlage I wordt vervangen door: „BIJLAGE I DERDE LANDEN EN BEDRIJVEN VAN OORSPRONG, LIDSTATEN VAN BESTEMMING, GRENSINSPECTIEPOSTEN VAN EERSTE BINNENKOMST EN ERKENDE FOTOGRAFISCHE BEDRIJVEN
|
|
2) |
Bijlage III wordt vervangen door: „BIJLAGE III MODEL VAN HET GEZONDHEIDSCERTIFICAAT VOOR DE INVOER VAN TECHNISCHE GELATINE VOOR GEBRUIK IN DE FOTOGRAFISCHE INDUSTRIE UIT DERDE LANDEN Aantekeningen
|